METRO POLITAAN LAND SCHAP ZUID
Dit boek bundelt de resultaten van het onderzoek naar het Metropolitaan Landschap Zuidvleugel. Hierin zijn de hoofdlijnen van de eerdere publicatie uit april 2009 opgenomen. Het Zuidvleugelbureau dankt iedereen die heeft bijgedragen aan de totstandkoming van dit boek.
Voorwoord
Het Bestuurlijk Platform Zuidvleugel1 wil het (internationale) vestigingsklimaat van het zuidelijk deel van de Randstad verbeteren. Daarvoor wordt een aantal acties uitgevoerd zoals het uitwerken van de verstedelijkingsstrategie, de uitbouw van het Zuidvleugelnet (openbaar vervoer) en een economische agenda. Verbetering van de landschappelijke kwaliteit van de Zuidvleugel wordt als een urgente opgave beschouwd die gekoppeld is aan de verstedelijkingsstrategie. Er zijn veel mooie landschappen aanwezig in de Zuidvleugel, maar ze zijn versnipperd, voor de inwoners van de steden zijn ze moeilijk te bereiken en er zijn onvoldoende recreatieve voorzieningen. Investeringen in nieuwe verbindingen tussen stad en land, in het opheffen van barrières en het aanleggen van nieuwe attracties zijn nodig om het leefklimaat van de Zuidvleugel op internationaal topniveau te brengen. Tijdens de Zuidvleugelconferentie van 12 oktober 2009 hebben de bestuurders van de Zuidvleugel vastgesteld dat de tijd dringt. Volgens een van de aanwezigen2 is zelfs sprake van een acute situatie. De druk op het open landschap blijft onverminderd groot, dus een goede bescherming tegen verstedelijking is essentieel. Ook constateerde een van de bestuurders3 dat er nog te weinig uitvoeringskracht is om geplande projecten te realiseren. Yttje Feddes, rijksadviseur voor het landschap, zag echter ook een mooie toekomst voor de Zuidvleugel als de nog aanwezige landschappen beter met elkaar verbonden worden en er op cruciale plekken mooie iconen komen. De afgelopen 2 jaren heeft de Zuidvleugel de opgave voor het metropolitane landschap onderzocht. De eerste stap bestond uit een verkenning van de 3 2
gebieden die in de nota Randstad 2040 als metropolitane parken waren aangewezen: Duin Horst Weide, Hof van Delfland en Deltapoort. Deze verkenning heeft een set van criteria opgeleverd voor de na te streven metropolitane kwaliteit. De criteria zijn verder uitgewerkt voor elk van de 3 gebieden. Daarbij is een inschatting van de benodigde investeringen gemaakt om in de 3 gebieden metropolitane kwaliteit te bereiken. Medio 2009 zijn de bevindingen vastgelegd in de brochure ‘Zoeken naar metropolitane landschapsparken in de Zuidvleugel’. In de tweede stap is de ambitie voor het Metropolitaan Landschap Zuidvleugel verder uitgewerkt en zijn de verbanden met andere belangrijke opgaven in de Zuidvleugel geïdentificeerd. Ook is er dieper ingegaan op de identiteiten van de 3 metropolitane landschappen in de Zuidvleugel en de ruimtelijke visies die hiervoor momenteel ontwikkeld worden. De nagestreefde kwaliteit is verbeeld met mogelijke icoonprojecten. Een atelier over het Metropolitaan Landschap Zuidvleugel, onder leiding van Yttje Feddes, heeft veel inspiratie opgeleverd voor deze nadere uitwerking. In een volgende stap wil de Zuidvleugel de ambities voor het Metropolitaan Landschap Zuidvleugel verder concretiseren en agenderen bij alle relevante partijen. Het doel is om te komen tot afspraken over concrete investeringen en procesafspraken zodat de gewenste kwaliteitsslag ook echt gemaakt kan worden Hiervoor is een paradigmawisseling nodig om de losse stelsels van stedelijk groen en het landelijke gebied bij elkaar te brengen in een samenhangend landschappelijk netwerk voor de Zuidvleugel.
Toelichting op de begrippen die in dit boek worden gebruikt: Metropolitane landschappen: onder stedelijke invloed liggende landschappen in de Zuidvleugel die de komende jaren omgevormd worden tot aantrekkelijke en goed toegankelijke gebieden. Hier komt een mix van functies: duurzame voedselproductie, natuur, ontspanning en (beperkt) landelijk wonen. In Randstad 2040 waren deze landschappen aanvankelijk aangeduid als ‘metropolitane parken’ en later als ‘groenblauwe topkwaliteit’. In de Zuidvleugel zijn 3 gebieden aangewezen: Deltapoort, Hof van Delfland en Duin Horst Weide. De begrenzing van deze gebieden komt overeen met die van de rijksbufferzones. De metropolitane landschappen zijn onderdeel van het Metropolitaan Landschap Zuidvleugel. Metropolitaan Landschap Zuidvleugel: het totale netwerk, binnen de Zuidvleugel, van grote stadsparken, natuur- en recreatiegebieden, landschappen buiten de stedelijke bebouwing en de groenblauwe verbindingen daartussen. Met deze begrippen wordt zo nauw mogelijk aangesloten op de termen die de afgelopen jaren gekozen zijn om de ambitie voor het landschap in de metropolitane regio’s te beschrijven. In de Provinciale Structuurvisie ZuidHolland (PSV) worden echter andere begrippen gebruikt, wordt de totale provincie beschouwd en zijn ook deels andere begrenzingen van gebieden aangehouden: Provinciale landschappen: er zijn 6 gebieden aangewezen die beschermd moeten worden en belangrijk zijn voor recreatie. Hiervan liggen er 3 geheel in de Zuidvleugel: IJsselmonde (hierin is Deltapoort opgenomen), Hof van Delfland en Duin Horst Weide. De andere 3 provinciale landschappen liggen in het Groene Hart: Hollands Plassengebied, Land van Wijk en Wouden en Bentwoud-Rottemeren. Zuidvleugel Groenstructuur: een samenhangende, groenblauwe structuur voor de hele provincie die nauw verbonden is met het stedelijke netwerk. Het bestaat uit de 6 provinciale landschappen, de grote natuur- en recreatiegebieden nabij de stad (regioparken), binnenstedelijke parken en een groenblauw netwerk dat stad en land verbindt.
1 De deelnemende partners in het Bestuurlijk Platform Zuidvleugel zijn: Provincie Zuid-Holland, Drechtsteden, Holland Rijnland, Stadsgewest Haaglanden, Gemeente Den Haag, Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Midden-Holland, Stadsregio Rotterdam, Gemeente Rotterdam. Het Bestuurlijk Platform Zuidvleugel is ontstaan vanuit het gevoel dat een gezamenlijke inspanning van provincie, grote steden en stedelijke regio‘s in Zuid-Holland noodzakelijk is om de internationale concurrentiepositie van de Zuidvleugel van de Randstad te verbeteren. Het platform houdt zich bezig met de bovenregionale belangen van de deelnemende partners waar het gaat om de integrale ontwikkeling van economische vitaliteit, natuur en water, bereikbaarheid en woningaanbod. 2 Voormalig gedeputeerde Frans Tielrooij 3 Wethouder Lucas Bolsius van Rotterdam
3
Oude Rijn (Bentwoud-Rottewig)
Noordwest Zoetermeer (Bentwoud-Rottewig)
Outdoor skibaan (Rottewig)
Bedrijventerrein (Land van Wijk en Wouden)
Manege (Hollands Plassengebied)
Voetgangersovergang (Hollands Plassengebied)
Inleiding
1 2 3
Metropolitaan Landschap Zuidvleugel De Zuidvleugel in perspectief Landschapsdragers
4 5 6 7
De Zuidvleugel als metropolitaan landschap Uitwerking 3 landschappen Verbeelding Paradigmawisseling
Colofon
Dijkweg (Land van wijk en Wouden)
Obstakels t.v.v. sluiproute (Hof van Delfland)
4
HSL (Land van Wijk en Wouden)
Weilanden (Hollands Plassengebied)
Oude Maas (Deltapoort)
Vissers (Hollands Plassengebied)
Wipmolen (Land van Wijk en Wouden)
Langeraarsche Plassen (Hollands Plassengebied)
Grondwerken (Hollands Plassengebied)
Intermezzo: Atelier van de rijksadviseur
5
Inleiding
In de Structuurvisie Randstad 2040 van eind 2008 heeft het kabinet een beeld geschetst van de gewenste ontwikkeling van de Randstad. De Randstad moet uitgroeien tot een internationaal krachtige, duurzame en aantrekkelijke regio. Volgens het kabinet spelen de steden hierbij een centrale rol: hun metropolitane kwaliteiten moeten versterkt worden. Daarom zullen de 500.000 nieuwe woningen die tot 2040 nodig zijn, nieuwe kantoren en voorzieningen hier geconcentreerd worden. De benodigde ruimte wordt gevonden door herstructurering en verdichting van binnenstedelijke locaties zoals Stadshavens, Rotterdam en Binckhorst, Den Haag. De Zuidvleugel heeft de ambitie voor versterking van de bestaande steden opgenomen in haar Verstedelijkingsstrategie (vastgesteld op 20 februari 2008). Centraal in de Verstedelijkingsstrategie Zuidvleugel staat de afspraak dat 80% van de nieuwe woningen in bestaand stedelijk gebied komen.
De rijksbufferzone tussen Den Haag, Leiden en Zoetermeer is verdeeld over het provinciale landschap Duin Horst Weide (ten westen van de A4) en het provinciale landschap Wijk en Wouden dat doorloopt tot in het Groene Hart. Rottewig/Bentwoud (tussen Rotterdam en Zoetermeer) en de Hollandse Plassen (ten noorden van Leiden) zijn toegevoegd. Alle 6 provinciale landschappen maken onderdeel uit van de ‘Zuidvleugel Groenstructuur’.
voorwoord
Het Bestuurlijk Platform Zuidvleugel vindt dat bij (hoog)stedelijk wonen en werken de mogelijkheid hoort om in de directe omgeving te kunnen recreëren in aantrekkelijke groene landschappen. De ontwikkeling van rijksbufferzones tot metropolitane landschappen wordt gezien als een onlosmakelijk onderdeel van de Verstedelijkingsstrategie Zuidvleugel.
