2012 P-taak 5 het leerproces volgen en beoordelen
Anne Adema Noordelijke Hogeschool Leeuwarden
Inhoudsopgave
Voorwoord ............................................................................................................................2 1.
Oriëntatiefase ...............................................................................................................3 1.1
Beginsituatie ...........................................................................................................3
1.2
Trainingen en literatuur .........................................................................................4
1.3 Leerstofinhoud ...........................................................................................................4 Samenvatting leerstofinhoud: .....................................................................................4 Leerdoelen: ...................................................................................................................4 Competenties: ..............................................................................................................4 Kerndoelen: ..................................................................................................................5 1.4 Beantwoording kernvragen taakomschrijving .........................................................5 2.
Ontwikkelfase ...............................................................................................................5 2.1 Onderwijsactiviteiten .................................................................................................5 2.2 Begeleiding ................................................................................................................6 2.3 Toetsingsmiddelen ....................................................................................................6 Middelen van evaluatie van leerprestaties ....................................................................7 2.4 Beoordelingsmodellen...............................................................................................8
3.
Uitvoeringsfase...........................................................................................................10 3.1
Tussentijdse evaluaties ....................................................................................... 10
3.2
Toetsing ................................................................................................................ 11
4. Evaluatiefase ................................................................................................................. 12 4.1 Feedback leerlingen ................................................................................................ 12 4.2 Feedback docenten ................................................................................................. 15 4.3 Eigen ervaringen......................................................................................................19 4.4 Bijstellingsvoorstellen .............................................................................................. 19
Voorwoord Om vast te stellen of het onderwijs dat gegeven wordt effectief is moeten er goede meetinstrumenten zijn. Afhankelijk naar wat gemeten moet worden kan er gekozen worden voor verschillende meetinstrumenten. In deze p-taak ben ik op zoek gegaan naar passende meetinstrumenten. Ik heb er voor gekozen om mijn p-taak 4 te koppelen aan p-taak 5. De meetinstrumenten die gehanteerd zijn heb ik allemaal zelf mogen uitkiezen. De lessenserie politiek die ik heb ontwikkelt heb ik in twee parallel klassen uitgevoerd. In de beginsituatie zal ik dieper op deze twee klassen in gaan en de enquête uitwerken die ik in deze klassen heb afgenomen. Het uitgangspunt voor mijn project politiek kan ik beschrijven door middel van twee vragen waarmee ik in breder verband met de leerlingen wilde nadenken. Hoe ziet de samenleving eruit? (beschrijvend) Hoe zou de samenleving eruit moeten zien? (normatief) De normatieve vraag richt zich ook gelijk op het participeren in de samenleving door de leerling. Het zou waardevol zijn wanneer het project politiek niet meer eenmalig in de vorm van tien aaneengesloten weken wordt aangeboden maar de opbouw krijgt van een portfolio. Hierdoor kunnen we beter de voortgang van een student meten. Het vak leren loopbaan burgerschap wordt wel gespreid aangeboden maar het zijn steeds gekaderde thema’s. Alle opdrachten of producten die de leerlingen mochten maken werden door mij geëvalueerd of nagekeken. De beoordelingen van de verschillende opdrachten zorgen samen voor de uiteindelijke beoordeling van het geheel. Op deze manier heb ik geprobeerd om de motivatie van de studenten te vergroten. Daarnaast heb ik ingezet op verschillende beheersingsvormen , dit sluit aan op de kerndoelen voor het vak. (analyseren, verwoorden, participeren e.d.)
