Professionaliseringstaak 5
Het leerproces: volgen en beoordelen
Naam: A.S. Suierveld Opleiding: leraar gezondheidszorg en welzijn Studentennummer: 195197 Jaar van aankomst: 2010 Docent: Luuk Kampman Studieloopbaanbegeleider: Luuk Kampman Datum van inleveren:
P taak 5, het leerproces: volgen en beoordelen
Inhoud Oriëntatiefase .......................................................................................................................................... 3 Verantwoording van de leerstofkeuze ................................................................................................ 3 Beginsituatie van de leerlingen ........................................................................................................... 4 Kernvragen taakomschrijving .............................................................................................................. 5 Ontwikkelfase .......................................................................................................................................... 9 Het docenten en leerlingen materiaal, inclusief verantwoording ...................................................... 9 Tussenevaluaties met beoordelingsmodel........................................................................................ 10 (leerling-materiaal) Tussentijdse evaluatie ................................................................................... 10 (Docentenmateriaal tussentijdse evaluatie) ................................................................................. 13 Tussentijdse evaluatie quiz vragen (docentenmateriaal) ............................................................. 16 Leerlingenmateriaal bij de quiz ..................................................................................................... 17 Eindevaluatie met beoordelingsmodel ............................................................................................. 18 Uitvoeringsfase ...................................................................................................................................... 25 Resultaat tussentijdse toetsing ......................................................................................................... 25 Resultaat eindtoetsing ...................................................................................................................... 27 Beoordelingsnorm eindtoetsing ........................................................................................................ 28 Evaluatiefase ......................................................................................................................................... 29 Evaluatie eindtoets ............................................................................................................................ 29 Reflectie ................................................................................................................................................. 30 Bijlage 1 feedback op so van stagedocent ........................................................................................... 31
2
P taak 5, het leerproces: volgen en beoordelen
Oriëntatiefase Verantwoording van de leerstofkeuze De leerstof die geldt voor p taak 5 is: Assisteren en verzorgen van zieken. Dit bevat de volgende leerstof:
Aspecten van ziek zijn Huidverzorging/ haarverzorging Assisteren bij aan/ uit kleden Zorgdragen voor de ziekenkamer Het bed van de zorgvrager Assisteren bij tillen en lopen
Ondersteunen bij het bewegen EHBO- basistechnieken Vreemde voorwerpen in het lichaam Beschadiging van het bewegingsapparaat Beschadigingen van de huid
Deze leerstof heb ik niet zelf gekozen. Het stond al vast dat deze stof, deze periode behandeld moest worden. Dit ook in verband met de examens van de leerlingen. Ik heb de lijn, met de hierboven genoemde punten, in mijn lessen aangehouden. De leerstof stond vast, ik heb er alleen wel zelf invulling aan kunnen geven. De leerstof die ik met de leerlingen behandel is belangrijk voor hun examen dat er aan zit te komen. Ik heb er dan ook voor gekozen om alles te behandelen. Soms is er sprake van minder belangrijke onderdelen die niet aan de orde hoeven te komen in de lessen. In dit geval heb ik ervoor gekozen om alles te behandelen. De leerstof biedt veel verschillende mogelijkheden. Er zit veel praktijk in zoals simulaties en het oefenen van tiltechnieken. Maar ook theorie dat deze praktijk ondersteund op juiste wijze. De afwisseling tussen theorie en praktijk is evenwichtig voor het niveau van de leerlingen. Met deze leerstofkeuze heb ik de mogelijkheid gehad om veel verschillende dingen met de leerlingen te kunnen doen. Ik heb de mogelijkheid gehad om de leerlingen zelf de informatie te laten vergaren. Werkstukken te laten maken, werkkaarten en nog veel meer. Helaas kan dat niet allemaal aan bod komen in de p- taak, maar het was zeker variërende leerstof.
3
P taak 5, het leerproces: volgen en beoordelen
Beginsituatie van de leerlingen Aan het begin van de eerste les over dit onderwerp heb ik een diagnostische toets afgenomen. Dit heb ik samen met Nynke Jonker gedaan. Zij loopt samen met mij stage op het Piter Jelles Ynsicht. De werkzaamheden van p-taak 5 komen overeen, alleen hebben wij klas 4 in twee groepen gedeeld. Dit betekend dat wij wel elk afzonderlijk les geven, maar wel dezelfde Leerling Fouten onderwerpen behandelen. 1 11 De diagnostische toets geeft ons inzicht over de beginsituatie van de 2 9 leerlingen. Wij hebben uit katern 17 allerlei begrippen gehaald en die in 3 9 4 12 vragen verwerkt. In totaal zijn het vijfenveertig waar/niet waar vragen. Er is 5 9 geen discussie mogelijk bij deze vragen, er is maar één antwoord goed. In de 6 10 tabel hiernaast is af te lezen hoeveel fouten de leerlingen hebben gemaakt. 7 12 Van de 45 vragen is dit een prima score. De leerlingen hebben dit onderwerp 8 10 namelijk nog nooit eerder behandeld. Wel zijn er natuurlijk overstijgende 9 11 onderwerpen met andere lesstof. 10 7 11 11 Het gemiddelde aantal fouten is 10,2. Wij hebben een analyse gemaakt, en 12 7 een overzicht van de vragen gemaakt waar meer dan vijf leerlingen een fout 13 15 antwoord gaven. 14 11
Vraag 1: Als je ervoor kiest in de sector zorg en welzijn te werken, is de kans groot dat je te maken krijgt met cliënten die ziek zijn. (waar) Vraag 3: Acute ziekte komt plotseling op en gaat wel weer over (waar) Vraag 10: Smetten zijn huidirritatie (waar) Vraag 11: Een ander woord voor doorligplekken/drukplekken is decubitus (waar) Vraag 12: Het scheren van mannen hoort niet bij haarverzorging (niet waar) Vraag 13: Haren bestaan uit verhoornde cellen (waar) Vraag 15: Iemand die ziek is vind het niet belangrijk hoe zijn haar zit (niet waar) Vraag 21: Het is gemakkelijk om steunkousen bij een cliënt aan te trekken (niet waar) Vraag 22: Om steunkousen makkelijker aan te krijgen bij een cliënt kun je een beetje talkpoeder gebruiken (waar) Vraag 24: Een ziekenhuiskamer moet een schone en rustige kamer zijn (waar) Vraag 29: Een zorgvrager gaat zich als zieke gedragen als je hem als zieke benadert en behandeld (waar) Vraag 38: Als je een cliënt gaat tillen of verplaatsen moet je de cliënt vragen zo stil mogelijk te blijven liggen (niet waar) Vraag 45: Er zijn 2 soorten blaren ( niet waar)
4
P taak 5, het leerproces: volgen en beoordelen
Kernvragen taakomschrijving
Wat zijn de doelen van de te ontwikkelen onderwijsleeractiviteiten? Doelen: De leerling kan nu en later voor zichzelf en anderen kunnen zorgen De leerling kan zorg dragen voor materiële en geestelijke gezondheid en het welzijn van mensen; De leerling doet ervaring op met praktische zorgvaardigheden; De leerling kan in relevante situaties een relatie leggen met de praktijk van verschillende verzorgende beroepen. Deze doelen zijn tot stand gekomen na onderzoek gedaan te hebben naar leergebieden en kerndoelen verzorging. Dit zijn de overkoepelende doelen voor p taak 5. Mijn les/leerdoelen voor de leerlingen zijn van deze doelen afgeleid. De kerndoelen van verzorging zijn samengegaan met die van mens en natuur. Van de vijf doelen zijn er drie gericht op natuur en milieu en twee op verzorging/biologie. Ik heb ervoor gekozen niet de kerndoelen als leidraad voor mijn p taak 5 te laten gelden. Ik heb hiervan afgeleide doelen gekozen die te maken hebben met verzorging die beter bij de leerstof passen. In het grotere geheel van de gehele methode zouden de kerndoelen wel gelden. Maar omdat ik alleen dit deel behandel voor de p taak kies ik voor de afgeleide doelen. Die ik heb gebaseerd op informatie van de slo site. (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling) De abstractie graad/ abstractietermijn van de gehele methode zijn de kerndoelen en eindtermen. Deze heb ik weer omgevormd tot leerdoelen in de mate van vakgebondenheid voor deze leerstof.
