1
ABSTRACT Onze samenleving wordt gekenmerkt door een vergrijzende tendens. Naast een vergrijsd straatbeeld, nemen we echter ook een enorme digitale (r)evolutie waar. Nieuwe media ontwikkelen zich razendsnel en mensen dienen voortdurend nieuwe geletterdheden aan te leren. De virtuele wereld kent tal van uitdagingen maar ook heel wat opportuniteiten wat het gebruik van sociale media door senioren betreft. Het is dan ook een nieuwe, gemakkelijk toegankelijke publieke ruimte waar tevens senioren vertoeven. Heel wat onderzoek, beleid en organisaties focusten zich tot op heden vooral op het dichten van de digitale kloof, met daarbij bijzondere aandacht voor de thema’s toegang en vaardigheden. Vandaag staat vooral het verschil in ‘soort gebruik’ voorop. De digitale kloof is dan ook zeer complex en multidimensioneel geworden. Doelstelling van deze masterproef is een kijkje te nemen voorbij de digitale kloof, dit aan de hand van een exploratief en beschrijvend onderzoek naar hoe senioren sociale media gebruiken. Hiertoe voer ik een virtuele etnografie uit op een mailgroep. Deze online focusgroep, bestaande uit discussies tussen senioren betreffende het thema ‘computer, internet & sociale media’, laat niet alleen zien hoe senioren sociale media gebruiken, ze bevat ook zeer veel informatie inzake denkbeelden en betekenissen die senioren hebben over sociale media. Deze informatie werd tevens benut door een thematische analyse uit te voeren op de verzamelde data. In dit online kwalitatief onderzoek vormen ‘sociale media’ niet alleen onderzoeksobject maar tegelijkertijd onderzoeksinstrument. Het resultaat van het onderzoek is een proces, geconstrueerd en geherconstrueerd door onderzoeker en respondenten. De bevindingen in dit onderzoek zijn geenszins veralgemenende uitspraken over ‘de senioren’. ‘De senioren’ zijn meer dan ooit een multigenerationele groep geworden in onze samenleving, uitspraken over ‘de senioren’ zouden het begrip ten onrechte reduceren tot een object van generalisatie. Uit het onderzoek blijkt dat de respondenten vandaag met beide voeten in de digitale samenleving staan. ‘Informatie’ zoeken en delen, en contact houden met familie en vrienden zijn daarbij belangrijke drijfveren. Hoewel heel wat van de respondenten gebruik maken van sociale media is hun beelvorming inzake sociale media zeer negatief. Niet alleen wie sociale media gebruikt is zeer divers maar ook hoe en waarom sociale media gebruikt worden, is minstens even divers.
2
VOORWOORD Mede door mijn professionele ervaring, vooral als centrumleider van een dienstencentrum, gaat mijn interesse reeds een aantal jaren uit naar heel wat thema’s inzake ‘senioren’. Het samen-leven van diverse generaties, de uitdagingen van het ouder worden en de respons op de maatschappelijke vraagstukken hiermee gepaard, intrigeren mij. Ik ben er mij van bewust dat ook ik niet ontsnap aan heel wat stereotypes. Vrijwilligers van tachtig jaar die mij mailen of ‘taggen’ op facebook, het blijft wennen. Maar het is tegelijkertijd een prachtig, vaak nog onontgonnen, terrein vol uitdagingen en mogelijkheden. Het leek mij dan ook een boeiende uitdaging om de twee grote tendensen van onze huidige maatschappij, namelijk de vergrijzing en de digitalisering, te relateren in deze masterproef. Geen voor de hand liggende combinatie, maar wel een zeer boeiende, die tot op heden weinig aandacht kende, of althans vaak aandacht verkreeg in de negatieve zin. Ik hoop dan ook met deze masterproef, mensen, beleidmakers en onderzoekers ertoe aan te zetten voorbij de ‘digitale kloof’ te gaan kijken en de opportuniteiten en uitdagingen voor de toekomst te zien en te benutten. Deze masterproef was een werk van lange adem maar is vooral ook een verdienste van heel wat mensen waarvoor ik nu graag de gelegenheid neem om hen even te vermelden. Vooreerst wil ik mijn echtgenoot Vincent bedanken om steeds in mij te blijven geloven en mij te motiveren. Toen ik in 2008 mijn studie aanving, nam ik mij voor de studie op een rustig tempo te combineren met mijn werk. Het effect van de studie op zowel mijn privé- als mijn professioneel leven had ik danig onderschat. De studie heeft heel wat uurtjes opgeëist en Vincent had daar steeds begrip voor, dank je wel daarvoor! Ik ben ook mijn schoonvader, Erik, heel wat dank verschuldigd voor de vele uurtjes die hij investeerde in het nalezen van mijn werken. Ook dank aan mijn collega’s en medewerkers om mij te blijven aanmoedigen. Dankzij jullie kon ik met een gerust hart verlof nemen en aan mijn studies of thesis werken. Verder wil ik alle senioren die deelnamen aan dit onderzoek bedanken voor de vele en interessante bijdrages die ze leverden. Tot slot wil ik nog mijn promotor Kris Rutten bedanken voor het geduld,
het begrip en de nodige raad en ondersteuning die hij mij
verleende bij het doorlopen van dit ‘proces’, zoals Kris het steeds zo mooi verwoordde.
3
Werken en studeren is geen gemakkelijke combinatie en dankzij het begrip en de steun van al deze mensen, hoop ik er na vier jaar in geslaagd te zijn een waardig eindproduct van mijn studies af te leveren. Dank aan iedereen die hiertoe heeft bijgedragen. Jessie
4
Inhoudsopgave ABSTRACT..............................................................................................................................2 VOORWOORD.........................................................................................................................3 INHOUDSOPGAVE .................................................................................................................5 INLEIDING ...............................................................................................................................9 I
LITERATUURSTUDIE .....................................................................................................13 1
VERGRIJSD STRAATBEELD ..............................................................................................13 1.1 Demografische tendensen .....................................................................................13 1.2 Maatschappelijke tendensen..................................................................................14 1.3 Ouder worden als sociale constructie ....................................................................15 1.4 Het begrip ‘senior’. .................................................................................................16
2. DE NETWERKSAMENLEVING ............................................................................................18 2.1 Een nieuw fenomeen .............................................................................................18 2.2 Digitale geletterdheid .............................................................................................19 2.3 De digitale kloof......................................................................................................21 2.4 Sociale media.........................................................................................................23 2.5 Gebruik van nieuwe media in Vlaanderen .............................................................26 3
SENIOREN ONLINE ..........................................................................................................28 3.1 Senioren en het internet.........................................................................................28 3.2 Senioren en sociale media.....................................................................................29
4 II
BESLUIT
......................................................................................................................31
METHODOLOGIE ............................................................................................................32 5. ONDERZOEKSCONCEPTEN ..............................................................................................32 5.1 Online onderzoek en identiteit................................................................................32 5.2 Online affinity spaces .............................................................................................32
5
5.3 Virtuele ruimte en/of virtuele gemeenschap...........................................................34 6. ONDERZOEKSVRAAG ......................................................................................................35 7. ONDERZOEKSMETHODES ................................................................................................36 7.1 Participerende observatie of de etnografische studie ............................................37 7.1.1 Etnografie......................................................................................................38 7.1.2 Virtuele of cyberetnografie ............................................................................38 7.1.3 De pro’s en contra’s ......................................................................................40 7.1.4 Opzet etnografie............................................................................................41 7.1.5 Data-analyse etnografie ................................................................................42 7.2 Kwalitatieve groepssurvey .....................................................................................44 7.2.1 Focusgroep ...................................................................................................44 7.2.2 De pro’s en contra’s ......................................................................................46 7.2.3 Opzet focusgroep..........................................................................................47 7.2.4 Data-analyse focusgroep ..............................................................................49 7.3 Ethische aspecten..................................................................................................51 8
BESLUIT
......................................................................................................................52
III ONDERZOEK ..................................................................................................................53 9
ONDERZOEKSOPZET .......................................................................................................53 9.1 Opzet......................................................................................................................53 9.1.1 Afbakening doelgroep ...................................................................................53 9.1.2 Opzet virtuele etnografie ...............................................................................54 9.1.3 Opzet online focusgroep ...............................................................................56 9.2 Respondenten........................................................................................................59
10 ANALYSE ONDERZOEKSDATA ......................................................................................62 10.1 Virtuele etnografie ..................................................................................................62 10.1.1 Stijl en vormgeving......................................................................................62 10.1.2 Patronen van zelfonthulling.........................................................................70
6
10.1.3 Interactiepatronen .......................................................................................75 10.1.4 Constructie van relaties...............................................................................79 10.1.5 Sociale representatie .................................................................................79 10.2 Focusgroep ............................................................................................................80 10.2.1 Interpretatie + codering data .....................................................................80 10.2.2 Categoriseren thema’s ................................................................................81 10.2.3 Terugkoppeling thema’s – originele data ....................................................82 10.2.4 Samenvattend rapport.................................................................................83 IV DISCUSSIE ......................................................................................................................92 V
BESLUIT..........................................................................................................................95
VI BIBLIOGRAFIE ...............................................................................................................98 VII BIJLAGEN .....................................................................................................................104 BIJLAGE 1
INLEIDENDE MAIL ‘ZILVERGROEP’ ..................................................................104
BIJLAGE 2
AANMELDINGEN DEELNEMERS .......................................................................106
BIJLAGE 3
REACTIE OP INLEIDENDE MAIL .......................................................................109
BIJLAGE 4
INSTEEK 1 + REACTIES ................................................................................110
BIJLAGE 5
INSTEEK 2 + REACTIES ................................................................................115
BIJLAGE 6
INSTEEK 3 + REACTIES ...............................................................................119
BIJLAGE 7
TUSSENTIJDSE REACTIE ................................................................................120
BIJLAGE 8
INSTEEK 4 + REACTIES .................................................................................121
BIJLAGE 9
INSTEEK 5 + REACTIES ..................................................................................128
BIJLAGE 10
TUSSENTIJDSE REACTIE ................................................................................137
BIJLAGE 11
INSTEEK 6 + REACTIES ..................................................................................138
BIJLAGE 12
INSTEEK 7 + REACTIES .................................................................................143
BIJLAGE 13
INSTEEK 8 + REACTIES .................................................................................146
BIJLAGE 14
INSTEEK 9 + REACTIES ..................................................................................148
BIJLAGE 15
INSTEEK 10 + REACTIES ................................................................................150
7
BIJLAGE 16
INSTEEK 11 + REACTIES ...............................................................................152
BIJLAGE 17
INSTEEK 12 + REACTIES ...............................................................................155
BIJLAGE 18
TUSSENTIJDSE REACTIE ...............................................................................159
BIJLAGE 19
THEMATISCHE ANALYSE ONLINE FOCUSGROEP STAP 1..................................160
BIJLAGE 20
THEMATISCHE ANALYSE ONLINE FOCUSGROEP STAP 2..................................177
BIJLAGE 21
THEMATISCHE ANALYSE ONLINE FOCUSGROEP STAP 3..................................180
8
INLEIDING De laatste decennia hebben een aantal nieuwe ontwikkelingen kleur gegeven aan de huidige samenleving. Eerst en vooral nemen we een sterk vergrijzend straatbeeld waar. De toenemende levensverwachting gecombineerd met een dalend geboortecijfer maken een verouderende maatschappij dan ook tot een onomkeerbaar feit (Penninx, 2006). De samenleving vergrijst niet alleen, maar wordt tevens gekenmerkt door een enorme digitaliseringsgolf. We leven dan ook in een wereld waarin technologie onmisbaar geworden is. Niet alleen individuen zoeken hun toevlucht tot het net, ook de overheidsinstellingen, organisaties en bedrijven verlenen steeds meer diensten en informatie via ICT. Deze digitale trend zet zich nog steeds verder, ook in België. Bovenstaande maatschappelijke trends, namelijk de vergrijzing en de digitalisering, worden in deze masterproef aan elkaar gerelateerd. Media ontwikkelen zich voortdurend en brengen steeds nieuwe communicatie- en omgangsvormen met zich mee. Mensen worden verwacht deze nieuwe vaardigheden aan te leren en te ontwikkelen. Geletterdheid staat dan ook hoog op de politieke agenda. Voorbeeld hiervan is het debat rond mediawijsheid van Ministers Lieten en Smet. De invulling van het begrip ‘geletterdheid’ is doorheen de tijd sterk geëvolueerd. In staat zijn te kunnen ‘lezen en schrijven’ is niet langer voldoende om als geletterd beschouwd te worden. Geletterdheid wordt vandaag dan ook zeer contextueel ingevuld en als een ‘equipement for life’ benaderd. Men spreekt dan ook niet langer van ‘geletterdheid’ maar van ‘meervoudige geletterdheden’, nodig om betekenis te creëren op de diverse domeinen van ons bestaan (Soetaert, 2006). Eén van die belangrijke domeinen is de virtuele ruimte. Om een volwaardig deelnemer in onze samenleving te zijn, is het internet een belangrijke interface geworden. Digitale geletterdheid was lange tijd iets voor de ‘jongere’ of de ‘werkende’. Senioren stonden aan de andere zijde van de ‘digitale kloof’ (De Haan, Klumper, & Steyaert, 2004). De digitale kloof in zijn huidige vorm is zeer complex en multidimensioneel. Kenmerkend hierbij is de verschuiving van aandacht voor digitale exclusie op het niveau van toegang, naar het niveau van vaardigheden, tot het niveau van motivatie en gebruik (Steyaert, 2008). Onderzoek toont aan dat ook senioren steeds meer online gaan (Kanayama, 2003). De algemene zoektocht naar informatie is daarbij een belangrijke activiteit. We merken echter dat tevens sociale netwerken online, die van oorsprong bestemd waren voor jongeren, nu
9
ook veel meer mainstream zijn en een steeds ruimer en ouder publiek aantrekken (The Nielsen Company, 2009). De virtuele wereld kent tal van uitdagingen voor de senioren maar ook heel wat kansen. Onderzoek in Japan toonde aan dat senioren meer en meer deel gaan uitmaken van ‘virtual communities’ en ‘massamedia’ vaak gebruiken ter compensatie voor hun gebrek aan face-to-face communicatie (Kanayama, 2003). Tevens kan men, door de asynchroniteit van de virtuele ruimte, tijd nemen om te denken, te voelen, te begrijpen en te reflecteren.
Door verhalen van zichzelf en de andere krijgt men diverse perspectieven
aangereikt en leert men zich op die manier kritisch op te stellen (Gatson, 2011). Volgens Goode (2010) is internet dan ook niet enkel een ‘tool’ waarmee je zaken kunt opzoeken of waarmee je gebruik kunt maken van diensten. De virtuele wereld ‘vormt’ ook individuen, groepen en culturen en is een nieuwe en spannende plaats waar senioren kunnen vertoeven (Goode, 2010). Sociale media en de virtuele ruimte die deze innemen kunnen, volgens James Paul Gee, dan ook beschouwd worden als een ‘affinity space’. Dit is een ruimte waar men in de eerste plaats een gezamenlijke interesse, affiniteit deelt en waar geleerd kan worden (Gee, 2011). Wetenschappelijk onderzoek inzake senioren en sociale media zijn dus voorhanden doch zeer beperkt. Onderzoek naar sociale media, het internet en computer wordt veel sneller gelinkt aan jongeren. Als men dan toch sociale media en senioren aankaart, gaat dit heel vaak in één adem gepaard met termen zoals ‘digitale kloof’, ‘achterstand’, enz.. Maar wat gebeurt er als we voorbij die kloof gaan kijken en vertrekken vanuit de ervaringen en het gebruik van sociale media door de senioren zelf? Sociale media kunnen tevens een belangrijke rol spelen in het vormen van een sociaal beleid dat van de uitdaging van de vergrijzing, een opportuniteit van de vergrijzing maakt. Vooreerst zijn sociale media een belangrijk middel om het sociaal kapitaal van de senioren te behouden, in sommige gevallen zelfs te versterken. Sociale media vormen tevens een zeer belangrijke toegangspoort tot allerhande informatie en zijn ruimtes waar senioren zelf inhouden kunnen creëren, los van tijd en plaats. Het sociaal beleid dient zich dan ook voor te bereiden op een nieuw digitaal tijdperk waar tevens senioren een prominente plaats innemen. Ook het sociaal werk en de sociale sector zelf bewegen mee met de digitaliserende samenleving en zoeken actief naar nieuwe of verbeterende sociale interventies inzake senioren en sociale media. Waar sociale interventies zich vroeger vooral focusten op het verlenen van toegang tot de virtuele wereld en het aanleren van digitale vaardigheden, staat vandaag vooral ‘het gebruik’ zelf centraal. De ‘content preferences’, met name wie waarvoor sociale media gebruikt , is echter veelal onzichtbaar (Steyaert, 2008).
10
Deze masterproef poogt een eerste aanleiding te vormen tot het begrijpen, en logischerwijs, het beschrijven van het gebruik van sociale media door senioren. Doelstelling van dit onderzoek is sociale media als onderzoeksobject voorop plaatsen. Dit doe ik aan de hand van een virtuele etnografie op een online focusgroep. De combinatie van deze twee methodes maakt dat sociale media niet alleen onderzoeksobject maar tegelijkertijd ook een onderzoeksinstrument vormen. Dit zorgt voor een zeer breed onderzoeksveld. Binnen een virtuele etnografie vormen ‘sociale media’ onderwerp van het onderzoek. Er wordt beschreven hoe senioren gebruik maken van ‘sociale media’ en welke betekenis ze hieraan geven. Met andere woorden, hier vormt het internet en/of sociale media een cultuur, een milieu waar mensen communiceren, interageren, zichzelf (re)presenteren e.d. (Decorte & Zaitch, 2010). De data waarop deze virtuele etnografie uitgevoerd wordt, worden verzameld via een specifieke vorm van sociale media, met name een online focusgroep. Senioren worden binnen een online focusgroep of mailgroep samengebracht op basis van een gemeenschappelijke interesse. In die zin kan de online focusgroep beschouwd worden als een affinity space (Gee, 2011). De gemeenschappelijke interesse en bijgevolg thema van de mailgroep is in dit geval ‘senioren en computer, internet & sociale media’. Hoewel deze mailgroep in de eerste plaats fungeert als instrument om de data te verzamelen en ik binnen de virtuele etnografie niet zozeer de inhoud van de discussies analyseer, maar veeleer de opbouw, structuur, mate van zelfrepresentatie en dergelijke, leek het mijn inziens een gemiste kans om de inhoud van de discussies naast mij neer te leggen. Via een focusgroep kan men namelijk de overtuigingen, ideeën, opinies en ervaringen van een groep deelnemers onderzoeken, dit op een zeer interactieve manier (Van Hove & Claes, 2011). Vandaar de keuze om de inhoud van de online focusgroep thematisch te gaan analyseren. In het eerste deel van de masterproef, de literatuurstudie, wordt de onderzoeksvraag theoretisch uitgewerkt. Elke onderzoeker heeft een eigen denkkader van waaruit zijn of haar onderzoeksvraag vorm kreeg (Decorte & Zaitch, 2010). Het eerste luik van de masterproef vormt dan ook een wetenschappelijk discours betreffende de diverse concepten die in het proefstuk aan bod komen. Vooreerst analyseer ik het begrip ‘vergrijzing’ vanuit diverse invalshoeken. Vervolgens ga ik na wat er precies onder ‘senioren’ verstaan wordt en baken ik hierbij ook de doelgroep van deze masterproef verder af. Tot slot wordt ook aandacht geschonken aan concepten zoals geletterdheid, digitale kloof en sociale media . Het tweede deel van de masterproef betreft de methodes en technieken die ik in het onderzoek hanteer. Er werd in het kader van deze masterproef voor kwalitatief onderzoek geopteerd. Doch kwalitatief onderzoek beslaat een volledige familie van diverse onderzoekstechnieken. In dit geval werd er gekozen voor de methode van een virtuele
11
etnografie waarbij sociale media het onderzoeksobject vormen. De virtuele etnografie wordt uitgevoerd
op
een
specifieke
vorm
van
sociale
media,
die
hier
dan
een
onderzoeksinstrument vormt, met name een online focusgroep. De discussies binnen de focusgroep zelf worden tevens thematisch geanalyseerd wat leidt tot een zeer diepgaand en breed onderzoeksveld. Het derde deel betreft het kwalitatieve onderzoek zelf waarbij u de analyses en tussenbesluiten van de virtuele etnografie en van de focusgroep kunt terugvinden. In het vierde deel kan u tot slot de bevindingen en besluiten omtrent deze masterproef en het onderzoek nalezen.
12
I
LITERATUURSTUDIE
1
Vergrijsd straatbeeld
1.1
Demografische tendensen
Onze samenleving kent een stijgende verouderingsgraad. In 1950 was 8% van de wereldbevolking ouder dan 65 jaar, in 2000 was dit reeds 10% en tegen 2050 verwacht men een aandeel van 21% (United Nations, 2002). Ook in België is de vergrijzing een feit. Het aantal personen van 65 tot 79 jaar zou van 1,4 miljoen personen in 2000, stijgen tot 2 miljoen in 2060. Het betreft hier een stijging met 48 %. Het aantal 80-plussers zou over de periode 2000-2060 stijgen van 356 500 tot 1 313 800, ofwel een vermenigvuldiging met 3,69 (Federaal Planbureau & FOD Economie, 2008). Concreet betekent dit dat na 2040 meer dan één op vier personen 65 jaar of ouder zal zijn (Vzw Integraal, 2005). Het gehele aandeel oudere personen in de bevolking stijgt dus aanzienlijk.
Evolutie van de grote leeftijdsklassen in België van 2000 tot 2060
13
Oorzaken van deze ‘vergrijzing’ zijn divers. Vooreerst is er de stijgende levensverwachting. Mensen leven langer dankzij de grotere aandacht voor preventieve en curatieve geneeskunde en de betere hygiënische omstandigheden. Tevens niet te verwaarlozen is de generatie babyboomers die omstreeks 2012 allen de grens van 65 jaar zullen passeren. Ook het geboortecijfer dat nog steeds behoorlijk laag is, speelt een belangrijke rol in het vergrijzingfenomeen (Röhr-Sendlmeier & Ueing, 2004). Tot slot, en dit facet wordt heel vaak vergeten,
hebben ook migratiestromen een belangrijke invloed op de aangroei en de
structuur van de bevolking. Lodewijcks (2007), één van de pioniers inzake registratie van deze doelgroep, berekende dat in 2004 bijna 5% van alle Vlaamse 55-plussers van vreemde origine was . Het valt niet te ontkennen, de vergrijzing oefent een sterke invloed uit op onze maatschappij. Het zal de komende jaren dan ook een belangrijk aandachtspunt zijn en blijven, met impact op heel wat domeinen van ons bestaan. Ook het sociaal werk staat voor een aantal grote uitdagingen en opportuniteiten wat de vergrijzing betreft. Denk maar aan de stijgende druk op de ouderenzorg en de toenemende aandacht voor het bestrijden van sociale isolatie bij senioren.
1.2
Maatschappelijke tendensen
Men kan de vergrijzingproblematiek ook benaderen vanuit een maatschappelijk perspectief, namelijk vanuit de veranderende levensstijl van de mens, wijzigende familiale relaties, emancipatie, enz. (Penninx, 2006) De huidige samenleving gaat dan ook gepaard met heel wat economische, sociale en technologische trends die een aantal voordelen maar ook diverse uitdagingen met zich meebrengt. Waar ‘ouderdom’ vroeger veeleer een chronologisch gegeven en een fysiek verschijnsel was, zou men ‘ouderdom’ nu meer als een sociologisch gegeven kunnen beschouwen. Een verouderende maatschappij betekent, naast het feit dat de bevolking ouder wordt, ook dat mensen langere en vollere levens gaan leiden (Penninx, 2006). Ouder worden is dus naast een psychologisch en een fysisch proces, vooral ook een sociaal proces. Er is volgens Penninx (2006) dan ook behoefte aan een nieuwe kijk op ouder worden, aan nieuwe beelden,
nieuwe
maatschappelijke
rollen
en
misschien
zelfs
een
nieuw
ouderdomsparadigma. “Daarin blijven ouderen tot op zeer hoge leeftijd, als betrokken burgers, midden in de samenleving staan, blijven ze volledig opgenomen in het stelsel van wederkerige relaties waarin ze nu weer eens de ontvangende partij zijn, en dan weer eens de gevende partij. Ze doen mee met de uitwisseling van hulpbronnen, zoals kennis, inzicht,
14
vaardigheden, diensten en aandacht. Een samenleving die niets vraagt, onder het mom van de welverdiende rust, ontkent de oudere in zijn mens-zijn. En dat is een vorm van maatschappelijke verwaarlozing” aldus Penninck (2006, p. 4). “Senioren bevinden zich vaak in een kwetsbare positie in de samenleving.
De
zorgafhankelijkheid stijgt en het sociaal netwerk daalt. In die zin wordt de vergrijzing van de samenleving, hoewel het een resultaat is van een geweldig maatschappelijk succes, vaak in één adem genoemd met vereenzaming, toename van de gezondheidskosten en vraagtekens bij de houdbaarheid van de verzorgingsstaat” (Fokkema & Steyaert, 2005, p. 19). Hierbij wordt, wellicht onterecht, vergrijzing vaak enkel gezien als een probleem in plaats van tevens een uitdaging. Het Internationaal Actieplan over Vergrijzing van 2002 roept dan ook op tot een verandering inzake opvatting, beleid en praktijk op alle niveaus, en in alle sectoren. “Enkel op die manier kan men de onontgonnen mogelijkheden die de vergrijzing biedt, daadwerkelijk realiseren” (Madrid International, 2002, p. 13).
1.3
Ouder worden als sociale constructie
Kennis is niet neutraal en dus ook de kennis inzake ‘ouderdom’ is niet neutraal. Oud worden wordt in het Westen vaak onterecht als iets ‘natuurlijks’ en ‘problematisch’ gepresenteerd. De uitdaging ligt hem net in het vertrekken vanuit een cross-culturele benadering die de aandacht vestigt op diversiteit en diverse ideologieën inzake ouderdom (Wilson, 2000). Oud worden is een universeel gegeven doch binnen elke cultuur is ouder worden of ouderdom ook een sociale constructie. Naast het natuurlijke gegeven dat mensen ouder worden, heb je ook de specifieke vormen en beleving van ‘ouderdom’, dat sterk historisch en geografisch bepaald en gekleurd is (Körver & Mulders, 2006). Elke cultuur heeft een dominant ouderdomsbeeld dat naast stereotyperend vaak ook sterk bepalend is voor hoe die gemeenschap haar middelen inzet en verdeelt, en in hoeverre men deze al dan niet gedifferentieerd inzet ten opzichte van ‘senioren’ (Röhr-Sendlmeier & Ueing, 2004). Körver en Mulders (2006) spreken over diverse discoursen inzake ‘ouderdom’. Het ouderendiscours focust zich vooral op de verhouding ouderen – niet ouderen en de gevolgen hiervan voor de samenleving. Onder deze noemer is er bijvoorbeeld aandacht voor de zorg- en pensioenlasten. Het tweede discours noemt men het verouderingsdiscours waarbij vooral de lichamelijke en biomedische aspecten van het verouderingsproces belicht worden. Het laatste discours,
15
dat over het goed ouder worden, gaat na hoe men hier en nu het beste om kan gaan met het menselijk ouder worden. Een term zoals ‘grijze druk’ zouden we kunnen plaatsen binnen een ouderendiscours daar men senioren vooral benadert in termen van ‘lasten en kosten’. Deze masterproef wil hier een stukje aan voorbij gaan en vooral aandacht besteden aan het niet verloren laten gaan van de betrokkenheid, ervaringen en kwaliteiten van senioren. Oud met een d mag niet out met een t worden. Ook binnen wetenschappelijk onderzoek merk je een evolutie in de manier waarop men ‘ouderdom’ benaderd. Aanvankelijk was er vroeger vooral onderzoek dat zich toespitste op de vraag hoe en wanneer de mens zijn eigenschappen verliest. Hierbinnen kan je heel wat gerontologisch onderzoek plaatsen waarbij ‘ouderdom’ vooral een soort van aftakelingsproces belichaamt. Dit noemt men het deficitmodel. Vanaf 1970 kwam er, onder invloed van ouderenverenigingen, verzet tegen de negatief gekleurde opvattingen over ‘ouder worden’. Leuzen als ‘old is beautiful’ werden alom gepropageerd, en men ijverde voor nieuwe concepten zoals ‘senior’ ter vervanging van de discriminerende termen ‘bejaard’ en ‘oud’. Dergelijke tendens vond men ook terug in het wetenschappelijk onderzoek en men nam een geleidelijke verschuiving van het deficitmodel naar een rust-roestmodel waar. Dit competentiemodel waarbij men ‘ouderdom’ benadert vanuit de kansgedachte, betekent niet dat men de negatieve aspecten en verlieservaringen negeert maar men verengt ouderdom evenmin tot een bedreigend en onafwendbaar noodlot (Coolsaet, 2007).
1.4
Het begrip ‘senior’.
Deze scriptie omhelst als doelgroep, de ‘senioren’. Maar bestaan ‘de senioren’ wel en wat verstaan we er in deze masterproef precies onder? Alle menselijke samenlevingen zijn multigenerationeel maar oudere samenlevingen zijn dat nog meer (Loriaux, 2006). Een 65-plusser kan, althans wat sommige thema’s betreft, moeilijk naast een 80-plusser geplaatst worden in één en dezelfde doelgroep. Daarnaast is het verouderingsproces ook niet iets wat zich van dag op dag stelt. Het is een proces dat zich geleidelijk aan voltrekt. Er is dan ook geen eenvoudige manier om de sterk uiteenlopende vormen en fases van oud worden en oud zijn onder één noemer te brengen (Coolsaet, 2007). Bewijs hiervan zijn de talloze benoemingen die je in de literatuur terug vindt. Zo spreekt men van medioren, senioren, ouderen, bejaarden, hoogbejaarden,… Daarnaast verdient ook het feit dat elkeen op een unieke wijze in het leven staat aandacht. Zo heb je tachtigers die nog op facebook surfen en zijn er zestigers die liever een namiddag
16
gaan lijndansen. Geen van beiden verdienen een voorkeur maar senioren leven op die manier vaak in een zeer verschillende wereld. Het is dan ook onmogelijk, maar vooral onterecht, om alle senioren onder één en dezelfde noemer te groeperen. Ook het meest voor de hand liggende criterium, namelijk de chronologische leeftijd of kalenderleeftijd, slaagt er niet in om van de senioren een homogene groep te maken. Het bewijs daarvan vind je al snel om je heen: Om als ‘senior’ de trein op te mogen moet je 65-plusser zijn. Per gemeente wordt een andere leeftijd gehanteerd om gratis de bus op te mogen stappen. Seniorennet mag je dan al weer toetreden vanaf je vijftigste. Wat moeten we dan verstaan onder senioren? Een eenduidige definitie lijkt onmogelijk. De begingrens waarop men iemand als ‘senior’ bestempelt, verschilt van onderzoeker tot onderzoeker maar ook, niet onbelangrijk, van onderzoeksthema tot onderzoeksthema. Binnen de literatuurstudie dient dan ook enige reservatie gewenst daar de bronnen waaruit geput wordt, vaak diverse leeftijdsgrenzen hanteren om de doelgroep ‘senioren’ af te bakenen. Voor het onderzoek in deze masterproef wordt de begingrens op de kalenderleeftijd van vijftig jaar gesteld. De werkelijke leeftijd is, hoewel het gemakkelijkst waarneembaar, zeker niet het enige criterium waarop we mensen kunnen indelen in de categorie senioren. Naast de biologische of ‘chronologische’ leeftijd spreekt men ook van de psychologische en sociale dimensie, die respectievelijk de cognitieve en de sociale leeftijd wordt genoemd. De cognitieve leeftijd duidt op hoe oud iemand zich voelt. Sociale leeftijd omvat de diverse rollen die iemand toegewezen krijgt naarmate hij of zij veroudert (Decock, 2009-2010). De subjectieve dimensie van het fenomeen ‘ouder worden en ouderen’ dient dus gerespecteerd te worden willen we ouderen niet reduceren tot objecten van generalisatie. Een goed begrip van het menselijk ouder worden kan en mag zich dus niet enkel richten op de chronologische leeftijd (Körver & Mulders, 2006).
17
2.
De netwerksamenleving
2.1
Een nieuw fenomeen
“We leven een leven waarin technologie onmisbaar is geworden, althans zo lijkt het. Technologie is altijd en overal aanwezig:
om ons te ondersteunen, te begeleiden, van
diensten te voorzien, ons in de gaten te houden, ons te controleren enz.” (Ham, Prins, & van den Berg, 2008, p. 264) Onze samenleving wordt gekenmerkt door een fenomeen dat diverse benamingen kent: digitale revolutie, netwerk society, informatiesamenleving, cyberspace, … Het zijn allemaal termen die duiden op de enorme digitaliseringsbeweging van het afgelopen decennium, die het sociale leven grondig beïnvloed heeft (Soetaert, 2009). De digitalisering van de samenleving kan, conform de vergrijzing, beschouwd worden als een maatschappelijk succes. Internet werd en wordt omschreven aan de hand van metaforen zoals ‘an informational superhighway’ of ‘cyberspace’. Hierbij verwijst men naar de sociaal-culturele ruimte van netwerken
die
ontstaan,
waarin
mensen
samenkomen
en
nieuwe
vormen
van
verstandhouding verwezenlijken. Men is het er over eens dat digitale technologie en internet meer zijn dan zomaar een neutrale drager. De technologie is een middel om te informeren, te communiceren en wereldbeelden te construeren. Ze heeft dan ook grondige veranderingen veroorzaakt in het persoonlijke, sociale en professionele leven (Soetaert, 2009). Het is dus van belang om internet niet zomaar als een ‘tool’ te gaan beschouwen. Net zoals literatuur niet enkel een empowerende en facilliterende, maar ook een ‘vormende’ functie heeft, mag ook de invloed van het internet niet onderschat worden. Door het gebruik van internet worden individuen, groepen en culturen gevormd en mogelijks ook getransformeerd (Goode, 2010). Eén van de belangrijkste kenmerken die aan de netwerksamenleving toegeschreven wordt, is de bijdrage tot het versterken van de autonomie. Diverse technologieën maken bijvoorbeeld culturele en politieke zelforganisatie mogelijk. Anderzijds is die ongekende autonomie ook de basis voor een tot op heden ongekende bewaking en controle. Het meest frappante voorbeeld hiervan is facebook. Heel wat werkgevers,
belastingsinspecteurs
controleren gegevens via facebook. In die zin is het Foucaultiaans begrip ‘panoptisme’ nooit
18
veraf en moet een netwerkmaatschappij niet alleen aandacht besteden aan ‘inclusie’ maar ook aan het recht om bewust niet aan een netwerk deel te nemen (Seijdel, 2006). We kunnen dus stellen dat de toegang en het geloof dat internet een geschikte plaats is voor communicatie, niet voor iedereen gelijk is (Soetaert, 2009). Toch merken we dat bijvoorbeeld vandaag senioren in deze ‘informatieve’ samenleving ook toegang hebben tot diverse nieuwe communicatieve media zoals bijvoorbeeld email. Niet alleen jongeren en actief werkende mensen creëren virtuele communicatie, ook ouderen kunnen onderdeel vormen van die nieuwe gemeenschap. We kunnen verwachten dat steeds meer senioren online zullen gaan en meer tijd zullen vertoeven in de virtuele wereld (Kanayama, 2003).
2.2
Digitale geletterdheid
Geletterdheid staat ook vandaag nog zeer hoog op de politieke agenda. Dat blijkt recentelijk nog uit de conceptnota inzake media-wijsheid van ministers Lieten en Smet. De invulling van het concept ‘geletterdheid’ is doorheen de tijd echter sterk gewijzigd. Lange tijd gaf men de term geletterdheid een zeer enge, enkelvoudige en traditionele invulling. Ongeletterdheid was een vorm van analfabetisme en diende bestreden te worden in de naam van emancipatie, democratie en welvaart.
Geletterdheid werd hier gezien als een zeer
technische vaardigheid die los staat van elke sociale context waarin ze voorkomt of gebruikt wordt. Aanhangers van dit autonoom model zullen geletterdheid verbinden met de kunde van het lezen en schrijven, en de kennis van de eigen cultuur. Geletterde mensen worden in die optiek vaak als beter ontwikkeld beschouwd. Dergelijke opvatting noemt men ook wel de ‘mythe van de geletterdheid’. Deze mythe wordt vooral in het Westen gekoesterd. Door het feit dat geletterden een specifieke taal gebruiken en bepaalde culturele inhouden kennen wordt er een kloof gecreëerd tussen de elite (geletterden) en de massa (ongeletterden) (Soetaert, 2009). Vanuit de discoursanalyse kwam echter kritiek op deze simplistische invulling van geletterdheid. Het zou leiden tot een vorm van ‘stigmatisering’ (Soetaert, 2009). In de derde wereld waren namelijk culturen gevonden die op het eerste zicht zeer ongeletterd bleken. Bij nader onderzoek bleek dat deze gemeenschappen zeer complexe geletterdheden kenden: van sociale omgangsvormen tot kunst, van landbouwpraktijken tot levensfilosofieën. De discoursanalyse pleit er dan ook voor de ander niet per definitie als ongeletterd of cultuurloos te beschouwen wanneer iemand niet kan lezen of schrijven, maar te vertrekken vanuit hun geletterdheid en/of cultuur (Soetaert, 2006). Deze visie vinden we terug bij de aanhangers van het contextueel model die ‘geletterdheid’ beschrijven als een sociale en culturele
19
praktijk, als een soort gereedschap ( tool) dat niet los staat van de specifieke context of omgeving waar een individu zich in bevindt. Daar er meerdere contexten zijn, kunnen we bijgevolg stellen dat er meerdere geletterdheden zijn, elk met hun specifieke macht en waarde, afhankelijk van de omgeving. We spreken dan ook niet langer van enkelvoudige maar van meervoudige geletterdheden. Geletterdheid heeft te maken met de controle over een bepaald soort discours, een vaardigheid die toelaat succesvol te communiceren. Afhankelijk van de situatie waarin men zich bevindt, maakt men gebruik van een ‘gereedschapskist’ om nieuwe kennis te verkrijgen. De basisvaardigheden lezen en schrijven voldoen vandaag niet langer om als geletterd beschouwd te worden; men kan immers geletterd zijn in het ene discours en ongeletterd in het andere (Soetaert, 2006). We merken dat naast de gedrukte media, ook radio, film, tv en internet zeer sterk aanwezig zijn in onze huidige maatschappij. Zij hebben een grote invloed op wat er gezegd wordt, wie het zegt en hoe dat gebeurt. De media zijn niet enkel bemiddelaars, maar ook producenten van meningen, wereldbeelden en lifestyles. We kunnen dan ook het belang van massamedia niet ontkennen. Nieuwe media hebben oudere media en geletterdheden beïnvloed, maar niet volledig vervangen zoals blijkt uit online kranten, websites bij televisieprogramma’s, internetradio en internettelevisie. Culturele geletterdheid is mediageletterdheid geworden waarbij alle media een rol spelen. De ontwikkeling en invulling van het begrip ‘geletterdheid’ blijkt dus nauw verbonden met de ontwikkelingen in de media.
In onze Westerse
maatschappij is kunnen lezen en schrijven niet langer voldoende om als geletterd beschouwd te worden. Digitale geletterdheid is maar één van de vele discoursen van geletterdheid. Door de globalisering, digitalisering en mediatisering worden mensen geconfronteerd met een veelheid aan talen, teksten en verhalen (globalisering), een variëteit aan media zoals woord, beeld en klank (digitalisering) en daarnaast wordt de realiteit ook ingedeeld in diverse lifestyles, subculturen enz
(mediatisering). Dit maakt dat we
meervoudige geletterdheden nodig hebben om betekenis te creëren op diverse domeinen van ons bestaan (Soetaert, 2006). Vandaag is er, hoe dan ook, veel meer aandacht voor multigeletterdheid. Zo zijn er diverse beleidsplannen die aandacht vestigen op geletterdheid. Voorbeelden hiervan zijn een Plan Geletterdheid, een digitaal actieplan en het project ‘Internet voor iedereen’. Maar er is ook specifieke aandacht voor internet en senioren. Heel wat socio-culturele organisaties ontwikkelen een aanbod waarin de digitale en informatieve geletterdheid, ofwel de ‘mediawijsheid’ verder ontwikkeld kunnen worden.
Deze focus is van belang omwille van een
aantal demografische factoren, de individualisering en de technologische evoluties. (Boudard & van der Kamp, 2003).
20
2.3
De digitale kloof
Het lijkt alsof we leven in een wereld waarin technologie onmisbaar geworden is. Het is altijd en overal aanwezig. Zo zijn we altijd bereikbaar dankzij onze GSM, communiceren we met mensen uit alle uithoeken van de wereld dankzij email, onderhouden we contacten dankzij sociale netwerken zoals facebook en weten we perfect hoeveel er op onze bankrekening staat dankzij pc-banking. Goed kunnen omgaan met ICT lijkt steeds belangrijker te worden in onze maatschappij. Zo lanceerde de Belgische regering in 2006 het project ‘ Internet voor iedereen’. Daarin kregen Belgen de mogelijkheid om een pakket aan te schaffen bestaande uit een goedkope computer, een internetverbinding en een training inzake leren gebruiken van een computer (Ham, Prins, & van den Berg, 2008). Het sociaal werk blijft tot op vandaag een belangrijke preventieve functie inzake digitale geletterdheid vervullen. Via allerhande sociale interventies, vooral binnen het sociaal-cultureel werk en samenlevingsopbouw, probeert men te voorkomen dat technologie een nieuw platform voor sociale exclusie wordt.
Waar
interventies zich vroeger vooral focusten op het verlenen van ‘toegang’ tot ICT, ligt de aandacht vandaag vooral op het gebruik zelf (Gould & Steyaert, 2009). Senioren worden nog vaak gezien als een kwetsbare groep wat ICT-gebruik betreft. Ouderen bewegen zich nog wat onwennig binnen de digitale wereld. “Het vraagstuk van ouderen en internet wordt echter steeds belangrijker naarmate de toegang tot nieuwe media meer essentieel
wordt voor
participatie in de samenleving, en niet-gebruik steeds meer tot sociale ongelijkheid leidt“ (Duimel, 2007, p. 17). In de literatuur gaat men de verschillen in toegang tot ICT vaak aanduiden met de term ‘digitale kloof’, een vertaling van het vanuit de Verenigde Staten overgewaaide begrip ‘digital divide’. Het begrip werd in 1995 voor het eerst geopperd door de journalisten Jonathan Webber en Amy Harmon. Later werd de term wereldwijd verspreid mede door Al Gore. Het begrip is nooit gevrijwaard van kritiek en kreeg diverse invullingen. Waar het vroeger veeleer beschouwd werd als een concept voor het verschil tussen het al dan niet bezitten van een computer en internet, verschoof het accent geleidelijk aan op het al dan niet bezitten van digitale vaardigheden (De Haan, Klumper, & Steyaert, 2004). Deze transitie vond plaats omwille van drie redenen. Vooreerst gaf empirisch onderzoek aan dat er zich verschillen voordeden in het gebruik nadat individuen toegang hadden tot de computer en het internet. Daaruit concludeerde men dat gebruikspatronen een mogelijke rol speelden in het verklaren van een digitale kloof. Daarnaast gaf onderzoek ook aan dat het gebruik van computer en
21
internet nieuwe specifieke technische vaardigheden vereiste en er nog niet voldoende onderzocht was in hoeverre deze vaardigheden onder de bevolking aanwezig waren. Ten derde argumenteerden verschillende onderzoekers dat het verschaffen van toegang niet automatisch garant stond voor gebruik (Vrije Universiteit Brussel, SMIT , 2010). Vandaag ontwikkelt de digitale kloof zich echter richting een verschil in motivatie van gebruik. Computers zijn niet langer veredelde tekstverwerkers en krachtige rekenmonsters. Het zijn plaatsen van ‘entertainment’ geworden en computers worden dan ook meer en meer gebruikt om muziek te beluisteren, films te bekijken, online cursussen te volgen enz.. Het ‘soort’ gebruik is zeer verschillend en sterk sociaal-cultureel afhankelijk (Steyaert, 2008). Dit maakt de digitale kloof zeer complex en multidimensioneel. In een onderzoeksrapport van het Vlaams Parlement (2010) spreekt men reeds van de digitale kloof van de ‘tweede graad’. Daarbij beweert men dat digitale exclusie zich niet alleen op het niveau van toegang manifesteert maar ook en veel meer op het niveau van gebruik, motivatie en vaardigheden. Sociale netwerken zijn van belang voor technische en motivationele ondersteuning van de gebruiker. Gebruikerscontext bepaalt mede het belang en de betekenis van het gebruik van ICT. In een poging meer greep te krijgen op wat die informatievaardigheden nu waren maakte Steyaert (2000) een onderscheid tussen instrumentele, structurele en strategische vaardigheden.
Instrumentele vaardigheden hebben betrekking op het kunnen bedienen
van apparatuur zoals bijvoorbeeld het kunnen bedienen van een muis of het kunnen gebruiken van software.
Structurele vaardigheden verwijzen naar de nieuwe structuur
waarin informatie zich bevindt en de mogelijkheid om met de aangeboden informatie inhoudelijk om te gaan. Een voorbeeld hiervan zou zijn het kunnen in gebruik nemen van een zoekmachine.
Strategische vaardigheden hebben tot slot
te maken met het
toepassen van de informatie in de eigen leefsituatie. Hier gaat het bijvoorbeeld om proactief op zoek te gaan naar informatie en op basis van die informatie een beslissing te nemen (de Haan, Duimel, & van Ingen, 2007). Digitale geletterdheid werd lange tijd beschouwd als iets voor de actieve bevolking, voor de jongeren. Senioren stonden aan de andere zijde van de ‘digitale kloof’ (De Haan, Klumper, & Steyaert, 2004). Deze digitale leeftijdskloof is echter aan het dichtslibben. Volgens een studie van het interactief communicatiebureau I-Merge daterende van 2005 zijn de online senioren de sterkst groeiende subgroep van de Belgische surfers. Tussen 2002 en 2004 verdubbelde hun aantal. Het Sociaal en Cultureel Planbureau van Nederland bevestigt deze
22
trend en beweert dat het probleem van digitale ongeletterdheid bij senioren zich geleidelijk aan vanzelf zal oplossen (Duimel, 2007). Voorgaande is een gewaagde uitspraak die op diverse manieren in de vakliteratuur weerlegd wordt. Vooreerst, zo stelt Rheingold (1993), is het van belang dat mensen steeds de keuze of de vrijheid hebben om bewust aan die andere zijde van de digitale kloof te blijven staan. Volgens Rheingold mag de digitale kloof dan ook onder geen beding verdwijnen (Seijdel, 2006). In het tijdschrift voor sociale vraagstukken plaatst men de hele discussie in nog een ander licht. Het vraagstuk inzake digitale geletterdheid is vooral gekenmerkt door diversiteit. Niet alleen hoe en waarom men technologieën gebruikt is zeer divers, maar ook wie ze gebruikt is zeer divers. Diverse groepen gebruikers hebben vaak verschillende wensen, capaciteiten en uiteenlopende niveaus van expertise en betrokkenheid. Mensen kunnen na een tijdje bewust de technologieën niet meer gebruiken en er op een later tijdstip opnieuw mee beginnen. Dit nuanceert natuurlijk de ‘digitale kloof’ en ziet het niet als iets van tijdelijke aard dat eenduidig toe te lichten is. Hier wordt vermoed dat de kloof wellicht altijd tot op zeker niveau zal blijven bestaan en dat dit waarschijnlijk ook niet zo problematisch is dan het op het eerste gezicht lijkt te zijn. (Ham, Prins, & van den Berg, 2008).
