Door: Richard Leendertse Rick Lensink
Onderzoek naar de profilering en positionering van themagebieden in themaparken.
hemagebieden
T Hier omslaan
Open rand
Weg lopende rand
Gesloten rand
Randen themagebied
Met overgangszone
Koud tegen elkaar
Koppeling themagebieden
Klein < 1 ha
Gemiddeld 1-3 ha
Groot > 3 ha
Grote themagebied
Ligt los van themagebieden
Vormt naar themagebieden
Door themagebieden
Groenstructuur themapark
Spaghetti
Disney
Klaverblad
Routing themapark
Semi-gesloten rand
Gesloten rand
Randen themapark
Landgoed / park
Bos
Context themapark Stedelijk
Openluchttentoonstelling
Pretpark
Dierentuin
Typologie themapark
Themagebieden Onderzoek naar de positionering en profilering van themagebieden in themaparken
Auteurs: Richard Leendertse Rick Lensink Hogeschool Van Hall Larenstein Velp, april 2011
Samenvatting De Opdracht Voor het afstuderen in de richting Tuinarchitectuur aan Hogeschool Van Hall Larenstein wordt een opdracht uit het werkveld door studenten uitgevoerd. Met de opdracht worden de studenten een laatste keer getest op de geleerde competenties. Het afstuderen bestaat uit 3 facetten; masterplan, ontwerp ondersteunend onderzoek en een deeluitwerking. Tijdens de Masterplan fase is er getekend aan de afstudeeropgave van het Nederlands Openluchtmuseum. Een belangrijk onderdeel van het Nederlands Openluchtmuseum is de indeling van de verschillende historische gebouwen afkomstig uit het gehele land. Met behulp van themagebieden kunnen deze gebouwen hun plek krijgen binnen het museum, maar hoe maak je themagebieden? Tijdens het schetsen aan het masterplan ontbrak de informatie en documentatie over themagebieden, vandaar dit onderzoek naar themagebieden. Om goede themagebieden te kunnen maken moet je eerst weten hoe verschillende themagebieden binnen een themapark worden gepositioneerd. Daarna kan er verder gekeken naar het themagebied zelf. Hiervoor is de volgende centrale vraag opgesteld; Hoe positioneer en profileer je goede themagebieden in een themapark? Bij het beantwoorden van de centrale vraag komen er meerdere vragen de hoek om kijken. Daarom zijn er de onderstaande deelvragen opgesteld. In het onderzoek zal doormiddel van een literatuurstudie en een casusstudies antwoord worden gegeven op deze vragen. Wat is een themapark? Een themapark is een park dat zich in de meeste gevallen richt op dagrecreatie. Het heeft een verzameling attracties waarop een of meerdere vormen van thematisering wordt toegepast. Een kenmerk is dat voor de attracties een toegangs prijs betaald dient te worden. Er zijn verschillende typologieën themaparken. Onder themaparken worden Dierenparken, pretparken, openlucht tentoonstelling en vakantieparken verstaan de laatste groep richt zich op verblijfsrecreatie en wordt daarom niet meegenomen in het onderzoek.
4
Hoe worden themaparken ruimtelijk opgezet? Themaparken krijgen hun ruimtelijke opzet door het combineren van verschillende structuur vormende principes. De belangrijkste structuren in een themapark zijn het groen, het water en de routing. Themaparken hebben ongeacht de context een gesloten rand welke in de basis door beplanting wordt gevormd. Deze rand zorgt ervoor dat de bezoeker even uit de werkelijkheid, in de themaparkwereld kan stappen. De rand omsluit tevens het park waardoor eventueel losse themagebieden gekoppeld worden. De combinatie tussen water en beplanting zorgt voor koppeling van de losse gebieden in het themapark en vormt tevens verschillende ruimtes. Het routingprincipe is ook een leidraad in de ruimtelijke opzet van een themapark. De routing die veel wordt toegepast is het Disney-principe of een variant hierop. Dit principe werkt met een verdeelplein van waar de bezoeker naar de verschillende delen van het themapark kunnen gaan. De bezoekers komen telkens terug op het verdeelplein waar ze naar de uitgang of een ander themagebied kunnen. Opvallend bij deze routing is dat de verschillende themagebieden een eigen ruimte hebben. Wat is een themagebied? Een themagebied bestaat uit één of meerdere gekoppelde ruimtes welke gezamenlijk worden omsloten door een visuele en/of fysieke begrenzing. Binnen de grenzen van het themagebied wordt een gedachte doormiddel van samenhang in ruimtelijke elementen (architectuur, groen, inrichting en/of programma) vormgegeven en herhaald. Het doel hiervan is, de gedachte neer te zetten als herkenbare en beleefbare identiteit. Welke typologieën worden er herkend? Themagebieden zijn in te delen in verschillende typologieën. Namelijk geologische themagebieden, landschappelijke themagebieden, verhalende themagebieden en beweging themagebieden en architectonische themagebieden. De typologieën zijn gebaseerd op de gedachte die achter het vormen van het themagebied zit. Combinaties tussen de typologieën zijn ook mogelijk.
5
Hoe verhouden themagebieden zich tot de groenstructuur? De groenstructuur hangt nauw samen met de waterstructuur. De structuren liggen als aparte laag over de verschillende themagebieden heen. De themagebieden hebben op themagebied niveau een eigen groenstructuur. Dit wil niet zeggen dat de themaparkstructuren geen relatie heeft met het themagebied. In bijna alle themagebieden worden de parkstructuren opgenomen in het themagebied. In maar enkele gevallen doen de themaparkstructuren daadwerkelijk mee in de vormgeving van het themagebied. De themagebieden hebben een eigen groen- en waterstructuur bestaande uit de koppeling tussen beplanting en water. Deze koppelingen zorgen ervoor dat thema variaties in het gebied worden verdragen. Wanneer er geen groenstructuur en/of waterstructuur aanwezig is in een themagebied dan is sprake van een gethematiseerde attracties in een themaloos gebied Hoe worden themagebieden ruimtelijk opgezet? Themagebieden in de themaparken verschillen erg van oppervlakte. De oppervlakte van de themaparken variëren van < 1 ha tot > 3 ha. De grote themagebieden worden steker beleeft dan de kleine themagebieden omdat bij kleine gebieden de beleving niet optimaal is. Themagebieden worden op twee manieren in een themapark gepositioneerd namelijk koud tegen elkaar of met een themaloze overgangszone. In beide gevallen wordt er vaak met een harde grens gewerkt. Alleen bij een overgangszone wordt soms met een weglopende grens gewerkt. De routing door de themagebieden staat in een nauwe verbinding met de routingopzet van het themapark. Zodra er sprake is van een verdeelplein op parkniveau zien we dat de route mogelijkheden beperkt worden. De rondgang en de gestuurde route komen dan veel voor terwijl zonder verdeelplein ook de evenwijdige route of de geen route principes mogelijk zijn. De attracties worden in de themagebieden losverspreid zodat de bezoekers zich over het themagebied verspreiden. Door de aarde van de attractie wordt de beleving gevormd. Men kan de attractie beleven door te kijken of te doen. Bij sommige attracties kunnen deze belevingen gecombineerd worden waardoor de attracties beleving groter wordt. Om de beleving van de themagebieden te versterken worden er accenten aangelegd. De accenten worden gebruikt om de bezoekers te sturen of te prikkelen door kleine veranderingen in het thema. Het thema wordt in de themagebieden gevormd door thematiserende middelen. Deze middelen 6
zijn te verdelen in thematiserende attracties, bouwkundige elementen, beplanting, water en details. In de praktijk worden deze thematiserende middelen in combinaties gebruikt. De meest voorkomende combinaties zijn thematiserende attracties, beplanting, water en bouwkundige elementen. Zodra een van deze thematiserende middelen niet in een themagebied wordt opgenomen, dienen de andere thematiserende middelen sterker aangezet te worden. Details worden in de praktijk niet snel gebruikt maar kunnen op kleine schaal de thematisering van themagebieden versterken door als een gethematiseerde basis in een themagebied te fungeren, hiermee kan het themagebied meer thema variaties verdragen. Hoe positioneer en profileer je goede themagebieden in een themapark? Bij het positioneren van themagebieden in themaparken dient men eerst de structuren van een themapark te ontrafelen. De themagebieden hebben namelijk relaties met het groen, het water en de routing van een themapark. De themagebieden sluiten aan op de groen en waterstructuur zodat de losse themagebieden opgenomen worden in het ontwerp van het themapark. De themagebieden hebben tevens een eigen inrichting welke gemaakt wordt door ruimtes, routingprincipes, groenstructuur, waterstructuur en thematiserende middelen. De routing, ruimtes en groenstructuur kunnen aansluiten bij de structuur opzet van het themapark. De thematiserende middelen helpen bij het naar voren brengen van het thema. De themagebieden zijn onder verdeelt in typologieën welke helpen om het thema duidelijk naar voren te brengen. De typologie keuzes zijn: geologische themagebieden, landschappelijke themagebieden, verhalende themagebieden, beweging themagebieden en architectonische themagebieden. Deze typologieën hebben allemaal een eigen stijl en brengen het thema op een eigen manier naar voren.
7
Inhoudsopgave Hoofdstuk
Blz.
Samenvatting Voorwoord 1 Inleiding 1.1 Het onderzoek 1.2 Hypothese 1.3 Leeswijzer
15 15 16 17
2 Onderzoeksmethodiek 2.1 Literatuurstudie 2.2 Casusstudie 2.3 Conclusies
19 19 20 21
3 Literatuurstudie 3.1 Werkdefinitie themapark 3.2 Werkdefinitie themagebied
23 23 24
4 Casusstudie 4.1 Van literatuur tot casusstudie 4.1.1 Dierenpark 4.1.2 Pretpark 4.1.3 Openluchttentoonstelling 4.2 Selectiecriteria
27 27 28 29 30 31
5 Dierenpark Emmen 5.1 Dierenpark Emmen 5.2 Context 5.3 Parkplattegrond 5.4 Het park 5.4.1 Aangegeven themagebieden 5.4.2 Massa vs ruimte 5.4.3 Groen en water 5.4.4 De routing 5.5 De thema’s
34 37 38 40 42 43 43 45 45 46
5.6 Patagonië 5.6.1 Themagebied Patagonië 5.6.2 Massa vs ruimte 5.6.3 Groen en water 5.6.4 Routing 5.6.5 Accenten 5.6.6 Thematisering 5.7 Afrikaanse savanne 5.7.1 Themagebied Afrikaanse savanne 5.7.2 Massa vs ruimte 5.7.3 Groen en water 5.7.4 Routing 5.7.5 Accenten 5.7.6 Thematisering 5.8 Conclusie 6 Efteling 6.1 6.2 6.3 6.4
De Efteling Context Parkplattegrond Het park 6.4.1 Aangegeven themagebieden 6.4.2 Massa vs ruimte 6.4.3 De groenstructuur 6.4.4 De routing 6.5 De thema’s 6.6 Mytheland 6.6.1 Themagebied Mytheland 6.6.2 Massa vs ruimte 6.6.3 Groen en water 6.6.4 Routing 6.6.5 Accenten 6.6.6 Thematisering
50 51 53 53 55 55 57 58 59 61 61 63 63 65 66
69 70 72 74 75 75 77 77 78 82 83 85 85 87 87 89
Inhoudsopgave 6.7 Sprookjesbos 6.7.1 Themagebied Sprookjesbos 6.7.2 Massa vs ruimte 6.7.3 Groen en water 6.7.4 Routing 6.7.5 Accenten 6.7.6 Thematisering 6.8 Conclusie 7 De Keukenhof 7.1 De Keukenhof 7.2 Context 7.3 Parkplattegrond 7.4 Het park 7.4.1 Aangegeven themagebieden 7.4.2 Massa vs ruimte 7.4.3 Groen en water 7.4.4 De routing 7.5 De thema’s 7.6 Nieuwland 7.6.1 Themagebied Nieuwland 7.6.2 Massa vs ruimte 7.6.3 Groen en water 7.6.4 Routing 7.6.5 Accenten 7.6.6 Thematisering 7.7 Zocher 7.7.1 Themagebied Zocher 7.7.2 Massa vs ruimte 7.7.3 Groen en water 7.7.4 Routing 7.7.5 Accenten 7.7.6 Thematisering 7.8 Conclusie
90 91 93 93 95 95 97 98 100 101 102 104 106 107 107 109 109 110 114 115 117 117 119 119 121 122 123 125 125 127 127 129 130
8 Conclusie en antwoorden 8.1 conclusie casusstudie 8.2 antwoorden 8.2.1 Hoe positioneer en profileer je goede themagebieden in een themapark? 8.2.2 Wat is een themapark? 8.2.3 Hoe worden themaparkenruimtelijk opgezet? 8.2.4 Wat is een themagebied? 8.2.5 Welke typologieën worden er herkend? 8.2.6 Hoe verhouden themagebieden zich tot de groenstructuur? 8.2.7 Hoe worden themagebieden ruimtelijk opgezet?
132 133 144 144
9 Aanbevelingen 9.1 Aanbevelingen 9.1.1 Typologie 9.1.2 Ontwerp ondersteunende punten
150 151 151 152
Bijlage Dierenpark Emmen Bijlage Efteling Bijlage Keukenhof Bronnen
154 158 162 166
145 145 145 146 147 148 148
Voorwoord Tijdens vier jaar studie, Tuin- en Landschapsinrichting aan hogeschool Van Hall Larenstein, leert men tijdens excursies en bezoeken aan parken, landschappen en steden om verder te kijken dan alleen de toeristische punten. Er wordt aangeleerd om te kijken naar de structuren, functionaliteit, inrichting en vormgeving van de buitenruimte. Themaparken vormen een typologie die hierin onderbelicht is. Juist in deze parken zijn structuur en vormgeving van groot belang. Tijdens de afstudeerfase, 4e jaar Tuinarchitectuur, tekenen wij aan de ontwerpopgave van het Nederlands Openluchtmuseum. In de masterplanfase werd onze interesse gewekt om de structuur, inrichting en vormgeving van themaparken en themagebieden beter te belichten. In dit onderzoeksrapport worden principes op grote schaal, voor het masterplan, en op kleine schaal, voor de deeluitwerking, getoond. Voor deze principes zijn een literatuur- en een casusstudie uitgevoerd. Ook worden onze bevindingen en resultaten uit de studies getoond en zal er een uitgebreide uitleg gegeven worden over de opzet van het onderzoek. Tijdens het onderzoek hebben wij scherpe begeleiding gehad van Johan Vlug en Theo Reesink. Hans Smolenaars heeft ons geholpen met het aanscherpen van de onderzoeksmethodiek en opmaak van het rapport. Speciale dank gaat uit naar de heer Ton Aker, manager parkbeheer, voor de openheid en gastvrijheid van de Keukenhof.
Richard Leendertse en Rick Lensink 26 april 2011
1
Inleiding Voor het afstuderen in de richting Tuinarchitectuur aan Hogeschool Van Hall Larenstein wordt een opdracht uit het werkveld door studenten uitgevoerd. Met de opdracht worden de studenten een laatste keer getest op de geleerde competenties. Het afstuderen bestaat uit 3 facetten; masterplan, ontwerp ondersteunend onderzoek en een deeluitwerking. In dit rapport zal het ontwerp ondersteunend onderzoek worden getoond. In dit eerste hoofdstuk zal het onderwerp worden geïntroduceerd. De centrale vraag, met de daarbij behorende deelvragen, worden getoond en er wordt een hypothese gegeven over het onderzoek.
1.1 Het onderzoek Tijdens de Masterplan fase is er getekend aan de afstudeeropgave van het Nederlands Openluchtmuseum. Hieruit resulteerde een materplan waarbij nog een aantal vragen onbeantwoord bleven. Met behulp van een ontwerp ondersteunend onderzoek zal er in de laatste fase van de opgave antwoordt gegeven kunnen worden op deze vraag. Een belangrijk onderdeel van het Nederlands Openluchtmuseum is de indeling van de verschillende historische gebouwen afkomstig uit het gehele land. Met behulp van themagebieden kunnen deze gebouwen hun plek krijgen binnen het museum, maar hoe maak je themagebieden? Tijdens het schetsen aan het masterplan ontbrak de informatie en documentatie over themagebieden, vandaar dit onderzoek naar themagebieden. Om goede themagebieden te kunnen maken moet je eerst weten hoe je verschillende themagebieden binnen een themapark worden gepositioneerd. Daarna kan er verder gekeken worden naar het themagebied zelf. Hiervoor is de volgende centrale vraag opgesteld; Hoe positioneer en profileer je goede themagebieden in een themapark?
15
Voor het beantwoorden van de centrale vraag komen meerdere vragen de hoek om kijken. Zoals, wat is een themagebied? En hoe worden themaparken ruimtelijk opgezet? Voor een goed antwoord op de centrale vraag zijn er de onderstaande deelvragen opgesteld. In het onderzoek zal doormiddel van een literatuurstudie en een casusstudies antwoord worden gegeven op deze vragen. Deelvragen: -
Wat is een themapark? Wat is een themagebied? Welke typologieën worden er herkend? Hoe worden themaparken ruimtelijk opgezet? Hoe verhouden themagebieden zich tot de groenstructuur? Hoe worden themagebieden ruimtelijk opgezet?
1.2 Hypothese In themaparken wordt beleving steeds belangrijker. Mensen gaan niet alleen meer voor die ene attractie, die in ieder ander park had kunnen staan, naar een themapark. Ze willen een totaal vermaak, een dag in een andere wereld. De beleving is belangrijker geworden als nooit te voren. Een dierentuin waar in kale hokken wilde dieren worden gehouden zijn niet langer interessant meer. Mensen wil zien hoe de dieren in het wild leven. Themaparken zijn de overkoepelende naam voor een verzameling van verschillende themagebieden. In een themapark is een nieuwe wereld ontworpen waar mensen zich, door de aanwezigheid van verschillende attracties, kunnen vermaken. Goede themaparken worden zo ingericht dat mensen, bewust of onbewust, door alle themagebieden worden gestuurd, hierbij zal met een eenvoudige hoofdrouting altijd een duidelijke en herkenbare uitweg voor de bezoeker zijn. Groen zal in themaparken het verbindend element zijn. Een park onderscheidt groen op hoofdstructuur, het themapark, en in de themagebieden. Met groen stuurt en begeleid men bezoekers, attracties en attractoren worden geaccentueerd of juist gecamoufleerd. Themagebieden zijn gethematiseerde gebieden binnen een themapark. De thematisering kan hem zitten in het groen, de aankleding of de attracties. 16
In de meeste gevallen zullen attracties het thema bepalen. Overgangen tussen de themagebieden worden op een geleidelijke of harde manier gemaakt. Vanaf het betreden van een themagebied stapt een bezoeker in een nieuwe wereld binnen het grote themapark. Bezoeker zullen ten alle tijden, bewust of onbewust, op een duidelijk manier langs alle attracties en voorzieningen binnen het themagebied worden gestuurd.
1.3 Leeswijzer Het onderzoek bevat een opbouw die terug is te zien in dit onderzoeksrapport. Per hoofdstuk zal hieronder een korte beschrijving van de inhoud worden gegeven. Hoofdstuk 2: Onderzoeksmethodiek In dit hoofdstuk zal de opzet van het onderzoek worden beschreven in woord en beeld. De onderzoekmethode vormt de basis van het onderzoek. Hoofdstuk 3: Literatuurstudie Vanuit de literatuurstudie zijn een aantal werkdefinities opgesteld waarmee het verdere onderzoek is voortgezet. In dit hoofdstuk wordt de literatuurstudie kort en bondig beschreven. Hoofdstuk 4: Casusstudie Dit hoofdstuk vormt de basis voor de uitgevoerde casusstudie. In dit hoofdstuk worden de verijsde criteria beschreven waaraan de verschillende casus gebieden moeten voldoen. Het resultaat van dit hoofdstuk is een drietal mogelijke casus gebieden. Hoofdstuk 5, 6, 7 In dit hoofdstuk worden casusgebieden(Dierenpark Emmen, de Efteling en de Keukenhof) op dezelfde wijze ontrafeld. Na de analyse op parkniveau wordt er ingezoomd op twee interessante deelgebieden. Met behulp van principes worden deze parken vereenvoudigd en vergelijkend gemaakt. Hoofdstuk 8: Conclusies en aanbevelingen Zoal de titel als zegt zullen hier de resultaten van het onderzoek worden beschreven. Er komt antwoord op de hoofdvraag en de bijbehorende deelvraag. De conclusies leiden tot een aanbeveling voor het inrichten van themaparken en themagebieden. 17
2
Onderzoeksmethodiek In de inleiding zijn de centrale vraag en de daarbij behorende deelvragen geïntroduceerd. Om antwoord te kunnen geven op de centrale vraag in dit onderzoek moeten eerst de deelvragen worden beantwoord. Deze deelvragen worden beantwoord door middel van twee studies. Een literatuurstudie en een casusstudie. Deelvragen: Literatuurstudie: Wat is een themapark? Wat is een themagebied? Welke typologieën worden er herkend? Casusstudie: -
Hoe worden themaparken ruimtelijk opgezet? Hoe verhouden themagebieden zich tot de groenstructuur? Hoe worden themagebieden ruimtelijk opgezet?