Hoe wil ik (tussentijds en/of aan het eind van de reeks) evalueren of ik de doelen behaald heb? (procesevaluatie en productevaluatie) Tussentijds wil ik schriftelijk en mondeling evalueren of ik de doelen zal gaan behalen. Dit doe ik door een so en een quiz. Ik leg de resultaten van de quiz en de so vast en vergelijk deze met de doelen. Zo kan ik zien of ik al op de goede weg zit, of het toch anders aan moet gaan pakken. Aan het einde zal ik dit weer schriftelijk doen in de vorm van een repetitie. Ik breng de resultaten in kaart en vergelijk deze met de doelen. Dit alles gekeken naar de censuur van de schriftelijke toetsing en de quiz. Voor uitleg en vorm van de quiz zie het kopje “tussentijdse evaluaties met beoordelingsmodel” Ook kijk ik er samen met mijn medestudent Nynke Jonker naar. Onze beide meningen over het resultaat maakt de conclusie over de behaalde betrouwbaarder.
5
P taak 5, het leerproces: volgen en beoordelen
Hoe leren leerlingen en hoe pas ik de onderwijsleeractiviteiten hierop aan? Leerlingen leren door middel van de vier leeractiviteiten. Drie functies van leren Leeractiviteiten Leren gericht op beheersing Onthouden en begrijpen. Leren gericht op beklijving Integreren Leren gericht op wendbaargebruik Creatief toepassen Alle vier de leeractiviteiten moeten aanwezig zijn om goed te kunnen leren. Leerlingen moeten eerst informatie onthouden en begrijpen, daarna moeten ze deze informatie aan voorkennis koppelen zo ontstaat er integratie van oude en nieuwe kennis. Deze geïntegreerde kennis moeten ze toe kunnen passen in een nieuwe context. Als deze stappen zijn doorlopen bij de leerling heeft hij/zij geleerd. In de cognitieve psychologie noemen ze dit ook wel; het verwerken van informatie tot duurzame kennis en vaardigheden. In het proces van informatieverwerking en kennisverwerving zijn een aantal stadia te onderscheiden. - Selecteren van informatie - Coderen van geselecteerde informatie (korte termijngeheugen, bewerking van geselecteerde tot kennis) - Opslaan van kennis in het lange termijngeheugen - Het terughalen uit het lange termijngeheugen van benodigde kennis en vaardigheden. Nu is het aan de leerling om met het leerresultaat aan te geven of er sprake is van nabije of verre transfer. Op deze manier kun je meten hoe de leerling geleerd heeft. Bij nabije transfers kan de leerling de kennis toepassen in een situatie die dicht bij de situatie stond waarin het geleerd is. Bij verre transfer gebruikt de leerling de kennis in situaties die ver van de geleerde situatie af staan. Hij kan de kennis in complexere situaties gebruiken/toepassen. Op deze manier leren leerlingen. Ik pas mijn onderwijsleeractiviteiten hier op aan door dit proces centraal te stellen in mijn lessen. In mijn vak heb ik het geluk dat ik veel gebruik kan maken van simulaties en andere vormen om kennis creatief te laten toepassen. Wel moeten de eerste twee leeractiviteiten dan duidelijk zijn voor de leerling. Ik bouw mijn lessen zo op zodat er eerst onthouden en begrijpen ontstaat vervolgens integreren en tenslotte creatief toepassen. Ik behandel een stukje theorie met de leerlingen, laat ze hier zelf even mee aan de gang gaan in het werkboek of in een onderwijsleergesprek. De integratie vindt bij mij plaats in opdrachten. Bijv. een werkstuk maken, instructiekaart maken een plattegrond van een ziekenkamer maken, dit is een greep uit de opdrachten die ervoor moeten zorgen dat de leerlingen de kennis integreren. Vervolgens moeten ze deze kennis creatief toepassen aan de hand van een casus.
6
P taak 5, het leerproces: volgen en beoordelen
Welke leermiddelen en werkvormen kies ik om de leerlingen te activeren? Werkvormen: Spelvormen: simulatie, quiz Presentatie: muurkrant/collage Opdrachtvorm: werkstuk chronisch zieke, instructiekaart EHBO doos, ziekenbed opmaken Samenwerkend leren: checken in duo’s, arbeidsverdelend, parallel en probleem gestuurd Leermiddelen: Audiovisueel: Computer Visueel: Bord Leerboek Studiewijzer
Wat is mijn rol in het leerproces van de leerling? Mijn rol is begeleidend. De leerling moet van mij te weten komen wat hij globaal gezien moet leren. Ik biedt de leerlingen structuur in hun leerproces. Laat aan het begin aan de orde komen wat er deze periode geleerd en behandeld gaat worden. Ik moet de stof betekenisvol maken voor de leerling zodat de leerling weet wat hij op lange en korte termijn met het geleerde kan en zodat de leerling weet waar hij het voor doet. Ik voorzie de leerlingen van feedback over hun resultaten, zowel tussentijds als aan het eind.