2.4
Sociale media
Sociale media zijn internettoepassingen die gebruikers toelaten met elkaar te communiceren en samen inhouden te creëren. Men kan enerzijds individueel gebruik maken van instrumenten zoals een email maar er zijn ook specifieke toepassingen op het internet die ‘hangplekken’ organiseren. Voorbeelden hiervan zijn een chatruimte, een weblog, facebook, hyves, twitter, youtube, flickr, linkedln etc. (Fokkema & Steyaert, 2005). Sociale media zijn dus een onderdeel van de publieke ruimte waar mensen in kunnen handelen om zo een ‘gemeenschappelijke wereld vol verschillen’ te creëren. Waar de publieke ruimte zich vroeger enkel op straten, pleinen en markten manifesteerde, speelt het zich nu ook af in massamedia zoals kranten, televisie, en op het internet in chatrooms en/of nieuwsgroepen. In die zin is de publieke ruimte zeer hybride geworden. Het is een verstrengeling van concrete en virtuele eigenschappen, van statische en mobiele domeinen, van publieke en private sferen en van globale en locale interesses (Seijdel, 2006). Sociale media kunnen tevens bijdragen aan het sociaal kapitaal. Mensen zijn via de sociale media in staat om een sociaal netwerk op het internet te behouden, uit te bouwen en te onderhouden.
In die zin dragen sociale media bij tot de modernisering van sociale
netwerken (Fokkema & Steyaert, 2005).
Waar mensen vroeger bijna geboren werden
23
binnen een dicht netwerk dat, naast sterk geografisch geconcentreerd, vaak ook reeds gedetermineerd was, beschouwen mensen sociale netwerken vandaag niet langer als een gegeven maar als iets wat zelf geconstrueerd dient te worden. Sociaal kapitaal is vooral naar aanleiding van het werk van Putnam (2000) “Bowling Alone’ een populair concept geworden. Daarin omschrijft Putnam sociaal kapitaal als volgt: “Whereas phsycial capital refers to physical objects and human capital refers to the properties of individuals, social capital refers to connections among individuals – social networks and the norm of reciprocity and trustworthiness that arise from them. In that sense social capital is closely related to what some have called ‘civic virtue’. The difference is that ‘social capital’ calls attention to the fact that civic virtue is most powerful when embedded in a sense network of reciprocal social relations. A society of many virtuous but isolated individuals is not necessarily rich in social capital” (Putnam, 2000, p. 923) Laatste niet onbelangrijk kenmerk van sociale media is dat gebruikers zelf instaan voor het plaatsen en delen van informatie. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld televisie waar door het communicatiemedium zelf bepaald wordt welke informatie mensen ontvangen en welke niet. In die zin zijn sociale media meer dan een ‘tool’ om informatie te verspreiden maar zijn ze vooral ook een ‘shaper’.
Via sociale media
wordt men namelijk voortdurend beïnvloed
maar kan men tegelijkertijd ook zelf beïnvloeden (Goode, 2010). Men gebruikt dan ook vaak de titel ‘power to the people’ wanneer men het over sociale media heeft (Fokkema & Steyaert, 2005).
Dit moet wellicht genuanceerd worden daar deze macht, zoals reeds
vermeld, zeer paradoxaal is. Hoewel mensen zelf bepalen welke informatie ze plaatsen en delen, is er nog nooit zoveel controle en bewaking geweest als vandaag. Men omschrijft dit veelal met de woorden ‘big brother is watching you’. InSites Consulting (2011) onderzocht bij 9027 gebruikers, uit meer dan 35 landen, het gebruik van sociale media en kwam tot een aantal belangrijke vaststellingen : -
Mensen houden ervan om zich te ‘verbinden’ met anderen. Uit het onderzoek blijkt dat respondenten zich vooral ‘online’ verbinden met ‘offline’ vrienden/ kennissen.
-
Er heerst een grote Twitter paradox: hoewel 80% van de respondenten Twitter kent, was er slechts 16% van de respondenten die het ook effectief gebruikten.
-
Facebook was door zo goed als alle respondenten gekend.
62% van de
respondenten gebruikten ook effectief facebook. -
Mensen gebruiken meer dan facebook alleen. Europese respondenten sluiten zich gemiddeld aan bij 1,9 sociale netwerken. West-Europa hinkt enigszins achterop wat het gebruik van sociale media betreft.
24
In het boek ‘Socialnomics: How Social Media Transforms the Way We Live and Do Business’ geeft Erik Qualman (2009) een aantal belangrijke feiten betreffende sociale media. Een extractie van relevante feiten: -
If Facebook were a country it would be the world’s 4th largest between the United States and Indonesia.
-
The fastest growing segment on Facebook in the US, is 55-65 year-old females.
-
The second largest search engine in the world is YouTube.
-
Wikipedia has over 13 million articles…some studies show it’s more accurate than Encyclopedia Britannica.
-
There are over 200,000,000 Blogs.
-
In the near future we will no longer search for products and services, they will find us via social media.
-
More than 1.5 million pieces of content (web links, news stories, blog posts, notes, photos, etc.) are shared on Facebook…daily.
Facebook is wellicht de bekendste vorm van een ‘sociaal netwerk online’. Wat ooit begon als een service voor universiteitstudenten, kent nu een zeer ruim publiek van alle leeftijden en is dus reeds lange tijd geen niche meer. Facebook is één van de grootste spelers op globaal gebied, dominant in heel wat landen. De grootste groei van facebook-leden zijn mensen van 35 tot 49 jaar. Een kwart van de facebook-leden zijn 50–plusser (The Nielsen Company, 2009). En ook België volgt grotendeels deze globale trends.
64% ofwel 5,2
miljoen Belgen maken gebruik van sociale netwerksites. Facebook is ook in ons land de meest populaire site met 4,8 miljoen gebruikers. Slechts 12% van de Belgische surfers maakt gebruik van Linkedln en Netlog. Twitter blijkt iets minder gekend te zijn met een gebruik door slechts 7% Belgische surfers. Het moet wel gesteld worden dat België een lager gebruik van sociale netwerken heeft dan het Europees gemiddelde. Doch kunnen we, volgens Prof. Steven Van Belleghem, Managing Partner bij InSites Consulting, vaststellen dat sociale netwerksites ondertussen in alle lagen van de bevolking zijn doorgedrongen (InSites Consulting, 2011). Mede door de sociale media zijn mensen vandaag in staat om ‘virtuele gemeenschappen’ op het internet op te richten.
Rheingold definieerde een virtuele gemeenschap als volgt:
“sociale aggregaties die vanuit het internet ontstaan wanneer voldoende mensen voldoende lang publieke discussies voeren, met voldoende menselijk gevoel, om netwerken van persoonlijke relaties in cyberspace te vormen” (Rheingold, 1993).
De meeste virtuele
gemeenschappen hebben een eigen ‘nettiquette’ die bepaalde sociale taal en codes
25
installeert.
Deze dienen mensen na te leven zolang men in die gemeenschap vertoeft
(Kanayama, 2003). Men moet echter sociale media ook even nuanceren. Sociale media veroorzaken wellicht mindere revolutionaire omslagen wat sociale contacten betreft, dan aanvankelijk gedacht. Men beschouwt het veeleer als een aanvulling op de bestaande communicatiemethoden binnen sociale netwerken (Fokkema & Steyaert, 2005). Bij een onderzoek naar de online en offline sociale netwerken, werd duidelijk dat er een overlap is tussen leden van beide netwerken (Subrahanyam, Reich, Waechter, & Espinoza, 2008). De groep mensen waarmee iemand mailt is grotendeels dezelfde als waarmee mensen ook bellen of waarmee men ontmoetingen heeft. Sociale netwerken op internet mogen in die zin niet volledig losgekoppeld worden van andere sociale netwerken (Fokkema & Steyaert, 2005).
2.5
Gebruik van nieuwe media in Vlaanderen
Digimeter neemt jaarlijks een steekproef af onder de Vlaamse burgers over hun mediabezit en het gebruik daarvan. Zo wordt de nodige data verzameld om de ICT- en mediatrends in Vlaanderen in kaart te brengen. Hieronder een samenvatting van de bevindingen uit de laatste meting (IBBT, 2011): “De laatste meting bevestigt de hegemonie van Facebook met het doorbreken van de 50%grens, met nu 52% van de Vlamingen die een account hebben. Echter, van de andere sociale netwerksites (waaronder LinkedIn, MySpace en Netlog) kan enkel het in de media fel gehypte Twitter stijgende cijfers voorleggen, met 8% van de Vlamingen met een gebuikersaccount. Al de rest kent dus een dalende tendens, waarbij vooral het zware verlies voor illustere namen als MySpace (6%) en Second Life (1.4%) opvalt, in een niet zo ver verleden nog in het brandpunt van de mediabelangstelling terug te vinden. Een aantal internetapplicaties scheert hoge toppen en kent heden ten dage een massale adoptie: 85% van de Vlamingen mailt geregeld, 84% zoekt informatie via internet, 67% gebruikt
e-banking
en
67%
bezoekt
nieuwssites
(waardoor
de
papieren
krant
voorbijgestoken wordt als derde meest geconsulteerd medium voor actualiteit na TV en radio) en ook online video bekijken nadert de 50%- grens (43%). Internetapplicaties betreffende het effectief toevoegen van inhoud stijgen ook, maar blijven wel duidelijk beperkt tot een niche regelmatige ‘uploaders’: profiel bijwerken/statusupdates (33%), foto’s (29%) en video’s online plaatsen (6%). Ook online kopen (17%), skypen (15%) en online studeren (8%) zitten in de lift, maar zijn nog verre van gemeen goed. Een aantal van voorgaande
26
successen heeft blijkbaar ook tot gevolg dat chatten (32%) gezien over de drie bevragingen een dalende tendens vertoont. Naast internetgebruik kent de computer nog een aantal steeds populairder wordende toepassingen: zo luistert bijna de helft van de Vlamingen wel eens naar muziek via de computer (46%) en kijkt iets meer dan één op vijf wel eens films via de computer (22%). Tot slot stijgt het percentage Vlamingen dat gebruik maakt van gsm-toepassingen buiten bellen en sms’en tot iets meer dan 40%. Dit impliceert ook dat de meerderheid dit dus nog steeds niet doet. Zitten in de lift: foto’s nemen (29%), MP3’s beluisteren (14%), agendafunctie (14%), e-mailen (9%) en sociale netwerksites bezoeken (6%), al blijft het percentage Vlamingen dat ervan gebruik maakt toch beperkt. Twee mobiele applicaties zijn dan weer duidelijk op de terugweg: MMS (4%) en (opnieuw) chatten (2%)” (IBBT, 2011).
27
3
Senioren online
3.1
Senioren en het internet
Ongeacht de leeftijd of de omstandigheden, communicatie staat steeds centraal in ons leven. Bijna alle activiteiten van het dagelijkse leven vereisen communicatie. Doorheen de tijd zijn steeds meer technologieën zoals de computer en het internet in die communicatie geslopen. Hoewel het internet op zich nog niet zo lang bestaat, heeft het reeds een enorme invloed gehad op de maatschappij (Sum, Mathews, Pourghasem, & Hughes, 2008). Ondanks het feit dat heel wat vakliteratuur vooral de negatieve impact van het internet op het psychosociaal welzijn van jongeren benadrukt, rijst er in de literatuur steeds meer aandacht voor de mogelijke positieve effecten van het internetgebruik op het psychosociaal welzijn van senioren (Chen & Anna, 2002). Zo concludeerde een studie in Israël, waarbij senioren het gebruik van een computer en internet via specifieke pedagogische strategieën op maat aangeleerd kregen, dat senioren na de opleiding minder gevoelig waren voor depressie, eenzaamheid en controleverlies (Shapira & Barak, 2007). Wetenschappers zien het internet als een potentieel gegeven om tijdsgebonden en ruimtegebonden restricties te overwinnen en op die manier het sociaal netwerk van geïsoleerde mensen uit te breiden. Uit een studie, gevoerd in 1999, blijkt dat rusthuisbewoners het internet kunnen gebruiken om de vier plagen
van
geïnstitutionaliseerde
senioren
te
bestrijden:
eenzaamheid,
verveling,
hulpeloosheid en mentale aftakeling (Sum, Mathews, Pourghasem, & Hughes, 2008). Recent onderzoek van Xie (2007) gaf aan dat het leven van Chinese gepensioneerden door het internetgebruik meer betekenis kreeg. Het socio-demografisch profiel van de internetpopulatie is sterk gewijzigd doorheen de jaren. De allereerste surfers waren voornamelijk mannen met een hoge opleiding en met een leeftijd tussen de 35 en 45 jaar. Langzamerhand zijn ook andere groepen daarbij komen aansluiten: vrouwen, jongeren en ouderen (InSites Consulting, 2002). Uit een studie van Insites Consulting in 2008 bleek dat vertegenwoordigd wordt door
21% van de online populatie in ons land
jongeren (15-24) en
19% door de 55-plussers (InSites
Consulting, 2008). Senioren
hebben
dus
langzamerhand
de
weg
naar
het
internet
gevonden.
Onderzoeksbureau Insites Consulting deed een onderzoek naar Seniors On line en kwam tot de vaststelling dat 39% van de Belgische vijftigplussers actief is op het internet. De online senioren zijn de sterkst groeiende groep Belgische surfers. Hun aandeel zal volgens InSites Consulting blijven groeien met gemiddeld 10% per jaar (InSites Consulting, 2008).
28
Heel wat onderzoeken stellen
dat ‘e-mailen’ en ‘informatie zoeken’ de voornaamste
bezigheden zijn wanneer senioren het internet gebruiken. Volgens Jones & Fox (2009) zijn senioren waarschijnlijk zelfs verantwoordelijk voor de aanhoudende populariteit van email. Ook het onderzoek van InSites Consulting ontkracht enigszins de stelling dat enkel jongeren gebruik maken van sociale netwerken en interactieve websites (InSites Consulting, 2011). Desondanks het feit dat reeds heel wat en steeds meer senioren de computer en het internet ontdekken, is dit voor heel wat senioren nog een stap te ver. Uit onderzoek bleek dat senioren die een positieve perceptie hebben op de nuttigheid, gemakkelijkheid en de kracht van het internet, ook veel meer gebruik maakten van het internet. Daaruit blijkt dat naast toegankelijkheid en kost, er ook een aantal belangrijke psychologische drempels te overwinnen zijn door senioren (Adams, Stubbs, & Woods, 2005).
3.2
Senioren en sociale media
Sociale media zijn in alle lagen van de bevolking doorgedrongen. facebookgebruikers zijn 55-plusser (InSites Consulting, 2011).
21% van de
Desondanks de stijgende
verwachtingen blijkt nog altijd slechts 1/3 van de 50-plussers gebruik te maken van sociale media (InSites Consulting, 2008). Hoewel het aantal surfende senioren dus blijft toenemen, maakt het grootste deel van de senioren nog steeds geen gebruik van internet, laat staan sociale media online. Diverse onderzoekers waaronder Putnam (2000) vragen zich af of sociale media en sociale netwerken online inderdaad een meerwaarde vormen voor het sociaal kapitaal van bijvoorbeeld senioren. Werken ze net niet opnieuw een passieve en geïsoleerde houding in de hand? Anderen zoals Kanayama (2003) beweren dan weer dat het gebruik van sociale media een belangrijke faciliterende factor kan vormen voor meer sociale ondersteuning en sociaal netwerk. Daarnaast kunnen gemeenschappen ook sterke invloed hebben op de kennis en beeldvorming van senioren. Zo concludeerde Preece dat mensen heel sterk uitgaan van bijdragen inzake gezondheidsonderwerpen op een internetgemeenschap (Lamerichs, 2008). Nieuwe technologieën kunnen dus niet alleen nieuwe mogelijkheden bieden voor sociale verbintenis en het ontwikkelen van een culturele identiteit, maar dragen ook bij tot zelfreflectie en een kritische houding.
29
Onderzoek naar de participatie van senioren in cyberspace leidde tot de vaststelling dat het internet een belangrijke sleutel kan zijn tot het leiden van onafhankelijke en sociale levens. Via het internet kunnen senioren namelijk geïnformeerd blijven over diverse thema’s zoals pensioen, familie, gezondheid, reizen etc… en kan men een netwerk van gelijkgestemden vervoegen. Het internet is dankzij de communicatiekanaal geworden.
email en
de
chatruimtes een
belangrijk
Online communicatie is relatief goedkoop en daarenboven
onafhankelijk van de leeftijd, de fysieke verschijning en de afstand, waardoor senioren mogelijks gemakkelijker kunnen participeren aan een sociaal netwerk online (Sum, Mathews, & Hughes, 2009). Daarenboven kunnen online gemeenschappen
een bijdrage leveren
inzake sociale ondersteuning en zelfbehoud en kunnen ze een mogelijkheid bieden tot zelfexploratie en groei (Nimrod, 2009). De meest belangrijke functies van sociale media voor senioren zijn (Nimrod, 2009) : -
een communicatief medium : men kan niet alleen contact met familie en vrienden onderhouden maar tevens nieuwe contacten maken, dit los van geografische en mobiele beperkingen.
-
een bron van informatie: onmiddellijke toegang tot informatie betreffende de wereld, opzoeken van medische informatie, online-cursussen volgen, …
-
taakgericht instrument: online winkelen, online bankieren, ed
-
ontspanningsactiviteit: senioren kunnen heel wat ontspannende activiteiten nuttigen via het internet en/of via sociale media. Voorbeelden zijn spelletjes, opmaken van familiestamboom, het maken van fotoalbums, ….
30
4
Besluit
De digitalisering van onze leefwereld heeft effect op heel wat aspecten van onze samenleving.
Denk
hierbij
aan
veiligheid
(privacy),
mobiliteit,
tijdsbesteding,
nieuwsvoorziening, gezondheidszorg, reclame, dienstverlening via e-loket, onderwijs, online hulpverlening enz… De digitaliseringsgolf evolueert dan ook voortdurend. Waar de digitale kloof vroeger gestoeld was op vooral socio-economische ongelijkheden (wie heeft welke toegang), is die vandaag vooral gefundeerd op socio-culturele ongelijkheden (wie gebruikt welke media voor welke doeleinden). Onderzoekers, overheden en organisaties dienen dan ook voorbij de digitale kloof te gaan en niet alleen aandacht te hebben voor het aspect ‘toegang’ tot sociale media, maar voor allerhande factoren zoals persoonlijke motivatie, vaardigheden en sociale omgeving (Steyaert, 2008) Niet alleen wie maar ook hoe en waarom men sociale media gebruikt,
is zeer divers
geworden. Ook heel wat senioren maken reeds gebruik van computer, internet en sociale media. Onderzoek naar het gebruik van sociale media door senioren is echter dun bezaaid. Zowel wetenschappelijk onderzoek als de overheden focussen zich vooral op het effect van sociale media op jongeren. Voorbeeld hiervan is het grootschalig Apestaartjaren onderzoek naging hoe jongeren omgaan met (nieuwe) media. Ook de nieuwe conceptnota van ministers Lieten en Smet inzake mediawijsheid vertonen vooral raakvlakken met het onderwijs- en jeugdbeleid. Doch de vergrijzende tendens in de maatschappij brengt een nieuwe generatie senioren aan, die wel in de virtuele wereld vertoeven. Wil men een ouderenbeleid ontwikkelen die de opportuniteiten van de digitalisering en de vergrijzing benut, is het van belang inzicht te hebben in hoe senioren sociale media gebruiken. Vandaar de keuze om een onderzoek op te zetten dat enerzijds inzicht biedt inzake hoe senioren sociale media gebruiken en anderzijds ook de betekenissen en beeldvormingen inzake sociale media door senioren weergeeft. Dit lijkt mij een belangrijk vertrekpunt voor zowel sociaal beleid, sociaal werk en verder wetenschappelijk onderzoek.
31
II
METHODOLOGIE
“Goed onderzoek is onderzoek dat tot nieuwe en betere vragen leidt” (Schuyt, 2003, p. 194).
5.
Onderzoeksconcepten
5.1
Online onderzoek en identiteit
Het internet is dé plaats voor het lezen, delen en creëren van verhalen. Het is ook de plaats waar elkeen zijn of haar eigen verhaal kan maken. Volgens Sherry Turkle (1995) is het internet een soort van virtueel laboratorium waar mensen, in relatieve anonimiteit en via diverse fora voor sociale interactie, kunnen experimenteren met verschillende versies van zichzelf. Diverse onderzoekers stellen dat de identiteit gemakkelijker geuit kan worden op het internet dan in traditionele face-to-face communicatie. Dit omwille van twee redenen. Het internet is, in tegenstelling tot face-to-face communicatie, in staat om zelfexpressie te faciliteren. Dit wordt veroorzaakt door twee belangrijke factoren. Vooreerst bestaat de mogelijkheid om relatief anoniem te interageren op het net. Hierdoor kunnen mensen zich uiten en gedragen op een manier die niet beschikbaar is in het dagelijkse leven. In de online ruimte is men namelijk bevrijd van verwachtingen en begrenzingen, ons opgelegd door kennissen. De tweede factor beslaat het feit dat de risico’s op sociale sancties voor wat we zeggen of doen op het internet beperkter zijn. Als tweede reden geven onderzoekers op dat het internet geen grenzen kent wat betreft het onthullen van negatieve of taboe-aspecten over zichzelf, dit in tegenstelling tot het onthullen aan dichte familie en vrienden (Bargh, McKenna, & Fitzsimons, 2002).
5.2
Online affinity spaces
James Paul Gee, filosoof en taalkundige, vooral gekend vanwege zijn provocerende beweringen waarbij videospelletjes als een sterkere leeromgeving beschouwd worden dan de traditionele, droeg bij tot het ontwikkelen van een aantal leerprincipes van ‘videospelletjes’. Daarbij heeft Gee (2011) het ook over ‘affinity spaces’, die zowel offline als online kunnen ontstaan. Een affinity space is een ruimte waar mensen zichzelf organiseren naar aanleiding van een gezamenlijke interesse, passie, doel of onderwerp. Doordat men een zekere affiniteit ervaart ten opzichte van een gedeelde interesse of passie, ervaart men
32
ook een zekere affiniteit ten opzichte van elkaar en ontstaat ook de mogelijkheid om van elkaar te leren. Gee opteert er voor om van een ‘ruimte’ te spreken in plaats van een gemeenschap of groep. Mensen kunnen zich wel degelijk in een gemeenschappelijke ruimte bevinden maar daarom is men nog geen ‘lid’ van een gemeenschap of een groep. Verschillende mensen kunnen op verschillende manieren onderdeel van een ruimte zijn. Door van een ruimte te spreken in plaats van een gemeenschap of groep,
bestaat er
volgens Gee veel minder kans dat je als onderzoeker mensen of praktijken uitsluit (Gee, 2011). Volgens Gee zijn er een aantal belangrijke voorwaarden om van een affinity space te kunnen spreken (Gee, 2011): - Mensen zijn verbonden met een ruimte omwille van een gedeelde interesse, niet omwille van de mensen in de ruimte. - Een aantal mensen, meestal 20%, hebben een diepe passie, wat verder gaat dan gewoon maar interesse. Dit kan zich op diverse manieren uiten in de affinity space. Anderen hebben vele verschillende interesseniveaus. Niettemin heeft elke persoon respect voor de interesse en de passie voor het onderwerp die de ander heeft. - Desgewenst, kan elkeen niet alleen consumeren maar ook produceren ( kennis, handelingen, … ) - Mensen in affinity spaces worden geleid en leiden. Het leiderschap is flexibel en neemt diverse vormen aan. Dit gaat van het introduceren van nieuwe ideeën tot onderhoud van de ruimte, tot het helpen van de anderen. Soms gaat men anderen ‘mentoren’ en soms wordt men gementord. Het mentorschap is eveneens flexibel. - Kennis wordt ‘verdeeld’ in die zin dat verschillende mensen, verschillende kennis bezitten en die kennis kunnen delen indien nodig. Er wordt niet verwacht dat één persoon over alle kennis beschikt. - De affinity space is geen gesloten ruimte. Doch kunnen er vereisten zijn om deel te nemen aan de ruimte. Groei en beweging in de ruimte is gevarieerd. - Affinity ruimtes zijn plaatsen waar kennis gedeeld wordt,
zaken geleerd worden,
zaken geproduceerd worden en waar men, indien gewenst, expert wordt. Maar zelfs die experts geloven stellig dat er steeds nieuwe zaken te leren zijn, nieuwe zaken te ontdekken vallen en nog meer bereikt kan worden.
33
5.3
Virtuele ruimte en/of virtuele gemeenschap
Mensen in virtuele ruimtes gebruiken woorden op schermen om vriendelijkheden en argumenten uit te wisselen, zich in intellectuele debatten te engageren, handel te verrichten, kennis uit te wisselen, emotionele steun te delen, plannen te maken, nieuwe ideeën te bedenken, te roddelen, ruzie te maken, verliefd te worden, vrienden te vinden en ze te verliezen, spelletjes te spelen, te flirten enz. Mensen doen in de virtuele ruimte ongeveer alles wat mensen in het werkelijke leven doen, alleen laat men de lichamen achterwege (Benschop, 1997). Virtuele gemeenschappen produceren een variatie aan collectieve goederen.
Zij laten
mensen van gelijke interesses toe om kosteloos samen te komen, ideeën uit te wisselen, activiteiten te coördineren, een soort van identificatie te voorzien en zich lid te voelen op dezelfde manier als bij face to face interactie (Lindlof & Shatzer, 1998). Een virtuele gemeenschap is een ‘toegewijd’ gebruik, het vergt initiatief, aandacht, kennis, acculturatie en technische protocols van elektronische communicatie (Lindlof & Shatzer, 1998). Er zijn de laatste jaren veel studies verricht over virtuele gemeenschappen. Daaruit kunnen drie algemene conclusies getrokken worden. Ten eerste dat de ontwikkeling van virtuele gemeenschappen voor een deel verklaard kan worden als reactie op de desintegratie van de traditionele, lokale gemeenschappen die verankerd waren in vrij of goedkoop toegankelijke ‘third places’ zoals parken, cafés, straathoeken en markten. Ten tweede dat de virtuele gemeenschappen min of meer spontaan ontstaan wanneer voldoende mensen elkaar min of meer regelmatig tegenkomen in de ‘third places’ van cyberspace, zoals chatrooms, discussiefora, conferentiesystemen en profielsites. Ten derde dat leden van virtuele gemeenschappen online bijeenkomen om zo ongeveer alles te doen wat anderen in hun lokale sociale wereld doen. Het enige opvallende verschil is dat de leden van virtuele gemeenschappen meestal enkel interageren en communiceren via teksten, geluiden en/of beelden die als digitale informatie via internet worden verspreid en via hun computers, laptops, tablets of mobiele telefoons verschijnen (Benschop, 1997).
34
6.
Onderzoeksvraag
In het onderzoek van deze masterproef gaat het in eerste instantie om het ‘begrijpen’ van hoe senioren sociale media gebruiken en welke betekenis ze er aan geven. Het gaat hier in de eerste plaats dus om het ‘begrijpen’ van hun ‘verhaal’. Dit wel zeggen dat het onderzoek dient te vertrekken vanuit een actorperspectief doch als onderzoeker dient men zich steeds bewust te zijn van het feit dat men een verhaal immer leest vanuit het eigen conceptenkader. Doelstelling van dit onderzoek is sociale media als onderzoeksobject voorop plaatsen. Dit doe ik aan de hand van een virtuele etnografie op een online focusgroep. De combinatie van deze twee methodes maakt dat sociale media niet alleen onderzoeksobject maar tegelijkertijd ook een onderzoeksinstrument vormen. Dit zorgt voor een zeer breed onderzoeksveld. De virtuele etnografie van de onlinefocusgroep gaat op zoek naar hoe de respondenten sociale media gebruiken. Terwijl mensen in de affinity space communiceren omtrent hun ‘onderwerp’ worden de ‘verhalen’ geanalyseerd op de stijlen, sociale constructies, de interacties enz. Daarbij worden volgende vragen gesteld: -
Welke stijlen en vormgevingen gebruikt men?
-
Welke patronen van zelfonthulling, zelfexpressie zijn er terug te vinden?
-
Welke interactiepatronen zijn er aanwezig?
-
Welke relaties worden geconstrueerd?
-
Wie aanschouwt men als publiek?
-
Ervaren de respondenten een onderscheid tussen de virtuele en de reële wereld?
In de onlinefocusgroep worden senioren gegroepeerd in een virtuele ruimte die beschouwd kan worden als een affinity space. De respondenten worden samengebracht in een ruimte omwille van een gemeenschappelijk onderwerp dat voor een aantal mensen zelfs een gemeenschappelijke interesse en/of passie is met name ‘computer, internet & sociale media’. Hier worden volgende zaken in vraag gesteld: -
Wat zijn de meningen, verhalen van senioren inzake sociale media?
-
Welke betekenis geven senioren aan ‘sociale media’?
-
Welke beeldvormingen zijn aanwezig?
Een online focusgroep is een vorm van sociale media op zich en in die zin vormen sociale media het onderzoeksinstrument binnen dit onderzoek.
35
7.
Onderzoeksmethodes
De negentiende-eeuwse socioloog Max Weber, was één van de pioniers die het ‘verstehen’, het begrijpen van iemands handelen en van de betekenis die hij er aan geeft, als doel van de sociale wetenschappen voorop stelde. Deze verstehende, interpretatieve benadering is kenmerkend voor kwalitatief onderzoek. Kwalitatief onderzoek is dan ook onderzoek waarbij men niet alleen de feiten weergeeft maar waarbij men ook het handelen vanuit een actorperspectief leert begrijpen. Het gaat om het inzichtelijk maken van betekenisgeving (Decorte & Zaitch, 2010). Ook kwalitatief onderzoek ontsnapte niet aan de invloed van de digitale en technologische revolutie. Vandaag worden dan ook heel wat van de kwalitatieve data geanalyseerd via de computer en worden bijvoorbeeld interviews vastgelegd met een MP3-speler (Decorte & Zaitch, 2010). Het internet is niet alleen ingeburgerd in de wetenschap, het maakt ook een groot deel uit van het alledaagse leven van de mens. Er is tot op vandaag nog steeds heel veel nood aan het ontwikkelen van kennis inzake hoe verschillende individuen het internet gebruiken en hoe dit onder diverse sociale groeperingen varieert.
Vaak wordt hier een traditionele
kwalitatieve methode voor gebruikt waarbij het internet dan louter object van het onderzoek is. Door het feit dat het internet een zeer wijdverspreid medium is waar steeds meer mensen toegang tot hebben, wordt internet echter meer en meer ook als onderzoeksinstrument ontdekt en gebruikt. Men spreekt dan van ‘online’ onderzoek. Tot op heden is de meest gebruikte ‘online’ onderzoeksmethode de kwantitatieve onlinebevraging. Toch merken we dat het gebruik van kwalitatief onderzoek op het web aan een sterke opgang bezig is (Decorte & Zaitch, 2010). Het groeiende aantal online-onderzoeken en de voortdurende ontwikkelingen in online communicatie bieden antropologen dan ook een nieuw en fascinerend sociaal onderzoeksveld. (Beer-Sheva & Sade-Beck, 2004). Kwalitatief onderzoek kent vele gedaantes. Gemakkelijkheidhalve wordt er een onderscheid gemaakt tussen een aantal basisvormen. Zo bestaat er een kwalitatieve survey, etnografische studie, case study en inhoudsanalyse (Decorte & Zaitch, 2010). In de praktijk blijkt het echter niet altijd zo eenvoudig om die diverse grondvormen duidelijk af te lijnen. In het geval van deze masterproefstudie werd geopteerd om een combinatie te maken van enerzijds een kwalitatieve groepssurvey (aan de hand van een onlinefocusgroep) en anderzijds een virtuele etnografie. De onlinefocusgroep gebruikt internet vooral als instrument om de data te verzamelen. Hier is sociale media een onderzoeksinstrument op
36
zich. De virtuele etnografie daarentegen gaat internet benaderen als een milieu, een cultuur waarbinnen mensen communiceren, betekenissen creëren en zichzelf representeren. Binnen de virtuele etnografie vormen sociale media het onderzoeksobject, in dit geval de discussies uit de online focusgroep.
7.1
Participerende observatie of de etnografische studie
Een omschrijving van een ‘participerende observatie’ lijkt op het eerste gezicht zeer eenvoudig.
De naam op zich bevat reeds alle essentiële elementen: participeren en
observeren. In de literatuur vinden we echter tientallen definities van participerende observatie terug die allemaal min of meer dezelfde basiselementen bevatten, maar die telkens een ander onderdeel van de techniek in de verf zetten (Decorte & Zaitch, 2010). Hieronder een definitie die alle elementen van een participerende observatie samenvat: “Participerende observatie is een methode waarbij de onderzoeker, met het doel wetenschappelijk bruikbare gegevens te verzamelen met betrekking tot een setting (of deelaspecten ervan), gedurende een zekere periode, al dan niet met het medeweten van de andere participanten, deelneemt aan het dagelijkse leven in hun milieu, terwijl hij/zij vanuit de reeds bestaande interactie tussen onderzoeker en onderzoeksobject, binnen het kader van een flexibel onderzoeksplan, een systematische combinatie maken van technieken zoals directe observatie, formeel en informeel interview, luisteren, verzamelen van documenten en artefacten evenals systematische tellingen, toepast.” (De Waele, 1992, p. 46). In de literatuur worden verschillende termen gehanteerd om één en dezelfde techniek aan te duiden. Hoewel oorspronkelijk de term ‘participerende observatie’ redelijk goed ingeburgerd raakte als term voor deze techniek, zien we de laatste twee decennia verschillende alternatieve termen opduiken die quasi dezelfde lading dekken. Zo wordt ook nog gesproken van veldwerk, etnografie of opsporingsonderzoek (Decorte & Zaitch, 2010). Participerende observatie kan beschouwd worden als een overkoepelende term voor een reeks aan elkaar gerelateerde methodes (Van Hove & Claes, 2011). De variatie tussen de methodes heeft vooral te maken met een aantal dimensies (Dereshiwsky, 1999): -
Rol van de observator: Deze kan variëren van volledige participant tot geen enkele vorm van inmenging in de groepsdynamica.
37
-
Wetenschap van het observatieproces: Indien de participanten op de hoogte zijn van het onderzoek, dan spreekt men van een ‘openbaar onderzoek’.
‘Gesloten
onderzoek’ duidt op het feit dat de participanten niet weten dat zij deel uitmaken van een onderzoek. -
Uiteenzetting doelstelling: Dit kan gaan van volledige bekendmaking tot misleidende uiteenzettingen.
-
Lengte: Het onderzoek kan éénmalig, kortstondig zijn maar kan ook enkele weken of zelfs jaren in beslag nemen.
-
Focus: De onderzoeker kan zich focussen op één aspect, of eerder een holistische benadering van de data toepassen.
7.1.1
Etnografie
Etnografie stamt van het Griekse ‘ethnos’ ( volkeren ) en ‘graphein’ ( schrijven ) en staat voor het in kaart brengen van volkeren.
In de sociale wetenschappen verstaat men onder
etnografie het volgende: “ the study of groups of people in their natural setting, typically involving the researcher being present for extended periods of time in order to collect data systematically about their daily activities and the meanings they attach to them” (Noaks & Wincup, 2004, p. 92) Kenmerkend voor een etnografie is het bestuderen van mensen, sociale groepen of gemeenschappen met als doel de complexiteit van de mens en zijn of haar cultuur te beschrijven en de subjectieve ervaringen en betekenissen te begrijpen. Etnografisch onderzoek is flexibel en maakt gebruik van verschillende methoden van dataverzameling en is bovendien exploratief, niet toetsend, holistisch en contextueel (Decorte & Zaitch, 2010). 7.1.2
Virtuele of cyberetnografie
Het aantal verschillende soorten etnografische studies groeit nog steeds. Dit omwille van drie belangrijke motivaties.
Vooreerst zijn er epistemologische breuklijnen binnen de
etnografie te vinden. Daarnaast merkt men dat ook het veldwerk voortdurend verandert en dat er diverse vormen van etnografische schrijfstijlen en processen zijn (Decorte & Zaitch, 2010). De virtuele ruimte is een specifieke setting waar personen of groepen bestudeerd kunnen worden. Het www of wereldwijde web is een plaats waar mensen communiceren en aan zelfpresentatie doen. Virtueel etnografisch onderzoek bestudeert de online communicatie & interactie, en observeert de virtuele ruimtes (Wittel, 2000).
38
Christine Hine, een belangrijke pionier wat virtuele etnografieën betreft, stelde een aantal belangrijke principes van een virtuele etnografie op. Deze zijn niet zozeer geldend maar vormen veeleer een belangrijke leidraad (Hine, 2000): -
De aanhoudende aanwezigheid van de etnograaf in het werkveld gepaard met de sterke betrokkenheid tot het dagelijkse leven van de respondenten, is ook in de virtuele wereld van belang bij de verzameling van etnografische kennis.
-
Internet kan als cultuurvorm én als cultureel product beschouwd worden.
De
technologie van het internet representeert een plaats waar cultuur gevormd en getransformeerd wordt. Internet is echter ook een product
dat door mensen
geproduceerd wordt en dat bepaalde doelen en/of prioriteiten stelt. -
Onderzoekers van virtuele communicatie moeten mobiel zijn, zowel virtueel als reëel. Communicatie via een medium kan gedislokaliseerd zijn, zowel in tijd als in ruimte.
-
De grens tussen ‘reëel’ en ‘virtueel’ mag men als onderzoeker niet als vanzelfsprekend beschouwen.
-
De virtuele etnografie is een proces van intermitterend engagement
eerder dan
langdurige onderdompeling in het virtuele. -
Een onderzoeker kan geen holistische benadering hanteren. Het beeld dat je bij een virtuele etnografie te zien krijgt is fragmentarisch.
-
Het vormgeven van de interactie door het gebruik van informanten en de interactie tussen etnograaf en de technologie moeten een onderdeel van de etnografie vormen.
-
De virtuele etnografie is een etnografie van, in en door de virtuele ruimte. Door zich als onderzoeker onder te dompelen in het internet, leert men over het internet. Door het internet te gebruiken voert men een etnografie uit.
-
De virtuele etnografie is een zeer flexibele onderzoekstechniek die zich aanpast aan de condities waarin het zich bevindt.
In tegenstelling tot een niet-virtuele etnografie, speelt een virtuele etnografie zich niet af in een reële wereld maar in een technische omgeving. Verschillende studies, waaronder die van Flick (1995), tonen aan dat technologie op zich geen vast gegeven is en het gebruik en de impact ervan sterk beïnvloed wordt door de voorstellingen en overtuigingen van zowel gebruikers als niet-gebruikers. Internet en al datgene daaromtrent is dus tevens een sociale constructie of een verhaal op zich waar je als onderzoeker niet ongevoelig voor kan zijn.
39
Flick achtte het dan ook opportuun om bij een virtuele etnografie vanuit volgende onderzoeksvragen te vertrekken (Flick, 1995): -
Hoe begrijpen gebruikers de mogelijkheden van het internet?
-
Welke betekenis heeft het gebruik ervan voor ze?
-
Hoe verstaan ze de mogelijkheden van het internet als een communicatiemiddel en wie denken ze dat hun publiek is?
-
Hoe beïnvloedt het internet de organisatie van sociale relaties in tijd en ruimte?
-
Verschillen die van de manier waarop het ‘echte’ leven is georganiseerd, en zo ja, hoe verzoenen gebruikers de twee?
-
Wat zijn de implicaties van het internet wat betreft authenticiteit en geloofwaardigheid?
-
Hoe worden identiteiten gevormd en ervaren en hoe wordt authenticiteit beoordeeld?
-
Wordt het ‘virtuele’ leven ervaren als radicaal verschillend en afzonderlijk van het ‘echte’ leven?
7.1.3
Is er een grens tussen online en offline? De pro’s en contra’s
Een virtuele etnografie vormt in de eerste plaats een onderdeel van het begrijpen van een cultuur, een virtuele ruimte. Aan deze onderzoekstechniek zijn een aantal voordelen en uiteraard ook nadelen gebonden. Voordelen : -
Internetgebruikers zijn niet langer een passief publiek zoals bij televisie of radio, maar participeren actief en controleren mede de informatie (Beer-Sheva & Sade-Beck, 2004).
-
Online communicatie facilliteert het uiten van emoties.
Het is dan ook mede
verantwoordelijk voor het ontwikkelen van sociale banden door het smeden van relaties tussen gebruikers, dit alles zonder fysieke aanwezigheid (Beer-Sheva & Sade-Beck, 2004). -
Omdat men de virtuele identiteit zelf vorm geeft, kan men de online handelingen zien als een reflectie van het zelf (Gatson, 2011).
40
-
De ‘identiteit’ speelt een hoofdrol in de virtuele wereld maar is tegelijkertijd zeer ambigu (Donath, 1996).
-
Een etnografie kan gebruikt worden om de interpretatie van een publiek en de sociale actie te bestuderen. Mensen handelen namelijk op basis van collectieve begrippen die voortdurend onderhandeld worden doorheen taal en andere symbolische praktijken (Lindlof & Shatzer, 1998).
-
Hoewel de etnograaf voornamelijk steunt op verbaal gedrag kunnen non-verbale interacties gecompenseerd worden door andere zaken. Men noemt dit ‘verklarende cues’. Emoticons zijn hier een voorbeeld van (Lindlof & Shatzer, 1998).
Nadelen: -
Internet is een sociale constructie op zich en de etnograaf dient dan ook rekening te houden met de wijze waarop internet door gebruikers geconstrueerd wordt (Decorte & Zaitch, 2010).
-
Volgens Hine is het ook niet altijd even evident om goede responsen te ontvangen op online berichten (Hine, 2000).
-
De scheiding tussen de virtuele wereld en de werkelijkheid vloeit door elkaar. Een etnografie die zich enkel in de virtuele wereld afspeelt is dus vaak niet representatief daar een verbinding met de werkelijkheid ingesloten dient te worden. Net het vinden van de weg van de virtuele bevolking naar het echte leven van de participanten is nogal moeilijk (Decorte & Zaitch, 2010).
-
In de virtuele ruimte is het meeste gedrag enkel datgene wat zichtbaar is Context en persoonlijke geschiedenis worden pas duidelijk doorheen de tijd (Lindlof & Shatzer, 1998).
-
De kennis die we ontdekken tijdens het veldwerk is steeds partieel,
lokaal en
contingent aan de onderzoeker zijn eigen capaciteit om een discours te lezen (Lindlof & Shatzer, 1998) 7.1.4
Opzet etnografie
Er werd reeds aangehaald dat een etnografie een verzamelnaam is voor heel wat diverse methodes die sterk kunnen variëren (Van Hove & Claes, 2011). Er is dan ook geen kant en klaar recept voor hoe je een etnografie, en meer specifiek een virtuele etnografie, kan of moet gaan uitvoeren. Wel zijn er een aantal belangrijke stappen die kunnen dienen als leidraad.
41
Stap 1
Formuleren van de onderzoeksvraag
De onderzoeksvraag is wellicht niet altijd even duidelijk bij aanvang van het onderzoek en kan doorheen het onderzoek bijgepast worden. Typisch voor dit soort kwalitatief onderzoek is het feit dat de onderzoeksvraag een proces vormt dat doorheen het onderzoek steeds geformuleerd en geherformuleerd dient te worden (Van Hove & Claes, 2011). Stap 2
Welke domeinen lenen zich tot participerende observatie?
Bepaalde domeinen zijn dermate privaat dat een participerende observatie in dat geval niet de meest geschikte methode is. Doktersbezoeken zouden bijvoorbeeld niet in aanmerking komen voor dit soort dataverzameling. Belangrijk is ook stil te staan bij eventuele ethische kwesties (Van Hove & Claes, 2011). Stap 3
Afbakening observatieterrein
Hier is de onderzoeksvraag van belang daar dit de domeinen die de onderzoeker wenst te observeren zal afbakenen. Er zal geselecteerd worden wat er precies geobserveerd dient te worden (Van Hove & Claes, 2011). Stap 4
Bepaling rol of positie van de onderzoeker
Een zeer belangrijk onderdeel van de etnografie is het bepalen van de rol die de onderzoeker inneemt in het onderzoek. Er is geen duidelijke richtlijn betreffende welke rol een onderzoeker dient in te nemen daar deze afhankelijk is van een aantal factoren zoals kenmerken onderzoeker en sociale omstandigheden (Van Hove & Claes, 2011). Stap 5
Veldnota’s – dataloggen
Het registreren van de data is één van de belangrijkste onderdelen van een etnografie. Doelstelling hiervan is het verkrijgen van een heldere database van de observaties (Van Hove & Claes, 2011). 7.1.5
Data-analyse etnografie
Wat de analyse van de virtuele etnografie betreft, baseer ik mij op een voorbeeld uit de vakliteratuur (Kanayama, 2003), aangevuld met de analyse van een aantal vragen inzake sociale representatie, die ik vond in het werk van Flick (1995).
42
Kanayama
(2003)
voerde
in
Japan
een
virtuele
etnografie
uit
op
een
online
seniorengemeenschap. Zij hanteerde drie grote categorieën bij de analyse van de data met name: 1/
Stijl en vormgeving
Hier kijkt men vooral hoe respondenten hun boodschap neerschrijven en hoe de respondenten zich uitdrukken ondanks een aantal beperkingen van het communiceren via tekst. Binnen deze categorie onderzoekt men volgende gegevens: -
Vormgeving ( bv briefstijl, gedicht, … )
-
Gebruik van eigen naam of nickname
-
Begroetingen
-
Gebruik van dialecten of slang
-
Schrijfstijl
2/
Patronen van zelfonthulling
In dit onderdeel analyseert Kanayama (2003) hoe de respondenten zichzelf uitdrukken en de anderen begrijpen, via de woorden en de verhalen die men aanbrengt. Volgende zaken worden geanalyseerd: -
Hoe melden respondenten zich aan?
-
Onthullen van verleden
-
Onthullen van het heden
-
Onthullen van de toekomst
3/
Patronen van interactie en constructie van relaties.
Binnen dit onderdeel komt vooral de groepsdynamiek aan bod en gaat de onderzoeker na hoe men interageert, wanneer men tussenkomt en welke relaties hier al dan niet tot stand komen (Kanayama, 2003). Het werk van Flick (1995) gaat verder tevens op zoek naar de ‘sociale representatie’ van sociale media en stelt dat een virtuele etnografie naar een aantal antwoorden op belangrijke onderzoeksvragen dient te zoeken. Volgende vragen leken mij interessant in het kader van dit onderzoek: -
Wie aanschouwen de respondenten als ‘hun’ publiek?
-
Maakt men een onderscheid tussen de offline en de online wereld?
43
7.2
Kwalitatieve groepssurvey
Hoewel de term survey eerder vertrouwd klinkt bij kwantitatief onderzoek, wordt ze vandaag ook reeds gebruikt ter ondersteuning van kwalitatief onderzoek. De term kwalitatieve survey werd in het Nederlandstalig gebied voor het eerst geïntroduceerd door Fred Wester (Wester & Peters, 2004). Er zijn twee subvormen bij de kwalitatieve survey te onderscheiden. De eerste betreft het soort onderzoek gebaseerd op diepte-interviews, afgenomen bij individuen. Een andere subvorm zijn de onderzoeken waarbij men werkt met een focusgroep. Hier worden geplande gesprekken gevoerd met een groep mensen. Hierbij is ook aandacht voor de groepsdynamiek.