2.1 Literatuurstudie Vanuit de centrale vraag zijn er deelvragen opgesteld waarvan de eerste drie beantwoord kunnen worden door het uitvoeren van een literatuurstudie. Uit deze literatuurstudie zijn vervolgens werkdefinities opgesteld voor begrippen die van belang zijn voor het verdere onderzoek (zie fig. 2.1). >
2.1 Onderzoeksmethodiek Schematische weergave onderzoeksmethodiek
Literatuurstudie
Centralevraag + deelvragen
Begrippen
Werkdefinities
19
2.2 Casusstudie Vanuit de literatuurstudie zijn er werkdefinities opgesteld die de basis vormen voor de casusstudie. Bij deze basis zijn selectiecriteria toegevoegd waarop verschillende mogelijke casusgebieden werden getoetst. Uit deze toetsing zijn vervolgens drie casusgebieden naar voren gekomen (zie fig. 2.2). Om een goed antwoord te kunnen geven op onze vragen is er een brede studie uitgevoerd per casusgebied. Tijdens deze studie is er eerst gekeken op parkniveau en vervolgens naar de twee interessantste themagebieden binnen het park. Hierbij is gelet op de volgende punten: Park: -
>
2.2 Onderzoeksmethodiek Schematische weergave d k th di k
Aanwezige themagebieden en de situering, aangewezen door het park Massa en ruimtes in het themapark De randen van het themapark Routing door het themapark Groenstructuur in het themapark Waterstructuur in het themapark Aanwezige themagebieden en de situering, vanuit de werkdefinitie
Themagebieden: Massa en ruimtes in het themagebied Randen van het themagebied Routing door het themagebied, in samenhang met aanwezige attracties en voorzieningen Groenstructuur in het themagebied Waterstructuur in het themagebied Accenten in het themagebied Thematisering van het themagebied
Selectiecriteria
Werkdefinities
20
Casusgebieden
Casusstudie
Om de verschillende casusgebieden met elkaar te kunnen vergelijken zijn de bevindingen vereenvoudigd in principes. De principes zijn een abstracte weergaves die de essentie op de volgende onderdelen weergeeft: Park: -
Typologie Context Randen Ruimtelijke opzet Water/groen Routing Positie themagebieden Grote themagebieden
Themagebied: -
Grote Beleving Randen Ruimtelijk opzet Groen/water Routing Attractie verdeling Accenten Thematisering
Met behulp van een subjectieve waardering is getracht om de kwaliteit van een themagebied vast te stellen. Bij de beoordeling is gekeken naar de beleving, vormgeving en functionaliteit van een themagebied. Het eindcijfer wordt gevormd door het gemiddelde van deze drie punten.
Voorbeeld principes:
Typologie: Dierenpark
Grote: Themagebied > 3ha. Een overzicht van alle toegepaste principes staat op de uitvouw van de omslag!!
2.3 Conclusies De studies van de verschillende casusgebieden resulteren in een grote hoeveelheid informatie. Met behulp van de eerder genoemde principes kunnen er conclusies getrokken worden uit deze informatie (zie fig. 2.3).
Casusstudie
Conclusies
2.3 Onderzoeksmethodiek Schematische weergave onderzoeksmethodiek
>
Vervolgens zal met behulp van deze conclusies antwoord gegeven worden op de hoofdvraag en deelvragen. Met deze antwoorden worden aanbevelingen gegeven voor de positionering en profilering van goede themagebieden in themaparken
Antwoorden + aanbevelingen 21
3
Literatuurstudie Om een goed onderzoek uit te kunnen voeren moeten er eerst een aantal begrippen worden gedefinieerd. In de hoofdvraag wordt gesproken over themaparken en themagebieden, voor deze begrippen moeten er werkdefinities worden opgesteld. Dit hoofdstuk bevat een beknopte samenvatting van de gedane literatuurstudie. Met deze studie zijn er werkdefinities opgesteld die vanuit de literatuur onderbouwd kunnen worden.
3.1 Werkdefinitie themapark Een themapark is een park dat zich in de meeste gevallen richt op dagrecreatie, met een bijzonder aanbod aan attracties, waar één of meerdere vormen van thematisering is toegepast en waarvoor een toegangsprijs betaald dient te worden. Onder themaparken worden dierenparken, pretparken, openluchttentoonstellingen en vakantieparken verstaan. Themaparken
Dierenparken
Pretparken
Openluchttentoonstellingen
Vakantieparken
Steenbergen, C.M. e. a. (1989) stellen dat de basis voor de ontwikkeling van themaparken zijn gelegd in de Londense pleasure gardens (theetuinen) uit de 17e en 18e eeuw. Later is deze ontwikkeling te zien in de programma’s zoals die werden geïntroduceerd in de wereldtentoonstellingen en openbare parken van de 19e eeuw. Ook bij de evolutie van het romantische wandelpark tot het meer doelmatige volkspark werd een grotere autonomie van het programma zichtbaar.
Werkdefinitie
3.1 Typologieën Onder themaparken worden 4 typologieën herkend. Dierenparken, pretparken, openluchttentoonstellingen en vakantieparken
Ondersteunende literatuur
Door de eeuwen heen heeft er een verschuiving opgetreden van groen recreatiepark naar stedelijk activiteitenpark. Wanneer in zulke parken één of enkele programmaonderdelen uitvoerig en specialistisch zijn uitgewerkt, kan met spreken van een themapark. In tegenstelling tot een normaal park, moet een themapark zich in de meeste gevallen zichzelf financieel in 23
stand houden. Hierdoor is het marktgericht, commercieel en bedrijfsmatig opgezet. In het NRIT rapport (1984) spreekt men op een vergelijkende manier over attractieparken. Een attractiepark is een voorziening die primair voor de dagrecreatie is ontwikkeld, een autonome aantrekkingskracht heeft op een omvangrijk publiek (minimaal 100.000 bezoekers), een bijzonder aanbod te bieden heeft van één of meerdere attracties, elk jaar gedurende een vaste periode is geopend en waarvoor een bepaalde toegangsprijs dient te worden betaald. Steenbergen, C.M. e.a. (1989) stellen dat themaparken in verschillende typologieën onder te verdelen zijn. Zij spreken van pretparken, dierentuinen, openluchttentoonstellingen en vakantieparken.
Werkdefinitie
3.2 Werkdefinitie themagebied Een themagebied bestaat uit één of meerdere gekoppelde ruimtes welke gezamenlijk worden omsloten door een visuele en/of fysieke begrenzing. Binnen de grenzen van het themagebied wordt een gedachte doormiddel van samenhang in ruimtelijke elementen (architectuur, groen, inrichting en/of programma) vormgegeven en herhaald. Het doel hiervan is, de gedachte neer te zetten als herkenbare en beleefbare identiteit.
Baljon, L. (1992) stelt dat een thema in een ruimtelijk ontwerp een gedachte of gegeven is dat in de compositie wordt herhaald en bewerkt om de ruimtelijke opbouw, de ervaring daarvan en de verwijzing vorm te geven. Een thema vormt abstracte onderdelen van een stijl, het is het gereedschap tussen bedoeling en materie.
Ondersteunende literatuur
24
Steenbergen, C.M. e. a. (1995). De beleving, de betekenis, de visuele- en de functionele kwaliteiten van een ruimte worden bepaald door de wanden en inrichting. De wanden creëren een “eigen” wereld waarmee met de inrichting een thema kan worden verbeeld. Hoe minder nadrukkelijk de wanden aanwezig zijn, hoe sterker de inrichting moet worden om het thema te verbeelden. Daarbij hebben de wanden ook invloed op de oppervlakte van een gebied. Een gebied zonder wanden moet vele male groter zijn, om een “eigen” wereld te vormen, dan een gebied met duidelijke wanden.
In het boek ‘Disney and his Worlds’ beschrijft Bryman dat een themagebied wordt gepresenteerd door middel van architectuur, landschapsarchitectuur, kostuums, muziek, live entertainment, attracties, merchandise en eten en drinken. Binnen een bepaald themagebied zijn inbraken en afleidingen van het thema, hiermee wordt beperkt dat de bezoeker wordt ondergedompeld in de sfeer.
25
4
Casusstudie Nu er werkdefinities zijn opgesteld kan er begonnen worden aan de casusstudie. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de keuze voor de verschillende casusgebieden tot stand is gekomen. Als afsluiting van het hoofdstuk worden de gekozen casusgebieden kort geïntroduceerd.
4.1 Van literatuur tot casusstudie Met behulp van de werkdefinities is er een tabel opgesteld (zie fig. 4.1). De basis voor deze tabel komt uit de literatuurstudie. Onder themaparken worden dierenparken, pretparken, openluchttentoonstellingen en vakantieparken verstaan. Vanwege het grote verschil met de overige typologieën zal het vakantiepark niet mee worden genomen in het verdere onderzoek. Voor een duidelijk overzicht van de verschillende themaparken in Nederland zijn de in Nederland aanwezige themaparken onderverdeelt bij de bijbehorende typologie.
Themaparken
Dierenparken
Pretparken
Openluchttentoonstellingen
- Ouwehands
- Drievliet
- Archeon
dierenpark
- Duinrell
- Madurodam
- De Efteling - Avonturenpark
- Aviodrome
- Artis Zoo - Burgers Zoo - Dolfinarium - Noorder Dierenpark - Apenheul - Diergaarde Blijdorp - Safaripark Beekse Bergen
Hellendoorn
- Ecodrome - Keukenhof
- Walibi Holland
- Zuiderzee
- Slagharen - Koningin Juliana Toren - Toverland
Vakantieparken
museum - Kröller-Müller museum - Nederlands Openluchtmuseum
4.1 Typologie tabel Tabel waarin de themaparken van Nederland op typologie staan ingedeeld. 27
4.1 Casusstudie 4.1.1 Dierenpark
Definitie
Een dierenpark is een vaak parkachtige omgeving, met daarin een verzameling van dieren. Deze dieren zijn van oorsprong, wilde dieren die in gevangenschap worden gehouden. Op deze manier krijgt het publiek de gelegenheid om kennis te maken met de dieren en ze op een veilige manier te bekijken. De voorloper van de moderne dierenparken waren de menagerieën. Een menagerie is een historische manier om wilde en exotische dieren in gevangenschap te houden. Het begrip werd vooral in het Frankrijk van de 17e eeuw gebruikt. De meeste menagerieën waren verbonden aan een aristocratisch of koninklijk hof. Ze waren dan ook gevestigd in en tuin of park van een paleis. De menagerieën werden opgericht en beheerd door aristocraten, mensen die tot de hoogste maatschappelijke kringen behoren. Deze dierenverzamelingen verbeelden hun rijkdom en macht.
Geschiedenis
De dierenparken zoals wij die nu kennen zijn ontstaan in de 19e eeuw. Het waren vaak verenigingen die voor hun gegoede leden dieren tentoonstelden in een parkachtige aangename setting. Dit diende voor het verspreiden van kennis over dieren, als een podium voor muziek- en kunstuitvoeringen en ook als speciale ontmoetingsplek voor leden. In de loop van de 20e eeuw zijn een aantal van deze functies op de achtergrond geraakt en zijn er nieuwe functies opgekomen. Zo is er meer aandacht ontstaan voor de creatie en leefbaarheid van de dierenverblijven. En het huidige doel is het dienen als Ark van Noah, voor de dieren die in de wilde natuur bedreigd worden. Door het brede aanbod van recreatieve mogelijkheden worden in hedendaagse dierenparken de beleving versterkt met uitgesproken ontwerpen. Burgers Zoo is met zijn Bush, Ocean, Desert en Mangrove een goed voorbeeld van deze ontwikkeling.
28
4.1.2 Pretpark Een pretpark is een verzameling van grote attracties op een vaste locatie. De attracties kunnen uiteenlopen van een rustig sprookjesbos tot en met de meest spectaculaire achtbanen en rides.
Definitie
Pretparken, ook wel attractieparken genoemd, waren vroeger vooral “vermaaktuinen”. Tijdens de middeleeuwen beschikte Europa over veel van zulke tuinen waar dans, optredens, lichtshows, spellen en enkele attracties centraal stonden. Rond 1700 hebben door politieke oorzaken veel van deze pretparken moeten sluiten. Alleen Bakken, in de Deense hoofdstad Kopenhagen, heeft de crisis overleefd. Hierdoor is Bakken ’s werelds oudste pretpark. Aan het eind van de negentiende eeuw kwamen er steeds meer pretparken in de Verenigde Staten. De parken boden plaats voor picknicken, hadden restaurants en er waren een aantal spellen en attracties. De populariteit voor het pretpark nam toe en vanaf 1893 deed het reuzenrad haar intrede. Hierbij werd ook een concept bedacht waarbij attracties, restaurants en speelhallen werden gecentraliseerd. Met deze grote variatie aan attracties konden bezoekers zich de hele dag vermaken. In 1948 opende Paul Boyton ‘s werelds eerste moderne pretpark, Paul Boynton’s Water Chutes.
Geschiedenis
Vanwege de Grote Depressie, in de jaren 30 van de 20e eeuw, nam het aantal pretparken sterk af. Deze afname liep door tot en met de Tweede Wereldoorlog, maar met de opening van Disneyland, in 1955, brak er een nieuw tijdperk aan. Disney werd opgedeeld in meerdere parken met elk een eigen thema. Dit concept werd later over genomen door Six Flags, ook zei boekten hier successen mee waardoor er wereld wijdt steeds meer nieuwe pretparken werden geopend. Andere parken voegden thema en decoratie toe om bezoekers te blijven trekken.
29
4.1 Casusstudie 4.1.3 Openluchttentoonstelling
Definitie
Geschiedenis
Een openluchttentoonstelling, ook wel openluchtmuseum of beeldenpark is een gelegenheid waarbij personen en/of organisaties objecten in de buitenlucht aan het publiek tonen. Het exppositie terrein is blijvend en de expositie heeft een basis van blijvende objecten. De bekendste openluchttentoonstelling van ons land is het Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem. Sinds 1918 is hier een verzameling van historische gebouwen te bezichtigen. Het Nederlands Openluchtmuseum was niet het eerste museum met deze insteek. Het museum is een afgeleide van het Zweedse openluchtmuseum Skansen. In 1893 werd op het Stockholmse eiland Djurgården dit museum geopend, waarmee het één van de eerste openluchtmusea ter wereld is. Binnen het aanbod aan openluchtmuseum zijn er twee types te herkennen. Tentoonstellingen met vaste collectie en tentoonstellingen met wisselende een collectie. Tentoonstellingen met vaste collectie, zoals het Nederlands Openluchtmuseum en het Kröller-Müller Museum, hebben een collectie die enkel veranderd wanneer er stukken aan toe worden gevoegd. Tentoonstellingen met een wisselende collectie, zoals de Floriade en de Keukenhof, hebben daarentegen een collectie die na een bepaalde periode wordt vervangen.
30
4.2 Selectiecriteria De lijst met themaparken in Nederland is te groot om allemaal te kunnen bezoeken. Door het opstellen van selectiecriteria is deze lijst ingekort zodat op een eenvoudige manier casusgebieden geselecteerd kunnen worden. De selectie criteria zijn zo opgesteld dat de themaparken met de “beste” thematisering en de meeste overeenkomsten met het Nederlands Openluchtmuseum na voren kwamen. In onderstaand overzicht worden de verschillende selectiecriteria uitgelegd, waarna ze in figuur 4.2 worden toegepast op de themaparken.
Thematisering:
Is het te bezoeken park gethematiseerd?
Aantal themagebieden:
Hoeveel themagebieden worden door het park aangewezen of worden op de plattegrond ontdekt?
Context:
Wat is de typologie van de context van het te bezoeken park?
Een eigen wereld:
Vormt het te bezoeken park een eigen wereld?
Context gerelateerd:
Heeft het te bezoeken park relaties met de context?
Seizoenen gebonden:
Is het te bezoeken park jaarrond geopend of afhankelijk van seizoenen?
Binnen park:
Heeft het te bezoeken park een binnen programma waar men zich meer dan een uur kan vermaken?
Buiten park:
Heeft het te bezoeken park een buiten programma waar men zich meer dan een uur kan vermaken?
Kijk park:
Is het een park waarbij voornamelijk gekeken wordt naar attracties?
Doe park:
Is het park een park waarbij attracties beleeft worden?
Ontstaansgeschiedenis:
Vanuit welke oorsprong is het te bezoeken park ontstaan?
Uitleg selectie criteria
31
DƵƐĞƵŵƉĂƌŬ <ĞƵŬĞŶŚŽĨ ƵŝĚĞƌnjĞĞŵƵƐĞƵŵ <ƌƂůůĞƌDƺůůĞƌ DĂĚƵƌŽĚĂŵ ƌĐŚĞŽŶ ǀŝŽĚƌŽŵĞ ĐŽĚƌŽŵĞ
ϰ ϴ ϲ ϲ
>ĂŶĚŐŽĞĚ WŽůĚĞƌ ŽƐ ŽƐ ŽƐ >ĂŶĚŚƵŝƐ >ĂŶĚŐŽĞĚ
dž dž dž dž dž dž dž
Selectiecriterea tabel Tabel waarin de selectie criterea uiteen worden gezet.
ϴ ϲ ϲ ϰ ϯ
>ĂŶĚŐŽĞĚ /:ƐƐĞůŵĞĞƌ ŽƐ ĞŶŚĂĂŐ WŽůĚĞƌ WŽůĚĞƌ ŽƐ
dž dž dž dž dž
dž
dž
dž
dž
sĂŶůĂŶĚŐŽĞĚƚŽƚŵƵƐĞƵŵƉĂƌŬ
dž dž dž dž
dž dž dž dž dž dž dž dž
dž dž dž dž dž dž dž dž
dž
'ĞƐƚĂƌƚĂůƐĚŝĞƌĞŶƚƵŝŶ sĂŶĨĂƐĂŶƚĞƌŝĞƚŽƚĚŝĞƌĞŶƚƵŝŶ sĂŶǀŽŐĞůƚƵŝŶƚŽƚĚŝĞƌĞŶƚƵŝŶ ůƐŶĞǀĞŶĂĐƚŝǀŝƚĞŝƚǀĂŶĞĞŶƌĞĚĞƌŝũ sĂŶůĞĞƵǁĞŶƉĂƌŬƚŽƚƐĂĨĂƌŝƉĂƌŬ sĂŶŚŽďďLJƚŽƚĚŝĞƌĞŶƚƵŝŶ dƵŝŶĞŶĐŽůůĞĐƚŝĞŽƉƐƚĞƌŬǁĂƚĞƌ sĂŶ<ŝƉƉĞŶĨĂƌŵƚŽƚĚŝĞƌĞŶƚƵŝŶ
dž dž dž dž dž dž dž dž
dž dž dž dž
dž dž dž dž dž dž dž dž
dž
dž dž dž dž dž dž dž
dž
dž dž dž
dž dž dž
dž
dž dž dž dž
dž
dž
dž
dž
dž
dž
KŶƚƐƚĂĂŶƐŐĞƐĐŚŝĞĚĞŶŝƐ
^ĞŝnjŽĞŶĞŶŐĞďŽŶĚĞŶ
ŽŶƚĞdžƚŐĞƌĞůĂƚĞĞƌĚ dž dž dž dž dž dž dž
ŽĞƉĂƌŬ
dž dž dž dž
ϱ ŵŵĞŶ ϳ ŽƐ Ϯ ZŽƚƚĞƌĚĂŵ tŽůĚĞƌǁŝũĚĞŶsĞůƵǁĞŵĞĞƌ ŽƐ ŽƐ ŵƐƚĞƌĚĂŵ ŽƐ
<ŝũŬƉĂƌŬ
WƌĞƚƉĂƌŬĞŶ ĞĨƚĞůŝŶŐ tĂůŝďŝ,ŽůůĂŶĚ ǀŽŶƚƵƌĞŶƉĂƌŬ,ĞůůĞŶĚŽŽƌŶ ^ůĂŐŚĂƌĞŶ <ŽŶŝŶŐŝŶ:ƵůůŝĂŶĂƚŽƌĞŶ ƌŝĞǀůŝĞƚ dŽǀĞƌůĂŶĚ ƵŝŶƌĞůů
dž dž dž dž dž dž
dž
ƵŝƚĞŶƉĂƌŬ
ŝĞƌĞŶƚƵŝŶ EŽŽƌĚĞƌĚŝĞƌĞŶƉĂƌŬŵŵĞŶ ƵƌŐĞƌƐnjŽŽ ŝĞƌŐĂĂƌĚĞůŝũĚŽƌƉ ŽůĨŝŶĂƌŝƵŵ ^ĂĨĂƌŝƉĂƌŬĞĞŬƐĞďĞƌŐĞŶ ĞƉĞŶŚĞƵů ƌƚŝƐ KƵǁĞŚĂŶĚƐŝĞƌĞŶƉĂƌŬ
ĞŶĞŝŐĞŶǁĞƌĞůĚ
ϭϱ >ĂŶĚŐŽĞĚ
ŝŶŶĞŶƉĂƌŬ
EĞĚĞƌůĂŶĚƐKƉĞŶůƵĐŚƚŵƵƐĞƵŵ
ŽŶƚĞdžƚ
ĂŶƚĂůƚŚĞŵĂŐĞďŝĞĚĞŶ
dž
dŚĞŵĂƉĂƌŬĞŶ
dŚĞŵĂƚŝƐĞƌŝŶŐ
4.2 Selectiecritera
dž dž dž dž dž dž
dž dž dž dž dž dž dž
dž
dž dž dž dž dž dž dž
dž
dž
dž dž dž
sĂŶƐƉŽƌƚĞŶǁĂŶĚĞůƉĂƌŬƚŽƚƉƌĞƚƉĂƌŬ sĂŶĞĚƵĐĂƚŝĞďŽĞƌĚĞƌŝũƉĂƌŬŶĂĂƌƉƌĞƚƉĂƌŬ sĂŶƐƉĞĞůƚƵŝŶŵĞƚƚŚĞĞŚƵŝƐƚŽƚƉƌĞƚƉĂƌŬ sĂŶsĂŬĂŶƚŝĞƉĂƌŬƚŽƚƉƌĞƚƉĂƌŬ sĂŶƌĞƐƚĂƵƌĂŶƚŵĞƚƵŝƚŬŝũŬƚŽƌĞŶŶĂĂƌƉƌĞƚƉĂƌŬ sĂŶůĂŶĚŚƵŝƐŵĞƚƌĞƐƚĂƵƌĂŶƚƚŽƚƉƌĞƚƉĂƌŬ ůƐƉƌĞƚƉĂƌŬŐĞďŽƵǁĚ sĂŶ>ĂŶĚŚƵŝƐŵĞƚǀĂŬĂŶƚŝĞƉĂƌŬƚŽƚƉƌĞƚƉĂƌŬ
sĂŶůĂŶĚŐŽĞĚƚŽƚŵƵƐĞƵŵƉĂƌŬ ůƐŵƵƐĞƵŵƉĂƌŬŽƉŐĞƌŝĐŚƚ sĂŶŚŽďďLJƚŽƚŵƵƐĞƵŵ ůƐŽŽƌůŽŐƐŵŽŶƵŵĞŶƚͬŝŶŬŽŵƐƚĞŶƚĞŐĞŶƚƵďĞƌĐƵůŽƐĞ ůƐŵƵƐĞƵŵƉĂƌŬŽƉŐĞƌŝĐŚƚ ůƐŵƵƐĞƵŵƉĂƌŬŽƉŐĞƌŝĐŚƚ ůƐŵƵƐĞƵŵƉĂƌŬŽƉŐĞƌŝĐŚƚ
Aan de hand van de selectiecriteria die in de tabel, zie figuur 4.2, zijn verwerkt is er een keuze gemaakt. Voor de casusstudie worden uit iedere typologie één park bezocht. De ligging van de gekozen parken worden in figuur 4.3 weergegeven. Dierenpark: Dierenpark Emmen Openluchttentoonstelling: De Keukenhof Pretparken: De Efteling.
