Hoe begeleid je als ouder je kind met anorexia? Informatiebrochure voor een oplossingsgerichte benadering. (Nadine Bral)
Dit is een werkdocument van Vzw Empathie. Dit document mag onder geen enkel geding gebruikt worden zonder toelating van de auteur.
2
Inhoudstafel
p2
A. Inleiding tot een oplossingsgerichte benadering. Je kind en de eetstoornis. De eetstoornis als symptoom van het probleem.
p3
Een oplossingsgerichte denkoefening: - Hoe help ik mijn kind? - Wat heeft mijn kind nodig? - Wat is nuttig voor mijn kind? B. VZW EMPATHIE en een andere kijk op de begeleiding van eetstoornissen. 1. Van eetgewoonte naar eetstoornis? 2. Anorexia en boulimia: enkele fysieke en mentale verschillen en gelijkenissen? 3. Hoe start een eetstoornis? 4. Hoog Sensitieve Personen(HSP) en kans tot evolueren naar een eetstoornis? 5. Behagen en kans tot evolueren naar een eetstoornis? 6. Perfectionisme en kans tot evolueren naar een eetstoornis? 7. De Innerlijke Criticus( I CR) en het gevecht van een eetstoornis? 8. Een eetstoornis en de groei naar volwassen worden? 9. Een eetstoornis en leeg van binnen? De valkuilen van anorexia? Vzw Empathie en het oplossingsgericht begeleiden van eetstoornissen?
p5
C. Wat is oplossingsgericht denken? D. Hoe krijg je als ouder contact met je kind in de richting van een oplossing? 1. algemeen 2. concreet
p15 p19
E. Woorden, zinnen en vragen die je kind met een eetstoornis helpen. F. Uit het leven van elke dag als ouder van een kind met een eetstoornis.
p28 p30
Schema’s – bibliografie – dankwoord p32
3
A. INLEIDING TOT EEN OPLOSSINGSGERICHTE BENADERING. Je kind en de eet”stoornis”. De eetstoornis als symptoom van het probleem. - Als ouder word je uitgenodigd tot een “oplossingsgerichte” denkoefening: Hoe help ik mijn kind? Wat heeft mijn kind nodig? Wat is nuttig voor mijn kind? om - te durven door de angst van de anorexia te stappen. - te durven de anorexia los te laten. - te herstellen, te genezen van de anorexia. Herstellen en genezen is emotioneel inhalen. Herstellen en genezen is een proces: stapje/ stapje. Herstellen en genezen kan je kind in een veilige, warme omgeving en niet alleen. Herstellen en genezen kan je kind samen met veilige bondgenoten. Herstellen en genezen evolueert op het ritme van je kind.
- Een eetstoornis geeft je weinig of geen kans om ‘ouder’ te zijn. Niet geuite gevoelens bij je kind geven je als ouder geen kans om je kind bij te sturen.
4
Je helpt als ouder het eetstoornisprobleem op te lossen door: -
de taal van het anorectisch systeem te leren kennen en de anorexia te leren herkennen
-
te leren denken in oplossingen
-
je kind met een eetstoornis te leren denken in oplossingen.
De weg naar genezing van een eetstoornis is de “concrete’ oplossingsgerichte zoektocht naar: -
een positief zelfbeeld van je kind
-
een positieve lichaamsbeleving van je kind
-
een positief sociaal functioneren van je kind
Die concrete oplossingsgerichte zoektocht kan je als ouder “ ondersteunen ” door zelf te denken in oplossingen. NOOT: belangrijke zelfreflectie voor elke ouder: kan/ durf ik zelf denken in de richting van een oplossing?
5
B. VZW EMPATHIE EN EEN ANDERE KIJK OP DE BEGELEIDING VAN EETSTOORNISSEN. 1. Van eetgewoonte naar eetstoornis? Normaal eetgedrag wordt een eetstoornis als het gevoel over het uiterlijk een obsessie wordt en de basis wordt van alle beslissingen, met andere woorden -
als het uiterlijk belangrijker wordt dan de be”leving” van het moment
-
als alle dagelijkse handelingen bepaald worden door: o wat heb ik wel of niet gegeten? o
een cijfer op de weegschaal!
2.Anorexia en Boulimia: fysieke en mentale gelijkenissen en verschillen? Anorexia ondergewicht
Boulimia Meestal normaal, maar schommelend
Intense angst voor
gewicht Angst voor gewichtstoename
gewichtstoename Mogen niet genieten
Mogen genieten, maar moeite met
Perfectionisme+++
grenzen Chaos/impulsief
Extreme zelfcontrole Verbergen van gevoelens
weinig zelfcontrole Humeurschommelingen
Ontkennen van probleem
Schuld- en schaamtegevoel
De gevolgen van dit gedrag creëren bij je kind een fysisch en mentaal probleem.
6
3. Hoe start een eetstoornis? Niemand kiest ervoor om in een eet”stoornis” te stappen. Niemand heeft schuld aan een eetstoornis. De aanzet tot anorexia is: - vaak zoeken naar iets waar je als kind zelf kan over beslissen. - vaak zoeken naar iets waar je als kind zelf controle over hebt, meestal controle over
eten.
