Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf – http://www.wtcb.be
Het meten en beoordelen van contrasten S. Danschutter Labo Duurzame Ontwikkeling – WTCB 09/03/2010
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf – http://www.wtcb.be
Meten en beoordelen van contrast Het belang van contrasten
Specifiek voor personen met een visuele beperking In functie van de situatie
Terminologie Beoordelen van contrasten
Referenties Conclusies
Meten van contrasten
Methodes Toestellen en locatie Conclusies
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf – http://www.wtcb.be
Het belang van contrasten
Belang van contrasten bij het uitvoeren van bepaalde taken/activiteiten: •
Voorbeeld: sanitaire voorzieningen
GOED SLECHT
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf – http://www.wtcb.be
Het belang van contrasten
Belang voor de oriëntatie en circulatie in het gebouw •
Voorbeeld: contrast tussen binnendeur en omlijsting en de muur/ aanduiding van een verdieping
GOED SLECHT
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf – http://www.wtcb.be
Het belang van contrasten
Belang voor de oriëntatie en circulatie in het gebouw •
•
Aan te bevelen reflectiecoëfficiënten voor vloeren, wanden, plafonds volgens NBN EN 12464-1: Oppervlak
Reflectiecoëfficiënt
Plafond
0,6 – 0,9
Wanden
0,3 – 0,8
Werkoppervlak
0,2 – 0,6
Vloer
0,1 – 0,5
BS 8300 – Design of building and their approaches to meet the needs of disabled people: – “The Light Reflection Value (LRV) of a wall should be 30 points different from that of the ceiling and of the floor. To avoid giving the wrong impression about the size of a room, skirting should have the same LRV as the wall so that the junction between the skirting and the floor marks the extent of the room”
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf – http://www.wtcb.be
Het belang van contrasten
Belang voor het lokaliseren van bepaalde voorzieningen •
Voorbeelden: schakelaars, handgrepen, liftknoppen,...
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf – http://www.wtcb.be
Terminologie Spectrale ooggevoeligheid:
Alle fotometrische grootheden houden rekening met de spectrale ooggevoeligheid: •
•
Lichtstroom, lichtsterkte, luminantie, verlichtingssterkte,... Licht ≈ elektromagnetische golven – 380 tot 760 nm = zichtbaar spectrum – Maximale ooggevoeligheid voor 555 nm – Licht heeft een belangrijke invloed op het waarnemen van contrasten
Bron: UCL
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf – http://www.wtcb.be
Terminologie Kleurweergave- index:
De kleurweergave- index van een lichtbron is het vermogen van die lichtbron om de verschillende kleuren van het zichtbaar spectrum van het verlichte voorwerp weer te geven •
Het wordt gekenmerkt door de index IRC of Ra, een getal zonder eenheid, variërend van 0 tot 100 – Een lichtbron met IRC > 80 geeft aanleiding tot redelijke kleurweergave – Een lichtbron met IRC >90 geeft aanleiding tot goede kleurweergave
•
Voor het waarnemen van contrasten is het belangrijk dat kleuren correct worden weergegeven
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf – http://www.wtcb.be
Terminologie
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf – http://www.wtcb.be
Terminologie Luminantie [cd/m²]:
De luminantie van een oppervlak is de verhouding tussen de lichtsterkte van dat oppervlak in de waarnemingsrichting en de schijnbare oppervlakte van dat oppervlak in de beschouwde richting (luminance L) •
•
•
Zoals het begrip lichtsterkte is het een vectorgrootheid die rekening houdt met de waarnemingsrichting
Eén van de fundamentele fotometrische grootheden omdat het deze en deze alleen is, waarvoor ons oog gevoelig is. De verhouding L1/L2 kan worden gebruikt om het contrast tussen 2 oppervlakken te beoordelen – Zie meten van contrast
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf – http://www.wtcb.be
Terminologie Reflectie [-,points, %]:
De reflectiecoëfficiënt (r) van een oppervlak: •
Verhouding tussen de totale door dit oppervlak teruggekaatste lichtstroom en de totale invallende lichtstroom
Light Reflection Value/ LRV (BS 8493): •
Proportion of visible light reflected by a surface, weighted for the sensitivity to light of the human eye – This is equivalent to CIE Tristimulus Y10 when viewed under illuminant D65 and when measured with the appropriate specimen and measurement geometry
De reflectiecoëfficiënt = Light Reflection Value
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf – http://www.wtcb.be
Terminologie Reflectie – speculair:
Het invallend licht en het uitgezonden licht maken dezelfde hoek ten opzichte van de normaal loodrecht op het beschouwde oppervlak
Reflectie – diffuus:
Het weerkaatste licht wordt in alle richtingen met dezelfde intensiteit uitgezonden
Reflectie - tussenvormen
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf – http://www.wtcb.be
Terminologie
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf – http://www.wtcb.be
Terminologie Glans:
Glans, in het Engels „gloss‟ genoemd is hinderlijk voor het waarnemen van contrasten:
•
Afhankelijk Afhankelijk Afhankelijk Afhankelijk
•
Meten van glans:
•
• •
van van van van
het gebruikte materiaal/oppervlak de vorm van het beschouwde object de positie van de waarnemer de positie van het lichtpunt
– NBN EN ISO 2813 (1999): Verven en vernissen – metingen van de glans (spiegelende reflectie) van niet-metallieke verflagen onder 20°, 60° en 85°
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf – http://www.wtcb.be
Terminologie Glans: 20° → High gloss 60° → Semi-gloss
60 °
20 °
85° → Low gloss
85 °
R proefstuk(60spec) x100 Glans Rs tan daard(60spec)
Bron: KAHO Sint-Lieven Laboratorium voor lichttechnologie
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf – http://www.wtcb.be
Terminologie Verblinding:
Verblinding wordt veroorzaakt door een slechte verdeling van de luminantie in het gezichtsveld of door een te hoge luminantie in het algemeen •
•
Directe verblinding – rechtstreeks veroorzaakt door een lichtbron Indirecte verblinding – onrechtstreeks veroorzaakt door de weerkaatsing van een lichtbron op een oppervlak – Verblinding door reflectie – Verblinding door het sluiereffect
•
Verblinding leidt tot een vermindering van het vermogen van het individu om voorwerpen te onderscheiden
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf – http://www.wtcb.be
Terminologie
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf – http://www.wtcb.be
Terminologie Contrast:
Luminantiecontrast: •
Verhouding tussen de luminanties van twee gelijktijdig of achtereenvolgens waargenomen oppervlakken
Kleurcontrast •
Juxtapositie, gelijktijdig of achtereenvolgens, van twee in de ruimte of in de tijd, verschillend gekleurde oppervlakken. Bij uitbreiding, overeenstemmende subjectieve beoordeling (contrastgewaarwording)
Personen met een visuele beperking zijn vooral gevoelig voor luminantiecontrast en niet zozeer voor kleurcontrast
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf – http://www.wtcb.be
Beoordelen van contrasten - referenties Eerste conclusies:
Uit de terminologie blijkt dat heel veel externe factoren een invloed hebben op het waarnemen van contrasten Het correct gebruik van kleuren is een belangrijk maar niet het enige criterium voor goed contrast Personen met een visuele beperking zijn vooral gevoelig voor een verschil in luminantie, eerder dan een verschil in kleur
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf – http://www.wtcb.be
Beoordelen van contrasten - referenties Beoordelen van kleurverschillen:
PTV 21-601: geprefabriceerde architectonische en industriële elementen van sierbeton • •
• • •
Kleurverschil: E (L)² (a)² (b)² L*a*b kleurwaarden ontwikkeld in 1976 door CIE om de kleurweergave te verbeteren. L gaat van 0 (zwart) tot 100 (wit) - helderheid a gaat van -60 (groen) tot +60 (rood) b gaat van -60 (blauw) tot +60 (geel)
Personen met een visuele beperking zijn vooral gevoelig voor luminantieverschillen en niet zozeer voor een verschil in tint of saturatie
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf – http://www.wtcb.be
Beoordelen van contrasten - referenties Buitenlandse referenties:
BS 8300: Design of buildings and their approaches to meet the needs of disabled people – code of practice •
•
Criteria vastgelegd via onderzoek bij slechtzienden University of Reading – Research Group for Inclusive Environments
Bron: RGIE – Research Group for Inclusive Environments
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf – http://www.wtcb.be
Beoordelen van contrasten - referenties Buitenlandse referenties:
BS 8300: Design of buildings and their approaches to meet the needs of disabled people – code of practice •
Annex B: using light reflectance value (LRVs) to assess visual contrast – “The main feature of a surface, which appears to be strongly correlated with the ability of blind and partially sighted people to identify differences in colour, is the amount of light the surface reflects, or its light reflectance value (LRV).” » LRV = 0 → perfect zwart oppervlak » LRV = 100 → perfect wit oppervlak
LRV1 - LRV2 ≥ 30% geeft goed contrast LRV1 - LRV2 ≥ 20% geeft aanvaardbaar contrast* *Bijkomende voorwaarden: grote oppervlakken + minimale verlichtingssterkte van 200 lx op het beschouwde oppervlak
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf – http://www.wtcb.be
Beoordelen van contrasten - referenties Buitenlandse referenties:
ADAAG – Americans with Disabilities Act, Accessibility Guidelines •
http://www.access-board.gov/
Institut Nazareth & Louis Braille •
http://www.inlb.qc.ca/
(LRV1 - LRV2)/LRV1 ≥ 70% geeft goed contrast
→ LRV1/LRV2 ≤ 30% geeft goed contrast → analoog L1/L2 ≤ 1/3 geeft goed contrast
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf – http://www.wtcb.be
Beoordelen van contrasten - conclusies Buitenlandse referenties – samenvattende grafiek BS 8300 : goed contrast BS 8300 : aanvaardbaar contrast ADAAG : goed contrast Lichte kleuren (hoge LRV) is ADAAG strenger
Donkere kleuren (lage LRV) is BS 8300 strenger Aan te bevelen kleurgebruik
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf – http://www.wtcb.be
Beoordelen van contrasten - conclusies
Bruin
8024
11
11
Blauw
5023
13
13
Purper
4001
14
15
Grijs
7005
16
16
Groen
6024
16
16
Roze
3014
25
25
Oranje
2003
33
31
Beige
1001
46
45
Geel
1016
71
68
Wit
9016
85
82
●
Aan te bevelen kleurgebruik
●
●
Zwart
9
Rood
9
Bruin
3000
Blauw
Rood
Purper
2
Grijs
2
Groen
9011
Roze
Zwart
Oranje
Gemeten Reflectiecoëfficiënt
Beige
Theoretische Reflectiecoëfficiënt
Geel
RAL kleurcode
Wit
Kleur
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf – http://www.wtcb.be
Beoordelen van contrasten - conclusies Goed contrast, zowel volgens de ADAAG als de BS 8300 – aan te bevelen kleurgebruik
Goed contrast volgens de ADAAG, aanvaardbaar contrast volgens de BS 8300 Goed contrast volgens de ADAAG, zwak contrast volgens de BS 8300 Goed contrast volgens de BS 8300, zwak contrast volgens de ADAAG Aanvaardbaar contrast volgens de BS 8300, zwak contrast volgens de ADAAG Zwak contrast, zowel volgens de ADAAG als de BS 8300
●
Geel/Blauw: goed contrast, zowel volgens de ADAAG als de BS 8300
●
Roze/Beige: aanvaardbaar contrast volgens de BS 8300, zwak contrast volgens de ADAAG
●
Roze/Groen: zwak contrast, zowel volgens de ADAAG als de BS 8300
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf – http://www.wtcb.be
Meten van contrasten - methodes BS 8493 Aard van het oppervlak Toestel & locatie:
Luminantiemeter Colorimeter of spectrofotometer
Conclusies
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf – http://www.wtcb.be
Meten van contrasten - methodes
BS 8493 (2008): Ligth Reflectance value (LRV) of a surface – method of test • •
• • • •
Toepassingsdomein Expliciete vermelding dat de norm niet geschikt is voor meting in situ Beschrijving van meetapparatuur Voorbereiding van het proefstuk Omschrijving testprocedure Overzicht van verschillende kleuren en hun LRV
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf – http://www.wtcb.be
Meten van contrasten - methodes Aard van het oppervlak:
Voor men kan starten met het uitvoeren van een meting moet het oppervlak aan bepaalde voorwaarden voldoen: •
Opaak, vlak en diffuus oppervlak (meeste bouwmaterialen) – Geen glasoppervlakken – Geen spiegelende oppervlakken – Voorbeelden: geschilderde oppervlakken, tapijten (kortpolig), materialen (hout, beton,...).
•
Textuur: vlak – BS 8493: Texture < 2 mm
•
Geen fosforescerende, fluorescerende, retroreflecterende of lichtgevende oppervlakken
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf – http://www.wtcb.be
Meten van contrasten - methodes Meting met een luminantiemeter:
L1/L2 ≤ 1/3: •
Meting in situ: – Opaak oppervlak – Perfect diffuus oppervlak (luminantie is richtingafhankelijk) – Voorzichtig bij de beoordling van kleuren met lage LRV
( LRV1 LRV2 ) L 70% 1 1 / 3 LRV1 L2 •
L1 – L2 → geen conclusie mogelijk
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf – http://www.wtcb.be
Meten van contrasten - methodes Colorimeter of spectrofotometer
[LRV1-LRV2]/LRV1 ≥ 70% [LRV1-LRV2] ≥ 30% •
Meting van de LRV of reflectiecoëfficiënt = „Y‟ – Totale hoeveelheid gereflecteerd licht
•
Met ingebouwde lichtbron: A, C, D50, D65,... – Externe lichtbronnen (die kunnen variëren) worden uitgesloten
•
Meting conform BS 8493 enkel in labo-omstandigheden
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf – http://www.wtcb.be
Meten van contrasten - conclusies Conclusies:
Meting LRV/reflectiecoëfficiënt heeft vooral tot doel vooraf te bepalen of 2 kleuren goed contrast opleveren In situ is meting mogelijk: • •
Benaderend Geen garantie voor goed contrast
De aard van het oppervlak is belangrijk: opaak, diffuus/speculair, textuur,... De aard van de verlichting is belangrijk: gelijkmatig, kleurweergave-index, verlichtingssterkte Door verschillende normatieve referenties naast elkaar te plaatsen is een onderbouwde keuze van kleur mogelijk
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf – http://www.wtcb.be
Dank voor uw aandacht Contactgegevens
[email protected] Tel: 02/655.77.11