Het Kind in het Onderwijs / Het Leerproces van de Mens
1
Het Kind in het Onderwijs / Het Leerproces van de Mens Inleiding.................................................................................................................................................................... 3 Werkwijze en doel..................................................................................................................................................... 4 Wat houdt leren in?................................................................................................................................................... 5 Er wordt altijd iets geleerd. ...................................................................................................................................... 8 Ontwikkeling van concreet beleven naar abstract denken. ...................................................................................... 8 Leervaardigheid en prestatievermogen. ................................................................................................................... 8 Het informatieverwerkingsproces............................................................................................................................. 9 Factoren in de horoscoop waarmee het informatieverwerkingsproces mede te interpreteren is.............................10 Speciale posities van Mercurius.............................................................................................................................. 11 Belangrijke ontwikkelingsgebieden. ..................................................................................................................... 13 - De emotionele ontwikkeling............................................................................................................................... 14 - De sociale ontwikkeling. .................................................................................................................................... 14 De werking van de planeten in de kinderhoroscoop............................................................................................... 14 Belangrijke ontwikkelingsmogelijkheden............................................................................................................... 15 Transits en progressies. .......................................................................................................................................... 16 Secundaire progressies............................................................................................................................................ 16 Nogmaals de Retrograde Mercurius. ...................................................................................................................... 16 Tot slot….................................................................................................................................................................18 Horoscoopduidingen............................................................................................................................................... 21 Lenny....................................................................................................................................................................... 21 Nienke .................................................................................................................................................................... 22 Lara..........................................................................................................................................................................23 Henneke................................................................................................................................................................... 25 Yolanda................................................................................................................................................................... 27 Helga....................................................................................................................................................................... 29 Literatuurlijst........................................................................................................................................................... 32
2
Inleiding Dit werkstuk gaat over leren. Het leren zoals dat in het onderwijs wordt gedaan is daar een onderdeel van. Aanvankelijk was mijn idee om ‘Het Kind in het Onderwijs’ als onderwerp te nemen. Ik heb 25 jaar in het onderwijs gezeten. Eerst als kleuterleidster. Toen kleuterschool en lagere school samengevoegd werden tot basisschool heb ik in alle groepen les gegeven. Gewoonlijk had ik een eigen klas, maar ik heb ook met kinderen in groepjes en soms met een kind apart gewerkt. Hierdoor heb ik het leerproces niet alleen gezien, gevolgd en geprobeerd te ondersteunen in bijna alle leeftijdsgroepen in het basisonderwijs, maar kreeg ik ook enig idee dat ieder kind de aangeboden lesstof en de leersituaties op eigen manier oppikte, interpreteerde en reproduceerde. Toen onze oudste zoon rond zijn negende jaar - in de begintijd van de basisschool - vast kwam te zitten met rekenen en taal, kwam hij in het speciaal onderwijs terecht Binnen niet al te lange tijd kwam hij stap voor stap in het spoor terug; hij snapte weer precies waar het over ging, behaalde goede resultaten en werd weer een vrolijk, zelfverzekerd kind dat met plezier naar school ging. Mijn belangstelling voor hoe dit in zijn werk was gegaan was hiermee gewekt. Wanneer daarna een kind buiten de boot van het onderwijssysteem viel, was ik zeer geïnteresseerd in het vinden van een manier om zo een kind op zijn/haar manier en in zijn/haar tempo te begeleiden. Ik ben nu al aardig wat jaren uit het onderwijs, maar kinderen en de ontwikkeling die zij doormaken hebben nog volop mijn belangstelling. Door de studie Astrologie gaf de kennis hiervan mij het inzicht, hoezeer ieder mens en daarmee ieder kind op zijn eigen manier in elkaar zit. De informatie die een horoscoop geeft helpt me onder andere begrijpen, hoe ieder persoon op de eigen manier informatie tot zich neemt, verwerkt en weer naar buiten brengt. Ik schafte mij het boek ‘De Horoscoop van uw Kind’ van Anita Cortesi aan om mij hierin wat kinderen betreft verder te verdiepen. Een bijkomstig gevolg hiervan was, dat ik bij het duiden van de horoscoop van volwassenen vragen ging stellen over het leerproces in hun jeugd aan de hand van wat hierover in bovenstaand boek beschreven stond. Dit heeft tot verrassende conclusies geleid. Mijn idee over het onderwerp groeide. Toen ik hierover met mensen om mij heen van gedachten wisselde, hoorde ik van verschillenden, dat zij pas op latere leeftijd tot leren waren gekomen. De redenen daarvoor waren divers, zoals -
geen zin in leren, bijvoorbeeld omdat andere dingen veel leuker waren
-
vonden het leren op school gewoon moeilijk,
-
leerde alleen dàn wanneer men er zin in had,
- konden wel goed leren, maar werden thuis op verschillende manieren ontmoedigd. Veel van deze mensen hebben op latere leeftijd opleidingen gevolgd en met succes afgerond. Daarnaast ken ik mensen, die het op school ‘niet goed deden’, daarna ook geen opleiding in een andere onderwijsinstelling gevolgd hebben, maar zich desondanks een prettige, respectabele en - soms ook financieel - comfortabele positie in de maatschappij verworven hebben. Hun leerproces lag voor het grootste deel in de maatschappij zelf en bij hun vermogen op die maatschappij te anticiperen.
3
Ik stelde mijn idee bij; het onderwijs is slechts een deel van de leeromgeving van het kind en de volwassene. En ook al is dat een belangrijk deel van de springplank naar de maatschappij, het totale leerproces omvat veel meer en wordt niet begrensd door onderwijsinstellingen. Daarnaast is het duidelijk, dat je in allerlei situaties je hele leven door op verschillende manieren van alles en nog wat blijft leren. Ik breidde mijn idee dan ook uit naar ‘Het Leerproces van de Mens’. Werkwijze en doel. Met bovenbeschreven idee voor ogen wilde ik onderzoeken of en hoe het proces van het leren vanuit de horoscoop duidelijk gemaakt kon worden. Aangezien Mercurius informatieverwerking en het leggen van verbanden vertegenwoordigt ging ik deze als eerste bestuderen in de horoscoop; -
het teken en daarmee element, kruis en polariteit waar hij in staat
-
het huis waar hij in staat
-
de aspecten die hij maakt
-
direct- of retrogradegang
-
als Huisheer
- als Mundaan Heer drie Daarnaast het teken Tweelingen; -
welke planeten staan er in Tweelingen
-
welke cusp staat in Tweelingen en daarmee;
- welk huis wordt beïnvloed door het teken Tweelingen en dus ook door Mercurius En dan ook nog; -
in welk dierenriemteken staat het derde huis en daarmee;
- welke planeet heerst over het derde huis. Al deze gegevens gelden vooral voor het lagere onderwijs Voor het hogere onderwijs geldt in deze het negende huis, Jupiter – de planeet van onder andere groei, expansie , het verbinden van meningen en ideeën tot een geloof of een idee - en het teken Boogschutter. Uranus als planeet van onder andere flitsend kunnen denken, plotselinge intuïtieve invallen, heeft hier ook een belangrijke plaats, zeker als hij in aspect staat met Mercurius of Jupiter. Dit alles gaat over het leren zelf. Maar in een leerproces schakelt het kind zowel als de volwassene de rest van zijn persoonlijkheid niet even uit. In dat verband bestudeer ik daarnaast eventueel dan ook de (ontwikkeling van) de gehele persoonlijkheid. Maan, Ascendant, Venus, Mars en Zon (het dierenriemteken waar de Zon in staat is je sterrenbeeld) worden zonodig ook onder de loep genomen, evenals Jupiter en als belangrijke factor voor de persoonlijkheidsontwikkeling Saturnus Wanneer de transsaturnale planeten Uranus, Neptunus en Pluto een aspect met de persoonlijke planeten maken kunnen ze in het totaalplaatje meegenomen worden. Ook de Maansknopen bekijk ik bij het leerproces. Dit zijn fictieve punten aan de hemel (daar waar de maanbaan en de zonnebaan elkaar kruisen), de Noordelijke- en de Zuidelijke Maansknoop. Teken en huis van de zuidelijke maansknoop laten zien wat we automatisch geneigd zijn te doen, wat we goed en makkelijk kunnen. Teken en huis van de noordelijke maansknoop
4
laten zien welke nieuwe vaardigheden we op zouden willen doen en welke nieuwe gebieden we zouden willen leren kennen. Wat ik met deze bestudering wil bereiken is; vooral duidelijk krijgen hoe bij ieder mens apart het leren in zijn werk gaat en hoe dit al dan niet in wisselwerking met de rest van zijn persoonlijkheid staat. Hierbij vind ik het belangrijk begrip te doen ontstaan over hoe al deze zaken voor iedereen apart weer anders in elkaar zitten. Zoals ik in de inleiding al schreef interesseer ik mij al langer voor het hoe en waarom een kind in de onderwijsboot past of daar buiten valt. Met de aanwijzingen die uit de horoscoop te halen zijn, zou ik graag ouders, opvoeders, (beroepsmatige) hulpverleners enzovoorts inzicht en ondersteuning willen geven bij het opvoeden en hulpverlenen. Dit, om het kind een optimale kans te geven zich harmonieus te ontwikkelen. Voor wat betreft de volwassenen, die om welke reden dan ook in hun jeugd niet tot leren gekomen zijn en de oorzaken - maar ook alsnog de mogelijkheden - daarvan belicht willen zien; ook bij hen stel ik voorop te proberen hen inzicht te geven in dit hele proces, zowel in het verleden als in het heden. En last but not least; wat zou het toch mooi zijn als hieruit voortvloeide dat -
de betreffende horoscoopeigenaar hierdoor adequaat ondersteuning krijgt in zijn leerproces
-
er zoveel mogelijk begrip voor elkaar zou ontstaan en groeien.
Wat houdt leren in?
Dit was de vraag die als logisch gevolg van bovenstaande bij me opkwam.
Ik heb het woordenboek erop nageslagen om een definitie van leren te kunnen geven en vond vele betekenissen van het woord leren. In verband met een leerproces vond ik enkele omschrijvingen; -
wijzer maken
-
doen inzien
-
brengen tot
Over het leren waar dit werkstuk over gaat vond ik wat definities in het boek ‘Leren en Instructie’ van Monique Boekaerts en P. Robert-Jan Simons; -
kennis verwerven
-
iets van buiten leren
-
een regel leren toepassen
-
een vaardigheid verwerven
-
vooruitgang boeken
- door (een of meerdere van deze) processen een andere houding aannemen. Leren is een complex proces, dat zich manifesteert als een relatief stabiele verandering in iemands gedrag. Het is een actief proces, dat toe te schrijven is aan een informatieverwerkingsproces. Dat informatieverwerkingsproces speelt een belangrijke rol in het leerproces van de mens, maar heeft een wisselwerking met allerlei andere factoren.
5
De eerste aanzet tot het informatieverwerkingsproces.
Zeker in het eerste levensjaar leeft het kind vanuit een geheel onbewuste zijnstoestand, waarin het bijzonder veel aan de moeder ontleent. Volkomen onbewust reageert het feilloos op zowel bewustzijn als onbewuste van de moeder en leert zo ongemerkt al heel veel. De invloed van de moeder is groot en haar houding tegenover het kind (die vaak grotendeels onbewust is) geven het kind al bepaalde indrukken. Wat dit betreft blijken ook andere personen in de wereld van het zeer jonge kind een sleutelrol te vervullen, zoals de vader en/of een vaste verzorger/ster, broertjes, zusjes, opa, oma, buren, enzovoorts. Doordat het pasgeboren kind zich als een eenheid met de moeder ervaart, ervaart het de omgevende personen via (de gevoelswereld van) de moeder. De houding van de moeder en de andere sleutelfiguren is het gevolg van heel wat factoren, zoals het eigen karakter, al of niet verwerkte problemen, angsten, optimisme dan wel pessimisme, de houding tegenover hun eigen ouders, de rol in het cultuurpatroon, opvattingen ten aanzien van kinderen ten gevolge van de cultuur en de maatschappij waarin ze leven, en ga zo maar door. Al die zaken zijn op een complexe manier verweven tot een houding, ook tegenover het kind, waarvan we ons lang niet altijd bewust zijn. Sterker nog, het blijkt maar al te vaak dat onze bewuste houding tegenover kinderen heel anders is dan ons onbewuste gedrag weerspiegelt. Zo kan een kind in de zuigelingentijd al onbewust in een richting worden geduwd langs de weg van de onbewuste en niet-verbale, maar wel zo sterke ‘communicatie’ met de onbewuste wereld van de moeder, dan wel verzorger/ster. Die ervaringen kunnen een geweldig stempel op het kind drukken. Omdat er echter nog geen sprake is van een persoonlijk bewustzijn van het zeer jonge kind, zal het later als volwassene moeilijk kunnen aangeven wat er nu precies gebeurd is en daarmee wat er aan bepaalde problemen ten grondslag ligt. De zuigelingentijd is ook bijzonder belangrijk voor wat de ontwikkeling van de menselijke hersenschors betreft. De dichtheid van het neuronennetwerk neemt in de loop van de maanden na de geboorte drastisch toe; er komen dus steeds meer verbindingen tussen de hersencellen. Het blijkt dat bij kinderen die bepaalde ervaringen in hun eerste levensjaren niet opdoen, bepaalde verbindingen niet tot stand komen. In die eerste jaren wordt er dus een basis, een soort netwerk geschapen waarop we ons hele verdere leven (moeten) voortborduren. Ontbreken bepaalde verbindingen, dan zal het ons in ons volwassen leven grote moeite kosten alsnog bepaalde schakels te vormen. Nemen we bijvoorbeeld de ontwikkeling van de spraak, dan zien we dat het kind – als het 3 á 4 maanden oud is – speelse geluidjes begint te maken. Het doet de geluiden na die het hoort en legt hiermee de basis voor het leren spreken. Als de moeder met het kind praat, luistert het naar haar stem en antwoordt op een gegeven moment met geluidjes. Zo ongeveer in het begin van het tweede levensjaar spreekt een kind de eerste woordjes.