Door ongezond eten en/of selectief eten kan je kind gewicht verliezen, waardoor het zich beter voelt. Dergelijk eetgedrag kan evolueren tot eetstoornis- trigger. Een eetstoornis kan een oplossing zijn om met moeilijk te plaatsen gevoelens om te gaan. Anorexia: het lichaam en de gevoelens van je kind worden tijdelijk “bevroren”. De gevoelens van je kind zijn ahw “ondergesneeuwd”. Boulimia: de gevoelens van je kind worden tijdelijk “stilgelegd”. Je kind met anorexia eet zijn bord niet leeg… eet niet. Niet-eten = “controle” hebben over…. Niet-eten = “kiezen” voor controle over eten, vet en calorieën… om via het “slank zijn” door de anderen aanvaard te worden, graag gezien te worden. Vermageren: toch nog iets dat je kind ervaart als lukken, al is het niet de mooiste, slimste of grappigste zijn. De oorzaken zijn een complex samenspel van -
genetische aanleg
7
-
lichamelijke kwetsbaarheid
-
psychische kwetsbaarheid
-
persoonlijke ervaringen
-
familiale context
-
culturele invloeden
Culturele invloeden zijn oa: -
“model” figuren
-
“slagen” in het leven
- schuldgevoelens -
behoefte aan bevestiging
-
huisregels en rituelen
-
hoog sensitieve personen (HSP)
4. Hoog Sensitieve Personen (HSP) en kans om te evolueren naar een eetstoornis? Je kind met een eetstoornis is vaak een gemakkelijk, onopvallend kind. Je kind met een eetstoornis is vaak een heel gevoelig kind, vaak een Hoog Sensitief Persoon (HSP). De zintuigen van een HSP zijn bijzonder sterk ontwikkeld. Ze worden meer dan doorsnee geprikkeld, vaak overprikkeld. De wereld overweldigt hen( Aron, E.(2009)) HSP slorpen via hun gevoeligheidsantennes alle gevoeligheden van een ander op. Als een spons zuigt een HSP alles van een ander op en maakt het de “ander” continu naar zijn zin. Hoog Sensitieve Personen “behagen” continu een ander.(cfr schema Karaktertrekken Dr P. Annicq, pag. 32 schema 1)
8
Elke volwassene, elk kind heeft energiegevende en energieopslorpende karaktertrekken in zich. Bij je kind met een eetstoornis overheersen energieopslorpende karaktertrekken. Dit uit zich in: -
het denken.
-
het voelen.
-
het gedrag.
5. Behagen en kans tot evolueren naar een eetstoornis? Je kind met een eetstoornis richt continu zijn gedrag naar een ander. Alle verlangens van een ander worden extreem ingevuld. Dergelijk gedrag is aandacht- en energie- opslorpend. Je kind ervaart niet een keuze te hebben in het mogen en kunnen streven naar een evenwicht tussen energie opslorpende ervaringen en energiegevende ervaringen. Je kind toetst niet of een ander dit zogenaamd “behagen” (bvb ongevraagd elke dag opruimen, stofzuigen…) wel voortdurend verwacht. Bovendien kan het behagen van de HSP het appreciatiegedrag van een ander, die behaagd wordt stimuleren. (dagelijkse ongevraagde hulp is leuk)) Dit gedrag kan ook verstikkend werken voor de ander waardoor de HSPpatiënt vol goeie bedoelingen, de afwijzing van de ander niet begrijpt. Behagen is heel moeilijk zichzelf en een ander kunnen ontgoochelen
6. Perfectionisme en kans tot evolueren naar een eetstoornis? 9
Bijna alle mensen in gevecht met een eetstoornis zijn (vaak heel sterk) perfectionistisch. Perfectionisme is een extreme veeleisendheid naar zichzelf. Een toets moet een 10 krijgen, een wedstrijd moet goud verdienen. Dergelijk veeleisend gedrag naar zich zelf stimuleert een negatief denken en laat geen milde zelfkritiek meer toe. Dit evolueert naar een tegen zichzelf gekeerd zijn. Wat goed gedaan wordt, wordt als een evidentie beschouwd en eigenlijk kan het altijd beter.
7. Een Innerlijke Criticus( I CR) en het gevecht van een eetstoornis? Iedereen heeft een Innerlijke Criticus(I CR): hij fluistert, scheldt, jammert en dramt. Het oorspronkelijk doel van de I Cr is beschermen en veiligheid geven: - slagen in het leven - de anderen zullen ons aanvaarden - de anderen zullen ons aardig vinden maw onze I Cr helpt om ons aan te passen aan de omgeving. De I CR controleert je denken, je gedrag en weerhoudt je er vaak van om constructief actie te ondernemen. Alhoewel hij denkt je zo te beschermen tegen afkeuring, pijn en eenzaamheid, houdt deze innerlijke stem je behoorlijk klein.
De I Cr bij je kind weet soms niet van ophouden.
10
Het gezond denken van je kind is geblokkeerd. Een negatief denken installeert zich als een “Innerlijke Criticus”(I Cr). In het hoofd van je kind evolueert dit naar een zelfdestructieve stem: “ alles moet ” en het is “nooit goed genoeg ”. “Het kan altijd beter” is dé regel van de I Cr en dit dag en nacht, zonder time out. De I Cr beveelt je kind zowel zijn gedrag, zijn bezigheden als zijn omgang met eten, te “controleren”. De I Cr ontneemt je kind de capaciteit om juist te denken, juist te interpreteren. Dit negatief zelfdestructief denken blijft in stand gehouden door het continu maken van denkfouten: eten wordt niet meer als vast recht ervaren, eten moet je verdienen. Daarbij ontzegt je kind zichzelf ook de toelating om te eten en dit uit angst om dik te worden. Tezelfdertijd wil je kind de omgeving niet ontgoochelen door niet te eten. Dit alles bouwt een spanning op naar de volgende maaltijd. Deze spanning wordt maximaal op het afgesproken maaltijduur. De I CR vult je kind met “angst”. Dit zelfdestructief gedrag maakt van de I CR een negativist. Een “ negativist ” domineert het hoofd van je kind: hyperkritisch – tiranniek –destructief. De I Cr als negativist wordt als “autonome stem” ervaren in het hoofd van je kind.
