Het werken met BIM in verschillende bouwcontracten Afstudeerscriptie Masteropleiding Rechtsgeleerdheid, Accent Privaatrecht, Faculteit Rechtswetenschappen, Tilburg University
Student: Anr: 1e Begeleidster: 2e Begeleidster: Afstudeerdatum:
Funda Rumeysa Kaya S217232 mr. dr. S. van Gulijk mr. M. Siebers 17 november 2014
VOORWOORD Voor u ligt mijn afstudeerscriptie over het werken met BIM in verschillende bouwcontracten. Er is een vergelijkend onderzoek gedaan tussen verschillende bouwcontracten die enerzijds het bouwcontract uitvoeren met behulp van BIM en anderzijds niet. Met deze scriptie zal ik hopelijk mijn Master Rechtsgeleerdheid aan Tilburg University met success afronden. Bij deze wil ik mijn scriptie-begeleidster Stéphanie van Gulijk bedanken voor de fijne begeleiding en ondersteuning tijdens dit traject. Haar interessante colleges over bouwrecht waren de aanzet om mijn scriptie voor het vak bouwrecht te schrijven. Tijdens mijn stage bij Allen & Overy heb ik een begin gemaakt aan mijn scriptie. Ik wil graag mijn collega’s bedanken die mij geholpen hebben met mijn onderzoeksopzet en mij geattendeerd hebben op ontwikkelingen rondom BIM. Daarnaast wil ik alle respondenten bedanken die aan mijn onderzoek hebben meegewerkt. Dankzij hun medewerking heb ik dit onderzoek kunnen doen. Veel dank gaat uit naar mijn familie en vrienden die mij in het hele scriptie-traject gesteund hebben. In het bijzonder wil ik mijn ouders bedanken die mij altijd heel erg gestimuleerd hebben om mijn scriptie tot een goed eind te brengen. Tenslotte hoop ik dat mijn afstudeerscriptie aanleiding zal zijn tot meer onderzoek naar de implementatie van BIM in het Nederlands bouwrecht zodat succesvol met BIM in de bouwbranche gewerkt kan worden. Funda Rumeysa Kaya Dongen, 17 novemer 2014
1
INHOUDSOPGAVE VOORWOORD
1
1.
INLEIDING
4
1.1
Bouwfouten
6
1.2
Complexe aansprakelijkheidsverhoudingen
7
1.3
Informatieverplichtingen
7
1.4
Wat is BIM?
7
1.5
Invloed van BIM op de informatieverplichtingen en aansprakelijkheden van de bouwactoren
8
1.6
Centrale onderzoeksvraag
9
1.7
Deelvragen
9
1.8
Afbakening van het onderwerp
10
1.9
Onderzoeksmethoden
11
1.10
Maatschappelijke relevantie
11
1.11
Wetenschappelijke relevantie
12
2.
BIM
13
2.1
BIM-team
13
2.2
Integratie van BIM in het bouwproces
14
2.3
Huidige stand van BIM in Nederland
17
2.4
Voor- en nadelen van het werken met BIM
19
3.
HET WERKEN MET BIM IN DE ADVISEURSOVEREENKOMST
21
3.1
De informatie- en waarschuwingsplicht van de opdrachtgever en de aansprakelijkheid voor bouwfouten
21
De informatie- en waarschuwingsplicht van de adviseur en de aansprakelijkheid voor bouwfouten
23
Interview met opdrachtnemers
27
3.2
3.3
2
3.4
Eindconclusie
29
4.
HET WERKEN MET BIM IN DE AANNEMINGSOVEREENKOMST
31
4.1
De informatie- en waarschuwingsplicht van de opdrachtgever en de aansprakelijkheid voor bouwfouten
31
De informatie- en waarschuwingsplicht van de aannemer en de aansprakelijkheid voor bouwfouten
34
4.3
Interview met opdrachtnemers
37
4.4
Eindconclusie
39
5.
HET WERKEN MET BIM IN DE GEÏNTEGREERDE OVEREENKOMST
42
5.1
De informatie- en waarschuwingsplicht van de opdrachtgever en de aansprakelijkheid voor bouwfouten
42
De informatie- en waarschuwingsplicht van de opdrachtnemer en de aansprakelijkheid voor bouwfouten
45
5.3
Interviews met opdrachtnemers
47
5.4
Eindconclusie
50
6.
CONCLUSIE & AANBEVELINGEN
53
6.1
Conclusie
53
6.2
Aanbevelingen
56
4.2
5.2
BRONNENLIJST
58
BIJLAGE 1
VRAGENLIJST INTERVIEW
65
BIJLAGE 2
INTERVIEW MET OPDRACHTNEMERS DIE WERKEN MET BIM IN DE ADVISEURSOVEREENKOMST
68
INTERVIEW MET OPDRACHTNEMERS DIE WERKEN MET BIM IN DE AANNEMINGSOVEREENKOMST
75
INTERVIEW MET OPDRACHTNEMERS DIE WERKEN MET BIM IN DE GEÏNTEGREERDE OVEREENKOMST
84
BIJLAGE 3
BIJLAGE 4
3
1.
INLEIDING Bouwen is veelal ‘maatwerk’. Aan de totstandkoming van een bouwproject gaat daarom vaak een langdurige aanbestedingsprocedure vooraf waarin een selectie wordt gemaakt van de bij het project te betrekken deelnemers (bouwactoren) en waarin de wensen van de opdrachtgever in bouwkundige termen worden vertaald. In deze aanbestedingsprocedure wordt door de betrokken bouwactoren, zoals architecten, raadgevend ingenieurs en (onder)aannemers, veel tijd en energie gestoken. De opdrachtgever verwacht dat de afgesproken kwaliteit van het bouwwerk wordt waargemaakt en dat het op tijd klaar is binnen het afgesproken budget.1 De opdrachtgever en opdrachtnemer kunnen een bouwcontractmodel kiezen voor het ontwerp en de uitvoering van het bouwwerk, maar dat hoeft niet altijd. In het geval partijen met een bouwcontractmodel willen werken, vormt dat de basis voor de overeenkomst. 2 De keuze voor het juiste bouwcontractmodel wordt door veel factoren bepaald, zoals de mate van invloed van de opdrachtgever en opdrachtnemer op het ontwerp, de uitvoering van het bouwwerk en de daarmee verband houdende aansprakelijkheid van de opdrachtgever en opdrachtnemer voor onder andere gebreken en schade aan het werk en de ongeschiktheid van de door hen voorgeschreven materialen en hulpmiddelen. Daarnaast zijn de functie van het bouwwerk3 en de omgevingsfactoren zoals omwonenden, kabels en leidingen, milieu, bodemverontreinigingen en wet- en regelgeving bepalend voor de keuze van het bouwcontractmodel.4 Als de opdrachtgever veel invloed wil uitoefenen tijdens het ontwerp en de uitvoering van het bouwwerk, is een traditioneel bouwcontractmodel daar geschikter voor dan een geïntegreerd model.5 Het traditionele model staat ook wel bekend als het ‘klassieke driehoeksmodel’, waarin de opdrachtgever het initiatief tot de bouw neemt en een architect en eventueel andere adviseurs de opdracht geeft om een ontwerp te maken voor een bouwwerk.6 Als de opdrachtgever een overeenkomst sluit met een adviseur, is dit een overeenkomst van opdracht als in titel 7.7 BW. Titel 7.7 BW bevat behoudens enkele dwingendrechtelijke bepalingen, overwegend regelend recht.7 In de praktijk wordt doorgaans met algemene voorwaarden gewerkt, omdat hierin de verplichtingen van de opdrachtgever en opdrachtnemer en regelingen over onder meer betaling, oplevering en onderhoud, specifieker en uitgebreider zijn geregeld. In de adviseurswereld is De
1
Van den Berg e.a. 2010, p. 197. Chao-Duivis 2012, p. 31. Wordt het een onderwijsinstelling, zorginstelling, financiële instelling, overheidsinstelling et cetera? 4 Chao-Duivis 2012, p. 28, 37. 5 Chao-Duivis 2012, p. 38, 39. 6 Chao-Duivis 2012, p. 28. 7 Zie artikel 7:400 lid 2 BW; Chao-Duivis 2012, p. 10; Van den Berg e.a. 2010, p. 221. 2 3
4
Nieuwe Regeling 2011 (DNR 2011) de meest recente set algemene voorwaarden.
8
Algemene
voorwaarden moeten overeengekomen worden tussen partijen willen ze van toepassing zijn.9 Nadat de wederpartij de algemene voorwaarden van de gebruiker door ondertekening of anderszins10 heeft aanvaard, maken ze deel uit van de overeenkomst.11 Wanneer het ontwerp klaar is, zoekt de opdrachtgever een aannemer die het ontwerp zal uitvoeren in het traditionele model.12 Op de aannemingsovereenkomst is titel 7.12 BW van toepassing. In de praktijk wordt van deze regeling weinig gebruik gemaakt, omdat zij te weinig is uitgewerkt om volledig aan de behoeften van de bouwpraktijk te kunnen voldoen.13 De branchegenoten hebben zelf algemene voorwaarden ontwikkeld omdat tot 2003 nog geen wettelijke aannemingsregeling bestond.14 De Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012) zijn de belangrijkste van deze algemene voorwaarden.15 Tegenover het traditionele bouwcontractmodel, waarin het ontwerp en de uitvoering gescheiden zijn, staat het geïntegreerde bouwcontractmodel. Het ontwerp en de uitvoering zijn in één hand verenigd, wat betekent dat de opdrachtgever maar één overeenkomst hoeft te sluiten. Anders dan in het traditionele model, wil de opdrachtgever in het geïntegreerde model minder bemoeienis en geeft hij de opdrachtnemer meer taken en hiermee ook meer ontwerp- en uitvoeringsvrijheid. Bij de keuze voor geïntegreerde bouwcontractmodellen worden meestal de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor Geïntegreerde Contracten 2005 (UAV-GC 2005) toegepast. Voorbeelden van geïntegreerde contracten zijn Design & Construct, Engineering & Construct en Turnkey.16 De geïntegreerde contracten worden beschouwd als een overeenkomst van aanneming van werk in de zin van titel 7.12 BW.17 In de opeenvolgende paragrafen zal worden beschreven om welke redenen het fout kan gaan in de bouw en wat voor gevolgen dit heeft op de aansprakelijkheidsverhoudingen van partijen. Vervolgens zal worden ingegaan op het belang van communicatie en informatieuitwisseling tussen partijen in het bouwproces en het Building Information Model (BIM) dat als basis hiervoor kan dienen. 8
De DNR 2011 zijn geen nieuwe set algemene voorwaarden, maar een herziening van de DNR 2005. Voordat de DNR 2005 in werking trad, werd de SR 1997 (Standaard voorwaarden rechtsverhouding opdrachtgever-architect 1997) en de RVOI 2001 (Regeling van de verhouding tussen opdrachtgever en adviserend ingenieursbureau 2001) op de meeste architectenovereenkomsten van toepassing verklaard, Van den Berg e.a. 2010, p. 221. 9 Chao-Duivis 2012, p. 11. 10 Mondelinge aanvaarding van het opnemen van de algemene voorwaarden in de overeenkomst of aanvaarding van de offerte waarin een verwijzing naar de algemene voorwaarden is opgenomen of wanneer de gebruiker kort na het aanvaarden van de opdracht de algemene voorwaarden heeft voorgesteld en de wederpartij niet tijdig daartegen heeft geprotesteerd, Chao Duivis 2012, p. 11. 11 Artikel 6:231 sub c jo. artikel 6:232 BW. 12 Chao-Duivis 2012, p. 28. 13 Chao-Duivis 2012, p. 27; Van den Berg e.a. 2010, p. 305. 14 Van den Berg e.a. 2010, p. 305; Stb. 2003, 272. 15 De UAV 2012 is de opvolger van de UAV 1989, Van den Berg e.a. 2010, p. 306. 16 Chao-Duivis 2012, p. 31-35, 39, 119; Van den Berg e.a. 2010, p. 354, 355. 17 Artikel 1 van de Model Basisovereenkomst (MBo) waarbij de UAV-GC 2005 horen.
5
1.1
Bouwfouten Het bouwcontractmodel dat de bouwpartijen hebben gekozen is bepalend voor de manier waarop het bouwproces wordt doorlopen. Het geeft namelijk weer hoe de taken en verantwoordelijkheden van partijen zijn verdeeld gedurende het bouwproces.18 Aangezien de bouw van het bouwproject uit verschillende stadia bestaat en de vele partijen hun werkzaamheden op elkaar moeten afstemmen, is het bouwproces complex. Het is daarom noodzakelijk dat partijen nauw samenwerken voor een juiste afstemming van de werkzaamheden en duidelijke afspraken maken over de takenverdeling en verantwoordelijkheden van partijen en deze contractueel vastleggen. De grote hoeveelheid partijen, de verkeerde afstemming van werkzaamheden, in samenhang met andere factoren, kunnen een bouwfout tot gevolg hebben. Uit de jurisprudentie blijkt dat meerdere oorzaken voor bouwfouten bestaan, zoals tijdsdruk, zuinigheid, miscommunicatie, ontwerp- en uitvoeringsfouten, onvoldoende kennis en onzorgvuldigheid van de bouwactoren.19 Een definitie van een bouwfout is niet in de wet, literatuur of jurisprudentie terug te vinden. De term bouwfout wordt in verschillende uitspraken slechts benoemd als oorzaak van de ontstane schade of gebreken aan het bouwwerk. Er wordt bijvoorbeeld van bouwfouten gesproken bij een lekkage in het plafond, dakkapel of garage en bij verzakkingen en scheuren van vloeren en gevels door gebrekkige en onvakkundige uitvoering.20 In plaats van de term bouwfout wordt in uitspraken ook gesproken van de termen “gebrek” en “constructiefout”.21 Ter bepaling van welke partij aansprakelijk gehouden kan worden voor het ontstaan van de bouwfout, wordt beoordeeld of er verwijtbaar gehandeld is.22 Mijns inziens zou een bouwfout samengevat gedefinieerd kunnen worden als een verzamelbegrip voor gebreken en schades die kunnen ontstaan in bouwconstructies door het verwijtbaar handelen of nalaten van één of meerdere bouwactoren. Voorbeelden van recente bouwfouten in Nederland zijn: de instorting van een galerij van een flat in Leeuwarden in 2011, de instorting van het dak van het Grolsch Veste stadion in Enschede in 2011, waarbij één bouwvakker is omgekomen en de instorting van een verdiepingsvloer van een school in Eindhoven in 2012, waarbij tevens één bouwvakker is omgekomen. Naast deze grote instortingen, zijn er vele kleinere bouwfouten die nauwelijks in het nieuws komen.
18
Chao-Duivis 2012, p. 31. Boot, TBR 2011/6. 20 RvA 28 juni 2013, nr. 34.227; RvA 13 maart 2013, nr. 33.036; Rechtbank ’s-Gravenhage 11 juli 2012, LJN BX1942; Hof Arnhem 18 augustus 2009, LJN BK8649; Hof ’s-Hertogenbosch 20 mei 2008, LJN BD5816; Rechtbank Middelburg 28 maart 2007, LJN BA1997; Rechtbank Middelburg 26 juli 2006, LJN AY5819. 21 Rechtbank Almelo 11 mei 2011, LJN BQ8180; Hof Arnhem 12 januari 2010, LJN BK930; Hof Arnhem 18 augustus 2008, LJN BK8649. 22 RvA 13 maart 2013, nr. 33.036. 19
6
1.2
Complexe aansprakelijkheidsverhoudingen Nadat een bouwfout is ontstaan, is het voor de opdrachtgever vaak moeilijk te bepalen wie aansprakelijk is door de grote hoeveelheid partijen en gegevens in het bouwproject. Bouwfouten hoeven niet altijd tijdens of na het bouwproces te ontstaan, maar kunnen ook een aantal jaar na de oplevering ontstaan of worden opgemerkt. Wanneer er een duidelijke takenverdeling wordt gemaakt, deze contractueel wordt vastgelegd en de werkzaamheden tijdens het gehele bouwproces nauwkeurig worden bijgehouden, kan dit er toe bijdragen dat de aansprakelijkheid en de omvang van de schade eenvoudiger wordt bepaald. In de algemene voorwaarden die partijen van toepassing kunnen verklaren, zoals de UAV 2012, DNR 2011 en de UAV-GC 2005, zijn de aansprakelijkheidsregelingen van de opdrachtgever en opdrachtnemer vastgelegd welke als uitgangspunt dienen bij de vaststelling en omvang van de schadevergoeding.
1.3
Informatieverplichtingen Miscommunicatie tussen de bouwactoren is één van de meest voorkomende oorzaken van bouwfouten.23 Hierbij kan gedacht worden aan onduidelijkheden over een tussentijdse wijziging van het bestek en onduidelijkheden over verstrekte gegevens.24 Juiste en tijdige informatieuitwisseling en interactief communiceren van de bouwactoren is dus essentieel.25 Hiervoor is het nodig dat de opdrachtgever en opdrachtnemer jegens elkaar de verplichting hebben tot actieve informatie-uitwisseling. Ter verbetering van de informatie-uitwisseling en communicatie tussen de bouwactoren, kunnen digitale bouwprogramma’s een basis bieden voor bouwactoren.26 Building Information Model (BIM) is zo’n programma waar in Nederland steeds vaker mee wordt gewerkt.
1.4
Wat is BIM? Er zijn verschillende definities van BIM te vinden. De Rijksgebouwendienst definieert BIM als volgt: 27 ‘BIM wordt internationaal meestal begrepen als “Building Information Model” en wordt naar het Nederlands vertaald als “Bouw Informatie Model”. BIM is een digitaal bouwprogramma waarin driedimensionaal alle gegevens ten behoeve van het ontwerp-, bouw- en beheerproces zijn geïntegreerd en waarmee door alle betrokken partijen in dat proces wordt gewerkt. In de
23
Boot, TBR 2011/6; Van Gulijk, TBR 2011/192. Van Gulijk, TBR 2011/192. 25 Van Gulijk, TBR 2011/192. 26 Van Gulijk, TBR 2011/192. 27 Geciteerd van de website van de Rijksgebouwendienst,
, laatst geraadpleegd op 8-4-2014. 24
7
afgelopen jaren zijn bouwbedrijven, ontwerpbureau’s en andere partijen in de branche in toenemende mate gebruik gaan maken van BIM.’ Het doel van dit model is dat de bouwactoren28 tegelijkertijd en vanaf elke plek op de wereld de beschikking hebben over actuele gegevens van het bouwwerk in elke fase.29 Dit maakt een geïntegreerde aanpak van ontwerp en uitvoering met gelijkwaardige inbreng van alle relevante bouwactoren mogelijk.30 De adviseur en de aannemer maken, voor de aanvang van de bouw, een virtueel model over hoe het werk eruit gaat zien. Het is dan mogelijk om alle risico’s en faalkosten in beeld te brengen.31 Juridische aspecten zoals de vraag naar de samenwerking, het openlijk delen van informatie en aansprakelijkheidsregelingen komen dan om de hoek kijken.32 Enkele voorbeelden van bouwprojecten waarin met BIM is gewerkt zijn: de woningbouw op Kanaleneiland in Utrecht, het C-gebouw van de Erasmus Universiteit en het SL Plaza Laboratorium in Amsterdam.33 1.5
Invloed van BIM op de informatieverplichtingen en aansprakelijkheden van de bouwactoren Door het werken met BIM kan volgens sommige auteurs34een verschuiving van bepaalde werkzaamheden naar een eerder stadium plaatsvinden dan wanneer niet met BIM wordt gewerkt.35 Bijvoorbeeld, de aannemer werkt normaliter mee aan het maken van een uitvoeringsontwerp, maar in het geval er wordt gewerkt met BIM krijgt hij een in BIM vormgegeven ontwerp aangereikt.36 De aannemer zal nu in een eerder stadium (kennelijke) fouten kunnen onderkennen door middel van clash-detectie (technisch hulpmiddel dat controleert of er ‘clashes’ zijn tussen de ontwerpen in het BIM), waardoor er sneller sprake zal zijn van het kunnen zien dan wel behoren te zien van fouten.37 Anders gezegd: de deskundigheid van de aannemer neemt toe met het gebruik van BIM en is bepalend bij de vraag of gewaarschuwd dient te worden.38 De juridische vraag die hier om de hoek komt kijken is of de aannemer dan aansprakelijk is voor het niet nakomen van zijn waarschuwingsplicht in een eerder stadium? Door het werken met BIM wordt hij namelijk geacht eerder fouten in het ontwerp, voorgeschreven 28
De opdrachtgever, (derden) adviseurs, (onder) aannemers, installateur, constructeur, BIM-modelleur en BIM-manager. Bouwman 2011, p. 3. Chao-Duivis, TBR 2009/44, p. 205. 31 Chao-Duivis, TBR 2009/44, p. 205. 32 Chao-Duivis, TBR 2009/44, p. 206. 33 De bouw van het SL Plaza Laboratorium in Amsterdam en de herontwikkeling van de woningbouw op Kanaleneiland in Utrecht lopen nog. Het C-gebouw van de Erasmus Universiteit is in juni 2012 opgleverd,
, laatst geraadpleegd op 8-4-2014 34 Zie Van Gulijk, TBR 2011/192 en Chao-Duivis, TBR 2009/44. 35 Chao-Duivis, TBR 2009/44, p. 208. 36 Chao-Duivis, TBR 2009/44, p. 205. 37 Chao-Duivis, TBR 2009/44, p. 207, 208; Van Gulijk, TBR 2011/192. 38 Chao-Duivis, TBR 2009/44, p. 207, 208; Van Gulijk, TBR 2011/192. 29 30
8
materialen et cetera te ontdekken. Door het werken met BIM zal de werkwijze en het gebruik van contractmodellen veranderen.39 1.6
Centrale onderzoeksvraag De centrale onderzoeksvraag van deze scriptie luidt: In hoeverre is het uitvoeren van een bouwcontract met behulp van BIM van invloed op de aansprakelijkheid van de opdrachtnemer, bezien vanuit de informatieverplichtingen die de opdrachtnemer jegens de opdrachtgever heeft tijdens het bouwproces?
1.7
Deelvragen Ter beantwoording van de centrale onderzoeksvraag, zullen in deze scriptie de volgende deelvragen worden beantwoord:
Hoe wordt er in het Nederlands bouwproces gewerkt met BIM? Deze deelvraag zal duidelijkheid scheppen over het gebruik van BIM in het bouwproces en wat de ontwikkelingen zijn omtrent BIM in Nederland.
In hoeverre is het uitvoeren van een adviseursovereenkomst met behulp van BIM van invloed op de aansprakelijkheid van de opdrachtnemer, bezien vanuit de informatieverplichtingen die de opdrachtnemer jegens de opdrachtgever heeft tijdens het bouwproces? Deze deelvraag zal de centrale onderzoeksvraag beantwoorden in het kader van het werken met BIM in de adviseursovereenkomst met toepassing van de DNR 2011, waarin enerzijds met
BIM
wordt
gewerkt
en
anderzijds
niet.
De
nadruk
zal
liggen
op
de
informatieverplichtingen en aansprakelijkheidsregelingen van de adviseur voor bouwfouten.
In hoeverre is het uitvoeren van een aannemingsovereenkomst met behulp van BIM van invloed
op
de
aansprakelijkheid
van
de
opdrachtnemer,
bezien
vanuit
de
informatieverplichtingen die de opdrachtnemer jegens de opdrachtgever heeft tijdens het bouwproces? Deze deelvraag zal de centrale onderzoeksvraag beantwoorden in het kader van het werken met BIM in de aannemingsovereenkomst met toepassing van de UAV 2012, waarin enerzijds met
39
BIM
wordt
gewerkt
en
anderzijds
niet.
De
nadruk
zal
liggen
op
de
Er zal meer gewerkt worden met een geïntegreerd contractmodel, Chao-Duivis, TBR 2009/44, p. 208.
9
informatieverplichtingen en aansprakelijkheidsregelingen van de aannemer voor bouwfouten in de aannemingsovereenkomst.
In hoeverre is het uitvoeren van een geïntegreerde overeenkomst met behulp van BIM van invloed
op
de
aansprakelijkheid
van
de
opdrachtnemer,
bezien
vanuit
de
informatieverplichtingen die de opdrachtnemer heeft jegens de opdrachtgever tijdens het bouwproces? Deze deelvraag zal de centrale onderzoeksvraag beantwoorden in het kader van het werken met BIM in de geïntegreerde overeenkomst met toepassing van de UAV-GC 2005, waarin enerzijds met BIM wordt gewerkt en anderzijds niet. De nadruk zal liggen op de informatieverplichtingen en aansprakelijkheidsregelingen van de ontwerpende bouwer voor bouwfouten. 1.8
Afbakening van het onderwerp In deze scriptie zal een vergelijking worden gemaakt tussen verschillende bouwcontracten, waarop de gebruikelijke algemene voorwaarden van toepassing zijn, die enerzijds het bouwcontract uitvoeren met behulp van BIM en anderzijds niet. Het werken met BIM kan een basis bieden voor een betere informatie-uitwisseling en communicatie tussen de bouwactoren en het kan een oplossing zijn om bouwfouten te voorkomen. In deze scriptie zal de nadruk worden gelegd op de informatieverplichtingen en de aansprakelijkheidsregelingen voor bouwfouten van de opdrachtnemer, bezien vanuit de drie bouwcontracten. Voor een totaalbeeld zullen ook de informatieverplichtingen
en
aansprakelijkheidsregelingen
van
de
opdrachtgever
in
de
verschillende bouwcontracten worden besproken. In hoofdstuk 2 zal meer diepgang zijn over wat BIM is en hoe het werken met BIM in zijn werk gaat. Dit is van belang, omdat er interviews met opdrachtnemers zullen worden gehouden die werken met BIM. In hoofdstuk 3 zal de adviseursovereenkomst besproken worden, waarin de informatieverplichtingen van de opdrachtgever en opdrachtnemer en de aansprakelijkheidsregelingen voor bouwfouten van de opdrachtgever en opdrachtnemer zullen worden beschreven. Dit zal gebeuren aan de hand van titel 7.7 BW en de DNR 2011 die van toepassing zijn op de adviseursovereenkomst. Op dezelfde wijze zal hoofdstuk 4 de aannemingsovereenkomst bespreken aan de hand van titel 7.12 en de UAV 2012. Hoofdstuk 5 zal ingaan op de geïntegreerde overeenkomst, waarop de UAV-GC 2005 van toepassing is. Tenslotte zullen in hoofdstuk 6 de conclusie en aanbevelingen worden gegeven.