Wat is de rol van de leerling in het leerproces van andere leerlingen? De leerling moet andere leerlingen aanzetten tot actieve verwerking van de stof. De leerling geeft andere leerlingen feedback op vorderingen die hij/zij gemaakt heeft. Ze moeten elkaar ondersteuning bieden tijdens het leerproces.
Hoe controleer ik tussentijds of een gekozen onderwijsleeractiviteit effectief is? Ik controleer tussentijds op 2 manieren of de onderwijsleeractiviteit effectief is geweest. Dit doe ik door een so en een quiz. Ik heb deze tussentijdse toetsjes op de helft van de lessenserie ingezet met nog 5 lessen te gaan voor de eindtoets. Zo kan ik zien hoever de leerlingen zijn en waar nog extra aandacht aan moet worden besteed. Aan de hand van de gemaakte fouten kijk ik hoe ver de leerlingen in het algemeen zijn, en hoever leerlingen individueel in hun leerproces zijn. Op deze manier kan ik de leerling ook individueel nog even iets kort uitleggen of even met hem/haar gaan samenwerken.
7
P taak 5, het leerproces: volgen en beoordelen
Is de afstemming tussen de onderwijsleeractiviteiten en de toetsing optimaal? De afstemming tussen de onderwijsleeractiviteiten en de toetsing zijn optimaal. Dit omdat ik de toets zo gemaakt heb dat hij aansluit op de leeractiviteiten die de leerlingen gemaakt/gedaan hebben. Ik heb bij de toetsing heel erg gelet op de vormvaliditeit. De beheersingsvormen die ik had vastgesteld heb ik naar mijn mening ook op die manier teruggevraagd in de toets. Ook heb ik er op gelet dat de onderwijsleeractiviteiten terug kwamen in de toets op dezelfde manier. Dit heb ik bewust gedaan. Als onderwijsleeractiviteit moesten ze eens een plattegrond van een ziekenkamer maken met alle bijbehorende kenmerken daarvan. Op de toets heb ik dit ook gevraagd. Dit heb ik in een iets andere context geplaatst. Als je naar de toets en naar de leerdoelen en leeractiviteiten kijkt dan is er sprake van een goede afstemming tussen de leeractiviteiten en de toetsing. Door de beginsituatie van de leerlingen in kaart te brengen, wat eerder in dit verslag is vermeld, heb ik een goede afstemming tussen leeractiviteiten en toetsing kunnen maken. Ik heb de lessen kunnen baseren op de analyse van de beginsituatie en meer natuurlijk. Maar het gaat erom dat de onderwijsleeractiviteiten die verricht zijn zo in elkaar zitten dat zij ook duidelijk herkent worden in de toets door de leerling.
Welke beoordelingsvormen en beoordelingsnormen gebruik ik? De beoordelingsvormen die ik gebruik tussentijds: - quiz - so De beoordelingsvormen die ik gebruik aan het eind: - schriftelijk toets (repetitie) De beoordelingsnorm die ik hanteer bij de schriftelijke toetsen zijn die van een absolute censuur. Bij de toetsen heb ik punten gegeven voor vragen. Voor de open en gesloten vragen heb ik de gokkans berekend en zo ben ik uiteindelijk op een norm gekomen die beslist of het voldoende of onvoldoende is. De quiz is vrijblijvender. Op deze manier kijk ik hoe de kennis van de leerlingen is op een speelse manier. Hier helpen de leerlingen elkaar ook bij. De klas is verdeeld in twee teams. Het ene team stelt een vraag aan het andere team. De teamcaptain uit dat team moet antwoord geven na overleg met het team over het antwoord op de vraag. Op deze manier hoor ik de gedachten gang van de leerlingen in het team over het antwoord. Ze speculeren, ga na of het nou wel of niet zou was. Op deze manier hoop ik in kaart te kunnen brengen op welk denk niveau ze halverwege zitten.
8
P taak 5, het leerproces: volgen en beoordelen
Ontwikkelfase Het docenten en leerlingen materiaal, inclusief verantwoording Het docentenmateriaal bestaat uit de beoordelingsmodellen met hierin opgenomen de censuur van de tussentijdse so, de quizvragen en de eindtoets. (te zien onder de kopjes; “tussentijdsevaluaties met beoordelingsmodel” en “eindevaluatie met beoordelingsmodel”) Het leerlingen materiaal bestaat uit een so, quiz en een eindtoets/repetitie. (te zien onder de kopjes; “tussentijdsevaluaties met beoordelingsmodel” en “eindevaluatie met beoordelingsmodel”) Ik heb voor dit materiaal gekozen omdat ik denk dat de leerresultaten op deze manier het beste gemeten kunnen worden. In de eindtoets en de tussentijdse toets heb goed gekeken naar de vormvaliditeit, inhoudsvaliditeit, betrouwbaarheid en transpiratie. Ik vind zelf dat mijn tussentijds toets en mijn eindtoets valide is. Hij toetst alle leerdoelen, de verdeling van de toetsvragen is evenredig met de verdeling van de leerstof. Ook hebben de vragen betrekking op de stof en wordt taalvaardigheid niet getoetst. Betrouwbaarheid van de tussentijdse toets, de vraagstelling is eenduidig. Ik twijfel alleen wel aan het aantal vragen. Ik vraag hierover feedback van de leerlingen. Ik denk dat ik wat te weinig vragen heb, maar kan dit nog moeilijk inschatten. Wel is er voldoende tijd voor de leerlingen om de toets te maken. Mijn beoordelingsmodel geeft zo precies mogelijk aan waar op gelet moet worden. Door de afwisseling van gesloten en open vragen is er weinig ruimte voor de interpretatie van de beoordelaar. (er is natuurlijk altijd wel iets niet helemaal betrouwbaar bij openvragen en interpretatie.) Ik heb bij de transpiratie gelet op de inzichtelijkheid van de censuur voor de leerlingen. Ik wil dat ze weten waar ze aan toe zijn en wat de normering is. Ze vragen namelijk ook vaak waarom ze dat cijfer hebben. Dan kan ik het gemakkelijk aan de leerling uit leggen.