8. Een eetstoornis en de persoonlijke groei tot stop? Het voor elk kind zo noodzakelijke zoeken naar vragen als -
wie ben ik?
-
hoe kan ik groot worden, groeien?
-
hoe kan ik volwassen worden?
krijgen geen plaats meer. 11
Je kind durft niet stappen in de zoektocht naar zijn eigen identiteit. Je kind durft de ontdekkingstocht naar zichzelf niet aanpakken. Je kind meent weinig of geen goed gevoel ervaringen te mogen verdienen. Je kind evolueert naar een” zichzelf niet meer voelen” en eigen behoeften niet meer kennen. De gezonde leeroefening naar groot worden is uit evenwicht. Je kind ervaart niet een keuze te hebben tussen zelf aandacht en energie aan een ander geven en zelf energie en aandacht krijgen.
9. Een eetstoornis en leeg van binnen? Een evolutie naar niet meer weten wat je zelf graag doet, zelf leuk en tof vindt, creëert een bepaalde leegte. “Leeg” van binnen is heel beangstigend. Heel weinig volwassenen en kinderen kunnen met die leegte omgaan. Leegte bij je kind wordt opgevuld met continu( ook tussen de maaltijden) denken aan eten, vet en calorieën. “Je kind is gevuld met de valse hoop geen leegte- angst meer te voelen”. Het contact met het eigen ik raakt verstoord. Alle aandacht en energie gaat naar gedachten en angst rond eten. Je kind evolueert naar een vervreemding van zichzelf.
12
10. Valkuilen van een eetstoornis
- Je kind evolueert naar een zeer voorspelbaar negatief gevoel van: “het is nooit goed genoeg” . - Dagelijkse verwijten van “je bent dik, stom, een nul…” is je kind evenzeer gewoon. Zo ervaart je kind deze negativiteit als een evidentie en waant zich veilig in deze negativiteit. Je kind zit “vast”, “gevangen” in een extreme negatieve gedachtegang. en ervaart niet de werkelijke “bedreiging”. Je kind loopt in de valkuil van de I CR. Je kind ervaart een veilige hel. ( Vervaet, M. (2009)). Even niet toegeven aan de dictatuur van de I CR, door bvb iets meer of een gezonde portie te eten, wordt onmiddellijk bestraft: een geweldige ” terugbots” van het negatief systeem in het hoofd van je kind. Dit bezorgt je kind een heel grote angst vaak nà!!! de maaltijden, vaak na een warme maaltijd, vaak na even de dagdagelijkse vaste (eet) structuur te doorbreken. Leven met een eetstoornis is een hel, veilig is een valkuil. Leven met een eetstoornis is niet gelukkig mogen zijn.
13
11. Vzw Empathie en het oplossingsgericht begeleiden van je kind met een eetstoornis? Vzw Empathie is een privé-initiatief voor het behandelen van kinderen en volwassenen met een eetstoornis, waaronder anorexia en boulimia nervosa. De aanpak van vzw empathie is multidisciplinair. En voor zover medisch verantwoord, staat het team voor ambulante verzorging. Je kind is bij voorkeur “niet” uit het gezin verwijderd. Indien medisch noodzakelijk, ruilt je kind ‘tijdelijk’ de familiale context voor een ziekenhuisverblijf. Soms is een opname als time- out, zowel nuttig als nodig voor je kind. Er wordt ruime aandacht besteed aan de begeleiding van de dichte leefwereld van de patiënt. Dit helpt de interne loyauteit maw trouw, eerlijkheid, oprechtheid in het gezin te versterken en tegelijkertijd ieders persoonlijkheid te ontplooien.
Vzw Empathie: - geeft je kind inzicht in zijn eigen ziekte - geeft je als ouder inzicht in de eetstoornis van je kind
Vzw Empathie:
-
leert de omgeving begrijpen in welke mate je kind danst naar de pijpen van de negativist
-
leert de omgeving de “geheime taal” van de eetstoornis kennen
14
De geheime taal van de eetstoornis:
Ik voel me dik = ik ben niets waard Gevoelens uiten= teken van zwak zijn Als ik ja zeg “denk” ik dat men dat verwacht en als ik neen zeg ” denk” ik dat men mij niet graag zal zien.
15
C.WAT IS ‘OPLOSSINGSGERICHT DENKEN’?