10
1.9
Onderzoeksmethoden Om te kunnen onderzoeken of er een aansprakelijkheidsverschuiving voor de opdrachtnemer plaatsvindt in bouwprojecten waarin met BIM wordt gewerkt en de opdrachtnemer meer informeert (en communiceert) dan waartoe hij op basis van de wet en de algemene voorwaarden verplicht is, zal een vergelijking worden gemaakt tussen de huidige informatieverplichtingen en aansprakelijkheidsregelingen van de opdrachtnemer met de informatieverplichtingen en aansprakelijkheidsregelingen die de opdrachtnemer heeft in drie verschillende contractvormen waarin met BIM wordt gewerkt. Voor de beschrijving van de huidige informatieverplichtingen en de aansprakelijkheidsregelingen van de opdrachtnemer zullen de toepasselijke algemene voorwaarden en de Nederlandse wet- en regelgeving, literatuur en jurisprudentie worden bestudeerd. Vervolgens zal er een empirisch onderzoek worden gehouden door het afnemen van interviews met opdrachtnemers die ervaring hebben met het werken met BIM. Er zullen drie opdrachtnemers die werken met de DNR 2011, drie opdrachtnemers die werken met de UAV 2012 en 3 opdrachtnemers die werken met de UAV-GC 2005 in het onderzoek betrokken worden. Nadien zullen de resultaten van de interviews met de opdrachtnemers worden geanalyseerd en vergeleken met de huidige informatieverplichtingen
en aansprakelijkheidsregelingen van de
opdrachtnemers. 1.10
Maatschappelijke relevantie Zoals eerder al bleek is miscommunicatie één van de grootste oorzaken van het optreden van bouwfouten.40 Interactief communiceren en samenwerken van de bij het bouwproces betrokken partijen is daarom van groot belang. BIM biedt een integrale samenwerkingsvorm aan doordat in één bouwprogramma alle informatie beschikbaar is voor de bouwactoren. BIM krijgt steeds meer aandacht in Nederland en wordt door steeds meer bedrijven in de bouwbranche gebruikt, zoals de Rijksgebouwendienst en –waterstaat, ProRail, Ballast Nedam, BAM, Heijmans, Dura Vermeer Beton- en Waterbouw en Broekbakema. Bedrijven die werken met BIM kunnen hun marktpositie verbeteren door een proactieve benadering van de markt en optimalisatie van de eigen bedrijfsvoering.41 BIM is echter nog niet helemaal geïntegreerd in het Nederlands bouwrecht. Daarom vinden er verschillende onderzoeken plaats naar het werken met BIM.42 BIM kan de 40
Boot, TBR 2011/6; Van Gulijk, TBR 2011/192. ABN AMRO, Bouwend Nederland, Balance Result en USP, BIM biedt bouw business, onderzoek naar verdienkansen door BIM, november 2012, p. 3,
. 42 ABN AMRO, Bouwend Nederland, Balance Result en USP, BIM biedt bouw business, onderzoek naar verdienkansen door BIM, november 2012,
; J. Straatman, W. Pel, H. Hendriks, Aan de slag met BIM; gewoon doen! Handreiking virtueel bouwen. Bouwrapport 144. Zoetermeer: Stichting Research Rationalisatie Bouw mei 2012,
; Afstudeerscriptie J.F. Post, Bigger BIM, onderzoek naar hoe het 41
11
informatiestroom tussen de bouwactoren in betere banen leiden in het bouwproces. Als partijen de juiste informatie doorkrijgen op het juiste moment, kan de kans op bouwfouten in het verdere verloop van het bouwproces worden verkleind.43 Een onderzoek naar de invloeden die het werken met een digitaal bouwprogramma als BIM heeft op de informatieverplichtingen en aansprakelijkheidsregelingen van partijen voor bouwfouten is daardoor maatschappelijk relevant. 1.11
Wetenschappelijke relevantie Wat betreft de wetenschappelijke relevantie, zal door middel van een vergelijkend onderzoek in deze scriptie geprobeerd worden te achterhalen of het werken met BIM invloed heeft op de aansprakelijkheidsverhoudingen van de opdrachtgever en opdrachtnemer voor bouwfouten, omdat BIM de kans op bouwfouten zou verkleinen. Ook zal de vraag aan bod komen of er een aansprakelijkheidsverschuiving van partijen plaatsvindt in bouwprojecten waar met BIM wordt gewerkt? Verder zal worden onderzocht of dat de opdrachtgever en opdrachtnemer met behulp van BIM meer informeren en communiceren dan dat zij volgens de huidige wettelijke informatieverplichtingen in de algemene voorwaarden doen. Hier is nog weinig onderzoek naar gedaan en daarom zal in deze scriptie worden getracht hier een bijdrage aan te leveren.
gedachtegoed van ketenintegratie en lean meer betekenis kan geven aan BIM als informatiedrager van het bouwproces, Technische Universiteit Delft, januari 2013; Afstudeerscriptie A. Bosch, Beheren 2.0, beheren van bouwwerken met BIM, een onderzoek naar het informatiemanagement in de beheerfase en de mogelijke rol van BIM in de beheerfase bij organisaties in de publieke sector, Technische Universiteit Delft, januari 2014. 43 Straatman e.a. 2012, p. 5.
12
2.
BIM Zoals in het vorige hoofdstuk is gedefinieerd is BIM een ‘Bouw Informatie Model’ waarmee alle bouwactoren integraal samenwerken aan het bouwwerk gedurende het gehele bouwproces. Het bouwwerk wordt virtueel weergegeven in één model waar alle partijen toegang tot hebben. Het werken met BIM neemt in de Nederlandse bouwbranche steeds meer toe. Het begrip BIM is echter geen nieuw begrip, het begrip BIM bestaat wereldwijd al 15 jaar en het werken met een digitaal bouwprogramma al dertig jaar. 44 In 1975 bedacht Charles M. Eastman in de VS als eerste een concept dat we nu kennen als BIM, namelijk het werkend prototype “Building Description System” (BDS).45 Dit was een programma voor het definiëren en samenstellen van het ontwerp en de bouw in detail, waarin alle wijzigingen maar één keer hoefden te worden ingevoerd en informatie over de kosten, hoeveelheden en materialen konden worden achterhaald.46 In de jaren ‘70 en ‘80 zijn in Europa, vooral in Groot Brittannië en Finland, vergelijkbare onderzoeken gedaan naar een werkend prototype als BDS en is het verder ontwikkeld tot BIM.47 In 1986 werd door Robert Aish voor het eerst de term ‘Building Modelling’ gebruikt met de betekenis van BIM, zoals die nu bekend is, bij de illustratie van de herinrichting van Terminal 3 van Heathrow Airport.48 De huidige term BIM is voor het eerst gebruikt door Nederveen en Tolman in hun stuk ‘Automation in Construction’ uit 1992.49 In dit hoofdstuk zal de volgende deelvraag worden beantwoord: Hoe wordt er in het Nederlands bouwproces met BIM gewerkt? In dit hoofdstuk zal achtereenvolgens worden besproken uit wie het BIM-team bestaat (2.1), hoe BIM in het bouwproces wordt geïntegreerd (2.2), wat de huidige stand van BIM is in Nederland (2.3) en tenslotte wat de voor- en nadelen zijn van het werken met BIM (2.4).
2.1
BIM-team Aan een bouwproject dat wordt uitgevoerd met behulp van BIM, werken naast de traditionele bouwactoren (de opdrachtgever, (derden)adviseurs, (onder)aannemers, installateur, constructeur et cetera), verschillende BIM-specialisten mee. De opdrachtgever staat nog steeds aan de top van de 44
http://www.hetnationaalbimplatform.nl/kenniscentrum/bim-basics/historie/, laatst geraadpleegd op 16-4-2014. Het document waarin het Building Description System (BDS) stond beschreven, was gepubliceerd in de AIA Journal in 1975 in de Verenigde Staten , laatst geraadpleegd op 16-4-2014. 46 http://www.hetnationaalbimplatform.nl/kenniscentrum/bim-basics/historie/, laatst geraadpleegd op 16-4-2014. Zie ook C.M. Eastman, Computer Science Department Paper 1592, p. 5. BDS werd verder ontwikkeld in GLIDE en GLIDE2 (Graphical Language for Interactive Design). 47 http://www.hetnationaalbimplatform.nl/kenniscentrum/bim-basics/historie/, laatst geraadpleegd op 16-4-2014. 48 http://www.hetnationaalbimplatform.nl/kenniscentrum/bim-basics/historie/, laatst geraadpleegd op 16-4-2014. 49 http://www.hetnationaalbimplatform.nl/kenniscentrum/bim-basics/historie/, laatst geraadpleegd op 16-4-2014. 45
13
bouwketen. BIM-opdrachtgevers zijn bijvoorbeeld projectontwikkelaars, gemeenten en de overheid.50 BIM-specialisten die een rol in het bouwproces krijgen zijn de BIM-modelleur en de BIM-manager.51 De BIM-modelleur is degene die verantwoordelijk is voor het opzetten van het BIM-Model.52 De BIM-modelleur dient naast de kennis van de CAD-software53 die in 2D is, ook kennis te hebben van het modelleren in 3D.54 Het is van belang dat de BIM-modelleur de gebouwgegevens consistent in het BIM-model inbrengt vanaf het begin van het bouwproces, zoals de inbreng van het juiste bouwdeel en het correcte materiaal om de kans op fouten te beperken.55 De BIM-manager is verantwoordelijk voor het
coördineren 56
activiteiten.
van
BIM-gerelateerde
Een belangrijke taak van de
BIM-manager is om de nieuwe procesgang die BIM met zich meebrengt af te stemmen op de deelnemende bouwactoren, zoals het maken van afspraken over de informatieuitwisseling om zo miscommunicatie te voorkomen. Om een duidelijk overzicht te krijgen van het projectplan, de inhoud en formaten technische
van zaken
informatiemodellen, en
de
manier
van
informatie-uitwisseling, kunnen afspraken in een protocol worden vastgelegd.57 2.2
Bron: www.hochtief-vicon.com
Integratie van BIM in het bouwproces In de bouwpraktijk werd begonnen met het modelleren van bouwwerken op papier, zoals bouwtekeningen en bouwschetsen, en later in de computer via ‘Computer Aided Design’ (CAD) programma’s, oftewel 2D modelleren. CAD-applicaties maken gebruik van “simpele” geometrische vormen als cilinders, bogen en kegels.58 Wanneer een visualisatie-applicatie als 3D wordt toegepast, kan de computer een realistische digitale visualisatie van het gebouw genereren. Maar het daadwerkelijk afbeelden van onderdelen van het gebouw, heeft weinig te maken met de 50
http://www.debimspecialist.nl/wat_is_bim/voor_wie/, laatst geraadpleegd op 16-4-2014. Straatman e.a. 2012, p. 75. 52 Straatman e.a. 2012, p. 75. 53 CAD-software is Computer Aided Design software. 54 Kooring 2011, p. 4. 55 Kooring 2011, p. 4. 56 Straatman e.a. 2012, p. 75. 57 Kooring 2011, p. 5. 58 Smith & Tardif 2009, p. 16. 51
14
kennis die nodig is voor het ontwerpen en bouwen van het gebouw zelf. Met behulp van BIM kan er een digitaal bouwmodel worden gecreëerd dat veel realistischer is voor architecten en aannemers, danwel de hele bouwindustrie.59 Een BIM-applicatie herkent de objecten als werkelijke onderdelen van een gebouw, zoals ramen, deuren, muren en daken. Indien wordt gewerkt met BIM, worden objecten in het bouwmodel doordrongen van de kenmerken van de werkelijke objecten. Een raam bijvoorbeeld “weet” dat het alleen kan bestaan in een muur en een muur “weet” dat de dikte van de muur een essentieel kenmerk is. 60 Zulke “intelligente” objecten maken het onderscheid van geometrie dat is ontworpen door toepassing van een BIM-applicatie met geometrie dat is ontworpen door alleen toepassing van een visualisatie-applicatie (3D).61 Innovatieve bedrijven die met de BIM-applicatie werken, hebben nieuwe termen als 4D, 5D en 6D geïntroduceerd.62 De toenemende aantallen in de termen 2D, 3D, 4D et cetera verwijzen naar andere dimensies die van het gebouw kunnen worden weergegeven in het BIM. Er vindt een weergave plaats van bijvoorbeeld de energie en de kosten die nodig zijn om te bouwen en de planning van de bouwtijd in iedere fase.63 Het bouwproces bestaat uit verschillende fasen die nodig zijn om het bouwproject te realiseren. De opdrachtgever moet zijn eisen, wensen en doelstellingen omtrent het bouwproject kenbaar maken aan de opdrachtnemer.64 Dit vindt plaats in de volgende fasen:
Initiatief/ontwikkelingsfase: in deze fase kan BIM gebruikt worden om te bekijken of de doelstellingen van de opdrachtgever reëel en haalbaar zijn door middel van visualisatie. De eisen, wensen en het programma van eisen van de opdrachtgever kunnen ook in deze fase worden vastgelegd.65 Bovendien kan worden bekeken met welke partijen er wordt samengewerkt.
Ontwerpfase: in deze fase wordt de basis gelegd voor een 3D model van het bouwproject dat door het hele bouwproces gebruikt zal worden. Het ontwerp moet zeer zorgvuldig en in detail worden opgezet, waardoor het ontwerp direct te gebruiken is voor het berekenen van constructies, basiscalculaties en het in detail visualiseren van het ontwerp.66
59
Smith & Tardif 2009, p. 16. Smith & Tardif 2009, p. 17. 61 Smith & Tardif 2009, p. 17. 62 Smith & Tardif 2009, p. 17. 63 Smith & Tardif 2009, p. 18. 64 Fikkers e.a. 2012, p. 20. 65 CPI 2008, p. 11, 12; Fikkers e.a. 2012, p. 20. 66 Fikkers e.a. 2012, p. 20. 60
15
Werkvoorbereidingsfase: in deze fase wordt vervolgens een definitieve calculatie gemaakt van het bouwproject. De dimensies 4D en 5D komen in deze fase in beeld, doordat een planning en begrotingskosten worden gemaakt.67
Uitvoeringsfase: in deze fase wordt BIM vooral gebruikt om data die op de bouwplaats wordt verkregen, zoals bestede uren, detailplanning, rapportages, voortgangsregistratie en registratie van gebruikte materialen, direct vanaf de bouwplaats in te voeren en te koppelen aan het BIM-model.68 Verder kunnen wijzigingen worden ingevoerd in het BIM-model waarop partijen direct kunnen reageren en zo hun werk optimaal kunnen uitvoeren.69 Wijzigingen hoeven maar één keer te worden ingevoerd in het BIM-model, waardoor het BIM-model altijd actueel blijft. Indien partijen een DBFMO (Design Built Finance Maintain and Operate) contract hebben gesloten, kunnen zij de informatie uit het BIM-model bij de oplevering gebruiken voor in de beheer- en sloop- en hergebruikfase. 70
Beheerfase: in deze fase is het aan de gebouwbeheerder om BIM te beheren.71 Alle nodige informatie voor bijvoorbeeld onderhoud, vervanging of renovatie kan uit het BIMmodel worden gehaald.72 Hierbij kan gedacht worden aan informatie over waar de bouwmaterialen en apparatuur zijn aangeschaft en de planning van onderhoud.73
Sloop- en hergebruikfase: in deze fase kunnen de verkopers van de bouwmaterialen helpen met een verantwoorde sloop en hergebruik van materialen, doordat bekend is om welke bouwmaterialen het gaat en waar zij zijn aangeschaft.74
IFC en IDM Voor het goed functioneren van BIM is het essentieel dat de bouwactoren de grote hoeveelheid aan informatie over het bouwproject met elkaar kunnen uitwisselen. De meeste softwareaanbieders ondersteunen het werken met open-standaarden voor gegevensbestanden, zoals de Industry Foundation Classes (IFCs) van buildingSmart International.75 De IFC is een internationale open-standaard dat een uitwisselingsformaat bepaalt voor informatie of gegevens van het bouwproject tussen meerdere softwaregebruikers.76 IFCs bepaalt hoe bijvoorbeeld deuren, muren en abstracte vormen zoals ruimtes moeten worden beschreven zodat verschillende
67
Fikkers e.a. 2012, p. 20. Fikkers e.a. 2012, p. 21. CPI 2008, p. 11. 70 Fikkers e.a. 2012, p. 21. 71 CPI 2008, p.12. 72 CPI 2008, p.12. 73 Fikkers e.a. 2012, p. 21. 74 CPI 2008, p.12. 75 Smith & Tardif 2009, p. 39. 76 Underwood & Isikdag 2010, p. 51. 68 69
16
softwaregebruikers dezelfde informatie kunnen gebruiken.77 Partijen zijn vrij om te kiezen of ze met IFC of met een andere standaard werken. Indien partijen er zeker van willen zijn dat zij de ontvangen informatie kunnen gebruiken, moeten de zender en de ontvanger van de informatie besluiten welke informatie ze precies willen uitwisselen. Het Information Delivery Manual (IDM) specificatie biedt deze mogelijkheid.78 IDM omschrijft welke informatie-eisen nodig zijn om iedere proces succesvol uit te voeren, welke aanvullende informatie nodig is voor de uitvoerder en de verwachte uitkomst van ieder proces.79 Ter verduidelijking van het werken met IFC, IDM en BIM zie de figuur hieronder. Een voorbeeld van hoe IDM werkt is dat een architect dat een ontwerp van een gebouw maakt, er zeker van moet zijn dat hij van de bouwkundige ingenieur informatie ontvangt over welke muren en pilaren draagmuren en steunpilaren zijn en welke niet. De bouwkundige ingenieur moet tegelijkertijd weten welke functie iedere ruimte in het gebouw heeft om een juiste berekening van de draagkracht van de constructie te maken.80
Bron: Smith & Tardif 2009, p. 155.
77
Jernigan 2007, p.296. Underwood & Isikdag 2010, p. 51-52. 79 Smith & Tardif 2009, p. 154. 80 Underwood & Isikdag 2010, p. 52. 78
17
2.3
Huidige stand van BIM in Nederland Het Europese Parlement heeft in januari 2014 ermee ingestemd om Europese overheidsopdrachten te moderniseren aan de hand van nieuwe regels om de Europese competitie tussen bouwbedrijven te verbeteren.81 Als onderdeel van haar stem is het Europese Parlement overeengekomen om het gebruik
van
elektronische
hulpmiddelen,
zoals
BIM,
aan
te
raden
bij
publieke
overheidsopdrachten om bouwprojecten in Europa efficiënter te maken. De Europese richtlijn voor overheidsopdrachten (EUPPD) die het gebruik van BIM aanmoedigt, zal vanaf 2016 in werking treden in Europa. Het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Finland, Noorwegen en Nederland verplichten overigens al het werken met BIM voor door de overheid gefinancierde bouwprojecten. De Rijksgebouwendienst (hierna Rgd) schrijft vanaf 1 november 2011 een BIMnorm voor bij geïntegreerde contracten, als DBFMO (Design, Build, Finance, Maintain, Operate) en DBM (Design, Build, Maintain).82 In de eerste plaats vloeit het belang van BIM voort uit de behoefte aan concrete, betrouwbare en uniforme informatie over de gebouwenvoorraad, in het kader van contract- vastgoed- en kwaliteitsmanagement en verantwoording op vastgoedniveau.83 De Rgd is namelijk één van de grootste vastgoedbezitters in Nederland met ongeveer 7 miljoen vierkante meter in 2000 objecten, zoals rechtbanken, gevangenissen, kantoren en musea.84 In de tweede plaats wil de Rgd met behulp van BIM de faalkosten verminderen in realisatie, gebruik en beheer van gebouwen.85 Faalkosten zijn onnodige kosten die worden gemaakt door onder andere herstelwerk en ontwerp- en uitvoeringsfouten.86 De meest recente BIM-norm van de Rgd is de ‘Rgd BIM Norm v1.1’ van 1 februari 87
2013. In de DBFMO-contracten moet de opdrachtnemer vanaf het moment van ingebruikname van het gebouw het gebouwmodel en de daaraan gekoppelde informatie continu actueel houden en beschikbaar stellen aan de opdrachtgever.
88
De opdrachtnemer kan zelf bepalen met welk
bestandsformaat en welke applicaties hij werkt, maar de informatie uit het gebouwmodel moet wel aangeleverd worden in de vorm van de gebruikelijke CAD-tekeningen en in het open IFC-
81
Meldt het Europees Parlement in haar persbericht van 15-01-14, , laatst geraadpleegd op 12-082014. 82 Meldt de Rijksgebouwendienst in haar persbericht van 29-6-2011, , laatst geraadpleegd op 16-4-2014. 83 http://www.rgd.nl/onderwerpen/diensten/bouwwerk-informatie-modellen-bim/, laatst geraadpleegd op 16-4-2014. 84 http://www.rgd.nl/actueel/nieuws-en-persberichten/artikel/artikel/3341/, laatst geraadpleegd op 16-4-2014. 85 http://www.rgd.nl/onderwerpen/diensten/bouwwerk-informatie-modellen-bim/, laatst geraadpleegd op 16-4-2014. 86 Mobach 2009, p. 18. 87 Te raadplegen op www.rgd.nl , laatst geraadpleegd op 16-4-2014. 88 http://www.rgd.nl/onderwerpen/diensten/bouwwerk-informatie-modellen-bim/toepassing-bim-in-contracten-en-aanbestedingen/, laatst geraadpleegd op 16-4-2014.
18
bestandsformaat.89 De Rgd heeft de BIM-norm ook voorgeschreven in DBM contracten, maar de ontwikkeling van DBM is nog in een vroeg stadium, waardoor de toepassing van de BIM-norm in deze contractsvorm nog wordt bestudeerd.90 In de praktijk wordt de BIM-norm op kleine schaal ingezet, omdat er nauwelijks ervaring is met de handhaving van deze norm en de benutting van aangeleverde informatie in het BIM.91 Naast de Rgd hebben onder andere 30 kleine architectenbureaus in 2012 gezamenlijk het ‘Model BIM Protocol’ ontwikkeld, wat een product is van IPC voor architecten en vrij beschikbaar is gesteld voor gebruik in de Nederlandse bouwpraktijk. 92 In 2013 heeft Eigen Haard Woningcoöperatie als eerste in Nederland zijn eigen BIM-protocol opgesteld, ‘BIM-protocol Eigen Haard’.93 2.4
Voor- en nadelen van het werken met BIM Zoals uit dit hoofdstuk blijkt, brengt het werken met BIM vele voordelen met zich mee. Naast de vele voordelen zijn er ook nadelen doordat de toepassing van BIM nog sterk in ontwikkeling is in Nederland. In de schema hieronder zijn de voor- en nadelen tegen elkaar afgezet. In hoofdstuk 3 zullen de huidige informatieverplichtingen en de aansprakelijkheidsregelingen van de opdrachtgever en de adviseur voor bouwfouten in de adviseursovereenkomst worden uiteengezet. Vervolgens zullen de resultaten van de interviews met drie opdrachtnemers die werken met BIM in de adviseursovereenkomst worden besproken.
89
Artikel 2.1.4 van de Rgd BIM Norm v1.1, , laatst geraadpleegd op 16-4-2014. http://www.rgd.nl/onderwerpen/diensten/bouwwerk-informatie-modellen-bim/toepassing-bim-in-contracten-en-aanbestedingen/, laatst geraadpleegd op 16-4-2014. 91 http://www.rgd.nl/onderwerpen/diensten/bouwwerk-informatie-modellen-bim/rgd-bim-norm/, laatst geraadpleegd op 16-4-2014. 92 De nieuwste versie is het ‘Model BIM Protocol 2.0’ en is in november 2013 uitgebracht en is te raadplegen op www.pioneering.nl, , laatst geraadpleegd op 16-4-2014. 93 http://www.bouwinformatieraad.nl/878, laatst geraadpleegd op 16-4-2014. Het ‘BIM protocol Eigen Haard’ is te raadplegen op www.eigenhaard.nl. 90
19
VOORDELEN
NADELEN
Vermindering faalkosten: door visualisatie van het ontwerp en de daaraan gekoppelde informatie, kunnen in een eerder stadium ontwerpfouten worden ontdekt, wat weer zal leiden tot een vermindering in de faalkosten en de uiteindelijke bouwkosten.94
Soft- en hardware beperkt: de soft- en hardware waarmee met BIM kan worden gewerkt, heeft nog beperkingen. Het ondersteunt nog onvoldoende het werken met meerdere gebruikers in één model, omdat de bestanden te groot worden, blijven partijen in aspectmodellen werken.100 Iedere bouwactor maakt een eigen, vakspecifiek aspectmodel en gebruikt daarvoor eigen of bedrijfsspecifieke applicaties. 101 Verder verschillen bedrijfsprocessen en workflows nog teveel in de bouwindustrie en zijn te complex om in één software model te kunnen werken. 102
Minder vertraging: door visualisatie van het bouwwerk kunnen alle alternatieven vooraf worden afgewogen, waardoor er minder vertraging zal zijn en het dus tijdsbesparing zal opleveren.95 Geen wijziging achteraf: door het tonen van alternatieven met bijbehorende hoeveelheden, kosten en opbrengsten kan de beste oplossing worden gekozen en hoeven later geen wijzigingen te worden gemaakt.96 Informatie is actueel: in een BIM hoeft alle informatie maar één keer te worden ingevoerd en is altijd actueel en consequent.97 Transparantie: iedereen kan het verloop van het bouwproces nauwkeurig volgen, wat resulteert in transparantie.98 Dit zal ook het risico op miscommicatie verkleinen. Waardevermeerdering: de totale waarde van het gebouw zal stijgen, in termen van duurzaamheid, constructieve veiligheid en raakvlakbeheersing. 99
Aansprakelijkheidsprobleem: in het geval er niet juiste, niet actuele of onvoldoende informatie in het BIM wordt ingevoerd, wordt op deze foute informatie voortgebouwd.103 Kan worden achterhaald wie de foute informatie heeft ingevoerd en wie er juridisch aansprakelijk hiervoor is? 104 Het aanstellen van een BIM-manager zou een oplossing hiervoor kunnen zijn, omdat deze toezicht houdt op het BIM gedurende het bouwproces en onvolkomenheden signaleert.105 De nadeel die hieraan kleeft, is dat partijen minder zullen gaan communiceren, omdat zij erop vertrouwen dat de BIM-manager de communicatie tussen partijen stroomlijnt.106 Dure investering: er kan niet van de één op de andere dag met BIM gewerkt worden. Hiervoor is een forse investering nodig: per werkplek minstens € 10.000. Deze investering bestaat niet alleen uit de aanschaf van soft- en hardwarepakketten en de IT infrastructuur, maar ook over training en opleiding van het personeel en aanpassing van de werkwijze en het samenwerken.107
94
CPI 2008, p. 9; http://www.debimspecialist.nl/voordelen_bim/alle_voordelen_op_een_rij/, laatst geraadpleegd op 16-4-2014. CPI 2008, p. 9. 96 http://www.debimspecialist.nl/voordelen_bim/alle_voordelen_op_een_rij/, laatst geraadpleegd op 16-4-2014. 97 http://www.debimspecialist.nl/voordelen_bim/alle_voordelen_op_een_rij/, laatst geraadpleegd op 16-4-2014. 98 Fikkers e.a. 2012, p. 6. 99 Fikkers e.a. 2012, p. 6. 100 Fikkers e.a. 2012, p. 6; Straatman e.a. 2012, p. 13, 22. 101 Zie paragraaf 1.8 over de structuur van aspectmodellen van het ‘Model BIM Protocol’, te raadplegen op www.pioneering.nl, , laatst geraadpleegd op 10-10-2014. 102 Smith & Tardif 2009, p. 31. 103 Van Gulijk, TBR 2011/194. 104 Straatman e.a. 2012, p. 22; 105 Van Gulijk, TBR 2011/194. 106 Van Gulijk, TBR 2011/194. 107 Fikkers e.a. 2012, p. 6. Zie ook Smith & Tardif 2009, p. 31. 95
20
3.
HET WERKEN MET BIM IN DE ADVISEURSOVEREENKOMST Wanneer de opdrachtgever een overeenkomst sluit met de adviseur108 voor het verrichten van ontwerpwerkzaamheden, valt deze juridisch te kwalificeren als een overeenkomst van opdracht op grond van artikel 7:400 BW van Titel 7.7 BW.109 Titel 7.7 BW bevat behoudens enkele dwingendrechtelijke bepalingen, overwegend regelend recht. Dit betekent dat partijen een afwijkende regeling mogen overeenkomen.110 In de adviseurswereld worden de algemene voorwaarden, de DNR 2011, vaak van toepassing verklaard op de overeenkomst van opdracht.111 In dit hoofdstuk zal de volgende deelvraag worden beantwoord: In hoeverre is het uitvoeren van een adviseursovereenkomst met behulp van BIM van invloed op de aansprakelijkheid van de opdrachtnemer, bezien vanuit de informatieverplichtingen die de opdrachtnemer heeft jegens de opdrachtgever tijdens het bouwproces? Om deze deelvraag te kunnen beantwoorden zal eerst de informatie- en waarschuwingsplicht van de opdrachtgever ten opzichte van de adviseur en de aansprakelijkheid van de opdrachtgever voor het ontstaan van bouwfouten worden beschreven. Vervolgens zal de informatie- en waarschuwingsplicht van de adviseur ten aanzien van de opdrachtgever en de aansprakelijkheid van de adviseur voor bouwfouten worden beschreven. Nadien zullen de resultaten van de interviews met de opdrachtnemers worden besproken. Afsluitend zal de deelvraag worden beantwoord door een eindconclusie.
