HISTORISCH MAANDBLAD NATUURHISTORISCH GENOOTSCHAP IN LIMBURG
O N T S T A A N VAN E E N SYMBOOL EXCURSIE ZIEPBEEK EXCURSIE A R D E N N E N K L I T T E N IN Z U I D - L I M B U R G ROMEINSE KALKSTEENWINNING SLAVANTE IN O U D E A N S I C H T E N N I E U W E GROEIPLAATS RIETORCHIS
NATUURHISTORISCH
MAANDBLAD
Orgaan van het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg H O O F D R E D A C T I E : Drs. D.Th. de Graaf, Drs. B.G. Graatsma REDACTIE: Mevr. Drs. F.N. Dingemans-Bakels, Drs. H.P.M. Hillegers, Drs. A . W . F . Meijer REDACTIE-ADRES: De Bosquetplein 6-7, 621 1 KJ Maastricht (tel. tussen 14.30 en 16.30 uur: 0 4 3 - 2 1 3 6 7 1 )
BIJ DE VOORPLAAT: De Rietorchis (Dactylorhiza praetermissa (DRUCE) SOÓ). Een detail van de bloeiaar, gefotografeerd op 27 juni 1985 op een nieuwe groeiplaats in Limburg. Zie het artikel op blz. 2 0 9 - 210 (foto-. C.A.J. Kreutz).
C O P Y R I G H T : Auteursrecht voorbehouden. Overname slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. Door het inzenden van kopij verklaart de auteur dat hij het uitsluitend recht tot uitgeven aan het Natuurhistorisch Maandblad overdraagt; bij afwijzing vallen de rechten terug aan de auteur en wordt hem de kopij teruggezonden. Naast het Natuurhistorisch Maandblad, dat aan alle leden gratis wordt toegezonden, verschijnen regelmatig afleveringen van de reeks Publicaties van het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg. Ongeregeld verschijnen daarnaast nog de zg. Uitgaven. Op aanvraag is een lijst van uitgaven van het Natuurhistorisch Genootschap met prijsopgave beschikbaar B A S I S - O N T W E R P T Y P O G R A F I E : Stefan Graatsma, Maastricht L I T H O ' S E N D R U K : Stereo+Grafia, Maastricht ISSN 0028-1107
NATUURHISTORISCH
G E N O O T S C H A P I N LIMBURG
V O O R Z I T T E R : F.S. van Westreenen, Eckelraderweg 1, 6 2 4 7 NE Gronsveld W A A R N E M E N D SECRETARIS: R.E.M.D. Gubbels, Stadhouderstraat 145, 6171 KH Stein P E N N I N G M E E S T E R : Mevr. C. Adams - Kaastra, H. van Rodenbroeckstraat 43, 6 4 1 3 A N Heerlen. Tel.: 0 4 5 - 7 2 3 1 6 9 A D M I N I S T R A T I E : A . G . M . Koomen. Adreswijzigingen, opgave nieuwe leden, inlichtingen over studiegroepen, enz. richten aan: Administratie Natuurhistorisch Genootschap in Limburg, De Bosquetplein 6-7, 6211 KJ Maastricht (tel. 0 4 3 - 2 1 3 6 7 1 's ochtends). Postgiro: 1036366 B E S T E L L I N G E N van Publikaties, oude Maandbladen en andere uitgaven: uitsluitend schriftelijk bij het Publicatiebureau Natuurhistorisch Genootschap, Groenstraat 106, 6 0 7 4 EL Melick of door overmaking van de kosten van het gewenste (inclusief porto) op postgiro 4 2 9 8 5 1 , onder vermelding van het gewenste LIDMAATSCHAP: f 37,50 per jaar,- jeugdleden t/m 1 7 jaar f 20,—; gezinslidmaatschap: f 55,—; verenigingen, instellingen e.d. f 105,— LOSSE N U M M E R S : f 5 , -
;
leden f 4 , -
INHOUD: H E T O N T S T A A N VAN EEN SYMBOOL
W E N K E N VOOR KOPIJ-INZENDING Diegenen die kopij willen inzenden voor het Natuurhistorisch Maandblad worden dringend verzocht zich zoveel mogelijk aan onderstaande richtlijnen te houden. De redactie ontvangt indien mogelijk naast het originele manuscript gaarne een kopie. I N H O U D : in het Natuurhistorisch Maandblad verschijnen in de regel artikelen over de Biologie en/of de Geologie van Limburg waar enigerlei vorm van onderzoek aan ten grondslag heeft gelegen. T A A L : Nederlands, in uitzonderingsgevallen Engels, Frans of Duits. S A M E N V A T T I N G : alle artikelen worden besloten met een Engelstalige samenvatting, nietNederlands-talige artikelen bovendien met een Nederlandstalige. T E K S T : getypt met regelafstand 1 /2 en ruime linkermarge. Maximaal ca. 5 0 0 0 woorden. L A T I J N S E N A M E N van planten en dieren worden gecursiveerd. In het manuscript aan te geven door er een slangelijn onder te plaatsen. F I G U R E N : alleen zwart-wit figuren worden opgenomen. In de tekst naar de figuren verwijzen. Figuuronderschriften op een apart vel papier. L I T E R A T U U R V E R W I J Z I N G E N in de tekst: alleen auteur en jaartal noemen. Bij twee auteurs beiden vermelden verbonden door '&', bij meer dan twee auteurs alleen de eerste gevolgd door 'et al.'. L I T E R A T U U R L I J S T : bij elk artikel behoort een lijst van geciteerde literatuur. Hierin wordt telkens begonnen met auteur(s), jaartal en titel van het geschrift. Voorbeelden: BROUWER, A., 1959. Algemene paleontologie. Zeist; W . de Haan N.V. DRESSCHER, T . G . N . & H. ENGEL, 1946. De Medicinale bloedzuiger. Natuurhist.Maandbl. 35 (7/8): 4 7 - 4 9 . VLIEGER, T.A. DE, 1978. Het centrale zenuwstelsel. In: S . DIJKGRAAF & D.I. ZANDEE. Vergelijkende dierfysiologie, 2e dr. Utrecht; Bohn, Scheltema en Holkema: 4 3 1 - 4 5 0 . O V E R D R U K K E N : 25 overdrukken worden gratis ter beschikking gesteld. Meer exemplaren volgens afspraak en tegen vergoeding. V E R A N T W O O R D E L I J K H E I D : voor de inhoud van getekende bijdragen zijn de auteurs verantwoordelijk.
197
V E R S L A G E N V A N DE MAANDELIJKSE BIJEENKOMSTEN T E H E E R L E N OP 12 SEPTEMBER 197 T E MAASTRICHT OP 6 OKTOBER 198 EXCURSIEVERSLAGEN EXCURSIE NAAR DE VALLEI V A N DE Z I E P B E E K B O T A N I S C H E EXCURSIE ARDENNEN
199 199
H . P . M . HILLEGERS
K L I T T E N IN Z U I D - L I M B U R G H.J.
EGGEN
ROMEINSE KALKSTEENW I N N I N G IN Z U I D - L I M B U R G B.G.
201
203
GRAATSMA
O U D E PRENTBRIEFKAAREN: DE SINT-PIETERSBERG XVI. SLAVANTE
205
C.A.J. KREUTZ
RIETORCHIS OP E E N N I E U W E GROEIPLAATS IN L I M B U R G
209
BOEKBESPREKINGEN
210
HET ONTSTAAN VAN EEN SYMBOOL Ik heb op deze plaats al eens eerder geschreven over het ontstaan van soorten (Natuurhist. stelde daarbij
dat soorten op geheel verschillende
op het andere te ontstaan, zonder
wijze
dat er van enige evolutie sprake is. Veel soorten
ment dat zij ontdekt worden en nadat hun beschrijving Eén van de bekendste soorten zoogdieren dit geval gaat om het "ontstaan De bijeenkomst
op
van Kring Maastricht
in samenwerking
ze redaktionele
overweging
De Reuzenpanda
diersoorten
met het Wereld
Natuur
vooral
soort"
bekend worden doordat een "nieuw
Aardig
Fonds Nederland.
panda.
Het betrof "ontdekkingen
Ik
is
gepubliceerd.
is bovendien dat het in
om nog eens na te gaan Deze bijeenkomst
met de donkerbruine
in het Oostelijk
hert naar hem vernoemd zou worden:
ge-
van de-
(of in kerkrechtelijk
jargon:
Congregatie
missionaris
deel van de Hi-
Later zou deze
het Pater Davidshert der Missie)
was om het evangelie onder de armen te verkondigen
op verzoek"-,
werd
dat het onderwerp
betreft.
soorten insekten, tal van plantesoorten
ventig van de vorige eeuw zijn belangstelling
"ontstond".
U zult direkt begrijpen
aan te stellen. Of pater David een begaafd en succesvol
een honderdtal
detail daarbij
op 6 november jl. gaf mij aanleiding
delen; een succesvol bioloog bleek hij in ieder geval wel te zijn! vogels,
101).
namelijk pas op het mo-
werd ontdekt door de Franse priester Armand David.
werd David door de Orde der Lazaristen waar deze orde al langer werkzaam
armen geestelijken
"ontstaan"
komende vakliteratuur
werd ontdekt en daardoor
hoort er echt bij om verwarring -
China,
in aanmerking
"ontstaan".
het ontstaan van de Reuzenpanda
— het voorvoegsel
77(6):
verzoek". van het Genootschap
malaya levende Kleine panda te voorkomen In 1862
in daarvoor
is ook op deze wijze
hoe een van de bekendste en zeldzaamste organiseerd
Maandbl.
kunnen ontstaan. Veel soorten blijken namelijk van het ene moment
of
uitgezonden
en vervolgens
was, is niet aan mij om Ie beoor-
en enkele soorten zoogdieren,
waaronder
voor Natuurlijke
soorten
ook de
Historie
voor onze M o s a s a u r u s ook met succes bekroond
melijk verzocht om eens uit te zien naar interessant materiaal voor de museale kollekties.
naar over die
In slechts twaalf jaar ontdekte hij maar liefst 58
het beroemde Parijse Museum
pater
Milu.
Reuzen-
(dat in de jaren
zag) had Pater David
En zo geschiedde
met
zena-
voornoemd
resultaat. De pater heeft zijn ontdekking jagers
op 1 1 maart 1869
dier afkomstig moest zijn. volgens mijn jagers" kleurverdeling bruin;
zeker nooit zelf in levende lijve aanschouwd. huid. David onderkende
Uit zijn snel gemaakte aantekeningen
eerste exemplaar
is een begin van een beschrijving
wit, met de oren, staartpunt,
betrof een door
te destileren: voetzolen".
David drie Reuzenpanda's
om het gemakkelijker
te kunnen transporteren
te bemachtigen, die allen naar Parijs
werden
Pater David doopte zijn vondst U r s u s melanoleucos, waf zoveel de Reuzenpanda "met kattevoeten".
zwart-
heeft David ook niet
was het dier maar gedood.
op
23
In totaal wist
gezonden.
betekent als "zwartwitte
beer".
Al binnen een jaar
bleek
echter geen beer te zijn maar te behoren tot het geslacht Alluropoda, hefgeen op zoveel neerkomt Met name Chinese biologen
beschouwen
soort binnen een eigen geslacht en eigen familie. Maar uit één van de nomen waaronder De Reuzenpanda
groot
Ook de
het betrof een /ong dier dat door jagers op verzoek van de pater was gevangen (vermoedelijk Maar
bijzonder "zeer
de vier poten en rondom de ogen
van de polen is op de rug verbonden door een smalle streep. Het tweede exemplaar
maart van hetzelfde jaar).
was in 1 869
den. U weet wel waarvoor.
de Reuzenpanda
mijn smaak iets minder
dat de Chinezen
echter als een geheel op zichzelf
er zelf ook niet goed uitkomen blijkt
duizend
(toen nog World
voor. Op kopjes,
Wildlife
lepeltjes,
als
staande bijvoorbeeld
beer-kat.
Jaren later zou deze soort een wereldberoemd
Wide Fund for Nature
embleem. In het wild komen er nog slechts zo'n voor.
de Reuzenpanda
door bekend is: Xiong-mao. Dit betekent zoveel als
echter definitief "ontstaan".
