het wordt passen en meten.* Fiscale maatregelen 2007 / 2008 op een rij
v.04
*connectedthinking
Inhoud Verruiming eerste twee schijven tarief vennootschapsbelasting
3
Belastingplicht voor woningcorporaties
3
Aanpassing renteaftrekbeperking in de vennootschapsbelasting
3
Verruiming stakingsfaciliteiten voor ondernemers
4
Directeur-grootaandeelhouder (dga)
4
Doorbetaaldloonregeling blijft mogelijk
4
Aftopping pensioenopbouw
5
Eigenwoningforfait voor dure woningen stijgt
5
Maatregelen ter bevordering van energiezuinig autogebruik
5
Afschaffing van aftrek buitengewone uitgaven
6
Afschaffing uitbetaling algemene heffingskorting versneld
6
Bestrijding constructies met onroerendezaaklichamen
6
Omzetbelasting
6
Versoepeling faciliteit inkoop eigen aandelen
7
Verruiming octrooibox
7
Milieuheffingen op vliegtickets en verpakkingen
7
Vrouwelijke zelfstandigen
7
Overige maatregelen met ingang van 1 januari 2008
8
Belastingplan 2008 en Overige fiscale maatregelen 2008 De op Prinsjesdag, 18 september 2007, gepresenteerde wetsvoorstellen Belastingplan 2008 en Overige fiscale maatregelen 2008 zijn op 22 november 2007 door de Tweede Kamer aangenomen. Medio december zal ook de Eerste Kamer zich over de wetsvoorstellen buigen. De Eerste Kamer kan de wetsvoorstellen niet meer wijzigen maar alleen goedkeuren of verwerpen. Verreweg de meeste voorstellen hebben als ingangsdatum 1 januari 2008. Daar waar de ingangsdatum daarvan afwijkt, wordt dit expliciet aangegeven. In deze bijlage treft u een selectie aan van de naar onze mening het meest in het oog springende maatregelen uit beide wetsvoorstellen. De wijzigingen die zijn tot stand gekomen als gevolg van de verschillende Nota’s van wijziging bij en amendementen op beide wetsvoorstellen zijn in bruine kleur aangegeven.
Verruiming eerste twee schijven tarief vennootschapsbelasting Het tarief van de vennootschapsbelasting is afhankelijk van de hoogte van de fiscale winst. Op basis van de thans geldende wetgeving is het tarief 20% bij een belastbaar bedrag tot 25.000 euro. De bovengrens van deze eerste schijf wordt verruimd tot een belastbaar bedrag van 40.000 euro. Het tarief blijft 20%. De bovengrens van de tweede schijf wordt verruimd van 60.000 naar 200.000 euro waarbij tevens het tarief met een half procentpunt wordt verlaagd van 23,5% tot 23%. Voor zover het belastbaar bedrag meer bedraagt dan 200.000 euro wijzigt de situatie niet en blijft het tarief 25,5%. De wijzigingen gaan in op 1 januari 2008 (ook als sprake is van een gebroken boekjaar).