Door nog slechts op beperkte schaal buiten de stad te bouwen, blijven de landschappen van WestNederland gespaard. Het kabinet heeft in Randstad 2040 gesteld dat voor een goed internationaal vestigingsklimaat er echter meer moet gebeuren dan behouden van de huidige open gebieden. Bij de grote steden moeten gebieden met groenblauwe topkwaliteit ontwikkeld worden, die goed toegankelijk zijn voor de stedelingen. Voor deze gebieden ter plaatse van de rijksbufferzones is aanvankelijk de term ‘metropolitane parken’ gebruikt. Later is dit vervangen door ‘gebieden met groenblauwe topkwaliteit’. Naast de kwaliteitsverbetering van de rijksbufferzones, streeft het kabinet naar het verbinden van het nationale landschap het Groene Hart met de kust, het IJsselmeer en de Zuidwestelijke Delta zodat een Groenblauwe Delta ontstaat. De Structuurvisie Randstad 2040 onderscheidt binnen de Zuidvleugel 3 gebieden met groenblauwe topkwaliteit die prioriteit krijgen bij de ontwikkeling: Duin Horst Weide (tussen Den Haag, Leiden en Zoetermeer), Hof van Delfland (tussen Rotterdam en Den Haag) en Deltapoort (tussen Dordrecht en Rotterdam). Hof van Delfland heeft daarnaast de status van Randstad Urgent-project gekregen. Grote delen van de 3 aangewezen gebieden waren reeds beschermd doordat ze sinds 1958 als ‘rijksbufferzone’ aangemerkt zijn. In de Provinciale Structuurvisie zijn deze gebieden overgenomen en uitgebreid tot 6 provinciale landschappen. ZUIDVLEUGEL GROENSTRUCTUUR
6
7
1
8
AMBITIE METROPOLITAAN landschap Zuidvleugel
9
Ambitie voor het Metropolitaan Landschap Zuidvleugel In de afgelopen 50 jaren is de Zuidvleugel in hoog tempo verstedelijkt. Waar steden als Dordrecht, Rotterdam, Den Haag, Delft en Leiden eerst nog als aparte kernen in het open landschap lagen, is er nu een uitgestrekt stedelijk veld gevormd. Hierbinnen liggen aantrekkelijke landschappen die hun voortbestaan vooral te danken hebben aan de beschermde status als rijksbufferzone. Helaas zijn het nu teveel losse eilanden die geen goede verbindingen met de omgeving hebben. Aan de randen van de Zuidvleugel zijn grotere landschappelijke eenheden aanwezig: het Groene Hart, de kustzone, het rivierengebied en de Zuidwestelijke Delta. Deze grote landschappen zijn van grote betekenis voor de identiteit van de Zuidvleugel. Welke Europese stad heeft op zo’n korte afstand strand en duinen, grote rivieren en unieke veenlandschappen? Het zijn de plaatsen waar de stedelingen rust en ruimte kunnen vinden. In de steden zijn juist mooie parken aanwezig waar allerlei activiteiten georganiseerd worden. De investeringen die de afgelopen jaren gedaan zijn in deze parken, vertalen zich naar stijgende bezoekersaantallen en hogere waardering van de stedelingen.
In ruimtelijke zin is er in de Zuidvleugel op dit moment sprake van een ‘versneden landschap’ doordat snelwegen en spoorlijnen de gespaarde landschappen doorkruisen. Ook in sociaaleconomisch en cultureel opzicht functioneren de steden en de landelijke gebieden vrij gescheiden van elkaar. Het zijn verschillende werelden die, ondanks de korte fysieke afstand tot elkaar, nauwelijks uitwisseling hebben. De Zuidvleugel heeft de ambitie om in ruimtelijk, sociaaleconomisch en culturele zin de verbindingen te herstellen. De landschappen moeten aan elkaar gesmeed worden en beter aan de steden gekoppeld door barrières te overwinnen. Inwoners van de steden moeten veel gemakkelijker de landschappen kunnen bereiken zodat deze onderdeel worden van de dagelijkse woonomgeving. Producten en diensten van het landelijke gebied moeten rechtstreeks naar de stad gebracht worden waardoor de stad weer herkenbaar is als afzetmarkt. De plattelander en stedeling komen zo direct met elkaar in contact en voelen zich onderling betrokken. Voor de jeugd moet de landelijke omgeving een bekend terrein worden waar ze natuur, landbouw en landschap leren kennen. Naast rust en duurzame voedselproductie biedt het landelijke gebied op bijzondere locaties straks ook ruimte voor nieuwe activiteiten: opera bij de boer en datsja’s aan de rivier. Dit trekt niet alleen inwoners van de Zuidvleugel, maar ook mensen van buitenaf. 10
Het Metropolitaan Landschap Zuidvleugel is in de toekomst zowel de stad als het land. Het is een netwerk van drukke stadsparken, recreatiegebieden aan de rand van de stad, natuurgebieden, metropolitane landschappen tussen de steden en de grote landschappen aan de randen van de Zuidvleugel. Een levend en dynamisch geheel waarin stedelijke en landschappelijke kwaliteiten met elkaar zijn verweven. Een netwerk waarbij alle inwoners van de Zuidvleugel met plezier kunnen ontspannen, wonen en werken.
BEBOUWD GEBIED 1980 IN VERGELIJKING MET 2020
11
2
ZUIDVLEUGEL in perspectief Het Metropolitaan Landschap Zuidvleugel zal pas echt betekenis krijgen wanneer de ruimtelijke opgave verbonden wordt met fysieke vraagstukken vanuit een hoger schaalniveau en sociale, economische en culturele opgaven die in de hele metropoolregio spelen. De volgende schaalniveaus en opgaven zijn relevant.
12
13
Internationaal
Op Europese schaal beconcurreren de metropolitane regio’s elkaar voor de vestiging van bedrijven. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat de internationale bedrijven bij hun keuze voor een nieuwe vestiging (of behoud van de huidige!) niet alleen kijken naar het opleidingsniveau van de arbeidsbevolking, productiekosten en prijs van de locatie, maar ook naar de kwaliteit van de leefomgeving. Dit speelt m.n. bij bedrijven die veel hoogopgeleid personeel in dienst hebben. In een advies aan de regering heeft de Sociaal Economische Raad (SER)4 in 2008 de urgentie onderstreept om van de Randstad een concurrerende topregio te maken. Het advies geeft aan dat een duurzame inrichting van de Randstad hierbij een voorwaarde is. Volgens de SER vertoont de Randstad reeds de kenmerken van een Europese topregio, onder andere door de aanwezigheid van bijzondere cultuurlandschappen. De SER citeert een vergelijkend onderzoek naar de positie van polycentrische metropolen in de wereld van het Ruimtelijk Planbureau (2008), waaruit blijkt dat maatschappelijk draagvlak voor de bescherming van open ruimten essentieel is. Voor de Randstad beveelt de SER aan om de groenblauwe structuur van het buitengebied door te zetten tot in de steden zodat de stedelingen de recreatie in de directe woonomgeving kunnen vinden. In een recent verschenen studie naar het functioneren van de Green Belts in Engeland5 (vergelijkbaar met onze rijksbufferzones) blijkt dat de aanwijzing van 14 Green Belts rond de grote steden succesvol is geweest in de bescherming van het landelijke gebied tegen verstedelijking. De maatschappelijke steun voor de Green Belts is groot; driekwart van de bevolking is ermee bekend en 34% bezoekt minimaal 1 maal per jaar zo’n gebied. Londen is helemaal omgeven door een Green Belt. De Green Belts hebben geleid tot vergaande verdichting in de steden: bijna 80% van de huizen wordt nu in bestaand stedelijk gebied gebouwd. Dat komt overeen met de doelstellingen van het Bestuurlijk Platform Zuidvleugel voor de toekomstige verstedelijking in dit deel van de Randstad.
STOCKHOLM
Ruhrgebied OERESUND
METROPOL REGION HAMBURG
LIVERPOOL MANCHESTER
DUBLIN
BERLIN BRANDENBURG
RANDSTAD
GREATER LONDON
RHEIN-RUHR VLAAMSE RUIT
Barcelona Metropolitan Area
RHEIN-MAIN GRAND PARIS
WIEN
MUNCHEN
LYON Milano Metropolitan area
MILANO
BARCELONA
ROMA
London Green Belt LISBOA
MADRID
De Zuidvleugel
4 Advies Zuinig op de Randstad, SER, april 2008 5 Green Belts, a greener future, Natural England en Campaign to Protect Rural England, februari 2010
14
boven: METROPOLITANE REGIO‘S IN EUROPA links: SCHAALVERGELIJKING MET ANDERE METROPOLITANE GEBIEDEN IN EUROPA
15
Nationaal
16
Op nationaal niveau is de Noordvleugel (metropoolregio Amsterdam) de tegenhanger van de Zuidvleugel. Algemeen wordt de leefkwaliteit van de metropoolregio Amsterdam als groot beschouwd: historische binnensteden, een uitgebreid aanbod aan culturele voorzieningen, druk bezochte stadsparken en mooie landschappen op korte afstand van de woonwijken. De Noord-Hollandse kust heeft een beter imago dan de Zuid-Hollandse kust. De beschermde landschappen zoals Waterland en de Amstelzone zijn over het algemeen goed bereikbaar. Uit recent onderzoek van de gemeente Amsterdam6 blijkt dat het bezoek aan de landschappen rond de stad gestegen is. Dat is significant anders dan in Rotterdam7 waar veel van de landschappen en buitenstedelijke recreatiegebieden slecht bezocht worden. De groenonderzoeken van Rotterdam en Amsterdam geven overigens beiden aan dat allochtonen de buitenstedelijke recreatiegebieden en landschappen veel minder frequent bezoeken dan autochtonen. Een deel van het Amsterdamse succes hangt samen met de stedenbouwkundige opzet van deze regio. Door de stervormige opzet van de stad loopt de groene ruimte door tot in het stadscentrum: de zogenaamde ‘groene scheggen’. Maar ook in de metropoolregio Amsterdam dreigt verrommeling van deze groengebieden door stedelijke druk. En, net als in de Zuidvleugel, verslechtert hier het economische rendement van de agrarische bedrijven. De gemeente Amsterdam en de provincie Noord-Holland willen de agrarische sector daarom stimuleren door een regionale voedseleconomie op te zetten: Proeftuin Amsterdam. Dit is een vernieuwing die voor de Zuidvleugel interessante aanknopingspunten biedt. Behalve de metropoolregio Amsterdam zijn op Nederlandse schaal Brabantstad (m.n. omgeving Breda) en Midden-Nederland sterke regio’s vanwege hun aantrekkelijke omgeving. Om als Zuidvleugel de concurrentie met deze regio’s aan te kunnen, is het essentieel dat geïnvesteerd wordt in verbetering van de kwaliteit van het Metropolitaan Landschap Zuidvleugel.