6
Een ontwikkeling zoals de afbeeldingen in de schors in het gebied van Broca (taalproduktie) laten zien; Voorwaarde is wel, dat het in staat is de samenhang tussen de klank van het woord en de inhoud te begrijpen; een klank hoort bij een persoon of ding. Om het een met het ander te kunnen combineren is een zekere rijpheid van de hersenen vereist. Woorden worden nagezegd en zelf uitgevonden. Wat door zijn omgeving wordt begrepen neemt het kind in zijn woordenschat op. Maar kan het er bij de contactpersoon geen reactie mee oproepen, dan verdwijnen die woorden weer. Dit geeft aan welke invloed de omgeving van het kind op zijn spraakontwikkeling kan en zal hebben, al naar gelang de taal van de gezinsleden minder of meer gedifferentieerd en de woordenschat armer of rijker is en in hoeverre er bereidheid is in te gaan op de vragen van het kind. Zo zullen ruimtelijke belevingen van jongs af aan onderdeel zijn van het leggen van een basis voor rekenbegrippen. Kruipt het kind bijvoorbeeld naar een speeltje dat wat verderop ligt, dan zal het op een fysieke manier ervaren hoe ver dat speeltje weg ligt, zowel qua ruimte als qua tijd. Is er later nog een ander kind dat dit speeltje ook wil pakken, dan zal het ervaren dat het een stuk sneller zal moeten kruipen om dat speeltje als eerste te kunnen bemachtigen.
7
Er wordt altijd iets geleerd. Aanvankelijk richt het kind zich op de concrete waarneming en is het nog niet in staat logisch-abstract te denken. Ook is het begrip van driedimensionale ruimte het jonge kind nog vreemd – het beziet de wereld vanuit zijn eigen standpunt - en de tijd kan nog niet begrepen worden als lineaire volgorde van uren en dagen. Het kind leeft nog volledig in het hier en nu en oriënteert zich aan de hand van wat het ziet en fysiek ervaart. Om nog even terug te komen op het speeltje dat wat verderop ligt; wanneer het kind dit al kruipend bereikt en oppakt, heeft het verschillende concrete ervaringen opgedaan. Zo heeft het de hardheid van de plavuizen of de zachtheid van de vloerbedekking kunnen voelen. Het kruipen op zich zal makkelijker gaan al naar gelang het kind dit vaker doet. Het duurt een bepaalde tijd eer het bij het speeltje is. Het oppakken van het speeltje is het bereiken van het doel, wat het kind blij kan maken. Hiermee doet het kind bepaalde ervaringen op. Verloopt deze situatie anders, dan zal het kind andere ervaringen opdoen. Stel dat regelmatig iemand in de omgeving ziet dat het kind naar het speeltje kijkt, dat speeltje voor hem oppakt en dit aan het kind geeft. Dit kind zal dan bovenstaande fysieke ervaringen niet opdoen. Wat het wel zal ervaren is, dat het alleen maar naar het speeltje hoeft te kijken om het in handen te krijgen. En als kijken niet helpt kan met de vinger wijzen of geluiden maken aangewend worden om het doel te bereiken. In beide situaties leert het kind dus iets. Ontwikkeling van concreet beleven naar abstract denken. Het wereldbeeld van het jonge kind zal veranderen als het ongeveer vijf jaar is. Meer en meer zal zijn subjectieve, magische wereldbeeld plaats maken voor een objectief en causaal denken. Door middel van en ondersteund door fysieke en concrete ervaringen zal de ontwikkeling van concreet beleven naar abstract denken plaats vinden. Gaat een eenjarig kind nog recht op zijn doel af, grijpt door de spijlen van de box heen de teddybeer en trekt die naar zich toe, ook als de beer duidelijk groter is dan de openingen tussen de spijlen, een vierjarig kind stelt zich deze poging al bij voorbaat voor en beseft dat het de teddybeer niet tussen de spijlen door kan trekken. Het praktische handelen van het kleine kind verplaatst zich door proberen- en mislukkenervaringen steeds meer naar het niveau van zijn voorstellingsvermogen. Het jonge kind leert dus spelenderwijs het een en ander, wat de ontwikkeling van concreet ervaren naar abstract denken ondersteunt en bevordert. Leervaardigheid en prestatievermogen. Komt een kind op de basisschool, dan zal het aanvankelijk van spelend leren in groep een overgaan naar zich moeten kunnen schikken in een bepaalde dagindeling en het uitvoeren van opdrachtjes met leerdoelen in groep twee. Hiermee wordt het kind voorbereid om als zesjarige in groep drie leerstof te kunnen opnemen, verwerken en reproduceren. Door de jaren heen wordt het logische denkvermogen complexer. Het leervermogen en het geheugen nemen steeds verder toe. Belangrijke factoren die de leervaardigheid en het prestatievermogen bepalen zijn onder andere;
8
-
motivatie
-
concentratie
-
plichtsbesef
-
uithoudingsvermogen
-
opnemingsvermogen
-
opmerkzaamheid
-
geheugen
De leervaardigheid en het prestatievermogen zijn individueel verschillend. Ouders en leerkrachten zien graag dat het leerproces soepel verloopt en zo veel mogelijk vruchten afwerpt. Het gebeurt echter maar al te vaak dat aan deze verwachting door het kind niet voldaan wordt en/of kan worden. Al vaak heb ik ouders en leerkrachten horen verzuchten; “Had ik maar een gebruiksaanwijzing voor dit kind, maar ja……” Die gebruiksaanwijzing bestaat natuurlijk niet, maar wat de horoscoop aan informatie verschaft over de manier van informatie tot zich nemen, verwerken en weer naar buiten brengen – naast andere informatie over de persoonlijkheid - vind ik toch een belangrijk onderdeel van een richtingbepaling voor de ondersteuning van een kind bij de ontwikkeling van de persoonlijkheid als geheel en het leerproces als onderdeel daarvan. Die ondersteuning is echter eerder en makkelijker toegezegd dan gedaan. Ieder mens zit geheel anders in elkaar en vaak stroken persoonlijkheden of onderdelen daarvan niet met elkaar. Zo strookt de persoonlijkheid van kinderen vaak niet met die van de ouders. Verschillen bepaalde karaktertrekken van een kind met die van hun vader en moeder, dan zal het kind er moeite mee hebben die karaktereigenschappen tot uitdrukking te brengen. Vergelijk dit eens met deeg, waaruit je voor de Kerst een sterretje hebt gestoken en daar vervolgens met een andere vorm een hartje van wilt maken. De vorm die dan overblijft zal noch een sterretje noch een hartje zijn. Dit ‘vervormen’ zal bij het kind gebeuren al naar gelang ouders hun kinderen naar hun verwachtingsbeeld willen kneden. Ik kan uit eigen ervaring spreken, zowel naar mijn ouders toe als naar mijn kinderen….. Het mooie van astrologie is nu, dat deze helpt onszelf en het kind beter te leren kennen. Iedere planeet geeft namelijk een psychische inhoud aan die zich wil uiten. Het dierenriemteken waar die planeet in staat geeft aan op welke manier die planeet dat wil doen. Aspecten naar andere planeten geven aan op welke manier iedere eigenschap beïnvloed wordt en een andere eigenschap beïnvloedt. Het huis waar de planeet in staat geeft aan in welke levensomstandigheden de uiting van de psychische energie plaats vindt. Het informatieverwerkingsproces. Dit is het proces waar we als eerste aan denken als we het over onderwijs hebben. Betrekken we dit op de (kinder)horoscoop, dan komt Mercurius als eerste in beeld. Het is de planeet, die als psychische inhoud (drijfveer) communicatie vertegenwoordigt in de meest brede zin van het woord. De uitingswijze hiervan is; informatie opnemen, overdenken, analyseren, ordenen, indelen, uitwisselen en verbinden. Het is de planeet van het denken en het leggen van verbindingen. Nu biedt de buitenwereld een veelheid aan indrukken. Een klein deel daarvan belandt via Mercurius bij de afzonderlijke mens. De plaats van Mercurius in de persoonlijke horoscoop
9
is bepalend voor welke informatie geselecteerd wordt en op welke manier iemand die informatie tot zich neemt, verwerkt en ermee naar buiten komt. Aspecten spelen hierin mede een belangrijke rol. Aspecten zijn hoeken die de planeten naar elkaar maken, waardoor ze elkaar kunnen ‘zien’ en daarmee elkaar beïnvloeden. Zo kan een drijfveer (psychische inhoud) ingeperkt of juist versterkt worden door de psychische inhoud van een planeet waar een aspect mee gemaakt wordt. Zo kunnen veel psychische inhouden met elkaar verbonden worden en staan ze in een voortdurende wisselwerking met elkaar. Factoren in de horoscoop waarmee het informatieverwerkingsproces mede te interpreteren is. Het element waar Mercurius in staat geeft mede aan op welke manier een kind informatie verwerkt. Een kind met een Mercurius waarvan het teken, het huis en de aspecten met het element ‘vuur’ te maken hebben laat zich beïnvloeden door (bewegende) objecten en situaties die kunnen worden ingedeeld in zijn wereldbeeld en waaruit een bepaalde zin, een ‘rode draad’, naar voren komt. In mijn horoscoop staat Mercurius in het vuurteken Ram. Lettertjes leren schrijven op zich vond ik saai. Maar toen ik van oudere kinderen complimentjes kreeg over al die lettertjes die ik geschreven had, raakte ik geïnteresseerd; het gaf me aanzien. Mercurius in ‘aarde’ doet het kind tot de conclusie komen dat intellectueel begrijpen nauw verbonden is met concreet begrijpen, waarbij het de objecten in de hand neemt en bevoelt. In de horoscoop van Vic staat Mercurius in het aardeteken Steenbok. Een gedegen structuur in de leerstof is voor hem onontbeerlijk gebleken. Een kind met een door het element ‘lucht’ bepaalde Mercurius wil dat de dingen worden uitgelegd; het gesprokene staat centraal. In de horoscoop van Hans staat Mercurius in het luchtteken Weegschaal. Al heel jong wilde hij uitleg over van alles en nog wat en wilde hij graag voorgelezen worden. Als kleuter al wilde hij leren lezen. Heeft Mercurius te maken met het element ‘water’, dan neemt het kind vooral datgene waar wat gepaard gaat met gevoel en emotie. Mevrouw G. heeft Mercurius in het waterteken Kreeft staan. Zij vertelt, dat zij in een gesprek meer op haar gevoel vertrouwt dan op al het andere. Ieder kind heeft alles nodig, maar benadrukt vanuit zijn horoscoop bepaalde facetten. Deze beïnvloeden onder andere de taalkundige en cognitieve ontwikkeling van een kind. Het dierenriemteken Tweelingen geeft behoefte aan communicatie en informatieverwerking aan. Staat er een planeet in dit teken, dan zal het principe van Tweelingen – het opdoen, verwerken en doorgeven van feiten – via de psychische inhoud van die planeet geuit worden. Staat bijvoorbeeld de Maan in dit teken, dan zal zo iemand niet alleen zich prettig voelen bij en veel feeling hebben met alles wat communicatie betreft, vrijheidslievend zijn, van afwisseling houden enzovoorts, maar in situaties waarin hij zich onveilig voelt daar op een onbewust emotionele manier communicatief op reageren; bijvoorbeeld druk gaan praten om de spanning weg te werken. Het huis waarvan de cusp in Tweelingen staat is het huis waar communicatie en informatie(verwerking) belangrijk is, maar ook waar je vrijheid nodig hebt, afwisseling, je makkelijk kunt bewegen. Staat bijvoorbeeld cusp zeven in dit teken, dan heeft voorgaande betrekking op de manier waarop iemand een op een relaties beleeft en in zal vullen. Analoog aan Tweelingen en Mercurius is het derde huis. Dit huis (levensgebied) geeft aan hoe je in contact treedt met de buitenwereld en gericht bent op vlug, los of oppervlakkig contact. Het geeft de manier aan waarop je informatie opdoet, vooral op het verstandelijke
1
en contactuele niveau. Lager onderwijs en reisjes dicht bij huis vallen dan ook onder de betekenis van dit huis, in tegenstelling tot het negende huis, analoog aan het dierenriemteken Boogschutter (waar de planeet Jupiter bij hoort); daar valt hoger onderwijs en verre reizen onder. Staat de cusp van het derde huis bijvoorbeeld in Schorpioen, dan zal voorgaande beschrijving op een diepgravende, psychologische, op het verborgene gerichte manier gebeuren. Dat lijkt in dit geval tegenstrijdig gezien een deel van bovenstaande omschrijving, maar toch zal het principe van het 3e huis geuit worden op de Schorpioenmanier. Voor een kind dat begint met leren lezen zou dit bijvoorbeeld kunnen betekenen, dat het de letters als geheimschrift beschouwt waarachter iets verborgen zit. En aangezien de grote mensen en oudere leerlingen het ontcijferen van het schrift al bij machte zijn, zal dit kind zijn best doen om die macht zich ook eigen te maken. Bij ieder dierenriemteken hoort een planeet. Zo hoort bijvoorbeeld bij Ram de planeet Mars, bij Tweelingen de planeet Mercurius enzovoorts. Staat bijvoorbeeld cusp 3 in Ram, dan zeggen we dat Mars de heerser van huis 3 is. Hij is Heer 3. De plaats van Mars in de dierenriem, de planeten die in hetzelfde huis als Mars staan en de aspecten die Mars naar andere planeten maakt vertellen dan op welke manier het informatieverwerkingssysteem mede beïnvloed wordt. Mercurius hoort bij het derde huis en heeft daarom in het algemeen iets te zeggen over het derde huis. Hij is – naast heerser over het huis waar de cusp van Tweelingen in staat – ook Mundaan Heer 3. De plaats van Mercurius, de planeten in hetzelfde huis als Mercurius en de aspecten die hij maakt geven dus ook op een algemene manier mede informatie over iemands informatieverwerkingssysteem. Alles bij elkaar zijn het dus heel veel gegevens, die bij een goede bestudering van de horoscoop en in samenspraak met de horoscoopdrager – bij kinderen (mede) in samenspraak met de ouders – veel naar boven kan halen over de manier waarop iemand al dan niet leert. Speciale posities van Mercurius. Retrograde Mercurius. Een Retrograde planeet beweegt zich schijnbaar achteruit door de dierenriem in plaats van de normale gang van vooruit, Direct genoemd. Retrograde planeten hebben vaak moeite om zich op hun natuurlijke manier te uiten. Het geeft het gevoel dat deze kracht in je wordt geremd en dat kan een gevoel van onmacht of remming opleveren. In zijn algemeenheid worden ze met het volgende geassocieerd; -