32
4.2 Ligging themaparken Ligging gekozen themaparken in Nederland.
33
Casusgebieden Dierenpark Emmen Themapark: Plaats: Oppervlakte: Bezoekers: Geopend:
Dierentuin Emmen 19 Ha 1.100.000 Jaarrond
De Efteling Themapark: Plaats: Oppervlakte: Bezoekers: Geopend:
Pretpark Kaatsheuvel 72 Ha 4.000.000 Jaarrond
De Keukenhof Themapark:
4.3 Verhoudingen themaparken De verhoudingen tussen de gekozen themaparken. 34
Plaats: Oppervlakte: Bezoekers: Geopend:
Openluchttentoonstelling Lisse 32 Ha 800.000 Eind maart tot eind mei
Dierenpark Emmen Dierenpark Emmen is een dierentuin dat als een dierentuin is gestart. Het is gelegen in de stad Emmen en is gethematiseerd in 5 themagebieden: Amerika, Europa, Afrika, Azië en Australië. Deze thema’s zijn in tegenstelling tot bijvoorbeeld Burgers Zoo voornamelijk in de buitenlucht gelegen. Het park vorm een eigen wereld en heeft geen contact met zijn context. Doordat de vele buiten gesitueerde themagebieden is dit park geschikt voor een casusstudie.
De Efteling De Efteling is een pretpark in Kaatsheuvel. Het is ontstaan vanuit een wandel en sportpark/landgoed waarbij later een sprookjesbos is ontwikkeld omdat de bezoekersstroom afnam. De attracties van de Efteling zijn zowel binnen als buiten georiënteerd. Het park bestaat uit een geheel eigen sprookjes wereld en heeft 4 themagebieden genaamd: Marerijk, Anderrijk, Ruigrijk en Reizenrijk. Binnen het park is er geen contact met de context en het is het gehele jaar geopend. Door de sterke overeenkomst in ontstaanswijze, met het Nederlands Openluchtmuseum, is het een geschikt park voor een casusstudie.
De Keukenhof De Keukenhof is een openluchttentoonstelling in Lisse. Deze openluchttentoonstelling is opgezet op een deel van het Landgoed de Keukenhof. De tenttoonstelling is buiten georiënteerd en is in het voorjaar (maart- mei) geopend. In het park zijn 8 verschillende themagebieden van de plattegrond af te lezen. Omdat het op een landgoed is ontstaan heeft het sterke overeenkomsten met het Nederlands Openluchtmuseum. Het is een park welke een relatie heeft met zijn context waardoor ook dit een geschikte casusstudie is.
35
5
5.1 Dierenpark Emmen Voor de typologie dierenpark is er een bezoek gebracht aan Dierenpark Emmen. De casusstudie voor dit park wordt in dit hoofdstuk getoond. Historie Het Dierenpark Emmen werd in 1935 geopend. Directeur Willem S. J. Oosting had er altijd al van gedroomd om van z’n achtertuin een dierentuin te maken. Er werden stukken grond aangekocht en het park groeide. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bood Oosting het dierenpark aan als schuilplaats voor onderduikers. Kort na deze oorlog werd het park de toeristische topper van het noorden, maar in de jaren ‘60 liepen de bezoekers aantallen terug en was er geen geld voor nieuwe projecten. Het familie bedrijf leek failliet te gaan tot dat in 1970 de gemeente Emmen de helft van het park kocht. Aleid Rensen-Oosting met haar man, tevens architect, Jaap Rensen namen de directie over. Onder deze nieuwe leiding sloeg het park een nieuwe weg in. Een van de eerste projecten was de aanleg van een educatief centrum. Daarnaast kreeg het park een nieuwe indeling waarbij de dieren naar continent werden ingedeeld. In het centrum kon het dierenpark niet meer uitbreiden en daarom is in 1999 gestart met de bouw van een nieuwe uitbreinding van het park en parkeerplaats aan de rand van Emmen. Via een loopbrug worden het oude en nieuwe deel met elkaar verbonden. Het nieuwe gedeelte bied de ruimte om de dieren op natuurlijke manier aan het publiek te tonen.
Visie De doelstelling van het Dierenpark Emmen is het geven van informatie over natuur en milieu. Het inzicht dat de levende natuur niet uit losse dieren en planten bestaat, maar uit een samenhangend geheel. Dierenpark Emmen wil bezoekers op een prettige en recreatieve manier betrekken bij de levende natuur. De combinatie van vaak grote groepen dieren in een zo natuurlijk mogelijke setting kenmerkt de organisatie. Medewerkers denken mee in verbetering van de kwaliteit van het park. Centrale thema’s zijn; welzijn voor de dieren, gastvrijheid tegenover de bezoekers, een hoog kwaliteitsbewustzijn en een grote verantwoordelijkheid ten opzichte van het milieu. In het park wordt daarom al jaren geen tropisch hardhout meer gebruikt en wordt er zuinig met energie omgegaan doormiddel van zuinige verlichting en de isolatie van gebouwen. Het afvalwater wordt op het terrein gezuiverd en het voedsel voor de dieren wordt verbouwd met mest uit het park.
Dierenpark Emmen Themapark: Dierentuin Plaats: Emmen Oppervlakte: 19 ha. Bezoekers: 1.100.000 Geopend: Jaarrond Themagebieden: 5 Afrika Amerika Azië Europa Australie
37
5.2 Context
Legenda Themapark Wegen Park Bos Landschap Stad Spoor 5.1 Context Dierenpark Emmen Het Noorderdierenpark bestaat uit twee locaties, de locatie in het centrum van Emmen en nieuwe uitbreiding de Es buiten de stad.
P
De liggng en context(zie fig. 5.1) Dierenpark Emmen is gelegen in het noorden van Nederland, in de plaats Emmen. Het dierenpark ligt midden in het centrum en wordt omsloten door bebouwing en langs de oostelijke periferie ligt een spoorbaan. Doordat het park omsloten is kan het niet verder uitbreiden in het centrum. De oplossing was een externe uitbreiding aan de rand van Emmen. De nieuwe locatie, genaamd de Es, ligt op 10 minuten lopen van het oude centrum en worden door middel van een grote loopbrug met elkaar verbonden(zie fig. 5.2 en 5.3). Bij de nieuwe uitbreiding is ook de parkeerplaats van het dierenpark gelegen -
38
Dierenpark Emmen bestaat uit twee verschillende locaties. Eén in het centrum en een nieuwe uitbreiding buiten de stad.
5.2 Entree gebied de Es Als men linksaf slaat loopt men naar locatie de Es, rechtsaf is richting de loopbrug.
5.3 Loopbrug Dierenpark Emmen De loopbrug verbind locatie de Es met de locatie in het centrum van Emmen.
39
5.3 Parkplattegrond
5.4 Plattegond Dierenpark Emmen Vereenvoudige plattegrond van Dierenpark Emmen. Voor een duidelijk overzicht hebben is locatie De Es verschoven.
< Voor de exacte positie van locatie de Es zie fig 5.1
Legenda Bebouwing Paden Overige Water Beplanting Boom Entree 40
5.5 Locatie Centrum Het oudste gedeelte van het Dierenpark Emmen waarbij er gekeken wordt naar de dieren.
5.6 Locatie de Es De nieuwe uitbreiding van Dierenpark Emmen waarbij de beleving van de dieren centraal staat.
41
5.4 Het park
Legenda Australië Afrika Amerika Azië Europa
5.7 Park themagebieden Het park onderscheidt 5 themagebieden die koud tegenelkaar zijn gelegen. Legenda Massa Ruimte
5.8 Massa ruimtekaart Het park heeft gesloten randen, waarbinnen de dierverblijven de openruimtes vormen. 42
5.4.1 Aangegeven themagebieden Dierenpark Emmen heeft zijn 19 ha. oppervlakte in vijf verschillende themagebieden verdeeld (zie fig. 5.7 en 5.9). De themagebieden zijn gebaseerd op de geografische afkomst van de dieren. De vijf themagebieden zijn: Amerika, Azië , Afrika, Australië en Europa. De rest van het park is niet gethematiseerd. De dieren binnen een themagebied zijn afkomstig uit het zelfde continent. Binnen continenten bestaan verschillende habitats waardoor de themagebieden ook moeten weergeven. Het komt voor dat de Afrikaanse jungle naast de Afrikaanse savanne ligt, hierdoor wordt het themagebied onduidelijk , maar is het geologische correct. Het thema wordt door de dieren, de aankleding van de dierenverblijven en de aankleding van het park verduidelijkt.
5,2 ha
,7 ha.
0,3 ha. 0 4 ha 3,2 h 4,2 ha 5.9 Cirkeldiagram park themagebieden Het park heeft grote en kleine themagebieden. Eén derdedeel is niet gethematiseerd.
- De themagebieden zijn op geografische afkomst van de dieren (attracties) ingedeeld.
5.4.2 Massa vs ruimte De randen van het park bestaan uit beplanting en bebouwing van de dierverblijven (zie fig. 5.8 en 5.10). Op de achtergrond klinken geluiden van de achterliggende spoorlijn en kerkklok, maar er is geen contact met de context. Vanwege de massieve randen ontstaat er een naar binnen gekeerd gebied welke uit drie, door groen en bebouwing gevormd, ruimtes bestaat. Deze ruimtes vormen de dierverblijven en omvatten de park aankleding zoals water en lage beplanting. De ruimtes vormen tevens delen van de themagebieden.
5.10 Randen De randen van het dierenpark zijn massief en er is nauwlijks contact met de omgeving
- Het park is heeft gesloten randen bestaande uit een grondwal met beplanting. 43
5.4 Het park
Legenda Water Beplanting Boom Koppeling
5.11 Groenstructuurkaart Door het park lopen oude bomenrijen. Het aanwezige water zorgt voor de koppeling tussen verschillende gebieden. Legenda Hoofdpad Subpaden Entree
5.12 Hoofdpaden De routing heeft de vorm van een klaverblad, het heeft een hoofdpad met een verdeelpunt. 44
5.4.3 Groen en water Dierenpark Emmen heeft een bestaande groenstructuur opgenomen in het huidige park (zie fig. 5.11 en 5.12). Er lopen 3 bomenrijen van oude eiken (+/-100 jaar)door het dierenpark. Deze bomenrijen zijn met nieuwe gebouwen doorbroken. De bomenrijen lopen dwars door dierverblijven en themagebieden heen. De randen van het park worden gevormd door begroeide grondwallen waardoor er een dichte massieve groene wand ontstaat waarbij de context van het park wordt afgeschermd. Naast de groenstructuur is er ook een duidelijke koppeling door middel van water in het park. Het water koppelt de dierverblijven en themagebieden (zie fig.5.14). - Het park heeft een oude groenstructuur die als losse laag over het ontwerp ligt. - Water zorgt voor koppeling tussen gebieden
5.13 Oude bomenrijen De oude bomenrijen doorkruisen het dierenpark.
5.4.4 De routing De routing in Dierenpark Emmen bestaat uit een hoofdpad welke eindigt op een splitsing van paden (zie fig. 5.12). De verschillende paden op de splitsing maken een rondgang door en/of om een themagebied. De rondgang in het themagebied leid langs alle dierenverblijven waarbij men uit eindelijk weer op de splitsing eindigt. Er is één pad per themagebied en er kan niet gedwaald worden. - Er is een hoofdpad waarvandaan rondgangen vast subpaden aan vast liggen.
5.14 Water Door het water worden verschillende verblijven gekoppeld.
45
5.5 De thema’s
Legenda Afrikaanse jungle 5.15 Themagebieden Vanuit de werkdefinitie kunnen er 5 themagebieden worden gedefinieerd. 46
Afrikaanse savanne Azië Alaska Patagonië
Themagebieden Dierenpark Emmen geeft aan, vijf themagebieden te hebben. Ook vanuit de werkdefinitie zijn er vijf themagebieden. Echter zijn deze themagebieden verschillend van de gebieden die het dierenpark herkend (zie fig. 5.7 blz. 36 en fig. 5.15 en 5.16). Dit komt door de werkdefinitie van themagebieden: Themagebieden zijn een of meerdere gekoppelde ruimtes welke gezamenlijk worden omsloten door een visuele en fysieke begrenzing. Binnen de grenzen van het gebied wordt een gedachte doormiddel van samenhang in ruimtelijke elementen (architectuur, groen, inrichting en/ of programma) vormgegeven met als doel de gedachte neer te zetten als herkenbare en beleefbare identiteit. De hier geïdentificeerde themagebieden zijn Alaska, Azië, Afrikaanse savanne, Afrikaanse jungle, en Patagonië. Deze gebieden verschillen erg van karakter en sfeer, waardoor men direct weet in welk gebied men is. Omdat de Afrikaanse savanne in het karakter en de sfeer het meest verschilt van Patagonië en omdat de Afrikaanse savanne in het oude Centrum park en Patagonië in het nieuwe gedeelte, de Es, ligt is er gekozen om deze twee gebieden verder te onderzoeken.
,7 ha
2,5
2,0 a. 10,1 ha.
1,5 ha.
2,2 5.16 Cirkeldiagram themagebieden Het park kent over het algemeen middelgrote themagebieden. Opvallen is dat meer dan de helft, in het park, niet is gethematiseerd.
- De gedefinieerde themagebieden verschillen van de aangegeven themagebieden omdat er vanuit de landschapsarchitectuur wordt gekeken en niet naar de attracties.
47
5.5 De thema’s Afrikaanse jungle (zie fig. 5.17) De Afrikaanse jungle is 0,7 ha. groot en bestaat uit meerdere verblijven met een bos karakter. De verblijven worden doormiddel van water aan elkaar gekoppeld. Hier leven dieren die uit Afrika komen zoals de Ringstaart maki’s Colobusapen, Pelikanen en Maraboes.
< 5.17 Afrikaanse Jungle Bos karakter met ringstaarmaki’s.
Patagonië (zie fig. 5.18) Patagonië is een 2,5 ha. groot gebied waar dieren uit Amerika leven. Het gebied wordt gekenmerkt door rotsen en beplanting, Apenbomen/ Slangenden. Hier leven de Humboldt-pinguïns en de Guanaco’s.
< 5.18 Patagonië Apenbomen en rotsen zijn kenmerkend voor dit gebied.
Azië (zie fig. 5.19) Azië is 2,0 ha. groot en bestaat uit de dierenverblijven van dieren uit Azië , zoals de Aziatische olifant, withandgibbons en Chileense flamingo’s. De gebieden worden gekenmerkt door de aanwezigheid van bamboo en rotsen.
< 5.19 Azië Verhoogt uitkijk punt op het olifantenverblijf met op de achtergrond bamboo en rotsen. 48
Afrikaanse savanne (zie fig. 5.20) De Afrikaanse savanne is 1,5 ha. groot en bestaat uit een verblijf waar een verzameling van dieren uit Afrika woont. De savanne wordt gekenmerkt door gras en rotsen in een grote openruimte waar verschillende dieren lopen zoals; Giraffes neushoorns, zeebra’s en gazelle’s.
5.20 > Afrikaanse Savanne Openruimte met savanne dieren.
Alaska (zie fig. 5.21) Alaska is 2,2 ha groot en bestaat uit de dierenverblijven van dieren uit Amerika zoals de bruinebeer, eland, bizon, en diverse vogels. De gebieden worden gekenmerkt door de beplanting van dennenbomen. De beplanting en het water met diverse watervallen koppelen de verschillende dierenverblijven aan elkaar. 5.21 > Alaska Water, rotsen en watervallen kenmerken dit gebied.
49
5.6 Patagonië
Legenda Bebouwing Paden Overige 5.22 Patagonië Plattegrond van het themagebied Patagonië
Water Beplanting Boom Entree
50
5.6.1 Themagebied Patagonië Op 10 minuten lopen van het centrum park, ligt locatie de Es. Dit deel van Dierenpark Emmen vormt de basis voor de uitbreidingen in de toekomst. Het park wil zich op deze locatie gaan vestigen. Voor ons onderzoek beschouwen wij dit deel van het dierenpark als een themagebied van de locatie in het centrum.
Waardering:
7
1
otaal
unctionaliteit
Vormgeving
Beleving
Omdat dit gebied een zo natuurlijk mogelijke inrichting heeft waar de dieren wonen krijgt het gebied een geheel eigen karakter (zie fig. 5.23). Deze vernieuwende opzet en inrichting van deze locatie zorgt ervoor dat we dit themagebied voor de uitwerking hebben gekozen. Het gebied is met zijn 2,5 hectare een middelgroot themagebied. De beleving van het themagebied wordt gekenmerkt door kijken en doen. Er wordt naar de dieren gekeken maar men kan ook door het pinguïn verblijf lopen waardoor de beleving sterker wordt.
Patagonië
Oppervlakte: ha.
Kenmerken: Rotsachtige omgeving en Apenbomen/ Slangendennen Attracties: Humboldt-pingüins Grote booteenden Padoes Kuifhoenderkoeten Guanaco’s
5.23 Themagbied Patagonië Typerende foto van themagebied Patagonië
51
5.6 Patagonië
Legenda Massa Ruimte
5.24 Massa vs. ruimte Het park heeft dichte randen en de dierverblijven zorgen voor de openruimtes. Legenda Water Beplanting Boom Koppeling
5.25 Groen en water Groen en water zijn de verbindende elementen in het themagebied. 52
5.6.2 Massa vs ruimte Het themagebied bevat vele massa’s (zie fig. 5.24). Deze worden gevormd door de rots- en bospartijen. De randen van het themagebied worden gevormd door groen, gebouwen en grondwallen. Hiermee is het een naar binnen gekeerd themagebied waarbij geen contact is met de context. De ruimtes in het gebied worden gevormd door het brede profiel van de entree en de dierverblijven zoals; het Pinguïn verblijf en het zuidelijk gelegen verblijf van de Guanaco’s (zie fig. 5.26). Er zijn verschillende ruimtes welke los verspreidt in het themagebied liggen. - Het themagebied heeft een massieve rand met daar binnen verschillende ruimtes
5.6.3 Groen en water De oostelijke periferie van het themagebied bestaat uit een grote begroeide grondwal welke het gebied afgeschermd van zijn context (zie fig. 5.25). In deze groene strook staat een grote collectie aan Araucaria’s. Deze Apenbomen/ slangendennen staan verspreidt door het gehele themagebied, waardoor het een eenduidige en herkenbare groene aankleding krijgt (zie fig. 5.27). Het water dat in de verschillende dierverblijven is te zien lijken met elkaar in contact te staan. Door het groen en het water worden de verschillinde ruimtes sterk met elkaar verbonden. - Water en groen zijn de verbindende elementen in het themagebied.
