Notulen van de vergadering van de Raadscommissie van de gemeente Noordenveld, gehouden op woensdag 3 december 2008 om 20.00 uur in de raadzaal van het gemeentehuis. Aanwezig: Gemeentebelangen: PvdA: VVD: GroenLinks: CDA: ChristenUnie: Agendapunt 10: Griffier:
mevrouw T.A. Nijnuis, de heren J.A. Koolen, A.J. Poelstra, A.J. Russchen (voorzitter) en H.L. Smeenge de dames J.R. Brink-Rozema, K. Kiemel en G. LokhorstWeggemans, de heren M.A. Brink, A.H. Wekema en A.F.M. Witlox de heren N.B. Bossina, J. Louwes en C.A. Voogd de heren O. Huisman en J. Klinkenberg de heren G. Alssema en J.W. Stevenson de heer K. Haan mevrouw …Jager, ambtelijke ondersteuning de heer W.F.C. Damman.
Aanwezig van College van Burgemeester en Wethouders: Burgemeester, wethouders de heren J. Dam en J. Kemkers (Gemeentebelangen) en O.L. Keizer (PvdA). Afwezig met kennisgeving: PvdA: de heer H.G.J. Schelling Gemeentebelangen: de heren J. Darwinkel en J. Posthumus, mevrouw A. Jansen Burgemeester J.H. van der Laan Wethouder G. Wolters (PvdA). 1. Opening De voorzitter opent de vergadering en heet allen welkom. 2. Vaststellen agenda Er zijn twee punten toegevoegd: Agendapunt 12, notitie schoolzwemmen en agendapunt 13, programma voorzieningen huisvesting onderwijs 2009. 3. Vaststelling van de notulen van de vergadering van 12 november 2008 De heer Poelstra verzoekt de notulen op een ander tijdstip vast te stellen, omdat de raadsleden ze pas recent per mail hebben ontvangen. Er is geen gelegenheid geweest, om te reageren. De voorzitter antwoordt dat dit door omstandigheden veroorzaakt is. Hij heeft er contact over gehad met de griffier. De Raad gaat ermee akkoord, de notulen vast te stellen in de vergadering van januari. Het vertrouwelijke deel van deze notulen, dat de raadsleden eerder hebben ontvangen, wordt in beslotenheid vastgesteld. 4. Mededelingen a. berichten van verhindering De afwezigen staan hierboven vermeld. b. inventarisatie gebruikmakers spreekrecht op grond van artikel 18 Verordening Raadscommissie Hiervan wordt geen gebruik gemaakt. c. stand van zaken Veenhuizen d. IGS e. Terugkoppeling gemeenschappelijke regelingen Bij de punten c), d) en e) zijn geen mededelingen.
1
5. Bezwaarschrift de heer Feenstra tegen de hoogte van de aan hem toegekende planschade De heer Huisman denkt dat er geen keuze is. Er is moeilijk een referentielocatie te vinden. Het is triest dat de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ) de zaak verliest, omdat die niet voldoende gegevens kan produceren. Het is goed om deze insteek te kiezen. Die bespaart kosten. De heer Poelstra wijst erop dat het probleem niet bij de SAOZ zit, maar bij het bijzondere karakter van deze plaats, die het niet mogelijk maakt referentielocaties te kiezen. Voor de rechter was dit aanleiding, om die referenties onvoldoende te vinden. Dan ben je snel klaar. Daar moet je niet meer kosten voor maken. Ook hij vindt dit onbevredigend. Dit agendapunt gaat als B-voorstel door naar de Raad. 6. Vaststellen Welstandsnota De heer Voogd zegt er niet veel meer van, want de nota is eerder in de Raadscommissie geweest. Deze lijvige nota biedt architecten en ontwerpers voldoende heldere richtlijnen om te komen tot leuke ontwerpen, die kunnen voldoen aan de eisen van de welstand. De VVD-fractie gaat akkoord met het voorstel. Juist omdat de nota helder is, rijst de vraag of de gemeente daarnaast nog wel een welstandscommissie nodig heeft. De nota vormt het juridische toetsingskader voor de bouwwerken, dat een bouwkundig ambtenaar kan gebruiken. Onlangs was er een publicatie van het ministerie van VROM. De ministerraad heeft op voorstel van minister Vogelaar, mede namens de ministers Cramer (VHV) en Plasterk, ermee ingestemd dat de eis, dat voor iedere reguliere bouwvergunning nog een advies moet worden gevraagd, vervalt. Hoe wordt hierover gedacht? De heer Haan vindt de nota helder. De fractie heeft de indruk, dat de deskundigen in de welstandscommissie niet of nauwelijks in staat zijn om uit te gaan van objectieve criteria, maar zich door subjectieve gevoelens laten leiden. Kan de gemeente niet zonder die welstandscommissie? De heer Huisman wil ook de welstandscommissie afschaffen, zodra die mogelijkheid zich voordoet met de wijziging die het kabinet voorstelt. Bij de motivatie van de heer Haan sluit hij zich aan. Mevrouw Brink staat achter de veranderingen, die de welstand heeft aangegeven. De nota is enerzijds een vangnet om aan redelijke eisen van welstand te voldoen. Anderzijds moet er interpretatieruimte zijn, om slaafse navolging te voorkomen. Dit kan leiden tot een spanningsveld. Hoe pakt het vrij interpreteren door de welstand uit en is dat nog nodig, als er een nota is, waar volgens ambtenaren prima mee kan worden gewerkt? Welke criteria worden toegepast op de welstand zelf? Het kabinet heeft aangegeven, die misschien af te schaffen. Zij stelt voor, over voornoemde met de welstandscommissie eens te spreken. Bij de bespreking in maart is aangegeven bij de paragraaf bedrijven, dat verrommeling aan de achterkant moet worden tegengegaan. Zij gaat ervan uit, dat dit bij de paragraaf over beeldambitie aan de orde komt. Verder vindt de PvdA-fractie de nota een prachtig naslagwerk. De heer Smeenge geeft aan dat Gemeentebelangen zich kan vinden in deze solide nota, die is uitgebreid, waarmee alle zaken kunnen worden getoetst. Van buitenaf is er maar één zienswijze binnengekomen. De vraag is, of de gemeente zonder de welstandscommissie kan. Als er een geschil is, dan kom je bij de rechter en is er geen advies van de welstand bij. Wat zijn de gevolgen voor de procedure? Wethouder Kemkers antwoordt dat de gemeente de welstandscommissie op dit moment nog gewoon nodig heeft volgens de wet. Hij richt zich primair op de welstandsnota en de opmerkingen daarover. Het kabinetsvoornemen gaat om een voorstel, om dat wat er nu gebeurt op basis van de welstandsnota te integreren in de bestemmingsplannen. Dan kan er tegelijkertijd met de
2
bestemmingsplannen getoetst worden. Een commissie, en de Tweede en Eerste kamer moeten zich er nog over buigen. Daar de wijziging op zijn vroegst op 1 januari 2011 van kracht wordt stelt hij voor af te wachten, wat er uitkomt en of het daadwerkelijk zo gemakkelijk zal gaan. Gevraagd is, of een welstandscommissie nog wel nodig is. Als je de jurisprudentie volgt, en iemand is het niet eens met een advies van de welstand, beoordeelt de rechter of het deskundigenadvies goed is geweest. Bij een groot meningsverschil kom je in een lastig parket. De vraag is dan of je als beoordelaar en als organisatie die er ook naar moet kijken. Het advies van de welstand hoef je, mits goed gemotiveerd, niet over te nemen. Die mogelijkheid is er niet, als je zelf inhoudelijk een besluit neemt. Hij reageert daarom terughoudend op de voornoemde vraag. In 2003 heeft Noordenveld als eerste gemeente in Drenthe bij de nieuwe welstandsnota een nieuwe, onafhankelijke, commissie benoemd met een onafhankelijk voorzitter. Tot nu toe hebben zich weinig probleemgevallen voorgedaan, waar de Welstandscommissie anders naar had kunnen kijken. Toen is ook bepaald dat de welstandscommissie zou gaan besluiten in openbaarheid. Soms neemt de aanvrager een uitgebreide staf mee, en ontstaan er interessante discussies met als gevolg dat de commissie er nog eens met een andere blik naar gaat kijken. Of dat de aanvrager, na de deskundigen van de commissie te hebben gehoord, ze gelijk geeft. Dat kan leiden tot een beter plan. Je wilt maximale kwaliteit in je ruimtelijke omgeving. Het systeem met de welstandsnota en de welstandscommissie, waarbij zich geen klachten voordoen, functioneert goed. Daarom moet je het niet inwisselen voor een ongewis systeem. Tweede termijn. De heer Voogd neemt aan dat de ministers zich bij hun voorstel bewust zijn geweest van de problemen die de wethouder schetst, wanneer je geen door de welstandscommissie onderbouwd verhaal hebt. Misschien moet je die niet helemaal afschaffen, maar wel voor verbouwingen van standaardwoningen. Dat leidt tot snellere procedures en lagere legeskosten. Voor de grotere binnendorpse projecten is dan die commissie nog wel nodig. Het kan meer in de vorm van het bestemmingsplan worden gegoten. Dan is er een soort macrovisie van de welstand en wordt er niet over iedere dakkapel gesproken. Aan dat laatste storen veel burgers zich. De heer Haan wil eerst de landelijke wetgeving afwachten. Zijn