Diane Edelynck
Familieopstellingen met tafelsetting als drempelinitiatief in het werken met familieopstellingen. 0.Inleiding Gezien het maken van een ‘paper’ bij de opleiding hoort, bevind ik me nu voor een wit blad papier. Een veelheid van gedachten tolt door mijn hoofd. Hoe kan ik dit in ’s hemelsnaam ordenen? Het maken van een keuze i.v.m. het onderwerp was ook al niet gemakkelijk. De opleiding liet me immers toe om zowel in mijn persoonlijk leven als op professioneel vlak diepgaand te evolueren en vele aspecten hebben me daarin geraakt en geboeid. Wat kies je dan als thema? Uiteindelijk kwam ik dus bij de familieopstelling met tafelsetting terecht. De ‘vondst’ van dit thema voelde als een redding aan. Want dit onderwerp leek me heel mooi afgelijnd en stelde me wellicht in staat om een aantal belangrijke ervaringen uit mijn leerproces weer te geven. Hier gaan we dan.
1.Wat is een familieopstelling met tafelsetting? Zoals het woord het reeds aangeeft gaat het hier om een ‘tafelsetting’. Je zet letterlijk de representanten van jouw gezin aan een werkelijke of denkbeeldige tafel precies op die plaats die ze meestal innemen als jullie samenzitten om te eten of een kopje thee te drinken. Het kader waarbinnen de therapeut werkt wordt hiermee verkleind en meer afgebakend. De groepsruimte die misschien 3O m² beslaat wordt ingekaderd tot een ruimte van ongeveer 3 à 4 m². De representanten kunnen niet meer in de hele ruimte opgesteld worden maar enkel rond de aanwezige of denkbeeldige tafel. Het morfogenetische veld van het gerepresenteerde familiesysteem wordt op deze manier ook compacter. Het wordt als het ware samengeperst tot zijn meest essentiële vorm. De plaats die de familieleden rond de tafel innemen geeft immers onmiddellijk een zeer scherp beeld van de plaats en ordening binnen het gezin. Met één oogopslag kan je zien of die plaats klopt met de ‘systemisch juiste’ orde of niet en bij de bevraging van de representanten kom je onmiddellijk te weten of ze zich op die plek goed voelen of niet en waarom. In het hele zoekproces (1) dat daarna volgt wordt dan gezocht naar die ordening die voor dat gezin door elk van de representanten als het best mogelijke ervaren wordt. Zoals je ziet vertrekken we bij de Familieopstelling met tafelsetting vanuit één simpele vraag, nl; ‘Welke is in dit gezin de beste plaats voor elkéén rond de tafel, d.w.z. de ordening waarbij iedereen in het gezin zich het beste voelt. Dit is niet noodzakelijk de ‘systemisch juiste’ orde en moet stap voor stap fenomenologisch onderzocht worden. Doordat we enkel de plaats bevragen verkrijgen we m.i. ook een veréénvoudigd of gesimplificeerd beeld vanuit het morfogenetische veld van het desbetreffende familiesysteem. We krijgen nl. vnl. zicht op aspecten die met plaats en orde te maken hebben. Dat levert vaak interessante informatie op zoals parentificatie, rolverwisseling, etc. Dit zal zeker geïllustreerd worden door enkele voorbeelden van Familieopstellingen met tafelsetting die verderop beschreven worden. (1) Het zoekproces bestaat uit het herhaaldelijk herschikken en bevragen van de representanten door de therapeut.
1
2. Waarom noem ik het een drempelinitiatief? Eigenlijk is het zo dat ik een vrij grote kloof ervaar tussen het werk dat ik nu doe nl. systemische psychotherapie (binnen een DGGZ) en de mogelijkheden die familieopstellingen bieden om verstrikkingen te helen op een dieper, intenser en spiritueler niveau. Familieopstellingen met tafelsetting zie ik als een mogelijkheid om de drempel naar een gewone Familieopstelling te verlagen zowel voor mezelf, m’n collega’s als de kliënten. Wat mezelf betreft ligt het drempelverlagend effect in het oefenen binnen een iets compacter energieveld en in het feit dat alle aandacht op de plaats en orde binnen het gezin gericht is. Momenteel werk ik vaak in one to one settings, het werken binnen een klein subtiel energieveld is me dus erg vertrouwd. De eerste pogingen in het opstellingswerk met poppetjes verliepen echt fantastisch vlot. Het lukte heel goed om contact te maken met de representantpoppetjes en ze te verplaatsen in het veld naarmate het therapeutisch proces zich verder ontvouwde. Bij het opstellingswerk in een groep bleek dat niet altijd het geval. Vooral op momenten dat ik als therapeut nog zoekende was naar oplossingswegen vanuit het familieveld neigde ik weg te zinken in de zware energie van de opstelling. Ik ging als het ware te veel meetrillen met de energie van de representanten en slaagde er onvoldoende in om een metapositie in te nemen als opsteller. Op die manier kreeg ik veel te weinig zicht op de posities van de representanten en durfde ik ze bijna niet meer te verplaatsen in het veld. Daarom vind ik het focussen op orde en het oefenen binnen een kleiner veld een interessante tussenstap in mijn leerproces. Bovendien was er binnen mijn eigen gezin van herkomst heel veel verwarring over wie wie was. Zoals veel hulpverleners was ik de therapeut in het gezin en was ik zwaar geparentificeerd,ik droeg de emotionele zorg voor mijn ouders. De Familieopstellingen waarin ik terug kind van mijn ouders kon worden , iedereen uit het familiesysteem erbij hoorde en zijn juiste plek kreeg waren dan ook zeer belangrijk voor mij. Wat moederskant betreft werd van in het begin van de opstelling duidelijk dat er bij de representanten onduidelijkheid was omtrent wie mij was en wie m’n moeder ,een duidelijk voorbeeld van identificatie dus. Bovendien waren er uitsluitingen gebeurd,nl. van mijn overgrootvader die mijn grootmoeder verkracht heeft , haar onverwerkte miskraam en vroeggestorven kind. Het was onvoorstelbaar om te ervaren dat mijn Ziekte van Raynaud (blauwe handen en voeten probleem) een symptoom was dat als functie had om de uitgesloten personen uit mijn familiesysteem in herinnering te brengen. Ook naar mijn vader toe was de ouder-kind relatie verstoord en waren er zware verstrikkingen in het systeem. Het lijkt me dan ook nodig om extra stil te staan bij de juiste orde in familiesystemen om mezelf te vrijwaren van blinde vlekken in het opstellingswerk met kliënten. De eerste maanden van de opleiding wist ik echt niet hoe ik alle ervaringen in mekaar zou laten passen. Gaandeweg vloeide alles echter samen in één grote stroom, één grote inspiratiebron en klikten alle voorbije leermomenten als een perfecte puzzel in elkaar. De oefendagen met de opleidingsgroep deden me heel veel deugd in dat verband. De eerste keer dat we samenkwamen had ik net ‘De kunst van het helpen’ gelezen. Sommige passages uit het boek begreep ik toen niet zo goed. Maar tijdens de eerste oefenopstellingen werd alles ineens glashelder. Het was fantastisch om te ervaren hoe het is om mee te gaan met de energiestroom in een opstelling, hoe het is om heel gefocust contact te maken met de vraag van de kliënt en binnen een veilig, zorgvuldig opgebouwd energieveld stap voor stap helend werk te doen. 2