Het World
komt dit symbool echter massaal Naar
Zijn
direkt dat deze pels van een
en "met kleine oren, zeer korte staart, tamelijk korte vacht en sterk behaarde
beschreef pater David nauwkeurig:
het zwart
levend gezien:
vrijwel
meegenomen geprepareerde
symbool
wor-
Fund) koos de Reuzenpanda
stropdassen,
enz. en als
als
knuffel"beer"
Het symbool overleeft het wel maar bleek enige tijd geleden iets veranderd
te
zijn.
vriendelijk. DOUWE
T H . DE
GRAAF
VERSLAGEN VAN DE MAANDELIJKSE BIJEENKOMSTEN T E HEERLEN OP 12 SEPTEMBER
geveer 5 0 m diepte veel grote muggen
soorten. De als eerste vertoonde rups
aangetroffen. Hij vroeg zich af welke
betrof die van Koninginnepage (P. ma-
soort het hier betrof. Geen der aanwe-
chaon),
die op (wilde) Peen
zigen w i s t echter hier het antwoord op.
carota)
leeft en in zuidwestelijk Z u i d -
(Daucus
Daarna vertoonden een aantal leden
Limburg nog voorkomt. De rupsen van
dia's.
de daarna getoonde dagvlinders: Klei-
de leden. De heer O r b o n had tijdens
De heer Adams opende de rij met op-
de Gehakkelde aurelia (P.
een grotonderzoek in Frankrijk op on-
namen van rupsen van diverse vlinder-
komen vooral op Grote brandnetel (Ur-
N a het welkomstwoord van de voorzit-
ne vos (I. io), Atalanta (V. atalanta) en
ter, de heer Bult, w a s het w o o r d aan
c-album),
t/'co dioica)
fraaie beelden van de N a c h t z w a l u w
voor.
(Caprimulgus
ingedeeld in de groepen Pijlstaarten,
jaar
Spinners, Uilen en Spanners. De rupsen
Brunssummerheide en nu daar w e l ver-
van de Pijlstaarten zijn relatief groot,
dwenen en de landschapsfoto's van de
D e z e bijeenkomst werd georganiseerd
veelkleurig en hebben alle een staart-
Cranenweijer bij De H o p e l , toen die
in
vormig aanhangsel. De 10 cm lange
nog een interessant moeras met broek-
Maastricht-Heuvelland
rups
(A.
bos w a s . De dia's van het Munnichs-
reld Natuur Fonds Nederland. Het pro-
atropos) w o r d t i n Nederland maar s p o -
bos stamden nog uit de tijd dat daar
gramma omvatte dan ook onderwer-
radisch aangetroffen en dan veelal op
nog drie
aardappelloof.
(Lanius collurio)
van
de
Doodshoofdvlinder
Het getoonde exem-
europeus),
geleden
meer dan tien
T E MAASTRICHT OP 6 OKTOBER
Van de nachtvlinders waren de rupsen
gefotografeerd
paren
Grauwe
op
de
klauwieren
samenwerking
met
het van
Comité het
We-
pen waarbij z o w e l het Genootschap als het W N F betrokken z i j n .
broedden.
plaar stamde uit Ubachsberg.
De reeks werd besloten met lichtbeel-
Allereerst werd een deel van de voor
O o k de rupsen van de Spinners z i j n be-
den
en door het Natuurhistorisch Genoot-
trekkelijk groot, ca. 5 cm. De d i a ' s be-
Oost-Maarland,
troffen rupsen van o.a. de Veelvraat
door watersporters w e r d overspoeld.
reptielen van L i m b u r g " vertoond. Deze
(M. rubi),
W e noemen: Krombekstrandloper (Ca-
film kwam tot stand mede dankzij een
la), Plakker (L. dispar) en de Ringelrups
lidris ferruginea),
subsidie van het W e r e l d Natuur Fonds
(A/1, casfrensis).
minuta),
De grootste nachtvlinderfamilie is die
ca),
van de U i l e n . Uilen zijn vlinders waar-
(Ph/'/omacfius pugnax).
W a p e n d r a g e r (M.
bucepha-
van
steltlopers,
opgenomen
voordat
dit
in
gebied
Kleine strandloper (C.
ima-
Nederland. Voor de vertoning gaven de makers, de heren K e i z e r s en Frigge, een korte toelichting op de film en gingen daarbij in op enkele van de proble-
De avond w e r d besloten door de heer
go's.
O r b o n s met een diaserie over een meer
De beelden van de heer Adams toon-
cultuurhistorisch
den weer eens duidelijk aan, dat de
onderwerp, die nietemin met veel be-
dan
natuurhistorisch
rups een levensstadium van de vlinder
langstelling door de aanwezigen w e r d
is, dat slechts bij weinigen meer be-
gevolgd: de restauratie van de toren
kend is.
van de Pancratiuskerk te Heerlen. In de
De volgende in de rij w a s de heer
w e r d de toren van de Pancratiuskerk
Spreuwenberg met opnamen van plan-
gerestaureerd.
ten en landschappen uit de Pyreneeën.
stond uit twee delen: vervanging van
Aan de plantengroei in de wat lager
de leien en het rot hout van de spits,
gelegen dalen kan men z i e n , dat deze
alsmede een opknapbeurt van het kruis
een meer mediterraan karakter heeft,
en de vervanging van slechte en ver-
getuige de d i a ' s van
weerde
periode augustus tot december
grootbloemige
Deze
mergelstenen.
198Z
restauratie
De
uit
Sibbe
aangevoerde
webek
Grote
ter plaatse in z o ' n vorm gekapt, dat z e
pro-
in de opengevallen gaten pasten. De
(Antirrhinum
latifolium),
mergelblokken
be-
leeuwebekken als Breedbladige leeuleeuwebek (A. mo/usj en Asarina
werden
cumbens. Laatstgenoemde komt, even-
met de speciale kalk naar boven gehe-
als de varens Zwartsteel
(Asplenium
sen blokken worden dan op de steiger
adantium-nigrum),
streepva-
op maat gezaagd en in de muur ge-
Noordse
en Schubvaren
plaatst. A l s een deel van de muur ge-
(Ceferach officinale) veel op oude mu-
reed is worden de ingezette stenen met
ren voor. Vooral de w a t bredere dalen
de flex, z a a g , schuurmachine, rasp en
ren (A. septentrionale)
en
en Kemphaan
van de rupsen in het algemeen wat opvallender zijn gekleurd dan de
"Amfibieën
lapponi-
Rosse grutto (Limosa
Grutto (L. Limosa)
schap gemaakte film
men waarmee z i j zoal te kampen hadden gehad: de weersomstandigheden, de verschillende seizoenen,
de vele
tientallen lokaties en de onvoorspelbaarheid van het gedrag van de kikkers, padden, salamanders, slangen en hagedissen.
Toch
waren
zij
erin
geslaagd, z o bleek de vele a a n w e z i gen, fraaie en boeiende portretten te geven van de in Limburg voorkomende soorten.
Ook
werd
ruime
aandacht
besteed aan het werk van de Herpetologische Studiegroep van het Genootschap. D e z e studiegroep inventariseert niet alleen maar heeft ook talloze plannen opgesteld (en al dan niet zelf uitgevoerd!)
ter
bescherming
van de i n -
heemse herpetofauna. Van de film zijn videobanden beschikbaar voor vertoning aan belangstellenden.
Reserveringen
hiervoor
kunnen
worden gedaan bij het Publicatiebureau van het Genootschap (adres z i e binnenzijde voor-omslag).
worden in mei-juni beheerst door twee
beitel tot een gelijke vorm afgewerkt en
kleuren: het geel van de Pyreneeën-
tot één geheel geheel gemaakt.
Zo
N a de pauze gaf de heer R. van der
brem (Cytisus purgans),
ontstaan de afdruiplijsten
or-
G i e s s e n van het W e r e l d Natuur Fonds
hectaren noord-hellingen bedekten het
namenten langs de galmgaten.
Nederland een uiteenzetting over het
w i t van de Dichternarcissen
O m het ontstaan van de beschermende
w e r k van het Fonds, z o w e l binnen als
die honderden (Narcissus
en de
poeticus) in de wat vochtiger w e i d e n .
calcietlaag op de mergel te bevorderen
buiten onze grenzen. Daarbij bleek dat
Van de subalpine en alpine flora toon-
w o r d t deze bestreken met een speciale
het W N F
de de heer Spreuwenberg onder meer
vloeistof, waarvan de samenstelling a l -
meer of minder spectaculaire soorten
Vlierorchis
beduidend meer doet dan
leen aan de restaurateur bekend i s .
beschermen.
vorm
Het tweede deel van de restauratie be-
aandacht zich vooral op het behoud
meestal naast elkaar voorkomen, Pyre-
trof de spits, waarvan alle leien en het
van de bedreigde biotopen en de di-
neeën vlasleeuwebek (Linaria
pyrenai-
rotte hout werden vervangen. Tevens
versiteit aan levensvormen. Hoofddoel
alpina),
werd het kruis afgenomen en gerepa-
van het Fonds blijft echter wel het bij-
Pyre-
reerd, waarbij de bol en de haan van
eenbrengen van de benodigde gelden
een
daarvoor. Spreker illustreerde zijn be-
(Dactylorhiza
sambucina),
waarvan de rode en de gele
ca),
Alpenpekanjer
(Viscaria
Alpengentiaan (Genfiana alpina), neeëngentiaan (G. pyrenaica),
Dwerg-
nieuwe
voorzien.
van de Jeneverbes (Juniperus
kruis, waarbij het waterpas opstellen
uit ook diegenen die nog geen dona-
nana).
enige problemen opleverde, werd de
teur van het W N F z i j n , een goede i n -
restauratie besloten met de montage
druk konden krijgen van het vele en be-
N a de pauze volgde de heer Bult met
van de bliksemafleiders en het ophan-
langrijke werk van het W e r e l d Natuur
gen van de klokken.
Fonds.
enkele nostalgische opnamen, z o a l s de
herplaatsing
werden van
het
richt de
gentiaan (G. pumila) en de dwergvorm communis
Na
laag bladgoud
Tegenwoordig
toog met een groot aantal d i a ' s w a a r -
EXCURSIEVERSLAGEN
EXCURSIE NAAR DE VALLEI VAN DE ZIEPBEEK
distrikt als voor het Ardens distrikt, met
O p de druilerige middag van zaterdag
volgt worden ingedeeld:
-
tussen haakjes de wetenschappelij-
inbegrip van de H o g e Ardennen, als
ke naam volgens de Nouvelle Flore
niet-zeldzaam worden opgegeven. De
de la Belgique etc. ( 1 9 7 8 ) indien d e z e afwijkt van de voorgaande,
overige 3 8 soorten kunnen globaal als -
3 september bezocht een kleine groep
de
Nederlandse
1986
door flora's
de
naam
in de
soorten z i j n zeldzaam in het M a a s -
beide
tricht het reservaat van de Ziepbeek. Er
distri kt,
(gepubliceerd in Gorteria deel 1 3 ,
werden heel wat interessante waarne-
13 soorten
belangstellenden van de Kring M a a s -
6
mingen gedaan. Aan zeldzame planten
o.a.
Koningsvaren,
Beenbreek,
9
Klokjesgentiaan en Kleine zonnedauw. O o k de paddestoelen waren rijk verte-
zijn
zeldzaam
in
soorten
zijn
alleen
zeldzaam
in
met een sterretje z i j n een aantal soorten gemerkt die uitsluitend zijn gevonden op een vochtig heideter-
de H o g e Ardennen, 10 soorten zijn zeldzaam in alle dis-
genwoordigd met o.a. diverse russu-
overeengekomen
nr. 5/6, dec. 1 9 8 6 ) ,
het
Ardens distrikt als geheel,
is
zoals
redakties van
trikten.
rein met een oppervlakte van enkele
l a ' s , V l i e g e n z w a m , Berkenzwam, Pa-
hektoren in km-hok G 7 . 2 6 . 2 3 .
Uit de gevonden plantesoorten
blijkt
relammoniet, H e r t e n z w a m enz. Verder
In
gevonden
dat alleen in het genoemde heideter-
hoorden of zagen wij de Kuifmees, de
soorten opgenomen die tenminste in
rein, dat temidden van naaldbossen ligt
B u i z e r d , de Z w a r t e en Grote
één distrikt als zeldzaam worden op-
(fig.2), een aantal typisch " A r d e n s e "
gegeven. Daarbij zijn vermeld:
soorten voorkomt. Het deel van het on-
specht.