Typerend voor deze onderzoeksvorm is dat interactie tussen de
onderzoeksubjecten onderling, en tussen de onderzoeker en onderzoeksubjecten mogelijk is waardoor actievere interviewtechnieken perfect toepasbaar zijn (Decorte & Zaitch, 2010). 7.2.1
Focusgroep
“A focus group is a sort of collective interview, directed by the researcher ( moderator), which exploits the interactive potential of the situation in order to generate rich data” (Van Hove & Claes, 2011). Focusgroepen zijn een manier om kwalitatieve data te verzamelen doch, net zoals zovele kwalitatieve methodes, is het niet zo eenvoudig uit te leggen wat een focusgroep nu exact is. Vandaar dat Gibbs (1997) het begrip focusgroep samenvat in wat de sleutelkenmerken van een focusgroep zijn: -
Georganiseerde discussie
-
Collectieve activiteiten
-
Sociale gebeurtenissen
-
Interactie
Een focusgroep is dus een kwalitatieve onderzoekstechniek gestoeld op groepsdynamica met als centraal kenmerk de interactie tussen de groepsleden en de interactie binnen de groep zelf (Morgan, 1988). Vaak verwart men, ten onrechte, een groepsinterview met een focusgroep (Decorte & Zaitch, 2010). Een focusgroep bevat weliswaar een aantal elementen van een interview, zo leidt de onderzoeker bijvoorbeeld de discussie aan de hand van het stellen van vragen (Van Hove & Claes, 2011). Het verschil tussen een groepsinterview en een focusgroep is voornamelijk te vinden in de mogelijkheid tot interactie tussen de groepsleden onderling (Decorte & Zaitch, 2010).
44
-
Een groepsinterview duidt op het feit dat een aantal mensen tegelijkertijd bevraagd worden. Hier ligt de aandacht vooral op de interactie tussen onderzoeker en onderzoeksubject (Decorte & Zaitch, 2010). De geïnterviewde heeft hier ook weinig invloed. De interviewer daarentegen heeft de meeste controle (Van Hove & Claes, 2011).
-
Bij een focusgroep gaat een onderzoeker een kleine groep mensen samenbrengen om
een
aantal
vragen
inzake
een
onderzoeksobject
te
bespreken.
De
groepsinteractie wordt begeleid door de onderzoeker die als moderator fungeert. Bij een focusgroep is dus veel meer interactie tussen de groepsleden onderling, en tussen de groepsleden en de onderzoeker mogelijk (Decorte & Zaitch, 2010). De moderator of onderzoeker heeft dus enigszins controle maar die wordt sterk beïnvloedt door de relatief grote invloed van de groep en de interacties tussen de groepsleden (Van Hove & Claes, 2011). Focusgroepen bestaan veelal uit een moderator en een zes tot tiental groepsleden. Gewoonlijk zijn er drie à vier aparte focusgroepen per categorie of groep die bestudeerd worden (Van Hove & Claes, 2011). Doel van de focusgroep is dat men gebruik maakt van de interactie tussen de groepsleden om zo informatie te verkrijgen die wellicht verschillend is van die informatie, geproduceerd door een interview met elk groepslid afzonderlijk. Dit maakt de methode van een focusgroep net zo bijzonder daar men data genereert die een product zijn van een groepsdynamiek (Van Hove & Claes, 2011). Verder
biedt een focusgroep een zeer gedetailleerd beeld inzake interesses, motieven,
overtuigingen en ervaringen van de groepsleden. Als onderzoeker krijg je een zeer goed overzicht van diverse meningen betreffende een bepaald thema (Van Hove & Claes, 2011). Men kan de focusgroep als methode an sich gebruiken maar ook als een onderdeel van andere onderzoeksmethoden (Decorte & Zaitch, 2010). Er bestaat ook zoiets als onlinefocusgroepen waarbij de methode van een focusgroep overgedragen wordt op het internet. Hierbij kan men onderscheid maken tussen synchrone en asynchrone groepen.
Een synchrone onlinefocusgroep verlangt dat alle personen
tegelijkertijd
Een
online
zijn.
voorbeeld
hiervan
is
een
chatroom.
Asynchrone
onlinefocusgroepen vereisen niet dat alle participanten tegelijkertijd online zijn.
Als
voorbeeld hiervan kunnen we een mailgroep stellen. Voordeel van een online ten opzichte van een face-to-face focusgroep is dat de dynamieken onder de participanten gemakkelijker
45
beheersbaar zijn. Belangrijk is steeds met een relevant thema te werken zodat het voor de deelnemers aantrekkelijk is om te discussiëren (Decorte & Zaitch, 2010). 7.2.2
De pro’s en contra’s
Uiteraard kent elke onderzoeksmethodiek een aantal voordelen. In het geval van een (online) focusgroep zijn deze (Decorte & Zaitch, 2010) : -
Omwille van de interactie tussen de groepsleden is er een klare kijk op de diverse ideeën en overtuigingen, op taalgebruik en op thema’s die onderzoekspopulatie aanbelangen.
-
Leden kunnen zelf ten dele het onderzoek mee sturen door de soort vragen die zij stellen, de antwoorden die zij bieden, de tegenreacties die zij aangeven.
-
Het meesturen van een onderzoek kan empowerend en emanciperend zijn.
-
Een focusgroep biedt de mogelijkheid tot inzicht in groepsprocessen.
-
Er kan veel informatie op een relatief korte tijd verzameld worden.
-
Focusgroepen zorgen voor een meer ontspannen sfeer voor de deelnemers.
-
Een asynchrone onlinefocusgroep biedt deelnemers de kans om te reflecteren alvorens te reageren.
Elke onderzoekstechniek kent ook een aantal nadelen. Wat de (online) focusgroep betreft zijn deze (Decorte & Zaitch, 2010): -
Omwille van het kleine aantal deelnemers is de focusgroep wellicht geen representatieve steekproef en zijn de mogelijkheden tot veralgemening beperkt.
-
Een focusgroep vereist dat een aantal mensen zich voor een bepaalde tijd kunnen en willen vrijmaken.
-
Groepsdiscussies zijn afhankelijk van bepaalde groepsdynamica ( dominante personen, groepsdruk )
-
De rol van de moderator is cruciaal in een focusgroep. Door de positie die de onderzoeker als moderator opneemt kan de onderzoeker mee het onderzoek sturen.
-
Participanten in onlinefocusgroepen kunnen door externe factoren beïnvloed worden waardoor ze afgeleid worden of zich terugtrekken uit de groep.
46
7.2.3
Opzet focusgroep
Een focusgroep is een dynamisch gegeven in die zin dat de moderator interactie aanmoedigt tussen de respondenten maar tevens de situatie dermate controleert zodat iedereen de mogelijkheid krijgt om een bijdrage te leveren. Er gaat dan ook heel wat tijd in het plannen, organiseren en analyseren van een focusgroep wil men goede data verkrijgen (Van Hove & Claes, 2011). Normaliter worden diverse focusgroepen opgesteld. Slechts in zeldzame cases, zoals in deze masterproef het geval is, wordt er voor één focusgroep gekozen. Het opmaken van een focusgroep gebeurt in zes stappen (Van Hove & Claes, 2011): Stap 1
Planning
Het is belangrijk dat volgende zaken duidelijk bepaald zijn (Van Hove & Claes, 2011): -
Wat is het onderzoeksprobleem dat de studie probeert op te klaren?
-
Wat is het doel van dit onderzoek?
-
Welke soort informatie hoopt men te vinden?
-
Voor wie is deze informatie bestemd?
-
Hoe wordt de informatie na het onderzoek benut?
Stap 2
Groep respondenten optimaliseren
Het is opportuun die groep respondenten samen te stellen die je als onderzoeker de meeste informatie kan opleveren. Vandaar dan ook het belang om na te gaan welke kenmerken de respondentengroep moet bevatten (Van Hove & Claes, 2011): -
Hoe kan je als onderzoeker net die mensen die het meest waardevolle informatie zouden opleveren, aantrekken voor dit onderzoek. Wat is de meerwaarde voor de deelnemers?
-
Gebruik gepaste aansporingen, doch steeds in het licht van ethische overwegingen.
-
Contacteer potentiële groepsleden tijdig zodoende men de medewerking kan inplannen in hun dagelijkse activiteiten.
-
Stuur een brief waarin nogmaals de toestemming vermeld wordt en waarin mensen ook bedankt worden voor hun inzet.
-
De dag van de start kan nog even een ‘herinnering’ gestuurd worden waarbij tevens nagegaan wordt of er geen problemen zijn.
-
Een gemakkelijke deelname is een belangrijke motivator.
47
-
Zoek de juiste persoon om te rekruteren. Hoewel logischerwijs de onderzoeker zelf op zoek gaat naar zijn of haar respondenten, kunnen andere sleutelfiguren wellicht gemakkelijker de doelgroep bereiken. Persoonlijke contacten zijn naar alle waarschijnlijkheid het meest effectief.
Stap 3
Groepsstructuur optimaliseren
Het doel van de focusgroep ligt in de groepsdiscussies. Daaruit
leidt voort dat alle
groepsleden gelijk betrokken zouden moeten zijn in de groep. Indien één persoon de groep domineert zou het doel ondermijnd kunnen worden. Het is dan ook belangrijk dat de groep niet té homogeen is daar de kans op discussie mogelijks daalt gezien de grotere kans op gelijkgestemden. Een groep moet dus heterogeen zijn maar ook daar zijn grenzen aan gesteld (Van Hove & Claes, 2011). Stap 4
Het aantal focusgroepen plannen
Een focusgroep bestaat idealiter uit een zes tot tiental leden. De groep mag niet té groot zijn daar de kans ontstaat dat respondenten niet durven spreken of de gelegenheid tot spreken niet meer krijgen. Een te kleine groep biedt dan weer weinig stimulans en kan leiden tot het uitblijven van discussie (Van Hove & Claes, 2011). Wat het aantal focusgroepen betreft, wordt veelal het oprichten van drie à vier focusgroepen geadviseerd (Van Hove & Claes, 2011). Daar deze methode binnen mijn onderzoek een onderdeel vormt van een virtuele etnografie, wordt er slechts één focusgroep opgericht. Op die manier zijn de data beheersbaar naar analyse van de virtuele etnografie toe. Stap 5
Opmaak vragen
Een goede vraag is van groot belang bij de focusgroep en bestaat uit volgende kenmerken (Van Hove & Claes, 2011): -
De vraag leidt tot communicatie en zaait geen verwarring.
-
De taal is aangepast aan de respondenten.
-
De vragen zijn kort en niet complex.
-
Er wordt slechts één vraag per keer gesteld.
Stap 6
Moderatorschap
Het onderzoek is sterk afhankelijk van de rol die de moderator al dan niet speelt. Volgens Gibbs (1997) zijn dit de belangrijkste kenmerken van een goede moderator : -
Een moderator vermijdt het uiten van persoonlijke opinies.
-
Een moderator velt geen oordelen.
48
Daar moderators zich niet mengen met de discussies zelf, wat zijn dan de belangrijkste taken van een moderator (Van Hove & Claes, 2011)? -
Het doel en timing van de focusgroep duiden bij de start van het onderzoek.
-
De leden een ontspannen en comfortabel gevoel bezorgen zodat men het onderzoek ervaart als positief.
-
Heldere vragen stellen.
-
De discussie controleren en bijsturen door extra vragen te stellen die het debat kunnen openen of die deelnemers stimuleren zich meer te focussen op het onderwerp van de focusgroep.
-
De mate van participatie van de deelnemers bewaken en preventief optreden bij dominantie van een aantal individuen.
-
Diverse perspectieven belichten zodat respondenten verschillen opmerken en aanvaarden.
-
Conversaties, die de groep afleiden of verder weg leiden van het thema, blokkeren.
-
Registeren van de gesprekken.
7.2.4
Data-analyse focusgroep
Er bestaan diverse manieren om de analyse van een focusgroep aan te pakken. Zo is er bijvoorbeeld een narratieve analyse, een discoursanalyse, de grounded-theory analyse en de thematische analyse (Van Hove & Claes, 2011). De manier waarop men de analyse van de data uitvoert is sterk afhankelijk van de reden waarom men de methode van een focusgroep opteert. In het geval van deze masterproef kies ik er voor om een thematische analyse uit te voeren gebaseerd op het model van Braun & Clarke (2006) weergegeven in de reader van Van Hove en Claes (2011). Een thematische analyse is een belangrijke en zeer open vorm van kwalitatieve analyse doch is niet geheel vrijwaard van kritiek. De thematische analyse wordt vaak verweten een consistente en transparante formule te ontbreken. Het is vooral een beschrijvende methode waarmee men de grote thema’s die men in een interview kan terugvinden aangeeft (Van Hove & Claes, 2011). Waar de virtuele etnografie vooral analyseert hoe iets gezegd wordt, zal de thematische analyse vooral analyseren wat er gezegd wordt.
Men gaat op zoek naar een aantal brede
thema’s die samenvatten wat de inhoud van de data is. Meestal is het zo dat de onderzoeker
49
de interviews of data een aantal maal doorneemt en tot een vijf à zes thema’s herleid die men vaak in de data ziet opduiken. Deze thema’s worden gebundeld in een rapport met daarbij quotes of extracten uit de discussies ter illustratie bij elk thema (Van Hove & Claes, 2011). Braun & Clarke (2006) maakten een model op voor het analyseren van de data uit een focusgroep. 1/
Interpretatie data
De onderzoeker maakt zich de details van de data eigen, dit door het meervoudig nalezen van de data. 2/
Codering
Hier gaat de onderzoeker elke lijn, paragraaf of onderdeel gaan coderen. Deze coderingen zijn niet de thema’s die het onderzoek zal voortbrengen maar vormen een procesfase in het werken naar die thema’s toe. Een code kan eigenlijk als een soort label beschouwd worden. Gezien de thema’s een abstractie vormen van de data, is het opportuun dat ook de codes eerder abstract zijn dan zeer concreet. De coderingen zullen in dit geval tevens geleid worden door de volledige ‘foto’ van alle data en niet door een individuele lijn of stuk tekst. 3/
Thema’s linken aan coderingen
In dit stadium ga je als onderzoeker op zoek naar patronen onder de coderingen. Veronderstel volgende coderingen : hond, sla, kat, wortel, appel. Deze coderingen kunnen gerelateerd worden aan twee thema’s namelijk ‘dieren’ en ‘fruit & groenten’. Thema’s zijn dus het resultaat van het categoriseren van de coderingen in betekenisvolle groepen van coderingen. 4/
Evaluatie thema’s
Op dit ogenblik worden de originele data opnieuw gekoppeld aan de thema’s en wordt mogelijks bijgestuurd. 5/
Definiering thema’s
Hier worden de thema’s defintief vastgelegd en benoemd. 6/
Rapportage
Als laatste fase worden de thema’s met bijbehorende coderingen en data schematisch voorgesteld in de vorm van een samenvattend rapport.
50
7.3
Ethische aspecten.
Net als elk wetenschappelijk onderzoek zal ook internetonderzoek aandacht vergen voor een aantal ethische aspecten. Als onderzoeker is het steeds van belang een goed evenwicht te vinden tussen enerzijds respect voor de respondenten en anderzijds voldoende vrijheid om het onderzoek valabel uit te voeren. -
Binnen een virtuele etnografie dient de onderzoeker de keuze te maken tussen enkel waarnemen, ook wel ‘lurking’ genaamd of participerend observeren, waarbij ook vragen aan de participanten gesteld kunnen worden en de onderzoeker bepaalde ideeën kan toetsen. Beide hebben hun voor- en nadelen (Fox & Roberts, 2008-2009).
-
De aanwezigheid van een onderzoeker via participerende observatie is altijd een kritisch gegeven. Actieve participatie is belangrijk voor de ethische onthulling van de identiteit van de onderzoeker. Dit kan echter leiden tot vooroordelen en mogelijks tot een daling van validiteit (Kanayama, 2003).
-
Non-participatie creëert anderzijds vertrouwen- en privacy problemen (Kanayama, 2003).
-
Als onderzoeker ga je vooral voort op de ‘zichtbare’ discoursen.
Het vormt een
interpretatie van een representatie. De validiteit kan hier problematisch zijn (Kanayama, 2003). -
In een virtuele gemeenschap zijn altijd mensen aanwezig die op de loer liggen, de zogenaamde ‘lurkers’, zij blijven stil. Als onderzoeker is het zeer moeilijk om hun presentaties en het psychologisch effect op anderen te observeren (Kanayama, 2003).
51
8
Besluit
Internet en sociale media hebben een zeer grote invloed op het alledaagse leven maar ook op de evolutie van het wetenschappelijk onderzoek. We nemen een evolutie waar waarbij sociale media niet alleen onderzoeksobject zijn maar ook een onderzoeksinstrument gaan vormen. Door de virtuele ruimte te laten benutten door een aantal respondenten die net die virtuele ruimte als interessegebied hebben, ontstaat de mogelijkheid om het onderzoeksterrein zeer breed te maken. In die zin werd er voor dit onderzoek geopteerd een virtuele etnografie op een online mailgroep uit te voeren.
Deze mailgroep, met name een online discussiegroep inzake
computer, internet en vooral sociale media, fungeert tevens als affinity space. Deze keuze creëert de mogelijkheid om niet alleen te onderzoeken wat deze senioren denken over sociale media maar ook om tegelijkertijd de sociale interacties, groepsdynamica en verhalen tussen de respondenten onderling bij het gebruiken van sociale media na te gaan. De link tussen dit alles is de interesse die zowel onderzoeker als respondenten delen, namelijk de virtuele ruimte.
52
III
ONDERZOEK
Sociaal onderzoek geeft ons geen ontegensprekelijke en universele kennis over het leven maar het levert een bijdrage om het leven beter te begrijpen. Dit veronderstelt ‘dialoog’ (Smeyers, 2008-2009, p. 3)
9
Onderzoeksopzet
9.1
Opzet
9.1.1
Afbakening doelgroep
Vooreerst dient de doelgroep binnen het onderzoek afgebakend te worden. Hiertoe wordt de begingrens van de respondenten op de kalenderleeftijd van vijftig jaar gesteld. Eerste reden hiervoor is dat op die manier de doelgroep zeer heterogeen is en zowel senioren die internet vrij goed kennen en gebruiken (via het werk), maar ook senioren voor wie internet nog nieuw terrein is, kan bevatten.
Op die manier is het onderzoek meer representatief voor de
multigenerationele doelgroep ‘senioren’ die de maatschappij vandaag typeert. Tweede motivatie voor de leeftijdsgrens is het feit dat heel wat onderzoek omtrent ICT, internet en pcgebruik metingen uitvoeren bij senioren vanaf vijftig jaar. Daarnaast is het zo dat uit onderzoek van Röhr-Sendlmeier & Ueing (2004) blijkt dat er zich vanaf de leeftijd van vijftig jaar een aantal belangrijke veranderingen in het leven van de mens voordoen. Deze veranderingen zijn zowel van demografische, psychologische als economische aard en worden gekenmerkt door kinderen die het ouderlijke huis verlaten, de geboorte van de eerste kleinkinderen, de vrije tijd die toeneemt, het overlijden van een partner of ouder, het besef dat er reeds een aanzienlijk deel van het leven achter de rug is, het vervroegd met pensioen gaan, het beschikken over een ruimer budget door een daling van de onkosten en het optreden van eerste gezondheidsklachten (Röhr-Sendlmeier & Ueing, 2004). Uiteraard is bij de keuze voor deze begrenzing opnieuw enige reservatie gewenst. Niet alleen de leeftijdsgrens is van belang maar ook de ‘tijdslijn’. Iemand die vandaag vijftig is valt niet te vergelijken met iemand die veertig jaar geleden de leeftijd van vijftig jaar bereikt had. Daarnaast bleek uit verschillende onderzoeken van onder andere Johnson (1994) en Tréguer (1998) dat de moderne senior zichzelf helemaal niet als oud beschouwt: 60 tot 75% van de 60-plussers voelt zich jonger dan zijn werkelijke leeftijd. Deze psychologische verjonging bedraagt ongeveer tien jaar, maar sommige ondervraagden voelden zich zelfs twintig jaar jonger (Turrekens, 2007-2008).
53
9.1.2
Opzet virtuele etnografie
Het internet is een plaats geworden waar mensen communiceren en meer nog, waar ze zichzelf presenteren. Aan de hand van een virtuele etnografie ga ik dieper in op hoe de respondenten online communiceren en interageren, dit aan de hand van een observatie gevolgd door analyse van een virtuele ruimte, met name de online mailgroep (Wittel, 2000). Voor de opzet van de virtuele etnografie maak ik gebruik van het stappenplan uit de reader van Van Hove en Claes (2011). Stap 1
Formuleren van de onderzoeksvraag
Zoals door Van Hove & Claes (2011) aangegeven is de onderzoeksvraag binnen een virtuele etnografie vaak een proces op zich dat doorheen het onderzoek evolueert. Ook in deze masterproef was de onderzoeksvraag voorafgaand het onderzoek nog niet concreet en heeft deze zich gedurende het onderzoek meer en meer ontwikkeld tot de volgende vraag: Hoe gebruiken senioren sociale media en welke betekenis geven ze aan sociale media? Waar ik bij aanvang van de masterproef vooral geïnteresseerd was in de oorzaken naar het al dan niet gebruiken van sociale media door senioren, ben ik mij gaandeweg meer gaan focussen op het gebruik van sociale media zelf en de betekenis hiervan voor senioren. Ik realiseerde mij het belang om het onderzoek niet te gaan verengen maar net voorbij de digitale kloof te kijken en sociale media te benaderen vanuit het perspectief van de senioren die net wel sociale media gebruiken. Stap 2
Welke domeinen lenen zich tot participerende observatie?
Gezien het onderzoeksveld zich binnen het publieke domein zelf afspeelt, is het domein niet dermate privaat dat het niet in aanmerking zou komen voor een virtuele etnografie of dat dit een ethisch probleem zou vormen. Uiteraard zijn er wel een aantal andere ethische kwesties waar rekening mee gehouden dient te worden.
Zo worden persoonlijke gegevens zoals familienaam, adres, email en
telefoonnummer bij de analyse niet vrijgegeven, dit uit respect voor de privacy van de deelnemers. Daar ik als observator actief participeerde in het onderzoek, dit via de rol van moderator in de online focusgroep, is er geen sprake van lurking en dus bijgevolg ook geen vertrouwensproblematiek.
54
Het onderzoeksdoel en de methode werden bij aanvang zeer duidelijk omschreven aan de respondenten waardoor men heel goed op de hoogte was van het verloop van het onderzoek.
Risico was hier uiteraard dat de validiteit van het onderzoek daalde. Doch het
betrof een kwalitatief exploratief en beschrijvend onderzoek. De bedoeling was geenszins om veralgemenende uitspraken te maken over de populatie ‘senioren’. Zoals uit de literatuurstudie
blijkt
zouden
uitspraken
over
‘de
senioren’,
de
heterogene
en
multigenerationele groep die senioren zijn, onrecht aandoen. Stap 3
Afbakening observatieterrein
Volgende stap binnen het opzetten van de virtuele etnografie betreft het afbakenen van het observatieterrein. In dit geval opteerde ik voor het creëren van een online virtuele ruimte in de vorm van een mailgroep. Daar het betreden van een bestaande online mailgroep geen evidentie bleek te zijn, koos ik ervoor om zelf een nieuwe mailgroep op te richten. Mailgroepleden rekruteerde ik binnen de groep mensen waar ik dagelijks mee werk, met name bezoekers van de dienstencentra en buurthuizen te Oostende. Stap 4
Bepaling rol of positie van de onderzoeker
Deze stap of fase binnen de opzet van het onderzoek was zeer cruciaal. Belangrijk kenmerk van mijn onderzoek was dat de meeste respondenten mij kenden, hetzij enkel via naam of hetzij via vroegere samenwerkingen. In die zin was de rol van observator als ‘lurker’ reeds geen optie. Het onderzoek was ook niet van die aard dat lurken in dit geval aangewezen was. Door te opteren voor een mailgroep, in de vorm van een online focusgroep, nam ik als onderzoeker de rol van moderator op. Daarbij was het van belang voldoende aandacht te besteden
aan
het
mij
onthouden
van
eigen
meningen
en
niet-veroordelend
te
communiceren. Valkuil bij deze opzet was dat ik als onderzoeker tegelijkertijd moderator en observator was,
wat betekent dat ik het onderzoek zelf mee richting gaf.
Tegelijkertijd
counterde ik dit een stuk door via een online focusgroep ook de groepsdynamiek toe te laten binnen een onderzoek, waardoor de respondenten tevens sterk invloed hadden op het onderzoek. Stap 5
Veldnota’s – dataloggen
Het registreren van de data is van zeer groot belang binnen een etnografie. Vaak worden interviews afgenomen die op de één of de andere manier opgenomen of geregistreerd
55
dienen te worden. Binnen een virtuele etnografie is net datgene wat neergeschreven wordt, onderwerp van het onderzoek. Daar alle communicatie hier schriftelijk verloopt, is registratie dan ook zeer eenvoudig. 9.1.3
Opzet online focusgroep
Een online focusgroep kan beschouwd worden als een online affinity space daar de senioren in de eerste plaats samen gebracht worden in een virtuele ruimte omwille van een gemeenschappelijke interesse en/of passie en niet zozeer omwille van de mensen zelf (Gee, 2011). In een latere fase is het echter wel mogelijk dat er toch een band ontstaat tussen de senioren en dat de mailgroepleden leren van elkaar of hun meningen aanpassen op basis van elkaars commentaren. De mailgroep is een participatief medium waar de senioren steeds gebruiker en producent kunnen zijn. Men leest informatie/ mails van de andere leden maar heeft de vrijheid om zelf informatie te plaatsen. In die zin sturen de leden het onderzoek zelf mee door de antwoorden, de vragen en tegenreacties die ze bieden. De mailgroep is zeer toegankelijk en gratis. Het vereist echter wel steeds een bijdrage van de participanten. Respondenten kunnen echter ook ‘lurken’, dit is mee volgen maar niets bijdragen (Schuler, 1994). Tevens typerend voor de mailgroep is de asynchrone communicatie. Respondenten bepalen zelf wanneer, hoe en of ze überhaupt een reactie bieden op een mail. Er wordt daarbij trouwens niet verwacht dat alle respondenten tegelijkertijd online zijn. Men beslist zelf wanneer men tijd vrijmaakt voor de mailgroep. Voor de opzet van de online focusgroep werd beroep gedaan op de reader van Van Hove en Claes (2011). Stap 1
Plannen van het onderzoek
Via dit onderzoek hoop ik als het ware een momentopname, een foto te maken van wat er zich vandaag voorbij de digitale kloof afspeelt bij senioren, en te begrijpen hoe senioren sociale media gebruiken, welke betekenis ze er aan geven. Op die manier wens ik onderzoekers, beleid en organisaties aan te zetten tot het nadenken over en het benutten van niet alleen de uitdagingen maar ook en vooral de vele opportuniteiten die sociale media voor senioren kunnen betekenen. De opzet en vooral de effectieve start van de mailgroep vormde voor mij de grootste hindernis van dit onderzoek. Er stelden zich namelijk zoveel vragen die ik voorafgaand het onderzoek wou vastleggen waardoor ik de neiging had om de opstart steeds uit te stellen
56
totdat alles volledig op punt stond en alles vooraf gedetermineerd was (onderzoeksdoel, onderzoeksvraag, onderzoeksverloop ed.). Terwijl het ‘proces’ binnen dergelijk onderzoek net zo belangrijk is en alles vooraf niet definitief kan of mag bepaald worden. De kracht van het onderzoek zit hem
in de groepsdynamica en zo is het perfect mogelijk dat de
onderzoeksvraag gedurende het proces geconstrueerd en gereconstrueerd wordt als zijnde een gemeenschappelijk product van de interactie tussen onderzoeker en respondenten. Stap 2
Groep respondenten optimaliseren
Om de heterogene groep, die senioren zijn, in de focusgroep te representeren, leek het mij van belang om een zo breed mogelijke variatie senioren in de mailgroep op te nemen. Vandaar ook de keuze om binnen dit onderzoek de doelgroep op vijftigplussers te stellen. Daar ik in mijn huidige functie minder direct contact heb met senioren, besloot ik een aantal sleutelfiguren aan te spreken.
Op het team centrumleiders stelde ik de vraag of de
centrumleiders bereid waren, mensen waarvan men weet dat hij of zij interesse heeft in het onderwerp, aan te spreken om deel te nemen aan het onderzoek. Daarnaast maakte ik een begeleidende brief op waarin nogmaals kort de opzet, doel en verloop van het onderzoek vermeld werden. Bij wijze van ‘teaser’ besloot ik de mensen een kleine attentie te bieden ter bedanking voor de inzet. Wat dit precies was vermeldde ik niet maar ik vond dit wel een mogelijks belangrijke stimulans. Eenmaal mensen zich aangemeld hadden voor deelname, stuurde ik diezelfde dag een bevestigingsmail met daarbij ook de timing van de effectieve start van de mailgroep. Op 20 maart 2012 stuurde ik een eerste kennismakingsmail met daarin nogmaals het doel en verloop van het onderzoek vermeld. Hierin werd ook zeer uitgebreid beschreven hoe men een mailgroep kan gebruiken en eventueel zelf aanmaken. Dit laatste was een optie en geen must. De mail werd afgesloten met de mededeling dat vanaf 23 maart 2012 de eerste mails verstuurd zouden worden. Op die manier werden de leden nogmaals herinnerd aan hun deelname en konden ze zich voorbereiden op de start van de mailgroep. Als moderator verstuurde ik steeds een quote, een vraag of een artikel naar alle leden. Daarop konden leden feedback geven of reageren. Voorwaarde hierbij was dat bij het versturen van een mail, iedereen de mail ontving, zodat er gelegenheid tot uitwisseling en eventueel discussie ontstond. De timing van wanneer ik als moderator een mail verstuurde werd niet medegedeeld aan de respondenten.
57
Stap 3
Groepsstructuur optimaliseren
De groepsstructuur vormt een zeer belangrijke succesfactor voor de mailgroep. Het is van belang dat de groep niet té homogeen is daar de kans op gelijkgestemdheid toeneemt en daarmee de kans op discussie afneemt. Anderzijds bestaat bij té heterogene groepen dan weer het risico dat leden zich niet comfortabel of veilig voelen om de discussie aan te gaan (Van Hove & Claes, 2011). De samenstelling van de groep is dan ook een zeer moeilijke evenwichtsoefening waar ik bij nader inzicht minder aandacht aan besteed heb. Het aantal kandidaten-mailgroepleden was beperkt waardoor de gelegenheid tot selectie zich niet voordeed. De leden die deelnamen waren naar mijn aanvoelen allen zeer mondig en respectvol ten opzichte van elkaar. In die zin denk ik dat ik kan stellen dat het vooral een kwestie van een toevallige evenwichtige samenstelling was met toch voldoende variatie onder de respondenten. Twee respondenten namen tijdens de mailgroep aan geen enkele discussie deel. Stap 4
Het aantal focusgroepen plannen
In dit onderzoek wordt slechts voor het creëren van één focusgroep gekozen. Idealiter bestaat een focusgroep uit een zes à tiental deelnemers. Ook hier is een goed evenwicht tussen een niet al te grote en al te kleine groep van belang. Oorspronkelijk hebben zich zeven personen opgegeven om deel te nemen. Gedurende de eerste weken van het onderzoek heeft zich nog één persoon extra aangesloten. Twee respondenten namen niet actief deel aan het onderzoek. Eén daarvan heeft ook aangegeven niet meer te wensen deelnemen wegens tijdsgebrek. Dit betekent dat de groep uit zeven respondenten, waarvan zes actieve, bestaat. Dit aantal is een minimum vereiste wat een online focusgroep betreft. Belangrijk hierbij is evenwel dat de online focusgroep in de eerste instantie een manier was om data te verzamelen waarop de virtuele etnografie uitgevoerd kon worden. In die zin diende de data ook controleerbaar en overzichtelijk te blijven. Stap 5
Opmaak vragen
Bij het opmaken van de vragen dient rekening gehouden te worden met de duidelijkheid en de leesbaarheid van de vragen. Door het werken met mail, leende de mogelijkheid er zich toe om meerdere vragen tegelijkertijd te stellen. Ook de vraagstelling zelf was voor mij een leerproces. Voorafgaandelijk het onderzoek werd een lijst opgemaakt met de vragen die ik wenste te stellen. Na de eerste mails merkte ik dat de reactie van de respondenten zeer individueel tot mij gericht was en tot weinig discussie
58
leidde. De discussie en interactie tussen de respondenten was net een belangrijk onderdeel van het onderzoek. Vandaar mijn keuze om meer te gaan inspelen op de actualiteit en op zaken die gevoelig konden liggen. Dit is een voorbeeld van hoe respondenten het onderzoek mee richting kunnen geven en hoe je als onderzoeker flexibel moet kunnen omgaan met het onderzoeksproces. Mijn communicatie met de respondenten was zeer laagdrempelig. Ik poogde steeds beleefd maar tegelijkertijd ook niet té formeel te communiceren zodoende een zekere openheid te creëren tussen de respondenten en mezelf. Stap 6
Moderatorschap
Als moderator was mijn voornaamste taak het aanbrengen van discussieonderwerpen en vragen, en daarnaast het sturen en bijsturen van het verloop van de mailgroep. Dit is echter niet voldoende. De respondenten moeten zich goed voelen in de groep, zich veilig voelen, wil men überhaupt tot discussie komen. De cultuur en de sfeer van de mailgroep wordt een stuk bepaald door de manier waarop ik communiceer met de mailgroepleden en het al dan niet ingrijpen op bepaalde ogenblikken. Met de inhoud van de discussies zelf heb ik mij niet gemend. Ik stuurde de mailgroep op een andere manier door bijvoorbeeld over te gaan naar een nieuwe vraag of discussiethema, of door nieuwe vragen te stellen o.b.v. voorgaande opmerkingen van respondenten. Op die manier kon ik tevens de mate van participatie van de deelnemers bewaken, en preventief optreden bij dominantie van een aantal individuen. Daarnaast bood ik op die manier tevens diverse perspectieven aan, wat respondenten stemde tot nadenken en inzichten bood in een wereld vol verschil.
9.2
Respondenten
In totaal hebben zich acht respondenten aangemeld voor het onderzoek. Eén respondent heeft zich tijdens het verloop van het onderzoek nog aangesloten. In de ‘aanmeldende’ mails spraken zes respondenten mij aan met mijn voornaam. Eén persoon sprak mij aan met ‘mevrouw Jessie’ en één respondent gebruikte geen aanspreektitel. Opvallend bij de aanmelding was dat drie van de respondenten ook spontaan hun leeftijd, opleidingen, hobby’s, talenkennis, loopbaan, adres, telefoonnummer, mail enz opgaven. Deze mail was enkel aan mij gericht doch er was niet specifiek naar deze informatie gevraagd.
De mail werd in de helft van de gevallen behoorlijk informeel afgesloten met
59
‘groetjes’ of ‘groeten’. Vier van de respondenten gebruikten de iets meer formele afsluiting ‘met vriendelijke groeten’. Eén van de respondenten gebruikt ook een elektronische handtekening met een eigen ‘wapenschild’. Verder vertoefde een respondent in het buitenland. Deze persoon kon echter zonder problemen aan het onderzoek deelnemen. Zij ‘stelde’ zich ook zeer formeel kandidaat om aan het onderzoek mee te werken. Bij de afronding van het onderzoek werd tijdens een laatste mailronde gevraagd naar een aantal persoonlijke gegevens: naam, voornaam, geboortedatum, adres, studies/ opleiding, vroeger of huidig beroep. Daarin werd duidelijk vermeld dat dit een optie was en geen must. Verder gaf ik ook aan dat zaken zoals adres nooit in de masterproef opgenomen zouden worden omwille van de privacy. Hieropvolgend een korte weergave van de respondenten. De voornamen die in het cursief geplaatst werden, zijn de actieve deelnemers van het onderzoek. De overige respondenten waren lurkers waarvan één respondent aangaf geen tijd te vinden om actief deel te nemen. Familienamen en adressen werden omwille van privacy-redenen niet opgenomen. Voornaam
Geboortedatum
Leeftijd
Studies/opleiding
Beroep
Madi
22/6/1944
68 jaar
Handel en
Zaakvoerder
fotografie Krista
17/6/1942
70 jaar
Hoger
Directiesecretaresse
middelbaar handel Jean-Pierre
26/1/1961
51 jaar
Mechanica A3
Adjunct-
VDAB opleiding
centrumleider
gastronomie en banketten Raymond Marie-Jeanne
16/4/1932 16/7/1950
80 jaar 62 jaar
Hoger
Onderwijs en
middelbaar
naderhand toerisme
Handel
Gerante maar sedert 1981 invalide
Ronny
?
?
Electronica
NVMB
Politieschool
Politiecommissaris
Johan
?
?
?
Martine
?
?
?
60
Uit de gegevens blijkt: -
Dat er vijf mannelijke deelnemers en vier vrouwelijke deelnemers zijn.
-
Dat de leeftijden zeer gevarieerd zijn.
De groep bestaat uit één vijftiger,
drie
zestigers, één zeventiger en één tachtiger. -
De gevolgde opleidingen zijn zeer monotoon. gevolgd.
Eén persoon volgde mechanica A3,
Heel wat mensen hebben handel later aangevuld door een VDAB
opleiding. Deze monotone trend kan wellicht toegeschreven worden aan het destijds beperkt aantal studiekeuzemogelijkheden. -
De carrières zijn opnieuw zeer divers.
Er kan gesteld worden dat de groep respondenten zeer heterogeen is, dit kan de validiteit en representativiteit alleen maar ten goede komen. Doch deze mailgroep wenst in geen geval de volledige populatie senioren te representeren. Dit onderzoek is in de eerste plaats een exploratief & beschrijvend onderzoek en is bijgevolg lokaal, fragmentarisch en sterk afhankelijk van niet alleen de respondenten maar ook van de onderzoeker.
61
10
Analyse onderzoeksdata
10.1
Virtuele etnografie
In dit onderdeel van de analyse wordt het gebruik van sociale media geanalyseerd op stijl en vormgeving, op zelf- en sociale representatie en op de interacties en sociale constructies. Hiervoor inspireer ik mij op de virtuele etnografie die Kanayama (2003) uitvoerde in Japan en op het werk van Flick (1995) inzake sociale representatie. 10.1.1 Stijl en vormgeving 10.1.1.1 Naam mailgroep De naam voor de mailgroep, namelijk ‘zilvergroep’ werd door mezelf als moderator bepaald. Naderhand realiseerde ik dat ik net zo goed de respondenten zelf een naam had kunnen laten bepalen. Dit zou wellicht meer gedragen worden door de groep, op voorwaarde dat men tot een consensus was gekomen. De keuze voor de naam zilvergroep kwam vooral omwille van het feit dat dit de respondenten vertrouwd in de oren zou klinken. Oostende, een stad waar heel wat senioren vertoeven, kent een ‘zilverbeleid’, een beleid specifiek naar senioren toe.
Aan dit beleid
worden een aantal acties gekoppeld zoals de zilvergids, zilverrock, zilverdans. Ik hoopte met die naam een zekere vertrouwdheid te scheppen. 10.1.1.2 Namen zilvergroepleden Alle respondenten gebruikten hun eigen naam of althans een afkorting daarvan. Jean-Pierre korte zijn naam af tot JP. Krista gebruikte af en toe enkel de eerste letter van haar voornaam om de mails af te sluiten en Raymond begroette de zilvergroepleden vaak als ‘mongsje’. Geen enkele respondent koos ervoor een nickname te gebruiken. Eén respondent schreef steeds naam én voornaam in de mails,
de overige respondenten gebruikten enkel de
voornaam. Dit kan er op duiden dat de leden zich alvast veilig voelden in de groep om hun eigen naam te gebruiken. Wanneer men de groep in het algemeen aanspreekt, gebruikt men de aanspreektitel ‘Zilvergroepers’ of ‘iedereen’, ‘allemaal’. Wanneer men echter reactie geeft op een andere reactie, spreekt men de persoon met de voornaam aan.
62
10.1.1.3 Vormgeving De vorm van alle mails was zeer uniform. Deze zag er, gelet een aantal uitzonderingen, over het algemeen zo uit: Begroeting, Inhoud Korte afscheidsgroet, Naam verzender Verschillende respondenten maakten vaak gebruik van alinea’s, anderen niet.
Wel
opvallend was het feit dat een tweetal respondenten minder leestekens gebruikten en op die manier zeer lange zinnen vormden. De leesbaarheid was hier dan ook het minste. -
Elke dag bekijk ik Facebook (familiale redenen) en Twitter (politieke redenen). Vroeger, van ongeveer 1997 tot 2000 was ik op ICQ, een wereldwijde chat, had er leuke contacten in Canada, Nieuw Zeeland, Bangla Desh, India enz. maar ik heb dit stopgezet, bijna om het half uur kwam er een oproep binnen om te chatten (ook weer vooral politiek en wereldnieuws).
-
Ik ben ook al jaren gebruiker van het internet bankieren , het is inderdaad gemakkelijk zeker met werktijden , ook dat er meer banken centraliseren en de kleinere kantoren op de wijken ofwel maar halve dagen open zijn ofwel sluiten.
Concluderend kunnen we stellen dat de respondenten de mail allen op een zeer uniforme wijze gebruiken doch de leesbaarheid is niet bij alle leden even groot. Wellicht is de heterogeniteit van de groep respondenten aanleiding hiertoe. 10.1.1.4 Schrijfstijl Bepaalde respondenten gaven zeer doordachte antwoorden die goed geconstrueerd werden. Dit was te merken aan de goed opgebouwde argumenten en aan de structuur van de mail. Voorbeeld hiervan : Waarvoor ik mijn computer gebruik ? Hierbij een opsomming , met de zekerheid dat ik enkele functionaliteiten zal vergeten -
afhankelijk wat ik wens te doen laveer ik tussen twee browsers, enerzijds explorer omdat sommige toepassingen daar best op draaien en anderzijds firefox.
-
mijn explorer is ingesteld naar mijn dagelijkse informatiehonger en start dan ook met twee krantenpagina's (nieuwblad en HLN) en de redactie. be.
63
Anderen antwoordden dan weer zeer impulsief en dit uitte zich in minder gestructureerde en/of gemotiveerde antwoorden. Voorbeeld hiervan: Wat mij tegenwoordig ergert, en die man in de video moest het ook aanhalen, is dat er steeds gesproken wordt over het PROBLEEM VAN DE VERGRIJZING; Dus als “vergrijsde” ben ik nu een probleem. Ik heb van mijn 18de gewerkt tot mijn 51ste waar ik op brugpensioen moest gaan of afgedankt werd na 24 jaren dienst, dit wegens een collectieve afdanking en druk van de vakbonden. Ik wilde nog werken maar mocht niet, kwam in financiële en emotionele moeilijkheden. Dus heb ik 33 jaar lang ferm betaald aan sociale zekerheid, belastingen, noem maar op en was ik ook en ben nog consument. Nu ik de 70 nader ben ik een vergrijsd probleem!!! Quid de economische gelukzoekers die hier zo maar binnen komen, geen cent betaald hebben en praktisch niet consumeren, vormen die geen probleem. Dit terloops gezegd. Het lijkt alsof sommige respondenten denken en lezen tegelijkertijd en anderen echt zeer goed reflecteren alvorens iets neer te schrijven. We kunnen dus stellen dat hoewel de mogelijkheid tot zelfreflectie steeds aanwezig is, deze niet door iedereen benut wordt. De mate van zelfreflectie is een individualistisch gegeven dat sterk afhankelijk is van de persoonlijke geschiedenis van elke respondent. Scholingsgraad, tewerkstelling, opvoeding e.d. zijn factoren die hier allen invloed op zullen hebben doch een uitgebreide analyse van deze gegevens ontbreekt. Typerend aan dergelijk kwalitatief onderzoek is dan ook het gebrek aan de context en persoonlijke achtergrond van elke respondent. 10.1.1.5 Begroetingen De begroeting was bijna steeds aanwezig. Eén respondent richtte zich in het begin vooral tot mezelf bij het antwoorden. Doorheen de tijd is het groepsgevoel sterker geworden en werden de begroetingen ook iets informeler. Eén respondent sprak al van ‘vrienden’. De respondenten startten de mail meestal met een korte begroeting. Enkel wanneer men een reactie gaf op een andere mail, was er vaak geen inleiding meer maar werd meteen reactie gegeven op de mail van het andere groepslid. begroetingen: -
Hallo, beste Jessie
-
Beste allemaal
-
Hallo iedereen
-
Hello iedereen
-
Hallo zilvergroepvriendjes
-
Beste Jessie
64
Hier de diverse inleidende
-
Hallo zilvergroep
-
Beste zilvergroepleden
-
Beste leden van de zilvergroep allemaal
-
Beste jp
-
Hello Madi
-
Beste ronny,
-
Raymond
-
Hoi M-J
-
Hallo
-
Goeie avond zilvergroep
-
Dag Ronny
-
Hallo, beste zilvergroepvrienden
-
Hallo, beste zilvergroepers
-
Goede namiddag zilvergroepers
-
Hallo zilvergroepers
Zo goed als alle respondenten sloten de mails ook af met een slotgroet. Een aantal deden dit zeer formeel,
anderen eerder informeel. Men gebruikte zowel Nederlandstalige als
Engelstalige afkortingen.
Opvallend is dat men in de begroeting ook vaak een begroeting
maakte gerelateerd aan het weer. -
Mvg
-
Groetjes,
-
Veel groetjes van
-
Grtjs
-
Heel veel zonnige groeten
-
Tot een volgende zitting,
-
That is all folks
-
Groeten
-
Grtz
-
Tot hoors
-
Leuke dag aan iedereen en tot mails
-
Tot een volgende bijdrage
-
Groetjes aan jullie allen
-
Zonnige zondagsgroeten uit het paradijselijke zuiden
-
Tot mails en vriendelijke groeten
-
Groetjes en nog een leuk week-end
65
Eén respondent gebruikte zeer regelmatig Engelse woorden, zowel bij de inleidende groet als bij de slotgroet. -
That is all folks
-
Hello
Uit bovenstaande begroetingen merken we een zeer respectvolle omgang tussen de respondenten. De manier waarop men begroette, was zeer uiteenlopend. Sommigen beschouwden deze mailgroep als een zeer formele gelegenheid en waren zich wellicht voortdurend bewust van het feit dat alle gegevens gerapporteerd zouden worden. Anderen waren zich daar blijkbaar minder bewust van en communiceerden zeer informeel. 10.1.1.6 Afkortingen In de mails worden af en toe afkortingen gebruikt, afkortingen van zowel Nederlandse als Engelse woorden. -
Grtjs
-
Grtz
-
Mvg
-
e.a
-
PC
-
bv.
-
evt.
-
TV
-
ed.
-
FB
-
HLN
Bepaalde van bovenstaande afkortingen worden zowel bij niet-virtuele als virtuele communicatie gebruikt. Een aantal afkortingen zoals ‘grtz’ vormen toch eerder onderdeel van virtuele communicatie. Hieruit blijkt dat niet alleen jongeren gebruik maken van de specifieke ‘virtuele taal’ maar ook senioren. 10.1.1.7 Antwoorden Sommige respondenten plaatsten hun antwoord in de gezonden mail apart onder elke vraag. Anderen antwoordden onderaan de mail en maakten er meer één verhaal van. Sommigen antwoordden zeer beknopt, anderen zeer uitgebreid.