In mijn enthousiasme deed ik verschillende pogingen om mijn collega’s iets te vertellen over de wonderlijke diepgang van dit werk. Woorden schoten echter te kort en bovendien was er ook een ‘te verwachten’ weerstand vanuit een strikt wetenschappelijk begrensd denken bij een aantal collega’s. Mijn verlangen om die kloof te dichten groeide. Een kennismaking via ervaring drong zich op. Ook naar kliënten toe ervaarde ik een probleem. Bij wie kon ik met deze therapievorm werken en bij wie niet? Wie was er ‘klaar’ voor? Wie stond er voor open en wie niet? Eén ding was duidelijk. Niet elke kliënt was ‘rijp’ voor zo’n aanpak? Sommige mensen met een tweede lijnsproblematiek zitten immers zo diep vast in bepaalde visies en overtuigingen betreffende hun familiesysteem dat een nieuwe kijk via een familieopstelling wel eens te ingrijpend en te confronterend zou kunnen zijn. Een gefaseerde aanpak in perfecte afstemming op het integratievermogen van de kliënt is dus aangewezen. Doordat er bij een Familieopstelling met tafelsetting meestal niet gewerkt wordt met verklarende (=ophelderende) en oplossende zinnen, wordt de focus vernauwd tot enkel het aspect orde van een familiesysteem. De therapeutische impact ervan reikt echter wel verder. Mijns inziens kan een Familieopstelling met tafelsetting een belangrijke initiërende rol spelen zowel naar de kliënt als naar zijn familiesysteem toe. De gewaarwordingen en bevindingen van de representanten houden de kliënt immers een spiegel voor van wat wringt of ziekmakend is in zijn familiesysteem. En wat het familiesysteem betreft wordt er een aanzet gegeven om beweging te brengen in ordeverstoringen die een weerspiegeling zijn van de verstrikkingen in het systeem. Het doen van een Familieopstelling met tafelsetting kan op deze manier als het ware de deur openen naar een diepgaander therapeutisch proces in afstemming op het integratievermogen van de klient en zijn familiesysteem.
3. Het aspect orde. In navolging van Boszormenyi-Nagy, Hellinger en Indra Torsten Preiss wil ik graag eventjes stilstaan bij wat na veelvuldige toetsing via Familieopstellingen naar voor kwam als essentiële bouwstenen in de systemisch juiste ordening van een familiesysteem. Elke familie en elke mens heeft bewust of onbewust weet van deze wetmatigheden van de ‘ordening van liefde’ zoals Hellinger het noemt. Hier volgen ze. (Voor meer info zie Indra’s boek : ‘Familieopstellingen in de praktijk’) Elk familielid hoort er gelijkwaardig bij en heeft recht op zijn eigen plaats. Ook wie vroeggestorven is, ziek,invalide of uitgesloten wegens criminaliteit. Elk familielid draagt zijn eigen lot. Ook de bijbehorende gevoelens en verantwoordelijkheden. Elk draagt zijn eigen situatie. Elk draagt de gevolgen van zijn eigen gedrag en zijn eigen specifieke positie in het systeem. De balans van geven en nemen loopt in één richting: van oud naar jong. Ouders geven aan hun kinderen wat ze zijn en kunnen geven. De kinderen nemen en accepteren wat ze krijgen. De balans wordt in evenwicht gebracht als kinderen later zelf kinderen krijgen en hen geven wat ze te bieden hebben. De volgorde in een familie is chronologisch. Wie eerst in de tijd komt, staat op de eerste plaats, bvb. Grootvader, vader,1° kind, etc. De eerste liefdespartner komt ook voor de tweede, enzovoort. 3
In een opstelling worden de representanten volgens de chronologische volgorde met de wijzers van de klok mee opgesteld. De volgorde tussen systemen is:het nieuwe heeft voorrang op het oude. De relatie met de liefdespartner is belangrijker dan de relatie met het gezin van herkomst. Bij een nieuw samengesteld gezin is de nieuwe koppelrelatie belangrijker dan de oude, maar de kinderen uit de vorige relatie komen voor zijn ouder vóór de kinderen uit de volgende relatie. Voor de stiefouders komen de eigen kinderen eerst. De volgorde tussen de ouders wordt gedefinieerd door de functie die ze hebben. Diegene die de familie het meest naar buiten vertegenwoordigt (verdedigt) komt op de eerste plaats. Traditioneel en volgens Hellinger is dat meestal de man. De andere ouder, traditioneel en volgens Hellinger meestal de vrouw, volgt de eerste en staat ten dienste van de familie. De eerste ouder dient degene die op de tweede plaats staat in haar (zijn) zorg voor het nageslacht. Wanneer deze ordening gerespecteerd wordt is het in een relatie mogelijk dat de liefde blijvend stroomt. Dit vormt dan een warm, veilig nest voor de kinderen waar ze voldoende geborgenheid, steun en aanmoediging vinden om zichzelf te zijn, zich met volle energie te ontwikkelen en met stevige wortels hun eigen leven te kunnen gaan. In vele gezinnen echter is deze ordening verstoort en zijn er verstrikkingen. Helaas ook in het mijne.
4. Mijn eigen familieopstelling met tafelsetting. Met ons gezin eten we meestal aan de keukentafel. Deze tafel heeft een specifieke vorm. Ze is nl. aangebouwd aan een laag muurtje dat de keuken van de living scheidt, het is daarenboven een rechthoek met twee afgeronde hoeken. Het keukenwerkblad loopt tot tegen de tafel. Mijn gezin telt vier leden. Ik ben 46 , gehuwd met Luc, 45 en samen hebben we twee kinderen, nl. Stefaan, 17 en Liesbeth, 12 Jaar. Een doorsnee gezinnetje dus. Jarenlang al zitten we op een vaste plek rond de tafel die toevallig tot stand kwam. Maar aangezien toeval niet bestaat, volgt hier de rest van het verhaal. Deze vaste plaatsen waren de beginposities van de eerste Familieopstelling met tafelsetting van mijn gezin. (Zie schets hieronder.) Wat meteen opvalt is dat zowel Stefaan als Liesbeth tussen hun vader en moeder zitten, weliswaar elk aan een andere kant en diagonaal tegenover elkaar. T.o.v. mij zit Luc eigenlijk in de positie van het 2° kind. Er is geen man rechts van mij. Liesbeth zit eigenlijk het dichtst bij mij. Geen van de representanten voelt zich echt goed bij deze posities. Luc voelt zich het slechtst. Liesbeth voelt zich nog het beste. Na haar peutertijd is ze blijven hangen op de plaats die toen het meest aangewezen was, nl. tussen papa en mama, zodat ze van beiden hulp kon krijgen bij het eten. Op die manier kan ze een beetje papa en mama’s kleine meisje blijven. Wat ik hierin vrees terug te zien is een afspiegeling van zowel mijn als Luc zijn gezin van herkomst wat ordening betreft. Stefaan zit op een mogelijke partnerplaats t.o.v. mijzelf en Liesbeth zit op een mogelijke partnerplaats t.o.v. haar papa.