Mede
dankzij
de
bonte
bloeiende
bijgaande
lijst zijn
de
heide w a s dit een heel fraaie excursie. W e hopen volgende keer op een g r o tere deelname.
derzochte gebied dat bestaat uit gras— het nummer in de Standaard lijst van — de
De
EXCURSIE
COMMISSIE
wetenschappelijke
O p zaterdag 2 juli 1 9 8 8 is door een twaalftal leden van de Plantenstudiegroep van
het Natuurhistorisch
Ge-
nootschap in Limburg een excursie gemaakt naar een gebied in de Ardennen in de omgeving van La Reid-Bècco ten westen van Spa (fig. 1 ), waarbij geïnventariseerd w e r d in de kilometerhokken G 7 . 2 6 . 2 3 en G 7 . 2 6 . 2 4 (hokcodes volgens het Belgische IFBL-raster). Gebruikt werd de Nouvelle Flore de la Belgique, du Grand-Duché de Luxembourg, du N o r d de la France et des régions voisines, 2e uitgave, 1 9 7 8 (De Langhe e . a . ) . Volgens de in deze flora opgenomen kaart van de indeling van België in plantengeografische distrikten ligt het bezochte gebied in het Ardens distrikt. Enkele kilometers naar het z u i d oosten ligt de grens van het subdistrikt van de H o g e Ardennen waartoe de H o g e Venen behoren en enkele kilometers naar het noordwesten ligt de grens met het Maasdistrikt. Getracht is na te gaan of de nabijheid van de grenzen van deze plantengeografische distrikten
in
de
gevonden
soorten
weerspiegeld wordt. Aangetroffen z i j n 1 4 3 soorten, waarvan 1 0 5 soorten z o w e l voor het M a a s -
afgewisseld
met kleinere,
ge-
vol-
het Maasdistrikt.
gens de Flora van Heukels/Van der Meijden ( 1 9 8 3 ) ,
BOTANISCHE EXCURSIE ARDENNEN
naam
land,
mengde bossen (fig. 3 ) , past eerder in
de Nederlandse flora 1 9 8 3 ,
E.N.
BLINK
•k 1544 Agroslis corona (Moerassstruisgras): zeer zeldzaam in Maasdistrikt, vrij algemeen in Ardens distrikt • 1616 Dactylorhiza maculata (Gevlekte orchis): gevonden is subspecies arduennensis, typisch voor Ardens distrikt • 0 4 7 3 Erica teiralix (Dopheide): vrij algemeen in de Hoge Ardennen, zeer zeldzaam daarbuiten • 0558 Genista anglica (Stekelbrem): zeldzaam in Ardens distrikt, zeer zeldzaam in Maasdistrikt • 0 5 6 0 Genista pi/osa (Kruipbrem): zeldzaam in Ardens distrikt, zeer zeldzaam in Maasdistrikt • 1 485 Juncus bu/bosus subsp. kochii (Kleine knolrus): vrij algemeen in Ardens distrikt, zeer zeldzaam in Maasdistrikt • 0 6 8 7 Juncus squarrosus (Trekrus): vrij zeldzaam in Ardens distrikt, afwezig in Maasdistrikt • 0768 Luzuia multiflora subsp. multiflora (Veelbloemige veldbies): algemeen in Ardens distrikt, vrij zeldzaam in Maasdistrikt • 0 7 7 5 Lycopodium clavatum (Grote wolfsklauw): zeldzaam in Ardens distrikt, zeer zeldzaam in Maasdistrikt •*• 0 7 7 7 Lycopodium inundatum (Lycopodiellainundata) (Moeraswolfsklauw): zeer zeldzaam in Ardens distrikt, afwezig in Maasdistrikt 0 8 3 2 Molinia caerulea (Pijpestrootje): algemeen in het Ardens distrikt, vrij zeldzaam in het Maasdistrikt 0 3 3 9 Clematis vitalba (Bosrank): vrij algemeen in Maasdistrikt, zeldzaam in Ardens distrikt, afwezig in Hoge Ardennen 0 3 5 5 Cornus sanguinea (Rode kornoelje): ontbreekt in Hoge Ardennen, elders vrij algemeen tot vrij zeldzaam 0 5 3 1 Fraxinus excelsior (Gewone es): zeldzaam in Hoge Ardennen, elders algemeen 0 5 4 6 Galium aparine (Kleefkruid): zeldzaam in Hoge Ardennen, elders zeer
Figuur 2.
Het vochtig heideterrein werd grondig bekeken (foto: B.G. Graatsma).
algemeen 0 9 6 4 Po/ygonatum multiflorum (Gewone salomonszegel): zeldzaam in Hoge Ardennen, elders vrij algemeen 0 6 9 2 Knautia arvensis (Beemdkroon): zeer zeldzaam in Hoge Ardennen, elders vrij algemeen 0 7 8 0 Lycopus europaeus (Wolfspoot): afwezig in Hoge Ardennen, elders vrij algemeen 0 8 3 0 Moehringia trinervia (Drienerfmuur): zeer zeldzaam in Hoge Ardennen, elders vrij algemeen 1037 Quercus robur (Zomereik): zeldzaam in Hoge Ardennen, elders algemeen 1246 Stachys sylvatica (Bosandoorn): zeldzaam in Hoge Ardennen, elders algemeen 0 0 2 9 Alliaria petiolata (Look zonder look):
algemeen in Maasdistrikt, vrij zeldzaam in Ardens distrikt 0 3 7 1 Crépis biennis (Groot streepzaad): vrij algemeen in Maasdistrikt, zeldzaam in Ardens distrikt 0 5 4 8 Cruciata laevipes (Galium cruciatum) (Kruisbladwalstro): algemeen in Maasdistrikt, zeldzaam in Ardens distrikt 0 3 9 4 Daucus carota (Peen): algemeen in Maasdistrikt, vrij zeldzaam in Ardens distrikt 0 4 6 2 Equisetum arvense (Heermoes): algemeen in Maasdistrikt, zeldzaam in Ardens distrikt 0 4 9 0 Eupatorium cannabinum (Koninginnekruid): vrij algemeen in Maasdistrikt, zeldzaam in Ardens distrikt •*• 0 5 6 9 Geranium columbinum (Fijne ooievaarsbek): algemeen in Maasdistrikt, vrij zeldzaam in Ardens distrikt 0 1 7 4 Ca/amagrosfis epigejos (Duinriet): vrij zeldzaam in Maasdistrikt, zeldzaam in Ardens distrikt 0 5 7 9 Geum urbanum (Geel nagelkruid): algemeen in Maasdistrikt, vrij zeldzaam in Ardens distrikt 0 7 9 9 Medicago lupulina (Hopklaver): algemeen in Maasdistrikt, vrij zeldzaam in Ardens distrikt 0 8 4 6 Myosotis sylvatica (Bos-vergeetmijnietje): vrij zeldzaam in Maasdistrikt, zeer zeldzaam in Ardens disdrikt 0 9 4 0 Pimpinella major (Grote bevernel): algemeen in Maasdistrikt, vrij zeldzaam in Ardens distrikt 1 218 Solanum dulcamara (Bitterzoet): algemeen in Maasdistrikt, vrij zeldzaam in Ardens distrikt 1370 Vicia hirsuta (Ringelwikke): vrij algemeen in Maasdistrikt, zeldzaam in Ardens distrikt
Figuur 3. Vooral de bermen en randen langs de weilanden herbergden nog een relatief rijke flora (foto: B.G. Graatsma).
* 0 2 8 6 Centaurium erythraea (Echt duizendguldenkruid): overal zeldzaam • 1 1 1 7 Salix aurita (Geoorde wilg): overal vrij zeldzaam 1 222 Solidago virgaurea (Echte guldenroede): overal vrij zeldzaam.
KLITTEN IN ZUID-LIMBURG H . P . M . HILLEGERS, Proost Willemstraat 1, Meerssen
Bronkweg, Schin op G e u l langs het voetpad naar de " D r i e B e e l d j e s " en Bemelen aan de onderrand van de S t r o o b e r g . De D o n z i g e klit w e r d het vorig jaar (her)ontdekt door Jan H e r mans en W i m de Veen in het G e r e n dal. Er stonden in september drie bloeiende exemplaren langs de onlangs geasfalteerde (wat jammer!) w e g op ongeveer 2 0 0 m vanaf de parkeerplaats. De in vrucht staande exemplaren w e r den een maand later in afgemaaide toestand op dezelfde plaats aangetroffen (weer jammer!). H e t geslacht Arctium fungeerde in de officiële
naamgeving
van
vegetaties
(syntaxonomie) als naamgevend voor het " A r c t i o n " , een verbond voor een
drietal
plantengemeenschappen
die onder meer karakteristiek z i j n voor wegbermen in de omgeving van menselijke nederzettingen, daar w a a r de bodem door o.a. wegvuil (stof, dierlijke uitwerpselen) verrijkt is met een extra De aanleiding tot het schrijven van dit
hoofdsteeltjes van minstens 1 cm (max.
artikeltje vormde een vondst van de in
3 cm) en de onderste zijtakken van de
Zuid-Limburg
gewaande
bloeistengels van de Bosklit staan w i j d
D o n z i g e klit (Arctium fomentosumj in het
uiteen zodat de hele plant er als een
Gerendal
uitgestorven
bij O u d Valkenburg
herfst
1 9 8 7 . Een goede gelegenheid om de-
betreft,
zo
vóór 1 9 5 0 maar komt w e l nog voor
één soort verdween
hier
al
herkenbaar aan hun van kromme haak-
even over de Belgisch-Limburgse grens
jes voorziene bloemhoofdjes die ge-
bij Kelmis/Neu-Moresnet,
makkelijk overal aan blijven vastklitten
ontdekt, één z e l d z a a m , één lokaal al-
en daarom " k l i t " of -
gemeen en één vrij
-
Die
één is her-
algemeen.
Dat
laatste geldt voor de Middelste
bloemhoofdjes
zijn
zo
karakte-
klit
voorkomend op braakliggende terrei-
ristiek per soort dat zij daaraan direkt
nen, op ruige wegbermen, s p o o r w e -
herkenbaar z i j n ; de Donzige klit (fig. 1 )
gemplacementen en dergelijke. Dezelf-
bezit " w o l l i g " behaarde, of nog beter
de standplaatsen verkiezen de Grote
omschreven, " s p i n n e w e b - a c h t i g " be-
en de Kleine klit, maar de eerste lijkt
haarde
meer gebonden aan de grote beek- en
bloemhoofdjes;
Grote klit (Arctium Lappa)
die
van
de
(fig. 2) zijn
rivierdalen
in
Zuid-Limburg
en
komt
walnootgroot; die van de Kleine klit
voor z o w e l aan de oevers van beide
(Arctium minusj (fig. 3) hazelnootgroot
wateren maar ook op de stortplaatsen
en die van de B o s - en Middelste klit
(o.a. van Bunde, M e e r s s e n , Berg en
(resp. Arctium
Maastricht) langs de plateaurand van
pubensj
nemorosum
en
Arctium
(fig. 4 en 5) daartussen in.
die
dalen.
De
Kleine
klit
is
rond
Determinatie-handboeken geven meer
Maastricht beslist z e l d z a a m ;
mij zijn
verschillen; hier beperken wij ons tot
slechts
bekend
die kenmerken die de laatstgenoemde
w a a r populaties voorkomen die aan a l -
een
viertal
plekken
klitten het best typeren. De Kleine klit
le
heeft
die
soort voldoen. T e weten: Heer, Langs
dus niet of nauwelijks gesteeld mogen
de Rijksweg ter hoogte van de " D r e n k " ,
zijn.
Cadier en Keer, voormalig stort aan de
"zittende"
bloemhoofdjes
De Middelste
klit bezit
bloem-
Vooral
paraplu zonder steel uitziet.
schietende kruiden te bespreken,
dialectisch
mineralen.
W a t hun verspreiding in Zuid-Limburg
z e deels moeilijke groep van hoog o p -
" k l e t " heten.
hoeveelheid
determinatiekenmerken
van
deze
Figuur 2. Grote kF\t (Arctium lappa).