Belastingplicht voor woningcorporaties Met ingang van 1 januari 2008 worden woningcorporaties integraal belastingplichtig in de vennootschapsbelasting. Dit betekent dat alle verenigingen en stichtingen die op grond van de Woningwet bij Koninklijk Besluit zijn toegelaten als instelling die in het belang van de volkshuisvesting werkzaam zijn, belastingplichtige zijn. Met de invoering van deze belastingplicht komt bovendien de specifieke vrijstelling voor de zogeheten gelijkgestelden, veelal stadsherstellichamen, met ingang van 1 januari 2008 te vervallen. Bij het ontstaan van de belastingplicht zullen de woningcorporaties een fiscale openingsbalans moeten opstellen. Als uitgangspunt geldt dat de activa en passiva moeten worden gewaardeerd op de waarde in het economische verkeer. De staatssecretaris merkt in de Memorie van Toelichting op dat bij de waardering van het (bestaande) vastgoed op de fiscale openingsbalans rekening dient te worden gehouden met de lagere huuropbrengst van sociale huurwoningen. Dat betekent dat de sociale huurwoningen op de fiscale openingsbalans moeten worden gewaardeerd met inachtneming van deze lagere huuropbrengst. Bovendien is een goodwillverbod van toepassing, zodat woningcorporaties zelf gekweekte goodwill niet in de openingsbalans kunnen opnemen. Tenslotte is wettelijk geregeld dat omstandigheden die op het moment van investeren in een bedrijfsmiddel reeds bekend zijn, geen aanleiding kunnen zijn voor een afwaardering naar lagere bedrijfswaarde. Op deze manier wordt voorkomen dat woningcorporaties het onderrendement bij sociale woningverhuur naar voren halen als zij investeren in dergelijke woningen. Het wordt voor woningcorporaties, die in vrijwel alle gevallen worden gedreven in de vorm van een vereniging of stichting, met ingang van 1 januari 2008 wel mogelijk gemaakt om als moedermaatschappij met hun dochterondernemingen een fiscale eenheid te vormen voor de vennootschapsbelasting.
Aanpassing renteaftrekbeperking in de vennootschapsbelasting Onder de huidige regels kan de aftrek van groepsrente, dat is rente die is betaald aan een groepsvennootschap, worden geweigerd indien het geld wordt gebruikt om bijvoorbeeld een vennootschap binnen het concern te kopen. Ook bij een externe overname die wordt bekostigd met
-3-
een groepslening spelen deze regels een rol. De belastingplichtige die met deze aftrekbeperking wordt geconfronteerd kan echter op twee manieren tegenbewijs bieden, als gevolg waarvan de rente toch in aftrek kan worden gebracht. In de eerste plaats door aannemelijk te maken dat zowel de schuld als ook de transactie zijn ingegeven door zakelijke overwegingen (deze tegenbewijsmogelijkheid blijft ongewijzigd). In de tweede plaats door aannemelijk te maken dat de rente bij het concernlichaam dat de lening heeft verstrekt effectief in de heffing wordt betrokken en de heffing naar Nederlandse maatstaven redelijk is. Van een redelijke heffing is sprake bij een tarief van tenminste 10%. Op deze manier is het toch mogelijk om binnen concern een belastingvoordeel te bereiken. De wetgever vreest dat deze mogelijkheid tot nadelige budgettaire consequenties zou kunnen leiden en heeft daarom een verscherping in de wet opgenomen in situaties dat met behulp van een primair op belastingbesparing gerichte constructie een aftrekpost ten laste van de in Nederland belastbare winst wordt gecreëerd Indien sprake is van een naar Nederlandse maatstaven redelijke heffing over de rente (ten minste 10%) wordt namelijk aan de inspecteur de mogelijkheid geboden om toch te bewijzen dat aan de schuld of aan de daarmee verband houdende transactie niet in overwegende mate zakelijke overwegingen ten grondslag liggen. Als voorbeeld van zo’n ‘constructie’ wordt genoemd een kapitaalstorting in een dochtervennootschap in Ierland of Cyprus, die onmiddellijk wordt teruggeleend. De inspecteur heeft deze tegenbewijs mogelijkheid ook als hij aannemelijk kan maken dat de schuld is aangegaan met het oog op het verrekenen van verliezen of andersoortige aanspraken welke in het jaar zelf zijn ontstaan dan wel op korte termijn zullen ontstaan. De aanpassing zal toepassing vinden met ingang van 1 januari 2008, zodat de inspecteur vanaf die datum de mogelijkheid zal hebben om bestaande leningen aan een nader onderzoek te onderwerpen. De aftrekbaarheid van alle rentebetalingen op bestaande leningen binnen concern dient daarom spoedig te worden geverifieerd..
Verruiming stakingsfaciliteiten voor ondernemers Vanaf 1 januari 2008 wordt IB-ondernemers meer ruimte geboden om zonder belastingheffing hun onderneming te staken en vervolgens een nieuwe onderneming te starten. Anders dan oorspronkelijk voorgesteld wordt de meewerkaftrek per 1 januari 2008 toch niet afgeschaft.
