editoriaal
VERANTWOORDELUKE UITGEVER Julie Hendrickx, Statiestraat 179,
Het verdict
2600 Berchem Bruno Vermeeren HOOFDREDACTEUR Julie Hendrickx •
[email protected] REDACTIE Klaartje Brits, Beatrice De Clippeleir, Gerd De Coster, Ann De Meulemeester, Ingrid De Pourcq, Noël Geirnaert, Myriam Lemmens, Kris Michielsen,
Het verdict is gevallen. Een bibliotheekmedewerker of informatiebemiddelaar verdient een opleiding in het secundair onderwijs, een bibliotheek- of informatiedeskundige hoort een opleiding te krijgen in het hoger beroepsonderwijs. In het jargon: deze twee beroepskwalificaties zijn ingeschaald op niveaus 4 en 5, nadat eerder die voor bibliothecaris / informatiemanager ingeschaald werd op niveau 7 (masteropleiding).
Paul Nieuwenhuysen, Veronique Rega, Peter Rogiest, Saskia Scheltjens, Eva Simon, Patrick Vanhoucke, Bruno Vermeeren. REDACTIESECRETARIS Tom Van Hoye •
[email protected] REDACTIEADRES VVBAD • META
Vooral het advies van de inschalingscommissie dat de competenties van een bibliotheekdeskundige onderwezen kunnen worden in het hoger beroepsonderwijs, doet velen de wenkbrauwen fronsen. Die competenties omvatten immers naast projectcoördinatie en leidinggeven, onder meer ook het optimaliseren en het innoveren van de toegankelijkheid van het informatieaanbod. Opdrachten voor een bachelor, zou je verwachten. Maar wie zijn wij om het oordeel van de inschalingscommissie — met onder meer deskundigen van de Boerenbond, Voka en Unizo — in twijfel te trekken?
Statiestraat 179, 2600 Berchem Tel. 03 281 44 57
[email protected] • http://www.vvbad.be/meta Reageer op Twitter: #overmeta ADVERTENTIES Marc Engels •
[email protected] LAY-OUT Marc Engels
De boodschap komt op het moment dat de Universiteit Antwerpen een einde maakt aan de post-academische vorming (PAVO) Informatie- en Bibliotheekwetenschap (IBW). Grote verontwaardiging vanuit de sector — een petitie verzamelde op korte tijd 1700 handtekeningen — mocht hieraan niet verhelpen. Terwijl de bibliotheken juist nu nood hebben aan mensen met kennis, overtuigingskracht en visie, aan ‘leadership’. De Vlaamse overheid laat de lokale openbare bibliotheken immers over aan de autonomie van steden en gemeenten. Aan de dorpspolitiek, zouden we in een boze bui kunnen stellen. Was het niet minister-president Geert Bourgeois die in een vorige leven vaststelde dat net de lokale besturen over te weinig ‘bestuurskracht’ beschikken?
DRUK EVM META verschijnt 9x per jaar, niet in januari, juli en augustus. META is een uitgave van de VVBAD en is begrepen in het lidmaatschap, maar is ook
Maar laat ons focussen op het goede nieuws. Door de inschaling kunnen de graduaatsopleidingen hun omvorming tot hoger beroepsonderwijs immers doorzetten. Ze zullen daarbij rekening moeten houden met de beroepskwalificaties die door de sector opgesteld werden. Daarmee hebben de bibliotheken voor het eerst een instrument in handen om erop toe te zien dat de opleidingen mensen afleveren met de juiste competenties. Die kans laten we toch niet liggen?
verkrijgbaar als abonnement. Meer informatie op http://www.vvbad.be/lidmaatschap. ISSN 2033-639X
Ook de hoop op een universitaire opleiding mogen we niet opgeven. Terwijl we alle mogelijke pistes onderzoeken, moeten we ook beseffen dat het einde van IBW ons de mogelijkheid biedt om na te denken over de inhoud van die nieuwe universitaire opleiding. Naast kerncompetenties rond informatiebeheer moeten vooral management en communicatie sterker aan bod komen. Die stelling werd ook verdedigd op het congres van onze Nederlandse zustervereniging KNVI in november. Tijd om ook eens over de grens te gaan kijken? Ondertussen start de VVBAD het traject op om te komen tot beroepskwalificaties voor de archiefsector. We zetten door!
META 2014 | 9 |
1
inhoud
META 2014/9 Jaargang 90 - december 2014
vaste rubrieken
1 Editoriaal Het verdict 36 4 Nieuws 24 Signalement Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg Gent
De Vraag Mag ik werken uit mijn collectie digitaliseren en verspreiden? Joris Deene
26 Etalage Vrijwilligers in het Archief en Museum voor het Vlaams leven te Brussel 27 Inzet An Renard 28
Over de schutting Public Libraries 2020
37
Het cijfer
Gerd De Coster en Julie Hendrickx
37
Het plan
31 Uitgepakt Wat zijn targets? Rony Vissers
34 Trend Archiefportalen 2.0
39 Kroniek • Cycling for libraries: Montpellier – Lyon • Masaryk University Staff training 42 Toepassing
Gerd De Coster
43 Recensies
“Na twee jaar lokale, krijgen we nu ook de provinciale en Vlaamse akbijl over ons heen.”
44 Personalia
35 Column Positief denken Margot Collet
35 Citaat
2 | META 2014 | 9
45
Zo gelezen Nicolas Janssen
46 Terugblik 47 Activiteiten 48 Uitzicht
inhoud
In het voorjaar organiseerden de Universiteit Antwerpen en het onderzoeksbureau LMOV een grootschalige bevraging om licht te werpen op hoe gebruikers en niet-gebruikers van openbare bibliotheken in Vlaanderen en Brussel zich tot deze huizen verhouden en om hun gedrag, meningen en verwachtingen in kaart brengen. In het artikel van Ellen Loots en Annick Schramme vindt u de resultaten van dit onderzoek. Foto: © Koen Broos
interview Bart Beuten
14
“Er staat heel wat op stapel de volgende jaren”
artikels Openbare Bibliotheken en hun publiek in 2014
.............. 8
Ellen Loots & Annick Schramme
Van bibliotheek naar kenniscentrum, transitie in ruimte en platform
............ 19
Ann De Meulemeester
Essay: Archiefbewaarder of informatiemanager?
8 Bart Sas
............ 32
nieuws
Studenten overhandigen handtekeningen tegen stopzetting bibliotheekopleiding Studenten van de bibliotheekopleiding IBW aan de Universiteit Antwerpen verzamelden ruim 1700 handtekeningen tegen de stopzetting van hun opleiding. Ze overhandigden de petitie aan de Raad van Bestuur van de universiteit. Het succes van de petitie bewijst het grote protest binnen de bibliotheeksector tegen de beslissing van de Universiteit Antwerpen. Eerder al liet de beroepsvereniging VVBAD haar ongenoegen blijken in een brief aan de rector en de Raad van Bestuur van de universiteit. IBW vierde vorig jaar haar 30-jarig bestaan. De opleiding leverde jaarlijks een zestigtal goed opgeleide bibliothecarissen af. Hoewel de afgestudeerden de laatste jaren alleen nog een certificaat ontvingen en geen volwaardig diploma, vonden zij snel werk binnen de sector, nog een bewijs van de nood aan goed opgeleide universitaire medewerkers in de bibliotheeksector. IBW wordt binnen de sector hoog gewaardeerd. De VVBAD protesteert met klem tegen de plannen van de Universiteit Antwerpen. Als beroepsvereniging pleit de VVBAD al van bij haar ontstaan in 1921 voor kwaliteitsvolle bibliotheeken archiefopleidingen. Mede dankzij de inspanningen van onze vereniging erkende de Vlaamse regering recent nog de
beroepskwalificatie Bibliothecaris/informatiemanager, de eerste die op niveau 7 (masterniveau) werd ingeschaald: een duidelijke bevestiging dat de sector nood heeft aan een volwaardige masteropleiding. De VVBAD was bijzonder verheugd dat de Universiteit Antwerpen nog dit voorjaar een traject opstartte om IBW uit te bouwen tot een volwaardige master, een proces waaraan de vereniging graag haar medewerking verleende. Nu blijkt dat niet alleen het traject stopgezet wordt, maar dat de hele opleiding verdwijnt en dat de medewerkers op straat gezet worden. Deze beslissing is onbegrijpelijk. IBW startte als een interuniversitaire opleiding. De VVBAD heeft dan ook aan de Vlaamse Interuniversitaire Raad de vraag gesteld om een nieuwe interuniversitaire bibliotheek- en informatieopleiding op te starten. De VLIR doet bij de realisatie van haar projecten geregeld een beroep op de expertise van bibliothecarissen. De VVBAD rekent er dan ook op dat de Raad onder meer vanuit die ervaring de nood aan een bibliotheek- en informatieopleiding op universitair niveau erkent en ondersteunt.
Bibliotheek Mol deelt boeken uit in station
De bibliotheek lanceerde op woensdag 1 oktober een zogeheten ‘zwerfbib’. Zo vinden treinreizigers in de stationshal een grote kast met een honderdtal romans. Elke treinreiziger is vrij om — zonder verdere registratie of kosten — een boek te nemen en het te lezen op de trein. Eens uitgelezen plaatst hij of zij het boek terug zodat het opnieuw beschikbaar is voor andere reizigers. De zwerfbib werkt volledig op basis van vertrouwen.
4 | META 2014 | 9
Zo telt de zwerfbib een totaal van 100 de zwerfbib of breng je het binnen in de romans, waaronder ook actuele boeken bibliotheek. van schrijvers zoals Pieter Aspe, Kristien Hemmerechts, Hakan Nesser, Peter Terrin, Het idee ontstond in een werkgroepje van Tom Lanoye, … De boeken krijgen stickers ‘Vrienden van de bib’, een groep enthouzodat ze duidelijk identificeerbaar zijn siaste vrijwilligers die mee nadenken over als boek van de zwerfbib. De bibliotheek activiteiten van de bibliotheek en zo de volgt de werking van de zwerfbib nauw- bibliotheek weer meer zichtbaar maken in gezet op en vult aan wanneer nodig. de gemeente. In plaats van dat de lezers naar de bibliotheek moeten komen, komt de bibliotheek nu naar de lezers. Uitgelezen? Je moet het boek uiteraard niet tijdens één treinreis uitlezen. Je mag het Bibliotheek Mol gerust nadien meenemen naar huis. Als het uitgelezen is, plaats je het terug in
nieuws
Wetenschappers maken zich zorgen over Belgische wetenschapsinstellingen
Immaterieelerfgoed.be in het nieuw Het platform voor immaterieel erfgoed werd in 2012 boven de doopvont gehouden. We schrijven november 2014. Twee jaar verder in de uitbouw van een immaterieel erfgoedbeleid en twee jaar ervaring rijker. Ervaring in het bieden van ondersteuning in erfgoedzorg, in borgen, in het uittekenen van een netwerk, in samenwerking. Die opgebouwde ervaring komt nu samen in het vernieuwd digitaal platform. Een frisse look, nieuwe folder, laagdrempelige invoermodule, verrijkt aanbod … http://www.immaterieelerfgoed.be
Download het Cijferboek Cultureel Erfgoed 2012 Het Cijferboek Cultureel Erfgoed is een initiatief van het steunpunt FARO en het agentschap Kunsten en Erfgoed. Met dit instrument wil men de evolutie van de (erkende) cultureel-erfgoedsector monitoren met betrouwbaar cijfermateriaal. Het tweede cijferboek behandelt de gegevens over het basisjaar 2012. Het eerste cijferboek behandelde de gegevens over 2010. Het samenvattend rapport over het Cijferboek Cultureel Erfgoed 2012 kunt u consulteren op de website van FARO: http://www.faronet.be/files/bijlagen/e-documenten/2014_cijferboek_rapport.pdf
Draaiboek milieuzorg in het lokaal cultuurbeleid Het draaiboek vormt een praktische gids voor een bibliotheek of gemeenschapsof cultuurcentrum om aan de slag te gaan rond duurzaamheid en interne milieuzorg. Deze e-publicatie geeft een grondig overzicht van de instrumenten die in het kader van het project ‘Groene Apen’ werden ontwikkeld samen met Ecolife en LOCUS. Het gaat van thematische achtergrondinformatie tot tips rond communicatie en boeiende good practices. Alle instrumenten zijn met en door de sector ontwikkeld.
Wat biedt het draaiboek? Drie hoofdstukken: een verhaal over klassiekers en kansen, een beknopt stappenplan voor een milieuzorgtraject binnen de organisatie en een overzicht van inspirerende milieuzorgacties. Het draaiboek is een e-publicatie in pdf met tal van links naar websites, filmpjes en ander interessant materiaal. Geschikt voor tablet en desktop. Ook voor dit draaiboek is niet afdrukken de Groene Apen-boodschap! Je kan het draaiboek downloaden via de VVBAD-website: http://www.vvbad.be/ themas/management/duurzaamheid
Meer dan 1600 wetenschappers uit binnen- en buitenland hebben in een petitie aan staatssecretaris voor wetenschapsbeleid Elke Sleurs hun bezorgdheid kenbaar gemaakt over de voorgenomen bezuinigingen op de federale wetenschapsinstellingen (Koninklijke Bibliotheek, Rijksarchief, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten…). Onder hen bevinden zich bekende hoogleraren uit Harvard, Princeton, Oxford en andere gerenommeerde Europese en Amerikaanse universiteiten. Uit de commentaren van vele ondertekenaars blijkt dat de Belgische collecties een groot aanzien genieten, ook in het buitenland. Hun ongerustheid wordt gevoed door het feit dat de drastische bezuinigingen niet gepaard lijken te gaan met een heldere visie over waar het met de federale wetenschappelijke instellingen naartoe moet. Dat nijpt des te meer omdat deze instellingen het door jarenlange onderfinanciering nu al moeilijk hebben om hun missie op een wijze in te vullen die de vergelijking met het buitenland kan doorstaan. Van in Kopenhagen tot de Verenigde Staten wijzen onderzoekers erop dat het grote wetenschappelijke en culturele belang van de Belgische collecties nochtans een optimale ontsluiting verdient. Ook nu de omvang van de bezuinigingen iets minder drastisch lijkt dan in eerste instantie was aangekondigd, blijft de vraag actueel naar de visie op wat in de toekomst de rol van erfgoedinstellingen moet zijn. De ondertekenaars van de petitie pleiten ervoor dat de staatssecretaris de voorgenomen bezuinigingen zou opschorten en eerst in overleg zou treden met alle belanghebbenden om een toekomstplan uit te werken dat van visie en ambitie getuigt. Zij zijn van mening dat daarbij de volgende principes voorop zouden moeten staan: een optimaal beheer en verdere digitalisering van de collecties, een vrijwaring van de wetenschappelijke slagkracht, en een grote aandacht voor de noden van onderzoek, onderwijs en van het brede publiek. Enkel op die manier, zo menen ze, kunnen de instellingen internationaal blijven meespelen en hun rol als ambassadeurs van het Belgische erfgoed vervullen. Johan Oosterman, Frank Willaert, Ingrid Falque, Bram Caers
META 2014 | 9 |
5
nieuws
CO7 (CultuurOverleg Zeven) wint Vlaamse Cultuurprijs voor Cultureel Erfgoed 2013-2014 Vlaams minister van Cultuur Sven Gatz heeft de Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Cultureel Erfgoed 2013-2014 uitgereikt aan CO7 (CultuurOverleg Zeven). De jury looft CO7 voor de doordachte, integrale en geïntegreerde erfgoedwerking, die niet alleen het bredere lokale cultureel-erfgoedveld, maar alle cultureel-erfgoedconvenants in Vlaanderen kan inspireren. In 2004 ondertekende de Stad Ieper een cultureel-erfgoedconvenant met de Vlaamse overheid. Vijf jaar later koos ze er als eerste stad in Vlaanderen voor om haar lokale cultureel-erfgoedbeleid voort te zetten binnen CultuurOverleg Zeven. CO7 is het samenwerkingsverband tussen de gemeenten Heuvelland, Ieper, Langemark-Poelkapelle, Mesen, Poperinge, Vleteren en Zonnebeke. Toen al bood CO7 onderdak aan een intergemeentelijke archeologische dienst en een regionale cultuurdienst. De integratie van de Ieperse erfgoedcel zorgde voor een interessante kruisbestuiving. Niet alleen de geïntegreerde cultureelerfgoedwerking, maar ook de integrale aanpak van de erfgoedcel, met aandacht voor alle aspecten van de zorg voor en ontsluiting van het cultureel erfgoed, is lovenswaardig. De brochure Hoe archiveren? Praktische gids voor het behoud en beheer van jouw archief of de onderzoeksgids Dagelijks leven in de zuidelijke Westhoek (1900-1914) zijn hiervoor exemplarisch. Ook de bijdrage aan de intergemeentelijke depotwerking, in samenwerking met de Stad Ieper en de provincie West-Vlaanderen, wordt geprezen. Met het project ‘WESTHOEK verbeeldt’ slaagde Erfgoedcel CO7 erin zichtbaarheid én draagvlak te creëren voor het lokale culturele erfgoed in de zuidelijke Westhoek. Niet altijd vanzelfsprekend in een regio waar, zeker nu, WOI erg veel aandacht krijgt. De interactieve erfgoedbank bevat particulier beeldmateriaal, opgespoord, bewaard en ontsloten door ruim honderd vrijwilligers. Mede door de enthousiaste inzet groeide rond dit bedreigde zwerfgoed een grote cultureel-erfgoedgemeenschap. CO7 zet ook andere digitale tools in om nieuwe doelgroepen te bereiken, bijv. een kortfilm over de vinkensport, een digitale versie van de Erfgoedhaltes en de erfgoedwidgets. Persbericht minister Gatz
6 | META 2014 | 9
Erasmushogeschool Brussel ontvangt bibliotheekcollectie Toerisme Vlaanderen Recent verhuisde de bibliotheekcollectie van Toerisme Vlaanderen naar het departement Management, Media & Maatschappij van de Erasmushogeschool Brussel (Campus Dansaert-Bloemenhof). Niet toevallig naar dit departement, want daar wordt de opleiding Toerisme- & Recreatiemanagement georganiseerd. Ongeveer 2300 volumes, hoofdzakelijk vakliteratuur, publicaties van internationale organisaties, onderzoeksrapporten en statistieken over toerisme en recreatie uit het Documentatiecentrum van Toerisme Vlaanderen worden voor een periode van ten minste 10 jaar in bewaring gegeven aan de Erasmushogeschool en krijgen op de campus een nieuwe thuis in het studielandschap. De voornamelijk wetenschappelijk georiënteerde collectie sluit naadloos aan bij de informatiebehoeften van studenten uit de professioneel gerichte bacheloropleidingen Toerisme- & Recreatiemanagement en Hotelmanagement die les volgen op de campus. Aangezien de EhB-campus in de Zespenningenstraat op wandelafstand ligt van Toerisme Vlaanderen, blijft de collectie ook voor hen vlot toegankelijk. Johan Poukens
Belgische beiaardcultuur erkend door UNESCO Uit verschillende ingediende kandidaturen heeft UNESCO dit jaar slechts één programma geselecteerd als voorbeeldpraktijk voor de omgang met immaterieel cultureel erfgoed: de beiaardcultuur in België. Dat is een belangrijke internationale erkenning voor de Belgische beiaardiers en al wie zich inzet voor de beiaardcultuur in ons land. Het dossier vanuit België was het enige dat door de strenge selectieprocedure geraakte. De beiaard is ontstaan rond 1500 in de Zuidelijke Nederlanden en is het oudste muzikale massamedium uit de geschiedenis. Vandaag is de beiaard het grootste muziekinstrument ter wereld. De voorbije 100 jaar hebben beiaardiers en vele anderen die zich voor de beiaardcultuur inspannen dit unieke muzikale erfgoed steeds weten te vernieuwen. De Vlaamse Beiaardvereniging en de Association Campanaire Wallonne dragen onze beiaardcultuur. In Brussel werd in samenwerking met deze verenigingen de organisatie Tintinnabulum opgericht. De 71 gemeenten die een concertbeiaard bezitten spelen een centrale rol in de lokale beiaardwerking. Zij hebben in de meeste gevallen een stadsbeiaardier aangesteld. FARO (Vlaams Steunpunt voor Cultureel Erfgoed) en de administraties van de Vlaamse en Franse ministeries van cultuur kwamen overeen om de erkenning als immaterieel cultureel erfgoed door de UNESCO na te streven. Die erkenning omvat zowel het beiaardrepertoire, de opleidingen, de concerttradities als de verhalen rond beiaardmuziek. UNESCO waardeert de jarenlange ervaringen en acties in België voor het doorgeven en ontwikkelen van de beiaardcultuur. De organisatie roemt ze als een voorbeeld voor erfgoedgemeenschappen overal ter wereld. De erkenning door UNESCO betekent een belangrijke morele opsteker voor de beiaardcultuur in ons land en een beloning voor de inzet van tientallen beiaardiers en beiaardliefhebbers in Vlaanderen, Wallonië en Brussel. Vlaamse regering
nieuws
Foto: www.flickr.com-photos-patrick_nouhailler
5e editie Cycling for Libraries fietst naar… In september 2015 vindt al voor de 5e keer Cycling for Libraries plaats, de bibliotheekunconference op de fiets. Voor deze feesteditie trekken de organisatoren terug naar het hoge Noorden. De New Nordic tour zal via de fjorden van Oslo in Noorwegen langs de westkust van Zweden lopen tot in Aarhus, Denemarken, precies op tijd voor de conferentie Next Bibliotheek en de opening van Dokk1. Onderweg doen de fietsers een heleboel academische, publieke en speciale
bibliotheken aan en bespreken ze verschillende bibliotheekkwesties. Iedereen die werkzaam is in een bibliotheek of op één of andere manier betrokken is bij het bibliotheekwezen is welkom om mee te fietsen. Meer informatie over de route en de mogelijkheid om te registreren volgen later. http://www.cyclingforlibraries.org/
Brochure beschikbaar met auteurslezingen over WO I 2014 is het jaar dat we de Groote Oorlog herdenken. Dat kader besloot Auteurslezingen.be aan te grijpen voor de samenstelling van een interessante themabrochure die het brede literaire, educatieve en socioculturele veld wil inspireren om meer en ook soms minder bekende auteurs op de voorgrond te brengen.
