Met de major heb je gekozen voor een opleiding tot een bepaald beroep. De hoofdfase bevat een ruimte van 45 studiepunten voor verdieping of verbreding naar eigen keuze via minors. Met een minor breng je accenten aan in je opleidingsprofiel. Iedere studie is een mix van een major met minors. Er zijn basisminors en verdiepende minors, waarbij je kunt kiezen uit een hogeschoolbreed aanbod en zelfs uit het aanbod van andere hogescholen (via Kies op Maat). Daarnaast is moet je in één periode verplicht een (verdiepende) opleidingsminor kiezen uit het aanbod van je eigen opleiding. In hoofdfase 1 (blok 2) volgen alle studenten CMV, MWD en SPH een basisminor (één uitzondering: de minor Kinderopvang is formeel een verdiepende minor). In hoofdfase 3 volgen zij in blok 1 (CMV: hoofdfase 2) een verdiepende minor en in blok 2 een opleidingsminor. Omdat een groep studenten in hoofdfase 1 niet de mogelijkheid heeft gehad een voorwaardelijke minor voor hun specialisatie (zie volgende pagina) te volgen, worden deze basisminors in 2013-2014 ook nog in hoofdfase 3 (blok 1) aangeboden en de verdiepende minors als opleidingsminor in blok 2. Studenten van Pedagogiek volgen hun hogeschoolbrede minors in blok 1 en 2 van het derde jaar.
Minor
Blok 1
Blok 2
Contactpersoon
E-mail
Jeugdzorgwerker 1: Veiligheid voor jeugdigen
HF2/3
HF1
Wouter Reith
[email protected]
GGZ-agoog 1: Ziek zijn?!
HF2/3
HF1
Evert Tjeenk Willink
[email protected]
GHZ-agoog: Licht verstandelijke beperking
HF2/3
HF1
Loes Koelewijn
[email protected]
Community art (Engelstalig)
-
HF1
Mieke Klaver
[email protected]
Human rights and Social work (Engelstalig)
-
HF1
Mark van Peufflik
[email protected]
Sociaal Gebruik van Internet en Communities
-
HF1
Michelle Ancher
[email protected]
-
HF1
Evalijn Draijer
[email protected]
PED1: Wereldse visies op opvoeden en opgroeien
HF2/3
-
Evalijn Draijer
[email protected]
Coaching
HF2/3
-
Pim Barendse
[email protected]
Empowerment in de Stad
HF2/3
-
Jaswina Bihari
[email protected]
Jeugdzorgwerker 2: De jeugdzorgprofessional
-
HF3
Janneke Wubs
[email protected]
GGZ-agoog 2: Beter worden?!
-
HF3
Sirpa van der Steen
[email protected]
PED2: Intercultureel vakmanschap
-
HF3
Netty Sierink
[email protected]
HF3
Gerard Nijhuis
[email protected]
Rudy van den Hoven
[email protected]
Basisminors van Sociale Professies (toegankelijk voor alle HHS studenten)
Verdiepende minors van Sociale Professies (toegankelijk voor alle HHS studenten) Kinderopvang en de pedagogische civil society
Opleidingsminors (alleen voor SP studenten)
Versterken, verbinden, participeren; de kracht van Maatschappelijk Werk in de 21e eeuw Internationaal
HF3
Minorkrant Academie voor Sociale Professies | uitgave april 2013 | alleen digitaal | info:
[email protected]
Specialisaties
In drie gevallen kan de keuze van je minors , in combinatie met een relevante stage en bachelorproef, recht geven op een certificaat bij het Bachelor-getuigschrift voor je major( zie voor de exacte regeling de OER): 1. De minors GGZ-agoog ‘Ziek zijn?!’ en ‘Beter worden’ zijn voorwaardelijk voor de specialisatie GGZ-agoog. 2. De minor GHZ-agoog is voorwaardelijk voor de specialisatie GHZ-agoog. 3. De minors Jeugdzorgwerker 1 en 2 zijn voorwaardelijk voor het uitstroomprofiel Jeugdzorgwerker. De huidige propedeusestudenten moeten de betreffende basisminor al volgen in hoofdfase 1 om voor het certificaat in aanmerking te komen! Deze minor wordt in de toekomst niet in hoofdfase 3 aangeboden.
Presentaties De minors van andere academies worden beschreven in de minorcatalogus van de hogeschool op studentnet, te vinden via de stappen: studie > opleiding > keuzemodulen en minors > hogeschoolbrede minoren. Alle minors worden gepresenteerd op de minormarkt op maandag 29 april: -
9.00 – 12.00 uur zijn er presentaties van onze eigen minors; het programma wordt later bekend. 11.00 – 14.00 uur zijn er stands van de minors van andere academies in de foyer.
Inschrijven voor minorprogramma’s Inschrijven voor de minors doe je via OSIRIS. Je kunt je voor beide periodes tegelijk inschrijven. Let er wel goed op dat je je voor de juiste periode inschrijft. Schrijf je ook op tijd in, want als minors vol zitten, kun je je er niet meer voor inschrijven. Er wordt ook geen wachtlijst gehanteerd. Er zijn twee inschrijfrondes: -
De eerste ronde start op 30 april en loopt tot en met 27 mei 2013.