9
P taak 5, het leerproces: volgen en beoordelen
Tussenevaluaties met beoordelingsmodel
(leerling-materiaal) Tussentijdse evaluatie Katern 17 assisteren en verzorgen van zieken
Naam: Klas: Cijfer:
1. Voor dit katern heb je een werkstuk gemaakt over chronisch ziek zijn. Wat betekent het begrip chronisch ziek zijn? Omschrijf hieronder de betekenis. (2 punten)
2. In het werkstuk moest je, je ook verplaatsen in de leefwereld van de zieke. Leg hieronder uit hoe de leefwereld van een zieke eruit kan zien. Gebruik deze begrippen in je antwoord: (4 punten) - weinig sociale contacten/eenzaam - gebrek aan zelfvertrouwen - angst
10
P taak 5, het leerproces: volgen en beoordelen 3. De conditie van de huid van een zorgvrager is soms niet goed. Noem 2 dingen hoe je de conditie van de huid kunt verbeteren (2 punten) 1 2 4. In je werk later kun je patiënten tegen komen die last hebben van decubitus. Dit is een plek op de huid waar weinig doorbloeding plaats vindt omdat de patiënt steeds in de zelfde houding ligt. Juist/onjuist (1 punt) 5. Je hebt een plattegrond gemaakt van een ziekenkamer. Noem 4 punten die belangrijk zijn als je een ziekenkamer inricht; (4 punten) 1 2 3 4 6. Teken hieronder jouw plattegrond van een ziekenkamer met jouw 4 punten die je hierboven genoemd hebt. (5 punten)
7. Een voorbeeld van planmatig werken in werken volgens een instructie/werkkaart. Juist/onjuist (1 punt) 8. Je hebt zelf een instructie kaart gemaakt voor het opmaken van het bed. Hierbij is een hoog/laagbed erg belangrijk. Leg uit waarom dat zo is. (2 punten)
11
P taak 5, het leerproces: volgen en beoordelen
9. Die instructiekaart heb je gemaakt om te oefenen met bed opmaken. Noem eens 5 stappen/ handelingen van bed opmaken die je in je instructie kaart hebt staan (5 punten) 1 2 3 4 5 10. Bij het bed van een zorgvrager horen een aantal benodigdheden. Deze heb je omschreven in de samenvatting die je in les 4 hebt gemaakt. Bijv. De rugsteun, deze kan de zorgvrager ondersteunen bij het zitten in bed. Omcirkel hieronder het goede antwoord (4 punten) Het voetenbankje voorkomt dat een zorgvrager naar onderen zakt in bed/dat de zorgvrager pijnlijke voeten krijgt De papagaai is een driehoekige handgreep naast het bed/boven het bed De dekenboog zorgt ervoor dat de zorgvrager lekker veel dekens heeft/ dat de dekens niet op de benen drukken De veiligheidshekken op een bed zijn handig voor de zorggever/zorgen ervoor dat de patiënt niet uit bed valt Wat vond je van de toets, geef hieronder je mening:___________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ Wat vond je van de vragen? Moeilijk/ makkelijk? Waarom? __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ Pasten de vragen bij de stof die we in de les behandeld hebben?waarom wel of waarom niet? __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ Wat vond je van de open vragen?____________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ Wat vond je van de gesloten vragen? __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________
30 p is een 10 19 p is een 5.5 12 0 p is een 1.0
P taak 5, het leerproces: volgen en beoordelen
(Docentenmateriaal tussentijdse evaluatie) Antwoordmodel tussentijdse toets 1. Betekenis chronisch ziek: Een langdurige ziekte, langer aanhoudend dan 4 maanden, geen medicatie om te genezen wel om ziekte dragelijker te maken. 2p 2. De zieke heeft weinig sociale contacten en wordt eenzaam omdat hij een kleine leefwereld heeft. Hierdoor wordt hij een beetje onzeker en hij kan angst hebben voor de behandelingen van de ziekte of de toekomst 4p bij alle drie begrippen omschreven en in goed opbouwend/context verhaal 3p bij alle drie begrippen genoemd geen goede opbouw/context 2p bij 2 begrippen genoemd 1 punt bij 1 begrip genoemd 0 bij niets ingevuld 3. Wat genoemd kan worden is: Goede voeding en voldoende vocht Nachtrust Beweging verzorging van de huid 2p 4. Juist 1p 5. Kenmerken ziekenkamer: Voor zorgvrager ventilatie Schoon Opgeruimd Niet te vol Tafeltje bij het bed Waarschuwingssignaal Bedlampje Juiste tempratuur (niet te laag) Voor zorggever Bed op juiste hoogte Werkruimte om het bed Goed licht Wastafel 4p
13
P taak 5, het leerproces: volgen en beoordelen 6. De plattegrond beoordeel je op inrichting. Bed bij raam. Tafeltje bij bed en niet midden in de kamer bijv. 5 p bij alle 4 kenmerken in plattegrond voorkomend en in logische inrichting 7. Juist 1p 8. Hooglaagbed voor ergonomie zorggever. Houding bij het opmaken om geen last van rug enz. te krijgen. Goed voor zorgvrager om goed uit en in bed te komen. 2p 9. Handelingen instructiekaart. 5p Zoek een persoon waarmee je samen het bed op kunt maken. Dit kan een collega zijn, maar ook een familielid van de zieke. Laat de zorgvragen plaatsnemen in een stoel naast het bed. Leg het schone beddengoed klaar Breng het bed op werkhoogte en zet het hoofdeind van het bed omlaag. Haal de kussenslopen af Vouw de deken (en sprei) op en leg deze bij de kussens Haal het onderlaken en de molton af. Leg het schone onderlaken op bed Vouw het onderlaken uit Pak het bovenlaken Pak de deken en sprei Sla de deken terug Instoppen Schone kussenslopen Bed terug in stand zetten Zorgvrager weer in bed Controle 10. Het voetenbankje voorkomt dat een zorgvrager naar onderen zakt in bed/dat de zorgvrager pijnlijke voeten krijgt De papagaai is een driehoekige handgreep naast het bed/boven het bed De dekenboog zorgt ervoor dat de zorgvrager lekker veel dekens heeft/ dat de dekens niet op de benen drukken De veiligheidshekken op een bed zijn handig voor de zorggever/zorgen ervoor dat de patiënt niet uit bed valt 4p
14
P taak 5, het leerproces: volgen en beoordelen Censuur: 30 p is een 10 19 p is een 5.5 0 p is een 1.0 Komt elke keer 0,4 bij op vb. 20 p is 5.5 plus 0,4= 5,9 21 p is 5,9 plus 0,4 = 6,3 Cijfer overzicht: Aantal punten 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
Bijbehorende cijfer 5.5 5.9 6.3 6.7 7.1 7.5 7.9 8.3 8.7 9.1 9.6 10
15