DE ZUIDVLEUGEL IS HET LAAGST GELEGEN GEBIED IN EUROPA
6 Groot Groenonderzoek Amsterdam, 2008 7 Groenonderzoeken Groenjaar Rotterdam, 2008
BESCHIKBARE RECREATIEVE OPVANGCAPACITEIT ERG KLEIN IN VERHOUDING TOT DE REST VAN NEDERLAND. Bron: alterra i.o.v. Anwb
GROEN IN DE ZUIDVLEUGEL IS VERSNIPPERD
17
Regionaal
Lokaal
Op regionaal schaalniveau, binnen de Zuidvleugel, spelen de metropolitane landschappen een rol om de stedelijke gebieden ruimtelijk te scheiden en open ruimte te vrijwaren van grootschalige bebouwing. Dankzij de aanwijzing tot rijksbufferzone, vijftig jaar geleden, zijn de metropolitane landschappen redelijk open gebleven. Ook in de toekomst zal zware planologische bescherming tegen verstedelijking nodig blijven. Behoud is echter onvoldoende; stilstand betekent voor een landschap meestal achteruitgang. Daarom zullen nieuwe ontwikkelingen, passend binnen de landschappelijke en cultuurhistorische waarden, op gang gebracht moeten worden. De metropolitane landschappen kunnen alleen vitaal blijven, als er ruimte is voor nieuwe vormen van gebruik. Bovendien krijgen de 3 gebieden een veel grotere betekenis als ze onderling, met de omringende grote landschappen en de grote stedelijke groengebieden verbonden worden. Hiervoor zijn robuuste groenblauwe structuren nodig. Dit groene netwerk is essentieel voor behoud van de leefkwaliteit in de verdichtende stad.
Het Metropolitaan Landschap Zuidvleugel heeft de grootste lokale betekenis in de wijken die aan de randen van het stedelijke gebied liggen. Op de kaart zijn er harde grenzen getrokken: aan de ene kant de suburbane woonwijk en aan de andere kant het landschap dat beschermd is tegen verstedelijking. Hier liggen kansen om kwalitatief hoogwaardiger overgangen en duidelijke toegangspoorten tot de metropolitane landschappen te maken die met meerdere vervoersmiddelen bereikbaar zijn. Het historische waternetwerk (rivieren, kanalen, vaarten) is drager van recreatieve routes. Deze watergangen leggen vanouds de verbinding tussen stad en ommeland. Door ze te herstellen als doorgaande structuren zullen de belevings- en gebruikswaarden voor direct-omwonenden sterk toenemen. Dat zal ook tot uiting komen in stijgende woningprijzen in de wijken nabij de metropolitane landschappen.
HOOFDWEGEN - HUIDIG EN GEPLAND TOT 2020
18
boven OPPERVLAKTE GROEN PER WONING GERELATEERD AAN DE NORM bron: Alterra. 2002 onder PARKBEZOEK IN ROTTERDAM bron: Rotterdams groenonderzoek
19
Ruimtelijke opgave
De grootste urgentie voor het Metropolitaan Landschap Zuidvleugel ligt bij het opheffen van de versnippering. De losse delen van het landschappelijke netwerk moeten worden samengebracht voor de recreatie, natuur, waterhuishouding en het landschap. Daarbij moeten veel infrastructurele barrières overwonnen worden. Ook is het noodzakelijk om de aanwezige verrommeling tegen te gaan, o.a. door het saneren van verspreid liggende kassen en het aan banden leggen van ongewenste verstening van het landelijke gebied. Daarnaast ligt er een grote opgave om de landschappen te verbinden met de stedelijke groengebieden. Voor de stedelingen moeten er stad/landverbindingen komen, zodat zij de recreatiegebieden en de agrarische gebieden beter kunnen bereiken. Naast verbetering van de routes naar de landschappen, zijn ook maatregelen nodig om de landschappen beter toegankelijk te maken voor recreatief medegebruik en moeten er meer recreatieve bestemmingen komen. Door te investeren in de bereikbaarheid, toegankelijkheid en aantrekkelijkheid van de groene ruimte ontstaat er een balans met de gewenste verdichting in de stedelijke gebieden.
Klimaatopgave
Het Metropolitaan Landschap Zuidvleugel kan een grote rol spelen bij het oplossen van de effecten van de klimaatveranderingen. Stijgende zomertemperaturen zullen m.n. in de dichtbebouwde steden leiden tot toenemende gezondheidsproblemen (vanwege het Heat Islandeffect8). Stedelijke regio’s met koelere landschappen in de nabijheid zullen zich positief onderscheiden van andere metropolen. Het metropolitane landschap als leverancier van koelte kan uitstekend gecombineerd worden met de opvang en het vasthouden van regenwater. Een systeem van kanalen, rivieren en plassen kan uitgroeien tot waterbuffer. De combinatie van calamiteitenbergingen, die nodig zijn voor de opvang van de steeds extremere regenbuien, met retentievijvers, waar water wordt vastgehouden voor gebruik in droge periodes, zorgt voor aanvullende wateropvang voor het bebouwde gebied. Hierdoor speelt de Zuidvleugel in op de effecten van klimaatveranderingen. Een direct gevolg van de klimaatveranderingen is ook dat de zeespiegel stijgt en rivierafvoeren groter worden. Om voldoende veiligheid te bieden moet de kust versterkt worden en zullen de rivierdijken aangepast worden. Voor de omgeving van Rotterdam en Dordrecht wordt door het Rijk en de andere overheden in het kader van het Deltaprogramma gestudeerd op duurzame oplossingen. De maatregelen kunnen ingrijpende veranderingen tot gevolg hebben in delen van het Metropolitaan Landschap Zuidvleugel.
Ecologische opgave
Vanuit ecologisch perspectief biedt het Metropolitaan Landschap Zuidvleugel kansen om unieke natuurgebieden te ontwikkelen op de overgangen van de kust naar het veenweide-gebied (zand-veen) en van de rivieren naar de zee (zoet-zout). Deze omstandigheden leveren specifieke flora en fauna op. Door de ligging aan zee is er een lange kustzone met unieke natuur in de duinen. Daarnaast zullen er nieuwe waterrijke natuurgebieden komen in de Natte As van de Biesbosch naar het IJsselmeer. In combinatie met de maatregelen om de unieke veenweidegebieden te behouden (Veenweidepact), leidt dit tot forse investeringen in de oostflank van de Zuidvleugel. De grootste meerwaarde voor de inwoners van de Zuidvleugel ontstaat als de nieuwe natuur toegankelijk wordt. In de metropolitane landschappen ligt de nadruk op het realiseren van ecologische verbindingen. Door stedelijke groengebieden met robuuste groenblauwe zones aan de metropolitane landschappen te koppelen, wordt de ecologische waarde van de gehele Zuidvleugel vergroot.
Economische opgave
De verbinding met economie speelt vooral bij het vergroten van de aantrekkingskracht van de Zuidvleugel voor de hoger opgeleiden. Om een metropoolregio met topbedrijven en –instituten te worden, moet de Zuidvleugel een leefomgeving bieden waar de kenniswerkers zich toe aangetrokken voelen. Bedrijven betrekken bij de keuze van hun vestigingsplaats ook de omgevingskwaliteit. Het Metropolitaan Landschap Zuidvleugel zal meer dan tot nu in moeten spelen op de wensen van deze categorie. Daarbij is onderzoek op basis van de leefstijlbenadering een interessante invalshoek omdat deze de drijfveren van mensen wanneer ze keuzes maken toont. Om de landbouw toont als drager van het open landschap te behouden, is het noodzakelijk om het economische rendement van deze sector te verbeteren. Vooral in de weidegebieden zoeken boeren naar andere bronnen van inkomsten dan agrarische productie. Maatschappelijke en ecologische dienstverlening (ecosysteemdiensten) biedt een aanvullend inkomen en zorgt voor meer contacten tussen stadsbewoners en de bewoners van het landelijke gebied. Recreatie is in toenemende mate een inkomstenbron in het landelijke gebied. Een andere duidelijke koppeling met economie is te maken bij de regionale voedseleconomie in de metropolitane landschappen: rechtstreekse levering van levensmiddelen aan de stadsbewoners. Door de aanwezigheid van groen en water stijgt de waarde van het onroerend goed in de steden en dorpen.
8 Situatie waarbij ’s zomers de temperatuur in het stedelijke gebied 3 tot 7 graden hoger ligt dan in het landelijke gebied.
