Gedeputeerde Staten
STATENNOTITIE
Aan de leden van Provinciale Staten
HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Beantwoording motie 18 ‘windenergie, energie uit biomassa en zonne-energie’ HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH
Beknopte samenvatting Statennotitie: Deze notitie gaat in op de vragen zoals gesteld in motie 18. Uit de laatste stand van zaken blijkt dat de doelstelling windenergie voor 2010: 100 MW in vastgestelde plannen, niet wordt gerealiseerd. De voorzichtige conclusie is dat de doelstelling van 140 MW windenergie, op basis van eerste verkennende gesprekken, in samenwerking met gemeenten behaald zou kunnen worden. Maar de ervaringen tot nu toe laten zien dat voorzichtigheid geboden is bij het trekken van conclusies. Binnen een half jaar willen we van de gemeenten, waarvan de wethouders positief of open staan ten aanzien van windenergie, een principe-uitspraak van de gemeenteraad dat zij gezamenlijk de mogelijkheden voor windenergie wil onderzoeken. Hierna volgt de keuze uit de volgende opties: a. Nieuwe structuurvisie op basis van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) b. PS-besluit tot aanwijzen gronden op basis van de C risis - en herstelwet (Chw) c. Huidig beleid handhaven, geen gronden aanwijzen Indien de doelstelling op basis van vrijwilligheid daadwerkelijk gehaald kan worden, willen we afspraken maken over rollen, termijnen, landschappelijk ontwerp en waar mogelijk financiering van proceskosten. Op deze manier voeren we meer regie dan tot nu toe op het behalen van de doelstelling. Indien we niet voldoende afspraken kunnen maken, zullen we u voorstellen om een structuurvisie te maken. Voor zonne-energie is in elke gemeente draagvlak, en er zijn soms ook concrete projecten, te vinden. Meestal is er geen vastgestelde strategie of visie. Voor bio-energie is de animo wisselend. Ook hiervoor geldt dat er wel grotere en kleinere initiatieven zijn, maar dat een strategie vaak ontbreekt. Voor biovergisting is beleid opgenomen in de structuurvisie bedrijventerreinen en werklocaties. In de praktijk zal moeten blijken of deze structuurvisie en de in voorbereiding zijnde tweede tranche ruimtelijke verordening zullen zorgen voor het ruimtelijk faciliteren van biovergisting. De belemmeringen liggen op dit moment niet in het provinciale beleid, maar op gemeentelijk en rijksniveau.
=====
Inlichtingen bij mw. F.E.M. Valk, tel. (026) 359 97 53 e-mailadres:
[email protected]
Aan de leden van Provinciale Staten 1. Inleiding Op 31 maart jl. hebben uw Staten motie 18 aangenomen naar aanleiding van de besluitvorming over een inpassingsplan voor de plaatsing van windturbines in Zevenaar. In motie 18 verzoekt u ons: 1. Om in september 2010 met een bijgewerkt overzicht te komen over de voortgang op het gebied van gerealiseerde MW windenergie; 2. Ons (opnieuw) maximaal in te spannen om de windturbines in goed overleg te realiseren; 3. De mogelijke locaties voor biovergisting in beeld te brengen, en aan te geven welke planologische problemen te verwachten zijn, en hoe deze kunnen worden opgepakt; 4. Inzicht te geven welke mogelijkheden zonne-energie nog kan leveren; 5. Dit op termijn uit te werken in een structuurvisie. In deze notitie geven we op deze vragen antwoord. De specifieke kansen voor de verschillende energie-opties komen ook aan de orde in de discussie over de Gelderse energiemix, de mix van wind, bio, water en zonne-energie, en de beleidsevaluatie. Tijdens de lunchbijeenkomst met de commissie Ruimtelijke ordening, Wonen en Milieu (RWM) van 15 september zijn deze notitie, de energiemix en de aanpak van de beleidsevaluatie al kort toegelicht. Fossiele brandstoffen raken op, het klimaat verandert Volgens de Gelderse ambitie moet de mix van wind, bio, zon en water zorgen voor 15 procent duurzame energie-opwekking in