-
De tweede ronde start op 7 juni en loopt tot en met 22 juni 2013.
‘Kies Op Maat’ voor een minor op een andere hogeschool Als je een minor wil volgen op een andere hogeschool, kan dat via Kies Op Maat. Dat is een online platform waarop 20 Nederlandse hogescholen minors en vakken aanbieden waar je aan deel kunt nemen, ook al studeer je niet aan die hogeschool. Meer weten? Kijk dan op www.kiesopmaat.nl en bekijk de minorcatalogus op het studentennet > studie > je opleiding > keuzemodulen-en-minors.
Legenda minorkrant Voertaal minor:
NL / EN
Aantal studiepunten:
15 STP
Basis-, Verdiepende of Opleidingsminor:
BM / VM / OM
Minor in periode 1 en/of 2:
BLOK 1 / 2
Toegankelijk voor VT 2/3/4-studenten:
HF 2 / 3 / 4
Minorkrant Academie voor Sociale Professies | uitgave april 2013 | alleen digitaal | info:
[email protected]
Jeugdzorgwerker 1: Veiligheid voor jeugdigen
NL | 15 STP | BM | BLOK 1 | HF 2/3 + BLOK 2 | HF 1
In de minor ‘Jeugdzorg-1; werken aan veiligheid van kinderen’ verdiepen studenten zich in vier actuele thema’s: ‘Opvoedingsondersteuning’, ‘Schooluitval’, ‘Jeugdcriminaliteit’ en ‘Seksueel misbruik / kindermishandeling’. In het kader van deze thema’s wordt aandacht besteed aan hulp in het preventieve, vrijwillige en gedwongen kader. Binnen deze thema’s is aandacht voor de wijze waarop de jeugdzorg in Nederland is georganiseerd en met welke methoden er wordt gewerkt. Daarnaast maak je ook kennis met zogenaamde taxatie- en screeningsinstrumenten die in de hulpverleningspraktijk gebruikt worden.
bron: http://www.drift.eur.nl 1
Elke twee weken vormt een aansprekende casus het uitgangspunt voor verdieping van elk thema. Met behulp van relevante theorie schrijf je samen met je leergroep bij elk thema een passend en onderbouwd hulpverleningsplan. Met alleen een goed hulpverleningsplan ben je er nog niet. Als hulpverlener zal je ook in staat moeten zijn om dit plan aan cliënten (jongeren en/of ouders) uit te leggen. Binnen de minor krijg je wekelijks een training om deze vaardigheden te oefenen. De studenten die in aanmerking willen komen voor het uitstroomprofiel jeugdzorg dienen deze minor te volgen.
GGZ –agoog 1: “Ziek zijn?!”
NL|15 STP|BM |BLOK 1 |HF 2/3 + BLOK 2 | HF 1
De minor GGZ-agoog “Ziek zijn?!” biedt de basis voor een specialisatie op het terrein van de volwassen psychiatrie en is bedoeld voor studenten CMV, MWD, SPH, Pedagogiek, PABO en Verpleegkunde die na hun afstuderen werkzaam willen zijn in hulpverlenende functies bij instellingen voor de GGZ (Geestelijke Gezondheidszorg). Daarbij valt te denken aan functies op het gebied van preventie, ambulante hulpverlening, dagbehandeling, begeleiding en residentiële behandeling. In deze minor ligt de nadruk op de ontmoeting tussen hulpverlener en patiënt. Hoe beleeft iemand met een psychische stoornis zichzelf en de wereld om zich heen en wat is de impact die de stoornis heeft op iemands leven en zijn omgeving? Dat zijn de centrale vragen in deze minor. Onderdelen die in de minor aan de orde komen zijn: verdieping Psychopathologie, methodieken GGZ waaronder preventie, behandeling en rehabilitatie en tenslotte een project waarin een behandelplan wordt opgesteld en onderzocht aan de hand van opdrachten en literatuur. Een aantal lessen en wokshops in deze minor (die tot stand is gekomen in nauwe samenwerking met de ParnassiaBavo groep) wordt verzorgd door professionals uit de GGZ. De minor “Ziek zijn?!” kan losstaand gevolgd worden. Ook kan in hoofdfase 2 nog gekozen worden voor een GGZstage en in hoofdfase 3 de minor GGZ-agoog “Beter worden?!” gevolgd worden. Deze vervolgkeus is niet verplicht, maar kan studenten MWD en SPH een aantekening “GGZ agoog” bij de kamer van agogen (COOAB) opleveren. Minorkrant Academie voor Sociale Professies | uitgave april 2013 | alleen digitaal | info:
[email protected]
GHZ-agoog: Mensen met een licht verstandelijke beperking
NL|15 STP|BM |BLOK 1 |HF 2/3 + BLOK 2 | HF 1
‘ Eigenlijk was er steeds ‘iets’ aan de hand. Eerst ging het om het rondhangen bij de snackbar en met de andere jongens mee willen doen. Als ze samen rottigheid uithaalden, dan was hij het steeds die gepakt werd. Hij had met hulp van de instelling en zijn ouders een eigen flatje, maar door het gerotzooi werd het een steeds onoverzichtelijke bende. Zowel in zijn leven als in zijn hoofd.’ In deze minor wordt aandacht besteed aan de verschillende belangen en behoeften die een rol spelen bij mensen met een licht verstandelijke beperking én bijkomende problematiek. Bij deze mensen zijn meestal verschillende hulpverlenende instanties betrokken. Om de zorg goed op elkaar af te stemmen en overlap te voorkomen kan je als begeleider een belangrijke bijdrage leveren aan de ondersteuning voor deze mensen. Dat betekent samenwerken met partners in de zorg; “over de schutting heen kijken”. De student leert om te gaan met diverse belangen; zorgen voor samenhang in het ‘krachtenveld’; plannen en organiseren en schakelen op verschillende niveaus. En wat is dat nu eigenlijk een licht verstandelijke beperking? Hoe kun je als begeleider, als belangenbehartiger, een goede regisserende en coördinerende rol innemen? Wat kom je in de praktijk tegen? En wat dien je als begeleider in huis te hebben aan vaardigheden? Deze minor is ontwikkeld in nauwe samenwerking docenten van de Academie voor Sociale Professies als professionals uit het werkveld. Tevens zullen er gastlessen uit de praktijk gegeven worden.