opmerkingen houdt hij overeind. De wethouder kijkt anders aan tegen de objectieve beoordeling door de welstandscommissie, dan hij. De heer Alssema kan zich niet vinden in het betoog van de heer Voogd. Het is het veiligst, om voorlopig met de welstandscommissie te blijven werken en af te wachten, wat de landelijke politiek beslist. De heer Huisman gaat met de nota van harte akkoord. De landelijke discussies zal hij zeker volgen. Misschien is er in de Raad nog het oude idee van de welstandscommissie en wordt daarom gezegd, dat die niet nodig is. Er zijn gebouwen goedgekeurd, die er niet mooi uitzien. Het betoog is helder. Hij ziet de juridische basis. Die maak je sterker met behoud van de huidige situatie. Mevrouw Brink vindt de nota prima in elkaar zitten, en gaat ermee akkoord. Met de welstandscommissie moet eens worden gesproken over de vraag, hoe die in zijn werk gaat en hoe het mogelijk is, dat bepaalde gebouwen zijn goedgekeurd. Misschien kan er een presentatie worden gegeven. De heer Poelstra heeft niet die behoefte. Je moet je niet bemoeien met de uitvoering. De heer Alssema lijkt het beter, om een zitting van de commissie bij te wonen. De heer Smeenge kan zich goed vinden in de nota. Wat is de rol van de welstandscommissie, gezien de nota en de evaluatie van het POP? Het is goed dat er een welstandscommissie is. Men wil naar meer dynamiek en dan zijn er
3
misschien meer ontwikkelingsmogelijkheden. Met de ondersteuning van die commissie kan de kwaliteit verbeteren en zijn er kwantitatief ook meer mogelijkheden. Wethouder Kemkers is blij dat de Raad de nota goedkeurt. Hij weet niet of de ministers zich altijd realiseren wat de gevolgen zijn op lokaal niveau. Als een nieuwe wet is ingevoerd zijn vaak veel wijzigingen nodig, om die praktisch te laten functioneren. Hij stelt voor te volgen, wat er landelijk gebeurt. Dit agendapunt gaat als B-voorstel door naar de Raad. 7. Benoeming leden / adviseurs Welstandscommissie De heer Smeenge meldt dat Gemeentebelangen zich goed kan vinden in dit voorstel. Dit geeft de continuïteit in deze, goede functionerende, commissie aan. De heer Voogd neemt aan dat, als onverhoopt de welstandscommissie wordt afgeschaft, de in het besluit genoemde periode zal worden aangepast. De heer Poelstra denkt dat dat niet noodzakelijk is, want dan wordt het besluit toch wel aangepast. Wethouder Kemkers sluit daarbij aan. Naar aanleiding van een eerdere vraag van de heer Haan verduidelijkt hij, dat in het stuk twee kandidaten worden genoemd, en dat er ook twee mensen worden vervangen. Dat geeft geen extra kosten, want de gemeente betaalt per advies. De heer Haan heeft die technische vraag gesteld aan de desbetreffende ambtenaar, en is die erkentelijk voor zijn antwoord. Wethouder Kemkers vindt het knap, en bedankt de heer Haan ervoor, dat hem dit is opgevallen. Hij heeft dat zelf niet in het stuk aangegeven. Dit agendapunt gaat als B-voorstel door naar de Raad. 8. Vaststelling verordening en percentages onroerende zaakbelastingen 2009 De heer Wekema verzoekt de tabellen in de krant te plaatsen, ter verheldering voor de burger, met een korte toelichting. De heer Bossina heeft bij de begrotingsvergadering gemeld, dat zijn fractie niet akkoord gaat en het wil houden op 2% verhoging. De onroerende zaakbelastingen (OZB) mogen niet worden gebruikt als sluitstuk voor de begroting. De begroting moet worden aangepast aan de financiële middelen van de gemeente. De heer Poelstra laat die woorden voor rekening van de heer Bossina. De OZB is een belangrijke inkomstenbron voor de gemeente en is gekoppeld aan het door de burgers gewenste voorzieningenniveau. Er is een nieuwe taxatiesystematiek. Het is niet ondenkbaar dat de waarde van onroerend goed de komende tijd daalt. Dan heeft de gemeente wel iets uit te leggen, want dat zou betekenen dat de inkomsten fors naar beneden gaan, tenzij zij de tarieven fors aanpast. De fractie is blij, dat een aantal groepen beperkt verhoogd wordt, en is in grote lijnen zeer tevreden. De heer Klinkenberg vindt relevant aan die laatste opmerking, dat de gemeente niet met een automatische waardestijging heeft te maken. De toekomst is ongewis, in verband met de waardeontwikkeling van woningen per 1 januari 2008, de behoorlijk diep ingrijpende kredietcrisis, en de financieel economische crisis. De fractie van GroenLinks gaat wel akkoord met de voorgestelde percentages. De heer Haan herinnert zich de afspraak, dat de opbrengsten altijd gelijk zouden blijven. Dat bij een prijsdaling het percentage automatisch wordt aangepast, zodat de opbrengst voor de gemeente gelijk blijft. Wethouder Keizer antwoordt dat het inderdaad is, zoals de heer Haan aangeeft. In de begrotingsvergadering wordt aangegeven, met welk percentage totale opbrengst wordt verhoogd. De percentages in dit voorstel zijn daarop gebaseerd. Het College wil volgend jaar het inflatiepercentage verhogen en de percentages opnieuw berekenen, zodat de
4
totaalopbrengst met 2 en 3% omhoog gaat, om de kostenstijgingen bij te houden. De gemeente heeft geen last van waardedalingen. Net als in de begrotingsvergadering, gaat de VVD-fractie ook nu niet akkoord. Dat mag, maar dan is er wel een gat in de begroting. De 3% verhoging is een voldongen feit. Dit voorstel is er de consequentie van. Het is een goede suggestie om in de krant aan te geven, wat de gevolgen zijn voor de burgers, en dat die tot kleine bedragen beperkt blijven. De heer Bossina verwacht dat het gat wel meevalt, gezien het aantal medestanders. De heer Alssema vindt dat de informatie over de gevolgen met de toeslag kan worden meegezonden. Tweede termijn. De heer Poelstra stelt voor om bij die publicatie een aantal voorbeeldwoningen te nemen, en de hoeveelheid cijfers te beperken. Dit agendapunt gaat als B-voorstel door naar de Raad. De VVD-fractie zal tegenstemmen. 9. Verordening Onderhoudswerkzaamheden van de Openbare Ruimte De heer Haan zijn fractie is blij met dit voorstel. Een groot voordeel is de besparing op onder andere de uitkeringskosten. Maar ook, dat een aantal mensen nu actief is, dat anders thuis zou zitten. De ongewenste effecten daarvan worden voorkomen en het gevoel van eigenwaarde wordt versterkt. Hoe wil het College zonder aanbesteding een marktconforme prijs vaststellen? In de huidige periode kan een aanbesteding leiden tot een verrassend resultaat. Deze methode betekent ook, dat er geen aanbestedingsvoordeel van Beheer Openbare Ruimte (BOR) in zit. Wat hem betreft, kan dat. Zijn er wel besparingen te verwachten op de uitkeringskosten en zo ja, komen die dan aan BOR ten goede? Die systematiek is wel in de Raad vastgesteld. De heer Stevenson brengt een nuance aan. Hij is overtuigd van de noodzaak van deze verordening, maar de gemeente zet zich aanbestedingstechnisch buiten spel. Een alternatief kan zijn, de aanbesteding wel in stand te houden, maar een andere firma te verplichten om de mensen van Novatec over te nemen, net als bij Connexxion. Daarmee voorkom je, dat mensen buiten spel komen te staan. De heer Klinkenberg vindt het prima, dat het groenonderhoud wordt voorbehouden aan Novatec. De fractie gaat akkoord met het vaststellen van de verordening. De heer Wekema is zich bewust van de bijzondere situatie van Novatec. Dat verschaft werkgelegenheid voor een kwetsbare groep in de samenleving. Dit is belangrijk en de fractie wil daarin haar verantwoordelijkheid nemen. Ook als opdrachtgever speelt de gemeente hierin een belangrijke rol. Hij gaat in op het kwaliteitsaspect. Het groeien naar ‘standaard met parels’ vraagt ook van Novatec een belangrijke investering in de mensen zelf en het coachen. Hij hoopt dat de gemeente dat aangeeft en dat Novatec sterk op het begeleiden van mensen inzet, ook gezien het werken met de BOR systematiek. Hoe zit het met de eigen medewerkers in het groen? Op welke uitkeringskosten wordt bespaard? Het is een WSW organisatie, welk bedrag gaat daarnaar toe? De fractie gaat ervan uit, dat de kwaliteitsnormen de BOR normen zijn. Wat is marktconform? Als in BOR wordt uitgegaan van een groeimodel naar ‘standaard met parels’, hoe wordt dat dan verwerkt in een overeenkomst, die over meer jaren gaat? Mevrouw Nijnuis is benieuwd naar het antwoord op alle vragen. Zij heeft begrepen, dat dit eerst een contract voor één jaar is. De heer Voogd zijn fractie vindt het voorstel sympathiek, maar is benieuwd hoe er een concurrerende prijs tot stand kan komen.