Oplossingsgericht denken is denken in de richting van een oplossing. Oplossingsgericht denken is constructief denken en stuurt in de richting van stabiliteit en/of verandering. Oplossingsgericht denken is positief gericht zijn en betekent niet altijd vrolijk en blij. Oplossingsgericht denken inspireert tot bewust en doelgericht in het leven staan. Oplossingsgericht denken nodigt uit een keuzevrijheid te ervaren. Oplossingsgericht denken moedigt aan om nieuwe gewoontes te durven ontwikkelen. Oplossingsgericht denken maakt sterker om met voldoende eigen hulpbronnen oplossingen te zoeken voor problemen uit het verleden. Oplossingsgericht denken stimuleert om keuzes te durven maken in het nu. Oplossingsgericht denken bevordert een positief taalgebruik: woorden als “niet” - “ja, maar”- “nooit”- “altijd”…. worden beperkt. Oplossingsgericht denken helpt normaliseren en relativeren. Oplossingsgericht denken geeft hoop, zonder druk. Oplossingsgericht denken prikkelt de zelfwerkzaamheid. Oplossingsgericht denken is weten dat de meeste problemen een oplossing hebben.( cfr schema dr. Annicq, pag 32 schema 2) Vaak kan je een oplossing zelf zoeken en zelf vinden. Een kracht, aanwezig in elke mens, helpt ons in die concrete, gedetailleerde zoektocht naar oplossingen. Oplossingen vinden is vaak het ontwikkelen en versterken van vaardigheden. Oplossingen sturen ons in de richting van verandering en/of stabiliteit. Flexibiliteit en eigen draagkracht zijn hierbij nodig en nuttig.
16
Op eigen maat, op eigen ritme hebben we de keuze hoe we gewoontes mogelijks veranderen, hoe hoog of laag we onze levenslat leggen in wisselende, veranderende levensfasen. Verandering stelt vragen: welk doel heb ik voor ogen? hoe kan het anders?- wat in de plaats?- wat wil ik behouden? Oplossingsgericht denken is weten dat we als mens de vrijheid hebben om zelf keuzes te maken. Onze eigen keuzevrijheid stuurt onze gedachten in de richting van een oplossing of aanvaarding. De vrije keuzes, die we constant bewust en onbewust maken, leren onszelf te ervaren als architect van het eigen leven.
Oplossingsgericht denken is weten dat ieder individu capaciteiten, kracht heeft om reële beperkingen te leren aanvaarden.(cfr schema Dr P. Annicq, pag. ?) Beperkingen kan je niet oplossen, ook niet veranderen. Onze sterke kanten, onze eigen hulpbronnen helpen ons op een voor zichzelf juist aanvoelende manier om te gaan met wat niet kan veranderen. Onze zelfhelende kracht leert ons met onzekerheden en ontgoochelingen omgaan. Oplossingsgericht denken is weten dat met onzekerheid leren omgaan, een oefening is in het opbouwen van zelfvertrouwen. Durven risico nemen en in de onzekerheid van dagelijkse gewoontes durven stappen stuurt ons denken in de richting van een oplossing.
Oplossingsgericht denken is weten dat problemen en beperkingen als lastig en moeilijk kunnen aangevoeld worden. Erkennen dat deze moeilijke ervaring op dit moment normaal is, helpt te denken in de richting van een oplossing of aanvaarding.
17
Oplossingsgericht denken nodigt uit zichzelf de vraag te stellen: “Wat heb ik nu ‘nodig’ om het ‘nu’ als minder lastig te ervaren?” Deze concrete denkoefening helpt eigen kracht op te bouwen om ervaringen uit het verleden aan te pakken en om projecten in de toekomst aan te pakken. Oplossingsgericht denken is weten dat elke mens nood kan hebben aan een duwtje in de rug voor zelfhulp. Het durven delen van lief en leed is een uitnodiging, een aanmoediging om te denken in de richting van oplossing of in de richting van aanvaarden. Oplossingsgericht denken nodigt uit onze eigen barometer, onze eigen handvaten, onze eigen bijsluiter te ontdekken. Onze persoonlijke zoektocht stuurt in de richting van zelfwerkzaamheid. Oplossingsgericht denken triggert om te toetsen: welke betekenis hebben woorden en gedragingen: wat horen we iemand zeggen; wat zien we iemand doen? hoe komen boodschappen, signalen over? Oplossingsgericht denken nodigt uit onszelf en een ander ernstig te nemen. Bewust , op maat , in volle respect mild zijn voor onszelf en een ander nodigt uit te evolueren richting oplossing of aanvaarding. Oplossingsgericht denken doet ons een “veerkracht” in onszelf ervaren. -
Wie of wat hielp ons toen onze veer even niet brak ?
-
Wat probeerden we in moeilijke tijden?
-
Hoe kunnen we de kracht van de veer in elk van ons vergroten? ( Baeijaert,L. en Stellamans, A. (2010))
18
Veerkracht is de kunst om mee te deinen op de golven van verandering, om tegenslagen te boven te komen en zelfs te zien als groeimogelijkheden.
Oplossingsgericht denken nodigt uit om te durven authentiek zijn: hoe durf ik mezelf zijn?- het beste uit mezelf halen en groeien? Tegelijkertijd volgt een oplossingsgerichte denkoefening: hoe kan ik omgaan met mijn tekorten en die van een ander? Oplossingsgericht denken leert wandelen in ons hoofd: met volle aandacht, in alle rust denken in “het hier en het nu” prikkelt onze nieuwsgierigheid, inspireert en voedt onze creativiteit. Oplossingsgericht denken nodigt uit om het leven te ontdekken. Oplossingsgericht denken maakt lichter. Oplossingsgericht denken maakt los. Oplossingsgericht denken nodigt uit om zich “vrij” te voelen. Oplossingsgericht denken nodigt uit om te “leven”.