Gelderland in 2020 en 40 procent in 2050. Duurzame energie is nodig omdat fossiele brandstoffen opraken of slechts onder risicovolle en kostbare omstandigheden te winnen zijn. Deze ambitie voor duurzame energie-opwekking is door uw Staten vastgelegd in het klimaatprogramma “Aanpakken en Aanpassen”. Leeswijzer In deze notitie komt allereerst de stand van zaken van de huidige plannen voor windenergie aan de orde. Vervolgens gaan we achtereenvolgens in op de gemeentebezoeken en de gevoerde gesprekken met ontwikkelaars in het afgelopen voorjaar. Deze uitkomsten koppelen we aan de mogelijkheden om de doelstelling voor windenergie te behalen. Vervolgens gaan we in op punt drie van de motie: de kansen voor biovergisting. Tot slot presenteren we u de conclusies. 2. Stand van zaken: 36 MW’s draaien, 52 MW in de pijplijn In tabel 1 geven we u de huidige stand van zaken (zie volgende pagina). Zoals u uit de tabel kunt lezen, liggen we niet op schema. We halen de doelstelling van 100 MW in 2010 in vastgestelde plannen niet. Belangrijkste oorzaak daarvan zijn de belemmeringen die zich na de vaststelling van een bestemmingsplan voordoen, waardoor een plan (deels) niet meer doorgaat en de doelstelling dus niet wordt
2
behaald. Daarnaast liggen de oorzaken in de langere tijd die nodig is voor het ontwikkelen van draagvlak en het feit dat we tot op heden afhankelijk zijn van de planning van gemeenten. Het gaat uiteindelijk om de daadwerkelijke opwekking van duurzame energie. Eén Megawatt aan windenergie levert elektriciteit voor 600 huishoudens. Dit betekent dat op dit moment circa 2.5 1 procent van de Gelderse huishoudens door windenergie elektriciteit krijgt . Bij 88 MW is dat ruim 6 procent en bij 140 MW 10 procent van de Gelderse particuliere huishoudens. Tabel 1: Overzicht lopende projecten Stand van zaken windenergie provincie Gelderland (oktober 2010) aantal vermogen status turbines MW Zutphen 3x2 MW 6 draaiend Culemborg 3x2 MW 6 draaiend Aalten 8x2 MW 16 draaiend Neder Betuwe 4x2 MW 8 draaiend 36 TOTAAL DRAAIEND gemeente
Duiven
4x2 MW
8
Oldebroek
4x2 MW
(8)
Buren
4x2 MW
8
Apeldoorn
5xbijna 3 MW
Overbetuwe Ede
4x2 MW 2x3 MW
(14)
8 6
30
Nijmegen
5x2 MW
10
Montferland/Oude IJsselstreek
6x2 MW
12
vastgesteld plan (beroepsprocedure bouwvergunning) vernietigd door RvS, reparatie wordt nagegaan vastgesteld plan (beroepsprocedure bouwvergunning) vastgesteld plan ( beroepsprocedure bouwvergunning ) milieuvergunning vernietigd vastgesteld plan vastgesteld plan (beroepsprocedure ziet niet op de windturbines) TOTAAL IN VASTGESTELDE PLANNEN
22
ontwerpplan (zienswijzen aan het verwerken) ontwerpplan (zienswijzen aan het verwerken) TOTAAL IN ONTWERPLANNEN
88
TOTAAL TE BEHALEN
Belemmeringen bij realiseren winddoelstelling Een voorbeeld van een belemmering is te zien bij het plan in de gemeente Buren. Er is discussie ontstaan rondom de MER-beoordelingsprocedure. De gemeente heeft hierna aangegeven dat de kosten en baten vrijwel niet meer in evenwicht zijn voor de gemeente. De provincie staat nu de 1
In totaal zijn er ca. 850 000 particuliere huishoudens in Gelderland (CBS Statline ijkdatum 1-1-2009)
3
gemeente met raad en daad bij. Hierdoor wordt de procedure vooralsnog voortgezet. Een ander voorbeeld is het plan in Oldebroek. Dit is vernietigd door de Raad van State, waardoor er geen sprake meer is van een vastgesteld bestemmingsplan. De gemeenteraad moet nu beslissen of zij opnieuw het plan wil vaststellen. Dit lukt niet meer voor het einde van dit jaar. Daarom hebben we het park niet meegerekend in tabel 1. De milieuvergunning voor de plaatsing van vijf windturbines op de Ecofactorij in Apeldoorn is door de Raad van State vernietigd. Zoals het er nu naar uitziet zal reparatie hiervan dit jaar niet meer gaan lukken en daarom is ook dit park niet meegerekend in de tabel. In eerdere notities aan uw Staten zijn beoogde parken in Neerijnen en Berkelland/Oost-Gelre opgenomen. Deze parken waren, -samen met het park in Zevenaar- nodig om de doelstelling van 140 MW te behalen. De nieuwe colleges in de gemeenten Neerijnen en Oost-Gelre zetten de initiatieven niet voort. 