de neiging om dingen pas achteraf door te krijgen
-
meer tijd nodig hebben om dingen te verwerken, dingen tot zich door te laten dringen
-
een sterker individualisme in de door de planeet gesymboliseerde kanten van de persoonlijkheid
-
in samenhang hiermee; een onvermogen om - wat deze eigenschap betreft - in het hier en nu te leven. Mercurius staat bij meerdere mensen op het tijdstip van geboorte retrograde. Anders dan de Directe Mercurius is de Retrograde- meer binnenwaarts en op de diepte gericht. We zouden ons kunnen voorstellen dat hij een ‘directe telefoonverbinding’ onderhoudt met het collectief onbewuste en dat van daaruit een moeilijk te ordenen stroom van informatie het mentale bewustzijn (van het kind) overspoelt. Het kind met een retrograde Radix-Mercurius leeft in een eigen fantasiewereld, heeft moeite met de realiteit, de buitenwereld en denkt meer in beelden dan in woorden. Als het
1
bijvoorbeeld vertellen wil over iets dat het beleefd heeft, staat het hele gebeuren hem tegelijk voor ogen. Het aanvangstijdstip van de situatie is voor hem niet noodzakelijkerwijs ook het begin van zijn verhaal. De tijd blijft in zekere zin buiten beschouwing; het hele gebeuren bestaat voor hem uit één totaalbeeld en hij weet niet precies welk deel van dat beeld hij het eerst moet beschrijven. Hij begint bijvoorbeeld in het midden of aan het eind, merkt dan dat voor het logische denken het begin ontbreekt, schuift dat er ergens tussen en zigzagt zo rond in een meer of minder begrijpelijk, verward denkpatroon. Deze beschrijving is misschien enigszins overdreven, maar toch valt het hem in ieder geval als kleuter moeilijk een verhaal of een belevenis om te zetten in een lineaire en samenhangende keten van woorden. Als het kind steeds weer aangemoedigd wordt om toch iets te vertellen en door zijn ouders en onderwijzers wordt geholpen – zondar dat het kritiek krijgt – om een chronologische volgorde aan te brengen, kan het zich hierin voldoende oefenen en het ‘werk’ van het overzetten van beelden in woorden steeds beter leren beheersen. Daaruit kan zich met de jaren een buitengewone vaardigheid ontwikkelen, ook ingewikkelde verbanden duidelijk en voor anderen begrijpelijk te formuleren. Wanneer zo een kind echter steeds weer ervaart dat het niet begrepen wordt, kan onder de drempel van zijn bewustzijn het gevoel groeien dat het niet helemaal in orde is. Als dan ook nog eens een negatief gekleurde opmerking hierover geplaatst wordt, kan dit zijn zelfvertrouwen al snel aantasten. Hoe erger dit speelt, hoe meer de twijfel kan groeien of hij wel goed kan denken. Het kind kan er dan steeds meer van overtuigd raken dom te zijn, wat het leerproces op school zeer zal bemoeilijken. Het mag duidelijk zijn dat een kind met een retrograde Mercurius veel ‘oefenmateriaal’ nodig heeft, opmerkzame toehoorders voor zijn verhalen en een intensieve dialoog met zijn ouders. Het helpt hem aan te sporen zijn mening naar voren te brengen en ook woorden te vinden als het over iets moeilijks gaat. Beschouwt zo een kind het met anderen communiceren als een veeleisende opgave, dan kan het al snel geneigd zijn om- afhankelijk van zijn verdere karaktereigenschappen en gezinssituatie -
òf zichzelf te beschouwen als dom en tot niets in staat,
- òf zich met veel inzet en ambitie aan het leren zetten. Heeft het voor het laatste gekozen, dan kan het proberen zijn vermeende lacune met kennis op te vullen, zijn best doen op school, veel boeken lezen en leren wat het leren kan. Dat zal het zekerheid geven. Zijn natuurlijke neiging ‘meerdimensionaal’, in beelden te denken kan door leren, denken en door middel van gesprekken met anderen uitgroeien tot de vaardigheid, meerdere dingen tegelijk te bevatten en te formuleren, iets wat anderen slechts met moeite voor elkaar krijgen. In deze Retrograde stand ligt de mogelijkheid besloten van een eersteklas denker, die zich echter alleen kan ontwikkelen als dit kind in zijn eerste levensjaren een positieve instelling meekrijgt ten aanzien van zijn uit diepere lagen bestaande denkvermogens. Een ongeaspecteerde Mercurius We noemen een persoonlijke planeet ongeascpecteerd wanneer die niet verbonden is door een majeur aspect met een andere persoonlijke planeet(Zon, Maan, Mercurius, Venus, Mars). De psychische inhoud die hij vertegenwoordigt verbindt zich dan niet met de psychische inhoud van andere planeten. Daardoor ondervindt hij noch een remming, noch een stimulans van andere planeten. Hij moet alles in zijn eentje doen. De betrokken persoon krijgt dan ook wat moeilijk zicht op deze inhoud. In de horoscoop van Helga (pagina 24) staat Mercurius ongeaspecteerd. Juist omdat zo een inhoud niet aansluit bij de rest van de psyche ervaart de betrokkene deze planeet bewust of onbewust als een ongeïntegreerd stukje psyche, waar hij naar op zoek
1
moet gaan omdat het een ‘geheimzinnige’ aantrekkingskracht op hem uitoefent. Daardoor zal hij gauw geneigd zijn de inhoud van de ongeaspecteerde planeet sterk uit te drukken. De uitingen zijn echter niet gelijkmatig en doorgaans slecht aangepast aan wat de situatie verlangt; nu eens te krachtig, dan weer te zwak voor een gegeven situatie. Dit draagt al gauw bij tot wisselvalligheden of zelfs een alles-of-niets houding. Vaker is er echter de neiging zich van hun overcompenserende kant te laten zien dan van hun niet-manifeste kant. Voor een kind met een ongeaspecteerde Mercurius zijn denken en leren dan ook gebieden die het maar moeilijk in zijn leven buiten de school kan integreren. Het kan bijvoorbeeld zijn dat in zijn ogen de school iets is dat ver van zijn ouderlijk huis af staat, een soort eiland waarop het een paar uur doorbrengt, om dan alles wat het geleerd en ervaren heeft daar achter te laten. Zo komt het bijvoorbeeld nauwelijks op het idee zijn pasverworven leesvaardigheid op straatnaambordjes of verpakkingen van levensmiddelen uit te proberen, òf het legt zich daar juist met een overmatige ijver op toe. Het niet toepassen is geen gemakzucht; er is voor hem gewoon geen ‘brug’ tussen het geleerde en de toepassing ervan in de praktijk. Het kind is in dit opzicht sterk afhankelijk van de steun en aanmoediging van zijn ouders en onderwijzers. Als die aandacht besteden aan wat het op school leert en ervaart en het steeds weer aanmoedigen zijn nieuwverworven kennis ook mee naar huis te nemen, vindt het mettertijd zelf wegen om zijn mentale vaardigheden in zijn leven te integreren. Wat overigens enorm kan helpen ‘overbruggen’ is een andere persoon. Wanneer iemands ongeaspecteerde planeet aspecten maakt bij een planeet van die andere persoon, dan kan als het ware zijn ongeaspecteerde planeet er via die ander ‘uit’. Hij heeft die ander dan nodig en vaak zien we een band ontstaan die geen van beide personen onder woorden weet te brengen, maar die voor beiden veel kan betekenen. Ontvangt een ongeaspecteerde planeet echter spanningsaspecten van de ander, dan zal degene met de ongeaspecteerde planeet zich wel eens zo onbeschermd en kwetsbaar kunnen voelen, dat de relatie in gevaar kan komen. Een relatiehoroscoop kan hierin duidelijkheid geven. Een ander soort ongeaspecteerdheid: het duet. Wanneer twee planeten een aspect met elkaar vormen, maar verder geen enkel aspect maken met de andere persoonlijke planeten spreken we van een duet. Die twee verbonden psychische inhouden ‘zwemmen’ dus ergens in de psyche en hebben met z’n tweeën evenmin aansluiting op de rest van de psyche als een ongeaspecteerde planeet in zijn eentje zou hebben. Het is dus een ongeaspecteerd planetenpaar. Bij een duet zullen beide planeten met elkaar optreden in een situatie; het alles-of-niets gegeven slaat dus op hen samen. Toch draagt elk van beide planeten op zich de kenmerken van ongeaspecteerdheid en drukt die ook uit. Iemand met een duet zoekt dus naar twee inhouden in zichzelf. Door het aspect tussen beide planeten komt de een echter nooit los van de ander en zien we in wezen ook altijd het samengaan van de twee psychische inhouden die ze vertegenwoordigen. In de horoscoop van Yolanda (pagina 22) staat Mercurius in duet met Venus. Ook bij het duet kan – evenals bij één ongeaspecteerde planeet – de horoscoop van een ander uitkomst bieden. Belangrijke ontwikkelingsgebieden. De totale ontwikkeling van het kind tot een evenwichtig volwassen persoon hangt voor een belangrijk deel mede af van;
1
- De emotionele ontwikkeling. Vooral in zijn jeugd heeft hij contacten met andere kinderen nodig en daarnaast liefde en geborgenheid. Met name op de leeftijd van zes- tot achttien maanden is het voor een kind noodzakelijk een stabiele emotionele relatie te kunnen opbouwen met de moeder of degene die het verzorgt. Daarvoor heeft het haar voortdurende liefde en toewijding nodig. In deze periode ontstaat er een soort prototype voor relaties, dat als model dient voor alle verdere relaties die het in zijn latere leven zal leggen. Blijft het kind verstoken van een bevredigende ervaring op dat gebied, dan ontstaat er niet alleen een problematisch relatiemodel, maar zijn hele ontwikkeling zal er door beïnvloed worden. Onze westerse wereld is er nogal op gericht onze kinderen op te voeden tot goed presterende, intellectueel actieve volwassenen. Dit is op zich een nobel streven, zolang daarbij ook aandacht is voor het onderkennen en tot uiting brengen van emoties. Het innerlijk evenwicht is hiermee gebaat. . - De sociale ontwikkeling. Het sociale kader van het kleine kind is het gezin waartoe het behoort. Op de peuterzaal en basisschool wordt het voor de opgave gesteld, te integreren in een groep van leeftijdsgenoten. Aan de ene kant leert het kind zich in de groep aan te passen en zijn eigen belangen ondergeschikt te maken aan die van de groep. Aan de andere kant is het voor het eerst in de gelegenheid de mensen uit te kiezen met wie hij in contact wil treden. Deze relaties zijn niet, zoals die met broertjes en zusjes, een vaststaand gegeven, maar het kind beslist zelf met wie het wil spelen. Tijdens de eerste schooljaren ontstaat er een netwerk van sociale contacten. Het kind sluit vriendschappen en ‘oefent’ zijn relationele vaardigheid met leeftijdgenootjes. In een groep ontstaat met de relationele netwerken ook een hiërarchie. Bepaalde kinderen staan hoger in aanzien dan anderen. De kinderen zijn zich bewust van deze sociale structuur en kennen hun eigen plaats binnen de groep heel precies. Naarmate het kind verder integreert in de groep maakt het zich los van het ouderlijk huis. In de loop van de schooltijd ontwikkelt het zijn objectieve waarnemingsvermogen. Het begint kritischer tegenover zijn omgeving te staan en ontdekt ook bij zijn ouders tekortkomingen en ongerijmdheden. Het wordt autonomer in zijn denken en vormt zich een eigen mening. Dit losmakingproces brengt conflicten met zich mee. Het kind laat zijn ouders merken waar zij inconsequent, onredelijk enzovoorts reageren. Hij biedt hen daarmee een waardevolle gelegenheid, hun eigen persoonlijkheid te onderzoeken en ontwikkelen. Dit alles toont, dat het kind een dynamisch ontwikkelingsproces doorloopt. De werking van de planeten in de kinderhoroscoop. De plaats van Zon, Maan, Venus en Mars in de horoscoop – met alle gegevens zoals ik dat bij Mercurius beschreven heb – geven respectievelijk mede informatie over persoonlijke eigenschappen als onder andere -
hoe iemand zichzelf wil verwezenlijken,
-
behoefte aan geborgenheid, gevoelsmatigheid,
-
behoefte aan liefde, harmonie, schoonheid,
- de manier van persoonlijkheid neerzetten, zich van anderen onderscheiden, dadendrang. Bij de pasgeborene is de Maan, maar ook het element (vuur, aarde, lucht of water) waar deze in staat het belangrijkste, waarbij het element van de Ascendant als belangrijke achtergrond meetelt.