Figuur 4. Bosklit (Arctium nemorosum) in het dal van de Hohn nabij Neu -Moresnet (foto: B.G. Graatsma).
gaat,
namelijk
wegbermen
rand van nederzettingen. bonden,
aan de
Beide
het A r c t i o n
meedoet
aan uitbreiding
van z i j n
ver-
areaal is niet duidelijk. Misschien heeft
en het
de positie van de bloemhoofdjes (op
O n o p o r d i o n , vicariëren, d . w . z .
1 , 5 m of meer vanaf de grond en d u s
sluiten
niet op " s c h a a p h o o g t e " )
elkaar
A r ct i o n
geografisch heeft
West-Europese dion
uit; het
voornamelijk een
en het
O n o p o r -
een Centraal-Europese
mee te maken.
Evenmin
daar
iets
is duidelijk
waarom exemplaren van de Middelste
ver-
klit, voorkomend in een sterk bescha-
spreiding en het is dan ook niet toeval-
duwde toestand z o a l s die aan de holle
lig dat in het Zuidlimburgse
Bemelen
Molenweg
die het reservaat
door-
vele soorten uit beide verbonden naast
snijdt, eenzelfde groeiwijze vertonen als
elkaar voorkomen op plaatsen w a a r
de Bosklit die in Zuid-Limburg uitgestor-
zich eeuwenlang vee (in dit geval M e r -
ven schijnt te z i j n . O f z o u de inmiddels
gellandschapen)
uit onze meest recente flora geschrapte
regelmatig
ophield
om er te schuilen. Dit z i j n de ingangen
Bosklit niets anders zijn dan een oeco-
van de Stroo-, W i n c k e l - en Cluysberg
type (=standplaatsvariant) van de M i d -
en hun onmiddellijke omgeving in het
delste klit?
natuurreservaat
"De
Bemelerberg",
destijds een gemeenschappelijk w e i d e gebied van de gemeente Bemelen. S i n d s de herintroductie van beweiding in
1 9 8 0 breiden
de meeste
t i o n - en O n o p o r d i o n
A r c-soor-
Figuur 3. Kleine klit (Arctium minus).
ten zich uit; de Middelste klit bijvoor-
stikstof is belangrijk. H e t is een opval-
vierkante meters binnen het reservaat,
beeld, aanvankelijk beperkt tot enkele lend kenmerk van vele
A r c t i o n -
soorten dat z i j een speciale relatie met grote grazers bezitten; enerzijds w o r den z i j door diverse mechanismen tegen vraat beschermd z o a l s brandharen (brandnetels),
stekels
(distelsoorten),
sterke
geur
(alsemsoorten),
smaak
(Boerenwormkruid),
bittere
grove en
ruwe bladeren ( o . a . klitten) of taaie stengels
in
kombinatie
met weinig
blad (o.a. I j z e r h a r d ) . Tevens groeien A r c t i o n -soorten op plekken w a a r het vee zich regelmatig ophoudt en ter plaatse de bodem
met uitwerpselen
verrijkt en laten z e zich gaarne door het vee verspreiden z o a l s dat bij klitten heel duidelijk het geval i s . In al de bovengenoemde eigenschappen
lijken
A r c t i o n -soorten
zeer
veel op die uit het O n o p o r d i o n , het W e g d i s t e l v e r b o n d ,
waarvan de
naamgevende soort al duidelijk aangeeft dat het om dezelfde standplaats
heeft na 9 jaar bijna de helft van z i j n potentieel areaal bezet. N a de bloei in de nazomer z i j n de schapevachten bespikkeld met " k l i t t e n " die er voor de winter w e e r vanaf gevallen z i j n . O o k de Kleine klit heeft z i j n areaal binnen het reservaat vergroot; vreemd is evenwel dat het aantal exemplaren die aan de soortbeschrijving voldoen
(d.w.z.
hazelnootgrote, zittende bloemhoofdjes bezitten) niet toeneemt. H e t is mogelijk dat beide soorten bastaarderen en dat de bastaard verwisseld w o r d t met exemplaren van de Middelste klit. De manshoge Grote klit maakt binnen de grenzen van het reservaat nauwelijks vorderingen; een beperkt aantal
Figuur 5 . Middelste klit (Arctium pubens)
exemplaren bleef zich tijdens de afge-
(uit: STELLA
lopen 9 jaar ophouden aan de uiterste
British Plants. London).
ROSS-CRAIG,
1979.
Drawings
of
noordwestpunt van het reservaat w a a r een oude en inmiddels verlaten D a s senburcht de bodem open en rul g e maakt heeft. W a a r o m deze soort niet
Figuur 1 t/m 3 uit: S. JÀVORKA & V . CSAPODY,
1 9 7 9 . Ikonographie der Flora des Südöstlichen Mitteleuropa. Stuttgart.
ROMEINSE KALKSTEENWINNING IN ZUID-LIMBURG H.J.
EGGEN,
Statensingel 6 8 , Maastricht
Rond het begin van onze
jaartelling
vestigden zich in Zuid-Limburg de Romeinen. N a d a t zij bestuurlijk de touwtjes in handen hadden gekregen ontplooiden z i j hier grootschalige bouwactiviteiten.
Aanvankelijk
geschiedde
dit hoofdzakelijk in hout, maar tegen het begin van de eerste eeuw begonnen z i j steeds meer steen in hun gebouwen te verwerken. De steensoort die daarvoor in d e z e streken in eerste instantie in aanmerking kwam w a s
de
mergel, een zachte kalksteen uit het Boven-Krijt. Dit gesteente troffen de Romeinen aan.
hier
in
grote
hoeveelheden
Het veelvuldig gebruik van mergel
door de Romeinen deed later het idee ontstaan dat z i j ook verantwoordelijk
DER,
1988).
moesten w o r d e n geacht voor de aanleg van de vele door
mergelwinning
ontstane gangenstelsels.
en ca. 1 4 3 na Chr. begonnen z i j er met de
constructie
van een
badgebouw
en I. M e t stenen uit laag IV werd tussen 1 2 2 en ca. 1 4 3 na Chr. de eerste fase
in
van de thermen gebouwd (fig. 2 ) . M e t
G R O O D , 1 9 8 3 ) enkele bijzonder steek-
meerdere elkaar opvolgende campag-
stenen uit laag III werden een porticus
houdende argumenten aan die het niet
nes uitgebouwd en is nog steeds te be-
aan de frontzijde, drie „ w i n k e l t j e s " en
waarschijnlijk maakten dat het de Ro-
zichtigen
Thermen-
de oostelijke palestra aangebouwd in
meinen waren geweest die de uitge-
museum. In 1 9 8 8 kwam een studie ge-
het laatste kwart van de tweede eeuw
breide
reed waarin deze ontwikkeling
(fig.
In
1969
voerde
J.A.Th.
gangenstelsels
Dielis
hadden
(DE
doen
(EGGEN,
1987,
1988).
H e t werd
in het Heerlense
werd
3 ) . M e t stenen uit laag II werden
ontstaan. De grootschalige mergelwin-
ontrafeld. Er ontstond een chronologie
+ 2 0 0 na Chr. vervolgens twee nieu-
ning z o u uit de Middeleeuwen stam-
van bouwfases
w e stookplaatsen gebouwd (fig. 4 ) . En
men.
M a a r er bestond nog geen twijfel
eeuw. O o k nu w e r d ing. P.J. Felder ge-
met stenen uit laag I werden een nieu-
over
de
Romeinse
vraagd om een onderzoek naar de her-
w e westelijke afvoer voor het frigida-
relatie
tussen
de
tot ver in de vierde
mergelwinning en de eerste aanzet tot
komst van de toegepaste bouwmate-
rium aangelegd en de oostelijke deur
de aanleg van gangenstelsels. ( Dl ELIS,
rialen. Dit vond plaats in maart van dat
van de inmiddels
1956).
jaar en inmiddels z i j n de resultaten be-
stookplaats dichtgemetseld (fig. 5 ) .
kend (Felder,
opgeheven
eerste
1 9 8 8 ) . V o o r dit onder-
A l s in 1 9 8 3 het Gemeentelijk O u d h e i d -
zoek werden niet alle bouwkundige fa-
kundig Bodemonderzoek te Maastricht,
s e s geschikt geacht aangezien met na-
onderzoek van groot belang gebleken
bij een opgraving een Romeinse mer-
me in de periode na 2 7 0 te veel ge-
aangezien op deze w i j z e de conclusies
V o o r de archeologie is het geologisch
gelen waterput aantreft, vraagt zij ing.
bruik w a s gemaakt van spolia. O p vier-
uit het onderzoek naar de bouwkundi-
P.J.
entwintig
ge chronologie werden bevestigd.
Felder
van
het
Natuurhistorisch
plaatsen
werden
Kunrader
Museum aldaar, een onderzoek in te
kalksteen monsters genomen waarvan
O o k bestaat nu de mogelijkheid om an-
stellen naar de eventuele herkomst van
er veertien voor determinatie in aan-
dere gebouwen die met kalksteen uit
de mergel. De verrassende uitslag van
merking kwamen.
dezelfde
het onderzoek luidde, dat de mergel
De veertien bruikbare monsters waren
dateren.
afkomstig w a s van de heuvels
langs
berg
werden
gebouwd
te
verdeeld over vier bouwfasen. De uit-
V o o r de studie van de mergelwinning
M a a s en Jeker uit andere lagen dan
komst van het onderzoek
werpen
die waarin zich de gangenstelsels be-
volkomen de chronologie die uit het
licht op de w i j z e w a a r o p de Romeinen
vinden. Conclusie: de mergel werd in
bouwkundig
hierbij te werk z i j n gegaan. Immers alle
dagbouw
w a s gekomen. U i t het geologisch on-
mergel w a s afkomstig van de Putberg
derzoek
gebruikte
en werd van boven naar beneden af-
PANHUYSEN,
gewonnen
(FELDER,
1985,-
1984).
onderzoek
bleek
dat
bevestigde naar
de
voren
deze
uitkomsten
een
nieuw
kalksteen afkomstig w a s van de ten
gegraven. Hieruit volgt dat hier sprake
O o k in het antieke Heerlen of Corioval-
zuidwesten van Coriovallum gelegen
is van gerichte mijnbouw. De Romeinen
lum ontplooiden de Romeinen aanmer-
Putberg (fig. 1 ).
beschikten over mergelgroeven
kelijke bouwactiviteiten en daar w a s
De Kunrader kalksteen bleek uit vier la-
z i j in dagbouw, over een langere peri-
mergel c.q. Kunrader kalksteen het be-
gen afkomstig die van boven naar be-
ode,
langrijkste bouwmateriaal. T u s s e n 1 2 2
neden genummerd w a r e n met IV, III, II
naar beneden afgroeven.
hun bouwmateriaal
van
waar boven
SUMMARY A combined constructional-archaeological and geological study at the "Thermen" (Roman baths) complex in Heerlen has resulted in the following conclusion. The Romans had the disposal of marlpits where over a longer period they dug up their building material in opencast mining from top to bottom. With regard to the study of the extraction of marl this throws a new light on the way in which the Romans proceeded in extracting their building materials.
Figuur 4.
LITERATUUR Dias, J.A.TH., 1956. Rapport, uitgebracht aan de Commissie inzake wetenschappelijk onderzoek van de St. Pietersberg. Archief Provinciale Waterstaat Limburg. EGGEN, H.J., 1987. Romeins Heerlen,- een nieuwe overzichtskaart. Land van Herle 37: 78. E G G E N , H.J., 1988. Voorlopig rapport uitgebracht aan Thermen Museum Heerlen, „Periodisering Romeins Heerlen deel 3: Thermen complex c a . "
De bouw van twee nieuwe stookplaatsen.
P.J., 1985. Romeinse bouwstenen uit het Krijt in Limburg. Archeologie in Limburg 24: 71 -73. FEtDER, P.J., 1988. Voorlopig rapport uitgebracht aan Thermen Museum Heerlen, "Geologisch onderzoek van de kalkstenen gebruikt bij de bouw van de Romeinse thermen te Heerlen." G R O O D , E. DE, 1983. De onderaardse gangen in de Sint Pietersberg: vijfenveertig turbulente jaren. In: D.C. V A N S C H A Ï K et al.. De Sint Pietersberg: 405 - 434. P A N H U Y S E N , T.A.S.M., 1984. Maastricht staat op zijn verleden. Vierkant Maastricht nr. 3. FELDER,
Figuur 5. De bouw van een nieuwe westelijke afvoer van het frigidarium en de sluiting van de oostelijke deur van de eerste stookplaats.