3. In gesprek met de gemeenten Gelderland heeft zich ten doel gesteld 140 MW te realiseren in 2015. Dit betekent dat er voor minimaal 52 MW locaties gezocht moet worden. D oor de risico’s en kans op falen bij planvorming moeten er altijd meer locaties gezocht worden als buffer. Er zal daarom voor meer dan 52 MW locaties gezocht én plannen ontwikkeld moeten worden. 2
Om de nieuwe locaties te vinden, zijn we dit voorjaar op uw verzoek met vrijwel alle gemeenten in gesprek gegaan. Ook met die gemeenten die nu geen zoekzone windenergie -zoals vastgesteld in de structuurvisie ‘Streekplan Gelderland 2005’- binnen hun gemeente hebben liggen. Vooraf hebben we de gemeenten informatie toegestuurd. Deze informatie in de vorm van een brochure is ook aan u verstrekt. De gemeenten hebben deze aanpak en communicatievorm als positief ervaren. De gesprekken zijn gevoerd door provinciale ambtenaren gespecialiseerd in windenergie en ruimtelijke ordeningvraagstukken met de Gelderse wethouders ruimtelijke ordening en milieu. Met de bestuurders is gesproken over de provinciale doelen voor windenergie, die de provincie graag samen met gemeenten wil realiseren. Voordat we de locaties vaststellen, nodig voor de resterende doelstelling, moeten we de ambitie en plannen kennen van gemeenten. Aan de wethouders is gevraagd hoe zij tegen dit thema aankijken en of zij kansen zien in hun gemeente. Daarnaast is hen gevraagd naar de ambities voor andere duurzame energiebronnen, zoals zonne- en bio-energie, en welke rol zij zien voor de provincie en de regio. Gemeenten willen klimaat- en energieneutraal, maar hoe? De gesprekken leverden veel informatie op. Een groot aantal gemeenten wil in een bepaald jaar klimaat- en energieneutraal zijn. De weg daar naar toe is meestal niet uitgestippeld noch in de tijd in operationele doelen vertaald. De energiemix moet nog bepaald worden. Er zijn vele grotere en kleinere initiatieven op het gebied van bio-energie, zonne-energie en energiebesparing. Een duidelijke strategie of doelen zijn vrijwel niet genoemd. De trajecten zijn bovendien zowel ruimtelijk als financieel moeilijk. Voor zonne-energie is in elke gemeente wel animo te vinden. Voor biovergistingsinstallaties in enkele gevallen niet, met name vanwege het 2
Een aantal gemeenten wenste geen gesprek met ons te hebben over dit thema.
4
grootschalige karakter of vanwege de afwezigheid van agrarisch productielandschap. Gemeentelijke ambities ten aanzien van windenergie Circa 15% van de gemeenten heeft zich positief uitgelaten over windenergie en ziet hiervoor ook kansen binnen hun gemeente. Ongeveer 15% is niet uitgesproken voor of tegen, maar staat open voor discussie. De overige 70% ziet geen kansen voor plaatsing van (meer) turbines binnen de gemeentegrenzen. Belangrijk is dat dit op basis van informele gesprekken met wethouders is gebaseerd. Dit zijn geen harde toezeggingen. Het zijn vaak eerste ideeën die nog niet in het college van B&W of de gemeenteraad zijn besproken. Het beeld kan dus nog wijzigen, daarom is -op verzoek van de gemeenten- de rapportage geanonimiseerd. In het overgrote deel van de gemeenten die ambities hebben uitgesproken en bereidwillig zijn om mogelijkheden te verkennen of te realiseren ligt geen zoekzone voor windenergie zoals vastgesteld in de structuurvisie. Provincie: stimuleren of regie? Op de vraag welke rol gemeenten zien voor de provincie en de regio kregen we wisselende antwoorden. Over het algemeen wordt kennis en advies, een platform bieden en een stimulerende rol op het gebied van duurzame energie