5.26 Ruimte De grote ruimte van de Lama’s is één van de opvallende ruimtes in Patagonië.
5.27 De bomen De bomen staan losverspreid en vormen met het water de structuur in het themagbied Patagonië
53
5.6 Patagonië
Legenda Hoofdpad Subpaden Entree Attractie Horeca Speeltuin Toilet
5.28 Routing Themagebeid Patagonië heeft een gestuurde routing. Legenda Accent vlak Entree Accent Punt
5.29 Accenten Het pinguïn en lama verblijf zorgen samen met de rots poort voor de accenten in het themagebied. 54
5.6.4 Routing Het themagebied heeft één entree, tevens de ingang van locatie de Es is (zie fig. 5.28). De paden hebben daardoor een breed profiel. In de huidige situatie is de breedte overbodig, maar in de toekomst zal het de toestroom van bezoekers gaan lijden (zie fig. 5.30). Het themagebied heeft een gestuurde routing waaraan functies zoals horeca, toilet en speeltuin zijn gelegen. De attracties liggen los verspreidt door het themagebied. Met bewegwijzering wordt er een route aangegeven die alle attracties aan gaat. De beleving op deze route is sterk. Waar mogelijk loop je tussen de dieren, waar dit niet kan zorgt de aankleding voor de beleving van het themagebied. - Het park heeft een gestuurde routing. Het brede pad gaat later fungeren als hoofdpad.
5.6.5 Accenten Het themagebied Patagonië kent een drietal accenten (zie fig. 5.29). De meest opvallende is de rots poort over het hoofdpad (zie fig. 5.30). Deze ligt halverwege het pad en zorgt ervoor dat men zich focust op het achterliggende verblijf. Voorin het themagebied ligt het Pinguïn strand dat door de natuurlijke aankleding en ligging zorgt voor een accent direct bij de entree van het gebied (zie fig. 5.31). Tot slot is er in het zuidelijke deel van het themagebied een opvallende grote open ruimte welke de besloten sfeer van het themagebied door breekt.
5.30 Paden / accent De paden hebben een breedt profiel om in de toekomst als hoofdpad te voldoen. Accentpunt rots poort
5.31 Accent Accentvlak het pungüinverblijf
- De accenten versterken de beleving van het gebied door een verandering in het landschap te verbeelden. 55
5.6 Patagonië
5.32 Thematisering Het themagebied kent thematisering in de vorm van water, groen, bouwkundige elementen en attracties. 56
Legenda Bouwkundige thematisering Water thematisering Groen thematisering Attractie thematisering
5.6.6 Thematisering De thematisering van dit themagebied zit in de aankleding en de attracties (zie fig. 5.32). De aankleding bestaat uit groen, water en bouwkundige elementen. Op grote schaal zorgt het water, de Apenbomen/slangendennen en de vele rotspartijen voor een duidelijk en eenduidig thema wat past bij de dieren (attracties). Overal in het themagebied is het thema Patagonië herkenbaar (zie fig. 5.34). De attracties bestaan uit de dieren en hun verblijf. Deze hebben allemaal hun eigen toegevoegde thematisering. Het pinguïn verblijf is met zijn strand anders ingericht dan de grote open vlakte van de lama’s, maar ze worden door de aankleding gekoppelt (zie fig. 5.33).
5.33 Thematisering attractie De stenen en het water in het pinguïnverblijf geven het verblijf een eigen sfeer.
De thematisering wordt gevormd door: -
De attracties in vorm van de dieren
-
Het groen in vorm van de apenbomen / slangendennen.
-
Het water welke doorloopt tussen de dierenverblijven en het themagebied.
-
De bouwkundigecontructies in de vorm van de rotspartijen.
Door de aankleding wordt het themagebied Patagonië één geheel waardoor het beleeft wordt als één gebied en daarmee voldoet aan onze verwachting van een goed themagebied.
5.34 Thematisering themagebied De bomen en de rostsen komen in heel themagebied Patagonië terug.
57
5.7 Afrikaanse savanne
Legenda Bebouwing Paden Overige 5.35 Afrikaanse savanne Plattegrond van het themagebied Afrikaanse savanne. 58
Water Beplanting Boom Entree
5.7.1 Themagebied Afrikaanse savanne In het oude deel, centrum locatie, van het dierenpark heeft het principe van kijken naar de dieren de overhand. In het themagebied, de Afrikaanse Savanne, is dit principe het duidelijkst aanwezig. Dit vormde ook de reden om het themagebied verder te ontrafelen.
Waardering:
7
1
otaal
unctionaliteit
Vormgeving
Beleving
Het meest opvallende aan het themagebied de Afrikaanse savanne is dat Dierenpark Emmen het oorspronkelijk leefgebied van de desbetreffende dieren nabootst (zie fig. 5.36). Dit gebeurd in een gemiddeld groot themagebied waar verschillende diersoorten door elkaar lopen. In het themagebied kan men alleen kijken naar de dieren die op een grote vlakte lopen. De beleving is hiermee beperkt, maar dit wordt opgevangen door de grootschalige attractie(veel dieren).
Afrikaanse savanne
Oppervlakte:
5 ha.
Kenmerken: Openheid Attracties: Neushoorn Chiraf Gazelle Kraanvogel Zeebra
5.36 Themagbied Typerende foto van themagebied Afrikaanse savanne
59
5.7 Afrikaanse savanne
Legenda Massa Ruimte
5.37 Massa vs. ruimte Het themagebied heeft nauwelijk randen en bestaat uit een in tweeën gedeelde ruimte
Legenda Boom
5.38 Groen en water Het themagebied bezit enkel de oude bomenrij uit de groenstructuur van het park. 60
5.7.2 Massa vs ruimte Het themagebied bestaat uit twee openruimtes (zie fig. 5.37 en 5.39). Een bomenrij splits het gebied op waardoor er één grote hoofdruimte met een sub-ruimte ontstaat. In het zuiden wordt het themagebied afgeschermd met groen en gebouwen, maar de rest van de randen zijn vrij transparant of open. - Het themagebied bestaat uit een opgedeelde ruimte met transparante randen.
5.39 Ruimte Het themagebied wordt gevormd door een in tweeën gedeelde ruimte.
5.7.3 Groen en water Het themagebied heeft geen eigen structuur in groen of water (zie fig. 5.38). Door het themagebied loopt wel een opvallende bomenrij dat onderdeel uitmaakt van de hoofdstructuur van het park (zie fig. 5.40). Echter is deze bomenrij niet van waarde in het themagebied. Het deelt de openruimte in tweeën en de uitstraling past iet bij de Afrikaanse Savanne. - Het themagebied heeft geen eigen groenstructuur, maar wordt doorsneden met een oude bomenrij die tot de hoofdstructuur van het park behoort. - Water doet op structuur niveau niet meer in dit themagebied.
5.40 De oude bomenrij De oude bomenrij deelt de Afrikaanse savanne op in twee ruimtes.
61
5.7 Afrikaanse savanne
Legenda Hoofdpad Subpaden Entree Attractie Horeca Speeltuin Toilet
5.41 Routing De routing bestaat uit een rondgang om de attractie. Ook de voorzieningen zijn aan deze rondgang gelegen.
Legenda Accent Punt
5.42 Accenten Een accent in het themagebied wordt gevormd door het aanwezige paviljoen 62
5.7.4 Routing Het themagebied kent vele ingangen (zie fig. 5.41). De hoofdingangen liggen op de overgangen van de verschillende themagebieden en aan het verdeelplein. Tussen de hoofdingangen liggen een aantal extra toegangen. De padenstructuur bestaat uit één hoofdpad dat rond de attractie loopt (zie fig. 5.43). Aan deze route liggen een speeltuin en een paviljoen met horeca. - De routing bestaat hier uit een rondgang die rond het themagebied gaat, tot deze rondgang zijn verschillende entrees
5.43 Paden De rondgang rond het themagebied afrikaanse savanne heeft een breedt profiel.
5.7.5 Accenten Het themagebied kent één accent (zie fig. 5.42). Het uiterlijk en de functie van het paviljoen, aan de zuid zijde van het themagebied, maken dit tot een accent. Dit accent zorgt, met zijn uitstraling, voor een extra toevoeging in het themagebied (zie fig. 5.44). Het themagebied de Afrikaanse savanne fungeert zelf ook als accent in het Dierenpark Emmen. Dit komt doordat de grote openruimte een opvallend voorkomen heeft binnen het besloten park. - Er is één accent in het themagebied, het paviljoen.
5.44 Accent Accentpunt in het themagebied Afrikaanse savanne is het pavillioen.
63
5.7 Afrikaanse savanne
5.45 Thematisering De thematisering van dit themagebied wordt gevomd door de attracties. Ter aanvullig is er een bouwkundig element aanwezig. 64
Legenda Bouwkundige thematisering Attractie thematisering
5.7.6 Thematisering De thematisering van dit themagebied zit in de attracties (zie fig. 5.45). De attractie zijn de dieren die net zoals op de Afrikaanse savanne met elkaar op een openvlakte lopen. De verschillende dieren vormen de aankleding van het verblijf. Zet men in het zelfde verblijf koeien neer, dan haalt men het thema Afrikaanse savanne niet meer uit het themagebied. Het Afrikaanse savanne themagebied wordt door middel van een bouwkundige constructie versterkt in de vorm van een paviljoen (zie fig. 5.46). De thematisering wordt gevormd door: De attractie in vorm van de dieren -
5.46 Thematisering attractie De dieren en het paviljoen zorgen voor de thematisering in het themagebied.
Bouwkundige element in vorm van een paviljoen
De attractie in het themagebied is heel sterk omdat de dieren net zoals op de echte Afrikaanse savanne door elkaar lopen, maar de aankleding werkt hier niet in mee. Vanwege de vormgeven en hoge functionaliteit voldoet het aan onze verwachting van een goed themagebied.
65
5.8 Conclusie Dierenpark Emmen Beleving
Vormgeving
Functionaliteit.
Typologie Themapark
Themagebied Patagonië Landschappelijk themagebied 1
7
Context
otaal
Water / groen
unctionaliteit
Ruimtelijke opzet
Vormgeving
Beleving
Park randen
Themagebied Afrikaanse savanne Landschappelijk themagebied 1
Routing opzet
7
Positie Themagebieden otaal
unctionaliteit
66
ormgeving
Dierenpark Emmen Dierenpark Emmen is een dierenpark dat in een stedelijke context is gelegen. Door een dichte rand is er geen contact met de context. Het park bestaat uit diverse verspreide ruimten welke door middel van water en de groenstructuur gekoppeld worden. De routing van het park kan vergeleken worden met een klaverblad waarbij vanaf een verdeelpunt routes door themagebieden volgen en weer op
eleving
Grote Themagebieden
het verdeelpunt uitkomen. De themagebieden zijn op geografische ligging gebaseerd en verschillen van de door in dit onderzoek gedefinieerde themagebieden. De themagebieden liggen koud tegen elkaar, maar hebben op sommige plaatsen een overgangszone. De themagebieden verschillen van groot (> 3 ha) tot klein (< 1 ha).
Themagebied Patagonië
Themagebied Afrikaanse savanne
Grote
Beleving
Randen
Ruimtelijke opzet
Groen / water
Routing opzet
Attractie verdeling
Accenten
Thematisering
Patagonië Patagonië is een themagebied (1-3 ha) welke wordt beleeft door te doen en te kijken. Er zijn dichte randen welke het gebied omsluit. De verschillende ruimtes worden gekoppeld door groen en water. De routing is gestuurd en komt langs alle losse attracties. De accenten bestaan uit punten, ruimtes, en vlakken. De thematisering zit in groen, attracties, water en bouwkundige elementen.
Afrikaanse savanne Het themagebied Afrikaanse savanne is een themagebied (1-3 ha) welke beleeft wordt door te kijken. Het gebied heeft een open rand en bestaat uit één grote ruimte. De groenstructuur loopt door het themagebied en er is een rondgang welke langs de geconcentreerde attracties loopt. Er is een punt accent en de thematisering zit in de attracties en bouwkundige elementen. 67
6
6.1 De Efteling Voor de typologie pretpark is er een bezoek gebracht aan de Efteling. De casusstudie voor dit park wordt in dit hoofdstuk getoond. Historie In 1933 bedachte Kapelaan Rietra en Pastoor De Klijn het plan om een sportpark aan te leggen ten zuiden van Kaatsheuvel. Op 19 mei 1935 wordt R.K. Sport- en Wandelpark officieel geopend. Naast het sportpark verrees een speeltuin. Tentoonstelling De Schoen in 1949 is de aanzet tot de uitbreiding van het sportpark waarbij de poort, die voor de tentoonstelling wordt gebouwd, jarenlang de entree van de Efteling werd. In 1950 richten R.J.Th. van der Heijden, in samenwerking met Peter Reijnders en Anton Pieck, Stichting Natuurpark de Efteling. Op 11 mei 1951 is de officiële opening van het Theehuis en van de vernieuwde speeltuin. Het park is een groot succes en op 31 mei 1952 wordt het Sprookjesbos geopend. Anton Pieck tekent de ontwerpen voor de sprookjes en Peter Reijnders brengt deze technisch tot leven. Tot en met de dag van vandaag wordt het sprookjes bos uitgebreid. In 1972 ontving de Efteling de de Pomme d’Or, de eerste grote internationale onderscheiding, voor haar opzet, originaliteit en recreatieve functie. In 1981 doet, voor een breder publiek, achtbaan de Python haar intrede en wordt wildwaterbaan Pirana in gebruik genomen. Vanaf 1996 doet het ‘Huis van de Vijf Zintuigen’, een nieuw entreegebouw zijn intrede. In 1999 start de Efteling met het indelen van het park de 4 rijken: het Marerijk, het Reizenrijk, het Ruigrijk en het Anderrijk ook de Winter Efteling vindt voor het eerst plaats. De Efteling breid tot en met 2010 met drie nieuwe achtbanen uit.
De Efteling Themapark: Pretpark Plaats: Kaatsheuvel Oppervlakte: 72 ha. Bezoekers: 4.000.000 Geopend: Jaarrond Themagebieden: 4 Anderrijk Marerijk Rijzenrijk Ruigrijk
Visie Bij de Efteling hebben ze de overtuiging dat mensen hun hele leven lang behoefte houden om van tijd tot tijd te ontsnappen aan het leven van alledag. Hierin is de Efteling, als aanbieder van verantwoord entertainment, één van de belangrijkste spelers in de vrijetijdssector in Europa. In alle activiteiten staat de gast centraal. Alles dient erop gericht te zijn om hem of haar een aangename tijd te bezorgen en zo de hoogst mogelijke klantwaarde te bieden. De medewerkers leveren hier een wezenlijke bijdrage aan. De missie en visie van de Efteling is vertaald en samengevat in één woord: BETOVERING! Want dat is waar de Efteling uiteindelijk naar streeft: zijn gasten een dag vol betovering bezorgen. 69
6.2 Context
Legenda Themapark
P
Wegen Park Bos Landschap Stad 6.1 Contextkaart en ligging Efteling Pretpark de Eftelling ligt aan de rand van Kaatsheuvel in een bosrijke omgeving
De liggng en context De Efteling is een pretpark gelegen in Kaatsheuvel in het zuiden van Nederland. Het pretpark licht op een voormalig wandel/sport park. De Efteling is grenst aan de noordkant aan het dorp Kaatsheuvel en in het oosten aan het bos van nationaalpark de Loonse en Drunense duinen (zie fig. 6.1). De rest van de omgeving bestaat uit landbouwgrond. De Efteling is bereikbaar via een van de twee N-wegen die de Efteling ontsluiten. - De Efteling is omsloten door nationaalpark de Loonse Drunense duinen en het dorp Kaatsheuvel.
70
6.2 De Entree De entree van de Efteling waar men de sprookjes wereld instapt.
6.3 De context De Efteling grenst aan links op de foto het dorp Kaatsheuvel en recht het nationaalpark de Loonse Drunense duinen. 71
6.3 Parkplattegrond
6.4 Plattegrond de Efteling Vereenvoudigde plattegrond van de Efteling.
Legenda Bebouwing Paden Overige Water Beplanting Entree Spoorbaan 72
6.5 De entree as. De entree as van de efteling heeft door het straatmeubilliair een sprookjes achtige sfeer.
6.6 Het verdeelplein Het verdeelplein van de efteling waar mensen de keuze maken welk rijk als eerste bezocht wordt.
73
6.4 Het park
Legenda Marerijk Rijzenrijk Anderrijk Ruigrijk
6.7 Park themagebieden Het park beschrijft vier grote themagebieden die koud tegen elkaar zijn gelegen.
Legenda Massa Ruimte
6.8 Massa ruimtekaart Het park heeft dichte randen. Het terrein is bebosd waarin verschillende ruimtes liggen. 74
6.4.1 Aangegeven themagebieden De Efteling heeft 72 ha. park welke zijn verdeeld in vier grote themagebieden (zie fig. 6.7 en 6.9). De themagebieden zijn gebaseerd op de attracties en de bewegingen die de attracties maken. De themagebieden zijn Marerijk, Reizenrijk, Anderrijk en Ruigrijk. De overige 10,4 ha. heeft geen eigen thematisering, maar heeft wel de Efteling thematisering bestaande uit een sprookjes achtige vormgeving. Ruigrijk en Reizenrijk zijn gevormd door de beweging van de Attracties. In Ruigrijk staan onder andere achtbanen en een schommelschip de ruigere attracties van de Efteling. In Reizenrijk staan de attracties die een rijsmaken door een wereld, zoals de gondeltocht en de Carnaval festival. In Anderrijk rijst men naar het buitenland in de attracties Fatamorgana en de Piraña. In Marerijk zijn de attractie op fantasie gebaseerd zoals het sprookjesbos, Villa Volta en de droomvlucht.
4 ha 20,4 ha.
12,8 ,8 h ha.
12,4 ha. 15,6 5,6 ha ha. 6.9 Cirkeldiagram park themagebieden Het park heeft grote themagebieden en is, op een klein deel na, volledig gethematiseerd.
- Het park heeft 4 grote themagebieden.
6.4.2 Massa vs ruimte De Efteling is een naar binnen gekeerd themapark waarbij er geen contact is met de buitenwereld (zie fig. 6.8 en 6.10). Men begeeft zich in de sprookjeswereld van de Efteling welke een landgoed als basis heeft. De randen van het landgoedbos zijn zeer massief. Er zijn diverse los verspreide ruimtes die het landgoedbos doorbreken. De verschillende themagebieden hebben elk een eigen grote ruimte waar de bezoeker overzicht heeft in het themagebied. - Het park heeft gesloten randen. Binnen het stevige bos kader liggen verschillende openruimtes.
6.10 Randen De randen van de Efteling zijn massief en er is nauwelijks contact met de omgeving.
75
6.4 Het park
Legenda Water Beplanting Landgoedbos
6.11 Groen- en water structuur Het park heeft een stevig boskader met gesloten randen. Hierbinnen liggen verschillende waterpartijen.
Legenda Hoofdpad Entree Spoorbaan
6.12 Hoofdpaden De hoofdopzet van het park heeft een verdeelplein. 76
6.4.3 De groenstructuur De locatie van de Efteling heeft de oorsprong als sport en wandelpark. De bestaande groenstructuur is behouden toen de Efteling werd opgericht. Deze groenstructuur is opgenomen in de het park en vormt de basis van het themapark (zie fig. 6.11). De groenstructuur bestaat uit landgoedbos welke met een mix van loof en naaldbomen door het gehele park aanwezig is. De randen zijn dicht beplant waardoor er geen contact met de context is. Naast groen, vormt ook water een belangrijke basis. Het park heeft verschillende organische vijverpartijen (zie fig. 6.13). De vijverpartijen vormen openruimtes en hebben geen zichtbaar contact met elkaar.
6.13 Het landgoedbos Het landgoedbos en de vijverpartijen vormen de basis van de efteling.
- Het park wordt gevormd door het stevige bos kader in combinatie met de organische vijverpartijen. 6.4.4 De routing De routing in de Efteling is gebaseerd op het Disney principe (zie fig. 6.12). Dit principe is na de verbouwing van 1999 ingevoerd en hangt nauw samen met de indeling van het park in de vier rijken. Het Disney principe gaat uit van een as met een verdeelplein op het einde (zie fig. 6.14). Vanaf dit verdeelplein kunnen de bezoekers kiezen naar welk themagebied ze willen. Heeft men het themagebied bezocht, dan gaat men terug naar het verdeel plein en kiest men ander gebied. Buiten dit principe is er ook een spoorbaantje waarbij bezoekers een snelle verbinding hebben tussen de verschillende themagebieden.