De kunst van een vervuld leven is: - het loslaten - het weglaten - het toelaten
19
D. HOE KRIJG JE CONTACT MET JE KIND IN DE RICHTING VAN EEN OPLOSSING? 1. Algemeen Oplossingsgericht contact met je kind krijgen, kan je door: Het negatief denken bij je kind te herkennen en het gezonde denken te voeden. Het gezond denken voeden is een oefening in het antwoorden geven op het negatieve denken. Het gezond denken voeden is een zoektocht naar het ontmaskeren van de I Cr .( Stone,H en S (2006)) Belangrijke denkoefening: hoe anders omgaan met de eetstoornis? -wat in de plaats van de eetstoornis? Oplossingsgericht contact met je kind krijgen door te weten dat angst je kind vult: De negativist bepaalt het gedrag van je kind. ”Elk gedrag van je kind is een gedrag uit angst”. De angst bij je kind leren herkennen en erkennen is cruciaal. Oplossingsgericht contact kan je krijgen door de “ontreddering”, “het dansen naar de pijpen van de negativist” bij je kind te herkennen. -
Het controlerend gedrag van je kind is een poging tot houvast vinden.
-
Je kind dat zich isoleert en eenzaam is, streeft naar afwijzing: de I CR laat geen hulp toe.
-
Je kind gebruikt listen en trucjes als oplossing voor het loyauteitsconflict (trouw, eerlijkheid, oprechtheid): je kind wil zowel de ouders als de I CR behagen. Dit gedrag veroordelen tot liegen en manipuleren is de ICR versterken.
20
Oplossingsgericht contact met je kind krijgen, kan je door: Je kind aan te moedigen, uit te nodigen om te delen wat er in zijn/haar hoofd omgaat. Concrete vragen stellen helpt je kind wakker te schudden. Oplossingsgericht contact met je kind krijgen kan je door: Een beschermengel voor je kind te zijn. Een veilige mama en/of papa helpen je kind zachtjes te ontwaken uit een winterslaap. Oplossingsgericht contact met je kind kan je krijgen door te weten en te aanvaarden: het probleem van de eetstoornis doet een kind zich “anders” en “minder” voelen en creëert bij je kind het gevoel er niet bij te horen. Kinderen met anorexia verschillen vaak van andere pubers. Zij confronteren hun omgeving: -
met de manier waarop zij omgaan met woorden
-
met de manier waarop zij interpreteren
-
met de manier waarop zij omgaan met gevoelens.
Oplossingsgericht contact met je kind kan je krijgen door je kind te leren begrijpen en bij te sturen. Het je kind naar zijn zin maken is de I CR voeden: je kind danst naar de pijpen van de I CR.
Volgende concrete tips proberen een antwoord te geven op cruciale basisvragen: - hoe kan ik als ouder leren oplossingsgericht denken? - hoe kan ik als ouder leren mezelf in vraag stellen? - met welke woorden kan ik mijn kind met een eetstoornis helpen?
21
2. Concreet:
Oplossingsgericht denken kan je door: -
De taal van de eetstoornis, als systeem in het hoofd, te leren erkennen en herkennen: het boek ‘ de geheime taal van eetstoornissen’ door Peggy Claude- Pierre lezen, is een leerschool.
-
Via professionele coaching de boodschap achter de geheime taal te leren begrijpen:leren aanvoelen wat de eetstoornis zegt, wat je kind niet kan zeggen.
-
De valkuilen van De I Cr te leren kennen: de voor je kind veilig aanvoelende I Cr is een valse veiligheid. Juiste veiligheid leren ervaren, leert je kind een bondgenoot te worden tegen de negativist.
-
De grote angst bij je kind te herkennen en te erkennen: elk gedrag en elk woord van je kind minder gestuurd door angst blokkeert de I CR.
-
Een taal van uitnodigen en aanmoedigen aan te leren: woorden als: je mag, je kan…voedt het gezonde denken van je kind.
-
De eetstoornis van je kind te zien als een heel lastige ziekte: laten blijken dat je als ouder de moeilijke ziekte snapt, helpt je kind.
-
Empathisch te zijn: begrip tonen voor je kind; je inleven; meevoelen met je kind onderdrukt het negatief denken.
Oplossingsgericht denken kan je door: - aandachtig te ‘luisteren’ naar je kind: achter de woorden van je kind schuilt zoveel informatie over wat in het hoofd van je kind omgaat.
22
LUISTER Als ik je vraag om naar me te luisteren en je hebt het gevoel dat je iets moet ondernemen om mijn probleem op te lossen, dan stel je me teleur, hoe vreemd dat ook moge klinken. Maar als je simpelweg kunt aanvaarden dat ik voel wat ik voel, hoe onredelijk ook, dan kan ik je misschien overtuigen eens achter de feiten te kijken. Zo, luister alsjeblieft en hoor mij. En als je wilt praten… wacht dan één ogenblik jouw beurt af, dan zal ik naar jou luisteren. (Leo Buscaglia, Amerikaans psycholoog)
- het topje van de ijsberg in het hoofd je kind te laten smelten: ondergesneeuwde gevoelens vragen veel geduld en warmte. Tranen doen verdriet smelten. - je kind tijd te geven om te genezen: zoals de ziekte er stapsgewijs kwam, kan ze stapje/stapje losgelaten worden. Een behandeling vraagt veel tijd en energie, meer dan iedereen wenst. - je kind te laten voelen dat het geen schuld heeft aan zijn ziekte: je kind moet weten dat het zich geen last mag voelen. - je kind signalen geven dat het mag zijn zoals het is; dat het goed is zoals het is en dat het graag gezien kan en mag worden zoals het werkelijk is en niet zoals de I Cr het wil. 23
Oplossingsgericht denken kan je door: -
Bij het aanspreken van je kind de gitaren te stemmen: een woordje meer of minder, het gepast woord kan het verschil maken.