3.1
De informatie- en waarschuwingsplicht van de opdrachtgever en de aansprakelijkheid voor bouwfouten De opdrachtgever is gehouden om de uitvoering van de overeenkomst mogelijk te maken door de nodige medewerking te verlenen en zich te gedragen als een goed opdrachtgever.112 Zo is de opdrachtgever verantwoordelijk voor de tijdige en juiste verstrekking van inlichtingen, gegevens en beslissingen aan de adviseur die nodig zijn om de opdracht naar behoren te vervullen.113 De opdrachtgever
heeft
op
basis
van
de
DNR
2011
een
algemene
informatie-
en
mededelingsverplichting jegens de adviseur. Wettelijk rust er op de opdrachtgever niet een dergelijke verplichting. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de opdrachtgever ook een 108
Een adviseur kan een architect of ingenieur zijn, artikel 1 DNR 2011. In artikel 7:400 lid 1 BW worden bepaalde overeenkomsten uitgezonderd, dit zijn de aanneming van werk, de bewaarneming, de arbeidsovereenkomst, de overeenkomst tot uitgifte van werken en de vervoersovereenkomst; Asser/Van den Berg 7-VI 2013, nr. 34 en 35. 110 Zie artikel 7:400 lid 2 BW; Chao-Duivis 2012, p. 10; Van den Berg e.a. 2010, p. 221. 111 Van den Berg e.a. 2010, p. 221. 112 Artikel 12 lid 1 en 2 DNR 2011. 113 Artikel 12 lid 2 DNR 2011. Zie ook artikel 2 lid 3a en 3b DNR 2011 en artikel 2 lid 1 sub c punt 7 en 8, artikel 3 lid 1 en artikel 8 MBo. 109
21
informatieplicht jegens de opdrachtnemer kan hebben op basis van redelijkheid en billijkheid, in verband met de aard van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval.114 De verplichting van de opdrachtgever tot het verstrekken van inlichtingen en informatie is afhankelijk van de specifieke opdracht.115 Richtlijn voor de adviseur is dat de inlichtingen en gegevens die hij zelf op gemakkelijke wijze kan verkrijgen, door hem zelf verkregen moeten worden.116 In artikel 2 lid 3sub o DNR 2011 is vastgelegd op welke wijze en met welke frequentie de informatieoverdracht van partijen zal plaatsvinden. De informatie- en mededelingsverplichtingen van de opdrachtgever uit artikel 12 lid 2 DNR 2011 zijn niet limitatief.117 Indien de opdrachtgever ook andere verplichtingen op zich heeft genomen, is hij ook voor de tijdige en deugdelijke uitvoering van die verplichtingen verantwoordelijk.118 Dit betekent niet dat de adviseur blindelings kan voortbouwen op de verkregen inlichtingen et cetera, want artikel 11 lid 10 DNR 2011 legt de adviseur een waarschuwingsplicht op.119 De opdrachtgever heeft ook een waarschuwingsplicht jegens de adviseur op grond van artikel 12 lid 3 DNR 2011. De opdrachtgever is verplicht om de adviseur binnen bekwame tijd te waarschuwen tegen een tekortkoming in de adviezen die hij daadwerkelijk heeft opgemerkt of zich daarvan bewust moet zijn geweest. De opdrachtgever heeft ten opzichte van de adviseur een minder verstrekkende waarschuwingsplicht.120 De opdrachtgever is doorgaans niet deskundig op het werkterrein van de adviseur, waardoor minder snel zal worden aangenomen dat de opdrachtgever zich bewust moet zijn geweest van een fout van de adviseur.121 Wanneer de opdrachtgever een verplichting die voortvloeit uit de opdracht niet nakomt, valt dit te kwalificeren als een tekortkoming ex. artikel 6:74 BW.122 Een tekortkoming die te wijten is aan schuld (verwijtbaarheid) of krachtens wet, rechtshandeling of volgens in het verkeer geldende opvattingen, komt voor rekening van de opdrachtgever. Onder in het verkeer geldende opvattingen wordt verstaan: ‘een tekortkoming die een goed en zorgvuldig handelende opdrachtgever onder de betreffende omstandigheden en met inachtneming van normale oplettendheid had kunnen en behoren te vermijden’.123 Voorbeelden van toerekenbare tekortkomingen van de opdrachtgever zijn: het te lang laten wachten van de adviseur op beoordelingen, het niet mededelen van een opgemerkte fout in een ontwerp en het niet op de 114
HR 24 februari 2012, NJ 2012/144. Toelichting DNR 2011, p. 25, Chao-Duivis, in: T&C Bouwrecht 2012, artikel 12 DNR 2011, aant. 3 (online laatst bijgewerkt op 1-4-2014). 116 Toelichting DNR 2011 p. 25. 117 Toelichting DNR 2011, p. 24. 118 Toelichting DNR 2011, p. 24. 119 Toelichting DNR 2011, p. 24. 120 Toelichting DNR 2011, p. 25. 121 Chao-Duivis 2012, p. 47-49. 122 Chao-Duivis, in: T&C Bouwrecht 2012, artikel 1 DNR 2011, aant. 2d (online laatst bijgewerkt op 1-4-2014) 123 Zie definitie toerekenbare tekortkoming in artikel 1 DNR 2011. 115
22
overeengekomen tijdstippen voldoen van verschuldigde bedragen.124 De schadeplichtigheid van de opdrachtgever wordt beheerst door het gewone verbintenissenrecht.125 De gevolgen van een toerekenbare tekortkoming kunnen de noodzaak tot het wijzigen van de opdracht126 of opzegging van de opdracht127 zijn.128 In het geval de opdrachtgever zijn informatieplicht die voortvloeit uit de eisen van de redelijkheid en billijkheid, in verband met de aard van de overeenkomst en omstandigheden van het geval niet nakomt, levert dit geen tekortkoming van de opdrachtgever op. Het kan wel tot gevolg hebben dat de nadelige gevolgen van dat nalaten op grond van schuldeisersverzuim (artikel 6:58 BW) of eigen schuld (artikel 6:101 BW) geheel of gedeeltelijk voor de rekening van de opdrachtgever blijven.129 3.2
De informatie- en waarschuwingsplicht van de adviseur en de aansprakelijkheid voor bouwfouten De adviseur heeft in tegenstelling tot de opdrachtgever wel een wettelijke algemene informatie- en mededelingsverplichting op grond van artikel 7:403 lid 1 BW. De adviseur is ertoe gehouden om de opdrachtgever op de hoogte te stellen van zijn werkzaamheden ter uitvoering en voltooiing van de opdracht. Deze verplichting volgt uit het feit dat de adviseur de verplichting heeft om het belang van de opdrachtgever voorop te stellen, dat is afgeleid van de zorgplicht van de opdrachtnemer.130 Als artikel 7:403 lid 1 BW strikt wordt uitgelegd, rust er op de opdrachtnemer slechts een verplichting tot tussentijdse informatieverschaffing. Op basis van de algemene zorgplicht van de opdrachtnemer, de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid, rechtspraak en de strekking van de overige bepalingen van de overeenkomst, is de informatieverplichting van de opdrachtnemer wel ruimer dan dat.131 In de DNR 2011 is de zorgplicht van de adviseur en de andere verplichtingen die op hem rusten vastgelegd in artikel 11 lid 1. De adviseur dient te handelen als een goede en zorgvuldige adviseur met inachtneming van normale oplettendheid en moet beschikken voor de opdracht vereiste vakkennis en middelen.132 De adviseur dient een ontwerp te maken dat technisch
124
Toelichting DNR 2011, p. 16. Afdeling 9 van Boek 6 BW; Chao-Duivis, in: T&C Bouwrecht 2012, artikel 1 DNR 2011, aant. 2d (online laatst bijgewerkt op 1-42014). 126 Artikel 9 DNR 2011. 127 Artikel 27 DNR 2011. 128 Toelichting DNR 2011, p. 16. 129 HR 24 februari 2012, NJ 2012/144. Dit is lijn met de eerdere rechtspraak van de Hoge Raad. Zie HR 18 september 1998, NJ 1998, 18 en HR 8 oktober 2004, NJ 2005/52. 130 De opdrachtnemer heeft een zorgplicht op basis van artikel 7:401 BW; Asser/Tjong Tjin Tai 7-VI 2009, nr. 99 en 108. 131 Parl. Gesch. BW Inv. 3, 5 en 6 Boek 7 titels 1, 7, 9 en 14 1991, p. 326; Asser/Tjong Tjin Tai 7-IV 2009, nr. 108. 132 Artikel 11 lid 1 en 3 DNR 2011; Chao-Duivis 2012, p. 48. 125
23
deugdelijk, financieel haalbaar133, juridisch uitvoerbaar is en een esthetische waarde heeft.
134
Indien de adviseur niet beschikt over de noodzakelijke kunde, kennis, tijd en/of medewerkers om de opdracht uit te kunnen voeren, dan zal hij de opdracht niet mogen aanvaarden.135 Voor architecten geldt (dus niet op adviseurs in het algemeen) dat zij bij het uitbrengen van een offerte de opdrachtgever moeten informeren over hun deskundigheid en vakbekwaamheid.136 Uit hoofde van artikel 11 lid 2 DNR 2011 wordt de adviseur gezien als vertrouwensman van zijn opdrachtgever.137 In het verlengde daarvan rust op de adviseur de verplichting om de opdrachtgever te informeren over de uitvoering van de opdracht.138 Dit houdt in dat hij naar beste vermogen en tijdig alle inlichtingen verstrekt die voor de opdrachtgever van belang zijn.139 De opdrachtgever is in hoge mate afhankelijk van de informatie van de adviseur omtrent de uitvoering van de opdracht.140 De Toelichting op de DNR 2011 noemt dit de belangrijkste verplichting van de adviseur na het uitbrengen van het advies zelf.141 De adviseur verschaft informatie aan de opdrachtgever op eigen initiatief dan wel desgevraagd.142 Wanneer de adviseur besluit om een vertegenwoordiger aan te stellen, is hij ingevolge artikel 11 lid 8 DNR 2011 verplicht om de opdrachtgever dit schriftelijk mede te delen. Ook bij het optreden van vertraging, onderbreking en over de gevolgen daarvan, dient de adviseur de opdrachtgever schriftelijk op de hoogte te stellen volgens artikel 19 lid 1 DNR 2011. Bovendien heeft de adviseur, zoals eerder genoemd, een waarschuwingsplicht jegens de opdrachtgever op grond van artikel 11 lid 10 DNR 2011.143 De adviseur moet de opdrachtgever waarschuwen voor de door hem verstrekte inlichtingen, gegevens en beslissingen144 of klaarblijkelijke zodanige fouten. Indien hij zonder waarschuwing op de vervulling van de opdracht voortbouwt, handelt hij in strijd met de redelijkheid en billijkheid.145 Om vast te kunnen stellen of de adviseur had moet waarschuwen, speelt de deskundigheid van beide partijen een 133
Indien de adviseur weet, althans behoort te weten dat het ontwerp niet realiseerbaar is voor het beschikbare budget, dan dient hij dit onverwijld aan de opdrachtgever mede te delen, zie AIBk 6 oktober 2004, nr. 1200-0328, BR 2006, p. 368. 134 Zie artikel 8 DNR 2011; Van den Berg e.a. 2010, p. 223-226. 135 CvG KIVI 20 juli 2000, nr. 416/377, BR 2001/47, p. 166; CvG KIVI 2 juni 2000, HBR deel 9, nr. 501. 136 Artikel 27aa Wet op de Architectentitel; Artikel 2, lid 1, sub c, punt 10 MBo; Toelichting DNR 2011, p. 17 (artikel 2 lid 3 DNR 2011). 137 Artikel 11 lid 2 DNR 2011; Chao-Duivis 2012, p. 49. 138 Artikel 7:403 lid 1 BW is vergelijkbaar; Asser/Van den Berg 7-VI 2013, nr. 108; Chao-Duivis 2012, p. 49. 139 Dit zijn inlichtingen omtrent: de voortgang van de uitvoering van de opdracht, veranderingen van wettelijke regelgeving, of veranderingen omtrent de financiële aspecten van de opdracht, de financiële gevolgen van al dan niet noodzakelijke wijzigingen daarvan en overeenkomsten die de adviseur ter vervulling van de opdracht met derden heeft gesloten; artikel 11 lid 5 DNR 2011. 140 Toelichting DNR 2011, p. 22. 141 Toelichting DNR 2011, p. 22; Chao-Duivis, in: T&C Bouwrecht 2012, artikel 11 DNR 2011, aant. 6 (online laatst bijgewerkt op 14-2014). 142 Toelichting DNR 2011, p. 22; Chao-Duivis, in: T&C Bouwrecht 2012, artikel 11 DNR 2011, aant. 6 (online laatst bijgewerkt op 14-2014). 143 Zie tevens artikel 7:402 lid 1 BW. 144 Als in artikel 12 lid 2 DNR 2011. 145 Artikel 11 lid 10 DNR 2011. De waarschuwingsplicht van de aannemer (paragraaf 6 lid 14 UAV 2012) die een afgeleide is van de verplichting tot zorgvuldige uitvoering (Van den Berg e.a. 2010, p. 309), is ook van toepassing op de verplichting van de adviseur de opdracht goed en zorgvuldig uit te voeren. Zie hiervoor ook HR 18 september 1998, NJ 1998, 818 (KPI/Leba); Chao-Duivis, in: T&C Bouwrecht 2012, artikel 11 DNR 2011, aant. 11 (online laatst bijgewerkt op 1-4-2014).
24
belangrijke rol.146 Hoe groter de deskundigheid van de adviseur, hoe eerder sprake is van een kennelijke fout in gegevens die van de opdrachtgever afkomstig zijn, waarvoor gewaarschuwd moet worden.147 De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de waarschuwingsplicht voor de opdrachtnemer ook geldt in het geval de opdrachtgever heel deskundig is,148 maar dat onder omstandigheden de deskundigheid van de opdrachtgever aanleiding kan zijn in het geheel geen waarschuwingsplicht aan te nemen.149 De waarschuwingsplicht dient duidelijk en bij voorkeur schriftelijk gegeven te worden, opdat discussie achteraf zoveel mogelijk voorkomen wordt.150 Indien de adviseur zijn verplichtingen die uit de opdracht voortvloeien niet nakomt, kan hij aansprakelijk worden gesteld voor de ontstane schade. In de DNR 2011 geldt er een beperkter aansprakelijkheidsregime voor de adviseur dan op basis van de wet.151 Op grond van de DNR 2011 is de adviseur aansprakelijk als sprake is van een toerekenbare tekortkoming van de adviseur en, voor zover nog mogelijk is, sprake is van verzuim aan de zijde van de adviseur.152 Er is sprake van verzuim als de adviseur niet of niet tijdig gehoor geeft aan de schriftelijke ingebrekestelling van de opdrachtgever.153 Voorbeelden van toerekenbare tekortkomingen van de adviseur zijn: een ontwerpfout, het te laat nakomen, het overschrijden van de vertegenwoordigingsbevoegdheid154 en het bedrag dat is overeengekomen voor de uitvoeringskosten.155 De eis van toerekenbare tekortkoming is wettelijk vastgelegd in artikel 6:74 BW. Indien de DNR 2011 niet van toepassing zou zijn verklaard op de overeenkomst van opdracht, dan zou de opdrachtgever recht hebben op schadevergoeding van vermogensschade (geleden verlies en gederfde winst) en ander nadeel (immateriële/ideële schade).156 In de DNR 2011 is het recht op schadevergoeding in beginsel slechts beperkt tot directe schade.157 Wat directe schade is, wordt niet gedefinieerd, dit is aan arbiters en rechters gelaten.158 Wel wordt in lid 2 van artikel 14 DNR 2011 een opsomming gegeven van schade die niet behoren tot de directe schade.159 In het geval de adviseur een CARverzekering of een vergelijkbare verzekering heeft afgesloten die de schade dekt, is de adviseur niet schadeplichtig.160 De schade waarvoor de adviseur aansprakelijk is, zal dan geheel of ten dele 146
Toelichting DNR 2011, p. 23. Chao-Duivis 2012, p. 49. 148 HR 18 september 1998, NJ 1998, 818. 149 HR 8 oktober 2004, NJ 2005, 52. 150 Toelichting DNR 2011, p. 23. 151 Chao-Duivis 2012, p. 50. 152 Zie definitie toerekenbare tekortkoming in artikel 1 jo. artikel 13 lid 1 DNR 2011 en artikel 6:74 BW; Chao-Duivis 2012, p. 51. 153 Toelichting DNR 2011, p. 26; Chao-Duivis 2012, p. 51. 154 Artikel 14 lid 4 jo. 7 DNR 2011. 155 Toelichting DNR 2011, p. 16. 156 Artikel 6:95 jo artikel 6:96 jo artikel 6:106 BW. 157 Artikel 14 lid 1 jo. lid 2 DNR 2011. 158 Toelichting DNR 2011, p. 28. 159 Dit zijn bedrijfsschade, productieverlies, omzet- en/of winstderving, waardevermindering van producten en de kosten die met de uitvoering van het object gemoeid zouden zijn als de opdracht van de aanvang af goed zou zijn uitgevoerd. 160 Artikel 14 lid 7 DNR 2011. Onder de CAR-verzekering vallen materiële schade aan het object, aansprakelijkheid verband houdende met de uitvoering van het object, schade aan eigendommen van de verzekerde opdrachtgever en de schade die een gevolg is van 147
25
door de verzekering worden vergoed.161 Hoewel de aansprakelijkheid van de adviseur in beginsel is beperkt tot de in artikel 14 DNR 2011 genoemde schaden, kan de adviseur ook aansprakelijk worden gehouden voor andere schade dat is veroorzaakt door een toerekenbare tekortkoming gepaard met opzet of grove schuld.162 In de DNR 2011 zijn, in tegenstelling tot in de wet, naast de beperkingen op de soorten schade die voor vergoeding in aanmerking komen ook beperkingen op de omvang van de schadevergoeding.163 De door de adviseur te vergoeden schade kan beperkt worden tot een bedrag gelijk aan de advieskosten, met een maximum van € 1.000.000. Of het kan beperkt worden tot een bedrag gelijk aan driemaal de advieskosten164, met een maximum van € 2.500.000. Partijen dienen voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst hier een keus over te maken. 165 Deze kan in artikel 1 lid 6 van de MBo worden vastgelegd.166 Indien partijen hierover geen keus hebben gemaakt, is de omvang van de door de adviseur te vergoeden schade per opdracht beperkt tot een bedrag gelijk aan de advieskosten, met een maximum van € 1.000.000.167 Is de opdrachtgever een consument, dan moet hij ook met behulp van artikel 1 lid 6 MBo een keus maken tussen beide aansprakelijkheidsregimes.168 Om de consument van een minimum omvang op de aanspraak van de aansprakelijkheid van de adviseur te verzekeren, zal hij zijn schade altijd tot een bedrag van € 75.000 vergoed krijgen, ongeacht de keus die hij maakt.169 Voor de aansprakelijkheidsduur van de adviseur en de vervaltermijnen is artikel 16 DNR 2011 van belang. Het recht op schadevergoeding van partijen kan vervallen indien dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.170 Wanneer een aansprakelijkheidsregel tot werkelijk onaanvaardbare gevolgen zou leiden, kan een rechter of arbiter onder omstandigheden beslissen dat deze regel niet van toepassing is.171
aansprakelijkheid van de verschillende deelnemers jegens elkaar. Ook dient dienen gevolgen van ontwerpfouten die zich manifesteren in de onderhoudsperiode onder de dekking van de verzekering te vallen, Toelichting DNR 2011, p. 30. 161 Toelichting DNR 2011, p. 16. 162 Artikel 17 lid 5 DNR 2011; Toelichting DNR 2011, p. 35. 163 Artikel 15 DNR 2011. Zie voor de wettelijke regeling van de begroting van de schade omvang artikel 6:97, artikel 6:104 en artikel 6:105 BW; Chao-Duivis 2012, p. 55. 164 Advieskosten zijn het honorarium (de vergoeding die de adviseur toekomt voor zijn werkzaamheden), kosten (toezichtskosten en bijkomende kosten), de omzetbelasting daarin niet begrepen, artikel 1 DNR 2011. 165 Artikel 2 lid 3 DNR 2011; Toelichting DNR 2011, p. 188. 166 Toelichting DNR 2011, p. 31. 167 Artikel 14 lid 2 DNR 2011. 168 Toelichting DNR 2011, p. 32. 169 Artikel 15 lid 3 DNR 2011; Toelichting DNR 2011, p. 32. 170 Deze mogelijkheid is in lid 6 van artikel 14 DNR 2011 speciaal voor dit artikel genoemd, maar geldt voor iedere bepaling van de DNR 2011; Toelichting DNR 2011, p. 30. 171 Chao-Duivis 2012, p. 58.
26
3.3
Interview met opdrachtnemers In deze paragraaf zullen de interviews met de opdrachtnemers worden besproken die in BIMprojecten werken met de DNR 2011. Alle opdrachtnemers die zijn geïnterviewd voor deze scriptie, zijn dezelfde vragen gesteld. De vragenlijst is opgenomen in bijlage 1. De interviews die met de opdrachtnemers zijn gehouden, zijn verkennend van aard. De opdrachtnemers zijn acht vragen gesteld over hun ervaring met het werken met BIM. Op vijf vragen konden de opdrachtnemers antwoord geven door een cijfer te geven op een schaal van 0 (onjuist) tot en met 5 (juist).
Er
zijn
drie
opdrachtnemers
geïnterviewd
die
werken
met
BIM
in
de
adviseursovereenkomst. Deze interviews zijn te vinden in bijlage 2. Allereerst is de opdrachtnemers gevraagd om welke redenen zij kiezen voor het werken met BIM. Twee van de drie respondenten delen dezelfde mening. Ze betogen dat ze met BIM sneller en efficiënter kunnen werken en dat faalkosten kunnen worden voorkomen. Daarnaast zouden ze met BIM meer geïntegreerd met de andere bouwactoren kunnen werken. Een andere respondent gaat geheel in op de waardevermeerdering die BIM creëert. Waarde in de zin van oftewel een hogere kwaliteit voor dezelfde prijs of dezelfde kwaliteit voor een lagere prijs. Het gebruik en het beheer van het gebouw zullen ook in waarde stijgen door het werken met BIM volgens hem. Wanneer de opdrachtnemers met BIM werken, wordt er of een bijlage in het contract opgenomen met BIM voorwaarden of de opdrachtnemers werken met een standaard BIM-protocol dat onderdeel is van het contract. Zoals eerder in hoofdstuk 2 is aangegeven, hebben ongeveer 30 kleine architectenbureau’s gezamenlijk een ‘Model BIM Protocol’ ontwikkeld, dat vrij beschikbaar is voor de bouwpraktijk. De bouwactoren kunnen in het Model BIM Protocol onder andere vastleggen op welke wijze (aspect-) modellen en overige (digitaal opgeslagen) projectinformatie moet worden uitgewisseld en welke uitwisselingsformaat gebruikt moet worden. Verder omvat het Model BIM Protocol een omschrijving van samenwerkingsvoorwaarden voor het werken met BIM. Er zijn ook Algemene Samenwerkingsvoorwaarden voor het werken met BIM die partijen als onderdeel van het contract kunnen opnemen.172 Er is (nog) geen BIMprotocol opgesteld dat geldt voor alle adviseurs die werken met BIM. Ieder architectenbureau kan dus in principe zelf een BIM-protocol opstellen. Bovendien zijn er nog geen afspraken gemaakt over toezicht en handhaving op het naleven van een BIM-protocol. Volgens de respondenten is de communicatie en informatieoverdracht beter indien wordt gewerkt met BIM. De respondenten hebben op een schaal van 0 (onjuist) tot en met 5 (juist) een 3 172
Het Model BIM Protocol is te raadplegen op www.pioneering.nl, , laatst geraadpleegd op 10-10-14.
27
en een 4 aangegeven. Één van de respondenten attendeert terecht dat de partijen die BIMmen wel moeten communiceren en niet alleen modellen moeten uitwisselen. Toch had ik hogere cijfers verwacht, omdat in de literatuur BIM als basis voor interactief communiceren wordt gezien. Wat betreft de verplichtingen die de opdrachtnemer heeft met betrekking tot de informatievoorziening, is de opdrachtnemers gevraagd of zij meer verplichtingen hebben, naast hun huidige verplichtingen, indien BIM van toepassing is op het bouwproces. Twee van de drie respondenten beweren dat zij wel meer verplichtingen hebben. Één van de respondenten verklaart dat zij verantwoordelijk zijn voor het uiteindelijke 3Model, maar dat zij in het contract geen extra bepalingen over de informatieverplichtingen opnemen. Het is mij niet geheel duidelijk waarom de extra informatieverplichtingen niet contractueel worden vastgelegd, omdat een juiste overdracht van informatie en gegevens juist essentieel is om fouten te voorkomen. Opmerkelijk is dat één van de respondenten beweert dat zij helemaal geen extra informatieverplichtingen hebben jegens de opdrachtgever. Hij gaat uit van de informatieverplichtingen die zijn opgenomen in de DNR 2011. Aansluitend op de vorige vraag is de opdrachtnemers gevraagd wat de juridische gevolgen zijn indien zij hun informatieverplichtingen niet nakomen binnen het werken met BIM. Twee van de drie respondenten stellen dat dit wettelijk geen juridische gevolgen voor hen heeft. Ook niet op basis van het BIM-protocol. De regels uit de DNR 2011 blijven gelden. Een andere respondent verklaart
dat
afspraken
over
de
juridische
gevolgen
bij
niet-nakoming
van
de
informatieverplichtingen worden vastgelegd in het BIM-protocol. Die afspraken moeten worden nagekomen. Nadien is de opdrachtnemers de vraag gesteld of zij afwijkende afspraken maken met de opdrachtgever met betrekking tot de aansprakelijkheid voor de gevolgen van bijvoorbeeld ontwerpfouten door de opdrachtnemer, indien wordt gewerkt met BIM. De drie respondenten zijn van oordeel dat de aansprakelijkheidsregeling uit de DNR 2011 de basis biedt. Opvallend is dat twee van de drie respondenten toch het cijfer 3 hebben aangegeven op een schaal van 0 (onjuist) tot en met 5 (juist). Één van hen licht toe dat zij meer afspraken maken over de aansprakelijkheidsregeling als zij in een UAV-GC contract werken. De adviseur werkt dan meer samen met de aannemer. Op de adviseur rust meer verantwoordelijkheid waardoor er meer afspraken met de aannemer worden gemaakt over de uitvoering van het bouwwerk. In het geval er schade ontstaat, wordt de aansprakelijkheid met de aannemer gedeeld. Vervolgens is de opdrachtnemers gevraagd of door het werken met BIM makkelijker te bewijzen is wie wat fout heeft gedaan dan wanneer niet met BIM wordt gewerkt. Één van de respondenten beweert dat het in BIM helemaal niet te achterhalen is wie wat fout heeft gedaan. Twee van de drie respondenten zijn van oordeel dat het niet makkelijker is te achterhalen, toch 28
heeft één van hen het cijfer 3 aangegeven op een schaal van 0 (onjuist) tot en met 5 (juist). Hij verklaart dat het om samenwerken gaat en dat zij in een aspectmodel werken dat wordt gelinkt aan het BIM-model. Iedere bouwactor maakt een eigen, vakspecifiek aspectmodel en gebruikt daarvoor eigen of bedrijfsspecifieke applicaties.173 De informatie uit de aspectmodellen worden vervolgens samengevoegd in het BIM-model. Ik had verwacht dat de opdrachtnemers zouden zeggen dat het juist wel makkelijker te bewijzen is wie wat fout heeft gedaan met BIM, omdat iedereen het verloop van het bouwproces nauwkeurig kan volgen, wat resulteert in transparantie. Tenslotte is de opdrachtnemers gevraagd of het werken met BIM de kans op het ontstaan van bouwfouten verkleint volgens hen. Zoals verwacht hebben de drie respondenten hier bevestigend op geantwoord met een 4 of hoger op een schaal van 0 (onjuist) tot en met 5 (juist). Volgens één van de respondenten wordt de communicatie over de ontwerp-intentie voor iedereen duidelijker met behulp van BIM, waardoor minder bouwfouten worden gemaakt. 3.4
Eindconclusie In dit hoofdstuk is de volgende deelvraag beantwoord: In hoeverre is het uitvoeren van een adviseursovereenkomst met behulp van BIM van invloed op de aansprakelijkheid van de opdrachtnemer, bezien vanuit de informatieverplichtingen die de opdrachtnemer jegens de opdrachtgever heeft tijdens het bouwproces? De adviseur heeft, in tegenstelling tot de opdrachtgever, een wettelijke algemene informatie- en mededelingsverplichting dat is afgeleid van de zorgplicht van de adviseur. Op basis van de DNR 2011 hebben zowel de adviseur als de opdrachtgever een zorgplicht en algemene informatie- en mededelingsverplichtingen jegens elkaar. De opdrachtgever heeft geen specifieke informatieplicht ten opzichte van de adviseur. Alleen in artikel 2 lid 3 sub o DNR 2011 is vastgelegd op welke wijze en met welke frequentie de informatieoverdracht van partijen moet plaatsvinden. Zoals Van Gulijk ook in haar artikel betoogt, hebben partijen slechts eenzijdige informatieverplichtingen jegens elkaar.174 Op de adviseur en opdrachtgever rust wel een waarschuwingsplicht. Wat betreft de aansprakelijkheid van de adviseur voor het niet-nakomen van zijn verplichtingen wat (bouw)fouten tot gevolg kan hebben, geldt er in de DNR 2011 een veel beperkter aansprakelijkheidsregime voor de adviseur dan in de wet. In de DNR 2011 wordt de omvang van de schadevergoeding en de soorten schade die voor vergoeding in aanmerking komen beperkt. 173
Zie paragraaf 1.8 over de structuur van aspectmodellen van het Model BIM Protocol, te raadplegen op www.pioneering.nl, , laatst geraadpleegd op 10-10-14. 174 Van Gulijk, TBR 2011/192.