boek(en) als thema uitwerken, elk vanuit hun eigen visie en genre. Ze hebben elk hun eigen kijk op oorlog, het land waar niemand wil wonen. Ze komen uit diverse windhoeken en vertalen hun literaire visie in verschillende genres: poëzie, proza, non-fictie of graphic novels. Met verve gidsen ze u door hun belevingswereld.
De brochure Verhalen uit niemandsland – WO I in 25 lezingen presenteert 25 auteurs die WO I in hun lezing en
Sinds een tweetal jaar subsidieert het Vlaams Fonds voor de Letteren auteurslezingen van meer dan 1000
Vlaamse en Nederlandse auteurs. Via de website www.auteurslezingen.be kunnen bibliotheken subsidieaanvraag indienen als ondersteuning van de organisatie van auteurslezingen. En auteurs zelf kunnen een aanvraag indienen om op de erkende Auteurslijst te worden opgenomen. Voor meer informatie of een papieren exemplaar kunt u steeds terecht op de website Auteurslezingen.be of via het mailadres
[email protected].
META 2014 | 9 |
7
artikel
Openbare Bibliotheken en hun publiek in 2014
Foto: Ivo Hendrikx.
Ellen Loots & Annick Schramme, Universiteit Antwerpen
In het voorjaar van 2014 organiseerden de Universiteit Antwerpen en het onderzoeksbureau LMOV (Lokaal Marktonderzoek Vlaanderen) een grootschalige bevraging om licht te werpen op hoe gebruikers en niet-gebruikers van openbare bibliotheken in Vlaanderen en Brussel zich tot deze huizen verhouden en om hun gedrag, meningen en verwachtingen in kaart brengen. Voor veel bibliotheken was het intussen zaken, leidde de beschikbaarheid van tien jaar geleden dat vergelijkbare infor- geactualiseerde en nieuwe informatie matie ze inzicht bood in hun werking tot vaststellingen op het Vlaamse niveau, (o.a. Van Thielen, Glorieux, Moens, 2004). waarvan er enkele in een ‘verkennend’ en Intussen is de maatschappij geëvolueerd: in hoofdzaak ‘beschrijvend’ deelrapport de impact van de informatie- en commu- opgenomen zijn. In dit artikel vatten we nicatietechnologie is niet meer weg te enkele bevindingen samen. Want ook al is denken, de diversiteit van de samenleving de tevredenheid van bibliotheekleden en is nog verder toegenomen en het vrije- -bezoekers nog steeds hoog (o.a. Glorieux tijdsaanbod is gegroeid. Bovendien heeft & Vandebroeck, 2005), toch stellen we ondertussen een periode van economi- vast dat bibliotheken voor een aantal sche crisis geleid tot ingrijpende bespa- belangrijke uitdagingen staan. 3 ringen op diverse beleidsniveaus.
Lang leve het boek?!
Wat doen mensen in de bibliotheek (leden)?
aandeel
Iets gezocht en/of geleend
96,23%
Iets gelezen of beluisterd
21,30%
Een activiteit bijgewoond
17,12%
Raad of advies gevraagd
14,20%
Gebruik gemaakt van de computers
10,38%
Gebruik gemaakt van de kopieermachine
5,22%
Gestudeerd of gewerkt
4,13%
Wifi gebruikt
3,52%
Andere
1,95%
Tabel 1: doelen van bibliotheekbezoek van leden (n=52802).
8 | META 2014 | 9
Maar liefst 153 steden en gemeenten namen deel aan het onderzoek en 79.980 mensen (onder wie 55.507 bibliotheekgebruikers) 1 vulden een geldig enquêteformulier in. Er werd gebruikt gemaakt van een gestandaardiseerde vragenlijst die weliswaar verschillende vertakkingen had naargelang het profiel van de respondent (bijv. lid of afhaker), en naargelang de aard van de bibliotheek en haar aanbod. De vragenlijsten werden online en op papier verspreid in en door de deelnemende gemeenten. 2 Vooraleer de vragenlijst werd opgesteld, werden focusgroepsgesprekken gehouden met verschillende betrokkenen uit het veld om inzicht te krijgen in trends, de noden van en uitdagingen voor bibliotheken. Hoewel het hoofddoel van de bevraging was om individuele bibliotheken (en cultuurcentra) inzicht te bieden in de bovengenoemde
Naast het aanbieden van boeken organiseren bibliotheken verschillende activiteiten en diensten die bijdragen aan hun kerntaken van cultuurparticipatie, kennisontwikkeling en sociaal contact (Vallet, 2013). Het merendeel van de mensen komt nog steeds om iets te zoeken en/ of uit te lenen (96 procent van de leden). Velen lezen of beluisteren ook iets ter plaatse (21,3 procent). Opvallend is dat de bibliotheek een populaire plek blijft om te studeren of te werken (één op 20). Eén op de zes bibliotheekleden woont wel eens een activiteit bij die de bibliotheek organiseert (tabel 1). Wat lenen de bibliotheekleden dan vooral? Boeken zijn nog steeds het meest uitgeleende bibliotheekproduct. De bibliotheek wordt nog steeds gepercipieerd als een ‘boekenhuis’, en mensen
artikel
verwachten die rol van een bibliotheek, ook jongeren (Van den Bossche, 2014). Na de boeken, volgen dvd’s, stripverhalen en cd’s als populaire producten. Collectieonderdelen die in mindere mate aanwezig zijn in de collectie, zoals luisterboeken, Daisy-boeken en games (BIOS, 2012), worden in mindere mate uitgeleend.
werd gevraagd of ze interesse hebben in een aanbod e-books vanuit de bibliotheek. Eén derde zegt van wel. Bijna de helft van de respondenten (46,5 procent) geeft aan van niet, en één op zes is onbeslist. De meerderheid loopt blijkbaar (nog) niet warm voor het idee. Negen op tien van de respondenten die ‘nee’ antwoordden, zegt liever een ‘fysiek boek’ te lezen. Bij vier op de tien mensen spelen ook praktische bezwaren: zij hebben geen tablet of e-reader.
Het merendeel van de respondenten wil nieuwe producttitels terugvinden (67 procent). Eén op drie vindt dat de bibliotheek daarnaast ook klassiekers moet aanbie- Een blik op afhakers den. Over de beschikbaarheid van nieuwe De leden van een openbare bibliotheek boeken en audiovisuele materialen is de zijn over het algemeen tevreden tot zeer tevredenheid van de bibliotheekgebrui- tevreden over het aanbod en de dienstkers toegenomen in vergelijking met tien verlening van hun bibliotheek. Toch zijn jaar geleden (Glorieux & Vandebroeck, er mensen die op een bepaald moment 2005). Drie van de vier bezoekers zeg- ‘afhaken’, en andere die nog nooit een gen telkens iets nieuw te vinden. Het lijkt bibliotheek bezochten. Ook deze afhaer dus op dat bibliotheken op dit vlak kers en niet-gebruikers werden bevraagd. inspanningen geleverd hebben. Het boekenaanbod in het algemeen, en daarnaast Wie komt er dan niet naar de bib? We ook andere collectie-onderdelen, wordt stellen vast dat de bibliotheken slechts zeer positief geëvalueerd (gemiddelde 20 procent zestigplussers bereikt, ook scores van 4 op 5). al maakt deze groep 30 procent van de Vlaamse bevolking uit. Ook al is dat een Het aankoopbeleid van openbare biblio- stijging van bijna 7 procent tegenover 10 theken behelst echter meer dan beslis- jaar geleden (13,6 procent van de leden singen over titels. De verruiming van het was toen meer dan 60 jaar, Glorieux & bibliotheekaanbod met nieuwe product- Vandebroeck, 2005), dan blijft dit toch categorieën is een trend die al enkele een relatief laag cijfer. Terwijl de vergrijdecennia aan de gang is. Hoewel de uit- zing binnen de bibliotheek toeneemt, lijkt leningen van audiovisuele materialen al er aan de jonge kant van het spectrum enkele jaren toenemen (VRIND, 2013), minder instroom te zijn (17,7 procent is leiden we uit onze data af dat cd’s een tussen 16 en 29; tien jaar geleden was dat gevoelige terugval kennen in vergelij- nog 21,5 procent — over de allerjongsten king met tien jaar geleden: in 2004 werd hebben we geen informatie). de cd-collectie van de bibliotheek nog benut door 42 procent van de gebrui- De leeftijdscategorie 30 t/m 44 jaar kers (Glorieux & Vandebroeck, 2005), loopt terug in aantal in vergelijking met terwijl dat aandeel nu gehalveerd is. 4 de vorige bevraging (van 36 procent van Verklaringen zijn niet ver te zoeken: de leden in 2004 tot 30 procent in 2014). muziek is vandaag veel gemakkelijker en We krijgen dus de indruk dat een deel van goedkoper te verkrijgen online in verge- de twintigers uit 2004 mogelijk is afgehaakt en dat ook mensen tussen hun 30e lijking met een tiental jaar geleden. en 45e hun lidmaatschap nog stopzetten. Tegenwoordig zijn digitale boeken in Wanneer we kijken naar het profiel van de opmars, en het is niet verwonderlijk dat afhakers in onze dataset, zien we dat de bibliotheken zich vragen stellen over de gemiddelde leeftijd van die mensen vanrol die ze kunnen opnemen in het aan- daag 46 jaar is. 5 bieden van deze nieuwe productcategorie. Aan de deelnemers aan de enquête Kunnen we hiervoor een verklaring (zowel gebruikers als niet-gebruikers) opwerpen? Loopbaanaspecten en
“De belangrijkste reden om af te haken is weliswaar de technologische vooruitgang.”
Top 10 redenen afhaken bibliotheek
aantal
Informatie nu online
22,45%
Geen tijd
21,54%
Nu thuis internet
18,50%
Lees niet meer (zo vaak)
14,21%
Liever kopen dan lenen
13,88%
Andere bib
11,29%
Uit mijn gedachten gegaan
9,64%
Geen interesse meer in aanbod
6,63%
Wegens de kinderen (vroeger wel, nu niet meer)
5,98%
Download nu
5,89%
Tabel 2: redenen voor afhaken bibliotheek (N=8416).
META 2014 | 9 |
9
artikel
Top 10 voor de ‘ideale bibliotheek’
aandeel
Waarschuwing via e-mail of SMS wanneer materiaal moet teruggebracht worden
44,70%
Inleverbus (inleveren van materiaal buiten openingsuren)
34,22%
Langer mogen uitlenen
29,91%
Een bibcafé
28,48%
Een bibliotheekkaart voor alle Vlaamse bibliotheken
28,14%
Gratis Wifi
16,57%
e-books
13,29%
Een zelfscanbalie
11,36%
Gepersonaliseerde nieuwsbrief naar mijn interesses
10,56%
Meer lezingen, podiumactiviteiten, ...
9,70%
Tabel 3: top 10 ideale bibliotheek (n=73782).
gezinsvorming zijn denkbare redenen. Eén op vijf van de afhakers binnen onze groep respondenten benoemt het tijdsaspect als reden waarom men niet langer komt. Uit de enquête leiden we voorts af dat lang niet alle afhakers hun leesbehoefte op een andere (snellere) manier stillen (bijv. door boeken te kopen of te downloaden), maar dat ze door tijdsgebrek minder gaan lezen. Bij een aantal afhakers kan bovendien een verschuiving in het cultuurparticipatiepatroon vastgesteld worden: in plaats van te lezen, doen ze eerder een avondje aan cultuur (podiumvoorstellingen). De belangrijkste reden om af te haken is weliswaar de technologische vooruitgang. In de top 10 van afhaakredenen zijn er drie die direct te maken hebben met internet en de beschikbaarheid van informatie: informatie is nu online beschikbaar (de koploper!), men heeft thuis internet, men downloadt zaken. Andere redenen hebben te maken met een verschuiving in interesses, of een voorkeur voor andere manieren om aan materiaal te geraken (kopen en downloads). Slechts 6 procent van de afhakende leden geeft aan dat dit door de kinderen komt, met wie ze vroeger wel naar de bibliotheek kwamen, en nu niet langer. Een bibliotheek kan haar leden dus om uiteenlopende redenen kwijtspelen, maar de rol van het internet als alternatieve informatiebron is niet te negeren. Verschillende van de redenen waarom iemand afhaakt, hebben minder te maken met de bibliotheek en haar dienstverlening — wat ook afgeleid kan worden uit de hoge tevredenheid van leden en bezoekers —, dan met iemands persoonsgebonden situatie (zoals tijd, gezinssituatie, etc.). Aangezien het terugwinnen van een verloren publiek moeilijker is dan het tevreden houden van de huidige klanten, werd naar de verlangens van die huidige klanten gepeild.
Klantenbinding door comfortmaatregelen? Bij de vraag aan leden en bezoekers naar de wensen voor de toekomst, konden respondenten drie voorkeuren aanduiden uit een lijst met verschillende bibliotheekdiensten (tabel 3). De meerderheid 1 0 | META 2014 | 9
koos voor ‘comfortmaatregelen’. Bijna de helft wil een waarschuwingssignaal op het moment dat het materiaal teruggebracht moet worden. Eén op drie wil de materialen buiten de openingstijden kunnen inleveren, en bijna net zoveel wil langer kunnen lenen. De antwoorden suggereren opnieuw dat mensen het druk hebben: ook zij die lid zijn, lijken te verlangen dat de bibliotheek rekening houdt met hun drukke agenda’s. Pas op plaatsen vier en vijf zien we een bibliotheekcafé en een Vlaamse bibliotheekkaart. Waar een overkoepelende lidkaart tien jaar geleden goed was voor een positieve respons van 67,5 procent kiest nog één op de drie bibliotheekbezoekers daarvoor. 6 Mogelijk heeft (opnieuw) de toegenomen beschikbaarheid van (digitale) informatie de nood aan het meervoudig lidmaatschap vervangen. Het aanbieden van meer activiteiten staat slechts op de tiende plaats (10 procent).
Afwijkingen op vijf bevolkingskenmerken Tot nog toe lag de focus van dit artikel vooral op afhakers, en op de leeftijdskenmerken van bibliotheekleden en -bezoekers. Er zijn echter nog andere sociodemografische kenmerken die bezoekers en niet-bezoekers van elkaar onderscheiden. Onze resultaten bevestigen wat al eerder naar boven kwam; de bibliotheekgebruiker in Vlaanderen wijkt af van de bevolking op (ten minste) vijf kenmerken: geslacht, geboorteplaats, opleiding, beroepssituatie en inkomen. In de bibliotheken zijn de vrouwen ruim oververtegenwoordigd ten opzichte van de mannen. Volgens onze survey zou niet minder dan 66 procent van de bibliotheekleden vrouw zijn, terwijl in de Vlaamse bevolking het aandeel vrouwen ongeveer gelijk is aan het aandeel mannen. Deze ongelijke verdeling was ook al merkbaar tien jaar geleden (Participatiesurvey, 2003). Een mogelijke — maar wellicht enkel een gedeeltelijke — verklaring daarvoor is dat vrouwen vaker lezen in vergelijking met mannen (Eurobarometer, 2002). Waarschijnlijk gaan zij ook eerder samen met de kinderen naar de bibliotheek dan dat mannen dat doen. Wat de geboorteplaats van de bibliotheekleden betreft, zijn mensen die niet
artikel
in België geboren zijn, of van wie de ouders elders geboren werden, ondervertegenwoordigd in vergelijking met de Vlaamse bevolking. Van de inwoners van het Vlaams Gewest heeft 7 procent een buitenlandse nationaliteit. Dat is meer dan de 4,5 procent van de bibliotheekleden die buiten België geboren zijn. 7 De ongelijkheid in cultuurparticipatie op het vlak van opleidingsniveau werd eerder en ook elders vastgesteld (De Laet et al., 2011; VRIND, 2013; Aabo et al., 2010). Zelfs bibliotheken, die vaak verondersteld worden het meest laagdrempelig te zijn van het hele culturele aanbod, worden vooral bezocht door mensen met een
hoog opleidingsniveau. Twee derden van de bibliotheekleden die onze enquête invulden, heeft minstens een diploma van het Hoger Onderwijs van het Korte Type. In vergelijking met de Vlaamse bevolking is dat een stevige vertekening: van de Vlamingen heeft één op drie dit diploma. In vergelijking met eerder onderzoek, is dit een toename: bibliotheekgebruikers lijken nog meer ‘geletterd’ te zijn dan ze al waren. Eén op vier van de Vlamingen heeft hoogstens een diploma LSO. Van de bibliotheekleden is dat slechts één op de tien.