P taak 5, het leerproces: volgen en beoordelen Tussentijdse evaluatie quiz vragen (docentenmateriaal) Als je ervoor kiest in de sector zorg en welzijn te werken, dan is de kans groot dat je met cliënten te maken krijgt die ziek zijn Ziekte heeft invloed op geestelijk en sociaal welbevinden Acute ziekte komt plotseling en gaat wel weer over Chronische ziekte is niet blijvend Mensen in een rolstoel zijn altijd geestelijk gehandicapt Een belangrijk aspect van professioneel werken is planmatig werken Bij mensen die ziek zijn is het vaak gemakkelijk de huid in goede conditie te houden De meest gebruikelijke manier om de huid te verzorgen is deze te wassen Als je een zorgvrager gaat wassen moet je rekening houden met de wensen van de zorgvrager Smetten zijn huidirritaties Een ander woord voor drukplek is decubitus Het scheren van mannen hoort bij haarverzorging Haren bestaan uit verhoornde cellen Elke haar heeft een haarwortel Iemand die ziek is maakt het niet uit hoe zijn of haar, haar zit Als je kleding van je cliënt niet mooi vindt moet je dat zeggen Je kunt een cliënt best even in zijn onderbroek laten liggen Het is belangrijk dat een zieke in een omgeving is waar hij zich prettig voelt Een ziekenkamer moet schoon en rustig zijn Juiste werkhouding is heel belangrijk als je gaat werken als zorgverlener Door gebrek aan energie is een zieke vaak snel moe Een zieke vindt het niet fijn om verzorgd te worden Een zorgvrager gaat zich zieker gedragen als jij hem als zieke behandeld Bedden voor zieke mensen zijn niet anders dan gewone bedden Het is zwaar lichamelijk werk om verzorgende te zijn Bij EHBO is het belangrijk dat je rustig blijft en je verstand gebruikt De methode van heimlich pas je nooit toe bij verstikking Het is belangrijk een wond zo snel mogelijk schoon te maken Een beschadiging van de huid brengt geen verhoogd infectiegevaar Als je een cliënt gaat tillen of verplaatsen moet je hem vragen zo stil mogelijk te liggen Leg een drukverband aan bij de pols van een groepslid Leg een vingerverband aan bij een groepslid Noem de functie van een hoog laag bed Verplaats een groepslid van bed naar stoel Leg bij een groepslid een mitella aan Noem de functie van het voetenbankje in bed Wat is een papegaai
16
P taak 5, het leerproces: volgen en beoordelen Leerlingenmateriaal bij de quiz Omschrijving Quiz: Wat: we gaan met de twee klassen een quiz doen. De leerlingen van mevrouw Suierveld gaan dus de competitie aan tegen de leerlingen van mevrouw Jonker. We hebben een groot lokaal ter beschikking, dus we maken twee “ruimtes” maken, zodat aan elke kant een klas kan staan. Hoe: Voordat we beginnen, moet de groep een teamcaptain opstellen. Alleen deze persoon mag de antwoorden geven op de vragen. Wanneer iemand anders antwoord geeft, wordt de groep gediskwalificeerd. De leerlingen krijgen steeds 30 seconden bedenktijd. In die tijd mag de groep met elkaar overleggen. De teamcaptain van groep 1 stelt de vraag aan groep 2 en andersom. Na 30 sec. moet de teamcaptain van groep 2 dus het antwoord geven aan de teamcaptain van groep 1. De docenten controleren of alles eerlijk verloopt, en houden de score bij! De vragen zijn uitgeknipt en zitten in een bakje de leerling kan er één uit pakken. Hulp: elkaar, verder niets Tijd: half uur
17
P taak 5, het leerproces: volgen en beoordelen
Eindevaluatie met beoordelingsmodel Toets katern 17 het assisteren en verzorgen van zieken Naam: Klas: Cijfer: Kruis hieronder aan of het antwoord juist of onjuist is (30 punten) Juist
Onjuist
1. In een verzorgingstehuis kunnen ouderen griep krijgen maar ook reuma hebben of dement zijn 2. Gezondheid is een toetstand van lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden 3. Als je ziek bent voel je, je alleen lichamelijk niet lekker 4. Je kunt ziekte op verschillende manieren beleven 5. Het verschil tussen chronische ziekte en acute ziekte is, dat acute ziekte heel lang blijft en chronische ziekte soms zomaar overgaat 6. De beleving van een chronisch zieke is heel anders dan die van een acute zieke 7. De leef en gevoelswereld van een zieke wordt niet bepaald door de ziekte die hij heeft 8. Gebrek aan zelf vertrouwen zegt eigenlijk dat anderen je een aansteller vinden 9. Als zieke ben je afhankelijk van anderen 10. Ziek zijn put uit en vermindert iemands weerstand 11. Mensen met een chronische ziekte klagen er niet dat ze niet serieus genomen worden, ze willen alleen maar beter worden 12. Opname in een verpleegtehuis is een vrije keuze van zieken 13. Een protocol staat altijd op papier 14. Een protocol gaat over voorbereiding, uitvoering en nazorg 15. De huid beschermt je niet tegen temperatuursverschillen 16. Aan iemands huid kun je zien hoe iemand zich voelt 17. Een maatregel om smet te voorkomen is door iemand in een omgeving te plaatsen met een hoge temperatuur 18. Er zijn hulpmiddelen om decubitus te voorkomen 19. Als je de haren van een zorgvrager verzorgt borstel je het niet 20. Hoe je iemand helpt bij het aan/uitkleden hangt af van het kledingstuk 21. Een ziekenkamer moet zelfzorg stimuleren 22. Een matrashoes is een hoes die vocht op neemt 23. Een dekenboog ontlast de zieke 24. Een draaischijf bestaat uit één ronde schijf 25. Bij een ongeluk mag je niet in paniek raken 26. Een los liggend vuiltje kun je uit je oog verwijderen door goed te wrijven. 27. Een gewricht kan bewegen, maar niet alle kanten op 28. Bij een kneuzing of verstuiking leg je een drukverband aan 29. Een brandwond kan veroorzaakt worden door chemische stoffen 30. Om een bloedneus te stoppen moet je een beetje achter over hangen
18
P taak 5, het leerproces: volgen en beoordelen Vul het ontbrekende woord van de zin in. (1 punt per ingevuld woord) 1. Let op dat er geen ………………….. en ………………………… in de steunkous zitten als je hem bij de zorgvrager aantrekt 2. Steunkousen worden voorgeschreven door een ………………………….. 3. Als je ziek bent na een ongeluk heeft dit gevolgen op lichamelijk,……………………………………….en sociaal vlak 4. Mensen die kortdurend ziek zijn verblijven meestal …………………………. 5. Wanneer je de zorgvrager in bed wast ga je ……………………………………………………te werk 6. Als je een zorgvrager wast houd je rekening met zijn………………………………………… 7. Haren bestaan uit dode……………………………………………………cellen 8. …………………………………. En ……………………………………..zijn belangrijk in een ziekenkamer 9. Als je vrijwel de hele dag in bed ligt verkleind dat je ………………………………………………………….. 10. Kreukels in bed zijn erg hinderlijk en vergroten de kans op ……………………………………………….. 11. Door een draaischijf te gebruiken ontlast je, je………………………………………………. 12. Rustig blijven en goed nadenken is belangrijk als je ……………………………..verleent 13. Stoornis in de ademhaling en stoornis in de/het……………………………………………kunnen levensbedreigend zijn 14. Bij verstikking maak je gebruik van de methode van…………………………….. 15. Een fractuur een andere naam voor een……………………………………………….