6.14 Het verdeelplein Vanaf hier kunnen mensen zich verdelen over het park.
- De routing van het park wordt met behulp van het Disney-principe gestuurd. 77
6.5 De thema’s
Legenda Sint-Nicolaasplein 6.15 Themagebieden Vanuit de werkdefinitie zijn er 5 grote of middel grote themagebieden aangewezen. 78
Sprookjesbos Fatamorgana Mytheland Lavenland
Themagebieden De Efteling heeft vier themagebieden benoemd. Deze themagebieden zijn vele malen groter dan de vanuit de werkdefinitie gedefinieerde themagebieden: Themagebieden zijn een of meerdere gekoppelde ruimtes welke gezamenlijk worden omsloten door een visuele en fysieke begrenzing. Binnen de grenzen van het gebied wordt een gedachte doormiddel van samenhang in ruimtelijke elementen (architectuur, groen, inrichting en/ of programma) vormgegeven met als doel de gedachte neer te zetten als herkenbare en beleefbare identiteit. Er zijn vijf themagebieden gedefinieerd vanuit de werkdefinitie (zie fig. 6.15 en 6.16). De themagebieden zijn Mytheland, Sprookjesbos, Lavenland, Sint-Nicolaasplein en Fatamorgana. Deze gebieden verschillen erg van karakter en sfeer, hierdoor weet de bezoeker direct in welk themagebied men is. Als uitwerking hebben we gekozen voor Het sprookjesbos en Mytheland. Deze themagebieden zijn respectievelijk het oudste en het nieuwste themagebied in de Efteling. Deze themagebieden verschillen van attracties en in de manier van thematiseren waardoor ze zeer interessant zijn om te onderzoeken.
3,7 h
7,9
5,8 a. 4,5 ha. 2,0 ha. 48 1 ha
Cirkeldiagram themagebieden Opvallend is dat het park voor een groot deel niet in themagebieden is ingedeelt.
- Vanuit de werkdefinitie is er een minder groot deel gethematiseerd dan de Efteling aangeeft. De themagebieden van de Efteling zijn niet volgens de werkdefinitie te benoemen als themagebied. - De oppervlaktes van de themagebieden zijn groot, maar vele malen kleiner dan de door het park aangegeven gebieden. 79
6.5 De thema’s Mytheland (zie fig. 6.17) Het themagebied Mytheland is 4,5 ha. groot en bevat de nieuwste attracties van de Efteling. De attracties zijn twee achtbanen welke de mythes van de vliegende Hollander en Joris en de draak vertellen. Deze achtbanen en hun omgeving zijn, door middel van bebouwing en beplanting, naar deze mythes aangekleed. < 6.17 Mytheland De achtbanen vertellen de mythes van Joris en de Draak en de vliegende Hollander.
Sprookjesbos (zie fig. 6.18) Het sprookjesbos is het oudste deel van de Efteling. Het is een themagebied van 7,9 ha. en wordt gekenmerkt door de verbeelding van sprookjes. De sprookjes staan in een landgoedbos en hebben ieder een eigen ruimte. De bekendste sprookjes zijn, Langnek, roodkapje en kleinduimpje. < 6.18 Sprookjesbos Het bos waarin de sprookjes staan is het oudste deel van de Efteling.
Lavenland (zie fig. 6.19) Lavenland is een themagebied van 2 ha. Dit themagebied is een fantasiewereld waarin de laven wonen. Het gebied kenmerkt zich door de inrichting architectuur van het lavendorp. Een attractie is de monorail waarin men in grote slakken boven het lavendorp een rondgang kan maken. < 6.19 Lavenland De fantasie wereld van de het laven volk met hun eigen architectuur. 80
Sint Nicolaasplein (zie fig. 6.20) Het Sint-Nicolaasplein is een themagebied van 3,7 ha. waarin een dorps karakter is neergezet. Het themagebied bestaat uit een plein met daaraan een treinhalte van de parktrein en verschillende gebouwen waarin attracties zijn gesitueerd. De attracties zijn, Villa volta, de droomvlucht en de nieuwe park show Ravenlijn. 6.20 > Sint Nicolaasplein Een dorpsplein waarin de attracties in gebouwen zijn opgenomen.
Fatamorgana (zie fig. 6.21) De Fatamorgana is een themagebied welke op de gelijknamige attractie is gebaseerd. De attractie, Fatamorgana, is een tocht door de Oosterse wereld. De buitenruimte laat ons kennis maken met deze mystieke oosterse wereld op een 5,8 ha. groot gebied. De aankleding is in oosterse sferen waarin groen en gebouwen een hoofdrol hebben. 6.21 > Fatamorgana De Oosterse architectuur van de Fatamorgana vormt het themagebied in de Efteling.
81
6.6 Mytheland
Legenda Bebouwing Paden Overige Water 6.22 Mytheland Plattegrond van het themagebied Mytheland. 82
Beplanting Boom Entree
6.6.1 Themagebied Mytheland Het themagebied Mytheland is een gebied waar de nieuwste achtbanen van de Efteling staan. In dit gebied staat de houten achtbaan Joris en de draak, waarin twee treinen een race houden om de draak te verslaan. De race wordt gewonnen door de zwaarste trein. Ook staat in dit gebied achtbaan De vliegende Hollander, in deze achtbaan beleeft men het verhaal van de vliegende Hollander.
Waardering:
7
1
otaal
unctionaliteit
Vormgeving
Beleving
Mytheland is een groot themagebied van 4,5 ha. gevormd door een vijverpartij waar aan beide zijdes een achtbaan staat. De beleving van het themagebied wordt gevormd door de attracties. De attracties zijn aangekleed in het thema van de achtbaan en bied de bezoeker een beleving door te kijken en te doen. Met de beplanting en vormgeving worden de verschillende attracties bij elkaar getrokken (zie fig. 6.22 en 6.23).
Mytheland
Oppervlakte: 4,5 ha.
Kenmerken: Oppervlakte water met thematische bebouwing Attracties: Achtbanen: De vliegende hollander Joris en de draak
6.23 Mytheland Typerende foto van themagebied Mytheland
83
6.6 Mytheland
Legenda Massa Ruimte
6.24 Massa vs. ruimte Het themagebied heeft gesloten randen waarbinnen een grote open ruimte is gelegen. Legenda Water Hoge beplanting Lage beplanting Boom Koppeling
6.25 Groen en water Het themagebied heeft een eenzijdige beplanting die samen met het water de verbindende factor is. 84
6.6.2 Massa vs ruimte Het themagebied Mytheland is een naar binnen gekeerd themagebied met harde gesloten randen (zie fig. 6.24). De randen worden gevormd door de delen van de twee achtbanen en de beplantingsrand van het park (zie fig. 6.26). Binnen deze randen is een grote open ruimte. De ruimte wordt gevormd door het water en de aangrenzende oevers. Vanaf de omliggende pleinen is er een duidelijk overzicht over het themagebied. - Het themagebied heeft gesloten randen met daarin een grote openruimte die vanaf subruimtes goed te overzien is.
6.6.3 Groen en water De groenstructuur van de Efteling laat het themagebied Mytheland nagenoeg links liggen. Het kenmerkende landgoedbos van de Efteling bereikt het mytheland maar voor een klein deel. De bomen van de het landgoedbos lopen wel door maar de onder beplanting van heesters is verwijdert en vervangen door kruiden en grassen (zie fig. 6.25 en 6.27). Deze beplanting loopt rond de vijver en koppelt de themagebieden, de attracties en het groen aan elkaar. Het water heeft tevens een verbindende factor, omdat het water vanuit elke positie wordt beleeft. - Het themagebied heeft geen binding met de groenstructuur in het park. - Het water zorgt voor de verbindende factor in het themagebied.
6.26 Massa en ruimte De grote ruimte van het water met op de achtergrond de achtbaan welke de rand van het themagebied vormt.
6.27 Groen en water De koppeling tussen de achtbanen worden gemaakt door het water en de beplanting welke bij beide stijlen van de achtbanen past. 85
6.6 Mytheland
Legenda Hoofdpad Entree Attractie Horeca
6.28 Routing De routing in het themagebied wordt d.m.v. een rondgang gevormd. Aan deze rondgang liggen de attracties.
Legenda Accent ruimte
6.29 Accenten De openruimte in het themagebied werkt als een groot accent. 86
6.6.4 Routing De routing in het themagebied Mytheland wordt gevormd door de aan een schakeling van pleintjes. De routing is in de basis een rondgang rond de vijver (zie fig. 6.28). In de praktijk gaan de meester bezoekers via het zelfde pad naar buiten als dat ze naar binnen zijn gekomen (zie fig. 6.30). Er ontstaat dan een hoofdpad en hoofdentree via waar de mensen het themagebied betreden. De attracties liggen los verspreid aan de randen van het themagebied en er is een gecentreerde horeca. - De basis van de routing bestaat uit een rondgang. Aan deze rondgang zijn de attracties en horeca gelegen.
6.30 Paden Het pad waarmee de meeste bezoeker het themagebied bereiken, tevens is hier de horeca aan gelegen.
6.6.5 Accenten Het themagebied Mytheland is een druk gethematiseerd gebied waar de bezoeker heel veel indrukken krijgt. Het accent hierin is een rustpunt gevormd door de grote vijver (zie fig. 6.29 en 6.31). Deze vijver is een accentruimte en creëert een aangenaam rustpunt in het drukke themagebied. - De grote openruimte van het water is een rustaccent in het themagebied. 6.31 Accent Accentruimte d.m.v. water, waarmee een rustpunt in het druk gethematiseerde gebied word gevormd.
87
6.6 Mytheland
6.32 Thematisering De thematisering zit hem in de bouwkundige elementen, het groen, het water, de attracties en de details. 88
Legenda Bouwkundige thematisering Water thematisering Beplanting thematisering Attractie thematisering
6.6.6 Thematisering De thematisering van Mytheland gebeurt met de vormgeving van attracties, beplanting, water, bouwkundige elementen en details (zie fig. 6.32, 6.33 en 6.34). De aankleding van de attracties bepalen de stijl die het themagebied uitstraalt. Deze sfeer en stijl vormen de basis voor de andere thematiseringsmiddelen. De twee attracties zijn zeer verschillend in stijl maar worden door middel van water en beplanting, die bij beide stijlen past, gekoppeld. Ook de thematisering in bouwkundige elementen helpt mee aan de koppeling. De muren rond de vijver hebben dezelfde vorm, maar met andere materialisatie werken de muren mee aan de vormgeving van de attracties. In dit themagebied zijn veel details toegepast in vorm van speciaal ontworpen prullenbakken en straatmeubilair.
6.33 Thematisering in attractie Het kasteel maakt het thema van de attractie de vliegende Hollander.
Thematisering wordt gevormd door: - De attracties hebben een typerende stijl die bij het verhaal van de attractie past. - Het water vormt een koppeling tussen de twee verschillende stijlen. - De beplanting tussen de twee attracties past bij bijde stijlen van de attracties. - De gebouwde muren rond de vijver hebben dezelfde vorm maar een andere materialisatie zodat ze bij de attractie stijl passen. - De details bestaan uit het straatmeubilair welke zijn ontworpen in de attractie stijlen.
6.34 Thematisering in details De robuste banken en kademuur met oude lantarens vormen de thematiseren van het themagebied Mytheland.
89
6.7 Sprookjesbos
Legenda Bebouwing Paden 6.35 Afrikaanse savanne Plattegrond van themagebied het Sprookjesbos. 90
Overige Water Beplanting Entree
6.7.1 Themagebied Sprookjesbos Het Sprookjesbos is de oudste en bekendste attractie van de Efteling (1952). In dit sprookjesbos kan de bezoeker 26 verschillende sprookjes bekijken en luisteren naar de sprookjes figuren die allemaal hun eigen verhaal vertellen. De sprookjes zijn vormgegeven door Anton Piek, één van de belangrijkste architecten van de Efteling.
Waardering:
8
1
otaal
unctionaliteit
Vormgeving
Beleving
Het sprookjesbos is een themagebied van 7,9 ha. en wordt gevormd door het langgoedbos wat kenmerkend is voor de Efteling. Men slingert door het bos en komt de verschillende sprookjes tegen (zie fig. 6.35 en 6.36). De sprookjes hebben allemaal een eigen ruimte waarin de sprookjes beleeft kunnen worden alvorens naar het volgende sprookje te wandelen.
Sprookjesbos
Oppervlakte:
7,9 ha.
Kenmerken: Slingerende paden tussen een landgoedbos met bomen en groepen heesters. Attracties: Sprookjes met o.a Roodkapje De wolf en de 7 geitjes Klein duimpje De sprookjes boom enz. 6.36 Sprookjesbos Typerende foto van het Sprookjesbos
91
6.7 Sprookjesbos
Legenda Massa Ruimte
6.37 Massa vs. ruimte Het sprookjebos is een grote massa waarin verspreidt kleine ruimtes zijn gelegen. Legenda Landgoedbos
6.38 Groen en water Het groen bestaat uit een dicht landgoedbos. Water heeft op structuur niveau geen invloed. 92
6.7.2 Massa vs ruimte Het sprookjesbos is een dicht themagebied met dichte randen (zie fig. 6.37 en 6.39). De massa’s worden gevormd door het landgoedbos. In het bos zijn kleine ruimtes gemaakt waarin de sprookjes tentoongesteld staan. De ruimtes liggen los verspreidt door het gebied en hebben geen contact met elkaar. De ruimtes zijn eigenlijk kleine themagebieden binnen het grote themagebied. - Het park is een grote massa waarbinnen verschillende ruimtes zijn gesitueerd.
6.7.3 Groen en water De groenstructuur van de Efteling loopt door in het themagebied (zie fig. 6.38 en 6.40). Het landgoedbos vormt hier de randen van het themagebied en vormt het kader van de sprookjes. Vanwege het dichte bos worden de sprookjes van elkaar gescheiden. Het water binnen het themagebied heeft op structuur niveau geen invloed.
6.39 Scheiding De dichte beplanting scheidt de sprookjes in het sprookjesbos. Men ziet nog net de reus van kleinduimpje.
- Het groen bestaat uit een dicht landgoedbos. Water heeft op structuur niveau geen invloed. 6.40 Groen Het landgoedbos vormt de basis van de groenstructuur in het sprookjesbos.
93
6.7 Sprookjesbos
Legenda Hoofdpad Entree Attractie Toilet Winkel
6.41 Routing Het themagebied heeft een gestuurde routing langs alle attracties.
Legenda Accent vlak Accent ruimte
6.42 Accenten Het themagebied heeft twee accenten. Een openruimte en een opvallend vlak. 94
6.7.4 Routing Het Sprookjesbos heeft een gestuurde routing (zie fig. 6.41). Er zijn een aparte in- en uitgang in het themagebied waartussen de route door het landgoedbos slingert. Het pad komt langs alle attracties welke los door het landgoedbos liggen verspreid (zie fig. 6.43). Halverwege het pad gaat men uit het bos en komt men in een ruimte waar tevens horeca is. Op dit plein kan men even uitrusten alvorens de route te vervolgen. Bij de uitgang ligt nog een winkel waar men souvenirs kan kopen van de Efteling. - Het themagebied heeft een gestuurde routing langs alle attracties.
6.7.5 Accenten De accenten in het themagebied zijn gebaseerd op veranderingen. Er zijn twee accenten in het themagebied (zie fig. 6.42). Als eerste is er een ruimte accent welke gevormd word door het plein wat midden in de route is gelegen. De openheid is een aangename verrassing in het besloten landgoedbos. Het tweede accent is de Japanse tuin vlakbij de uitgang. Dit gebied heeft een andere sfeer waarin het sprookje van de Chinese nachtegaal hoort. Echter is het gebied zo opgenomen dat het naadloos bij het sprookjes bos past en het als aangename verrassing wordt ervaren (zie fig. 6.44). - Het themagebied heeft twee accenten. Een ruimte accent en een vlak accent.
6.43 Paden De gestuurde route gaat langs alle sprookjes in het themagebied Sprookjesbos
6.44 Accent Accentvlak de japanse tuin welke naadloos aansluit op het sprookjesbos en het sprookje de Chinese nachtegaal. 95
6.7 Sprookjesbos
Legenda 6.45 Thematisering Het themagebied heeft thematisering door groen, attracties en details. 96
Beplanting thematisering Attractie thematisering
6.7.6 Thematisering De thematisering van het Sprookjesbos zit in de beplanting, de attractie en de details (zie fig. 6.45). Deze thematiserende middelen versterken elkaar en helpen het karakter te maken van het Sprookjesbos. De attracties bepalen het thema in het gebied, zonder de sprookjes en thematisering was het een gewoon park. De thematiserende middelen groen en details geven het sprookjesbos een bijzondere sfeer (zie fig. 6.46). De sfeer wordt door het groen gemaakt. De bomen en heesters zijn zo gevormd dat er open plekken ontstaan waar vasteplanten en lage sierheesters een eigensfeer aan de ruimte geven. De details versterken deze sfeer van de beplanting om zo een sprookjesbos te maken (zie fig. 6.47). Manden en bordjes met spreuken vormen de prullenbakken. Ook staan er paddenstoelen waar muziek uit komt.
6.46 Thematisering attractie De sprookjes in het sprookjesbos hebben een eigen gethematiseerde ruimte.
De thematisering wordt gevormd door: - De attracties in de vorm van de verschillende sprookjes. - De beplanting doormiddel van open plekken in het bos bestaand uit bomen en heester waarin vasteplanten en lage heester een eigen sfeergeven aan de open plek. - De details bestaan uit het straatmeubilair, de bordjes en de muziek paddenstoelen. Door aankleding in attracties, beplanting en details krijgt het themagebied Sprookjesbos zijn eigen karakter waarmee het voldoet aan de eisen om als een goed themagebied bestempeld te worden.
6.47 Thematisering in details Het sprookjesbos heeft veel details zoals de pitoreske lantarens en manden als prullenbak.
97
6.8 Conclusie Efteling Beleving
Vormgeving
Functieonoliteit.
Typologie Themapark
Themagebied Mytheland Verhalend themagebied 1
7
Context otaal
Water / groen
unctionaliteit
Ruimtelijke opzet
Vormgeving
Beleving
Park randen
Themagebied Sprookjesbos Verhalend themagebied 1
Routing opzet
8
Positie Themagebieden otaal
unctionaliteit
98
Vormgeving
De Efteling De Efteling is een pretpark dat op een oud landgoed is ontstaan. Door de dichte randen is er geen contact met de context. Het park heeft een stevig boskader waarbinnen verschillende vijverpartijen openruiten vormen. De routing door het in het park gaat met behulp van een verdeelplein. Vanaf de entree loopt bezoeker naar het verdeelplein vanwaar de bezoeker de verschillende themagebieden kan bezoeken.
Beleving
Grote Themagebieden
Volgens het park zijn er vier themagebieden die koud op elkaar aansluiten. Vanuit dit onderzoek zijn het er echter vijf gevonden die niet koud op elkaar zijn aangesloten. De themagebieden bestaan uit zowel grote als middelgrote gebieden die door middel van groen en water zijn gekoppeld.
Themagebied Mytheland
Themagebied Sprookjesbos
Grote
Beleving
Randen
Ruimtelijke opzet
Groen / water
Routing opzet
Attractie verdeling
Accenten
Thematisering
Mytheland Mytheland is een groot themagebied (>3 ha.) welke wordt beleefd door te doen en te kijken. Er zijn dichte randen welke het gebied omsluiten. In het themagebied ligt een grote openruimte, in de vorm van een waterpartij, die samen met groen het verbindend element en een accent is in het gebied. De thematisering is gemaakt met groen, water, attracties, bouwkundige elementen en details.