1. Oriëntatiefase P-taak 5 gaat over de manier van toetsing zoals ik dat heb vormgegeven in het project politiek dat ik heb ontwikkeld voor p-taak 4. De doelen die gesteld zijn voor p-taak 4 zijn onderdeel van toetsing in ptaak 5. Hier begint een spannende discussie over het vak leren loopbaan en burgerschap. Sommige docenten zijn van mening dat leerlingen enkel een inspanningsverplichting hebben ten aanzien van dit vak. Ik heb ervoor gekozen, en ik voel mij gesteund door wat ik heb gelezen in het handboek vakdidactiek Maatschappijleer, om de kerndoelen voor dit vak boven aan te zetten en vanuit dit vertrekpunt het project te schrijven en passende evaluatiemiddelen te ontwerpen. 1.1 Beginsituatie De twee klassen die ik heb mogen begeleiden zijn JM1Aen JM1B. Deze klassen volgen allebei de mbo opleiding juridisch medewerker zakelijke dienstverlening niveau 4. Vooraf heb ik een enquête afgenomen om te peilen in welke mate de leerlingen geïnteresseerd zijn in het onderwerp politiek en hoe bekwaam ze zichzelf vinden met betrekking tot dit onderwerp, deze enquête vindt u in de uitwerking van p-taak 4. Direct na het corrigeren van de eerste opdracht en het geven van de eerste les aan beide klassen viel het mij op dat er verschillen zijn in beide groepen. De enquête heeft een aantal belangrijke uitkomsten die niet genegeerd kunnen worden bij het ontwerpen van het lesproduct: 1. Leerlingen hebben het gevoel over enige voorkennis te beschikken met betrekking tot de politiek. Ze geven aan zich in enige mate te herkennen in de eerste stelling. 2. De klas is verspreid over leerlingen die wel geïnteresseerd zijn in de politiek tot leerlingen die aangeven er geen affiniteit mee te hebben. 3. De leerlingen beoordelen hun capaciteiten met betrekking tot het verwoorden van hun mening ten opzichte van maatschappelijke onderwerpen niet hoog of laag. 4. De leerlingen vinden het onderwerp politiek bovengemiddeld belangrijk. 5. Verreweg de meeste leerlingen vinden het fijn om vooraf te weten wat ze de komende weken moeten doen. 6. De leerlingen geven aan het prettig te vinden om met klasgenoten samen te werken. 7. Een groot deel van de leerlingen vindt het niet bijzonder belangrijk om te weten waarom ze een opdracht moeten doen. Een groter deel vind het zeer belangrijk om te weten waarom ze een opdracht moeten doen en een verwaarloosbaar gedeelte vindt het onbelangrijk om te weten waarom ze een opdracht moeten doen. 8. De meeste leerlingen vinden het leuk om een grote vrijheid te hebben als het gaat om het bedenken en ontwerpen bij opdrachten. 9. De klas is verdeelt over de vraag of ze het fijn vinden om elke les een opdracht in te leveren. Sommige leerlingen vinden de structuur waarschijnlijk erg fijn terwijl andere leerlingen de frequentie van iedere les een opdracht wat al te arbeidsintensief vinden. 10. De leerlingen vinden het in hoge mate prettig als de opdrachten lijken op het echte leven. Het gebruik van simulatie in het lesproduct zal dus waarschijnlijk aanslaan bij de leerlingen.
1.2 Trainingen en literatuur Bij de trainingen leren lesgeven en volgen en beoordelen hebben we nagedacht over hoe je een goede toets moet maken. De verschillende overwegingen die er zijn om een goed evaluatiemiddel te kiezen en de discussie over subjectieve en objectieve evaluatiemiddelen. Veel evaluatiemiddelen die ik heb gekozen kunnen erg subjectief worden beoordeeld. Door de kerndoelen in het oog te houden en door beoordelingsmodellen te maken voorkom je willekeur bij het beoordelen. In eerste instantie had ik geen beoordelingsmodellen gemaakt maar bij het uitvoeren van het project kwam ik erachter dat dit onmisbaar is en heb ik ze alsnog toegevoegd en gehanteerd. 1.3 Leerstofinhoud De inhoud van de leerstof is afhankelijk van wat de leerlingen moeten leren. De kerndoelen , die ik vaker in dit verslag zal noemen , waren daarbij maatgevend. De kennis die de leerlingen bij het werken met dit project moeten verwerven is afhankelijk van de andere doelen. Ze moeten voldoende kennis verwerven om enig politiek oordeelsvermogen te bezitten en om te kunnen participeren in de maatschappij/politiek als belangtellend burger.