1. Noem 3 hulpmiddelen bij het aankleden (3 punten) 1. 2. 3. 2. Noem 3 hulpmiddelen bij het lopen (3 punten) 1. 2. 3. 3. Geef 3 voorbeelden van hulpmiddelen in en om het bed (3 punten) 1. 2. 3.
19
P taak 5, het leerproces: volgen en beoordelen 4. Je bent bij de zorgvrager en hij wil graag even uit bed om in zijn stoel te gaan zitten. Dit kan hij niet alleen. Jij moet de zorgvrager helpen uit bed te komen en te verplaatsen naar de stoel. Leg in 3 stappen uit hoe je hem van bed naar stoel helpt. (3 punten) stap 1: stap 2: stap 3:
5. Het begrip decubitus hebben we in de les besproken. Ook kwam het nog in de quiz voor. Noem de oorzaak van decubitus, anders gezegd hoe ontstaat decubitus? (1 pnt) ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ 6. Vul op het stippellijntje in om wat voor beschadigingen van het bewegingsapparaat het gaat (4 punten)
Figuur 1……………………….
Figuur 3……………………….
Figuur 2…………………… Figuur 4 ……………………
20
P taak 5, het leerproces: volgen en beoordelen 7. Zet de handelingen van de methode van de stabiele zijligging hieronder in goede volgorde begin bij nummer 1 eindig bij nummer 9. (6 punten) a. Leg de rechterarm schuin over zijn romp
……
b. Leg het achterhoofd op een kussentje
……
c. Houd zijn mond schuin naar de grond zodat er eventueel bloed en slijm kan weglopen
……
d. Leg het hoof in de juiste stand
……
e. Maak de ademweg vrij
…….
f. Schuif zijn linkerarm en hand in het verlengde van de schouders op de grond tot de arm bijna haaks op het lichaam ligt
…….
g. Keer het slachtoffer op zijn zij naar je toe
…….
h. Buig het rechterbeen en plaats zijn rechtervoet onder de linkerknieholte
…….
i. Leg je linkerhand op de gebogen knie en ondersteun tegelijkertijd met de rechterhand het hoofd
…….
8. De conditie van de huid van een zorgvrager is soms niet goed. Noem 2 dingen die de conditie van de huid kunnen verbeteren. (2 punten) 1. 2. 9. Een voorbeeld van planmatig werken in werken volgens een werkkaart of instructiekaart. Leg uit waarom het handig is om planmatig te werken. (1 punten) ____________________________________________________________________________ 10. Waarom draagt iemand die een gewonde arm heeft een mitella? ( 1 punten) ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________
21
P taak 5, het leerproces: volgen en beoordelen Wat vond je van de toets, geef hieronder je mening:___________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ Wat vond je van de vragen? Moeilijk/ makkelijk? Waarom? __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ Pasten de vragen bij de stof die we in de les behandeld hebben?waarom wel of waarom niet? __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ Wat vond je van de open vragen?____________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ Wat vond je van de gesloten vragen? __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________
74 punten is een 10 51 punten is een 5.5 0 punten is een 1.0
22
P taak 5, het leerproces: volgen en beoordelen Beoordelingsmodel: Beoordelingsmodel eindtoets 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30.
Juist Juist Onjuist Juist Onjuist Juist Onjuist Juist Juist Juist Onjuist Onjuist Juist Juist Onjuist Juist Juist Juist Onjuist Juist Juist Onjuist Juist Onjuist Juist Onjuist Juist Juist Juist Onjuist (30 pnt)
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Plooien, vouwen Arts Geestelijk Thuis Planmatig/ volgens een protocol Wensen Verhoornde Rust, hygiëne
9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
Leefwereld Decubitus Rug Ehbo Bloedsomloop/ bewustzijn Heimlich Botbreuk (17 pnt)
23
P taak 5, het leerproces: volgen en beoordelen 1. Hulpmiddelen bij aankleden:( 3 pnt) knopenhaken elastische schoenveters hulpmiddel bij kousen aantrekken 2. Hulpmiddelen bij lopen: (3 pnt) 3/4 poot rollator wandelstok elleboogkrukken looprekje 3. Papagaai voetenbankje rugsteun dekenboog (3 pnt) 4. 1.Laat de zorgvrager zijn benen over de rand ban het bed brengen, met zijn voeten op de grond 2. Pak de zorgvrager bij de bovenarmen, zijn handen steunen op je schouders. 3. Laat de zorgvrager op de stoel plaatsnemen (3pnt) 5. Decubitus ontstaat als een zorgvrager te lang in één houding blijft liggen. Op de huid ontstaat dan een drukplek(decubitus). Er stroomt geen bloed meer door de huid. (1 pnt) 6. 1 openbotbreuk (4 pnt) 2 ontwrichting 3 kneuzing 4 verstuiking 7. a -3 b-8 c-9 d-7 e-1
f-2 g-6 h-4 i- 5 (6pnt)
8. Goede voeding en voldoende vocht Nachtrust Beweging verzorging van de huid (2pnt) 9. Zo vergeet je geen stappen. Je slaat geen werkzaamheden over (1pnt) 10. Om zijn arm rust en steun te geven. (1pnt)
24
P taak 5, het leerproces: volgen en beoordelen
Uitvoeringsfase Resultaat tussentijdse toetsing Resultaat van de So
Melissa Angela Fifi Isa Sabine H Marceline Sabrina Denise Amarins
S0 9,6 9,6 9,1 9,6 9,6 10 5,5 9,1 10
25
P taak 5, het leerproces: volgen en beoordelen Resultaat van de quiz: Het resultaat van de quiz is niet zichtbaar meetbaar op papier. Ik heb tijdens de les opgelet of het groepsproces zo verliep als ik had verwacht. Dit was het geval. De leerlingen speculeerden met elkaar over de antwoorden. Beredeneerden antwoorden op basis van de theorie die besproken is en verworven zat ik opdrachten. Er zijn door het ene team 34 punten gehaald en door het andere team 30 van de 37 quizvragen is dit een goed resultaat. Op de so heb ik ook ruimte gelaten voor feedback van de leerlingen. Ik heb de volgende vragen aan de leerlingen gesteld:
Wat vond je van de toets, geef hieronder je mening: Wat vond je van de vragen? Moeilijk/ makkelijk? Waarom? Pasten de vragen bij de stof die we in de les behandeld hebben?waarom wel of waarom niet? Wat vond je van de open vragen? Wat vond je van de gesloten vragen?