Sprookjesbos Het Sprookjesbos is een groot themagebied (> 3 ha.) welke wordt beleefd door te kijken. Er zijn dichte randen welke het gebied omsluiten. In het themagebied liggen verschillende ruimtes. Binnen deze ruimtes liggen de verschillende attracties die door een gestuurde route worden aangedaan. De thematisering is gemaakt met groen, water, attracties, bouwkundige elementen en details. 99
7
7.1 De Keukenhof Voor de typologie openluchttentoonstelling is er een bezoek gebracht aan de Keukenhof. De casusstudie voor dit park wordt in dit hoofdstuk getoond. Historie Op het landgoed van slot Teylingen waar nu de Keukenhof ligt, werd in de 15de eeuw gejaagd. Op deze plek werden bovendien kruiden verzameld voor de keuken van het kasteel, de naam Keukenhof is geboren. Na het overlijden van Jacoba van Beieren kwam Keukenhof in handen van rijke koopmansfamilies. Baron en baronesse Van Pallandt nodigden landschapsarchitecten J.D. en L.P. Zocher uit om een ontwerp te maken voor de tuin rond het kasteel. Dit ontwerp is in de Engelse landschapsstijl en is nog altijd de basis van Keukenhof. Keukenhof heeft van oudsher een bijzondere band met het Koninklijk Huis. Koningin Juliana was bescherm vrouwe en Prins Bernhard maakte hier talloze foto- en filmopnamen. Tegenwoordig is het landgoed in handen van een stichting. Op initiatief van de toenmalige burgemeester van Lisse en een aantal vooraanstaande bloembollenkwekers- en exporteurs, werd hier in 1949 voor het eerst een bloemententoonstelling in de openlucht georganiseerd. Dit groeide uit tot een jaarlijks terugkerend evenement, dat nog altijd grote aantallen bezoekers uit de hele wereld aantrekt. Visie Keukenhof is een ontmoeting tussen natuur, kunst en cultuur. Als het voorjaar op temperatuur komt en de bollen hun kleurenpracht laten zien, biedt Keukenhof een uitbundige kennismaking met uiteenlopende tuinstijlen. De Engelse landschapstuin is weliswaar de basis van Keukenhof, maar ook de historische tuin met de oude bollensoorten, de natuurtuin met een bijzondere combinatie van bollen, vaste planten en heesters en de Japanse plattelandstuin hebben inmiddels een eigen plaats gevonden en een eigen faam opgebouwd. Om Keukenhof steeds een ander gezicht te geven, wordt elk jaar een nieuw ontwerp gemaakt voor de beplanting. De samenstelling is uitgekiend, zodat bezoekers gedurende de hele openstelling van bloeiende bollen kunnen genieten. De pakweg zeven miljoen bloembollen voor de beplanting worden gratis geleverd door zo’n honderd inzenders, die zich geen mooier showvenster voor hun product kunnen bedenken.
Keukenhof Themapark: Openluchttentoonstelling Plaats: Lisse Oppervlakte: 32 ha. Bezoekers: 800.000 Geopend: Eind maart tot eind mei Themagebieden: 6 Nieuwland Japan Jaren 70 Zocher Bos Berkenbos
101
7.2 Context
Legenda Themapark Wegen
P
Park Bos Landschap Stad Spoor 7.1 Contextkaart en ligging Keukenhof De Keukenhof is gelegen op Landgoed Keukenhof aan de rand van Lisse.
P
De liggng en context De keukenhof is gelegen in Zuid-Holland bij het plaatsje Lisse. Deze openluchttentoonstelling licht op het landgoed Keukenhof en is omsloten door landgoedbos (zie fig. 7.1). Aan de rand van het landgoedbos vindt men verschillende bloembollen velden en een belangrijke weg en spoorbaan. De bollenvelden zijn een karakteristieke context voor Lisse en de keukenhof. - De Keukenhof ligt op een landgoed te midden van bollenvelden.
102
7.2 De entree Hoofdentree vanuit de keukenhof waar op de drukste dag van het jaar 60.000 mensen passeren. Een vijver splits de mensen stroom zodat bezoeker verdeeld worden over de keukenhof.
7.3 De rand van de Keukenhof Men heeft geen zicht op wat voor kleuren spectacel er achter deze bossige rand ligt.
103
7.3 Parkplattegrond
7.4 Plattegond Keukenhof De keukenhof heeft veel verschillende stijlen die al vanaf de plattegrond herkenbaar zijn.
Legenda Bebouwing Paden Overige Water Beplanting Boom Entree 104
7.5 Klassieke compositie Keukenhof Een voorbeeld van het bekende keukenhof beeld dat de hele wereld overgaat.
7.6 Moderne compositie Keukenhof De keukenhof gebruikt verschillende composities van klassiek tot modern. 105
7.4 Het park
Legenda Zocher Berkenbos Japan Jaren 70 Nieuwland Bos
7.7 Park themagebieden De Keukenhof laat zes themagebieden zien. Zowel grote, middel grote als kleine gebieden.
Legenda Massa Ruimte Zichtpunt
7.8 Massa ruimtekaart Het park heeft een stevig bos kader met in het noordoosten zichten over de omliggende bollenvelden. 106
7.4.1 Aangegeven themagebieden De keukenhof heeft een oppervlakte van 32 ha. Het park geeft aan 6 sfeergebieden (themagebieden) te hebben welke op ontwerptypologie worden benoemd (zie fig. 7.7 en 7.9). Deze themagebieden zijn: Zocher, Berkenbos, Japan, Jaren 70, Nieuwland en Bos. De overige 16,4 ha. is niet gethematiseerd. De attracties in de themagebieden bestaan uit bloembollen welke typerend zijn voor de thema’s. De thematisering van de bloembollen komt naar voren in soorten en in vormgeving waardoor er in elk themagebied een andere sfeer is. - De themagebieden zijn gebaseerd op de ontwerptypologie en hebben een eigen sfeer.
7.4.2 Massa vs ruimte De Keukenhof is een naar binnen gekeerd themapark met af en toe een uitzichtpunt op de voor de omgeving Lisse zo typerende bollenvelden (zie fig. 7.8 en 7.10). Het beetje contact wat er met de bollen velden is versterkt de beleving van de Keukenhof. Een ander contact is dat met de vliegtuigen van Schiphol. Binnen de parkranden van de Keukenhof zijn verschillende relatief grote ruimtes. Deze ruimtes zijn niet gekoppeld en vormen vaak delen van een themagebied.
0,6 0,8 ha 2,9 h 2,4 h ha.
16,4 h
5,7 h ha.
3,2 h Cirkeldiagram park themagbieden Iets minder als de helft van het park is niet gethematiseerd. De themagebieden zijn grote, middelgrote en kleine gebieden.
- Keukenhof heeft een gesloten rand en heeft nauwelijks contact met zijn omgeving. 7.10 Randen De rand van de Keukenhof is massief en er is maar op enkele punten contact met de bollenvelden uit de omgeving.
107
7.4 Het park
Legenda Water Beplanting Boom Koppeling
7.11 Groenstructuurkaart De randen en laan vormen de groenstructuur in het park. Het water is een steeds terugkomend element.
Legenda Hoofdpad Subpaden Entree
7.12 Hoofdpaden De Keukenhof maakt geen onderscheidt tussen paden, wel is er een eenzijdig pad tussen de entrees. 108
7.4.3 Groen en water De Keukenhof is ontstaan op een oud-landgoed. Men zou verwachten dat het landgoedbos op parkniveau de structuur aangeeft. In werkelijkheid bestaat de structuur uit de randen van het landgoed (zie fig. 7.11). De randen lopen door in de themagebieden maar hebben geen koppeling met de thema’s. Op het landgoed zijn ook nog een tweetal bomenrijen welke richting geven aan het ontwerp van het landgoed. De rechte laan is zeer oud (+ 150 jaar) en begint slecht te worden (zie fig. 7.13). Deze laan is de ruggengraat van het landgoed. De structuur die de laan aangeeft valt weg wanneer deze laan verdwijnt. Het water op het landgoed loopt door versschillende themagebieden waardoor er vaak contact is met het water. Er is een duidelijke waterstructuur welke opvallend recht is omdat deze watergangen de oude verkavelingspatroonen volgen.
7.13 0ude bomenrij De oude bomenrij is een opvallen element in de groenstructuur.
- De randen vormen de groenstructuur, de bomenrijen geven een richting aan het ontwerp van het landgoed. 7.4.4 De routing De routing in Keukenhof bestaat uit een spaghetti structuur (zie fig. 7.12). Dit houd in dat de paden dwalen en er geen hoofd paden zijn. Het publiek wordt direct verdeelt en dwaalt over de Keukenhof. De paden zijn van asfalt en lopen dwars door de verschillende themagebieden heen. Er is voor de verduidelijking één pad rood gekleurd (zie fig. 7.14). Dit pad volgt de spaghetti structuur maar loopt op een snelle manier van de hoofd entree naar de achter entree. Op deze manier kan gemakkelijk de uitgang worden gevonden als men naar huis wil.
7.14 De rode loper De rode loper is de verbinding tussen de entree’s van Keukenhof maar heeft geen afwijkend profiel.
- Er is een spaghetti structuur met een hoofdpad. 109
7.5 De thema’s
Legenda Zocher De groene loper 7.15 Themagebieden Met de werkdefinitie zijn zeven grote, middelgrote of kleine themagebieden aangegeven. 110
Japan Berkenbos Duintuin Nieuwland Bos
Themagebieden De Keukenhof geeft aan 6 sfeergebieden te hebben. Vanuit de werkdefinitie heeft deze 7 themagebieden (zie fig. 7.15 en 7.16). De door ons gedefinieerde themagebieden zijn nagenoeg gelijk aan de themagebieden die Keukenhof aan geeft als sfeergebieden. Van uit onze opvatting van 15,3 themagebieden: Themagebieden zijn een of meerdere gekoppelde ruimtes welke gezamenlijk worden omsloten door een visuele en fysieke begrenzing. Binnen de grenzen van het gebied wordt een gedachte doormiddel van samenhang in ruimtelijke elementen (architectuur, groen, inrichting en/of programma) vormgegeven met als doel de gedachte neer te zetten als herkenbare en beleefbare identiteit. De themagebieden zijn Zocher, De groenloper, Japan, berkenbos, duintuin, Nieuwland, Bos. Deze gebieden verschillen erg van karakter en sfeer, waardoor men direct weet waar men zich bevind in het themapark. Als uitwerking hebben we gekozen voor Zocher en Nieuwland. Dit zijn respectievelijk het nieuwste en oudste deel van Keukenhof waardoor deze gebieden beide zeer interessant zijn om verder te onder zoeken.
1,5 ha
, 0,8
.
2,4 h ha.
5,9 h ha. 3,2 h 7.16 Cirkeldiagram themagebieden Iets minder als de helft van het park is niet gethematiseerd. De themagebieden zijn grote, middelgrote en kleine gebieden.
- De zeven themagebieden komen nagenoeg overeen met de zes aangegeven themagebieden. Zocher (zie fig. 7.17) Het themagebied Zocher is het bekendste deel van de Keukenhof. Het is 5,9 ha. groot en opgezet in Engelse landschapsstijl. De clumbs, zichtlijnen en waterpartijen zijn kenmerkend. De bloembollen worden hier op klassieke manier toegepast in grote groepen. 7.17 > Zocher Engelselandschapstijl met een vijver, clumbs, zichtlijnen en de bloembollen 111
7.5 De thema’s De groene loper (zie fig. 7.18) De groene loper is een themagebied van 1,5 ha. Dit gebied is een rechtlijnig gebied welke zijn richting krijgt door een oud bomenrij waaronder een groot gras vlak onderligt. De bloembollen worden in grote rechten vakken geplant en werken mee in de richting van de laan. < 7.18 De groene loper Een rechtlijnig gebied met oude bomenrij, gras vlak en rechte bloembol vakken.
Japan (zie fig. 7.19) Japan is een themagebied van 0,7 ha. welke bestaat uit een Japanse tuin waarbij grondheuvels, stenen en Japanse beplanting de sfeer maken. De bloembollen zijn in de Japanse tuin opgenomen en vormen zich naar de vormgeving en de sfeer van de tuin. < 7.19 Japan Japanse tuin met hoogteverschil stenen en Japanse beplaning.
Berkenbos (zie fig. 7.20) Het themagebied berkenbos is een gebied van 3,2 ha. Het gebied kenmerkt zich door de vele ruimtes in een bosachtige omgeving waarin de bloembollen worden tentoongesteld. In deze ruimtes staan wat berken waaraan het themagebied zijn naam te danken heeft. Water stroomt als een meanderende beek door het gebied. < 7.20 Berkenbos Water en berken in de ruimtes maken het themagebied. 112
Duintuin (zie fig. 7.21) De Duintuin is een themagebied van 0,7 ha. waarin de duinen zijn nagemaakt. Deze tuin wordt gekenmerkt door het hoogteverschil dennen, helmgras en duindoorn. De attractie in deze tuin is het terras met de grote fontein welke op de as van het themagebied Nieuwland eindigt. 7.21 > Duintuin De Duintuin heeft een groot hoogteverschil wat ideal is voor vergezichten over de bollenvelden.
Nieuwland (zie fig. 7.22) Het themagebied Nieuwland is 2,2 ha. groot en is het nieuwste deel van de Keukenhof. Het gebied kenmerkt zicht door een ganzenvoet met 6 radialen die aan gezet zijn met hagen en bomen waar bloembedden onder liggen. Op de middenas is lange vijver met fontein die eindigt in het themagebied Duintuin. 7.22 > Nieuwland De ganzenvoet is kenmerken voor dit gebied.
Bos (zie fig. 7.23) Het themagebied Bos wordt gekenmerkt door zijn bosachtige setting. Tussen de bomen liggen slingerende paden en vlonders die over stromend water en greppels lopen. De bloembollen zijn op een “ natuurlijke wijze” tentoongesteld in dit 2,4 ha. grote themagebied. 7.23 > Bos Bos karakter waarin de bollen op “natuurlijke wijze” zijn tentoongesteld. 113
7.6 Nieuwland
Legenda Bebouwing Paden Overige 7.24 Nieuwland Plattegrond van het themagebied Nieuwland.
Water Beplanting Boom Entree
114
7.6.1 Themagebied Nieuwland De Keukenhof heeft sinds 1999 een nieuwe uitbreiding gekregen. Het nieuwe gedeelte van de het park is een aantal jaar in gebruik geweest voor de Zomerhof, een tentoonstelling van zomerbloeiende bloembollen, kuipplanten en eenjarige. De Zomerhof was een test en is opgeheven na relatief gezien tegenvallende bezoekers aantallen. Dit gebied wordt nu alleen nog als keukenhof met de voorjaarsbloeiende bloembollen gebruikt.
Waardering:
6.5
1
otaal
unctionaliteit
Vormgeving
Beleving
Het nieuwe deel wordt door de medewerkers Nieuwland genoemd en heeft een kenmerkende inrichting met verschillende radialen naar het omliggende landschap (ganzenvoet) (zie fig. 7.24 en 7.25). De radialen worden met hagen en bomen begeleid welke volledig in blad staan als de Keukenhof sluit. Vanwege de oorspronkelijke Zomerhof is de beplanting nog niet gebaseerd op de voorjaarsbloei. Binnen de radialen liggen de bloembollen bedden waar de bloembollen worden tentoongesteld. De beleving van dit 2,2 ha. grootte themagebied zit hem in het kijken naar de bloembedden en architectuur.
Nieuwland
Oppervlakte: ha.
Kenmerken: Ganzenvoet met hagen en vijverpartij Attracties: Tuinarchitectuur Bloembollen
7.25 Themagebied Nieuwland De Ganzenvoet met radialen en zichtpunten naar de omgeving is de basis van het ontwerp.
115
7.6 Nieuwland
Legenda Massa Ruimte Subpaden
7.26 Massa vs. ruimte Het themagebied bestaat een grote ruimte met weglopende randen. In de ruimte ligt een opvallende zichtlijn. Legenda Water Begleidend groen Beplanting Boom Koppeling
7.27 Groen en water Groen en water vormen zich naar het themagebied. 116
7.6.2 Massa vs ruimte Het themagebied heeft een ruime opzet en kan als één ruimte gezien worden, ondanks dat de radialen aangezet zijn met hagen die het gebied in partjes opdeelt (zie fig. 7.26). Dit komt doordat het gebied op een oor licht. Men kan vanaf de hak van de ganzenvoet heel het gebied overzien. De randen worden gevormd door bebouwing en beplanting. Er zijn geen harde randen, de rand loopt weg door een geleidelijke overgang van beplanting naar de andere themagebieden. Ook is er een belangrijke zichtlijn waardoor Nieuwland aan de Duintuin wordt gekoppeld (zie fig. 7.28). - Nieuwland bestaat uit een grote ruimte met zichtlijnen en heeft weglopende randen.
7.6.3 Groen en water Het themagebied heeft dichte randen welke door beplanting zijn gevormd (zie fig. 7.27). Op bepaalde plaatsen is er contact met de bollenvelden van de omgeving. De beplanting in het themagebied begeleid en accentueert de verschillende partjes van de ganzenvoet. De radialen worden door hagen begeleid. De hagen en het water van de grootte vijver koppelen de verschillende partjes aan elkaar (zie fig. 7.29). Het water koppelt tevens een het Nieuwland aan het themagebied Duintuin. De groenstructuur van de Keukenhof is in de vorm van een laan die zich naar de vormgeving van het themagebied vormt. - Groen en water vormen zich naar het themagebied en zorgen voor de koppeling met andere themagebieden.
7.28 Zichtlijn De zichtlijn vanaf het de hak van de ganzenvoet.
7.29 Groen en water Door het themagebied staat geleidings groen dat zich vormdt naar het themagebied zoals bij de grote wateras.
117
7.6 Nieuwland
Legenda Hoofdpad Subpaden Entree Attractie Horeca Speeltuin Toilet
Routing Evenwijdig lopen de paden maken een raster van het themagebied waarbinnen de attracties zijn gelegen.
Legenda Accent Lijn Accent Punt
7.31 Accenten Het themagebied heeft punt- en lijnaccenten. 118
7.6.4 Routing Het themagebied Nieuwland is ontworpen in de vorm van een ganzenvoet. Het themagebied heeft verschillende entrees waarvan twee de belangrijkste zijn (zie fig. 7.30). Deze entrees liggen aan de rode loper van de Keukenhof. De rode loper is het hoofdpad dat van in/uitgang naar in/uitgang gaat. Deze verschilt niet in profiel, maar alleen in kleur, van de subpaden. De paden liggen evenwijdig aan elkaar en verdelen de ruimte in vakken waarbinnen de bloembollen ( de attractie) worden tentoongesteld (zie fig. 7.32). In het gebouw aan de hak van de ganzenvoet bevind zich horeca en een expositie ruimte voor speciale activiteiten/ exposities. - Evenwijdig lopen de paden maken een raster van het themagebied waarbinnen de attracties zijn gelegen.
7.32 Paden De paden lopen als evenwijdige bogen naast elkaar.
7.6.5 Accenten Het themagebied Nieuwland heeft een tweetal accenten waarvan de meest opvallende de radialen van de ganzenvoet zijn (zie fig. 7.31). Deze radialen zijn aan gezet met beplantingsvormen waardoor deze een accent lijn gaan vormen. Een van deze accent lijnen is de vijver waarbij aan beide uiteinden een fontein ligt. Deze fonteinen vormen accentpunten op de accentlijn (zie fig. 7.33). - De accenten versterken de beleving van het themagebied door mee te werken in de vormgeving
7.33 Accent Een van de accentpunten, de grote fontein.
119
7.6 Nieuwland
7.34 Thematisering De thematisering in dit themagebied wordt gevormd door bouwkundig/water elementen en groen. 120
Legenda Bouwkundige thematisering Water thematisering Groen thematisering
7.6.6 Thematisering De thematisering van het themagebied Nieuwland zit hem in de bouwkundige/water elementen en het groen (zie fig. 7.34 en 7.35). De aankleding bestaat uit beplanting en de vijverpartij. De beplanting in vorm van de beuken hagen, de berceaus en de kegelvormige taxussen langs de vijver. Samen met de strakke vijver zijn dat belangrijkste thematiserende middelen. Deze verschillende sierelementen passen goed bij elkaar en vormen zich naar de vormgeving van de ganzenvoet. Thematisering wordt gevormd door: - De beplanting in de vorm van hagen, berceaus en taxus langs de radialen. - Bouwkundige constructie in vorm van de vijver
7.35 Thematisering attractie De fontijnen en berceaus vormen de thematisering van het gebied. Samen met de ganzenvoet structuur vormen zij het themagebied.
Door deze aankleding van het themagebied Nieuwland wordt het gebied ervaren als een gebied en voldoet het aan onze verwachting van een het themagebied.
121
7.7 Zocher
Legenda Bebouwing Paden Overige 7.37 Zocher Plattegrond van het themagebied Zocher.
Water Beplanting Boom Entree
122
7.7.1 Themagebied Zocher Het bekendste en tevens oudste deel van de Keukenhof zoals wij die nu kennen is het themagebied Zocher. Het algemene beeld dat de wereld over Keukenhof heeft is het beeld dat men hier in themagebied Zocher tegenkomt (zie fig. 7.39).
Waardering:
7.5
1
otaal
unctionaliteit
Vormgeving
Beleving
Het themagebied is ontworpen door de landschapsarchitect Jan David Zocher en typeert zich als een ontwerp in de Engelse landschapstijl. Hier worden de bloembollen in grote groepen aangeplant, welke zich vormen naar het glooiende landschap. Het gebied is open en wordt gekenmerkt door gras met bomen en clumbs. Ook de grote meanderende vijver is een van de kenmerkende elementen voor dit 5,9 ha. grote themagebied.
Zocher
Oppervlakte:
,9 ha.