OUDE PRENTBRIEFKAARTEN: DE SINT-PIETERSBERG
XVI. SLAVANTE B.G.
GRAATSMA,
Koningsplein 9, Maastricht
Het in de vorige aflevering beschreven historische gangenstelsel Slavante is onverbrekelijk verbonden met het voormalige klooster en latere buitengoed "Slavante", al was het alleen maar door een gemeenschappelijke naam. Deze aflevering is dan ook geheel gewijd aan de nu precies 150 jaar oude en alom bekende, veelvuldig bezochte uitspanning (het "Casino" met park), ooit een begrip voor vele Maastrichtenaren, gelegen op de oostflank van de St.-Pietersberg even ten noorden van Lichtenberg. Na een kort historisch overzicht verplaatsen we ons aan de hand van een vijftal "ansichten" zo'n 80 jaar terug in de tijd, de bloeiperiode van zowel de prentbriefkaart als het "Casino Slavante".
troepen
verdreven,
waarna
kerk
en
klooster werden ontheiligd en vervolgens in brand gestoken. Het resultaat van deze grondige verwoesting moet vele jaren een troosteloze aanblik geboden hebben. Pas in 1 6 4 0 w e r d op verzoek
van
Frederik
van
Eynatten,
heer van de nabijgelegen burchthoeve Lichtenberg
en
begunstiger kerk
van
het
herbouwd,
in
klooster,
de
1643/'44
gevolgd door het klooster
waarna de in 1 6 3 9 uit Maastricht verbannen Minderbroeders zich er weer vestigden. In 1 6 8 1 volgde de bouw van het tot op heden gespaard geble-
De turbulente geschiedenis van deze
ciscaner monniken welke op deze plek
historische lokatie gaat terug tot 1 4 8 9 .
vanaf ca. 1 4 5 5 als (h)eremieten (klui-
In dat jaar w e r d met toestemming en
zenaars) onder uiterst primitieve om-
op kosten van de toenmalige (prins-)
standigheden
bisschop van
Luik, Johan graaf van
betrof hier z g n . Observanten ofwel Re-
H o m e , op een (daartoe aangelegd?)
collecten, een beschouwende klooster-
plateau-gedeelte
orde (observare =
van
de
vrij
steile
gehuisvest w a r e n .
Het
beschouwen) bin-
Maasdalhelling van de St.-Pietersberg,
nen de Minderbroedersorde
(Francis-
ven
Slavante-
ofwel
St.-Antonius-
kapelletje. U i t die tijd van wederopbouw ( 1 6 4 0 ) dateert ook het " s p e c t a c u l a i r e " verhaal van de vier kloosterlingen die volgens een van ouds bekende overlevering in het nabijgelegen ondergrondse gangenstelsel " S l a v a n t e " verdwaald waren en aldaar de dood hebben gevonden.
niet ver van de toenmalige burcht Lich-
canen) die strikte navolging eiste van
tenberg, op de plaats van een reeds uit
de oude orderregels van St.-Franciscus
De inlijving van Limburg bij de Franse
de 14e eeuw bekende eremitage (klui-
van A s s i s i (zij " o b s e r v e e r d e n " de Der-
Republiek in 1 7 9 5 betekende tenslotte
zenaarsverblijf)
de Regel van St.-Franciscus).
definitief het einde van het klooster S l a -
met bijgebouwen alsmede een drietal
Dit
vante: in 1 7 9 6 werd door de Fransen
trapsgewijs tegen de helling aangeleg-
kloostercomplex heeft echter nog geen
de opheffing van het klooster bevolen
de en door mergelmuren ondersteunde
honderd jaar mogen bestaan: in 1 5 7 8
en werden alle bezittingen, z o w e l roe-
(terras)tuinen
nieuwe
werden de kloosterlingen door de uit
rende als onroerende, door de Franse
onderkomen w a s bestemd voor Fran-
Holland afkomstige protestantse staats-
staat verbeurd verklaard en vervolgens
een kerk en
gebouwd.
Het
klooster
eerste
6 r o « uit niaastricfcr.
en
meest
oorspronkelijke
verkocht. De Observantencongregatie
de, ancien couvent de rêcollets,
hield daarmee op te bestaan en dit be-
nant à demi ruiné et métamorphosé
tekende tevens het einde van het enige
guinguette [ = buitenherbergje]. Les bâ-
se, vu de la rive opposée de la
terrassen-klooster
timens de Slavande
et les vieux ifs [= taxusbomen], taillés en
dat Nederland
rijk
w a s , aangelegd op verscheidene ter-
tiers [=
rassen van de hier vrij steile M a a s d a l -
l'escarpement
mainteen
sont situés aux deux
tweederde] de la hauteur,
sur
[= steile helling] dont la
ment propre
à devenir pittoresque,
lieux produisent
un effet assez
pions d'échecs,
dont le jardin
helling (vgl. afl. I V ) .
Meuse baigne la base, et sur la pente
feuillage sombre,
brusque [= ruwe helling] duquel les reli-
la pierre
eeuw moet nog een deel van het com-
gieux avaient pratiqué à grands frais
produisent
plex intact geweest z i j n . De bekende
hoge kosten] des jardins
natuurvorser B o r y de Saint-Vincent be-
d'assez
schrijft in zijn beroemd geworden stu-
d'intelligence
die van de St.-Pietersberg
on de Slavande
uit
1819/
mauvais
goût. Malgré
[=
terrasses le peu
avec laquelle la constructifut dirigée, par des moi-
Meuse; supérieur
est encore décoré, contrastant, par leur
T o t in de jaren twintig van de vorige
en
ces
grandio-
het
1640
sont
un accident assez
dans l'ensemble Van
avec la blancheur
dont les terrasses du
1643/'44
kloostercomplex
heureux
paysage".
oorspronkelijke,
resp.
de
bâties,
rest
ons
d.w.z.
in
herbouwde thans
nog
zeer
ver-
1 8 2 1 de toenmalige situatie te Slavan-
nes qui ne surent pas tirer parti [ = ge-
slechts
te als volgt: " . . . Lavandegh ou Slaven-
bruik maken van] d'un terrain
w a a r l o o s d , van de in mergel opgetrok-
singulière-
Slavante SI. Pieter bij Maastricht
een deel,
hoewel
ken omsluitingsmuur die de toenmalige terrastuinen omgaf. Van de oorspronkelijke vorm der terrassen is echter w e i nig overgebleven na de aanleg van een slingerweg in de tachtiger jaren van de vorige eeuw teneinde ook met paard en wagen c.q. koets (en later het automobiel) vanuit het
Maasdal
(Lage Kanaaldijk) het Slavante-plateau te bereiken. Daarmee verdween ook de zuidelijke trap welke pal langs de muur (aan de buitenzijde) tegen de berghelling omhoop liep. H e t onderste terras moet echter al verdwenen zijn bij de aanleg van het kanaal MaastrichtLuik in 1 8 4 5 . Aan de noordzijde is een deel van een van de vroegere terrastuinen sinds oktober 1 9 6 7 als wijngaard in gebruik. Mogelijk werden in deze kloostertuinen ook tot aan de Franse tijd wijndruiven geteeld. Van de feitelijke kloostergebouwen
is nog het ka-
pelletje uit 1 6 8 1 alsmede een zuidelijk bijgebouw (het witte gebouw naast het kapelletje)
over welke
laatste in de
gloriedagen van het klooster vermoedelijk gefungeerd heeft als gastenverblijf voor de prinsbisschoppen van Luik. D e z e uit mergel opgetrokken gebouwen dateren vermoedelijk nog uit de I 7e eeuw; een in het witte gebouw aanwezige schouw bevat nl. het jaartal 1 6 6 6 . N a d a t het sinds 1 8 0 0 verlaten kloostercomplex grotendeels in verval w a s geraakt, verwierf de bierbrouwer
Peter
G i l l e s Claessens in 1 8 2 8 het complex in eigendom en liet de kerk en het grootste deel van de kloostergebouw e n afbreken. Het resterende deel (het
hoogste terras dat daartoe nog eens
park moet echter al rond de e e u w w i s -
zuidelijk bijgebouw) werd door hem als
extra werd opgehoogd. Het " C a s i n o
seling voor het vreemdelingenverkeer
S l a v a n t e " ofwel " C a s i n o der Groote
vrij toegankelijk z i j n geweest, getuige
vervolgens aan de in 1 7 6 0 opgerichte
Sociëteit"
en
de vele prentbriefkaarten welke er in
" S o c i é t é de M a e s t r i c h t " , in het dage-
w e r d in de daarop volgende jaren tot
die tijd van " S l a v a n t e " (Casino, park
lijks
een
en kapelletje) verschenen èn verstuurd
herberg
ingericht.
leven
Hij
"Groote
verhuurde
het
Sociëteit"
ge-
was
zeer
in
geliefd
1846
gereed
ontspanningsoord
voor vele (welgestelde)
tenverblijf, uitsluitend bestemd voor le-
naren. Vanaf het daartoe aangelegde
heel in verval w a s geraakt,
den die veelal afkomstig waren uit de
(opgehoogde)
een grondige restauratie in oude luister
gegoede burgerij. Verschillende konink-
genieten van een schitterend panora-
hersteld. Aan het rond 1 8 3 5 aangeleg-
lijke gasten waaronder koning W i l l e m
misch vergezicht over het brede M a a s -
de park herinnert momenteel nog een
II en W i l l e m I I I , hebben sindsdien een
dal. Overigens vormde deze lokatie in
enkele imposante, enorme
bezoek gebracht aan deze in
de bloeitijd van het klooster, dus vóór
o u d e " Beuk, op zich al een bijzonder
1838
Maastrichte-
z i j n . In 1 9 7 3 is het Casino, dat toen ge-
noemd, die het omvormde tot hun bui-
buitenterras
kon
men
middels
"eeuwen-
officieel
de Franse inlijving, onder de bevolking
(natuur)historisch monument.
geopende "buitensociëteit S l a v a n t e " .
van Maastricht reeds een geliefd rust-
V o o r de oorsprong van de naam " S l a -
In diezelfde periode is binnen de oude
punt c.q. eindpunt voor wandelingen
v a n t e " zijn een tweetal plausibele ver-
kloostermuren
uit
w a a r men niet alleen kon genieten van
klaringen te geven. De meest bekende
een
deze idyllische plek en het schitterende
en ook algemeen aanvaarde (ingebur-
fraai park aangelegd en w e r d ook het
uitzicht, maar bovenal van de gastvrij-
gerde) opvatting betreft een verbaste-
uit 1 6 8 1 daterende kapelletje geres-
heid
taureerd.
kloosterbier van de monniken.
(precies
Gent
1 5 0 jaar geleden!)
door een speciaal
overgekomen
tuinarchitekt
alsmede
het
eigengebrouwen
ring van " ( t e r ) O b s e r v a n t e n " en is dus direkt afgeleid van de naam van de
In 1 9 0 6 tenslotte moest het bestuur van
hier gevestigde richting binnen de orde
aangekocht door de Groote Sociëteit
de Groote Sociëteit haar buitengoed
der
en in datzelfde jaar nog kreeg stadsar-
noodgedwongen verkopen aan de ge-
ders: de Observanten. G e z i e n de situ-
chitekt Kraft opdracht tot de bouw van
meente Maastricht die het vervolgens
ering van het complex -
een " C a s i n o " binnen de muren van het
inrichtte
ontspannings-
steile helling met een exakte oostelijke
voormalige
oord c.q. buitencafé. H e t Casino met
expositie, dus pal tegenover de op-
In
1843
werd
"Slavante"
kloostercomplex
definitief
op
het
als
openbaar
Franciscanen
ofwel
Minderbroeop een vrij
— z o u men echter ook
er momenteel nog precies z o bij; het
moet echter beduidend ouder z i j n . De
kunnen denken aan een verbastering
fraaie en goed onderhouden park op
typografie van deze ansicht dateert nl.
van het Franse
het-
de voorgrond met zijn hagen, paden,
al van vóór 1 9 0 5 . De afbeelding geeft
geen " o p g a a n d e z o n " c.q. " o o s t e n -
perken en bomen is daarentegen in de
een fraaie indruk van de direkte omge-
z o n " betekent. In vroeger tijden w e r d
loop der tijd helaas verwilderd en deels
ving van het uit 1 6 8 1 daterende S l a -
in deze contreien immers altijd in het
dichtgegroeid c.q. verwaarloosd.
va nte-kapelletje,
Frans gecorrespondeerd
De tweede " a n s i c h t " (poststempel 3 0
niuskapelletje
ven. De aanduiding " C a s i n o " is hier
juli
beeldje dat zich destijds boven de in-
gaande z o n
"Soleil-levant",
en geschre-
1 9 0 6 ) is geheel in blauw
uitge-
ook
wel
genoemd
St.-Antonaar
het
nog gebruikt in de oorspronkelijke be-
voerd. De voor deze kaart gebruikte
gang bevond. Het betrof hier, evenals
tekenis van het w o o r d , nl. een " b u i t e n -
foto is genomen in het vroege voorjaar;
de rest van het park, een zeer lommer-
r e s t a u r a n t " , ook w e l " p l a a t s van s a -
de fotograaf bevond zich daarbij op
rijke omgeving.
menkomst om te lezen, praten, spelen
het plateaugedeelte van Slavante dat
De vijfde " a n s i c h t " , afgestempeld op
of d a n s e n " ("Lieu de réunion pour lire,
momenteel tot parkeerplaats gedegra-
10 september 1 9 0 5 , bevat een indruk-
causer, jouer ou d a n s e r " ) .
deerd is. De reeds op de vorige ansicht
wekkend
De opkomst en bloei van het vreemde-
herkenbare bomen op het terras voor
vergezicht over het brede M a a s d a l in
en bijzonder
schilderachtig
lingenverkeer en de daarmee gepaard
het Casino z i j n in vergelijking tot die af-
zuidoostelijke richting. Het betreft hier
gaande florerende handel in " a n s i c h -
beelding nu beduidend groter.