Directeur-grootaandeelhouder (dga) Met ingang van 1 januari 2009 (de maatregel zal niet in werking treden per 1 januari 2008 zoals aanvankelijk de bedoeling was) treedt een wetswijziging uit het Belastingplan 2007 in werking. Vanaf dat moment worden vennootschappen die uitsluitend één of meer dga’s in dienst hebben, vrijgesteld van de inhouding van loonheffing. Indien echter op enig tijdstip gedurende het jaar één of meer personen in dienst zouden treden bij deze BV, zou het loon van de dga gedurende het jaar plotseling wél in de loonheffing betrokken moeten worden. In het Wetsvoorstel ‘Overige fiscale maatregelen 2008’ is daarom een bepaling opgenomen om dergelijke complexe en administratief omslachtige veranderingen te voorkomen. De situatie op 1 januari van een kalenderjaar zal beslissend zijn voor de vraag of het loon van de dga gedurende het gehele kalenderjaar in de loonheffing wordt betrokken (indien wel andere werknemers), dan wel via voorlopige aanslagen in de IB wordt betrokken (indien geen overige werknemers). Latere wijzigingen in het personeelsbestand van de BV gedurende het kalenderjaar hebben geen invloed op de wijze van belastingheffing van dit loon (wel/geen inhouding). Wordt de dienstbetrekking tussen de dga en de vennootschap aangegaan in de loop van het jaar, dan wordt het toetsingsmoment verlegd van 1 januari naar het moment waarop de arbeidsrelatie wordt aangegaan. Het uitstel met een jaar wordt gebruikt om nadelige effecten op andere faciliteiten uit de weg te ruimen.
Doorbetaaldloonregeling blijft mogelijk In de loonbelasting is een regeling opgenomen voor situaties waarin een persoon werkzaamheden verricht voor twee inhoudingsplichtigen: de doorbetaaldloonregeling. In de praktijk wordt deze regeling vaak toegepast bij managementstructuren waarin een directeur-grootaandeelhouder (dga) van een
-4-
persoonlijke houdstervennootschap ook werkzaamheden verricht voor een werkmaatschappij. In principe zouden beide vennootschappen loonheffing moeten inhouden en afdragen, omdat bij beide sprake is van een dienstbetrekking met de dga. Op grond van de doorbetaaldloonregeling kan de werkmaatschappij de beloning van de dga echter zonder inhouding van loonbelasting doorbetalen aan de houdstervennootschap. Voor 2007 is goedgekeurd dat wanneer voor een dga premies werknemersverzekeringen zijn verschuldigd omdat de dga bij de werkmaatschappij verplicht verzekerd is, de werkmaatschappij de premies hiervoor afdraagt, terwijl de loonheffing door de holding wordt afgedragen. Met ingang van 2007 was namelijk deze mogelijkheid in de wet komen te vervallen. Door de inwerkingtreding van de hiervoor behandelde inhoudingsvrijstelling ten aanzien van bepaalde dga’s zou de doorbetaaldloonregeling in principe voor geen enkele managementstructuur meer kunnen worden toegepast. Naar aanleiding van Kamervragen heeft de staatssecretaris van Financiën in juli van dit jaar toegezegd met een wetswijziging te komen. De wetswijziging regelt dat vanaf 1 januari 2008 de doorbetaaldloonregeling nog steeds kan worden toegepast, ondanks de inhoudingsvrijstelling voor houdstervennootschappen. Voorts wordt geregeld dat ook in 2008 de doorbetaaldloonregeling kan worden toegepast als de dga voor de werknemersverzekeringen is verzekerd bij de werkmaatschappij en niet bij de houdstervennootschap. De doorbetaaldloonregeling is voor de werknemersverzekeringen alleen van toepassing als het loon wordt doorbetaald aan degene die in de zin van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) werkgever van de betreffende werknemer is.