Pedagogiek 1: Wereldse visies op opvoeden en opgroeien
NL|15 STP|VM |BLOK 1 |HF 2/3
Je ziet een tweejarige jongen met een machete in zijn handen. Wat zou jouw eerste reactie zijn?
De alarmbellen gaan rinkelen en je zou zo snel mogelijk de machete willen afpakken…toch?
…Een tweejarig kind van de Efe stam (Congo) leert op zeer jonge leeftijd op een veilige manier een machete te gebruiken.
Onze kijk op de ontwikkeling van een kind en wat kinderen kunnen, wordt beïnvloed door de cultuur waarin wij opgroeien. Daarnaast hanteren wij een westers kindbeeld: onze westerse visie op wat noodzakelijk is voor een kind om zo goed mogelijk op te groeien. In de Minor Wereldse visies op opgroeien en opvoeden leer je hoe opvoeden en opgroeien in verschillende culturen vorm krijgt. De minor behandelt internationale pedagogiek en je leert kritisch te denken over kinderen en jongeren in relatie tot globalisering en internationale vraagstukken zoals het werk van verschillende ontwikkelingsorganisaties. Deze minor zal jouw kijk op opvoeden in de wereld veranderen! Onderdelen die in de minor aan de orde komen zijn: Ontwikkelingssamenwerking, internationale samenwerking, kinderen in zeer moeilijke omstandigheden, rechten van kinderen, cultureel verschillende opvoedingsmethoden, globalisering en adoptie. De minor ‘Wereldse visies op opvoeden en opgroeien’ kan losstaand gevolgd worden. Een vervolgkeuze is de Minor ‘Intercultureel vakmanschap’. Deze vervolgkeuze is niet verplicht. Daarnaast is deze minor een goede voorbereiding op een buitenlandstage. Minorkrant Academie voor Sociale Professies | uitgave april 2013 | alleen digitaal | info:
[email protected]
Coaching
NL|15 STP|VM |BLOK 1 |HF 2/3
In het werkveld en in het onderwijs zoals in de Hogeschool is coaching als begeleidingsvorm niet meer weg te denken. In deze minor coaching leer je theorie en vaardigheden over coaching . Je leert de basishouding als studiecoach tot het startniveau van coaching. Je beschikt dan over kennis en vaardigheden en denk- en werkmodellen waarmee je coachingsgesprekken kan voeren. Je leert vooral de praktijk van het coachen. Dat doe je als peercoach met een medestudent in de minor en als (studie)coach in je eigen opleiding of academie met jongerejaarstudenten of met iemand uit je netwerk. Je coachen leerervaringen worden besproken in intervisie. Deze intervisie is opgenomen in de colleges. Je leert verschillende methodieken en technieken en verdiept je in motiveren en empowerment maar ook in tutoring, waardoor je ook medestudenten kan helpen en uit kan dagen het beste te maken van hun studie.
De minor is bestemd voor voltijdstudenten 3e en 4e jaars van de Haagse Hogeschool die een opleiding volgen waarin coaching en begeleiding een belangrijke rol speelt. Bovendien wordt verwacht dat je gespreksvaardigheden op gevorderd niveau hebt gevolgd en zo mogelijk supervisie. Bij twijfel hierover neem je contact op met de coördinator van de minor.
Empowerment in de Stad
NL|15 STP|VM |BLOK 1 |HF 2/3 Maatschappelijk kwetsbare groepen hebben een bijzondere positie in onze samenleving. Ze staan in een sterke afhankelijkheidsrelatie waarbij ze vooral ontvangen en waarbij de krachten van henzelf en hun omgeving niet of te weinig worden aangesproken. Het empowermentparadigma vertolkt een andere visie. Bij empowerment staat het versterken, vooral van maatschappelijk kwetsbare mensen en groepen, voorop. Dit gebeurt vanuit een fundamenteel geloof in krachten en potenties van mensen, ook in de meest grauwe contexten en als deze krachten niet onmiddellijk zichtbaar zijn. Het krachtenperspectief staat bij empowerment centraal.