4
Luc fungeerde in zijn gezin als vertrouwenspersoon voor zijn moeder, eigenlijk vulde hij voor een stuk de partnerrol in. Hij was de oudste en had nog twee zussen. Zijn zussen kregen het meeste aandacht. Hij heeft als het ware zichzelf opgevoed. Zijn moeder had het overwicht in de relatie. Zeker toen zijn vader door een conflict zijn werk verloor op 45 jaar en dat niet meer te boven kwam. Zijn moeder werd toen de voornaamste kostwinner. Luc kon niet echt leunen op zijn vader en keek niet echt naar hem op. Er was sprake van een dubbele parentificatie, d.w.z. zowel naar vader als naar moeder toe. Ikzelf was de jongste in een gezin met drie dochters. Mijn moeder was jarenlang psychisch ziek (manisch depressieve psychose) en was daardoor emotioneel afwezig. Uit mijn familieopstelling bleek dat zij zowel verbonden was met de dader , haar incestueuze grootvader, als het slachtoffer, haar moeder die door hem verkracht en mishandeld werd en twee van haar kinderen vroegtijdig verloor. Mijn moeder leed ook aan de ziekte van Raynaud. Op die manier was zij de eerste om de uitgesloten grootvader en de vroeggestorven kinderen in herinnering te brengen. Toen zij stierf werd mijn ‘blauw en kou’ ziekte beduidend erger. Ik volgde haar duidelijk op om hen in herinnering te brengen. Mijn moeders’ psychisch ziek-zijn woog op het hele gezin. Er waren veel spanningen tussen mijn ouders en ik functioneerde als de therapeut van het gezin, als bemiddelaar en steun voor mijn ouders. Eveneens dubbele parentificatie dus. Ook ik zat soms in de partnerrol t.a.v. mijn vader. In ons eigen gezin was er jarenlang heel veel ruzie tussen Stefaan en Liesbeth, ook aan tafel. Vaak stelde Stefaan zich op als bestraffende ouder tegenover haar, niettegenstaande wij hem er keer op keer op wezen dat dit onze bevoegdheid als ouder is. Dit gedrag klopt natuurlijk perfect met de positie die hij inneemt aan tafel. Jarenlang ook heb ik het gevoel dat mijn man niet helemaal naast mij staat als man en als vader niet helemaal betrokken is op de kinderen. Het voelt meer alsof er een puber mee aan tafel zit die zo nu en dan mijn moederlijk gezag onderuit haalt en ook dat klopt met de tafelposities. Gedurende de opleiding werd ik me opeens bewust van de ongezonde orde rond de gezinstafel. Ik stelde aan mijn man dan ook een wijziging in de posities voor en legde uit waarom. Deze posities waren al ingenomen toen ik de eerste tafelopstelling deed. Ze waren de eindopstelling van de eerste familieopstelling met tafelsetting. (Zie schets hieronder.) Deze nieuwe orde klopt met de systemisch juiste posities nl. in volgorde vader, moeder, dan de eerste zoon en dan de dochter. Het voelde echter aan alsof het nog niet helemaal o.k. was voor de representanten. Het leek alsof het op dat moment het best haalbare was, een soort noodzakelijke tussenstap. Bij de wisseling van posities kwam er vnl. weerstand van Stefaan, hij moest immers als het ware van zijn troon komen en een kindpositie gaan innemen als eerste in de rij, naast Liesbeth. Luc voelde zich goed bij de verandering en deed duidelijk veel meer inspanningen om zijn vaderpositie in te nemen vanuit een natuurlijker gezag. Zo ook om de nieuwe tafelposities ingang te laten vinden bij Stefaan. Liesbeth accepteerde het gewoon.
5
In de periode daarna viel het me op dat er duidelijk veel minder ruzie aan tafel was tussen Stefaan en Liesbeth. Ook werd Stefaan wat mededeelzamer en vertelde hij meer over zijn wedervaren van de voorbije dag. Ik vond dat al een fijn resultaat van de eerste wijziging. Het bleef me echter bezighouden dat de representant van Stefaan gesignaleerd had last te hebben van de muur tussen mij en hem. Bij de eerstvolgende gelegenheid in de oefengroep deed ik daarom een nieuwe tafelopstelling, met de huidige tafelposities als beginopstelling. Zowel mijn representant als die van Stefaan voelden zich niet optimaal met deze ordening. Na enig zoekwerk kwam er een nieuwe volgorde uit de bus, waarbij alle representanten zich beter voelden. (Zie schets hieronder.) Wat nu opvalt is dat mijn man niet rechts van mij zit, maar wel links en er via de tafel afstand tussen ons is. Dit klopt wel met wat er in de realiteit relationeel haalbaar is op dit moment. Ook heeft mijn man door een onterechte degradatie op het werk 10% loonsverlies geleden (=soort systemische herhaling: zijn vader verloor zijn job toen hij 45 was). Hierdoor ben ik de voornaamste kostwinner geworden en wellicht diegene die het gezin het meest naar buiten vertegenwoordigt. Mijn man neemt de laatste jaren ook meer gezinstaken op zich wanneer ik aan het werk ben of op cursus, ook dat is nodig. Maar eigenlijk is het zo dat ik het prettiger zou vinden moest de situatie andersom zijn, nl. dat hij voor het financiële de meeste verantwoordelijkheid zou dragen en ik voor het gezin. Dat zou mij meer het gevoel geven van op hem te kunnen leunen als vrouw en me toelaten om meer tijd te investeren in mijn moeder- en partnerrol. Hoe geëmancipeerd ik ook ben, ik zal Hellinger nog gelijk moeten geven in zijn visie dat de systemisch meest juiste orde is dat de vrouw de man volgt. Hoe dan ook op dit moment ben ik wel heel blij dat Luc en ik onze verantwoordelijkheden zo goed mogelijk samen dragen. Bovenstaande tafelschikking is momenteel nog niet geïntroduceerd in het gezin, maar dat komt wel en ik ben heel benieuwd naar het effect ervan.