20
21
Sociale opgave
Rust en ruimte dragen in algemene zin bij aan het welbevinden van de inwoners van de stad. Er zijn in de steden programma’s opgezet om mensen meer te laten bewegen en gezondere voeding te laten gebruiken. Goed bereikbare groengebieden, aantrekkelijke bestemmingen en smakelijke producten van het platteland kunnen een bijdrage leveren aan het oplossen van gezondheidsproblemen van de stedelingen. In toenemende mate zien de steden kansen voor activering van kwetsbare groepen door middel van arbeid en therapie in het landelijke gebied (zorgboerderijen). In bredere zin kan lokale voedselproductie de binding tussen de stedelingen en de inwoners van het platteland vergroten. De boer ziet de stad weer als directe afzetmarkt van zijn producten en de stedeling gaat het landschap als essentieel onderdeel van zijn leefomgeving zien omdat een deel van zijn voedsel daar vandaan komt. Een groot voordeel van lokale voedselkringlopen is dat er minder energie verbruikt wordt met verplaatsen van grondstoffen en eindproducten (minder food-miles). Dat draagt bij aan de doelstellingen van duurzaamheidsprogramma’s als het Rotterdam Climate Initiative. Een andere manier om meer binding te bereiken ontstaat door de jeugd nadrukkelijker in contact te brengen met het platteland; door excursies en door specifieke lesprogramma’s. Deze initiatieven dragen bij aan de verbreding van de agrarische sector.
22
Culturele opgave
De steden van de Zuidvleugel bieden een scala aan culturele voorzieningen. Sommige daarvan hebben een internationaal topniveau en trekken bezoekers van buiten Nederland. Hoewel het landschap vroeger voor veel kunstenaars een belangrijke inspiratiebron was, is er nu nauwelijks meer een relatie tussen de cultuur en het platteland. Er ligt een kans om in de metropolitane landschappen cultuur en landschap met elkaar in contact te brengen. Herbestemming van cultuurhistorisch erfgoed (landgoederen, molens, boerderijen) voor culturele functies draagt bij aan behoud van waardevolle ensembles. Agrarische bedrijven kunnen ook culturele activiteiten aanbieden.
Meervoudig perspectief
In onderstaande matrix zijn de verschillende schaalniveaus en opgaven bij elkaar gebracht. Hieruit wordt het meervoudig perspectief voor het Metropolitaan Landschap Zuidvleugel duidelijk. Projecten die voor meerdere onderdelen van deze matrix een bijdrage leveren zullen meer kans hebben op succes en zijn waarschijnlijk ook beter te financieren.
Klimaat
Ecologie
Economie
Sociaal
Cultureel
internationaal
Waterveiligheid
Natura 2000 Unieke delta Natte As
Vestigingsklimaat
nationaal
Waterveiligheid
Unieke natuur langs rivieren, kust, veenweide (vogels) Natte As
Vestigingsklimaat Voedselproductie voor export Kusttoerisme
Achterstanden opheffen
Combinatie van attracties Cultuur historisch erfgoed
regionaal
Koelte-zones, Klimaatbuffers Waterveiligheid
Soortenbescherming Verbindingen tussen natuurgebieden
Streekproducten Zorglandbouw Dagrecreatie Water- en natuurdiensten
Gezond eten Meer bewegen Toegankelijke natuur Stad/landverbindingen Educatie
Combinatie van attracties langs routes
lokaal
Minder CO2 door groenaanleg en stadslandbouw
Natuurspeeltuin Sportvissen
Stijging woningprijzen
Gezond eten Meer bewegen
Vergroten lokale betrokkenheid
Toeristische trekpleisters
23
3
24
LANDSCHAPS dragers
25
LANDSCHAPSDRAGERS IN DE ZUIDVLEUGEL
AN DS VE CH EN AP LA /D ND RO SC OG HA MA KE P RIJ -
E N RI V IERWA TE R
ON TW I
GROENE RUGGENGRAAT DELFLANDSE KUST GROENE HART OOSTVOORNSE DUINEN
RIVIERENGEBIED
3 LANDSCHAPSDRAGERS
26
LA ND BO UW
DELTAL ANDSC HAP
VERWEE R TEG
BOLLENSTREEK
KK EL ING
TE GE ND EZ EE
Hollandse Kustlandschap Aan de westzijde worden van de Zuidvleugel ligt het Hollandse Kustlandschap, dat opgebouwd is uit duinen, strandwallen en strandvlakten. Alle duinen langs de kust maken deel uit van Natura 2000. Ten noorden van Leiden liggen in de Bollenstreek de beroemde bollenvelden op afgegraven duingronden. Aan de binnenduinrand is, op de jonge strandwallen, een reeks van landgoederen aanwezig die van Den Haag tot boven Haarlem loopt. Het gebied De Horsten bij Wassenaar en de Keukenhof bij Lisse zijn daarvan de bekendste delen.
DU IN L
Veen-/droogmakerijlandschap Het Veen-/droogmakerijlandschap is opgebouwd uit veenweide (graslanden op een veenlaag) veenplassen (hier is het veen als turf afgevoerd) en droogmakerijen (drooggemalen veenplassen met kleibodems). Kenmerkend voor veenweide zijn de lange, smalle weilanden, het dichte slotenpatroon en de langgerekte bebouwingslinten. De droogmakerijen hebben een diepe ligging en zijn omgeven door ringdijken. Deze gebieden maken deel uit van Nationaal Landschap Groene Hart. De Krimpener- en Alblasserwaard zijn open landschappen waar nog doorzichten bestaan van 20 kilometer. De molens bij Kinderdijk zijn Unescowerelderfgoed. Ook de gebieden Midden-Delfland en Wijk en Wouden zijn open weidegebieden met melkveebedrijven, maar hier is altijd stedelijke bebouwing aan de horizon te zien. Het Hollands Plassengebied, ten noordoosten van Leiden, is opgebouwd uit weilanden met brede sloten, grillige plassen en molengangen.
Deltalandschap Aan de zuidkant ligt het rivierenlandschap met oeverwallen, rivierdijken en buitendijkse gebieden. Langs de grote rivieren liggen waardevolle grienden en rietoevers. De grote rivieren monden uit in het Deltalandschap, dat gekenmerkt wordt door kleipolders, kreken en grillige dijken van de Zuid-Hollandse Eilanden. Zoet water van de rivieren mengt zich hier met zout zeewater. De getijdenwerking is tot bij Dordrecht waarneembaar. De Hoeksche Waard, sinds enige jaren een Nationaal Landschap, is opgebouwd uit meestal rationeel verkavelde polders met grillige kreken en zwaar beplante dijken. Voorne-Putten is minder eenduidig; hier zijn zowel grootschalige polders als kleine polders met grillige kavels. De duinen van Voorne hebben grote natuurwaarden. Het bij Dordrecht gelegen gebied De Biesbosch kent een afwisseling van akkerbouwpolders, brede kreken, en moerasnatuur (Nationaal Park).
VE RW EE R
In het gebied dat nu als Zuidvleugel wordt aangeduid, hebben natuurlijke processen en menselijk handelen een gevarieerde landschappelijke ondergrond gevormd. Hier komen 3 duidelijk van elkaar verschillende landschappen bij elkaar: het Veen-/droogmakerijlandschap, het Hollandse Kustlandschap en het Deltalandschap. Deze ondergrond is bepalend geweest voor het verstedelijkingspatroon van de steden en dorpen. Met name het waterstelsel is sturend geweest en nog altijd herkenbaar. De identiteit van de Zuidvleugel leunt sterk op het eeuwenoude afwateringspatroon en de niet-verstedelijkte landschappen.
DE BIESBOSCH
boven: LANDSCHAPPEN IN WEST NEDERLAND © Y. Feddes, onder: LANDSCHAPPELIJKE EENHEDEN RONDOM DE ZUIDVLEUGEL
27
Intermezzo: Atelier
In een atelier onder leiding van Rijksadviseur voor het Landschap Yttje Feddes is op 17 september 2009 de betekenis van het landschap voor de leefkwaliteit van de Zuidvleugel beschouwd. In het atelier zijn, op basis van de bestaande kwaliteiten, uitdagende ontwerpideeën op een hoog schaalniveau voor de ontwikkeling van het Metropolitaan Landschap Zuidvleugel geschetst. De hier getoonde beelden van het atelier zijn verbeeldingen van een mogelijke toekomst. Ze bieden inspiratie voor de lopende gebiedsprocessen in de Zuidvleugel; het zijn dus geen concrete projectvoorstellen.
DOORKIJK DUIN, HORST EN WEIDE
Yttje Feddes benadrukte de grote variatie in de grote landschappen en roemde de schoonheid ervan. Deze eeuwenoude kwaliteiten, die op veel beroemde schilderijen zijn afgebeeld, moet de Zuidvleugel koesteren. Bescherming tegen verrommeling van het mooie dat er gelukkig nog is, beschouwt de rijksadviseur als belangrijke bestuurlijke opgave. De Zuidvleugel is in het atelier beschouwd vanuit 3 invalshoeken: een brede zone langs de kust, de zone van de Delta in samenhang met de grote rivieren en de zone langs het Groene Hart (veenweide-/droogmakerijlandschap).