Aftopping pensioenopbouw De door de Tweede Kamer aangenomen wettekst van het Belastingplan 2008 bevat een maatregel waardoor vanaf 1 januari 2009 een maximum van 185.000 euro wordt gesteld aan het pensioengevend loon voor fiscaal gefacilieerde pensioenregelingen voor werknemers. Deze grens zal jaarlijks worden geïndexeerd. De maatregel houdt in dat de ‘omkeerregel’ (aanspraken vrijgesteld, uitkeringen belast) niet langer van toepassing is op pensioenregelingen waarbij de pensioenopbouw plaatsvindt op basis van een hoger pensioengevend loon dan 185.000 euro. Het is wel mogelijk om, na een daartoe door de werkgever ingediend verzoek, de regeling te splitsen in een gedeelte met fiscale faciliëring en een gedeelte zonder fiscale faciliëring. Voor de pensioenopbouw die plaatsvindt in het deel zonder fiscale faciliëring (dus over een pensioengevend loon boven de 185.000 euro) is de omkeerregel dan niet van toepassing; dit deel van de pensioenaanspraken wordt direct belast met loonbelasting. Vervolgens wordt jaarlijks dit deel van de pensioenaanspraak belast in box 3. De fiscale behandeling van pensioenopbouw over loon boven de grens verschilt daarmee niet van de behandeling van ander vermogen. Overigens worden op 1 januari 2009 bestaande pensioenaanspraken boven de 185.000 euro gerespecteerd. Opgemerkt dient echter te worden dat de regering door de Tweede Kamer in een motie is verzocht deze maatregel inzake de beperking van het pensioengevend loon te vervangen door een of meer maatregelen die meer gericht zijn op excessieve beloningsbestanddelen en dezelfde opbrengst genereren. Naar verwachting zullen hiervoor in de loop van 2008 voorstellen worden gedaan waardoor de pensioenmaatregel per 1 januari 2009 weer ongedaan wordt gemaakt.
Eigenwoningforfait voor dure woningen stijgt Eigenaren van woningen vanaf 1 miljoen euro krijgen vanaf 1 januari 2010 te maken met een hoger eigenwoningforfait. In plaats van de huidige 0,55% zal vanaf 2010 tot en met 2016 het eigenwoningforfait in zeven gelijke stappen worden verhoogd zodat in het laatste jaar een eigenwoningforfait geldt van 2,35%. Dit hogere percentage geldt echter alleen voor het deel van de eigenwoningwaarde dat uitkomt boven 1 miljoen euro. Daarnaast wordt vanaf 2009 het maximum van deze bijtelling van 9.150 euro (in 2008: 9.300 euro) losgelaten, waardoor de bijtelling ook bij hogere eigenwoningwaarden oploopt met de WOZ-waarde.
Maatregelen ter bevordering van energiezuinig autogebruik De bijtelling wegens privé-gebruik van de auto van de zaak in de loonheffing wordt met ingang van 1 januari 2008 verhoogd van 22% naar 25%. Voor auto’s met een geringe CO2-uitstoot wordt met ingang van 1 januari 2008 de bijtelling in de loonbelasting voor het privé-gebruik van een auto van
-5-
de zaak voor dergelijke auto’s verlaagd naar 14%. Ook de prijs van (rode) diesel en lpg stijgt door een substantiële verhoging van de accijnzen per 1 juli 2008. Overigens is de eerder aangekondigde aanvullende verhoging van de accijnzen op diesel en lpg per 1 januari 2009 komen te vervallen. Met ingang van 1 februari 2008 wordt de vanaf 1 juli 2006 in de Wet BPM bestaande tariefsdifferentiatie naar de mate van energiezuinigheid en CO2-uitstoot van auto’s verder uitgebreid, waarbij het verschil tussen de maximale korting voor zuinige auto’s en de maximale toeslag voor onzuinige auto’s wordt verhoogd van 1.540 euro tot 3.000 euro. Wel wordt de bestaande extra BPMkorting voor de aanschaf van een hybride auto enigszins verlaagd. Tevens wordt voor zeer zuinige auto’s de motorrijtuigenbelasting gehalveerd. De wetgever streeft ernaar om deze wijziging in de motorrijtuigenbelasting eveneens met ingang van 1 februari 2008 in werking te laten treden. De Tweede Kamer heeft in een motie de regering gevraagd vóór 1 mei 2008 met voorstellen te komen tot een verdergaande differentiatie in de BPM en de bijtelling op basis van de absolute CO2-uitstoot.
