Hoofdstuk IV. -
Het voorlopig bewijs van identiteit voor kinderen jonger dan 12 jaar
Afdeling I. - Toekenning en teruggave
1.
In geval van verlies, diefstal of van vernietiging van een elektronisch identiteitsdocument van een kind onder de twaalf jaar (“Kids-ID”) tijdens de dagen onmiddellijk voorafgaand aan een reis naar het buitenland, in het bijzonder naar een land waar het paspoort niet vereist is, kan elk kind onder de 12 jaar dat geen geldig paspoort heeft en dat daartoe een aanvraag doet, een voorlopig bewijs van identiteit krijgen. Het verloren, gestolen of vernietigd elektronisch identiteitsdocument mag echter niet vervallen verklaard zijn.
2.
In de volgende gevallen wordt het voorlopig bewijs van identiteit eveneens, op verzoek van de persoon of de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen (eventueel op verzoek van de pleegouder(s) of van de verantwoordelijke van de pleeginstelling), toegekend aan kinderen jonger dan 12 jaar die geen geldig elektronisch identiteitsdocument of geen paspoort hebben, en die naar het buitenland gaan, naar een land waar het paspoort niet vereist is: - bij het recent verkrijgen van de Belgische nationaliteit; - in geval van inschrijving in een Belgische gemeente na een verblijf in het buitenland (kind voor het buitenland afgevoerd van de bevolkingsregisters ingevolge vestiging in het buitenland of nooit ingeschreven in België); - bij hernieuwde inschrijving in het bevolkingsregister na afvoering van ambtswege; - in geval van naams- of voornaamsverandering; - in geval van wijziging van de afstamming; - wanneer na het verstrijken van de geldigheidsduur van het elektronisch identiteitsdocument (na 3 jaar), een nieuw elektronisch identiteitsdocument in aan maak is ; - bij de aanmaak van het eerste elektronisch identiteitsdocument. In de laatste 2 gevallen kan geen voorlopig bewijs van identiteit worden afgeleverd wanneer niet ten minste 15 dagen vóór de aanvraag van dit voorlopig identiteitsbewijs de nodige stappen werden ondernomen voor het bekomen van een elektronisch identiteitsdocument. Dit geldt niet voor kinderen die jonger zijn dan 8 weken. In voorkomend geval kan steeds een voorlopig bewijs van identiteit worden afgeleverd, dit op
voorwaarde dat uiterlijk op het ogenblik van de aanvraag van dit voorlopig bewijs van identiteit ook een elektronisch identiteitsbewijs wordt aangevraagd. 3.
Het voorlopig bewijs van identiteit wordt afgeleverd volgens de volgende modaliteiten: De persoon die het ouderlijk gezag uitoefent (eventueel de pleegouder of de verantwoordelijke van de pleeginstelling) ontvangt bij het gemeentebestuur van de hoofdverblijfplaats van het kind een aanvraag om een voorlopig bewijs van identiteit voor zijn kind jonger dan 12 jaar, om reden van een nakende reis naar het buitenland. Die aanvraag wordt ondertekend door de aanvrager en door de ambtenaar van de burgerlijke stand of zijn gemachtigde. De gemeente mag niet weigeren deze aanvraag op te nemen en het document “Aanvraag om een voorlopig bewijs van identiteit voor kinderen jonger dan 12 jaar” uit te reiken, tenzij de gemeente kennis zou hebben van het feit dat de aanvrager niet het ouderlijk gezag zou uitoefenen. Teneinde de betrokkene nutteloze stappen te besparen, dient de gemeente hem niettemin in te lichten over de afgiftevoorwaarden van het voorlopig bewijs van identiteit. De aanvraag om een voorlopig bewijs van identiteit ziet er als volgt uit:
KONINKRIJK BELGIË ____ Aanvraag om een voorlopig bewijs van identiteit voor kinderen jonger dan 12 jaar. De ondergetekende: (naam van de ouder/pleegouder/verantwoordelijke van de pleeginstelling) (*), optredend in naam van het hierna vermeld kind: Naam: Voornamen: Foto van de
Nationaliteit:
titularis
Geboortedatum- en plaats:
Rijksregisternummer: Adres: (gemeente): (straat): (postnummer):
stempel van de overheid
nr.