-
Te weten dat je kind niet op elke gestelde vraag moet kunnen antwoorden; je als ouder niet altijd een pasklaar antwoord moet hebben
-
Je kind met een milde, zachte kordaatheid aan te spreken: luid spreken, roepen maakt je kind angstig. Duidelijk, helder, concreet, respectvol aanspreken helpt je kind zijn zelfzekerheid op te bouwen.
-
Gevoelens bij je kind leren bespreekbaar maken en heel lastige confrontatie met de eetstoornis niet uit de weg gaan: het negatief denksysteem stuurt de woorden en het gedrag van je kind. Polsen naar de reden van een gedrag, toetsen hoe je kind een gedrag verdedigt, leert je kind ervaren als zich begrepen voelen. erover spreken helpt
-
Samen met je kind een bondgenoot te vormen tegen de negativist : je kind wordt gestraft met angst bij even niet luisteren naar de I CR. Kunnen en mogen op adem komen bij zijn veilige mama en/of papa helpt je kind wanneer zijn I Cr “terugbotst” .
Oplossingsgericht denken kan je door: -
Je kind leren aandacht hebben voor het “hier en nu”. Zich aandachtig leren concentreren op wat op dit moment op deze plaats gebeurt, stimuleert het “zelfbewustzijn” van je kind.
-
Je kind uit te nodigen tot “zelfzorg”, tot “zelfrespect”: het helpt je kind zich de moeite waard te mogen voelen los van zijn prestaties in eten en gewicht.
24
-
De” zelfontplooiing” van je kind te stimuleren: de drang naar perfectie naar de ander krijgt minder aandacht door het ontdekken van mogelijkheden voor een zinvolle tijdsbesteding.
-
Als ouder niet bang te zijn van de eetstoornis: de eetstoornis aanspreken met bvb: de stem, de negativist, het systeem… of om het even welke voornaam, maakt je kind minder bang en sterkt het “zelfwaarde- gevoel” van je kind.
-
Te geloven in de “zelfhelende kracht” van je kind: als ouder het vuur bij je kind warm houden helpt je kind in zichzelf geloven.
-
Je kind heel concreet te helpen zinvolle tijdsbesteding te zoeken : creatief zijn stimuleert het “zelfopbouwend denken” van je kind.
Oplossingsgericht denken kan je door: -
Je kind gerust te stellen: rust in het hoofd geeft kracht om te vechten tegen de I CR.
-
Je kind tof te vinden: geen empathie zonder sympathie.
-
Je kind te vertrouwen: moeilijke, verdachte situaties een kans geven helpt je kind.
-
Het ‘tempo’ van je kind te volgen: op maat en ritme van je kind rendeert meest.
-
De ‘fijnbesnaardheid’ van je kind te erkennen: je kind voelt meer dan wie ook of je als ouder bang, moe, verdrietig, ontgoocheld… bent.
Oplossingsgericht denken kan je door: -
Als ouder durven ‘echt’ te zijn: je kind met een eetstoornis voelt onmiddellijk aan als je doet alsof. Als ouder je eigen tekorten durven aanvaarden, zich kwetsbaar durven opstellen, toont je kind dat perfectie gelukkig niet van deze wereld is.
-
Als ouder ‘sterk’ te zijn tegenover de zware dagdagelijkse strijd van je kind: als ouder niet afgeschrikt zijn door de eetstoornis helpt je kind vechten tegen de eetstoornis. 25
-
Als ouder regelmatige koppel- en me-time te nemen, al dan niet professioneel begeleid: leven bij een kind met een eetstoornis vraagt veel draagkracht. Zelf de kracht opbouwen om uit te stralen dat je in je kind blijft geloven, helpt je kind. Weggenomen schuldgevoelens bij zowel ouders als kind maakt het samen vechten lichter. Hoe beter het gezin met de eetstoornis omgaat, hoe beter en sneller je kind geneest.
-
Als ouder in alle rust proberen te ontstressen: in crisissituaties heel rustig en concreet zoeken naar hoe anders omgaan met de eetstoornis maw wat in de plaats van leeg van binnen en vol met angst.
-
Als ouder te voorziene moeilijke situaties samen met je kind voor te bereiden: hoe beter mogelijke stress voorbereid, hoe minder kans op een crash.
Oplossingsgericht denken kan je door: -
Je kind te laten voelen dat je kind belangrijker is dan het gewicht en het omgaan met eten: spreken over eten maakt ongelukkig. Aan tafel, bij voorkeur met gezin, spreken over koetjes en kalfjes helpt het zelfvertrouwen van je kind te ontwikkelen.
-
Hoopvol te zijn zonder druk: je kind niet opgeven en je kind blijven steunen in zijn gevecht, moedigt je kind aan het einde van de tunnel te durven zien.
-
Je kind helpen zelf te leren kiezen en zichzelf leren de toelating geven zijn/ haar gemaakte keuze tot een goed einde te brengen: zelf durven kiezen blokkeert de dominantie van de negativist als gebruikelijke dictator.