“Op basis van onze resultaten kunnen we niet vaststellen dat de bibliotheek een cruciale rol speelt in het dichten van de digitale kloof.”
Wanneer we naar de beroepssituatie van de bibliotheekbezoeker kijken, stellen we
META 2014 | 9 |
11
artikel
“bibliotheekgebruikers lijken nog meer ‘geletterd’ te zijn dan ze al waren.”
1 2 | META 2014 | 9
vast dat een groot aandeel van de bibliotheekleden werkt als bediende of hoger bediende (60 procent). Bijna één op de vijf gebruikers is gepensioneerd; 6,3 procent is arbeider. Zelfstandigen en andere beroepen die niet in een vast dienstverband zijn, zijn zeer sterk ondervertegenwoordigd. Zo is 21 procent van de Vlaamse werkende bevolking ingeschreven als zelfstandige. 8 Van de Vlaamse werkende bibliotheekleden is slechts 8 procent zelfstandig. We hebben niet onderzocht welke oorzaken aan de basis hiervan liggen, maar tijdsgebrek en werkdruk zijn niet ondenkbaar. De werkloosheidsgraad in Vlaanderen en bij de bibliotheekleden is telkens 7 procent.
Actuele uitdagingen?
Openbare bibliotheken staan voor een aantal uitdagingen. Een eerste denk oefening heeft te maken met het publiek. In vergelijking met andere Europese landen is de participatie lager en gebeurt die door een beperkt deel van de samenleving. 10 We zien de leeftijd van het publiek opschuiven. Ook al wordt het aandeel oudere bezoekers (60+) groter, het blijft nog steeds proportioneel minder dan zijn aandeel in de bevolking. De aantrekkingskracht naar jongeren toe lijkt geleidelijk af te nemen. De meeste gebruikers en deelnemers zijn hoog opgeleid. NietBelgen en de laagste inkomens vinden we minder gauw terug in deze cultuurhuizen die toch in de eerste plaats bedoeld zijn De helft van de Vlaamse en Brusselse om de cultuurparticipatie te verhogen en bibliotheekleden die wij bevroegen, rap- ‘access to all’ vooropstellen (Hemmeter, porteert een persoonlijk maandelijks 2007). Mensen die afhaken doen dit uit nettoloon tussen 1000 en 2000 euro. tijdsgebrek, en/of omdat ze hun inforBibliotheken worden traditioneel bezocht matiebehoeften nu op andere (digitale) door gezinnen uit de middelste inko- manieren stillen. mensgroepen (Hemmeter, 2007). In eerder onderzoek kwam al naar voren dat Een tweede uitdaging voor bibliotheken de allerlaagste inkomens ondervertegen- in hun rol als informatiepunt en ontmoetingsplaats heeft te maken met digitaliwoordigd zijn op de ledenpopulatie van de Vlaamse bibliotheken (De Laet et al., sering en het bevorderen van de digitale participatie. De ICT-infrastructuur van de 2011). Ook de allerhoogste inkomens zijn minder vertegenwoordigd in de leden- bibliotheek wordt vooral gebruikt voor populatie. Uit de internationale literatuur opzoekingen in de catalogus (67 proweten we dat verschillende inkomens- cent). Van de aanwezige technische faciliteiten wordt door de bezoekers (die geen groepen verschillende motieven hebben voor een bibliotheekbezoek. Wanneer lid zijn) relatief weinig gebruik gemaakt lagere inkomensgroepen al naar de (Wifi door 4 procent en computers door 5 procent), wat ook al naar voren kwam uit bibliotheek gaan, is dat vooral wegens de ontmoetingsfunctie, en in mindere mate eerder onderzoek (Glorieux et al., 2004). om te lezen of te lenen (Hemmeter, 2007; Op basis van onze resultaten kunnen we Aabo et al., 2010). Factoren zoals de kost- niet vaststellen dat de bibliotheek een prijs en mobiliteit spelen voor deze groe- cruciale rol speelt in het dichten van de pen een belangrijke rol. Maar niet enkel digitale kloof (mediageletterdheid), een rol die ze volgens sommige beleidsmaiemands economisch kapitaal komt in aanmerking als verklaringsfactor voor kers moet opnemen in de huidige, digitale maatschappij (Aabo, 2005). Zowel gebruik en niet-gebruik, ook factoren die met betrekking tot het aanbod (e-books) te maken hebben met iemands cultureel kapitaal, zoals diploma’s, vaardigheden als tot de dienstverlening (informatie en en kennis, en vertrouwdheid met cultu- e-commerce) kunnen bibliotheken zich rele codes (Bourdieu, 1984). Aangezien verder ontwikkelen, zonder daarbij uit het inkomen en opleidingsniveau gerelateerd oog te verliezen dat niet iedereen op de zijn aan elkaar, zullen ook iemands eco- digitale snelweg rijdt. Naast digitalisering nomisch en cultureel kapitaal in verband (van collectieonderdelen en de dienstverlening) kan het bevorderen van de digistaan met elkaar. Vervolgonderzoek kan tale participatie ook een maatschappelijk uitwijzen waarom bepaalde groepen geen of minder gebruik maken van de doel voor bibliotheken zijn. Een gebrekbibliotheek als ontmoetingsplaats of uit- kige toegang tot informatie zou in onze digitale maatschappij kunnen leiden tot leen- en informatiepunt. 9
artikel
vormen van sociale ongelijkheid en uitsluiting. Zo werd tien jaar geleden de vrees uitgesproken voor een ‘2/3 maatschappij’, waarin de meerderheid van de bevolking zich goed aanpast en de vaardigheden kan ontwikkelen die nodig zijn om mee te blijven met informatie, terwijl een minderheid niet mee kan (Aabo, 2005). Vandaag heeft 80 procent van de Vlaamse huishoudens een internetaansluiting (VRIND, 2012). Of dat dit betekent dat 80 procent van de bevolking mee is met de digitalisering van bepaalde aspecten van het maatschappelijk leven is de vraag. Een goede kosten-batenanalyse zou richtinggevend kunnen zijn voor de digitaliseringsinspanningen van de bibliotheken. Willen onze openbare bibliotheken een rol opnemen in het dichten van de digitale kloof en het bevorderen van de mediageletterdheid, zullen ze toch een inspanning moeten leveren om degenen die aan de andere kant van de kloof staan te bereiken.
Referenties • Aabo, S. (2005) The role and value of public libraries in the age of digital technologies. Journal of
Noten 1 De overige respondenten zijn gebruikers van cultuurcentra, niet-gebruikers of voormalige gebrui-
Librarianship and Information Science, Vol. 37, n° 4,
kers van de bibliotheek. Onder de deelnemende
pp. 205-211.
gemeenten vallen de grote steden (Antwerpen,
• Aabo, S., Audunson, R. & Varheim, A. (2010) How
Gent en Brussel) en verschillende middelgrote ste-
do public libraries function as meeting places?
den en kleinere gemeenten. We verwachten niet
Library & Information Science Research, Vol. 32,
dat de resultaten anders zouden zijn voor meer of
Issue 1, pp. 16-26. • Bourdieu, P. (1984), Distinction: A Social Critique of the Judgment of Taste. Harvard University Press, Cambridge, Massachusetts. • De Laet, Glorieux & van Tienoven (2011),
andere deelnemende gemeenten. 2 De verspreiding van de vragenlijsten (en de link naar de online enquête) gebeurde op het gemeentelijke niveau. We kunnen niet uitsluiten dat er enige vorm van ‘zelfselectie’ plaatsgevonden heeft.
Privéconcert of open boek? Ongelijke toegang tot
Meer informatie over de gebruikte methode is te
culturele centra en bibliotheken. In: J. Lievens &
vinden in het rapport.
H. Waege (eds.) (2011), Participatie in Vlaanderen
3 In het onderzoek wordt een onderscheid gemaakt
2. Eerste analyses van de Participatiesurvey 2009,
tussen leden en bezoekers (mensen die om een
Acco Academic, Leuven: 181-195.
andere reden dan het ontlenen van materialen in
• Glorieux, I. & Vandebroeck, D. (2005) De bibliotheek, een huis vol meningen. Het bibliotheekgebruik van 32 041 bezoekers in 165 bibliotheken. VCOB. • Glorieux, I., Moens, M. & Van Thielen, L. (2004) De bibliotheek, een huis vol meningen. 32 041 bezoe-
Voor meer resultaten en voor een inzicht kers over 165 bibliotheken. Resultaten van het in de aanpak kunt u het rapport nalezen. Vlaams gebruikersonderzoek voorgesteld in de Loots, E., Schramme, S., Van der Auwera, BOZAR op 21 december, Brussel, 2004 (29 blz.). S. (2014), Openbare bibliotheken en cul- • Hemmeter, J. (2007) Household use of public tuur- en gemeenschapscentra: barolibraries and large bookstores, Library & meters voor de cultuurparticipatie. Information Science Research, Volume 28, Issue 4, Antwerpen: Universiteit Antwerpen. Te Winter 2006, Pages 595–616. downloaden op: http://tinyurl.com/ • Vallet, N. (2013) Becoming partners in urban deveUArapport2014. lopment. A case-study research on the strategic roles of Flemish and Dutch public libraries in the
de bibliotheek komen). Verder werden afhakers (voormalige leden) en niet-bezoekers bevraagd. 4 Dit zijn globale Vlaamse cijfers; deze uitkomst sluit niet uit dat deze trend niet voor iedere individuele bibliotheek opgaat. 5 We weten niet wanneer deze respondenten hun lidmaatschap stopgezet hebben. Dat kan verschillende jaren geleden zijn. 6 Glorieux et al., 2004. Mogelijk is de oorzaak van dit verschillend resultaat te wijten aan een andere vraagstelling; het zou ook kunnen (en is niet onwaarschijnlijk) dat de meningen veranderd zijn omdat de beschikbaarheid van informatie op 10 jaar tijd toegenomen is. 7 Strikt genomen zijn nationaliteit en geboorteplaats niet dezelfde parameters. Indien we ervan
future development of cities. Library Management,
uitgaan dat het aantal inwoners van het Vlaamse
Vol. 34, n° 8/9, pp. 650-663.
Gewest dat buiten België geboren is, groter is dan
• Van Thielen, L., Glorieux, I. & Moens, M. (2004) De bibliotheek, een huis vol meningen. Resultaten van het Vlaams gebruikersonderzoek in de biblio-
het aantal inwoners met een buitenlandse nationaliteit, wordt het verschil tussen bibliotheekleden en leden van de Vlaamse bevolking alleen groter.
theek van .... Reeks van 167 deelrapporten. Vlaams
8 HERMREG-databank 2012
Centrum voor Openbare Bibliotheken, Brussel.
9 Onze bevraging peilde naar redenen waarom men
• Van den Bossche, V. (2014), Op zoek naar een blij-
de bibliotheek niet bezoekt. Voorlopig beschik-
vende verbintenis tussen jongeren en de openbare
ken we enkel over de resultaten op gemeenteni-
bibliotheek, Masterproef voorgedragen tot het
veau, die aangeven waarom iemand niet naar de
bekomen van de graad van Cultuurmanagement,
openbare bibliotheek van zijn/haar gemeente
Antwerpen: Universiteit Antwerpen
gaat. Aangezien bijna 40% van die respondenten aangeeft elders te gaan, reflecteren de voorlopige resultaten niet de redenen van niet-bezoekers in strikte zin. Dat kan een mogelijke verklaring zijn voor de relatief lage percentages op antwoordcategorieën zoals mobiliteit (5,3%), prijs (2,2%). Mogelijk zijn er verbanden tussen socio-demografische kenmerken en de antwoordcategorieën ‘ik lees niet’ (15,5%) en ‘andere reden’ (9,2%). 10 Bron: Eurobarometer
META 2014 | 9 |
13
Bart Beuten:
“Ik denk dat het zinvol is om iets nieuws te creëren”
interview
Interview: Kirsten Janssens en Julie Hendrickx Foto’s: Stefan Tavernier
Bart Beuten begon zijn carrière bij de Vereniging Vlaamse Provincies als stafmedewerker Cultuur toen het decreet Lokaal Cultuurbeleid net gestemd was. De kennis van het nieuwe bibliotheekbeleid en de ervaringen die hij daarna als interprovinciaal coördinator van het streekgericht bibliotheekbeleid en later als teamverantwoordelijke samenwerkingsprojecten bij het e-Gov bedrijf VERA op deed met interbestuurlijke trajecten zouden eerst als opdrachthouder digitale bibliotheek en nu als algemeen directeur van Bibnet en LOCUS nog van pas komen. Wat is jouw visie op de beleidsnota Cultuur en de impact daarvan op de sector? Die beleidsnota leest niet altijd even gemakkelijk. Het is een redelijk abstract werkstuk. Dat is ook logisch, het zijn de strategische contouren van een nieuw beleid voor een volledige legislatuur. In zo’n nota mag je geen uitgewerkte trajecten of concrete acties verwachten. Wat me verder opvalt, is dat de nota voor het globale cultuurbeleid relatief veel continuïteit bevat. Gelukkig, een zekere mate van continuïteit in het beleid is goed. Als we daarentegen inzoomen op de openbare bibliotheken en het lokale cultuurbeleid dan valt daar wel een breuklijn waar te nemen: de middelen die naar het Gemeentefonds gaan, de verdere decentralisering van het lokale cultuurbeleid en de terugschroeving van de Vlaamse aansturing van het lokale cultuurbeleid. Alhoewel het me niet heeft verrast en deze keuzes in de lijn der verwachtingen lagen, zie ik belangrijke consequenties en risico’s. De tijd dat de Vlaamse overheid de lokale besturen stimuleerde en hun beleid deels mee stuurde is voorbij. De consequenties van die beleidskeuze zijn groot. Voor onze sector impliceren ze hervormingen die ons de volgende jaren bezig zullen houden. Als je dan nog wat verder inzoomt, op het niveau van Bibnet en LOCUS, dan geeft de beleidsnota ons het fiat voor de versmelting tot een nieuwe eengemaakte organisatie. Ook hier alleen de contouren, er is nog niets haarfijn uitgewerkt. Een laatste belangrijke punt in de beleidsnota gaat over de rol van de provinciebesturen: dat de Vlaamse overheid bij het overdragen van de provinciale bevoegdheden in het kader van de digitale bibliotheek voor continuïteit zal zorgen zodanig dat de lokale besturen niet versnipperd moeten investeren in lokale bibliotheeksystemen. Ik leid daar dus uit af dat dat een opdracht is die Vlaanderen zal opnemen. En aangezien Bibnet en LOCUS de belangrijkste Vlaamse beleidsinstrumenten zijn om dat beleid vorm te geven, verwacht ik dat we hierin binnenkort een opdracht zullen krijgen. Er staat dus voor de sector en voor onze organisaties heel wat op stapel de volgende jaren. Je sprak over de risico’s die bij de beleidskeuzes horen, kan je die concreter toelichten? Het grootste risico is dat de lokale besturen onder budgettaire druk overgaan tot een desinvestering in het lokale bibliotheekbeleid. De besparingsmonitor van de VVBAD wijst uit dat die trend al enige tijd bezig is. Doordat de Vlaamse overheid haar sterkste beleidsinstrumenten van sturing en kwaliteitswaarborging los laat, verdwijnt een eventuele tegenkracht en bestaat het risico dat die tendens verdergaat of nog versterkt.
Wat was je reactie op de verschuiving van budgettaire middelen naar het Gemeentefonds? Als ik dat puur bestuurlijk bekijk dan is dit het logische sluitstuk van een beweging die al een hele tijd bezig is. Van een normerende centrale wetgeving naar het decreet Lokaal Cultuurbeleid dat die decentralisering deels al in gang trok door de verantwoordelijkheid voor het lokale cultuurbeleid en haar instellingen sterker bij de lokale besturen te leggen. In de vorige legislatuur is onder minister Schauvliege die beweging nog versterkt met de verschuiving van een aantal concrete opdrachten voor bibliotheken en provinciebesturen naar de methodiek van Vlaamse beleidsprioriteiten waar men op kan intekenen. Een kostbaar cultureel veld loopt nu een verhoogd risico op desinvestering. We mogen er volgens mij niet van uitgaan dat lokale besturen per definitie verder zullen besparen op het lokale cultuurbeleid en dat de lokale bibliotheekwerking uitgehold zal worden, maar we mogen ook niet naïef zijn. Op sommige plekken zal dit wel degelijk het geval zijn. En dat zal gevolgen hebben voor de burger: minder dienstverlening, maar ook minder professioneel, minder nabij, minder uitgebreid, … Hoe kunnen we de kans en gevolgen beperken? Ik heb begrepen dat een oormerking van de middelen in het Gemeentefonds politiek alvast weinig haalbaar is. Spijtig. Laat ons dan zeker sterk inzetten op de opvolging van wat lokale besturen precies doen. Zodanig dat wanneer er een forse desinvestering of kwaliteitsverlies optreedt, dat we dat op zijn minst weten en dat Vlaanderen vanuit bovenlokaal perspectief kan bijsturen. Tegelijkertijd moeten we aanvaarden dat de budgettaire context is gewijzigd. We zullen met een stuk minder moeten werken en toch nog een maximaal maatschappelijk zinvolle werking ontplooien. Het zijn clichés, maar zoals alle goede clichés zit er veel waarheid in: we zullen creatiever en efficiënter moeten omgaan met de middelen en zoeken naar zinvolle keuzes in onze werking. We moeten niet de illusie hebben dat we even veel gaan kunnen doen met een pak minder middelen. Keuzes dringen zich dus op. Dit zal voor de sector een moeilijke zoektocht zijn. Dat is dan ineens ook een duidelijke ambitie voor onze nieuwe organisatie. We willen bij het aanpakken van al deze uitdagingen mee het verschil maken. De verwachting is dat, eens alle middelen overgedragen worden naar het Gemeentefonds, het decreet zijn primaire sturende kracht zal verliezen. Welk instrument heeft de Vlaamse overheid dan nog om het lokale cultuurbeleid mee te ondersteunen of vorm te geven? Onze nieuwe organisatie kan hier een belangrijke bijdrage leveren aan de vernieuwde relatie tussen Vlaanderen en de lokale besturen. We worden daarbij
META 2014 | 9 |
15
interview
die het ondersteuningsproces integraal kan vorm geven: visieontwikkeling en inspiratie bieden rond bredere beleidskaders en -doelstellingen, vertalen van maatschappelijke noden en lokale beleidsprioriteiten naar een sterk instrumentarium en de lokale De beleidsnota legt inderdaad een belangrijke rol weg voor spelers ondersteunen bij de implementatie ervan en het bijhoBibnet en LOCUS als nieuwe organisatie. Die organisatie zou er rende leerproces. De kracht van de nieuwe organisatie ligt dus moeten toe bijdragen dat “het lokaal cultuurbeleid sectorover- duidelijk in de complementariteit van de sterktes van beide indischrijdend en met een hoge maatschappelijke relevantie zijn viduele organisaties. Eén plus één is hier drie. betekenis kan herdefiniëren en versterken”. Gelet op generiek Op dit moment klinkt dit allemaal nog redelijk abstract. De taalgebruik, wat betekent deze zin eigenlijk? We lezen dit als een fiat van de minister en een vertrouwen in de oefening voor de komende weken en maanden zal zijn om dit ambitie die onze beide besturen formuleerden om te versmel- te gaan vertalen. Wat betekent dit voor de concrete werking? ten tot één organisatie om zinvoller, sterker en slagkrachtiger te Welke projecten gaan we doen? Wat deden we daarvoor en kunnen werken voor het lokaal cultuurbeleid dat door een gewij- gaan we dat nog doen? Gaan we dingen anders doen? Welke zigde bestuurlijke context zijn rol en invulling moet herdenken. nieuwe dingen gaan we doen en hoe gaan we die organiseren? Met welke prioriteiten? En met welke centen daartegenover? We De beleidsnota geeft de grote lijnen aan. Het is in de komende weken en maanden aan alle betrokkenen om die verder vorm te willen vanzelfsprekend de valeurs van het verleden maximaal behouden. Maar we moeten ze wel evalueren in het licht van de geven. Als we onze nieuwe organisatie verder invullen, moeten we volgens mij rekening houden met drie belangrijke elementen. nieuwe context en opdracht. extra uitgedaagd om voldoende meerwaarde met onze werking te genereren zodat de sector er effectief een substantiële stap mee vooruit is.