29
De interviews die zijn gehouden met de opdrachtnemers zijn verkennend van aard, maar hiervan uitgaande heeft de toepassing van BIM op het bouwproces juridisch gezien nog weinig invloed op de informatieverplichtingen en aansprakelijkheden van de opdrachtnemer in een adviseursovereenkomst. Door het werken met BIM krijgen de opdrachtnemers wel meer informatieverplichtingen, alleen wordt er in het contract hier geen extra bepalingen over opgenomen. De informatieverplichtingen op basis van de wet en DNR 2011 blijven gelden. Indien de opdrachtnemers hun informatieverplichtingen niet nakomen, heeft dit geen juridische gevolgen voor hen, tenzij in het BIM-protocol afspraken hierover zijn gemaakt. Wederom blijven de regels uit de wet en de DNR 2011 van toepassing. Wat betreft de aansprakelijkheid van de opdrachtnemers voor bouwfouten, dient de aansprakelijkheidsregeling uit de wet en DNR 2011 ook als basis. De kans op het ontstaan van bouwfouten wordt wel heel erg verkleind met BIM. Het is alleen niet makkelijker te achterhalen in BIM wie wat fout heeft gedaan. Op basis van alle informatie die ingewonnen is, kunnen de volgende conclusies getrokken worden. Het uitvoeren van een adviseursovereenkomst met behulp van BIM heeft juridisch gezien heel weinig invloed op de aansprakelijkheid van de opdrachtnemers voor (bouw)fouten. De regels uit de DNR 2011 blijven als uitgangspunt gelden. De opdrachtnemers krijgen wel meer informatieverplichtingen indien zij met BIM gaan werken, maar het is essentieel dat deze extra informatieverplichtingen ook contractueel of in het BIM-protocol worden vastgelegd. Bovendien zouden partijen tweezijdige informatieverplichtingen ten opzichte van elkaar moeten hebben voor een betere informatieoverdracht en juiste afstemming van werkzaamheden in het bouwproces. De opdrachtgever en opdrachtnemer hebben namelijk op basis van de wet en de DNR 2011 enkel eenzijdige verplichtingen jegens elkaar. In hoofdstuk 4 zal op dezelfde wijze als in dit hoofdstuk te werk worden gegaan. Allereerst zullen de huidige informatieverplichtingen en de aansprakelijkheidsregelingen voor bouwfouten van de opdrachtgever en de aannemer in de aannemingsovereenkomst worden toegelicht. Daarna zullen de resultaten van de interviews met drie opdrachtnemers die werken met BIM in de aannemingsovereenkomst worden behandeld.
30
4.
HET WERKEN MET BIM IN DE AANNEMINGSOVEREENKOMST In het geval de opdrachtgever een overeenkomst sluit met de aannemer voor de uitvoering van het ontwerp is dit een aannemingsovereenkomst als in artikel 7:750 lid 1 BW en is Titel 7.12 BW van toepassing. Partijen kunnen afspreken dat voor de aanneming van bouwwerken de gedetailleerde opgestelde regeling in algemene voorwaarden, als de UAV 2012, van toepassing zijn op de aannemingsovereenkomst.175 Maar dit sluit niet de toepassing van Titel 7.12 BW uit, omdat deze titel een aantal dwingendrechtelijke bepalingen bevat.176 Daarnaast bevat de titel regels over onderwerpen die niet in de UAV 2012 voorkomen en kan het bovendien als richtsnoer dienen bij het interpreteren en toetsen van de UAV 2012.177 In dit hoofdstuk zal de volgende deelvraag worden beantwoord: In hoeverre is het uitvoeren van een aannemingsovereenkomst met behulp van BIM van invloed op de aansprakelijkheid
van
de
opdrachtnemer
voor
bouwfouten,
bezien
vanuit
de
informatieverplichtingen die de opdrachtnemer heeft jegens de opdrachtgever tijdens het bouwproces? Om deze deelvraag te kunnen beantwoorden zullen eerst de informatie- en waarschuwingsplicht van de opdrachtgever ten opzichte van de aannemer en de aansprakelijkheid van de opdrachtgever voor het ontstaan van bouwfouten worden beschreven. Vervolgens zullen de informatie- en waarschuwingsplicht van de aannemer ten aanzien van de opdrachtgever en de aansprakelijkheid van de aannemer voor bouwfouten worden beschreven. Nadien zullen de resultaten van de interviews met aannemers worden besproken. Afsluitend zal de deelvraag worden beantwoord door een eindconclusie. 4.1
De informatie- en waarschuwingsplicht van de opdrachtgever en de aansprakelijkheid voor bouwfouten De opdrachtgever heeft volgens de wet twee hoofdverplichtingen jegens de opdrachtnemer met wie hij een aannemingsovereenkomst sluit: de uitvoering van de overeenkomst mogelijk maken en de betalingsverplichting.178 Om tot een voor de opdrachtgever gewenst eindresultaat te komen, heeft de aannemer de nodige informatie van de opdrachtgever nodig over de exacte inhoud van diens wensen. Oftewel de aannemer is afhankelijk van de medewerking van de opdrachtgever voor de uitvoering van het bouwwerk. Om deze reden wordt in de literatuur gesproken over de 175
Zie Van der Beek, in: T&C Bouwrecht 2012, inleidende opmerkingen bij Titel 7.12 BW, aant. 4 (online laatst bijgewerk op 1-42014). 176 Artikel 7:755 BW (meer werk), 7:762 BW (verzwijging verborgen gebreken) en afdeling 2 van Titel 7.12 BW, behoudens de mogelijkheid van afwijking bij een standaardregeling als in artikel 6:214 BW; Van der Beek, in: T&C Bouwrecht 2012, inleidende opmerkingen bij Titel 7.12 BW, aant. 4 (online laatst bijgewerkt op 1-4-2014). 177 Zie Van der Beek, in: T&C Bouwrecht 2012, inleidende opmerkingen bij Titel 7.12 BW, aant. 4 (online laatst bijgewerkt op 1-42014). 178 Artikel 7: 750 lid 1 BW.
31
mededelings- en medewerkingsverplichting van de opdrachtgever.179 Deze kan voortvloeien uit de (strekking) van de overeenkomst.180 Wettelijk is er geen informatieplicht van de opdrachtgever ten opzichte van de aannemer vastgelegd. In de UAV 2012 is in paragraaf 5 lid 1 een specifieke informatieplicht voor de opdrachtgever jegens de aannemer vastgelegd. De opdrachtgever is verplicht om de aannemer in te lichten over de juiste ligging van de zich in of nabij het werk en het werkterrein bevindende ondergrondse kabels en leidingen. Het Hof heeft geoordeeld dat wanneer de aanwezigheid van de kabel bij de opdrachtgever bekend is, maar in de verstrekte stukken niet juist aan de aannemer gemeld wordt, de opdrachtgever aansprakelijk is voor de hierdoor onstane schade. De opdrachtgever heeft namelijk zijn informatieplicht geschonden. De aannemer mocht uitgaan van de juistheid van de verstrekte informatie en heeft niet zijn zorgplicht geschonden.181 Volgens paragraaf 5 lid 2 UAV 2012 is de opdrachtgever verantwoordelijk voor de door of namens hem gegeven orders en aanwijzingen. Indien de opdrachtgever verkeerde, onvoldoende of geen aanwijzingen geeft en er ontstaat schade, dan is hij hiervoor aansprakelijk. Dit geldt ook indien de directie namens hem onvoldoende orders en aanwijzingen geeft.182 In hetzelfde lid ligt de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever voor de door hem voorgeschreven constructies of werkwijzen besloten. Uit lid 3 van dezelfde paragraaf volgt de aansprakelijkheid van de opdrachtgever voor schade die is ontstaan door gebreken in de door hem verstrekte bouwstoffen of hulpmiddelen. Dit is tevens wettelijk vastgelegd in artikel 7:760 lid 2 BW.183 Indien partijen de UAV 2012 van toepassing hebben verklaard op de aannemingsovereenkomst, vormen de regels uit paragraaf 5 lid 3 UAV 2012 in beginsel het toetsingskader. Artikel 7:760 BW is namelijk aanvullend recht.184 De risco-regel van artikel 7:760 lid 2 BW geldt enkel als de aannemer aan zijn waarschuwingsplicht op grond van artikel 7:754 BW185 heeft voldaan of in zijn deskundigheid of zorgvuldigheid niet is tekortgeschoten.186 De bewijslast ligt bij de aannemer.187 In paragraaf 5 lid 4 UAV 2012 is vervolgens de aansprakelijkheid voor de functionele ongeschiktheid van
179
Asser/Van den Berg 7-VI 2013, nr. 73. Wanneer uit de strekking van de overeenkomst (dus zonder uitdrukkelijk beding) de medewerkingsverplichting van de schuldeiser voortvloeit, wordt de schuldenaar geacht een zelfstandig en positief belang te hebben bij de nakoming van zijn verbintenis. De schuldenaar heeft bij de nakoming van zijn verbintenis nog een ander belang dan slechts bevrijd worden van zijn verbintenis. Namelijk een voordeel door het verrichten van de eigen prestatie; Asser/Van den Berg 7-VI 2013, nr. 80. 181 Hof Amsterdam 17 juli 2012, LJN BW 3757. 182 Chao-Duivis 2012, p. 72. 183 De opdrachtgever is dan aansprakelijk op grond van eigen schuld (artikel 6:101 BW), ongeacht of hij eraan schuld heeft; MvT, Kamerstukken II 1992/93, 23, 095, nr. 3, p. 32; Van der Beek, in: T&C Bouwrecht 2012, artikel 7:760 BW, aant. 3 (online laatst bijgewerkt op 1-4-2014). 184 Zie paragraaf 2 lid 3 UAV 2012. 185 Zie ook paragraaf 6 lid 14 UAV 2012. 186 Artikel 7:760 lid 2 BW; Van der Beek, in: T&C Bouwrecht 2012, artikel 7:760 BW, aant. 3 (online laatst bijgewerkt op 1-4-2014). 187 TM, Kamerstukken II 1992/93, 23, 095, nr. 3, p. 3; Van der Beek, in: T&C Bouwrecht 2012, artikel 7:760 BW, aant. 3b (online laatst bijgewerkt op 1-4-2014). 180
32
bouwstoffen vastgelegd.188 De Hoge Raad heeft ten aanzien van voorgeschreven materialen in het Moffenkit-arrest daaromtrent een duidelijke uitspraak gedaan.189 De Hoge Raad overwoog dat de opdrachtgever de aannemer niet aansprakelijk kan stellen voor de ondeugdelijkheid van het materiaal dat de aannemer op voorschrift van de opdrachtgever heeft betrokken. In deze visie van de HR ligt een risico-omslag besloten.190 De Raad van Arbitrage heeft daarentegen een onderscheid gemaakt in generieke (functionele) en specifieke ongeschiktheid van voorgeschreven materialen en heeft alleen in het eerstgenoemde een risico-omslag aangenomen in de Monolietzaak.191 De Raad van Arbitrage overwoog dat het voorschrijven van een functioneel ongeschikte bouwstof valt aan te merken als een ontwerpfout waarvoor, in de situatie dat het ontwerp van de opdrachtgever afkomstig is, deze ook verantwoordelijk is. De wettelijke bepaling omtrent voorgeschreven materialen van de opdrachtgever is artikel 7:760 lid 3 BW. Hierin is bepaald dat artikel 7:760 lid 2 van overeenkomstige toepassing is in geval van fouten of gebreken in door de opdrachtgever
verstrekte
plannen,
tekeningen,
berekeningen,
bestekken
uitvoeringsvoorschriften, met betrekking tot de waarschuwingsplicht van de aannemer.
of
192
Na opname van het werk dient de opdrachtgever de aannemer binnen acht dagen schriftelijk mede te delen of hij het werk al dan niet heeft goedgekeurd.193 Wanneer het werk is goedgekeurd of wordt geacht te zijn goedgekeurd, wordt het als opgeleverd beschouwd en is de opdrachtgever de risico-drager van het werk.194 De aannemer is ontslagen van de aansprakelijkheid voor gebreken die de directie tijdens de uitvoering en de opneming van het werk redelijkerwijs had moeten ontdekken en niet binnen een redelijke termijn na de ontdekking aan de aannemer heeft medegedeeld en niet aan de aannemer zijn toe te rekenen.195 In de volgende zaak blijkt het belang van interactieve communicatie tussen partijen. De Raad van Arbitrage heeft geoordeeld dat het verlies aan tijd door het leveringsprobleem van liggers voorkomen had kunnen worden bij een constructieve wederzijdse communicatie tussen de opdrachtgever en aannemer. 196 Door een slechte communicatie tussen partijen moest de oplevering van fase 1 van het project worden uitgesteld. In het contract was een boeteclausule opgenomen voor het geval de aannemer niet zijn planning zou halen. Arbiters achtten de opdrachtgever en de aannemer in gelijke mate verwijtbaar voor het verlies van tijd en hebben geoordeeld dat de aannemer aanspraak maakt op uitstel van oplevering van fase 1 van het project, zonder toepassing van de boeteclausule. 188
Onder functionele ongeschiktheid van bouwstoffen wordt verstaan, het naar hun aard niet geschikt zijn van deze bouwstoffen voor het doel waarvoor zij blijkens het bestek zijn bestemd, artikel 5, lid 4 UAV 2012. 189 HR 25 maart 1966, NJ 1966, 279; Van den Berg e.a. 2010, p. 319. 190 Van den Berg e.a. 2010, p. 319. 191 RvA 10 november 1977, BR 1978, p. 72; Van den Berg e.a. 2010, p. 320. 192 Artikel 7:760 lid 2 BW en paragraaf 6 lid 14 UAV 2012. 193 Paragraaf 9 lid 3, 5 UAV 2012. 194 Paragraaf 10 lid 1 UAV 2012 jo. paragraaf 6 lid 4 UAV 2012. Zie ook artikel 7:758 lid 2 BW. 195 Artikel 7:758 lid 3 BW. Zie ook paragraaf 12 UAV 2012. 196 RvA 18 februari 2009, nr. 30.848.
33
4.2
De informatie- en waarschuwingsplicht van de aannemer en de aansprakelijkheid voor bouwfouten De hoofdverplichting van de aannemer is een werk van stoffelijke aard tot stand brengen en opleveren volgens artikel 7:750 lid 1 BW.197 Het tot stand brengen van het werk moet voldoen aan de eisen die de opdrachtgever bij de verlening van de opdracht kenbaar heeft gemaakt. 198 De term ‘tot stand brengen’ impliceert een resultaatsverbintenis, maar is volgens Van den Berg en Asser misleidend.199 De rijkweidte van de verbintenis van de aannemer verschilt bij de aanneming van bouwwerken tussen het geval dat de aannemer mag bouwen naar eigen ontwerp, en dat waarbij hij gehouden is een werk uit te voeren overeenkomstig een door of namens de opdrachtgever vervaardigd bouwplan. De Raad van Arbitrage heeft geoordeeld dat de aannemingsovereenkomst niet als een zuivere resultaatsverbintenis kan worden beschouwd, maar dat er afhankelijk van de inhoud van de overeenkomst en de mate van invloed van de opdrachtgever
op
het
inspanningsverplichting.
200
ontwerp
of
de
uitvoering,
ook sprake
kan
zijn
van
een
Een goede taakvervulling van de aannemer brengt mee dat hij het
ontwerp niet blindelings, maar met aandacht en zorgvuldigheid uitvoert.201 De aannemer heeft geen wettelijke informatieplicht jegens de opdrachtgever. De Raad van Arbitrage heeft in de volgende zaak geoordeeld dat de aannemer een mondelinge informatieplicht kan hebben jegens de opdrachtgever.202 Arbiters oordeelden dat van een professionele aannemer in de bouw mag worden verwacht dat, wanneer een experimentele constructie wordt opgetuigd die schriftelijk niet goed is uit te leggen en men te maken krijgt met niet-professionele opdrachtgevers, er bijzondere aandacht
wordt
geschonken
aan
de
mondelinge
informatieverstrekking.
Dat
er
15
deelnemersbijeenkomsten zijn geweest is niet voldoende. De aannemer kan niet achteraf de vertragingen in de bouw op de opdrachtgever afwentelen. Op de aannemer rust wel een wettelijke waarschuwingslicht op grond van artikel 7:754 BW.
203
Van de aannemer wordt verwacht dat hij, bij het aangaan of het uitvoeren van de
overeenkomst, de opdrachtgever waarschuwt voor onjuistheden in de opdracht, voor gebreken en ongeschiktheid van zaken afkomstig van de opdrachtgever en fouten of gebreken in door de opdrachtgever verstrekte plannen et cetera. De Hoge Raad acht de deskundigheid van de De term ‘tot stand brengen’ wijst in de richting van een resultaatsverbintenis. Die kwalificatie is echter afhankelijk door de mate van gedetailleerdheid waarmee de opdrachtgever de eisen formuleert en waaraan het werk moet voldoen en aan de mate waarin hij de aannemer keuzevrijheid laat bij het realiseren van die eisen, Asser/Van den Berg 7-VI 2013, nr. 85. 198 Zie ook paragraaf 6 lid 2 UAV 2012; Asser/Van den Berg 7-VI 2013, nr. 85. 199 Asser-Van den Berg 7-VI 2013, nr. 85-87; Van den Berg e.a. 2010, p. 306-308. 200 RvA 18 september 2008, nr. 71.280. 201 Zie ook paragraaf 6 lid 1 UAV 2012; Van den Berg e.a. 2010, p. 309. 202 RvA 6 juli 2012, nr. 71.665. 203 De waarschuwingsplicht van de aannemer ontstaat als afgeleide van zijn verplichting tot zorgvuldige uitvoering, Van den Berg e.a. 2010, p. 309. 197
34
aannemer en de onder de omstandigheden van het geval te vergen zorgvuldigheid bepalend bij de vraag of de aannemer een onjuistheid, gebrek et cetera had moeten ontdekken.204 De enkele omstandigheid dat de opdrachtgever voldoende deskundig is om de gevolgen van het opnemen van bepaalde specificaties in de opdracht te kunnen overzien, ontslaat de aannemer volgens de Hoge Raad niet van zijn verplichting de opdrachtgever te waarschuwen voor onjuistheden in die specificaties.205 Wel kan die omstandigheid een rol spelen bij de vraag of een deel van de schade toch niet voor rekening van de opdrachtgever moet blijven op grond van artikel 6: 101 BW (eigen schuld).206 In de UAV 2012 is de waarschuwingsplicht van de aannemer opgenomen in paragraaf 6 lid 14. De aannemer moet waarschuwen tegen klaarblijkelijke zodanige fouten of gebreken in constructies, werkwijzen, orders en aanwijzingen, bouwstoffen of gebreken, dat overgaan tot uitvoering zonder waarschuwing in strijd zou zijn met de redelijkheid en billijkheid. Wanneer de aannemer in strijd met de redelijkheid en billijkheid handelt, kan hij voor de (gehele of gedeeltelijke) schade die hierdoor ontstaat aansprakelijk gesteld worden. De Raad van Arbitrage heeft geoordeeld dat de aannemer bij het achterwege blijven van deze waarschuwingsplicht in principe aansprakelijk is voor de gehele schade, omdat zijn verzuim nu eenmaal tot die gehele schade leidde.207 Een belangrijk verschil met artikel 7:754 BW is dat de wettelijke waarschuwingsplicht ook geldt bij het aangaan van de overeenkomst, dus al in de precontractuele fase.208 Aangezien de mogelijkheid van een precontractuele waarschuwingsplicht in de UAV 2012 niet is uitgesloten, geldt deze ook voor overeenkomsten waarop de UAV 2012 van toepassing zijn verklaard.209 Uit de in deze fase in acht te nemen eisen van redelijkheid en billijkheid vloeit de verplichting voort rekening te houden met de gerechtvaardigde belangen van de wederpartij.210 Daarnaast verplicht artikel 7:754 BW, anders dan paragraaf 6 lid 14 UAV 2012, de aannemer om te waarschuwen tegen gebreken en ongeschiktheid van de grond waarop de opdrachtgever het werk laat uitvoeren. Verder is de aannemer op grond van paragraaf 6, lid 16a
204
TM, Kamerstukken II 1992/93, 23 095, nr. 3, p. 33; Van der Beek, in: T&C Bouwrecht 2012, artikel7:754 BW, aant. 1.c, (online laatst bijgewerkt op 1-4-2014). 205 HR 25 november 1994, NJ 1995, 154 (Stokkers/Vegt Vloeren); HR 18 september 1998, NJ 1998, 818 (KPI/Leba); HR 8 oktober 2004, NJ 2005, 52 (NSC/ Pongers) en HR 8 september 2006, NJ 2006, 494 (Körkemeyer/Ottink); Van der Beek, in: T&C Bouwrecht 2012, artikel 7:754 BW, aant. 1.c, (online laatst bijgewerkt op 1-4-2014). 206 Chao-Duivis 2012, p. 79. 207 RvA 7 oktober 1983, nr. 11.380, BR 1984, p. 166 (Instorting fabrieksdak). Sindsdien is dit vaste rechtspraak, maar er zijn wel nuancering op deze uitspraak gebracht, zie Van der Beek, in: T&C Bouwrecht 2012, artikel 7:754 BW, aant. 6 (online laatst bijgewerkt op 1-4- 2014). 208 De precontractuele fase is de onderhandelingsfase die wordt aangemerkt als een door de redelijkheid en billijkheid beheerste rechtsverhouding, Asser/Van den Berg 7-VI 2013, nr. 53. 209 Van der Beek, in: T&C Bouwrecht 2012, artikel 7:754 BW, aant. 6 (online laatst bijgewerkt op 1-4-2014). De precontractuele waarschuwingsplicht is halverwege de jaren vijftig al door de Hoge Raad aangenomen betreffende het algemene verbintenissenrecht in HR 15 november 1957, NJ 1958, 67 (Baris/Riezenkamp); Chau-Duivis 2012, p.80. 210 HR 15 november 1957, NJ 1958, 67 (Baris/Riezenkamp).
35
UAV 2012 verplicht de directie211 onmiddellijk ter kennis te stellen, wanneer bij de uitvoering van het werk voorwerpen of stoffen worden aangetroffen, waarvan redelijkerwijs geacht kan worden dat deze schade kunnen toebrengen aan personen, goederen of het milieu.212 De aannemer moet de directie ook op de hoogte stellen wanneer er schade aan het werk ontstaat op basis van paragraaf 44 lid 2 UAV 2012. De hoofdregel is dat de schade aan het werk voor rekening van de aannemer is ongeacht of hem een verwijt treft.213 Op deze hoofdregel worden twee uitzonderingen gemaakt: op grond van de overeenkomst of de wet kan de aansprakelijkheid op de opdrachtgever rusten en indien schade aan het werk het gevolg is van buitengewone omstandigheden kan de aannemer niet aansprakelijk worden gehouden.214 Ongeacht de vraag wie aansprakelijk is voor de schade, is de aannemer op grond van paragraaf 44 lid 4 UAV 2012 verplicht tijdig de nodige maatregelen tot beperking van schade aan het werk te treffen.215 Wanneer de aannemer de verplichtingen uit lid 2 en 4 niet nakomt, is hij voor de ontstane schade aansprakelijk ook al is hij voor het ontstaan van de oorspronkelijke schade op grond van paragraaf 44 lid 3 UAV 2012 niet aansprakelijk.216 Een andere waarschuwingsplicht die op de aannemer rust, is wanneer er een noodzaak van prijsverhoging bestaat door kostenverhogende omstandigheden na het sluiten van de overeenkomst op basis van artikel 7:753 lid 3 BW.217 De aannemer heeft ook een waarschuwingsplicht voor de noodzaak van een prijsverhoging door meerwerk op grond van artikel 7:755 BW.218 Verder moet de aannemer de directie waarschuwen in geval van klaarblijkelijke tegenstrijdigheden tussen onderdelen van het bestek op grond van paragraaf 2 lid 5 UAV 2012. Deze verplichting volgt uit paragraaf 6 lid 14 UAV 2012, waarin de waarschuwingsplicht in algemene termen is geformuleerd.219 Ook in paragraaf 29 lid 1 en 2 UAV 2012 rust een waarschuwingsplicht op de aannemer inzake tegenstrijdigheden in afmetingen tussen de beschrijving en tekening van het werk. 211
De directie oefent het toezicht uit op de uitvoering van het werk en op de naleving van de overeenkomst, paragraaf 3 lid 6 UAV 2012. 212 Wanneer de aannemer voorwerpen vindt die van waarde zijn of uit een historisch of wetenschappelijk oogpunt van belang kunnen zijn, moet hij dit onmiddellijk aan de directie melden en ter hand stellen volgens paragraaf 32 UAV 2012. 213 Chao-Duivis, in: T&C Bouwrecht 2012, paragraaf 44 UAV 2012, aant. 1 (online laatst bijgewerkt op 1-4-2014). 214 Aan de buitengewone omstandigheden worden twee voorwaarden gesteld: deze dienen zodanig te zijn dat de aannemer in verband met de aard van het werk geen passende maatregelen tegen de gevolgen daarvan heeft behoeven te nemen en het onredelijk zou zijn de schade voor rekening van de aannemer te doen komen. Chao-Duivis, in: T&C Bouwrecht 2012, paragraaf 44 UAV 2012, aant. 3 (online laatst bijgewerkt op 1-4-2014). 215 Chao-Duivis, in: T&C Bouwrecht 2012, paragraaf 44 UAV 2012, aant. 4 (online laatst bijgewerkt op 1-4-2014). 216 Het betreft hier een risico-aansprakelijkheid; Chao-Duivis, in: T&C Bouwrecht 2012, paragraaf 44 UAV 2012, aant. 5 (online laatst bijgewerkt op 1-4-2014). 217 Deze waarschuwingsplicht is ook vastgelegd in paragraaf 47 lid 3 UAV 2012. 218 Waarschuwingsplicht in artikel 7:755 BW is dwingend recht, behoudens de mogelijkheid van afwijking bij een standaardregeling als in artikel 6:214 BW, Asser/Van den Berg 7-VI 2013, nr. 144. Deze waarschuwingsplicht is in de UAV 2012 vastgelegd in paragraaf 36 lid 1a. 219 Chao-Duivis, in: T&C Bouwrecht 2012, paragraaf 2 lid 5 UAV 2012, aant. 6 (online laatst bijgewerkt op 1-4-2014).
36
4.3
Interview met opdrachtnemers In deze paragraaf zullen de interviews met de opdrachtnemers worden besproken die in BIMprojecten werken met de UAV 2012. Alle opdrachtnemers die zijn geïnterviewd voor deze scriptie, zijn dezelfde vragen gesteld. De vragenlijst is opgenomen in bijlage 1. De interviews die met de opdrachtnemers zijn gehouden, zijn verkennend van aard. De opdrachtnemers zijn acht vragen gesteld over hun ervaring met het werken met BIM. Op vijf vragen konden de opdrachtnemers antwoord geven door een cijfer te geven op een schaal van 0 (onjuist) tot en met 5 (juist).
Er
zijn
drie
opdrachtnemers
geïnterviewd
die
werken
met
BIM
in
de
aannemingsovereenkomst. Deze interviews zijn te vinden in bijlage 3. Allereerst is de opdrachtnemers gevraagd om welke redenen zij kiezen voor het werken met BIM. De respondenten hebben verschillende drijfveren. Één van de respondenten beweert dat met BIM er een betere afstemming is van diverse onderdelen in de voorbereidingsfase, waardoor er een betere uitvoering van het bouwproject kan plaatsvinden. Een andere respondent stelt dat met behulp van BIM er meer inzicht in de constructie wordt gecreëerd en dat de faalkosten worden gereduceerd. Bovendien is het een eis van de opdrachtgever om met BIM te werken verklaart hij. Weer een andere respondent is van mening dat met BIM er procesoptimalisatie gedurende de gehele levenscyclus van een bouwwerk wordt bereikt. Daarnaast betoogt hij dat er met BIM betere en betrouwbaardere informatie beschikbaar is (mits de informatie-gegevens zijn gevalideerd oftewel eerst zijn gecontroleerd en goedgekeurd), waardoor het bouwwerk van betere kwaliteit is en er kosten- en tijdsbesparing is. Bovendien is vanuit het overkoepelend orgaan van hun bedrijf het werken met BIM verplicht gesteld. Wanneer de opdrachtnemers met BIM werken leggen ze de afspraken hieromtrent vast in een BIM-protocol of in standaard samenwerkingsvoorwaarden of in een raamovereenkomst.220 Nadien
is
de
opdrachtnemers
de
vraag
gesteld
of
de
communicatie
en
informatieoverdracht beter is indien wordt gewerkt met BIM. Twee van de drie respondenten zijn van oordeel dat de communicatie en informatieoverdracht een stuk beter is met BIM, door een 4 aan te geven op een schaal van 0 (onjuist) tot en met 5 (juist). Een andere respondent is van mening dat de communicatie en informatieoverdracht beter is als betrokken partijen begrijpen hoe er met BIM gewerkt moet worden. Hij geeft aan dat veel partijen nog niet weten hoe zij de juiste informatie in een model moeten invoeren of dat het vanuit de programmatuur automatisch niet juist bepaald wordt.