1
Zo was ik laatst op kraamvisite. De baby heeft Maan in Weegschaal (wat onder andere de sterke behoefte geeft aan het gesprokene, maar ook aan ‘ erbij horen’) en Ascendant Stier ( wat onder andere inhoudt dat dit kind graag een eigen plekje zal willen hebben.) Toen ik daar binnenkwam lag de baby boven, het huilde en bleef huilen. Na enige tijd haalde de moeder de baby naar beneden en legde het in de kamer in de kinderwagen. Ze vertelde dat ze had gemerkt dat dit de beste remedie was; in de kinderwagen bij het gezelschap. Al snel viel de baby in slaap, lag er tevreden bij. Wij konden gewoon doorpraten; de baby bleef slapen. Met de ontwikkeling van de spraak, de persoonlijke voorkeuren, de relatiepatronen, de eigen wil en de ontdekking van een eigen, los van de moeder ontwikkelende identiteit, gaan Mercurius, Venus, Mars en de Zon stapje voor stapje steeds meer meespelen. De Maan speelt de eerste jaren echter nog een hoofdrol. Jupiter en Saturnus en de transsaturnale planeten Uranus, Neptunus en Pluto blijven bij het jonge kind nog op de achtergrond, hoewel Jupiter – de planeet van onder andere groei, enthousiasme, levensvisie – af en toe al mee gaat spelen. Evenals Saturnus, de planeet van onder andere zelfdiscipline, verantwoordelijkheid en structuur. Aan zijn plaats en aspecten kan je zien op wat voor manier en op welk gebied onzekerheid en remmingen (mee)spelen. Onze oudste zoon Vic heeft in zijn radix Saturnus Retrograde in Tweelingen staan, in het tiende huis (het levensgebied van onder andere de buitenwereld, waardering krijgen van ouders en opvoeders en later van de maatschappij) Hij zat in het begin van de samenvoeging van kleuterschool en lagere school tot basisschool in groep 4 toen hij problemen kreeg met de leerstof. In die tijd is veel structuur in het onderwijs losgelaten, waar nog geen andere structuur voor in de plaats was. Er is toen veel geëxperimenteerd met nieuwe manieren van les geven. Hij kwam op de Lom-school terecht; daar zag men dat het ontbreken van structuur fnuikend voor hem was. Ze zijn daar teruggegaan in de leerstof tot waar hij het nog snapte en hebben hem vanaf daar de leerstof zeer gestructureerd aangeboden. Daarna ging het weer goed. Na deze school heeft hij de LTS gedaan en daarna de MTS. Het bedrijf waar hij vakantiewerk gedaan had nam hem direct in vaste dienst. Daarna is hij door een ander bedrijf gevraagd. Hij is nu werkvoorbereider bij een groot bouwbedrijf. Nog steeds kan hij niet zonder structuur; wie hem om informatie komt vragen ziet hem direct de juiste map uit de op volgorde geplaatste rij pakken. Zelf zegt hij ook nog steeds niet tegen wanorde te kunnen; er moet structuur in zitten. Hij heeft – naast plezier in het werk - orde nodig (Zon in 4e huis – het levensgebied van de thuissituatie en zich emotioneel veilig voelen – maar op de grens van het 5e huis - het levensgebied van plezier en het verwezenlijken van je werkelijke zelf.) Daarnaast is bij kinderen de invloed van de Zuidermaansknoop – evenals de Noordrmaansknoop een snijpunt van de banen van de Zon en de Maan – merkbaar. Het dierenriemteken en het huis waar deze in staat geven aan op welke manier. Het kind gedraagt zich op dit punt alsof de daaruit voortkomende eigenaardigheden volkomen vanzelfsprekend voor hem zijn. De Noordermaansknoop geeft aan wat bij volwassenen een uitdaging is in zijn leven. Belangrijke ontwikkelingsmogelijkheden. Al bovenstaande eigenschappen en de ontwikkeling daarvan zijn onderdelen van de totale persoonlijkheid. In de horoscoop wordt dit dus vertegenwoordigd door de planeten en de fictieve punten. Stel je de horoscoopcirkel nu eens voor als de opstelling van een orkest. De horoscoopgegevens die daarin getekend staan zijn de orkestleden met ieder hun eigen instrument. Zelf sta je als dirigent in het midden. Aan jou de taak om al die orkestleden hun instrumenten zó te laten bespelen dat ze met elkaar een goed klinkend muziekstuk ten gehore geven. Hoe bewuster je werkt met het kennen van de leden en hun instrumenten, hoe mooier het resultaat bij het dirigeren kan zijn.
1
Op die manier zie ik de Astrologie als een gedegen hulpmiddel om kinderen en volwassenen te begeleiden in hun leerproces. Om dit zo goed mogelijk te kunnen heb ik bovenstaande de afgelopen jaren eerst op mijzelf toegepast. Transits en progressies. Nu is de horoscoop een momentopname van de geboorte. Hij geeft de planetenconstellatie weer van dat moment Ná dat moment bewegen de planeten zich echter verder. Als je je daar een voorstelling van maakt, dan zie je die planeten op gegeven momenten over planeten en punten van de oorspronkelijke horoscoop – de radix – heen gaan. Ze maken dan een aspect naar een radixplaneet of –punt. Dit noemen we de transits. De psychische inhoud van zo een transitplaneet beïnvloedt daarmee de psychische inhoud van de betreffende radixplaneet of radixpunt. Op deze manier kan je nagaan welke krachten invloed hebben op een bepaald moment in je leven. Secundaire progressies. Een ander voortgangsysteem heeft te maken met de planeetstanden iedere dag na je geboorte. Daarbij telt de eerste dag na je geboorte voor het eerste levensjaar, de tweede dag na je geboorte voor het tweede levensjaar, de tiende dag na je geboorte voor het tiende levensjaar enzovoorts. De stand van de planeten van zo een dag projecteer je op de radix. We noemen dit de secundaire progressies. Daar waar die geprojecteerde planeten een aspect met een of meerdere radixpunten maken wordt aangegeven welke psychische inhouden van invloed op de radixgegevens in het desbetreffende jaar zullen zijn. Nogmaals de Retrograde Mercurius. De planeten lopen van tijd tot tijd schijnbaar achteruit, Retrograde genoemd. Zon en Maan lopen altijd vooruit, Direct genoemd. De duur van de Retrograde beweging is bij iedere planeet anders; -
Mercurius loopt drie keer per jaar ongeveer drie weken Retrograde,
-
Venus loopt iedere loopt iedere anderhalf jaar ongeveer anderhalve maand Retrograde en
-
Mars maakt maar één keer in de twee jaar zijn Retrograde beweging en doet dit dan bijna drie maanden. De andere, langzamere planeten lopen vaker en langer Retrograde. Nemen we nu Mercurius als voorbeeld. Deze loopt drie keer per jaar zo’n 21 tot 24 dagen Retrograde. Je kan het dus treffen dat hij op de dag van je geboorte Retrograde staat. Stel, dat Mercurius op die dag al 10 dagen Retrograde loopt en dat in totaal 24 dagen zal doen. Dat houdt in, dat hij dan op de 14e dag ‘stilstaat’ – Stationair genoemd – en daarna weer vooruit gaat lopen. Als dat op de 14e dag gebeurt, dan zal in het 14e levensjaar een verandering optreden in de manier van communiceren en informatieverwerking bij de desbetreffende horoscoopeigenaar. Deze komt ‘tevoorschijn’ uit zijn fantasiewereld, gaat om zich heen kijken, ‘ontdekt’ de realiteit, de buitenwereld en is nieuwsgierig naar feitelijkheden. Niet alleen feiten van het nu, maar ook van de voorgaande jaren. Hij zal een soort inhaalslag gaan maken van gemiste feiten.
1
Even terug naar de eerste weken na de geboorte; vanaf de dag dat Mercurius weer Direct is gaan lopen zal hij er ongeveer 14 dagen over gedaan hebben om weer op de plaats te komen waar hij op het moment van geboorte stond. Dat is dan de 28e dag na de geboorte. In het 28e levensjaar zal de inhaalslag voltooid zijn. De desbetreffende persoon zal zich dan verder ontwikkelen, met de beide benen op de grond, in de realiteit dus. Wel houdt zo iemand zijn leven lang een diepe, grondige denkwijze en een onderzoeksgeest. Zelfstandig verwerken en denken is voor hem een basisbehoefte. Onze jongste zoon Hans heeft Mercurius Retrograde in Weegschaal in het 10e huis staan. Als kleuter al was hij zeer leergierig en kon lezen voordat hij naar groep 1 ging. We hebben hem nooit aan zijn huiswerk hoeven zetten; dat deed hij uit zichzelf. In zijn 16e jaar ging Mercurius secundair progressief Direct lopen.. Hij herkent wat ik hierover vertel direct; dat zichzelf aanleren, als een autodidact. Dat had hij al op de basisschool, maar ook op het VWO, de HTS en Luchtvaartschool. De leerkracht kon op het bord uitleggen wat die wilde, maar Hans dacht op een gegeven moment; “Het zal wel. Ik ga het thuis wel uitzoeken in de boeken. En als ik het daarin niet kan vinden kom ik met mijn eventuele vragen wel weer terug.” Maar als hij dan thuis in het boek zat te studeren…”Zag ik opeens het licht!” Hij deed de informatie dus in de onderwijssituatie (de buitenwereld.) ( Ook Uranus staat in zijn 10e huis) op, maar kreeg pas inzicht in een groter, samenhangend geheel in de thuissituatie (Jupiter staat in het 4e huis, recht tegenover Mercurius). Neptunus, de planeet van de ‘versluiering’ staat bij hem in het 12e huis- het huis van de versluiering, het verborgene – en is de Heerser van het 3e huis. Lang niet iedereen heeft Mercurius Retrograde in zijn radix staan. Bij deze mensen verloopt het informatieverwerkingsproces op een manier die als normaal beschouwd wordt. Maar omdat Mercurius drie keer per jaar ongeveer drie weken Retrograde loopt, houdt dit in dat hij bij iedereen binnen de eerste drie maanden na de geboorte een keer Retrograde gaat lopen. Dit betekent dat de meeste mensen een keer in hun leven het fenomeen van zo een Retrogradegang van Mercurius mee zal maken. Gaat Mercurius bijvoorbeeld op de eenenvijftigste dag na je geboorte retrograde lopen, dan zal dat in je eenenvijftigste levensjaar merkbaar zijn. Echter niet van de een op de andere dag; ongeveer twee jaar ervoor zal de verandering al inzetten. Vaak begint dit met de ontdekking van volledig nieuwe gedachten en inzichten in zichzelf. Wat misschien tot onzekerheid kan leiden. Er kunnen gedachten gaan spelen als; ‘zit ik wel op de goede weg?’, ‘heb ik me te veel aangepast aan anderen?’ Het is veel meer een periode om een eigen ritme te vinden. De oude structuur heeft ons tot op heden door het leven begeleid, maar het oude vertrouwde is niet tot in het oneindige goed. Wie zich echter steeds heeft aangepast aan de omgeving, wordt door de omgeving weliswaar geaccepteerd, maar dat betekent nog niet dat dit goed is! De nieuwe situatie, waar we steeds meer naar toe groeien, verlangt dat we zelfstandig beslissingen nemen en vraagt een eigen manier van denken. Alles wat tot nu toe in het leven als automatisch en gewoontegetrouw gefunctioneerd heeft, wordt steeds meer ter discussie gesteld, waardoor het opnieuw in overweging genomen moet worden. Sommige delen van het oude zullen als nuttig worden ervaren en kunnen behouden blijven. Andere delen zullen opnieuw gewogen worden en vragen om verandering. Het is een fase van bezinning en onderzoek. In mijn horoscoop is Mercurius op mijn 51e jaar secundair progressief Retrograde gaan lopen. In dat jaar besloot ik Astrologie te gaan studeren. Een paar jaar daarvoor kreeg ik al belangstelling voor zaken als Chakra-therapie Aardig wat mensen om mij heen vonden dat te zweverig en namen me niet meer serieus. Maar van binnen wist ik gewoon dat het
1
klopte; ik luisterde voornamelijk alleen nog maar naar mijn innerlijke overtuiging.. Nu ben ik blij dat ik mijn eigen weg gegaan ben; het past me als een goedzittende jas. Tot de noodzakelijke verdieping van het denken behoort ook het heroverwegen van de eigen overtuigingen. Wanneer je net als Mercurius in die periode een stap achteruit doet kan je de herkomst van de eigen overtuigingen onderzoeken; ‘wie zegt dat eigenlijk?’. Vaak functioneren we volgens het denkpatroon van onze ouders of de maatschappij. De Retrograde beweging van Mercurius helpt ons om te ontdekken wat ons eigen levensmotto zou kunnen zijn. In de loop van deze jaren kan er een nieuwe levensvisie ontstaan, die aansluit bij het eigen individuele karakter en beter past bij de huidige ontwikkeling en levensfase. Ook kan deze fase ertoe leiden dat je taalbewuster wordt. Het begin van de Retrograde beweging is dus een tijd van leren. Je kunt je verder ontwikkelen of bekende zaken nogmaals grondig overdenken. Wat tot nu toe slechts met het verstand begrepen werd zal nu volledig ervaren worden. Wanneer bij een schoolgaand kind – bij wie Mercurius in de radix ‘gewoon’ vooruit loopt – deze in een bepaalde periode Retrograde gaat lopen, zal zich een nieuwe manier van leren manifesteren. Dit kind zal dan meer gericht zijn op innerlijke verwerking en minder interesse hebben om oppervlakkige leerstof te reproduceren. Beeldend leren en holistische methoden horen bij een retrograde beweging van Mercurius. Ook door het zelf uit te proberen en door concrete ervaringen kan men tijdens deze periode veel leren. Als het verstand even uitgeschakeld wordt, dan keert de geestelijke activiteit naar binnen, waar het onbewuste met zijn specifieke holistische intelligentie ervaringen verwerkt. Een persoon met een secundair progressieve Retrograde Mercurius hoef je niet veel te helpen of bij te brengen. Vertrouw erop dat juist zijn leer- en probleemoplossend vermogen een krachtige groei doormaakt. Tot slot….. Over dit werkstuk heb ik in de tijd dat ik er aan werkte vaak met mensen gesproken. Zo werd ik door mijn schoondochter (zij geeft les in het basisonderwijs en heeft orthopedagogie gedaan) gewezen op het boek ‘Pedagogische adviezen voor speciale kinderen’ van Trix van Lieshout. In dit boek staat een gedetailleerde studie beschreven van twaalf typen problemen, waarover ze een beschrijving geeft van; - het probleemgebied, oorzaken, - behandeling en begeleiding, - prognose, - concrete verschijningsvormen en een samenvatting van de beste aanpak. Ik heb het met interesse gelezen. In dit boek legt Trix van Lieshout het verschil uit tussen een stoornis en een gedragsprobleem. Ze schrijft; -
Men spreekt van een stoornis als het probleem niet te verhelpen is en de persoon ermee moet leren omgaan. Een stoornis vindt haar oorsprong vooral in het lichaam, de stoornis is voornamelijk in aanleg meegegeven. Een probleem heb je, het staat meer buiten de persoon. Een gedragsprobleem is zodoende voornamelijk reactief van aard. Delfos gaat er van uit dat het probleem bij een stoornis ligt in de aanleg en rijping van het centraal zenuwstelsel, wat direct invloed heeft op ontwikkelingsfuncties.