Om te beginnen zijn het lokale cultuurbeleid, bibliotheken, cultuur- en gemeenschapscentra al lang niet meer de verkokerde instellingen die ze zoveel jaar geleden waren. De deuren staan open voor partnerships met andere actoren en voor dwarsverbanden met andere lokale instanties. De manier waarop de Vlaamse bovenbouw gestructureerd is, is meer verkokerd dan
Ik heb het nu vooral gehad over de procesmatige integrale aanpak en strategische complementariteit tussen beide organisaties. Een ander belangrijk accent dat de beleidsnota aanbrengt, is een focus op de digitale uitdagingen. Voor mij vallen ‘de digitale uitdagingen’ niet samen met ‘digitalisering’. En al helemaal niet met bits en bytes en computers, het is veel meer dan
“De verandering waar we voor staan is fundamenteel maar we willen en kunnen daarna niet voor eeuwig hetzelfde doen.” het lokale veld. En dat is meer en meer een mismatch aan het worden. We moeten in onze nieuwe organisatie dus een integrale blik en aanpak hanteren. Een tweede vaststelling zijn de besparingen overal. We hebben zelf ook recent de opdracht gekregen om te besparen, tien procent bij Bibnet, zes procent bij LOCUS. Zoiets dwingt om kritischer naar de eigen werking te kijken, op zoek te gaan naar de kerntaken en na te denken over efficiëntieoefeningen. En een derde vaststelling heeft te maken met een sterktezwakte-analyse van Bibnet en LOCUS. Bibnet is een sterk instrumenteel georiënteerde organisatie. Bibnet ontwikkelt hoog kwalitatieve digitale diensten en producten en levert ze aan lokale besturen. De rol van Bibnet is eerder beperkt eens het instrument opgeleverd is. We constateren echter dat veel bibliotheken onvoldoende uitgerust zijn om op eigen kracht zinvol aan de slag te gaan met het ontwikkelde instrumentarium. Ze hebben nood aan extra ondersteuning en begeleiding. Bovendien sluiten de generiek vormgegeven Bibnet instrumenten niet altijd even goed aan op de lokale beleidsdoelstellingen en partnerships. Ze volgen vooral een centrale logica. De analyse van LOCUS is van een andere aard. LOCUS heeft een sterke ervaring en expertise en veel meer voeling op vlak van het bredere beleidskader en de lokale toepassingen ervan. LOCUS is echter minder bedreven in het ontwikkelen van een ondersteunend instrumentarium om die beleidsvisies en –doelstellingen lokaal te helpen implementeren. Het valt in deze analyse op dat beide organisaties een groot potentieel voor een complementaire werking hebben. Dit sterkt ons in de overtuiging dat het een zinvolle beweging is om Bibnet en LOCUS in elkaar te schuiven. De combinatie van Bibnet en LOCUS geeft een nieuwe organisatie 1 6 | META 2014 | 9
dat. Het gaat om te beginnen over allerlei nieuwe mogelijkheden voor cultuurbeleving en dienstverlening die door de hedendaagse technologie worden mogelijk gemaakt: sneller, 24 op 7, verrijkt, op maat en on demand, interactief, geïntegreerd in andere omgevingen, … Uiteraard gaat het in belangrijke mate ook om echte digitalisering: analoge content die gedigitaliseerd wordt, boeken die e-boeken worden, voorstellingen in cultuurcentra die je online presenteert, ... Het heeft ten slotte ook te maken met een zorg voor mensen die niet helemaal mee zijn met de digitale mogelijkheden en dreigen uit de boot te vallen: inzetten op e-inclusie en het bevorderen van informatievaardigheden en digitale geletterdheid. Tot nu toe sprak je over Bibnet en LOCUS en de beoogde complementariteit in de nieuwe organisatie. Gaan jullie je profileren als een nieuwe organisatie met een nieuwe naam? Er is nog geen kant en klaar plan. Maar ik denk dat het zinvol is om iets nieuws te creëren. Het mag geen optelsom zijn van twee bestaande organisaties met enkel een nieuwe strik rond. Hoe we de nieuwe organisatie precies gaan vormgeven, daarvoor is dialoog met het lokale veld onmisbaar. Die dialoog willen we trouwens ook opvoeren voor heel onze werking. De methodiek waar we al een tijd mee spelen, is die van het experiment. Het is moeilijk om de juiste, relevante en lokaal inzetbare dingen te ontwikkelen vanuit Brussel zonder daadwerkelijk ook in de lokale praktijk te stappen tijdens het ontwikkelproces. Door mensen een keer op een vergadering te bevragen, los je dat niet op. Om te vermijden dat er een kloof ontstaat tussen wat er op Vlaams niveau ontwikkeld en gedaan wordt en wat er op lokaal niveau leeft, kunnen we misschien op een aantal plekken een experiment starten en in samenspraak met de bibliotheek of het centrum het hele traject samen afleggen: wat willen we
interview
bereiken, welk instrument is daarvoor nodig en hoe kunnen we daar precies dan zinvolle dingen mee doen? Bij deze aanpak moeten we dan wel steeds de ambitie hebben om na het lokale leerproces het integrale instrumentarium op te schalen zodat het door meerdere bibliotheken of centra kan toegepast worden. Bij de opschaling mogen we geen eenheidsworst nastreven, maar in de mate van het mogelijke voorzien in ruimte voor diversiteit, zodat er een maximale aansluiting is op de grote variëteit van lokale bibliotheekwerkingen en –accenten. . Hoe reageerde de sector eigenlijk op het fusioneren van Bibnet en LOCUS? Het waren de twee raden van bestuur, waarin verschillende bibliothecarissen zitten, die aanvoelden dat het zinvol zou zijn om beide organisatie samen te brengen. Ook de beide teams voelden deze noodzaak aan. De Vlaamse administratie steunde deze intentie en nu heeft ook de minister deze ambitie opgenomen in zijn beleidsnota. Dat is de fase waar we nu in zitten. De sector inlichten over de contouren van de nieuwe organisatie is de volgende stap, snel gevolgd door een traject om de verschillende sectoren nauwgezet te consulteren bij het verder invullen van onze doelstellingen en projecten. Maar we mogen ons niet beperken tot onze primaire sectoren: bibliotheken, cultuur- en gemeenschapscentra. Het lijkt me zeer zinvol om ook eens gaan luisteren bij de erfgoedsector, onderwijs, … Waar zien zij mogelijke samenwerkingsprojecten met bibliotheken, cultuur- en gemeenschapscentra? Hoe zien zij ons als nieuwe organisatie daarbij een zinvolle rol invullen en hoe kunnen we elkaar versterken? Wanneer zou de nieuwe organisatie een feit moeten zijn? We mikken op het najaar van 2015. Na de volgende zomer willen we feitelijk een nieuwe organisatie zijn. Misschien is dat dan nog niet juridisch helemaal rond, maar dat geeft niet. Bibnet en LOCUS zijn decretaal erkende en gesubsidieerde organisaties. De timing van de decreetwijziging die nodig is voor de ondersteuning van de nieuwe organisatie is afhankelijk van verschillende zaken. Dat hebben we minder in de hand. De volgende zomer dus. Dat betekent dat we een relatief kort veranderingstraject hebben. Daar is bewust voor gekozen om veranderingsmoeheid te vermijden en om zo snel mogelijk uit de startblokken te schieten. De horizon mag niet te ver liggen. Een stevige korte inspanning dus en dan is de meest ingrijpende verandering achter de rug. Dat betekent echter niet dat we dan nooit meer zullen moeten veranderen. Integendeel, de nieuwe organisatie wil zeer dicht werken op de maatschappelijke noden en zal zich dus constant moeten aanpassen aan nieuwe uitdagingen. De verandering waar we voor staan is fundamenteel, maar we willen en kunnen daarna niet voor eeuwig hetzelfde doen. Uit de oefening van de komende maanden zal blijken of we voldoende fit zijn om zo’n flexibele, wendbare organisatie te zijn. Hoe reageerden de medewerkers? Het hing natuurlijk al een tijd in de lucht. Je hebt mensen die heel deze verandering zeer snel als een deel van zichzelf maken
en onmiddellijk naar uitdagingen beginnen te zoeken. Anderen zijn wat terughoudender. Het belangrijkste is dat iedereen er de voordelen en de logica van ziet. In afwachting van de goedkeuring in de beleidsnota van de minister zochten beide teams alvast spontaan toenadering tot elkaar. Momenteel denken beide teams na over hoe we binnenkort fysiek gaan samen zitten. Dat dit met enthousiasme door mensen uit beide organisaties voorbereid wordt, is voor mij een bewijs dat er goesting is om werk te maken van de versmelting van beide organisaties, werkingen en teams. Door de fusie zal Bibnet zijn scope moeten verbreden en zich net als LOCUS ook richten tot cultuur- en gemeenschaps centra en het lokale cultuurbeleid. Zal er intern een opsplitsing komen? En wat zal dit betekenen voor de bibliotheeksector, minder tijd en geld? Ik denk dat als je als organisatie integraal en sectordoorbrekend wil werken dat je organisatiestructuur daar een correcte afspiegeling van moet zijn. Dat is niet van vandaag op morgen mogelijk, maar in een groeipad lijkt me dat zinvol. Hoe de organisatiestructuur er zal uitzien, hangt uiteraard ook sterk af van welke projecten we nu effectief gaan doen en welke doelstellingen we formuleren. Het is in deze fase nog niet mogelijk om de impact van de fusie voor de openbare bibliotheken correct in te schatten. Onze ambitie is natuurlijk om door de structurele versmelting van de complementariteit van beide individuele organisaties een duidelijke toegevoegde waarde te creëren. Wat is het belangrijkste dat je eerst gerealiseerd wil zien met de nieuwe organisaties? Als bovenlokale organisatie is het sectordoorbrekende aspect een grote uitdaging. Lokaal is dat op vele plekken al een realiteit. Zo’n transversaal project zou ik graag ook eens op ons niveau proberen. Gebruikersonderzoek wijst uit dat er vanaf 65 jaar een vorm van ontlezing plaatsvindt. Tegelijkertijd weten we dat de vereenzaming dan toeneemt. Hoe gaan we daarmee om? Hoe kunnen bibliotheken in samenwerking met bijv. buurtwerking, senioren- en welzijnsverenigingen, het cultuurof gemeenschapscentrum een antwoord ontwikkelen op beide
META 2014 | 9 |
17
INTERVIEW
problematieken? Hoe kunnen de digitale mogelijkheden dit mee faciliteren?
een andere speler zinvoller is, is dat bespreekbaar. We willen geen voorafnames doen.
We lezen in de beleidsnota ook: “De Vlaamse overheid blijft haar coördinerende rol opnemen in de digitale uitbouw en ondersteuning van het lokaal cultuurbeleid, zodat niet elke gemeente apart zal moeten instaan voor een eigen bibliotheeksysteem en een verdere digitalisering.”, één bibliotheeksysteem wordt dus binnenkort realiteit? Ik denk het wel, ja. Ik hoop dat we komende weken een proces kunnen starten waarbij we met de Vlaamse overheid, de provinciebesturen, en de bibliotheken deze beleidsbeslissing verder bekijken en invullen. Hopelijk kunnen we snel een gemeenschappelijke aanpak afspreken en besluiten tot een set van afspraken om de bevoegdheid van de provincies op het vlak van de digitale bibliotheek zorgvuldig en zorgzaam over te hevelen. Het zal sowieso een complex en delicaat transitieproces zijn, één waar mensen en middelen aan vasthangen.
Dit was wel een rol die LOCUS toch op zich had genomen: de promotie met het bibliotheeklogo. Dat zag de sector als een van de belangrijkste momenten om op Vlaams niveau mee naar buiten te komen. Absoluut, ik ben voorstander van een sterke inzet op public relations voor de bibliotheeksector. Dat is in de eerste plaats werk van elke dag en elke bibliotheek. Je mag niet alle heil zoeken in een landelijke campagne. Maar van tijd tot tijd moet zo’n stevige landelijke injectie kunnen. Ik ben er voor dat de bibliotheeksector voldoende blijft inzetten op haar promotie.
De beslissing om de projecten van de digitale bibliotheek over te hevelen naar het Vlaamse niveau sluit eigenlijk aan bij de verwachtingen. Er loopt momenteel een haalbaarheidsstudie die door Bibnet, de provincies en de VGC werd opgestart om
LOCUS moet zes procent besparen, Bibnet tien. Heb je al een idee waar de besparingen gaan vallen? Die moeilijke oefening is ondertussen rond. Bij LOCUS zijn er recent een aantal mensen vertrokken, waaronder iemand naar het kabinet van de minister. Deze mensen niet vervangen, vangt de besparingsoefening bij LOCUS op. Maar het blijft natuurlijk een inkrimping van de werking. Bij Bibnet zijn er meer ingrijpende maatregelen nodig geweest. Het gaat over een structurele besparing van 300.000 euro, dat is dus niet opgelost met
“Concreet betekent dit dat er een collega van het Bibnetteam zal moeten afvloeien. Dat is zeer pijnlijk.”
in kaart te brengen hoe haalbaar de consolidatie van zes bibliotheeksystemen naar een ééngemaakt systeem is. In het voorjaar van 2015 moet die studie rond zijn. Vermoedelijk hebben we dan een draaiboek klaar om heel deze operatie uit te voeren. Ik hoop dat er zo snel mogelijk een dialoog wordt gestart tussen alle betrokken beleidsverantwoordelijken om afspraken te maken over de transitie en ze te legitimeren. Zolang er onduidelijkheid is, lopen we het risico op blokkering en desinvestering. En ook de provinciale collega’s wens ik spoedig duidelijkheid toe. Momenteel zit de haalbaarheidsstudie in de inventarisatiefase, de onderzoekers brengen de provinciale bibliotheeksystemen gedetailleerd in kaart: financieel, technisch en organisatorisch. Op basis van die gegevens buigt een werkgroep zich over de mogelijke consolidatiescenario’s. Welke zijn zinvol en haalbaar? In de volgende fase wordt toegewerkt naar een of twee scenario’s die dan verder uitgewerkt worden. De beslissingen om continuïteit van de provinciale bibliotheeksystemen op Vlaams niveau te garanderen, lijkt me logisch: projecten van zulke schaalgrootte kunnen alleen efficiënt op bovenlokaal niveau worden gerealiseerd. Anders is er versnippering van middelen en energie. Zal er ook volgend jaar weer een campagne komen voor de Bibliotheekweek? Er is nu geen uitgewerkt plan om volgend jaar een campagne te houden. Maar we hebben ook geen uitgewerkt plan om het niet te doen. De huidige campagne loopt nog en moet nog geëvalueerd worden. Aansluitend moeten we nagaan of een campagne als de Bibliotheekweek nog past binnen de werking van onze nieuwe organisatie. En indien ja, op welke manier dan en in welke vorm? Wij hebben geen exclusiviteit voor het inrichten van die campagne. Als een partnership of het overlaten aan 1 8 | META 2014 | 9
een koekje minder bij de koffie. In eerste instantie hebben we alle lopende projecten kritisch geëvalueerd en waar mogelijk de kaasschaaf gehanteerd. Omdat elke marge al geruime tijd uit onze begroting is geschrapt, heeft dit niet veel opgeleverd. De tweede operatie was een fundamentele herorganisatie van de VLACC-invoer. Door het insourcen van de catalografische invoer door Vlabin kunnen we aanzienlijk goedkoper werken. Maar dit volstaat niet om de hele besparing rond te krijgen. Ingrijpen op de personeelskosten was dus onvermijdelijk. Concreet betekent dit dat er een collega van het Bibnetteam zal moeten afvloeien. Dat is zeer pijnlijk. Het is de eerste keer in de geschiedenis van VCOB en later Bibnet dat er mensen moeten vertrekken omwille van besparingen bij de Vlaamse overheid. Tot slot, welk boek moet elk bibliothecaris volgens jou gelezen hebben om aan de vele veranderingen en uitdagingen het hoofd te bieden? A whole new mind van Daniel Pink. Zoals iedereen weet, bestaat ons brein uit een linkerhersenhelft, die eerder rationeel en analytisch functioneert, en een rechterhersenhelft die meer emotioneel, empathisch en synthetiserend werkt. Onze Westerse samenleving is heel sterk op de linkerhersenhelft gericht. Het boek van Daniel Pink beschrijft dat analytische taken meer en meer door lageloonlanden en door computers zullen worden overgenomen. De toekomst ligt niet daar, maar wel bij mensen, instanties, landen die zich sterker richten op de functies van de rechterhersenhelft en verbinding maken tussen beide hersenhelften: het belang van empathie, van vormgeving, van spelen, van het grote verhaal kunnen zien, … Het boek biedt geen pasklaar antwoord op de concrete uitdagingen waar bibliotheken momenteel voor staan, maar het kan wel inspiratie bieden om de dingen op een andere manier te bekijken, creatieve oplossingen te vinden, andere klemtonen te leggen, enzovoort.
artikel
Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg vernieuwd/vernieuwt
Van bibliotheek naar kenniscentrum, transitie in ruimte en platform Ann De Meulemeester, Ugent
Het Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg Gent (KCGG) is de faculteitsbibliotheek voor de faculteiten Geneeskunde en Gezondh eidswetenschappen en de Farmaceutische Wetenschappen. Ze bestaat sinds 1991 als een gemeenschappelijk initiatief van de Universiteit Gent en het Universitair Ziekenhuis Gent. In 2012 kondigden we in META 1 aan dat de voormalige ‘Biomedische Bibliotheek’ als ‘Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg Gent’ een nieuwe richting zou uitgaan. Deze visie werd ondertussen versterkt door de focus van de dienstverlening op ‘service’ en ‘self-service’ nog verder op het niveau van de gebruikersgroepen uit te bouwen. De switch van ‘collectie focus’ naar ‘gebruikers focus’ werd door het aanbod van e-content en nieuwe technologie de laatste jaren systematisch mogelijk gemaakt en werd door KCGG optimaal in haar planning opgenomen. Met een enorme dynamiek werd er de afgelopen jaren gewerkt aan de voorbereidingen van twee grote projecten: de verhuis van de bibliotheek en de uitbouw van een gebruikersgericht wetenschappelijk platform. Het kenniscentrum heeft
vier doelstellingen om haar projecten te operationaliseren. Samengevat beogen deze volgende principes: ontwikkelen en uitbaten van intellectuele activa; in staat zijn tot het analyseren en bestuderen van vragen en het uitvoeren van bronnenstudies voor interne en externe gebruikers; competentiecentrum voor kennismanagement; ambassadeur voor faculteit en ziekenhuis.