66
De tijd die senioren investeerden in dit onderzoek en in sociale media in het algemeen, is zeer divers. De mensen die in het onderzoek aangaven zeer vaak op het net te surfen, waren ook degenen die het meeste en tevens de meest uitgebreide antwoorden gaven. Een aantal factoren zoals het feit of men nog tewerkgesteld is of reeds gepensioneerd, heeft wellicht invloed op de intensiteit van de deelname aan dit onderzoek. 10.1.1.8 Onderwerp In de mail kan bovenaan steeds een onderwerp weergegeven worden. Ikzelf gaf als onderzoeker steeds een onderwerp op. Heel wat respondenten gaven een reply op de mails die ik als onderzoeker verstuurde, een enkeling paste het onderwerp aan bij het beantwoorden van de mails. Daarnaast maakten een aantal respondenten een nieuwe mail aan met een eigen onderwerp. Hieronder een kort overzicht van de diverse onderwerpen. Reply’s -
Mailgroep
-
Zilvergroep
-
Senioren en internet
-
Digitale week
-
Seniorennet
-
Nieuwe stof tot discussie
-
Gelezen op HLN: Geen twitter voor Spanjaarden tijdens EK
-
Einde zilvergroep
Eigen onderwerpen -
Jos Ghysen beschuldigd van seksuele intimidaties
-
Ongewenste intimiteiten, ook onder de VRT-toren
-
De smartphone die door muren kan kijken.
-
Cubigo
-
Voor de vrouwen en mannen met humor
Zoals hierboven op te merken valt, namen een aantal respondenten het niet zo nauw met het thema van de mailgroep. Af en toe werden linken gemaakt naar de actualiteit. In sommige gevallen had deze link wel met sociale media te maken, in andere gevallen dan weer niet. Opvallend was dat andere respondenten niet reageerden op de linken. In die zin leek het mij als moderator niet nodig om bij te sturen.
67
10.1.1.9 Emoticons Een emoticon is een combinatie van karakters op het toetsenbord waarmee emotie wordt uitgedrukt in elektronische post of chat sessies (Benschop, 1997). Het meest bekend zijn: :- )
glimlach
; -)
knipoog
Het gebruik van emoticons in sociale media is afhankelijk van de sociale context. Het uiten van emoties via sociale media is anders dan via face-to-face communicatie, dit omwille van twee redenen : 1/ Sociale media zijn trager en minder spontaan, alles moet namelijk getypt worden. 2 / Het non-verbaal gedrag is niet observeerbaar. Non-verbale communicatie heeft drie functies: Emoticons
kunnen, althans
informatie,
gedeeltelijk, dezelfde
functie
interactie en uitdrukking. hebben
die
non-verbale
communicatie heeft binnen face-to-face communicatie. Toch zullen sociale media minder ‘sociale ‘ aanwezigheid toelaten en creëert men meer psychologische afstand. Als gevolg daarvan wordt de communicatie vaak als minder vriendelijk, minder emotioneel of onpersoonlijk, meer serieus en taakgerichter omschreven. Studie bewijst dat men emoticons meer gebruikt in socio-emotionele context dan in taakgeoriënteerde context. Men gebruikt vaker negatieve emoticons dan positieve emoticons. (Derks, Bos, & von Grumbkow, 2007) Emoticons worden in de conversaties binnen dit onderzoek zo goed als niet gebruikt. Enkel Jean-Pierre, de jongste respondent, gebruikt éénmaal een smiley. -
Internet is het zelfde als de krant verschil is dat niet alles in de krant kan of mag en is misschien wel beter omdat ge geen bomen moet omkappen
Het beperkte gebruik kan wellicht toegeschreven worden aan het feit dat het thema weinig emotionaliteit oproept. Op het ogenblik dat de discussies wat oplaaiden valt op te merken dat er vooral leestekens of hoofdletters gebruikt werden om een zin of woord kracht bij te zetten. -
Zeg nu zelf is dat niet fantastisch????
-
MAAR: alhoewel ik niet wil achterblijven vind ik dat het toch iets te ver gaat.
-
In 1993 MOEST ik dan tegen mijn zin op brugpensioen…
-
… ze hebben als zoveel werk!!
-
Waar stopt dat eigenlijk?????
68
-
… of ze hebben misschien thuis zelf internet, zeker die jonge senioren!!!!
-
…Is dat er steeds gesproken wordt over het PROBLEEM VAN DE VERGRIJZING…
-
…meer moet ik niet zeggen zeker????
-
Ik kan er goed mee lachen!
10.1.1.10 Opmaak Naast hoofdletters en leestekens worden een aantal woorden en/of zinnen soms ook onderlijnd, in het cursief of in het vet geplaatst. Dit om nog meer de nadruk te leggen op een woord of een zin. -
Wat mij tegenwoordig ergert, en die man in de video moest het ook aanhalen.
-
…tot mijn 51ste waar ik op brugpensioen moest gaan of …
-
….nu doseer ik mijn opzoekingen…
-
…”OK, Maar ze moeten ook nog mobiel zijn”
-
… sociale websites, fora enz. Kunnen maar weergeven wat ik er zelf opzet
-
Je weet wel: volg ons op faceboek, twitter enz.
Hoofdletters en leestekens worden zeer frequent gebruikt om nadruk te leggen op zaken in de communicatie. Nuances, accenten en gevoelens worden toch uitgedrukt door senioren, ook in online schriftelijke communicatie. 10.1.1.11 PS Twee respondenten plaatsten een ps in de mail. De ene ps was vooral een ps gericht naar één persoon. De andere ps maakte een knipoog naar de werking van de lokale dienstencentra, mijn werkgebied. -
PS: antwoord aan Madi: ja ik heb een mening, wellicht niet altijd de juiste mening maar was veel afwezig tijdens deze paasperiode vandaar late reactie.
-
PS: met de huidge generatie tabletten en smartphones wordt her en der naar WIFI gezocht. Blijkbaar volgt onze lokale overheid die trend niet. In de vele dienstencentra is er geen WIFI en dit is nochtans een uitgelezen plaats om gebruikers over de schreef te trekken.
69
10.1.1.12 Digitale terminologie Eén respondent plaatst alle digitale termen tussen aanhalingstekens. “terminals”, “sociale media”, “ taggen” 10.1.1.13 Dialect Af en toe duiken woorden in het dialect op in de mails. -
…. 2 andere gegeven aan radio 2 voor een goed doel in de ‘brousse’
-
… oesje, bijna vergeten, mijn fotobestanden….
10.1.1.14 Linken Meerdere respondenten gaven links door. Deze kon je meteen aanklikken. -
Zie Ronny: http://www.lokalepolitie.be/portal/nl/home.html
-
Zie Ronny: http://www.deredactie.be/permalink/1.1283075
-
Zie Krista: http://www.focus-wtv.be/nieuws/algemeen/….
-
Zie Marie-Jeanne: Politicsinfo.be
-
Zie Krista: http:www.nicholasgcarr.com.index.html
-
ZieKrista:http:www.netkwesties.nl/355/dommer-slimmer-door-internet-nicholas.htm
-
Zie Krista: http://online.wsj.com/article/SB1000142…..html
-
ZieKrista:http://www.knack.be/nieuws/belgie/website-sharia4belgium-geclaimed-doorfeministen/artickle-4000….htm
-
Zie Krista: http://www.sharia4belgium.be
Informatie opzoeken en delen is zeer belangrijk voor senioren. Wanneer ik een onderwerp opgaf, gingen een aantal mensen spontaan extra informatie opzoeken en delen met de respondenten.
10.1.2 Patronen van zelfonthulling In dit onderzoek vormen woorden en verhalen de enige ‘instrumenten’ die de respondenten voorhanden hebben om zichzelf uit te drukken, hun mening uit te drukken en elkaar te begrijpen. In dit onderdeel wens ik na te gaan in hoeverre de respondenten zichzelf onthuld hebben en meer specifiek over welke thema’s. Uiteraard is het gemeenschappelijke interesseveld hier ‘computer’, ‘internet’ en ‘sociale media’ en net omwille van diezelfde
70
interesse en/of ervaringen wordt het nabijheidgevoel tussen de leden geleidelijk aan versterkt. Toch vallen verschillen qua zelfonthulling tussen de diverse respondenten op. Bepaalde respondenten houden zich strikt aan het vooropgestelde thema, anderen geven zeer uitvoerig een aantal persoonlijke gegevens vrij. 10.1.2.1 De aanmelding Bij de eerste aanmeldingsmail gingen een aantal respondenten zeer spontaan diverse zaken over zichzelf vermelden. Soms leek de mail op een sollicitatiebrief waarin men kort een aantal gegevens opsomde. Hier mijn gegevens: Naam + voornaam: Geboorte. Studies: Adres: Telefoon: Nu gepensioneerd, laatste beroep: Talen: Hobbies: Ik kom op Facebook (passief wel), Twitter, Youtube, Spotify, Netlog (minder) surf veel. Heb volgende cursussen gevolgd: MS DOS, Powerpoint, Word, Windows 7 Heel wat respondenten vermeldden ook op welke manier en door wie men over het onderzoek geïnformeerd werd. -
Ik kreeg uw uitnodiging om deel te namen aan een ‘mailgroep’ van Katrien in de Blomme.
-
Ik heb uw mailadres van Elke ( Ter Yde) gekregen.
-
Elke van ter yde heeft mij aangesproken ivm je eindwerk
-
Als vrijwilliger voor vrij internet Oostende in ter yde vroeg Elke of je wilde meewerken.
Het is zeer frappant dat een aantal respondenten zomaar een aantal persoonlijke gegevens vrijgeven. Men kan zich de vraag stellen in hoeverre senioren besef hebben van de ‘openbaarheid’ van deze communicatievorm. Mij lijkt dat het besef van een ‘publieke’ ruimte niet bij alle respondenten even sterk aanwezig is.
71
10.1.2.2 Verleden onthullen Naargelang de vragen werden er soms zaken uit het verleden onthuld, bewust en wellicht ook onbewust. Vaak repliceerde de respondent op een andere mail wanneer hij of zij bepaalde zaken uit een reactie van een ander groepslid herkende. -
… ik was er zo van gebeten, toen ik eens in moeilijkheden kwam,
ik ’s nachts
opstaan, stilletjes zodat mijn man het niet hoorde en midden in de nacht de problemen kon oplossen, dan was ik zo fier… -
…. Ok, ik heb ook al een mail naar een verkeerde persoon gestuurd en dan is het even slikken. …
-
… Sommigen onder U weten dat ik gepensioneerd politieman ben. …
-
Zowel Jessie als ikzelf hebben zo eens een reisblog bijgehouden.
-
Even terzijde ik kreeg mijn 40 euro niet terug van de stad, al wordt dat wel beloofd in hun aankondiging.
-
Het komt er op neer dat ik in mijn 39-jarige carrière bij de politie geconfronteerd werd met drie diefstallen gepleegd door collega’s zowel bij uitoefening van de dienst als ter gelegenheid van de uitoefening van hun dienst.
-
Dat is even erg dat ik een politie agent kent waarvan ik zijn zoon in de tijd de les moest spellen over zijn wangedrag als supporter.
-
Ik heb van mijn 18de gewerkt tot mijn 51ste waar ik op brugpensioen moest gaan of afgedankt werd na 24 jaren dienst, dit wegens een collectieve afdanking en druk van de vakbonden.
Ik wilde nog werken maar mocht niet, kwam in financiële en
emotionele moeilijkheden. 10.1.2.3 Heden onthullen Heel wat respondenten onthulden het heden door te vertellen waar men op dat ogenblik mee bezig was, waar men was, welke hobby’s men had enz.. -
Mijn volgende reactie zal eerstkomende woensdag zijn als ik terug ben uit ZuidAfrika. Ben momenteel aan het proberen om online onze boarding pas bij air france in te vullen.
-
Onze zoon heeft zich expres een IPAD gekocht maar draadloos internet was in …
-
… maar dan wel onder een ‘nick name’ hoewel ik …
-
De televisie en het internet staat hier de ganse dag op als wij thuis zijn.
72
-
Al 11 jaar frequenteer ik een rust-en-verzorgingstehuis om mijn naaste familie te bezoeken. Onlangs zijn de gewone tv-toestellen in alle kamers vervangen door LCDapparaten.
-
Ik ken bv. welstellende senioren die lid zijn van diverse clubs ( bv Lion’s, Probus, enz) sportverenigingen ( als supporters/sponsors), wel de uitnodigingen tot evenementen, diners, uitstappen gebeuren praktisch allemaal per e-mail verder sturen de banken bv. KBC Private Banking en Fortis pakken inlichtingen over aandelen ook per e-mail.
-
… Facebook gebruik ik om input in te lezen van …, spirituele contacten ( de Dalai Lama oa )
-
Juist, als ik iets verkeerd doe, een boodschap vergeet, mijn sleutels niet vind edm dan beoogt mijn echtgenote volmondig ‘moest het maar met de computer zijn, je zou het niet vergeten…’
-
Terwijl ik dit schrijf is Kobe op TV bezig met zijn VOLT en promoot hij de tweets betreffende het lopende onderwerp. Zitten die mensen dan te twitteren terwijl ze TV kijken?
10.1.2.4 Toekomst onthullen Een aantal respondenten maakten tijdens de discussies vaak een link naar de toekomst. Daarbij kwamen de kinderen en kleinkinderen regelmatig in het verhaal voor. Men vroeg zich af hoe het voor hen in de toekomst zal zijn. -
Ik kan onze jeugd (kinderen - kleinkinderen...) niet van die multimedia afhouden maar ik vrees dat ze zich onvoldoende bewust zijn van de consequenties van datgene wat ze op hun profiel doen...
-
Heb ik onlangs niet gelezen dat de taalvaardigheid van de huidige generaties schoolstudenten flink achteruit gaat. Zou de multimedia en de digitale wereld daar een invloed op hebben?
De groep respondenten gebruiken heel vaak eigen verhalen uit het verleden/heden of de toekomst om de betekenis die zij aan sociale media en/of internet geven te duiden. Hierbij maken ze vaak ook een link naar het gebruik van sociale media zoals bijvoorbeeld de blog, mails doorsturen naar verkeerde personen enz. Sociale media ontwikkelen zich razendsnel en de toekomst inzake sociale media roept toch een aantal vraagtekens en wellicht ook onzekerheden op bij de respondenten. Vooral de gevolgen van het (intensieve) gebruik is een belangrijk item.
73
10.1.2.5 Persoonlijke levenssfeer Er werden door een aantal respondenten wel linken gemaakt naar het privé-leven in de berichten . -
Marie-Jeanne verblijft in Spanje en laat dat af en toe merken door
:
zonnige
zondagsgroetjes uit het paradijselijke zuiden. -
Marie-Jeanne spreekt over haar jongste dochter Anja die naar de verpleegsterschool ging en ook over haar kleindochtertje die in juli 6 jaar wordt.
-
Ronny is op reis naar Zuid-Afrika en zegt niet te kunnen reageren. Bij eerstvolgende mail maakt hij een kleine zijsprong naar zijn avonturen ( gelinkt aan het digitale ) in Zuid-Afrika.
-
Krista heeft het in bepaalde mails over ‘private banking’ en vrienden van de ‘Lionsclub’.
-
Krista spreekt ook een aantal maal over haar ‘verplicht’ op pensioen gaan.
-
Madi verwijst naar haar broer die leerkracht is en streng is op schrijffouten.
Hoewel de respondenten vaak de nadruk leggen op privacy-problemen bij het gebruik van sociale media, hebben heel wat respondenten toch op de één of de andere manier een link gemaakt naar hun privé-situatie.
Blijkbaar is het onveiligheidsgevoel in deze mailgroep
minder groot dan elders op het web.
Wellicht heeft dit te maken met het feit dat de
respondenten de mailgroep niet per definitie als een vorm van sociale media beschouwen. 10.1.2.6 Standpunten Aan de hand van linken en/of opmerkingen gaven een aantal respondenten ook een standpunt vrij, die vaak nog weinig met het onderzoeksthema te maken had. -
Quid de economische gelukzoekers die hier zo maar binnen komen, geen cent betaald hebben en praktisch niet consumeren, vormen die geen probleem.
-
Uitleg in bovenste weblink ( sharia4belgium geclaimd door feministen), resultaat in onderste weblink. Ik kan er goed mee lachen! Je moet er maar aan denken.
74
10.1.3 Interactiepatronen In dit onderdeel ga ik dieper in op de manier waarop de leden met elkaar interageren. 10.1.3.1 Sturing De respondenten verstuurden over het algemeen een antwoord aan de groep en niet aan een bepaald persoon. In sommige gevallen werd wel gereageerd op een mail van een andere respondent doch heel vaak niet. Er wordt in de mails ook zeer weinig verwezen naar de repliek van een ander mailgroeplid. Dit kan te maken hebben met het feit dat men niet steeds alle commentaren las. De mails worden immers op diverse tijdstippen verstuurd en kunnen verloren gaan in de tijd. Af en toe werd er echter wel expliciet verwezen naar de commentaren van andere leden of werd er op gereageerd: -
Ik volg ondertussen de reacties van de andere deelnemers. Wat Christa schrijft vind ik zeer passend.
-
Doen de andere ‘Zilveren’ niet mee? Hebben jullie geen mening?
-
De reactie die ik gekregen heb zet mij ook aan het nadenken.
-
Mijn reactie op de suggesties van Krista:
-
Beste jp, ik heb begrip voor je aanmerkingen maar ik chat nooit
-
Hoi M-J, je hebt volkomen gelijk, ik vind dat je zelf moet beslissen met …
-
Ronny als je wil kan ik het één en het ander uitleggen voor zo’n montage…
-
Madi, je hebt volkomen gelijk.
-
Vooreerst even dit: ik vind het leuk de reacties van de verschillende leden te lezen. Soms ben ik het volkomen eens, dan weer niet. Maar ja, de wereld zou zeer saai zijn moesten wij allen dezelfde mening delen.
-
Hoi M-J, waarschijnlijk heb je mijn antwoord niet gelezen op de reactie ze naar de bibliotheek te sturen
-
Sorry, die had ik nog niet gehad.
Als moderator van de mailgroep heb ik een groot deel van het onderzoek gestuurd, dit mede door de soort vragen die ik gesteld heb maar wellicht ook door de vragen die ik net niet gesteld heb. Op een bepaald ogenblik ben ik ook zeer bewust gaan bijsturen op een reactie van een respondent. Eén van de respondenten vroeg om de meningen van de anderen waarop een andere respondent te kennen gaf dat men dat niet moest/ kon doen en zich maar beter gewoon tot mij richtte. Op dat ogenblik heb ik de groep een korte mail verstuurd
75
waarin ik te kennen gaf dat het net wél de bedoeling was dat er onderling wat discussie ontstond. Het bleek naderhand niet zo eenvoudig te zijn die discussie op te wekken. In het begin van het onderzoek stelde ik vooral vragen naar gebruik en ervaring toe. Bijgevolg kreeg ik vaak een individueel verhaal. Vervolgens poogde ik meer artikels inzake sociale media te gebruiken als ‘teaser’ om een discussie uit te lokken. De respondenten hadden echter steeds zelf de vrijheid om al dan niet en op gelijk welke wijze te reageren op mijn mails. Een aantal mensen hebben ook gereageerd op andere groepsleden. Nog andere mensen gingen zelf extra vragen stellen, gaven zelf linken door of brachten zelf nieuwe items aan. Na onderzoek van de mailinhouden blijkt dat elk actief lid op een bepaald ogenblik het onderzoek gestuurd heeft. Diverse respondenten stuurden het onderzoek en de discussie vooral in de vorm van ‘reageren’ op andere mails. Een drietal respondenten brachten ook nieuwe stof tot discussie naar voren. Hieronder enkele voorbeelden van sturing door de respondenten. -
Doen de andere ‘zilveren’ niet mee? Hebben jullie geen mening?
-
Laat ons houden aan antwoord te geven aan jessie en ons te onthouden van commentaar te geven aan de andere groepsleden.
-
Heb ik onlangs niet gelezen dat de taalvaardigheid van de huidige generatie (hoge)schoolstudenten flink achteruit gaat. Zou de multimedia en de digitale wereld daar een invloed op hebben?
-
Wel, ik kon het nu toch niet inhouden te antwoorden op ‘voor de minderbedeelden is er nog de bibliotheek’, wel dat vind ik een koude douche. ….. geef daar eens een fatsoenlijk antwoord op alstublieft, dank u
-
Een kleine bedenking:
-
Ik ben vrijwilliger voor oostende@internet om eenmaal per week toezicht te houden over de pc’s die int buurthuis ter yde (raversyde) staan.Meermaal per week ga ik er ook ’s middags eten samen met zowat een veertigtal andere derde leeftijdsgasten.
-
Geen enkele eter maakt gebruik van de gratis ter beschikking staande pc toestellen. Wat moet ik hieruit besluiten? 40 mensen zijn mobiel om te komen eten maar niet mobiel om te internetten ? 40 mensen hebben op een andere manier toegang tot het internet en hebben dus geen mobiliteitsprobleem? 40 mensen hebben geen of zeer weinig interesse in het internet en bijgevolg weinig zin om er de minste inspanning voor te doen?
76
Zeer typerend in dit onderzoek is het procesmatige en de sturing door zowel onderzoeker als respondenten. Voordeel hiervan is dat net die zaken die belangrijk zijn aan bod komen. Anderzijds vormt het ook een gevaar daar men snel afgeleid kan worden door andere thema’s die geen onderdeel van het onderzoek vormen. Als onderzoeker heb je tevens een zeer grote vorm van controle op het verloop van het onderzoek. Dit kan je positief gebruiken maar wellicht ook misbruiken. 10.1.3.2 Timing antwoorden Een mailgroep is een vorm van asynchrone communicatie.
Er dient namelijk niet
onmiddellijk geantwoord te worden op een mail. Voordeel hierbij is dat men de mails kan lezen wanneer het de leden schikt. Nadeel is dat er mails verloren kunnen gaan tussen alle andere mails of dat men soms vergeet te reageren. Hieronder vindt u een overzicht van de datum waarop een mail verstuurd werd, gevolgd door de data waarop reacties gegeven werden. Onderwerp Mail
Datum verstuurd
Data reacties
Mailgroep
20 maart
21 maart 23 maart
Eerste gebruik pc
23 maart
24 maart
Eerste kennismaking pc Doel pc en internet
26 maart 27 maart
27 maart 28 maart 31 maart
Gedicht internet
1 april
Geen reactie
Artikel HLN: Politie gebruikt
8 april
8 april
sociale media
12 april 13 april 15 april 16 april 18 april 19 april
Digitale week
21 april
22 april 23 april 24 april 25 april
77
Wat missen senioren die niet
29 april
29 april
met computer, internet en
30 april
sociale media werken?
1 mei
Het recht om niet te kiezen
6 mei
6 mei
voor internet? Artikel De standaard:
7 mei 12 mei
12 mei
Internet maakt ons dom
13 mei 14 mei
Cubigo
13 mei
16 mei 17 mei 20 mei
Online bankieren
20 mei
21 mei 22 mei
Wat zijn sociale media?
25 mei
25 mei
Welke gebruik je + hoe? Artikel : Geen twitter voor
27 mei 3 juni
3 juni
3 juli
3 juli
Spanjaarden op EK Einde zilvergroep
4 juli Over het algemeen werd de dag zelf of de daaropvolgende dag voor het eerst gereageerd op de mail. De eerstvolgende vier dagen daaropvolgend, sijpelden vaak nog reacties binnen. Op één mail volgde een heen-en weer gemail dat elf dagen lang duurde. Het betrof het artikel betreffende het gebruik van facebook door de politie. Daar er binnen de groep respondenten felle voor- én tegenstanders zijn van facebook, is het logisch dat deze discussie wel wat stof deed opwaaien. Daarnaast is ook één van de respondenten gewezen politiecommissaris. Op één mail dat een gedicht bevatte inzake ‘internet’ reageerde geen enkele respondent. Eén van de moeilijkste zaken binnen dit onderzoek was het garanderen van de continuïteit. Wellicht was het meer opportuun geweest had ik voorafgaand het onderzoek een planning gemaakt met daarbij de data waarop ik een mail verstuurde. Er had bijvoorbeeld afgesproken kunnen worden met de respondenten dat ik elke zondag een mailtje stuurde. Dit had het de respondenten wellicht ‘gemakkelijker’ gemaakt. Op die manier is de kans ook kleiner dat er mails verloren gaan tussen alle andere post.
78
10.1.4 Constructie van relaties In dit onderdeel wens ik na te gaan of er en welke soort relaties geconstrueerd werden tijdens dit onderzoek. 10.1.4.1 Respondenten onderling Een aantal respondenten kenden elkaar voor aanvang van het onderzoek. Zo reageerde Marie-Jeanne op een mailtje van Raymond dat ze elkaar in september terug zouden zien. Ook Jean-Pierre en Ronny kenden elkaar. Allen hadden ze een aantal zaken gemeen: hun interesse in computer,
internet en/of sociale media en hun band met een buurthuis of
dienstencentrum. Hoewel een aantal respondenten over ‘zilvergroepvriendjes’ spraken, is de band die men met elkaar heeft louter op basis van de gedeelde interesse en/of passie. Concluderend kan ik stellen dat de intensiviteit en duur van de mailgroep in dit geval te kort lijkt te zijn om van constructies van echte vriendschappen te kunnen spreken. 10.1.4.2 Onderzoeker – respondent. Een aantal van de respondenten kende ik vanwege mijn beroep, andere kende ik niet. Iedereen was echter met elkaar verbonden via een buurthuis of dienstencentrum. Ik probeerde zeer bewust niet in te gaan op dit luik omdat dit weinig met het onderzoeksthema te maken had. Geregeld werd er toch naar verwezen in de mails. Eén van de respondenten vroeg of hij even langs mocht komen op bureau om ‘kennis’ te maken.
10.1.5 Sociale representatie Dit luik gaat verder in op de sociale representatie van de respondenten in de mailgroep, gebaseerd op het werk van Flick (1995). 10.1.5.1 Publiek Wanneer de groepsleden spreken, tot wie richten ze zich dan? Met andere woorden, wie is hun publiek?
Het antwoord op deze vraag evolueert doorheen de conversaties van de
online focusgroep. Waar men zich in het begin vooral naar mij richtte, werd men zich steeds bewuster van de aanwezigheid van de andere groepsleden en dat merk je ook aan de manier waarop men zich af en toe openlijk richt tot de anderen. Ook in de begroetingen is te merken dat men zich hoe langer hoe meer tot de ‘groep’ richt.
79
10.1.5.2 Offline – online wereld In de conversaties zelf wordt door een aantal respondenten wel een onderscheid gemaakt tussen de ‘offline’ en ‘online’ wereld. Zo spreekt men van ‘live’ contacten en stelt een respondent de vraag wat er met de sociale contacten gebeurt wanneer men de hele dag achter het scherm zit. -
jongens toch, hou je privé leven voor je, dat is toch nog het enige dat je nog kan en niet ten prooi gooien aan de ‘zogezegde vrienden’. Ik heb ook vrienden, maar die kan ik dan toch ‘echte’ vrienden heten want zoveel lopen er toch ook niet rond zoals op de sociale internetsites.
-
Die man van 84 jaar die de ganse dag voor het scherm zit, wat gebeurt er met zijn sociale contacten?
-
Ze verliezen hun ‘live’ sociale contacten door teveel met cubigo bezig te zijn.
Het lijkt me duidelijk dat deze senioren de offline en online wereld onderscheiden. De contacten offline worden vaak als meer ‘waardevol’ ervaren dan online.
10.2
Focusgroep
In dit onderdeel van de analyse wordt niet zozeer ingegaan op de stijl en vormgeving van de mails, maar veeleer op de inhoud van de mails, op de verhalen zelf. Dit doe ik aan de hand van een thematische analyse gebaseerd op het model van Braun & Clarke (2006). 10.2.1 Interpretatie + codering data De thematische analyse ving ik aan met een grondige doorname van alle data. Als onderzoeker diende ik mij de data eigen te maken. Vooreerst om er beter voeling mee te krijgen en tevens om in staat te zijn ze te interpreteren. Na diverse malen de data door te hebben genomen, werden er codes aan een zin of meerdere zinnen toegewezen. Daar het, in dit geval, om heel wat data ging, leek het mij meer opportuun om per zinsdeel te werken. Deze zinsdelen heb ik dan herleid tot een of meerdere ‘codes’ of ‘labels’. Het volledige proces kunt u terug vinden in bijlage 19.
80
Hieronder een aantal fragmenten uit de analyse. het voordeel van dergelijke nieuwsbrieven is dat je kan doorklikken naar bepaalde
Actueel
onderwerpen betreffende de actualiteit van de dag.
Nieuws
dat kan ook via de nieuwsbrief van het nieuwsblad en het laatste nieuws. Ik denk dat de
Interactief
interactieve site van het nieuwsblad meer succes heeft want hun server blokkeert soms wel eens
wel ik vind dat het een enorm voorrecht is om met de computer te kunnen werken, men
Ontdekken
kan zoveel ontdekken en bijleren, bijv. over je hobby, dingen die je interessant vindt
Bijleren
opzoeken op het internet enz... ja, het is jammer dat vele senioren het niet willen leren kennen en spreken over een "dagelijkse pest" zoals ik onlangs nog gehoord heb.
Toegankelijkheid
Maar ik wil toch nog eens benadrukken dat de overheid meer zou moeten doen om de mensen die niet het geluk hebben of de middelen, iets te doen zodanig dat iedereen toegang heeft tot dit wonderbaarlijk gebruiksvoorwerp, ik hoop het van harte dat het eens gebeurt
Ik weet wel wat het is maar zal het nooit gebruiken , omdat het nog meer openbaar is en
Openbaar
zonder dat je het weet zal en/of kan het tegen u gebruikt worden . Zie maar sommige
Twitter
tweets van bekende personen . Ik vind als je echt uit je bed wilt klappen moet je zeker twitter gebruiken ik blijf er vanaf
Wat zij missen is: De gigantische en supersnelle info die het internet aanbiedt enerzijds en
Informatie
Anderzijds de enorme mogelijkheden aangeboden door de programma's "words",
Mogelijkheden
"Excel", "powerpoint" ed. En dan spreken we nog niet over de communicatie
Communicatie
mogelijkheden.
Er werd gecodeerd maar steeds met het onderzoeksthema voorop. In die zin is het belangrijk dat je als onderzoeker de data goed beheerst zodoende steeds de volledige ‘foto’ van de data voor ogen te hebben. Het coderen zelf is tevens een voortdurend proces van balanceren tussen codes die niet té concreet zijn maar tegelijk ook niet té abstract. 10.2.2 Categoriseren thema’s In een volgende fase worden alle codes gebundeld of gecategoriseerd in een aantal thema’s. Daartoe heb ik de codes op één blad verzameld en ze een kleurcode toegekend. Vervolgens werden alle codes van dezelfde kleurcategorie samengebracht en verbonden met een ‘thema’. Dit was uiteraard een proces van veel knippen en plakken. Bepaalde codes binnen een ‘thema’ vielen uit de boot en bleken naderhand beter te ressorteren onder een andere noemer. Bij twee thema’s werden ook subthema’s gekozen.
81
De volledige verdeling vindt u weergegeven in bijlage 20. Hieronder een voorbeeld van een thema met subthema’s. Thema: Seniorennet
Sociale media
Subcategorie: gebruik
Youtube Facebook Twitter Spotify Skype Chatten Blog
Subcategorie: denkbeelden
Virtuele contacten Eenzaamheid Interactief Sociale netwerken Overbodig Privé Nut? Schade Prijs/ financieel Schuilnaam Vrienden Beperkt gebruik Openbaar
10.2.3 Terugkoppeling thema’s – originele data Nu de thema’s bepaald zijn is het zaak deze terug te koppelen aan de oorspronkelijke data. Bijgevolg heb ik alle data naast de codes en het daarbijhorende thema geplaatst. volledige uitwerking daarvan vindt u in bijlage 21.
De
Als voorbeeld vindt u hieronder een
extract uit de bijlage.
Computerkennis
Boeken
Toen ben ik beginnen boeken kopen, want dat was dan nog windows 3.1 en dos. Toen wilde ik er echt alles van weten, en in een minimum van tijd was ik goed op de hoogte van het werken met de computer. Alles wat ik erover geleerd heb was door boeken die er over bestaan.Intussen heb ik een hele bibliotheek staan van
82
zulken boeken, al heb ik er al veel weggedaan omdat die niet meer te gebruiken zijn door de huidige vooruitgang in de digitale wereld Cursussen
Ik heb met veel interesse computer cursussen gevolgd : DOS, Windows, Powerpoint Ik
heb
nooit
enkele
cursus over
internet, noch
computerlessen gevolgd. . Nee, een cursus zou ik nu niet gaan volgen, trouwens tijd en de interesse is er ook niet. Ik heb bijna alle cursussen van oostende@internet gevolgd basiscursus,internet,words,Excel,powerpoint, maar geen digitale fotografie. Ik heb ook al heel war cursussen gevolgd , zowel destijds in actieve dienst als uit louter interesse. Bij aankoop van mijn laptop was die voorzien van de laatste windows versie (windows 7) en om die reden volgde ik ook de cursus bij Colin , Oostende @ internet. Werk/beroep
Mijn eerste ervaring met een computer was in het jaar 1985 op het werk ter gelegenheid van de "automatisering" van onze dienst.
Dochter
Echter toen ons jongste dochter Anja in 1990 naar de verpleegsterschool ging, begon ik er ook interesse in te krijgen
Deze fase is uiteraard een zeer cruciale fase binnen de thematische analyse. Hier kan en moet namelijk nog bijgestuurd worden.
In een aantal gevallen merk ik op dat bij het
categoriseren van de codes tot een bepaald thema,
de code niet helemaal juist
geïnterpreteerd was, waardoor de oorspronkelijke data niet thuis hoorden bij het thema. Dit kan te wijten zijn aan het niet voldoende beheersen van de data, in dit geval waren de data zeer uitgebreid wat soms tot verwarring leidde, of het verkeerd geïnterpreteerd hebben van de data. 10.2.4 Samenvattend rapport In dit rapport wordt een schematische weergave gemaakt van alle thema’s met de daarin ondergebrachte codes.
Deze worden geïllustreerd met een quote of een extract uit de
oorspronkelijke data.
83
De data werden gegroepeerd in acht thema’s. Hoewel Braun & Clarke (2006) vijf à zes thema’s suggereren, was dat in dit geval niet haalbaar. Wellicht valt dit toe te schrijven aan de hoeveelheid data die beschikbaar was. De thema’s die in deze analyse tot stand kwamen zijn: Digitale samenleving, computerkennis, computergebruik, sociale media, voor-& nadelen pc internet & sociale media, motivators, context gebruikers. Doelstelling van dit rapport is om op zeer beknopte en vooral overzichtelijke wijze de inhoud van de data te representeren. Het resultaat van dit rapport is uiteraard afhankelijk van de mate waarin ik als onderzoeker de thema’s al dan niet verfijn. Het spreekt dan ook voor zich dat zelfs indien elke onderzoeker vertrekt vanuit dezelfde data,
niet elke onderzoeker
dezelfde thema’s aanhaalt (Van Hove & Claes, 2011). Vandaar dat men steeds aandacht dient te hebben voor het feit dat deze analyse een ‘lezing’ vormt van een onderzoeker met eigen conceptenkader. In die zin is dit rapport een resultaat dat niet alleen afhankelijk is van de data maar tevens van de onderzoeker. Op de volgende pagina’s kunt u een schematische weergave vinden van de diverse thema’s die binnen de online focusgroep aan bod kwamen. Elk thema wordt geïllustreerd met een aantal codes en quotes.
84
85
86
87
88
89
90
91
IV
DISCUSSIE
Deze masterproef brengt twee belangrijke trends in de samenleving, met name de vergrijzing en de digitalisering, bijeen. Het onderzoek vertrekt vanuit een competentiegedachte, waarin voorbij de digitale kloof gekeken wordt hoe de senioren zich bewegen in de virtuele ruimte. ‘De’ senioren bestaan niet en in die zin wens ik, uit respect voor de subjectieve dimensie van dit onderzoek, duidelijk te stellen dat mijn uitspraken niet representatief zijn voor de volledige groep senioren. Dat zou namelijk betekenen dat ik het begrip ‘senioren’ reduceer tot een object van generalisatie (Körver & Mulders, 2006). Uiteraard dien ik mijn doelgroep af te bakenen en heb ik het bijgevolg in mijn onderzoek en ook in dit onderdeel over ‘de senioren’. Maar laat het duidelijk zijn dat ik hiermee geenszins oneerbied heb voor de multigenerationele groep die senioren zijn. Uit de literatuurstudie blijkt dat heel wat senioren vandaag met beide voeten in de digitale samenleving staan. Of senioren überhaupt de computer, internet en sociale media gebruiken, is dus niet zozeer nog de vraag, maar wel hoe en waarom men die gebruikt. Vandaar de keuze om een virtuele etnografie uit te voeren op een online focusgroep. Daarbij poog ik in eerste instantie te beschrijven hoe de senioren sociale media gebruiken. De online focusgroep is een specifieke vorm van sociale media waarop tevens een thematische analyse uitgevoerd werd, zodoende nog meer inzicht in beeldvorming en betekenissen inzake sociale media te krijgen. Uit het onderzoek blijkt dat de computer, het internet en sociale media een zeer centrale rol spelen in het leven van de senioren. Velen kunnen zich een leven zonder computer niet meer voorstellen.
Uiteraard hebben wij enkel die respondenten onderzocht die reeds
gebruik maakten van de computer. Ongeacht jong of oud, ongeacht het soort gebruik, de impact van de digitalisering op de maatschapij is zeer groot. De publieke ruimte is als het ware verhuisd van het straatplein naar het internet en is in die zin dan ook zeer hybride geworden (Seijdel, 2006). Digitale geletterdheid is vandaag bijgevolg zeer belangrijk in een wereld vol steeds evoluerende technologieën. Dat senioren een kwestbare groep vormen is correct doch uit het onderzoek blijkt dat bepaalde senioren zeer goed in staat zijn om gebruik te maken van het internet en van sociale media. In die zin lijken senioren minstens even kwestbaar als
92
andere groepen in de samenleving. Zoals gesteld in het boek ‘De cultuur van het lezen’ (Soetaert, 2006), evolueren media voortdurend maar verdwijnen de oude nooit helemaal. Zoals een respondent uit het onderzoek dan ook stelt, is het weliswaar belangrijk te kunnen ‘chatten’ of ‘mailen’ maar daarvoor moet men nog altijd eerst kunnen lezen en schrijven. Internet en sociale media zijn een belangrijke ‘tool’ geworden in het leven van senioren. Het versterkt de autonomie, en de kennis, en het behoudt of versterkt het sociaal kapitaal. Uit de data blijkt dat de computer een graag gebruikt instrument is om zich te informeren, te communiceren, bij te blijven, te zoeken, te ontdekken, te volgen, te leren, contact te houden en vooral om ‘jong van geest’ te blijven. De respondenten zijn in staat om ook in hun online communicatie gevoel te leggen en nuanceringen te maken.
Dit doen zij vooral via het
gebruik van hoofdletters en leestekens, emoticons worden slechts in beperkte mate gebruikt. Ondanks de asynchrone vorm van communicatie wordt er door een aantal respondenten ‘minder’ vaak gereflecteerd. De senioren voelen zich relatief ‘veilig’ op het internet en nemen wellicht geen andere identiteit aan in de virtuele wereld. Slechts één respondent gaf aan een schuilnaam te gebruiken uit veiligheidsoverwegingen. Het onderzoeksinstrument zelf, de mailgroep, was voor de respondenten een belangrijke manier om ‘hun mening’ te uiten. De mailgroep kan men dan ook beschouwen als een vorm van affinity space waarin niet zozeer de mensen, maar vooral de gemeenschappelijke interesse voorop stond. In de mailgroep werd niet alleen kennis geconsumeerd maar kon men die ook zelf produceren, net dit lijken veel respondenten belangrijk te vinden. Het delen van kennis, zich uiten en een mening kunnen geven, blijken dan ook belangrijke motivators te zijn bij het gebruik van computer, internet en sociale media. Sociale media zijn een cultuur, een medium waar mensen communiceren, interageren en zichzelf representeren. Door de manier waarop de respondenten zichzelf representeren, worden de clichés echter alleen maar bevestigd, men moet niets van sociale media hebben. De respondenten hebben een zeer ‘eng’ beeld van wat sociale media zijn en positioneren zich daar zeer openlijk kritisch tegenover. Uit het onderzoek blijkt dat men sociale media vaak als overbodig ziet en men zich afvraagt wat het nut ervan is. De data tonen echter aan dat bijna alle respondenten op de één of de andere manier gebruik maken van sociale media. Verder werkten alle respondenten ook zeer gemakkelijk mee aan dit onderzoek. Het besef van openbaarheid van de mailgroep als virtuele publieke ruimte was blijkbaar niet even sterk aanwezig bij alle respondenten. Hoewel heel wat respondenten de privacy-problemen vooropstelden bij sociale media, gaven een aantal respondenten wel zeer veel persoonlijke gegevens vrij. Wellicht heeft dit te maken met het feit dat men de mailgroep niet per definitie
93
als een vorm van sociale media bestempelde. Beeldvorming inzake sociale media is dus een zeer belangrijk gegeven. De senioren zijn zich zeer bewust van de enorme vrijheid maar tegelijkertijd ook de enorme controle die sociale media met zich meebrengen. De analyse wijst uit dat de respondenten zeer vaak de nadruk leggen op privacy-problematieken. Verder haalt men aan dat sociale media enkel datgene kunnen publiceren wat men er zelf op plaatst. Hier is een enorme bewustzijnsgraad aanwezig daar het een item is wat de senioren toch enigszins angst inboezemt. Net zoals sociale media, evolueren ook sociale netwerken, en zijn ze niet langer sterk geografisch bepaald. Mensen verspreiden zich over de hele wereld en dankzij sociale media blijft dit sociaal netwerk bestaan (Fokkema & Steyaert, 2005). Uit het onderzoek blijkt dat ‘contact’ houden met familie en vrienden dichtbij en veraf, een zeer belangrijke motivator is voor het gebruik van sociale media. In die zin hebben sociale media een belangrijke bijdrage, niet zozeer in het vergroten, maar veeleer in het behouden van het sociaal kapitaal van senioren. Uiteraard bestaat hier het gevaar dat senioren hierdoor net weer passief worden en een geïsoleerd leven gaan leiden achter de computer (Putnam, 2000). Uit het onderzoek kunnen we echter concluderen dat de senioren steeds een belangrijk onderscheid ervaren tussen de ‘virtuele’ en de ‘reëele’ wereld. Het gebruik van de computer, het internet en sociale media moet steeds een keuze zijn maar het moet vooral ook een recht zijn. Een recht om deze wel te gebruiken en een recht om deze niet te gebruiken en/of om grenzen te stellen aan het gebruik. In die zin is het van belang aandacht te hebben voor de digitale kloof en voor het voortbestaan ervan. Anderzijds is het opportuun dat niet alleen de maatschappij, wetenschappelijk onderzoek, beleid en organisaties, maar ook, en vooral, senioren zelf voorbij de kloof durven te kijken.
94
V
BESLUIT
Deze masterproef betreft een exploratief en beschrijvend onderzoek naar het gebruik van sociale media door senioren. Het resultaat van het onderzoek is een proces, geconstrueerd en geherconstrueerd door onderzoeker en respondenten, en is bijgevolg afhankelijk van heel wat factoren. Concluderend wens ik een aantal beperkingen, bedenkingen en/of suggesties inzake deze masterproef en dit onderzoek te formuleren. Het onderzoek werd aangevangen met de opzet van een online focusgroep. Deze methode vormde
in
de
eerste
plaats
een
instrument
om
de
data
te
verzamelen.
Dit
onderzoeksinstrument is echter een sociale constructie op zich. Wat internet of sociale media zijn, wordt sterk bepaald door de overtuigingen van zowel gebruikers als nietgebruikers (Flick, 1995). Vandaar dan ook de keuze om tevens een thematische analyse uit te voeren op de online focusgroep. Dit stelde mij als onderzoeker in staat
inzicht te
verkrijgen op de beeldvorming van senioren inzake sociale media. Cruciaal element van een thematische analyse is dat de onderzoeker de data zeer goed moet beheersen. In dit geval waren de data beheersbaar, maar bij grotere onderzoeken met meer data, kan dit wellicht een valkuil zijn. Deze thematische analyse, gecombineerd met een virtuele etnografie, leverde mijn inziens veel diepgang in het onderzoek. Het gebruik van een online mailgroep kende een aantal voor- en nadelen. Vooreerst is het zo dat de mailgroep zeer veel interactiemogelijkheden aanbracht. De data zijn dan ook een product van een groepsdynamiek waar respondenten zowel gebruiker als producent zijn. Uit de data blijkt dat de actieve inbreng van de respondenten zeer empowerend werkte daar zij zelf ‘hun mening’ konden geven en op die manier het onderzoek mee richting gaven. Anderzijds maakt dit het onderzoek sterk afhankelijk van de inzet van de respondenten. Een andere belangrijke meerwaarde van een focusgroep is de asynchrone communicatievorm. Deze biedt de mogelijkheid tot reflectie alvorens te reageren. Gevaar van deze communicatievorm is dat mails verloren kunnen gaan tussen andere mails of dat men vergeet te reageren. Grootste nadeel van deze methode is dat wegens het kleine aantal respondenten, het onderzoek niet representatief is voor ‘de senioren’. Doch de focusgroep vormt binnen dit onderzoek slechts een onderzoeksinstrument en een virtuele etnografie wenst geenszins generaliserende uitspraken te formuleren.
95
Ik besloot om gebruik te maken van sleutelfiguren om mogelijke respondenten voor de mailgroep te rekruteren. Voordeel hierbij is dat deze sleutelfiguren zeer direct contact hebben met de doelgroep. Nadeel van dit alles is dat je als onderzoeker afhankelijk wordt van de ‘goodwill’ van anderen. Binnen de mailgroep nam ik tevens de rol van ‘moderator’ op mij. Deze keuze had een groot effect op het onderzoek. Het feit dat de respondenten op de hoogte waren van de inhoud en opzet van mijn onderzoek, kan hen mogelijks beïnvloed hebben in hun reacties. Als moderator verstuurde ik een quote, een vraag of een artikel waarop alle leden konden reageren. De keuze van vraag of quote op zich beïnvloedt reeds het onderzoek. Hoewel ik poogde mij niet te mengen met de inhoud van de discussies van de mailgroepleden, betekent dit geenszins dat ik het onderzoek niet gestuurd heb. Het overgaan tot een nieuwe vraag of discussiethema, of het stellen van nieuwe vragen op basis van voorgaande opmerkingen van respondenten, is tevens een vorm van sturing.
Uiteraard biedt deze
sturing ook een aantal voordelen. Zo kon ik de mate van participatie van de deelnemers bewaken, en preventief optreden bij dominantie van een aantal individuen. Daarnaast bood ik op die manier diverse perspectieven aan, wat respondenten tot nadenken stemde en inzichten bood in een wereld vol verschil. De timing van wanneer ik als moderator een mail verstuurde werd niet medegedeeld aan de respondenten. Wellicht had ik de kans, dat mails verloren gingen of pas later bekeken werden, kunnen reduceren door de mails op een afgesproken tijdstip te versturen. Nadat de data verzameld werden via de online focusgroep, voerde ik een virtuele etnografie uit op de discussies van de mailgroep. Waar de thematische analyse vooral analyseerde wat er gezegd werd, onderzocht de virtuele etnografie vooral hoe iets gezegd werd. Deze virtuele etnografie is sterk fragmentarisch en in die zin afhankelijk van onderzoeker en respondenten. De kennis die ik als onderzoeker verzameld heb is tevens zeer partieel, lokaal en sterk afhankelijk van mijn ‘kunde’ om diverse discoursen te lezen (Lindlof & Shatzer, 1998).