Afschaffing van aftrek buitengewone uitgaven Per 1 januari 2009 zal de buitengewone uitgavenregeling volledig worden afgeschaft en zal een nieuwe regeling worden geïntroduceerd voor chronisch zieken en gehandicapten. Deze nieuwe regeling wordt zeer waarschijnlijk in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) opgenomen. Vooruitlopend op de volledige afschaffing is het vanaf 2008 niet meer mogelijk de nominale premie en de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet (Zvw) bij de aangifte inkomstenbelasting in aftrek te brengen. In samenhang met de afschaffing van de aftrek voor buitengewone uitgaven in de inkomstenbelasting zal met ingang van 1 januari 2009 de bepaling in de loonbelasting voor vrijgestelde vergoeding van kosten van ziekte, invaliditeit en bevalling komen te vervallen.
Afschaffing uitbetaling algemene heffingskorting versneld Een maatregel om meer mensen aan het werk te krijgen, is de afschaffing van de zogenoemde ‘aanrechtsubsidie’. Niet-werkende partners kunnen momenteel de algemene heffingskorting laten uitbetalen. Deze belastingkorting wordt vanaf 2009 in vijftien jaar geleidelijk afgeschaft. Ook wordt met ingang van 1 januari 2009 de arbeidskorting voor inkomens tot circa 40.000 euro verhoogd. Hierdoor wordt het verschil tussen uitkeringen en de laagste inkomens groter, waardoor mensen worden gestimuleerd om aan het werk te gaan.
Bestrijding constructies met onroerendezaaklichamen De overdrachtsbelasting belast de verkrijging van in Nederland gelegen onroerende zaken. Indien de aandelen in een “vastgoedlichaam” (een vennootschap waarvan de bezittingen voor 70% of meer uit onroerende zaken bestaat) worden verkregen, is ook overdrachtsbelasting verschuldigd. Het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2008 regelt dat per 1 januari 2008 wordt aangesloten bij het daadwerkelijke belang dat in een vennootschap wordt gehouden. De invulling van het begrip ‘belang’ is een open norm die afhankelijk is van feiten en omstandigheden. De exacte invulling hiervan zal plaatsvinden door de praktijk en jurisprudentie. Toegezegd is inmiddels dat het houden van opties en converteerbare leningen niet als ‘belang’ zal worden aangemerkt. De wetswijziging moet voorkomen dat in de praktijk ontgaansconstructies worden gebruikt.
Omzetbelasting Het hoge btw-tarief gaat per 1 januari 2009 omhoog van 19% naar 20%. Het verlaagde btw-tarief voor kermissen en andere attracties blijft, ondanks eerdere coalitieafspraken, gehandhaafd. Beoogd wordt de reikwijdte van de vrijstelling in de omzetbelasting voor (para)medische diensten in overeenstemming te brengen met de jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie en de Europese btw-richtlijn. Daartoe wordt de vrijstelling beperkt tot de gezondheidskundige verzorging van de mens. Tot slot worden de fysieke kansspelautomaten per 1 juli 2008 onder het kansspelbelastingregime gebracht waardoor vanaf die datum voor de btw een vrijstelling zal gaan gelden. Voor automaten waarvoor nog geen vijf boekjaren zijn verstreken zal een herziening van de in aftrek gebrachte btw moeten plaatsvinden.
-6-
Versoepeling faciliteit inkoop eigen aandelen Beursgenoteerde vennootschappen kunnen onder voorwaarden eigen aandelen inkopen zonder heffing van dividendbelasting. De wet schrijft momenteel voor dat de vrijstelling in het geheel niet van toepassing is indien de limiet in het kalenderjaar wordt overschreden. Met ingang van 1 januari 2008 wordt deze faciliteit zodanig verruimd, dat bij overschrijding van de limiet de vrijstelling slechts vervalt voor het bedrag van de overschrijding van de limiet. Bovendien wordt de limiet verdubbeld.