220
Een raamovereenkomst is een overeenkomst tussen één of meer aanbestedende diensten en één of meer ondernemers met het doel gedurende een bepaalde periode de voorwaarden inzake te gunnen overheidsopdrachten vast te leggen. Zie Hoofdstuk 9 en 10 van de Aanbestedingsreglement Werken 2012 (ARW 2012).
37
Daarna is de opdrachtnemers gevraagd of zij meer verplichtingen hebben, naast hun huidige verplichtingen, met betrekking tot de informatievoorziening, indien BIM van toepassing is op het bouwproces. Alle respondenten beweren dat zij meer verplichtingen hebben door een 3 aan te geven op een schaal van 0 (onjuist) tot en met 5 (juist). Één van de respondenten verklaart dat zij als hoofdaannemer de eindverantwoordelijke blijven, maar door een taakverdeling in een BIM de verantwoordelijkheid ook verspreiden naar de partners omdat zij veel meer worden betrokken bij het uitwerken van het ontwerp. De respondent heeft echter niet duidelijk gemaakt op welke wijze de verantwoordelijkheid onder de verschillende partners wordt verdeeld. Vervolgens werd de vraag gesteld of er juridische gevolgen zijn indien de opdrachtnemers hun informatieverplichtingen niet nakomen binnen het werken met BIM. Twee van de drie respondenten attenderen op hetzelfde probleem. Opdrachtgevers weten tot nu toe nog niet precies wat ze willen met BIM en blijven erg vaag in de eisen ten aanzien van BIM. Hierdoor laat de vraagstelling van de opdrachtgever zeer veel ruimte open voor eigen interpretatie van de opdrachtnemer. Een andere respondent verklaart dat er wel juridische gevolgen zijn zoals schadevergoeding, tussentijdse opzegging en dergelijke, voor het niet-nakomen
van
informatieverplichtingen als dit contractueel is vastgelegd. Hij is van mening dat partijen die integraal samenwerken ook de verantwoordelijkheid moeten delen voor de juridische gevolgen, omdat met BIM het team een gezamenlijk doel heeft. Er zou een basis schadevergoeding voor elke partij moeten zijn en een bonus-regeling wanneer een partij goed presteert volgens hem. Deze bonus-regeling leggen partijen zelf contractueel vast en is anders dan de malus-regeling uit de UAV 2012.221 De volgende vraag ging erover of de opdrachtnemers afwijkende afspraken maken met de opdrachtgever met betrekking tot de aansprakelijkheid voor de gevolgen van bijvoorbeeld uitvoeringsfouten indien wordt gewerkt met BIM. Één van de respondenten betoogt dat het afhankelijk is van het contracttype of er afwijkende afspraken worden gemaakt. Twee van de drie respondenten beweren daarentegen dat er geen afwijkende afspraken worden gemaakt. Mijn verwachting was dat de opdrachtnemers wel afwijkende afspraken zouden maken, omdat in het BIM eerder (kennelijke) fouten te onderkennen zijn, zoals in hoofdstuk 1 is aangegeven.222 De deskundigheid van de aannemer neemt toe met het gebruik van BIM en dat is bepalend bij de vraag
of
de
aannemer
eerder
aansprakelijk
is
voor
het
niet-nakomen
van
zijn
waarschuwingsplicht. Aansluitend is aan de opdrachtnemers gevraagd of door het werken met BIM het 221
Zie paragraaf 42 UAV 2012, de opdrachtgever kan de aannemer kortingen op de aannemingssom opleggen indien de feitelijke dag van oplevering eerder plaatsvindt dan de opgegeven dag van oplevering. Zie paragraaf 1.5 van hoofdstuk 1.
222
38
makkelijker te bewijzen is wie wat fout heeft gedaan. Één van de respondenten stelt dat dit niet mogelijk is. De overige respondenten beweren juist dat dit wel mogelijk is door een 4 en een 5 aan te geven op een schaal van 0 (onjuist) tot en met 5 (juist). Één van de respondenten verklaart dat door het uitpluizen van de deelmodellen er goed kan worden nagegaan waar de fout zit, maar dat zij niet de focus leggen op ‘het wijzen met de vinger’, maar op hoe het probleem gezamenlijk opgelost en in de toekomst voorkomen kan worden. Een andere respondent stelt dat BIM het proces transparanter maakt, waardoor fouten eerder ontdekt worden, maar onduidelijkheid bestaat over wie verantwoordelijkheid is voor de fout. In hoofdstuk 2 is transparantie als voordeel van het werken met BIM genoemd.223 In BIM kunnen de bouwactoren het verloop van het proces nauwkeurig volgen. Mijn verwachting was dan ook dat met BIM eenvoudig te achterhalen is wie een bepaalde fout heeft gemaakt. Tenslotte is de opdrachtnemers gevraagd of het werken met BIM de kans op het ontstaan van bouwfouten verkleint. Alle respondenten zijn het erover eens dat met behulp van BIM de kans op bouwfouten significant wordt verkleind door het hoogste cijfer 5 aan te geven op de schaal. Volgens één van de respondenten kan op dit moment 95% van de bouwfouten voorkomen worden door gebruik van BIM. Hij benadrukt dat bij het werken met mensen nu eenmaal fouten kunnen worden gemaakt. Hoewel gegevens juist in het BIM-model zijn ingevoerd, kunnen fouten in de fabricage van onderdelen voor problemen op de bouwplaats zorgen. 4.4
Eindconclusie In dit hoofdstuk is de volgende deelvraag beantwoord: In hoeverre is het uitvoeren van een aannemingsovereenkomst met behulp van BIM van invloed op de aansprakelijkheid van de opdrachtnemer, bezien vanuit de informatieverplichtingen die de opdrachtnemer jegens de opdrachtgever heeft tijdens het bouwproces? De aannemer heeft de nodige informatie van de opdrachtgever nodig om het bouwwerk uit te
kunnen
voeren.
In
de
literatuur
wordt
gesproken
over
de
mededelings-
en
medewerkingsverplichtingen van de opdrachtgever die kunnen voortvloeien uit de (strekking) van de overeenkomst. Wettelijk rust er geen informatieplicht op de opdrachtgever. De opdrachtgever heeft op basis van de UAV 2012 wel een specifieke informatieplicht, namelijk de verplichting om de aannemer in te lichten over de juiste ligging van de, in of nabij het werk(terrein) bevindende, ondergrondse kabels en leidingen. De aannemer heeft, net als de opdrachtgever, geen wettelijke informatieplicht, maar uit de jurisprudentie is wel een ongeschreven informatieplicht voor de aannemer af te leiden. Verder heeft de aannemer een precontractuele en contractuele 223
Zie paragraaf 2.4 van hoofdstuk 2.
39
waarschuwingsplicht jegens de opdrachtgever die wettelijk is vastgelegd. In de UAV 2012 is de waarschuwingsplicht van de aannemer nader ingevuld. Zoals Van Gulijk in haar artikel motiveert, hebben de opdrachtgever en aannemer geen wettelijke verplichting tot actieve informatieuitwisseling en communicatie.224 In de UAV 2012 rust op partijen ook geen dergelijke verplichtingen. Wat betreft de aansprakelijkheid van de aannemer voor het niet-nakomen van zijn verplichtingen hetgeen (bouw)fouten tot gevolg kan hebben, kan de aannemer in beginsel voor de gehele schade aansprakelijk worden gesteld, mits er één van de eerder genoemde uitzonderingen van toepassing is. Het tekortschieten van de aannemer in zijn waarschuwingsplicht, deskundigheid en zorgvuldigheid spelen hierbij een rol. De interviews die zijn gehouden met de opdrachtnemers zijn verkennend van aard, maar hiervan uitgaande is de communicatie en informatieoverdracht tussen partijen verbeterd met BIM. De opdrachtnemer heeft ook meer informatieverplichtingen jegens de opdrachtgever wanneer BIM van toepassing wordt verklaard. Het niet-nakomen van de informatieverplichtingen heeft echter nog geen vergaande juridische gevolgen voor de opdrachtnemer, tenzij contractueel hier afspraken over zijn gemaakt. Wat betreft de aansprakelijkheid van de opdrachtnemers voor bouwfouten, zijn de meningen verdeeld. Niet alle opdrachtnemers maken afwijkende afspraken, anders dan in het traditionele proces wordt afgesproken, indien met BIM wordt gewerkt. Volgens één van de respondenten zou integraal samenwerken met BIM een gedeelde verantwoordelijkheid moeten zijn waar iedereen zijn steentje bijdraagt. Alle respondenten zijn het er wel over eens dat met BIM de kans op bouwfouten aanzienlijk wordt verkleind. Volgens een respondent is het echter niet mogelijk om met BIM te bewijzen wie wat fout heeft gedaan. Twee van de drie respondenten beweren dat het juist wel mogelijk is. Op basis van alle informatie die ingewonnen is, kunnen de volgende conclusies getrokken worden. Het uitvoeren van een aannemingsovereenkomst met behulp van BIM heeft juridisch gezien weinig invloed op de aansprakelijkheid van de opdrachtnemers. Er worden geen afwijkende afspraken gemaakt over de aansprakelijkheid van de opdrachtnemers voor (bouw)fouten indien BIM van toepassing is. Dit kan echter per contract verschillen. Aan de hand van de interviews kan geconstateerd worden dat de aansprakelijkheidsstelling voor (bouw)fouten in BIM een ingewikkeld vraagstuk is. Indien in BIM traceerbaar is wie een bepaalde fout heeft gemaakt, betekent dat dan ook dat die partij aansprakelijk is voor de ontstane schade. In het geval in BIM niet traceerbaar is wie een bepaalde fout heeft gemaakt, wie is er dan aansprakelijk voor de ontstane schade. Chao-Duivis daarentegen is van mening dat het werken met BIM niet per definitie leidt tot wijziging van aansprakelijkheisvragen. Wat betreft de informatieverplichtingen 224
Van Gulijk, TBR 2011/192.
40
van de opdrachtnemer, krijgen de opdrachtnemers wel meer verplichtingen tegenover de opdrachtgever. Het niet-nakomen van deze verplichtingen heeft echter geen verstrekkende juridische gevolgen voor de opdrachtnemer. Praktisch gezien brengt het werken met BIM in de aannemingsovereenkomst meer voordelen met zich mee voor partijen dan juridisch gezien haalbaar is. De communicatie en informatieoverdracht wordt sterk verbeterd tussen de bouwactoren en de kans op bouwfouten wordt geminimaliseerd met BIM. Deze conclusies zijn slechts getrokken op basis van de drie interviews die zijn gehouden met de opdrachtnemers. De interviews zijn verkennend van aard, dus de conclusies gelden niet voor alle opdrachtnemers die werken in de aannemingsovereenkomst. In hoofdstuk 5 zal op dezelfde wijze als in de hoofdstukken 3 en 4 de huidige informatieverplichtingen en de aansprakelijkheidsregelingen voor bouwfouten van de opdrachtgever en de ontwerpende bouwer in de geïntegreerde overeenkomst worden beschreven. Vervolgens zullen de resultaten van de interviews met drie opdrachtnemers die werken met BIM in de geïntegreerde overeenkomst worden behandeld.
41
5.
HET WERKEN MET BIM IN DE GEÏNTEGREERDE OVEREENKOMST Naast het sluiten van een afzonderlijke overeenkomst met de aannemer en adviseur, kan de opdrachtgever ervoor kiezen om een overeenkomst te sluiten waarin ontwerp en uitvoering verenigd zijn. De opdrachtnemer is dan de ontwerpende bouwer. In dit geval is er sprake van een geïntegreerde overeenkomst. Voor deze overeenkomsten is een nieuwe set van algemene voorwaarden ontwikkeld: de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor geïntegreerde contractvormen (UAV-GC 2005). De UAV-GC overeenkomst bestaat uit verschillende onderdelen:
een
Model
Basisovereenkomst
(MBo)
met
bijbehorende
vraagspecificatie en andere contractdocumenten en de algemene voorwaarden. 2005 vertoont waar mogelijk overeenstemming met de UAV 2012.
226
225
annexen,
de
De UAV-GC
In artikel 1 van de MBo is
dan ook bepaald dat de overeenkomst beschouwd wordt als een overeenkomst van aanneming van werk in de zin van Titel 7.12 BW. Nu de UAV-GC 2005 meer werkzaamheden dient te regelen dan de UAV 2012, die heeft immers alleen betrekking op de uitvoeringswerkzaamheden, heeft het een uitgebreidere omvang.227
In dit hoofdstuk zal de volgende deelvraag worden beantwoord: In
hoeverre is het uitvoeren van een geïntegreerde overeenkomst met behulp van BIM van invloed op de aansprakelijkheid van de opdrachtnemer, bezien vanuit de informatieverplichtingen die de opdrachtnemer jegens de opdrachtgever heeft tijdens het bouwproces? Om deze deelvraag te kunnen beantwoorden zullen eerst de informatie- en waarschuwingsplicht van de opdrachtgever ten opzichte van de opdrachtnemer en de aansprakelijkheid van de opdrachtgever voor het ontstaan van bouwfouten worden beschreven. Vervolgens zullen de informatie- en waarschuwingsplicht van de opdrachtnemer ten aanzien van de opdrachtgever en de aansprakelijkheid van de opdrachtnemer voor bouwfouten worden beschreven. Aansluitend zullen de resultaten van de interviews met de aannemers worden besproken. Afsluitend zal de deelvraag worden beantwoord door een eindconclusie. 5.1
De informatie- en waarschuwingsplicht van de opdrachtgever en de aansprakelijkheid voor bouwfouten De opdrachtgever dient de uitvoering van de overeenkomst mogelijk te maken. Hiervoor is het nodig dat hij de nodige medewerking aan de opdrachtnemer verleend. In paragraaf 3 lid 1 UAVGC 2005 zijn verschillende medewerkingsverplichtingen van de opdrachtgever opgenomen. Zo moet de opdrachtgever ervoor zorgen dat de opdrachtnemer tijdig over alle informatie beschikt die 225 226 227
Chao-Duivis 2012, p. 120. Van den Berg e.a. 2010, p. 355. Van den Berg e.a. 2010, p. 355.
42
noodzakelijk is om de opdrachtnemer in staat te stellen het werk en het eventueel meerjarig onderhoud volgens de overeenkomst uit te voeren.228 De Raad van Arbitrage heeft overwogen dat het erom gaat dat de opdrachtgever die informatie beschikbaar stelt waar de opdrachtnemer niet zelfstandig, via andere kanalen, over kan beschikken.229 Daarnaast zorgt de opdrachtgever ervoor dat de opdrachtnemer tijdig kan beschikken over het in de vraagspecificatie omschreven terrein en/of het water, waar het werk en eventueel onderhoud gerealiseerd moet worden.230 Beschikbaarheid over het bouwterrein wil zeggen geen hinder van aanwezige kabels, leidingen en keten van andere aannemers.231 De Raad van Arbitrage heeft geoordeeld dat het risico van vertraging door het niet tijdig beschikbaar stellen van het bouwterrein voor rekening van de opdrachtgever komt.232 Verder dient de opdrachtgever alle goederen ter beschikking te stellen zoals bepaald in de basisovereenkomst.233 Met goederen wordt het wettelijke begrip ‘goederen’ ex artikel 3:1 BW bedoeld: alle zaken en vermogensrechten.234 Wanneer de opdrachtgever de op hem rustende medewerkingsverplichtingen niet nakomt en het niet nakomen van zijn verplichting hem kan worden toegerekend, dan is hij aansprakelijk voor de schade die daaruit voortvloeit.235 Volgens paragraaf 3 lid 2 UAV-GC 2005 is de opdrachtgever aansprakelijk voor de gevolgen van het verstrekken van onjuiste informatie of andere fouten of gebreken aangaande de informatie, terrein of water en goederen.236 Indien de opdrachtgever niet aansprakelijk gehouden wilt worden voor de door hem verstrekte informatie, dan dient hij dat uitdrukkelijk in afwijking van de UAV-GC 2005 en van de Basisovereenkomst overeen te komen.237 De Raad van Arbitrage heeft inzake dit aspect geoordeeld dat de opdrachtgever verantwoordelijk is voor het van afkomstige voorlopig ontwerp, ondanks dat het voorlopig ontwerp een informatieve status zou hebben.238 Het Hof heeft geoordeeld dat de keuze voor een UAV-GC 2003 contract de opdrachtgever niet ontslaat van zijn verantwoordelijkheid voor de juistheid van de door hem verstrekte gegevens, zoals volgt uit de bepalingen van paragraaf 3 lid 2 en 3 UAV-GC 2005.239 Als de opdrachtgever te laat is met de informatie et 228
Paragraaf 3 lid 1 sub a UAV-GC 2005. RvA 30 mei 2013, nr. 32.9924. 230 Paragraaf 3 lid 1 sub b UAV-GC 2005. 231 Hiervan moet de bereikbaarheid van het bouwterrein worden onderscheiden. Indien de aannemer bouwwegen moet aanleggen op het bouwterrein om zijn werkzaamheden uit te kunnen voeren, dan moet hij in overleg met de coördinerende aannemer hiervoor zorgen. Zie RvA 11 januari 2001, nr. 22.764. 232 RvA 26 augustus 2003, nr. 23.339. Zie ook Rechtbank Rotterdam 7 oktober 2009, LJN BL1592; RvA 17 augustus 2005, nr. 25.995 en RvA 20 mei 2010, nr. 30.443. 233 Paragraaf 3 lid 1 sub c UAV-GC 2005. 234 Chao-Duivis, in: T&C Bouwrecht 2012, paragraaf 3 UAV-GC 2005, aant. 2d (online laatst bijgewerkt op 1-4-2014). 235 Paragraaf 3 UAV-GC 2005; Chao-Duivis 2012, p. 123. 236 Zie ook artikel 7 MBo; Chao-Duivis 2012, p. 124. 237 Chao-Duivis, in: T&C Bouwrecht 2012, paragraaf 3 UAV-GC 2005, aant. 3 (online laatst bijgewerkt op 1-4-2014). 238 RvA 1 juli 2010, nr. 32.254. 239 Hof Amsterdam 10 september 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:2858 229
43
cetera, dan heeft de opdrachtnemer recht op kostenvergoeding of termijnverlenging op grond van paragraaf 44 UAV-GC 2005. Daarnaast is de opdrachtgever aansprakelijk voor de gevolgen van onjuistheden in gegevens in de vraagspecificatie en de functionele ongeschiktheid van de door hem voorgeschreven goederen in de vraagspecificatie.240 Ook voor een voorgeschreven leverancier, die functionele ongeschikte goederen levert, is de opdrachtnemer aansprakelijk ingevolge paragraaf 3 lid 7 UAV-GC 2005.241 De verantwoordelijkheid van de opdrachtgever voor de bovengenoemde gevallen, kan naar de opdrachtnemer verschuiven, indien hij zijn waarschuwingsplicht niet nakomt.242 In artikel 7 MBo leggen partijen vast welke informatie en goederen, die niet reeds in de vraagspecificatie zijn opgenomen, aan de opdrachtnemer ter beschikking moeten worden gesteld.243 Dit betekent niet dat de opdrachtgever alleen die informatie moet verstrekken die in artikel 7 MBo staat opgesomd.244 Paragraaf 3 lid 1 sub a UAV-GC 2005 bepaalt immers dat de opdrachtgever alle informatie waarover hij beschikt én die noodzakelijk is voor de realisatie van het werk/meerjarig onderhoud ter beschikking moet stellen aan de opdrachtnemer.245 Bij de verkrijging van vergunningen, ontheffingen, beschikkingen en toestemmingen door de opdrachtnemer, heeft de opdrachtgever ook een medewerkingsverplichting.246 De opdrachtnemer is niettemin verplicht de noodzakelijke medewerking hierbij te verlenen.247 Wanneer de opdrachtgever deze verplichting niet nakomt, is er sprake van een tekortkoming in de nakoming van zijn informatieverplichting. Wanneer de opdrachtgever besluit om een vertegenwoordiger aan te stellen, is hij verplicht om de opdrachtnemer hierover uitdrukkelijk en schriftelijk mede te delen. 248 Ook in het geval de opdrachtgever een tekortkoming van de opdrachtnemer daadwerkelijk heeft opgemerkt, dient hij de opdrachtnemer hierover binnen bekwame tijd te informeren.249 Wat betreft de oplevering van het werk, is vereist dat de opdrachtgever medewerking verleent door het werk te aanvaarden.250 De UAV-GC 2005 kent de opdrachtgever de bevoegdheid toe om het werk eerst nog te keuren.251 De opdrachtgever dient dit tenminste 3 dagen 240
Paragraaf 3 lid 3 t/m 6 UAV-GC 2005. Zie RvA 25 februari 2014, nr. 34.786 en RvA 1 juli 2010, nr. 32.254 voor de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever voor de vraagspecificatie. 241 Er is sprake van een voorgeschreven leverancier wanneer deze met zoveel woorden is genoemd, maar ook indien goederen worden voorgeschreven die slechts bij één leverancier zijn te vinden. In dat geval is die leverancier impliciet voorgeschreven, Chao-Duivis, in: T&C Bouwrecht 2012, paragraaf 3 UAV-GC 2005, aant. 8 (online bijgewerkt op 1-4-2014). 242 Paragraaf 3 lid 8 jo. paragraaf 4 lid 7 UAV-GC 2005. 243 Artikel 7 lid 1 en 2 MBo jo. paragraaf 13 lid 1 sub a en c UAV-GC 2005. 244 Chao-Duivis 2012, p. 124. 245 Chao-Duivis 2012, p. 124. 246 Paragraaf 9 lid 1 UAV-GC 2005. Zie ook artikel 6 MBo. Chao-Duivis 2012, p. 125. 247 Paragraaf 9 lid 1 jo. paragraaf 10 lid 1 en 2 UAV-GC 2005. 248 Paragraaf 2 lid 4 UAV-GC 2005. 249 Paragraaf 20 lid 4, paragraaf 21 lid 10 en paragraaf 22 lid 3 UAV-GC 2005. 250 Paragraaf 24 UAV-GC 2005. 251 Paragraaf 24 lid 2 UAV UAV-GC 2005.
44
van tevoren schriftelijk aan de opdrachtnemer mede te delen.252 Doet hij dit niet binnen 7 dagen, dan wordt hij geacht geen gebruik te willen maken van deze bevoegdheid.253 Nadat de opdrachtnemer schriftelijk het verzoek tot aanvaarding van het werk heeft verzonden,254 dient de opdrachtgever binnen 14 dagen de opdrachtnemer schriftelijk mede te delen of hij het werk al dan niet aanvaardt, in het laatste geval met opgaaf van de gebreken voor de weigering van de aanvaarding.255 Indien de opdrachtgever het werk aanvaardt, wordt de dag van de verzending van het verzoek van de opdrachtnemer tot aanvaarding, als de feitelijke datum aangemerkt.256 5.2
De informatie- en waarschuwingsplicht van de opdrachtnemer en de aansprakelijkheid voor bouwfouten De opdrachtnemer heeft de verplichting de ontwerp- en uitvoeringswerkzaamheden zodanig te verrichten dat op de vastgelegde datum van oplevering het werk voldoet aan de eisen die gesteld zijn in de overeenkomst.257 Op de opdrachtnemer rust dan ook een resultaatsverplichting.258 Uit de UAV-GC 2005 vloeien voor de opdrachtnemer ook verschillende mededelings- en medewerkingsverplichtingen voort. Daarnaast heeft de opdrachtnemer een waarschuwingsplicht ten opzichte van de opdrachtgever. De opdrachtnemer is tevens verplicht de werkzaamheden zodanig te verrichten dat geen schade aan personen, goed of milieu wordt gebracht en dat de opdrachtgever en derden geen nodeloos hinder ondervinden.259 Deze verplichtingen zullen in deze paragraaf verder worden uitgewerkt. Wanneer het werk niet voldoet aan de eisen die gesteld zijn in de overeenkomst door het handelen van de opdrachtnemer is er sprake van een gebrek waarvoor hij in beginsel verantwoordelijk is, tenzij hij bewijst dat het gebrek niet aan hem kan worden toegerekend op grond van de wet, de overeenkomst of de in het verkeer geldende opvattingen. 260 Wanneer er bijvoorbeeld een gebrek optreedt door een ontwerpfout van de opdrachtgever, dan is de opdrachtnemer in beginsel daarvoor aansprakelijk op grond van paragraaf 4 lid 3 UAV-GC 2005.