Een etnografie wil in de eerste plaats de subjectieve ervaringen en
betekenissen van de mens, en/of haar cultuur begrijpen, en is dus zeer contextueel. In die zin kunnen de resultaten van dit onderzoek niet veralgemeend worden tot ‘de’ senioren. Het kan enkel een momentopname bieden van hoe een groep senioren sociale media gebruiken. Doel van dit onderzoek is dan ook in eerste instantie het gebruik in kaart brengen zodoende het gebruik beter te begrijpen.
96
Een virtuele etnografie kan uiteraard enkel datgene bestuderen wat ‘zichtbaar’ is (Lindlof & Shatzer, 1998). Dit vormt dan ook meteen het grootste nadeel van deze methode. Context en persoonlijke geschiedenis ontbraken in dit onderzoek. Scholingsgraad, tewerkstelling en opvoeding zijn contextuele factoren die wellicht een sterke invloed hadden op de analyse, doch deze gegevens werden niet bevraagd. Op het einde van het onderzoek werd een beperkte vragenlijst gemaild naar de respondenten, een diepte-interview had hier wellicht een interessante aanvulling kunnen zijn. Wil het sociaal beleid en het sociaal werk nieuwe of verbeterende sociale interventies ontwikkelen, dan is het van belang te weten hoe diverse doelgroepen sociale media gebruiken. Op die manier kan men een beleid en een aanbod ontwikkelen, afgestemd op de noden en behoeften van de doelgroep. Wetenschappelijk onderzoek kan daarin een belangrijke ondersteunende rol spelen. Via dit soort exploratief onderzoek brengt men het gebruik van ‘sociale media’ in beeld. In dit geval kwamen de senioren aan bod, maar ook andere doelgroepen zijn minstens even interessant.
Dit onderzoek zou tevens verder
uitgediept kunnen worden door bijvoorbeeld ook de sociale factoren en persoonlijke context van gebruikers, gelinkt aan het ‘soort gebruik’ en ‘motivatie’, verder te onderzoeken. Dit zou wellicht een meer volledig en genuanceerder beeld opleveren. Concluderend kunnen we stellen dat de gebruikers even divers zijn als de sociale media zelf, en hun gebruik dan ook afstemmen op hun capaciteiten, wensen en graad van betrokkenheid. Daar de digitalisering volop evolueert in onze samenleving is het begrijpen van wie welke sociale media hoe gebruikt en waarom, een belangrijk aandachtspunt voor wetenschappelijk onderzoek, sociaal beleid en sociale organisaties.
97
VI
BIBLIOGRAFIE
Adams, N., Stubbs, D., & Woods, V. (2005). Psychological barriers to internet usage among older adults in the UK. Medical Informations and the Internet in Medicine , 1, 3-17. Bargh, A. J., McKenna, A. Y., & Fitzsimons, M. G. (2002). Can You See the Real Me? Activation and Expression of the 'True Self' on the Internet. Journal of Social Issues , 58, 3348. Beer-Sheva, I., & Sade-Beck, L. (2004). Internet Ethnography: Online and Offline. International Journal of Qualitative Methods , 45-51. Benschop, A. (1997). Eigenaardigheden van cyberspace: bouwstenen voor een sociologie van het internet. From SocioSite: http:www.sociosite.org Benschop, A. (1997). Virtual Communities: Networks of the future. From Sociosite: http://www.sociosite.org/netwerken.php Boudard, E., & van der Kamp, M. (2003). Literacy proficiency of older adults. International Journal of Educational Research (39), 253-263. Braun, V., & Clarke, V. (2006). Using thematic analysis in psychology. Qualitative Research in Pscychology , 3, 77-101. Chen, Y., & Anna, P. (2002). Internet use among young and older adults: relation to psychological well-being . Educational Gerontology , 28, 731-744. Coolsaet, B. (2007). HOMage. Wijzer ouder worden met bijdragen van 70 experts. Van Haelewyck. de Haan, J., Duimel, M., & van Ingen, E. (2007). Achterstand en afstand. Digitale vaardigheden van lager opgeleiden, ouderen, allochtonen en inactieven. . Sociaal en Cultureel Planbureau , Den Haag. De Haan, J., Klumper, O., & Steyaert, J. (2004). Surfende senioren. Den Haag: Academic Service. De Waele, J.-P. (1992). Systematische participerende observatie. Brussel: VUBPress. Decock, S. (2009-2010). De modererende invloed van vividness op emotionele versus rationele banners gericht naar senioren. Scriptie . Universiteit Gent.
98
Decorte, T., & Zaitch, D. (2010). Kwalitatieve methoden en technieken in de criminologie. Leuven: Acco. Dereshiwsky. (1999). In G. Van Hove, & L. Claes, Qualitative Research and Educational Sciences: A Reader about Useful Strategies and Tools (p. 132). Essex: Pearson . Derks, D., Bos, E. A., & von Grumbkow, J. (2007). Emoticons and social interaction on the Internet: the importance of social context. Computers in Human Behavior , 23, 842-849. Donath, S. J. (1996). Identity and deception in the virtual community. Berkeley: University Of California Press. Duimel, M. (2007). Verbinding maken. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Federaal Planbureau & FOD Economie. (2008). Bevolkingsvooruitzichten 2007 - 2060. Bogaert & Versonnen. Flick, U. (1995). Social representations. In T. Decorte, & D. Zaitch, Kwalitatieve technieken en methoden in de criminologie (p. 428). Leuven/ Den Haag: Acco. Fokkema, T., & Steyaert, J. (2005). Achter de geraniums of achter het computerscherm? Sociale interventie , 2, 19-29. Fox, N., & Roberts, C. (2008-2009). GPs in cyberspace: the sociology of a virtual community. In D. Lien, Een kwalitatief onderzoek naar gedrag en de attitudes van mannelijke cliënten van prostitueés ten aanzien van bepaalde aspecten van het sekstoerisme aan de hand van een forum op de website Hookers (p. 26). Scriptie. Ugent. Gatson, N. S. (2011). Self-Naming Practices on the Internet: Identity, Authenticity and Community. Cultural studies <--> Critical Methodologies , 11 (3), 225-232. Gee, J. P. (2011). Society and Higher Education part 5. From http://www.jamespaulgee.com: htpp://www.jamelspaulgee.com/node/50 Gee, J.-P. (2011). Affinity Spaces: From Age Of Mythology to today's schools. From http://www.jamespaulgee.com/sites/default/files/pub/AffinitySpaces.pdf Gibbs. (1997). In G. Van Hove, & L. Claes, Qualitative Research and Educational Sciences: A Reader about Useful Strategies and Tools (p. 110). Pearson . Goode, L. (2010). Cultural Citizenship online: the Internet and digital culture. Citizenship Studies , 14:5, 527-542. Gould, N., & Steyaert, J. (2009). Social Work and the Changing Face of the Digital Divide . British Journal of Social Work , 39 , 740 - 753 .
99
Ham, M., Prins, C., & van den Berg, M. (2008). In de greep van technologie, nieuwe toepassingen van het gedrag van de burger. Tijdschrift voor sociale vraagstukken , 318. Hine, C. (2000). Virtual Ethnography. London: Sage . IBBT. (2011). Meer dan de helft van de Vlamingen heeft een Facebook account. From EMSOC: htpp://emsoc.be/1535-meer-dan-de-helft-van-de-Vlamingen-heeft-een-Facebookaccount InSites Consulting. (2008). Helft van de surfers doet het draadloos. From Persbericht Insites Consulting: htpp://www.insites.eu/02/MyDocuments/PersberichtInSitesBMMInternet09_10.pdf InSites Consulting. (2002). Resultaat van drie jaar Belgian Internet Mapping. From www.insites.eu/02/20020416_NL3yearsBIM.pdf InSites Consulting. (2011). Social Media around the World 2011. Gent - Rotterdam - London - Timisoara - New York . Johnson, R. (1994). Ageing and the problem of television clutter. . In E. Turrekens, Beeldvorming van senioren in reclame. Inhoudanalyse van advertenties in Vlaamse magazines. (pp. 54-62). Jones, S., & Fox, S. (2009). Generations online in 2009. From Pew Internet & American Life Project: http://www.pewinternet.org/-/media/Files/Reports/2009/PIP_Generations_2009.pdf Körver, S., & Mulders, P. (2006). Oud maar niet af. Reflecties over oud worden in onze cultuur. Nijmegen: Valkhof Pers. Kanayama, T. (2003). Ethnographic Research on the Experience of Japanse Elderly People Online. New Media & Society , 22. Lamerichs, J. (2008). Gezondheidsinformatie op internet: struikelblok voor patiënt en professional? . Sociale interventie , 15-27. Lindlof, T. R., & Shatzer, M. J. (1998). Media ethnography in virtual space: Strategies, limits and possibilities. Journal of Broadcasting & Electronic Media , 42 (2), 20-44. Lodewijckx, E. (2007). Ouderen van vreemde herkomst in het Vlaamse gewest. Origine, sociaaldemografische kenmerken en samenstelling van hun huishouden. Studiedienst van de Vlaamse Regering. Lemaître. Loriaux, M. (2006). Intergenerationele acties in dienst van de sociale cohesie in ouder wordende samenlevingen. Lezing tijdens de hoorzitting ' Hoe intergenerationele relaties bevorderen?'. Koning Boudewijnstichting.
100
Madrid International. (2002). Actieplan over vergrijzing 2002. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Morgan, D. (1988). Focus groups as qualitative research . Newbury Park : Sage . Nimrod, G. (2009). Seniors Online Communities: A Quantitative Content Analysis. The Gerontologist , 50 - 3, 382-392. Noaks, L., & Wincup, E. (2004). Criminological Research. Understanding Qualitative Methods . London: Sage. Penninx, K. (2006). Zilveren Kracht: bron van alledaagse solidariteit tussen de generaties. Lezing tijdens hoorzitting 'Hoe intergenerationele relaties bevorderen?'. Koning Boudewijnstichting. Putnam, R. (2000). Bowling Alone. The Collapse and Revival of American Community. New York: Touchstone. Qualman, E. (2009). Socialnomics: How Social Media Transforms the Way We Live and Do Business. New Jersey: John Wiley & Sons. Röhr-Sendlmeier, U., & Ueing, S. (2004). Das Altersbild in der Anzeigenwerbung im zeitlichen Wandel . Gerontol Geriat , 56-62. Rheingold, H. (1993). The Virtual Community: Homesteading on the Electronic Frontier. New York: Addison- Wesley. Schuler, D. (1994). Community Networks: Building a New Participatory Medium. Communication of the ACM , 37/1, 39-51. Schuyt, K. (2003). De wil om dingen uit te zoeken: de wetenschappelijke houding in onderwijs en onderzoek . Mens & Maatschappij , 78 ( 3 ) , 194-198 . Seijdel, J. (2006). Hybride ruimte. Hoe draadloze media de publieke ruimte mobiliseren. OPEN: cahier over kunst en het publieke domein , 30. Shapira, N., & Barak, A. G. (2007). Promoting older adults' well-being through Internet training and use . Health , 11, 477-484. Smeyers, P. (2008-2009). Cursus: Interpretatieve onderzoeksmethoden. Ugent. Soetaert, R. (2009). Cursus: Cultuur en educatie. Ugent. Soetaert, R. (2006). De cultuur van het lezen. Den Haag: Nederlandse Taalunie. Steyaert. (2000). Digitale Vaardigheden; geletterdheid in de informatiesamenleving. In J. de Haan, M. Duimel, & E. van Ingen, Digitale vaardigheden van lager opgeleiden, ouderen, allochtonen en inactieven (p. 11). Den Haag.
101
Steyaert, J. (2008). De digitalisering van het sociaal werk. Alert , 34 - nr 4 , 13 - 25. Subrahanyam, K., Reich, M. S., Waechter, N., & Espinoza, G. (2008). Online and offline social networks: Use of social networking sites by emerging adults. Journal of Applied Developmental Psychology , 29, 420-433. Sum, S., Mathews, R., & Hughes, R. (2009). Participation of older adults in cyberspace: How Australian older adults use the internet. Australasian Journal on Ageing , 189-193. Sum, S., Mathews, R., Pourghasem, M., & Hughes, I. (2008). Internet Technology and Social Capital: How the Internet Affects Seniors' Social Capital and Wellbeing. Journal of computermediated communication , 14, 202-220. The Nielsen Company. (2009). Global Faces and Networked Places. Nielsen. Tréguer, J. (1998). Le Senior Marketing. Vendre et communiquer au marché des plus de 50 ans. In E. Turrekens, Beeldvorming van senioren in de reclame. Inhoudsanalyse van de advertenties in Vlaamse magazines. Ugent . Turkle, S. (1995). Life on the Screen: Identity in the Age of the Internet. New York: Simon & Schuster. Turrekens, E. (2007-2008). Beeldvorming van senioren in de reclame. Inhoudsanalyses van de advertenties in Vlaamse magazines. Scriptie. Ugent. United Nations. (2002). World Population Ageing: 1950 - 2050. United Nations, Department of Economic and Social Affairs, New York. Van Hove, G., & Claes, L. (2011). Qualitative Research and Educational Sciences: A Reader about Useful Strategies and Tools. Essex: Pearson . Vlaams Parlement . (2010). Digitale kloof tweede graad in Vlaanderen . Instituut Samenleving en Technologie . Vrije Universiteit Brussel, SMIT . (2010). Digitale kloof tweede graad in Vlaanderen. Instituut Samenleving en Technologie. Vzw Integraal. (2005). Senioren omarmen internet. From Integraal: http://www.integraalvzw.be/viewobj.jsp?id=119037 Wester, F., & Peters, V. (2004). Kwalitatieve analyse. Uitgangspunten en procedures. Bussum: Coutinho. Wilson, G. (2000). Understanding Old Age: Critical and Global Perspectives. Health and Social Care in the Community , 9 (4), 255-262.
102
Wittel, A. (2000). Etnography on the move: From Field to Net to Internet. Forum Qualitative Social Research , 1. Xie, B. (2007). Older Chinese, the Internet, and Well-Being. Care Management Journals , 81, 33-38.
103
VII
BIJLAGEN
Bijlage 1
Inleidende mail ‘zilvergroep’
Hallo,
Jullie hebben je een tijdje geleden opgegeven om mee te werken aan mijn masteronderzoek dat handelt omtrent 50-plussers & internet/ sociale media.
Zoals beloofd stuur ik jullie een mailtje met daarin verdere informatie inzake doel en verloop van dit onderzoek.
Bedoeling van het onderzoek is dat ik naga hoe senioren sociale media gebruiken. Dit doe ik aan de hand van het gebruik van een mailgroepje. Daarbij ga ik na wat jullie ervaringen/ meningen zijn omtrent internet, pc, sociale media enz. Tegelijkertijd kijk ik hoe jullie de mailgroep gebruiken.
Ik heb op diverse manieren een mailgroep proberen aan te maken. Na het uittesten van diverse mailgroepen via yahoo, msn en seniorennet leek het mij het beste om de mailgroep via de gewone mail te laten verlopen.
Hoe werkt de mailgroep?
Ik heb via mijn mailbox een mailgroep aangemaakt op de naam : zilvergroep.
Af en toe stuur ik een vraag, een opmerking, een artikel of dergelijke naar jullie. Het is dan de bedoeling dat er gediscussieerd kan worden over dit ontwerp, thema, vraag of andere.
Dit kunnen jullie door bij het ontvangen van een mail van mezelf of iemand anders uit de groep te klikken op 'allen beantwoorden'.
Let op, wanneer je op 'beantwoorden' zou klikken dan krijgt enkel de persoon die het mailtje
104
verstuurd heeft je mail en de rest van de mailgroepleden niet.
Meer info vind je in de bijlage ' mailen naar mailgroepleden'.
Wie een stapje verder wil gaan kan ook zelf een mailgroep aanmaken in zijn of haar mailbox. Deze tool kennen misschien heel wat van jullie al maar voor wie het nog niet kent is zeker de moeite waard om even uit te proberen.
Via een mailgroep of 'distributielijst' hoef je alleen nog maar de naam van de mailgroep in te typen, in dit geval 'zilvergroep', en iedereen waarnaar je wil mailen is toegevoegd.
Meer info over het aanmaken van een mailgroep vind je in de bijlage ' een mailgroep aanmaken'.
Zo, ik hoop dat dit alles een beetje duidelijk was.
Bij vragen en/of onduidelijkheden, twijfel
niet mij te contacteren!
Mochten jullie nog mensen kennen die zin hebben tevens lid te worden van de mailgroep, geef gerust een seintje.
Ik laat jullie nog even de tijd om alles rustig na te lezen en/ of aan te maken. Vanaf vrijdag 23 maart stuur ik de eerste boodschap aan de mailgroepleden rond.
Tot vrijdag !
Groetjes,
Jessie
105
Bijlage 2
Aanmeldingen deelnemers
Dag Jessie,
Ik heb uw mailadres van Elke (Ter Yde) gekregen. Graag wil ik mijn medewerking verlenen.
Mijn geboortedag : Mijn adres : Mijn GSM : Mijn mailadres :
Groetjes, Madi
Jessie, Je mag mij toevoegen aan de lijst. Mvg. Ronny
Hallo Jessie, Ik kreeg uw uitnodiging om deel te nemen aan een “mailgroep” van Katrien in De Blomme. Indien ik in aanmerking kom, ben ik akkoord. Verder geef ik U nog een e-mail adres van een vriendin, Chantal, die misschien ook zal willen deelnemen. Gelieve haar uw tekst te sturen.
Hier mijn gegevens: Naam + voornaam: Geb. Studies: Adres:
106
Telefoon: Nu gepensioneerd, laatste beroep: directiesecretaresse in Brugge bij Amerikaans bedrijf Talen: Nederlands, Frans, Duits, Engels en Spaans Hobbies: computer, kaarten, quizzen, fietsen Ik kom op Facebook (passief wel), Twitter, Youtube, Spotify, Netlog (minder) surf veel. Heb volgende cursussen gevolgd: MS DOS, Powerpoint, Word, Windows 7 Voilà, geef een seintje wanneer ik in actie moet treden. Met vriendelijke groeten, Krista
Hello Jesse, Elke van ter yde heeft mij aangesproken ivm je eindwerk. Ik zal met plezier hieraan meehelpen en je kan mij alvast noteren op de lijst van de mailgroep. Met vriendelijke groeten mongsje naam + voornaam straat Gemeente GSM Email :
Graag wil ik meewerken aan je eindwerk met als doel het behalen van je master. Ik hoor later wel van je. Internet is niet vreemd voor me doch zal ik me wat beter moeten informeren in verband het werken in groep. Ik hoop te mogen mee werken
Tot later en veel succes verder met je onderneming
107
Geachte mevrouw Jessie, ik heb daarnet van Elke uit ter Yde Oostende een brief gekregen waar u mensen verzoekt boven de 50 jaar om mee te doen aan "een mail groep". Wel ik wil mij wel kandidaat stellen, maar voor het ogenblik zijn wij hier nog een goeie week. We vertrekken op 9 maart terug naar Spanje. Daar werk ik dagelijks op de computer, maar hier kom ik enkel in het "Sociaal huis in Oostende" omdat ik hier geen aansluiting heb, namelijk zijn wij hier maar 2 x zes weken op een jaar. Dus als het u interesseert wil ik wel meedoen!!!! met vriendelijke groeten Marie - Jeanne De Clerck
Dag Jessie Als vrijwillger voor vrij intenet Oostende in ter yde vroeg Elke meewerken ,bij deze is dit gebeurt Groeten Johan Tel:
108
of wilde
Bijlage 3
Reactie op inleidende mail
Onderwerp: laat eens iets weten ….
...... als het goed aangekomen is. Zo kan ik zien als de aangemaakte groep correct en volledig is. Mvg. Ronny
Onderwerp: re: mailgroep Hallo Jessie, Ik werk niet met outlook, heb Windows 7 Ultimate en heb Windows Live Mail. Kan ik dan nog meedoen? Groetjes, Krista
Dag Krista,
Volgens mij moet dat wel lukken hoor. Ik heb zelf geen ervaring met die Live Mail. Werkt dat zeer sterk verschillend van outlook?
Groetjes, Jessie Jessie, ik heb precies nooit met outlook gewerkt maar weet niet meer goed hoe mijn vroegere e-mail noemde. Zal deze avond eens proberen in de mailgroep terecht te komen. Krista
Tekst goed ontvangen raymond
109
Bijlage 4
Insteek 1 + Reacties
Hallo iedereen,
Hier dan het eerste mailtje van wat hopelijk een leerrijke mailgroep vol interactie mag worden.
Inspiratie: Kinderen kunnen zich tegenwoordig nog moeilijk een leven zonder computer en internet voorstellen. Zij hebben nooit anders gekend, jullie wellicht wel. Hoe staan jullie tegenover een computer en tegenover het internet? Weet je nog wanneer en waar je voor het eerst op een computer gewerkt hebt?
Groetjes, Jessie
Hallo, beste Jessie, ja, inderdaad toen ik nog school liep, bestond de computer nog niet, het kan misschien wel bestaan hebben, maar ik wist er toen nog niets vanaf. Echter toen ons jongste dochter Anja in 1990 naar de verpleegsterschool ging, begon ik er ook interesse in te krijgen. Eerst begon het met het spel pacience, en plots was ik gebeten door dat virus die computer is. Toen ben ik beginnen boeken kopen, want dat was dan nog windows 3.1 en dos. Toen wilde ik er echt alles van weten, en in een minimum van tijd was ik goed op de hoogte van het werken met de computer, ik was er zo van gebeten, toen ik eens in moeilijkheden kwam, ik 's nachts kon opstaan, stilletjes zodat mijn man het niet hoorde en midden in de nacht de problemen kon oplossen, dan was ik zo fier. Ja toen werd die computer te klein, dan kocht ik er een zwaardere en was weer vertrokken. Dan kwam windows 95, 98, xp profesional en daar houd ik het bij. Dan kocht ik mijn eerste laptop en heb de 2 andere gegeven aan radio 2 voor een goed doel in de brousse. Toen wij hier in Spanje kamen wonen kocht ik er een nieuwe, maar die is hier thuis bij een inbraak gestolen. Dan maar in 2004 een nieuwe gekocht, maar internet kon je hier nog niet krijgen. Maar sinds 2007 heb ik internet via sateliet en dat werkt fantastisch. Ik zou het niet meer kunnen missen, je kan zo contact houden met de kinderen
110
de vrienden in België. Je hebt skype enz... Voor mij is het iets fantastisch. De site Seniorennet is mijn homepage. Veel vrienden kan ik hier helpen met hun computer als zij in de knoei geraken. Zeg nu zelf is dat niet fantastisch???? Zo dat was mijn relaas, ik hoop dat je er iets aan hebt veel groetjes van Marie - Jeanne De Clerck
Beste allemaal, hierbij mijn eerste bijdrage.
Weet je nog wanneer en waar je voor het eerst op een computer gewerkt hebt? Mijn eerste ervaring met een computer was in het jaar 1985 op het werk ter gelegenheid van de "automatisering" van onze dienst. Ik werd als chinese vrijwilliger aangesteld om alle administratie te "automatiseren" wat betekent een systeem integreren in die dienst en personeel ervoor te motiveren. Bestond uit een aantal "terminals" die verbonden waren aan een centrale eenheid , die men toen de "mainframe" noemde. Een hele klus, het systeem werkte onder een besturingssysteem met als programmeertaal "cobol" Dat was de periode van de homecomputers, eveneens zonder windows waarop een primitieve tekstverwerker draaide . Dergelijke computer was mijn eerste aankoop . Ook aanleiding voor mijn eerste opleiding bij de avondschool waar het toenmalige "DOS" de norm was. Alles wat je op de homecomputer deed moest per DOS-commando geschieden . Een hele klus. Als wij de huidige toestand bekijken , enkele desk- en laptops verder, dan hebben wij toch een serieuze digitale (r)evolutie meegemaakt. Het gebruik is veel vereenvoudigd , naar het bord kijken is de boodschap. Het jonge volkje leert tegenwoordig veel rapper met allerhande digitale en multimediasystemen omgaan dan dat ze kunnen fietsen zonder steunwieltjes. De impact van de computer op de samenleving is minstens even groot als de stoommachine anderhalve eeuw geleden.
Hoe staan jullie tegenover een computer en tegenover het internet? Door de voorgeschiedenis hiervoor zeer kort beschreven is mijn belangstelling misschien wat sterker dan bij sommige leeftijdsgenoten. Wel heb ik mij enkele grenzen gesteld. Het internet biedt ongekende mogelijkheden, daar twijfelt niemand meer aan en wij hier proberen
111
gelijke tred te houden. Wel leven wij in een consumptiemaatschappij en zo worden dagdagelijks nieuwe behoeften gecreëerd . Vraag is als wij hier op zitten te wachten. In deze moderne wereld volgen wij , via mail , skype, homebanking, elektronische post, surfen allerhande, tax on web e.a. MAAR : alhoewel ik niet wil achterblijven vind ik dat het toch iets te ver gaat. Ik bedoel die "sociale media" - facebook. Ik hou van mijn vrijheid en wens die niet uit handen te geven. Al dat gedoe met die "virtuele vrienden"... Ik kan onze jeugd (kinderen - kleinkinderen...) niet van die multimedia afhouden maar ik vrees dat ze zich onvoldoende bewust zijn van de consequenties van datgene wat ze op hun profiel doen... en hoe die zogezegde vrienden ermee omgaan , wijzigen , toevoegen enz... Hoe zegt met dat "taggen" geloof ik. Het is niet de eerste die het zich beklaagt dat hij een en ander op zijn facebook heeft geplaatst. En dan nog te denken over die twitter enz... OK, ik heb ook al een mail naar een verkeerde persoon gestuurd en dan is het even slikken. Maar via die sociale sites kan de schade echt oplopen. (Leterme ?) Heel wat leeftijdgenoten vinden het verschrikkelijk dat je tegenwoordig voor alles een computer en internet nodig hebt.
Welnu ik vind het dan zeer spijtig , dat wij ,
gewoontegebruikers, ook door openbare diensten , naar die multimedia gedreven worden . Je weet wel : volg ons op faceboek , twitter enz.
Voilà , tot daar mijn eerste bijdrage.
Tot de volgende zitting, Ronny
Hallo iedereen,
Hier dan het eerste mailtje van wat hopelijk een leerrijke mailgroep vol interactie mag worden.
Inspiratie:
Kinderen kunnen zich tegenwoordig nog moeilijk een leven zonder computer en internet voorstellen.
112
Zij hebben nooit anders gekend, jullie wellicht wel.
Hoe staan jullie tegenover een computer en tegenover het internet? Ik kan mij het leven niet meer voorstellen zonder pc. Onlangs was mijn pc aangetast door een virus. Hij is toen in herstelling geweest en ik moet zeggen dat ik dat ding verschrikkelijk heb gemist.
Weet je nog wanneer en waar je voor het eerst op een computer gewerkt hebt? De eerste computer die wij hadden werkte nog met een bandje zoals vroeger de muziekcassettes. Dat was in de jaren 80.
Groetjes, Madi
Jessie
Hello iedereen, Sorry voor de trage reactie Dat de huidige jeugd nog zonder de pc en dergelijk kunnen door het leven gaan is evident. De leerstof op school wordt meer en meer door de computer ondersteunt. Hierdoor worden voor hun huistaken ,spelletjes en zo veel meer, gebruik gemaakt van de pc. Ouderen onder ons die veel later met dat instrument in contact zijn gekomen,gebruiken het in een zeer beperkte mate. Moesten wij ouderen 1 % van wat de pc aanbiedt gebruiken, zouden wij fenomenen zijn Door de snelheid in de evolutie van de computer, raken wij hopeloos achterop en dienen wij ons te beperken tot die programma’s die wij dagelijks gebruiken. Hoe sta ik tegenover internet ? Het is een zegen,hoewel mij gebruik zich beperkt tot e-mail,internetbanking en allerhande zoekopdrachten. Mijn eerste contact met de computer dateert van het begin jaren 1970. Ik was werkzaam bij een touroperator,waar ik instond voor de reservatie en administratie Mijn opdracht bestond erin die departementen te automatiseren en in de toekomst die activiteiten in realtime uit te voeren.
113
Hetgeen vandaag de dag een realiteit is. Op pensioen gegaan in de 90 er jaren had ik geen enkel contact met de computerwereld. In 2004 kwam ik bij oostende@internet les volgen en stond ik met open mond en vol verbazing te kijken naar welke evolutie de computer had gemaakt Voilà mijn eerste reactie Grtjs mongsje
Hallo iedereen, Mijn eerste contact met een computer was begin de jaren ‘70, ik werkte dan voor een Amerikaans bedrijf als secretaresse. Ik heb de evolutie meegemaakt van overschakelingvan mechanische ouderwetse schrijfmachine naar electronische, fax en fotokopiemachine weten opkomen, data uit het bedrijf werd door 2 bedienden op ponskaarten geplaatst dienaar een computer van een buurbedrijf gebracht werden om bepaalde lijsten te printen.Dan werd er bij ons een centrale computer geïnstalleerd en werkten wij vanaf een terminal. De grote favoriet, ttz. alles wat informatica betrof, werd geleverd door IBM (Big Blue). Mijn eerste tekstverwerker was die van IBM (naam vergeten) en intern in het bedrijf hadden wij electronic mail. In 1993 MOEST ik dan tegen mijn zin op brugpensioen na +/- 24 jaar dienst in hetzelfde bedrijf. Mijn PC heb ik in 1996 aangeschaft en ben sinds 1997 ferm actief op internet. TV, apart van nieuwsuitzendingen, interesseert mij niet. Ik heb met veel interesse computer cursussen gevolgd : DOS, Windows, Powerpoint. Sorry voor mijn laat antwoord, ik ben veel weg geweest deze week-end. Groetjes, Krista
114
Bijlage 5
Insteek 2 + Reacties
Madi en Marie-Jeanne zouden een computer en internet niet meer kunnen missen. Ouderen onder ons die veel later met dat instrument in contact zijn
Mongsje zegt:
gekomen,gebruiken het in een zeer beperkte mate. Ronny zegt:
....Wel heb ik mij enkele grenzen gesteld ( naar gebruik toe) ...
Waarvoor gebruiken jullie de computer en het internet?
+
tot welke doeleinden (
ontspanning, nieuwe vrienden zoeken, contact familie, informatie opzoeken, diensten gebruiken, of andere) ?
Belangrijk: vergeet niet om bij het beantwoorden van een mail op ' allen beantwoorden' te klikken.
Hallo zilvervriendjes,
De computer gebruik ik voor ontspanning, contact met familie en vrienden, homebanking, informatie zoeken, persoonlijke lijsten zoals bv verjaardagen...
Groetjes, tot volgende keer. Madi
Hallo iedereen, Leven zonder computer kan ik mij niet voorstellen. Ik gebruik die om nieuwssites te bezoeken (CNN, Wikileaks, New York Times e.a.); nieuws op te zoeken die praktisch nooit in de zogezegde neutrale pers vermeld wordt gebracht door kranige, moedige joernalisten zoals Alex Jones, David Icke enz. Op Youtube luister ik regelmatig naar Nigel Farage en Pat Condell en luister er naar muziek. Ik spendeer geen cent meer aan papieren kranten, dus, leve internet online newspapers. Verder bezoek ik elke dag bepaalde blogs op Seniorennet (Angeltjes), nog op Seniorennet speel ik af en toe Trivia
115
want ik ga graag quizzen Spotify gebruik ik ook veel om naar muziek te luisteren aangezien ik er gratis heel veel ook klassieke muziek vind die ik niet hoef te downloaden en die dus geen plaats neemt op mijn harde schijven. Ook nog is er Facebook, Twitter waar ik elke dag op surf. Ik ben lid van enkele fora, bv. Politicsinfo.be en van het forum op Seniorennet. Dan heb ik ook Skype om in contact te komen met mijn neef die op Tenerife woont. Bankieren online mag ik niet vergeten. Wikipedia wordt ook vaak bezocht in mijn opzoekingen naar info. Als ik tijd heb verbeter ik mijn Spaans door bepaalde lessen te volgen en spendeer ook veel tijd met spiritualiteit, wetenschap (NASA nieuwsbrief) en filosofie.Chatten doe ik niet meer, was vroeger bij ICQ maar heb dit gestopt. Leuke dag aan iedereen en tot mails. Krista
Om te antwoorden op je vraag, wel het meeste gebruik ik voor het ogenblik de computer om mails te versturen, om in contact te blijven met onze vrienden en kinderen en ook ons kleindochtertje, ze wordt in juli 6 jaar en ze heeft ook al computerkriebels. Anders ook om zaken op te zoeken die mij interesseren. Ook om verder te studeren aan mijn Spaanse lessen, al wordt het steeds moeilijker om tijd vrij te houden omdat we hier een nogal druk sociaal leven hebben. Vroeger chatte ik nog al veel met vrienden, maar daar kruipt te veel tijd in. Van Facebook en Twitter moet ik niets hebben. Ik heb al te veel gezien dat de mensen daar gans hun privé leven te grabbel gooien, nee dank je wel. Het moet plezant blijven. Seniorennet vind ik dan wel goed, je kan er alles op terugvinden echt tof. heel veel zonnige groeten Marie - Jeanne
Vooreerst : dit is een logische vraag maar het antwoord is zeer verscheiden.
Ik volg ondertussen de reacties van de andere deelnemers. Wat Christa schrijft vind ik zeer passend. Dat geeft precies weer wat wij elk individueel met onze "Personal-computer" doen. Precies , ook ik kan het leven zonder computer niet meer voorstellen en vul mijn dagelijkse behoefte (informatiehonger) in via die PC en/of mijn laptop. En het is inderdaad
116
afgestemd op mijn persoonlijke behoeften en interesses. Mijn desktop staat overdag bijna steeds aan en diverse familieleden (klein-)kinderen maken er gebruik van. Waarvoor ik mijn computer gebruik ? Hierbij een opsomming , met de zekerheid dat ik enkele functionaliteiten zal vergeten - afhankelijk wat ik wens te doen laveer ik tussen twee browsers, enerzijds explorer omdat sommige toepassingen daar best op draaien en anderzijds firefox. - mijn explorer is ingesteld naar mijn dagelijkse informatiehonger en start dan ook met twee krantenpagina's (nieuwblad en HLN) en de redactie. be. - daarnaast de mailbox, die dagelijks best opgekuist wordt o.m. door de vele nieuwsbrieven allerhande waarop ik ingeschreven ben, gaande van de provider telenet tot en met de stad Oostende . Nieuwsbrieven van openbare besturen leren mij o.a. waar het verkeer wordt onderbroken , werken en werven en te voorziene problemen bij evenementen. Dit heb je vlug overzien. - PC-banking, nu en dan online aankopen (vliegtickets e.a.) , surfen allerlei, digitale (certi)post , energiemanager, opvolging van parkeersessies betaald per sms, tax-on-web, raadpleging ziekenfonds e.a. via elektronische identiteitskaart , raadpleging bibliotheek, skypen met familieleden over verschillende continenten en vele vele andere. Te veel om op te sommen. Dus eigenlijk is de PC een gewoon gebruiksvoorwerp afgestemd op onze "persoonlijke" behoeften. Oesje , bijna vergeten, mijn fotobestanden , aangemaakte fotoboeken , muziekbestanden (i-tunes) en hun selectie en bewerkingen. Ondertussen een twee externe harde schijf gekocht om toch maar voldoende te beveiligen. Zoals ik reeds eerder stelde doe ik mijn uiterste best om buiten de sociale media te blijven. Kwestie van niet te veel verslaafd te raken. Terwijl ik dit schrijf is Kobe op TV bezig met zijn VOLT en promoot hij de tweets betreffende het lopende onderwerp. Zitten die mensen dan te twitteren terwijl ze TV kijken? Daar wil ik nu juist buiten blijven Tot een volgende zitting, Ronny Ronny
Hello allemaal, Mijn normale dagtaak ziet er volgt uit: 1/ naar outlook
en postvak in;
mails lezen en de onbenullige verwijderen de
117
hoogdringende beantwoorden Eenmaal per week de rest opslaan en/of versturen Alles wordt verwijderd en naar de prullenmand verwezen. 2/ facebook doorbladeren en sporadisch reageren.meestal zijn de berichten pure flauwekul.
3/homebanking uittreksels controleren en desnoods uitprinten,de nodige betalingen verrichten. Alle verrichtingen worden samen overgebracht met de cah verrichtingen naar: 4/zelfgemaakt budget programma in Excel voor de updating. 5/naar mijn favorieten Internationale sporten zoals basketbal en zeilen bekijken Tv programma’s raadplegen ezv. Aanbiedingen van grootwarehuizen Online shopping 6/ een paar spelletjes spelen Computer in slaapstand zetten en weer openen indien nodig That is all folks mongsje.
118
Bijlage 6
Insteek 3 + Reacties
Geen reacties
119
Bijlage 7
Tussentijdse reactie
Beste Jessie
Ik had me ingescheven voor "mail zilvergroep", maar door omstandigheden heb ik het nu zeer druk zodat ik niet actief kan zijn in de groep.met deze mijn verontschudiging hiervoor. Groeten Johan
120
Bijlage 8
Insteek 4 + reacties
Ik vond onderstaand artikel in het nieuwsblad. Wat vinden jullie hiervan? Als je zelf op een interessant artikel stoot, deel gerust met de groep!
Belangrijk: vergeet niet om bij het beantwoorden van een mail op ' allen beantwoorden' te klikken, zo kunnen de andere leden mee in discussie treden.
121
Hallo, zilvergroep, wel voor mensen die geintresseerd zijn in die sociale netwerken vind ik dit wel goeie zaak, maar ik heb er werkelijk niets mee, en al die mensen die het geluk niet hebben in het bezit te zijn van internet vind ik persoonlijk dat die weer benadeeld zijn en het weer van een ander zullen moeten horen. groetjes Marie - Jeanne
Op zich geen slecht idee we kunnen er niet meer van tussen maar ik denk dat het niet altijd evident zal zijn om als politie nieuws op facebook te zetten want ook de slechte mens kan alles mee volgen . Maar als het blijft bij preventie & tips geen probleem J-P
Hallo iedereen, Kan het artikel nu niet direct lezen. Ben pas op 18 april terug in het land. Grtz Ronny
Ik deel de mening van J-P.
Doen de andere "Zilveren" niet mee ? Hebben jullie geen mening ?
Groetjes, Madi
122
Ik vind het geen slecht idee zolang ze bij de feiten blijven en er geen spelletje van maken en/of die media gebruiken om privacy te schenden; ze hebben al zoveel werk!! Verder denk ik aan de nog vele mensen in Lier die niet over internet beschikken en toch ook recht hebben om informatie te krijgen. Krista P.S. antwoord aan Madi: ja ik heb een mening, wellicht niet altijd de juiste mening maar was veel afwezig tijdens deze paasperiode vandaar late reactie
Hello allemaal, Het initiatief van de Dietse politie vind ik zeer positief en vatbaar voor uitbreiding naar andere politiediensten. Zolang het bij mededingen blijft uitgaande van de politie naar de burger toe heb ik geen enkel bezwaar tegen. Maar als de burger het medium aanwendt om te reageren of om bvb kleine of grote misdrijven in hun gebuurte te melden,dan kunnen we op een gevaarlijk toer gaan. Immers facebook geeft geen enkele garantie op privacy, zodat iedereen de identiteit van de auteur kan opsporen met alle gevolgen vandien. Als reactie op de vraag van Madi: Laat ons houden aan antwoord te geven en jessie en ons te onthouden commentaar te geven aan de andere groepsleden. Jessie zal wel de nodige conclusies trekken uit onze reacties. Met grtjs van mongsje
Beste zilvergroepleden, Dank je wel voor jullie bijdragen tot op heden. Ze zijn heel waardevol voor mijn studieonderzoek. Naar aanleiding van het mailtje van Raymond wou ik nog even verduidelijken dat het net wél de bedoeling is dat er gecommuniceerd wordt door jullie onderling. Jullie mogen dus zeker, graag zelfs, reageren op elkaars meningen. Zo kunnen we tot een groepsdiscussie komen. Groetjes, Jessie
123
Beste Jessie, Ik wist niet dat het de bedoeling was commentaar te geven op elke reactie. De oudere generatie waartoe wij behoren spreekt moeilijker tegen een onzichtbare toehoorder via telefoon,en zeker als het tegenover een vreemde persoon gaat. De huidige generatie is veel assertiever op dat stuk en gebruikt dan ook gemakkelijker de moderne communicatiemiddelen zoals facebook,chatten,sms en dergelijke. Wij moeten het meer hebben van face to face gesprekken. Eens de toehoorder gekend is wordt het communiceren veel gemakkelijker. Zouden de andere groepsleden ook zoiets ervaren,dan kan een kleine bijeenkomst een ruggensteun betekenen. Dat was een ballonetje Grtjs mongsje
Beste zilvergroepleden, Mijn volgende reactie zal eerstkomende woensdag zijn als ik terug ben uit ZuidAfrika. Hier is het soms moeilijk te volgen wegens niet overal even gemakkelijk toegang tot het net, althans waar wij verblijven.
Ben momenteel aan het
proberen om online onze boarding pas bij air france in te vullen, al lukt dit ook al niet zo goed; Tot hoors, Ronny
Ja, ik vind het ook moeilijk om zo maar met iemand beginnen te chatten of mailen. Tenslotte ken ik die persoon niet. Ik kan toch niet mijn persoonlijke problemen of pleziertjes buiten hangen. De reactie die ik gekregen heb zet mij ook aan het nadenken.
Madi
124
Beste leden van de zilvergroep allemaal. Hier ben ik weer na een zestiendaagse reis door Zuid-Afrika. Van daaruit kon ik de communicatie soms volgen maar op onze rondreis was het moeilijk om te reageren . Z.Afrika is zeker geen ontwikkelingsland. Maar er zijn twee uitersten, ofwel heeft men alles ofwel heeft men (bijna) niets en leeft men in sloppen. De bereikbaarheid via internet is dan ook navenant , ofwel goed ofwel gewoonweg niet. Onze zoon heeft zich expres een IPAD gekocht maar draadloos internet was in de meeste gevallen een probleem. Wat wel lukte was online een boarding pass voor het vliegtuig boeken voor terugkeer. De NMBS deed het wat moeilijker. Ik bestelde twee seniorentickets voor Brussel-Oostende. Via de site lieten ze mij de ganse rimram invullen en achteraf vroegen ze voor de betaling via VISA een digitale handtekening. Ik had mijn kaartlezer niet bij en alle inspanning was voor niets geweest. Bij mijn weten bij gebruik van VISA de betaling gegarandeerd door bancardcompany ; je krijgt een factuur vooraleer het van je rekening afgaat en bij verkeerd gebruik kan je het bedrag protesteren, dit in tegenstelling bij het gebruik van een gewone bankkaart. Dit gewoon even terzijde. Ik loop dus wat achter en heb nu het artikel van de politie van Lier gelezen. Mijn reactie : sommigen onder U weten dat ik gepensioneerd politieman ben. Tot aan mijn pensioen was ik “functioneel informatiebeheerder” bij het lokale politiekorps en was ook in die hoedanigheid verschillende jaren gedetacheerd bij de federale politie Brussel. Het fenomeen zoals beschreven in het artikel verbaast mij niet. Sedert de informatisering en digitalisering van alle informatie is er bij de politie een kluwen ontstaan aan informatiebeheer waardoor men door de bomen het bos niet meer ziet. Elke politiechef, zowel op lokaal als federaal niveau wil zich profileren. In een klein landje als het onze blijkt het zeer moeilijk om enige uniformiteit in het digitale landschap te hanteren. Wel is het juist dat specifieke toestanden aangepaste systemen kunnen vergen maar... Waarom in Lier en niet in Mechelen en zo kunnen wij doorgaan. Onze kust is amper 60 km lang. Met enige trots heeft de
korpschef
van
de
zone
westkust
digitale
cameraʼs
geïnstalleerd
met
nummerplaatherkenning. De inspecteurs doen patrouille met camera op de jas en hun bewegingen worden gefilmd. Eens voorbij Nieuwpoort is het gedaan. Vanaf Middelkerke en zeker in Oostende is dit niet nodig, of zou het hier veiliger zijn ? Moraal van het verhaal : in Lier zit er bij de politie een facebookfanaat en in de zone ernaast blijkbaar niet. Voor de lokale zones wordt er een uniformiteit nagestreefd . Daarbij wordt hun voorgesteld voor elke zone afzonderlijk binnen de “vaste commissie van de lokale politie” een standaardwebsite te hanteren. De meeste zones houden zich daar aan. Op hun site kan elke zone zijn
125
ding kwijt specifiek eigen aan de lokale toestand, behoudens enkele standaardregels betreffende presentatie van het korps en zijn organisatie. Zo kan elke burger, waar in het land hij zich ook bevindt de lokale zone raadplegen en evt. fenomenen nagaan. Ter illustratie kunt U eens surfen in onderstaande website en Uw zone (op)-bezoeken.
http://www.lokalepolitie.be/portal/nl/home.html
Voor communicatie tussen ons onderling is het onderhoud van een specifieke blog misschien beter geschikt maar je moet er wel vertrouwd mee zijn. Zowel Jessie als ikzelf hebben zo eens een reisblog bijgehouden.
Tot daar mijn bijdrage tot nu Tot een volgende zitting, Ronny
Mijn reactie op de suggesties van krista: Het skypen is inderdaad een leuk middel. Ik heb ook zoiets maar ik gebruik het uiterst zelden wegens het gebrek aan beschikbare correspondenten. Om dit te gebruiken in de zilvergroep zou iedereen zo’n installatie moeten hebben en dan nog blijven het gesprekken van één persoon naar één ander. En dat is niet de doelstelling van de groep,waarbij elke reactie aan allen tegelijk wordt doorgegeven Grtjs mongsje
Beste jp, Ik heb begrip voor je aanmerkingen,maar ik chat nooit. Ik onthoud mezelf dan maar van elke reactie. Grtjs mongsje
Hello Madi, Mooie bedenking
126
Elkeen zou dienen na te denken op een gekregen reactie Grtjs mongsje
Beste ronny, Ik leg uw omstandig reisverslag en daarop de beschrijving van de Belgische politiewerking ter zijde. Het surfen naar de voorgestelde website blijft maar mislukken. Ik kan maar reageren op uw voorlaatste zin met de vraag :hoe moet de burger zonder laptop of pc reageren? Grtjs mongsje
Raymond, Probeer eens http://www.lokalepolitie.be/ Die heeft ook zo een website. Of anders google eens "vaste commissie van de lokale politie"
127
Bijlage 9
Insteek 5 + reacties
Beste zilvergroepleden,
Vanaf vandaag tot en met vrijdag 27 april gaat de 'digitale week' door. Neem even een kijkje op www.digitaleweek.be voor meer informatie.
Tijdens de digitale week kan je in ieder geval heel wat workshops ( vaak zeer goedkoop of gratis ) volgen. Hieronder een kleine greep uit het aanbod in Oostende. Namen jullie in het verleden reeds deel aan een cursus inzake computer en/of internet? Zijn er zaken gerelateerd aan computer en/of internet waarover jullie in de toekomst nog een cursus wensen te volgen?