Register van inschrijving: Ouders: -
verklaart op zijn/haar eer dat het hierboven vermeld kind de komende dagen op reis gaat naar het buitenland (land: ………………………………….) en om de afgifte verzoekt van een voorlopig bewijs van identiteit:
- ter vervanging van een verloren, gestolen of vernietigd elektronisch identiteitsdocument voor kinderen onder de 12 jaar (*) waarbij ondergetekende zich akkoord verklaart met de annulatie van dit elektronisch identiteitsdocument;
- andere reden (**): ……………………………………………………... In nood te waarschuwen persoon: Naam: Adres: Telefoon: Te
op
(handtekening van de declarant)
20.. (handtekening van de overheid)
(*) Schrappen wat niet past (**) vb. recent verkrijgen van de Belgische nationaliteit, …
BELANGRIJK BERICHT 1. Het voorlopig bewijs van identiteit voor kinderen jonger dan 12 jaar is twee maanden geldig. 2. Het voorlopig bewijs van identiteit wordt slechts gebruikt om zijn identiteit te bewijzen in het buitenland of bij overschrijding van de grenzen in de landen die dit document aanvaarden. 3. Dit bewijs van identiteit moet onmiddellijk na de terugkeer in België teruggegeven worden aan het gemeentebestuur van de hoofdverblijfplaats.
Een afschrift van deze aanvraag wordt bewaard bij het gemeentebestuur. Met dit document, in voorkomend geval het attest ‘bijlage 6’ en een recente foto (die overeenstemt met de foto van de Kids-ID), gaat de aanvrager van het document naar de zetel van de provinciale afvaardiging van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, met het oog op het bekomen van een voorlopig bewijs van identiteit. Deze aanvraag moet gedaan worden bij het Arrondissementscommissariaat te Malmedy voor de kinderen van de gemeenten uit het Malmedyse (Malmedy en Weismes), alsook voor de kinderen van de gemeenten van het Duitse taalgebied, bij het Arrondissementscommissariaat te Voeren voor de kinderen van de gemeente Voeren, bij het Arrondissementscommissariaat te Moeskroen voor de kinderen van de gemeenten van het arrondissement Moeskroen en bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Algemene Directie Instellingen en Bevolking (Park Atrium, Koloniënstraat 11 te 1000 Brussel) voor de kinderen van andere gemeenten met een bijzonder taalstatuut, alsmede voor de kinderen van de provincies Vlaams-Brabant en Waals-Brabant. Dit bewijs van identiteit wordt gratis uitgereikt. Er wordt toegestaan dat het voorlopig bewijs van identiteit wordt afgehaald door een andere persoon dan de aanvrager van het document (ook mogelijk indien dit wordt afgehaald door een niet-verwant van het kind), dit mits voorlegging van een ondubbelzinnige bijzondere volmacht, ondertekend door zowel de volmachtgever, als de volmachtdrager. Hier onder vindt u een model van volmachtformulier dat hierbij kan worden gebruikt. Op die manier is zowel een controle van de handtekening van de volmachtgever mogelijk (via het aanvraagformulier), als een controle van de handtekening van de volmachtdrager (via diens identiteitskaart).
VOLMACHT VOOR AFHALING VAN EEN VOORLOPIG IDENTITEITSDOCUMENT
Ik, volmachtgever (naam en voornamen).................................................., geboren op............................................................, wonende te ................................................................. straat, nr ........,
machtig (naam en voornamen).................................................................., geboren op ..........................................................., wonende te ................................................................ straat, nr .........., om in mijn naam het voorlopige identiteitsdocument af te halen in de provinciale regionale delegatie van het Rijksregister.
Gedaan te ……………………………………… , …………………………
4.
De volmachtgever,
De volmachtdrager,
(handtekening)
(handtekening)
De teruggave van het voorlopig bewijs van identiteit moet plaatshebben bij het gemeentebestuur van de hoofdverblijfplaats van het kind, onmiddellijk na de terugkeer in België. Naar gelang van het geval worden de teruggegeven voorlopige bewijzen van identiteit door de gemeentebesturen teruggestuurd naar de provinciale afvaardiging van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, het Arrondissements-commissariaat te Malmedy, te Voeren of te Moeskroen, of naar de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken te Brussel (Algemene Directie Instellingen en Bevolking), met het oog op de onmiddellijke vernietiging ervan.