252
Paragraaf 24 lid 2 UAV UAV-GC 2005. Paragraaf 24 lid 3 jo. lid 1 UAV-GC 2005. 254 De opdrachtnemer zendt ten minste 20 dagen voor het einde van de onderhoudstermijn een schriftelijk verzoek tot aanvaarding van het werk aan de opdrachtgever, paragraaf 27 lid 7 UAV-GC 2005. 255 Paragraaf 24 lid 4 jo. lid 1 UAV-GC 2005. 256 Paragraaf 24 lid 4 jo. lid 1 UAV-GC 2005, indien een verzoek tot aanvaarding van de opdrachtnemer uitblijft, kan de opdrachtgever zelf een verzoek hiertoe indienen. De opdrachtgever deelt de opdrachtnemer dan schriftelijk mee het werk als aanvaard te beschouwen. De dag van verzending van deze mededeling geldt dan als de feitelijke datum van oplevering, paragraaf 24 lid 9 UAV-GC 2005. 257 Dit zijn eisen die voortvloeien uit het normale gebruik waarvoor het werk bestemd is, alsmede eisen die voortvloeien uit het bijzonder gebruik dat van het werk zal worden gemaakt, doch uitsluitend voorzover de eisen die het bijzonder gebruik stelt in de vraagspecificatie zijn vastgelegd, paragraaf 4 lid 1 jo. lid 3 UAV-GC 2005. Bijzondere eisen dienen wel expliciet overeengekomen te zijn. Artikel 2 lid 3 MBo is hieraan gewijd. Op eisen die impliciet uit de overeenkomst voortvloeien, is paragraaf 4 lid 5 UAV-GC 2005 gewijd; Chao-Duivis 2012, p. 131-134. 258 HR 5 januari 2001, NJ 2001, 79; Chao-Duivis 2012, p. 132 en 133. 259 Paragraaf 4 lid 6 UAV-GC 2005. 260 Paragraaf 4 lid 1 jo. lid 9 UAV-GC 2005 . 253
45
Indien hij kan aantonen dat het gebrek is ontstaan door een inadequate eisenstelling van de opdrachtgever, als in paragraaf 3 lid 3 en 4 UAV-GC 2005, waarvoor hij niet hoefde te waarschuwen, verspringt de aansprakelijkheid naar de opdrachtgever.261 Daarnaast is de opdrachtnemer aansprakelijk voor een gebrek, schade of vertraging van het werk als gevolg van de wijze waarop de werkzaamheden op de bodemgesteldheid zijn afgestemd.262 De verplichting van de opdrachtnemer om de werkzaamheden op de bodemgesteldheid af te stemmen, kan aangemerkt worden als een medewerkingsverplichting. Er wordt een uitzondering op de aansprakelijkheid van de opdrachtnemer gemaakt voor het geval dat hij aantoont dat hij ter voorkoming van vertraging, schade of gebreken alle voorzorgsmaatregelen heeft genomen, die gegeven de aard en de inhoud van de overeenkomst, de aard van het werk, de aard van het meerjarig onderhoud en de overige omstandigheden van het geval, van een zorgvuldig opdrachtnemer verwacht mogen worden.263 Op grond van paragraaf 4 lid 7 heeft de opdrachtnemer de verplichting te waarschuwen tegen fouten en gebreken in hetgeen van de opdrachtgever afkomstig is.264 Deze waarschuwingsplicht is ook neergelegd in de UAV 2012, in paragraaf 6 lid 14. In de Toelichting van de UAV-GC 2005 wordt erop gewezen dat, anders dan bij de UAV 2012, van de opdrachtnemer een actievere onderzoekshouding wordt verwacht. De opdrachtnemer moet immers
zelf
komen
met
de
oplossingsrichting.265
Wanneer
de
opdrachtnemer
zijn
waarschuwingsplicht verzuimt, is hij aansprakelijk voor de schadelijke gevolgen hiervan.266 De opdrachtnemer is ook verplicht de opdrachtgever ter kennis te stellen van het ontstaan van schade aan het werk, nadat hem dat is gebleken of had kunnen blijken.267 Voor schade aan het werk is een aparte regeling opgenomen in paragraaf 41 UAV-GC 2005.268 De opdrachtnemer is aansprakelijk voor schade aan het gehele of gedeeltelijke resultaat van zijn werkzaamheden, tenzij deze schade het gevolg is van buitengewone omstandigheden tegen de schadelijke gevolgen waarvan de opdrachtnemer gezien de aard van het werk of het meerjarig onderhoud geen passende maatregelen had behoeven te nemen en het onredelijk zou zijn de schade voor zijn rekening te doen komen.269 Indien de opdrachtnemer, de op hem rustende waarschuwingsplicht tegen het ontstaan van schade aan het werk verzuimt, is hij aansprakelijk op grond van paragraaf 41 lid 6 261
Paragraaf 4 lid 7 jo. paragraaf 3 lid 8 UAV-GC 2005; RvA 4 januari 1983, BR 1993, p. 480 (Fout hout). Paragraaf 4 lid 3 jo. paragraaf 13 lid 1 UAV-GC 2005. 263 Paragraaf 4 lid 9 jo. paragraaf 13 lid 1 jo. paragraaf 13 lid 2 UAV-GC 2005. 264 Zie ook artikel 3 lid 5 MBo; Chao-Duivis 2012, p. 132. 265 Chao-Duivis 2012, p. 136. 266 Paragraaf 4 lid 8 jo. lid 7 en paragraaf 3 lid 8 UAV-GC 2005; dit is op dezelfde wijze geregeld als de waarschuwingsplicht in de UAV 2012, paragraaf 6 lid 14. 267 Onder schade aan het werk wordt schade aan het gehele of gedeeltelijke resultaat van de werkzaamheden van de opdrachtnemer verstaan; paragraaf 41 lid 2 jo. lid 1 UAV-GC 2005. 268 Zie ook artikel 13 lid 2 MBo. 269 Paragraaf 41 lid 2 jo. lid 4 UAV-GC 2005. 262
46
UAV-GC 2005. De opdrachtnemer moet zo snel mogelijk de nodige maatregelen treffen om verdere schade aan het werk te voorkomen. 270 Voorts is hij verplicht de schade aan het werk, die voor zijn rekening komt, zo snel mogelijk te herstellen, tenzij dat redelijkerwijs niet van hem kan worden verlangd, of als van de opdrachtgever redelijkerwijs niet kan worden verlangd dat hij het herstel door de opdrachtnemer laat verrichten. De opdrachtgever kan in plaats daarvan schadevergoeding van de opdrachtnemer vorderen. 271 Indien de opdrachtnemer onderdelen van de werkzaamheden door zelfstandige hulppersonen, zoals ontwerpbureaus, adviseurs, onderaannemers en leveranciers, wil laten uitvoeren, is hij voor die onderdelen ook aansprakelijk.272 Eerst is de opdrachtnemer verplicht schriftelijk de opdrachtgever goedkeuring te vragen voor het inschakelen van een zelfstandige hulppersoon, als de opdrachtgever dit in het acceptatieplan heeft vastgelegd.273 Bij goedkeuring door de opdrachtgever, is de opdrachtnemer vervolgens verplicht om de hulppersoon volledig en schriftelijk in te lichten over de bepalingen van de vraagspecificatie en de documenten, die voor het verrichten van de werkzaamheden van belang kunnen zijn.274 De opdrachtnemer kan zich dan direct beroepen op de mededelingen die aan de zelfstandige hulppersoon door de opdrachtgever zijn gedaan.275 5.3
Interviews met opdrachtnemers In deze paragraaf zullen de interviews met de opdrachtnemers worden besproken die in BIMprojecten werken met de UAV-GC 2005. Alle opdrachtnemers die zijn geïnterviewd voor deze scriptie, zijn dezelfde vragen gesteld. De vragenlijst is opgenomen in bijlage 1. De interviews die met de opdrachtnemers zijn gehouden, zijn verkennend van aard. De opdrachtnemers zijn acht vragen gesteld over hun ervaring met het werken met BIM. Op vijf vragen konden de opdrachtnemers antwoord geven door een cijfer te geven op een schaal van 0 (onjuist) tot en met 5 (juist). Er zijn drie opdrachtnemers geïnterviewd die werken met BIM in de geïntegreerde overeenkomst. Deze interviews zijn te vinden in bijlage 4. Allereerst is de opdrachtnemers gevraagd om welke redenen zij kiezen voor het werken met BIM. Één van de respondenten stelt dat de faalkosten verminderen en daardoor de winst verbetert. Volgens een andere respondent kunnen ze met BIM betere producten leveren tegen een lagere prijs. Weer een andere respondent beweert dat met behulp van BIM efficiënter kan worden
270
Paragraaf 4 lid 5 UAV-GC 2005. Paragraaf 4 lid 7 UAV-GC 2005. 272 Paragraaf 6 lid 1 UAV-GC 2005. 273 Paragraaf 6 lid 2 jo. paragraaf 23 UAV-GC 2005. 274 Paragraaf 6 lid 7 UAV-GC 2005. 275 Chao-Duivis, in: T&C Bouwrecht 2012, paragraaf 6 UAV-GC 2005, aant. 8 (online laatst bijgewerkt op 1-4-2014). 271
47
gewerkt omdat er een integrale samenwerking van partijen plaatsvindt. Daarnaast worden bouwfouten verminderd met BIM. In het geval met BIM wordt gewerkt, is één van de respondenten voorstander van het werken met BIM-protocollen. Een andere respondent geeft de voorkeur aan het werken met een standaard BIM plan van aanpak. Enerzijds worden technische zaken en anderzijds juridische zaken over de informatie-uitwisseling in het BIM plan van aanpak geregeld dat alle ketenpartners wordt opgelegd. Weer een andere respondent verklaart dat het per bouwproject verschilt hoe zij de afspraken omtrent BIM vastleggen. Volgens hem zijn er in Nederland daar geen richtlijnen voor die bijvoorbeeld door de overheid zijn opgelegd zoals in het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, Finland of Singapore. Maar zoals eerder in hoofdstuk 2 is vermeld, heeft de Rijksgebouwendienst vanaf 1 novemenber 2011 een BIM-norm voorgeschreven voor geïntegreerde contracten als DBFMO en DBM. Het gaat dan wel om door de overheid gefinancierde bouwprojecten.276 Voor andere bouwprojecten heeft de overheid het werken met BIM nog niet verplicht. Vervolgens is de opdrachtnemers gevraagd of de communicatie en informatieoverdracht tussen partijen beter is indien wordt gewerkt met BIM. Twee van de drie respondenten zijn het erover eens dat met BIM de communicatie en informatieoverdracht beter is door het hoogste cijfer 5 aan te geven op een schaal van 0 (onjuist) tot en met 5 (juist). Één van de respondenten is van mening dat de communicatie en informatieoverdracht wel beter is, alleen dat BIM ook een andere manier van samenwerken en communiceren betekent. De engineer, calculator en constructeur hebben met BIM een handvat om elkaars taal te leren spreken, wat de communicatie verbetert omdat ze meer inzicht krijgen in elkaars wereld, volgens hem. Één van de respondenten heeft in tegenstelling tot de overige twee respondenten slechts een 2 op een schaal van 0 (onjuist) tot en met 5 (juist) aangegeven. Er moet volgens hem nog veel gedaan worden aan de implementatie van BIM in het bouwproces, waarbij cultuur- en gedragsverandering meespelen. Zoals eerder in hoofdstuk 2 is betoogd, is een nadeel van de toepassing van BIM dat het niet van de één op de andere dag kan plaatsvinden. Hiervoor is een forse investering nodig. Terecht attendeert één van de respondenten dat techniek wel het hart van BIM is waar informatie aan wordt geplakt, maar dat daar omheen een grote cirkel met proces, cultuur en gedrag staat wat een veel grotere invloed heeft dan het stukje techniek. De techniek kan je kopen en verbeteren, maar cultuur en gedrag zijn voorwaardelijk voor het succes van BIM. De volgende vraag ging over de informatieverplichtingen van de opdrachtnemers. De opdrachtnemers is gevaagd of zij meer verplichtingen hebben, naast hun huidige verplichtingen, met betrekking tot de informatievoorziening indien BIM van toepassing is op het bouwproces. De 276
Zie paragraaf 2.3 over de huidige stand van BIM in Nederland in hoofdstuk 2.
48
opdrachtnemers verschillen nogal van mening hierover. Één van de respondenten stelt dat ze aan de ene kant meer, maar aan de andere kant minder informatieverplichtingen hebben. Hij motiveert dat er een enorme vermindering van informatieverplichtingen is, omdat veel werkzaamheden in een eerder stadium kunnen plaatsvinden. Doordat een groot deel van het werk veel vroeger in het proces wordt uitgevoerd, levert dat besparingen op in personeel tijdens de productie- en beheerfasen (30 tot 40% minder) en worden de faalkosten gereduceerd tot onder de 2% (normaal 12 tot 15 %). Een andere respondent beweert dat zij wel meer informatieverplichtingen hebben, maar dat dit afhankelijk is van wat er in het UAV-GC contract staat. Als de opdrachtgever veel eisen stelt waaraan het gebouw moet voldoen, dan moet tevens veel geverifieerd worden. Met behulp van BIM kan men eerder bijdragen aan de informatie waaraan het gebouw volgens de opdrachtgever moet voldoen. Weer een andere respondent verklaart dat zij procesafspraken met de overige aannemende partijen vastleggen die in het BIM projectplan weer met elkaar zijn verbonden. Verder attendeert hij op de nieuwe beweging die bij de Rijkswaterstaat is ontstaan vanuit de BIM-kant, namelijk de Informatie Levering Specificiatie (ILS). De ILS is een uitwisselingsformaat dat de uitwisseling van informatie specificeert. Door het werken met ILS kunnen partijen in een BIM-project eenmalige, uniforme en betrouwbare informatie uitwisselen. ILS wordt als onderdeel van het contract opgenomen en bevat afspraken over op welk moment, welke informatie en op welke wijze de opdrachtnemer informatie aan de opdrachtgever moet leveren. De Rijkswaterstaat kan op ieder tijdstip zien wat de opdrachtnemer aan het doen is en blijft zo op de hoogte van de actuele stand van zaken. ILS wordt gebruikt in alle grote infrastructurele projecten van de Rijkswaterstaat, zoals in het A1/A6-traject, SchipholAmsterdam-Almere (SAA), en het A9-traject, SAA Gaasperdammerweg. Aansluitend is de opdrachtnemers gevraagd wat de juridische gevolgen zijn indien zij hun informatieverplichtingen binnen het werken met BIM niet nakomen. Één van de respondenten verklaart dat zij bij niet-nakoming een boete kunnen krijgen en dat in een worst-case-scenario het contract kan worden ontbonden. Volgens een andere respondent is het juridisch gezien lastig te bepalen welke partij aansprakelijk is. Factoren als complexiteit van BIM, software waarmee is gewerkt en de grote hoeveelheid van partijen waarmee is samengewerkt spelen daarbij een rol. Weer een andere respondent stelt dat het per bouwproject verschilt wat de juridische gevolgen van het niet- nakomen van hun informatieverplichtingen zijn. Nadien is de opdrachtnemers gevraagd of er afwijkende afspraken worden gemaakt met de opdrachtgever met betrekking tot de aansprakelijkheid voor de gevolgen van ontwerp- of uitvoeringsfouten indien wordt gewerkt met BIM. Één van de respondenten beweert dat zij wel afwijkende afspraken maken door een 5 aan te geven op een schaal van 0 (onjuist) tot en met 5 49
(juist), terwijl een andere respondent stelt dat dit nog niet het geval is, maar in de toekomst het geval zal zijn. Zoals in hoofdstuk 1 is vermeld, zal de werkwijze en het gebruik van contractmodellen veranderen door het werken met BIM.277 Bepaalde werkzaamheden kunnen al in een eerder stadium plaatsvinden waardoor de aannemer in een eerder stadium (kennelijke) fouten kan dan wel behoort te zien. De vraag is dan of de aannemer eerder de plicht heeft om te waarschuwen en of hij aansprakelijk is voor het niet nakomen hiervan. Door het werken met BIM wordt hij namelijk geacht eerder fouten in het ontwerp, voorgeschreven materialen et cetera te zien.278 Volgens één van de respondenten kunnen geen ontwerpfouten in de ontwerpfase ontstaan indien BIM op professionele wijze wordt gebruikt. Daarna is de opdrachtnemers gevraagd of door het werken met BIM makkelijk te bewijzen is wie wat fout heeft gedaan dan wanneer niet met BIM wordt gewerkt. Volgens één van de respondenten is het met BIM juist eenvoudig aantoonbaar, omdat de gedachte achter BIM is dat er wordt vastgelegd welke processen bestaan in een BIM-structuur en welke personen verantwoordelijk zijn voor bepaalde processen. Hij benadrukt dat interdisciplinaire en multidisciplinaire samenwerking essentieel is om een complex bouwwerk neer te zetten. Een andere respondent verklaart dat het met BIM makkelijker is om te bewijzen wie wat fout heeft gedaan, omdat er wordt vastgelegd wie welke modellen aanlevert. In BIM is het dus navolgbaar wie waar welke keuzes heeft gemaakt, waardoor de traceerbaarheid toeneemt. Weer een andere respondent betoogd dat het afhangt of BIM in alle procesfasen wordt gebruikt of niet. Tenslotte is de opdrachtnemers gevraagd of het werken met BIM de kans op bouwfouten verkleint. De respondenten zijn er van overtuigd dat de kans op bouwfouten met BIM aanzienlijk wordt verkleind door een 4 en een 5 aan te geven op een schaal van 0 (onjuist) tot en met 5 (juist). Één van de respondenten attendeert terecht op het belang van het goed uitvoeren van BIM. Veel bouwactoren hebben een eigen interpretatie van wat BIM nu is of ze zetten BIM alleen in op deelgebieden die winstgevend zijn. Dit werkt zeer nadelig op het gehele proces volgens hem. 5.4
Eindconclusie In dit hoofdstuk is de volgende deelvraag beantwoord: In hoeverre is het uitvoeren van een geïntegreerde overeenkomst met behulp van BIM van invloed op de aansprakelijkheid van de opdrachtnemer, bezien vanuit de informatieverplichtingen die de opdrachtnemer jegens de opdrachtgever heeft tijdens het bouwproces? De opdrachtnemer heeft de nodige medewerking van de opdrachtgever nodig om het 277 278
Zie paragraaf 1.5 van hoofdstuk 1. Zie paragraaf 1.5 van hoofdstuk 1.
50
bouwwerk uit te kunnen voeren. De medewerkingsverplichtingen van de opdrachtgever zijn vastgelegd in de UAV-GC 2005, wettelijk rust er geen informatie- of medewerkingsverplichting op de opdrachtgever. De opdrachtgever dient de nodige informatie aan de opdrachtnemer ter beschikking te stellen om het werk en eventueel meerjarig onderhoud volgens de overeenkomst uit te voeren. Op de opdrachtnemer rust ook geen wettelijke informatieplicht, maar mededelingsen medewerkingsverplichtingen op basis van de UAV-GC 2005. Daarnaast heeft de opdrachtnemer zowel op grond van de wet en de UAV-GC 2005 een waarschuwingsplicht. Er kan echter niet worden gesproken van verplichtingen tot actieve informatie-uitwisseling en communicatie van partijen ten opzichte van elkaar volgens de wet en UAV-GC 2005, zoals Van Gulijk ook in haar artikel verklaart.279 Wat betreft de aansprakelijkheid van de opdrachtnemer voor het niet-nakomen van zijn verplichtingen wat (bouw)fouten tot gevolg kan hebben, kan de opdrachtnemer in beginsel voor de gehele schade aansprakelijk worden gesteld, mits er één van de eerder genoemde uitzonderingen van toepassing is. Het verzuim van de waarschuwingsplicht van de opdrachtnemer en het niet nemen van de voorzorgsmaatregelen om de (bouw)fouten te voorkomen, spelen daarbij een rol. De interviews die zijn gehouden met de opdrachtnemers zijn verkennend van aard, maar hiervan uitgaande zijn de opdrachtnemers van oordeel dat met behulp van BIM de communicatie en informatieoverdracht tussen partijen sterk is verbeterd. Er moet nog wel veel gedaan worden aan de implementatie van BIM in het bouwproces. De opdrachtnemers krijgen meer informatieverplichtingen jegens de opdrachtgever indien zij werken met BIM. Het niet-nakomen van de informatieverplichtingen van de opdrachtnemers binnen het werken met BIM, heeft niet voor iedereen verstrekkende juridische gevolgen. Het is afhankelijk van het soort bouwproject en verschillende factoren wat de juridische gevolgen zijn. Wat betreft de aansprakelijkheid van de opdrachtnemers voor bouwfouten die ontstaan indien wordt gewerkt met BIM, zijn de meningen verdeeld. Terwijl de ene opdrachtnemer wel afwijkende afspraken maakt met de opdrachtgever met betrekking tot de aansprakelijkheid voor (bouw)fouten, maken de anderen dat nog niet. De opdrachtnemers zijn het er wel over eens dat met BIM de kans op bouwfouten wordt verkleind, mits het goed wordt uitgevoerd. In BIM is het ook makkelijk te bewijzen wie wat fout heeft gedaan als het in alle procesfasen wordt gebruikt. Op basis van alle informatie die ingewonnen is, kunnen de volgende conclusies getrokken worden. Het uitvoeren van een geïntegreerde overeenkomst met behulp van BIM heeft juridisch gezien weinig invloed op de aansprakelijkheid van de opdrachtnemers voor (bouw)fouten. Slechts één van de drie respondenten verklaart afwijkende afspraken te maken met de opdrachtgever voor 279
Van Gulijk, TBR 2011/192.
51
de gevolgen van (bouw)fouten. De opdrachtnemers krijgen wel meer informatieverplichtingen jegens de opdrachtgever als met BIM wordt gewerkt. Het niet-nakomen van deze verplichtingen kan leiden tot een boete of zelfs tot ontbinding van het contract. De toepassing van BIM brengt praktisch gezien veel voordelen met zich mee, zoals de verbetering van communicatie en informatieoverdracht en de vermindering van bouwfouten. Maar om succesvol met BIM te kunnen werken in het bouwproces, dient er nog steeds veel gedaan te worden aan de implementatie van BIM in het bouwproces.
52
6.
CONCLUSIE & AANBEVELINGEN
6.1
Conclusie In Nederland beginnen steeds meer bedrijven in de bouwbranche BIM toe te passen op het bouwproces. Het werken met BIM is echter nog niet geïntegreerd in het Nederlands bouwrecht. Daarom vinden er verschillende onderzoeken plaats naar de toepassing van BIM in het bouwproces. In deze scriptie is onderzoek gedaan naar de invloed van BIM op de huidige informatieverplichtingen
en
aansprakelijkheidsverhoudingen
van
de
opdrachtgever
en
opdrachtnemer voor bouwfouten. De centrale onderzoeksvraag van deze scriptie luidt: In hoeverre is het uitvoeren van een bouwcontract met behulp van BIM van invloed op de aansprakelijkheid van de opdrachtnemer, bezien vanuit de informatieverplichtingen die de opdrachtnemer jegens de opdrachtgever heeft tijdens het bouwproces? In deze conclusie zullen de resultaten van de theoretische beschrijving van de informatieverplichtingen en aansprakelijkheidsregelingen van de opdrachtgever en opdrachtnemer voor bouwfouten op basis van de wet en de toepasselijke algemene voorwaarden worden besproken. Vervolgens zullen de resultaten uit de interviews worden beoordeeld. Na de conclusie zullen afsluitend aanbevelingen worden gedaan. De algemene voorwaarden hebben geen specifieke bepaling voor het werken met een digitaal bouwprogramma als BIM, waarin verschillende bouwactoren op hetzelfde tijdstip in één model kunnen werken.280 De opdrachtgever en opdrachtnemer hebben ook geen specifieke verplichting tot het daadwerkelijk uitwisselen van informatie en interactief communiceren op basis van de wet en algemene voorwaarden, zoals Van Gulijk ook in haar artikel aangeeft. 281 De opdrachtnemers blijven wel met de algemene voorwaarden werken indien BIM van toepassing wordt verklaard op het bouwproces. De algemene voorwaarden vormen dus geen obstakel voor het werken met BIM.282 Op de opdrachtgever en opdrachtnemer rusten voornamelijk algemene mededelings- en medewerkingsverplichtingen op grond van de algemene voorwaarden. Slechts de adviseur heeft een wettelijke informatieplicht, maar dit is enkel een algemene informatie- en mededelingsplicht. De opdrachtgever heeft op grond van de UAV 2012 een specifieke informatieplicht met betrekking tot ondergrondse leidingen rondom het werkterrein. De opdrachtnemers
(adviseur,
aannemer
en
ontwerpende
bouwer)
hebben
wel
een
waarschuwingsplicht. Aan de hand van de beschrijving van de huidige informatie- en waarschuwingsplichten van partijen in deze scriptie, kan worden geconcludeerd dat deze verplichtingen slechts eenzijdige verplichtingen met betrekking tot de informatievoorziening 280 281 282
Zie Chao-Duivis hierover in Chao-Duivis, I.C.L.R. 2011, p. 265. Van Gulijk, TBR 2011/192. Zie Chao-Duivis hierover in Chao-Duivis, I.C.L.R. 2011, p. 265.
53
zijn.283 De opdrachtgever en opdrachtnemer hebben geen specifieke verplichting tot interactief communiceren en informatie-uitwisseling zoals eerder vermeld. Zoals Van Gulijk ook verklaart, ligt de nadruk in de algemene voorwaarden het meest op de verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden van de opdrachtgever en opdrachtnemer.284 De huidige verplichtingen van de opdrachtgever en opdrachtnemer met betrekking tot de informatievoorziening op basis van de wet en algemene voorwaarden zijn echter niet toereikend om succesvol met BIM te kunnen werken, zoals Van de Koot ook concludeert in zijn onderzoek.285 Werken met BIM kan namelijk niet van de één op de andere dag plaatsvinden. Er moet nog veel gedaan worden aan de implementatie van BIM in het bouwproces. BIM is niet eenvoudigweg een technisch middel aanschaffen, het is een proces dat je moet stimuleren door cultuur- en gedragsverandering. BIM doet niets voor jou. BIM biedt de bouwactoren uitsluitend een handvat om elkaars taal te leren spreken. Op basis van de interviews met de opdrachtnemers kan geconstateerd worden dat het werken met BIM praktisch gezien veel voordelen met zich meebrengt. De communicatie en informatieoverdracht tussen partijen wordt verbeterd en de kans op bouwfouten wordt aanzienlijk verkleind. Er vindt een verschuiving van de werkzaamheden plaats naar een eerder stadium in het bouwproces, waardoor partijen integraal moeten samenwerken. Het werken met BIM in een geïntegreerd contract is daarom het meest geschikt, zoals Chao-Duivis ook in haar artikel stelt.286 Om de werkzaamheden juist op elkaar af te stemmen en om de communicatie en informatieuitwisseling tussen partijen te coördineren, is het aanstellen van een (onafhankelijke) BIMmanager aanbevelenswaardig. Juridisch gezien valt niet één lijn te trekken over wat de invloed is van BIM op de huidige informatieverplichtingen en aansprakelijkheden voor bouwfouten van de opdrachtnemer. De meningen zijn behoorlijk verdeeld. Op één respondent na, hebben de rest van de respondenten verklaard dat ze meer informatieverplichtingen hebben wanneer ze met BIM werken. Het niet-nakomen van de informatieverplichtingen heeft echter geen verstrekkende juridische gevolgen voor de opdrachtnemer. De regels uit de algemene voorwaarden zijn het uitgangspunt, tenzij er contractueel afwijkende afspraken over de juridische gevolgen worden gemaakt. Het werken met BIM heeft wel invloed op de waarschuwingsplicht van de aannemer voor klaarblijkelijke fouten of gebreken op basis van de UAV 2012 en UAV-GC 2005. Meerdere auteurs zijn het erover eens dat door het werken met BIM de verplichting van de aannemer om te waarschuwen zal toenemen.287 Door middel van clash-detectie (technisch hulpmiddel dat
283
Zoals Van Gulijk in haar artikel aangeeft, Van Gulijk, TBR 2011/192. Zoals Van Gulijk in haar artikel aangeeft, Van Gulijk, TBR 2011/192. 285 Van de Koot 2012, p. 73. 286 Chao-Duivis, TBR 2009/44, p. 208, 209. 287 Chao-Duivis, TBR 2009/44, p. 207, 208; Van de Koot 2012, p. 70- 73; J. Henriquez, ‘BIM en de waarschuwingsplicht van de aannemer’, AKD blog, 20-1-2014, < http://blogs.akd.nl/2014/bim-en-de-waarschuwingsplicht-van-de-aannemer/>. 284
54
controleert of er ‘clashes’ zijn tussen de ontwerpen in het BIM) kunnen in een eerder stadium klaarblijkelijke fouten of gebreken onderkend worden en zal er sneller sprake zijn van het kunnen zien dan wel behoren te zien van fouten. De deskundigheid van de opdrachtnemer neemt toe met het gebruik van BIM, waardoor de opdrachtnemer makkelijker aan zijn waarschuwingsplicht kan voldoen. Wat betreft de aansprakelijkheid van de opdrachtnemers voor bouwfouten indien BIM van toepassing is, zijn er enerzijds opdrachtnemers die helemaal geen afwijkende afspraken hierover maken en de regels uit de algemene voorwaarden blijven hanteren, terwijl er anderzijds opdrachtnemers zijn die hier wel afwijkende afspraken over maken. Er kan dus niet worden geconcludeerd dat er altijd een verschuiving van aansprakelijkheid voor de opdrachtnemer plaatsvindt wanneer met BIM wordt gewerkt. Dat is per bouwproject verschillend. Chao-Duivis is van mening dat vragen als wie een fout heeft gemaakt en of deze persoon daarvoor aansprakelijk is en tot welke omvang, geen nieuwe vragen zijn indien met BIM wordt gewerkt. Volgens ChaoDuivis kan in BIM worden achterhaald wie welke fout heeft gemaakt, maar verandert BIM niets aan de aansprakelijkheid voor een fout.288 Dat betekent niet dat partijen hier geen afspraken over hoeven te maken. Het vastleggen van afspraken met betrekking tot BIM in een BIM-protocol is raadzaam volgens haar.289 Op de vraag of het met BIM makkelijker te bewijzen is wie wat fout heeft gedaan, kan ook geen één duidelijk antwoord op worden geven. Uit de literatuur volgt dat met BIM alle bouwactoren elke fase van het bouwproces nauwkeurig op de voet kunnen volgen en dat de informatie altijd actueel is. Zoals eerder gezegd, lijkt het mij dan ook makkelijker te achterhalen waar het fout is gegaan in het bouwproces. De meerderheid van de respondenten bevestigen dit ook en stellen dat dit zeker het geval is met BIM, terwijl een aantal respondenten juist beweren dat dit met BIM helemaal niet mogelijk is. Afhankelijk van in welke fasen BIM wordt toegepast, is het dus wel mogelijk om te achterhalen wie wat fout heeft gedaan in BIM. Het hele voortraject leidt tot de volgende conclusie. Het uitvoeren van een bouwcontract met behulp van BIM heeft niet voor alle opdrachtnemers invloed op de aansprakelijkheid voor bouwfouten. Er vindt niet voor alle opdrachtnemers een verschuiving van de aansprakelijkheid plaats voor bouwfouten. De kans op bouwfouten wordt wel significant verkleind met BIM. De opdrachtnemers krijgen ook meer informatieverplichtingen wanneer zij werken met BIM. De toepassing van BIM biedt echter (nog) geen voldoende basis voor het inbedden van informatieuitwisseling en interactieve communicatie tussen bouwactoren. Maar omdat in deze scriptie slechts een verkennend onderzoek is gedaan en het een hele kleine aantal interviews betreft, is de kans groot dat de resultaten uit de interviews niet representatief zijn voor de hele bouwbranche.
288 289
Zie hierover tevens Van de Koot 2012, p. 69. Chao-Duivis, TBR 2009/44, p. 207- 209.
55
Daar dienen meer interviews voor afgenomen te worden en meer specifieke vragen gesteld te worden. Uitgaande van de huidige wet- en regelgeving en de interviews ben ik van mening dat er de volgende lacunes zijn voor het werken met BIM:
De opdrachtgever en opdrachtnemer hebben enkel eenzijdige informatieverplichtingen op grond van de wet en de algemene voorwaarden.
De extra informatieverplichtingen die opdrachtnemers krijgen met BIM worden niet contractueel vastgelegd.
De aansprakelijkheidstelling voor bouwfouten is een ingewikkeld vraagstuk: in BIM kan worden nagegaan wie een bepaalde fout heeft gemaakt, maar is deze persoon dan ook aansprakelijk voor de schadelijke gevolgen die zijn ontstaan door deze fout.
Opdrachtgevers weten nog niet precies wat ze willen met BIM en blijven daardoor erg vaag in hun eis- en vraagstelling.290
Er is geen BIM-protocol dat geldt voor de verschillende contracttypen.
Er zijn geen toezicht- en handhavingregels voor de toepassing van BIM in diverse contracttypen.
6.2
Het werken met BIM is nog een te dure investering.
Er moet nog veel gedaan worden aan de implementatie van BIM in het bouwproces.
Aanbevelingen Afsluitend worden een aantal aanbevelingen gegeven over hoe het werken met BIM succesvol bewerkstelligd kan worden in het bouwproces.