-
In andere gevallen is het woord (gedrags)probleem meer op zijn plaats. Er zijn dan belemmeringen die hun oorsprong vinden in de omgeving en zij laten de ontwikkeling minder soepel verlopen. Er is een situatiegebondenheid. Het eruit volgende gedragsprobleem is een bij product van de oorzaak.
1
Ze beschrijft het nog uitgebreider, maar wat mij hierna ook en vooral interesseerde was het volgende; - ‘Bij gedragsproblemen voortvloeiend uit een belemmering is de mogelijkheid van beïnvloeding van buitenaf groter. Er is echter altijd een wisselwerking tussen de aanleg van het kind en zijn omgeving en andersom. Vooral de interactie tussen het kind en zijn opvoeders kan de in aanleg aanwezige problemen – bijvoorbeeld door een stoornis – verminderen of juist verergeren. Door goede steun en opvoeding kun je er dus voor zorgen dat een stoornis een minder negatief effect heeft ‘ Dit is onder andere het oogmerk van mijn werkstuk, evenals het volgende citaat; - ‘Kinderen groeien op in een woelige wereld. Onderzoek wijst uit dat veel jongeren zich niet altijd gelukkig voelen. Voor een toenemend aantal gaat dat gepaard met problemen. Misschien waren die er vroeger ook wel, maar was de samenleving zich daar onvoldoende van bewust. Het leren benoemen van de problematiek van een ontwikkelingsstoornis is niet voldoende; de achtergrond van de stoornis moet werkzaam worden in de vorm van handelingsgericht diagnostiek en aanbevelingen voor de begeleiding.’ Hier kan de astrologie van belang zijn. Een kind – maar ook een volwassene – leert beter als het lekker in zijn vel zit. Maar ook leert iedereen op een andere manier, heeft op een andere manier ondersteuning nodig. Wanneer op dit gebied (gedrags)problemen rijzen is een duidelijk inzicht in de oorzaken daarvan onmisbaar voor een adequate aanpak en begeleiding. Zo heb ik bij beschrijvingen van bepaalde gedragsproblemen gedacht; wat zou ik de betreffende horoscoop graag willen bestuderen. Een voorbeeld van een gedragsprobleem; Angst - te sterk inleven in anderen, te weinig egocentrisch ingesteld zijn - situaties vermijden - overaanpassing Bij te sterk inleven in anderen denk ik bijvoorbeeld aan een kind met het sterrenbeeld Vissen. Dit kind zal zich in zijn jeugd met iemand identificeren omdat hij wil zijn als die persoon. Na een poosje komt het erachter dat het niet zo wil zijn en houdt het op zich met die persoon te identificeren. Tot het weer met iemand anders identificeert omdat hij wil zijn als díe persoon. Het proces herhaalt zich. Uiteindelijk vormt deze persoon zijn identiteit door doorleefd te hebben hoe hij niet wil zijn. Hij heeft dan wel invoelingsvermogen ontwikkeld en zal sferen en gevoelsondertonen goed aanvoelen. De uitzonderingen hierop kunnen bijvoorbeeld de ‘Vissenkinderen” zijn die een planeet als bijvoorbeeld Uranus op de Ascendant hebben staan. Ook denk ik bij overaanpassing bijvoorbeeld aan aspecten van Neptunus naar Zon, of Mars, wat een bepaalde versluiering, vertroebeling kan geven op het gebied van je identiteit neerzetten. Bij overaanpassing denk ik bijvoorbeeld aan een kind met de Maan in Weegschaal. Dit geeft aan dat zo een kind een grote behoefte heeft om ‘erbij te horen’, de harmonie te bewaren enzovoorts. Bij een ruzie zal dit kind makkelijk toegeven om het evenwicht van harmonie te behouden dan wel te herstellen, waarbij het de eigen mening dan maar achterwege laat. Zo kan ik nog een heleboel voorbeelden geven zoals bij oppositioneel gedrag, waarbij ik onder andere zou kijken naar stand en aspecten van bijvoorbeeld Zon, Saturnus, Mars en Uranus, bij hyperactief gedrag naar stand en aspecten van bijvoorbeeld Mercurius, Mars, Uranus. En als laatste wilde ik het volgende citaat persé nog aanhalen; -
‘Overigens is het heel belangrijk niet alleen de moeilijke aspecten van de (gedrags)stoornis of het (gedrags)probleem te zien bij het kind, maar ook de positieve,
1
interessante ‘eigen’ aardigheden van het kind. Zo is een kind met ADHD niet alleen maar druk en lastig, maar ook sprankelend, pittig en energiek. Het is een goede zaak niet alleen te proberen een kind te veranderen, maar ook respect op te brengen voor de grenzen die de aanleg van het kind hem opleggen en door goed te luisteren naar het kind met problemen, proberen te achterhalen wat hij met zijn probleemgedrag wil zeggen. (Delfos)’ Dit is mij uit het hart gegrepen. Het gaat er mij vooral om zowel kinderen als volwassenen op een bepaalde manier tot steun te kunnen zijn bij het achterhalen van de oorzaak van eventuele problemen en stoornissen in het leerproces en daarmee in de persoonlijkheidsontwikkeling. Ik besef, dat bovenstaande verhandelingen veel over kinderen gaan. Maar als op zo jong mogelijke leeftijd (ontwikkelings)problemen onderkend worden en ondersteuning gegeven kan worden bij het in goede banen leiden hiervan, zal het resultaat het meest doeltreffend zijn. Zo werd een psychiater, die zich later tot kinderpsychiater gespecialiseerd had, eens gevraagd waarom hij die specialisatie gedaan had. Hij antwoordde: “Omdat ik bij het werken met volwassenen zo vaak moest concluderen; dit is te laat!” Ja…… het hele leven is één groot leerproces.
2
Horoscoopduidingen. Het was verrassend hoeveel mensen hun geboortegegevens ter beschikking stelden om hun bijdrage aan dit werkstuk te verlenen. Bij deze dank ik al deze mensen. Ik heb echter niet alle horoscopen kunnen gebruiken. De enige reden hiervoor is, dat dit werkstuk niet meer dan 30 pagina’s mocht bevatten! Ik vond ze allemaal op hun eigen manier interessant en verrassend, maar ik heb dus een keuze moeten maken. De duiding van onderstaande horoscopen heb ik beperkt tot de gegevens die belangrijk zijn voor het leerproces. Astrologische termen heb ik hierin achterwege gelaten. De namen van de eigenaren van de horoscopen heb ik gefingeerd, maar de beschreven situaties zijn realiteit. Daar waar de geïnterviewden zelf iets vertelden heb ik de tekst cursief gedrukt. De eerste drie horoscopen zijn van jonge kinderen. Van hen heb ik de ouders geïnterviewd. Lenny Ten tijde van dit interview was Lenny bijna 5 jaar. Bij haar speelt dus voornamelijk nog het onbewust emotionele gedrag en hoe zij de wereld ziet en die tegemoet treedt. Lenny zal een gevoelig kind zijn, dat de liefde van haar ouders intens zal willen ervaren en ervaringen diep van binnen zal verwerken. Graag tot de kern van de zaak willen doordringen kan daarbij horen. Verboden en taboes zal in dit verband een averechts affect op haar hebben. De manier waarop zij zich aan de wereld presenteert en die zelf ziet zal zeer concreet en realistisch zijn. Ze zal dingen graag beetpakken om zo de aard ervan te leren kennen en begrijpen; analyserend, kritisch bekijkend. Ook ordening van de dag zal belangrijk voor haar zijn. Daarnaast zal ze graag behulpzaam willen zijn op een praktische manier. Het gevoelsmatige is het meest dominant in haar karakter aanwezig. Het communicatieve, rationele, is echter onderbezet. Hierdoor zal het niet makkelijk voor haar zijn om eventuele fantasieën, gevoelens en voorstellingsvermogens in gedachten en woorden om te zetten. Tegelijkertijd zal het haar in de komende jaren makkelijk af gaan om overal een antwoord op te hebben en een uitgesproken eigen mening. Met als eventueel gevolg; weinig vragen stellen. Toch zal ze als kind al heel nieuwsgierig kunnen zijn en alles willen weten. Ze zal heel veel informatie binnenkrijgen, dat ook altijd en overal graag willen oppikken en ermee aan de slag willen gaan. Dit maakt dat ze steeds weer in andere dingen geïnteresseerd zal zijn, waarbij ze zich niet makkelijk op één onderwerp zal kunnen concentreren. Daarnaast zal ze makkelijk contacten leggen. Alles bij elkaar zal dit haar nogal onrust kunnen geven. Ze zal dat wat ze weet in principe graag uit willen dragen. Bovendien zal ze informatie diep willen onderzoeken. Zelf denken, communiceren en het uiten van haar ideeën kan ze als een zwakke plek ervaren, daar onzeker en geremd in kunnen zijn. Ze zal dan ook graag structuur hebben in de gebeurtenissen in haar leven, deze zelfs nodig hebben. Hoe minder structuur, hoe groter de onzekerheid kan worden en daarmee de kans om de informatieverwerking moeilijk of niet op een rijtje te krijgen. Wat veranderingen betreft zal ze tijd nodig hebben om daaraan te wennen. Ze kan er ook veel steun aan hebben als haar opvoeders haar gedachten of meningen niet zonder meer bevestigen of tegenspreken, maar haar in gesprekken haar meningen leert onderbouwen.