Infostand beginnerscursus en aankoop computer Een infostand over volgende vragen: - waar en wanneer kan ik een beginnerscursus computer en internet volgen? - hoe kan ik me inschrijven? - wat wordt er in de lessen besproken?... waar: Bibliotheek Kris Lambert - Forumzaal , Wellingtonstraat 7 , 8400 Oostende wanneer: vri, 27/04/2012 - 10:00 - 11:00 De wereld van YouTube YouTube is een website waar je gratis filmpjes kan uploaden, bekijken en delen. Je kan het zo gek niet bedenken of er staat een filmpje van op YouTube. In deze demonstratie leer je hoe deze... waar: Bibliotheek Kris Lambert - Forumzaal , Wellingtonstraat 7 , 8400 Oostende wanneer: maa, 23/04/2012 - 14:15 - 15:45
128
Nuttige duurzame websites Websites als van de ‘nmbs’ of ‘de lijn’ hebben een al vrij goede bekendheid maar er zijn nog veel andere. Op zoek naar milieupremies, goed isolatiemateriaal, een ecologische architect, een... waar: Bibliotheek Kris Lambert - Forumzaal , Wellingtonstraat 7 , 8400 Oostende wanneer: woe, 25/04/2012 - 09:30 - 11:00 Sociale netwerken Facebook, twitter, google+, Flickr, YouTube, MySpace, LinkedIn, Netlog, … Tegenwoordig niet meer weg te denken uit het moderne dagelijkse leven. Maar voor wat staan al deze sites en... waar: Bibliotheek Kris Lambert - Forumzaal , Wellingtonstraat 7 , 8400 Oostende wanneer: Veilig op internet In deze workshop geven we aan antwoord op volgende vragen: • Welke gevaren zijn er op het Internet? • Wat moet ik weten over de gevaren van internet ? • Wat heb ik nodig om... waar: Bibliotheek Kris Lambert - Forumzaal , Wellingtonstraat 7 , 8400 Oostende wanneer: vri, 27/04/2012 - 13:30 - 15:30 Tablets: Hype of toekomst? Tablets een echte hype naar hebbedingen of zit er meer achter. Een laptop of toch liever een tablet? Is het echt alleen om thuis te gebruiken of wordt de tablet ook in het ... waar: Bibliotheek Kris Lambert - Forumzaal , Wellingtonstraat 7 , 8400 Oostende wanneer: maa, 23/04/2012 - 16:30 - 17:30
129
Beste zilvergroepleden, ik heb nooit enkele cursus over internet, noch computerlessen gevolgd. Alles wat ik erover geleerd heb was door boeken die er over bestaan. Intussen heb ik een hele bibliotheek staan van zulken boeken, al heb ik er al veel weggedaan omdat die niet meer te gebruiken zijn door de huidige vooruitgang in de digitale wereld. Nee, een cursus zou ik nu niet gaan volgen, trouwens tijd en de interesse is er ook niet. Het punt is dat ik nog meer andere hobbys heb en nooit afhankelijk wilde zijn van iets dat wel geweldig is maar er zijn ook nog andere dingen in het leven dan de computer. Ik heb zelfs vrienden die "het ding weggedaan" hebben wegens onsociaal volgens hen al ben ik het daar ook niet mee eens. Alles of niets is toch ook niet gezond. Over de sociale netwerken wil ik het volgende zeggen, de eerste persoon die me er kan doen in geloven als "iets nuttigs te zijn" kan mij altijd overtuigen, maar of het hem of haar zal lukken valt te betwijfelen. Hier heb ik al te veel dingen gezien en gehoord zodang dat ik denk, "jongens toch", hou je privé leven voor je, dat is toch nog het enige dat je nog kan voor je zelf houden en niet ten prooi gooien aan de "zogezegde vrienden", ik heb ook vrienden, maar die kan ik dan toch "echte" vrienden heten want zoveel lopen er toch ook niet rond zoals op de sociale internetsites. Zo dat was mijn menig, wie ben ik op absoluut mijn "gelijk" te halen. Misschien kan ik iets onder jullie "openbreken", en kunnen we daar ook eens over praten. Anders nog vele groeten Marie - Jeanne De Clerck
Dag allemaal, Dank voor de interessante info. Antwoordend op de vraag: Ik heb bijna alle cursussen van oostende@internet gevolgd Basis cursus ,internet,words,Excel,powerpoint,maar geen digitale fotografie. Die cursussen gebruik ik nog altijd als naslagwerk (Ik ben reeds meer vergeten dan ik heb onthouden). Nieuwe cursussen volgen is niet meer aan mij besteed. Grtjs mongsje
130
Hoi M-J ,
Je hebt volkomen gelijk , ik vind dat je zelf moet beslissen met wat je wil delen want soms vind ik het erover wat anderen allemaal publiceren naar de buitenwereld toe
J-P
Hallo iedereen, Ik heb met veel interesse de website over de digitale week bekeken. door het feit dat ik reeds ettelijke cursussen gevolgd heb zal ik er niet aan deelnemen. De laatste recentste cursus was Windows 7 gegeven door Collin (de beste lesgever in informatica die ik ooit gehad heb, zijn kennis, zijn geduld). Wat privacy op internet betreft: internet, sociale websites, fora, enz. kunnen maar weergeven wat ik er zelf opzet. Door het feit dat ik “een mening” heb, neem ik aan ettelijke fora deel, in diverse talen (engels, duits, spaans, frans en nederlands), maar dan wel onder een “nick name” hoewel ik volledige verantwoordlijkheid opneem voor wat ik schrijf. Trouwens, de webmasters kennen mijn naam, identiteit enz. En kunnen mij steeds vinden. Ook in dagbladen plaats ik graag mijn reacties op bepaalde (vooral politieke) artikelen en als ik “te stout” ben publiceren ze het gewoonweg niet, wat trouwens hun recht is, maar ik heb mij toch kunnen “uiten”. Elke dag bekijk ik Facebook (familiale redenen) en Twitter (politieke redenen). Vroeger, van ongeveer 1997 tot 2000 was ik op ICQ, een wereldwijde chat, had er leuke contacten in Canada, Nieuw Zeeland, Bangla Desh, India enz. maar ik heb dit stopgezet, bijna om het half uur kwam er een oproep binnen om te chatten (ook weer vooral politiek en wereldnieuws). Voor mij is internet niet meer weg te denken en ik zit elke dag 3 à 4 uur achter mijn PC. Ik ben op diverse nieuwsbrieven ingeschreven (New York Times, CNN, Information Clearing House, enz. gezien ik “nieuws”gierig ben). TV dient voor mij alleen nog (weeral eens) als nieuwszender. Ik heb ook mijn eigen blog op seniorennet maar wegens tijd gebrek hou ik die voorlopig niet bij, wel kijk ik ook elke dag naar één van mijn favoriete blogs Angeltjes genoemd. Ik zoek blogs en sites op die veel zaken duidelijk maken wat er in kranten en staatszenders niet over geschreven noch gepraat mag worden. Leuke dag aan iedereen en tot mails. Krista
131
Hallo, Ik heb ook al heel war cursussen gevolgd , zowel destijds in actieve dienst als uit louter interesse. Bij aankoop van mijn laptop was die voorzien van de laatste windows versie (windows 7) en om die reden volgde ik ook de cursus bij Colin , Oostende @ internet. Je kunt er altijd iets van opsteken. Even terzijde, ik kreeg mijn 40 € niet terug van de stad, al wordt dat wel beloofd in hun aankondiging. Ik meen dat ik zowat dezelfde "nieuws"interesse heb als Krista, al is die minder uitgesproken internationaal. Zo start mijn explorer op in vier tabbladen, allemaal nieuwssites van drie kranten en de redactie.be. Ook reageer ik nu en dan, laatst nog vorige week omtrent diefstal gepleegd in politiekantoren. Spijtig genoeg hebben ze mijn bericht geweerd. Het komt er op neer dat ik in mijn 39-jarige carriere bij de politie (meestal lokaal) geconfronteerd werd met drie diefstallen gepleegd door collega's zowel "bij uitoefening van de dienst als ter gelegenheid van de uitoefening van hun dienst". Welnu , daar werd telkenmale door de korpsleiding zeer adequaat op gereageerd met stante pede ontslag. Als ik een berekening zou maken betreffende alle politiemensen die ik in de loop van mijn carrière heb leren kennen dan is dit een bijzonder laag percentage; maar je één is teveel , zo simpel is het. En dat mag geen afbreuk doen aan de integriteit van die vele , heel vele anderen die wel integer zijn. Dat heb ik geschreven en dat werd in door de redactie genegeerd. Het eerste feit dateert trouwens van lang voordat het comité P werd opgericht. De PC is ook in mijn dagelijks bestaan niet meer weg te denken. Nu zoek ik uit hoe ik mijn vakantiefoto's zo goed als mogelijk in één presentatie kan gieten overvloeiend met de filmpjes en de gepaste muziek, die ik ginder trouwens op CD heb gekocht. Wat de digitale week betreft zal ik daar wel eens rondneuzen. Ik heb een aversie voor sociale netwerken maar, dat neemt niet weg dat ik het eens ga bekijken. Ik wil bijblijven en duidelijk weten waar mijn kleinkinderen mee bezig zijn.
Tot een volgende bijdrage Ronny
Ronny en Krista geven aan ook het 'nieuws' te volgen op het internet. Zijn er mensen die ingeschreven zijn op de nieuwsbrief van bijvoorbeeld nieuwsblad, laatste nieuws, de morgen, standaard of die gewoon het nieuws volgen via het internet? Volgen jullie het nieuws via internet, via televisie of beiden? Wat zijn volgens jullie de voordelen en de nadelen ten opzichte van elkaar?
132
Ja , wat het voorval betreft die diefstallen van de gevonden portefeuilles op de politiekantoren is er werkelijk een brug te ver maar rotte appels heb je in elke branches . Natuurlijk ligt deze groep gevoeliger naar de buitenwereld omdat het voorbeeldfuncties zijn van de maatschappij . Dat is even erg dat ik een politie agent ken waarvan ik zijn zoon in de tijd de les moest spellen over zijn wangedrag als supporter . Net zoals onze prins Laurent met gierende banden zijn baan scheurt door de pers die aan de poort staan te kwijlen om toch maar roddeljournalistiek te kunnen brengen Iedereen is niet volmaakt maar natuurlijk liggen sommige personen in het vizier en andere die de zelfde stomme stoten uithalen wordt niet over gesproken . Ronny als je wil kan ik het één en ander uitleggen voor zoʼn montage , ik heb het ook geleerd door zelfstudie en ik kan toch wel zeggen dat ik er al een paar heb gemaakt die gezien mogen worden
J-P
Hallo, Ik krijg elke dag via e-mail volgende nieuwsbrieven + updates : De Standaard, Le Soir, Le Figaro, Kranten.com.be, Kranten.com.nl, Nieuwsblad, New York Times, Knack, Nieuws uit West Vlaanderen, CNN Breaking News, Gazet van Antwerpen, Libération, Zita en Vandaag.be. Verder als ik thuis ben bekijk ik nieuws als volgt op TV: om 7u France 2, om 13u RTBF, om 15 TVE (Spanje), om 17u ARD Duitsland, om 18u VRT, om 19u zap ik dan over volgende zenders: Al Jazeerah, BBC World en Euronews. Ook krijg ik de nieuwsbrieven van Universe Today aangezien sterren en planeten (het universum) mij interesseren. Nee, als gepensioneerde heb ik eerder tijd tekort. Voordelen van TV zijn dat er beelden bij komen, nadelen zijn dat ze niet altijd objectief zijn (vooral de VRT niet) en dat ik naar nieuwslezers moet kijken die ik niet altijd sympathiek vind. Soms surf ik naar Wikileaks, Huntington Post en nog vele andere...Nadelen aan Internet?? vind ik niet zomaar. Groetjes, Krista
133
goeie avond zilvergroep, De televisie en het internet staat hier de ganse dag op als wij thuis zijn, we willen natuurlijk op de hoogte blijven wat er ins ons landje reilt en zeilt. Bij internet is het, het seniorennet want daar kan je het nieuws heel duidelijk volgen van minuut tot minuut, en dat is wel leuk. Het echte werk zie ik liever op de televisie. Op de middag is dat het nieuws van vtm en om 7 uur is het dan één. Ingeschreven ben ik nergens, ik heb soms genoeg van zoveel slecht nieuws en miserie, gelukkig zijn er ook nog lichtpunten en goede mensen die respect afdwingen en dat geeft de burger goede moed, tot de volgende mail groetjes aan jullie allen Marie - Jeanne
Hallo allemaal, zo ontvang ik dagelijks de nieuwsbrief van de VRT. Het is een goede aanvulling omtrent datgene wat op TV komt en ons eventueel interesseert. Het gebeurt ook wel eens dat wij een discussieforum van redio één of radio twee opnieuw opvragen (Petters en Pichal of inspecteur Decaluwé, voor mijn echtgenote soms de madammen) Dit kadert in onze cultuur om gewoon mee te zijn met de actualiteit. Ik kan mij goed inbeelden dat mensen eerder geïnteresseerd zijn in de nieuwsbrieven van de sportzenders of internationaal nieuws. Grtz Ronny + voorbeeld van versie nieuwsbrief van ‘één’
Hallo,
Op pc kijk ik naar het regionale nieuws (Het Nieuwsblad). Soms lees ik dan ook de reacties. Dat is de moeite waard. Sommige weten echt niet waarover het gaat. Dan zijn er die nog nooit gehoord hebben van een punt en een komma. En dan nog te zwijgen over de taalfouten Verder luister ik op Radio 2 naar het nieuws en kijk om 19 uur naar het nieuws op VTM. Het gebeurt ook dat ik naar Het Late Nieuws op Een kijk.
134
Groetjes, Madi
Beste, het voordeel van dergelijke nieuwsbrieven is dat je kan doorklikken naar bepaalde onderwerpen betreffende de actualiteit van de dag. dat kan ook via de nieuwsbrief van het nieuwsblad en het laatste nieuws. Ik denk dat de interactieve site van het nieuwsblad meer succes heeft want hun server blokkeert soms wel eens Dit ter info, Ronny http://www.deredactie.be/permalink/1.1283075
Madi, je hebt volkomen gelijk. Ik probeer zoveel als mogelijk onze taal in al zijn aspecten te respecteren. Als ik een taal- spelling- of misschien ook typefout maak kan ik aanvaarden dat er op gewezen wordt. Maar sommigen hebben inderdaad geen respect voor ons taal. Heb
ik onlangs
niet gelezen dat de taalvaardigheid van de huidige generatie
(hoge)schoolstudenten flink achteruit gaat. Zou de multimedia en de digitale wereld daar een invloed op hebben ?
Grtz Ronny
Dag Ronny,
Mijn broer was licentiaat wiskunde en gaf les aan de laatste jaren wetenschappen. Bij de examens trok hij ook punten af voor taalfouten. Hij was zéér streng maar achteraf zijn veel leerlingen hem komen bedanken. Groetjes, Madi
135
http://www.focus-wtv.be/nieuws/algemeen/ook-west-vlaamse-politiediensten-beginnenvoordelen-van-sociale-media-in-te-zien/article-4000085891701.htm?utm_source=Newsletter25/04/2012&utm_medium=Email&utm_campaign=Newsletter-Site-FocusWtv-NL-nl Net gelezen in de Krant van West Vlaanderen Groetjes, Krista
Hallo, beste zilvergroepvrienden, lap, mijn woorden die ik neergeschreven heb naar jullie toe zijn nog niet koud of het of het is weer van dat. Waar stopt dat eigenlijk????? groetjes van Marie - Jeanne
Ik dacht dat deze nieuwsbrief je wellicht ook zal interesseren. Groetjes, Krista
Hallo , Dagelijks krijg ik een mail van kranten.com met de bijzondere artikels uit 11 dagbladen. Tevens kan ik ook andere artikels in die bladen opzoeken. Ander nieuws volg ik op tv en staat mijn radio de ganse dag op. Voor het regionaal nieuws lees ik de krant. Voor wereldnieuws zijn programma’s zoals terzake, panorama of CNN voor mij voldoende Het nadeel van al die berichtgevingen is dat ze allen zo tendentieus zijn. Grtjs mongsje
136
Bijlage 10
Tussentijdse reactie
Onderwerp: Politie en sociale media
http://www.focus-wtv.be/nieuws/algemeen/ook-west-vlaamse-politiediensten-beginnenvoordelen-van-sociale-media-in-te-zien/article-4000085891701.htm?utm_source=Newsletter25/04/2012&utm_medium=Email&utm_campaign=Newsletter-Site-FocusWtv-NL-nl Net gelezen in de Krant van West Vlaanderen Groetjes, Krista
137
Bijlage 11
Insteek 6 + reacties
Een goed zondagmorgen zilvergroepleden,
Opnieuw een vraagje voor jullie. De meesten onder jullie hebben een computer en internet of kunnen er althans goed mee werken. Vinden jullie dat medioren/senioren die er niet mee kunnen werken iets missen? Zoja, wat mist men dan?
Hello allemaal, Wat zij missen is: De gigantische en supersnelle info die het internet aanbiedt enerzijds en Anderzijds de enorme mogelijkheden aangeboden door de programma's "words", "Excel", "powerpoint" ed. En dan spreken we nog niet over de communicatie mogelijkheden. Grtjs mongsje
Hallo zilvergroepleden, vooreerst even dit: ik vind het leuk de reacties van de verschillende leden te lezen. Soms ben ik het volkomen eens, dan weer niet. Maar ja, de wereld zou zeer saai zijn moesten wij allen dezelfde mening delen. Wat de vraag betreft , het antwoord is volgens mij heel simpel: Je kiest er voor of je kiest er niet voor. De overheid heeft volgens mij de opdracht en plicht ervoor te zorgen dat diegenen die er niet voor kiezen of de nieuwe media in al zijn aspecten zien passeren minstens hun basisbehoeften kunnen invullen. Inderdaad, de kloof wordt steeds groter maar.... ik heb familieleden die geen PC in huis hebben en er ook niet meer willen aan beginnen. Dat moeten wij respecteren. Al 11 jaar frequenteer ik een rust-en verzorgingstehuis om mijn naaste familie te bezoeken. Onlangs zijn de gewone TV-toestellen in alle kamers vervangen door LCD-apparaten. In één kamer zag ik al een digibox van telenet. Als wij daar ooit eens belanden (liefst zo laat mogelijk) hoop ik alert genoeg te zijn om mijn laptop nog te bedienen
138
en de TV-programma's uitgesteld te kunnen bekijken als het mij past. Kortom , veel heeft te maken met de entourage waarin men leeft en aard van het beestje. Mvg. Ronny
Hallo, beste zilvergroepers, wel ik vind dat het een enorm voorrecht is om met de computer te kunnen werken, men kan zoveel ontdekken en bijleren, bijv. over je hobby, dingen die je interessant vindt opzoeken op het internet enz... ja, het is jammer dat vele senioren het niet willen leren kennen en spreken over een "dagelijkse pest" zoals ik onlangs nog gehoord heb. Maar ik wil toch nog eens benadrukken dat de overheid meer zou moeten doen om de mensen die niet het geluk hebben of de middelen, iets te doen zodanig dat iedereen toegang heeft tot dit wonderbaarlijk gebruiksvoorwerp, ik hoop het van harte dat het eens gebeurt
zonnige zondagsgroeten uit het paradijselijke zuiden
We mogen niet vergeten dat sommige medioren/senioren misschien ook wel financieel welstellend zijn om PC en al dan niet internet aan te schaffen , daarom zou er beter in de grootsteden openbare internetplaatsen aanbieden enkel aan de medioren / senioren die wel willen aanleren maar niet kunnen aanschaffen . J-P
Ja ik denk dat die mensen iets missen. Ik ken bv. welstellende senioren die lid zijn van diverse clubs (bv. Lion's, Probus, enz.) sportverenigingen (als supporter/sponsors), wel de uitnodigingen tot evenementen, diners, uitstappen gebeuren praktisch allemaal per e-mail verder sturen de banken bv. KBC Private Banking en Fortis pakken inlichtingen over aandelen ook per e-mail. Zodoende sparen ze papier, postzegels, tijd. Gezien niet alle 6070-plussers met internet overweg kunnen zijn die dan afhankelijk van familie of vrienden om aan hun informatie te komen. Dit gaat hier nu vooral over e-mail maar ook op het web zijn er pakken info te vinden over een zo grote variëteit van onderwerpen teveel om op te noemen (bv. reizen, wereldnieuws
139
enz.).
Maar ik denk ook aan de mensen met een klein pensioen die zich internet/pc niet kunnen permitteren. Daar zal de overheid en andere instanties altijd rekening mee moeten houden dat die mensen ook recht hebben op informatie. Wij in België betalen praktisch het meest voor internet en TV van al de Europese landen, nog iets waar de politiekers iets zouden kunnen aan doen. Vaak hoor ik mensen bijna klagen en zeggen "binnen enkele jaren is allles www....". Nu, voor mij is het mijn grootste hobby naast kaarten, quizzen en fietsen. Tot mails en vriendelijke groeten, Krista
Inderdaad , ze missen veel zelfs . Sommigen horen het in Keulen donderen als men in de termen van de informatica begint te converseren . Maar het zou ook een oplossing kunnen zijn mocht er in de rust & opvangtehuizen i.p.v. te knippen & plakken , kaarten en bingo te spelen eens vragen aan de patiënten wie al dan niet interesse heeft voor PC & internet . Zodoende kunnen de senioren hun kinderen, kleinkinderen , achterkleinkinderen zelf contacteren omdat ze meestal geen tijd hebben om langs te gaan bij hun moeder , grootmoeder , overgrootmoeder .
Voor de minderbedeelden is er nog altijd de bibliotheek waar ze terecht kunnen.
Madi
Ok , Maar ze moeten ook nog mobiel zijn
Goeie avond zilvergroep, wel ik kon het het nu me toch niet inhouden te antwoorden op "voor de minderbedeelden is er nog de bibliotheek", wel dat vind ik een koude douche. Senioren die een stukje van
140
ouderdom zijn, kunnen dikwijls moeilijk uit de voeten!!!! geef daar eens een fatsoenlijk antwoord op alstublieft, dank u
Marie - Jeanne
Hoi M-J Waarschijnlijk heb je mijn antwoord niet gelezen op de reactie ze naar de bibliotheek te sturen hier een herhaling “ Ok , Maar ze moeten ook nog mobiel zijn “
J-P
sorry, die had ik nog niet gehad. fijn dat we het eens zijn
Marie - Jeanne
Een kleine bedenking: Ik ben vrijwilliger voor oostende@internet om eenmaal per week toezicht te houden over de pc’s die int buurthuis ter yde (raversyde) staan. Meermaal per week ga ik er ook ’s middags eten samen met zowat een veertigtal andere derde leeftijdsgasten. Geen enkele eter maakt gebruik van de gratis ter beschikking staande pc toestellen. Wat moet ik hieruit besluiten? 40 mensen zijn mobiel om te komen eten maar niet mobiel om te internetten ? 40 mensen hebben op een andere manier toegang tot het internet en hebben dus geen mobiliteitsprobleem ? 40 mensen hebben geen of zeer weinig interesse in het internet en bijgevolg weinig zin om er de minste inspanning voor te doen ? Grtjs mongsje
141
Hallo, nu moet ik je wel vertellen dat als nieuwe bewoner van Oostende, en toen de kans gehad heb, ik steeds geweest ben, eten en computeren , en moet jammerlijk bevestigen dat je de waarheid spreekt, ja dat is verwonderlijk, het is er toch gezellig. Maar er zijn ook mensen die het huis niet uitkomen om de een of andere reden, en daar moet ook aan gedacht worden. Trouwens Mongsje, we zien elkaar terug in september, dan kom ik terug. Zou het niet helpen als die mensen die op het bureau zijn hen proberen warm te maken, en niet alleen voor de hobbyclub!!! of ze hebben misschien thuis zelf internet, zeker die jongere senioren!!!! groetjes Marie - Jeanne
142
Bijlage 12
Insteek 7 + reacties
Beste zilvergroepleden,
Bedankt voor de waardevolle discussies vorige week. Ik haal er toch een aantal zaken uit die weer tot nieuwe vragen leiden.
Zoals Raymond zegt, er zijn wel degelijk computers ter beschikking maar niet iedereen gebruikt ze. De laatste jaren hebben de overheden heel wat inspanningen gedaan ( zoals oostende@internet, project 'zandletters' in de bibliotheek, actie 'internet voor iedereen' enz) om ervoor te zorgen dat iedereen over een computer en het internet kan beschikken.
Heel wat overheden, onderzoekers en andere instanties gaan er prat op dat de digitale kloof zo goed als mogelijk gedicht wordt. Maar een aantal onder hen maken ook een interessante opmerking. Moeten we er niet voor zorgen dat die kloof net nooit verdwijnt? Is het niet een recht van elke mens om ervoor te kiezen net niet deel te nemen aan de digitale wereld?
De vraag is dan ook of mensen vandaag nog bewust kunnen kiezen om geen computer en internet te gebruiken? Kan dit vandaag nog in deze wereld en zou dit moeten kunnen?
Wat denken jullie?
Goede namiddag zilvergroepers, ja, maar natuurlijk is het iedereens goed recht om te kiezen of ze aan de digitale wereld deel willen nemen, gelukkig leven we heden ten dage in een vrij en democratisch land. Elkeen moet maar voor zich zelf uitmaken of ze het willen of niet, maar voor degenen die niet
143
geïntresseerd zijn, is het toch een gemiste kans aangezien al de mogelijkheden die je kan aanwenden met dit interessante gegeven. Ja, andere mogelijkheden zijn er genoeg om iedereen tevreden te houden .Dit is mijn motto; doe wat je graag doet , blijf geïntresseerd in hetgeen er rond je gebeurd, zo blijf je jong van geest en gelukkig en dit is het waar we naar moeten streven in het leven. Zo nog een prettige zondag verder Groetjes, Marie – Jeanne
Hallo iedereen, Ik ken mensen die het zich zeker kunnen permitteren maar kiezen geen computer noch internet te gebruiken. Die mensen rangschikken zich bij senioren van rond de 75 à 85 jarigen. De hoofdreden is dat ze er bang voor zijn, het niet aankunnen om met informatica om te gaan. Toen ik als secretaresse werkte heb ik geen één baas gehad die kon typen. Dat was de mode niet. Hun universitaire proefwerken lieten ze typen bij gespecialiseerde typistes. Nu typen de bazen hun rapporten direct op hun computers/laptops noem maar op. Van heel jong reeds worden kinderen nu met een toetsenbord en een computer geconfronteerd. Diezelfde senioren missen het wel en zoals reeds eerder gezegd doen dan beroep op hun kleinkinderen, vrienden, familie als ze iets uit het internet nodig hebben. Deze generatie is nu aan het uitsterven en binnen een tiental jaren zal internet nog meer verspreid worden. Wat ik wel vaststel in mijn buurt dat er zo weinig mensen over een computer beschikken (sociale woning buurt). Hier hebben velen er wel geen interesse voor. Tot mails Krista
Hello allemaal, Voor kinderen in onze hedendaagse maatschappij bestaat de schoolplicht Naast lezen,rekenen,schrijven,talenkennis en wetenschappen zal de pc hoogstwaarschijnlijk het belangrijkste vak in hun studies worden. De vraag die zich stelt is:kan men die schoolplicht op leggen aan de oudere
144
generaties?Mijn inziens kan dat niet! Wat wel kan is dat vanwege de overheid een sensibiliserngscampagne wordt opstart,ondersteund door maatregelen om zoveel waar mogelijk toegang te verstrekken tot het internet. Ik hierbij aan homes,klinieken,buurthuize,bibliotheken en dergelijk En als de derde leeftijd hier dan geen gebruik wil van maken is dat spijtig genoeg voor hen hun beslissing en previlege.
grtjs raymond van den kieboom anjelieren laan,16, 8400 oostende gsm:0476/755961 skype:mongsje6
145
Bijlage 13
Insteek 8 + reacties
Hallo,
Hieronder een interessant artikel die misschien inspirerend kan zijn.
Groetjes,
Jessie
http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=4P378VE4 Internet maakt ons dom
Sorry maar ik heb te rap op “Verzenden” geklikt. Het artikel in De Standaard krijg ik niet volledig te lezen, enkel een introductie en het vervolg is voor de abonnee’s. Ik ben niet helemaal akkoord met Carr. Ieder individu gebruikt internet zoals hij wilt, natuurlijk er kan een tsunami van informatie op ons afkomen maar wij kunnen ook rustig genieten van relaxatie oefeningen, meditatie, tai chi, filosofie enz. In het begin dat ik op internet was had ik wel eens het gevoel dat ik naar “teveel” informatie zocht op één avond en dit overstelpte mij wel, nu doseer ik mijn opzoekingen, en ontspan mij achter mijn computer scherm, veel meer dan voor een TV (ontspannings programma’s bedoel ik hier). Hoewel, ik kan wel genieten van een goede film bijvoorbeeld, apart van internet. Nu verwijs ik naar de drie websites die ik opgezocht heb en die U hieronder vind. Tot mails Krista
http://www.nicholasgcarr.com/index.shtml http://www.netkwesties.nl/355/dommer-slimmer-door-internet-nicholas.htm http://online.wsj.com/article/SB10001424052748704025304575284981644790098.html
146
Hallo, zilvergroepers, het artkel eens doorgenomen, en ja, dat is weer iets typisch van onze tijd. Je kan het vergelijken met naar de dokter gaan. Bij de ene dokter is iets heel goeds en gezond, bij de andere wordt het ten zeerste "afgeraden". Mijn visie is dat je voor je zelf moet uitmaken of iets goeds is voor je of niet. Voor mij is het internet iets goeds en ben er blij mee en we gaan er meer door, basta, wat ieder ander ook zegt. groetjes Marie - Jeanne
Het hangt er natuurlijk vanaf wat je wil weten en kennen , voor wat je open staat , en wat voor jouw tolereerbaar is . Voor de ene is het een god want heeft misschien partner van zijn leven gevonden en voor de andere is het een verderf want heeft misschien zijn partner daardoor verloren . Internet is het zelfde als de krant verschil is dat niet alles in de krant kan of mag en is misschien wel beter omdat ge geen bomen moet omkappen
J-P
Hello allemaal, Heb alleen maar die introductie kunnen lezen,die ik nogal eenzijdig ervaar. Waar vroeger op school alles van buiten diende geleerd te worden,krijgen de studenten nu een medium aangeboden met grenzeloze mogelijkheden. Een goed gebruik van dit medium zal hen veel meer aanbrengen dan het uurtje les van vroeger. Het is maar normaal dat de wijze van aan te leren evolueert en dan is de PC een noodzakelijk instrument. Wij leven nu eenmaal in het tijdperk waarbij “specialisatie” meer nodig is dan algemene kennis. Voor een astronaut is het belangrijker zijn instrumenten te kennen en ze kunnen bedienen,dan te weten wie Mozart of Stalin is. Grtjs mongsje
147
Bijlage 14
Insteek 9 + reacties
Goede avond zilvergroepleden,
In februari nam ik deel aan een studiedag te Geel. Thema: computer en internet voor ouderen, het werkt! Heel wat onderzoekers, bedrijven en organisaties kwamen zich voorstellen.
Eén daarvan was Aristoco met hun project 'cubigo', het virtuele dorpsplein. Volgens de manager is dit project onze toekomst en meer nog, is het vooral een antwoord op een aantal maatschappelijke problematieken in onze huidige maatschappij. De uiteenzetting op de studiedag werd gefilmd en kan je terug vinden op youtube via volgende koppeling : http://www.youtube.com/watch?v=Vdml9kAydhg&feature=relmfu -->
Wat het precies inhoudt kan je ook terugvinden op de website : www.cubigo.com --> klik op blokje 'cubigo' Je kan je er ook gratis registreren om cubigo eventueel verder uit te testen. Graag jullie bevindingen/ meningen/ ervaringen.
Groetjes,
Jessie
Hello allemaal, Heb met aandacht de powerpoint over het project “cubico” bekeken. In een woord, overweldigend wat de toekomstmogelijkheden betreft. Maar toch enkele bedenkingen: Die man van 84 jaar die de ganse dag voor het scherm zit,wat gebeurt er met zijn sociale contacten ? Dito met zijn zo nodige “bewegen” als hij ganse voor zijn toestel zit ? En de brave huisdokter met zowat 50 patiënten heeft die daar gebruik zouden van maken en hem dagelijks hun medische gegevens toesturen ?
148
Hoe gaat hij dat verwerken ? En wat met het prijskaartje voor dergelijke installatie ? Grtjs mongsje
Hallo iedereen, Ik heb met interesse de video en de website bekeken over cubigo. Waarschijnlijk zullen jonge mensen die toepassing heel leuk vinden maar ik heb mijn bedenkingen over het gebruik ervan bij senioren. Iemand die min of meer aan geheugenverlies, dementie, alzheimer lijdt, en bij de 80plussers zijn er percentueel toch veel, kan zich daar zeker al niet mee verhelpen. Ook zal cubigo geen oplossing brengen voor mensen die zich alleen voelen en de eenzaamheid slecht verdragen. Ze verliezen hun “live” sociale contacten door teveel met cubigo bezig te zijn. Wat mij tegenwoordig ergert, en die man in de video moest het ook aanhalen, is dat er steeds gesproken wordt over het PROBLEEM VAN DE VERGRIJZING; Dus als “vergrijsde” ben ik nu een probleem. Ik heb van mijn 18de gewerkt tot mijn 51ste waar ik op brugpensioen moest gaan of afgedankt werd na 24 jaren dienst, dit wegens een collectieve afdanking en druk van de vakbonden. Ik wilde nog werken maar mocht niet, kwam in financiële en emotionele moeilijkheden. Dus heb ik 33 jaar lang ferm betaald aan sociale zekerheid, belastingen, noem maar op en was ik ook en ben nog consument. Nu ik de 70 nader ben ik een vergrijsd probleem!!! Quid de economische gelukzoekers die hier zo maar binnen komen, geen cent betaald hebben en praktisch niet consumeren, vormen die geen probleem. Dit terloops gezegd. Cubigo zal ook wel duur uitkomen vermoed ik, nergens een idee van kost ervan gevonden. Natuurlijk de evolutie in de informatica gaat zo snel en zal voor mij niet meer te volgen zijn ook niet financieel. Ik ben heel blij met mijn vaste PC met 19” flatscreen en ik denk dat het daar zal bij blijven. Groetjes en nog een leuke week-end Krista
149
Bijlage 15
Insteek 10 + reacties
Hallo iedereen,
Opnieuw wat vragen voor jullie.
Zijn er mensen onder jullie die online bankieren? Wat zijn voor jullie de voor- en nadelen van online banking?
Groetjes,
Jessie
Goedemorgen ,
Ik ben ook al jaren gebruiker van het internet bankieren , het is inderdaad gemakkelijk zeker met werktijden , ook dat er meer banken centraliseren en de kleinere kantoren op de wijken ofwel maar halve dagen open zijn ofwel sluiten . Ook de service naar de klanten in sommige kantoren is soms ondermaats . Het is soms wel handig dat je kortingen krijgt door online te bestellen maar dat is dan weer alleen voor die over een PC en internet beschikken . Wat ze ook vertellen ik door veel internationale aankopen via paypal en ik heb nog nooit problemen gehad .
J-P
Dag allemaal, Bel al enkele jaren bezig met online bankieren. Zowel KBC en Argenta zijn zeer gemakkelijk te bedienen. Het voordeel bij KBC is dat men in realtime werkt in tegenstelling met Argenta. Het grote nadeel van online bankieren is eens te meer dat men geen contact
150
heeft met het personeel, bijgevolg geen mogelijkheid voort advies en dies meer. En wat nog eens gezegd over het zo nodige "bewegen"? Grtjs mongsje
Hallo, en iedereen een goede avond, ja, zoals ik reeds in vorige mails gezegd heb, nee voor mij aan Facebook maar des te meer het seniorennet. Ik heb het zelfs als homepage. Daar kun je zoveel mee doen, het is voor mij het ideale. Chatten doe ik niet want daar hou ik niet zo van ik spreek liever face to face. Ja, en ook de tijd die je erin steekt!!! Tenslotte al dat gedoe over vrienden die je al helemaal niet kent op facebook nee, laat maar, ik hou meer van de vrienden die ik hier om de paar dagen tegenkom en weet wie ze zijn er wat je ervan kunt verwachten. Ik ben nogal een sociaal mens moet je weten. Ook blij te weten dat het in België eindelijk de zon is aangekomen, hier zijn we die gewoon zodus. nog heel veel zonnige groetjes en geniet ervan
Marie - Jeanne
151
Bijlage 16
Insteek 11 + reacties
Een goedemorgen zilvergroepleden,
Het onderzoek loopt bijna op zijn einde. Tegen eind juni zal de mailgroep wellicht stopgezet worden. We zorgen dan nog voor een mooie afsluiter van dit project. Graag had ik jullie tot die tijd nog een paar vragen gesteld specifiek inzake sociale media.
Wat verstaan jullie onder sociale media?
Wie van jullie gebruikt sociale media? Hoe gebruiken jullie sociale media en waarvoor?
Zonnige groetjes,
Jessie
Hallo, en iedereen een goede avond, ja, zoals ik reeds in vorige mails gezegd heb, nee voor mij aan Facebook maar des te meer het seniorennet. Ik heb het zelfs als homepage. Daar kun je zoveel mee doen, het is voor mij het ideale. Chatten doe ik niet want daar hou ik niet zo van ik spreek liever face to face. Ja, en ook de tijd die je erin steekt!!! Tenslotte al dat gedoe over vrienden die je al helemaal niet kent op facebook nee, laat maar, ik hou meer van de vrienden die ik hier om de paar dagen tegenkom en weet wie ze zijn er wat je ervan kunt verwachten. Ik ben nogal een sociaal mens moet je weten. Ook blij te weten dat het in België eindelijk de zon is aangekomen, hier zijn we die gewoon zodus. nog heel veel zonnige groetjes en geniet ervan
Marie - Jeanne
152
Hallo iedereen,
Onder sociale media versta ik sites waar ik "virtuele" vrienden en/of contacten kan maken zonder die personen ooit gezien te hebben (apart van op foto's uiteraard). Ik gebruik Twitter, Facebook en in mindere mate Netlog.
Ik heb een facebookprofiel maar heel beperkt. Ik zet erop wat ik wil en wat gans de wereld mag weten. Met foto's werk ik niet.
Facebook gebruik ik om input te lezen van mijn familie, vooral deze in het buitenland, politiekers en media, vrienden die ik niet vaak "live" zie, spirituele contacten (de Dalai Lama o.a.). Bepaalde facebook vrienden zijn ook mensen die ik in het echte leven goed ken.
De facebookpagina bezoek ik 2 à 3 maal per dag. Ik lees de input, als ik die leuk vind click ik erop, af en toe chat ik met mijn familie in Spanje maar zelf berichten sturen en/of prikbordberichten plaatsen doe ik heel zelden. Soms plaats ik een reactie onder één of ander bericht.
Seniorennet vind ik ook een heel goede nederlandstalige site en ik kom er regelmatig op, bv. om Trivia te spelen of te quizzen en vooral om mijn favoriete blogs te bezoeken (Angeltjes bv.) of om iets op mijn eigen blog te schrijven maar dit ligt ietwat stil voor het ogenblik. Daar doe ik niet mee aan de chat. Ik ben bij Seniorennet ingeschreven op hun nieuwsbrief en vind die heel verzorgd, leuk om lezen en met heel veel interessante tips. Op hun forum kom ik af en toe onder een schuilnaam (weeral vooral wat politiek of "achter het nieuws" betreft).
Tot mails en nog een zonnig week-end. Krista
Hello allemaal, Ja,ik heb een FB profiel. Dagelijks bekijk ik de berichten van familie en vrienden. Soms reageer daarop met een korte tekst.
153
Dat is zowat mijn grootste activiteit. Grtjs mongsje
raymond van den kieboom anjelieren laan,16, 8400 oostende gsm:0476/755961 skype:mongsje6
154
Bijlage 17
Insteek 12 + reacties
Beste zilvergroepleden,
Twitter, wie kent het, wie gebruikt het en wat vind je ervan? Hieronder alvast een interessant artikel ivm Twitter op het EK. Graag jullie mening!
Groetjes en nog een prettige zondagnamiddag.
Jessie
Geen Twitter voor Spanjaarden tijdens EK De Spaanse international Cesc Fabregas heeft vandaag voorlopig zijn laatste tweet de wereld ingestuurd. "Vanaf vandaag mogen we geen sociale netwerken meer gebruiken", twitterde de middenvelder van Barcelona. "Ik hoop dat ik in mijn ...
lees het volledige artikel
Hello allemaal, Van twitter heb ik geen kaas gegeten. Heb geen enkele notie van hoe dat werkt Grtjs mongse
Hallo iedereen, Ik gebruik Twitter ongeveer 3-maal per week waar ik bepaalde mensen volg en ook nieuws agentschappen zoals Reuters, Huftington Post, Wikileaks. Zelf heb ik nog maar een paar tweets doorgestuurd. Wat het artikel in HLN betreft, heb ik gelezen en ik vind het normaal dat spelers gevraagd worden geen tweets te plaatsen tijdens het EK. Ze mogen natuurlijk hun mening hebben over hun trainer, de matchen enz. maar direct, na elke match, een negatieve tweet doorsturen naar contacten, pers, tv stations kan een negatief impact hebben op de nog te spelen matchen
155
(denk ik toch). Eens het EK voorbij kunnen ze nog altijd hun gedacht “tweeten”. Groetjes, Krista
Ik weet wel wat het is maar zal het nooit gebruiken , omdat het nog meer openbaar is en zonder dat je het weet zal en/of kan het tegen u gebruikt worden . Zie maar sommige tweets van bekende personen . Ik vind als je echt uit je bed wilt klappen moet je zeker twitter gebruiken ik blijf er vanaf .
J-P
Goeie avond zilvergroepers, Twitter, weeral zoiets, ja ik weet inderdaad hoe dit werkt maar nogmaals zo overbodig als het maar kan zijn te gek om los te lopen en het kan je heel belachelijk maken, herinneren jullie nog onze premier, meer moet ik niet zeggen zeker???? geen getwitter voor mij maar het leuke van de goede dingen van het internet en dat zijn er genoeg. groetjes en tot de volgende keer
Marie - Jeanne
Beste allemaal, In de afwerking van mijn achterstand kom ik voorgaand bericht tegen. Daarbij kan ik stellen dat er blijkbaar gradaties zijn in de drempelvrees. Allez, het is tegenwoordig ook niet zo simpel om een rijbewijs te halen , maar....zowat iedereen probeert die drempel te overschrijden al moet men tiental keer proberen. Bij de digitale wereld ligt dat anders . Op een cijfer van één tot tien ligt de drempel voor bepaalde mensen op 9. En na eenmaal proberen geven ze het gewoon op. Ik zou niet zozeer stellen dat het enkel rijpe
156
senioren zijn die moeite hebben, ik ken er heel wat die jonger zijn dan mijzelf en waarschijnlijk dan de meesten van onze groep die het ook niet meer zien zitten. En de overheid...welnu volgens mij doet die haar best. Het ligt aan het individu zelf als ze nog willen mee volgen . Ondertussen neemt de digitale wereld een "vlucht" het is niet meer gaan of lopen maar echt sprinten. Ik ken mensen die gewoon hun "gratis" digibox van belgacom terug brachten omdat ze daar niet moeten van hebben. Ondertussen klaagt iemand anders omdat telenet een aantal zenders uit het analoge bestand heeft gehaald. En toch willen ze nog niet digitaal kijken. Dat is misschien niet echt koosjer van telenet maar het maakt gewoon deel uit van die voornoemde "sprint" . Tijdens het weekend legde een kennis mij uit welke toeren ze had uitgehaald om haar digicorder met online ondersteuning (telefonisch) te resetten zodat ze weer alle posten op een rij had. Om je een breuk te lachen enerzijds , een nachtmerrie voor de betrokkene anderzijds. Ondertussen kunnen wij via PC en/of laptop of tablet TV kijken. Aan sommige mensen is het niet uit te leggen , anderen zijn er vlot mee weg . En zo wordt de kloof groter. Het gaat allemaal zeer vlug , blijven proberen dus voor de ene, wat begrip en geduld gevraagd van de andere.
PS : met de huidige generatie tabletten en smartphones wordt her en der naar WIFI gezocht. Blijkbaar volgt onze lokale overheid die trend niet. In de vele dienstencentra is er geen WIFI en dit is nochtans een uitgelezen plaats om gebruikers over de schreef te trekken.
Grtz Ronny
Hallo iedereen, Juist , als ik iets verkeerd doe, een boodschap vergeet, mijn sleutels niet vind e.d.m dan beoogt mijn echtgenote volmondig "moest het maar met de computer zijn, je zou het niet vergeten ..." Wel moet ik haar gelijk geven als ze beweert dat het digitale verkeer en internet het sociale leven sterk beïnvloedt en niet altijd in gunstige zin. Daarbij komt nog de digitale wereld in het algemeen en "de computer" in het bijzonder een sterk argument is voor vele sceptici voor alles wat verkeerd gaat. Dat ik er dommer van werd betwist ik ten stelligste en aan de evolutie van mijn kleinkinderen
157
te zien denk ik ook niet dat ze dommer worden maar...dat er een min of meer sterke graad van verslaving bestaat zal ik zeker niet ontkennen. Je moet niet dommer worden maar je moet er m.i. eerder slim (lees verstandig) mee omgaan. En digitale "accidenten" halen dagelijks het nieuws.
Grtz Ronny
158
Bijlage 18
Tussentijdse reactie
Onderwerp: Voor de vrouwen en mannen met humor
http://www.knack.be/nieuws/belgie/website-sharia4belgium-geclaimed-doorfeministen/article-4000115329834.htm# http://www.sharia4belgium.be/
Uitleg in bovenste weblink, resultaat in onderste weblink. Ik kan er goed mee lachen! Je moet er maar aan denken. Groetjes, K
159
Bijlage 19
Thematische analyse online focusgroep stap 1
Data
Code
ja, inderdaad toen ik nog school liep, bestond de computer nog niet, het kan misschien
Jeugd
wel bestaan hebben, maar ik wist er toen nog niets vanaf. Echter toen ons jongste dochter
Dochter
Anja in 1990 naar de verpleegsterschool ging, begon ik er ook interesse in te krijgen. Eerst
Boeken
begon het met het spel pacience, en plots was ik gebeten door dat virus die computer is. Toen ben ik beginnen boeken kopen, want dat was dan nog windows 3.1 en dos. Toen wilde ik er echt alles van weten, en in een minimum van tijd was ik goed op de hoogte van het werken met de computer, ik was er zo van gebeten, toen ik eens in moeilijkheden kwam, ik 's nachts kon opstaan, stilletjes zodat mijn man het niet hoorde en midden in de
Contact
nacht de problemen kon oplossen, dan was ik zo fier. Ja toen werd die computer te klein, dan kocht ik er een zwaardere en was weer vertrokken. Dan kwam windows 95, 98, xp profesional en daar houd ik het bij. Dan kocht ik mijn eerste laptop en heb de 2 andere gegeven aan radio 2 voor een goed doel in de brousse. Toen wij hier in Spanje kamen wonen kocht ik er een nieuwe, maar die is hier thuis bij een inbraak gestolen. Dan maar in 2004 een nieuwe gekocht, maar internet kon je hier nog niet krijgen. Maar sinds 2007 heb ik internet via sateliet en dat werkt fantastisch. Ik zou het niet meer kunnen missen, je kan zo contact houden met de kinderen de vrienden in België. Je hebt skype enz... Voor mij is het iets fantastisch. De site Seniorennet is mijn homepage. Veel vrienden kan ik hier helpen met hun computer als zij in de knoei geraken. Zeg nu zelf is dat niet fantastisch???? Mijn eerste ervaring met een computer was in het jaar 1985 op het werk ter gelegenheid
Ervaring
van de "automatisering" van onze dienst. Ik werd als chinese vrijwilliger aangesteld om alle administratie te "automatiseren" wat betekent een systeem integreren in die dienst en personeel ervoor te motiveren. Bestond uit een aantal "terminals" die verbonden waren aan een centrale eenheid , die men toen de "mainframe" noemde. Een hele klus, het systeem werkte onder een besturingssysteem met als programmeertaal "cobol" Dat was de periode van de homecomputers, eveneens zonder windows waarop een primitieve tekstverwerker draaide . Dergelijke computer was mijn eerste aankoop . Ook aanleiding voor mijn eerste opleiding bij de avondschool waar het toenmalige "DOS" de norm was. Alles wat je op de homecomputer deed moest per DOS-commando geschieden . Een hele klus. Als wij de huidige toestand bekijken , enkele desk- en laptops verder, dan hebben wij toch een serieuze digitale (r)evolutie meegemaakt. Het gebruik is veel vereenvoudigd , naar het
(r)evolutie
bord kijken is de boodschap. Het jonge volkje leert tegenwoordig veel rapper met allerhande digitale en multimediasystemen omgaan dan dat ze kunnen fietsen zonder
Jongeren
steunwieltjes. De impact van de computer op de samenleving is minstens even groot als
Impact
de stoommachine anderhalve eeuw geleden. Door de voorgeschiedenis hiervoor zeer kort beschreven is mijn belangstelling misschien wat sterker dan bij sommige leeftijdsgenoten. Wel heb ik mij enkele grenzen gesteld. Het
160
Grenzen
internet biedt ongekende mogelijkheden, daar twijfelt niemand meer aan en wij hier proberen gelijke tred te houden. Wel leven wij in een consumptiemaatschappij en zo
Moderne wereld
worden dagdagelijks nieuwe behoeften gecreëerd . Vraag is als wij hier op zitten te wachten. In deze moderne wereld volgen wij , via mail , skype, homebanking, elektronische post, surfen allerhande, tax on web e.a.