Samenvatting leerstofinhoud: Het project Politiek geeft aandacht aan maatschappelijke vraagstukken en aan het functioneren van de democratische rechtstaat. Het project is opgezet aan de hand van de probleemstelling dat de jongeren te weinig participeren in de politiek en de politiek te weinig rekening houdt met jongeren. Het accent ligt op het oefenen van de politieke geletterdheid om daardoor politiek oordeelsvermogen te verwerven gebaseerd op een persoonlijk consistent stelsel van normen en waarden met als doel het vermogen te verkrijgen tot politieke participatie. Hierbij gaat het dus om het verwerven van kennis , het aanmeten van een maatschappelijk betrokken houding en het trainen van vaardigheden die hierbij noodzakelijk zijn. In dit project staat het actief leren van de cursist centraal. Leerdoelen: -
Je onderzoekt hoe politici kiezers proberen over te halen Je schrijft een ingezonden brief gericht aan een politicus naar de krant Je richt een politieke partij op Je schrijft een verkiezingsprogramma. Je houdt een speech om kiezers te overtuigen Je neemt deel aan een Lagerhuis debat. Je overlegt en vergadert regelmatig met je groepsgenoten Je maakt de opdrachten samen met je groepsgenoten ( groepsgrootte: 4 leden) Je reflecteert op het samenwerken met je groepsgenoten
Competenties: de leerling doet onderzoek en analyseert de verzamelde informatie de leerling formuleert en rapporteert de leerling kan mondeling zowel intern als extern informatie verstrekken; de leerling kan informatie vastleggen de leerling toont gedrevenheid en ambitie de leerling plant en organiseert de leerling creëert en innoveert
de leerling beslist en neemt initiatief
Kerndoelen: politieke geletterdheid (het cognitieve niveau) politiek oordeelsvermogen (het affectieve of waardeniveau) het vermogen tot politieke participatie (het handelingsniveau) bron: handboek vakdidactiek maatschappijleer 1.4 Beantwoording kernvragen taakomschrijving De toetsen zijn opgesteld aan de hand van de kerndoelen die gesteld zijn voor het domein politiek binnen het vak leren loopbaan en burgerschap. In deze paragraaf wil ik ingaan op de taken die de leerlingen moesten voldoen en wil ik ingaan op de kerndoelen of kernvragen die leidend waren bij het project. De validiteit van een toets is onder andere afhankelijk van de verdeling van de toetsstof. Ik heb geprobeerd om deze verdeling zo goed mogelijk te maken door de leerlingen opdrachten te laten maken waarbij ze verschillende fasen moesten doorlopen. Als we kijken naar opdracht 1 waarbij de leerlingen een recensie mochten maken dan kunnen we daar verschillende fasen in ontdekken. De eerste fase is het kijken naar een documentaire. In een onderwijs leergesprek probeer ik de voorkennis van de leerlingen te prikkelen maar vooral ze te bewegen om veel voorkennis los te laten en op een andere manier naar politiek te kijken. De documentaire gaat over de invloed van de media op de politiek. Leerlingen krijgen voorbeelden te zien van politici en mediadeskundigen beoordelen hun optreden. Hoe komen politici over op de televisie? Zijn ze betrouwbaar, daadkrachtig, innemend enzovoorts. In de tweede fase nemen de leerlingen de informatie in zich op maar gaan ze daar ook vragen bij stellen. Ik heb bij het kijken naar de documentaire het beeld een aantal keer stop gezet om met de leerlingen in gesprek te gaan. Wat zien we hier, wat wordt er gezegd? Vervolgens gaan de leerlingen in de recensie dat wat ze gezien hebben samenvatten. Daarna vormen ze een eigen mening over dat gene wat ze gezien hebben en trekken ze het in een breder verband. Wat we in deze opdracht zien is dat de studenten moeten analyseren, rapporteren en concluderen. Feitelijk is het getoetste tweeledig. Enerzijds wordt er inhoud getoetst, welke kennis de leerling heeft opgedaan of wat de leerling geleerd heeft aan vaardigheden met betrekking tot de politiek. Anderzijds worden er competenties getoetst die van belang worden geacht bij de opleiding tot secretarieel juridisch medewerker, zoals het kunnen rapporteren en het vast leggen van informatie (ordenen, structureren). Bij het ontwikkelen van het project politiek was het belangrijk om opdrachten / evaluatiemiddelen te ontwerpen die aansluiten bij de manier van werken op de stageschool. Hiervoor heb ik gekeken naar projecten die worden gegeven op het Noorderpoort college en naar mijn eigen ideeën over een krachtige leeromgeving. De resultaten uit de enquête heb ik gebruikt om aan te sluiten bij de behoefte van de studenten. In de enquête geven de studenten aan het fijn te vinden om met klasgenoten samen te werken en zodoende moet er bij een groot aantal opdrachten worden samengewerkt.
2. Ontwikkelfase
2.1 Onderwijsactiviteiten Elke week gaf ik twee klassen twee blokuren het vak leren loopbaan en burgerschap en daarvan het project politiek. In p-taak 4 is weergegeven welke opdrachten de leerlingen mochten uitwerken.