-
Je kind uitnodigen en aanmoedigen om te durven eten. Als ouder toelating geven om te eten kan de I CR blokkeren. Een signaal van veilige bondgenoten helpt het durven eten van je kind.
Oplossingsgericht denken kan je door: 26
-
Een zo rustige sfeer als mogelijk te creëren kort voor de maaltijd. Niet of slecht verteerde stress legt een knoop in de maag van je kind op het moment van de nieuwe maaltijd.
-
Vooral na en tussen de maaltijden samen leuke dingen te doen: leren ‘durven’ genieten prikkelt de zin in het ‘leven’.
-
Samen puzzelen, rummikub spelen, in de sofa zitten… tekenen …een uitstapje… Dit remt het zichzelf- afbrekend denken van je kind. Samen iets leuks doen leert je kind plezier in het leven “ontdekken”.
-
Je als ouder te herinneren wat je kind vroeger graag deed en nu niet meer doet: herinstalleren van vroegere interesses vermindert het denken aan eten.
-
Je kind te complimenteren bij elk stapje vooruit en dit telkens als een overwinning in het gevecht: de negativist deed je kind stilstaan.
-
Je kind met humor te benaderen: lachen of glimlachen is onbekend terrein voor de negativist. Het negatief denken van je kind , door de angst heen, op een leuke en lichte manier afleiden, helpt je kind opnieuw te leven.
Oplossingsgericht denken kan je door: Respect te hebben voor de intense relatie tussen moeder en kind. Begrip en geduld hebben bij het stapje/ stapje durven loslaten in verbondenheid, helpt je kind. Oplossingsgericht denken kan je door: Je kind te leren “ flexibel” worden! Heel concreet uitnodigen en aanmoedigen om even te durven controle loslaten, helpt je kind om te leren met onzekerheden en ontgoochelingen om te gaan. De weg naar “we zien wel” is een uitdaging: hoopvol en zonder druk. Oplossingsgericht denken kan je door: Je kind te leren “juist” zijn leegte in te vullen. 27
Leegte juist invullen is: -
de leegte invullen met dingen die je kind boeien.
-
de leegte invullen met dingen, die je kind inspireren.
-
rekening houden met de natuur van je kind.
Oplossingsgericht denken kan je door: als ouder regelmatig helpende woorden te herhalen; je kind heeft enorm veel bevestiging nodig om stapsgewijs zelfvertrouwen op te bouwen. Oplossingsgericht denken kan je door: Zo lang als nodig en nuttig voor je kind oplossingsgerichte gesprekstherapie te volgen. De therapeutische begeleiding leert je kind op zijn manier luidop te denken en zijn/haar hoofd het gepaste antwoord te geven.
Als je iets genoeg tegen jezelf herhaalt, wordt het vanzelf de waarheid (Ivo Victoria, schrijver en communicatiewetenschapper)
Oplossingsgericht denken kan je door: Je kind aan te moedigen stapje per stapje, op maat en tempo van je kind: -
te durven open- bloeien
-
te durven genieten van het leven
-
te durven gelukkig zijn.
4
X een oplossingsgerichte ”D”
DROMEN DURVEN DOEN DOORZETTEN Dit als kers op de taart voor je kind en zijn ouders.
28
E. WOORDEN, ZINNEN EN VRAGEN DIE JE KIND MET EEN EETSTOORNIS HELPEN.
-
Ze, de mensen, begrijpen de ziekte niet.
-
Herstellen en genezen van een eetstoornis is “vechten”.
-
In een gevecht verenigt men zich.
-
Nu, “op dit moment”, zijn we samen.
-
“Samen” is verdelen, maakt lichter.
-
Je weet dat ik er ben, ik help je.
-
Je kan op mij rekenen.
-
Wat je eet is niet genoeg.
-
Je bent op weg(naar herstel).
-
Je lichaam snakt naar eten.
-
Je lichaam heeft de juiste voeding zo nodig.
-
Wat hoor je me zeggen?
-
Hoe kan ik je ‘nu’ helpen?
-
Wat heb jij ‘nu’ nodig?
-
Wat is ‘nu’ nuttig voor jou?
-
Hoe kan je het ‘nu’ aanpakken?
-
Wat kan je ‘nu’ in de plaats doen van aan eten denken, blokkeren…?
-
Wat hielp je vroeger?
-
Indien jij geen eetstoornis had, wat zou jij in die situatie doen?
-
Als jij mij nu die vraag stelt, waaraan heb jij reeds gedacht als antwoord?
-
Welke raad zou jij geven aan iemand in dezelfde situatie?
-
Wat deed je vroeger de klik maken? 29
-
Wat maakt dat je zo denkt?
-
Wat doet dit met jouw hoofd?
-
Hoe gaat je hoofd daarmee om?
-
Wat kan je nu aan je hoofd zeggen?
-
Wat kan je nu antwoorden aan je hoofd?
-
Je durft het “nog niet”.
-
Wil je proberen? Proberen is niet hetzelfde als moeten.
-
Wil je proberen, maar weet het mag ook mislukken.
-
Durf maar.
-
Doe maar.
-
Het komt.
-
Het is een begin.
Simpel werkt het best Wat werkt, doe er meer van Wat niet werkt, stop ermee en doe iets anders
-
OK!
-
Prima!
-
Fijn!
-
Fantastisch!
-
Wat sterk van je om dit te proberen.
-
Mag ik het schitterend vinden?
-
Ik zie opnieuw licht in je ogen.