Tweezijdige informatieverplichting: de opdrachtgever en opdrachtnemer hebben op basis
van
bestaande
wet- en
regelgeving
slechts
eenzijdige
informatie- en
medewerkingsverplichtingen. Om een interactieve uitwisseling van informatie en communicatie te realiseren in het bouwproces, zouden de opdrachtgever en opdrachtnemer een tweezijdige informatieverplichting moeten hebben. Om te beginnen zouden partijen de tweezijdige informatieverplichting in het bouwcontract of BIM290
Zo concludeert Van de Koot ook in zijn onderzoek, Van de Koot 2012, p. 73, 74.
56
protocol kunnen vastleggen en tegelijkertijd afspraken kunnen maken over de juridische gevolgen voor het niet-nakomen van deze verplichting. Wanneer de algemene voorwaarden worden aangepast, kan de tweezijdige informatieverplichting worden ondergebracht bij de huidige informatie- en medewerkingsverplichtingen van partijen. Niet-nakoming van de tweezijdige informatieplicht leidt dan tot een toerekenbare tekortkoming dat tot een schadevergoedingsverplichting kan leiden.291
Collectieve aansprakelijkheid: de bouwactoren hebben met BIM een gezamenlijk doel als team. Om het doel naar de wensen van de opdrachtgever te kunnen realiseren, is het nodig dat partijen integraal samenwerken. Zoals eerder gezegd is een geïntegreerd contract het meest geschikt voor het werken met BIM. Integraal samenwerken zou ook een collectieve aansprakelijkheid jegens de opdrachtgever moeten zijn waar iedereen zijn steentje bijdraagt. Iedere partij zou een basisbedrag moeten vergoeden. Een respondent betoogt dat zij niet de focus leggen op het ‘wijzen met de vinger’ wanneer er iets fout gaat, maar op hoe gezamenlijk het probleem opgelost en in de toekomst voorkomen kan worden. Maar omdat het met BIM traceerbaar is wie welk model heeft aangeleverd, gewijzigd of gecorrigeerd, zullen niet alle bouwactoren een voorstander zijn van collectieve aansprakelijkheid. Mijns inziens kunnen partijen overeenkomen dat iedere partij voor de werkzaamheden van zijn eigen discipline aansprakelijk is volgens de algemene voorwaarden, maar voor de werkzaamheden die gezamenlijk door de partijen zijn uitgevoerd, partijen collectief aansprakelijk zijn voor bouwfouten.292 De opdrachtgever kan één van de bouwactoren kiezen die de gehele schade moet vergoeden. Nadat alle schade is vergoed, kan de betreffende partij de andere partijen met wie is samengewerkt vorderen om bij te dragen aan het totale schadebedrag. Hoeveel iedere partij moet vergoeden, is afhankelijk van wat partijen in het contract hebben vastgelegd. Partijen kunnen afspreken dat iedere partij voor een gelijk bedrag aansprakelijk is of dat iedere partij aansprakelijk is naar rato van aandeel in de werkzaamheden van het BIMteam.293
Door de overheid opgelegd BIM-protocol: zoals is geconcludeert bestaat er een grote behoefte aan duidelijke afspraken omtrent BIM, zodat er één methodiek gehanteerd kan worden door partijen. Partijen hebben wel de vrijheid om zelf een BIM-protocol op te stellen, alleen die wijken dan weer van elkaar af. Een landelijk vastgelegd BIM-protocol
291 292 293
Zoals Van Gulijk ook in haar artikel heeft aangegeven, Van Gulijk, TBR 2011/192. Chao-Duivis/Wamelink 2013, p. 188. Zoals Chao-Duivis in haar artikel heeft aangegeven, Chao-Duivis, I.C.L.R. 2011, p. 269, 270.
57
die
partijen
op
aanbevelenswaardig.
de 294
overeenkomst De
van
toepassing
Rijksgebouwendienst
heeft
kunnen slechts
verklaren een
is
BIM-norm
voorgeschreven voor door de overheid gefinancierde bouwprojecten die werken met geïntegreerde contracten. De overheid zou voor bouwprojecten die niet door de overheid zijn gefinancierd een BIM-protocol kunnen voorschrijven dat als standaard geldt voor partijen. Nederland hoeft niet persé met een geheel nieuw BIM-protocol te komen. Zoals één van de respondenten het mooi heeft verwoord, moet Nederland minder zelf proberen het wiel uit te vinden en meer lenen van iets wat goed is en naar Nederlands context omzetten. In Engeland en in Amerika wordt al veel met BIM gewerkt en zijn er ook al meer afspraken over gemaakt. De Publicly Available Specification (PAS91:2013) in Engeland van de British Standards Institution295 en de standaard contracten van The American Insititute of Architects (AIA) kunnen als richtlijn dienen.296
Onafhankelijke coördinerende partij: wanneer een opdrachtgever een bouwproject wil uitvoeren met behulp van BIM, dan dient hij ervoor te zorgen dat de leiding of coördinatie van het BIM-team goed georganiseerd is. Indien dit niet het geval is, kunnen er bouwfouten of vertraging ontstaan. De opdrachtgever kan iemand uit het BIM-team als BIM-manager aanstellen die verantwoordelijk is voor de coördinatie van BIMgerelateerde werkzaamheden. Of de opdrachtgever kan een onafhankelijke partij inhuren die verantwoordelijk is voor de coördinatie van het BIM-proces.297 Volgens één van de respondenten werkt BIM alleen indien de regie door een onafhankelijke partij wordt uitgevoerd. Indien één van de hoofdaannemers (dus iemand uit het BIM-team) leidend is, dan zal het resultaat per definitie minder goed zijn.
Implementatie van BIM in het bouwproces: er moet nog veel gedaan worden aan de implementatie van BIM in het bouwproces. Zoals eerder vermeld is BIM niet eenvoudigweg een technisch middel aanschaffen, maar het is een proces dat je moet stimuleren door cultuur- en gedragsverandering. BIM doet niets voor jou. Het maken van duidelijke afspraken omtrent het werken met BIM is cruciaal. Afspraken over wat de specifieke verplichtingen en aansprakelijkheden zijn van de bouwactoren, wat de juridische gevolgen zijn bij niet-nakoming van de verplichtingen, over hoe informatie
294
Zie hierover tevens Van de Koot 2012, p. 75. De PAS91:2013 is te downloaden via http://shop.bsigroup.com/forms/PASs/PAS-91-2013/ 296 Zie AIA Document E203–2013, ‘Building Information Modeling and Digital Data Exhibit’, AIA Documents G201–2013, ‘Project Digital Data Protocol Form’ en G202–2013, ‘Project Building Information Modeling Protocol Form’ op de website van de AIA <www.aia.org/>. 297 Zie hierover tevens Van de Koot 2012, p. 67, 68.. 295
58
ingevoerd en uitgewisseld moet worden met BIM, over hoe partijen moeten communiceren met BIM en over hoe er toezicht en handhaving moet plaatsvinden op de toepassing van BIM. De wijze van werken en de contractmodellen moeten veranderen voor het succesvol kunnen werken met BIM. Bovendien moet het werken met BIM meer toegankelijk en betaalbaar worden gemaakt voor bedrijven. Een groot nadeel van BIM is dat er een forse investering nodig is. 298 Om deze reden kunnen veel bedrijven nog niet over gaan tot het werken met BIM, waardoor je ziet dat voornamelijk de “grote jongens” in de bouwbranche werken met BIM. Maar willen de “kleinere jongens” niet achterblijven, dan moeten zij ook (kunnen) overgaan tot BIM.
298
Zie paragraaf 2.4 over de nadelen van het werken met BIM in hoofdstuk 2.
59
BRONNENLIJST
Geraadpleegde literatuur ABN AMRO, Bouwend Nederland, Balance Result en USP, BIM biedt bouw business, onderzoek naar verdienkansen door BIM, november 2011 Asser/Van den Berg 7-VI 2013 C. Asser, M.A.M.C. van den Berg, Mr. C. Assers’s handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk Recht. 7. Bijzondere overeenkomsten. Deel VI. Aanneming van werk, Deventer: Kluwer 2013 Asser/Tjong Tjin Tai 7-VI 2009 C. Asser, E. Tjong Tjin Tai, Mr. C. Asser’s handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk Recht.
7.
Bijzondere
overeenkomsten.
Deel
IV.
Opdracht,
incl.
de
geneeskundige
behandelingsovereenkomst en de reisovereenkomst, Deventer: Kluwer 2009 Van der Beek, in: T&C Bouwrecht 2012 H.L. van der Beek, in: Tekst en Commentaar Bouwrecht, Deventer: Kluwer 2012 (ook online) Van den Berg e.a. 2010 M.A.M.C. van den Berg, A.G. Bregman, M.A.B. Chao-Duivis (red.), Bouwrecht in kort bestek, s’-Gravenhage: Instituut voor Bouwrecht 2010 Boot, TBR 2011/6 W.F. Boot, ‘Constructieve schade. Een analyse van oorzaken aan de hand van jurisprudentie’, Tijdschrift voor Bouwrecht 2011/6 Afstudeerscriptie A. Bosch, Beheren 2.0, beheren van bouwwerken met BIM, een onderzoek naar het informatiemanagement in de beheerfase en de mogelijke rol van BIM in de beheerfase bij organisaties in de publieke sector, Technische Universiteit Delft, januari 2014 Bouwman 2011 J.W. Bouwman, ‘BIM in het kort’, 2011 Chao-Duivis 2012 M.A.B. Chao-Duivis, Praktijkboek contracteren in de bouw, Den Haag: Instituut voor Bouwrecht 2012
60
Chao-Duivis, I.C.L R. 2011 M.A.B. Chao-Duivis, ‘Some legal aspects of BIM in establishing a collaborative relationship’, The International Construction Law Review 2011, p. 264 ‐ 274 Chao-Duivis, in: T&C Bouwrecht 2012 M.A.B. Chao-Duivis, in: Tekst en Commentaar Bouwrecht, Deventer: Kluwer 2012 (ook online) Chao-Duivis, TBR 2009/44 M.A.B. Chao-Duivis, ‘Juridische implicaties van het werken met BIM’, Tijdschrift voor Bouwrecht 2009/44 Chao-Duivis/Wamelink 2013 M.A. B. Chao-Duivis, J.W.F. Wamelink, Juridische aspecten van ketensamenwerking: Naar een multidisciplinaire samenwerking. Publicatie van de Vereniging voor Bouwrecht, nr. 41. Den haag: Instituut voor Bouwrecht 2013 CPI 2008 Centre for Process Innovation in building & construction (CPI), ‘Ik bim, jij bim-t, wij bim-men’, 2008 Fikkers e.a. 2012 H.J. Fikkers, L.R. Nieuwenhuizen, J.P.P Nijssen, H.A. Schaap, Op weg naar werken met BIM, Bouw Informatie Raad april 2012 Van Gulijk, TBR 2011/192 S. van Gulijk, ‘Over constructieve veiligheid en het belang van interactief communiceren in bouwnetwerken’, Tijdschrift voor Bouwrecht 2011/192. J. Henriquez, ‘BIM en de waarschuwingsplicht van de aannemer’, AKD blog, 20-1-2014, < http://blogs.akd.nl/2014/bim-en-de-waarschuwingsplicht-van-de-aannemer/> Jernigan 2007 F. Jernigan, Big BIM, Little BIM, Salsibury: 4 Site Press 2007 Kooring 2012 A. Kooring, BIM Projectmanagement: een leidraad voor ASD-BIMmers, De Twee Snoeken Automatisering B.V. 2011 Van de Koot 2012 Afstudeerscriptie W. van de Koot, De inbedding van Bouw Informatie Modellen (BIM) in Nederlandse Bouwcontracten, Open Universiteit Nederland, mart 2012 61
Mobach 2009 M. Mobach, Een organisatie van vlees en steen, Assen: Van Gorcum 2009 Afstudeerscriptie J.F. Post, Bigger BIM, onderzoek naar hoe het gedachtegoed van ketenintegratie en lean meer betekenis kan geven aan BIM als informatiedrager van het bouwproces, Technische Universiteit Delft, januari 2013 Smith & Tardif 2009 D. K. Smith and M. Tardif, Building Information Modeling, A Strategic Implementation Guide, New Jersey: John Wiley & Sons 2009 Straatman e.a. 2012 J. Straatman, W. Pel, H. Hendriks, Aan de slag met BIM, gewoon doen! Handreiking virtueel bouwen. Bouwrapport 144. Zoetermeer: Stichting Research Rationalisatie Bouw mei 2012 Underwood & Isikdag 2010 J. Underwood and U. Isikdag, Building Information Modeling and Construction Informatics, New York: Information Science Reference 2010 M.A. van Wijngaarden, M.A.B. Chao-Duivis, Verplichtingen van de adviseur. Aansprakelijkheid van de adviseur: beperkingen en uitsluitingen. Bevoegdheidsoverschrijding, deel 9 van de serie bouw- en aanbestedingsrecht, Zutpen: Paris 2011 M.A. van Wijngaarden, M.A.B. Chao-Duivis, Voorgeschreven ontwerp. Waarschuwingsplicht. Ontwerp afkomsting van aannemer, deel 14 van de serie bouw- en aanbestedingsrecht, Zutphen: Paris 2010
Jurisprudentie Hoge Raad Hoge Raad 24 februari 2012, NJ 2012, 144 Hoge Raad 8 september 2006, NJ 2006, 494 Hoge Raad 8 oktober 2004, NJ 2005, 52 Hoge Raad 5 januari 2001, NJ 2001, 79 Hoge Raad 18 september 1998, NJ 1998, 818 Hoge Raad 25 november 1994, NJ 1995, 154 Hoge Raad 25 maart 1966, NJ 1966, 279 Hoge Raad 15 november 1957, NJ 1958, 67 62
Gerechtshof Gerechtshof Amsterdam 10 september 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:2858 Gerechtshof Amsterdam 17 juli 2012, LJN BW 3757 Gerechtshof Arnhem 12 januari 2010, LJN BK930 Gerechtshof Arnhem 18 augustus 2009, LJN BK8649 Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 20 mei 2008, LJN BD5816
Rechtbank Rechtbank ’s-Gravenhage 11 juli 2012, LJN BX1942 Rechtbank Almelo 11 mei 2011, LJN BQ8180 Rechtbank Rotterdam 7 oktober 2009, LJN BL1592 Rechtbank Middelburg 28 maart 2007, LJN BA1997 Rechtbank Middelburg 26 juli 2006, LJN AY5819
Arbitrage-Instituut Bouwkunst AIBk 6 oktober 2004, nr. 1200-0328, BR 2006, p. 368
Commissie van Geschillen van Het Koninklijk Instituut van Ingenieurs CvG KIVI 20 juli 2000, nr. 416/377, BR 2001/47, p. 166 CvG KIVI 2 juni 2000, HBR deel 9, nr. 501
Raad van Arbitrage voor de Bouw Raad van Arbitrage 25 februari 2014, nr. 34.786 Raad van Arbitrage 28 juni 2013, nr. 34.227 Raad van Arbitrage 30 mei 2013, nr. 32.9924 Raad van Arbitrage 13 maart 2013, nr. 33.036 Raad van Arbitrage 6 juli 2012, nr. 71.665 Raad van Arbitrage 1 juli 2010, nr. 32.254 Raad van Arbitrage 20 mei 2010, nr. 30.443 Raad van Arbitrage 18 februari 2009, nr. 30.848 Raad van Arbitrage 18 september 2008, nr. 71.280 Raad van Arbitrage 17 augustus 2005, nr. 25.995 63
Raad van Arbitrage 26 augustus 2003, nr. 23.339 Raad van Arbitrage 11 januari 2001, nr. 22.764 Raad van Arbitrage 7 oktober 1983, nr. 11.380, BR 1984, p. 166 Raad van Arbitrage 4 januari 1983, BR 1993, p. 480 Raad van Arbitrage 10 november 1977, BR 1978, p. 72
BIM-Protocollen en BIM-norm BIM protocol Eigen Haard Model BIM Protocol 2.0 Rijksgebouwendienst BIM Norm v1.1
Geraadpleegde websites De BIM Specialist <www.debimspecialist.nl> De Bouw Informatie Raad <www.bouwinformatieraad.nl> De Rijksgebouwendienst <www.rgd.nl> Het Nationaal BIM-Platform <www.hetnationaalbimplatform.nl>
64
BIJLAGE 1: VRAGENLIJST INTERVIEW
65
In het kader van mijn afstudeerscriptie voor de Master Rechtsgeleerdheid aan Tilburg University doe ik een onderzoek naar “de invloed van het werken met BIM op de aansprakelijkheid van de opdrachtnemer bezien vanuit de informatieverplichtingen van de opdrachtgever en opdrachtnemer tijdens het bouwproces”. De interviews zullen worden gehouden met architecten en aannemers in Nederland die werken met BIM. Het interview bestaat uit 8 vragen, het invullen kost naar schatting 5 a 10 minuten. Alvast bedankt!
Naam geïnterviewde: Naam bedrijf:
1. Om welke redenen kiest u/uw bedrijf voor het werken met BIM?
2. Is er een standaard BIM-contract of worden afspraken omtrent BIM onderdeel van het standaardcontract?
3. Is de communicatie en informatieoverdracht volgens u tussen partijen beter indien wordt gewerkt met BIM? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
4. Hebt u meer verplichtingen (naast de verplichtingen die voortvloeien uit de wet en algemene voorwaarden) m.b.t. de informatievoorziening indien BIM van toepassing is op het bouwproces? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
66
5. Indien u uw informatieverplichtingen binnen het werken met BIM niet nakomt, wat zijn dan de juridische gevolgen hiervan (heeft de opdrachtgever dan bijv. recht op schadevergoeding, de overeenkomst te wijzigen of op te zeggen)?
6. Worden er afwijkende afspraken gemaakt tussen de opdrachtgever en u als opdrachtnemer m.b.t. de aansprakelijkheid voor de gevolgen van ontwerpfouten door de adviseur / uitvoeringsfouten door de aannemer indien wordt gewerkt met BIM? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
7. Is volgens u door het werken met BIM makkelijker te bewijzen wie wat fout heeft gedaan dan wanneer niet met BIM wordt gewerkt? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
8. Verkleint het werken met BIM volgens u de kans op het ontstaan van bouwfouten? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Hebt u nog andere opmerkingen of suggesties m.b.t. de communicatie/informatieoverdracht en aansprakelijkheid van opdrachtnemers voor bouwfouten indien wordt gewerkt met BIM?
67
BIJLAGE 2: INTERVIEW MET OPDRACHTNEMERS DIE WERKEN MET BIM IN DE ADVISEURSOVEREENKOMST
68
In het kader van mijn afstudeerscriptie voor de Master Rechtsgeleerdheid aan Tilburg University doe ik een onderzoek naar “de invloed van het werken met BIM op de aansprakelijkheid van de opdrachtnemer bezien vanuit de informatieverplichtingen van de opdrachtgever en opdrachtnemer tijdens het bouwproces”. De interviews zullen worden gehouden met architecten en aannemers in Nederland die werken met BIM. Het interview bestaat uit 8 vragen, het invullen kost naar schatting 5 a 10 minuten. Alvast bedankt!
Respondent 1
1. Om welke redenen kiest u/uw bedrijf voor het werken met BIM? Heel basaal creëert BIM waarde, waarde in de zin van oftewel een hogere kwaliteit voor dezelfde prijs of dezelfde kwaliteit voor een lagere prijs. Het ontwerp is van betere kwaliteit en is mooier. En BIM verhoogt de waarde van het gebruik en beheer van het gebouw.
2. Is er een standaard BIM-contract of worden afspraken omtrent BIM onderdeel van het standaardcontract? Wij nemen een bijlage in het contract op met BIM voorwaarden. Momenteel ben ik bezig met een BIM licentie-model.
3. Is de communicatie en informatieoverdracht volgens u tussen partijen beter indien wordt gewerkt met BIM? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Ja.
4. Hebt u meer verplichtingen (naast de verplichtingen die voortvloeien uit de wet en algemene voorwaarden) m.b.t. de informatievoorziening indien BIM van toepassing is op het bouwproces? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Nee, wij gaan uit van de (informatie)verplichtingen die zijn opgenomen in de DNR 2011.
69
5. Indien u uw informatieverplichtingen binnen het werken met BIM niet nakomt, wat zijn dan de juridische gevolgen hiervan (heeft de opdrachtgever dan bijv. recht op schadevergoeding, de overeenkomst te wijzigen of op te zeggen)? Dit heeft voor ons geen juridische gevolgen. Als wij onze informatieverplichtingen niet nakomen, gaat de opdrachtgever niet zodanig ver dat hij de overeenkomst zal opzeggen. De opdrachtgever zal de overeenkomst opzeggen als de opdrachtnemer inhoudelijk slecht werk heeft geleverd, bijvoorbeeld een slecht ontwerp heeft gemaakt.
6. Worden er afwijkende afspraken gemaakt tussen de opdrachtgever en u als opdrachtnemer m.b.t. de aansprakelijkheid voor de gevolgen van ontwerpfouten door de adviseur / uitvoeringsfouten door de aannemer indien wordt gewerkt met BIM? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Nee, wij maken daar geen aanvullende afspraken voor, omdat wij ervoor zorgen dat de verantwoordelijkheden
hetzelfde
blijven
als
bij
onze
normale
werkwijze.
De
aansprakelijkheidsregeling uit de DNR 2011 blijft gelden.
7. Is volgens u door het werken met BIM makkelijker te bewijzen wie wat fout heeft gedaan dan wanneer niet met BIM wordt gewerkt? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Nee, dat is niet in BIM te achterhalen.
8. Verkleint het werken met BIM volgens u de kans op het ontstaan van bouwfouten? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Ja, door het werken met BIM wordt de communicatie over de ontwerp intentie voor iedereen duidelijker, waardoor minder fouten worden gemaakt.
Hebt u nog andere opmerkingen of suggesties m.b.t. de communicatie/informatieoverdracht en aansprakelijkheid van opdrachtnemers voor bouwfouten indien wordt gewerkt met BIM
70
In het kader van mijn afstudeerscriptie voor de Master Rechtsgeleerdheid aan Tilburg University doe ik een onderzoek naar “de invloed van het werken met BIM op de aansprakelijkheid van de opdrachtnemer bezien vanuit de informatieverplichtingen van de opdrachtgever en opdrachtnemer tijdens het bouwproces”. De interviews zullen worden gehouden met architecten en aannemers in Nederland die werken met BIM. Het interview bestaat uit 8 vragen, het invullen kost naar schatting 5 a 10 minuten. Alvast bedankt!
Respondent 2
1. Om welke redenen kiest u/uw bedrijf voor het werken met BIM? We denken dat we met BIM sneller en efficiënter kunnen werken en ook meer geïntegreerd met andere bouwpartners.
2. Is er een standaard BIM-contract of worden afspraken omtrent BIM onderdeel van het standaardcontract? We werken met een standaard BIM-contract.
3. Is de communicatie en informatieoverdracht volgens u tussen partijen beter indien wordt gewerkt met BIM? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Door het werken met BIM is de communicatie beter dan vroeger.
4. Hebt u meer verplichtingen (naast de verplichtingen die voortvloeien uit de wet en algemene voorwaarden) m.b.t. de informatievoorziening indien BIM van toepassing is op het bouwproces? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Er zijn wel meer verplichtingen. Wij zijn verantwoordelijk voor het uiteindelijke 3Model. In het contract worden geen extra bepalingen met betrekking tot de informatieoverdracht opgenomen.
71
5. Indien u uw informatieverplichtingen binnen het werken met BIM niet nakomt, wat zijn dan de juridische gevolgen hiervan (heeft de opdrachtgever dan bijv. recht op schadevergoeding, de overeenkomst te wijzigen of op te zeggen)? De regels de DNR 2011 gelden.
6. Worden er afwijkende afspraken gemaakt tussen de opdrachtgever en u als opdrachtnemer m.b.t. de aansprakelijkheid voor de gevolgen van ontwerpfouten door de adviseur / uitvoeringsfouten door de aannemer indien wordt gewerkt met BIM? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
In principe werken we volgens de DNR 2011. Als we in een UAV-GC contract werken, rust er meer verantwoordelijkheid op ons en worden er meer afspraken gemaakt met de aannemer m.b.t. de uitvoering en wordt de aansprakelijkheid gedeeld met de aannemer. Het is namellijk zo dat je langer met elkaar samenwerkt en dat je meerdere projecten samen doet. Je hebt een andere verhouding tot de aannemer, je werkt meer samen met elkaar om problemen in het project samen op te lossen.
7. Is volgens u door het werken met BIM makkelijker te bewijzen wie wat fout heeft gedaan dan wanneer niet met BIM wordt gewerkt? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Nee, het is niet makkelijker te bewijzen. Iedereen heeft zijn eigen werk in het bouwproject. De constructeur heeft zijn constructie en wij hebben een bouwkundig ingenieur. Als het verkeerd loopt, los je de problemen samen op.
8. Verkleint het werken met BIM volgens u de kans op het ontstaan van bouwfouten? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Ja zeker, dan zit je al gauw op een 4 of 5.
Hebt u nog andere opmerkingen of suggesties m.b.t. de communicatie/informatieoverdracht en aansprakelijkheid van opdrachtnemers voor bouwfouten indien wordt gewerkt met BIM?
72
In het kader van mijn afstudeerscriptie voor de Master Rechtsgeleerdheid aan Tilburg University doe ik een onderzoek naar “de invloed van het werken met BIM op de aansprakelijkheid van de opdrachtnemer bezien vanuit de informatieverplichtingen van de opdrachtgever en opdrachtnemer tijdens het bouwproces”. De interviews zullen worden gehouden met architecten en aannemers in Nederland die werken met BIM. Het interview bestaat uit 8 vragen, het invullen kost naar schatting 5 a 10 minuten. Alvast bedankt!
Respondent 3
1. Om welke redenen kiest u/uw bedrijf voor het werken met BIM? Om een betere integrale samenwerking met andere partijen te krijgen (voorkomen van onder andere
faalkosten
en
betere
visualisatie
voor
de
opdrachtgever).
(Zie
http://www.roosros.nl/werkwijze/bim )
2. Is er een standaard BIM-contract of worden afspraken omtrent BIM onderdeel van het standaardcontract? Ja we hebben een standaard BIM-protocol opgesteld welke onderdeel is van het contract.
3. Is de communicatie en informatieoverdracht volgens u tussen partijen beter indien wordt gewerkt met BIM? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Echter de partijen die BIMMEN moeten wel communiceren en niet alleen maar modellen uitwisselen.
4. Hebt u meer verplichtingen (naast de verplichtingen die voortvloeien uit de wet en algemene voorwaarden) m.b.t. de informatievoorziening indien BIM van toepassing is op het bouwproces? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Model wordt verstrekt dus alle informatie die er in staat, moet kloppen. Bij het verstrekken van hard copy is dit gemakkelijker.
73
5. Indien u uw informatieverplichtingen binnen het werken met BIM niet nakomt, wat zijn dan de juridische gevolgen hiervan (heeft de opdrachtgever dan bijv. recht op schadevergoeding, de overeenkomst te wijzigen of op te zeggen)? Belangrijk is wat aan de voorkant is afgesproken en in het BIM-protocol is vastgelegd. Die afspraken zullen moeten worden nagekomen. Als is afgesproken dat BIM gebruikt moet worden voor calculatie dan zullen er extra gegevens in het model gestopt moeten worden.
6. Worden er afwijkende afspraken gemaakt tussen de opdrachtgever en u als opdrachtnemer m.b.t. de aansprakelijkheid voor de gevolgen van ontwerpfouten door de adviseur / uitvoeringsfouten door de aannemer indien wordt gewerkt met BIM? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Soms, de basis is de DNR. Afwijkingen worden in de overeenkomst vastgelegd.
7. Is volgens u door het werken met BIM makkelijker te bewijzen wie wat fout heeft gedaan dan wanneer niet met BIM wordt gewerkt? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Het is niet gemakkelijker. Het blijft samenwerken en als bureau is de afspraak dat we niet in een model werken maar met een aspectmodel dat wordt gelinkt.
8. Verkleint het werken met BIM volgens u de kans op het ontstaan van bouwfouten? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
6
Hebt u nog andere opmerkingen of suggesties m.b.t. de communicatie/informatieoverdracht en aansprakelijkheid van opdrachtnemers voor bouwfouten indien wordt gewerkt met BIM? Een landelijk vastgesteld BIM-protocol zou wenselijk zijn, nu heeft elke partijn zijn eigen protocol opgesteld die op aantal punten weer afwijkt.
74
BIJLAGE 3: INTERVIEW MET OPDRACHTNEMERS DIE WEKREN MET BIM IN DE AANNEMINGSOVEREENKOMST
75
In het kader van mijn afstudeerscriptie voor de Master Rechtsgeleerdheid aan Tilburg University doe ik een onderzoek naar “de invloed van het werken met BIM op de aansprakelijkheid van de opdrachtnemer bezien vanuit de informatieverplichtingen van de opdrachtgever en opdrachtnemer tijdens het bouwproces”. De interviews zullen worden gehouden met architecten en aannemers in Nederland die werken met BIM. Het interview bestaat uit 8 vragen, het invullen kost naar schatting 5 a 10 minuten. Alvast bedankt!