2.2 Begeleiding Op het Noorderpoort college werkten ze al een tijdje met een project politiek voor het vak leren loopbaan en burgerschap maar dit project wilden ze schrappen. Het project was erg gericht op de verkiezingen en was gezien de maatschappelijke ontwikkelingen gedateerd geworden. Aan mij is gevraagd of ik een nieuw project wilde schrijven en aangezien ik dit goed kon gebruiken voor mijn ptaken was ik erg blij met deze vraag. Mijn coach heeft mij begeleidt bij het maken van dit project, een aantal weken hebben we iedere dinsdag overlegd over de inhoud en de vorm van het project.
2.3 Toetsingsmiddelen De opdrachten worden aan het einde van iedere les ingeleverd. Alle opdrachten maken deel uit van de toetsingsmiddelen, dit met doel om te komen tot een zo goed mogelijke afstemming tussen de toetsen en de leerinhouden. Overzicht puntentelling, controlelijst Naam/klas: Leden groep: Onderwerp:
Individueel recensie
7
beoordeling docent opdracht 2
opdracht 3
opdracht 4
opdracht 5
V/O
groep verkiezingsprogramma groep speech beoordeling docent
10 10
Individueel ingezonden brief beoordeling docent
11
V/O
V/O
Individueel politieke stromingen 12 vroeger en nu beoordeling docent
V/O
Debat klein Lagerhuis beoordeling docent
V/O
14
Aantal punten gehaald
opdracht l
Maximum aantal punten
6 6
Opmerkingen
goed doorlezen handleiding groep samenstellen
Afgerond (afvinken ) Einddatum
Week (uiterlijk)
Actie
Onderdeel Inleiding
Evaluatie
beoordeling docent
15
Opdracht 1/5 beoordeling docent + evaluatie
V/O. V/O
Middelen van evaluatie van leerprestaties Ik heb ingezet op verschillende middelen van evaluatie van leerprestaties. Juist bij een onderdeel als het project politiek gaat het niet alleen om een kennisbasis maar vooral ook om het verwerven van vaardigheden om te kunnen participeren in de maatschappij. Schriftelijke opdrachten: -
Het schrijven van een recensie Het beantwoorden van vragen over politieke stromingen e.d.
Presentaties: -
Het presenteren van een politieke partij d.m.v. het houden van een speech. Het presenteren van het verkiezingsprogramma.
Simulatie: - Het naspelen van een Lagerhuis debat. Actieopdrachten: -
Het oprichten van een politieke partij.
Rapportage van verrichte activiteiten: -
Het maken van een taakverdeling/ plan van aanpak Het schrijven van logboeken/notulen
2.4 Beoordelingsmodellen
Doelen van toetsing
Inleiding
Kern
Je onderzoekt hoe politici kiezers proberen over te halen Beoordelingskader opdracht 1 - Is er sprake van een o/v/g pakkende inleiding? -
-
Conclusie
-
Eigen mening
-
Beoordeling
-
Waar ging de documentaire over? Wat heeft de student geleerd van de documentaire? Benoemd de student voorbeelden uit de documentaire? Wat betekent de documentaire voor de manier waarop we moeten kijken naar de democratie?
o/v/g
Heeft de student zijn eigen mening ten aanzien van de documentaire verwoord? (bijvoorbeeld: discussie democratie en mediacratie) alle 4 goed = goed ¾ voldoende of hoger = voldoende 2 onvoldoende = onvoldoende
o/v/g
o/v/g
o/v/g
Je richt een politieke partij op Je schrijft een verkiezingsprogramma. Je houdt een speech om kiezers te overtuigen
Samenwerken
Brainstormfase Inhoud
Beoordelingskader opdracht 2 - Hebben alle leerlingen een evenredige inzet geleverd? - Heeft de groep een plan van aanpak of taakverdeling gemaakt? - Zijn de vragen uit de handleiding doorlopen? - Is er sprake van één geheel wanneer het verkiezingsprogramma en de speech onderling
Basisdocument is het plan van aanpak of de taakverdeling bewijs zijn de logboeken of de notulen Zie vragen bij brainstormfase leerling-handleiding - Zie kerndoel over politieke geletterdheid en politiek oordeelsvermogen.