5
Gekozen is voor optie 2. In de kanttekeningen van het B&W voorstel staat onder b, dat niet onomstotelijk vaststaat dat een beroep op artikel 17 BAO in dit geval gerechtvaardigd is. Wat kunnen hiervan de consequenties zijn voor de gemeente? Wethouder Dam brengt de dank over aan de afdeling. Er wordt ieder jaar met Novatec onderhandeld over het aantal uren voor het plantsoenonderhoud. Dat wordt nu doorvertaald naar beeldkwaliteitsbestekken, zodat Novatec precies weet, welk onderhoudsniveau er wordt verwacht en voor welke prijs. De prijs kan de gemeente controleren op basis van de ervaringscijfers met Oranjewoud en CROW. Er is onderhandelingsruimte om op het bedrag te komen dat verantwoord is bij het onderhoudsniveau in de beeldkwaliteitsbestekken. Dit vraagt ook van Novatec een andere werkwijze. Er is overleg over de veranderde systematiek en de implementatie van BOR. Uiteindelijk leidt dit tot een prijs voor dat onderhoudsniveau. Als de onderhandelingen leiden tot een voordelige prijs ten opzichte van de begroting, dan kun je spreken van een aanbestedingsvoordeel, dat binnen de BOR pot blijft. Het bedrag bij de begroting is het uitgangspunt bij de onderhandelingen. Getracht is de kwaliteit te borgen door met Novatec de BOR systematiek te bespreken en goede afspraken te maken op basis van beeldkwaliteitsbestekken. De gemeentelijke medewerkers controleren of de werkzaamheden conform dat bestek worden uitgevoerd. Zo wordt de kwaliteit beter gemeten dan nu, waarbij Novatec zelf afweegt hoe vaak er wordt geschoffeld, ongeacht of er onkruid staat. Het College gaat uit van een groeimodel BOR. De ambitie is om door ontschotting en ‘aanbestedingsvoordelen’ in de centra, begraafplaatsen en bij de accenten, het onderhoud van basis naar een hoger niveau te krijgen. Er is nog geen groeimodel vastgesteld, want daartoe zou in de Voorjaarsnota met voorstellen worden gekomen. Het is een contract voor één jaar, met twee optiejaren. Het College heeft er vertrouwen in dat het systeem redelijk goed houdbaar is. Het is al door veel gemeenten onderzocht en wordt daar toegepast. Uiteindelijk velt de rechter een oordeel, waar de gemeente zich in moet schikken. Dan zal het College opnieuw met een voorstel naar de Raad komen. De eigen mensen blijven een deel van het werk zelf doen, waarvoor ze verantwoordelijk zijn en worden ingezet voor de kwaliteitsbeoordeling. In uitvoerende en controlerende zin blijven ze erbij betrokken. De mogelijkheid bestaat, dat private partijen ook dit soort mensen moeten aannemen. Het College kiest ervoor de contractverplichting met Novatec door te zetten. Dat heeft mensen met een indicatie aan het werk en daarnaast is er de recente ontwikkeling, dat ze naar private partijen gaan en van daaruit ingezet worden. Dat moet duidelijk in het bestek. Hij weet niet of daarin mag worden opgenomen, dat het alleen mensen uit deze gemeente mogen zijn, wat met Novatec wel zo is. Een en ander moet uitkristalliseren. Met Novatec bestaat een goede relatie en het levert goede prestaties. Geprobeerd wordt mensen naar de markt te krijgen en de echt kwetsbare groep aan het werk te houden. Met die combinatie kan de gemeente goed uit de voeten. Er zijn voor openbare werken budgetten beschikbaar, die hiervoor aangewend kunnen worden. Of de voordelen teruggekoppeld worden naar BOR, moet worden uitgezocht. De heer Haan tekent aan dat de Raad heeft uitgesproken, dat alle voordelen binnen het BOR systeem aan BOR ten goede komen. Wethouder Dam antwoordt dat dit gaat over het budget van openbare werken. Of er een doorvertaling mag komen naar het budget sociale zaken, zoekt hij uit. Hij laat dat voor de raadsvergadering schriftelijk weten. Tweede termijn. De heer Stevenson is ervoor, om de systematiek uit te proberen, zodat een kwetsbare groep onder de vlag van Novatec aan het werk kan. De gemeente heeft een alleenrecht, en moet daarvan de consequenties dragen. Hij vindt dat een jaar een goede termijn is, en
6
daarin evaluatiemomenten moeten komen. De gemeente moet kritisch blijven en prijzen in de markt vergelijken. Bij de WMO aanbesteding voor huishoudelijke verzorging gaat het ook vaak om kwetsbare groepen, die zorg leveren en zorg ontvangen. Als de gemeente het alleenrecht voor deze systematiek heeft, hoe zit het dan met het WMO traject? De heer Wekema herinnert zich ook, dat het bij de Voorjaarsnota zou terugkomen. In het stuk staat echt een overeenkomst van drie jaar plus twee optiejaren. Je wilt groeien naar ‘standaard met parels’. Neem dat meteen mee in een eventuele overeenkomst, als je toch al voor drie jaar een contract sluit. Wethouder Dam laat weten dat het College primair aandacht houdt voor deze kwetsbare groep bij Novatec. De prijs staat niet voorop. De doelgroep moet zinvol aan het werk blijven. Natuurlijk volgt het College de ontwikkelingen en wil bekijken, hoe deze uitkristalliseren. Daarnaast is Novatec goed in de private sector aan de gang, dat zich ook vertaalt in het jaarresultaat. Het College volgt de bureaus, die de gemeente onafhankelijk van cijfers voorzien. Inderdaad is sprake van een groeitraject. Over een bepaald beeldkwaliteitsniveau worden prijsafspraken gemaakt. Als uit de Voorjaarsnota een traject naar een hoger niveau voortvloeit, dan is er daarvoor onderhandelingsruimte. In het contract wordt een aanpassingsmogelijkheid meegenomen. De heer Poelstra heeft van de afdeling begrepen, dat het gaat over één jaar en twee optiejaren. Wethouder Dam verwijst naar de stukken, waarin staat drie jaar plus twee optiejaren. De heer Stevenson geeft mee dat in het kader van de Europese aanbesteding drie jaar met twee optiejaren logisch is. Het gaat om veel geld. Misschien moet het toch voor een kortere termijn worden geprobeerd. Wethouder Dam antwoordt dat ook richting Novatec zekerheid moet worden geboden, om beleid uit te kunnen zetten. De Raad krijgt bevestigd, wat de looptijd is. De heer Wekema bedoelt ook een langere termijn, maar er moet rekening worden gehouden met groei. De heer Stevenson verzoekt wat betreft de huishoudelijke verzorging in het kader van de WMO de Raad op korte termijn te informeren, of die ook onder deze sector valt. Dat gaat misschien niet over dit onderwerp, maar sluit erbij aan. De voorzitter stelt vast dat de wethouder voor de raadsvergadering terugkomt op de vraag over het terugvloeien van geld naar BOR en die over de looptijd. Dit agendapunt gaat als A-voorstel door naar de Raad. 10.Vaststellen Ruimtelijk Integraal Handhavingsbeleid gemeente Noordenveld 2009 – 2012 Mevrouw Lokhorst ziet in de beleidsnotitie veel onderwerpen op veel beleidsterreinen, zoals milieu, bouw, APV, enzovoort. Een goede uitvoering van onderwerpen op het gebied van handhaving is duidelijk. Deze notitie is belangrijk, want die biedt duidelijkheid voor de burgers en uitvoerders. De handhavingstaken zijn geprioriteerd met behulp van een risicomatrix. Haar fractie beschikt over onvoldoende kennis, om aan te geven waar de prioriteit moet worden aangepast. Daar zij alle vertrouwen heeft in de risicomatrix, het misschien niet op een goede wijze wordt beoordeeld en dan meer emoties losmaakt, lijkt haar dat niet wenselijk. Met de beleidsnotitie moet er waar het nodig zakelijk worden opgetreden. Is het College ervan overtuigd dat er voldoende handhaving kan plaatsvinden en heeft de gemeente daarvoor voldoende menskracht? De fractie gaat akkoord met de notitie. Om er wat meer gevoel bij te krijgen zou het prettig zijn, een informatiebijeenkomst te organiseren voor de betrokkenen. De heer Huisman vindt de notitie heel goed. Deze handhavingssystematiek wordt al jaren toegepast, maar is nu in een notitie vastgelegd. Er staat goed verwoord, dat een
7
verbinding is gelegd met andere handhavingsdiensten, zodat gemeenten de gezamenlijkheid kunnen oppakken. Hij geeft twee suggesties mee. Hij stelt voor om, net zoals bijvoorbeeld bij de provincie Groningen gebeurt, de gedoogbeschikkingen waar mogelijk te vervangen door een partiële handhavingsbeschikking. Als je voor een situatie een gedoogbeschikking afgeeft, kun je niet meer handhaven. Een partiële handhavingsbeschikking beschrijft een bepaalde situatie, zodat je bijvoorbeeld sancties kunt opleggen. Er worden drie knelpunten genoemd bij handhaving milieu, onder andere dat die niet optimaal verloopt. Dat probleem komt veel voor bij handhavers. Deze praktische mensen horen in het veld te zijn om te controleren en moeten niet teveel lastig worden gevallen met administratieve rompslomp. Dat kunnen goedkopere krachten doen. Hij verzoekt in de organisatie na te gaan, of hiervoor een administratieve kracht kan worden ingehuurd, zodat de handhavers meer de straat op kunnen. In prioriteit 1 en 2 zit weinig verschil. Toch verzoekt hij, om de sloopvergunning voor asbest prioriteit 1 te geven. Dit onderwerp wordt in Nederland altijd gebagatelliseerd. De situatie is ernstiger dan men denkt, omdat de directe gevolgen niet te zien zijn. Als dit punt prioriteit 1 krijgt, wordt daar alleen al een signaal mee afgegeven. De heer Haan vindt het goed dat de beleidsnotitie er is, al had die er eerder moeten zijn. De notitie ziet er goed uit en geeft een goede indruk van de intenties. Hij is geschrokken van de hoeveelheid knelpunten en de gevolgen daarvan. Er is nog veel werk te doen, om het handhavingsbeleid op het gewenste niveau te brengen. Hij verzoekt het College, de Raad eenmaal per jaar informatie te verschaffen over de voortgang in de oplossing van knelpunten. De heer Bossina maakt zijn complimenten voor de heldere notitie. Op pagina 5 staat, dat handhavingsprioriteiten en activiteiten tweejaarlijks worden vastgelegd in een protocol. Waarom is gekozen voor twee jaar? Kan met het jaarlijkse handhavingsverslag niet bijgestuurd worden en kan dat niet direct worden geïmplementeerd in het protocol? Op pagina 6 staat, dat de gemeente een ‘matig spontaan naleefgedrag’ heeft. Wat wordt daaronder verstaan, hoe komt het, wat wordt eraan gedaan en hoe is dat gedrag in vergelijking met andere plattelandsgemeenten? De fractie vindt ook dat de bedrijfsvelden, waar de grootste risico’s liggen, prioriteit moet krijgen. Zeker gezien de beperkte handhavingscapaciteit van de gemeente. Waarom staat er op pagina 42 bij de LPG stations, in plaats van prioriteit 2, niet prioriteit 1? In de op pagina 16 genoemde taakvelden voor integrale handhaving, kan de fractie zich vinden. Moet de toezegging op naleving van de Leerplichtwet hier niet onder vallen? De heer Poelstra sluit aan bij de andere sprekers. Het is een goede, duidelijke notitie met een hoge realiteitswaarde. De risicomatrix is goed uitgewerkt. Dat je keuzes moet maken in verband met de krapte, is logisch. Hij ziet nog geen aanleiding om uit te breiden. De risico’s zijn goed in beeld gebracht. Hij onderschrijft de woorden van de heer Huisman over de sloopvergunning voor asbest, ten behoeve van de volksgezondheid. Het ‘matig spontaan naleefgedrag’ wordt mede bepaald door de regels, die je stelt. Wel is het belangrijk dat er goed gecommuniceerd wordt, wat de bedoeling is. De risicofactoren zijn heel belangrijk. Er zijn ook zaken bij, die niet hoog in de risicomatrix scoren, maar die voor het gevoel van mensen goed gehandhaafd moeten worden. Dat soort zaken, dat door mensen als vervelend wordt ervaren, moet worden bekeken. Hij hoopt dat de gemeente kan waarmaken wat er wordt beloofd in de uitstekende notitie. Wethouder Dam dankt voor de complimenten en brengt die over. Getracht is, te komen tot een hoog realiteitsgehalte en het beleid te laten passen bij de beschikbare fte’s. Er is vrij uitgebreid geprioriteerd. In deze volgorde kan het handhavingsbeleid goed en adequaat worden opgepakt. Mensen moeten passen bij het uit te voeren programma. De ambitie is behoorlijk.