Ik vond het leuk om te lezen dat ze de vragen goed vonden passen bij de stof die we behandeld hebben. Dit geeft aan dat de toets op vlakken wel vormvalide was. In de feedback was ook te lezen dat de leerlingen de toets eigenlijk gemakkelijk vonden. Ik ga verder niet heel diep op de feedback van de leerlingen in. Deze kwam namelijk vrij overeen. Aan de cijfers is ook te zien dat de leerlingen de toets niet erg moeilijk hebben gevonden. Ook kan het zijn dat ik de normering verkeerd heb ingeschat. Deze had wel wat hoger kunnen liggen. Mijn coach legde ook uit dat er in deze toets gemakkelijk punten te verdienen waren door leerlingen. De puntenscore per vraag lag vrij hoog. Voor juist onjuist vraag bijv. 2 punten, zo kunnen de leerlingen makkelijk scoren. Dit heb ik dan ook aangepast in de eindtoets. Verder kwam er in de feedback naar voren dat de leerlingen vonden dat ze erg veel hadden moeten leren maar dat dit lang niet allemaal gevraagd werd. Dan komt de betrouwbaarheid van mijn toetsing wel in gevaar. Ik heb dit laten meespelen in het maken van de eindtoets. Hier heb ik meer vragen gemaakt. 30 j/o vragen. Dit zorgt ook voor een betere dekking van de stof.
26
P taak 5, het leerproces: volgen en beoordelen
Resultaat eindtoetsing Melissa Angela Fifi Isa Sabine H Marceline Sabrina Denise Amarins
Eindtoets 5,5 6,7 5,5 6,7 7,5 7,1 6,5 6,5 6,5
Nu de resultaten bekend zijn van de eindtoets ben ik eigenlijk best tevreden. In de feedback van de leerlingen kwam wel naar voren dat ze toch best wel moeite hebben gehad met sommige vragen. De meesten waren wel te doen maar er zaten een paar pittige tussen. Wel kwam er in naar voren dat de vragen wel aansloten bij de lesstof. Deze vraag heb ik gesteld in de feedback. Over het algemeen kwam duidelijk naar voren dat ze moeite hebben gehad met de open vragen. De gesloten vragen waren ‘makkelijk’ volgens de leerlingen. Wel vond ik het interessant om te lezen dat 2 leerlingen vermeld hadden dat ze deze toets lastiger vonden dan de so die ik over een deel van deze stof heb gegeven. Dit klopt ook wel. Op de so zijn allemaal hoge cijfers gevallen. Ik merkte hier ook in de feedback op dat ze eigenlijk geen moeite hebben gehad met de moeilijkheidsgraad van die so. Daarom heb ik deze toets een beetje moeilijker gemaakt. De leerlingen merkten op dat ze de feedback na de toets wel handig vonden. Zo konden zij ook eens een keer hun mening geven over een toets. Sommige feedback was ook wel weer heel typisch. 1 leerlinge gaf op deze manier antwoord op een vraag: Algemene vraag: wat vond je van de toets, geef je mening. Antwoord van de leerlinge: Sommige vragen waren wel moeilijk, waar je over na moest denken. Deze feedback vind ik altijd heel leuk om te lezen. Je krijgt echt veel verschillende meningen. Ik heb heel braaf eigenlijk geen slechte/negatieve feedback over de toets gekregen. Hij was niet te lang of te kort en er stonden vragen in die we behandeld hadden. Het waren duidelijke vragen. Ik ben tevreden over de gekregen feedback.