SKYLINE DEN HAAG VANAF DUIN HORST EN WEIDE
PATROON POLDERKADEN EN BOEZEMVAARTEN
WIPMOLEN WIJK EN WOUDEN
LANGERAARSE PLASSEN IN HOLLANDS PLASSENGEBIED
28
ECOLOGISCHE STRUCTUUR
29
DE KUST
Tussen Hoek van Holland en Kijkduin zou een doorlopende groenzone, met daarin nieuwe landgoederen, aangelegd kunnen worden. Dit borduurt voort op de uitvoering van het plan Westlandse Zoom. Een tweede groenzone evenwijdig aan de kust ontstaat door de Vlietzone door te trekken naar de Nieuwe Waterweg. Het Oeverbos langs de Nieuwe Waterweg wordt in deze verkenning omgevormd tot een balkon van het Hof van Delfland. In dit gebied zijn ook mogelijkheden voor het toevoegen van woningen met uitzicht op de havens. Het centrale deel van Midden-Delfland krijgt in dit voorstel de aanduiding ‘tuin van de Zuidvleugel’ waarbij de nieuwe A4, samen met de N211 en de Lozerlaan, het karakter krijgt van een laan naar zee. Het Balijbos bij Zoetermeer wordt omgevormd tot een aantrekkelijk stadspark. De Vliet en Schie krijgen een belangrijke functie als recreatieve vaarroute. Ook de Rotte zou een grotere rol voor de recreatievaart kunnen spelen door deze te koppelen aan de Oude Rijn bij Alphen. Nabij Wassenaar ligt een robuuste groene verbinding tussen de kust en het Groene Hart. Langs de kust verbindt een waterbus de badplaatsen met elkaar. Dat is een verlenging van de waterbus (stadsferry) op de Nieuwe Waterweg. Scheveningen krijgt in dit voorstel daarnaast met een nieuw traject van de Randstadrail een directe aansluiting op het Zuidvleugelnet en Noordwijk is straks met de RijnGouweLijn te bereiken.
KUSTZONE © Y. Feddes,
DE KUST 30
31
HET GROENE HART
Als belangrijkste dilemma voor dit gebied wordt de matige economische positie van de landbouw gezien. De landbouw is nu drager van de openheid, maar verdere intensivering zou de landschapskwaliteiten aantasten. Bovendien moet het watersysteem ingrijpend aangepast worden op de klimaatsverandering. Intensievere regenval en langere periodes van droogte vragen om een robuuster watersysteem. Er is meer ruimte nodig voor het bergen van het water dat in de periodes met veel neerslag valt en weer in droge periodes gebruikt kan worden. Daarnaast is voor veenweidegebieden afgesproken om de ontwatering op 50 cm onder maaiveld te handhaven zodat de inklinking vermindert. Beide aspecten belemmeren de optimale economische bedrijfsvoering in de landbouw. Er zal per polder een keuze gemaakt moeten worden: handhaven en ondersteunen van de landbouw, waar dat mogelijk is, of aanleg van waterberging en natte natuur in de diepere polders. Op de schets is aan de oostkant van de Zuidvleugel een brede zone ingericht met natte natuurgebieden. Dit is de zogenaamde Natte As (ook Groene Ruggengraat genoemd) die het Groene Hart verbindt met het IJsselmeer en de Delta. De Natte As is met een fijnmazig stelsel van watergangen en groenzones verbonden aan de kust en Hof van Delfland. Midden-Delfland, het centrale deel van Hof van Delfland, krijgt volgens dit voorstel de meest parkachtige inrichting. Ook de Rottewig krijgt een parkachtige opzet met veel water en intensieve recreatie. De intensieve groengebieden krijgen een betere bereikbaarheid per openbaar vervoer door het openen van speciale recreatiehaltes in het groen. Zorg en welness zijn interessante nieuwe economische dragers voor het landelijke gebied.
LANDBOUW IN HET GROENE HART
GROENE HART 32
33
DELTA EN RIVIEREN
In dit gebied worden de rivieren Oude Maas en Nieuwe Maas/Nieuwe Waterweg) centraal gesteld. Een suggestie is om van deze rivieren een (vierde) metropolitaan landschap in de Zuidvleugel te maken. De oevers van de rivieren krijgen in dit voorstel een openbaar karakter met nieuwe recreatieve functies. Langs de Oude Maas worden goed toegankelijke stadsstranden nieuwe publiekstrekkers. Tot diep in het stedelijke gebied worden grienden en vloedbossen hersteld. De Biesbosch wordt bereikbaar gemaakt met waterbussen zodat het betekenis krijgt als hét natuur- en recreatiegebied van dit deel van de Zuidvleugel. Oude rivierarmen en kreken op IJsselmonde en de Hoeksche Waard worden met elkaar verbonden zodat een recreatief vaarnetwerk ontstaat voor kleine recreatieboten. Deze bootjes kunnen de drukke Oude Maas (vooral beroepsvaart) bij speciale oversteekplaatsen kruisen.
DE DELTA 34
35
4
ZUIDVLEUGEL als metropolitaan landschap De identiteiten van de 3 metropolitane landschappen zijn gekoppeld aan de 3 grote landschappelijke eenheden in de provincie Zuid-Holland. Deze gebieden zijn tevens aangeduid als provinciaal landschap. Buiten de Zuidvleugel, in het Groene Hart, zijn er nog 3 provinciale landschappen.
36
37
IDENTITEITEN VAN DE METROPOLITANE LANDSCHAPPEN
6 GEBIEDEN - 6 IDENTITEITEN
De identiteiten van de 3 metropolitane landschappen zijn gekoppeld aan de 3 grote landschappelijke eenheden in de provincie Zuid-Holland. Deze gebieden zijn tevens aangeduid als provinciaal landschap. Buiten de Zuidvleugel, in het Groene Hart, liggen nog 3 provinciale landschapsparken.
GREENPORT LEIDEN LIFE SCIENCES DUIN EN HORST
HOLLANDS PLASSENGEBIED
LAND VAN WIJK EN WOUDEN WORLD LEGAL CAPITAL
GREENPORT
ROTTEWIG BENTWOUD
KENNISBOULEVARD
HOF VAN DELFLAND
WORLD PORT CITY
DELTAPOORT SHIPPING VALLEY DRECHTSTEDEN
DUIN, HORST (EN WEIDE) barcode van natuur en cultuur
HOF VAN DELFLAND Weidevogels in gevarieerd stedelijke omgeving
DELTAPOORT archipel
HOLLANDS PLASSENGEBIED Weids water
LAND VAN WIJK EN WOUDEN Koe in de wei
ROTTEWIG - BENTWOUD Rotte bindt
DE ROOD-GROEN CONTRAMAL; WELKE METROPOLITANE LANDSCHAPPEN HEBBEN WE NU TOT ONZE BESCHIKKING?
38
39
6 GEBIEDEN, 6 IDENTITEITEN
Duin Horst Weide Dit gebied ligt deels in het Hollandse Kustlandschap, deels in de Horsten en deels in het Veen-/ droogmakerijlandschap. Van west naar oost is er een aantal parallel lopende zones: strand, duinen, binnenduinrand, strandvlaktes, oude strandwallen, de Horsten en de veenweiden overlopend in het Groene Hart. De oude bebouwingslinten, de landgoederen, vaarten, doorgaande wegen en de spoorlijn Den Haag/Leiden zijn ook evenwijdig aan de kust aangelegd. Deze opbouw levert een grote afwisseling van open en verdichte stroken; een soort van streepjescode van west naar oost.
Hof van Delfland De kern van Hof van Delfland (Midden-Delfland) is een archetypisch Hollands veenweidegebied: weilanden met koeien en weidevogels, veel sloten, boezemtochten en boerderijlinten. Recreatiegebieden, die vanaf de zeventiger jaren aangelegd zijn, vormen groene gordels langs de steden. Toch blijven de hoogbouw van Rotterdam, Delft en Den Haag altijd zichtbaar. De skyline van de Rotterdamse havens geeft Hof van Delfland zijn identiteit van groene enclave in een dynamische omgeving.
Deltapoort De naam van het gebied geeft al aan dat tussen Rotterdam en Dordrecht de rivieren en de zee bepalend zijn geweest voor de landschappelijke identiteit. Deltapoort is, als niet-verstedelijkt deel van het eiland IJsselmonde, een schakelstuk tussen het Groene Hart en de zuidwestelijke Delta. De rivieren Oude Maas en de Noord en de afgedamde rivierarmen Devel en Waaltje zijn zowel beelddragers als barrières. De zware infrastructuur (spoorlijnen en snelwegen) heeft het gebied nog verder versnipperd: een archipel van eilandjes.
40
Hollands Plassengebied Het Hollands Plassengebied ten noordoosten van Leiden is een landschappelijk erg afwisselend gebied door de aanwezigheid van grillig gevormde plassen, brede sloten en veenweidegebieden. De plassen zijn populair voor de recreatievaart.
DUIN, HORST EN WEIDE barcode van natuur en cultuur
HOLLANDS PLASSENGEBIED weids water
Wijk en Wouden Wijk en Wouden heeft een herkenbare identiteit van een grootschalig open weidegebied op veen en in droogmakerijen. Hier grazen de melkkoeien in de wei en staan de boerderijen in gaaf bewaarde linten langs veensloten en dijken.
HOF VAN DELFLAND weidevogels in gevarieerd stedelijke omgeving
LAND VAN WIJK EN WOUDEN koe in de wei
Rottewig/Bentwoud De oorspronkelijke identiteit van de Rottewig/ Bentwoud was die van laagliggende droogmakerijen, deels langs de rivier de Rotte. Door de aanleg van bosachtige recreatieterreinen en kunstmatige ophogingen (Hoge Bergsche Bos) is hieraan een nieuw element toegevoegd. De slingerende Rotte is wel het verbindende element gebleven.
DELTAPOORT archipel
ROTTEWIG - BENTWOUD Rotte bindt
41
Kwaliteitsslag voor de metropolitane landschappen Binnen het Metropolitaan Landschap Zuidvleugel zal de komende jaren een grote kwaliteitsslag gemaakt moeten worden. Vooral in de metropolitane landschappen zijn investeringen nodig om er topkwaliteit te kunnen aanbieden voor alle inwoners van de Zuidvleugel én bezoekers van buitenaf. De Zuidvleugel heeft het begrip kwaliteit voor de metropolitane landschappen de volgende invulling gegeven: Bestuurlijke en organisatorische samenhang Binnen de metropolitane landschappen zullen de verschillende overheidslagen samenwerken aan gezamenlijke visies en uitvoeringsprogramma’s. Stedelijke gemeenten en landelijke gemeenten voelen zich samen verantwoordelijk voor de toekomst van het Metropolitaan Landschap Zuidvleugel. Verbonden landschappen De metropolitane landschappen zijn op het schaalniveau van de Zuidvleugel met elkaar en met de grote landschappelijke eenheden buiten de Zuidvleugel uitstekend verbonden door brede groenblauwe zones. Ook de grote stadsparken zijn met Groene Lopers gekoppeld aan de metropolitane landschappen. De Groene Lopers hebben de functie van landschappelijke geleding, ecologische verbindingszone, waterberging en recreatieve verbinding. Binnen de metropolitane landschappen worden de losse onderdelen aan elkaar gekoppeld met recreatieve en ecologische verbindingen. Er wordt robuuste natuur aangelegd die toegankelijk is voor de recreant. Verrommelde zones worden opgeruimd. Zo ontstaat eenheid binnen de 3 metropolitane landschappen.