8
Wat betreft het voorstel voor een informatiebijeenkomst vindt hij het prima, de Raad te betrekken bij de gang van zaken op de afdeling. Maar er is tijd nodig, om ermee te leren en te werken. Hij stelt voor om bijvoorbeeld na de zomer te bekijken of dat klopt met de notitie, of de medewerkers ermee uit de voeten kunnen en of de controles worden uitgevoerd, zoals is afgesproken. Hij bedankt voor de goede suggestie, om na te gaan bij de gedoogsituaties of door middel van een partiële handhavingsbeschikking meer grip op de zaak kan worden verkregen. Hoe het zit zal worden uitgezocht en, als het wat is, zal ermee gewerkt worden. Voor het inhuren van mensen moet altijd een afweging worden gemaakt. Secretaresses moeten weten waarover het gaat. De mensen in de buitendienst weten waar het werk ligt, wat er speelt en hoe zaken op papier moeten. Op het gebied van automatisering wordt er veel aan gedaan, om zaken gelijktijdig te kunnen afhandelen. Bij de sloopvergunning voor asbest, is voor de prioritering met name gekeken naar natuur en milieu. Bij iedere sloopvergunning wordt er op asbest gecontroleerd. Het maakt daarom niet uit, of bij dat punt prioriteit 1 of 2 komt te staan. De heer Haan vraagt hij of er in de rapportages, die naar de Raad gaan, nadrukkelijker aandacht voor de knelpunten moet zijn. Er wordt ieder jaar gerapporteerd over de voortgang bij de handhaving. De heer Haan ziet bij sommige knelpunten staan, dat er de komende jaren aan wordt gewerkt. Hij ziet graag, wat ervan is gerealiseerd. Mevrouw Jager bedankt voor de tip voor de partiële handhavingsbeschikking. De gemeente verleent praktisch geen gedoogbeschikkingen. Dat is alleen gebeurd voor de permanente bewoning in de Oosterduinen, en met het omzetten van beleid naar de hele gemeente. Zo nodig wordt er gebruik gemaakt van de tip. Er zijn al afspraken over gemaakt, dat de administratieve ondersteuning de brieven uitwerkt. Daarvoor is die wel afhankelijk van het bezoekrapport van diegene, die controleert. De toezichthouder in het veld moet dat zelf invullen in het controleverslag. Daarna kan de brief door een secretaresse worden gemaakt. Het klopt dat de knelpunten in het jaarverslag nooit werden meegenomen, maar nu staat dat expliciet in het beleid. Het is geen probleem, om voortaan aan het jaarverslag toe te voegen hoe het staat met de knelpunten. Er is bewust voor gekozen, het handhavingsprogramma om de twee jaar te maken, en tussentijds te evalueren. Het maken van het jaarverslag neemt al veel tijd in beslag. Dat kan meestal pas halverwege het jaar worden gepresenteerd. Zo nodig komt er tussentijds een voorstel voor een aanpassing. Er wordt gesproken over ‘matig spontaan naleefgedrag’, omdat bij iedere controle er wel iets wordt geconstateerd. Het is niet altijd zo, dat mensen bewust overtreden, vaak zijn ze niet op de hoogte. Bij milieuovertredingen wordt ook wel eens gemakkelijk gedacht. Het zijn vaak kleine overtredingen, die wel worden geconstateerd. Het komt weinig voor, dat een ondernemer of particulier volledig op de hoogte is met de regels en dat zij alles naleven. De gemeente Noordenveld doet het over het algemeen wel goed. Dit soort kleine overtredingen kom je in alle gemeenten tegen. In het kader van de externe veiligheidsvisie is gekeken naar de LPG tankstations, de risicofactoren en de risicocontouren. Er zijn geen knelpunten en storende situaties in de gemeente, en over het algemeen worden de regels goed nageleefd. Daarom staan LPG tankstations onder prioriteit 2. Het verschil tussen prioriteit 1 en 2 is heel klein. In het verleden is geconstateerd, dat het onderdeel leerplicht niet ligt bij de handhavers van de gemeente. Medewerkers beschikten niet over de juridische kennis, om de aanschrijving te doen. Er is gezegd, dat bij het juridische gedeelte eventueel kan worden ingesprongen, maar niet bij de controles. Wethouder Dam ondersteunt de toezeggingen. Tweede termijn.
9
Mevrouw Lokhorst kan zich vinden in het voorstel van de wethouder om in de tweede helft van 2009 te bekijken, hoe een en ander loopt. De heer Haan is content met de toezegging, dat gerapporteerd wordt over de knelpunten. De ChristenUnie gaat akkoord. De heer Bossina gaat akkoord. Hij bedankt ook mevrouw Jager voor de heldere, goed bruikbare, beantwoording. De heer Poelstra stemt in. Hij complimenteert mevrouw Jager en de wethouder. De voorzitter bedankt mevrouw Jager. Dit agendapunt gaat als B-voorstel door naar de Raad. 11.Milieubeleidsplan 2008 – 2012 Mevrouw Nijnuis stelt vast dat alleen door de IVN Roden gebruik is gemaakt van de mogelijkheid om mondeling een zienswijze in te dienen. Het betreft het stimuleren van het gebruik van het openbaar vervoer en de fiets. Dit is opgenomen in hoofdstuk 14 van het milieubeleidsplan. Op 19 september jl. is een verklaring door het College ondertekend over duurzaam inkopen. Dat staat nu ook in het plan, bij hoofdstuk 12. Verder is de opmerking van de Milieu Adviesraad Noordenveld (MARN), over de lichtreclames, verwerkt in het stuk. De fractie van Gemeentebelangen gaat helemaal akkoord met dit plan. De heer Haan stelt bij het opnieuw lezen van de nota vast, dat de tijd voortschrijdt. Er komen dingen boven, die hij eerst niet goed had gezien. Bij de lichthinder staat dat er zo nodig iets over moet worden opgenomen in de APV. Dit moet stelliger worden geformuleerd, en als doelstelling in de APV worden opgenomen. Het beleidsplan openbare verlichting zou in 2008 komen, maar is er nog niet. Wanneer is de verwachting, dat het komt? De nota is geschreven in een periode, waarin enkele dingen nog moesten gebeuren. Onder andere de raamovereenkomst elektra liep medio 2008 af. Is de inkoop van groene stroom inmiddels gebeurd? Valt het nieuwe deel van het gemeentehuis ook onder het terugdringen van het energiegebruik binnen gemeentelijke gebouwen? De centrale hal is ’s avonds een zee van licht. Is er meer bekend over het vergroenen van de inkoop van gas? Is het de doelstelling van het College, om in Drenthe de goedkoopste te worden voor wat betreft afval? De fractie van de ChristenUnie dringt erop aan dat het College zich sterker maakt voor duurzaam bouwen, door duidelijke eisen te stellen aan projectontwikkelaars en woningbouwcorporaties. Veel zaken moeten in 2008 hun beslag krijgen. Kan de Raad een overzicht krijgen van zaken, die gerealiseerd zijn? De fractie is verbaasd over de activiteiten van het OV-Bureau samen met de gemeente bij de aanbesteding van onder andere het regiovervoer, zonder dat er contact is geweest met andere vrijwilligersorganisaties. De ChristenUnie wil daar binnenkort op terugkomen. De heer Huisman is blij dat het plan er nu zo ligt. Alle voornemens waar de gemeente mee aan de slag moet, kunnen zijn goedkeuring wegdragen. Dit moet tot uitdrukking gebracht worden in feitelijk handelen. Een aantal nota’s moet worden vastgesteld: het beleidsplan duurzame ontwikkeling, het gemeentelijk rioleringsplan, een nieuw afvalstoffenplan en een verlichtingsplan. De fractie vindt dat deze voor de voorjaarsnota in de Raad moeten komen. Dan kan daadwerkelijk uitvoering worden gegeven aan dit milieubeleidsplan. Als dat opschuift, dan doe je in feite niets met het plan. Wat betreft duurzame ontwikkeling heeft hij bij de algemene beschouwingen een voorzet gedaan. Deze nota hoef je niet zelf te bedenken, maar moet je alleen toeschrijven op je eigen gemeente. De gemeente Groningen bijvoorbeeld is al heel ver met duurzame
10