5. Enkele concrete voorbeelden van tafelopstellingen met bespreking. Tijdens de opleiding hebben we, dankbaar gebruik makend van een ruime middagpauze, met enkele cursisten een aantal familieopstellingen met tafelsetting gedaan. Om een beter zicht te krijgen op de linken met het gerepresenteerde familiesysteem en het effect van de tafelopstelling stuurde ik hen nadien een vragenlijst op (zie bijlage 5.1). Hier en daar zal ik naar hun antwoorden verwijzen bij de bespreking van de opstellingen. De eerste opstelling betreft een nieuw samengesteld gezin: P is gescheiden en heeft twee kinderen uit zijn eerste huwelijk, nl. B (oudste) en T (jongste) die regelmatig op weekend komen. MC, de nieuwe vriendin van P is recent bij P komen wonen. Tijdens de gezamenlijke weekends ziet de tafelschikking er als volgt uit: Wat meteen opvalt is dat beide kinderen tussen het koppel inzitten en dat B op de plek zit waar, in een gewone gezinssituatie, zijn moeder en partner van P zou zitten, volgens de systemisch juiste 6
orde. Vooral de representant van MC voelde zich niet goed met die posities. P bevestigde dat hij en MC zelf niet zo tevreden waren over de huidige schikking. P had het gevoel dat zijn kinderen tussen hem en MC stonden en MC als het ware een stap achteruit moest zetten als de kinderen er waren. Tijdens het zoekproces bleek dat alle posities waarin P en MC dichter bij elkaar zaten beter waren, volgens de representanten, bovendien was de positie van P en MC naast elkaar ook beter dan tegenover elkaar. Uiteindelijk kwamen we dan bij volgende eindopstelling uit: Nu zit MC op de partnerplaats naast P, de kinderen van P zitten echter van oud naar jong rechts van hem. Dit voelde voor de representanten aan als de best mogelijke positie, wanneer de B (oudste) links van MC zat en T rechts van P voelde dit duidelijk niet goed aan. P heeft MC ingelicht over de tafelopstelling en aanvankelijk stond iedereen wel open voor de nieuwe posities. Momenteel zitten ze nu zoals in de eindopstelling, dit voelt beter voor P en MC. Voor B is de verandering het moeilijkst, eigenlijk wil hij zijn oude plaats naast P terug. De plaats rechts van P aanvaardt hij wel, diagonaal tegenover P echter niet. Dit bevestigt de bevindingen van de opstelling. Persoonlijk denk ik dat het wel eens zou kunnen dat het systemisch de juiste plek is voor de kinderen, nl. van oud naar jong rechts van hun vader en niet links van de nieuwe partner van hun vader van oud naar jong. Dit zou immers betekenen dat MC de plaats van hun moeder inneemt en dat klopt helemaal niet. De loyauteit van de kinderen naar hun moeder toe zal dat dan ook niet toestaan en ik vermoed dat de weerstand van B om de oude plek naast zijn vader prijs te geven ook daarmee te maken heeft, hij wil als het ware haar plek ‘verdedigen’ en laten respecteren binnen de nieuwe gezinssamenstelling door ze zelf in te nemen. De tweede opstelling betreft een alleenstaande moeder MA, 53 jaar oud (gescheiden) met drie kinderen C (23),een tweeling (18) nl. een dochter M en een zoon J. De tweelingdochter werd 2’ eerder geboren dan de tweelingzoon. MA wou via de opstelling vooral te weten komen welke de beste tafelopstelling voor haar gezin is wanneer haar vader op bezoek is, omdat hij een grote invloed heeft op haar en de kinderen en maandelijks gemiddeld 1 week bij haar logeert. Ze vertelt ook dat ze één jaar geleden zelf reeds een wijziging heeft aangebracht in de tafelposities die al jarenlang (sinds de echtscheiding) ingenomen werden. Haar oudste zoon zat vroeger rechts van haar, op de partnerpositie dus en nu links van haar, op de plek van het oudste kind, gebaseerd op de systemisch ‘juiste’ rangorde. Zij signaleert dat haar oudste zoon C sindsdien minder de vaderrol op zich neemt en dat zijn relatie met zijn broer en zus kameraadschappelijker is geworden. Ook constateert ze dat haar oudste zoon reeds van voor de echtscheiding de positie van haar echtgenoot waarnam. Nu, na de tafelpositiewissel, is hij meer haar zoon en minder haar partner geworden. De grootvader nam altijd willekeurig een plaats in als hij op bezoek was. Bij de beginopstelling gingen we uit van de huidige tafelposities. (Zie schets hiernaast.) Het bleek echter niet doenbaar om het zoekproces te doorlopen met grootvader mee in de opstelling. De representanten konden dan niet meer voelen welke hun juiste plek was, de invloed van de grootvader was te groot. De representant van de grootvader zei ook heel duidelijk dat hij een soort macht voelde en een grote impact heeft op het systeem. Er kwam pas rust toen we opnieuw begonnen, zonder de grootvader. Toen konden alle representanten wel vlot invoelen. Pas toen iedereen zijn juiste plek gevonden had, brachten we de grootvader in de opstelling. Hij kon toen elk van de
7
overgebleven plaatsen even invoelen en van daaruit zijn plek zoeken, dat ging wel vlot. Eigenlijk klopt dat helemaal met de rangorde tussen de systemen, immers elk nieuw familiesysteem komt voor het oude. MA’s eigen gezin komt dus voor de relatie met haar vader, d.w.z. voor haar gezin van herkomst. Grootvader dient zich dan ook aan te passen aan de ‘goede’ orde binnen haar gezinssysteem en kan pas van daaruit een plaats innemen. Bij de beginopstelling zit iedereen op het eerste zicht systemisch ‘juist’, nl. de drie kinderen van oud naar jong links van de moeder. De representant van MA zei dat ze het koud had op de rug en zich daarom niet goed voelde op die plek. De representanten van de tweeling voelden zich ook niet goed op hun plaats. MA bevestigde dat ze nu vaak een koude tocht op de rug voelt via de dampkap in de keuken achter haar, ze slaat dan ook vaak een fleece dekentje om haar schouders. Na enig zoekwerk kwamen we dan tot volgende eindopstelling (zie schets hieronder), waarbij de positie van grootvader pas werd gezocht nadat iedereen uit het kerngezin zijn beste plek had gevonden. Nu zit moeder aan de andere kant van de tafel (tegenover de keuken), haar oudste zoon zit links van haar, dan de tweelingzoon en dan pas de tweelingdochter. Haar vader zit rechts van haar, in de positie van partner tegenover zijn dochter MA en in de positie van vader tegenover haar kinderen. Dit klopt wel met de manier waarop hij aanwezig is in het gezin als hij op bezoek is. Blijkbaar neemt hij dan graag de rol van de afwezige ex-man en vader op zich, uit liefde en als steun bedoelt voor zijn dochter MA. Wat de positiewissel van de tweeling betreft denk ik dat ze gewoon qua leeftijd systemisch juist zitten nu. Ik meen me te herinneren ooit gehoord te hebben dat bij een twee-eiige tweeling de eerstgeborene eigenlijk diegene is die laatst verwekt is en dus de jongste. In dat geval is de dochter de jongste en klopt dit met de plaats van de eindopstelling. De derde opstelling betreft opnieuw een nieuw samengesteld gezin, nl. M , gescheiden en recent hertrouwd met AM. M heeft twee kinderen uit zijn eerste huwelijk, nl. Yo en Ya. Yo is de oudste zoon en is geadopteerd, Ya is de jongste en is een biologische zoon van M. De beginopstelling zag er als volgt uit. (Zie onderstaande schets.) Niemand van de representanten voelt zich echt goed bij deze tafelschikking. M en AM voelen zich nog het beste. Ya en Yo voelen zich vreemd en onwennig. Wat de representanten rapporteerden bleek herkenbaar voor AM. De kinderen wonen niet bij hen dus doen deze tafelposities zich niet zo vaak voor. Bij het zoekproces bleek ook dat de representant van Ya zich op geen enkele plek echt goed voelde, behalve op de ‘belangrijkste’ plek naast M. Daar kwam de representant van Yo tegen in opstand. Uiteindelijk kwamen we tot volgende eindopstelling. (Zie schets hiernaast.) Deze eindopstelling bleek aanvaardbaar voor de representant van Yo, zolang AM zijn positie in het oog hield en hem als het ware steunt. Lachend merkte AM op dat ze erop zal letten om Yo’s lievelingseten te maken als ze allemaal samen zijn. Tot nu toe merkt ze dat de kinderen er onbewust zelf voor zorgen om niet dikwijls samen bij hen op bezoek te zijn.