2
Aan de andere kant kan ze ook moeite hebben met discipline en structuur, hier de ene keer niets mee hebben en een andere keer daar juist weer veel waarde aan hechten. Krijgt ze thuis en op school veel normen en structuur aangeboden, dan hoeft dit nog niet duidelijk te spelen. Dit zal dan bijvoorbeeld pas naar buiten komen als ze op zichzelf gaat wonen. Dit alles kan voor het goed kunnen volgen van onderwijs en de resultaten daarvan een belangrijk gegeven zijn. Een en ander speelt dus nog niet direct op deze leeftijd, of is nog niet duidelijk zichtbaar. Wat ik echter al beschreven heb, heb ik gedaan om een eventuele leidraad te geven bij zich manifesterende probleempjes en moeilijkheidjes bij haar leerproces. Nienke Nienke is ten tijde van deze duiding is bijna 7 jaar. De vorming van haar persoonlijkheid zal hier al enigszins om de hoek komen kijken, maar het emotioneel onbewuste gedrag (wat bij haar vloeiend samenwerkt met het informatieverwerkingssysteem) zal nog de hoofdrol spelen, evenals hoe zij de wereld ziet en zich daarin manifesteert. Gevoelsmatigheid en je gevoelsmatig veilig voelen zal bij Nienke samengaan met alles heel diep ondergaan, op een transformatische wijze. Ze zal zich hierdoor enerzijds sterk met haar moeder verbonden voelen, maar zich anderzijds aan haar overgeleverd kunnen voelen. Ze kan zich hierin al snel de zwakkere en in de steek gelaten kunnen voelen. Moeder vertelt dat Nienke degene is met heimwee, en fotootjes van hen bij zich wil hebben als ze ergens logeert. Vader vertelt dat ze de grootste stoorzender kan zijn in het gezin, maar het minst van allemaal zonder het gezin kan. Nienke gaat ook niet slapen voordat moeder haar welterusten heeft gezegd. Vader vraagt zich af, of dat niet ook naar hem toe is, maar al pratend komen we erachter, dat Nienke vaak dingen met hen samen onderneemt, waarschijnlijk door haar deels nogal jongensachtige energie. De manier waarop zij zich aan de wereld presenteert en die ziet zal zijn; levendig, impulsief, ze zal een kind zijn dat de wereld geïnteresseerd tegemoet zal treden, veel leefruimte en beweging nodig zal hebben en ten allen tijde bereid zal zijn om in actie te komen zoals in discussies en conflicten. Vader vertelt dat zij goed haar mannetje staat bij de zoontjes van zijn zussen. Mogelijk zal ze veel willen weten en vragen, waarbij taboes er zullen zijn om te doorbreken, en eerder nauwkeurig observeren dan met haar eigen gedachten (die plotseling op kunnen komen en heel oorspronkelijk kunnen zijn) en gevoelens tevoorschijn komen. Maar als ze die uit, zal ze dat ook volledig doen. De ouders kunnen dit volledig beamen. De motivatie om te leren zal bij haar vanuit eigen innerlijke redenen tot stand komen, waarbij schouderklopjes en complimentjes bevorderend kunnen werken. Bij het informatieverwerkingsproces zullen levensblijheid, spel en plezier belangrijke voorwaarden zijn. Ook een beroep doen op haar creativiteit zal daarbij van belang zijn en een bepaald beloningssysteem kan voor haar een goede ondersteuning zijn. Ze zal een levendige verbeelding hebben. Het kan echter moeilijk voor haar zijn om die levendige fantasie in gedachten en woorden om te zetten, laat staan in een concrete vorm te gieten. Ze zal ook moeite kunnen hebben met de aansluiting bij de werkelijkheid, het concrete, de structuur van alle dag. Extra ondersteuning op deze gebieden zal haar kunnen helpen daar vat op te krijgen. Aan de ene kant zal ‘pietepeuterig gedoe’ zoals grammaticaregels voor haar niet interessant zijn en zal ze meer voor de grote lijnen voelen, maar anderzijds zal ze informatie diep uit willen werken. Moeder vertelt hier, dat tijdens een fietstochtje eens een aangereden, dode mol op de weg lag. Nienke wilde niet verder fietsen, maar dit persé eerst nader bekijken. Toen ze de naar buiten
2
hangende ingewanden gezien had en uitgelegd gekregen had doe die heetten, was het goed; ze stapte weer op en fietste verder. Ze zal veel vertrouwen en weinig natuurlijke remmingen hebben. In dat geval kan het haar goed doen als haar grenzen aangegeven worden over wat ze wel en niet mag. Moeder vertelt, dat ze over een bepaald onderwerp wekenlang ruzie kan hebben met haar. Op een gegeven moment legt Nienke zich hier dan bij neer met een ‘oké, zo zit het dus.’ Mogelijk zal veel haar in de schoot vallen, wat niet bevorderlijk zal zijn om zich ergens voor in te spannen. Echt succes zal afhangen van haar innerlijke motivatie. Een dichtbij gelegen doel zal haar hierin helpen. Moeder vertelt over een kerstvoorstelling; hier moest Nienke voor oefenen op haar blokfluit. Dat ging prima, maar na de voorstelling verloor ze haar belangstelling voor het oefenen weer. Nienke zal zich in een groep als een vis in het water voelen. Vriendschappen zullen belangrijk voor haar zijn. Herkennen de ouders direct. Toch zal ze waarschijnlijk in die groep steeds weer teleurstellingen ervaren. Herkennen de ouders ook direct. Vooral onrechtvaardigheid en haar gevoel voor rechtvaardigheid spelen hier een grote rol. Deze ervaringen kunnen haar leren niet te hechten aan gemeenschappelijk belang, maar haar eigen weg te gaan; zich te ontwikkelen tot onafhankelijk individu, haar eigen mening en inzichten weten te brengen. Lara Lara is ten tijde van de duiding van haar horoscoop ruim 8 jaar. Zij zit dan in groep 4. Op deze leeftijd gaat de vorming van haar persoonlijkheid langzaam maar zeker meespelen, maar haar onbewust emotionele gedrag speelt nog een belangrijke rol, evenals hoe ze de wereld ziet en zich daarin manifesteert. Van jongs af aan zal voor Lara het gesprokene, met haar praten, voorlezen enzovoorts belangrijk zijn. Maar minstens zo belangrijk zal het voor haar – nog meer dan voor andere kinderen – zijn, dat ze de zekerheid heeft dat men van haar houdt en haar accepteert. Ze zal zich alleen echt goed voelen in een harmonische omgeving waarin ze zich geborgen voelt. Reden waarom ze haar eigen wensen en behoeften op de achtergrond kan plaatsen en in een ruzie snel toe zal kunnen geven. Vader vindt, dat ze redelijk op zichzelf staat hierin. Wel ziet hij, dat ze in ruzies al gauw haar eigen mening voor zich houdt Daar tegenover zal ze al snel kunnen zien wat mensen met elkaar gemeen hebben en goed ruzies bij leggen en zal ze open staan voor vriendschappen. Moeder geeft een voorbeeld, waarbij Lara een jaar lang zichzelf weggecijferd heeft om achter haar vriendinnetje te blijven staan, waarmee ze zelf al die tijd ook gepest is. Daar kwamen zij na dat jaar pas achter. Mogelijk zal ze de liefde die ze thuis krijgt ook verwachten in de buitenwereld, zoals van haar klas, sportclub, vrienden van haar ouders. Inderdaad. Ze kan zeer verontwaardigd zijn als anderen haar iets aandoen; zij zelf zou dat nooit doen en verwacht dan van anderen ook dat zij dat niet doen. In dat geval kan ze stimulans van haar ouders om op haar eigen gevoel te vertrouwen goed gebruiken. Ze zal met een gevoelsmatige betrokkenheid op de buitenwereld reageren; haar stekels opzetten als er iets vervelends gebeurt, vrolijk zijn als er iets leuks of prettigs gebeurt. Vrijheidsdrang zal ook een eigenschap van haar zijn. Ze zal de wereld spontaan, enthousiast en optimistisch tegemoet treden en creatieve - later ook sportieve - uitingsmogelijkheden nodig hebben, om zo haar geestdrift te behouden, ook als volwassene. Ze zal behoorlijk moeite kunnen hebben met haar manier van naar de buitenwereld kijken en zich daarin manifesteren. Dit kan te maken hebben met haar manier van communiceren, informatieverwerking en/of hoe contacten in haar directe omgeving verlopen. Dit kan voor haar een zekere onduidelijkheid, ongrijpbaarheid hebben, alsmede geremdheid en
2
onzekerheid in het zichzelf manifesteren, en op het gebied van communicatie en contacten dichtbij. Moeder vertelt dat ze een keer een populariteitslijstje van Lara zag, waarop ze zelf onderaan stond. Dat vond Lara zelf niet zo erg; ze was zoals ze was. Maar op de vraag wie nou het vervelendste kind was, bleek dat degene te zijn die boven aan het lijstje stond. Moeder besprak dit met haar en merkte op, dat je dus niet zo blij hoeft te zijn met die bovenste plaats. Zo is Lara heel vaak bezig met ‘hoe zijn anderen en hoe ben ik dan en wie mag ik dan zijn in dat geheel’. Aan de hand van dit voorbeeld bespreken we, dat als iets haar niet goed af gaat, het haar kan helpen om samen te bekijken hoe het dan wèl kan. Het kan namelijk ook moeilijkheden met zich meebrengen voor het leren - onder andere doordat feiten niet of nauwelijks opgenomen worden – maar ook doordat ze als gevolg hiervan het vertrouwen in haar eigen kunnen en doorzettingsvermogen zou kunnen verliezen. Leert ze dat ze het wèl kan, dan zou ze met serieus werken heel veel kunnen bereiken. Met name structurerend vormgeven, wat op communicatief gebied zal kunnen liggen. Een uitdaging in haar leven zal namelijk kunnen zijn om feitenkennis die ze opgedaan heeft aan anderen mee te delen, om hiermee met eigen gedachten en zienswijzen naar buiten te komen. Dat communicatieve herkent vader niet zozeer, maar dat komt omdat hij ziet dat Lara creatief is met haar handen; dingen maken. Ik geef aan dat mij dat heel goed voor haar lijkt, niet in de laatste plaats omdat dit haar plezier geeft en haar zelfvertrouwen kan sterken en ook omdat zij op deze manier leert vormgeven. Maar als zij ondersteund wordt in het kijken naar haar geremd- en onzekerheden zoals ik die beschreven heb, en zij daardoor kan gaan zien wat daar achter zit en daarvan kan leren, krijgt ze de mogelijkheid om op deze gebieden structuur en zelfvertrouwen aan te brengen. Het informatieverwerkingsproces zal beïnvloed worden door het willen uitdiepen van informatie. Zij zal een interessegebied uitkiezen en dat hartstochtig tot op de bodem uitzoeken, er helemaal in opgaan en er langdurig en uitgebreid mee in de weer zijn. Dit herkennen de ouders wel. Vader zegt; “Dat is een specialisteneigenschap” Gaat ze zich echter bij een onderwerp aan één bepaalde gedachte vastklampen, dan kan ze objectieve feiten gaan vermengen met haar eigen emoties. Ook dit herkennen de ouders; ze wilden haar eens waarschuwen voor een kinderlokker. Maar zij ging daar zó in op en bleef daar zó over doorvragen, dat de ouders zich afvroegen in hoeverre ze daar fantasieën over had. Op deze manier zal ze ook op school met de aangeboden leerstof bezig kunnen zijn. Het kan ook zijn dat ze zich met veel interesses bezig houdt. Dit zal haar dan rusteloos – eventueel hyperactief - in haar gedachten maken en de neiging geven van alles met elkaar te verbinden, wat weinig bestendigheid zal geven. Moeder vertelt dat Lara daar inderdaad tegenaan loopt. Zij kan met zóveel dingen bezig zijn, dat ze niet het vermogen heeft om in datgene wat ze moet doen tempo aan te brengen, zoals met dictees, of opdrachtjes die binnen een bepaalde tijd af moeten zijn. Zij zwemt zó in ditjes en datjes en van alles willen doen en willen weten, dat ze de hele boodschap mist. Dit is in haar horoscoop te zien. Daarnaast zal het voor haar, meer dan voor andere kinderen, vertrouwd aanvoelen om in een wereld van dromen en fantasieën te leven. Verlangen naar een ideale wereld zal haar het functioneren in de werkelijkheid van alle dag kunnen bemoeilijken, onder andere door dagdromerijen. Dit beamen de ouders direct. De juffrouw liet eens het resultaat van Lara van een dictee zien. Daar stonden 3 woorden op; ze had niet door gehad dat als ze één woord miste, ze dan wèl het volgende woord weer op kon schrijven. Ze had echter dàt woord gemist, was het in haar hoofd kwijt geraakt en had daarna hele mooie bloemetjes getekend. Aansluiting bij de werkelijkheid, realiteitszin, zal géén aangeboren eigenschap zijn. Die zal ze in de loop van haar leven zich eigen moeten maken.