ontwikkeling. Daar kun je gebruik van maken, misschien in regioverband, voor deze beleidsnota. Hoofdstuk 2, de milieuambities. Er is aan het stuk weinig veranderd ten opzichte van het eerdere stuk, terwijl er wel opmerkingen zijn gemaakt. Bijvoorbeeld op pagina 5 wordt gesproken over het voorbereiden van een eventuele CO2-opslag en dat de gemeente eraan meewerkt. Verderop in het stuk staat, dat zij dat niet doet. Dan is het slordig om in de ambities op te nemen, dat je er wel al mee werkt. Er staat vermeld, dat de milieukwaliteiten op een hoog peil moeten worden gehouden. Hoe hoog is dat peil nu? In het stuk zie je, dat de gemeente de kwaliteiten van het milieu naar een hoger plan wil brengen. Als dat als milieuambitie wordt gezien, klopt dat niet met wat zijn fractie bedoelt. Hij is het eens met de vraag van de heer Haan over lichtreclame. Wat wordt er bedoeld met dit zo nodig in de APV op te nemen, wanneer gebeurt dat en hoe? Hij wil dat punt zo spoedig mogelijk ontvangen. Het kan zelfs in het algemene verlichtingsplan worden meegenomen. De fractie is heel blij met de ondertekening van het convenant duurzaam inkopen. Er staan allemaal goede dingen in de nota, maar het gaat om de uitwerking. De heer Brink zijn fractie heeft zich in augustus tevreden getoond over het plan. Het is goed opgesteld, leesbaar en helder. Wanneer kan de Raad de nota’s duurzaamheid en openbare verlichting tegemoet zien? En wat is het ambitieniveau daarvan? Wil Noordenveld net als in Tynaarlo de meest duurzame wijk van Nederland realiseren? Het plan loopt tot 2012 en nu is het december 2008. Is het niet beter er 2009 – 2013 van te maken, om misverstanden te voorkomen? De heer Huisman benadrukt dat de Raad de kaders moet stellen. Ik heb gevraagd die voor de Voorjaarsnota neer te leggen. Willen de andere fracties zich aansluiten bij zijn verzoek, voor de voorjaarsnota met die nota’s te komen? De heer Brink sluit daarbij aan. Wethouder Dam vindt het een goede suggestie om een looptijd van 2009 – 2013 te nemen, als de overige raadsleden daarmee ook instemmen. Er zit veel werk in, en dan kan de volle periode worden benut. Naar aanleiding van wat er in de MARN is gezegd, wordt een pas op de plaats gemaakt wat betreft de serrestal en de lichtreclames. Het is de bedoeling om in de nota duurzaamheid aan te geven, hoe met lichthinder moet worden omgegaan. Over het aantal branduren van lichtreclames en de hoeveelheid watt moeten afspraken worden gemaakt. In het presidium heeft de voorzitter gemeld, dat het beleidsplan openbare verlichting in januari of februari komt. Er was meer tijd nodig, in verband met het verwerken van veel vragen van de MARN. Dan kunnen ook de laatste ontwikkelingen worden meegenomen. Er is een nieuwe energieovereenkomst in het kader van LED gesloten, in Drents verband. Daarbij wordt groene stroom ingekocht. Het College heeft daar niet voor gekozen, daar er al een flinke prijsstijging was door de ontwikkelingen op de energiemarkt. Als de gemeente het gas wil vergroenen, dan is ze € 30.000,00 meer kwijt. Dat is financieel gezien een stap te ver, gezien de forse prijsstijgingen. Het nieuwe gemeentehuis is volgens de laatste eisen gebouwd. Er is zoveel mogelijk tegemoet gekomen aan de wensen wat betreft duurzaam bouwen. Hij, en veel anderen, hebben ook geconstateerd dat er teveel licht brandt. Er wordt onderzocht, hoe dat in de nacht meer kan worden gedimd. De gemeente moet er meer aandacht aan schenken in het kader van het Energieakkoord Noord Nederland. Met de EPC normen, waar een woning of gebouw aan moet voldoen qua energieverbruik, wordt al rekening mee gehouden. Er komen richtlijnen, die het convenant duurzaam bouwen gaan vervangen. Per gemeente worden er op basis van maatwerk afspraken gemaakt. Dit valt onder het Energieakkoord Noord Nederland en de nota duurzaamheid. Hij legt voor de raadsleden een globaal overzicht ter inzage van wat er in 2008 gerealiseerd is. Details worden opgenomen in het jaarverslag.
11
Er is voorlichting geweest van het OV Bureau. Verschillende stromen van openbaar vervoer worden gecombineerd aanbesteed in Noord Drenthe. Het gaat om WMO- en leerlingenvervoer en kleinschalig openbaar vervoer. Ook wordt bekeken, of een regiotaxi kan worden ingevoerd. De eerste drie stromen zullen niet van invloed zijn op het Vervoer Ouderen Regio Noordenveld (VOR) en de Stichting Ouderenvervoer Norg (SON). Zodra het College verdergaat met een regiotaxi, zal worden overlegd met SON en VOR. Er zijn misschien raakvlakken, zodat vroegtijdig moet worden overlegd. De heer Haan denkt dat het WMO vervoer van grote invloed zou kunnen zijn. Het gaat om het belang van de klanten. Wethouder Dam zal het belang in de gaten houden en op de regiotaxi terugkomen. Als hij bij het huidige WMO vervoer zaken tegenkomt, dan wordt er overlegd met de groeperingen. De heer Huisman verzoekt dringend, de nota’s voor de voorjaarsnota gereed te hebben. Dat kan het College nu niet toezeggen. Anders betekent het dat andere zaken, waar ambtenaren aan werken, blijven liggen. Het openbaar verlichtingsplan komt in januari of februari. De afvalstoffennota zal nieuw geschreven worden. Hij zit er bovenop om de afgesproken zaken uitgevoerd te krijgen en de Raad tijdig te informeren over de nota’s. Via internet wordt gekeken wat andere gemeenten over duurzaamheid bedacht hebben. Je moet wel nagaan, of het in Noordenveld toegepast kan worden. Hij wil ambities ook kunnen waarmaken. De CO2-opslag is als enige punt juist uitgezonderd bij het energieakkoord. Noordenveld doet niet mee met die opslag in de gemeente. De heer Huisman verwijst naar pagina 5 waar dat anders staat. Wethouder Dam zal ernaar kijken. Hij gaat in op de milieuambities. Er wordt binnen de aanwezige financiën naar gestreefd, zoveel mogelijk te doen en geprobeerd, de lat steeds wat hoger te leggen. Er zijn een energieakkoord en een inkoopovereenkomst aangegaan. In 2015 wil het College alles duurzaam ingekocht hebben. Waar de lat hoger kan worden gelegd binnen de aangegeven ruimte, doet het College dat. Hij vraagt een reactie op het voorstel van de heer Brink, om 2008-2012 te veranderen in 2009-2013. De heer Alssema vindt dat wat te snel door de bocht. De heer Brink verzoekt in ieder geval bijvoorbeeld in januari of februari aan te geven, wanneer de Raad de nota’s in de loop van 2009 tegemoet kan zien. Wethouder Dam wil inzicht geven in de momenten, waarop de nota’s klaar zullen zijn. Tweede termijn. De heer Smeenge vraagt aandacht voor het bedrijf, dat een aanvraag voor een serrestal heeft gedaan. De gemeente heeft verzocht die eerst weer in te trekken, omdat er geen beeld was van de lichtintensiteit en er eerst een Collegestandpunt moest komen. Hoeveel tijd kost dat, zodat dit bedrijf verder kan? De heer Voogd denkt dat het voorstel, om de termijn te veranderen in 2009 – 2013, als consequentie heeft een lager ambitieniveau. Dan kan de uitvoering van zaken worden opgerekt tot 2013. Hij wil geen vertraging en verzoekt om 2012 te laten staan. De heer Haan was de mededeling in het presidium even ontgaan. Is de doelstelling voor het afvalbeleid dat, waar de gemeente nu nog niet de goedkoopste is, zij dat wel wordt? Hoe wordt dat bereikt? Zitten aan de wijziging naar 2009 – 2013 inderdaad haken en ogen? De heer Alssema maakt daar ernstig bezwaar tegen. Op het stuk, dat ter inzage heeft gelegen, heeft 2008 – 2012 gestaan. In februari 2007 had er gestart moeten worden, maar er is uitgesteld. Zou je de termijn nu wijzigen, zou je de nota ook taalkundig helemaal moeten aanpassen. De heer Huisman sluit daarbij aan en verzoekt het te laten, zoals het is.