Doel van de minor is om de student hierin te bekwamen, zodat hij/zij, als toekomstig professional, in staat is om vanuit een krachtenperspectief methodisch te kunnen handelen ten aanzien van het versterken en verbinden van personen, groepen, organisaties, buurten en gemeenschappen. Tijdens de minor krijgen de studenten een maatschappelijk kwetsbare groep toegewezen (bv. werkeloze jongeren of alleenstaande tienermoeders of daklozen/verslaafden). De minor start met een training ‘Rondetafelbijeenkomst’, na afloop van deze training ontvang je een certificaat van deelname. Centraal in het programma staat een groepsopdracht in het werkveld: een onderzoeks- en adviesopdracht voor een instelling in het werkveld. Met welke doelstellingen, op welke wijze en met welk resultaat bevorderen professionals de maatschappelijke en culturele participatie van (groepen) burgers, daarbij uitgaand van de kracht en de mogelijkheden van deze burgers? Minorkrant Academie voor Sociale Professies | uitgave april 2013 | alleen digitaal | info:
[email protected]
Community art
EN|15 STP|BM |BLOK 2 |HF 1
This minor looks at the purpose and significance of Community Art. Community Art is about the collaboration between professional artists and people who are rarely exposed to art and the application of art in addressing social challenges. It links to a growing interest in the positive impact of cultural interventions on social environments and the quality of life within them. You will learn to use art to address social challenges by developing a Community Art project plan. This will involve working with arts and culture organisations, community and care organisations, social services, housing associations and local residents. An assignment for an external client will be the vehicle through which you learn to address social challenges through art by creating a Community Art project plan. You will work with a range of professional organisations as part of this. Lectures, excursions and workshops will provide a succinct overview of the historical development of and theoretical background to Community Art. This will include a number of practical examples and guest lecturers. You will immerse yourself in the underlying reasoning behind various Community Art projects and in the policies and other relevant developments within government and the arts and culture sector.
Human rights and Social work
EN|15 STP|BM |BLOK 2 |HF 1
To a human right approach Human Rights and Social Work are four words that each have their own separate meanings. They also seem to be logical when linked together. Especially when making the link from a social worker's perspective, because: do the terms not follow naturally from each other; that a social worker has his clients' best interests at heart, therefore representing their interests? An enquiry made with colleagues about human rights results in the answer that human rights have been properly provided for our society. So you can ask yourself: why worry about this if your area of expertise as a social worker does not immediately lie abroad? This approach can be characterized as top-down and institutional. Let me bring human rights a little bit closer to the profession of a social worker. Social workers focus on representing the interests of people in a society who cannot properly stand up for themselves or who cannot participate well in this society. This results in social workers having to deal with vulnerable people in society. Some people get stuck, which causes their situation to worsen without this being noticed. Examples of human rights violations you can come across as a social worker in your future caseload are discrimination, poverty, abuse or (domestic) violence. Human rights are now given a new and different dimension. Lectures and excursions will focus on this new dimension. This minor is being made possible by:
Minorkrant Academie voor Sociale Professies | uitgave april 2013 | alleen digitaal | info:
[email protected]
Sociaal gebruik van Internet en Communities
NL|15 STP|BM |BLOK 2 |HF 1
Als aankomend professional is het sociale gebruik van ICT niet weg te denken. In deze minor staat de vraag centraal hoe we het gebruik van ICT en nieuwe media professioneel kunnen inzetten. Om kwaliteit van leven te verbeteren? Om mensen te mobiliseren? Om talenten te ontwikkelen? Om online hulpverlening te bieden bij huiselijk geweld? Om digitaal pesten tegen te gaan? De deelnemers aan de minor onderzoeken bestaand gebruik van ICT en ontwerpen scenario’s voor nieuwe mogelijkheden van gebruik in een zelf gekozen sociale context. Het programma ziet er in grote lijnen als volgt uit: Je maakt aan de hand van voorbeelden en experts kennis met sociale toepassingen van ICT en leert stappen van het ontwerpproces. Je onderzoekt aan de hand van theorie en veldonderzoek diverse bestaande projecten, beoordeelt hun uitgangspunten en manier van werken, praktische uitvoerbaarheid en betekenis voor gebruikers en professionals. Je kiest een specifiek aandachtsgebied waarnaar je onderzoek wilt doen in teamverband (drie studenten): wat is de doelgroep, wat is hun helpvraag/gedrag via ICT en hoe kun je die technisch verankeren? Je ontwerpt (in teamverband) een scenario waarin sociaal gebruik van ICT voor jouw specifieke aandachtsgebied praktisch uitvoerbaar is. In het ontwerp maak je gebruik van je onderzoek en probeer je creatieve ideeën uit te werken. Je presenteert j e ontwerp/scenario aan een jury. Je schrijft daarnaast een individueel paper over een zelfgekozen onderwerp dat relevant is voor het sociaal gebruik van internet door professionals.