Wetenschappelijk platform KCGG vernieuwt digitaal In 2012 beslist de Universiteitsbibliotheek om samen met een vertegenwoordiging van enkele Faculteitsbibliotheken, waaronder het KCGG, na te denken over de missie en de visie over waar de universiteitsbibliotheek binnen de 5 jaar moet komen te staan. Het resultaat is een
rapport 2 met vier grote speerpunten: gebruikersgericht, webstrategie, informatiegeletterdheid en duurzaamheid. Ook KCGG hecht als partner van het netwerk belang aan deze speerpunten en startte in 2012 met een analyse voor de ontwikkeling van een publiek wetenschappelijk platform met gebruikersgerichte pagina’s. Voor de uitbouw van het platform werden verschillende gesprekspartners 3 van zowel UGent als UZ Gent betrokken. Voor de technische uitbouw van het systeem werd een Europese aanbesteding gedaan die uiteindelijk aan de firma Triple Helix 4 werd gegund. Het platform wil het efficiënt vinden en verbinden van kennis en ervaring in de hoofden en documenten vereenvoudigen, door een combinatie van een online
META 2014 | 9 |
19
artikel
bibliotheek en een online werkomgeving gericht op de kenniscreatie aan te bieden. Het platform zal drie hoofdpagina’s voorzien, een homepagina, een pagina gericht naar studenten en een pagina gericht naar de onderzoekers. Daarnaast worden, in samenwerking met specialisten, specialismepagina’s beschikbaar gesteld. Achterliggend worden een experten databank, projectendatabank en workflows voor aanvragen van onderzoek uitgebouwd.
De pagina voor studenten groepeert bronnen, linken en nieuwsberichten specifiek voor de studenten. Omdat KCGG ook nauw betrokken is bij het onderwijs wordt er veel aandacht besteed aan het informeren en begeleiden van studenten, door tutorials aan te bieden, extra aandacht te besteden aan digitale bronnen en een luik te voorzien waar bepaalde websites, artikels of onderwerpen die voor de student interessant kunnen zijn, toegelicht zullen worden.
De homepagina is de pagina waarop KCGG algemene informatie communiceert en zich ook als dienst voorstelt. Centraal staan er vier zoekboxen die de belangrijkste inhoud van het platform gaan doorzoeken. De gebruiker kan er zoeken naar artikels uit de academische bibliografie en institutioneel archief van UGent (Biblio) 5, experten, specialismen en projecten.
De pagina voor de onderzoekers is op een gelijkaardige manier als die van de studenten opgebouwd, maar dan met specifieke informatie voor de onderzoekers. Hier zullen onderzoekers meer informatie krijgen over publiceren, auteursrechten …
De specialisatiepagina’s hebben steeds dezelfde structuur.
2 0 | META 2014 | 9
De specialismepagina’s (Zie afb. 2) hebben steeds een zelfde structuur, met verplichte inhoud (door KCGG beheerd) en
vrij in te vullen inhoudsblokken (door de specialisten beheerd). Het is belangrijk om aan te geven dat KCGG er voor heeft gekozen om op het niveau van inhoud te werken en niet op het niveau van een dienst (UZ Gent) of een vakgroep (UGent), omdat het voornamelijk de bedoeling is om wetenschappelijke inhoud van en voor onze experten weer te geven en geen telefoonboek. Enkele voorbeelden van pilootgroepen zijn geriatrie, anesthesie, huisartsengeneeskunde en spoedgeneeskunde. Deze pagina’s moeten enerzijds een intern werkinstrument zijn en kunnen anderzijds als visitekaartje voor het specialisme gebruikt worden. Linken met een overzicht van de experten, projecten en publicaties voor een specifiek specialisme worden automatisch voorzien. Databanken, tijdschriften (keuze door specialisten) en linken naar externe of interne pagina’s zorgen er voor dat de expert sneller aan
Artikel
zijn informatie geraakt. De specialismepagina’s worden technisch opgebouwd door het kenniscentrum en worden later inhoudelijk actueel gehouden door de experten zelf. De experten databank heeft als doel om alle expertise van de campus in kaart te brengen, zowel voor intern als extern gebruik. Dit bleek echter een niet zo eenvoudig gegeven, daar KCGG gegevens willen gaan verzamelen en beschikbaar stellen van twee afzonderlijke instellingen: UGent en UZ Gent. Er werd daardoor een afzonderlijke databank gecreëerd die bij beide instellingen informatie gaat halen en ontdubbelen (sommige artsen werken zowel voor UGent als voor het UZ Gent) en die later (na authenticatie) via een invulformulier door de experten zelf kan aangevuld worden. Bij de start van dit project hebben we ons laten inspireren door de experten databank Tuhat van de Helsinki University 6. Een profiel zal verschillende clusters van informatie tonen, een paar voorbeelden: overzicht van de publicaties, onderzoeksgroepen, link met projecten, activiteiten bij wetenschappelijke instellingen … Omdat de gegevens ook voor rapportages zullen gebruikt worden, is het belangrijk dat bepaalde informatie kan afgeschermd worden en alle gegevens voor meerdere jaren kunnen bijgehouden worden. Bij de analyse bleek het belang van een goede samenwerking naar voren te komen. KCGG wou voorzien in projectpagina’s waar onderzoekers over de instellingen en landen heen, konden samenwerken. Door de voorbereidende gesprekken is er een heel luik aan toegevoegd, waarvoor onze partner Bimetra 7, verantwoordelijk zal zijn. Bimetra ondersteunt onderzoekers bij hun aanvragen van gefinancierde projecten en volgt vervolgens ook de onderzoekaanvragen samen met het Ethisch Comité (UZ Gent) op. Beide diensten hebben hun workflows uitgeschreven en zullen nu via het platform van KCGG de projectaanvragen en onderzoekaanvragen opvolgen. Bij goedgekeurde niet-commerciële projecten kan er ook een projectpagina beschikbaar gesteld worden. Aanvaarde projecten zullen door metadatering ook zichtbaar zijn op het experten profiel en op de specialisme pagina’s.
Dit project heeft meerdere malen aangetoond hoe belangrijk het is om een goede vooranalyse te doen en vooral ook om intern te communiceren, met verschillende diensten af te stemmen en hier ook tijd voor te nemen. Had het kenniscentrum dit niet gedaan waren er zeker gemiste opportuniteiten en parallelle ontwikkelingen. De lancering van het platform werd bijgevolg door de oplopende complexiteit van de achterliggende databanken en workflows nog even uitgesteld. KCGG zal het platform pas lanceren nadat alle informatie van de verschillende pilootgroepen ook in de projecten en experten databank werden opgenomen en alle gebruikerstesten een groen licht geven.
In 2004 werd de bibliotheek naar het gelijkvloers van hetzelfde gebouw verhuisd. Het ging om een tijdelijke locatie, die uiteindelijk pas tien jaar later verlaten werd. Het was een enorme oppervlakte met industrieel karakter (hoge ruimtes, betonnen vloer …) zonder enige voorzieningen van geluidsisolatie. Systematisch werd de ruimte volgens de behoeften verder opgedeeld, extra wanden werden opgetrokken en collectie gearchiveerd of gewied om ruimte vrij te maken. Door de nood aan computers voor practica werden er twee geïntegreerde pc-lokalen gebouwd, beiden kenden een enorm succes en waren de afgelopen jaren de enige op de campus.
Van een bibliotheek met witte kielen naar een kenniscentrum met studenten
Ondertussen was het aantal pc’s van 4 naar 172 (inclusief de pc-lokalen) opgetrokken en werd wifi de normaalste zaak. De switch naar andere mobiele apparatuur bracht met zich mee dat er nieuwe behoeften ontstonden en dat er de nodige infrastructuur en ondersteuning voor moest voorzien worden.
Net zoals bij vele andere academische bibliotheken, hebben technologie en onderwijsontwikkelingen een impact gehad op de fysieke uitbouw van het kenniscentrum. We verwijzen hier ook naar het artikel van Bennett 8 over de ontwikkeling van de ruimtes van de bibliotheek, waarin wij als kenniscentrum een zelfde evolutie hebben doorgemaakt, met name de overgang van een meer lezers- en boeken-gefocust patroon naar een model waar het leren centraal staat en waarbij wij ons meer als opleiders moeten gaan opstellen in plaats van enkel als leverancier van diensten. Het is belangrijk om het evenwicht tussen de bibliotheek als bewaarplaats van informatie en de rol als leercentrum te vrijwaren.
Ontwikkelingen van de infrastructuur In de periode van 1991 tot 2003 was de voormalige biomedische bibliotheek gehuisvest op het eerste verdiep van een polikliniek (UZ Gent). De omgeving was vrij klinisch met voornamelijk artsen als bezoekers. De bibliotheek bestond uit twee zalen, één voor de boeken en één voor de tijdschriften. Er kon enkel geconsulteerd worden, studieplaatsen en plaatsen om in groep te werken waren niet voorzien. De bibliotheek had vier pc’s, waarvan er twee verbonden waren met het internet. Stilte was de normaalste zaak van de wereld en eten was ten strengste verboden.
“De nieuwe opstelling is geen ‘typische bibliotheek’ meer. Zo kwam er iemand tijdens de eerste week van de opening en vroeg ons “Wanneer komt de rest van de collectie?””
META 2014 | 9 |
21
artikel
Studieruimte Sinds 2010 werd de collectie van tijdschriften steeds meer digitaal en veranderde het beeld van alleen maar witte kielen naar één met studenten. Een groep met andere noden zowel naar inhoud als naar fysieke ruimte toe. Snel kwam de vraag naar studieplaatsen en plaatsen om in groep te werken. In 2012 werden er uiteindelijk een 50-tal extra plaatsen voorzien, maar door het ontbreken van geluidsisolatie, was het praktisch onmogelijk om zowel geïntegreerde pc-lokalen, als groepsruimtes, als stille ruimtes optimaal te benutten. Dit werd dan ook nogal uitdrukkelijk door de gebruikers in de enquête van Libqual 9 aangegeven en zou zeker een van de aandachtspunten worden bij de verhuis naar de nieuwe locatie.
Plannen voor een nieuw gebouw Sinds 2009 waren er afspraken en plannen rond een verhuis naar een gebouw van de Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen. Al snel bleek dat de oorspronkelijke ideeën van 2009 al een stuk verouderd waren en dat er dringend wijzigingen aan het plan moesten aangebracht worden. De indeling van de nieuwe bibliotheek, voorzien voor 2014, moest rekening houden met de nieuwe generatie van studenten. Het gevoel van community en het zich verbonden voelen met de faculteit en universiteit zijn belangrijke sociale aspecten. Het kenniscentrum wordt gezien als een onderdeel van hun informele leeromgeving, waarbij studenten zelf gaan bepalen of deze omgeving voldoet aan hun sociale leernoden. Wij verwijzen hierbij ook naar het artikel van Susan E. Montgomery 10 over de rol van de fysieke bibliotheek op het leergedrag van de studenten. Studenten zijn sociale beestjes, ze willen een comfortabele leeromgeving, waar ze tegelijkertijd hun mobiele toestel kunnen opladen en gebruiken. Maar waren de plannen van 2009 hierop voorzien? Oorspronkelijk waren er vooral veel boekenrekken uitgetekend, ontbraken er groepsruimtes en voorzieningen voor mobiele toestellen. Het opmaken van een behoeften rapport en een voorstelling voor de bouwcommissie drongen zich op. Ter ondersteuning voor collega’s die 2 2 | META 2014 | 9
bibliotheek geen belemmering voor ze is dit pad nog moeten bewandelen geven we de referenties mee die wij gebruik- en dat ze ook bij een pauze van vijftien ten ter voorbereiding van ons bouwdos- minuten vlug even kunnen binnen sprinsier 11, 12, 13, 14. Studenten hebben geen uniek gen zonder er over te moeten nadenken profiel, sommigen hebben nood aan de of er een locker vrij is. nabijheid van studiegenoten, anderen Het aantal vaste pc’s werd bewust afgehebben volledige stilte nodig en nog bouwd naar 46 stuks, om zo meer plaats andere werken graag in groep om zo hun denken te stimuleren. Deze verschil- te bieden aan werkplaatsen om met mobiele toestellen te werken. De nieuwe lende profielen en de aanpassingen die hiervoor nodig zijn werden reeds geruime pc-lokalen (260 stuks) zijn niet meer tijd binnen het onderwijs toegepast door geïntegreerd in het kenniscentrum, en werden nu op de verdieping boven KCGG verschillende leermethoden aan te bieden ingericht. en te combineren. De bouwcommissie moest duidelijk gemaakt worden dat dit ook naar de fysieke leeromgeving door- Hoge tafels en stoelen in de ‘mobiele’ en getrokken moest worden. Daarom werd ‘open groepswerk’ zone geven op de een de goedkeuring gevraagd om zes ver- of andere manier een informelere manier schillende zones te voorzien: een inkom- van zitten en werken en werden snel in zone met informatiebalie; een pc-zone gebruik genomen. Waar we geen rekemet individuele werkplekken; een afzon- ning mee gehouden hebben, is de flexibiliteit van de meubels, waarbij bijna alle derlijke kopieer-, print- en scanruimte; een mobiele zone met de mogelijkheid meubels vast staan of op maat gemaakt om eigen toestellen te laden en te gebrui- zijn. ken; een stille studieruimte en afgesloten groepsruimtes 15. Uiteindelijk werd het vol- Naast de open groepsruimte zijn er ook drie afgesloten ruimtes voor zes tot acht ledige dossier goedgekeurd. personen die gebruikers kunnen reserveren. Er is bewust gekozen om de lokalen Bibliotheek versus niet te voorzien van multimediale apparaleercentrum tuur en enkel van een pc. De nieuwe opstelling is geen ‘typische bibliotheek’ meer. Zo kwam er iemand Maar waar de studenten vooral op tijdens de eerste week van de opening en vroeg ons “wanneer komt de rest gewacht hebben, is de stille afgesloten van de collectie?”. Dit typeert inderdaad zone met 80 zitplaatsen, de stilte blijkt de nieuwe locatie. Toch kunnen we nog nu vanzelfsprekend. Bij het bouwproject werd veel aandacht geschonken aan niet spreken van een Leercentrum zoals dit het geval is voor de Agora 16 van de de akoestiek en aan de verlichting, wat het voor de student tot een aangename Katholieke Universiteit Leuven. Onze verhuis is een goede oefening geweest, leeromgeving maakt. De nood aan een daar de ruimte gehalveerd werd, het aan- plaats om te studeren en de sociale controle bij het studeren zorgen er zelfs voor tal studenten ongeveer gelijk gebleven is en er meer gedifferentieerde activitei- dat studenten zich vrijwillig opgeven om KCGG in moeilijke periodes op vrijwillige ten worden toegelaten. Het blijft steeds belangrijk om de ruimte die aangereikt basis open te houden. KCGG zet dit jaar wordt, zo optimaal mogelijk te benutten, in om tijdens de blok- en examenperiode extra te openen. Voor een afgelegen camzelfs als deze ruimte minimaal is. pus als de onze is het voor de huidige stuKCGG is reeds van voor de verhuis infor- dent een belangrijk gegeven om een leermeel ingesteld. Eerst uit noodzaak, door community te hebben. Dit heeft echter de geïntegreerde pc-lokalen, waarbij ook een keerzijde, KCGG biedt uiteindelijk boekentassen en jassen niet buiten kon- maar 80 stille werkplaatsen aan, voor een den blijven, en nu als positieve keuze, faculteit van ongeveer 6000 studenten. omdat we het normaal vinden dat stuDoor de verhuis naar een gebouw van denten gewoon met hun spullen kunnen binnen- en buitenstappen en zelfs ook de faculteit, beseffen we als dienst hoe hun broodje kunnen opeten. Dit infor- belangrijk een goed gelegen locatie is. De nabijheid van het studentenrestaurant, mele karakter maakt dat de stap naar de
artikel
leslokalen en decanaat maken dat we algemeen meer deel uitmaken van een groter geheel. De universitaire community is ook voor ons, als bibliotheekmedewerker belangrijk, we komen vaker collega’s of onderzoekers tegen en er is sneller informeel overleg.
1 Peleman R., De Meulemeester, A., Het Cijfer / Het Plan. Het Kennis Centrum Gezondheidszorg Gent, META, 4, 2012, p. 31. 2 Het rapport over de missie en het actieplan van de Universiteitsbibliotheek Gent is momenteel nog een werkdocument en wordt later nog officieel uitgegeven.
Enkele kenmerken die wij als positief ervaren hebben zijn: locatie, akoestiek, informeel karakter, afgesloten stille en groepsruimtes, mobiele zone, flexibiliteit naar de toekomst en de community. Let wel op, dat het bouwproject continu wordt opgevolgd, men op tijd start met de voorbereidingen van de verhuis en er genoeg studieplaatsen worden voorzien (mits beschikbare ruimte), probeer geïntegreerde pc-lokalen en vast meubilair te vermijden.
3 Voor UGent: Universiteitsbibliotheek, Directie ICT, Directie Onderzoeksaangelegenheden; Voor UZ Gent: Directie ICT, Bimetra, Ethisch Comité, Dienst Communicatie, Dienst Personeel en Organisatie. 4 Triple Helix Management Solutions, http://www. triplehelixgroup.com (13/10/2014 geconsulteerd) 5 Biblio: https://biblio.ugent.be/ (13/10/2014 geconsulteerd) 6 Tuhat Researcher Database: https://tuhat.halvi.helsinki.fi/portal/en/ (13/10/2014 geconsulteerd) 7 Bimetra, Klinisch Onderzoekscentrum Gent: {HYPERLINK “http://www.bimetra.be/ “}
KCGG – volgende stap Met de digitalisering van de collectie, het gebruikersgericht aanbieden van informatie, de integratie van informatiegeletterdheid binnen het onderwijs en het aanbieden van informatie via nieuwe technologieën, zijn er ook andere behoeften op vlak van personeel bijgekomen. Het is steeds belangrijk om medewerkers met gedifferentieerde ervaring te hebben: bibliotheek, ICT, onderwijs, vakspecifieke kennis, onderzoek. KCGG mag van geluk spreken om in haar personeelsbestand (6 FTE) over heel wat verschillende profielen te beschikken, waardoor zij dergelijke projecten kan begeleiden. Het kenniscentrum beseft het belang van verdere investering in de uitbreiding van de inhoudelijk ondersteuning, want dit is de volgende belangrijke stap die nu moet genomen worden.