door elke gemeente genoemd. Gemeenten die positief aankijken tegen een windpark binnen hun gemeente, willen graag dat de provincie helpt bij het in kaart brengen van de haalbaarheid. Een klein aantal gemeenten verwacht van de provincie de regie op het thema windenergie en vindt dat de provincie moet doorpakken om haar doelen te bereiken. Duurzaamheid leeft in de regio’s Alle Gelderse regio’s zijn in meer of mindere mate actief op het gebied van duurzame energie. De regio Achterhoek heeft de Tafel van Groenlo, een denktank van overheden, ondernemers en het onderwijs over duurzaamheid. De regio Stedendriehoek werkt regionaal samen op het gebied van duurzaamheid vanwege de grensoverschrijdende effecten en het delen van kennis. Zij heeft bijvoorbeeld een quickscan laten uitvoeren om na te gaan welke locaties het meest geschikt zijn voor windenergie. In de Gelderse Vallei is een klimaatadviseur aangesteld. In deze regio ligt het accent op de opwekking van duurzame energie op het gebied van de biomassa. Ook de regio Noord Veluwe heeft sinds kort een klimaatadviseur. De regio beschikt over een Klimaat Actieplan waarin de nadruk ligt op de biovergisting. Binnen de regio Rivierenland is momenteel een reorganisatie gaande waardoor de rol op het gebied van de duurzame energie nog niet duidelijk is. Er bestaat behoefte aan een regio die de gemeenten werk uit handen neemt en zich vooral richt op uitvoering. Binnen de Stadsregio wordt samen met de milieuregio’s gewerkt aan een klimaat- en energieplan. 4. In gesprek met ontwikkelaars: subsidie te laag, grote bereidheid om te investeren Er zijn ook gesprekken gevoerd met ontwikkelaars om hen te vragen welke kansen en belemmeringen zij zien in Gelderland voor windenergie. Zij zien kansen in Gelderland, maar betitelen de huidige subsidieregeling van het Rijk als grootste manco, omdat deze gekoppeld is
5
aan de stroomprijs. Hierdoor fluctueert de subsidie en is deze eigenlijk net te laag voor Gelderland. Dit weerhoudt de ontwikkelaars en initiatiefnemers er echter niet van om te blijven investeren in Gelderland, omdat zij hopen cq. geloven dat op het moment van het verlenen van de bouwvergunning de situatie gunstiger is geworden. Daarnaast wijzen ze op de vele ruimtelijke belemmeringen die ervoor zorgen dat daadwerkelijk concrete kansen schaarser zijn dan het op het eerste oog lijkt. De verspreid liggende woningbouw wordt als voornaamste belemmering genoemd. Qua windvang is in vrijwel elke gemeente wel een plek te vinden met in principe voldoende wind. De ontwikkelaars zijn tot slot zeker bereid om in gesprek te gaan over de juiste plaats in het landschap en de mogelijkheden voor participatie. 5. Borgen van winddoelen In motie 18 verzoeken uw Staten de duurzame energiedoelen op termijn uit te werken in een structuurvisie. Na de gespreksronde kunnen wij voor windenergie de voorzichtige conclusie trekken dat 140 MW op basis van vrijwilligheid en samenwerking haalbaar lijkt. Belangrijk is dat dit op basis van informele gesprekken met wethouders is gebaseerd. Dit zijn geen harde toezeggingen. Het verleden heeft ons geleerd dat er discrepantie kan ontstaan tussen intenties en het opstellen en vaststellen van ruimtelijke plannen. Op basis van de eerste ideeën hebben we samen met de betrokken wethouders globaal de ruimtelijke kansen ingeschat. Het verleden leert ons echter ook dat bij specifieker onderzoek kansen vanwege ruimtelijke belemmeringen alsnog blijken afvallen. Pas op het moment dat duidelijk is dat de nu uitgesproken intenties ook daadwerkelijk omgezet worden in plannen voor windturbineparken, én dat deze intenties ruimtelijk ook mogelijk zijn, kan een beslissing worden genomen over de borging van de doelen. Hiervoor zijn de volgende mogelijkheden: Nieuwe structuurvisie op basis van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) -. PS-besluit