Deze kerndoelen grijpen terug op het basisprincipe dat de leerlingen moeten komen tot een consistent stelsel van normen en waarden. - Is de speech - Is gebruik gemaakt van motiverend en voorbeelden? aansprekend? - De speech moet GEEN opsomming zijn van het verkiezingsprogramma. - Is het - Is er genoeg variatie in verkiezingsprogramma de onderwerpen die volledig? gekozen zijn voor het - Zijn de standpunten verkiezingsprogramma? uitgewerkt? - In het geval van een one- issue partij , is het issue voldoende uitgewerkt en in samenhang met een groter verhaal uitgelegd? - Is benoemd waarom een standpunt is opgenomen / gekozen en op welke manier dit standpunt bereikt gaat worden? Volgende stukken moeten ingeleverd worden: 1. Brainstormfase 2. Plan van aanpak/ taakverdeling 3. Notulen/logboeken 4. Verkiezingsprogramma 5. Speech -
Speech
Verkiezingsprogramma
Beoordeling
vergeleken worden? Spreken de standpunten elkaar niet tegen?
-
Minimum: Verkiezingsprogramma en speech moeten voldoende beoordeeld worden en daarnaast moet nog één stuk voldoende beoordeeld worden. Je schrijft een ingezonden brief gericht aan een politicus naar de krant
Onderwerp
Opmaak
Eigen mening Beoordeling
Beoordelingskader opdracht 3 De probleemstelling is duidelijk verwoord. De achtergrond van het probleem is verwoord. Het is voor de lezer duidelijk aan wie de brief gericht is. De brief heeft de lengte van een ingezonden brief. De brief is in correct Nederlands geschreven. De brief heeft een logische opbouw. De leerling verwoord en onderbouwd zijn eigen mening.
Wat levert het op wanneer het probleem opgelost wordt?
De leerling kan de eisen van een ingezonden brief op het internet opzoeken.
De eigen mening ten aanzien van het probleem. Ondergrens is 2/3 voldoende Je doet onderzoek en analyseert de verzamelde informatie
Beoordelingskader opdracht 4 Alle vragen zijn beantwoord
Tenminste 13 van de 15 vragen zijn beantwoord. 13 van de 15 vragen zijn volledig beantwoord. -
o/v/g
De vragen zijn volledig o/v/g beantwoord De vragen zijn individueel of o/g in tweetallen beantwoord Beoordeling: o/v/g Je neemt deel aan een Lagerhuis debat. Beoordelingskader opdracht 5 Samenwerken
De leerlingen hebben de taken evenredig verdeelt.
Inhoud
Bij elk standpunt zijn de voordelen en nadelen tegen elkaar afgewogen.
Deelname
De leerling participeert in het debat.
Beoordeling:
Aantoonbaar aandeel in samenwerking O/G Inhoudelijke beoordeling van de groep O/G Deelname aan het debat O/G
Elke leerling heeft aantoonbaar een aandeel gehad in de samenwerking. Niet alleen voordelen en nadelen benoemen maar ook hoe deze te tackelen zijn.Of; hoe reageer je op de argumenten van je opponenten. Iedere leerling neemt deel aan het debat. onvoldoende/goed
3. Uitvoeringsfase 3.1 Tussentijdse evaluaties Voor het project werkten de leerlingen steeds aan opdrachten. Deze opdrachten werden aan het einde van de les steeds ingeleverd. De opdrachten keek ik direct na en de volgende les maakte ik de resultaten bekend aan de leerlingen. Ik heb ervoor gekozen om de opdrachten te linken aan de kerndoelen voor het vak. De opdrachten waren vaak in de vorm van een simulatie of een evaluatie. Ik vind het belangrijk om snel de resultaten terug te geven aan de leerlingen, ik heb gemerkt dat dit hun motivatie vergroot. Voor mij was het fijn om op deze manier de voortgang van de leerlingen inzichtelijk te houden. Ik kon vroegtijdig signaleren wanneer een leerling moeite had met de opdrachten en hier op anticiperen. De studenten moeten niet het idee krijgen dat je hun afrekent op slechte prestaties. Op school moeten ze de mogelijkheid krijgen om te leren en vooral om van hun fouten te leren. Ik heb geprobeerd om in de opzet van de lessen de leerlingen altijd de gelegenheid te geven om opdrachten te verbeteren.
3.2 Toetsing Per opdracht heb ik de leerprestaties van de leerlingen per klas bijgehouden.
Wanneer we de uitslagen bekijken van de verschillende klassen vallen er een aantal dingen op. Bij klas JM1A hebben alle leerlingen het project politiek voldoende afgesloten , behalve twee leerlingen die het vak niet gevolgd hebben. Dit heb ik aangegeven door de letters N.A. (niet aanwezig). Klas JM1B scoort beduidend slechter, daar hebben ongeveer zes leerlingen het project niet voldoende afgesloten. Momenteel ben ik nog in gesprek met mijn coach hoe we dit gaan afronden omdat een aantal leerlingen net niet voldaan heeft aan de ondergrens. Bij klas JM1B viel één les door een staking van de docenten uit. Hierdoor hebben ze opdracht drie allemaal niet gemaakt.