Respondent 1
1. Om welke redenen kiest u/uw bedrijf voor het werken met BIM? Een goede toepassing van BIM zorgt voor procesoptimalisatie gedurende de gehele levenscyclus van een bouwwerk (initiatief t/m renovatie / sloop). Er is betere / betrouwbaardere informatie beschikbaar (mits gevalideerd). Hierdoor zijn bouwwerken in een korter tijdsbestek, tegen een lagere kostprijs met betere kwaliteiten te realiseren. Wij maken onderdeel uit van Volkerwessels. Vanuit het overkoepelend orgaan is het werken met BIM verplicht gesteld.
2. Is er een standaard BIM-contract of worden afspraken omtrent BIM onderdeel van het standaardcontract? Vanuit Volkerwessels zijn standaard samenwerkingsvoorwaarden omtrent BIM. BIM bestaat al heel lang maar vindt nu pas zijn “echte” intrede. Gestandaardiseerde contracten zoals die in Amerika door de AIA (zie http://www.aia.org/) zijn opgesteld zijn echter nog niet aanwezig.
3. Is de communicatie en informatieoverdracht volgens u tussen partijen beter indien wordt gewerkt met BIM? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Wanneer elke partij begrijpt wat hij / zij doet is dit volledig juist. Echter zitten we nu in een fase waarin steeds meer partijen met BIM gaan werken. Het maken van afspraken, het handhaven van deze afspraken en het controleren of iedereen zich aan de afspraak houdt is op dit moment echt een must. Veel partijen weten nog niet hoe zij de correcte informatie in een model moeten stoppen. Of vanuit de programmatuur gaat het automatisch niet correct. Veel
76
factoren die de juistheid van informatie bepalen. Wat betreft de communicatie is er betere informatie beschikbaar, maar het blijft altijd aan de partij dat deze correct wordt gecommuniceerd. Ook hier zijn afspraken erg belangrijk. Wel zijn problemen beter te visualiseren dus in basis zou de communicatie beter kunnen gebeuren, maar staat bij kennis en kunde van betreffende partij.
4. Hebt u meer verplichtingen (naast de verplichtingen die voortvloeien uit de wet en algemene voorwaarden) m.b.t. de informatievoorziening indien BIM van toepassing is op het bouwproces? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
5. Indien u uw informatieverplichtingen binnen het werken met BIM niet nakomt, wat zijn dan de juridische gevolgen hiervan (heeft de opdrachtgever dan bijv. recht op schadevergoeding, de overeenkomst te wijzigen of op te zeggen)? Wanneer er contractueel afspraken zijn gemaakt aangaande eventuele schadevergoeding, tussentijdse opzegging en dergelijke wel. Met BIM gaat het om een gezamenlijk doel van een team. Integraal samenwerken zou dus ook een gedeelde verantwoordelijkheid moeten zijn waar iedereen zijn steentje bijdraagt. Er zou een basis vergoeding voor elke partij moeten zijn en een bonus wanneer een partij goed presteert. Wanneer een partij zich niet aan zijn verplichtingen houdt (contractueel vastgelegd) kunnen kosten verhaald worden op de betreffende partij, of afscheid genomen wanneer dit wenselijk is.
6. Worden er afwijkende afspraken gemaakt tussen de opdrachtgever en u als opdrachtnemer m.b.t. de aansprakelijkheid voor de gevolgen van ontwerpfouten door de adviseur / uitvoeringsfouten door de aannemer indien wordt gewerkt met BIM? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Is afhankelijk van contract type (IPD, design-build, aanbesteding).
77
7. Is volgens u door het werken met BIM makkelijker te bewijzen wie wat fout heeft gedaan dan wanneer niet met BIM wordt gewerkt? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
BIM maakt het proces transparant en hierdoor zijn fouten eerder bekend, maar is ook aan te wijzen wiens verantwoordelijkheid het is.
8. Verkleint het werken met BIM volgens u de kans op het ontstaan van bouwfouten? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Mits er deskundige partijen betrokken zijn.
Hebt u nog andere opmerkingen of suggesties m.b.t. de communicatie/informatieoverdracht en aansprakelijkheid van opdrachtnemers voor bouwfouten indien wordt gewerkt met BIM? Gedeelde verantwoordelijkheid binnen projectteam. Beloningssysteem inbouwen bij “goed gedrag / goede prestatie”. Zorgvuldige analyse van de modellen.
78
In het kader van mijn afstudeerscriptie voor de Master Rechtsgeleerdheid aan Tilburg University doe ik een onderzoek naar “de invloed van het werken met BIM op de aansprakelijkheid van de opdrachtnemer bezien vanuit de informatieverplichtingen van de opdrachtgever en opdrachtnemer tijdens het bouwproces”. De interviews zullen worden gehouden met architecten en aannemers in Nederland die werken met BIM. Het interview bestaat uit 8 vragen, het invullen kost naar schatting 5 a 10 minuten. Alvast bedankt!
Respondent 2
1. Om welke redenen kiest u/uw bedrijf voor het werken met BIM? Betere afstemming van diverse onderdelen in de voorbereidingsfase teneinde de uitvoeringsfase zo gestroomlijnd mogelijk te laten verlopen.
2. Is er een standaard BIM-contract of worden afspraken omtrent BIM onderdeel van het standaardcontract? Wij hebben een samenwerkingsverband met 13 partners (onderaannemers). Deze groep werkt gezamenlijk altijd alle projecten uit die wij met een BIM (volgens onze ICB methodiek) uitwerken. Daarvoor is een raamovereenkomst gesloten met deze partners; die er kortweg voor zorgt dat de partner altijd het werk krijgt, maar wel geacht wordt een marktconforme prijs te hanteren.
3. Is de communicatie en informatieoverdracht volgens u tussen partijen beter indien wordt gewerkt met BIM? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Juist, maar het hele BIG BIM concept staat of valt met de input van de deelnemers. Rubbish in = Rubbish out. De communicatie en afstemming rondom het BIM is cruciaal.
4. Hebt u meer verplichtingen (naast de verplichtingen die voortvloeien uit de wet en algemene voorwaarden) m.b.t. de informatievoorziening indien BIM van toepassing is op het bouwproces? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist) 79
Wij als hoofdaannemer blijven eindverantwoordelijk. Door middel van de taakverdeling met een BIM verspreiden we de verantwoordelijkheden ook naar de partners. De partners worden veel meer betrokken bij het uitwerken.
5. Indien u uw informatieverplichtingen binnen het werken met BIM niet nakomt, wat zijn dan de juridische gevolgen hiervan (heeft de opdrachtgever dan bijv. recht op schadevergoeding, de overeenkomst te wijzigen of op te zeggen)? Veelal weten opdrachtgevers nog niet precies wat ze met een BIM willen. Wij merken dat opdrachtgevers nu meer moeite gaan doen om zich te verdiepen in BIM en aansluiting zoeken bij de al BIMmende partijen. Tot nu toe hebben we alleen binnen ons ICB systeem met de partners ‘last’ van (ver)late leveringen van deelmodellen. De opdrachtgever ondervindt hier geen hinder van.
6. Worden er afwijkende afspraken gemaakt tussen de opdrachtgever en u als opdrachtnemer m.b.t. de aansprakelijkheid voor de gevolgen van ontwerpfouten door de adviseur / uitvoeringsfouten door de aannemer indien wordt gewerkt met BIM? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Nee, niet anders dan standaard in een traditioneel proces wordt afgesproken. Er wordt wel opgemerkt (ook door de opdrachtgever) dat het uitwerken met een BIM een positief effect heeft op het aantal knelpunten tijdens het bouwproces.
7. Is volgens u door het werken met BIM makkelijker te bewijzen wie wat fout heeft gedaan dan wanneer niet met BIM wordt gewerkt? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Door het uitpluizen van de deelmodellen kan er inderdaad goed worden nagegaan waar de fout zit. Alleen leggen wij niet de focus op het ‘wijzen met de vinger’, maar op hoe kunnen we dit gezamenlijk oplossen en in de toekomst voorkomen.
80
8. Verkleint het werken met BIM volgens u de kans op het ontstaan van bouwfouten? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Ja, zeker. Op het moment is 95% van de bouwfouten te voorkomen met het uitwerken in een BIM. Maar je werkt wel met mensen, dus als er bijvoorbeeld tijdens de productie van een onderdeel in de fabriek iets verkeerd gaat, dan kan het wel goed in het model staan, maar is het toch verkeerd op de bouwplaats. Dit wordt steeds meer voorkomen door het koppelen van het BIM systeem aan de productie.
Hebt u nog andere opmerkingen of suggesties m.b.t. de communicatie/informatieoverdracht en aansprakelijkheid van opdrachtnemers voor bouwfouten indien wordt gewerkt met BIM? De communicatie rondom een BIM is essentieel. Een BIM is maar een stukje gereedschap in die zin. Wij zijn nog zoekende naar de ideale manier van communicatie en vastlegging van afspraken rondom een BIM.
81
In het kader van mijn afstudeerscriptie voor de Master Rechtsgeleerdheid aan Tilburg University doe ik een onderzoek naar “de invloed van het werken met BIM op de aansprakelijkheid van de opdrachtnemer bezien vanuit de informatieverplichtingen van de opdrachtgever en opdrachtnemer tijdens het bouwproces”. De interviews zullen worden gehouden met architecten en aannemers in Nederland die werken met BIM. Het interview bestaat uit 8 vragen, het invullen kost naar schatting 5 a 10 minuten. Alvast bedankt!
Respondent 3
1. Om welke redenen kiest u/uw bedrijf voor het werken met BIM? 1. Creëren van inzicht in de constructie 2. Faalkostenreductie 3. Eis vanuit de opdrachtgever
2. Is er een standaard BIM-contract of worden afspraken omtrent BIM onderdeel van het standaardcontract? Er is geen standaard BIM-contract. Wij stellen per project een BIM-protocol op, met daarin de eisen waaraan onderaannemers moeten voldoen bij het aanleveren van modellen.
3. Is de communicatie en informatieoverdracht volgens u tussen partijen beter indien wordt gewerkt met BIM? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
4. Hebt u meer verplichtingen (naast de verplichtingen die voortvloeien uit de wet en algemene voorwaarden) m.b.t. de informatievoorziening indien BIM van toepassing is op het bouwproces? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
82
5. Indien u uw informatieverplichtingen binnen het werken met BIM niet nakomt, wat zijn dan de juridische gevolgen hiervan (heeft de opdrachtgever dan bijv. recht op schadevergoeding, de overeenkomst te wijzigen of op te zeggen)? Tot nu toe zijn opdrachtgevers erg vaag in de eisen ten aanzien van BIM. De vraagstelling laat zeer veel ruimte voor eigen interpretatie. Als er al sprake is van juridische gevolgen kan ik me voorstellen dat er een discussie komt over waar een BIM aan moet voldoen.
6. Worden er afwijkende afspraken gemaakt tussen de opdrachtgever en u als opdrachtnemer m.b.t. de aansprakelijkheid voor de gevolgen van ontwerpfouten door de adviseur / uitvoeringsfouten door de aannemer indien wordt gewerkt met BIM? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
7. Is volgens u door het werken met BIM makkelijker te bewijzen wie wat fout heeft gedaan dan wanneer niet met BIM wordt gewerkt? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
8. Verkleint het werken met BIM volgens u de kans op het ontstaan van bouwfouten? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Hebt u nog andere opmerkingen of suggesties m.b.t. de communicatie/informatieoverdracht en aansprakelijkheid van opdrachtnemers voor bouwfouten indien wordt gewerkt met BIM? Momenteel wordt BIM teveel gezien als doel in plaats van als middel. Hierdoor komt de toepassing van BIM teveel buiten het totale proces geplaatst. In mijn beleving moet BIM meer geïntegreerd worden in het totale proces. Als het goed is wordt er over 5 jaar niet meer over BIM gesproken.
83
BIJLAGE 4: INTERVIEW MET OPDRACHTNEMERS DIE WERKEN MET BIM IN DE GEÏNTEGREERDE OVEREENKOMST
84
In het kader van mijn afstudeerscriptie voor de Master Rechtsgeleerdheid aan Tilburg University doe ik een onderzoek naar “de invloed van het werken met BIM op de aansprakelijkheid van de opdrachtnemer bezien vanuit de informatieverplichtingen van de opdrachtgever en opdrachtnemer tijdens het bouwproces”. De interviews zullen worden gehouden met architecten en aannemers in Nederland die werken met BIM. Het interview bestaat uit 8 vragen, het invullen kost naar schatting 5 a 10 minuten. Alvast bedankt!
Respondent 1
1. Om welke redenen kiest u/uw bedrijf voor het werken met BIM? Bedrijfsdoelstellingen, reduceren faalen, daarmee verbeteren winst.
2. Is er een standaard BIM-contract of worden afspraken omtrent BIM onderdeel van het standaardcontract? Wij gebruiken een standaard BIM-plan van aanpak/projectplan, waarin staat wat wij van alle partners verwachten over hoe het gebruik van software, coördinaten et cetera moet zijn. Aan de ene kant worden er technische zaken en aan de andere kant zaken over de informatieuitwisseling in het BIM-plan van aanpak geregeld, wat alle ketenpartners wordt opgelegd.
3. Is de communicatie en informatieoverdracht volgens u tussen partijen beter indien wordt gewerkt met BIM? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Er moet nog steeds veel gedaan worden aan de implementatie van BIM in het bouwproces. BIM doet niks voor jou, het is een proces en dat moet je stimuleren door cultuur- en gedragsverandering. Techniek is wel het hart van BIM waar informatie aan wordt geplakt, maar daar omheen staat een hele grote cirkel met proces, cultuur, en gedrag wat een veel grotere invloed heeft dan het stukje techniek. De techniek kan je kopen en verbeteren, maar cultuur en gedrag zijn voorwaardelijk voor het succes van BIM.
85
4. Hebt u meer verplichtingen (naast de verplichtingen die voortvloeien uit de wet en algemene voorwaarden) m.b.t. de informatievoorziening indien BIM van toepassing is op het bouwproces? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Met de aannemende partijen leggen wij procesafspraken vast die in het BIM-projectplan weer met elkaar zijn vastgelegd. De aannemende partijen moeten zich daaraan conformeren omdat ze met ons project kwaliteits- en managementsplan werken. Daarnaast zie je vanuit de Rijkswaterstaat een nieuwe beweging ontstaan vanuit de BIM-kant, namelijk het Informatie Leverings Specificatie (ILS). Het doel van de Rijkswaterstaat is dat wij op vaste tijdstippen informatie uitleveren naar hen, zodat zij op elk tijdstip kunnen zien wat wij aan het doen zijn. ILS is een groot contactueel document dat wordt gebruikt in alle grote infrastructuele projecten van de Rijkwaterstaat, zoals A1/A6-traject, Schiphol-Amsterdam-Almere (SAA), en A9-traject, SAA Gaasperdammerweg.
5. Indien u uw informatieverplichtingen binnen het werken met BIM niet nakomt, wat zijn dan de juridische gevolgen hiervan (heeft de opdrachtgever dan bijv. recht op schadevergoeding, de overeenkomst te wijzigen of op te zeggen)? Er wordt verlangd dat wij steeds meer in control zijn over risicomanagement, document- en procesbeheersing et cetera. Bij niet-nakoming hangen er boeteclausules aan. Denk aan een systeem van gele en rode kaarten: bij 1 gele kaart wordt je gewaarschuwd en moet je je zaken in orde krijgen, bij 2 gele kaarten volgt een rode kaart en kom je in de boetesfeer. In het aller ergste geval kan het leiden tot ontbinding van het contract.
6. Worden er afwijkende afspraken gemaakt tussen de opdrachtgever en u als opdrachtnemer m.b.t. de aansprakelijkheid voor de gevolgen van ontwerpfouten door de adviseur / uitvoeringsfouten door de aannemer indien wordt gewerkt met BIM? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Dat is nu nog niet het geval, maar dat gaat wel zeker komen.
86
7. Is volgens u door het werken met BIM makkelijker te bewijzen wie wat fout heeft gedaan dan wanneer niet met BIM wordt gewerkt? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Deels wel, we weten wie welke modellen aanlevert. We leggen vast wat er gedaan wordt met een constatering daarin en dat moet procesmatig, naar risico’s en eisen, afgehandeld worden. Dus het is navolgbaar wie waar welke keuzes heeft gemaakt. De traceerbaarheid neemt toe.
8. Verkleint het werken met BIM volgens u de kans op het ontstaan van bouwfouten? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Hebt u nog andere opmerkingen of suggesties m.b.t. de communicatie/informatieoverdracht en aansprakelijkheid van opdrachtnemers voor bouwfouten indien wordt gewerkt met BIM? In Engeland wordt al veel met BIM gewerkt en zijn er ook meer afspraken over. Er zijn twee contextverschillen. In Nederland wordt er veel gedaan vanuit eigen business-drive om falen te voorkomen en winstgevendheid te vergroten. In Engeland is het werken met BIM ontstaan vanuit het perspectief van de opdrachtgever, omdat zij continu 15 tot 20% faalkosten moesten betalen. De opdrachtgever is veel aan de opdrachtnemer gaan opleggen. Als de opdrachtgever een goed product wilt hebben dan moet de aannemer dat voor hem realiseren, maar dan moet het proces tot dat product en de overdracht van dat product worden gefaciliteerd. De opdrachtgever heeft afspraken gemaakt die door de hele keten worden meegenomen. Die afspraken worden beschreven in de PAS91 (Brits standaard). Nederland moet minder “het wiel zelf uit vinden” en meer lenen van iets wat goed is en naar Nederlandse context omzetten.
87
In het kader van mijn afstudeerscriptie voor de Master Rechtsgeleerdheid aan Tilburg University doe ik een onderzoek naar “de invloed van het werken met BIM op de aansprakelijkheid van de opdrachtnemer bezien vanuit de informatieverplichtingen van de opdrachtgever en opdrachtnemer tijdens het bouwproces”. De interviews zullen worden gehouden met architecten en aannemers in Nederland die werken met BIM. Het interview bestaat uit 8 vragen, het invullen kost naar schatting 5 a 10 minuten. Alvast bedankt!
Respondent 2
1. Om welke redenen kiest u/uw bedrijf voor het werken met BIM? Leveren van betere producten voor minder geld.
2. Is er een standaard BIM-contract of worden afspraken omtrent BIM onderdeel van het standaardcontract? Verschilt per geval. Zijn geen richtlijnen voor die bijvoorbeeld door de overheid zijn opgelegd, zoals in het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, Finland of Singapore,
3. Is de communicatie en informatieoverdracht volgens u tussen partijen beter indien wordt gewerkt met BIM? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
4. Hebt u meer verplichtingen (naast de verplichtingen die voortvloeien uit de wet en algemene voorwaarden) m.b.t. de informatievoorziening indien BIM van toepassing is op het bouwproces? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
0 en 5: Aan de ene kant wel maar aan de achterkant enorme vermindering van verplichtingen. Een hoop werk wordt veel vroeger in het proces gedaan wat weer besparingen in personeel tijdens productie / beheer fasen tot gevolg heeft (30 tot 40%) en faalkosten terugbrengt tot onder de 2% (normaal 12 tot 15%).
88
5. Indien u uw informatieverplichtingen binnen het werken met BIM niet nakomt, wat zijn dan de juridische gevolgen hiervan (heeft de opdrachtgever dan bijv. recht op schadevergoeding, de overeenkomst te wijzigen of op te zeggen)? Verschilt per project. Soms dichtgetimmerd, vaak helemaal niet. Dit komt omdat het gros van de opdrachtgevers nog in de ‘oude’ stijl aanbesteedt (goedkoopste) en BIM niet als voorwaarde stelt. De opdrachtgevers die het wel snappen zorgen dat zij “leading” zijn in de procesvoering waardoor gebruik van BIM in alle fasen tot gevolg heeft dat verzamelde gegevens direct bruikbaar zijn in de beheerfase en daar zo’n 20 tot 30% besparing op de exploitatie per jaar opleveren. BIM alleen in de ontwerpfase levert geen schokkende efficiency verbeteringen en kostenbesparingen op.
6. Worden er afwijkende afspraken gemaakt tussen de opdrachtgever en u als opdrachtnemer m.b.t. de aansprakelijkheid voor de gevolgen van ontwerpfouten door de adviseur / uitvoeringsfouten door de aannemer indien wordt gewerkt met BIM? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Als BIM op professionele wijze wordt toegepast in de ontwerpfase zijn er geen ontwerpfouten. Tenzij bijvoorbeeld een architect een deur naar een scanbunker in een ziekenhuis te smal ontwerpt, en het scanner apparatuur niet naar binnen kan worden gebracht. (is echt gebeurd bij bouw Deventer ziekenhuis). Een slimme opdrachtgever huurt een onafhankelijke partij in (zoals HFB Rotterdam) voor quality control & assurance aangaande het model, en dit uiteindelijk zo aan te leveren zoals het gebouwd gaat worden.
7. Is volgens u door het werken met BIM makkelijker te bewijzen wie wat fout heeft gedaan dan wanneer niet met BIM wordt gewerkt? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Hangt helemaal af of BIM in alle procesfasen wordt gebruikt of niet.
89
8. Verkleint het werken met BIM volgens u de kans op het ontstaan van bouwfouten? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Indien goed uitgevoerd wel (5) – echter men ziet nog vaak dat veel proces-actoren allemaal een eigen interpretatie hebben van wat BIM nu is, dan wel alleen inzetten op deelgebieden die hen geld opleveren. Dit werkt zeer nadelig op het overall proces.
Hebt u nog andere opmerkingen of suggesties m.b.t. de communicatie/informatieoverdracht en aansprakelijkheid van opdrachtnemers voor bouwfouten indien wordt gewerkt met BIM? BIM werkt alleen indien de regie door een onafhankelijke partij gevoerd wordt. Is een van de hoofdaannemers leidend dan zal het resultaat per definitie minder goed zijn.
90
In het kader van mijn afstudeerscriptie voor de Master Rechtsgeleerdheid aan Tilburg University doe ik een onderzoek naar “de invloed van het werken met BIM op de aansprakelijkheid van de opdrachtnemer bezien vanuit de informatieverplichtingen van de opdrachtgever en opdrachtnemer tijdens het bouwproces”. De interviews zullen worden gehouden met architecten en aannemers in Nederland die werken met BIM. Het interview bestaat uit 8 vragen, het invullen kost naar schatting 5 a 10 minuten. Alvast bedankt!
Respondent 3
1. Om welke redenen kiest u/uw bedrijf voor het werken met BIM? We geloven in integrale samenwerking om efficiëntie te behalen en om uiteindelijk een slimmer bouwproces te krijgen en bouwfouten te verminderen.
2. Is er een standaard BIM-contract of worden afspraken omtrent BIM onderdeel van het standaardcontract? BIM staat nog in een nieuw jasje, maar als het wat concreter wordt, zijn wij er zeker voorstander van om in BIM-protocollen te beschrijven wat de standaard is. We proberen ook zo veel mogelijk te conformeren naar standaarden in de markt. Daar zijn ze nog niet helemaal over uit, maar er zijn meer partijen die de hoofden bij elkaar te steken om steeds meer tot een standaard te komen. En BIM-protocollen helpen daarbij om een BIM-protocol op te stellen richting verschillende partijen om één methodiek te hanteren. En het verschilt of je in Nederland of in het buitenland zit, dat is al een wereld van verschil. BIM-protocollen kunnen daarbij helpen omdat het soms complex is omdat je te maken hebt met specifieke bedrijfsinformatie die soms voor bedrijven uniek is en daar moet je aan conformeren.
3. Is de communicatie en informatieoverdracht volgens u tussen partijen beter indien wordt gewerkt met BIM? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Ja, alleen BIM betekent ook vaak een andere manier van samenwerken en dat de communicatie eerder anders is. De engineer, de calculator en de constructeur hebben met BIM een handvat om met BIM elkaars taal te leren spreken, dat verbetert de communicatie omdat
91
ze meer inzicht krijgen in elkaars wereld. Met BIM kun je al in een vroeg stadium makkelijker beginnen met je taken. De architect is aan het ontwerpen maar tegelijkertijd kan de constructeur zeggen dat in dezelfde tekening die éné kolom zo dik moet zijn. Afhankelijk van welke ICT je gebruikt, kan je met BIM een aanzienlijke versnelling betekenen in de rekenwerkzaamheden. Constructiewerkzaamheden zijn moeilijk om door te rekenen, maar in BIM heb je daar tools voor waardoor je sneller kunt werken en weer kunt terugcommuniceren in je BIM-model. Je kunt beter met elkaar samenwerken, maar je loopt soms tegen de grens aan van wat technisch haalbaar is. Dat lijkt moeilijk, maar het lijkt wel dat BIM de weg is die we zullen innemen in de toekomst. Je gaat BIMmen of je kunt niet meer het tempo bijbenen van de grotere bedrijven. Het wordt lastiger om een gebouw te realiseren in de prijs en kwaliteit die een partij aanbiedt die wel BIMt of je zult in een ander bouwsegment belanden. Bouwsegment van kleinere gebouwen. Maar grote aannemers bouwen utiliteitsgebouwen en grote gebouwen met technische installatie wat ook nog in een bepaald tempo af moet.
4. Hebt u meer verplichtingen (naast de verplichtingen die voortvloeien uit de wet en algemene voorwaarden) m.b.t. de informatievoorziening indien BIM van toepassing is op het bouwproces? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Ja, maar het hangt ervan af wat er in het UAV-GC contract staat, en vaak zijn dat vraagspecificaties/eisen waaraan het gebouw moet voldoen. Daar wil je aan voldoen en dat moet je kunnen aantonen. Dus als je heel veel eisen hebt, moet je aan heel veel verificatie kunnen voldoen. Het is ook een kwestie van hoe “smart” de eisen zijn. Als de eisen smart zijn, kun je met minder eisen aantonen dat je voldoet aan de vraagspecificatie. In het traditionele proces, moest je je ook verantwoorden aan de opdrachtgever, maar daar was het minder transparant. Wie krijgt de opdracht en wat moet je aantonen? Terwijl je met BIM dat helemaal kunt uitspecificiëren en degene die het meest aan die eisen tegemoet kan komen, heeft het beste BIM-model. Met BIM kan eerder tegemoet worden gekomen aan de informatie waaraan het gebouw moet voldoen volgens de opdrachtgever.
5. Indien u uw informatieverplichtingen binnen het werken met BIM niet nakomt, wat zijn dan de juridische gevolgen hiervan (heeft de opdrachtgever dan bijv. recht op schadevergoeding, de overeenkomst te wijzigen of op te zeggen)? Juridisch gezien is het lastig te zeggen wie de aansprakelijke partij is, daar moet je dan een 92
onderzoek naar starten. Factoren als complexiteit van BIM, software waarmee is gewerkt of de grote hoeveelheid van partijen waarmee is samengewerkt spelen daarbij een rol.
6. Worden er afwijkende afspraken gemaakt tussen de opdrachtgever en u als opdrachtnemer m.b.t. de aansprakelijkheid voor de gevolgen van ontwerpfouten door de adviseur / uitvoeringsfouten door de aannemer indien wordt gewerkt met BIM? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
7. Is volgens u door het werken met BIM makkelijker te bewijzen wie wat fout heeft gedaan dan wanneer niet met BIM wordt gewerkt? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Met BIM is dat juist makkelijk te bewijzen, omdat je met BIM vastlegt wat de BIM-structuur is en wie wat doet in zo’n BIM-proces. Uiteindelijk is het idee van BIM dat je vastlegt welke processen er zijn in zo’n BIM-structuur en welke personen verantwoordelijk zijn voor bepaalde processen. Vanuit een juridisch kader is het lastig, maar vanuit een technisch kader is het heel logisch. De doelen die je nastreeft zijn namelijk anders. Vanuit een technisch kader probeer je een bouwwerk te realiseren, terwijl je vanuit een juridisch kader probeert te achterhalen wie wat heeft gedaan en uiteindelijk voor de schade opdraait. Interdisciplinaire en multidisciplinaire samenwerking is essentieel om een complex bouwwerk te bouwen.
8. Verkleint het werken met BIM volgens u de kans op het ontstaan van bouwfouten? (onjuist) 0
1
2
3
4
5 (juist)
Ja, want met BIM krijg je inzicht in het 3D-model. Daarnaast werken partijen meer samen, waardoor partijen elkaar beter begrijpen dan in een traditioneel model.
Hebt u nog andere opmerkingen of suggesties m.b.t. de communicatie/informatieoverdracht en aansprakelijkheid van opdrachtnemers voor bouwfouten indien wordt gewerkt met BIM?
93