tot aanwijzen gronden op basis van de C risis - en herstelwet (Chw) Huidig beleid handhaven, geen gronden aanwijzen Nieuwe structuurvisie In een structuurvisie wordt een integrale afweging gemaakt. Hierbij is het uitgangspunt een visie op de ruimtelijke samenhang tussen windenergie en het Gelderse landschap, de keuze voor de beste plekken voor windenergie en het voorkomen van verrommeling. Bij de structuurvisie moet een uitvoeringsparagraaf worden geschreven. Hierin staat met welke instrumenten de doelen verwezenlijkt worden. Dit kan bijvoorbeeld trapsgewijs: daar waar kan samen met gemeenten, daar waar moet – of daar waar vraag naar is - met een inpassingsplan. In de visie kunnen de gronden zoals bedoeld in de Chw worden aangewezen. De zoekzones uit de Structuurvisie ‘Gelderland 2005’ kunnen hiermee vervallen, waarbij aandacht moet zijn voor mogelijk gewekte verwachtingen en de juridische consequenties. Op grond van de wet dient bij de structuurvisie ook een MER te worden uitgevoerd om zo de gronden ook milieutechnisch op
6
een juiste wijze te beoordelen. Het opstellen van en de besluitvorming over een structuurvisie duurt twee jaar. Met een structuurvisie en een uitvoeringsparagraaf voor windenergie hebben uw Staten de regie in handen op het bereiken van de provinciale doelen. Aanwijzen gronden In de Chw staat dat er gronden aangewezen moeten zijn voor windenergie waarvoor initiatiefnemers plannen kunnen ontwikkelen. Er staat niet op welke wijze deze gronden aangewezen moeten worden. Een besluit van uw Staten zou kunnen volstaan. Hierdoor kan samen met gemeenten en ontwikkelaars gewerkt worden aan de ontwikkeling van de aangewezen gronden. Zodra een gemeenteraad akkoord is met een windplan, zou tevens de grond aangewezen kunnen worden 3 als Chw-grond . Op die manier wordt aan de wens voldaan dat er alleen plannen worden gerealiseerd wanneer gemeenten in kunnen stemmen met een windpark. Met deze werkwijze staat de gemeentelijke ambitie centraal en niet de provinciale doelstelling. In vergelijking met een structuurvisie biedt deze werkwijze minder grip op het totale landschappelijke beeld, waardoor het lastiger is, maar niet onmogelijk, om verrommeling te voorkomen. Het is moeilijker vooraf te overzien wanneer een volgend windpark niet meer passend is en een onrustig beeld oplevert. Geen gronden aanwijzen Een derde optie is geen gronden aan te wijzen. Dit lijkt geen haalbare optie, omdat de Chw uw Staten verplichten gronden aan te wijzen. Op dit moment zijn er in Gelderland geen gronden formeel aangewezen, omdat uw Staten hebben besloten dat de zoekzones in de huidige structuurvisie “Gelderland 2005” niet gezien mogen worden als de gronden bedoeld in de Chw. Hoe nu verder? Binnen een half jaar willen we van de gemeenten, waarvan de wethouders positief of open staan ten aanzien van windenergie, een principe-uitspraak van de gemeenteraad dat zij gezamenlijk de mogelijkheden voor windenergie wil onderzoeken. Met de gemeente(raden) die uitspreken een windpark mogelijk te willen maken, willen we gezamenlijk de haalbaarheid onderzoeken. Bij dit haalbaarheidsonderzoek komt ook aan bod hoe we om moeten gaan met het feit dat een groot deel van de gemeenten die ambities hebben uitgesproken geen zoekzone voor windenergie uit onze structuurvisie kent. Indien locaties haalbaar blijken, willen we concrete afspraken maken. Waar mogelijk ook met ontwikkelaars. De afspraken zouden moeten gaan over rollen, termijnen, landschappelijk 3
Voor beide opties, ad. a en b, geldt overigens dat ontwikkelaars en initiatiefnemers, zodra de gronden op basis van de CHW zijn aangewezen, er rechten aan kunnen ontlenen. Indien een gemeente na het besluit van mening verandert, kan de initiatiefnemer bij de provincie een verzoek indienen. Dit verzoek moet dan ingewilligd worden.