12
Het College streeft ernaar, om de milieukwaliteiten op een hoog peil te houden. Dat betekent dat je de situatie laat, zoals hij is. Daarom wil hij ‘houden’ veranderen in ‘brengen’. Dan is er geen andere uitleg mogelijk. De tekst moet worden doorgenomen op kleine foutjes, zoals bij jaartallen. De heer Brink deed dit voorstel, omdat in zijn perceptie het niet het beleid van 2008 is maar met de huidige titel wel zo wordt beschouwd. Hij kan leven met de uitleg van de heer Alssema. De heer Huisman vindt het te gemakkelijk als er in januari alleen een overzicht komt, wanneer de Raad nota’s wel kan verwachten. Hij wil dat er uitgevoerd wordt. Dat gebeurt niet, als die nota’s niet komen. Als er goede redenen zijn, om een nota niet aan te leveren omdat er nog teveel in beweging is, is dat akkoord. Maar voor de voorjaarsnota wil hij in ieder geval stukken hebben, en anders voor de begroting, zodat zaken daadwerkelijk in gang kunnen worden gezet. Wethouder Dam meldt dat de serrestal de aandacht heeft, maar in het College is aangehouden. Hij kan niet toezeggen, hoe snel die zaak kan worden afgehandeld. Met het afvalbeleid wil het College natuurlijk voor de burgers de goedkoopste zijn. Dat is gelukt door een goede aanbesteding van de afzet van GFT afval. Naast goedkoop zijn, moet je op milieugebied het maximale eruit halen. Het blijkt uit de tarieven, dat de gemeente deels goedkoop kan zijn voor de burgers, kan zorgen voor een goede uitvoeringsorganisatie en op milieugebied binnen de kaders het maximale doet. Goedkoop zijn is een prima doel. Om te weten of de gemeente de goedkoopste is, moet hij de nieuwe cijfers met de effecten van de GFT aanbesteding bekijken. Dit punt komt in de nota afvalstoffenbeleid aan de orde. Hij merkt dat de termijn toch 2008 – 2012 moet blijven. Dat schept duidelijkheid en is ook zo in de inspraak is geweest. Als je ‘houden’ verandert in ‘brengen’, klinkt het positiever en zit er meer ambitie in. Dit wordt in de tekst aangepast. En de tekst wordt nagekeken. Hij vraagt de Raad om specifieke opmerkingen over de tekst te laten weten, om ze tijdig te kunnen verwerken. Het is een prima voorstel om inzichtelijk te maken welke nota’s er komen, met termijnen. Dan heb je het over het onderbrengen in het spoorboekje. Hij wil niet worden vastgepind op termijnen. Hij komt het liefst met een planning, die te realiseren is. De heer Huisman vindt dat akkoord, als die in de Raadscommissie komt ter bespreking. Wethouder Dam antwoordt dat het gebeurt via het spoorboekje in het presidium. Dit agendapunt gaat als B-voorstel door naar de Raad. 12.Notitie Schoolzwemmen De heer Louwes zegt dat de notitie via de ingekomen stukken bij de Raad terecht is gekomen. Als de fractie niet had gereageerd, dan was dit onderwerp zo doorgegaan en was het niet goed afgelopen. Daarom heeft zijn fractie aan de rem getrokken en het onderwerp laten agenderen. Met de voorgestelde systematiek kan de fractie instemmen. De bekostiging moet daar worden neergelegd, waar ook de verantwoordelijkheid ligt voor de keuze voor het schoolzwemmen. Maar dat kan volgens de notitie niet op aller instemming rekenen, wat kan betekenen dat het schoolzwemmen hier en daar verdwijnt. Het College kan niet garanderen dat bij de nieuwe bekostigingsystematiek het schoolzwemmen in de huidige vorm intact blijft. De VVD fractie vindt het schoolzwemmen erg belangrijk. Om te voorkomen dat het voor een deel van de kaart verdwijnt, stelt de fractie voor eerst een visie op het schoolzwemmen te ontwikkelen en dan het bekostigingsvraagstuk aan de orde te stellen. Wat wil de gemeente met het schoolzwemmen bereiken? Staat het leren zwemmen centraal? Wordt het gezien als een vorm van bewegingsonderwijs ofwel natte gymnastiek? Of misschien om de zwemsport te promoten om het bezoek aan de zwembaden op peil te houden? Als visie en doelen duidelijk zijn kan worden bepaald welk aanbod daarbij past. De fractie vindt dat met het huidige brede aanbod, de groepen 3 tot en met 8 slechts tien
13
zwemlessen per schooljaar aan te bieden, het onmogelijk is om kinderen te leren zwemmen. Zo haal je die doelstelling niet. Veertig klokuren zijn nodig voor het kunnen halen van een zwemdiploma. Leren zwemmen is wel ooit de doelstelling van de Raad geweest met het schoolzwemmen. De visie op schoolzwemmen en het aanbod sluiten op dit moment niet op elkaar aan. Ook om andere redenen is het niet zinvol om nu een besluit te nemen dat het schoolzwemmen geheel of gedeeltelijk om zeep kan helpen. De gemeente heeft onlangs bericht ontvangen dat ze met ingang van 2009 in aanmerking kan komen voor een substantiële structurele rijksbijdrage voor het inzetten van combinatiefunctionarissen. Dit zijn personen op hbo of mbo-niveau die werken op het snijvlak van onderwijs en sport en voor een klein deel - cultuur. Het hoofddoel van deze regeling is om de bewegingsarmoede onder jeugd tegen te gaan door te zorgen voor een gevarieerd dagelijks aanbod aan sport- en beweeg-activiteiten op en rond school. De fractie vindt dat schoolzwemmen daar onderdeel van hoort uit te maken. Combinatiefunctionarissen kunnen daarvoor prima worden ingezet. De fractie wil ook pas op de plaats maken ook vanwege de gemeentelijke sportnota. Vanwege de directe raakvlakken met sport en bewegen stelt de fractie voor, het schoolzwemmen in een breder kader te plaatsen en betrekken bij de sportnota. En nu geen stappen richting schoolbesturen te ondernemen om dat geld binnen te halen. De heer Witlox constateert dat het College een voorstel doet om de bekostiging van het schoolzwemmen in 2010 te beëindigen. De fractie wordt daar niet enthousiast van. Het kan ertoe leiden dat scholen die in 2010 schoolzwemmen moeten betalen uit het lumpsum-budget andere keuzes gaan maken en niet meer voor het schoolzwemmen kiezen. Dan wordt er op iedere school een andere keuze gemaakt, en heeft de gemeente geen invloed meer op het bewegingsonderwijs. Schoolzwemmen was voor veel scholen het derde bewegingsuur. De gemeente Noordenveld wilde toch bewegingsarmoede en overgewicht bestrijden? Denk aan de deelname aan de breedtesportimpuls, en het project Buurt onderwijs en sport. De fractie wil een beslissing over de financiering uitstellen. Er kan in de voorjaarsnota 2009 op worden teruggekomen. Ondertussen kunnen de standpunten van de GMR en de medezeggenschapsraden van de scholen worden gehoord. Mede op basis van die standpunten neemt de fractie bij de Voorjaarsnota een definitief standpunt in. Wat doet het College als blijkt dat bij veel scholen het derde bewegingsuur verdwijnt, terwijl wij daar toch voor zijn? Waarom gaat de € 60.000,00 in plaats van naar de algemene middelen niet naar een pot waaruit, met de nodige aanvullingen, het derde bewegingsuur kan worden gefinancierd op het gebied van accommodatie en vakonderwijs. In het bestuursprogramma staat dat het College zich hard maakt om de inzet van vakleerkrachten te vergroten. De heer Alssema zegt dat je in de lumpsumfinanciering in principe alles kunt meenemen, maar dat de schoolbudgetten onvoldoende ruimte bieden om de kosten over te nemen. De gemeente moet zich hierin opstellen als lokale overheid en niet als bestuur openbaar onderwijs. De fractie vindt ook dat het schoolzwemmen overeind moet blijven. Het is bewegingsonderwijs, natte gymnastiek. Het is een wezenlijk onderdeel voor de jeugd, waarvan in de gemeente veel gebruik wordt gemaakt. Hij ziet een ander probleem opdoemen, namelijk de geldbedragen die zwembaden hierdoor zullen gaan missen. Hoe wordt dat opgevangen? De personeelskosten zullen minder worden, zo wordt gezegd. Maar deze mensen zijn in dienst, dus zo eenvoudig is het niet. Stel dat de MR van het openbaar onderwijs “Nee” zegt; wat gebeurt er dan? Hoe stelt de gemeente zich dan op als zijnde het bestuur van het openbaar onderwijs? Over het vrijvallen van de € 58.000,00 zou in dat geval een discussie moeten volgen. De CDA fractie is niet voor het afschaffen van het schoolzwemmen. De heer Haan zegt dat de huidige regeling niet toereikend is om goed zwemonderwijs te kunnen geven. Kinderen die alleen van deze regeling gebruik maken, hebben weinig baat
14
bij tien lessen per jaar. Wat tijdens die lessen is geleerd is na een jaar grotendeels vergeten. En ook het effect op de bewegingsarmoede is minimaal. Eén en ander betekent dat nagenoeg alle ouders hun kinderen op een andere manier zwemles laten geven en dat het schoolzwemmen hiermee een uitje wordt : natte- of zwemgym. Collectief zwemles geven is niet mogelijk omdat alle kinderen op een ander niveau zwemmen. De mogelijke gevolgen voor de zwembaden zijn vast aanzienlijk minder dan geraamd. Ouders zullen immers zelf in de bekostiging van zwemles voorzien. De fractie gaat akkoord met het Collegevoorstel met uitzondering van het voorstel het schoolzwemmen in het lespakket op te laten nemen ten laste van de onderwijsvergoeding. Het schoolzwemmen zou immers minder waardevol kunnen zijn dan andere zaken waarvoor scholen het geld willen besteden. Tenzij aantoonbaar is dat de scholen jaarlijks aanzienlijke bedragen in de exploitatie overhouden, of over aanzienlijke reserves beschikken. Verder zou het vrijvallende bedrag wel aangewend moeten kunnen worden binnen het onderwijs, door goede voorlichting te geven over het belang van zwemonderwijs en van sport en beweging in het algemeen. Hij vindt dat de gemeente ervoor moet zorgen dat mensen die aan de criteria van het minimabeleid voldoen via de gemeente de financiële mogelijkheid krijgen om hun kinderen zwemlessen te geven. De heer Klinkenberg vindt dat het schoolzwemmen al is uitgekleed. De fractie vindt het schoolzwemmen belangrijk en het de moeite waard om het te handhaven. Hij complimenteert de VVD-fractie met het boven water houden van dit stuk over het schoolzwemmen. GroenLinks steunt het Collegevoorstel niet en houdt vast aan de huidige regeling, totdat er meer duidelijkheid is. De fractie is niet zo onder de indruk van de bezuiniging van de € 60.000,00. De heer Koolen heeft gehoord dat er veel zorg is over onder andere het wegvallen van het schoolzwemmen. Hij kan ver meegaan met het verhaal van de heer Louwes over het implementeren in de sportnota, bewegingsarmoede enzovoort. En met de heer Witlox om eerst met het onderwijsveld in de slag te gaan over wat wel belangrijk