Multimedia
MAAR : alhoewel ik niet wil achterblijven vind ik dat het toch iets te ver gaat. Ik bedoel die "sociale media" - facebook. Ik hou van mijn vrijheid en wens die niet uit handen te geven. Al dat gedoe met die "virtuele vrienden"... Ik kan onze jeugd (kinderen - kleinkinderen...) niet van die multimedia afhouden maar ik vrees dat ze zich onvoldoende bewust zijn van de consequenties van datgene wat ze op hun profiel doen... en hoe die zogezegde
Schade
vrienden ermee omgaan , wijzigen , toevoegen enz... Hoe zegt met dat "taggen" geloof ik. Het is niet de eerste die het zich beklaagt dat hij een en ander op zijn facebook heeft geplaatst. En dan nog te denken over die twitter enz... OK, ik heb ook al een mail naar een verkeerde persoon gestuurd en dan is het even slikken. Maar via die sociale sites kan de schade echt oplopen. (Leterme ?) Heel wat leeftijdgenoten vinden het verschrikkelijk dat je tegenwoordig voor alles een computer en internet nodig hebt.
Welnu ik vind het dan zeer spijtig , dat wij ,
gewoontegebruikers, ook door openbare diensten , naar die multimedia gedreven worden . Je weet wel : volg ons op faceboek , twitter enz. Ik kan mij het leven niet meer voorstellen zonder pc. Onlangs was mijn pc aangetast door
Gemis
een virus. Hij is toen in herstelling geweest en ik moet zeggen dat ik dat ding verschrikkelijk heb gemist.
Ervaring
De eerste computer die wij hadden werkte nog met een bandje zoals vroeger de muziekcassettes. Dat was in de jaren 80. Dat de huidige jeugd nog zonder de pc en dergelijk kunnen door het leven gaan is evident.
Jeugd
De leerstof op school wordt meer en meer door de computer ondersteunt. Hierdoor worden voor hun huistaken ,spelletjes en zo veel meer, gebruik gemaakt van de
Ouderen
pc. Ouderen onder ons die veel later met dat instrument in contact zijn gekomen,gebruiken het
Achterstand
in een zeer beperkte mate. Moesten wij ouderen 1 % van wat de pc aanbiedt gebruiken, zouden wij fenomenen zijn Door de snelheid in de evolutie van de computer, raken wij hopeloos achterop en dienen wij ons te beperken tot die programma’s die wij dagelijks gebruiken. Hoe sta ik tegenover internet ? Het is een zegen,hoewel mij gebruik zich beperkt tot e-mail,internetbanking en allerhande
Zegen
zoekopdrachten. Ervaring Mijn eerste contact met de computer dateert van het begin jaren 1970. Ik was werkzaam bij een touroperator,waar ik instond voor de reservatie en administratie Mijn opdracht bestond erin die departementen te automatiseren en in de toekomst die activiteiten in realtime uit te voeren. Hetgeen vandaag de dag een realiteit is.
161
Evolutie
Op pensioen gegaan in de 90 er jaren had ik geen enkel contact met de computerwereld. In 2004 kwam ik bij oostende@internet les volgen en stond ik met open mond en vol verbazing te kijken naar welke evolutie de computer had gemaakt Mijn eerste contact met een computer was begin de jaren ‘70, ik werkte dan voor een
Ervaring
Amerikaans bedrijf als secretaresse. Ik heb de evolutie meegemaakt van overschakeling van mechanische ouderwetse schrijfmachine naar electronische, fax en fotokopiemachine weten opkomen, data uit het bedrijf werd door 2 bedienden op ponskaarten geplaatst die naar een computer van een buurbedrijf gebracht werden om bepaalde lijsten te printen. Dan werd er bij ons een centrale computer geïnstalleerd en werkten wij vanaf een terminal. De grote favoriet, ttz. alles wat informatica betrof, werd geleverd door IBM (Big Blue).
Cursussen
Mijn eerste tekstverwerker was die van IBM (naam vergeten) en intern in het bedrijf hadden wij electronic mail. In 1993 MOEST ik dan tegen mijn zin op brugpensioen na +/- 24 jaar dienst in hetzelfde bedrijf. Mijn PC heb ik in 1996 aangeschaft en ben sinds 1997 ferm actief op internet. TV, apart van nieuwsuitzendingen, interesseert mij niet. Ik heb met veel interesse computer cursussen gevolgd : DOS, Windows, Powerpoint. De computer gebruik ik voor ontspanning, contact met familie en vrienden, homebanking,
Contact
informatie zoeken, persoonlijke lijsten zoals bv verjaardagen...
Informatie Homebanking
Leven zonder computer kan ik mij niet voorstellen. Ik gebruik die om nieuwssites te
Nieuws
bezoeken (CNN, Wikileaks,New York Times e.a.); nieuws op te zoeken die praktisch nooit
Youtube
in de zogezegde neutrale pers vermeld wordt gebracht door kranige, moedige joernalisten zoals Alex Jones, David Icke enz. Op Youtube luister ik regelmatig naar Nigel Farage en
Seniorennet
Pat Condell en luister er naar muziek. Ik spendeer geen cent meer aan papieren kranten,
Spotify
dus, leve internet online newspapers.
Facebook
Verder bezoek ik elke dag bepaalde blogs op Seniorennet (Angeltjes), nog op Seniorennet
Twitter
speel ik af en toe Trivia want ik ga graag quizzen
Skype
Spotify gebruik ik ook veel om naar muziek te luisteren aangezien ik er gratis heel veel ook
Contact
klassieke muziek vind die ik niet hoef te downloaden en die dus geen plaats neemt op mijn
Bankieren
harde schijven.
Cursussen
Ook nog is er Facebook, Twitter waar ik elke dag op surf.
Chatten
Ik ben lid van enkele fora, bv. Politicsinfo.be en van het forum op Seniorennet. Dan heb ik ook Skype om in contact te komen met mijn neef die op Tenerife woont. Bankieren online mag ik niet vergeten. Wikipedia wordt ook vaak bezocht in mijn opzoekingen naar info. Als ik tijd heb verbeter ik mijn Spaans door bepaalde lessen te volgen enspendeer ook veel tijd met spiritualiteit, wetenschap (NASA nieuwsbrief) en filosofie. Chatten doe ik niet meer, was vroeger bij ICQ maar heb dit gestopt. Om te antwoorden op je vraag, wel het meeste gebruik ik voor het ogenblik de computer
Contact
om mails te versturen, om in contact te blijven met onze vrienden en kinderen en ook ons
Cursussen
kleindochtertje, ze wordt in juli 6 jaar en ze heeft ook al computerkriebels. Anders ook
Chatten
om zaken op te zoeken die mij interesseren. Ook om verder te studeren aan mijn Spaanse
Facebook
lessen, al wordt het steeds moeilijker om tijd vrij te houden omdat we hier een nogal druk
Twitter
sociaal leven hebben. Vroeger chatte ik nog al veel met vrienden, maar daar kruipt te veel
Privé
tijd in. Van Facebook en Twitter moet ik niets hebben. Ik heb al te veel gezien dat de
Plezier
mensen daar gans hun privé leven te grabbel gooien, nee dank je wel. Het moet plezant
162
bljven. Seniorennet vind ik dan wel goed, je kan er alles op terugvinden echt tof. Ik volg ondertussen de reacties van de andere deelnemers. Wat Christa schrijft vind ik zeer
Persoonlijk
passend. Dat geeft precies weer wat wij elk individueel met onze "Personal-computer" doen. Precies , ook ik kan het leven zonder computer niet meer voorstellen en vul mijn
Informatiehonger
dagelijkse behoefte (informatiehonger) in via die PC en/of mijn laptop. En het is inderdaad
Behoeften
afgestemd op mijn persoonlijke behoeften en interesses. Mijn desktop staat overdag bijna steeds aan en diverse familieleden (klein-)kinderen maken er gebruik van. Waarvoor ik mijn computer gebruik ? Hierbij een opsomming , met de zekerheid dat ik enkele functionaliteiten zal vergeten - afhankelijk wat ik wens te doen laveer ik tussen twee browsers, enerzijds explorer omdat sommige toepassingen daar best op draaien en anderzijds firefox. - mijn explorer is ingesteld naar mijn dagelijkse informatiehonger en start dan ook met twee
Informatie
krantenpagina's (nieuwblad en HLN) en de redactie. be. - daarnaast de mailbox, die dagelijks best opgekuist wordt o.m. door de vele
Mailen
nieuwsbrieven allerhande waarop ik ingeschreven ben, gaande van de provider telenet tot en met de stad Oostende . Nieuwsbrieven van openbare besturen leren mij o.a. waar het verkeer wordt onderbroken , werken en werven en te voorziene problemen bij
Bankieren
evenementen. Dit heb je vlug overzien.
Engergiemanager
- PC-banking, nu en dan online aankopen (vliegtickets e.a.) , surfen allerlei, digitale (certi-
Tax on web
)post , energiemanager, opvolging van parkeersessies betaald per sms, tax-on-web,
Bibliotheek
raadpleging ziekenfonds e.a. via elektronische identiteitskaart , raadpleging bibliotheek,
Fotoboeken
skypen met familieleden over verschillende continenten en vele vele andere. Te veel om
I-tunes
op te sommen. Dus eigenlijk is de PC een gewoon gebruiksvoorwerp afgestemd op onze
Online kopen
"persoonlijke" behoeften. Oesje , bijna vergeten, mijn fotobestanden , aangemaakte
Twitteren
fotoboeken , muziekbestanden (i-tunes) en hun selectie en bewerkingen. Ondertussen een twee externe harde schijf gekocht om toch maar voldoende te beveiligen. Zoals ik reeds eerder stelde doe ik mijn uiterste best om buiten de sociale media te blijven. Kwestie van niet te veel verslaafd te raken. Terwijl ik dit schrijf is Kobe op TV bezig met zijn VOLT en promoot hij de tweets betreffende het lopende onderwerp. Zitten die mensen dan te twitteren terwijl ze TV kijken? Daar wil ik nu juist buiten blijven Hello allemaal, Mijn normale dagtaak ziet er volgt uit:
Mail
1/ naar outlook en postvak in ;
mails lezen en de onbenullige verwijderen de hoogdringende beantwoorden
Eenmaal per week de rest opslaan en/of versturen
Facebook
Alles wordt verwijderd en naar de prullenmand verwezen. 2/ facebook doorbladeren en sporadisch reageren.meestal zijn de berichten pure flauwekul. 3/homebanking uittreksels controleren en desnoods uitprinten,de nodige betalingen
163
Homebanking
verrichten Alle verrichtingen worden samen overgebracht met de cah verrichtingen naar: 4/zelfgemaakt budget programma in Excel voor de updating. 5/naar mijn favorieten
Budgetblad
Internationale sporten zoals basketbal en zeilen bekijken Tv programma’s raadplegen ezv.
Sport
Aanbiedingen van grootwarehuizen Online shopping Online kopen 6/ een paar spelletjes spelen Computer in slaapstand zetten en weer openen indien nodig Spelletjes wel voor mensen die geintresseerd zijn in die sociale netwerken vind ik dit wel goeie zaak,
Sociale
maar ik heb er werkelijk niets mee, en al die mensen die het geluk niet hebben in het bezit
netwerken
te zijn van internet vind ik persoonlijk dat die weer benadeeld zijn en het weer van een ander zullen moeten horen. Op zich geen slecht idee we kunnen er niet meer van tussen maar ik denk dat het niet
Mening
altijd evident zal zijn om als politie nieuws op facebook te zetten want ook de slechte mens kan alles mee volgen . Maar als het blijft bij preventie & tips geen probleem . Ik deel de mening van J-P.
Mening
Doen de andere "Zilveren" niet mee ? Hebben jullie geen mening ? Ik vind het geen slecht idee zolang ze bij de feiten blijven en er geen spelletje van maken
Privacy
en/of die media gebruiken om privacy te schenden; ze hebben al zoveel werk!!
Informatierecht
Verder denk ik aan de nog vele mensen in Lier die niet over internet beschikken en toch ook recht hebben om informatie te krijgen. Het initiatief van de Dietse politie vind ik zeer positief en vatbaar voor uitbreiding naar andere politiediensten. Zolang het bij mededingen blijft uitgaande van de politie naar de burger toe heb ik geen
Privacy
enkel bezwaar tegen. Maar als de burger het medium aanwendt om te reageren of om bvb kleine of grote misdrijven in hun gebuurte te melden,dan kunnen we op een gevaarlijk toer gaan. Immers facebook geeft geen enkele garantie op privacy, zodat iedereen de identiteit van de auteur kan opsporen met alle gevolgen vandien. De oudere generatie waartoe wij behoren spreekt moeilijker tegen een onzichtbare
Generatie
toehoorder via telefoon,en zeker als het tegenover een vreemde persoon gaat. De huidige generatie is veel assertiever op dat stuk en gebruikt dan ook gemakkelijker de moderne communicatiemiddelen zoals facebook,chatten,sms en dergelijke. Wij moeten het meer hebben van face to face gesprekken. Eens de toehoorder gekend is wordt het communiceren veel gemakkelijker. Zouden de andere groepsleden ook zoiets ervaren,dan kan een kleine bijeenkomst een ruggensteun betekenen. Dat was een ballonetje
164
Ervaring
Mijn volgende reactie zal eerstkomende woensdag zijn als ik terug ben uit Zuid-Afrika.
Toegang
Hier is het soms moeilijk te volgen wegens niet overal even gemakkelijk toegang tot het net, althans waar wij verblijven. Ben momenteel aan het proberen om online onze boarding pas bij air france in te vullen, al lukt dit ook al niet zo goed; Ja, ik vind het ook moeilijk om zo maar met iemand beginnen te chatten of mailen.
Persoonlijk
Tenslotte ken ik die persoon niet. Ik kan toch niet mijn persoonlijke problemen of pleziertjes buiten hangen.
Reflectie
De reactie die ik gekregen heb zet mij ook aan het nadenken. Beste leden van de zilvergroep allemaal. Hier ben ik weer na een zestiendaagse reis door Zuid-Afrika. Van daaruit kon ik de communicatie soms volgen maar op onze rondreis was het moeilijk om te reageren .
Bereikbaarheid
Z.Afrika is zeker geen ontwikkelingsland. Maar er zijn twee uitersten, ofwel heeft men alles ofwel heeft men (bijna) niets en leeft men in sloppen. De bereikbaarheid via internet is dan ook navenant , ofwel goed ofwel gewoonweg niet. Onze zoon heeft zich expres een IPAD gekocht maar draadloos internet was in de meeste gevallen een probleem. Wat wel lukte was online een boarding pass voor het vliegtuig boeken voor terugkeer. De NMBS deed het wat moeilijker. Ik bestelde twee seniorentickets voor Brussel-Oostende. Via de site lieten ze mij de ganse rimram invullen en achteraf vroegen ze voor de betaling via VISA een digitale handtekening. Ik had mijn kaartlezer niet bij en alle inspanning was voor niets geweest. Bij mijn weten bij gebruik van VISA de betaling gegarandeerd door bancard-company ; je krijgt een factuur vooraleer het van je rekening afgaat en bij verkeerd gebruik kan je het bedrag protesteren, dit in tegenstelling bij het gebruik van een
Informatisering
gewone bankkaart. Dit gewoon even terzijde.
&digitalisering
Ik loop dus wat achter en heb nu het artikel van de politie van Lier gelezen. Mijn reactie : sommigen onder U weten dat ik gepensioneerd politieman ben. Tot aan mijn pensioen was ik “functioneel informatiebeheerder” bij het lokale politiekorps en was ook in die hoedanigheid verschillende jaren gedetacheerd bij de federale politie Brussel. Het fenomeen zoals beschreven in het artikel verbaast mij niet. Sedert de informatisering en digitalisering van alle informatie is er bij de politie een kluwen ontstaan aan informatiebeheer waardoor men door de bomen het bos niet meer ziet. Elke politiechef, zowel op lokaal als federaal niveau wil zich profileren. In een klein landje als het onze blijkt het zeer moeilijk om enige uniformiteit in het digitale landschap te hanteren. Wel is het juist dat specifieke toestanden aangepaste systemen kunnen vergen maar... Waarom in Lier en niet in Mechelen en zo kunnen wij doorgaan. Onze kust is amper 60 km lang. Met enige trots heeft de korpschef van de zone westkust digitale camera’s geïnstalleerd met nummerplaatherkenning. De inspecteurs doen patrouille met camera op de jas en hun bewegingen worden gefilmd. Eens voorbij Nieuwpoort is het gedaan. Vanaf Middelkerke en zeker in Oostende is dit niet nodig, of zou het hier veiliger zijn ? Moraal van het verhaal : in Lier zit er bij de politie een facebookfanaat en in de zone ernaast blijkbaar niet. Voor de lokale zones wordt er een uniformiteit nagestreefd . Daarbij wordt hun voorgesteld voor elke zone afzonderlijk binnen de “vaste commissie van de lokale politie” een standaard-website te hanteren. De meeste zones houden zich daar aan. Op hun site kan
165
Blog
elke zone zijn ding kwijt specifiek eigen aan de lokale toestand, behoudens enkele standaardregels betreffende presentatie van het korps en zijn organisatie. Zo kan elke burger, waar in het land hij zich ook bevindt de lokale zone raadplegen en evt. fenomenen nagaan. Ter illustratie kunt U eens surfen in onderstaande website en Uw zone (op)-bezoeken. http://www.lokalepolitie.be/portal/nl/home.html Voor communicatie tussen ons onderling is het onderhoud van een specifieke blog misschien beter geschikt maar je moet er wel vertrouwd mee zijn. Zowel Jessie als ikzelf hebben zo eens een reisblog bijgehouden. Het skypen is inderdaad een leuk middel.
Skypen
Ik heb ook zoiets maar ik gebruik het uiterst zelden wegens het gebrek aan beschikbare correspondenten. Om dit te gebruiken in de zilvergroep zou iedereen zo’n installatie moeten hebben en dan nog blijven het gesprekken van één persoon naar één ander. En dat is niet de doelstelling van de groep,waarbij elke reactie aan allen tegelijk wordt doorgegeven Ik heb begrip voor je aanmerkingen,maar ik chat nooit.
Chatten
Ik onthoud mezelf dan maar van elke reactie. Mooie bedenking
Reflectie
Elkeen zou dienen na te denken op een gekregen reactie Ik leg uw omstandig reisverslag en daarop de beschrijving van de Belgische politiewerking ter zijde.
Ervaring
Het surfen naar de voorgestelde website blijft maar mislukken. Ik kan maar reageren op uw voorlaatste zin met de vraag :hoe moet de burger zonder laptop of pc reageren? Ik heb nooit enkele cursus over internet, noch computerlessen gevolgd. Alles wat ik erover
Cursussen
geleerd heb was door boeken die er over bestaan. Intussen heb ik een hele bibliotheek staan van zulken boeken, al heb ik er al veel weggedaan omdat die niet meer te gebruiken zijn door de huidige vooruitgang in de digitale wereld. Nee, een cursus zou ik nu niet gaan
Onafhankelijk
volgen, trouwens tijd en de interesse is er ook niet. Het punt is dat ik nog meer andere hobbys heb en nooit afhankelijk wilde zijn van iets dat wel geweldig is maar er zijn ook nog
Nut
andere dingen in het leven dan de computer. Ik heb zelfs vrienden die "het ding weggedaan" hebben wegens onsociaal volgens hen al ben ik het daar ook niet mee eens.
Privé-leven
Alles of niets is toch ook niet gezond. Over de sociale netwerken wil ik het volgende zeggen, de eerste persoon die me er kan doen in geloven als "iets nuttigs te zijn" kan mij altijd overtuigen, maar of het hem of haar zal lukken valt te betwijfelen. Hier heb ik al te veel dingen gezien en gehoord zodang dat ik denk, "jongens toch", hou je privé leven voor je, dat is toch nog het enige dat je nog kan voor je zelf houden en niet ten prooi gooien aan de "zogezegde vrienden", ik heb ook vrienden, maar die kan ik dan toch "echte" vrienden heten want zoveel lopen er toch ook niet rond zoals op de sociale internetsites. Zo dat was mijn menig, wie ben ik op absoluut mijn "gelijk" te halen. Misschien kan ik iets onder jullie "openbreken", en kunnen we daar ook eens over praten.
166
Mening
Antwoordend op de vraag:
Cursussen
Ik heb bijna alle cursussen van oostende@internet gevolgd Basis cursus ,internet,words,Excel,powerpoint,maar geen digitale fotografie. Die cursussen gebruik ik nog altijd als naslagwerk (Ik ben reeds meer vergeten dan ik heb onthouden). Nieuwe cursussen volgen is niet meer aan mij besteed. Je hebt volkomen gelijk , ik vind dat je zelf moet beslissen met wat je wil delen want soms
Reflectie
vind ik het erover wat anderen allemaal publiceren naar de buitenwereld toe
Delen
Ik heb met veel interesse de website over de digitale week bekeken. door het feit dat ik reeds ettelijke cursussen gevolgd heb zal ik er niet aan deelnemen. De laatste recentste cursus was Windows 7 gegeven door Collin (de beste lesgever in informatica die ik ooit
Schuilnaam
gehad heb, zijn kennis, zijn geduld).
Privacy
Wat privacy op internet betreft: internet, sociale websites, fora, enz. kunnen maar
Mening
weergeven wat ik er zelf opzet. Door het feit dat ik “een mening” heb, neem ik aan ettelijke
Identiteit
fora deel, in diverse talen (engels, duits, spaans, frans en nederlands), maar dan wel onder
Uiten
een “nick name” hoewel ik volledige verantwoordlijkheid opneem voor wat ik schrijf. Trouwens, de webmasters kennen mijn naam, identiteit enz. En kunnen mij steeds vinden.
Facebook
Ook in dagbladen plaats ik graag mijn reacties op bepaalde (vooral politieke) artikelen en
Twitter
als ik “te stout” ben publiceren ze het gewoonweg niet, wat trouwens hun recht is, maar ik
Chatten
heb mij toch kunnen “uiten”. Elke dag bekijk ik Facebook (familiale redenen) en Twitter (politieke redenen). Vroeger, van ongeveer 1997 tot 2000 was ik op ICQ, een wereldwijde chat, had er leuke
Blog
contacten in Canada, Nieuw Zeeland, Bangla Desh, India enz. maar ik heb dit stopgezet, bijna om het half uur kwam er een oproep binnen om te chatten (ook weer vooral politiek en wereldnieuws). Voor mij is internet niet meer weg te denken en ik zit elke dag 3 à 4 uur achter mijn PC. Ik ben op diverse nieuwsbrieven ingeschreven (New York Times, CNN, Information Clearing House, enz. gezien ik “nieuws”gierig ben). TV dient voor mij alleen nog (weeral eens) als nieuwszender. Ik heb ook mijn eigen blog op seniorennet maar wegens tijd gebrek hou ik die voorlopig niet bij, wel kijk ik ook elke dag naar één van mijn favoriete blogs Angeltjes genoemd. Ik zoek blogs en sites op die veel zaken duidelijk maken wat er in kranten en staatszenders niet over geschreven noch gepraat mag worden. Ik heb ook al heel war cursussen gevolgd , zowel destijds in actieve dienst als uit louter
Cursussen
interesse. Bij aankoop van mijn laptop was die voorzien van de laatste windows versie (windows 7) en om die reden volgde ik ook de cursus bij Colin , Oostende @ internet. Je kunt er altijd iets van opsteken. Even terzijde, ik kreeg mijn 40 € niet terug van de stad, al wordt dat wel beloofd in hun aankondiging.
Interesse
Ik meen dat ik zowat dezelfde "nieuws"interesse heb als Krista, al is die minder
Reactie
uitgesproken internationaal. Zo start mijn explorer op in vier tabbladen, allemaal nieuwssites van drie kranten en de redactie.be. Ook reageer ik nu en dan, laatst nog vorige week omtrent diefstal gepleegd in politiekantoren. Spijtig genoeg hebben ze mijn bericht geweerd. Het komt er op neer dat ik in mijn 39-jarige carriere bij de politie (meestal lokaal) geconfronteerd werd met drie diefstallen gepleegd door collega's zowel "bij uitoefening van
167
de dienst als ter gelegenheid van de uitoefening van hun dienst". Welnu , daar werd telkenmale door de korpsleiding zeer adequaat op gereageerd met stante pede ontslag. Als ik een berekening zou maken betreffende alle politiemensen die ik in de loop van mijn
Zoeken
carrière heb leren kennen dan is dit een bijzonder laag percentage; maar je één is teveel ,
Bijblijven
zo simpel is het. En dat mag geen afbreuk doen aan de integriteit van die vele , heel vele anderen die wel integer zijn. Dat heb ik geschreven en dat werd in door de redactie genegeerd. Het eerste feit dateert trouwens van lang voordat het comité P werd opgericht. De PC is ook in mijn dagelijks bestaan niet meer weg te denken. Nu zoek ik uit hoe ik mijn vakantiefoto's zo goed als mogelijk in één presentatie kan gieten overvloeiend met de filmpjes en de gepaste muziek, die ik ginder trouwens op CD heb gekocht. Wat de digitale week betreft zal ik daar wel eens rondneuzen. Ik heb een aversie voor sociale netwerken maar, dat neemt niet weg dat ik het eens ga bekijken. Ik wil bijblijven en duidelijk weten waar mijn kleinkinderen mee bezig zijn. Ja , wat het voorval betreft die diefstallen van de gevonden portefeuilles op de politiekantoren is er werkelijk een brug te ver maar rotte appels heb je in elke branches .
Mening
Natuurlijk ligt deze groep gevoeliger naar de buitenwereld omdat het voorbeeldfuncties zijn van de maatschappij . Dat is even erg dat ik een politie agent ken waarvan ik zijn zoon in de tijd de les moest spellen over zijn wangedrag als supporter . Net zoals onze prins Laurent met gierende banden zijn baan scheurt door de pers die aan de poort staan te kwijlen om toch maar roddeljournalistiek te kunnen brengen .Iedereen is niet volmaakt
Delen
maar natuurlijk liggen sommige personen in het vizier en andere die de zelfde stomme stoten uithalen wordt niet over gesproken .Ronny als je wil kan ik het één en ander uitleggen voor zo’n montage , ik heb het ook geleerd door zelfstudie en ik kan toch wel zeggen dat ik er al een paar heb gemaakt die gezien mogen worden . Ik krijg elke dag via e-mail volgende nieuwsbrieven + updates : De Standaard, Le Soir, Le
Nieuws
Figaro, Kranten.com.be, Kranten.com.nl,Nieuwsblad, New York Times, Knack, Nieuws uit West Vlaanderen, CNN Breaking News, Gazet van Antwerpen, Libération,Zita en Vandaag.be. Verder als ik thuis ben bekijk ik nieuws als volgt op TV: om 7u France 2, om 13u RTBF, om 15 TVE (Spanje),m 17u ARD Duitsland, om 18u VRT, om 19u zap ik dan
Tijdsgebrek
over volgende zenders: Al Jazeerah, BBC World en Euronews. Ook krijg ik de nieuwsbrieven van Universe Today aangezien sterren en planeten (het universum) mij interesseren. Nee, als gepensioneerde heb ik eerder tijd tekort. Voordelen van TV zijn dat er beelden bij komen, nadelen zijn dat ze niet altijd objectief zijn (vooral de VRT niet) en dat ik naar nieuwslezers moet kijken die ik niet altijd sympathiek vind. Soms surf ik naar Wikileaks, Huntington Post en nog vele andere...Nadelen aan Internet?? vind ik niet zomaar. De televisie en het internet staat hier de ganse dag op als wij thuis zijn, we willen natuurlijk op de hoogte blijven wat er ins ons landje reilt en zeilt. Bij internet is het, het seniorennet want daar kan je het nieuws heel duidelijk volgen van minuut tot minuut, en dat is wel leuk. Het echte werk zie ik liever op de televisie. Op de middag is dat het nieuws van vtm en om 7 uur is het dan één. Ingeschreven ben ik nergens, ik heb soms genoeg van zoveel slecht nieuws en miserie, gelukkig zijn er ook nog lichtpunten en goede mensen die respect afdwingen en dat geeft de burger goede moed, tot de volgende mail
168
Informatie
zo ontvang ik dagelijks de nieuwsbrief van de VRT. Het is een goede aanvulling omtrent datgene wat op TV komt en ons eventueel interesseert. Het gebeurt ook wel eens dat wij een discussieforum van redio één of radio twee opnieuw opvragen (Petters en Pichal of inspecteur Decaluwé, voor mijn echtgenote
Cultuur
soms de madammen) Dit kadert in onze cultuur om gewoon mee te zijn met de actualiteit. Ik kan mij goed inbeelden dat mensen eerder geïnteresseerd zijn in de nieuwsbrieven van de sportzenders of internationaal nieuws. Op pc kijk ik naar het regionale nieuws (Het Nieuwsblad). Soms lees ik dan ook de
Nieuws
reacties. Dat is de moeite waard. Sommige weten echt niet waarover het gaat. Dan zijn er die nog nooit gehoord hebben van een punt en een komma. En dan nog te zwijgen over de
Taal
taalfouten. Verder luister ik op Radio 2 naar het nieuws en kijk om 19 uur naar het nieuws op VTM. Het gebeurt ook dat ik naar Het Late Nieuws op Een kijk. het voordeel van dergelijke nieuwsbrieven is dat je kan doorklikken naar bepaalde
Actueel
onderwerpen betreffende de actualiteit van de dag.
Nieuws
dat kan ook via de nieuwsbrief van het nieuwsblad en het laatste nieuws. Ik denk dat de
Interactief
interactieve site van het nieuwsblad meer succes heeft want hun server blokkeert soms wel eens Madi, je hebt volkomen gelijk. Ik probeer zoveel als mogelijk onze taal in al zijn aspecten te
Taal
respecteren. Als ik een taal- spelling- of misschien ook typefout maak kan ik aanvaarden dat er op gewezen wordt. Maar sommigen hebben inderdaad geen respect voor ons taal. Heb ik onlangs niet gelezen dat de taalvaardigheid van de huidige generatie (hoge)schoolstudenten flink achteruit gaat. Zou de multimedia en de digitale wereld daar een invloed op hebben ? Mijn broer was licentiaat wiskunde en gaf les aan de laatste jaren wetenschappen. Bij de
Taal
examens trok hij ook punten af voor taalfouten. Hij was zéér streng maar achteraf zijn veel leerlingen hem komen bedanken. Wat zij missen is:
Informatie
De gigantische en supersnelle info die het internet aanbiedt enerzijds en
Mogelijkheden
Anderzijds de enorme mogelijkheden aangeboden door de programma's "words",
Communicatie
"Excel", "powerpoint" ed. En dan spreken we nog niet over de communicatie mogelijkheden. vooreerst even dit: ik vind het leuk de reacties van de verschillende leden te lezen. Soms
Mening
ben ik het volkomen eens, dan weer niet. Maar ja, de wereld zou zeer saai zijn moesten wij allen dezelfde mening delen.
Keuze
Wat de vraag betreft , het antwoord is volgens mij heel simpel: Je kiest er voor of je kiest er niet voor. De overheid heeft volgens mij de opdracht en plicht ervoor te zorgen dat
Kloof
diegenen die er niet voor kiezen of de nieuwe media in al zijn aspecten zien passeren minstens hun basisbehoeften kunnen invullen. Inderdaad, de kloof wordt steeds groter maar.... ik heb familieleden die geen PC in huis hebben en er ook niet meer willen aan beginnen.
Dat moeten wij respecteren. Al 11 jaar frequenteer ik een rust-en
verzorgingstehuis om mijn naaste familie te bezoeken. Onlangs zijn de gewone TVtoestellen in alle kamers vervangen door LCD-apparaten. In één kamer zag ik al een
169
Respect
digibox van telenet. Als wij daar ooit eens belanden (liefst zo laat mogelijk) hoop ik alert genoeg te zijn om mijn laptop nog te bedienen en de TV-programma's uitgesteld te kunnen bekijken als het mij past. Kortom , veel heeft te maken met de entourage waarin men leeft en aard van het beestje. wel ik vind dat het een enorm voorrecht is om met de computer te kunnen werken, men
Ontdekken
kan zoveel ontdekken en bijleren, bijv. over je hobby, dingen die je interessant vindt
Bijleren
opzoeken op het internet enz... ja, het is jammer dat vele senioren het niet willen leren kennen en spreken over een "dagelijkse pest" zoals ik onlangs nog gehoord heb.
Toegankelijkheid
Maar ik wil toch nog eens benadrukken dat de overheid meer zou moeten doen om de mensen die niet het geluk hebben of de middelen, iets te doen zodanig dat iedereen toegang heeft tot dit wonderbaarlijk gebruiksvoorwerp, ik hoop het van harte dat het eens gebeurt We mogen niet vergeten dat sommige medioren/senioren misschien ook wel financieel
Toegankelijkheid
welstellend zijn om PC en al dan niet internet aan te schaffen , daarom zou er beter in de grootsteden openbare internetplaatsen aanbieden enkel aan de medioren / senioren die wel willen aanleren maar niet kunnen aanschaffen . Ja ik denk dat die mensen iets missen. Ik ken bv. welstellende senioren die lid zijn van
Email
diverse clubs (bv. Lion's, Probus, enz.) sportverenigingen (als supporter/sponsors), wel de uitnodigingen tot evenementen, diners, uitstappen gebeuren praktisch allemaal per e-mail verder sturen de banken bv. KBC Private Banking en Fortis pakken inlichtingen over
Afhankelijk
aandelen ook per e-mail. Zodoende sparen ze papier, postzegels, tijd. Gezien niet alle 6070-plussers met internet overweg kunnen zijn die dan afhankelijk van familie of vrienden
Informatie
om aan hun informatie te komen. Dit gaat hier nu vooral over e-mail maar ook op het web zijn er pakken info te vinden over
Informatierecht
een zo grote variëteit van onderwerpen teveel om op te noemen (bv. reizen, wereldnieuws enz.). Maar ik denk ook aan de mensen met een klein pensioen die zich internet/pc niet kunnen permitteren. Daar zal de overheid en andere instanties altijd rekening mee moeten houden dat die mensen ook recht hebben op informatie. Wij in België betalen praktisch het meest voor internet en TV van al de Europese landen, nog iets waar de politiekers iets zouden kunnen aan doen. Vaak hoor ik mensen bijna klagen en zeggen "binnen enkele jaren is allles www....". Nu, voor mij is het mijn grootste hobby naast kaarten, quizzen en fietsen. Inderdaad , ze missen veel zelfs . Sommigen horen het in Keulen donderen als men in de termen van de informatica begint te converseren . Maar het zou ook een oplossing kunnen zijn mocht er in de rust & opvangtehuizen i.p.v. te
Contact
knippen & plakken , kaarten en bingo te spelen eens vragen aan de patiënten wie al dan niet interesse heeft voor PC & internet . Zodoende kunnen de senioren hun kinderen, kleinkinderen , achterkleinkinderen zelf contacteren omdat ze meestal geen tijd hebben om langs te gaan bij hun moeder , grootmoeder , overgrootmoeder . wel ik kon het het nu me toch niet inhouden te antwoorden op "voor de minderbedeelden is er nog de bibliotheek", wel dat vind ik een koude douche. Senioren die een stukje van ouderdom zijn, kunnen dikwijls moeilijk uit de voeten!!!! geef daar eens een fatsoenlijk
170
Mening
antwoord op alstublieft, dank u Een kleine bedenking: Ik ben vrijwilliger voor oostende@internet om eenmaal per week toezicht te houden over de pc’s die int buurthuis ter yde (raversyde) staan. Meermaal per week ga ik er ook ’s middags eten samen met zowat een veertigtal andere derde leeftijdsgasten.
Toegang
Geen enkele eter maakt gebruik van de gratis ter beschikking staande pc toestellen. Wat moet ik hieruit besluiten?
Interesse
40 mensen zijn mobiel om te komen eten maar niet mobiel om te internetten ? 40 mensen hebben op een andere manier toegang tot het internet en hebben dus geen mobiliteitsprobleem ? 40 mensen hebben geen of zeer weinig interesse in het internet en bijgevolg weinig zin om er de minste inspanning voor te doen ? nu moet ik je wel vertellen dat als nieuwe bewoner van Oostende, en toen de kans gehad heb, ik steeds geweest ben, eten en computeren , en moet jammerlijk bevestigen dat je de waarheid spreekt, ja dat is verwonderlijk, het is er toch gezellig.
Persoonlijk
Maar er zijn ook mensen die het huis niet uitkomen om de een of andere reden, en daar moet ook aan gedacht worden. Trouwens Mongsje, we zien elkaar terug in september, dan kom ik terug. Zou het niet helpen als die mensen die op het bureau zijn hen proberen warm te maken, en niet alleen voor de hobbyclub!!! of ze hebben misschien thuis zelf internet, zeker die jongere senioren!!!! ja, maar natuurlijk is het iedereens goed recht om te kiezen of ze aan de digitale wereld
Recht
deel willen nemen, gelukkig leven we heden ten dage in een vrij en democratisch
Democratie
land. Elkeen moet maar voor zich zelf uitmaken of ze het willen of niet, maar voor degenen
Gemiste kans
die niet geïntresseerd zijn, is het toch een gemiste kans aangezien al de mogelijkheden die je kan aanwenden met dit interessante gegeven. Ja, andere mogelijkheden zijn er genoeg
Jong van geest
om iedereen tevreden te houden .Dit is mijn motto; doe wat je graag doet , blijf geïntresseerd in hetgeen er rond je gebeurd, zo blijf je jong van geest en gelukkig en dit is het waar we naar moeten streven in het leven. Ik ken mensen die het zich zeker kunnen permitteren maar kiezen geen computer noch internet te gebruiken. Die mensen rangschikken zich bij senioren van rond de
Angst
75 à 85 jarigen. De hoofdreden is dat ze er bang voor zijn, het niet aankunnen om met informatica om te gaan. Toen ik als secretaresse werkte heb ik geen één baas gehad die kon typen. Dat was de mode niet. Hun universitaire proefwerken lieten ze typen bij gespecialiseerde typistes. Nu typen de bazen hun rapporten
Gemis
direct op hun computers/laptops noem maar op. Van heel jong reeds worden kinderen
Afhankelijk
nu met een toetsenbord en een computer geconfronteerd. Diezelfde senioren missen het wel en zoals reeds eerder gezegd doen dan beroep op hun kleinkinderen, vrienden, familie als ze iets uit het internet nodig hebben. Deze generatie is nu aan het uitsterven en binnen een tiental jaren zal internet nog meer verspreid worden. Wat ik wel vaststel in mijn buurt dat er zo weinig mensen over een computer beschikken (sociale woning buurt). Hier hebben velen er wel geen interesse voor.
171
Voor kinderen in onze hedendaagse maatschappij bestaat de schoolplicht Naast lezen,rekenen,schrijven,talenkennis en wetenschappen zal de pc hoogstwaarschijnlijk het belangrijkste vak in hun studies worden.
Plicht
De vraag die zich stelt is:kan men die schoolplicht op leggen aan de oudere generaties?Mijn inziens kan dat niet!
Toegang
Wat wel kan is dat vanwege de overheid een sensibiliserngscampagne wordt opstart,ondersteund door maatregelen om zoveel waar mogelijk toegang te
Recht
Verstrekken tot het internet. Ik hierbij aan homes,klinieken,buurthuize,bibliotheken en dergelijk En als de derde leeftijd hier dan geen gebruik wil van maken Is dat spijtig genoeg voor hen hun beslissing en previlege. Sorry maar ik heb te rap op “Verzenden” geklikt. Het artikel in De Standaard krijg ik niet volledig te lezen, enkel een introductie en het vervolg is voor de abonnee’s.
Mening
Ik ben niet helemaal akkoord met Carr. Ieder individu gebruikt internet zoals hij wilt, natuurlijk er kan een tsunami van informatie op ons afkomen maar wij kunnen ook
Overdosis
rustig genieten van relaxatie oefeningen, meditatie, tai chi, filosofie enz. In het begin dat ik op internet was had ik wel eens het gevoel dat ik naar “teveel”
Ontspanning
informatie zocht op één avond en dit overstelpte mij wel, nu doseer ik mijn opzoekingen, en ontspan mij achter mijn computer scherm, veel meer dan voor een TV (ontspannings programma’s bedoel ik hier). Hoewel, ik kan wel genieten van een goede film bijvoorbeeld, apart van internet. Nu verwijs ik naar de drie websites die ik opgezocht heb en die U hieronder vind. het artkel eens doorgenomen, en ja, dat is weer iets typisch van onze tijd. Je kan het
Tijdsgeest
vergelijken met naar de dokter gaan. Bij de ene dokter is iets heel goeds en gezond, bij de andere wordt het ten zeerste "afgeraden". Mijn visie is dat je voor je zelf moet uitmaken of iets goeds is voor je of niet. Voor mij is het internet iets goeds en ben er blij mee en we gaan er meer door, basta, wat ieder ander ook zegt. Het hangt er natuurlijk vanaf wat je wil weten en kennen , voor wat je open staat , en wat voor jouw tolereerbaar is . Voor de ene is het een god want heeft misschien partner van
Vrijheid
zijn leven gevonden en voor de andere is het een verderf want heeft misschien zijn partner daardoor verloren . Internet is het zelfde als de krant verschil is dat niet alles in de krant kan of mag en is misschien wel beter omdat ge geen bomen moet omkappen J Heb alleen maar die introductie kunnen lezen,die ik nogal eenzijdig ervaar. Waar vroeger op school alles van buiten diende geleerd te worden,krijgen de studenten nu
Mogelijkheden
een medium aangeboden met grenzeloze mogelijkheden. Een goed gebruik van dit medium zal hen veel meer aanbrengen dan het uurtje les van vroeger. Het is maar normaal dat de wijze van aan te leren evolueert en dan is de PC een noodzakelijk instrument. Wij leven nu eenmaal in het tijdperk waarbij “specialisatie” meer nodig is dan algemene kennis. Voor een astronaut is het belangrijker zijn instrumenten te kennen en ze kunnen bedienen,dan te weten wie Mozart of Stalin is.
172
Evolutie
Heb met aandacht de powerpoint over het project “cubico” bekeken. In een woord, overweldigend wat de toekomstmogelijkheden betreft. Maar toch enkele bedenkingen:
Schade
Die man van 84 jaar die de ganse dag voor het scherm zit,wat gebeurt er met zijn sociale contacten ? Dito met zijn zo nodige “bewegen” als hij ganse voor zijn toestel zit ?
Prijs
En de brave huisdokter met zowat 50 patiënten heeft die daar gebruik zouden van maken en hem dagelijks hun medische gegevens toesturen ? Hoe gaat hij dat verwerken ? En wat met het prijskaartje voor dergelijke installatie ? Ik heb met interesse de video en de website bekeken over cubigo. Waarschijnlijk zullen jonge mensen die toepassing heel leuk vinden maar ik heb
Generaties
mijn bedenkingen over het gebruik ervan bij senioren. Iemand die min of meer aan geheugenverlies, dementie, alzheimer lijdt, en bij de 80plussers zijn er percentueel toch
Eenzaamheid
veel, kan zich daar zeker al niet mee verhelpen. Ook zal cubigo geen oplossing brengen voor mensen die zich alleen voelen en de eenzaamheid slecht verdragen.
Vergrijzing
Ze verliezen hun “live” sociale contacten door teveel met cubigo bezig te zijn. Wat mij tegenwoordig ergert, en die man in de video moest het ook aanhalen, is dat er steeds gesproken wordt over het PROBLEEM VAN DE VERGRIJZING; Dus als “vergrijsde” ben ik nu een probleem. Ik heb van mijn 18de gewerkt tot mijn 51ste waar ik op brugpensioen moest gaan of afgedankt werd na 24 jaren
Financieel
dienst, dit wegens een collectieve afdanking en druk van de vakbonden. Ik wilde nog werken maar mocht niet, kwam in financiële en emotionele moeilijkheden. Dus heb ik 33 jaar lang ferm betaald aan sociale zekerheid, belastingen, noem maar op en was ik ook en ben nog consument. Nu ik de 70 nader ben ik een vergrijsd probleem!!! Quid de economische gelukzoekers die hier zo maar binnen komen, geen cent betaald hebben en praktisch niet consumeren, vormen die geen probleem. Dit terloops gezegd. Cubigo zal ook wel duur uitkomen vermoed ik, nergens een idee van kost ervan gevonden. Natuurlijk de evolutie in de informatica gaat zo snel en zal voor mij niet meer te volgen zijn ook niet financieel. Ik ben heel blij met mijn vaste PC met 19” flatscreen en ik denk dat het daar zal bij blijven. Ik ben ook al jaren gebruiker van het internet bankieren , het is inderdaad gemakkelijk
Online bankieren
zeker met werktijden , ook dat er meer banken centraliseren en de kleinere kantoren op de wijken ofwel maar halve dagen open zijn ofwel sluiten . Ook de service naar de klanten in sommige kantoren is soms ondermaats . Het is soms wel handig dat je kortingen krijgt door online te bestellen maar dat is dan weer alleen voor die over een PC en internet
Online shoppen
beschikken . Wat ze ook vertellen ik door veel internationale aankopen via paypal en ik heb nog nooit problemen gehad . Bel al enkele jaren bezig met online bankieren.
Online bankieren
Zowel KBC en Argenta zijn zeer gemakkelijk te bedienen. Het voordeel bij KBC is dat men in realtime werkt in tegenstelling met Argenta. Het grote nadeel van online bankieren is eens te meer dat men geen contact heeft met het personeel, bijgevolg geen mogelijkheid voort advies en dies meer. En wat nog eens gezegd over het zo nodige "bewegen"?
173
ja, zoals ik reeds in vorige mails gezegd heb, nee voor mij aan Facebook maar des te
Vrienden
meer het seniorennet. Ik heb het zelfs als homepage. Daar kun je zoveel mee doen, het is
Facebook
voor mij het ideale. Chatten doe ik niet want daar hou ik niet zo van ik spreek liever face to
Chatten
face. Ja, en ook de tijd die je erin steekt!!! Tenslotte al dat gedoe over vrienden die je al
Tijdsroof
helemaal niet kent op facebook nee, laat maar, ik hou meer van de vrienden die ik hier om de paar dagen tegenkom en weet wie ze zijn er wat je ervan kunt verwachten. Ik ben nogal een sociaal mens moet je weten. Ook blij te weten dat het in België eindelijk de zon is aangekomen, hier zijn we die gewoon zodus. Onder sociale media versta ik sites waar ik "virtuele" vrienden en/of contacten kan maken
Virtuele contacten
zonder die personen ooit gezien te hebben (apart van op foto's uiteraard). Ik gebruik
Facebook
Twitter, Facebook en in mindere mate Netlog.