27
P taak 5, het leerproces: volgen en beoordelen
Beoordelingsnorm eindtoetsing 74 punten is een 10 51 punten is een 5.5 0 punten is een 1.0 Aantal punten 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74
Bijbehorende cijfer 5,5 5,7 5,9 6,1 6,3 6,5 6,7 6,9 7,1 7,3 7,5 7,7 7,9 8,1 8,3 8,5 8,7 8,9 9,1 9,3 9,5 9,7 9,9 10,1 = 10
28
P taak 5, het leerproces: volgen en beoordelen
Evaluatiefase Evaluatie eindtoets Validiteit van de toets: Persoonlijk vind ik wel dat mijn toets valide was. Ik heb hem gebaseerd op de leerstof die ik in de les heb behandeld met daarin tegelijkertijd de doelen. Ik had op de so als feedback gegeven dat het te weinig vragen waren in verhouding met de stof. Dit heb ik nu aangepast en de verdeling van de toetsvragen zo gemaakt dat ze gelijk stonden aan de leerstof. Ook worden er geen taal of rekenvaardigheden in de toets getoetst. Hij is puur gebaseerd op de te toetsen stof. Betrouwbaarheid van de toets: De vraagstelling was over het algemeen wel eenduidig aangegeven. Bij de invulvragen weet ik dit niet zeker. Toen ik de toets nakeek zag ik wel dat veel leerlingen hem anders hadden opgevat en er een ander woord hadden ingevuld dan dat ik verwacht had. Het kwam vaak op het zelfde neer maar de woordkeuze/begripkeuze was anders. Dit is wel een puntje van invul vragen. Als feedback heb ik van een leerlinge wel gekregen dat het niet te veel maar ook niet te weinig vragen waren. Dit vat ik op als een compliment voor de betrouwbaarheid van de toets. Voor de toets stond een uur. De leerlingen waren na 45 minuten klaar. Redelijk goede tijdsinschatting. Ik heb van te voren de toets met de leerlingen doorgenomen. Dit zorgde ervoor dat de leerlingen wisten wat er van hen verwacht werd. Ik heb niet, vlak voor tijd, een waarschuwing voor het einde gegeven. Dit ook omdat ze een kwartier eerder klaar waren dan de gegeven tijd. Ik heb voor het afnemen van de toets duidelijk vermeld hoe ze mij om hulp kunnen vragen en heb tijdens de toets gecontroleerd op spieken. Het was stil en rustig in de klas, eigenlijk geen afleiding. Qua correctiemodel is het bij openvragen altijd moeilijk. Ik heb hier zoveel mogelijk op proberen te letten bij het maken van het correctiemodel. Er zijn wel meer gesloten dan open vragen wat wel weer voor een hogere betrouwbaarheid zorgt. Transpiratie van de toets: Is denk ik wel duidelijk geweest voor de leerlingen. Ik heb eerder een tussentijdse toets gegeven. Hier heb ik ook gezegd dat dit een goede afspiegeling was van de eindtoets over een paar weken. De leerlingen wisten op welke manier ik toets. De censuur en normering is bekend bij de leerlingen. Dit staat op de achterkant van hun toets. Conclusie: Ik denk dat de toets op veel gebieden betrouwbaar en valide getoetst is. Mijn conclusie is dan ook dat er in een betrouwbare omgeving, met een valide toets kennis afgenomen is bij de leerlingen. Toets aanpassen ja/nee, omdat: Ja, de invulvragen zou ik aanpassen. Dit omdat de leerlingen nu zelf een woordkeus moeten maken in de zin. Ik zou nu eerder kiezen voor invulvragen met een lijstje met woorden om uit te kiezen. Dit is denk ik toch duidelijker voor de leerlingen.
29
P taak 5, het leerproces: volgen en beoordelen
Reflectie Tijdens het ontwikkelen van deze p taak zijn er voor mij veel leermomenten geweest. Ik heb van november tot maart een eigen 4e klas basis kader gehad die ik elke week 3 uren les gaf. Dit was ontzettend gunstig voor mijn p taak 5. Ik heb zelf alle lessen gemaakt bij het onderwerp assisteren van zieken en het verzorgen van zieken. In november ben ik met het onderdeel begonnen en heb deze in maart afgesloten. Dit zorgde ervoor dat ik alle leerlingen gedurende bijna een half jaar heb kunnen volgen en beoordelen. Omdat ik zelf alle lessen heb gegeven en gemaakt heb ik ook goed kunnen zien of mijn onderwijsleeractiviteiten effectief zijn geweest. Ik heb geleerd een beginsituatie en de behoeften van leerlingen te kunnen vaststellen. Dit heb ik tijdens de eerste les gedaan. Met een spel en een diagnostische toets. In het spel kwam naar voren wat de leerlingen graag wilden gaan leren en in de diagnostische toets heb ik getoetst wat de beginsituatie van de leerlingen was qua stof. Na het vaststellen van de beginsituatie heb ik evaluatiemiddelen onderzocht om het leerproces van de leerlingen de kunnen volgen. Ik heb gekozen voor een quiz en een so voor een tussentijdse toetsing. Dit heb ik halverwege de lessenserie gedaan. De resultaten waren uitmuntend. Of eigenlijk waren de cijfers bizar hoog. Op basis van deze uitkomst heb ik mijn onderwijsleeractiviteiten dan ook aangepast. In mijn lessen heb ik iets pittigere doelen vastgesteld om te behalen met de leerlingen. Daarnaast heb ik de eindtoets aangepast. (Die had ik al gemaakt voor de uitkomst van de so) Ik heb de toets iets pittiger gemaakt door er verschillende vraagvormen in te zetten en de vragen soms in een iets andere context te zetten. Ik heb daarna de uitkomst van de eindtoets geëvalueerd en de resultaten naast elkaar gezet. Ik vond zelf dat de censuur best hoog lag voor de leerlingen en ze hebben allemaal een voldoende. Het zijn goede gemiddelde cijfers geworden. Samen met mijn coach heb ik de uitkomsten van de toets besproken en zei zij dat dit goede cijfers waren voor deze klas en dat ze meestal rond deze cijfers scoren. Ik vond dat fijn om te horen. Om een beoordelingsmodel en een toets helemaal zelf te maken vond ik heel leuk om te leren/doen. Ik kan nu zelf een goede afweging maken tussen toetsvormen en waarom ik kies voor een bepaalde manier van toetsing op basis van achtergrondliteratuur. Zelf had ik graag een aantal toetsen van leerlingen bijgevoegd om te laten zien in dit product maar dit is helaas niet mogelijk. De toetsen moeten 1 of 2 jaar op de school blijven in verband met inspectie enzovoorts. Om nog verder in te gaan op de ontvangen feedback vond ik zelf niet passend omdat ik dit al duidelijk vermeld heb in het verslag van de evaluatie van de eindtoets.
30
P taak 5, het leerproces: volgen en beoordelen
Bijlage 1 feedback op so van stagedocent Feedback docent pjy op tussentijdse so Het is een afwisselende toets gelinkt aan wat je ze geleerd hebt. Hij mag wel moeilijker en wat langer. Hoi Anouk, Vragen katern 17. Toets vragen zijn leuk en de vraagvorm is afwisselend. Ze hebben een werkstuk moeten maken en je verwerkt dit in een vraag. Bij mening vragen zoals vraag 2 : minderpunten tellen; bv per twee antwoorden 1 punt Bij vraag 6 geld dit ook. Anders kunnen ze gemakkelijk scoren. Wel vragen gesteld waar ze in de les mee aan de slag zijn gegaan. Als ze opgelet hebben en geleerd dan kunnen ze de toets zo maken. Geef je veel stof op om te leren dan zijn dit te weinig vragen.
Dit was het. groeten Wilma van Ravesteijn
31
P taak 5, het leerproces: volgen en beoordelen
Bijlage 2 Feedback van de leerlingen op de so
32
P taak 5, het leerproces: volgen en beoordelen
Feedback van de leerlingen op de eindtoets
33