Kinderopvang en de pedagogische civil society
NL|15 STP|VM |BLOK 2 |HF 1
“It takes a village to raise a child”
De letterlijke vertaling van dit spreekwoord vertelt dat je een heel dorp nodig hebt om een kind op te voeden. In onze huidige samenleving delen ouders steeds vaker opvoedingsverantwoordelijkheden met maatschappelijke instanties. De kinderopvang speelt hierbij een steeds prominentere rol in het opvoeden van onze kinderen (een derde opvoedingsmilieu). Professionals moeten samen met de ouders, scholen en de buurt voor de opvoeding instaan. In de Minor Kinderopvang en de pedagogische civil society leer je hoe je als professional in de kinderopvang methodisch kunt hulpverlenen. De minor behandelt de realisatie van het leer-, speel- en ontwikkelklimaat, het opvoeden in burgerschap en participatie. Je leert vaardigheden om collega’s en andere opvoeders te coachen. Deze minor zal jouw kijk op de kinderopvang verrijken!
De minor ‘Kinderopvang en de pedagogische civil society’ wordt in nauwe samenwerking met Dak Kindercentra en Kinderopvang 2Samen uitgevoerd.
Minorkrant Academie voor Sociale Professies | uitgave april 2013 | alleen digitaal | info:
[email protected]
Jeugdzorgwerker 2: De jeugdzorgprofessional
NL|15 STP|VM/OM |BLOK 2 |HF 3
In de jeugdzorg wordt veel gepraat: gesprekken in teams, gesprekken met ouders en met kinderen. Maar praten alleen is niet altijd genoeg. Er zijn meer manieren om te communiceren met cliënten, en samen te werken aan veiligheid voor kinderen en versterking van ouders. In deze minor ontwikkel jij je in die andere manieren van communiceren: Centraal staat het project waarin je voor een kind of een gezin ( uit een gegeven casus) een werkplan ontwikkelt om samen op een creatieve, muzisch-agogische manier aan ontwikkeldoelen te werken. Deskundigheid daarin krijg je door een serie lessen werken met creatieve middelen. Samenwerken met ouders rond veiligheid van kinderen vergt veel, zeker in situaties waarin de ouders hun kind niet genoeg veiligheid hebben kunnen bieden, of die veiligheid zelf hebben aangetast, door misbruik, verwaarlozing of mishandelen. In een lessenserie samenwerken aan veiligheid voor kinderen worden je competenties op het gebied van professionele gespreksvoering specifiek voor dit thema versterkt. In een lessenserie Werken als professional krijg je een breder kader organisatorisch en theoretisch aangereikt. Wat zijn eigenlijk de gevolgen van kindermishandeling? Welke behandelingen van die gevolgen zijn bewezen effectief? En welke programma’s om aan veiligheid van kinderen te werken hebben bewezen effect? Hoe wordt er in de Jeugdzorg omgegaan met het signaleren, melden een aanpakken van mishandeling? En waarom eigenlijk? Is mishandeling te voorkomen? Een lessenserie waarvoor je veel moet lezen in wetenschappelijke rapporten en beleidsstukken uit het werkveld, en die wordt afgesloten met een pittige kennistoets. Werkers uit de Jeugdzorg verzorgen gastlessen over hun ervaringen in het werken aan veiligheid voor kinderen. Tezamen met de minor Jeugdzorg I past deze minor binnen het uitstroomprofiel Jeugdzorg
GGZ-agoog 2: “Beter worden?!”
NL|15 STP|VM/OM |BLOK 2 |HF 3
De minor GGZ agoog “Beter worden?!” biedt een specialisatie op het terrein van herstel in de volwassen psychiatrie. Ze is bedoeld voor studenten die na hun afstuderen werkzaam willen zijn in hulpverlenende functies bij instellingen voor de GGZ (Geestelijke Gezondheidzorg), of voor studenten die in hun toekomstige beroep bij de GGZ betrokken zullen zijn. Binnen de minor staan agogische aspecten, maar ook ondernemerschap en creativiteit van de professional rondom de herstelbenadering centraal. Typerend voor de agoog is dat hij niet alleen rekening houdt met de mogelijkheden van de cliënt, maar ook met zijn omgeving (context). Met omgeving wordt de individuele cliënt en zijn directe omgeving bedoeld, maar ook de instelling en de maatschappij waar de cliënt en de agoog deel van uitmaken. De minor Beter Worden?! is vorm gegeven en wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met Palier (forensische zorg) en Brijder (verslavingszorg), beide onderdeel van de Parnassia Bavogroep, het cliëntgestuurd kennisnetwerk “Het Zwarte Gat” en Stichting Anton Constandse (wonen voor mensen met een psychiatrische diagnose). De minor GGZ agoog 2: Beter Worden?! is een vervolg op de minor GGZ-agoog 1: Ziek Zijn?! Deze minor kan niet losstaand gevolgd worden. Studenten dienen eerst de minor GGZ agoog 1: Ziek Zijn?! te volgen. Studenten SPH en MWD die beide minoren GGZ-agoog en een GGZ-stage in de hoofdfase 2 gevolgd hebben, kunnen een aantekening “GGZ-agoog” bij de kamer van agogen (COOAB) aanvragen. Minorkrant Academie voor Sociale Professies | uitgave april 2013 | alleen digitaal | info:
[email protected]
Pedagogiek 2: Intercultureel vakmanschap
NL|15 STP|VM/OM |BLOK 2 |HF 3
Onze samenleving bestaat uit mensen met veel verschillende culturele achtergronden. Je hebt misschien Poolse buren, een Turkse vriendin, of een collega uit Marokko. Ook als professional in het werkveld krijg je te maken met mensen van diverse culturen. Hoe ga je in de hulpverlening om met een cliënt van allochtone afkomst? Op welke manier communiceer je? Hoe geef je allochtone ouders opvoedingsadviezen? Wat kun je doen om integratie te bevorderen?