7
ontwerp en waar mogelijk financiering van proceskosten. Op deze manier voeren we meer regie dan tot nu toe op het behalen van de doelstelling. Afhankelijk van de uitkomsten van afspraken en haalbaarheidsonderzoeken kan gekozen worden voor één van de drie genoemde opties om de afspraken ruimtelijk te borgen: vastleggen in structuurvisie, aanwijzen gronden of het huidige beleid handhaven en niets doen. Mocht over een half jaar blijken dat er geen animo bij gemeenteraden is waar wethouders positief of neutraal zijn, of doordat het ruimtelijke niet haalbaarheid blijkt te zijn, dan zullen wij u dit terugmelden en voorstellen om te kiezen voor een structuurvisie. Meer windenergie in de toekomst? De provinciale doelstelling voor 2015 is 140 MW. Dit is met het Rijk afgesproken. Het Rijk werkt aan een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) voor de doelstelling van 2020, in totaal 6000 MW op land. Medio 2011 komt hier duidelijkheid over. Wij hebben via het IPO aangegeven dat de Gelderse ambitie op 140 MW blijft. Indien de doelstelling toch hoger wordt, is de doelstelling niet alleen te behalen met gemeenten die hier zelf ook ambities voor hebben. In dat geval is het noodzakelijk om een nieuwe structuurvisie te maken om zo de juiste plekken te zoeken. 5. Kansen voor biovergisting Wat zijn mogelijke locaties voor biovergisting in Gelderland en tegen welke planologische 4 problemen lopen we aan? En op welke wijze kunnen we deze problemen aanpakken ? Biomassabedrijvigheid is divers van aard en is daardoor op veel plekken mogelijk. Het zou daarom contraproductief zijn om met zoekzones te werken, zoals bij windenergie is gebeurd. Een kwalitatieve werkwijze zoals beschreven in ‘de structuurvisie bedrijventerreinen en werklocaties’ is het meest passende middel. Door deze kwalitatieve aanpak is er in principe altijd een passende plek te vinden. In de praktijk zal moeten blijken of deze structuurvisie en de in voorbereiding zijnde tweede tranche ruimtelijke verordening zullen zorgen voor het ruimtelijk faciliteren van biovergisting. Op dit moment ondervinden we vooral problemen door lokale politieke afwegingen. Daarnaast zijn er ook problemen door de grondprijs op bedrijventerreinen die de mogelijkheden belemmert. De landelijke Subsidieregeling Duurzame Energie is hier namelijk niet op afgestemd. Conclusie 1. De doelstelling voor 2010, 100 MW in vastgestelde plannen, wordt op basis van de huidige inzichten niet gerealiseerd. 2. De voorzichtige conclusie is dat de doelstelling van 140 MW windenergie, op basis van eerste verkennende gesprekken, in samenwerking met gemeenten behaald kan worden. Omdat de praktijk uitwijst dat veel plannen in de loop van de tijd alsnog afvallen willen we de plannen die gemeenten willen uitvoeren zo goed mogelijk borgen. Binnen een half jaar willen we van de gemeenten, waarvan de wethouders positief of open staan ten
4
Is vraag 3 uit de motie
8
aanzien van windenergie, een principe-uitspraak van de gemeenteraad dat zij gezamenlijk de mogelijkheden voor windenergie wil onderzoeken en tot het aanwijzen van concrete locaties komen. Indien blijkt dat de doelstelling op basis van vrijwilligheid daadwerkelijk gehaald kan worden, willen we afspraken maken over rollen, termijnen, landschappelijk ontwerp en waar mogelijk financiering van proceskosten. Op deze manier voeren we meer regie dan tot nu toe op het behalen van de doelstelling. Afhankelijk van keuzes van gemeenten en resultaten van de onderzoeken volgt de keuze uit de volgende opties om de resultaten ook ruimtelijk te borgen: a. Nieuwe structuurvisie op basis van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) b. PS-besluit tot aanwijzen gronden op basis van de Crisis- en herstelwet (Chw) c. Huidig beleid handhaven, geen gronden aanwijzen Indien doelrealisatie op basis van vrijwilligheid niet mogelijk blijkt te zijn, zullen we u voorstellen om een structuurvisie te maken. 3. Voor zonne-energie is in elke gemeente draagvlak, en er zijn soms ook concrete projecten te vinden. Meestal is er geen vastgestelde strategie of visie. Voor bio-energie is de animo wisselend. Ook hiervoor geldt dat er wel grotere en kleinere initiatieven zijn, maar dat een strategie vaak ontbreekt. 4. Voor biovergisting is beleid opgenomen in de structuurvisie bedrijventerreinen en werklocaties. In de praktijk zal moeten blijken of deze structuurvisie en de in voorbereiding zijnde tweede tranche ruimtelijke verordening zullen zorgen voor het ruimtelijk faciliteren van biovergisting. De belemmeringen liggen op dit moment niet in het provinciale beleid, maar op gemeentelijk en rijksniveau.
Arnhem, - zaaknr. Gedeputeerde Staten van Gelderland C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koningin drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris
+++++ code: conceptstatennotitie beantwoording motie 18 versie 25-10-10.doc
9