Deze
een in " d u o t o o n " (twee kleuren) uitge-
t e n " in het begin van deze eeuw heeft
foto is dan ook minstens 10 jaar later
voerde prentbriefkaart waarbij de foto
uiteraard ook het schitterend gelegen
genomen. O p de haag die het buiten-
in zijn geheel tweemaal is afgedrukt,
"Slavante"
terras begrensde, had men op het mo-
een bekende techniek om de afbeel-
getuige het grote aanbod aan prent-
ment dat d e z e foto werd genomen,
ding meer " d i e p t e " te geven. Het hier
briefkaarten welke tussen ca. 1 9 0 0 en
schijnbaar een hoeveelheid witte w a s
afgebeelde exemplaar is in bruin-zwart
1 9 2 0 van het Casino en park met ka-
te drogen gelegd. O p de ansicht is
uitgevoerd;
pelletje z i j n verschenen. Aan de hand
rechts van het Casino is nog een soort
zich ook een b l a u w - z w a r t exemplaar.
van een vijftal " a n s i c h t e n " w o r d t het
prieel zichtbaar.
De voor deze ansicht gebruikte foto
beeld van die tijd even teruggehaald.
De derde " a n s i c h t " (ca. 1 9 1 5 ) is nooit
moet genomen zijn in de zomer vanaf
verstuurd en geeft een fraai overzicht
het buitenterras voor het C a s i n o . Deze
niet ongemoeid gelaten,
in
mijn collectie
bevindt
De eerste " a n s i c h t " is afgestempeld
van het wandelpark op het plateauge-
kaart toont ons duidelijk een nog niet
op 2 6 augustus 1 9 0 6 , doch de voor
deelte van Slavante. De foto is geno-
gekanaliseerde
d e z e kaart gebruikte foto moet reeds in
men in de winter of het vroege voorjaar
laag water de in de binnenbochten ge-
de
vorige
en de fotograaf stond daarbij met z i j n
legen delen grotendeels droog vielen
eeuw genomen z i j n , getuige o.a. de
rug tegen het oude witte gebouw. G e -
z o a l s hier langs de H o g e
grootte van de bomen op het buitenter-
heel links is op deze
prentbriefkaart
(vgl. ook afl. I X ) . Aan de overzijde van
negentiger
jaren
van
de
Maas
waarvan
bij
Kanaaldijk
de
nog net een deel van het hoger gele-
de M a a s bevindt zich geheel rechts op
tweede en derde ansicht). Bovendien
gen Casino zichtbaar. Ongeveer in het
deze kaart en verscholen tussen de bo-
bevindt dezelfde afbeelding zich ook
midden van de afbeelding is een deel
men
al op een in 1 9 0 0 verstuurde ansicht.
van de noordelijke omsluitingsmuur her-
w e e r t h " ofwel " H o u w e e r d " . O p de voorgrond is tussen de bomen
ras
recht voor
het Casino
(vgl.
door
kenbaar
toegangspoortje.
nog een deel van de H o g e Kanaaldijk
voormalige
op
De vierde " a n s i c h t " is verstuurd op 19
zichtbaar.
de achtergrond zichtbare Casino ligt
juli 1 9 1 1 ; de hiervoor gebruikte foto
Uitg. I k . Nibs I Co., Haarlem. Ni. 13160
noordelijke
"Hoogen-
De fotograaf stond met zijn rug tegen Het
het
huize
de zuidelijke omsluitingsmuur van het kloostercomplex.
met daarin
(populieren)
Panorama Maas.
RIETORCHIS OP EEN NIEUWE GROEIPLAATS IN LIMBURG C.A.J.
Oude Landgraaf 3 5 A , Landgraaf
KREUTZ,
De Rietorchis, Dadylorhiza
praetermissa
(Druce) S o ó , is in de hele provincie Limburg een z e l d z a m e verschijning.
Tot
1 9 7 3 is z i j nog waargenomen in de gemeente
Simpelveld
langs
de
Eyser-
beek, alwaar in een vochtig hooiland met o.a. majalis)
Brede
orchis
(Dactylorhiza
en W e l r i e k e n d e
(Platanthera vangrijke
bifolia)
een
populatie
nachtorchis relatief om-
aanwezig
was.
Door de bouw van enkele flats is dit terrein helaas verloren gegaan. V o o r z o v e r mij bekend, is de Rietorchis na die tijd niet meer in Zuid-Limburg aangetroffen. Verrassend w a s dan ook de vondst van deze soort op een sinds jaren braakliggend terrein langs het miljoenenlijntje in de gemeente Kerkrade. Aangezien de Rietorchis tot die soorten orchideeën behoort die zich vrij gemakkelijk vestigen op nieuwe gronden (bijv. opgespoten terreinen) of op enige jaren braakliggende gebieden lijkt het mij niet nodig om aan de spontane vestiging op deze nieuwe vindplaats te twijfelen. De planten die hier voorkomen behoren tot de meest typische exemplaren van Europa, gezien de vorm en de relatief donkere kleur van de bloemen, het totaal ontbreken van een honingmerk, de totaal ongevlekte bladen en de hoogte van de planten (fig. 1 en 2 ) . H e t terrein w a a r de Rietorchis nu voorkomt,
is
meeste
ongeveer
2
exemplaren
ha groot. groeien
in
De een
vochtig grasland omgeven door grote aantallen Veldlathyrus (Lathyrus pratensis),
terwijl
de
overige
planten
ver-
spreid over de rest van het gebied voorkomen, voornamelijk aan de rand van
Berkenbosjes
en
zelden
in
het
struikgewas. De grootte van de populatie is ieder jaar vrijwel constant en v a -
Figuur J. Rietorchis, 27 juni 1985 te Kerkrade (foto: C.A.J.
Kreutz).
rieert van z o ' n 1 5 0 tot 2 5 0 exemplaren. Dacty-
D e z e nieuwe groeiplaats vertoont gro-
fuchsii (Druce) S o ó ; fig. 3 ) , die
te overeenkomst met die aan de voet
za praetermissa N a a s t de Rietorchis w o r d t in dit terrein
lorhiza
(Druce) S o ó X
de laatste jaren ook de Bosorchis (Dac-
in de rest van Nederland
tylorhiza
aangetroffen, die op
waarschijnlijkheid alleen aangetroffen
fuchsii)
naar alle
van
het
Belgisch
Pietersberg
bij
deel
de T h i e r
van
de
de
St.-
Lanaye
graziger plaatsen groeit. Opmerkelijk is
kan worden in de duinen bij Haarlem
( K R E U T Z , 1 9 8 6 ) , w a a r ook Bosorchis en
dan ook de vondst in 1 9 8 7 van de hy-
en Zeeuws-Vlaanderen,
genoemde hybride voorkomen.
bride tussen beide soorten
soorten ook samen voorkomen!
(Dactylorhi-
waar
beide
In de rest van Nederland is de Rietor
chis overigens niet z e l d z a a m met nog een groot aantal vindplaatsen in de provincies Daar
Noord-
wordt
en
Zuid-Holland.
in soortgelijke
biotopen
ook een andere vorm van de Rietorchis aangetroffen:
Dactylorhiza
(Pugsley) K R E U T Z comb. nov. rhiza praetermissa) nialis
pardalina (Dactylo-
( D R U C E ) S O Ó var. ju-
(Vermin) S e n h . ( K R E U T Z ,
1987).
SUMMARY
LITERATUUR
Dactylorhiza praetermissa (DRUCE| Sóo was thougt to be extinct in the Dutch province of Limburg, where the species was last seen in 1973. Recently D. praetermissa was found again near Kerkrade. In this population of about 1 50-250 ex. the hybrid of D. praetermissa and D. fuchsii (DRUCE) SÓO was also found.
Figuur 2. Bloeiaren van Rietorchis, 27 juni te Kerkrade (foto: C.A.J. Kreutz).
K R E U T Z , C.A.J., 1986. De orchideeënpopulaties op het Belgisch deel van de St. Pietersberg; Natuurhist. Maandbl. 75 (5): 87-93. K R E U T Z , C.A.J., 1987. De verspreiding van de inheemse orchideeën in Nederland; Zutphen, Thieme.
Figuur 3. Bloeiaar van de hybride tussen Rietorchis en Bosorchis, 27 juni te Kerkrade (foto: C.A.J. Kreutz).
BOEKBESPREKINGEN RIVIERDIJKEN
gracht 237, is het direkt af te halen; de prijs bedraagt dan f 10,—.
Speciaal themanummer van NATURA, 85e jaargang, no. 4 (mei 1988). Te bestellen door overmaking van f 14,50 (f 10,— + f 4,50 verzendkosten) op giro 1 3028 t.n.v. Bureau K N N V Beheerscommissie te Hoogwoud, o.v.v. "themanummer rivierdijken". Bij de KNNV-Veldwinkel in Utrecht, Oude-
Het mei-nummer van " N a t u r a " , maandblad van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging (KNNV), is ditmaal extra dik en geheel gewijd aan de winter- of bandijken langs onze grote rivieren. Langs de Rijn, W a a l , IJssel, Lek, Vecht en Maas ligt in totaal ruim 1000 km winterdijk waar-
van ongeveer de helft volgens de plannen van het Ministerie van Verkeer en W a terstaat verzwaard moet worden. In dit themanummer wordt door een groot aantal auteurs, die op de een of andere wijze betrokken zijn bij het onderzoek of het beheer van de rivierdijken, in een 1 1-tal bijdragen de huidige toestand van flora en fauna van deze dijken en de overlevingskansen na dijkverzwaring besproken. Daar-
bij komen ook aspekten van het uit natuurbeschermingsoogpunt gewenste natuurtechnische beheer ter sprake. De bijdragen in dit nummer geven niet alleen een beeld van de rijkdommen van de rivierdijken maar vooral ook van hun bedreigingen. Naast een tweetal zeer lezenswaardige bijdragen van algemenere aard waarin een totaalbeeld van (het ontstaan van) het rivierenlandschap en de plantengroei van het voor ons land zo karakteristieke rivierengebied wordt geschetst, gaan een aantal auteurs nader in op de situatie in bepaalde delen van de grote rivieren. Door het regionale karakter van hun bijdragen verkrijgt men een goede indruk van de situatie per rivier en de problemen die zich daar voordoen. Behalve aan de flora wordt ook aandacht besteed aan de karakteristieke fauna van rivierdijken, m.n. aan dagvlinders, loop- en snuitkevers en amfibieën. Dit themanummer richt zich zowel tot politici, technici en waterschapsbeheerders als natuurbeschermers en al die anderen die een warme belangstelling koesteren voorde nog steeds aanwezige natuurlijke rijkdommen van ons rivierengebied, een gebied dat ooit omschreven is als de schatkamer van de Nederlandse flora. Al met al een zeer lezenswaardige en bovendien rijk geïllustreerde Natura-special waarin zelfs kleurenfoto's niet ontbreken.