8
De tafelschikking van de eindopstelling klopt wel met de systemisch ‘juiste’ orde, nl. dat de biologische zoon voor de adoptiefzoon komt en dat de kinderen uit het eerste huwelijk rechts van de vader zitten. Wat ook opvalt is dat bij de eindopstelling AM en de biologische zoon even dicht bij M zitten en Ya zich daar beter bij voelt.
6. Het dichten van de kloof naar de collega’s toe. Het maken van dit eindwerk leek me de ideale gelegenheid om een aantal collega’s eens te laten proeven van het fenomeen Familieopstelling. Op 31 maart kwamen we met een deel van het team samen voor een vormingsdag i.v.m. het elektronisch patiëntendossier. Ik hoopte van de middagpauze gebruik te kunnen maken om een Familieopstellng met tafelsetting te kunnen doen en zo gebeurde het ook. Wanneer ik daarvoor iets vertelde over familieopstellingen hadden de meeste collega’s het erg moeilijk om te begrijpen hoe de representanten eigenlijk fungeerden als een soort meetinstrumenten en a.h.w. in staat zijn om informatie uit het wetende veld van een familiesysteem op te pikken en weer te geven op vraag van de opsteller. Voor sommigen stond het echt haaks op hun wetenschappelijk denkkader en kon het echt niet. Als bij toeval waren we op 31 maart samen met de meest geïnteresseerde collega’s en lokte een kennismaking via ervaring hen wel aan. De kwaliteitscoördinator die de vormingsdag leidde was ook ‘open-minded’ en wou graag een tafelopstelling voor zijn gezin. Het leek me perfect dat mijn collega’s op die manier een ervaring van representant zijn konden meemaken, weliswaar beperkt, want niet zo veel omvattend als in een gewone opstelling, maar misschien net wat haalbaar en aanvaardbaar was vanuit hun denken en zijn op dit moment. Ik was in ieder geval heel blij met deze kans en stuurde hen nadien een vragenlijst op (zie bijlage 6.1) zodat ze even stil zouden staan bij hun ervaring als representant en ik zicht zou krijgen op hun reacties in dat verband. Ik liet J representanten kiezen voor zijn gezinsgenoten uit de aanwezige collega’s. Er bleef één iemand over die toeschouwer was, ook haar stuurde ik nadien een specifieke vragenlijst op (zie bijlage 6.2). J is gehuwd met C en heeft drie dochters, nl. L, de oudste, M, de middelste en H, de jongste. Een modaal gezin dus. J vertelde me dat hun tafelposities niet zo vast-vast zijn. Er verandert wel eens iets. Ik vroeg hem om dan als beginopstelling de tafelschikking weer te geven die het meeste voorkomt. (Zie schets hieronder.) Wat meteen opvalt is dat J en zijn vrouw C recht tegenover mekaar zitten en de kinderen van oud naar jong, rechts van de vader zitten. Voor C zit haar jongste kind vlak naast haar en haar oudste het verste van haar. De representant van C vond dat haar man te ver zat, ze wou hem graag naast haar zien zitten. De representant van L voelde zich duidelijk niet goed op die plaats en had het gevoel heel ver van moeder verwijderd te zitten. Het liefst had ze dadelijk de plaats van ingenomen. De representant van H wil graag eens de plaats van L innemen, ze wil niet meer de kleinste zijn en wil ook eens naast papa zitten. De representant van M voelde zich nogal alleen op haar positie. De informatie van de representanten klopte met wat J reeds had ervaren in zijn gezin.
9
Na enig zoekwerk kwamen we dan tot volgende eindopstelling.(Zie schets hieronder). Hier zitten J en C naast elkaar en niet tegenover elkaar en de kinderen zitten van oud naar jong links van de moeder, wat systemisch ‘juist’ is. De representant van M voelt zich nu meer erbij horen. De representant van C is tevreden dat haar man nu naast haar zit en is er gerust in dat de jongste H op hem beroep kan doen indien nodig. H voelt zich prima naast papa en vlak naast haar oudere zus. L, de oudste had ineens het gevoel dat zij en M nu als de twee oudsten erkend werden. Ze vond het grappig om vast te stellen dat ze zich in deze positie volwassener wou gaan gedragen dan in de startpositie, waar ze zich eerder als kind, samen met de andere kinderen lolletjes zou permitteren. Alle representanten waren het erover eens dat deze eindopstelling voor iedereen het meest geborgen en nabij voelde. Iedereen had nu ook het gevoel van op de ‘juiste’ plek te zitten. Na de opstelling waren mijn collega’s representanten verrast over de intensiteit waarmee ze als representant verandering in gevoel konden waarnemen naargelang hun positie wijzigde. Uit de antwoorden op de vragenlijst (in bijlage 6.) blijkt ook dat de meeste collega’s dachten dat Familieopstellingen zoiets was als psychodrama of sociodrama, maar nu beseffen dat het toch wel iets anders is. Hun interesse is zeker gewekt door deze ervaring. Graag citeer ik een aantal reacties. ‘Ik vind deze ‘technieken’ zeer bruikbaar, intenser, levendiger, krachtiger dan erover praten.’ ‘Na de oefening gedaan te hebben, ben ik positief verrast dat je met weinig confronterende dingen toch ook al wat kan wijzigen in een systeem. De vraag die ik me wel stel is, hoe diepgaand de wijzigingen kunnen reiken. Ik wil er gerust meer over te weten komen, misschien is een interne studiedag op het LAN-team wel mogelijk.’ ‘Het was een boeiende ervaring om aan de lijve te ondervinden hoe de wisseling van tafelposities een wisseling in het gemoed teweegbracht. Ik had een lichte verandering verwacht, niet zo sterk.’ ‘Ik denk dat het in het totaalpakket van therapie een waardevol onderdeel kan zijn, heel interessant om mensen eens de anderen hun positie te laten beleven en beter begrijpen’ ‘Wat me bijgebleven is dat je heel wat informatie van onbekenden kunt krijgen d.m.v. een familieopstelling en dat die informatie ook vaak weerspiegelt wat de familieleden denken en voelen.’ ‘Ik zou graag meer te weten komen over de mogelijkheden en beperkingen van familieopstellingen. Je hebt er ons warm voor gemaakt, dus ik zou zeggen: laat maar komen!’