is en wat niet. Ook hij wil eerst meer horen van de GMR en de MR’en. Hij maakt een vergelijking met de buurgemeenten: in Noordenveld is een historisch gegroeide maar ook unieke situatie. In Tynaarlo, Assen en Aa en Hunze is een regeling als deze allang niet meer aan de orde: wij moeten er zuinig op zijn en moeten, afgezet tegen onderwerpen als dik worden en het belang van bewegen een zorgvuldige beslissing nemen. Hij vindt het te vroeg om de regeling direct af te schaffen. De heer Alssema vraagt wat het alternatief is. Voor de huidige regeling met de overgebleven tien lessen per groep is in het verleden behoorlijk geknokt. De heer Witlox kan zich niet voorstellen dat het College de hele discussie in Drenthe over bewegingsarmoede en dikke kinderen zomaar laat liggen. In dat verband heb je het over veel meer lessen, hij denkt aan 25 lessen. Die kant moet het op. Dat wordt in de sportnota ook meegenomen. Wethouder Keizer zegt dat de VVD-fractie het onderwerp via het presidium weer aan de orde heeft gesteld en geagendeerd. Het College heeft de notitie indertijd vóór de begroting naar de Raad gestuurd. Er was om gevraagd naar aanleiding van de Voorjaarsnota zodat de Raad het onderwerp mee zou kunnen nemen in de beraadslagingen bij de begroting 2009. Dat is deels gebeurd in de begrotingsbehandeling. De heer Haan is tijdens die vergadering op het schoolzwemmen ingegaan en heeft aangegeven het eens te zijn met het Collegestandpunt. Hij – de wethouder - heeft toen gezegd blij te zijn met de steun voor het Collegestandpunt en dat voor 2009 een bedrag in de begroting is opgenomen voor schoolzwemmen. Hij heeft toen ook gezegd dat het College wil dat in 2010 de schoolbesturen het schoolzwemmen in het leerplan opnemen en dat het dan uit de lumpsum betaald wordt. Het College wil 2009 benutten om dat te effectueren. Hij heeft dat tijdens de begrotingsbehandeling zo gezegd en niemand van de raadsleden heeft toen gezegd dat het anders moest. Hij veronderstelde daardoor dat de
15
Raad met het voorstel akkoord ging bij het vaststellen van de begroting. Hij is hierdoor wel verrast. De heer Alssema zegt richting de heer Keizer dat deze heeft gezegd dat er voor 2009 geld is begroot voor het schoolzwemmen en dat er nog over de nota wordt gesproken. Dan klopt het toch ook? Wethouder Keizer had die uitleg graag gehoord tijdens de begrotingsvergadering. De VVD is het wel eens met de systematiek die de verantwoordelijkheid daar legt waar die hoort met betrekking tot het bewegingsonderwijs. Dit is namelijk niet bedoeld om zwemmen te leren, het is een vorm van bewegingsonderwijs. In dat kader is de keuze aan de schoolbesturen om het binnen de lumpsumfinanciering mee te nemen. Zo is het ook vastgelegd. Het College vond ook dat die vraag daar duidelijk neergelegd kon worden. De keuze ligt bij de school. Hij antwoordt de PvdA-fractie dat de gemeente voor het derde gymuur de scholen behoorlijk heeft gefaciliteerd. De gemeente heeft in Peize een gymzaal bijgebouwd om dat derde uur mogelijk te blijven maken. Het College faciliteert ook in gebouwen om dat te kunnen doen. Het schoolbestuur moet het inpassen in het schoolplan om bewegingsonderwijs mogelijk te maken. In Peize en ook in de andere dorpen wordt dat derde uur meer en meer ingevuld. Projecten als BOS en BSI worden niet voor niets gedaan. Daarmee wordt geprobeerd in de bewegingsarmoede te voorzien. Het College wil van harte meegaan met het inzetten van de combinatiefunctionaris vanaf 2009 of 2010. Op die manier bijvoorbeeld, kan de gemeente ook nog zwemonderwijs gaan doen. Maar zoals dat nu gebeurt, hoort het door de school zelfstandig afgewogen te kunnen worden en opgenomen te worden in het schoolplan en uit de lumpsum te worden betaald. Niet alle scholen doen mee. De gemeente laat de vrijheid bij de scholen om er niet aan mee te doen. Hij deelt het standpunt van de medezeggenschapsraden graag aan de Raad mee. Ook vanuit het onderwijs beseft men dat bewegingsonderwijs belangrijk is. Maar hij wil de keuze daar laten; de keuze voor zwemles of bewegingsonderwijs in het zwembad wil hij niet opleggen. Hij reageert op de vraag van de heer Witlox, over de € 60.000,00. De gemeente heeft de accommodaties geboden om het derde bewegingsuur mogelijk te maken, en gezegd dat binnen het onderwijs de mogelijkheid gezocht moet worden, om dat uur in te vullen. Tweede termijn. De heer Louwes heeft alle fracties en de wethouder gehoord. Het lijkt hem dat, gezien de hele situatie de gemeente pas op de plaats moeten maken. Volgend jaar wordt de sportnota vastgesteld. Daar komt vast uit voort dat de gemeente wil samenwerken met scholen om de doelstelling in het kader van sport en bewegen te halen. Voor volgend jaar is het geld er. Het college wil in 2009 afspraken maken voor 2010. Hij bepleit een visie te ontwikkelen op schoolzwemmen in samenhang met sport en bewegingsbeleid en om daarmee naar de scholen en verenigingen gaan. Het aanbod hoeft niet zo breed van 3 tot en met 8 en 10 lessen. Het kan efficiënter door in minder groepen meer lessen te geven. Die keuze kunnen de scholen zelf maken. Zij krijgen een aanbod sport en bewegingsonderwijs waar ook schoolzwemmen onderdeel van uitmaakt. Hij adviseert niet met dit verhaal naar de scholen te gaan. De heer Witlox onderschrijft de woorden van de heer Louwes. Het valt hem tegen van de wethouder, dat hij de vrijheid bij de scholen laat. Dat doe je met bijvoorbeeld talen ook niet. Je stelt gewoon kerndoelen. En daarbij is bewegingsonderwijs ook heel belangrijk. Je laat de scholen niet zelf het aantal lessen beslissen, dat is te vrijblijvend. De gemeente kan duidelijk aangeven: gezien de toename van het aantal dikke kinderen, computerkinderen en bewegingsarmoede, moet je erachter staan dat het derde gymuur gegeven wordt. Laat je niet over aan de school. Bij zijn school in Roden kan op accommodatie-gebied op dit moment geen derde gymuur gegeven worden, zoals dat in Peize wel kan. De heer Alssema is van mening dat schoolzwemmen een heikel punt blijft. Het gaat om tien lessen schoolzwemmen waarin ze allerlei activiteiten doen en vooral heel veel
16
bewegen. Diploma’s worden daarmee niet gehaald. Wat zijn de gevolgen voor de zwembaden? Daar heeft de fractie haar gedachten over. De charme van Noordenveld is dat zij plussen heeft ten opzichte van andere naburige gemeenten. Er zijn veel zwembaden. Gaat Noordenveld die plus nu ook wegdoen? Het is een vorm van faciliteren van onderwijs. Scholen hebben nu ook de keus wel of niet mee te doen. Als er financiële voorziening onder wegvalt, dan is de keuze voor de school vaak heel gemakkelijk: want die middelen zijn er niet. Is het derde uur gym voor het totale onderwijs in de gemeente mogelijk? Is dat nieuw beleid? De heer Haan vindt het verhaal van de wethouder duidelijk. Door duidelijk te pleiten voor voldoende bewegingsonderwijs en daarvoor ook de faciliteiten te creëren en de keuze en de verantwoordelijkheid daarvoor bij de scholen neer te leggen. Daar waar deze thuishoort. De wethouder heeft bevestigd, wat hij in de eerste termijn heeft gezegd. De heer Klinkenberg vindt dat het schoolzwemmen in de loop der tijd is uitgekleed. Het is een pluspunt dat Noordenveld dit nog boven water heeft gehouden. Hij bepleit ook, de huidige regeling voorlopig in stand te houden. Hij ontkent niet, dat die verantwoordelijkheid ook bij de scholen kan liggen, maar die wordt nu nog niet opgepakt. Hij stelt voor het even te houden, zoals het is. De heer Koolen zegt dat het niet zo mag zijn dat de scholen het schoolzwemmen alleen belangrijk vinden zolang de gemeente het betaalt. Zo gemakkelijk is het natuurlijk niet. Scholen moeten doelen stellen en duidelijk aangeven wat ze willen met de lessen. Leren zwemmen is het niet meer. Iedere school heeft zijn eigen specifieke problematiek en kan door te kiezen daar maatwerk in leveren. De angst bestaat dat het schoolzwemmen nu helemaal verdwijnt. Daar moet met het onderwijs over worden gesproken. Ook over financiering uit de Lumpsum moet worden gesproken. Uiteindelijk is deze daarvoor bedoeld: keuzes maken door het onderwijsveld zelf. Voor het maken van een afweging is tijd nodig. De heer Alssema vraagt de heer Koolen of we nog zouden gymmen als we voor ieder gymuur zouden moeten betalen? De heer Koolen zegt dat wat de gemeente geeft aan onderwijs wel extra is. Scholen weten vaak niet eens dat deze gemeente hierin uniek is. Daarover moet met de scholen worden gesproken. Wethouder Keizer proeft dat er nog eens duidelijk over moet worden gesproken met het onderwijsveld en dat de keuzes daar gemaakt moeten worden. De gemeente wil het schoolzwemmen niet opleggen. Dat doet hij op dit moment ook niet. Hij zegt dat er een duidelijke visie op het bewegingsonderwijs is en heeft niet de behoefte die te wijzigen op dit moment. Het is een vorm van bewegingsonderwijs, bestaande uit tien lessen die plaatsvinden in de groepen 3 tot en met 8. Je kunt het zien als een soort gymuur, maar dan in het water. Zo wordt het nu ook gegeven en dat is een goede invulling van dat uur. Het is geen doelstelling dat er een zwemdiploma gehaald wordt, dat is de verantwoordelijkheid van de ouders. De heer Louwes wijst erop dat dat ooit de bedoeling was van de gemeenteraad en dat dit pakket daarop gebaseerd is. Hij verwijst naar de notitie. Wethouder Keizer antwoordt dat die situatie al lang is gepasseerd en dat daarover in 2002 al meningsvorming is geweest. De heer Witlox zegt dit te vrijblijvend te vinden. Eén keer gym per week kan niet. Er is uitdrukkelijk gezegd dat het twee keer moet en de derde keer is op dit moment facultatief. Er is met het onderwijsveld afgesproken om zoveel mogelijk dat derde uur ook in te vullen. In de gemeente zijn behoorlijke faciliteiten om dat te kunnen doen. Twee maal gym moet, dat zou ook driemaal moeten kunnen zijn: die keuze heeft de gemeente de scholen gelaten om hen de mogelijk tot inkleuring te bieden. Wethouder Keizer zegt dat de combinatiefunctionaris en de sportnota worden genoemd. De Raad moet beseffen dat als de gemeente € 50.000,00 speciaal voor het zwemonderwijs vast te leggen, deze €50.000,00 niet beschikbaar is voor andere doelen. De heer Louwes vindt dat als je het schoolzwemmen bij de sportnota betrekt, er daarbij een integrale afweging gemaakt kan worden.