B.G.
NEDERLANDSE
GRAATSMA
FREATOFYTEN
Een goede indeling in degelijke categorieën is van groot belang nu veranderingen in de grondwaterstand steeds grootschaliger en ingrijpender optreden. De lijst is dan ook bedoeld om de kwetsbaarheid van bepaalde gebieden ten opzichte van het grondwater te bepalen. Een op vele jaren onderzoek en veldervaring berustende lijst voor de Nederlandse situatie is daarbij onmisbaar. Hoewel de lijst is opgezet voor de Nederlandse situatie, kan deze volgens de auteur " v o l doende verantwoord" ook toegepast worden bij onderzoek in België, Luxemburg, het aan deze twee landen grenzende deel van noordelijk Frankrijk, het westelijk deel van West-Duitsland, Denemarken en oostelijk Engeland. Vandaar de Engelstalige samenvatting en tweetalige fïguurbijschriften. Ten opzichte van de lijst uit 1975 zijn vooral een aantal soorten uit de categorie Afreatofyten overgebracht naar de categorie Plaatselijke freatofyten. Daarnaast is de in 1975 onderscheiden categorie (f) vervallen en opgesplitst in Kalkfreatofyten en Plaatselijke freatofyten. En om praktische redenen zijn als symbolen nu de hiervoor al vermelde letters gebruikt in plaats van cijfers. Door voor een aantal plantesoorten dit symbool vet en cursief af te drukken is aangegeven dat het soorten betreft die kenmerkend zijn "voor meer constante (minder dynamische) en/of relatief voedselarme en/of kwetsbare milieus" óf dat het "een relatief zeldzame soort is van meer dynamische en/of voedselrijke milieus". In een land waar 3 5 % van de wilde flora behoort tot de freatofyten en waar (inclusief de 74 hydrofyten) 4 0 % van de plantesoorten aan open water of grondwater gebonden is, is de nu verschenen (herziene) lijst onmisbaar bij natuur- en milieuonderzoek. Het boekje is prettig geschreven en wie direkt aan de gang wil, kan volstaan met het lezen van het eerste hoofdstuk en het hanteren van de lijst zelf.
G . LONDO. Wageningen, Pudoc, 1988. 116 blz., fig., tab., lit.opg. Prijs: f 3 5 , - . Dit boekje is een bewerking van de door de auteur in 1975 uitgegeven "Nederlandse lijst van hydro-, freato- en afreatofyten". In eerste instantie doet de titel dan ook vermoeden dat het een beperking van deze lijst betreft: alleen nog de freatofyten. Dit blijkt gelukkig niet het geval te zijn. De lijst in hoofdstuk 5 geeft echter een opsomming van alle in Nederland in het wild voorkomende plantesoorten met een aanduiding tot welke categorie de auteur hen rekent: H (hydrofyt), W (water, "natte freatofyt"), F (freatofyt), V (vochtig), K (kalk-afreatofyt), P (plaatselijk freatofyt), D (duinfreatofyt), A (afreatofyt) of Z (zout, halofyt). Freatofyten zijn "grondwaterplanten". Soorten dus, die in een bepaald gebied in hun voorkomen uitsluitend of voornamelijk beperkt zijn tot de invloedssfeer van het grondwater (freatisch water).
D O U W E T H . DE GRAAF
BOTANISEREN
IN
H E T
B U I T E N L A N D
D.T.E. VAN DER PLOEG. Utrecht, Kon. Ned. Natuurhist. Vereniging, 1988. 55 blz., ill. Landschapsoecologische Streekbeschrijvingen Buitenland K.N.N.V., nr. 2. Prijs (incl. verzendkosten): leden f 10,—, niet-leden f 1 5 , - . Besteladres: Bureau K N N V , Burg. Hoogenboomlaan 24, 1 71 8 BJ Hoogwoud; girorekening 13028. Na girering van het bedrag, o.v.v. het verlangde, volgt toezending per omgaande.
In de in 1986 met de publikatie " H e t dal van de H o h n " gestarte reeks "Landschapsoecologische Streekbeschrijvingen Buitenland" (LSB) van de K . N . N . V . verscheen afgelopen zomer de tweede publikatie. Dit werk, met als titel "Botaniseren in het buitenland", is een strikt botanische publikatie over botanische publikaties. De uitgave geeft een indrukwekkend overzicht van geschikte en gangbare buitenlandse flora's alsmede een ruime keuze uit het grote aanbod aan de veelal wat populairdere plaatwerken (fotoboekjes, plantengidsen etc.) die betrekking hebben op zowel nabij als veraf gelegen landen en streken. Met het oog op de bruikbaarheid alsmede beschikbaarheid heeft de samensteller van dit overzicht zich zoveel mogelijk beperkt tot de werken welke na 1950 verschenen zijn. Het accent ligt daarbij op Europa: van het nabije België en Duitsland tot en met het verre Rusland, Cyprus, de Canarische eilanden, Spitsbergen en Groenland. Ook voor wat betreft de landen buiten Europa geeft deze publikatie een beknopt (en daardoor onvolledig) overzicht van de belangrijkste (populaire) flora-werken. De meeste van de genoemde werken zijn door de samensteller van deze LSB voorzien van een korte karakteristiek waarin hij het betreffende flora-werk kritisch presenteert. Daarnaast is het werk geïllustreerd met enkele fraaie potloodtekeningen, eveneens van de hand van de samensteller. Het betreft hier dus niet "slechts" een dorre opsomming van het grote aantal beschikbare buitenlandse determinatie-werken, wat men van een dergelijk werk op het eerste gezicht misschien zou verwachten. Zowel de geschoolde botanicus als de (gevorderde) amateur-florist wordt middels deze publikatie in staat gesteld om uit het grote aanbod aan buitenlandse flora's en plaatwerken het voor de betreffende buitenlandse reis c.q. excursie alsmede voor hem/haar meest geschikte determinatiewerk van te voren uit te zoeken en aan te schaffen. Deze uitgave vormt dan ook een welkome aanwinst voor al diegenen die, al dan niet tijdens een buitenlandse excursie of (botanische) zomervakantie, in de gelegenheid zijn om in een voor hen onbekend land nader kennis te maken met de daar inheemse flora. Ten einde de waargenomen planten op naam te kunnen brengen, vormt dit werk een uitstekende steun bij de keuze van de eventueel daartoe aan te schaffen determinatiewerken. Met het volgende botanisch veldseizoen alweer in het vooruitzicht zal dit werk dan ook zeker aan een grote behoefte voldoen. Jammer is alleen dat van de genoemde werken geen enkele prijs-indikatie is opgegeven, hetgeen bij navraag wel eens op een teleurstelling kan uitlopen ("Les quatre Flores de la France"!).
B . G . GRAATSMA
U I T DE SAMENVATTING V A N DE H I E R N A A S T A A N G E K O N D I G D E PUBLICATIE Kalkgraslanden met hun vele typische
dacht is hierbij besteed aan stikstof,
mergellandschapen.
soorten zijn al eeuwenlang een deel
aangezien juist dit element in hoge
noemde
van het Zuidlimburgse landschap en
mate w o r d t aangetroffen in de neer-
w e e r een lage vegetatie, waarin de
het behoud ervan is derhalve z o w e l
slag. O m deze centrale hypothese te
lichthoeveelheid nabij het bodemop-
uit
toetsen, is een drietal experimenten in
pervlak aanmerkelijk vergroot i s . Juist
Zuidlimburgse
de typische kalkgraslandsoorten met
natuurhistorisch
risch
oogpunt
als
kulturhisto-
van groot
belang.
T h a n s wordt getracht deze
kalkgraslanden uitge-
Bij
beide ge-
beheersvormen
ontstaat
laatste
voerd. Door middel van deze experi-
een lage groeivorm of de vele kortle-
percelen kalkgrasland z o authentiek
menten is duidelijk geworden dat ver-
vende soorten profiteren van de afna-
mogelijk te laten voortbestaan. Dit
hoogde toevoer van stikstof de groei
me van de biomassa van Gevinde
vergt van de natuurbeschermingsin-
van Gevinde kortsteel bevordert. Bin-
kortsteel bij genoemde
stanties als Staatsbosbeheer, Vereni-
nen drie jaar is d e z e grassoort hier-
men.
ging tot Behoud van Natuurmonu-
door zeer dominant ( > 8 0 % ) gewor-
Ondanks de grote rol van verhoogde
menten
Limburgs
den, onafhankelijk van de expositie
stikstof-toevoer bij het tot stand k o -
inspan-
van de helling. Door een zeer effi-
men van de dominantie van Gevinde
ningen.
ciënt gebruik van het element fosfor
kortsteel, is geen duidelijk
O n d a n k s genoemde beheersinspan-
weet
enige
tussen de afvoer van nutriënten door
ning steekt toch het probleem van
plantesoort de extra stikstof snel op te
de onderzochte beheersmaatregelen
overheersing
nemen én om te zetten in verhoogde
en reduktie van deze dominantie ge-
en
Landschap
stichting
het
grote financiële
(dominantie)
van één
Gevinde
kortsteel
Bovendien
als
is
Gevinde
beheersvor-
verband
enkele soort in toenemende mate de
produktie.
kop op. In dit geval is het geen hoog
kortsteel in staat een groot gedeelte
van de wortelstokken speelt wellicht
produktief
konstateerd.
Het
uitloopvermogen
maar een
van z i j n nutriënten in de herfst in z i j n
een cruciale rol bij de (her)groei van
grassoort die van oorsprong deel uit-
wortelstokken op te slaan voor ge-
Gevinde kortsteel na maaien op ver-
maakt van deze kalkgraslandvegeta-
bruik in een volgend jaar.
schillende tijdstippen.
chypodium pinnatum). Verontrust door
De hoog opschietende spruiten van
al gedurende enkele decennia een
deze ontwikkeling is door het Natuur-
Gevinde
tussenstadium met zeer veel Gevinde
historisch
Limburg
verhoogde stikstof-toevoer de verti-
kortsteel. Bij het weer in beheer ne-
subsidie aangevraagd én verkregen
kale opbouw van de vegetatie sterk.
men van een dergelijke verwaarloos-
van het Anjerfonds Limburg en het
Er ontstaat een dicht, hoog bladerdek
de situatie is door experimenten aan-
Prins Bernhard Fonds om onderzoek
van Gevinde kortsteel w a a r d o o r de
getoond dat het jaarlijks 2 x maaien
te doen naar oorzaken en gevolgen
doordringing van het licht in de vege-
van de vegetatie gedurende enkele
van de toename van Gevinde kort-
tatie sterk vermindert. De soortenrijk-
jaren, een goede mogelijkheid is voor
steel in kalkgraslanden.
dom en de diversiteit z i j n tenslotte
een relatief snel herstel van de soor-
Het onderzoek is verricht in samen-
aanzienlijk lager geworden in d e z e
tenrijkdom. De hoeveelheid
werking met de vakgroep Botanische
situatie. Vooral kortlevende
soorten
afbreekbaar strooisel en de dominan-
Oecologie
kuituurgewas,
ties, namelijk Gevinde kortsteel ( ß r a -
Genootschap
van de
in
In verlaten kalkgrasland ontstaat veelkortsteel
beïnvloeden
na
moeilijk
Rijksuniversiteit
en soorten met een lage groeivorm
tie van Gevinde kortsteel vermindert
Utrecht en is uitgevoerd in kalkgras-
worden negatief beïnvloed. Hoogst-
en kenmerkende, laaggroeiende plan-
landreservaten in Zuid-Limburg en in
waarschijnlijk hangt deze achteruit-
tesoorten
laboratoria en kassen van genoemde
gang tennauwste samen met de bo-
Hierbij moet worden opgemerkt, dat
vakgroep.
vengenoemde overschaduwing door
de uiteindelijke vegetatie-samenstel-
Gevinde kortsteel.
ling afhankelijk is van de aanwezige
krijgen
weer
een kans.