Na deze ‘try-out’ met een deel van het team, ben ik ervan overtuigd dat het pad geëffend is om via een intern vormingsmoment voor het team informatie over ‘the real thing’ te geven, nl. de gewone familieopstelling.Ik denk dat er nu genoeg collega’s positief geïnteresseerd zijn voor deze therapievorm en dat ze het ook zullen aandurven om representant te zijn in een gewone opstelling. Ik popel al om dit infomoment voor te bereiden en hoop ook dat het in de toekomst mogelijk zal worden om in ons team supervisieopstellingen te doen die de kwaliteit van ons werk kunnen verbeteren of die een nieuw licht kunnen werpen op vastgelopen dossiers.
7. Nawoord Wat het werken met familieopstellingen betreft merk ik dat ik nu regelmatig al eens een opstelling met poppetjes doe of een mini-familieopstelling tijdens een visualisatieoefening.
10
Laatst maakte ik ook gebruik van het bevragen van hun ervaringen bij verschillende tafelposities tijdens een koppelsessie. Dit gaf meteen richting aan mogelijke eerste stappen in hun therapeutisch proces. Het familieopstellingswerk geraakt dus stilaan geïntegreerd in mijn dagdagelijkse therapiewerk en dat voelt prima. De drempel bij mezelf is overschreden en ook naar kliënten en collega’s toe ziet het er veelbelovend uit. Wat het thema ‘familieopstellingen met tafelsetting’ betreft, denk ik dat dit wel eens een interessant onderzoeksitem zou kunnen zijn voor een doctoraatsthesis aan de universiteit. Op basis van een groot aantal opstellingen zal je wellicht wel wetenschappelijk gefundeerde conclusies kunnen maken i.v.m. de systemisch juiste orde in verschillende soorten gezinnen. Ondertussen merk ik dat er heel wat velletjes papier gevuld zijn. Het was een hele klus om dit alles in woorden te vatten. Uiteindelijk heb ik nog heel wat moeten snoeien in het ervaringsmateriaal, zowel wat mijn eigen leerproces betreft als wat het materiaal van de opstellingen betreft. Op die manier werd het een vrij compact geheel dat een serieuze inspanning van de lezer vergt. Graag wil ik dan ook de lezer bedanken voor zijn aandacht. Ook mijn partner Luc wil ik eventjes in de bloemetjes zetten voor de hulp die hij bood om alles computertechnisch rond te krijgen, de mooie schetsjes en de lay-out zijn namelijk zijn verdienste. En ook aan iedereen die bereid was mee te doen aan een opstelling, hetzij als kliënt, hetzij als representant, van harte bedankt. Tot slot wil ik ook iedereen bedanken die één van de vragenlijsten invulde, dat leverde immers belangrijk toetsingsmateriaal op. Ziezo, dat was het dan. -----------------------------------------------
Bijlagen. Bijlage 5.1. VRAGENLIJST BETREFFENDE DE EIGEN OPSTELLING MET TAFELSETTING 1. Geef weer welke de beginpositie van de opstelling was. 2. Wat bleef je bij van wat de representanten signaleerden i.v.m. deze eerste tafelpositie? 3. Herken je dit of kan je dat linken aan bepaalde signalen die je reeds kreeg van jouw gezinsleden? 4. Klopt de tafelpositie met de manier waarop de relaties lopen?(vb veel contact tussen vader en jongste kind of juist niet,etc) 5. In het zoekproces naar een betere setting werden verschillende posities uitgeprobeerd. Wat is jou daaromtrent bijgebleven en waarom? 6. Geef weer welke de eindopstelling was. 7. Wat is je bijgebleven over wat de representanten je in dat verband signaleerden? 8. Heeft deze opstelling iets veranderd in jouw visie op je gezin en de onderlinge interacties? 9. Heb je deze ervaring aan iemand verteld, zo ja aan wie? 10. Heb je iets veranderd aan de reële tafelposities of ben je dat van plan?
11
11. Heb je in dat verband weerstand ervaren bij iemand van je gezin? Zoja, bij wie en waarom? 12. Klopte dat met de informatie die uit de opstelling kwam?
Bijlage 6.1. VRAGENLIJST BETREFFENDE DE FAMILIEOPSTELLING MET TAFELSETTING DD. 31 MAART 2006.
1. Schets de beginopstelling 2. Hoe voelde jij je als representant bij deze eerste tafelpositie? Wat nam je waar (i.v.m. afstand, nabijheid;al of niet geborgen voelen,;al of niet erbij horen;met wie voelde je een sterke verbinding of juist niet;etc)? 3. Tijdens het zoekproces werden verschillende posities uitgeprobeerd. Welke positie voelde voor jou als representant opmerkelijk beter of slechter en waarom? 4. Schets de eindopstelling 5. Hoe voelde jij je als representant bij de eindopstelling? Wat nam je waar?Leg uit waarom je je in die positie beter voelde. 6. Wat wist je voor deze oefening over familieopstellingen? (kennis) Hoe keek je voor deze oefening naar familieopstellingen? (mening) Is er in dat verband iets veranderd? Zo ja,wat? Zo neen, verklaar nader. 7. Heb jij zin om meer te weten te komen over de mogelijkheden en beperkingen van Familieopstellingen? Ja of neen , verklaar nader.
Bijlage 6.2. VRAGENLIJST BETREFFENDE DE FAMILIEOPSTELLING DD. 31 MAART 2006
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Hoe was het voor jou om toeschouwer te zijn? Wat is jou bijgebleven van deze opstelling? Wat wist je voor deze oefening over Familieopstellingen? (kennis) Hoe keek je voor deze oefening naar familieopstellingen? (mening) Is er in dit verband iets veranderd en zo ja wat? Heb jij zin om meer te weten te komen over de mogelijkheden en beperkingen van familieopstellingen? Ja of neen. Verklaar nader. 7. Zou jij mensen doorverwijzen voor een familieopstelling of zou je dit voor jezelf overwegen?