Wanneer de aanvrager van het voorlopig bewijs van identiteit beweert dat hij dit document heeft verloren of dat dit werd gestolen, dient betrokkene hierover een schriftelijke verklaring te ondertekenen. Indien de gemeente twijfels heeft omtrent de realiteit van dit verlies of diefstal, kan zij de politie vragen om dit te onderzoeken. De ambtenaren belast met de afgifte van de voorlopige bewijzen van identiteit informeren de gemeentebesturen regelmatig over de bewijzen die ze afgeleverd hebben. Op basis van deze verslagen en de afschriften van de aanvraagformulieren die zich bij het gemeentebestuur bevinden, kan elke gemeente een nauwgezette controle uitoefenen over de teruggave van de voorlopige bewijzen van identiteit. 5.
De gemeentebesturen zijn gehouden de betrokken ouders volledig in te lichten over de afleverings- en teruggavemodaliteiten van de voorlopige bewijzen van identiteit, met name over de adressen van de provinciale afvaardigingen van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, en over de werkdagen en – uren (van maandag tot vrijdag van 10 uur tot 12 uur met mogelijkheid om een afspraak in de namiddag te krijgen) (zie eveneens: www.ibz.rrn.fgov.be , dit onder de rubrieken ‘Identiteitsdocumenten en elektronische kaarten’ > ‘voorlopige identiteitskaart’).
6.
De mogelijkheid bestaat ook voor het kind om bij het gemeentebestuur van zijn hoofdverblijfplaats een paspoort te bekomen in plaats van een voorlopig bewijs van identiteit. In sommige gevallen is deze laatste oplossing minder duur (zie reiskosten naar de hoofdplaats van de provincie) en sneller (zie werkdagen en – uren van de provinciale afvaardigingen van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken).
7.
Bij een reis naar het buitenland, naar een land waar geen paspoort vereist is, is het dan aanbevolen bij het voorlopig bewijs van identiteit van een kind jonger dan 12 jaar het attest ‘bijlage 6’ te voegen.
Afdeling II. - Beschrijving van het voorlopig bewijs van identiteit voor kinderen jonger dan 12 jaar.
8.
Het voorlopig bewijs van identiteit heeft een formaat van 12 cm bij 15 cm en wordt vervaardigd uit lichtgroen karton en bevat vier luiken. Luik 2 en 3 zijn doorstreept met een rode diagonaal van + 1/2 cm. Het model ziet er als volgt uit:
LUIK 4
LUIK 1
15 LUIK 2
LUIK 3
12
De geldigheidsduur van de kaart bedraagt twee maanden.
9.
De vermeldingen op het voorlopig bewijs van identiteit worden aangebracht met een schrijfmachine of met behulp van een PC, overeenkomstig de aanwijzingen die hierna volgen. Luik 1 De plaats van uitreiking (hoofdplaats van de provincie - eventueel Malmedy, Tongeren, of Moeskroen) en de data van uitreiking en van verval worden aangebracht met een schrijfmachine of met een PC. Luik 2 Het volgnummer (2 letters en 7 cijfers) is voorgedrukt. De naam, voornamen, nationaliteit, geboorteplaats en -datum, en het register van inschrijving (BR (bevolkingsregister); VR (vreemdelingenregister; WR (wachtregister)) worden aangebracht met een schrijfmachine of met een PC. Luik 2 bevat de foto die gedeeltelijk bedekt wordt door het zegel van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken (aangebracht met een blauwe of zwarte vochtige stempel) en bevestigd is met nietjes en lijm. De foto heeft een hoogte van 4 cm en een breedte van 3,5 cm en het hoofd heeft een hoogte van 1,5 tot 2 cm. Zij wordt van voren genomen. Zij moet duidelijk en recent zijn.
Luik 3 Het volgnummer is voorgedrukt. Onder de rubrieken “hoofdverblijfplaats” en “ouders” worden met de schrijfmachine of PC respectievelijk het juist en volledig adres van de hoofdverblijfplaats op het ogenblik van de uitreikingsdatum van de kaart en de naam en de voornaam van beide ouders aangebracht. De uitreikingsdatum wordt in het rood vermeld met een datumstempel. Onder de vermelding “de afgevaardigde van de Minister”, ondertekent de bij ministerieel besluit behoorlijk afgevaardigde persoon het voorlopig bewijs van identiteit; onder de handtekening wordt de naam van de afgevaardigde van de Minister met de schrijfmachine of PC aangebracht. Het zegel van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken wordt eveneens aangebracht met een vochtige blauwe of zwarte stempel, ter hoogte van de handtekening. Luik 4 De vermelding van de naam, het adres en de telefoon van de in nood te waarschuwen persoon wordt aangebracht met een schrijfmachine of met een PC. Daaronder bevinden zich de voorgedrukte aanbevelingen voor de houder.