In het eerste onderzoeksjaar is vast-
Gesteld kan worden dat bij blijvend
plantesoorten op het terrein of van
gesteld dat ook in al decennia lang
hoge depositie van stikstof, het huidi-
het z a a d in de bodem. N a herstel
beheerde natuurreservaten
van het kalkgrasland kan het " n o r m a -
in Z u i d -
ge beheer (maaien in de herfst) niet
Limburg over grote oppervlakten er
toereikend is om het sluipende proces
le"
dominantie van Gevinde kortsteel i s .
van toename van Gevinde kortsteel,
ding
maaien in de zomer worden uitge-
of
met alle
dien, te keren.
versiteitsindex bij dominantie van G e -
die
vinde kortsteel gekonstateerd. Vooral
stikstof-toevoer te niet kunnen doen of
Tenslotte is het in de toekomst van
kortlevende plantesoorten en soorten
stoppen, zijn daarom van essentieel
groot
met een lage groeivorm gaan hierbij
belang om het voortbestaan van de-
schenken aan het voorkomen van d o -
sterk achteruit. Dit z i j n nu juist de ken-
z e soortenrijke graslanden te v e r z e -
minantie door grassen. Temeer daar
merkende en vaak zeldzaam gewor-
keren.
de lange termijn effekten van voor-
kalkgraslandsoorten
als
van-
met bewei-
mergellandschapen
In deze terreinen is duidelijk een ster-
den
gevolgen
door
ke afname van soortenaantal en di-
de
negatieve
kalkgraslandbeheer
Beheersmaatregelen
effekten
van
voerd.
verhoogde
Duitse
belang
aandacht
te
blijven
tdurende eutrofiëring met stoffen uit
gentiaan, Driedistel, Duifkruid, Grote
T e r optimalisatie van het huidige be-
tijm en G e w o n e vleugeltjesbloem.
heer, z i j n daarom de effekten van
len, een blijvende bedreiging
mogelijke
veel kalkgraslandreservaten
beheersmaatregelen
op
atmosfeer en aangrenzende percevoor
vormen
H e t verschijnsel van deze " v e r g r a s -
dominantie
kortsteel
en de effektiviteit van thans nog effek-
sing"
ook experimenteel getoetst. De domi-
tieve beheersvormen op lange termijn
is in grote delen van W e s t -
van Gevinde
Europa waargenomen en de toevoer
nantie van Gevinde
kortsteel is te
niet te overzien i s . Hopelijk is door
van plantenvoedingsstoffen (nutriën-
voorkomen en zelfs te verminderen
genoemde aanbevelingen tot w i j z i -
ten) uit de atmosfeer, een onderdeel
door het maaien van de vegetatie in
ging in het beheer, het voortbestaan
van de z g n . " z u r e r e g e n " , is als oor-
de zomer (begin augustus) of door
van dit zeer soortenrijk oekosysteem
zaak
herintroduktie
zeker gesteld.
verondersteld.
Speciale
aan-
van begrazing
door
DE TOENAME VAN GEVINDE KORTSTEEL IN ZUIDLIMBURGSE KALKGRASLANDEN OORZAAK - GEVOLG - TOEKOMSTIG BEHEER
ROLAND
De kalkgraslanden van Zuid-Limburg zijn beroemd bij menig natuurliefhebber. Deze belangstelling is niet voor niets: het is één van de soortenrijkste vegetaties van ons land waarin een groot aantal zeldzame plante- en diersoorten wordt aangetroffen. Helaas zijn veel kalkgraslanden de laatste decennia veranderd in soortensamenstelling en produktie door de intensivering van de landbouw en de daarmee gepaard gaande grootschalige toepassing van drijf- en kunstmest. Slechts enkele kleinere resten bleven gespaard doordat ze tijdig door natuurbeschermingsinstaties waren verworven. Thans wordt getracht deze laatste percelen kalkgrasland z o authentiek mogelijk te laten voortbestaan. Aan het begin van de jaren tachtig werd geconstateerd dat de Zuidlimburgse kalkgraslanden in toenemende mate bedreigd werden door de steeds dominantere aanwezigheid van het gras Gevinde kortsteel (ßracfiypodium pinnatum). De dominantie van dit gras leidde tot een aanzienlijke afname van de soortenrijkdom. Verontrust door deze ontwikkeling heeft het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg onderzoek laten verrichten naar de oorzaken en gevolgen van de toename van Gevinde kortsteel in de Zuidlimburgse kalkgraslanden. Hoofddoel daarbij was te komen tot een wetenschappelijk onderbouwd beheersadvies voor de eigenaren of beheerders van de kalkgraslanden in Zuid-Limburg, om hiermee bij te dragen aan het behoud van één van de zeldzaamste en soortenrijkste oekosystemen in West-Europa. Deze publicatie omvat de resultaten van het onderzoek en de daarop gebaseerde aanbevelingen voor het beheer van de kalkgraslanden teneinde hun voortbestaan veilig te stellen. Het is echter ook in de toekomst van groot belang aandacht te blijven schenken aan de dominantie door grassen. De effekten van voortdurende eutrofiëring met stoffen uit de atmosfeer vormen een blijvende bedreiging voor veel kalkgraslandreservaten. De effectiviteit van de hier voorgestelde beheersmaatregelen op lange termijn is daardoor niet te overzien.
BOBBINK
TSTEEL
Deze uitgave verscheen als Reeks 37 aflevering 2 van de Publicaties van het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg en telt 72 bladzijden en is rijk geïllustreerd. De omslag is extra stevig uitgevoerd en het binnenwerk is ingenaaid. Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage door de Provincie Limburg.
Deze uitgave is te bestellen door het overmaken van f 12,50 (leden) of f 15,— (niet leden) op postgiro 429851 t.n.v. Publicatiebureau Natuurhistorisch Genootschap, Groenstraat 106, 6074 EL Melick, onder vermelding van "Gevinde kortsteel". De uitgave wordt dan per omgaande toegezonden. De uitgave is ook te koop bij het Natuurhistorisch Museum Maastricht; portokosten hoeven dan niet te worden betaald waardoor de kosten f 10,— (leden) of f 12,50 (niet-leden) bedragen.
A K T I V S E I T E N V A N H E T N A T U U R H I S T O R I S C H G E N O O T S C H A P I N LIMBURG
Aankondigingen voor deze rubriek dienen uiterlijk de 15e van de maand voorafgaande aan die waarin de aktiviteiten plaatsvinden schriftelijk bij de redaktie te zijn aangemeld. De secretarissen van studie-, werkgroepen en kringen die in 1989 voor hun aktiviteiten gebruik wensen te maken van de faciliteiten van het Natuurhistorisch Museum Maastricht, dienen uiterlijk 1 5 december hun plannen voor wat betreft de data waarop aktiviteiten gepland worden schriftelijk in te leveren bij de heer De Graaf, Natuurhistorisch Museum Maastricht, De Bosquetplein 6-7, 621 1 KJ Maastricht. Voor 1 januari wordt dan nog bekend gemaakt of de geplande data in het schema van avond-openstellingen kunnen worden opgenomen. W O E N S D A G 30 NOVEMBER is er weer een bijeenkomst voor leden van de Studiegroep Onderaardse Kalksteengroeven. De bijeenkomst wordt gehouden in het Natuurhistorisch Museum Maastricht en begint om 20 uur. DONDERDAG 1 DECEMBER zal Kring Maastricht de blik naar boven richten en aandacht besteden aan het grootste natuurgebied, de ruimte boven onze dampkring. De heren Jongen en Vaessen zullen in hun voordracht ook ingaan op de aktiviteiten van de amateurastronomen in Limburg. De bijeenkomst wordt gehouden in het Natuurhistorisch Museum Maastricht en begint om 20 uur. ledereen is welkom. W O E N S D A G 7 DECEMBER wordt van alle studiegroepen één afgevaardigde verwacht op een bijeenkomst met de computerbeheergroep. Doel van deze bijeenkomst is het inventariseren van de wensen ten aanzien van het computergebruik. Ook zal een demonstratie worden gegeven van de huidige mogelijkheden. De bijeenkomst begint om 20 uur in het Natuurhistorisch Museum Maastricht. M A A N D A G 12 DECEMBER organiseert Kring Heerlen weer een bijeenkomst in Multifunctioneel Centrum 't Leiehoes, Limburgiastraat 36 te Heerlen (Schaesbergerveld). Deze avond zal de heer B. Verstappen een voordracht houden over vlinders. Vlinders hebben zich, getuige de oude verhalen over "Prikkebenen" en "kapellenverzamelaars", altijd in een ruime belangstelling mogen verheugen. Toch behoren vele vlindersoorten tot de met uitsterven bedreigde diergroep. De heer Verstappen zal aan de hand van dia's een indruk geven van de wonderlijke wereld van de vlinders: hun biotopen, voedselplanten, levensstadia, enz. De bijeenkomst begint om 20 uur en iedereen is welkom. DINSDAG 13 DECEMBER is er weer een bijeenkomst van de Spinnenwerkgroep Limburg. Deze bijeenkomst wordt gehouden in het Natuurhistorisch Museum Maastricht, aanvang 19 uur. Niet-leden van de werkgroep worden gevraagd indien zij belangstelling hebben vooraf kontakt op te nemen met de sekretaris van de werkgroep' W O E N S D A G 14 DECEMBER komen de leden van de Vlinderstudiegroep om 20 uur bijeen in het Natuurhistorisch Museum Maastricht voor hun maandelijkse bijeenkomst. Het betreft een thema-avond over de ondersoorten van Erebia ligea en Erebia euryale. W O E N S D A G 14 DECEMBER komt de computerbeheergroep om 20 uur bijeen in het kantoor van het Genootschap in het Natuurhistorisch Museum Maastricht. Na enkele huishoudelijke zaken komt de verdere invoering van gegevens aan bod. Daartoe worden ook geïnteresseerden uit de Plantenstudiegroep uitgenodigd een bijdrage te leveren. Voor meer informatie hierover: J. den Boer, Koernoeljeweerd 5 6 te Maastricht, tel.: 043 - 6 1 5 1 7 3 . DONDERDAG 5 JANUARI is de eerste bijeenkomst van Kring Maastricht in 1989. Traditiegetrouw zal deze bijeenkomst in verband staan met de jaarlijkse telling van vleermuizen in de onderaardse gangenstelsels. Deze avond zal dr. Joachim Haensel, die verbonden is aan het Tierpark Berlin, een voordracht houden over het onderzoek aan vleermuizen in de DDR. Tevens is er deze bijeenkomst, die om 20 uur begint in het Natuurhistorisch Museum Maastricht, gelegenheid de nieuwe tijdelijke tentoonstelling "Vleermuizen: biologie en bescherming" te bezoeken. DONDERDAG 5 JANUARI zijn ook de leden van de Studiegroep Onderaardse Kalksteengroeven van harte welkom op de eerste bijeenkomst van Kring Maastricht in het nieuwe jaar. Dr. Joachim Haensel van het Tierpark Berlin zal dan een voordracht houden over het vleermuisonderzoek in de DDR. De bijeenkomst wordt gehouden in het Natuurhistorisch Museum Maastricht en begint om 20 uur.
KRING MAASTRICHT Voorzitter: E . N . Blink, Pius XII straat 2 0 , 6 2 4 7 A W Gronsveld KRING HEERLEN Secretaris: P. Spreuwenberg, Aan de Slagboom 2, 6 3 7 2 K W Schaesberg KRING VENLO Inlichtingen: Sjaak en Riëtte Gubbels, Van Hatertstraat 12, 5993 ER Maasbree
HERPETOLOGISCHE STUDIEGROEP Secretaris: H.J.M. van Buggenum Kantstraat M 1 0 , 6111 AH St. Joost PLANTENSTUDIEGROEP Secretaris: D. T h . de Graaf Saturnushof 45, 6 2 1 5 XB Maastricht S P I N N E N W E R K G R O E P LIMBURG Secretaris: P. Poot Pallashof 9, 6 2 1 5 XK Maastricht STUDIEGROEP ONDERAARDSE KALKSTEENGROEVEN Secretaris: T. Breuls Bovenstraat 1 16, 3778 Kanne, België VLINDERSTUDIEGROEP Secretaris: M. Waber Graetheidelaan 34, 6 1 2 9 G G Urmond ZOOGDIERENWERKGROEP Secretaris: J. Knoors Raadhuisstraat 3, 6061 EA Posterholt KEVERSTUDIEGROEP Secretaris: G.J.M. van Buren Handvorm 9, 6372 DK Schaesberg PADDESTOELENSTUDIEGROEP Inlichtingen: P.H. Kelderman Herkenbroekerweg 3, 6301 EG Valkenburg