12
Ter illustratie. Antwoorden op vragenlijst 5.1. PERSOONSGEGEVENS Peter: gescheiden en samenwonend met nieuwe partner MC Briek: zoon van Peter uit eerste huwelijk, 6 jaar Tom: zoon van Peter uit eerste huwelijk, 5 jaar MC : samenwonend met partner Peter 1 : MC Tom _______ !_______! Briek Peter 2. het was heel slecht voor de representant van MC. De rest vond het niet slecht, maar ook niet goed 3. ik vond het zelf niet zo goed. MC ook niet ( lijkt me ook logisch) 4. de situatie was nog niet lang zo : MC zit nog niet zo lang mee aan deze tafel. Maar het gaf wel het gevoel dat mijn kinderen tussen MC en mij stonden ; dat zij een stap achteruit moest zetten als de kinderen er waren (= mijn gevoel) 5. MC en ik moesten dichter bij elkaar : naast mekaar was beter dan over mekaar. Iedereen vond de eindopstelling beter dan de beginopstelling. Alle opstellingen met MC en ik dichter bij mekaar waren beter : het ging hem verder uiteindelijk om details om dan te kiezen tussen de onderlinge varianten. 6 : Tom Briek __________ !__________! MC Peter 7. het viel me op dat Briek en Tom zo gingen zitten : systemisch zouden ze onderling moeten verwisselen. Maar de representanten van zowel Briek als Tom vonden het beter zo. 8. Ze heeft mijn vermoeden bevestigd : dat MC te ver weg moest. 9. ik heb erover verteld aan MC 10. we hebben de posities veranderd : we zitten nu zoals in de eindopstelling. 11. aanvankelijk niet : iedereen stond er voor open. MC en ikzelf voelen zich hierdoor beter. Briek wil wel zijn oude plaats (=naast mij) terug. Recht over mij aanvaard hij wel
13
(=de eindopstelling dus). Diagonaal over mij aanvaard hij niet (= wat systemisch juist zou zijn). Dit bevestigd wel de opstelling die we deden. 12. zie 11. VRAGENLIJST BETREFFENDE DE EIGEN OPSTELLING MET TAFELSETTING 1. Geef weer welke de beginpositie van de opstelling was. We zitten aan een rechthoekige tafel. Zie onderaan tekst tekening van opeenvolgende tafelzettingen. 1 Jaar geleden zat mijn oudste zoon (toen 22) R naast mij en mijn dochter (2’ ouder dan haar tweelingsbroer) L van mij (eigenlijk tegenover mij) en dan mijn jongste zoon (tegenover zijn oudste broer). Ik heb toen gewoonweg mijn oudste zoon L van mij geplaatst (we hebben onderling van plaats verwisseld) en sindsdien merk ik toch dat hij wat minder de vaderrol inneemt in ons “single-parent” gezin + dat zijn verhouding met jongere broer & zus kameraadschappelijker geworden is. Ik heb me voor deze veranderde tafelopstelling gewoonweg gebaseerd op de theorie van de rangorde. Tijdens het cursusweekend eind maart heb ik de tafelopstelling voor ons gezin gevraagd en ik heb rekening willen houden met de juiste plaats van mijn vader, die maandelijks ongeveer 1 week bij ons logeert, dit omdat hij een grote impact heeft op mijzelf en onze gezinsleden. De opstelling liep volledig in het honderd tot we grootvader niet meteen in de opstelling zetten, en éérst de plaats van de 4 gezinsleden zochten. Pas als iedere representant zijn juiste plek gevonden had kon de grootvader de overgebleven plaatsen even invoelen en enkel daaruit zijn plaats zoeken. Dat ging dan wél vlot. 2. Wat bleef je bij van wat de representanten signaleerden i.v.m. deze eerste tafelpositie? * Dat de grootvader zo’n invloed had dat niemand zijn juiste plek vond toen hij er in het begin mee instond. Pas toen hij uit de opstelling genomen werd tot de 4 gezinsleden hun plaats vonden kwam er rust. Hij heeft blijkbaar een grote impact op ons, een zekere vorm van macht. Dat zei de representant van de vader heel duidelijk. * Dat mijn representant meteen zei dat ze het koud had op haar rug : ik zit regelmatig met een fleece dekentje om mijn rug geslagen omdat de keuken achter mij is en er via de dampkap soms een koude tocht op mijn rug valt. *Verder herinner ik me niet zoveel meer van wat er gezegd is. 3. Herken je dit of kan je dat linken aan bepaalde signalen die je reeds kreeg van jouw gezinsleden? * die kou op mijn rug voel ik reeds lang : vreemd dat ik nooit zelf eraan dacht aan de overkant van de tafel te gaan zitten. Ik wou gewoon zo dicht mogelijk bij de keuken zitten omdat ik er regelmatig naartoe moet. * ik merk wel dat mijn vader erg meeleeft met mijn situatie van alleenstaande moeder en dat hij er het handje van weg heeft om de kinderen over zichzelf en hun situatie te doen praten. Hij moeit zich echter ook, uit liefde en betrokkenheid en ook omdat ik jarenlang te vermoeid was om zelf kordaat op te treden en om er échte (helemaal) te ZIJN.
14
4. Klopt de tafelpositie met de manier waarop de relaties lopen?(vb veel contact tussen vader en jongste kind of juist niet,etc) Nu je deze vraag stelt merk ik dat mijn jongste en oudste zoon een sterke band hebben wegens hun beider verslaafdheid aan computer wargames. Mijn dochter klaagt erover dat haar jongere tweelingbroer het organiseren van ontmoetingen met vrienden aan haar overlaat maar dan wel meegaat en van haar “werk” geniet. Verder laat hij haar nogal links liggen. Mijn dochter mist heel erg het contact met haar vader en keek nogal op naar haar oudste broer (en naar mijn vader) : soms verliefd, altijd wel aandacht vragend. Misschien zal dat beteren nu ze als “jongste” geplaatst is en mijn vader R van mij en haar oudste broer niet meer tegenover haar... 5. In het zoekproces naar een betere setting werden verschillende posities uitgeprobeerd. Wat is jou daaromtrent bijgebleven en waarom? Een soep met grootvader erbij. Rustiger en sneller zonder grootvader. Omwisseling van rangorde positie tussen tweeling (zus is oudste en zit nu op plaats van jongste). Ik heb de opmerking nog gemaakt, maar de representanten waren er zeker van dat deze omwisseling goed was. 6. Geef weer welke de eindopstelling was. zie schema onderaan. 7. Wat is je bijgebleven over wat de representanten je in dat verband signaleerden? Is eigenlijk reeds gesignaleerd onder vorige vragen. 8. Heeft deze opstelling iets veranderd in jouw visie op je gezin en de onderlinge interacties? * Het bevestigde verschillende “verwisselingen” in ons gezin en onze gezinnen van herkomst : -Mijn vader en ik voelden soms aan als huwelijkspartners i.p.v. vader/dochter -Mijn zoon heeft (ik wou schrijven NA mijn echtscheidig, maar denk eerder reeds van VOOR mijn echtscheiding) de plaats ingenomen van echtgenoot voor mij en vader/verantwoordelijk voor zijn broer & zus -Mijn dochter kijkt naar mijn vader als naar een partner en naar haar broer als naar een vader: “wil je mij daar afhalen/heen brengen?” * Ik had nooit echt gemerkt dat mijn jongste zoon zoveel “aktie” aan zijn zus overliet en er dan wél van meegenoot zonder er zélf moeite voor te willen doen *Ik merk een voelbaar verschil sedert de tafelwisseling voig jaar: mijn zoon is meer mijn zoon in plaats van mijn partner 9. Heb je deze ervaring aan iemand verteld, zo ja aan wie? Aan familie en vrienden. 10. Heb je iets veranderd aan de reële tafelposities of ben je dat van plan? Dat heb ik meteen gedaan. 11. Heb je in dat verband weerstand ervaren bij iemand van je gezin? Zoja, bij wie en waarom? Bij de eerste verandering wel, bij de 2de minder : meer zo’n soort van humoristische en liefdevolle toegeving aan een steeds veranderende moeder. En nu ik dit schrijf
15
vraag ik me af : ben in hun moeder of hun kind? 12. Klopte dat met de informatie die uit de opstelling kwam? Eigenlijk wel, dus.