Landbouw als drager van het open landschap De identiteit van de metropolitane landschappen hangt sterk samen met de agrarische productie. Behoud van landbouw is dus essentieel voor de Zuidvleugel. Nevenactiviteiten op het gebied van educatie, dagrecreatie, zorg, verkoop van streekproducten en kleinschalige verblijfsrecreatie dragen bij aan versterking van de economische basis van het landelijke gebied. Bovendien wordt de landschappen daarmee ook aantrekkelijker voor de stedelingen.
Identiteit versterken De afzonderlijke landschappelijke en sociale identiteiten van de 3 metropolitane landschappen zijn grote troefkaarten van de Zuidvleugel. De historische karakters van veenweide, kust en klei zijn nog goed te herkennen. Deze identiteiten wil de Zuidvleugel behouden en met zorgvuldige ingrepen nog beter ervaarbaar maken. De nieuwe recreatieve voorzieningen dragen bij aan deze identiteiten.
LANDSCHAPSPARK ALS EENHEID
RECREATIEVE VOORZIENINGEN
Scherpe stad-land overgangen De contrasten tussen onbebouwd en verstedelijkt gebied zijn groot in de Zuidvleugel. Dat draagt bij aan het gevoel dat de metropolitane landschappen groene oases zijn in het stedelijke netwerk. Voor de grenszones is nog wel een forse kwaliteitsslag nodig. Achterkanten moeten voorkanten worden en uitnodigende poorten zullen toegang verlenen tot het metropolitane groen.
ROBUUSTE NATUUR
42
HELDERE STAD-LAND RAND
43
Bereikbaarheid Alleen wanneer de metropolitane landschappen veel beter bereikbaar worden, zullen ze van betekenis worden voor de inwoners van de Zuidvleugel. Goede toegankelijkheid brengt ook maatschappelijke betrokkenheid en economisch draagvlak voor het landelijke gebied. Daarom wil de Zuidvleugel de metropolitane landschappen uitstekend bereikbaar maken met het openbaar vervoer (Zuidvleugelnet, bus, tram, waterbus), met de auto (o.a. via transferia), met de fiets en te voet. Verbetering van de stad/landverbindingen is urgent.
44
FIETSPADENNETWERK
BEREIKBAARHEID PER AUTO
WATERNETWERK
BEREIKBAARHEID PER OV
45
ROOD - GROEN CONTRAMAL
NU: LANDSCHAPPEN HEBBEN NOG ONVOLDOENDE IDENTITEIT EN ZIJN SLECHT BEREIKBAAR 46
DOEL: 6 LANDSCHAPPEN, 6 IDENTITEITEN DIE GOED BEREIKBAAR ZIJN 47
5
UITWERKING 3 landschappen Voor ieder van de 3 metropolitane landschappen zijn in 2008/2009 iconografische kaarten gemaakt om inzichtelijk te maken hoe de gewenste metropolitane kwaliteit eruit zou kunnen zien. Daarnaast zijn in de 3 metropolitane landschappen gebiedsprocessen opgestart. Daarbij werken de grote steden (Den Haag, Leiden, Zoetermeer, Rotterdam, Leiden), de regio’s, het Rijk, de provincie Zuid-Holland en de gebiedsgemeenten samen aan plannen voor de verbetering van de landschappen. Ieder gebied kent zijn eigen aanpak en tempo, daar is geen standaardaanpak voor. Wel is overal de ambitie hoog en wordt de samenwerking steeds intensiever.
48
49
ICONOGRAFISCHE KAART DUIN HORST WEIDE (2008)
Fiets/voet: Waterverbindingen
€1,1 mln
Externe auto bereikbaarheid
€19,8 mln
Extern ov
€22,6 mln
Ecologische verbindingen
€40,2 mln
Recreatieve gebruikswaarde
€68,9 mln
Vergroting voorzieningenniveau
€0
Communicatie wegwijzers
€0,8mln
Onvoorzien en plankosten
25%
Totaal
50
€34,5 mln
€235,1 mln
51
DUIN HORST WEIDE
Hier is in september 2009 een ‘schetsschuit’, een intensieve workshop, gehouden. Daarbij waren alle gemeenten uit het gebied, het Rijk, het stadsgewest Haaglanden, regio Holland Rijnland, de hoogheemraadschappen van Delfland en Rijnland, de landbouwsector, landgoedeigenaren en natuur- en landschapsbeheerders en de provincie Zuid-Holland aanwezig. Geconstateerd is dat er gedeelde belangen zijn bij het openhouden van het gebied, het streven naar eenheid en sturen van ruimtelijke dynamiek. Daarnaast is er consensus over het verbinden op hoger schaalniveau (fysiek en bestuurlijk) en het vergroten van de bereikbaarheid, toegankelijkheid en het multifunctioneel gebruik. De ‘schetsschuit’ heeft een visie en een aanzet tot een uitvoeringsprogramma opgeleverd. In de visie wordt voorgesteld om het bestaande waternetwerk beter beleefbaar te maken en de bruikbaarheid voor recreatief varen te vergroten. De parallel aan de kust lopende infrastructuur en de Vliet zijn grote barrières voor de natuur en het recreatieve gebruik. Daardoor zijn er weinig doorgaande routes haaks op de kust. Hier zijn investeringen nodig voor het aanleggen van nieuwe paden (zoals een fietspad van Zoetermeer naar zee) en aangepaste kruisingen bij barrières. Verder wordt gedacht aan een ecologische verbinding tussen de duinen en het Bentwoud, die de A44, spoorlijn Den Haag-Delft, de Vliet en de A4 zou kunnen kruisen. Het landschap van Duin Horst Weide is door zijn afwisseling al erg aantrekkelijk als recreatiegebied voor de omringende steden. De landgoederenzone bij Wassenaar is hiervan het meest attractieve onderdeel. Kasteel Duivenvoorde wordt ontwikkeld tot toeristische icoon. De kust en de binnenstad van Leiden zijn ook recreatief belangrijke bestemmingen. Daarnaast zijn enkele duidelijke transferia en poorten gewenst om vanuit de steden het gebied in te kunnen gaan. De samenwerkende partijen in Duin Horst Weide geven prioriteit aan verbetering van de bereikbaarheid vanuit de steden en een betere doorkruisbaarheid van het gebied. Daarnaast wil men een (bescheiden) recreatief programma toevoegen.
52
53
ICONOGRAFISCHE KAART HOF VAN DELFLAND (2008)
Fiets/voet:
€39,7 mln
Waterverbindingen
€33,4 mln
Externe auto bereikbaarheid
€29,6 mln
Extern ov
€32,2 mln
Ecologische verbindingen Recreatieve gebruikswaarde
€61,9 mln
Voorzieningenbniveau
€0
Communicatie wegwijzers Onvoorzien en plankosten Totaal
54
€6,3 mln
€0,8 mln 25% €254,9 mln
55
HOF VAN DELFLAND
Voor Hof van Delfland is begin 2010 het concept voor een ruimtelijke visie gemaakt. Hierbij waren bijna 100 vertegenwoordigers van het Rijk, de provincie, de stadsregio’s, de gemeenten, het hoogheemraadschap, de recreatieschappen, (agrarische) ondernemers en natuurbeheerders betrokken. De overheidspartijen en het hoogheemraadschap werken samen in de Hof van Delflandraad i.o. Het motto van de ruimtelijke visie is: heel de hof. De ambitie is om stad, glas en land als een ruimtelijke, economische en sociale eenheid te ontwikkelen. Hof van Delfland moet in 2025 een levend metropolitaan landschap zijn dat verweven is met de omliggende dynamische steden. Het kerngebied is dan een agrarisch productiegebied dat van direct belang is voor de stedelingen. Hier worden streekproducten vervaardigd die met korte lijnen afgezet worden in de stad. Dit agrarische gebied is met groenblauwe lopers verbonden met de stadsparken. Deze stadsparken worden echt stedelijke ontmoetingsplekken die ingericht zijn voor de verschillende leefstijlen. De basis van het groenblauwe netwerk tussen stad en land wordt gevormd door de herstelde waterlopen. Hierlangs loopt een uitgebreid netwerk van fietsen wandelpaden dat als stad/landverbindingen de gebieden met elkaar verknoopt. De inrichting van de overgangszones tussen stad en land, in de afgelopen decennia ingericht met bosachtige recreatiegebieden, worden aangepast op het omringende landschap en zijn bij uitstek gebieden voor actieve recreatie en natuurbeleving. Deze visie wordt in de eerste helft van 2010 uitgewerkt in 5 sleutelopgaven en een uitvoeringsprogramma. Voor de korte termijn wordt in Hof van Delfland vooral ingezet op intensivering van de stadsparken in combinatie met de versterking van het karakter van het open middengebied. Het realiseren van goede recreatieve verbindingen tussen beide onderdelen heeft grote urgentie.