4. Evaluatiefase
4.1 Feedback leerlingen
4.2 Feedback docenten
4.3 Eigen ervaringen Ik heb met veel plezier gewerkt aan het ontwerpen en uitvoeren van p-taak 5. Het is leuk om met leerlingen bezig te zijn en ze te helpen bij hun eigen ontwikkeling. Juist het politieke domein bied ruimte voor dialoog, discussie, divergentie en hogere orde denken. Ik heb niet alleen de studenten kunnen helpen bij hun ontwikkeling maar ze zijn van grote waarde geweest bij mijn eigen ontwikkeling. Hun feedback gaf mij inzicht in mijn eigen functioneren en hoe ik dit kan verbeteren. Ze gaven aan wanneer ik te veel aan het woord was. Ze vertelden wanneer er te weinig tijd gegeven was voor een opdracht. Ze wezen me erop wanneer ik te hoogdravend taalgebruik opgenomen had in de leerlingenhandleiding. Mijn leerlingen waren proefkonijnen in mijn experiment. Dit hebben ze uitstekend gedaan. Ik ben gemotiveerd en gecorrigeerd en heb in korte tijd een band op kunnen bouwen met de leerlingen. Alhoewel het project op papier hetzelfde blijft hoe vaak ik deze ook kopieer in de uitvoering kunnen er grote verschillen zijn. Het lesgeven aan klas JM1A was heel anders dan het lesgeven in klas JM1B. Daarnaast hangt het sterk af van de persoon die het lesproduct aanbied aan de klas. Bij een aantal opdrachten traden de leerlingen op als medebeoordelaar. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het presenteren van de politieke partijen en het Lagerhuis debat. Bij de politieke partijen mogen de studenten een stem uitbrengen op een politieke partij naar keuze behalve op hun eigen politieke partij. In het geval van het Lagerhuis debat geeft een steeds wisselende jury zijn mening over het debat dat zojuist gevoerd is. Het gegeven dat ik niet vaak in discussie hoefde te gaan met studenten omdat ze het niet eens waren met de beoordeling sterkt mij in het gevoel dat ik erin geslaagd ben op een goede manier het werk van de studenten te beoordelen. Het gevaar aan een project als deze is dat het organisatorisch veel vraagt van de docent. De logboeken/notulen , plannen van aanpak / taakverdeling, opdrachten enz. moeten allemaal worden bekeken , gecorrigeerd en van feedback voorzien. In twee klassen heb ik twee verschillende manieren gebruikt om het werk te verzamelen. In de ene klas heb ik de leerlingen alles zelf laten bewaren in mapjes. In de andere klas heb ik zelf alles in één snelhechter bewaard onder tapbladen. De laatste methode vond ik zelf het prettigst werken omdat er geen spullen zoekraken. Het verschil tussen de beide klassen aan het einde van de streep, degene die het project wel en zij die het project niet naar behoren hebben afgesloten, is ook terug te zien bij andere docenten. Enerzijds vind ik het jammer dat ik er niet in geslaagd ben om ze beter te laten presteren , aan de andere kant zegt het misschien iets over de betrouwbaarheid van de toetsingsmiddelen omdat het bij andere docenten ook het geval is. 4.4 Bijstellingsvoorstellen Ik had verwacht dat de leerlingen beter zouden kunnen samenwerken en daarom had ik geen (gedeelte van een) les ingepland om hier aandacht aan te besteden. De volgende keer dat ik een dergelijk project uitvoer zal ik dit zeker meenemen, in p-taak 4 heb ik hier aandacht aan besteed. Als leerlingen niet goed samenwerken zorgt dit voor een minder kwalitatief eindproduct waardoor je ruis krijgt bij de beoordeling. Het is lastig om leerlingen in een simulatie goed te beoordelen. Sommige leerlingen participeren niet tijdens zo’n simulatie. Ik heb hier wel voorwaarden voor gesteld, bijvoorbeeld dat iedereen minimaal 2 keer aan het woord moet zijn geweest maar dat had niet het gewenste effect. Daarnaast weiger ik alleen die leerlingen te laten debatteren die hier van nature goed in zijn. Wellicht moeten de leerlingen hier vaker mee oefenen en is zo’n eerste keer nog niet geschikt voor een beoordeling.