Bron: NJI
In de minor Intercultureel vakmanschap wordt je je bewust van je eigen culturele en etnische identiteit en die van anderen. Je krijgt oog voor diversiteit. Je leert te reflecteren op je eigen handelen in de interculturele context. Onderdelen, die in de minor onder andere aan de orde komen zijn: de verschillen tussen westerse en niet-westerse culturen, diversiteit, allochtone jongeren in Nederland, de gevolgen van migratie, integratie, discriminatie en eerwraak. De minor 'Intercultureel vakmanschap" kan losstaand gevolgd worden. Deze minor is een goede voorbereiding op een stage, waarbij je te maken krijgt met verschillende culturen en op het werken in de multiculturele samenleving.
‘Versterken, verbinden, participeren!’
NL|15 STP|OM |BLOK 2 |HF 3
‘De kracht van Maatschappelijk Werk in de 21e eeuw’ De kracht van het maatschappelijk werk, als eigenstandige sociale professie, is, om nieuwe (en bestaande) maatschappelijke vraagstukken tot een oplossing te brengen. Hiertoe herijkt het maatschappelijk werk op gezette tijden haar taken en werkwijzen om ze te laten aansluiten bij de actuele maatschappelijke vraagstukken. De invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) op 1 januari 2007, markeert de breuk met het verleden voor het maatschappelijk werk. Sinds de invoering van de wet wordt steeds duidelijker dat het maatschappelijk werk haar doelen, taken en werkwijzen (methoden) andermaal zal moeten herijken. In deze opleidingsminor verkennen we wat de betekenis is van de Wmo en het uitvoeringskader, ‘Welzijn Nieuwe Stijl’, voor de maatschappelijk werk professie. Welke kansen en mogelijkheden bieden Wmo en ‘Welzijn Nieuwe Stijl’ en waar liggen uitdagingen? En ook: waar liggen valkuilen! Wat kan en dient de bijdrage te zijn van het maatschappelijk werk aan een integraal lokaal sociaal beleid? D.w.z.: het beleid van en binnen een gemeente, gericht op het integraal voorkomen en oplossen van sociale problemen. Welke nieuwe competenties worden hierbij gevraagd van maatschappelijk werkers? Wat is een passende professionaliteit: hoe generalistisch en/of specialistisch dient de maatschappelijk werker te zijn? Wat betekent de nieuwe wetgeving voor het werken in de ‘traditionele’ maatschappelijk werk-instellingen? En zullen deze kunnen blijven voortbestaan in hun huidige vorm of zijn nieuwe organisatievormen nodig? En welke rol spelen ondernemingszin, (sociaal) ondernemerschap en innovatief werken hierbij?
Minorkrant Academie voor Sociale Professies | uitgave april 2013 | alleen digitaal | info:
[email protected]
Een internationale minor zelf samenstellen
NL/EN/?|30 STP|OM |BLOK 1+2 |HF 3
Je grenzen verleggen, studeren in het buitenland. ‘n Eerste stap in de richting van wereldburger in wording… 30 ECTS verwerven in het buitenland? Op uitwisseling naar België en studeren aan een Hogeschool in Antwerpen of Gent? Of naar één van onze partneropleidingen in Denemarken, Duitsland of Zwitserland? Of je internationaal oriënteren vanachter je eigen computer en deelnemen aan een virtuele klas met studenten Social Work uit bv Litouwen, Spanje, Italië, Duitsland en Finland? De Virtuel Campus biedt je de mogelijkheid om een minorprogramma te volgen van 15 ects. (Zie http://vircamp.net/)
Inleiding De Haagse Hogeschool streeft ernaar studenten op te leiden tot Wereldburgers en tot professionals die hun beroep uit kunnen oefenen in een internationale en multiculturele context en perspectief. DE HHS wil ook een internationale leer- en werkomgeving bieden, waarin studenten in aanraking komen met internationale aspecten. De HHS wil zijn studenten “gevoelig maken voor grote mondiale vraagstukken door hen te zien als toekomstige wereldburgers”. Mede daarom biedt de Academie voor Sociale Professies studenten de mogelijkheid om een deel van de studie (30 ects) te vervullen aan een Hogeschool in het buitenland. Daartoe hebben we een aantal goede ervaringen en contacten met enkele hogescholen in België, Denemarken, Duitsland en Zwitserland en met een virtueel programma voor 15 ects. Maar wil je naar een ander land of een andere Hogeschool voor studie? Kom langs en weet dan dat alle opties bespreekbaar zijn. Waarom kiezen voor internationale uitwisseling? Voor de een speelt het romantische beeld van een verblijf in het buitenland, voor de ander gaat het om het besef dat een genuanceerde kijk op andere structuren, culturen en werkwijzen kan bijdragen aan het ontwikkelen van de benodigde competenties om te slagen op een globaliserende arbeidsmarkt. Weer anderen willen gewoon ouderwets studeren en zich vooral theoretisch verdiepen. Mogelijkheden Als het gaat om onze contacten en ervaringen met België dan heb je de keuze uit Gent of Antwerpen. In Antwerpen kun je kiezen voor de Artesis Hogeschool . Met name voor MWD en CMV een goede optie omdat zij vooral deze afstudeerrichtingen in hun programma hebben. Voor de SPH-er is de opleiding Orthopedagogiek van de Plantijn Hogeschool een betere optie. In Gent kun je kiezen voor de faculteit voor Mens en Welzijn van de Hogeschool Gent met de opleidingen Sociaal werk en Orthopedagogie. Deze optie is zowel voor SPH-ers als MWD-ers en CMV-ers interessant. Zie verder op de volgende pagina