Verruiming octrooibox Vanaf 1 januari 2007 hebben vennootschappen de mogelijkheid om een octrooibox te vormen. Het voordeel van de octrooibox is dat de inkomsten die worden behaald met een immaterieel activum, slechts worden belast tegen een tarief van 10%. Om voor deze gunstige belastingheffing in aanmerking te komen dient echter wel een octrooi te zijn verleend. Vanaf 1 januari 2008 wordt deze regeling aanzienlijk verruimd. Bedrijven die niet in het bezit zijn van een octrooi, maar die wel aantoonbaar speur- en ontwikkelingskosten hebben gemaakt, zullen ook in aanmerking komen voor het voordelige belastingtarief. Voorwaarde is wel dat deze S&O-activa pas na 31 december 2007 tot de bedrijfsmiddelen gaan behoren.
Milieuheffingen op vliegtickets en verpakkingen Het kabinet wil een aantal milieuheffingen invoeren, waaronder een verpakkingenbelasting en een vliegbelasting. Daartoe zal de Wet belastingen op milieugrondslag op een aantal punten worden aangepast. Met ingang van 1 januari 2008 moeten producenten of importeurs een verpakkingenbelasting betalen. Het tarief is afhankelijk van de soort verpakking (papier, glas, kunststof e.d.) en de wijze van verpakking: betreft het een verzamel- of verzendverpakking (secundaire resp. tertiaire verpakkingen), dan zijn de tarieven lager dan voor zogenoemde primaire verpakkingen. Bedrijven die per jaar minder dan 15.000 kilo verpakkingsmateriaal op de markt brengen, zijn vrijgesteld. De overige bedrijven betalen pas belasting vanaf 15.000 kilo. De verpakkingenbelasting moet jaarlijks na afloop van het kalenderjaar op aangifte worden voldaan, uiterlijk in het eerste kwartaal. Gedurende het kalenderjaar dient echter bij wijze van voorschotheffing het geschatte bedrag aan verschuldigde belasting in vier kwartaalbedragen te worden afgedragen. Met ingang van 1 juli 2008 wordt een vliegbelasting ingevoerd. Deze belasting wordt geheven van de exploitant van de luchthaven en geldt voor alle vertrekkende passagiers, met uitzondering van overstappende reizigers. Het tarief is afhankelijk van de plaats van bestemming van de vlucht. Binnen de EU en voor bestemmingen waarvan de vliegafstand maximaal 2500 kilometer bedraagt, geldt een tarief van 11,25 euro. In alle andere gevallen moet 45 euro worden betaald. Bij motie heeft de Tweede Kamer de regering verzocht vóór 1 mei 2008 met een voorstel te komen op welke praktisch uitvoerbare wijze het tarief kan worden gerelateerd aan de vliegafstand en het gebruikte vliegtuigtype.
Vrouwelijke zelfstandigen Vrouwelijke zelfstandigen krijgen het recht op een publieke zwangerschaps- en bevallingsvoorziening van zestien weken. De uitkering gaat uit van het inkomen van het voorgaande jaar met een maximum van 100 procent van het wettelijke minimumloon. De maatregel gaat naar verwachting de tweede helft van 2008 in.