(13/10/2014 geconsulteerd) 8 Bennett S., Libraries and Learning: A History of Paradigm Change, Libraries and the Academy, 9, No. 2, 2009, pp. 181-197. 9 Libqual 2012 Survey. Universiteit Gent, Association of Research Libraries, 2012, 106p. 10 Montgomery S.E., Library Space Assessment: User Learning Behaviors in the Library, The Journal of Academic Librarianship, 40, 2014, pp.70-75. 11 Latimer K., Collections to Connections: Changing Spaces and New Challenges in Academic Library Buildings, Library Trends, 60, No.1, Summer 2011, pp. 112-133. 12 Niegaard H., Library Spaces and Digital Challenges, Library Trends, 60, No. 1, Summer 2011, pp. 174-189. 13 Radcliffe D. (ed.), Learning Spaces in Higher Education: Positive Outcomes by Design. Proceedings of the Next Generation Learning Spaces 2008 Colloquium University of Queensland, Brisbane, 2009, 144p. 14 Simons E., The New Learning Environment: Impact on Staff and Students, Liber Quarterly: the Journal of the Association of European Research Libraries, 20, No. 2, 2010, pp. 258-269. 15 Internationaal krijgen deze ruimtes verschillende benamingen met verschillende functies: Group Study Room, Study Pod, Withdrawal Room, Think Tank Cubby, Brainstorm room, Group Booth, Tutorial room, Study room, Flexplekken, Concentratieplekken, Vergaderruimte, Consultatieruimte,… 16 Verbist P., Agora-project KU Leuven. Kennis delen door Sociaal leren, Meta, 1, 2013, pp. 19-23.
> Zie ook p. 24-25
META 2014 | 9 |
23
signalement
Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg Gent opent zijn deuren in een nieuwe locatie De studenten kunnen het frisse interieur van de nieuwe omgeving wel smaken en maken gretig gebruik van de nieuwe indeling van het kenniscentrum. Foto’s: Jürgen Goetgeluk en Ann De Meulemeester
2 4 | META 2014 | 9
signalement
META 2014 | 9 |
25
etalage
Vrijwilligers in het Archief en Museum voor het Vlaams leven te Brussel Jef Dewit, vrijwilliger in het amateurstoneel De Noordstar, vrijwilliger AMVB Gemma Cogen, vrijwilliger Erfgoedcel Pajottenland, jeugdbibliotheek Dilbeek, AMVB
Het Archief en Museum voor het Vlaams leven te Brussel (AMVB) wil het verdwijnend collectief geheugen van de Brusselse Vlaming in de grootstedelijke samenleving (her-)ontdekken als onuitputtelijke bron van genoegen en educatie. Vrijwilligers Gemma en Jef steken de archivaris een handje toe. Jullie werken als vrijwilligers bij het AMVB, wat is jullie motivatie? Gemma: De viering negentig jaar Vlaamse Club in Brussel leidde ons naar de overzichtstentoonstelling van de geschiedenis en werking van deze vereniging in het AMVB. De tentoonstelling was niet alleen mooi maar werd ook heel boeiend dankzij de goed bewaarde en interessante documenten die het AMVB in zijn archieven bewaarde. Als erfgoedvrijwilligerster heb ik ervaren dat archiveren en bewaren een niet zo eenvoudige klus is. In het AMVB werd dit alles met zoveel professionaliteit en enthousiasme gedaan. Het jeukte om hier ook een handje te komen uitsteken en mij te laten inwijden in het bewaren en archiveren van cultureel erfgoed.
“We zijn beiden erg onbevangen en leergierig. Geen werkje is ons te min.” Wat is jullie opdracht en hoe vullen jullie die in? We stellen ons ten dienst van het AMVB. Dit kan het verplaatsen van dozen zijn, uitpakken van documenten, verwijderen van overbodig materiaal, verpakken van de documenten in zuurvrije verpakking, nummeren, plaatsen in de archiefrekken. Steeds onder de deskundige leiding van de archivaris. In de toekomst, 2016, plannen we ook een dubbele jubileumviering van 560 jaar rederijkerskamer De Lelieblomme, waaronder de Noordstar resorteert, die dan zelf 145 jaar bestaat. De opdrachten hieromtrent moeten nog uitgewerkt worden. 2 6 | META 2014 | 9
Wat maakt jullie team zo uniek? We zijn beiden erg onbevangen en leergierig. Geen werkje is ons te min en graag laten we ons op een prettige manier instrueren en genieten we van het opbouwen van nieuwe kennis en vaardigheid. We genieten van het concreet ontdekken van het verleden. Het leert ons de huidige samenleving beter te begrijpen. En tevens zijn we overtuigd van het belang om met inzicht, omzichtigheid en neutraliteit de objecten uit het verleden aan de volgende generaties door te geven. Welke achtergrond hebben jullie? Professioneel hebben we beiden een totaal andere achtergrond. Jef heeft een technische en commerciële loopbaan achter de rug in de voedingsindustrie. Ik ben werkzaam geweest in de gezondheidssector. Sinds onze jeugd hebben we beiden wel een grote passie voor kunst, cultuur en geschiedenis. Bekijken jullie archieven en hun werking anders na deze ervaring? Dat archieven belangrijk zijn daar zijn we ons steeds van bewust geweest. Hoe zo een archief wordt aangelegd en beheerd heeft ons steeds geïntrigeerd. Het AMVB heeft ons aangenaam verrast met zijn mooie archief, de grote professionaliteit, het enthousiasme en de vriendelijkheid van het personeel. Zij weten dit archief op een deskundige manier aan de volgende generaties door te geven. Het aantrekkelijk voor te stellen aan het hedendaags publiek. Een duidelijk bewijs dat archieven nuttig zijn voor de maatschappij en helemaal niet saai of oubollig.
inzet
An Renard:
“Geen enkele bibliotheek kan dit alleen aan, samenwerking blijft de boodschap.” Hoe ben je in de bibliotheeksector beland? Ik studeerde geschiedenis einde jaren zeventig en in die periode was er echt geen werk, ook niet voor universitair geschoolden. Met veel geluk geraakte je aan een tijdelijke job in een of ander nepstatuut. Zo belandde ik in de openbare bibliotheek van Deurne waar ik gedurende één jaar trefwoorden toekende aan de collectie. In die periode startte ook de opleiding IBW waarvoor ik mij onmiddellijk inschreef en deze studies overtuigden mij om in deze richting verder te gaan. Voor mijn eindwerk deed ik een onderzoek naar conserveringsbeleid in Vlaanderen, helemaal tegen de toenmalige trend in — de meeste kozen voor onderwerpen rond automatisering in de bibliotheeksector. Ook toen was mijn eerste liefde dus al de erfgoedbibliotheek en stiekem zelfs al de Stadsbibliotheek, nu Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience. Het zou echter pas 18 jaar later zijn dat ik definitief in de bibliotheeksector terecht kwam, want van 1982 tot en met einde 2000 leidde ik het cultuurcentrum van Deurne. In hoeverre heeft dat werk je voorbereid op je huidige job? Een cultuurcentrum opstarten en leiden is de beste leerschool die je je kan indenken. Ik heb
in een sector met een eeuwenoude traditie, een heel ander bioritme en waar men zich weinig fundamentele vragen stelde over de werking. En dat terwijl ik net de opdracht kreeg én een onderzoek te voeren naar de positie van deze bibliotheek in de stad en in Vlaanderen én in te zetten op interne en externe communicatie. Hoe lang ben je al actief binnen de VVBAD? Vanaf 2001 ben ik lid en sedert 2007 zetel ik in de Raad van Bestuur waar ik de sector erfgoedbibliotheken vertegenwoordig. Op welke verwezenlijkingen ben je trots? De eerste jaren in de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience heb ik vooral gewerkt aan het onderzoek rond de positionering van de bibliotheek en projecten opgezet rond een samenwerkingsverband van erfgoedbibliotheken in Vlaanderen. Dat heeft uiteindelijk geleid tot de introductie van het begrip “erfgoedbibliotheek” en de erkenning van de sector in het erfgoeddecreet van 2008. De Vlaamse Erfgoedbibliotheek werd opgericht als een netwerk van zes Vlaamse erfgoedbibliotheken en groeide intussen uit tot hét aanspreekpunt en expertisecentrum in Vlaanderen. Maar het werk is nog lang niet af: erfgoedbibliotheken genieten nog steeds niet dezelfde ondersteuning als musea en archieven.
“Het werk is nog lang niet af: erfgoedbibliotheken genieten nog steeds niet dezelfde ondersteuning als musea en archieven.”
— met vallen en opstaan — leren leiding geven aan een team, werken met een raad van bestuur, kort op de bal spelen en problemen oplossen, organiseren, financiële verantwoordelijkheid opnemen, promotie voeren en communiceren — kortom het management voeren van een kleine overheidsinstelling met een 25-tal medewerkers — maar bovenal heb ik leren denken vanuit het perspectief van de klant. Wanneer ik eind 2000 de leiding kreeg over de Stadsbibliotheek was deze ervaring levensnoodzakelijk. Mijn overstap was in de eerste jaren een soort cultuurschok voor mij. Ik kwam
Hoe heb je de BADsector zien evolueren? Bibliotheken, het lezen en het boek staan meer dan ooit onder druk door de snelle technologische veranderingen en vergen van de sector flink wat flexibiliteit en creativiteit om hierop in te spelen. Ook voor erfgoedbibliotheken zijn de uitdagingen immens: naast de zorg voor grote collecties papieren erfgoed, is er de vraag van de gebruiker naar meer en meer digitale content. Digitalisering en het verzamelen en toegankelijk houden van digitale en papieren publicaties voor de toekomstige generaties, dat wordt de inzet van de volgende jaren. Geen enkele bibliotheek kan dit alleen aan, samenwerking blijft de boodschap. VVBAD biedt hiervoor een uniek platform en tracht voortdurend de vinger aan de pols te houden.
An
Re n a rd
st u d e e rd e
hedendaagse geschiedenis en Informatie en Bibliotheekwetenschappen. Sinds oktober 2000 leidt zij de Erfgoedbibliotheek Hendrik Consciene in Antwerpen. Zij neemt diverse bestuursmandaten op, onder meer bij de VVBAD, Vlaamse Erfgoedbibliotheek, Stichting Lezen, Vlaams Fonds voor de Letteren, en zetelt in de commissie van DBNL en de raad van toezicht van het Delpherproject.
META 2014 | 9 |
27
over de grens
Public Libraries 2020 Gerd De Coster en Julie Hendrickx
Public Libraries 2020 is een project dat het bewustzijn bij Europarlementariërs en andere Europese beleidsmakers wil vergroten rond het werk dat openbare bibliotheken verrichten. We hadden een kort gesprek met de programmaleider van Public Libraries 2020, Ilona Kish. Wat is het doel van het project? Het doel is er voor te zorgen dat het EU-beleid meer rekening zou houden met de waarden die bibliotheken kunnen bieden. Als je de meeste beleidsmakers vraagt wat een bibliotheek is, dan is dat voor hen een gebouw waar je boeken kan lenen. Wat niet onwaar is, maar ze denken er niet aan dat er ook computercursussen worden aangeboden, dat er incubators zijn voor startende ondernemingen, dat er allerlei culturele activiteiten zijn, dat mensen er geholpen worden om een baan te vinden. Het zou dus mooi zijn moesten zij beseffen dat er een Europees netwerk bestaat van 65.000 openbare bibliotheken die klaar staan om hen te helpen om hun beleidsdoelen te realiseren. Sinds wanneer loopt het? Wij zijn in januari begonnen, maar de Bill & Melinda Gates Foundation heeft al twintig
jaar een wereldwijd bibliotheekprogramma. Als onderdeel daarvan hebben ze in 2007 in vijf Oost-Europese landen (Letland, Litouwen, Polen, Roemenië en Bulgarije) 130 miljoen dollar geïnvesteerd in de vorm van computers, opleidingen en advocacy training. Public Libraries 202 is er om die ontwikkeling op EU-niveau uit te bouwen. Je moet het veld niet alleen uitrusten om die nieuwe rol te vervullen maar de sector moet ook klaar zijn om aan de beleidsmakers duidelijk te maken wat ze doen. Zodat zij beseffen dat ze geen nieuw centrum voor werkzoekenden moeten oprichten, bijvoorbeeld, maar dat ze daar de bibliotheek voor kunnen gebruiken. Bibliotheken weten de investering zelf op niveau te houden door hun werk constant onder de aandacht te brengen — wat voor bibliothecarissen soms moeilijk is omdat ze van nature wat ingetogen zijn. Ze doen hun werk goed, maar kunnen het
De voorzitter van het Europees Parlement, Martin Schulz op bezoek in de bibliotheek van Keulen.
2 8 | META 2014 | 9
over de grens
“Bibliotheken moeten beseffen dat ook het Europese beleidsniveau voor hen relevant is.” De bibliotheek als ontmoetingsplaats in Moldavië.
beter doen als ze zich gesteund weten door hun beleidsmakers. Welke strategieën gebruiken jullie om dat bewustzijn te vergroten? We hebben het over sociale thema’s waarrond bibliotheken werken. Het gaat om drie domeinen: digitale inclusie, sociale inclusie en levenslang leren. Je moet op zoek gaan naar een strategie of mechanisme waarmee je beleidsmakers kan tonen wat bibliotheken doen. In een van onze projecten verzamelen we succesverhalen van bibliotheken vanuit een gebruikersperspectief: mensen die naar de bibliotheek gaan en daardoor een verandering hebben ervaren. In een ander project waarmee we bezig zijn, nemen we Europese parlementsleden mee naar bibliotheken. Het voorbije weekend namen we de voorzitter van het Europees Parlement, Martin Schulz, mee naar de bib van Keulen. Achteraf zei hij me: “Het was 10 jaar geleden dat ik nog in een bibliotheek was. Ik had er geen idee van. Het is ongelofelijk. Ik denk dat de bibliotheeksector met een fenomenale snelheid verandert”. In ten minste elk Europees land willen we een vooraanstaand politicus meenemen naar een bibliotheek en hem of haar vervolgens vragen pleitbezorger te zijn van de openbare bibliotheek. Onze volgende gast wordt hopelijk Marianne Thyssen, Europees Commissaris voor Werkgelegenheid. Met politici praten doe je door hun werk erin te betrekken en door met belangstelling te spreken over wat ze doen. Dus, jullie veranderen ook het imago van de bibliotheek? Het gaat veeleer om het veranderen van de perceptie over de bib. Wat we horen en wat
we zien is dat bibliotheken over zichzelf willen praten in een breder perspectief. Maar er is een kloof tussen wat mensen zien of denken en wat er werkelijk gebeurt in een aantal bibliotheken. Jullie zien een groot aantal bibliotheken in heel Europa. Jullie moeten dus ook heel wat verschillen zien? Een bibliotheek in Kopenhagen verschilt van een bib in Litouwen. In Kopenhagen heb je geen bibliotheek nodig om je te helpen met het aanvragen van landbouwsubsidies. In Roemenië wel. Ik heb bibliotheken gezien in kleine dorpen waar wekelijks een arts langskomt of een kapper, en die daarnaast ook boeken uitlenen. Een Europees bibliotheekbeleid is er niet en dat hoeft ook niet; bibliotheekbeleid wordt nationaal en lokaal bepaald. Maar het is natuurlijk wel goed als ze op Europees niveau de digitale vaardigheden van mensen willen vergroten, de werkgelegenheid willen verbeteren, dat soort doelen, en er wordt op Europees niveau een beleid rond gemaakt dat er dan wel rekening wordt gehouden met de rol die bibliotheken kunnen spelen.
Stichting Lezen & Schrijven Het project Public Libraries 2020 wordt uitgevoerd door de Nederlandse Stichting Lezen & Schrijven, in 2004 opgericht door H.K.H. Prinses Laurentien der Nederlanden om laaggeletterdheid tegen te gaan. De stichting mobiliseert de overheid, het bedrijfsleven en andere organisaties in een brede maatschappelijke beweging tegen laaggeletterdheid. Naast Public Libraries
Heeft Public Libraries 2020 duidelijke doelstellingen? Bibliotheken zijn zoals gezegd geen Europese, maar wel nationale of lokale materie. Dat geldt meestal ook voor onderwijs en opleiding. Daarom zijn het vooral onze doelstellingen de perceptie te veranderen en de subsidiemogelijkheden op Europees niveau te verbeteren — en eventueel zelfs de bibliotheeksector wat meer te verenigen.
2020 is Stichting Lezen & Schrijven bij diverse andere internationale projecten betrokken, zoals het Europese geletterdheidsnetwerk ELINET, waar in België o.a. Stichting Lezen, de Federatie Centra voor Basiseducatie en de Vrije Universiteit Brussel aan deelnemen.
META 2014 | 9 |
29
uitgepakt
Wat zijn targets? Rony Vissers, Packed vzw
Wanneer je een tweedimensionaal analoog origineel, zoals een tekst of foto afgedrukt op papier, digitaal gaat reproduceren door reprofotografie of scanning, moet je vooraf steeds technische kwaliteitseisen vastleggen. Deze eisen hebben betrekking op bijvoorbeeld de belichting, de witbalans, de opnameresolutie en de scherpte. Targets zijn de testkaarten die je gebruikt om te verzekeren dat deze kwaliteitseisen daadwerkelijk worden bereikt. > Dit artikel werd bezorgd door PACKED vzw dat als expertisecentrum digitaal erfgoed kennis, ervaring en deskundigheid omtrent digitaal erfgoed centraliseert en verspreidt. Vragen voor PACKED vzw zijn welkom via
[email protected].