Minorkrant Academie voor Sociale Professies | uitgave april 2013 | alleen digitaal | info:
[email protected]
Ervaringen van studenten in de afgelopen jaren leert dat er op deze Hogescholen doorgaans wat dieper op de stof wordt ingegaan dan bij ons en dat het erg belangrijk wordt gevonden de opgedane kennis gedetailleerd te kunnen reproduceren en toe te passen. Dat is de meeste studenten die hiervoor kozen goed bevallen. Maar daarnaast zijn er goede contacten met de Hochschule fur Soziale Arbeit in Luzern in Zwitserland en bieden ook het VIA University College in Aarhus en het University College Lillebaelt in Odense, beide in Denemarken, interessante mogelijkheden voor studenten van alle drie de opleidingen. Studeren met een beurs Als je ervoor kiest om studieonderdelen in een Europees land te gaan volgen, dan kom je in aanmerking voor een extra beurs naast de stufi van het DUO-IBgroep . Je kunt gaan met een Europese beurs van het LLL-programma (Life Long Learning), beter bekend onder de naam “ERASMUS beurs”. Om hiervoor in aanmerking te komen moet je wel minimaal 3 maanden verblijven in het buitenland. Daarnaast is het zo dat in de meeste landen gewerkt wordt met semesters en zij dus programma’s aanbieden van 4-5 maanden. Dus één minor kiezen kán wel, maar dan zonder extra beurs. Bij een verblijf van 4 tot 5 maanden bedraagt de beurs zo’n 200 tot 250 euro per maand en als je 4 à 5 maanden gaat, komt dat neer op minimaal 800 en maximaal 1500 euro totaal. Mocht je nieuwsgierigheid gewekt zijn, kom dan naar de voorlichting op de minormarkt. Hier zullen ook studenten bij zijn die je voor gingen en die je het hemd van hun lijf kunt vragen.
Minorkrant Academie voor Sociale Professies | uitgave april 2013 | alleen digitaal | info:
[email protected]
INTERESSANTE MINOREN BUITEN ONZE ACADEMIE (INFO BIJ DE HHS-MARKT IN DE GROTE HAL) ‘Vakmanschap is Meesterschap’
NL|15 STP|BM |BLOK 2 |HF 1
Deze minor gaat in op de vraag hoe je als professional, in welk beroep dan ook, een ‘vakman’ of ‘vakvrouw’ kunt worden. Het begrip ‘vakmanschap’ is in dat opzicht een beschrijving is van een situatie waarin de professional in zijn of haar werk een hoge mate van kwaliteit aan de dag legt. Hoewel ze in de praktijk schaars zijn, is de veronderstelling in deze minor dat (bijna) iedereen die zijn of haar vak serieus neemt een vakman of vakvrouw kan worden. Een prima minor dus voor ambitieuze studenten die in hun toekomstige beroep meer inhoud willen geven en streven naar een voortdurende verbetering van hun kennis en vaardigheden.
Interdisciplinair=Beter!
NL|15 STP|VM |BLOK 1 |HF 3
In de eerste periode van studiejaar 2010-2011 biedt de Academie voor Gezondheid, in samenwerking met de academie voor Sociale Professies, de minor Interdisciplinair=Beter! aan. Doel van de minor: ‘De student kan interdisciplinaire samenwerking voorbereiden en er een zinvolle invulling aan geven. Zinvol betekent dat de cliënt optimale zorg, begeleiding of adviezen ontvangt, binnen de grenzen van wat financieel, juridisch en organisatorisch mogelijk is’. In een multidisciplinair team werken professionals uit verschillende beroepsgroepen. Interdisciplinair is iets anders dan multidisciplinair. Multidisciplinair slaat veel meer op de veelheid van specialismen rondom de cliënt/patiënt en diens zorgsysteem. Interdisciplinair betekent niet alleen dat de verschillende bij de zorg betrokken professionals goed met elkaar communiceren, maar ook dat ze hun eigen grenzen kennen, zich goed kunnen verplaatsen in de positie van een ander en respect hebben voor elkaars deskundigheid. Beslissingen worden door het hele team genomen en daarover bestaat consensus. Studenten worden ingedeeld in interdisciplinaire teams. Gedurende de gehele periode wordt binnen dit team (de tutorgroep) gewerkt aan een integrale opdracht. Daarnaast wordt in de verschillende onderwijsleerlijnen lesprogramma’s aangeboden, waaronder het interdisciplinair behandelprotocol (integrale leerlijn), organisatie van de zorg (conceptuele leerlijn) en samenwerken en communicatie (vaardighedenleerlijn). Vanuit de academie voor sociale professies zijn het aantal plaatsen beperkt. Meld je dus snel aan bij minorcoördinator Dorien Voskuil (
[email protected]).