2
Omgang met concrete materie zal dit ondersteunen, maar ook het liefdevol en consequent aanmoedigen om de dagelijks terugkerende karweitjes te doen. De ouders herkennen dit spanningsveld. Moeder vertelt dat ze in de periode komen, dat ze Lara veel structuur aan zullen moeten bieden. Volgend jaar gaat ze naar groep 5, maar ze kan bijvoorbeeld ’s morgens wakker worden en echt geen benul hebben dat het donderdag is, dat ze dus die dag moet gymmen. Ze is met zùlke andere dingen bezig, dat dit bij de ouders heel veel spanning oproept, omdat ze aangespoord moet worden de gangbare dingen te doen; ’s ochtends aankleden, eten, tanden poetsen, heb je dit, heb je dat, enzovoorts, elke dag weer. Ze zijn dan ook van plan een lijstje voor haar te gaan maken. En op school hadden ze vorig jaar al kaarten voor haar, met beertjes en teksten erop als; ‘-Lees de opdracht. -Wat heb ik nodig om de opdracht uit te kunnen voeren. -Heb ik de opdracht begrepen. -Aan de slag gaan. -Snap ik de opdracht niet, dan naar de juffrouw toe gaan. -Opdracht is klaar, checken of ik het goed heb gedaan’ . Alleen op die manier kan zij dus tot dat werken komen. Zij is op school zó met andere dingen bezig, dat zij daardoor heel erg achterloopt met haar werk. Maar op het moment dat ze haar een Cito-toets geven, alle tafeltjes uit elkaar staan, alle neuzen naar voren zijn gericht en het haar zó wordt aangeboden; ‘Aanbieden, doen, aanbieden, doen’ , dan eigenlijk blijkt dat zij het heel goed kan….. Hieruit blijkt hoe belangrijk aanbieden van structuur voor Lara is. In het najaar stuurt Lara’s moeder mij een e-mail. Daarin schrijft zij dat Lara getest gaat worden op add.(adhd zonder de d). Ze doet het in de klas erg goed. De juf zit vol handigheidjes die het voor haar makkelijk maken. Zo heeft ze geen kiesblad waar al haar taken voor de week op staan, maar een doosje waar alle taken in zitten. Ze pakt er 3, kiest er een uit en geeft die aan de juf. Hiermee valt er toch iets te kiezen (maar beperkt) en bemerkt ze al gaande de week dat het doosje leger wordt en of ze al dan niet nog iets moet doen. Tweede handigheid is, dat haar spullen niet in haar bureau liggen, maar in vakjes op de kast. De juf vult deze begin van de week aan met alles wat er op de kiesbladen staat. Lara kiest bijvoorbeeld rekenen, loopt naar het bakje rekenen en vindt daar alles wat ze nodig heeft om aan het werk te gaan. Thuis zijn ze ook met haar aan de slag gegaan. Ze zijn onlangs verhuisd en Lara slaapt nu op zolder. Heerlijk rustig, niemand die haar stoort. Haar kamer is zonder dat het echt opvalt ingedeeld in; - slaap/rust - speel/knutsel - kleding Doordat de kast haaks in de kamer geplaatst is en haar bed erachter staat, ziet ze niets van de rest van de kamer. Op deze manier wordt ze niet afgeleid door dingen die ze ‘nog even’ wil doen. En het werkt. Ik vind het fantastisch hoe de ouders geïnteresseerd zijn in hoe Lara in elkaar zit en daarnaar handelen. Daarnaast ook hoe de juffrouw hierin staat en handelt. Zoveel begrip en warmte wens ik ieder kind toe. Henneke Henneke is een vrouw van boven de 6o. Zij vertelde dat het leren haar als kind gewoon niet goed af ging. Het eerste waar ik in haar horoscoop naar kijk, is welke informatie deze over het informatieverwerkingsproces geeft. Dit punt geeft aan, dat dit voor haar – ook als kind al - een grote, algemene interesse geeft, gerichtheid op communicatie en vaardigheden hierin. Maar ook dat ze er bij wil horen en
2
behoefte heeft aan harmonie, dat een harmonische omgeving en plezier hebben zelfs nodig is om te kunnen leren. Zo zal ze zich waarschijnlijk inzetten voor op wie ze gesteld is. Naar mijn inzien is het informatieverwerkingsproces bij haar als het ware verweven met haar gehele persoonlijkheid. Direct en indirect is het namelijk verbonden met alle persoonlijke psychische drijfveren. Bovendien staat aangegeven, dat onder andere plotselinge inzichten en een geheel eigen denkwijze uit kunnen werken op het gebied van intuïtie en het inzien en leggen van verbanden Wat betreft de vorming van haar persoonlijkheid, de vorming van haar ‘innerlijke ruggengraat’ waarbij de vader een belangrijke rol kan spelen, ziet het er – wat de horoscoop hierover aangeeft – naar uit dat ze hierin op zichzelf aangewezen is en hiervoor zal moeten putten uit haar eigen innerlijk. De horoscoop geeft op enig punt ook aan, dat eigen visie, het zien van verbanden en expansiedrift niet vloeiend samengaan met de vorming van haar persoonlijkheid, haar wezenlijke zelf. Dat kan een uitdaging betekenen om er tegenaan te gaan om dat in goede banen te leiden. Dit kan invloed (gehad) hebben op de alledaagse gang van zaken en het leerproces op de lagere school. En op het gebied van het opdoen en verwerken van informatie in het lager onderwijs kunnen zich problemen hebben voorgedaan. Henneke’s verhaal luidt als volgt; Toen ze 5 jaar was gingen haar ouders scheiden; Henneke bleef bij haar moeder. Vanaf haar 6e jaar mocht ze van haar moeder pertinent geen contact meer hebben met haar vader, wat Henneke verschrikkelijk vond. Haar moeder voerde daar echter min of meer haar eigen oorlog in. Pas op haar 6e jaar ging Henneke naar school; vóór die tijd genoot ze van haar vrijheid. Henneke en haar moeder hebben eerst bij diens moeder ingewoond. Met haar oma had Henneke een goede band, maar de nog thuiswonende ooms waren niet blij met de komst van hun zus en nichtje. Het was vlak na de oorlog, er was weinig geld en nu kwamen er ook nog eens twee opvreters bij, zo werd wel eens gezegd. Als klein kind had ze daar weinig tot niets in te brengen. Toen Henneke in de 2e klas zat kreeg haar moeder een baantje in een andere plaats; ze gingen daar bij een boer en zijn zoon inwonen. Het boerenleven, streng christelijk, was heel anders dan ze tot nu toe gewend was. Ze moest weer laveren tussen allerlei regels door. Ze ging daar naar school, maar het leren ging maar matigjes. Ze droomde veel weg. Vooral rekenen en taal lukte haar maar moeizaam. Haar moeder gaf haar thuis bijles, maar dat werkte niet; Henneke werd daar zelfs onzeker van. Toch ging ze ieder jaar over. Toen Henneke een jaar of 10 was gingen zij en haar moeder terug naar haar geboorteplaats. Ze ging naar haar oude school terug, in de 4e klas. Het leren ging haar nog steeds niet makkelijk af; ze voelde zich daar ook bepaald niet gelukkig. Maar toen gingen ze weer verhuizen en Henneke ging naar een andere school. En hier kwam ze van de hel in de hemel. Ze kwam hier in de 5e klas en trof een leraar, die haar kwaliteiten zag en naar boven wist te halen. Hij gaf haar ook verantwoordelijkheden op maat – helpen van andere kinderen enzovoorts, hielp haar haar zelfvertrouwen op te bouwen. Hoewel ze in rekenen en taal nog steeds niet schitterde, waren de resultaten van andere vakken en ook van tekenen goed. Maar na de 6e klas werd toch voor de huishoudschool gekozen; dat was voor een meisje wel goed. Wat ze daar vooral leuk vond was kinderverzorging. Daar wilde ze na school dan ook in doorgaan, dan doorleren voor kraamverzorgster en daarna voor (kraam)verpleegster. Maar haar moeder besliste dat Henneke financieel haar steentje bij moest gaan dragen. Ze ging dus werken. Ze trouwde al jong en kreeg 2 zoons. Ze heeft toen sieraden gemaakt (die ook verkocht werden!) en haalde een diploma voor het cafébedrijf. Haar huwelijk strandde. Ze ging samenwonen met een andere man. Ze wilde een bloemenzaakje beginnen en ging een opleiding bloemisterij doen. Intussen stond ze met haar man met bijouterieën op beurzen. In de pauzes deed ze haar studie en leerde al die Latijnse namen van planten en bloemen. Ze hadden zakelijk veel succes. Henneke werd zelfs gevraagd model te staan voor zakenvrouw van het jaar! 2
Maar dit huwelijk gaf veel verdriet. Na de zoveelste nare ervaring besloot ze op zichzelf te gaan wonen. Ze begon een eigen zaakje, maar moest deze op een gegeven moment sluiten. Ze wist niet goed wat ze nu verder zou gaan doen, bekeek allerlei mogelijkheden. Maar opeens stond het haar helder voor de geest; ze wilde de zorg in. Uiteindelijk was dit ook de richting geweest waar ze als 17-jarige haar toekomstplannen op had willen richten. Er waren in die tijd veel mensen om haar heen – onder anderen vrienden van haar zoon - die in de zorg zaten en waar ze veel van en over hun werk hoorde. Ze richtte haar energie en initiatief op deze branche. Ze kwam in de basisverpleging terecht als afdelingsassistente en deed een éénjarige opleiding die experimenteel was. Het hield ondersteuning van het verplegend personeel in, basiszorg aan patiënten, fysieke en enige psychische ondersteuning. Ze deed in dat jaar veel cognitieve vaardigheden op - zoals psychologie, anatomie, verzorging van patiënten – alsmede sociale vaardigheden. In de loop van dat jaar groeide bij haar dan ook het idee dat ze meer wilde; ze wilde de opleiding verpleegkundige gaan doen. Ze heeft toen een gesprek aangevraagd om dit op tafel te leggen. Ze werd aangenomen op haar getoonde motivatie. Ze was toen 50 jaar. Door de jaren heen heeft ze ook veel interesse gehad voor richtingen als homeopathie, macrobiotiek, antroposofie en vijf jaar geleden werd ze nieuwsgierig naar astrologie. Deze studie is ze dan ook gaan volgen. Yolanda Yolanda is een vrouw van 39 jaar. Toen zij van mijn keuze voor het vrije onderwerp hoorde, vertelde ze dat zij leren nooit leuk gevonden had; ze spijbelde al op de kleuterschool! Ik was direct geïnteresseerd in hoe dat in zijn werk gegaan was. Zij wilde best haar verhaal doen en verleende haar medewerking aan dit werkstuk. Bij wat de horoscoop aangeeft omtrent het informatieverwerkingsproces, concludeer ik dat zij als kind mogelijk graag in een fantasiewereld leefde, van dagdromen hield en bij het leren lezen, schrijven, rekenen enzovoorts het nodig had uitdrukking te kunnen geven aan haar fantasieën. Met het concrete, structurele zal ze echter veel moeite gehad hebben en daar ook nu nog moeite mee hebben. Het informatieverwerkingsproces zal bovendien nauw verbonden geweest zijn met een grote gevoeligheid en behoefte aan een harmonische sfeer. Die goede sfeer zal noodzakelijk geweest zijn om het leren op school goed uit de verf te laten komen, en daarmee invloed gehad hebben op haar gevoel van zekerheid. Deze twee psychische inhouden staan op zichzelf, zijn niet verbonden met andere persoonlijke psychische drijfveren (zie pagina 10). Ze zal - als jong kind al - heel eigen ideeën (gehad) hebben; een creatieve geest en verbeeldingskracht. Wat invloed zal hebben op het zich emotioneel veilig voelen en geheel zichzelf kunnen zijn. De kans bestaat echter ook, dat zij omstandigheden meegemaakt heeft die een goed verloop van dit informatieverwerkingsproces, maar ook de vorming van haar persoonlijkheid, weinig ondersteuning gegeven en/of ongrijpbaar gemaakt zullen hebben. Aan de andere kant zal zij ook een sterke behoefte gehad hebben haar persoontje (en dàt wat ze wil) te laten gelden, moedig, energiek, impulsief geweest zijn en zeer vrijheidslievend. Hier zit veel daadkrachtige en in haar jeugd jongensachtige energie Deze kant is echter ook onderdeel van ongrijpbare, onderhuidse en grillige spanningen en machtsverhoudingen – die in dit geval te maken zullen hebben met een op een relaties en hoe zij al dan niet innerlijk in evenwicht met de buitenwereld is - waar doorgaans pas later in het leven vat op gekregen kan worden. Wat haar makkelijk af zal gaan is een afwegende, op anderen gerichte levensinstelling en daarmee praktisch, concreet, daadgericht bezig zijn, kritisch en rationeel denken.
2
Uitdaging voor haar zal zijn voor zichzelf op te komen, actief, enthousiast en impulsief op te treden en daarmee toe te groeien naar een emotioneel bewogen of betrokken instelling, leren loslaten, onbaatzuchtig zijn, verbinding maken met de kosmische bron van universele liefde. Haar verhaal luidt als volgt; Met de kleuterjuf had Yolanda niets. Na negatieve ervaringen met haar liet ze haar niet meer zien wat ze in zich had; de juf begreep haar toch niet. Bovendien had ze een hekel aan knippen en plakken, ook aan gestructureerdheid, aan moeten. Ze ging liever slootje springen, hutten bouwen, rolschaatsen. (Wilde ook alleen kleding dragen die haar bewegingsvrijheid gaf.) Ze begon te spijbelen. Toen ze 4 was kreeg ze een zusje. Dit was wèl echt een meisje, wat haar ouders charmeerde. Ze gaven dat zusje op dat gebied veel aandacht. Dat veroorzaakte bij Yolanda jaloezie, ze werd tegendraads. In de eerste jaren van de lagere school haalde ze goede cijfers, ondanks dat ze veel afgeleid was. Ze had dan ook een goede band met die juffrouw. Deze begreep haar, liet haar in haar waarde. In de 4e klas kreeg ze een meester. Dat ging goed, tot ze met breuken op een punt kwamen waar ze het niet meer snapte. Waarschijnlijk doordat ze altijd snel afgeleid was (ze zat graag naar buiten te kijken hoe vrij de vogeltjes daar rondvlogen enzovoorts) maar toch genoeg oppikte om goede cijfers te halen, dacht de meester dat ‘het niet snappen’ gewoon gemakzucht was Het was echter slechts dat ene kleine onderdeel waar ze echt niets van begreep! Dit maakte haar erg onzeker. Vanaf dat moment klikte het niet meer met de meester. De meester vond haar op een gegeven moment dwars en onaangepast. Het werd een vicieuze cirkel. Yolanda veranderde toen erg op school, werd ongeïnteresseerd. En ze kreeg deze meester ook in de 5e en 6e klas! Het enige wat Yolanda wel altijd leuk bleef vinden was opstellen schrijven . Hier kon ze veel van haar fantasie in kwijt. Toch wilde ze niet echt met haar fantasie naar buiten komen. Voor haar waren die fantasieën namelijk niet eens fantasieën; ze voelde aan dat wat zij dacht gewoon zo was, zo zat het in elkaar. Als kind was ze hiermee echter eens voor gek verklaard. Het gevolg was dat ze voortaan over dat soort dingen zweeg. Vanaf de tijd van het onbegrip van de meester werd Yolanda rebels. Zó rebels, dat haar ouders zich op een gegeven moment geen raad meer met haar wisten en er serieus over dachten haar uit huis te laten plaatsen, waar ze uiteindelijk wel van af zagen. Zelf had Yolanda zich al voorgenomen om zich in een eventueel tehuis heel goed te gedragen, zodat de mensen daar zich zouden afvragen waar haar ouders mee bezig waren. Yolanda zat ingedeeld bij goede leerlingen, maar vond hun prestatiedrang maar niks. Maar ondanks dat zij nooit oplette haalde ze gewoon de hoogste cijfers. Deels uit competitiedrang naar die ‘nerd’medeleerlingen, deels om de leraar te laten zien dat – met zijn saaie stof – je zonder opletten ook wel goede cijfers kon halen. De Cito-toets gaf een dikke VWO-score aan, maar ze koos voor de LEAO. Haar voornaamste bezigheid daar was spijbelen. Zoals ze altijd had gezegd ging ze op haar 16e van school; de dag na haar verjaardag! Ze ging werken; geld verdienen maakt onafhankelijk. Maar dat viel tegen. Toch was voor haar het belangrijkste dat ze het naar haar zin had. Tot haar 19e had ze verschillende baantjes. Op haar 20e betrok ze met haar man een eigen huis. Ze had toen net een drukke baan; de echte verantwoordelijkheid van de dagelijkse taken begon toen. Op haar 23e werd ze zwanger. Ze besefte de verantwoordelijkheid voor haar kind en stopte met haar baan. Ze kreeg nog een tweede kind. Toen ze 30 was besloot ze weer terug te gaan naar school en haalde haar diploma. Toen ze net 32 was is ze weer buitenshuis gaan werken; voor 8 uur per week. Ze viel daarnaast ook in bij ziekte, maar kon dat zelf bepalen. Zo hield ze de vrijheid om dingen te doen die ze graag wilde. In de jaren hiervoor was ze in aanraking met Astrologie gekomen. Ze ging een cursus doen bij haar in de buurt. De cursusleidster bejegende haar op een gegeven moment echter zeer negatief. Yolanda is daar dan ook weggegaan. Ze vervolgde haar Astrologieopleiding bij een andere instelling..