56
57
ICONOGRAFISCHE KAART DELTAPOORT (2008)
CS
A15
P
Parkeerplaatsen Busthalte
pgr
Programma
pgr
Programma gekoppeld aan water
Ring Rotterdam West
A15
Afrit
P
pgr
P bus
Barendrecht
M Metro
A16
CS
A20
m
Ridderkerk bus
Ring Rotterdam West
verbinding naar Kinderdijk
m rda tte Ro
/ oord m N /A13 0 erda Rott ting A2 rich
richting
rda
tte Ro
/ oord m N /A13 0 erda Rott ting A2 rich
IJsselmonde
IJsselmonde
i informatie
Station
oppeld aan water
Fietsverhuur
Barendrecht
Rijsoord P
pgr
pgr
P
pgr
bus
N-weg
Hendrik-IdoAmbacht
pgr
Cultuur zone
Water bestaand
n
elij tuw
Water nieuw Wandel- fietsovergang
pgr
pgr pgr pgr
n
P
bus
pgr
aanlegsteiger - bestaand +
pgr
bestaand
pgr
pgr
pgr
P
58
km
€10 mln
Zwijndrecht Bre
da
Puttershoek
A16
€17 mln
Ecologische verbindingen
€15,6 mln
Recreatieve gebruikswaarde
€56,2 mln
Voorzieningenbniveau
€5 mln
Dordrecht Communicatie wegwijzers
€0,8 mln
Onvoorziene kosten
25%
Totaal
€183,2 mln
aal/ Bred a
1.0
Externe auto bereikbaarheid
send
0.8
€7,3 mln
0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 km
Roo
Meins heerenland
0.6
HSL
0,8 1,0 km
0.4
€34,5mln
Waterverbindingen
Meins Extern ov heerenland
ieuw
P
Fiets/voet:
0
bus
pgr
0.2
aanlegsteiger- nieuw
stad - land rand
e/ ikze Zier oom A29 pz o n e Berg
0
/ kzee Zieri oom A29 pz en o
Berg
pond
+
Cultuur zone
ergang
pgr
+
NS
Be
pgr
+
pgr pgr pgr pgr
Geplande wegen
pgr
pgr pgr pgr pgr
P
A-weg
pgr
P
Voetpaden
P
+
Food centre Veiling en lokale producten
Fietspaden
Gorinchem/ Tiel
59
UITWERKING DELTAPOORT Voor dit gebied tussen Rotterdam en Dordrecht is een samenwerkingsverband tussen het Rijk, de provincie, de regio’s Drechtsteden en Rotterdam, het waterschap Hollandse Delta, het Havenbedrijf Rotterdam en de gebiedsgemeenten opgezet. Het proces wordt geleid door een stuurgroep van deze partijen. In februari 2010 heeft de stuurgroep ingestemd met de ambitie voor Park Deltapoort die is vastgelegd in de Nota van Uitgangspunten. De ambitie is om het gebied tussen Rotterdam en Dordrecht recreatief aantrekkelijker en toegankelijker te maken en gelijktijdig de economische ontwikkeling te stimuleren. In de Nota van Uitgangspunten is een basisinrichting uitgewerkt. Om basiskwaliteit te bereiken is uitbreiding van het recreatief routenetwerk nodig, o.a. door de historische dijken en wegen beter geschikt te maken voor fietsen en wandelen. Stedelijke elementen, zoals toekomstig bedrijventerrein Nieuw-Reijerwaard en rangeerterrein Kijfhoek, moeten beter ingepast worden. Bij dit onderdeel hoort ook kwaliteitsverbetering van de bestaande stadsranden: van achterkant naar voorkant. Ontwikkeling van rivierdijken en –oevers tot openbaar toegankelijke recreatieve gebieden zal bijdragen aan versterking van de identiteit van Deltapoort. Voormalige rivierarmen (het Waaltje en de Devel) worden opgewaardeerd tot landschappelijke en recreatieve kwaliteitsdragers. Bovenop de basiskwaliteit zijn 3 ontwikkelingsrichtingen geformuleerd die, voor de lange termijn, groen-blauwe identiteit van Deltapoort versterken. Recreatief medegebruik van het landshap is bij deze ontwikkelingsrichtingen een belangrijk aandachtspunt. Een van de kwesties die daarbij speelt is de rol van de landbouw in de toekomstige ontwikkelingen. Medio 2010 start de uitwerking van een gebiedsvisie voor Oost-IJsselmonde. Voor de korte termijn geeft Deltapoort prioriteit aan het slechten van infrastructurele barrières, het zichtbaar en beter beleefbaar maken van de rivier Oude Maas en het Waaltje en de Devel. Daarnaast willen de partijen snel starten met het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van de stadsranden.
60
61
6
VERBEELDING Voor mogelijke nieuwe iconen in de metropolitane landschappen van de Zuidvleugel zijn verbeeldingen gemaakt. Zij geven een impressie hoe de toekomstige situatie eruit zou kunnen zien.
62
63
NIEUWE AFSLAGEN 64
65
OVERBRUGGING & ONTSLUITING 66
67
PARKSTATION 68
69
VAN DE TREIN IN DE KANO 70
71
CULTUURBRUG 72
73
INFRALANDSCHAPPEN 74
75
VERBONDEN LANDSCHAPPEN 76
77
STADSRANDEN 78
79
STADSPOORTEN 80
81
GALERIE IN DE DELTA 82
83
NIEUWE KUST 84
85
DATSJA‘S AAN DE RIVIER 86
87
JAZZ IN HET PARK 88
89
ENERGIELANDSCHAPPEN 90
91
7
92
PARADIGMA wisseling
93
Paradigmawisseling voor Metropolitaan Landschap nodig
De tekst en beelden van de vorige hoofdstukken geven het denkproces van de afgelopen 2 jaren over de invulling van het metropolitane landschap voor de Zuidvleugel weer. Om de ambities van de Zuidvleugel waar te maken, moet er op een compleet andere manier naar de opgave gekeken worden. De beleidsmatig, en ook in praktische zin, gescheiden werelden van de steden en het landelijke gebied moeten bij elkaar komen. Niet minder dan een paradigmawisseling is nodig om het Metropolitaan Landschap Zuidvleugel te realiseren. In de nieuwe benadering staat het streven naar de realisatie van een daadwerkelijk samenhangend landschappelijk netwerk centraal.
Focus van kwantiteit naar realiseren van een groenblauw netwerk De afgelopen jaren heeft de nadruk gelegen op het aanleggen van nieuwe recreatie- en natuurgebieden aan de randen van de stad. Deze kwantiteitsbenadering heeft tot goede resultaten geleid, maar de aandacht verschuift geleidelijk naar kwaliteitsverbetering van het bestaande landschap. Bij afnemende investeringsmiddelen vanuit de overheid is op langere termijn de huidige strategie met aankoop van landbouwgronden voor recreatie en natuur, niet langer houdbaar. Daarom zal de focus verlegd worden naar het realiseren van een stevig groenblauw netwerk dat verbindingen legt tussen stadsparken, recreatiegebieden aan de stadsranden en de agrarische delen van de metropolitane landschappen. Door binnen de bestaande ILG-projecten al zoveel mogelijk invulling te geven aan deze nieuwe kwaliteitsbenadering wordt de eerste stap gezet. 94
Stad/landverbindingen versterken Het gaat hierbij om fysieke sociale, economische en culturele verbindingen tussen de steden en het landelijke gebied, zoals: - Het realiseren van een fysiek netwerk van recreatieve verbindingen zodat de stedelingen de landschappen beter kunnen bereiken. - Het verbinden van de losse onderdelen van de metropolitane landschappen door de aanleg van nieuwe recreatieve en ecologische verbindingen. Het historische waternetwerk speelt daarbij een grote rol als drager van routes. De aanwezige verrommeling wordt opgeruimd door sanering van verspreid glas en andere storende functies. - Het verbeteren van de uitstraling van de stadsranden en de Groene Lopers in samenwerking met projectontwikkelaars en woningcorporaties. Hier moeten kwalitatief hoogwaardiger overgangen en poorten naar het landschap gemaakt worden. - Het vergroten van de sociaaleconomische binding tussen stedelingen en het agrarische gebied door afzetmarkten voor lokale producten te ontwikkelen. - Het verbinden van de sociale behoeften van de steden (onder andere gezondheidsverbetering door meer bewegen en beter voedsel, de vraag naar therapeutische arbeidsplaatsen, de vraag naar kinderopvang) aan de doelen van de metropolitane landschappen. Sectorale programma’s koppelen en nieuwe financieringsvormen De gescheiden beleids- en financieringsprogramma’s (ISV, ILG, MIRT) belemmeren op dit moment nog te veel een voortvarende uitvoering
van projecten die stad en land met elkaar verbinden. De Zuidvleugel wil sectoraal instrumentarium in de toekomst inzetten voor het realiseren van integrale oplossingen en verbindingen leggen met andere urgente opgaven (economie, infrastructuur, verstedelijking). Hiervoor is de medewerking van het Rijk nodig. Planologische bescherming tegen verstedelijking voortzetten De status van rijksbufferzone is essentieel geweest voor het openhouden van de gebieden die nu aangeduid worden als metropolitane landschappen. Ook andere planologische regelingen zorgen voor bescherming. Dat blijft ook voor de toekomst een belangrijke voorwaarde voor het in stand houden van de bijzondere landschappelijke kwaliteiten. De Zuidvleugel wil samen met het Rijk bezien welke vorm van bescherming in de toekomst het meest geschikt is. Vereenvoudiging van het ingewikkelde stelsel van planologische regimes is wenselijk om meer duidelijkheid voor alle betrokkenen te creëren. Binnen de beschermde status moet overigens voldoende ontwikkelingsruimte blijven voor bestaande en nieuwe economische dragers. Bestuurlijke urgentie voor Metropolitaan Landschap Zuidvleugel De ambitie voor het Metropolitaan Landschap Zuidvleugel is onlosmakelijk verbonden met de ambities in Randstad 2040 en de Verstedelijkingsstrategie Zuidvleugel. De lopende gebiedsprocessen in de 3 metropolitane landschappen worden voortgezet. In ieder gebied worden gebiedsvisies en uitvoeringsprogramma’s opgesteld om de uitvoering te versnellen. Per gebied zal