PsychoGeriatrie
NL|15 STP|VM |BLOK 1 |HF 3
De minor Psychogeriatrie richt zich op de grootste ouderdomsziekte van deze tijd: dementie. Mensen worden steeds ouder en met het toenemen van de leeftijd neemt de kans op het krijgen van dementie steeds verder toe. Dat geldt voor alle mensen, dus ook voor mensen die door een beperking of psychosociale problematiek aangewezen zijn op professionele hulpverlening. De kans dat je daar als student van de Academie voor Sociale Professies mee te maken krijgt, wordt dus steeds groter. Daarom is het van belang, dat studenten kennis hebben van het ziektebeeld, het gedrag dat daarbij hoort, de benaderings- en begeleidingswijzen en wat de ziekte doet met de patiënten zelf en met hun omgeving. Dementie is een ernstige en ontwrichtende ziekte voor iedereen die erbij betrokken is. Mensen met dementie houden in wisselende vorm en mate besef van hun aftakeling. Ze ervaren daardoor gevoelens van verdriet, onveiligheid, angst, controleverlies en confrontatie met beperkingen. Ondanks alle problemen die de ziekte dementie met zich meebrengt, is bij professionele begeleiding en het creëren van een goed leefklimaat kwaliteit van leven mogelijk. In deze minor schenken we aandacht aan de kennis en vaardigheden die nodig zijn om dit te kunnen bieden. Daarnaast wordt ingegaan op de manier waarop in de keten de zorg voor mensen met dementie wordt vormgegeven en de rol van de Hbo’er daarin. De minor bestaat uit drie onderdelen: ten eerste de hoor- en werkcolleges, afgesloten met een kennistoets; verdieping van kennis en oefenen van vaardigheden in workshops, afgesloten met een assessment; en tenslotte een projectopdracht in kleine groepen, afgesloten met een projectverslag. De minor is toegankelijk voor 3de en 4de jaars studenten van de Academie voor Gezondheid en de Academie voor Sociale Professies, studenten Bewegingstechnologie en studenten Management in de zorg. De hoor- en werkcolleges worden ook bijgewoond door professionals uit het werkveld.
Minorkrant Academie voor Sociale Professies | uitgave april 2013 | alleen digitaal | info:
[email protected]
Globalisation, Governance and Government
EN|15 STP|VM |BLOK 1 |HF 3
Globalization is an irreversible process. Globalization comprises many processes that simultaneously affect different areas: economy, media, politics and identities, migration and the environment. Globalization is a complex process that is not yet complete; it continuously evolves at a fast pace. In the context of higher professional education, this means that future professionals are becoming critical world citizens. In order to become a critical world citizen, it is necessary to acquire specific knowledge, competences and skills. Graduates of The Hague University of Applied Sciences (THUAS) will work in a globalized world and need to have an understanding of global processes and global development. The goal of this minor is to provide an introduction to the many aspects and dimensions of globalization. The daily challenges faced today by a wide array of professionals are not entirely local or national, but are also connected to developments occurring in Europe and in the rest of the world. The working language of this minor is, of course, English.
Neighbourhood Governance; Gezamenlijk wijkbeheer
NL|15 STP|VM |BLOK 1 |HF 3
Benadeelde buurten zijn buurten waar de leefbaarheid onder druk staat vanwege een concentratie van verschillende problemen. Deze problemen kunnen te maken hebben met bijvoorbeeld (on)veiligheid, hoge diversiteit, gezondheid of werkgelegenheid. Wij worden hier dagelijks via de media mee geconfronteerd. Verschillende beroepsgroepen werken op hun eigen wijze aan problemen in wijken. Agenten, ambtenaren, hulp- en dienstverleners, facilitair managers of bijvoorbeeld winkeliers proberen voorkomende problemen op te lossen, in toenemende mate met hulp van anderen en in onderlinge samenwerking. De minor Neighbourhood Governance bereidt de toekomstige beroepsbeoefenaar voor op de vele facetten van een wijkaanpak. Hierbij komen vragen aan de orde als: hoe ontstaan problemen op wijkniveau, hoe kan de wijkproblematiek succesvol worden aangepakt, en welke actuele ontwikkelingen op het gebied van publieke en private samenwerking kunnen aan het succes bijdragen. Het richten van de interactie op gemeenschappelijke doelen en het ontwikkelen van een interdisciplinaire blik bij de (toekomstige) beroepsbeoefenaar, zijn belangrijke aspecten van de minor. De minor is te volgen als blokminor in blok 1 of als lintminor in de periodes 1 en 2 of. Lessen worden ook deels in de avonduren gepland.
Minorkrant Academie voor Sociale Professies | uitgave april 2013 | alleen digitaal | info:
[email protected]