2
Eind van dat jaar ontmoette ze iemand die al 23 jaar de Astrologie beoefende. Deze persoon heeft veel tijd besteed om haar extra verdieping van de Astrologische kennis te laten krijgen. Door een simpel ongevalletje op haar werk vorig jaar liep ze een langdurige beenblessure op, die verschillende complicaties inhield. Dit gaf op haar werk en bij de controlerend arts allerlei negatieve verwikkelingen. Ze besloot haar baan op te zeggen, kon een ruimte huren en is daarin les in Astrologie gaan geven voor beginners. Daarmee heeft ze het erg naar haar zin; ze voelt zich er volledig mee in haar element. Zij zegt hier zelf over, dat ze het geven van les nu nog meer als onderdeel van haar eigen leerproces ervaart; als het bevalt wil ze het later uitbreiden. Het liefst zou ze zich alleen bezig houden met dingen onderzoeken in de Astrologie. Eventueel ook nog een boek schrijven. Plannen genoeg dus. Wat de leerresultaten zijn is voor haar dus sterk afhankelijk van een goede verstandhouding met de persoon die de lesstof aanreikt. Ze heeft een creatieve geest en veel verbeeldingskracht. Ze is een kei in het bedenken van creatieve oplossingen, maar heeft moeite om dit in een vorm te gieten. Ideeën moeten kunnen stromen en kunnen ook zomaar spontaan opkomen. Soms kan het lastig zijn om zich op een juiste manier uit te drukken wat ze van binnen allang weet. Drukt ze zich toch uit, maar wordt hier met onbegrip op gereageerd, dan kan haar dat zo teleurstellen dat ze haar mond gaat houden en in haar eigen wereldje terugtrekt. Als kind had ze zeker een opvoeder/leerkracht nodig die ze gevoelsmatig mocht en die haar denkwijze en gevoelens begreep. Ook nu nog is een goed gevoelscontact met werkgevers van belang om tot goede resultaten te komen Daarnaast moet ook de leerstof gevoelsmatig aanspreken om het nut ervan in te zien en daarmee tot goede resultaten te komen. Bij gebrek aan de juiste structuur is er kans op versnippering. Soms kan ze overdreven op details gaan letten. Helga Helga is een vrouw van 57. Als baby kon ze van haar moeder de voor haar zo nodige emotionele aandacht niet krijgen; haar broertje was één jaar ouder en toen ze zelf 1 jaar was kreeg ze een zusje Bovendien woonden haar grootouders bij hen in en werden door haar moeder ook verzorgd in ziekteen sterfbed. Wat ondersteuning van haar vader betreft voor de vorming van haar persoonlijkheid, zegt ze daar weinig aan gehad te hebben. Uit haar radix maak ik op, dat haar manier van informatieverwerking beïnvloed zal worden door de behoefte zich emotioneel geborgen te voelen, aanvoelen, zorgzaamheid. Bovendien er niet zo mee op de voorgrond te treden maar van achter de schermen er wel een zekere rol mee willen spelen. Deze psychische inhoud wordt echter niet beïnvloed door andere psychische inhouden in haarzelf. Daarnaast zal mogelijk die informatieverwerking door omstandigheden gedurende lange tijd moeite gehad hebben om ‘uit de verf te komen’,. Het zal voor Helga ook iets ongrijpbaars gehad hebben om daar vat op te krijgen. Dit kan gevolgen gehad hebben voor haar gevoel van emotionele veiligheid, alsmede voor het krijgen van waardering van ouders en buitenwereld. Ze heeft wel de mogelijkheid in zich om (de vruchten van)hogere studies in het dagelijkse leven tot uitdrukking te brengen en daarmee iets voor de maatschappij te betekenen. Dit hangt echter wel samen met in hoeverre zij de verwezenlijking van haar werkelijke zelf tot uitdrukking kan brengen.
2
Wat haar gemakkelijk af zal gaan en vertrouwd zal zijn is zich op de juiste manier aanpassen aan anderen en op deze manier op praktische wijze informatie inwinnen en uitwisselen, communiceren in haar directe omgeving. Uitdaging voor haar zal zijn; minder op anderen gericht bezig zijn en toe groeien naar een actief, enthousiast en impulsief optreden, op te komen voor zichzelf en op deze manier minder bezig zijn met alledaagse feitelijke communicatie. Toe groeien naar intuïtie en begrip van de verbanden en samenhangen op een hoger niveau (geestelijk, spiritueel of filosofisch). Ik begin het interview met de vraag hoe zij het informatieverwerkingsproces zelf ervaart. Ze vertelt, dat ze bijvoorbeeld in gedachten een soort melodie maakt van wat ze leest om het goed te onthouden. En dat ze zich pas kort bewust is van emoties. Op mijn vraag of ze zich kan herinneren hoe dit thema zich in haar jeugd afgespeeld heeft vertelt ze, dat ze nooit een stimulans gehad heeft dat leren leuk was. Niet van haar ouders, niet op school. Het is toen ook nooit bij haar binnengekomen dat ze goed kon leren. Ook niet toen ze thuis te horen kreeg dat ze niet moest denken dat ze meer was dan de anderen omdat ze goed kon leren. Een helderziende vriendin vertelde haar laatst, dat Helga zo rond haar 10e jaar besloten had het verder in haar eentje uit te zoeken. In de eerste jaren van de lagere school haalde ze goede cijfers, maar in de 6e klas werd dat wisselvallig; voor hetzelfde vak haalde ze de ene keer een 41/2, de andere keer een 9. Toen al snapte ze niet, dat haar opvoeders niet met haar kwamen praten om te kijken waarom dit zo gebeurde. “Maar het raakte niets!” zegt ze. En ja, vanuit het geloof en het milieu leerde je ook wel te aanvaarden dat iets nou eenmaal was zoals het was. Ze kreeg een Mulo-advies, terwijl ze makkelijk de HBS aankon. Ze vormde hele gedachtegangen in zichzelf, maar hield die ook voor zichzelf. Ze wist ook niet, dat als je iets niet snapte, je daar iets mee moest doen, zoals daar vragen over stellen. Ik vertel dat haar radix aangeeft dat het informatieverwerkingsproces niet beïnvloed wordt door andere eigenschappen in haarzelf. Dat ziet ze nu wel duidelijk. Vanaf de 2e klas van de HBS ging het schorten; ze haalde onvoldoendes, kreeg extra taken en bijles en ging daarmee telkens over. Tot ze voor de 2e keer in de 4e klas zat en weer slechte cijfers haalde. Toen schrok ze. Als het zo door ging moest ze van school af. En dan?!? Ze wilde helemaal nog niet werken! Voor het eerst ging ze leren; ze had nu een doel, had er zin in en haalde haar eindexamen. Na de HBS ging ze naar de Sociale Academie. Daar pas leerde ze vragen te stellen. Ze was heel rationeel, snapte alles snel. Toch waren er te weinig prikkels. Het was weer over met het doelmatig leren. In al die jaren echter had ze zich nooit echt geborgen gevoeld; dat kwam pas toen ze haar man ontmoette. Ze ging trouwen, kreeg kinderen en leefde heel lang ‘zoals het hoorde’. Na de geboorte van haar 2e kind kreeg ze diabetes In september 1986 begon ze een studie Sociale Gerontologie aan de Universiteit, in deeltijd. Daar pas ontdekte ze dàt ze kon leren, maar ook dat leren leuk was. Van september 1992 tot september 1994 heeft ze een pauze ingelast. In juni 1995 had ze haar scriptie klaar en studeerde ze af. In oktober 1991 is ze hulp gaan zoeken omdat ze vastliep. Ze ging in therapie. In september 1992 heeft ze zich ziek gemeld op haar werk omdat ze het toen helemaal niet meer trok. Vóór die tijd was ze al door en over alle grenzen heen gegaan. Nu achteraf weet ze, dat toen niet de vinger op de zere plek gelegd is. Er is toen niet naar boven gekomen dat ze zich niet bewust was van emoties; mensen konden haar zeggen wat ze wilden, situaties konden nog zo dramatisch zijn, het riep bij haar geen emoties op. Ze ging gewoon door met waar ze mee bezig was. Uiteindelijk kreeg ze lichamelijke klachten, kwam op fysieke manier pijnlijk vast te zitten. In 2003 ging ze weer in therapie. Hier werd haar veiligheid geboden. En dit keer werd de vinger wèl op de zere plek gelegd. Stapje voor stapje leerde ze wat emoties waren en als ze die herkende hoe daarmee om te gaan.
3
Een heel moeilijke tijd, die een paar jaar van emotioneel hard werken in beslag nam. Emoties riepen ook weer negatieve emoties op, waar ze dan ook weer mee moest leren omgaan. Nu is ze zover dat ze emoties voelt, keuzes maakt mede op emotionele gronden. Wat ze op een gegeven moment ook ging beseffen was, dat zij haar eigen ideeën – die ze eerst voor zichzelf op rationele gronden helemaal uitgedacht had – niet persé de enige juiste ideeën waren zoals ze altijd gedacht had. Ze kreeg door, dat een ander dezelfde zaak op een eigen manier beleefde en beredeneerde. We hadden al eens besproken dat zij zich graag visies vormt, uitbreidt en anderen daarvan deelgenoot maakt, gewoon om te helpen. Rond de tijd dat ze voor de 2e keer in therapie ging moest ze haar werk laten schieten; het ging niet meer. Nadat ze zich door de moeilijkheden heen geworsteld had voelde ze zich halverwege 2006 weer veel beter. Soms heeft ze nog ‘even’ moeite met emotionaliteit, voornamelijk in onverwachte situaties. Als iets haar emotioneel raakt heeft ze tijd nodig om voor zichzelf uit te zoeken hoe en waarom ze geraakt is en om dit een plekje te geven. Ze wil weer werken, is op zoek gegaan naar wat ze leuk vindt om te doen. Ze is in 1986 de studie Sociale Gerontologie aan de Universiteit begonnen. Het boeit haar nu enorm wat ouderen er zelf van vinden; hun beleving van hun woon(on)mogelijkheden, naar het verzorgingshuis moeten, de Zorg, het super oud worden, zich al dan niet kunnen aanpassen. Momenteel is ze bezig iets voor zichzelf op te zetten; Organizing, in de meest brede zin van het woord. Van administratie tot het ordenen van een verhuizing en alles wat daar tussenin en omheen ligt. Van wat ze hiervoor aangeboden krijgt haalt ze de zaken eruit die ze leuk vindt en die haar ook emotioneel aanspreken. Dit interview op zich vond Helga verhelderend wat betreft de ontwikkelingen in haar leven. Het gaf haar een overzicht van het verloop daarvan. Ze ziet, dat het allemaal niet voor niets is geweest; het heeft haar gebracht tot waar ze nu is; communicatie en informatieverwerking – met alles wat daarmee samenhangt - samen kunnen laten gaan met emoties, zorgen voor, plezier hebben in… Alles wat ze geleerd en ge- en bestudeerd heeft komt nu aardig samen.
3
Literatuurlijst Monique Boekaerts en P. Robert-Jan Simons;
Leren en instructie
Drs. Karen Hamaker-Zondag; Het twaalfde huis Anita Cortesi; De horoscoop van uw kind Ernst Ott; Levensloopanalyse, leerboek voor secundaire progressies Halbe van der Velden; Astrologie Trix van Lieshout; Pedagogische adviezen voor speciale kinderen
3