gezocht worden naar quick-wins zodat resultaten sneller zichtbaar worden voor de inwoners. Een breed bestuurlijk en maatschappelijk draagvlak hiervoor is essentieel. Inwoners centraal stellen Bij de uitvoering van het Metropolitaan Landschap Zuidvleugel zullen de behoeften van de gebruikers en de landschapsbeleving centraal moeten staan. Er zijn diverse (recreatie-) onderzoeken beschikbaar, maar die geven nog geen compleet beeld van de wensen van de uiteenlopende groepen. Een benadering waarbij de recreatiewensen per leefstijl benaderd worden, biedt mogelijk goede aanknopingspunten voor een gedifferentieerde aanpak in de metropolitane landschappen. Metropolitaan Landschap Zuidvleugel opnemen in Gebiedsagenda Zuidvleugel/Zuid-Holland De consequentie van de gemaakte keuze voor binnenstedelijke verdichting in de Zuidvleugel is dat de inwoners van de Zuidvleugel beter bereikbaar en mooier groen tot hun beschikking moeten krijgen. Aantrekkelijk groen in de nabijheid van de woning blijkt essentieel te zijn voor het (internationaal) woon- en werkklimaat van een regio. In de Gebiedsagenda verkennen de regio’s, provincie en Rijk welke gezamenlijke programma’s en projecten in de provincie Zuid-Holland nodig zijn om de landschappelijke kwaliteit te verbeteren. De rode en groene ontwikkelingen worden in samenhang beschouwd. Scherpe prioriteitsstelling en fasering zijn hierbij nodig om zo groot mogelijk maatschappelijk rendement te krijgen van een investering. 95
Colofon
Deelnemers workshops Workshop Duin, Horst en Weide 28 november 2008: Ria Bakker (stadsregio Haaglanden) Duzan Doepel (DSA) Tessa van Duin (Stadsregio Haaglanden) Els Fischer (Bureau Mentink) Xandra van Ginkel (samenwerkingsorgaan Holland Rijnland) Saulan Golberdinge (gemeente Wassenaar) Peter Kamminga (afdeling Groen provincie ZH) Roos Limburg (JA-Joubert architecture) Godelieve Mars (samenwerkingsorgaan Holland Rijnland) Irene Mulder (DSO Den Haag) Nico Tillie (projectleider) Mieke Vellekoop (afdeling Groen provincie ZH) Ronald van der Ven (Planmaat) mervr. Coenen (gemeente Voorschoten) Workshop Hof van Delfland 20 november 2008: Ria Bakker (Stadsregio Haaglanden) Tessa van Duin (Stadsregio Haaglanden) Ben Fisser (provincie ZH) Marc Joubert (JA-Joubert architecture) Peter Kamminga (afdeling Groen provincie ZH) Roos Limburg (JA-Joubert architecture) Bert Mens (Projectleider van project Hof van Delfland) Irene Mulder (DSO Den Haag) Patrick Nan (Planmaat) Eline Strijkers (DSA) Nico Tillie (projectleider) Mieke Vellekoop (afdeling Groen provincie ZH) Ronald van der Ven (Planmaat) Workshop Deltapoort 4 december 2008: Marc Joubert (JA-Joubert architecture) Roos Limburg (JA-Joubert architecture) Kees van Oorschot (gemeente Rotterdam, dsv) Ilone Slump (provincie ZH) Marc Soeterbroek (gemeente Rotterdam, dsv) Nico Tillie (projectleider) Gertjan den Toom (stadsregio Rotterdam) Ronald van der Ven (Planmaat) Irma Zanders (gemeente Dordrecht en Drechtsteden)
96
Deelnemers atelier Metropolitane landschap van de Atelier Zuidvleugel, 17 september 2009 ‚ZOEKEN NAAR METROPOLITANE LANDSCHAPSPARKEN IN DE ZUIDVLEUGEL‘ Yttje Feddes (rijksadviseur Landschap) Steven Slabbers (Bosch en Slabbers) Annet ten Cate (Deltapoort) Irene Mulder (gemeente Den Haag) Bert Mens (Hof van Delfland) Marc Joubert (JA-Joubert architecture) Roos Limburg (JA-Joubert architecture) Peter Veenstra (Lola landscape architects) Marcel Vermeulen (ministerie VROM) Kees van Kruining (Hof van Delfland) Esjmund Hinborch (provincie Zuid-Holland) Ali Hellinga (gemeente Schiedam) Hans Dekker (DN Urbland) Rik de Visser (Vista landschapsarchitecten) Vincent Kuipers (Alterra) Jago van Bergen (Van Bergen Kolpa architecten) Ineke den Heijer (provincie Zuid-Holland) Peter Verbon (provincie Zuid-Holland) Rijk van Walsum (gemeente Leiden) Dirk Schaap (ministerie van VROM) Lisa Mattemaker (gemeente Rotterdam) Marcel Wijermans (Zuidvleugelbureau) Ria van Oosterhout (Zuidvleugelbureau) Kees van Oorschot (Zuidvleugelbureau) Gesprekken metropolitane landschappen 2010 Jan Edens (Deltapoort) Annet ten Cate (Deltapoort) Bert Mens (Hof van Delfland) Hans Bor (Hof van Delfland) Hans van Greuningen (Duin Horst Weide) Godelieve Mars (Duin Horst Weide) Xandra van Ginkel (Duin Horst Weide) Bert Driessen (provincie Zuid-Holland) Peter Verbon (provincie Zuid-Holland) Ger de Reus (Zuidvleugelbureau) Annelies van der Does (Zuidvleugelbureau) Kees van Oorschot (Zuidvleugelbureau) Sprekers Zuidvleugelconferentie oktober 2009 o.a. Yttje Feddes Larry Beasley en deelnemers aan de deelsessie Metropolitaan Landschap tijdens de Zuidvleugelconferentie
Zoeken naar Metropolitane Landschapsparken Auteurs: Tekst: Kees van Oorschot (Zuidvleugelbureau) Eindredactie tekst en beelden Marc Joubert (JA-Joubert architecture) Ria van Oosterhout (Zuidvleugelbureau) Annelies van der Does (Zuidvleugelbureau) Kees van Oorschot (Zuidvleugelbureau) Ondersteuning Esselien Sastrowitomo (Zuidvleugelbureau) Layout en ontwerp: Ontwerp: JA - Joubert Architecture - Marc Joubert, Roos Limburg Onderzoek en beelden (behalve waar anders aangegeven): JA - Joubert Architecture Marc Joubert, Roos Limburg, Jeroen de Loor, Clement Talbot Foto‘s: JA - Joubert Architecture, Kees van Oorschot Druk Ecodrukker, Nieuwkoop Opdrachtgever: Zuidvleugelbureau, Ger de Reus Oplage: 400 ex. Copyright alle beelden JA-Joubert Architecture behalve waar anders vermeld. De auteurs hebben er alles aan gedaan om de rechten van beelden te achterhalen. Bij vragen verzoeken wij u contact op te nemen. Contactpersoon: Zuidvleugelbureau, Kees van Oorschot
[email protected] “Bij de productie van dit boek is het uiterste gedaan om duurzaam met milieu en natuurlijke bronnen om te gaan. Hierbij is gelet op minimalisatie van materiaal, afval en transport en gebruik van milieuvriendelijke (energiezuinig geproduceerde en biologisch afbreekbare) materialen. Het drukwerk is geheel chemicaliënvrij gemaakt. Binnenwerk en omslag zijn gedrukt op papier met het fsc-keurmerk – daarbij is het zeker dat het hout, de belangrijkste grondstof voor dit boek, afkomstig is uit speciaal daarvoor aangelegde bossen. Tenslotte is gewerkt met producenten die controleerbaar milieubewust werken. Kijk voor meer informatie op www.duurzaamuitgeven.nl.”
In een volgende stap wil de Zuidvleugel de ambities voor het Metropolitaan Landschap Zuidvleugel verder concretiseren en agenderen bij alle relevante partijen. Het doel is om te komen tot afspraken over concrete investeringen en procesafspraken zodat de gewenste kwaliteitsslag ook echt gemaakt kan worden. Hiervoor is een paradigmawisseling nodig om de losse stelsels van stedelijk groen en het landelijke gebied bij elkaar te brengen in een samenhangend landschappelijk netwerk voor de Zuidvleugel.
JA-JOUBERT ARCHITECTURE IN OPDRACHT VAN ZUIDVLEUGELBUREAU © 2010
METROPOLITAAN LANDSCHAP ZUIDVLEUGEL
De afgelopen 2 jaar heeft de Zuidvleugel de opgave voor het metropolitane landschap onderzocht. De eerste stap bestond uit een verkenning van de 3 gebieden die in de nota Randstad 2040 als metropolitane parken waren aangewezen: Duin Horst Weide, Hof van Delfland en Deltapoort. Deze verkenning heeft een set van criteria opgeleverd voor de na te streven metropolitane kwaliteit. De criteria zijn verder uitgewerkt voor elk van de 3 metropolitane landschappen. Daarbij is een inschatting van de benodigde investeringen gemaakt om in de 3 gebieden metropolitane kwaliteit te bereiken. Medio 2009 zijn de bevindingen van deze verkenning vastgelegd in de brochure ‘Zoeken naar metropolitane landschapsparken in de Zuidvleugel’. In de tweede stap is de ambitie voor het Metropolitaan Landschap Zuidvleugel verder uitgewerkt en zijn de verbanden met andere belangrijke opgaven in de Zuidvleugel geïdentificeerd. Ook is er dieper ingegaan op de identiteiten van de 3 metropolitane landschappen in de Zuidvleugel en de ruimtelijke visies die hiervoor momenteel ontwikkeld worden. De nagestreefde kwaliteit is verbeeld met mogelijke icoonprojecten. Een speciaal atelier over het Metropolitaan Landschap Zuidvleugel, onder leiding van Yttje Feddes, heeft veel inspiratie opgeleverd voor deze nadere uitwerking.