17
Wethouder Keizer vindt het prima als de Raad dan kiest, hoe het budget in te zetten. De Raad heeft immers het budgetrecht. Hij constateert dat de Raad het onderwerp wil parkeren tot er antwoorden zijn van de MR, om er bij de voorjaarsnota op terug te komen. De heer Alssema zegt dat combineren met de sportnota wel kan maar dat het een verantwoordelijkheid is van de lokale overheid. Dan moet de Raad wel een richting aangeven. De vraag is met welk plan moet de wethouder naar de medezeggenschapsraden moet. De voorzitter concludeert dat voor 2009 het zwemmen nog door kan gaan, dat de discussie opnieuw gevoerd kan worden bij de voorjaarsnota 2009 en de sportnota en dat in de tussentijd de MR’en en GMR worden geraadpleegd over de gemaakte keuze. Wethouder Keizer beantwoordt een vraag over de zwembaden. Het is zo, dat er door het wegvallen van het schoolzwemmen natuurlijk inkomsten verdwijnen. Er kan echter op het personeel ook een substantiële bezuiniging plaatsvinden. Als er meer dan twaalf kinderen zwemles ontvangen, moet er een tweede persoon bij. Dit kost extra geld. De voorzitter concludeert dat dit onderwerp ook in de discussie moet worden meegenomen. 13.Programma voorzieningen huisvesting onderwijs 2009 De heer Poelstra vindt dat het voorstel erg laat naar de Raad is gekomen. Het kon echter niet anders, gezien de fatale termijn. Als de Raad geen besluit neemt wordt toegewezen, wat bedoeld was om af te wijzen. De scholen moeten voor 1 februari een verzoek doen. Nu is het al december. Hij verzoekt het College dringend in het spoorboekje op te nemen, dat de Raad in oktober dit soort zaken krijgt. Als de Raad het eerder had gehad, had die er nog zinvol naar kunnen kijken. De heer Louwes zijn fractie heeft bij de begroting een schriftelijke vraag gesteld hoe het kan, dat de school in Een zo snel groeit. Nu krijgt de Raad een voorstel dat, omdat die niet zo snel groeit, er daar geen uitbreiding nodig is. De heer Haan stelt vast dat dit noodgedwongen nu nog is geagendeerd. Hij neemt aan dat het College het ermee eens is, dat dit een slechte zaak is. De fractie verwacht dat het maatregelen neemt, om dit soort incidenten te voorkomen. Je moet er wel wat mee doen, gezien de argumentatie, maar je bent geneigd te zeggen dat de termijn is verstreken. De heer Alssema zijn fractie gaat akkoord. De heer Klinkenberg begrijpt de urgentie, maar is het eens met de anderen, dat het in een eerder stadium had moeten komen. Verder gaat de fractie akkoord. De heer Witlox constateert dat van de € 430.000,00 voor 2009 in het IHP er maar € 200.000,00 wordt uitgegeven, omdat de Lindehof in Een niet meer meedoet. In het besluit staat die school toch in het rijtje van scholen, dat recht heeft op geld om allerlei dingen gewijzigd te krijgen. Hij verzoekt het besluit daarop na te kijken. Wethouder Keizer trekt het boetekleed aan, als het gaat om de late termijn van indienen. Volgend jaar wil hij dit bij de begroting bij de Raad bezorgen, zodat die dan al weet, wat er aan de hand is. Hij begrijpt de verbazing van de VVD-fractie. Op dat moment waren er nog niet de meest actuele gegevens. Er is bij het opstellen van de begroting nog afgegaan op de cijfers in het IHP. Er was toen nog sprake van een stijging. Bij het werkelijke aantal leerlingen is nu een daling te zien. Dat rechtvaardigt geen uitbreiding, zodat die is geschrapt. Gezien wat er nog aan huisvestingsonderhoud voor 2009 bij de Lindehof op het programma staat in de bijlagen (€ 1725,00), hoort De Lindehof er nog wel bij. Tweede termijn. De heer Alssema wijst erop dat dit traditiegetrouw in de laatste raadsvergadering van het jaar wordt vastgesteld. Dat is belangrijk, aangezien is gewerkt met de 1 oktober telling. De heer Louwes sluit daarbij aan. Bij de begroting zou te vroeg zijn, in verband met het gebruiken van mogelijk oude cijfers. De raadsleden kunnen het wel eerder aangereikt krijgen. Maar als het in december in de Raad is, is dat geen probleem.
18
Wethouder Keizer antwoordt dat het College zijn best doet om het zo vroeg mogelijk aan te reiken, maar dat het in ieder geval het in december afgestemd wordt. Dit agendapunt gaat als B-voorstel door naar de Raad. 14.Toezeggingen en aandachtspunten Hierover zijn geen opmerkingen. 15.Rondvraag De heer Stevenson vraagt of in het kader van het BAO (Besluit Aanbesteding Overheidsopdrachten) het alleenrecht ook van toepassing is op de WMO. Wethouder Dam antwoordt dat het gaat om het Europees aanbestedingsreglement. Daarin is uitdrukkelijk een uitzondering gemaakt voor sociale werkvoorzieningschappen, volgens artikel 19. Wil je het aan één werkvoorzieningschap gunnen, moet je dat per verordening vast te stellen. Er is geen uitzondering gemaakt voor de WMO. De heer Stevenson zijn fractie heeft ruim een jaar geleden met twee andere fracties een motie ingediend over de Voedselbanken. Wethouder Wolters heeft toen gezegd, dat dit een tijdelijk gremium zou moeten zijn en dat de toenmalige 50 klanten zich konden melden bij de Intergemeentelijke Sociale Dienst (ISD). Zijn die allemaal ondergebracht bij de ISD en is de Voedselbank overbodig geworden? Wethouder Keizer zegt een antwoord later toe. Er wordt geverifieerd bij de ISD, in hoeverre dat werkelijk gebeurd is. De heer Poelstra verwijst naar het jaarverslag van de Voedselbank, waarin 19 cliënten staan genoemd. De heer Stevenson stelt vast dat er dus nog een Voedselbank bestaat. De heer Haan wil weten of het College gebruik wil maken van de nieuwe regeling van de VNG, om een verzekering voor alle vrijwilligers in de gemeente af te sluiten. Er wordt door de landelijke overheid € 4 miljoen beschikbaar gesteld zodat alle vrijwilligers, ook collectanten, zonder aparte registratie verzekerd kunnen zijn voor hun werk. De gemeente kan zich er via de VNG voor aanmelden. Dit kost per inwoner € 0,25. Het zou een uitkomst zijn voor veel vrijwilligersorganisaties. Wethouder Keizer antwoordt dat het College dat voorstel nog niet heeft en er nog geen standpunt over heeft ingenomen. Er wordt op teruggekomen. Voor 30.000 inwoners kost dat € 7.500,00. De heer Huisman verwijst naar een recent artikel in de krant over dierenleed in Nietap. Hij heeft zich op de hoogte gesteld van de situatie. De Algemene Inspectiedienst (AID) is ermee bezig. De gemeente is niet bevoegd, hierover te oordelen. Toch verzoekt hij de wethouder met de afdeling handhaving dit in de gaten te houden, om erger te voorkomen. Wethouder Dam bevestigt dat de gemeente in deze geen bevoegdheden heeft. Die zijn ondergebracht in de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren en de Destructiewet. Er is nauw contact van de gemeentelijke afdeling, met de Algemene Inspectiedienst (AID). De politie geeft zaken door aan de AID. Omdat het om een professioneel bedrijf gaat, valt het niet onder de Dierenbescherming. De gemeente neemt het bedrijf in haar normale controles mee. Niet alle berichtgeving klopt, het dode paard is niet aangetroffen. De voorzitter wijst erop dat de vertrouwelijke notulen van de Raadscommissie van 12 november 2008, agendapunt 16, ter inzage hebben gelegen. Aangezien er over onderhandelingen wordt gesproken en over prijzen, stelt hij voor, ze vertrouwelijk te houden. Wethouder Kemkers lijkt een openbare behandeling niet goed, want anders gaat er geen bedrijf meer met de gemeente om de tafel. De notulen worden goedgekeurd en vastgesteld, en blijven vertrouwelijk.
19
16.Sluiting De voorzitter sluit onder dankzegging de vergadering om 23.00 uur.
20