1 Een uitzondering zijn originelen die bestaan uit dun papier, zoals technische tekeningen, waarbij de zwarte ondergrond kan doorschijnen. Dit resulteert in ongewenst informatieverlies en verkleuring In dat geval
De testkaarten worden op drie momenten in • testkaarten die worden gebruikt voor het de digitaliseringsworkflow gebruikt: controleren van de witbalans, de belichting, • het instellen van de camera of scanner bij de de uitlichting, de contrastoverdracht en de opstart van het project; ruis. • het verifiëren of de camera of scanner nog • testkaarten die worden gebruikt voor het goed ingesteld staat aan het begin van elke controleren van de opnameresolutie, de dag of ploegwissel; scherpte, de verscherping en de geometri• bij de eigenlijke opname van de originelen. sche vervorming. Net als de originelen moeten alle testkaarten steeds op een zwarte ondergrond worden Tot de eerste groep targets behoren de Digital opgenomen. 1 ColorChecker SG 2, de Mini ColorChecker 3 of ColorChecker Passport 4 en de Kodak of Tiffen Testkaarten zijn niet alleen belangrijk als je de Gray Scale (Q-13). 5 Ook wordt een (egaal) wit digitalisering zelf uitvoert, maar ook als je ze stuk karton gebruikt om de uitlichting te tesuitbesteedt aan een gespecialiseerd fotograaf ten. Tot de tweede groep behoren de QA-62of digitaliseringslab. Als de opdrachtnemer SFR-P-RP 6 en de QA-2. 7 Een target dat de nauwgezet de testkaarten opneemt, kun jij functies van de twee groepen combineert is als opdrachtgever achteraf controleren of de de Universal Test Target (UTT), maar deze vooropgestelde kwaliteit werd bereikt. Spreek wordt in de praktijk uitsluitend bij scanning daarom bij de gunning van een opdracht steeds gebruikt. 8 met de opdrachtnemer af welke testkaarten moeten worden opgenomen, wanneer, en hoe De Metamorfoze-richtlijn, een veelgebruikte ze moeten worden gemeten en welke meetre- richtlijn voor beeldkwaliteit bij digitalisering in sultaten dit moet opleveren. functie van preservering van tweedimensionaal opzichtmateriaal met erfgoedwaarde, biedt Onder testkaarten bestaan er verschillende een duidelijk kader voor het gebruik van deze types, die elk voor een verschillend doel wor- testkaarten. 9 Het legt uit welke testkaarten hoe den gebruikt. Men kan ze grofweg indelen in en wanneer te gebruiken, hoe ze te meten en twee groepen: welke meetwaarden dit moet opleveren.
wordt daarom een witte ondergrond gebruikt. 2 Zie: http://xritephoto.com/ph_product_overview.aspx?id=938 3 Zie: http://xritephoto.com/ph_product_overview.aspx?id=824 4 Zie: http://xritephoto.com/ph_product_overview.aspx?id=1257 5 Zie: http://www.imatest.com/ images/Canon_EOS10D_Q13_ ISO400_384W.jpg 6 Zie: http://www.aig-imaging.com/mm5/merchant. mvc?Screen=PROD&Store_ Code=AIIPI&Product_Code=QA62&Category_Code=ResolutionISO-Optical-Test-Chart 7 Zie: http://www.aig-imaging.com/mm5/merchant. mvc?Screen=PROD&Store_ Code=AIIPI&Product_Code=QA2&Category_Code= 8 Zie: http://www.universaltesttarget. com/ 9 Zie: http://www.metamorfoze.nl/sites/metamorfoze.nl/ files/publicatie_documenten/ Richtlijnen_Preservation_Imaging_ Metamorfoze_1.0.pdf
META 2014 | 9 |
31
essay
Een goede interne communicatie is alles
Archiefbewaarder of informatiemanager? Bart Sas, Stadsarchief Turnhout
Als archivaris bij een klein of middelgroot bestuur is het vaak niet gemakkelijk om greep te krijgen op het, zoals dat zo mooi heet, ‘dynamisch’ documentbeheer van je organisatie. Zeker niet als je dienst is ondergebracht bij het bedrijfsonderdeel ‘cultuur en vrije tijd’ en je kantoor zich bovendien een flink eind wandelen/fietsen van het ‘echte’ administratieve centrum bevindt. Het feit dat je voorgangers zich hoofdzakelijk hebben ge-out als historici, met artikels, lezingen, praatjes op de lokale radio, want hoe ging dat in die tijd, helpt ook niet echt. Kortom, je hebt de perceptie tegen. En dan kan het gebeuren dat een vriendelijke medewerker van dienst X aan je bureau verschijnt met een stapeltje foto’s en de mededeling “nu we toch aan het opruimen zijn, leek dit ons wel interessant voor het archief...”. Dringend tijd dus om iets aan je interne communicatie te doen. Het begint al met de naam van je dienst en functie. ‘Archief’ en ‘archivaris’ (of het plechtstatige ‘stadsarchivaris’), versterkt dat niet alleen maar het klassieke beeld dat de meeste medewerkers van archiefbeheer hebben? Met name: het vrijblijvend bewaren van oude, stoffige documenten die niemand binnen de administratie nog nodig heeft. “Nee, we hebben geen archief, we werken volledig digitaal”, is dan een typische reactie. Beter lijkt het om intern de term ‘archief’ niet meer te gebruiken maar in je communicatie steevast te spreken over ‘documentbeheer’ of het ruimere ‘informatiebeheer’. ‘Archivaris’ kan je dan vervangen door ‘deskundige’ of ‘adviseur’. Ooit las ik onderaan een e-mail “expert documentbeheer”. Als boodschap kan dat tellen. Gebruik de interne communicatiekanalen die er al zijn. Als je organisatie beschikt over intranet, voorzie dan zeker een pagina over documentbeheer. Hierop kan je kort de verschillende procedures uitleggen: klasseren, overdragen, selecteren en vernietigen. Het gaat dan niet om de achterliggende theorie maar om een praktisch stappenplan bij elk procedure, inclusief voorbeelden en sjablonen.
Yammer Het intranet is ook de ideale plaats voor presentaties of filmpjes met meer uitgebreide informatie, opeenvolgende screenshots bijvoorbeeld om te tonen hoe je e-mails klasseert. Op die manier kan je bij vragen steeds een link naar een bepaalde presentatie doorsturen en heb je op werkbezoek bij een dienst steeds alle documenten bij de hand. Voor iets grotere organisaties is het (gratis) sociaal netwerk Yammer best handig om in contact te blijven met je contactpersonen op de werkvloer. Yammer is een soort Facebook voor bedrijven 1. Het leent zich vooral goed als discussieforum, “hoe pakken jullie dit probleem aan?”, maar ook om links naar interessante online informatie te delen. Publiceer regelmatig iets over je werk in het personeelsblad. Dat mag best op een opvallende of ludieke manier, zolang het thema documentbeheer maar in de verf wordt gezet. Zo kan je bijvoorbeeld met een aantal foto’s het verloop van een ‘trash day’ tonen. Of je houdt een interview met het groepje medewerkers 3 2 | META 2014 | 9
dat een nieuwe digitale mappenstructuur voor hun dienst op poten zet. Ga vooral niet in op vragen om in het personeelsblad iets te publiceren over lokale geschiedenis of over interessante folkloristische gebruiken in je gemeente. Perceptie, weet je wel. Sluit je aan bij de interne opleidingen die in de meeste organisaties op regelmatige basis worden georganiseerd door de personeelsdienst. Zo krijgen nieuwe medewerkers meestal een korte introductie over de werking van de organisatie. Leidinggevenden volgen op geregelde tijdstippen bijscholing over de functionerings- en evaluatiecyclus of over tijdregistratie. Waarom zou documentbeheer niet in dit rijtje passen? Schrijf een praktisch handleiding of cursus en vraag de vormingsdienst die regelmatig op het programma te zetten. Maak volop gebruik van hun knowhow en communicatiemiddelen. Voorzie naast een algemene cursus ook opleidingen voor ‘gevorderden’ rond specifieke deelthema’s, bijv. digitaliseren.
“Ga vooral niet in op vragen om in het personeelsblad iets te publiceren over lokale geschiedenis of over interessante folkloristische gebruiken in je gemeente. Perceptie, weet je wel.”
Wees zichtbaar Neem deel aan werkgroepen die een link hebben met informatiebeheer. Vaak loopt er binnen de organisatie wel een project over een nieuwe website, digitale dienstverlening of procesregistratie. Introduceer in deze projecten de processen rond documentbeheer. Is er bijvoorbeeld bij nieuwe systemen rekening gehouden
essay
met de selectie en archivering van informatie op lange termijn? Ook de contacten met collega’s binnen zo’n werkgroep zijn belangrijk. Stafmedewerkers en medewerkers verantwoordelijk voor ICT en kwaliteitszorg zijn je natuurlijke partners bij de uitbouw van een efficiënt documentbeheer.
1 Els Michielsen, “Contact met werkvloer versterken via sociale media”, META, 2013/5, p. 30.
Speel in op belangrijke reorganisaties binnen de organisatie, zoals een verhuizing naar een nieuw gebouw, de oprichting van een nieuwe dienst of functie, de verkiezing van een nieuw bestuur. Op zo’n moment komt geheid het thema documentbeheer ter sprake: dossiers moeten worden afgesloten en gearchiveerd, nieuwe ordeningssystemen moeten op poten worden gezet. Toon aan dat je dienst hierin een belangrijke rol te spelen heeft. Neem tijdig contact op met de betrokkenen. Dat laatste kan alleen als je goed op de hoogte bent van het reilen en zeilen binnen de organisatie. Volg het interne nieuws dan ook op de voet. Wees zichtbaar op de werkvloer. Vertrouw niet enkel op intranet en mailverkeer maar ga persoonlijk bij de diensten langs om informatie te verzamelen of procedures uit te leggen. Wacht niet af maar neem proactief contact op, nodig jezelf uit op het dienst- of sectoroverleg. Een kalender, waarbij je voor elke dienst één bezoek per jaar voorziet, kan daarbij helpen. Aarzel ook niet om actief mee te helpen bij het wegwerken van achterstanden uit het verleden, uit de tijd dat er van procedures rond documentbeheer nog geen sprake was. Vaak zal het nodig zijn om bij een eerste bezoek zelf selecties uit te voeren in overvolle archiefkelders en -zolders en dossiers klaar te maken voor overdracht. Op die manier geef je de dienst de kans om een nieuwe start te maken. Zorg ten slotte, het lijkt een evidentie, voor een vlotte service: beantwoord vragen snel en geef voldoende feedback. Bezorg bijvoorbeeld na elke bezoek een kort rapportje aan de betrokkenen. Of zorg voor een online Q & A-lijst van de meest gestelde vragen. Perceptie is alles, zeker voor een beroep dat volop in verandering is. Het onderhouden van een goede interne communicatie is de tijdsinvestering meer dan waard en bovendien meer dan ooit part of the job.
NiPT. Nieuws van en voor personeel van de Stad Turnhout.
META 2014 | 9 |
33
trend
Archiefportalen 2.0 Gerd De Coster, CEGESOMA
Op 27 oktober 2014 ondertekende algemeen rijksarchivaris Karel Velle de akte ter oprichting van de Archives Portal Europe Foundation. Tijdens de openingszitting van de Deutsche Archivtag in Magdebrug een vijftal weken eerder, werd het Duitse Archivportal-D officieel gelanceerd. Op zich zijn archiefportalen geen nieuw fenomeen. Reeds in de jaren negentig ontstonden websites als Archiefnet, die de bedoeling hadden een overzicht te geven van op het internet aanwezige archiefinstellingen binnen een bepaald geografisch gebied. Dergelijke portalen dateren echter uit een tijdperk waarin er van een digitale leeszaal, online toegangen of gedigitaliseerd materiaal niet of nauwelijks sprake was. Nu is dat vaak wel het geval. Maar: wie archiefdocumenten over een bepaald onderwerp via het web zoekt, moet zijn zoekvraag doorgaans meer dan eens herhalen. Niet alleen kunnen collecties uit verschillende instellingen niet in één keer doorzocht worden, vaak wordt de onderzoeker ook geconfronteerd met totaal verschillende systemen, wat de gebruiksvriendelijkheid allerminst ten goede komt. Begin 2009 ging APEnet (Archives Portal Europe) van start, een door Europa gefinancierd project met als bedoeling het opzetten van een Europees archiefportaal voor archiefbeschrijvingen en digitale collecties (https:// www.archivesportaleurope.net/). Sinds 2012 loopt het vervolgproject APEx, dat er onder meer een volwaardige web2.0-toepassing van wil maken. De nieuwe versie van de website gaat in principe begin 2015 online. De pas opgerichte stichting moet ervoor zorgen dat het portaal na 2015 blijvend gefinancierd kan worden. In Duitsland kon in 2012 dankzij geld van de Deutsche Forschungsgemeinschaft een vergelijkbaar initiatief opgezet worden, het Archivportal-D (https://www.archivportal-d. de/). De Duitse portaalwebsite steunt op een reeds bestaande infrastructuur, die van de Deutsche Digitale Bibliothek (DDB) (https:// www.deutsche-digitale-bibliothek.de/). Dat betekent evenwel allerminst dat het portaal niet zou voldoen aan de principes van de archivistiek of aan standaarden van de ICA. Zo is de context van archiefbestanddelen altijd beschikbaar. De samenwerking tussen beide sectoren is zelfs vruchtbaar gebleken: wat specifiek 3 4 | META 2014 | 9
voor het archiefportaal ontwikkeld werd, kon bijv. soms ook geïmplementeerd worden in de bibliotheekcatalogus. Archiefbescheiden zijn trouwens eveneens via de bibliotheekcatalogus terug te vinden, wat de zichtbaarheid van de archiefsector vergroot. Als de projectmatige financiering afloopt, wordt er gerekend op de bestaande structuur achter de DDB om het voortbestaan en de verdere ontwikkeling van het Duitse archiefportaal te verzekeren.
“Dankzij de gebruikte standaarden kunnen de gegevens relatief gemakkelijk in andere databanken en portalen opgeladen worden.” Nationaal platform Men zou kunnen denken dat de uitbouw van een nationaal platform niet erg zinvol is als er op Europees vlak al iets gelijkaardigs bestaat, maar ongetwijfeld kan een portaal op nationaal niveau drempelverlagend werken door kleinere instellingen te helpen bij het omzetten van hun gegevens naar de juiste standaarden of bij het importeren van gegevens in het archiefportaal - die gegevensinvoer blijft trouwens een bijzonder ingewikkelde en tijdrovende operatie. Dankzij de gebruikte standaarden kunnen de gegevens relatief gemakkelijk in andere databanken en portalen opgeladen worden (zoals het Archives Portal Europe en Europeana), wat voor een belangrijk deel van de in het Archivportal ingevoerde gegevens al gebeurd is. Registreren hoeft eveneens slechts één keer: de registratiegegevens worden meegenomen bij integratie in andere databanken. Welke gegevens zijn er nu beschikbaar via het Duitse archiefportaal? Dat varieert sterk van instelling tot instelling. Minimaal is er algemene
informatie beschikbaar, dat is het geval voor ongeveer 400 instellingen en organisaties. Van een aantal archieven kunnen bestandenoverzichten of inventarissen geraadpleegd worden. In totaal zijn al 5 miljoen beschrijvingen van meer dan 30 deelnemende archieven in het portaal opgenomen. Tot slot is er een beperkte hoeveelheid gedigitaliseerd materiaal voorhanden. Verwacht mag worden dat de beschikbare informatie in de komende maanden en jaren nog sterk zal uitbreiden. De zoekmogelijkheden zijn bijzonder gebruiksvriendelijk. Zowel bij eenvoudig als bij uitgebreid zoeken is het mogelijk de resultaten op basis van diverse criteria te verfijnen of weer uit te breiden: bondsstaat, type archiefinstelling, soort archiefdocument, trefwoord, plaats etc. Gezien het portaal als bedoeling heeft een grotere groep te bereiken dan de traditionele archiefgebruikers, is er een glossarium voorzien dat belangrijke begrippen uit de archiefwereld verklaart. De uitleg verschijnt ook wanneer men met de muis over een dergelijke woord beweegt. De mogelijkheden op het vlak van interactiviteit blijven voorlopig beperkt tot het delen van pagina’s via onder meer Twitter en Facebook. Hoe het ook zij, het Archivportal-D betekent ongetwijfeld een belangrijke stap in de goede richting.
COLUMN
Positief denken Margot Collet
Dat er echt wel schade is, zegt de dokter. Dat het vijf over twaalf is, schreeuwt het lijf. Dat stress vijand nummer één is, waarschuwt de zielenknijper. Dat er zoiets bestaat als relativeren, loslaten en afstand nemen, sist de echtgenoot. Maar het brandt. Na twee jaar lokale, krijgen we nu ook de provinciale en Vlaamse hakbijl over ons heen. Leveranciers kreunen en toeleveringsbedrijven gaan over de kop. Cultuurhuizen staat het water aan de lippen, sociale ondernemingen worden geprivatiseerd, onderwijs moet goedkoper en dus duurder, zorgverzekering verdubbeld, kinderopvang, vrijwilligersondersteuning … Er heeft duidelijk iemand geld nodig en dat wordt ideologisch gehaald waar het kan. Als lettermens ben ik beducht voor cijfers, maar klopt de rekening binnen vijf/tien/twintig jaar nog wel? Hoeveel mogen gemiste kansen, verloren potentieel en onontgonnen creativiteit kosten? En wanneer slaap eigenlijk rust moet brengen, denk ik daarover na. En word ik boos. Lees ik over een collega-ambtenaar wiens dienst op de schop zit en dat ze daarom een tandje bijsteekt. Haar geloof in wat
ze doet, de behoefte van de samenleving aan professionele ondersteuning en de (zichtbare) effecten maken dat ze vandaag een versnelling hoger schakelen. Tegen een prijs uiteraard. Ze heeft het over de psychische impact van de regeerakkoorden op iedereen die betrokken is bij de sociale of culturele sector. Over vertrouwen en zelfrespect dat gefnuikt wordt en hoe zich dat ook binnen gezinnen en relaties zal wreken. Een herkenbaar gevoel dat naast cynisme en apathie hoofd en lijf binnensluipt. En dan komt de mentor op de proppen, ook geraakt door de collega-ambtenaar. Hoe knap ze het engagement vindt waarmee iemand in de samenleving kan staan, het vuur, de passie, de drijfveer om er telkens opnieuw voor te gaan. En of ik dat ook bedoelde, toen ik het een confronterend artikel vond? Belt mijn schepen om te zeggen dat alle investeringen werden goedgekeurd. Dat het koelkast-in-uit-in-verhaal eindigt in uit. Met een eerste injectie in 2015 en de volgende in 2017. Dat we de voorbije jaren genoeg ingeleverd
Margot Collet is bibliothecaris in de openbare bibliotheek van Niel. Daarvoor werkte ze een aantal jaar bij de VVBAD als stafmedewerker waar ze actief de sectie Openbare Bibliotheken ondersteunde. Nu neemt ze een even actieve rol op in de Raad van Bestuur van het CC Berchem en in de algemene vergadering en Raad van Bestuur van Vlabin-VBC.
hebben, dat we overtuigende dossiers hebben, dat investering noodzakelijk is. En voel ik me betrapt. Betrapt op doemdenken en zwartkijken, en vind ik dat positief denken een onderdeel zou moeten zijn in het curriculum van de opleidingen. Oeps, welke opleidingen?