-7-
Overige maatregelen met ingang van 1 januari 2008 • De regeling voor toepassing van de ‘loon in’- versus ‘loon over’-systematiek is voor het jaar 2008 verlengd. • Werknemers kunnen bij dreigende verkeershinder door wegwerkzaamheden zonder fiscale gevolgen tijdelijk een grotendeels door de overheid gefinancierde vervoerkaart ontvangen, terwijl ze daarnaast een onbelaste reiskostenvergoeding van hun werkgever voor het reguliere woonwerkverkeer ontvangen. Met een dergelijke vervoerkaart kan de werknemer kosteloos gebruik maken van vervangend vervoer. De periode gedurende welke deze OV-pas kan worden verstrekt is verlengd van 6 naar 24 maanden. • De ww-premie voor werknemers gaat in 2008 omlaag van 3,85% naar 3,5%. In 2009 wordt de premie verder verlaagd tot 0. • De accijns op sigaretten en rooktabak (shag) gaat omhoog, evenals de accijns op bier. Met ingang van 1 juli 2008 wordt een pakje sigaretten van 20 stuks, 35 eurocent (incl. btw) duurder en een pakje shag 43 eurocent (incl. btw). Met ingang van 1 januari 2009 wordt een pijpje pils 2,7 eurocent (incl. btw) duurder, ofwel 65 eurocent voor een krat van 24 flesjes. • De vrijstellingen van overdrachtsbelasting voor de verkrijging van natuurgrond worden gewijzigd. Er wordt één nieuwe, specifieke vrijstelling voor natuurgrond in de overdrachtsbelasting gecreëerd en de vrijstelling in de Natuurschoonwet 1928 wordt dusdanig verruimd dat deze voortaan is gekoppeld aan de kwalificatie van het verkregene als landgoed. • In verband met de start van een proef in 2008 met het in gedigitaliseerde vorm aanbieden van akten bij de Belastingdienst wordt de Registratiewet 1970 zodanig aangepast dat registratie van gedigitaliseerde akte mogelijk is. Daarnaast wordt met ingang van 2008 afgezien van het in rekening brengen van registratierecht. • Ten aanzien van het gebruik van ‘rode diesel’ worden per 1 juli 2008 de volgende regelingen afgeschaft: -- de zogenaamde teruggaafregeling voor op een motorrijtuig aanwezige hulpapparatuur die wordt aangedreven door de motor van het motorrijtuig, en -- de ontheffing van de verbodsbepaling om rode diesel te gebruiken voor de aandrijving van bepaalde motorrijtuigen (met een mechanisch werktuig) die zich uitsluitend op de weg bevinden voor de verplaatsing naar een andere werkplek. • In de wet wordt een doelmatigheidsbepaling opgenomen. Een dergelijke bepaling moet het mogelijk maken dat de belasting wordt geheven bij een ander dan de belastingplichtige of de inhoudingsplichtige. Deze moet hiervoor wel toestemming geven aan de inspecteur.
-8-
Meer informatie Xander Arends telefoon: +31 (0)10 407 57 16 e-mail:
[email protected] Kijk voor meer informatie op www.pwc.nl/prinsjesdag.
© 2007 PricewaterhouseCoopers. Alle rechten voorbehouden. Deze publicatie is slechts opgesteld als algemene leidraad voor relevante kwesties en dient niet te worden opgevat als beroepsmatig advies. U dient niet te handelen op basis van de in deze publicatie vervatte informatie zonder nader professioneel advies te hebben ingewonnen. Er wordt geen garantie geboden ten aanzien van de juistheid of volledigheid van de in deze publicatie vervatte informatie, en voor zover toegestaan krachtens de wet aanvaarden PricewaterhouseCoopers, aan haar gelieerde ondernemingen, medewerkers en vertegenwoordigers geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van enige handeling dan wel nalaten door hetzij uzelf of een ander persoon op basis van de in deze publicatie vervatte informatie of voor enig besluit waaraan die informatie ten grondslag ligt.
PricewaterhouseCoopers (www.pwc.nl) verleent sector-specifieke diensten op drie gebieden: Assurance, Tax en Advisory. Met onze dienstverlening bouwen we aan een goede vertrouwensbasis en waardeoptimalisatie met en voor onze klanten en hun stakeholders. Wereldwijd werken meer dan 140.000 mensen in 149 landen voor onze organisatie, op basis van ons gedachtegoed Connected Thinking. Samen ontwikkelen wij oplossingen en concepten, vanuit een verrassend perspectief. En natuurlijk geven wij praktisch advies.
www.pwc.nl/prinsjesdag
*connectedthinking
Assurance • Tax • Advisory