Beperkt
Ik heb een facebookprofiel maar heel beperkt. Ik zet erop wat ik wil en wat gans de wereld mag weten. Met foto's werk ik niet.
Contact / Virtuele
Facebook gebruik ik om input te lezen van mijn familie, vooral deze in het buitenland,
contacten
politiekersen media, vrienden die ik niet vaak "live" zie, spirituele contacten (de Dalai Lama
Vrienden
o.a.).
Facebook
Bepaalde facebook vrienden zijn ook mensen die ik in het echte leven goed ken. De facebookpagina bezoek ik 2 à 3 maal per dag. Ik lees de input, als ik die leuk vind click
Seniorennet
ik erop,af en toe chat ik met mijn familie in Spanje maar zelf berichten sturen en/of prikbordberichtenplaatsen doe ik heel zelden. Soms plaats ik een reactie onder één of
Schuilnaam
ander bericht. Seniorennet vind ik ook een heel goede nederlandstalige site en ik kom er regelmatig op, bv. om Trivia te spelen of te quizzen en vooral om mijn favoriete blogs te bezoeken (Angeltjes bv.) of om iets op mijn eigen blog te schrijven maar dit ligt ietwat stil voor het ogenblik. Daar doe ik niet mee aan de chat. Ik ben bij Seniorennet ingeschreven op hun nieuwsbrief en vind die heel verzorgd, leuk om lezen en met heel veel interessante tips. Op hun forum kom ik af en toe onder een schuilnaam (weeral vooral wat politiek of "achter het nieuws" betreft). Ja,ik heb een FB profiel.
Facebook
Dagelijks bekijk ik de berichten van familie en vrienden. Soms reageer daarop met een korte tekst. Dat is zowat mijn grootste activiteit. Van twitter heb ik geen kaas gegeten.
Twitter
Heb geen enkele notie van hoe dat werkt Ik gebruik Twitter ongeveer 3-maal per week waar ik bepaalde mensen volg en ook nieuws
Volgen
agentschappen zoals Reuters, Huftington Post, Wikileaks. Zelf heb ik nog maar een paar
Twitter
tweets doorgestuurd. Wat het artikel in HLN betreft, heb ik gelezen en ik vind het normaal
Mening
dat spelers gevraagd worden geen tweets te plaatsen tijdens het EK. Ze mogen natuurlijk hun mening hebben over hun trainer, de matchen enz. maar direct, na elke match, een negatieve tweet doorsturen naar contacten, pers, tv stations kan een negatief impact hebben op de nog te spelen matchen (denk ik toch). Eens het EK voorbij kunnen ze nog altijd hun gedacht “tweeten”.
174
Ik weet wel wat het is maar zal het nooit gebruiken , omdat het nog meer openbaar is en
Openbaar
zonder dat je het weet zal en/of kan het tegen u gebruikt worden . Zie maar sommige
Twitter
tweets van bekende personen . Ik vind als je echt uit je bed wilt klappen moet je zeker twitter gebruiken ik blijf er vanaf Twitter, weeral zoiets, ja ik weet inderdaad hoe dit werkt maar nogmaals zo overbodig als
Overbodig
het maar kan zijn te gek om los te lopen en het kan je heel belachelijk maken, herinneren
Twitter
jullie nog onze premier, meer moet ik niet zeggen zeker???? geen getwitter voor mij maar het leuke van de goede dingen van het internet en dat zijn er genoeg. Daarbij kan ik stellen dat er blijkbaar gradaties zijn in de drempelvrees. Allez, het is
Drempelvrees
tegenwoordig ook niet zo simpel om een rijbewijs te halen , maar....zowat iedereen probeert die drempel te overschrijden al moet men tiental keer proberen. Bij de digitale wereld ligt dat anders . Op een cijfer van één tot tien ligt de drempel voor bepaalde mensen op 9. En na eenmaal proberen geven ze het gewoon op. Ik zou niet zozeer stellen dat het enkel rijpe senioren zijn die moeite hebben, ik ken er heel wat die jonger zijn
Sprint
dan mijzelf en waarschijnlijk dan de meesten van onze groep die het ook niet meer zien zitten. En de overheid...welnu volgens mij doet die haar best. Het ligt aan het individu zelf als ze nog willen mee volgen . Ondertussen neemt de digitale wereld een "vlucht" het is niet meer gaan of lopen maar echt sprinten. Ik ken mensen die gewoon hun "gratis" digibox van belgacom terug brachten omdat ze daar niet moeten van hebben. Ondertussen klaagt iemand anders omdat telenet een aantal zenders uit het analoge bestand heeft gehaald. En toch willen ze nog niet digitaal
Kloof
kijken. Dat is misschien niet echt koosjer van telenet maar het maakt gewoon deel uit van die voornoemde "sprint" . Tijdens het weekend legde een kennis mij uit welke toeren ze
Vlug
had uitgehaald om haar digicorder met online ondersteuning (telefonisch) te resetten zodat ze weer alle posten op een rij had. Om je een breuk te lachen enerzijds , een nachtmerrie voor de betrokkene anderzijds. Ondertussen kunnen wij via PC en/of laptop of tablet TV kijken. Aan sommige mensen is het niet uit te leggen , anderen zijn er vlot mee weg . En zo wordt de kloof groter. Het gaat allemaal zeer vlug , blijven proberen dus voor de ene, wat begrip en geduld gevraagd van de andere. PS : met de huidige generatie tabletten en smartphones wordt her en der naar WIFI gezocht. Blijkbaar volgt onze lokale overheid die trend niet. In de vele dienstencentra is er geen WIFI en dit is nochtans een uitgelezen plaats om gebruikers over de schreef te trekken. Juist , als ik iets verkeerd doe, een boodschap vergeet, mijn sleutels niet vind e.d.m dan beoogt mijn echtgenote volmondig "moest het maar met de computer zijn, je zou het niet vergeten ..."Wel moet ik haar gelijk geven als ze beweert dat het digitale verkeer en
Invloed
internet het sociale leven sterk beïnvloedt en niet altijd in gunstige zin. Daarbij komt nog de digitale wereld in het algemeen en "de computer" in het bijzonder een sterk argument is voor vele sceptici voor alles wat verkeerd gaat.
Verslaving
Dat ik er dommer van werd betwist ik ten stelligste en aan de evolutie van mijn kleinkinderen te zien denk ik ook niet dat ze dommer worden maar...dat er een min of meer
175
sterke graad van verslaving bestaat zal ik zeker niet ontkennen. Je moet niet dommer worden maar je moet er m.i. eerder slim (lees verstandig) mee omgaan . En digitale "accidenten" halen dagelijks het nieuws. wel ja, ik denk uiteraard dat iedereen voor zichzelf moet uitmaken of hij meedoet aan het
Keuze
digitale tijdperk of niet. Voor mij is het een uiterst interessant gegeven en ik kan het ook niet meer wegdenken uit mijn leven, wat levert het eigenlijk niet op, als je het gebruikt
Bron van kennis
zoals dat hoort en niet overdrijft, dan is dat toch een ware bron van kennis, wat men ook maar van onzin erover vertelt. Ja, een kloof zal er wel altijd blijven verwijzend naar de uitspraak van Raymond dat men het ter beschikking stelt aan de mensen en er geen belangsteling voor is, ja dan moeten ze zelf maar weten. Maar iemand die belangstelling heeft dat is toch een ware luxe. Ja, aan sommigen kan je dat wel verkopen, maar er is de laatste tijd ook een beetje teveel wantrouwen vespreid over dat mooie medium en dat is wel heel jammer. Aan alles zijn voor en nadelen maar ik zie de nadelen niet!!!
176
Wantrouwen
Bijlage 20
Thematische analyse online focusgroep stap 2
Coderingen
Thema
Jeugd/ jongeren
Digitale samenleving
Ouderen Generatie Kloof Vergrijzing Drempelvrees Toegankelijkheid ( r) evolutie / vooruitgang Moderne wereld Vlug Sprint Informatisering & digitalisering Democratie Cultuur Impact/ invloed Tijdsgeest Boeken
Computerkennis
Cursussen Werk/ beroep Dochter Nieuws
Computergebruik
I-tunes Fotoboeken maken Energiemanager Mailen Tax on web Informatie Spelletjes Bibliotheek raadplegen Sport opvolgen Budgettering Online bankieren Online aankopen
177
Cursussen Chatten Multimedia Sociale media Seniorennet
Subcategorie: gebruik
Youtube Facebook Twitter Spotify Skype Chatten Blog Virtuele contacten
Subcategorie: denkbeelden
Eenzaamheid Interactief Sociale netwerken Overbodig Privé Nut? Schade Prijs/ financieel Schuilnaam Vrienden Beperkt gebruik Openbaar Voor & nadelen pc, internet en sociale media Zegen
Subcategorie: voordelen
Gemis Keuze Recht Mogelijkheid Kans Vrijheid Informatierecht Bron van kennis
178
Actueel Plicht
Subcategorie: nadelen
Angst Overdosis Tijdsroof / tijdsgebrek Verslaving Wantrouwen Taal Afhankelijkheid Achterstand Privacy Informatiehonger
Motivators
Behoeften Communiceren Identiteit Reflectie Delen Uiten Reactie Bijblijven Zoeken Mening uiten Ontdekken Leren Volgen Contact Jong van geest Grenzen stellen
Context gebruikers
Ervaring Respect Interesse Persoonlijk
179
Bijlage 21
Thematische analyse online focusgroep stap 3
Thema
Code
Data
Digitale samenleving
Jeugd/ jongeren
ja,
inderdaad
toen
ik nog
school
liep,
bestond
de
computer nog niet, het kan misschien wel bestaan hebben, maar ik wist er toen nog niets vanaf. Het jonge volkje leert tegenwoordig veel rapper met allerhande digitale en multimediasystemen omgaan dan dat ze kunnen fietsen zonder steunwieltjes. Dat de huidige jeugd nog zonder de pc en dergelijk kunnen door het leven gaan is evident. De leerstof op school wordt meer en meer door de computer ondersteunt. Hierdoor worden voor hun huistaken ,spelletjes en zo veel meer, gebruik gemaakt van de pc. Ouderen
Ouderen onder ons die veel later met dat instrument in contact zijn gekomen,gebruiken het in een zeer beperkte mate.
Generatie
De oudere generatie waartoe wij behoren spreekt moeilijker
tegen
een
onzichtbare
toehoorder
via
telefoon,en zeker als het tegenover een vreemde persoon gaat. De huidige generatie is veel assertiever op dat stuk en gebruikt
dan
ook
communicatiemiddelen
gemakkelijker zoals
de
moderne
facebook,chatten,sms
en
dergelijke.Wij moeten het meer hebben van face to face gesprekken. Eens de toehoorder gekend is wordt het communiceren veel gemakkelijker. Waarschijnlijk zullen jonge mensen die toepassing heel leuk vinden maar ik heb mijn bedenkingen over het gebruik ervan bij senioren. Kloof
Inderdaad, de kloof wordt steeds groter maar.... ik heb familieleden die geen PC in huis hebben en er ook niet meer willen aan beginnen. Dat moeten wij respecteren. Ondertussen kunnen wij via PC en/of laptop of tablet TV
180
kijken. Aan sommige mensen is het niet uit te leggen , anderen zijn er vlot mee weg . En zo wordt de kloof groter. Vergrijzing
Wat mij tegenwoordig ergert, en die man in de video moest het ook aanhalen, is dat er steeds gesproken wordt over het PROBLEEM VAN DE VERGRIJZING;
Drempelvrees
Daarbij kan ik stellen dat er blijkbaar gradaties zijn in de drempelvrees. Allez, het is tegenwoordig ook niet zo simpel om een rijbewijs te halen , maar....zowat iedereen probeert die drempel te overschrijden al moet men tiental keer proberen. Bij de digitale wereld ligt dat anders .
Toegankelijkheid
Hier is het soms moeilijk te volgen wegens niet overal even gemakkelijk toegang tot het net, althans waar wij verblijven. De bereikbaarheid via internet is dan ook navenant , ofwel goed ofwel gewoonweg niet. Onze zoon heeft zich expres een IPAD gekocht maar draadloos internet was in de meeste gevallen een probleem. Maar ik wil toch nog eens benadrukken dat de overheid meer zou moeten doen om de mensen die niet het geluk hebben of de middelen, iets te doen zodanig dat iedereen toegang heeft tot dit wonderbaarlijk gebruiksvoorwerp, ik hoop het van harte dat het eens gebeurt We mogen niet vergeten dat sommige medioren/senioren misschien ook wel financieel welstellend zijn om PC en al dan niet internet aan te schaffen , daarom zou er beter in de grootsteden openbare internetplaatsen aanbieden enkel aan de medioren / senioren die wel willen aanleren maar niet kunnen aanschaffen . 40 mensen zijn mobiel om te komen eten maar niet mobiel om te internetten ? 40 mensen hebben op een andere manier toegang tot het internet en hebben dus geen mobiliteitsprobleem Wat
wel
kan
is
dat
vanwege
de
overheid
een
sensibiliserngscampagne wordt opstart,ondersteund door maatregelen om zoveel waar mogelijk toegang te verstrekken tot het internet.
181
(r)evolutie/
Als wij de huidige toestand bekijken , enkele desk- en
vooruitgang
laptops verder, dan hebben wij toch een serieuze digitale (r)evolutie meegemaakt. In 2004 kwam ik bij oostende@internet les volgen en stond ik met open mond en vol verbazing te kijken naar welke evolutie de computer had gemaakt Het is maar normaal dat de wijze van aan te leren evolueert en dan is de PC een noodzakelijk instrument.
Moderne wereld
In deze moderne wereld volgen wij , via mail , skype, homebanking, elektronische post, surfen allerhande, tax on web e.a.
Vlug
Het gaat allemaal zeer vlug , blijven proberen dus voor de ene, wat begrip en geduld gevraagd van de andere.
Sprint
Ondertussen neemt de digitale wereld een "vlucht" het is niet meer gaan of lopen maar echt sprinten.
Informatisering digitalisering
&
Sedert de informatisering en digitalisering van alle informatie is er bij de politie een kluwen ontstaan aan informatiebeheer waardoor men door de bomen het bos niet meer ziet.
Democratie
ja, maar natuurlijk is het iedereens goed recht om te kiezen of ze aan de digitale wereld deel willen nemen, gelukkig leven we heden ten dage in een vrij en democratisch land.
Cultuur
Dit kadert in onze cultuur om gewoon mee te zijn met de actualiteit.
Impact/ invloed
De impact van de computer op de samenleving is minstens even groot als de stoommachine anderhalve eeuw geleden. Wel moet ik haar gelijk geven als ze beweert dat het digitale verkeer en internet het sociale leven sterk beïnvloedt en niet altijd in gunstige zin.
Tijdsgeest
het artkel eens doorgenomen, en ja, dat is weer iets typisch van onze tijd. Je kan het vergelijken met naar de dokter gaan. Bij de ene dokter is iets heel goeds en gezond, bij de andere wordt het ten zeerste "afgeraden".
182
Computerkennis
Boeken
Toen ben ik beginnen boeken kopen, want dat was dan nog windows 3.1 en dos. Toen wilde ik er echt alles van weten, en in een minimum van tijd was ik goed op de hoogte van het werken met de computer. Alles wat ik erover geleerd heb was door boeken die er over bestaan.Intussen heb ik een hele bibliotheek staan van zulken boeken, al heb ik er al veel weggedaan omdat die niet meer te gebruiken zijn door de huidige vooruitgang in de digitale wereld
Cursussen
Ik heb met veel interesse computer cursussen gevolgd : DOS, Windows, Powerpoint Ik
heb
nooit
enkele
cursus over
internet, noch
computerlessen gevolgd. . Nee, een cursus zou ik nu niet gaan volgen, trouwens tijd en de interesse is er ook niet. Ik heb bijna alle cursussen van oostende@internet gevolgd basiscursus,internet,words,Excel,powerpoint, maar geen digitale fotografie. Ik heb ook al heel war cursussen gevolgd , zowel destijds in actieve dienst als uit louter interesse. Bij aankoop van mijn laptop was die voorzien van de laatste windows versie (windows 7) en om die reden volgde ik ook de cursus bij Colin , Oostende @ internet. Werk/beroep
Mijn eerste ervaring met een computer was in het jaar 1985
op
het
werk
ter
gelegenheid
van
de
"automatisering" van onze dienst. Dochter
Echter toen ons jongste dochter Anja in 1990 naar de verpleegsterschool ging, begon ik er ook interesse in te krijgen
Computergebruik
Nieuws
Ik
gebruik
die
om
nieuwssites
te
bezoeken
(CNN,
Wikileaks,New York Times e.a.); nieuws op te zoeken die Hier heb ik niet
praktisch nooit in de zogezegde neutrale pers vermeld wordt
bij elke code tekst
gebracht door kranige, moedige joernalisten zoals Alex
omdat ze soms =
Jones, David Icke enz.
zijn.
Die misschien
groeperen
Ik spendeer geen cent meer aan papieren kranten, dus, leve internet online newspapers.
183
Wikipedia wordt ook vaak bezocht in mijn opzoekingen naar info.
mijn
explorer
is
ingesteld
naar
mijn
dagelijkse
informatiehonger en start dan ook met twee krantenpagina's (nieuwblad en HLN) en de redactie. be. Ik krijg elke dag via e-mail volgende nieuwsbrieven + updates : De Standaard, Le Soir, Le Figaro, Kranten.com.be, Kranten.com.nl,Nieuwsblad, New York Times, Knack, Nieuws uit West Vlaanderen, CNN Breaking News, Gazet van Antwerpen, Libération,Zita en Vandaag.be. Op pc kijk ik naar het regionale nieuws (Het Nieuwsblad). Soms lees ik dan ook de reacties. Dat is de moeite waard. Sommige weten echt niet waarover het gaat. dat kan ook via de nieuwsbrief van het nieuwsblad en het laatste nieuws. I-tunes
muziekbestanden
(i-tunes)
en
hun
selectie
en
bewerkingen. Fotoboeken maken
Oesje , bijna vergeten, mijn fotobestanden , aangemaakte fotoboeken , en hun selectie en bewerkingen.
Energiemanager
PC-banking, nu en dan online aankopen (vliegtickets e.a.)
,
surfen
allerlei,
digitale
(certi-)post
,
energiemanager, opvolging van parkeersessies betaald per sms, tax-on-web, raadpleging ziekenfonds e.a. via elektronische identiteitskaart , raadpleging bibliotheek, Mailen
daarnaast de mailbox, die dagelijks best opgekuist wordt o.m. door
de
vele
nieuwsbrieven
allerhande
waarop
ik
ingeschreven ben, gaande van de provider telenet tot en met de stad Oostende . Nieuwsbrieven van openbare besturen leren mij o.a. waar het verkeer wordt onderbroken , werken en werven en te voorziene problemen bij evenementen mails lezen en de onbenullige verwijderen de hoogdringende beantwoorden. Eenmaal per week de rest opslaan en/of versturen.Alles wordt verwijderd en naar de prullenmand verwezen. Ik ken bv. welstellende senioren die lid zijn van diverse clubs (bv. Lion's, Probus, enz.) sportverenigingen (als
184
supporter/sponsors),
wel
de
uitnodigingen
tot
evenementen, diners, uitstappen gebeuren praktisch allemaal per e-mail verder sturen de banken bv. KBC Private Banking en Fortis pakken inlichtingen over aandelen ook per e-mail Tax on web
PC-banking, nu en dan online aankopen (vliegtickets e.a.) , surfen
allerlei,
digitale
(certi-)post
,
energiemanager,
opvolging van parkeersessies betaald per sms, tax-on-web, raadpleging ziekenfonds e.a. via elektronische identiteitskaart , raadpleging bibliotheek, Informatie
De computer gebruik ik voor ontspanning, contact met familie en vrienden, homebanking, informatie zoeken, persoonlijke lijsten zoals bv verjaardagen... De gigantische en supersnelle info die het internet aanbiedt Dit gaat hier nu vooral over e-mail maar ook op het web zijn er pakken info te vinden over een zo grote variëteit van onderwerpen teveel om op te noemen (bv. reizen, wereldnieuws enz.).
Spelletjes
Een paar spelletjes spelen..
Bibliotheek
PC-banking, nu en dan online aankopen (vliegtickets e.a.) ,
raadplegen
surfen
allerlei,
digitale
(certi-)post
,
energiemanager,
opvolging van parkeersessies betaald per sms, tax-on-web, raadpleging ziekenfonds e.a. via elektronische identiteitskaart , raadpleging bibliotheek, Sport opvolgen
Internationale sporten zoals basketbal en zeilen bekijken
Budgettering
zelfgemaakt
budget
programma
in
Excel voor
de
updating Online bankieren
De computer gebruik ik voor ontspanning, contact met familie en vrienden, homebanking, informatie zoeken, persoonlijke lijsten zoals bv verjaardagen... Bankieren online mag ik niet vergeten. PC-banking, nu en dan online aankopen (vliegtickets e.a.) ,
185
surfen
allerlei,
digitale
(certi-)post
,
energiemanager,
opvolging van parkeersessies betaald per sms, tax-on-web, raadpleging ziekenfonds e.a. via elektronische identiteitskaart , raadpleging bibliotheek, homebanking
uittreksels
controleren
en
desnoods
uitprinten,de nodige betalingen verrichten Ik ben ook al jaren gebruiker van het internet bankieren , het is inderdaad gemakkelijk zeker met werktijden , ook dat er meer banken centraliseren en de kleinere kantoren op de wijken ofwel maar halve dagen open zijn ofwel sluiten . Ook de service naar de klanten in sommige kantoren is soms ondermaats . Het is soms wel handig dat je kortingen krijgt door online te bestellen maar dat is dan weer alleen voor die over een PC en internet beschikken . Bel al enkele jaren bezig met online bankieren. Zowel KBC en Argenta zijn zeer gemakkelijk te bedienen. Het voordeel bij KBC is dat men in realtime werkt in tegenstelling met Argenta. Het grote nadeel van online bankieren is eens te meer dat men geen contact heeft met het personeel, bijgevolg geen mogelijkheid voort advies en dies meer. Online aankopen
PC-banking, nu en dan online aankopen (vliegtickets e.a.) , surfen
allerlei,
digitale
(certi-)post
,
energiemanager,
opvolging van parkeersessies betaald per sms, tax-on-web, raadpleging ziekenfonds e.a. via elektronische identiteitskaart , raadpleging bibliotheek, Online shopping Wat ze ook vertellen ik door veel internationale aankopen via paypal en ik heb nog nooit problemen gehad . Cursussen
Als ik tijd heb verbeter ik mijn Spaans door bepaalde lessen te volgen en spendeer ook veel tijd met spiritualiteit, wetenschap (NASA nieuwsbrief) en filosofie. Ook om verder te studeren aan mijn Spaanse lessen, al wordt het steeds moeilijker om tijd vrij te houden omdat we hier een nogal druk sociaal leven hebben
186
Chatten
Vroeger chatte ik nog al veel met vrienden, maar daar kruipt te veel tijd in.
Multimedia
"... Ik kan onze jeugd (kinderen - kleinkinderen...) niet van die multimedia afhouden maar ik vrees dat ze zich onvoldoende bewust zijn van de consequenties van datgene wat ze op hun profiel doen... en hoe die zogezegde vrienden ermee omgaan , wijzigen , toevoegen enz..
Sociale media Gebruik
Seniorennet
Verder bezoek ik elke dag bepaalde blogs op Seniorennet (Angeltjes), nog op Seniorennet speel ik af en toe Trivia want ik ga graag quizzenIk ben lid van enkele fora, bv. Politicsinfo.be en van het forum op Seniorennet. Seniorennet vind ik dan wel goed, je kan er alles op terugvinden echt tof. ja, zoals ik reeds in vorige mails gezegd heb, nee voor mij aan Facebook maar des te meer het seniorennet. Ik heb het zelfs als homepage. Daar kun je zoveel mee doen, het is voor mij het ideale. Seniorennet vind ik ook een heel goede nederlandstalige site en ik kom er regelmatig op, bv. om Trivia te spelen of te quizzen en vooral om mijn favoriete blogs te bezoeken (Angeltjes bv.) of om iets op mijn eigen blog te schrijven maar dit ligt ietwat stil voor het ogenblik. Daar doe ik niet mee aan de chat. Ik ben bij Seniorennet ingeschreven op hun nieuwsbrief en vind die heel verzorgd, leuk om lezen en met heel veel interessante tips. Op hun forum kom ik af en toe onder een schuilnaam (weeral vooral wat politiek of "achter het nieuws" betreft).
Youtube
Op Youtube luister ik regelmatig naar Nigel Farage en Pat Condell en luister er naar muziek.
Facebook
Ook nog is er Facebook Van Facebook en Twitter moet ik niets hebben. Facebook doorbladeren en sporadisch reageren.meestal zijn de berichten pure flauwekul.
187
Elke dag bekijk ik Facebook (familiale redenen) en Twitter (politieke redenen). en wereldnieuws). Tenslotte al dat gedoe over vrienden die je al helemaal niet kent op facebook nee, laat maar, ik hou meer van de vrienden die ik hier om de paar dagen tegenkom en weet wie ze zijn er wat je ervan kunt verwachten. Ik ben nogal een sociaal mens moet je weten. Ik heb een facebookprofiel maar heel beperkt. Ik zet erop wat ik wil en wat gans de wereld mag weten. Facebook gebruik ik om input te lezen van mijn familie, vooral deze in het buitenland, politiekersen media, vrienden die ik niet vaak "live" zie, spirituele contacten (de Dalai Lama o.a.). De facebookpagina bezoek ik 2 à 3 maal per dag. Ik lees de input, als ik die leuk vind click ik erop,af en toe chat ik met mijn familie in Spanje maar zelf berichten sturen en/of prikbordberichtenplaatsen doe ik heel zelden. Soms plaats ik een reactie onder één of ander bericht. Ja,ik heb een FB profiel. Dagelijks bekijk ik de berichten van familie en vrienden. Soms reageer daarop met een korte tekst. Twitter
Twitter waar ik elke dag op surf. Van Facebook en Twitter moet ik niets hebben. Terwijl ik dit schrijf is Kobe op TV bezig met zijn VOLT en promoot
hij
de
tweets
betreffende
het
lopende
onderwerp. Zitten die mensen dan te twitteren terwijl ze TV kijken? Daar wil ik nu juist buiten blijven Elke dag bekijk ik Facebook (familiale redenen) en Twitter (politieke redenen). en wereldnieuws). Van twitter heb ik geen kaas gegeten. Heb geen enkele notie van hoe dat werkt Ik gebruik Twitter ongeveer 3-maal per week waar ik bepaalde mensen volg en ook nieuws agentschappen zoals Reuters, Huftington Post, Wikileaks. Zelf heb ik nog maar een paar tweets doorgestuurd.
188
Ik weet wel wat het is maar zal het nooit gebruiken , omdat het nog meer openbaar is en zonder dat je het weet zal en/of kan het tegen u gebruikt worden . Zie maar sommige tweets van bekende personen . Ik vind als je echt uit je bed wilt klappen moet je zeker twitter gebruiken ik blijf er vanaf Twitter, weeral zoiets, ja ik weet inderdaad hoe dit werkt maar nogmaals zo overbodig als het maar kan zijn te gek om los te lopen en het kan je heel belachelijk maken, herinneren jullie nog onze premier, meer moet ik niet zeggen zeker???? geen getwitter voor mij maar het leuke van de goede dingen van het internet en dat zijn er genoeg. Spotify
Spotify gebruik ik ook veel om naar muziek te luisteren aangezien ik er gratis heel veel ook klassieke muziek vind die ik niet hoef te downloaden en die dus geen plaats neemt op mijn harde schijven.
Skype
Dan heb ik ook Skype om in contact te komen met mijn neef die op Tenerife woont. skypen met familieleden over verschillende continenten en vele vele andere. Het skypen is inderdaad een leuk middel. Ik heb ook zoiets maar ik gebruik het uiterst zelden wegens het gebrek aan beschikbare correspondenten.
Chatten
Ik heb begrip voor je aanmerkingen,maar ik chat nooit. Vroeger, van ongeveer 1997 tot 2000 was ik op ICQ, een wereldwijde chat, had er leuke contacten in Canada, Nieuw Zeeland, Bangla Desh, India enz. maar ik heb dit stopgezet, bijna om het half uur kwam er een oproep binnen om te chatten (ook weer vooral politiek) Chatten doe ik niet want daar hou ik niet zo van ik spreek liever face to face. Ja, en ook de tijd die je erin steekt!!!
Blog
Voor communicatie tussen ons onderling is het onderhoud van een specifieke blog misschien beter geschikt maar je moet er wel vertrouwd mee zijn. Zowel Jessie als ikzelf hebben zo eens een reisblog bijgehouden.
189
Ik heb ook mijn eigen blog op seniorennet maar wegens tijd gebrek hou ik die voorlopig niet bij, wel kijk ik ook elke dag naar één van mijn favoriete blogs Angeltjes genoemd. Ik zoek blogs en sites op die veel zaken duidelijk maken wat er in kranten en staatszenders niet over geschreven noch gepraat mag worden. Denkbeelden
Virtuele contacten
Ze verliezen hun “live” sociale contacten door teveel met cubigo bezig te zijn Onder sociale media versta ik sites waar ik "virtuele" vrienden
en/of
contacten
kan
maken
zonder
die
personen ooit gezien te hebben (apart van op foto's uiteraard). Facebook gebruik ik om input te lezen van mijn familie, vooral deze in het buitenland, politiekersen media, vrienden die ik niet vaak "live" zie, spirituele contacten (de Dalai Lama o.a.).
Eenzaamheid
Ook zal cubigo geen oplossing brengen voor mensen die zich alleen voelen en de eenzaamheid slecht verdragen.
Interactief
Ik denk dat de interactieve site van het nieuwsblad meer succes heeft want hun server blokkeert soms wel eens
Sociale netwerken
wel voor mensen die geintresseerd zijn in die sociale netwerken vind ik dit wel goeie zaak, maar ik heb er werkelijk niets mee,
Overbodig
Twitter, weeral zoiets, ja ik weet inderdaad hoe dit werkt maar nogmaals zo overbodig als het maar kan zijn te gek om los te lopen en het kan je heel belachelijk maken, herinneren jullie nog onze premier, meer moet ik niet zeggen zeker???? geen getwitter voor mij maar het leuke van de goede dingen van het internet en dat zijn er genoeg.
Privé
Ik heb al te veel gezien dat de mensen daar gans hun privé leven te grabbel gooien, nee dank je wel. Het moet plezant bljven. Maar als de burger het medium aanwendt om te reageren of
190
om bvb kleine of grote misdrijven in hun gebuurte te melden,dan kunnen we op een gevaarlijk toer gaan. Immers facebook geeft geen enkele garantie op privacy, zodat iedereen de identiteit van de auteur kan opsporen met alle gevolgen vandien. Hier heb ik al te veel dingen gezien en gehoord zodang dat ik denk, "jongens toch", hou je privé leven voor je, dat is toch nog het enige dat je nog kan voor je zelf houden en niet ten prooi gooien aan de "zogezegde vrienden", Nut?
Over de sociale netwerken wil ik het volgende zeggen, de eerste persoon die me er kan doen in geloven als "iets nuttigs te zijn" kan mij altijd overtuigen, maar of het hem of haar zal lukken valt te betwijfelen.
Schade
OK, ik heb ook al een mail naar een verkeerde persoon gestuurd en dan is het even slikken. Maar via die sociale sites kan de schade echt oplopen. Die man van 84 jaar die de ganse dag voor het scherm zit,wat gebeurt er met zijn sociale contacten ? Dito met zijn zo nodige “bewegen” als hij ganse voor zijn toestel zit ?
Prijs/ Financieel
En wat met het prijskaartje voor dergelijke installatie ? Cubigo zal ook wel duur uitkomen vermoed ik, nergens een idee van kost ervan gevonden. Natuurlijk de evolutie in de informatica gaat zo snel en zal voor mij niet meer te volgen zijn ook niet financieel
Schuilnaam
Door het feit dat ik “een mening” heb, neem ik aan ettelijke fora deel, in diverse talen (engels, duits, spaans, frans en nederlands), maar dan wel onder een “nick name” hoewel ik volledige verantwoordlijkheid opneem voor wat ik schrijf. Op hun forum kom ik af en toe onder een schuilnaam (weeral vooral wat politiek of "achter het nieuws" betreft).
Vrienden
Hier heb ik al te veel dingen gezien en gehoord zodang dat ik denk, "jongens toch", hou je privé leven voor je, dat is toch nog het enige dat je nog kan voor je zelf houden en niet ten
191
prooi gooien aan de "zogezegde vrienden",
Tenslotte al dat gedoe over vrienden die je al helemaal niet kent op facebook nee, laat maar, ik hou meer van de vrienden die ik hier om de paar dagen tegenkom en weet wie ze zijn er wat je ervan kunt verwachten. Ik ben nogal een sociaal mens moet je weten. Bepaalde facebook vrienden zijn ook mensen die ik in het echte leven goed ken. Beperkt gebruik
Ik heb een facebookprofiel maar heel beperkt. Ik zet erop wat ik wil en wat gans de wereld mag weten.
Openbaar
Ik weet wel wat het is maar zal het nooit gebruiken , omdat het nog meer openbaar is en zonder dat je het weet zal en/of kan het tegen u gebruikt worden . Zie maar sommige tweets van bekende personen . Ik vind als je echt uit je bed wilt klappen moet je zeker twitter gebruiken ik blijf er vanaf
Voor-& nadelen pc, internet en sociale media Voordelen
Zegen
Het is een zegen,hoewel mij gebruik zich beperkt tot email,internetbanking en allerhande zoekopdrachten
Gemis
Ik kan mij het leven niet meer voorstellen zonder pc. Onlangs was mijn pc aangetast door een virus. Hij is toen in herstelling geweest en ik moet zeggen dat ik dat ding verschrikkelijk heb gemist. Diezelfde senioren missen het wel en zoals reeds eerder gezegd doen dan beroep op hun kleinkinderen, vrienden, familie als ze iets uit het internet nodig hebben.
Keuze
Wat de vraag betreft , het antwoord is volgens mij heel simpel: Je kiest er voor of je kiest er niet voor wel ja, ik denk uiteraard dat iedereen voor zichzelf moet uitmaken of hij meedoet aan het digitale tijdperk of niet.
Recht
ja, maar natuurlijk is het iedereens goed recht om te
192
kiezen of ze aan de digitale wereld deel willen nemen. En als de derde leeftijd hier dan geen gebruik wil van maken Is dat spijtig genoeg voor hen hun beslissing en previlege. Mogelijkheid
Anderzijds de enorme mogelijkheden aangeboden door de programma's "words", "Excel", "powerpoint" ed. Waar vroeger op school alles van buiten diende geleerd te
worden,krijgen
de
studenten
nu
een
medium
aangeboden met grenzeloze mogelijkheden. Kans
Elkeen moet maar voor zich zelf uitmaken of ze het willen of niet, maar voor degenen die niet geïntresseerd zijn, is het
toch
een
gemiste
kans
aangezien
al
de
mogelijkheden die je kan aanwenden met dit interessante gegeven Vrijheid
Het hangt er natuurlijk vanaf wat je wil weten en kennen , voor wat je open staat , en wat voor jouw tolereerbaar is
Informatierecht
Verder denk ik aan de nog vele mensen in Lier die niet over internet beschikken en toch ook recht hebben om informatie te krijgen. Daar zal de overheid en andere instanties altijd rekening mee moeten houden dat die mensen ook recht hebben op informatie
Bron van kennis
Voor mij is het een uiterst interessant gegeven en ik kan het ook niet meer wegdenken uit mijn leven, wat levert het eigenlijk niet op, als je het gebruikt zoals dat hoort en niet overdrijft, dan is dat toch een ware bron van kennis, wat men ook maar van onzin erover vertelt
Actueel
het voordeel van dergelijke nieuwsbrieven is dat je kan doorklikken naar bepaalde onderwerpen betreffende de actualiteit van de dag.
Nadelen
Plicht
Voor kinderen in onze hedendaagse maatschappij bestaat de schoolplicht Naast lezen,rekenen,schrijven,talenkennis en wetenschappen zal de pc hoogstwaarschijnlijk het belangrijkste vak in hun studies worden. De vraag die zich stelt is:kan men die schoolplicht op
193
leggen aan de oudere generaties? Angst
Ik ken mensen die het zich zeker kunnen permitteren maar kiezen geen computer noch internet te gebruiken. Die mensen rangschikken zich bij senioren van rond de 75 à 85 jarigen. De hoofdreden is dat ze er bang voor zijn, het niet aankunnen om met informatica om te gaan
Overdosis
In het begin dat ik op internet was had ik wel eens het gevoel dat ik naar “teveel” informatie zocht op één avond en dit overstelpte mij wel, nu doseer ik mijn opzoekingen
Tijdsroof/ tijdsgebrek
Nee, als gepensioneerde heb ik eerder tijd tekort.
Verslaving
Zoals ik reeds eerder stelde doe ik mijn uiterste best om buiten de sociale media te blijven. Kwestie van niet te veel verslaafd te raken. Het punt is dat ik nog meer andere hobbys heb en nooit afhankelijk wilde zijn van iets dat wel geweldig is maar er zijn ook nog andere dingen in het leven dan de computer. Dat ik er dommer van werd betwist ik ten stelligste en aan de evolutie van mijn kleinkinderen te zien denk ik ook niet dat ze dommer worden maar...dat er een min of meer sterke graad van verslaving bestaat zal ik zeker niet ontkennen.
Wantrouwen
Ja, ik vind het ook moeilijk om zo maar met iemand beginnen te chatten of mailen. Tenslotte ken ik die persoon
niet.
Ik
kan
toch
niet
mijn
persoonlijke
problemen of pleziertjes buiten hangen. Ja, aan sommigen kan je dat wel verkopen, maar er is de laatste tijd ook een beetje teveel wantrouwen vespreid over dat mooie medium en dat is wel heel jammer. Taal
Dan zijn er die nog nooit gehoord hebben van een punt en een komma. En dan nog te zwijgen over de taalfouten. Ik probeer zoveel als mogelijk onze taal in al zijn aspecten te respecteren. Als ik een taal- spelling- of misschien ook typefout maak kan ik aanvaarden dat er op gewezen wordt. Maar sommigen hebben inderdaad geen respect voor ons taal.
194
Heb ik onlangs niet gelezen dat de taalvaardigheid van de
huidige
generatie
(hoge)schoolstudenten
flink
achteruit gaat. Zou de multimedia en de digitale wereld daar een invloed op hebben ? Mijn broer was licentiaat wiskunde en gaf les aan de laatste jaren wetenschappen. Bij de examens trok hij ook punten af voor taalfouten. Hij was zéér streng maar achteraf zijn veel leerlingen hem komen bedanken. Afhankelijkheid
Diezelfde senioren missen het wel en zoals reeds eerder gezegd doen dan beroep op hun kleinkinderen, vrienden, familie als ze iets uit het internet nodig hebben.
Achterstand
Door de snelheid in de evolutie van de computer, raken wij hopeloos achterop en dienen wij ons te beperken tot die programma’s die wij dagelijks gebruiken.
Privacy
Ik vind het geen slecht idee zolang ze bij de feiten blijven en er geen spelletje van maken en/of die media gebruiken om privacy te schenden; ze hebben al zoveel werk!! Wat
privacy
op
internet
betreft:
internet,
sociale
websites, fora, enz. kunnen maar weergeven wat ik er zelf opzet. Motivators
Informatiehonger
Precies , ook ik kan het leven zonder computer niet meer voorstellen
en
vul
mijn
dagelijkse
behoefte
(informatiehonger) in via die PC en/of mijn laptop. De televisie en het internet staat hier de ganse dag op als wij thuis zijn, we willen natuurlijk op de hoogte blijven wat er ins ons landje reilt en zeilt. Behoeften
En het is inderdaad afgestemd op mijn persoonlijke behoeften en interesses. Dus eigenlijk is de PC een gewoon gebruiksvoorwerp afgestemd op onze "persoonlijke" behoeften.
Communiceren
En dan spreken we nog niet over de communicatie mogelijkheden.
Identiteit
Trouwens, de webmasters kennen mijn naam, identiteit
195
enz. En kunnen mij steeds vinden. Reflectie
De reactie die ik gekregen heb zet mij ook aan het nadenken. Mooie bedenking Elkeen zou dienen na te denken op een gekregen reactie Je hebt volkomen gelijk , ik vind dat je zelf moet beslissen met wat je wil delen want soms vind ik het erover wat anderen allemaal publiceren naar de buitenwereld toe
Delen
Ronny als je wil kan ik het één en ander uitleggen voor zo’n montage , ik heb het ook geleerd door zelfstudie en ik kan toch wel zeggen dat ik er al een paar heb gemaakt die gezien mogen worden .
Uiten
Door het feit dat ik “een mening” heb, neem ik aan ettelijke fora deel, in diverse talen (engels, duits, spaans, frans en nederlands), maar dan wel onder een “nick name” hoewel ik volledige verantwoordlijkheid opneem voor wat ik schrijf. Ook in dagbladen plaats ik graag mijn reacties op bepaalde (vooral politieke) artikelen en als ik “te stout” ben publiceren ze het gewoonweg niet, wat trouwens hun recht is, maar ik heb mij toch kunnen “uiten”.
Reactie
Ook reageer ik nu en dan, laatst nog vorige week omtrent diefstal gepleegd in politiekantoren.
Spijtig genoeg
hebben ze mijn bericht geweerd. Bijblijven
Ik heb een aversie voor sociale netwerken maar, dat neemt niet weg dat ik het eens ga bekijken. Ik wil bijblijven en duidelijk weten waar mijn kleinkinderen mee bezig zijn.
Zoeken
Nu zoek ik uit hoe ik mijn vakantiefoto's zo goed als mogelijk in één presentatie kan gieten overvloeiend met de filmpjes en de gepaste muziek, die ik ginder trouwens op CD heb gekocht.
Mening uiten
Op zich geen slecht idee we kunnen er niet meer van tussen maar ik denk dat het niet altijd evident zal zijn om als politie nieuws op facebook te zetten want ook de slechte mens kan
196
alles mee volgen . Maar als het blijft bij preventie & tips geen probleem . Ik deel de mening van J-P. Doen de andere "Zilveren" niet mee ? Hebben jullie geen mening ? Zo dat was mijn menig, wie ben ik op absoluut mijn "gelijk" te halen. Misschien kan ik iets onder jullie "openbreken", en kunnen we daar ook eens over praten Door het feit dat ik “een mening” heb, neem ik aan ettelijke fora deel, in diverse talen (engels, duits, spaans, frans en nederlands), maar dan wel onder een “nick name” hoewel ik volledige verantwoordlijkheid opneem voor wat ik schrijf. Ja , wat het voorval betreft die diefstallen van de gevonden portefeuilles op de politiekantoren is er werkelijk een brug te ver maar rotte appels heb je in elke branches . vooreerst even dit: ik vind het leuk de reacties van de verschillende leden te lezen. Soms ben ik het volkomen eens, dan weer niet. Maar ja, de wereld zou zeer saai zijn moesten wij allen dezelfde mening delen. Senioren die een stukje van ouderdom zijn, kunnen dikwijls moeilijk uit de voeten!!!! geef daar eens een fatsoenlijk antwoord op alstublieft, dank u Ik ben niet helemaal akkoord met Carr. Ieder individu gebruikt internet zoals hij wilt, natuurlijk er kan een tsunami van informatie op ons afkomen maar wij kunnen ook rustig genieten van relaxatie oefeningen, meditatie, tai chi, filosofie enz. Wat het artikel in HLN betreft, heb ik gelezen en ik vind het normaal dat spelers gevraagd worden geen tweets te plaatsen tijdens het EK Ontdekken
wel ik vind dat het een enorm voorrecht is om met de computer te kunnen werken, men kan zoveel ontdekken en bijleren, bijv. over je hobby, dingen die je interessant vindt opzoeken op het internet enz...
197
Leren
wel ik vind dat het een enorm voorrecht is om met de computer te kunnen werken, men kan zoveel ontdekken en bijleren, bijv. over je hobby, dingen die je interessant vindt opzoeken op het internet enz...
Volgen
Ik gebruik Twitter ongeveer 3-maal per week waar ik bepaalde mensen volg
Contact
je kan zo contact houden met de kinderen de vrienden in België. De computer gebruik ik voor ontspanning, contact met familie en vrienden, homebanking, informatie zoeken, persoonlijke lijsten zoals bv verjaardagen... Om te antwoorden op je vraag, wel het meeste gebruik ik voor het ogenblik de computer om mails te versturen, om in contact te blijven met onze vrienden en kinderen en ook ons kleindochtertje, ze wordt in juli 6 jaar en ze heeft ook al computerkriebels. Zodoende kunnen de senioren hun kinderen, kleinkinderen , achterkleinkinderen zelf contacteren omdat ze meestal geen tijd hebben om langs te gaan bij hun moeder ,grootmoeder , overgrootmoeder . Facebook gebruik ik om input te lezen van mijn familie, vooral deze in het buitenland, politiekersen media, vrienden die ik niet vaak "live" zie, spirituele contacten (de Dalai Lama o.a.).
Ontspanning
nu doseer ik mijn opzoekingen,en ontspan mij achter mijn computer scherm, veel meer dan voor een TV
Jong van geest
Dit is mijn motto;
doe wat je graag doet , blijf
geïntresseerd in hetgeen er rond je gebeurd, zo blijf je jong van geest en gelukkig en dit is het waar we naar moeten streven in het leven. Context gebruikers
Grenzen stellen
Door de voorgeschiedenis hiervoor zeer kort beschreven is mijn belangstelling misschien wat sterker dan bij sommige leeftijdsgenoten. Wel heb ik mij enkele grenzen gesteld.
Ervaring
De eerste computer die wij hadden werkte nog met een bandje zoals vroeger de muziekcassettes. Dat was in de
198
jaren 80. Mijn eerste contact met de computer dateert van het begin jaren 1970. Ik was werkzaam bij een touroperator,waar ik instond voor de reservatie en administratie Mijn
opdracht
bestond
erin
die
departementen
te
automatiseren en in de toekomst die activiteiten in realtime uit te voeren. Mijn eerste contact met een computer was begin de jaren ‘70, ik werkte dan voor een Amerikaans bedrijf als secretaresse Zouden de andere groepsleden ook zoiets ervaren,dan kan een kleine bijeenkomst een ruggensteun betekenen. Het surfen naar de voorgestelde website blijft maar mislukken. Respect
Inderdaad, de kloof wordt steeds groter maar.... ik heb familieleden die geen PC in huis hebben en er ook niet meer willen aan beginnen. Dat moeten wij respecteren.
Interesse
Ik meen dat ik zowat dezelfde "nieuws"interesse heb als Krista, al is die minder uitgesproken internationaal. Zo start mijn explorer op in vier tabbladen, allemaal nieuwssites van drie kranten en de redactie.be. 40 mensen hebben geen of zeer weinig interesse in het internet en bijgevolg weinig zin om er de minste inspanning voor te doen ?
Persoonlijk
Dat geeft precies weer wat wij elk individueel met onze "Personal-computer" doen. Maar er zijn ook mensen die het huis niet uitkomen om de een of andere reden, en daar moet ook aan gedacht worden
199