Kenmerken: Engelse landschapstijl Attracties: Tuinarchitectuur, kunst en bloembollen
7.39 Themagbied Zocher Het klassieke beeld van de Keukenhof in themagebied Zocher.
123
7.7 Zocher
Legenda Massa Ruimte zichtlijn
7.39 Massa vs. ruimte Het themagebied heeft weglopende randen met daarbinnen drie overzichtelijke ruimtes. Legenda Water Beplanting Boom Koppeling
7.40 Groen en water Kaart met de hoofdstructuur van groen en water in het themagebied Zocher. 124
7.7.2 Massa vs ruimte Het themagebied Zocher is een gebied met een weglopende beplantingsrand (zie fig. 7.39 en 7.41). Deze rand zorgt ervoor dat er een koppeling is met het aanliggend themagebied het Berkenbos. Binnen de beplantingsrand zijn drie verschillende ruimtes gesitueerd. De ruimtes worden gevormd door clumbs en grenzen allemaal aan het water. Het water in het gebied vormt ruimen en er worden zichtlijnen gevormd tussen de ruimtes. - Dit themagebied heeft een weglopende rand met binnen die rand drie overzichtelijke openruimten.
7.7.3 Groen en water De randen van het themagebied worden gevormd door de beplanting welke bestaat uit landgoedbos met onderbeplanting van heesters (zie fig. 7.40). Tussen de randen zijn grasvlakken met clumbs gerealiseerd (zie fig. 7.42). De bomen in de clumbs zijn oud en sommige bomen staan er niet goed bij. De bomen dragen het karakter van het themagebied Zocher daarom is het van belang dat er nieuwe aanplant plaatsvindt om zo het karakter van themagebied te behouden. Het water en de beplanting zorgen samen voor de verbinding tussen de verschillende ruimtes in het themagebied. - Het water en de clumbs zijn kenmerkend en koppelen de ruimten in het themagebied.
7.41 Ruimte Er zijn diverse ruimtes welke doormiddel van Clumbs en heestergroepen worden gevormd.
7.42 De clumbs De clumbs en de grote vijver zijn kenmerkend voor het themagebied Zocher.
- De bomen in de clumbs zijn niet gezond en zullen vervangen moeten worden. 125
7.7 Zocher
Legenda Hoofdpad Subpaden Entree Attractie Horeca Toilet
Routing Het themagebied heeft geen routing en paden lopen lopende meanderend door elkaar.
Legenda Accent punt
7.44 Accenten De fontein in de grote vijver vormt een punt accent. 126
7.7.4 Routing De routing in het themagebied Zocher is een gelijk waardige route. De paden zijn allemaal even breed en lopen meanderend door elkaar (zie fig. 7.43 en 7.45). Het is mogelijk om je eigen route te volgen en met de verschillende entrees kan men altijd zijn route naar een volgend themagebied vervolgen. Het is tevens mogelijk om een ronde te maken rond de vijver of wat te drinken bij de horeca. De attracties (de bollen) liggen los door het gebied verspreidt en vormen zich naar het ontwerp van het themagebied. - De paden zijn gelijkwaardig en lopen meanderend door elkaar.
7.45 Paden De paden lopen slingerend door elkaar, er is geen duidelijke structuur.
7.7.5 Accenten Het themagebied Zocher bevat maar één accent (zie fig. 7.44). Dit accentpunt is de fontein in de vijver. De fontein is in het midden van de vijver gesitueerd en richt hiermee de blik van de bezoeker naar de overkant van de vijver. De fontein is vanaf elke ruimte te zien en koppelt als accentpunt de verschillende ruimtes (zie fig. 7.46). - Er is één accentpunt, namelijk de fontein in de vijver. Deze koppelt de verschillende ruimtes in het themagebied.
7.46 Accent De fontein in de grote vijver is een duidelijk accent punt in themagebied Zocher.
127
7.7 Zocher
Legenda 7.47 Thematisering De thematisering van themagebied Zocher wordt gemaakt met water en groen. 128
Water thematisering Groen thematisering
7.7.6 Thematisering De thematisering van het themagebied Zocher zit hem in de vormgeving van groen en waterr (zie fig. 7.47). De aankleding bestaat uit beplanting en water. De boomclusters(clumbs), heestergroepen en de grote glooiende grasvlakken maken de Engelse landschapstijl in het gebied (zie fig. 7.48). De grote vijver maakt het gebied open waardoor men overzicht krijgt en de verschillende clumbs beleeft (zie fig. 7.49). Dit is de sfeer en setting waarin de bloembollen worden tentoongesteld. Thematisering wordt gevormd door: - De clumbs met oude bomen en heester onder beplanting
7.48 Thematisering groen en water De clumbs en de glooiende grasvlakken vormen de Engelse landschapsstijl.
- De glooiende grasvlakken - De Meanderende vijver Door deze aankleding in groen en water krijgt het themagebied Zocher zijn karakteristieke Engelse landschapsstijl waardoor het karakter van dit gebied verschilt van de rest van de Keukenhof. Dit maakt het dat wij dit gebied als een goed themagebied bestempelen. 7.49 Thematisering groen en water De clumbs en het water creëren kenmerkende zichtlijnen over het water, met de fontein als accent.
129
7.8 Conclusie Keukenhof Beleving
Vormgeving
Functieonoliteit.
Typologie Themapark
Themagebied Nieuwland Architectonisch themagebied 1
6,5
Context otaal
Water / groen
unctionaliteit
Ruimtelijke opzet
Vormgeving
Beleving
Park randen
Themagebied Zocher Architectonisch themagebied 1
Routing opzet
7,5
Positie Themagebieden otaal
unctionaliteit
130
Vormgeving
De Keukenhof De Keukenhof is een openluchttentoonstelling van bloembollen. Het park is ontstaan op een landgoed in Lisse. Het park heeft een dichte rand waardoor er nauwelijks contact is met de bloembollen velden welke rond de Keukenhof liggen. Het park bestaat uit diverse verspreide ruimtes met water en de groen gekoppeld worden. De groenstructuur vormt zich op sommige plaatsen naar de themagebieden maar in de meeste gevallen licht deze over de
Beleving
Grote Themagebieden
gebieden heen. De routing opzet van het park is verspreiden waarbij er een spaghetti structuur is gekozen. De themagebieden zijn op ontwerptypologie gebaseerd en komen nagenoeg met de in dit onderzoek gedefinieerde themagebieden overeen. De themagebieden liggen koud tegen elkaar of hebben een overgangszone. De themagebieden verschillen van groot (> 3 ha) tot klein (< 1 ha).
Themagebied Nieuwland
Themagebied Zocher
Grote
Beleving
Randen
Ruimtelijke opzet
Groen / water
Routing opzet
Attractie verdeling
Accenten
Thematisering
Nieuwland is een gemiddeld groot themagebied welke wordt beleeft door te kijken. De randen bestaan uit groen en zijn weglopend. Er is maar één ruimte welke doormiddel van groen en water wordt gevormd. Routing gaat met behulp van evenwijdige paden. De accenten bestaan uit punten en lijnen. De thematisering zit in groen, water en bouwkundige elementen.
Zocher Het themagebied Zocher is een groot themagebied welke beleeft wordt door te kijken. Het gebied heeft een weglopende rand en bestaat uit meerder ruimten. Het heeft geen duidelijke routing waardoor mensen dwalen in het gebied. Er zijn punt accenten en de thematisering zit in het groen en water.
131
8
Conclusies en antwoorden Vanuit de casusstudie is er veel informatie gevonden. Met behulp van principes is er getracht om deze informatie vergelijkend te maken. Door de principes in dit hoofdstuk naast elkaar te leggen kunnen er conclusies uit gehaald worden die vervolgens de basis vormen voor de antwoorden op de gestelde hoofdvraag en deelvragen. 8.1 Conclusies casusstudie In deze paragraaf worden de ondervonden principes uit de casusstudies naast elkaar gelegd (zie fig. 8.1 en 8.2). Uit deze stapel informatie worden vervolgens conclusies getrokken op themapark en themagebied niveau. Deze conclusies zijn ingedeeld op onderzoekscategorie.
Themapark: Typologie Themapark
1
1
Context
1
2
Park randen
3
Ruimtelijke opzet
3
Water / groen
3
3
2
Routing opzet
1
1
1
Positie Themagebieden
3
3
Grote Themagebieden
3
3
1
2
1
8.1 Verzameltabel De gebruikte principes bij themaparken opgeteld ten behoeven van de conclusies. 133
8.1 Conclusie casestudie Themagebieden Grote 3
3
6
2
2
3
3
3
5
4
1
1
1
1
2
2
5
1
5
1
3
3
5
4
4
4
Beleving
Randen 1
Ruimtelijke opzet
Groen / water 2
Routing opzet
Attractie verdeling
Accenten
Thematisering
8.2 Verzameltabel De gebruikte iconen bij themagebieden opgeteld ten behoeven van de conclusies. 134
2
Groenstructuur themapark De groenstructuren in de onderzochte themaparken zijn ontworpen op parkniveau. De structuur van de parken wordt gevormd door de randen welke zijn aangezet met beplanting. Tevens komen we enkele lanen tegen welke een richting geven aan het parkontwerp. De groenstructuur vormt zich niet naar de themagebieden maar ligt als aparte laag over de themagebieden heen. - De groenstructuur wordt gezien als een aparte laag in het themapark. - De vormgeving van de groenstructuur past zich niet aan naar de themagebieden. Groenstructuur themagebieden De groenstructuur van themagebieden staat los van de structuur in het themapark. Themagebieden hebben op themagebied niveau een eigen groenstructuur. Dit wil niet zeggen dat de themaparkgroenstructuur geen relatie heeft met het themagebied. In bijna alle themagebieden wordt de themaparkgroenstructuur opgenomen in het themagebied. In maar enkele gevallen doet de themaparkgroenstructuur daadwerkelijk mee in de vormgeving van het themagebied. - De themaparkgroenstructuur heeft geen effect op de groenstructuur van een themagebied Koppeling in groen en waterstructuur themapark Op themaniveau is ons opgevallen dat de themaparken allemaal een eigen water en groenstructuur hebben. Deze structuur is van groot belang omdat de themagebieden een eigen vormgeving hebben waardoor het park in losse delen wordt opgesplitst. De groen en waterstructuur zorgt voor een koppeling tussen themagebieden waardoor het themapark als een geheel beleeft wordt. - De koppeling tussen beplanting en water maakt dat het themapark themagebieden kan verdragen.
135
8.1 Conclusie casestudie Randen themapark De randen van de onderzochte themaparken zijn allemaal gesloten, waardoor de bezoeker in de wereld van het themapark stapt. Hierdoor wordt het themapark sterker beleefd en is het een uitstapje dat de dagelijkse sleur doet vergeten. De conclusie die hieruit opgemaakt wordt is dat themaparken gesloten randen hebben om de beleving van het themapark te versterken. - De randen van themaparken zijn gesloten voor een sterkere beleving van het themapark Ruimtelijke opzet themaparken en themagebieden De themaparken bestaan uit diverse ruimtes die los over het themaparkterrein verspreid zijn. Opvallend is dat alle themagebieden op park niveau een eigenruimte hebben. De themagebieden zijn verschillend van opzet. Er zijn themagebieden met 1 grote ruimte en er zijn themagebieden met verschillende ruimtes. Beide ruimtelijke indelingen hebben hun voor en nadeel. Bij een grote ruimte heeft de bezoeker in een keer een overzicht van het themagebied, maar moet het themagebied eenduidig worden ingericht om het thema te verduidelijken. Is een themagebied opgebouwd uit diverse ruimtes dan heeft de bezoeker niet in een keer het overzicht maar kan het themagebied een lichte variatie in het thema aan. - Themaparken worden opgezet met diverse losse ruimtes. - Themagebieden hebben hun eigen ruimte op parkniveau. - Themagebieden met 1 ruimte zijn overzichtelijk maar verdragen variatie in thema moeilijk. - Themagebieden met diverse ruimtes zijn minder overzichtelijk maar kunnen variaties in thema goed verdragen.
136
Koppeling in groen en waterstructuur binnen themagebieden De koppeling tussen beplanting en water is in themagebieden van grootbelang. De themagebieden worden namelijk gevormd door deze koppelingen. De koppeling tussen beplanting en water zorgen ervoor dat thema variaties in het gebied worden verdragen. Is deze koppeling niet aanwezig dan is er sprake van gethematiseerde attracties in een themaloos gebied - Beplanting en water koppelen gethematiseerde attracties tot een themagebied. Grote themagebieden De themagebieden in themaparken verschillen erg van oppervlakte. We zien per park de oppervlakte variëren van < 1 ha tot > 3 ha. In het algemeen merken we op dat de themagebieden die groter zijn dan +/- 3 ha sterker beleeft worden dan de themagebieden die kleiner zijn dan 3 ha groot. Dit komt doordat de bezoeker de tijd nodig heeft om het thema in het themagebied te beleven. Een klein themagebied is goed te thematiseren maar de beleving van het thema in zo een gebied is te kort omdat voor dan men het weet het themabied verlaten wordt. De indruk die het thema achter moet laten is hierdoor te vaag en het gebied wordt niet beleeft wordt als themagebied. Bij een te groot themagebied wordt de beleving al snel eentonig. Het is lastig om de beleving van het thema in een themagebied interessant te houden van. - Een kleinere oppervlakte is goed te thematiseren omdat men met kleine thematische ingrepen een thema neer kan zetten. Echter is de beleving vaak te kort om het als themagebied te ervaren. - Een groot themagebied is lastiger te thematiseren door het grote oppervlak, maar is wel beter te beleven.
137
8.1 Conclusie casestudie Koppeling en randen themagebieden De koppeling en de randen van de themagebieden hangen nauw samen met de positionering van themagebieden in themaparken. Er zijn twee manieren om themagebieden in een park te situeren namelijk, koud tegen elkaar of met een overgangzone. Wanneer men themagebieden koud tegen elkaar legt is het wenselijk om de grens hard/ gesloten te maken. Op deze manier weet de bezoeker wanneer men het themagebied verlaat en een ander themagebied binnen komt. Gebeurt dit niet dan raakt de bezoeker gedesoriënteerd, omdat het niet meteen duidelijk is in welk themagebied de bezoeker zich bevind. Plaats men themagebieden met een overgangszone, dan is het belangrijk om de overgangszone “themaloos” te maken. De overgangszone fungeert als een rustpunt waarin de beleving van het vorige themagebied rustig verwerkt kan worden voordat men een ander themagebied gaat beleven. Dit kan gedaan worden met een weglopende grens. - Themagebieden worden koud tegen elkaar gelegd of met een overgangszone gepositioneerd. - Themagebieden die koud tegen elkaar gelegd moeten een harde gesloten grens hebben om de beleving van het themagebied te verduidelijken. - Themagebieden met een overgangzone moeten een themaloos overgangsgebied hebben welke als rustpunt fungeert tussen de themagebieden dit kan met een weglopende grens/rand.
138
Routing themagebieden De routing in themagebieden staat in een nauwe verbinding met de routingopzet van het themapark. Zodra er sprake is van een verdeelplein op parkniveau zien we dat de route mogelijkheden beperkt worden. De rondgang en de gestuurde route komen veel voor bij deze routeopzet. De verklaring hier voor is het verdeelplein, waar de bezoeker telkens weer op uit dienen te komen om naar een volgend themagebied te gaan. Zonder een rondgang of gestuurde route gaat de bezoeker dwalen tussen de themagebieden en verliest het verdeelplein zijn sturende effect. Zodra er geen verdeelplein is zijn andere routing principes mogelijk. De evenwijdige route of de geen route principe zijn goede opties waarbij de bezoeker zijn eigen weg mag vinden. Een voordeel van deze route principes is dat de bezoekers verspreid worden door de themagebieden en het themapark. - De routing mogelijkheden met een verdeelplein zijn beperkt omdat de bezoeker telkens gestuurd moet worden naar het verdeelplein. - Routingprincipes zoals een rondgang of gestuurde route zijn hierbij goed toepasbaar. - Zonder verdeelplein hoeven de bezoekers niet gestuurd te worden en kunnen dwaal principes zoals evenwijdige routing of geen routing prima worden toegepast. Attracties De positionering van attracties in themagebieden heeft grote invloed op de themagebieden. In de meeste themagebieden bevinden de attracties zich los verspreid door het themagebied. Op deze manier worden de bezoekers in een themagebied verspreid waardoor er meer mensen in het themagebied kunnen verblijven zonder dat het gebied als extreem druk ervaren word. - De bezoekers druk wordt verspreid door attracties te verdelen in het themagebied.
139
8.1 Conclusie casestudie Beleving attracties De beleving van de attracties geschied over het algemeen door de attracties te bekijken. De beleving van attracties in themagebieden is gebonden aan de soort attractie. Als de attractie door middel van doen beleefd wordt kan de beleving van de attractie versterkt worden door het toevoegen van een kijk beleving. Wordt de attractie beleefd door te kijken dan kan deze attractie door een doen beleving versterkt worden. - De beleving van de attracties wordt sterker wanneer men de attractie kan beleven door te kijken en te doen. Accenten Accenten zijn belangrijk is een themagebied ze geleiden de bezoeker en bieden de mogelijkheid voor afwisseling in het themagebied. De meest voorkomende accenten zijn puntaccenten welke de bezoekers net als met lijnaccenten, prikkelen of sturen om de route te vervolgen of een ander deel van het themagebied te bezoeken. Dit gebeurd door de bezoeker te verassen met een opvallend object. Andere manieren van accenten maken zijn het ontwikkelen van accentvlakken en accentruimtes die een kleine afwijking hebben in de thematisering van het themagebied. Deze accenten brengen afwisselingen binnen themagebied aan waardoor bezoekers geprikkeld blijven en het themagebied beter beleven. - Accent punten en lijnen worden gebruikt op de bezoeker te sturen - Accent vlakken en ruimtes worden gebruikt om de bezoeker te prikkelen waardoor het thema in het themagebied beter beleefd wordt. Waardering Er zijn opvallende relaties tussen beleving en functionaliteit. Hoe hoger de beleving hoe lager de functionaliteit. Dit komt doordat in een sterk gethematiseerd themagebied het thema leidend is. Men wil het thema zo goed mogelijk neer zetten waarbij de functionaliteit soms verloren gaat. Voorbeeld: Een klein hok met een leeuw is functioneel men ziet de leeuw direct. een groot gethematiseerd hok waarin de leefomgeving van de leeuw wordt nageboods is minder functioneel. Dit komt omdat de leeuw verstopt kan zitten. De beleving van de leeuw is hier vele malen groter doordat men moet zoeken naar de leeuw die in zijn eigen leefomgeving is verstopt. 140
Themagebied Afrikaanse savanne Landschappelijk themagebied
Themagebied Patagonië Landschappelijk themagebied 1
1
7
7
otaal
unctionaliteit
ormgeving
eleving
otaal
unctionaliteit
Vormgeving
Beleving
Themagebied Mytheland Verhalend themagebied
9.3 Waardering themagebieden Hoe hoger de beleving hoe lager de functionaliteit. Deze conclusie is gemaakt aan de hand van de waarderingstabellen.
Themagebied Sprookjesbos Verhalend themagebied
1
1
8
7
otaal
unctionaliteit
Vormgeving
Beleving
otaal
unctionaliteit
Vormgeving
Beleving
Themagebied Nieuwland Architectonisch themagebied
Themagebied Zocher Architectonisch themagebied
1
1
6,5
7,5 otaal
unctionaliteit
Vormgeving
Beleving
otaal
unctionaliteit
Vormgeving
Beleving
141
8.1 Conclusie casestudie Thematisering Doormiddel van thematiserende elementen wordt een themagebied aangekleed in een thema. Deze elementen zijn te verdelen in thematiserende attracties, bouwkundige elementen, beplanting, water en details. In de praktijk worden deze thematiserende elementen in combinaties gebruikt. De meest voorkomende combinaties zijn thematiserende attracties, beplanting, water en bouwkundige elementen. Met deze vier thematiserende middelen kan men prima themagebieden maken. Zodra een van deze thematiserende middelen niet in een themagebied wordt opgenomen, dienen de andere thematiserende middelen sterker aangezet te worden. Gebeurt dit niet dan gaat dat ten koste van het thema in het themagebied en zal deze minder duidelijk aanwezig zijn. Als voorbeeld worden in figuur 8.4 en 8.5 de attracties vervangen. Bij themagebied Patagonië (fig. 8.4) blijft door een groot aanbod aan thematiserende middelen het thema overeind. Bij de Afrikaanse savanne (fig. 8.5) is dit niet het geval. Details worden in de praktijk niet snel gebruikt maar kunnen op kleine schaal de thematisering van themagebieden versterken door als een gethematiseerde basis in een themagebied te fungeren waardoor de het themagebied meer thema variaties kan weerstaan. - De combinaties tussen de verschillende thematiserende middelen attracties, beplanting, water en bouwkundige elementen maken het thema in een themagebied. - Wordt één van deze thematiserend middel niet gebruikt dienen de overige thematiserende middelen aangescherpt te worden. - Thematiserende details worden niet snel gebruikt maar kunnen in het themagebied als basis gebruikt worden waardoor er meer thema variatie mogelijk is.
142
8.4 Principe thematisering De attractie (de pinguïns) in het themagebied Patagonië zijn vervangen door wilde eenden. Omdat de andere thematiserende middelen scherp zijn vervalt het thema Patagonië niet.