30
F. UIT HET LEVEN VAN ELKE DAG, ALS OUDER VAN EEN KIND MET EEN EETSTOONIS.
Mama hoort regelmatig: ‘ik ben zo bang om bij te komen.’ Woorden als: ‘we weten nu al zo lang dat je bang bent om bij te komen, je zal nog heel veel moeten eten om bij te komen…’helpen je kind niet. Het volgende kan helpen: -
Dat is juist jouw verhaal, liefje: angst om bij te komen is invullen van een leegte.
-
Wat zou je nu kunnen helpen om die leegte wat minder te voelen? Kom, we gaan samen rummikub spelen!
Je kind blokkeert als mama en/of papa ‘kleine frequente maaltijden’ voorstelt. Het helpt niet als mama kwaad wordt als haar voorstel opnieuw niet aanslaat. Het helpt als mama zegt: -
Oei, de angst is jou opnieuw de baas: wat is er tussen gekomen?
-
Moet ik helpen?
Mama, het gaat niet om zo te eten. Dochter blijft zagen en vragen over voorgestelde voeding. Mama zegt:” antwoord nu eens tegen jezelf”. Dochter blijft doordrammen over die voorgestelde kleine frequente maaltijden… Mama sluit af met: wat ik zie is, dat wat je eet nog altijd niet genoeg is. Je kind zegt: ik heb morgen examen en mijn stem zegt dat ik het perfect moet doen. Als het dan niet lukt ben ik zo boos op mezelf en ontgoocheld. 31
Ik wil het gewoon zo goed doen en stress blokkeert me om goed te studeren. Het helpt niet als mama zegt: luister niet naar die stem. Mama kan zeggen: ik weet dat de uren, die je goed gestudeerd hebt, je zullen helpen om een goed examen te maken. Wat zou je nu kunnen doen om je gedachten even te verzetten? Iets leuks, iets anders?
32
Schema 1 karaktertrekken (Dr. P. Annicq)
Energieopslorpend
Behager
energiegevend
gezond egoïsme
gedrag –anderen regelgever
dagdromer
drammer
genieter
perfectionist
slordige poes
Schema 2 problemen-beperkingen (Dr. P Annicq) Probleem van een ander = PROBLEMEN
BEPERKINGEN
Ik = onderwerp
oplossing zoeken
leren aanvaarden KEUZE
“hoe” ermee omgaan
33
BIBLIOGRAFIE
Aron, Elaine N.(2009=2002). Hoog sensitieve personen. Hoe blijf je overeind als de wereld je overweldigt. Amsterdam-Antwerpen: Archipel. Baeijaert L. & Stellamans A.(2009). Vergroot de veerkracht in jezelf en in je team. Leuven: LannooCampus. Bannink F.(2008=2007). Gelukkig zijn en geluk hebben. Zelf oplossingsgericht werken. Amsterdam: Harcourt Book Publishers. Breda A. & Van Eyndt H. e.a.(2007). Wandelen in mijn hoofd. Oplossingsgerichte hypnotherapie. Antwerpen-Apeldoorn: Garant. Celie L.(2008). Luister nu eens naar mij. Ondergesneeuwde gevoelens bij kinderen en jongeren. Leuven: Uitgeverij Van Halewyck. Claude-Pierre P.(1997). De geheime taal van eetstoornissen. De definitieve doorbraak in de benadering en genezing van anorexia. Amsterdam: De Boekerij bv. Furman B.(2008=2006). Kid’s Skills.Op speelse wijze vaardigheden ontwikkelen bij kinderen. Soest: Uitgeverij Nelissen. Hemmerechts K.(2008). Ann. Amsterdam-Antwerpen: Uitgeverij Atlas Isebaert L.(2007). Praktijkboek. Oplossingsgerichte cognitieve therapie. Utrecht: De Tijdstroom. Johnston A.(1998-2006). Eetstoornissen als dwaalspoor. Vind zelf de goede weg. Haarlem: Altamira-Becht. Kortink J.(2008=2004).Uit de ban van eetbuien. Een weg naar balans in je leven.Utrecht-Antwerpen: Servire/KosmosUitgevers.
34
Le Fevere de Ten Hove M.(2007). Korte Therapie. Handleiding bij het ‘Brugse model’ voor psychotherapie met een toepassing op kinderen en jongeren. Antwerpen-Apeldoorn: Garant. Rosenberg, M.B.(2008=2006). Geweldloze communicatie. Ontwapenend en doeltreffend.Rotterdam: Lemniscaat. Stone H. & S.(2008=1993). De innerlijke criticus ontmaskerd. Groningen: Uitgeverij De Zaak. Tolle E.(2008=2002), De kracht van het nu in de praktijk. Deventer: Uitgeverij Ankh-Hermes. Vervaet M. & de Jonge S.(2002). De veilige hel. Hoe anorexia en boulimia ontstaan en behandeld kunnen worden. Antwerpen-Amsterdam: Houtekiet.
35
Mijn oprechte dank voor de deskundigheid van het Korzybski- team: Dr Luc Isebaert Dr Myriam Le Fevere de Ten Hove De Heer Anton Stellamans
Mijn bijzondere dank aan Dr Patty Annicq, Vzw Empathie voor de deskundigheid, de heldere communicatie en de constructieve feedback bij de opbouw van dit eindwerk.
Mijn speciale dank aan mijn omgeving voor de warme interesse en ondersteuning.
36