16
Leden van het gezin: 1. Moeder (53 jaar oud) 2. Oudste zoon (23) 3. Oudste dochter (tweeling van jongste zoon) (18) 4. Jongste zoon (tweeling van oudste dochter) (18) 5. TIJDENS ONGEVEER 1 WEEK/MAAND: Moeder’s Vader (80) Jarenlange tafelsetting (sinds echtscheiding) : grootvader nam willekeurig een plaats in als hij op bezoek was Dochter
Jongste zoon
Moeder
Oudste zoon
Sinds 2005 : grootvader nam willekeurig een plaats in als hij op bezoek was Dochter
Jongste zoon
Oudste zoon
Moeder
Sinds april 2006 : we zullen grootvader vragen zijn voorbestemde plaats in te nemen Het valt mij op dat mijn dochter eerstgeboren is, maar blijkbaar toch op de plaats van de jongste terechtgekomen is. Datzelfde weekend deden we een stille opstelling (na energetisch dansen) waaruit bleek dat mijn jongste zoon steeds zijn zus volgde. Misschien zal deze plaatsing hem zelfstandiger maken? Oudste zoon
Dochter
Jongste zoon
Moeder’s vader
Moeder
We hebben nu (10 april) nog niet veel kans gehad deze tafelsetting toe te passen : wegens schoolvakantie staan ze allemaal op het uur van hun keuze op, waardoor ze zowel ’s ochtends als ’s middags verschillende etensuren hebben. Wanneer we allen samen aan tafel zitten passen we deze setting inmiddels wél reeds toe. Ik merk dat mijn oudste zoon lachend opmerkt : “nieuwe familieopstelling, nieuwe mama, nieuwe tafelsetting” maar dat hij er toch over waakt dat deze nieuwe setting door zijn jongere broer & zus in acht genomen wordt... 17
Vragenlijst 5.1. respons AM
18
Antwoorden op vragenlijst 6.1. Respons Lut.
19
20
21
22
Respons An Ik ben Hanna 1. links van mij: Margot, rechts van mij: mama, tegenover mij: Louise en schuin tegenover mij: papa 2. ik voel me de kleine zus (ben ik ook), alsof ik nog door mama moet verzorgd worden. Ik wil graag eens de plaats van Louise innemen, de grote zus. Ik wil niet meer de kleinste zijn én ik wil ook eens naast papa zitten! Ik voel me meest verbonden met mama en Margot. 3. Ik voel me best naast papa en dicht bij Margot. 4. Papa, ik, Margot, Louise en mama 5. Goed, voelt gewoon juister aan. 6. Weinig, vanuit de Faculteit voor Mens en Samenleving (Turnhout) wordt een soortgelijke opleiding gegeven. Vanuit cliëntgerichte hoek doet het me denken aan onze lege-stoel techniek (waarbij bijvoorbeeld moeder in de lege stoel wordt gezet). Ik vind deze ‘technieken’ zeer bruikbaar, intenser, levendiger, krachtig dan erover praten. 7. Interesseert me zeker maar momenteel wegens gebrek aan tijd en ruimte geen verdere vraag.
Respons Kathy (representant voor moeder C) 1. 2 ouders: moeder (kathy) en vader (Guido), 3 kinderen: Louise (oudste - Lut), Margot (Middenste - Elke) en Hanna (jongste - An) Louise en vader langs een zijde van de tafel, rechtover vader zat moeder, rechtover Louise en naast moeder zat Hanna en tussen Hanna en Louise zat Margot. 2. Ik merkte dat mijn partner, de vader, te ver af zat van mij, ik wou die graag naast mij zien zitten. 3. Er werd geprobeerd dat ik naast vader ging zitten, op de andere zijde van de tafel, eigenlijk aan het hoofd van de tafel, waar ik me ook niet echt goed bij voelde, aangezien er een ruimte was tussen mij en mijn jongste dochter waarbij ik me ook niet goed voelde, er was niemand om voor haar echt te zorgen, noch ik noch mijn man. De beste positie voor mij was toen de vader naast me zat, weliswaar op de andere zijde, maar wel ook naast de jongste dochter, dan kon hij voor haar zorgen. 4. moeder en Louise naast elkaar op 1 zijde, rechtover Louise, Margot, rechtover moeder, Hanna en tussen moeder en Hanna, vader 5. Dit was de beste positie voor mij toen de vader naast me zat, weliswaar op de andere zijde, maar wel ook naast de jongste dochter, dan kon hij voor haar zorgen. Ik had mijn man naast me en de dochters rond 23
ons. 6. Ik kende hieromtrent weinig, ik zie vooral een link met psychodrama waarvan ik wel wist dat ze heel wat dingen kunnen losmaken bij mensen. Aangezien ik het niet echt kende, had ik er ook geen uitgesproken mening over. Na de oefening gedaan te hebben, ben ik positief verrast dat je met weinig confronterende dingen toch ook al wat kan wijzigen in een systeem. De vraag die ik me wel stel is, hoe diepgaand de wijzigingen kunnen reiken. 7. Ik wil er gerust meer over te weten komen, misschien is een interne studiedag op het lan-team wel mogelijk?
Respons Guido (representant voor vader J)
Antwoord op vragenlijst 6.2. Respons Katja VRAGENLIJST BETREFFENDE DE FAMILIEOPSTELLING DD. 31 MAART 2006 1. Hoe was het voor jou om toeschouwer te zijn? Het was leerrijk om de interacties tussen de verschillende spelers te zien. 2.Wat is jou bijgebleven van deze opstelling? Dat je heel wat informatie van onbekenden kunt krijgen dmv familieopstelling en dat die informatie ook vaak weerspiegelt wat de familieleden denken en voelen 3.Wat wist je voor deze oefening over Familieopstellingen? (kennis) Ik keek er naartoe als leek 4.Hoe keek je voor deze oefening naar familieopstellingen? (mening)
24
Heel afwachtende naar wat de oefening zou opleveren. In vraag stellende wat zo’n opstelling zou opleveren. 5.Is er in dit verband iets veranderd en zo ja wat? Ja, in de zin dat ik het nut en relevantie van zo’n familie opstelling ontdekt heb, ik had niet verwacht dat buitenstaanders zo’n weerspiegelde informatie zouden weergeven. 6.Heb jij zin om meer te weten te komen over de mogelijkheden en beperkingen van familieopstellingen? Ja of neen. Verklaar nader. Ja, graag. Ik zou graag meer te weten komen over de mogelijkheden en beperkingen van familieleden. Je hebt er ons voor warm gemaakt, dus ik zou zeggen laat maar komen 7.Zou jij mensen doorverwijzen voor een familieopstelling of zou je dit voor jezelf overwegen? Ja, ik zou mensen die nood hebben aan een familieopstelling doorverwijzen en ik zou dat ook voor mezelf overwegen. Ik denk dat er heel wat belangrijke en relevante informatie zou naar boven komen. Mijn blinde vlekken zouden naar de oppervlakte komen.
25