8.5 Principe thematisering De attractie (de giraffes) in het themagebied Afrikaanse savanne zijn vervangen door nederlandse koeien. Omdat de andere thematiserende middelen niet aangescherpt zijn vervalt het thema afrikaanse savanne. 143
8.2 Antwoorden 8.2.1 Hoe positioneer en profileer je goede themagebieden in een themapark? Bij het positioneren van themagebieden in themaparken moet men eerst de structuren van een themapark ontrafelen. De themagebieden hebben namelijk relaties met de groen, water en het routing in een themapark. De themagebieden sluiten aan op de groen en waterstructuur zodat de losse themagebieden opgenomen worden in het ontwerp van het themapark. De themagebieden hebben tevens een eigen inrichting welke gemaakt wordt door ruimtes, routing principes, groenstructuur, waterstructuur en thematiserende middelen. De routing, ruimte en groenstructuur kunnen aansluiten bij de structuur opzet van het themapark. De thematiserende middelen helpen bij het naar voren brengen van het thema. De themagebieden zijn onder verdeelt in typologieën welke helpen om het thema duidelijk naar voren te brengen. De typologie keuzen zijn: geologische themagebieden, landschappelijke themagebieden, verhalende themagebieden, beweging themagebieden en architectonische themagebieden. Deze typologieën hebben allemaal een eigen stijl en manier van verbeelding van het thema. 8.2.2 Wat is een themapark? Een themapark is een park dat zich in de meeste gevallen richt op dagrecreatie. Het heeft een verzameling attracties waarop een of meerdere vormen van thematisering wordt toegepast. Een kenmerk is dat voor de attracties een toegangs prijs betaald dient te worden. Er zijn verschillende typologieën themaparken. Onder themaparken worden Dierenparken, pretparken, openlucht tentoonstelling en vakantieparken verstaan. Dierenpark Een dierenpark is een vaak parkachtige omgeving, met daarin een verzameling van dieren. Deze dieren zijn van oorsprong, wilde dieren die in gevangenschap worden gehouden. Op deze manier krijgt het publiek de gelegenheid om kennis te maken met de dieren door ze op een veilige manier te bekijken. Pretpark Een pretpark is een verzameling van grote attracties op een vaste locatie. De attracties kunnen uiteenlopen van een rustig sprookjesbos tot en met de meest spectaculaire achtbanen. 144
Openluchttentoonstelling Een openluchttentoonstelling, ook wel openluchtmuseum of beeldenpark is een gelegenheid waarbij personen en/of organisaties objecten in de buitenlucht aan het publiek tonen. Het expositie terrein is blijvend en de expositie heeft een basis van blijvende objecten. Vakantieparken Vakantieparken richten zich op meerdaagse recreatie en zijn daarom niet in dit onderzoek opgenomen. 8.2.3 Hoe worden themaparken ruimtelijk opgezet? Themaparken krijgen hun ruimtelijke opzet door het combineren van verschillende structuur vormende principes. De belangrijkste structuren in een themapark zijn de groen- en waterstructuur samen met het routingprincipe. Themaparken hebben ongeacht de context een gesloten rand welke in de basis door beplanting wordt gevormd. Deze rand zorgt ervoor dat de bezoeker even uit de werkelijkheid, in de themaparkwereld kan stappen. De rand omsluit tevens het park waardoor eventueel losse themagebieden gekoppeld worden. De combinatie tussen water en beplanting zorgt voor koppeling van de losse gebieden in het themapark en vormt tevens verschillende ruimtes. Het routingprincipe is ook een leidraad in de ruimtelijke opzet van een themapark. De routing die veel wordt toegepast is het Disney-principe of een variant hierop. Dit principe werkt met een verdeelplein van waar de bezoeker naar de verschillende delen van het themapark kunnen gaan. De bezoekers komen telkens terug op het verdeelplein vanwaar men naar de uitgang of een ander themagebied. Opvallend bij deze routing is dat de verschillende themagebieden, op parkniveau, een eigen ruimte hebben.
8.2.4 Wat is een themagebied? Een themagebied bestaat uit één of meerdere gekoppelde ruimtes welke gezamenlijk worden omsloten door een visuele en/of fysieke begrenzing. Binnen de grenzen van het themagebied wordt een gedachte doormiddel van samenhang in ruimtelijke elementen (architectuur, groen, inrichting en/of programma) en vormgegeven herhaald. Het doel hiervan is, de gedachte neer te zetten als herkenbare en beleefbare identiteit. 145
8.2 Antwoorden 8.2.5 Welke typologieën worden er herkend? Themagebieden zijn in te delen op in verschillende typologieën. Namelijk geologische themagebieden, landschappelijke themagebieden, verhalende themagebieden, bewegende themagebieden en architectonische themagebieden. De typologieën zijn gebaseerd op de gedachte die achter het vormen van het themagebied zit. Combinaties tussen de typologieën zijn ook mogelijk. Geologische themagebieden Bij geologische themagebieden wordt het thema gevormd door attracties die naar de geologische herkomst zijn ingedeeld. In het themagebied is dit lastig te verbeelden. Het komt namelijk voor dat er attracties naast elkaar gepositioneerd zijn die op het eerste gezicht niet bij elkaar passen of horen, maar vanuit de geologische gedachte van het themagebied wel goed gepositioneerd zijn. Landschappelijke themagebieden Bij landschappelijke themagebieden worden attracties in een passend landschap geplaatst. De landschappelijke themagebieden zijn gemakkelijk te verbeelden. Men kijkt welk typerend landschap bij de verschillende attracties past, en verbeeld de karakteristieken van dit landschap in het themagebied. Verhalende themagebieden Verhalende themagebieden zijn de makkelijkste themagebieden om te maken. Het themagebied vertelt een verhaal, waarbij de attractie en de ruimte van het themagebied reageren op elkaar om zo het verhaal te vertellen. Bewegings themagebieden Bewegings themagebieden zijn lastig te realiseren. Dit komt omdat ze nauw samenhangen met de soort attracties in het themagebied. In de ruimte van het themagebied is het namelijk erg moeilijk om beweging te verbeelden. De attracties moeten de beweging van het themagebied vormen.
146
Architectonische themagebieden Architectonische themagebieden zijn goed te realiseren. Men kiest een architectuurstijl uit en verbeeld deze in het themagebied. De verbeelding zit hem in de basis in de ontwerpstructuren. Denk hierbij aan bouwkundige elementen, beplanting en water waarin de architectuurstijl naar voren komt. Voeg hier al dan niet gethematiseerde attracties aan toe en het themagebied is af.
8.2.6 Hoe verhouden themagebieden zich tot de groenstructuur? De themapark groenstructuur hangt nauw samen met de waterstructuur . De structuren liggen als aparte laag over de verschillende themagebieden heen. De themagebieden hebben op themagebied niveau een eigen groenstructuur. Dit wil niet zeggen dat de themaparkstructuren geen relatie heeft met het themagebied. In bijna alle themagebieden wordt de themapark structuren opgenomen in het themagebied. In maar enkele gevallen doen de themaparkstructuren daadwerkelijk mee in de vormgeving van het themagebied. De groen- en waterstructuur in een themagebied bestaat uit koppelingen tussen beplanting en water. Deze koppelingen zorgen ervoor dat thema variaties in het gebied worden verdragen. Als er geen groenstructuur en/ of water structuur aanwezig is in een themagebied, dan is er sprake van een gethematiseerde attracties in een themaloos gebied.
147
8.2 Antwoorden 8.2.7 Hoe worden themagebieden ruimtelijk opgezet? Themagebieden in themaparken verschillen erg van oppervlakte. De oppervlakte van de themaparken variëren van < 1 ha tot > 3 ha. De grote themagebieden worden sterker beleeft dan de kleine themagebieden. De themagebieden worden op twee manieren in het park gepositioneerd namelijk koud tegen elkaar of met een thema loze overgangszone. In beide gevallen wordt er vaak met een harde grens gewerkt. Alleen bij een overgangszone wordt er in een aantal gevallen met een weglopende grens gewerkt. De routing in de themagebieden staat in een nauwe verbinding met de routingopzet van het themapark. Zodra er sprake is van een verdeelplein op parkniveau zien we dat de route mogelijkheden beperkt worden. De rondgang en de gestuurde route komen veel voor. Wordt er niet met een verdeelplein gewerkt dan zijn route principes zoals de evenwijdige route of de geen route ook mogelijk. De attracties worden in de themagebied losverspreid zodat de bezoekers zich over het themagebied verspreiden. De beleving van attracties wordt gevormd door de aard van de attractie. Men kan de attractie beleven door te kijken of door de attractie de doen. Bij sommige attracties kunnen deze belevingen gecombineerd worden waardoor de attracties beleving groter wordt. Om de beleving van themagebieden te versterken worden er accenten aangelegd. De accenten worden gebruikt om de bezoekers te sturen of te prikkelen door kleine veranderingen in het thema. Het thema wordt in de themagebieden wordt gevormd door thematiserende middelen. Deze middelen zijn te verdelen in thematiserende attracties, bouwkundige elementen, beplanting, water en details. In de praktijk worden deze thematiserende middelen in combinaties gebruikt. De meest voorkomende combinaties zijn thematiserende attracties, beplanting, water en bouwkundige elementen. Zodra een van deze thematiserende middelen niet in een themagebied wordt opgenomen, dienen de andere thematiserende middelen sterker aangezet te worden. Details worden in de praktijk niet snel gebruikt maar kunnen op kleine schaal de thematisering van themagebieden versterken door als een gethematiseerde basis in een themagebied te fungeren waardoor de het themagebied meer thema variaties kan weerstaan.
148
149
9
9.1 Aanbeveling 9.1.1 Typologie Bij het maken van themagebieden in een bestaand park of in nieuw te ontwikkelen themapark is het van belang dat men vooraf onderzoekt hoe het themapark functioneert. De themapark structuren hangen namelijk nauw samen met de structuren in themagebieden. Zodra men weet hoe het themapark functioneert, denkt dan na welke typologie themagebied er ontwikkeld moet worden. Dit vergemakkelijkt het ontwerp proces en helpt bij het thematiseren van het themagebied. Heeft men een keuze gemaakt uit een van de onderstaande typologieën dan kan men beginnen met het ontwerpen van het themagebied en of het themapark. Geologische themagebieden Bij geologische themagebieden wordt het themagevormd door attracties bij elkaar te brengen door te kijken naar de geologische herkomst van de attracties. Landschappelijke themagebieden Bij landschappelijke themagebieden worden attracties in een passend landschap geplaatst. Verhalende themagebieden De verhalende themagebieden vertellen een verhaal, waarbij de attractie en de ruimte van het themagebied reageren op elkaar om zo het verhaal te vertellen. Bewegings themagebieden Bewegings themagebieden hangen nauw samen met de soort attracties in het themagebied. De attracties moeten de beweging van het themagebied vormen. Architectonische themagebieden Bij architectonische themagebieden kiest men een architectuurstijl en verbeeld deze in het themagebied. De verbeelding zit hem in de basis in de ontwerpstructuren.
151
9.1 Aanbeveling 9.1.2 Ontwerp ondersteunende punten Bij het ontwerpen van de themagebieden en themaparken kunnen de onderstaande punten houvast bieden. Themapark - Door een gesloten rand van een themapark wordt het thema van het themapark sterker beleeft. - Themaparken worden opgezet met diverse losse ruimtes themagebieden hebben op parkniveau een eigen ruimte. - De koppelingen van de groen en waterstructuur maakt dat het themapark themagebieden kan verdragen. - De vormgeving van de themapark groenstructuur past zich meestal niet aan naar de vormgeving van themagebieden Grote themagebieden - Themagebieden in themaparken verschillen van grote van <1 - > 3 ha. - Een kleine oppervlakte < 1 ha is goed te thematiseren omdat men met kleine thematische ingrepen een thema neer kan zetten. Echter is de beleving vaak te kort om het als themagebied te ervaren. - Een groot themagebied > 3 ha is lastiger te thematiseren door het grote oppervlak, maar is wel beter te beleven. Positionering themagebieden - Themagebieden worden koud tegen elkaar gelegd of met een overgangszone gepositioneerd. - Themagebieden die koud tegen elkaar gelegd worden moeten een harde gesloten grens hebben om de beleving van het themagebied te verduidelijken. - Themagebieden met een overgangszone moeten een thema loos overgangsgebied hebben welke als rustpunt fungeert tussen de themagebieden dit kan met een weglopende grens/rand.
152
Inrichting themagebieden - Themagebieden hebben vaak op parkniveau een eigen ruimte. - Themagebieden met 1 enkele ruimte zijn overzichtelijk maar verdragen themavariatie slecht. - Themagebieden met diverse ruimtes zijn minder overzichtelijk maar kunnen themavariatie goed verdragen. - Accent punten en lijnen worden gebruikt op de bezoeker te sturen - Accent vlakken en ruimtes worden gebruikt om de bezoeker te prikkelen waardoor het thema in het themagebied beter beleefd wordt. Routing themagebieden - De routing mogelijkheden met een verdeelplein zijn beperkt omdat de bezoeker telkens gestuurd moet worden naar het verdeelplein. - Routingprincipes zoals een rondgang of gestuurde route zijn hierbij goed toepasbaar. - Zonder verdeelplein hoeven de bezoekers niet gestuurd te worden en kunnen dwaal principes zoals evenwijdige routing of geen routing prima worden toegepast. Attracties themagebieden - De bezoekers druk wordt verspreid door attracties te verdelen in het themagebied. - De beleving van de attracties wordt sterker wanneer men de attractie kan beleven door te kijken en te doen. Thematisering - De combinatie tussen verschillende thematiserende middelen zoals attracties, beplanting, water ,bouwkundige elementen en details maken het themagebied. - Wordt een van deze thematiserend middel niet gebruikt dienen de overige thematiserende middelen aangescherpt te worden. - Thematiserende details worden niet snel gebruikt maar kunnen in het themagebied als basis thema gebruikt worden waardoor er meer thema variatie mogelijk is.
153
B
ijlage Dierenpark Emmen
Plattegrond Dierenpark Emmen
Tabellen Dierenpark Emmen Dierenpark Emmen Beleving
Vormgeving
Typologie Themapark
Functionaliteit.
Themagebied Patagonië Landschappelijk themagebied 1
7
Context
otaal
Water / groen
unctionaliteit
Ruimtelijke opzet
Vormgeving
Beleving
Park randen
Themagebied Afrikaanse savanne Landschappelijk themagebied 1
Routing opzet
7
Positie Themagebieden otaal
unctionaliteit
ormgeving
eleving
Grote Themagebieden
Themagebied Patagonië Grote
Beleving
Randen
Ruimtelijke opzet
Groen / water
Routing opzet
Attractie verdeling
Accenten
Thematisering
Themagebied Afrikaanse savanne
B
ijlage Efteling
Plattegrond Efteling
Tabellen Efteling Efteling Beleving
Vormgeving
Typologie Themapark
Functieonoliteit.
Themagebied Mytheland Verhalend themagebied 1
7
Context otaal
Water / groen
unctionaliteit
Ruimtelijke opzet
Vormgeving
Beleving
Park randen
Themagebied Sprookjesbos Verhalend themagebied 1
Routing opzet
8
Positie Themagebieden otaal
unctionaliteit
Vormgeving
Beleving
Grote Themagebieden
Themagebied Mytheland Grote
Beleving
Randen
Ruimtelijke opzet
Groen / water
Routing opzet
Attractie verdeling
Accenten
Thematisering
Themagebied Sprookjesbos
B
ijlage Keukenhof
Plattegrond Keukenhof
Tabellen Keukenhof Keukenhof Beleving
Vormgeving
Typologie Themapark
Functieonoliteit.
Themagebied Nieuwland Architectonisch themagebied 1
6,5
Context otaal
Water / groen
unctionaliteit
Ruimtelijke opzet
Vormgeving
Beleving
Park randen
Themagebied Zocher Architectonisch themagebied 1
Routing opzet
7,5
Positie Themagebieden otaal
unctionaliteit
Vormgeving
Beleving
Grote Themagebieden
Themagebied Nieuwland Grote
Beleving
Randen
Ruimtelijke opzet
Groen / water
Routing opzet
Attractie verdeling
Accenten
Thematisering
Themagebied Zocher
Bronnen
Boeken: Alan Bryman (1995). Disney and his Worlds . Routledge, Londen en New York Alma kennis & Johan Vlug (2002). Ontwerpanalyse, op weg naar inspiratie . Larenstein drukkerij,Velp Eric van der Kooij en Clemens M. Steenbergen ( 1991). Het Montage Landschap. Publicatieburo Faculteit der Bouwkunde, Delft Meto J. Vroom (2005). Lexion van de tuin- en landschapsarchitectuur. Blauwdruk, Wageningen Van den Diepstraten, H (2002). De Efteling kroniek van een sprookje . Tirion, Baarn Steenbergen, C.M. e.a., (1985). Architectuur en landschap. Rationele, formele en picturale ensceneringen het situatief ontwerpen. Universitaire Pers, Delft Baljon L. (1992), Designing Parks. Architecture & Natura Press, Amsterdam
Artikelen: Joachim Koutstaal (2003). Efteling neemt groen serieus. Tuin & Landschap, 26, p. 15-17 Rapporten: Bernarda Maagd & Dominique Veenemans ( 1988) . Acheon een ontwerp voor een archeologische attractiepark in Alphen aan den Rijn., Wageningen Folders: Keukenhof Holland . Parkgids. ( 2011) Kaartmateriaal: Dierenpark Emmen. De twee locaties van Dierenpark Emmen. (2009) Efteling. Weg wijs Pas. (1 April T/M 10 Juli 2011)
Websites: Artis, Amsterdam Aviodrome, Lelystad Avonturenpark Hellendoorn, Hellendoorn Burgers Zoo, Arnhem, De Apenheul, Apeldoorn De Efteling, Kaatsheuvel De Keukenhof, Lisse Diergaarde Blijdorp, Rotterdam Dolfinarium, Harderwijk Drievliet, Den Haag Duinrell, Wassenaar Ecodrome, Zwolle Het Archeon, Alphen aan de Rijn Het Zuiderzee museum, Enkhuizen Koningin Julianatoren, Apeldoorn Kröller Muller museum, Otterlo Madurodam, Den Haag Noorderdierenpark Emmen, Emmen Ouwehands Dierenpark, Rhenen Safaripark Beekse bergen, Hilvarenbeek Slagharen, Slagharen Toverland, Sevenum Walibi Holland, Biddinkhuizen Wikipedia
http://www.artis.nl// http://www.aviodrome.nl/ http://www.avonturenpark.nl/ http://www.burgerszoo.eu/ http://www.apenheul.nl/ http://www.efteling.com/ http://www.keukenhof.nl/ http://www.blijdorp.nl/ http://www.dolfinarium.nl/ http://www.drievliet.nl/ http://www.duinrell.nl/ http://ecodrome.nl/ http://archeon.nl/nederlands/ home.html http://www.zuiderzeemuseum.nl/ http://www.julianatoren.nl/ http://www.kmm.nl/ http://www.madurodam.nl/ http://www.dierenpark-emmen.nl/ nl/home/home.htm http://www.ouwehand.nl/ http://www.safaripark.nl/ http://www.slagharen.com/ http://www.toverland.nl/ http://www.walibi.com/holland/ nl-nl http://www.wikipedia.org/
05-04-2011 05-04-2011 05-04-2011 05-04-2011 05-04-2011 05-04-2011 05-04-2011 05-04-2011 05-04-2011 05-04-2011 05-04-2011 05-04-2011 05-04-2011 05-04-2011 05-04-2011 05-04-2011 05-04-2011 05-04-2011 05-04-2011 05-04-2011 05-04-2011 05-04-2011 05-04-2011 05-04-2011
Hogeschool Van Hall-Larenstein Adres gegevens: Larensteinselaan 26a, 6882 CT te Velp Postadres: Postbus 9001 | 6880 GB Velp Tel: 026 - 369 56 95 Fax: 026 - 361 52 87 E-mail:
[email protected] Website: www.vanhall-larenstein.nl
Opleiding: 4e jaars studenten, tuin- en landschapsinrichting (tuinarchitectuur)
Begeleiders: ir. J.A.Vlug T. Reesink ing. Hans Smolenaars
Auteurs: Richard Leenderste Rick Lensink
Versie | datum : 1.0 | 26-04-2011
Ondertitel: Onderzoek naar de positionering en profilering van themagebieden in attractieparken.
Titel: Themagebieden
Colofon
Lijn
Vlak
Ruimte
Punt
Details
Water
Beplanting
Bouwkundige elementen
Attractie
Thematisering
Accent
Evenwijdig
Geen
Rondgang
Gestuurde route
Routing
Water
Beplanting
Koppeling
Kijken
Doen
Beleving
Gecentreerd
Los verspreid
Clusters verspreid
Attracties
Diverse kleine ruimtes
Ruimte met kleine ruimtes
Grote ruimte
Ruimte themapark / themagebied
Hier omslaan