Origin Tijd voor een wandeling op de heide.
citaat
“Archive, wir haben das Original” Een tweet van de experimentele Twitteraccount van het Archivportal-D
META 2014 | 9 |
35
DE VRAAG
Mag ik werken uit mijn collectie digitaliseren en verspreiden? Joris Deene, SA&S
De Belgische Auteurswet (art. 22 §1, 9°) laat toe dat publiek toegankelijke bibliotheken, wetenschappelijke- en onderwijsinstellingen, musea of archieven werken die onderdeel uitmaken van hun collectie voor onderzoek of privéstudie mogen mededelen via speciale terminals (access points) in de gebouwen van die instellingen. In een arrest van 11 september 2014 verduidelijkt het Hof van Justitie dat de instelling daarbij het recht heeft om analoog materiaal uit haar collectie te digitaliseren indien dit noodzakelijk is om die werken via speciale terminals in de gebouwen van die instellingen beschikbaar te stellen voor de gebruikers. Het afdrukken van deze werken op papier of de opslag ervan op een USB-stick, die door de gebruikers worden verricht via speciale terminals die zijn geïnstalleerd in de instellingen valt volgens het Hof van Justitie niet onder de draagwijdte van deze uitzondering.
Belgisch recht Het Hof stelt evenwel dat dit wel is toegestaan indien het nationaal recht (in een reprografie of
3 6 | META 2014 | 9
digitale kopie uitzondering) in deze mogelijkheid voorziet. Naar Belgisch recht zal afdrukken mogelijk zijn van artikelen, werken van beeldende kunst of fragmenten van andere werken (dus niet een volledig boek) voor privégebruik en ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek. (Art. XI.190, 6° WER: de gedeeltelijke of integrale reproductie op papier of op een soortgelijke drager, van artikelen, van werken van beeldende of grafische kunst, of van korte fragmenten uit andere werken, met behulp van ongeacht welke fotografische techniek of enige andere werkwijze die een soortgelijk resultaat oplevert, wanneer die reproductie wordt verricht ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek, voor zover zulks verantwoord is door de nagestreefde niet-winstgevende doelstelling en die geen afbreuk doet aan de normale exploitatie van het werk, en voor zover de bron, waaronder de naam van de auteur, wordt vermeld, tenzij dit niet mogelijk blijkt.) Opslaan op een USB-stick zal enkel mogelijk zijn voor artikelen, werken van beeldende kunst of fragmenten van andere werken ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek. De huidige compensatievergoedingsregeling (via Reprobel en Auvibel) is hiervoor verschuldigd.
“Opslaan op een USB-stick zal enkel mogelijk zijn ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek.”
Het cijfer / Het plan
E-boeken in de bib: de cijfers Johan Delaure, Bibnet
‘E-boeken in de bib’ is een proefproject van één jaar waarin een beperkte collectie van actuele e-boeken in openbare bibliotheken van Vlaanderen worden aangeboden. Hieronder de cijfers na de vier eerste maanden van het project. Met ‘E-boeken in de Bib’ kun je via de bibliotheek e-boeken vier weken lenen en op jouw tablet of smartphone lezen. Alle titels kunnen zonder beperking binnen de bibliotheek gelezen worden. Ruim twee derde van de 319 openbare bibliotheken hebben ingeschreven op het aanbod. Samen bedienen ze een werkgebied van meer dan 5 miljoen inwoners.
Het aanbod De collectie omvat 423 titels van de zes grootste uitgevers van Vlaanderen. De verhouding fictie en non-fictie is ongeveer 50/50. De e-boeken kunnen enkel uitgeleend worden tegen een betaling door de eindgebruiker. Daarnaast zijn er vijftien kortverhalen van hedendaagse Vlaamse auteurs waarvan een aantal als primeur zijn verschenen via de e-boeken app.
App downloads Het pilootjaar is in juni 2014 pas echt van start gegaan. Eind september, na vier maanden, hadden we met meer dan 200 deelnemende bibliotheken 6000 uitleningen gerealiseerd. De Android en Apple-apps zijn meer dan 20.000 keer gedownload. Apple toestellen nemen 65 procent van het gebruik voor zich.
Het gebruik In ‘E-boeken in de bib’ kan men op verschillende manieren lezen. Men kan onder meer gratis fragmenten lezen, gratis boeken lezen in de bib of na uitlening in de app. Omschrijving type gebruik
mei
Boek in de bib lezen Fragment lezen op het web Uitlening via de app
810
Fragment lezen via de app Gratis verhalen lezen Totaal transacties
810
juni
juli
aug
sept
1060
676
477
401
2315
2042
1681
1462
1274
1635
1366
1002
6860
7125
5889
3801
2148
2111
1602
1225
13657
13589
11015
7891
Top 5 titels Het spannende boek wint van alle andere categorieën bij de uitleen. Bij het lezen van de gratis fragmenten duiken wel een aantal erotische titels op bij de meest ‘geproefde’ boeken. Auteur
Titel
Uitgever
In Bib
Uitlening
Patrick De Bruyn
Vermist
WPG
0
92
Camilla Läckberg
IJsprinses
VBK
11
78
Steve Berry
De erfenis van de Tempeliers
VBK
8
76
Erica James
Kind van haar vader
VBK
3
73
Jane Casey
Brandbaar
VBK
8
72
E-boeken in de Bib: online betalen en preregistratie voor nietbibliotheekleden In het najaar van 2014 start ‘E-boeken in de Bib’ met een nieuwe online betaalfunctie voor de e-boeken. Ook nietbibliotheekleden kunnen vanaf dit najaar proeven van de e-boeken door een testaccount te openen of te preregistreren. Met de nieuwe online functies willen de bibliotheken gebruiksdrempels wegwerken en de digitale bibliotheek prominenter op de kaart zetten. Zowel bibliotheekleden als niet bibliotheekleden kunnen met de nieuwe online functies van thuis uit e-boeken lenen. Handig voor bijvoorbeeld de drukbezette pendelaar die de elektronische Aspe op de trein kan lezen, of de minder mobiele boekenliefhebber die zo van e-Mortier kan genieten. We bekijken kort de twee nieuwe online modaliteiten van ‘E-boeken in de Bib’. Met de nieuwe online betaalfunctie kan de gebruiker zijn of haar leentegoed online aankopen. Deze nieuwe betaalmodaliteit verdringt de e-boekenkaart niet, deze blijft bestaan. De online betaalfunctie zit geïntegreerd in Mijn Bibliotheek. De gebruiker kan online veilig betalen met Bancontact/Mister Cash. Het online betalen voor deze comfortdienst vraagt een transactiekost van 0,50 euro voor de gebruiker. Ook niet-bibliotheekleden krijgen tijdelijk toegang tot de E-boeken in de Bib-collectie dankzij online preregistratie of de aanmaak van een testaccount. Het niet-bibliotheeklid wordt zo tijdelijk bibliotheeklid totdat de testaccount, al dan niet, na vier maanden wordt omgezet in een definitief bibliotheeklidmaatschap. Wil je meer weten over ‘E-boeken in de Bib’? Neem dan een kijkje op de site e-boeken.bibliotheek.be. Fleur De Meyer, Bibnet
META 2014 | 9 |
37
kroniek
Cycling for libraries: Montpellier – Lyon 6-14 augustus 2014
La passion des bibliothèques. La passion du vélo. La passion de la France. La passion de la rencontre. Een combinatie van deze passies lokte een honderdtal bibliothecarissen en sympathisanten van alle windstreken naar Montpellier, campus de la Colombière. Op 6 augustus 2014 troffen we daar een kleurrijk en gemengd gezelschap aan. Jong en oud, ‘anciens’ die mekaar al kennen van de vorige edities en andere voor wie het ‘de eerste keer’ was. Een internationaal gezelschap van 18 nationaliteiten. Boek, informatie en bibliotheek waren de bindende factor in al die verscheidenheid. Het doel lag voor iedereen even ver: ruim 500 km van ons vertrekpunt. Over het middel om tot daar te geraken was er geen discussie: we zouden het doen op eigen kracht, met de fiets! Deze eerste Franse editie kreeg meteen ook een passende Franse naam: Cycling for Libraries – Cyclo-Biblio 2014.
Het concept Zo vatten de organisatoren het zelf samen: “International unconference for cycling 3 8 | META 2014 | 9
persoonlijk boeit. De inbreng van alle deelnemers werd op de website gepubliceerd: een handig overzicht om je te oriënteren binnen de groep en op zoek te gaan naar collega’s met gemeenschappelijke aandachtspunten. Uit alle aangebrachte onderwerpen werd voor elke dag een thema gekozen. Dat werd meteen de kapstok voor de discussies en gesprekken on the road. Elke dag werden een of meerdere ‘facilitatoren’ aangeduid. Tijdens de tocht moesten zij de discussie bij zoveel mogelijk groepjes op gang brengen. Zo hadden we het o.a. over marketing, censuur, digitale inclusie en nog veel meer. librarians and library lovers”. Unconference? Woorden die beginnen met een negatie openen vaak nieuwe mogelijkheden en perspectieven. En dat is precies de bedoeling. Haal mensen uit hun gewone context, confronteer hen op een aangename manier met een sportieve uitdaging en je creëert een omgeving die uitermate geschikt is om op een spontane manier contacten te leggen, ervaringen te delen, tot ontmoetingen te komen. Breng mensen in beweging en er beweegt wel iets. Daarom de keuze voor de fiets — ook als ecologisch statement, voor de lange afstand, voor de internationale dimensie, voor het reizen in groep. En de formule werkt — getuige de vele collega’s die al voor de tweede, derde of vierde keer deelnemen en de teleurgestelde reacties van wie er deze keer niet bij kon zijn. Netwerking en internationale contacten zijn de kern van dit initiatief. Daarnaast wil Cycling for Libraries actief de bibliotheeksector promoten en mensen bewust maken van de onvervangbare rol van bibliotheekvoorzieningen in de samenleving. Fietsende bibliothecarissen doorbreken ook met verve het ietwat stoffige imago dat nog steeds aan
onze beroepsgroep kleeft. Het helpt als je jezelf presenteert in een ongewone setting: op twee wielen, en pleine nature.
Organisatie Het idee om bibliotheekpromotie te koppelen aan fietstoerisme leefde al langer bij enkele enthousiaste Finse bibliothecarissen. In 2010 werd het gelanceerd op het IFLA-congres in Göteborg. Een echte ‘conference’ dus als startpunt voor een succesvolle ‘unconference’. Het evenement is intussen aan zijn vierde editie toe. Na de eerste wilde jaren wordt het nu georganiseerd door de International Association for Library Advocacy. Promotie van de bibliotheeksector en het bevorderen van internationale samenwerking tussen bibliotheken en bibliothecarissen zijn de hoofddoelen. Ze willen dit realiseren door middel van creatieve campagnes, bij voorkeur in open lucht.
Professionele uitwisseling Het sportieve en toeristische aspect belette niet dat er ook een stevige professionele focus was. Als voorbereidend ‘huiswerk’ kregen we de opdracht om een onderwerp te formuleren dat ons
Ontmoeting met lokale mediatheekteams was een belangrijk aspect van de tocht. Elke dag kregen we de kans om een of meerdere bibliotheken te bezoeken. Het onthaal was telkens hartelijk. Overal stonden enthousiaste medewerkers ons op te wachten met applaus, drank en hapjes. Er was voor elk wat wils: van de kleine bescheiden dorpsbibliotheek over de grote stedelijke openbare bibliotheken tot de overkoepelende departementale bibliotheken. We bezochten ook een universitaire bibliotheek en de bibliotheek van het Enssib in Lyon, een instituut voor vorming en opleiding van bibliothecarissen. Op het gebied van werking en inrichting was hier zeker inspiratie te vinden. Veel mediatheken die we bezochten waren recent gebouwd of vernieuwd. Promotie voor de bibliotheeksector is een van de hoofddoelen van Cycling for Libraries. Publiciteit en persbelangstelling zijn daarom essentieel om het evenement zichtbaar te maken in de regio. Ook dat werd zeer goed aangepakt. Persberichten, reportages op de radio en op televisie zorgden voor een grote
kroniek
herkenbaarheid en een positief onthaal bij de bevolking. Er werd gezwaaid, geclaxonneerd. “Ah, ce sont les bibliothécaires” was een veelgehoorde uitspraak. Veel mensen kwamen geïnteresseerd een praatje maken, vertellen over boeken die ze gelezen hebben, discussiëren over het belang van cultuur en over de rol van bibliotheken daarin. Lokale politici kwamen ons vaak persoonlijk verwelkomen. In Lyon werden we o.a. opgewacht door Sinikka Sipilä, de voorzitster van de IFLA. Ons evenement sloot mooi aan bij de start van het IFLA-congres. Cyclo-Biblio had er een stand op de posterbeurs en enkele
deelnemers verzorgden een sessie op het congres. Enkele collega-fietsers volgden sessies op het IFLA-camp, een andere unconference in de marge van het congres.
Wat overblijft ... Neen. Er zijn geen samenvattingen gemaakt van alle discussies. Er is geen verslag gemaakt met een neerslag van alle dagthema’s. Er zijn geen conclusies geformuleerd. Er was geen plenum. Dit was nu eenmaal een ‘unconference’. Ook al hebben we allemaal exact hetzelfde traject afgelegd, iedereen zal na afloop een ander verhaal hebben, een caleidoscoop van indrukken,
samengesteld uit persoonlijke creativiteit en inspiratie. De ervaringen, groepsmomen- dingen die niet overgaan... ten en gesprekken. Moeilijk De 5e editie is al gepland! Oslo om zoiets samen te vatten of te beschrijven. Het resul- - Göteborg - Aarhus, van 1 tot taat bevindt zich in de hoof- 10 september 2015. den van de 100 deelnemers, Meer informatie vind je op die elk op hun manier gere- de website: http://www. ageerd hebben op deze reis. cyclingforlibraries.org/ en op Vooral de chemie van wisse- Facebook: https://www.facebook.com/cyc4lib lende interacties binnen een groep van gelijkgestemden maakte er een heel bijzondere Dirk Bogaerts & fietsgezellen: ervaring van. Het was hartver- Cindy De Smet, Eva Simon, warmend en verrijkend om in Geert Lievens, Luc Bauwens, een internationaal bibliotheek- Mariël Geens gezelschap al pratend en fietsend onze weg te zoeken door de mooie landschappen van Zuid-Frankrijk. Wat blijft is een gevoel, een bron van energie,
DIGITALISEERT
De meest uiteenlopende archieven digitaliseert GMS Boeken en tijdschriften
Grootformaten
Kranten en magazines
Dia’s en glasnegatieven
Foto’s en ansichten
Microfilms, -fiches en vensterponskaarten
Dossierarchieven
Bezoek én ontdek GMS nu op www.gmsnl.com Edisonweg 50d | 2952 AD Alblasserdam | Telefoon: 078-6931300 |
[email protected]
gmsnl.com
kroniek
Masaryk University Staff training
1-5 september 2014 - Brno, Tsjechië In de eerste week van september organiseerde de Masaryk University (MU) Campus bibliotheek in samenwerking met het Centre for International Cooperation in Brno voor de zesde keer een ‘Staff Mobility Week’ (MUST) voor bibliothecarissen. Vijftien bibliothecarissen uit Azerbeidzjan, België, Noorwegen, Peru, Slovenië, Spanje, Zweden en Turkije namen hieraan deel. Ik vertegenwoordigde ons land in dit internationale gezelschap en zal in dit verslag mijn ervaringen neerschrijven. Op de eerste dag werden we ’s middags ontvangen in het Centre for International
Cooperation in het centrum van Brno. Tijdens een introductie maakten we kennis met de universiteit, de onderwijsorganisatie en de cultuur in Tsjechië.
Op dag twee begaven we ons met de tram en trolleybus naar de centrale campusbibliotheek buiten het centrum van de stad. De gloednieuwe campus leek wel een stad op zich, met een winkelcentrum De Masaryk University bestaat en studentenrestaurants en uit negen departementen op -kamers. De campusbiblioverschillende locaties in en theek bevat vier collecties: buiten Brno gehuisvest (rech- ‘medicine, sports studies, sciten, geneeskunde, weten- ence (chemistry, biochemisschappen, kunst, onderwijs, try, biology, environment), economie, informatica, soci- and the collection of CEITEC ale wetenschappen en sport). (Central European Institute of De universiteit werd in 1919 Technology)’. Het universitaire opgericht en was de eerste ziekenhuis en de onderzoeks die in het Tsjechisch onder- laboratoriums zijn rond de wees. Momenteel is Masaryk bibliotheek ingeplant en werde tweede grootste universi- den er mee verbonden. Zo teit van Tsjechië, na Praag. is informatie steeds binnen handbereik. 1 Een rondleiding door een lokale gids en een welkomst- De centrale bibliotheek was diner in een plaatselijk restau- indrukwekkend. Het moderne rant sloten deze eerste kennis- gebouw straalt rust uit en is makingsdag af. erg uitnodigend. Er is zelfs
een kinderspeelhoekje want ook studenten met kinderen zijn hier welkom. Op het rek worden de handboeken in veelvoud aangeboden zodat studenten deze niet zelf moeten aankopen. Op vraag wordt een exemplaar gedigitaliseerd zodat het in de bibliotheek steeds geconsulteerd kan worden. Na de rondleiding kregen we tijdens interessante lezingen uitleg over het lokale informatiesysteem (Aleph en Ebscodiscovery), over het Medinfoproject waarin MU participeert en over de aankoopprocedures die door de bibliotheek gevolgd worden. Voor iedere aankoop wordt er een offertelijst naar diverse verdelers gestuurd en vervolgens wordt de beste koop per boek bepaald — een procedure die veel geld uitspaart. Nadeel
Archief wordt verstand van zaken Adlib Archief is de professionele software voor het beheer van historische, bedrijfs- en overheidsarchieven. Duurzaam, want dankzij de open architectuur blijven uw archiefstukken tot in de lengte der dagen te raadplegen. In Adlib Archief beschrijft u uw archief tot op ieder gewenst niveau. De stukken worden overzichtelijk in context getoond, zodat u gerelateerde informatie direct in beeld heeft. Bovendien bieden verschillende zoekingangen u snel en gemakkelijk toegang tot alle bronnen. Met Adlib Archief legt u het verleden vast voor de toekomst
Adlib Archief
Uitgebreid Overzichtelijk Flexibel Van globaal tot gedetailleerd Conservering- en Restauratiemodule Studiezaalmodule Bewaar beheer Inschrijvingen Meerdere zoekmogelijkheden Meertalig Internationale standaarden ISAD (G) EAD ISAAR(CPF) Unicode Integreerbaar met Adlib Bibliotheek en Adlib Museum tot één ‘crossdomain’ systeem Databasekeuze MS SQL Server, Oracle en Adlib Open System API-koppelingen Aanpasbaar aan elk soort archief.
Adlib Information Systems +31 (0)346 586800
[email protected] www.adlibsoft.com
40 | META 2014 | 9
kroniek
Het geheel wordt in methodologische seminariekaarten uitgeschreven waardoor de deelnemers een duidelijk zicht krijgen op de structuur, de planning, de vereiste beginsituatie en het doel van de cursus.
Campus 1 van de Masaryk universiteit.
is wel dat de hele procedure behoorlijk wat tijd in beslag neemt. Het duurt dan ook even voor een boek effectief op het bibliotheekschap ligt. Na de gezamenlijke lunch in het lokale studentenrestaurant maakten we kennis met de digitale bibliotheek van het kunstendepartement, de afdeling TEIRESIAS en het ‘support centre for students with special needs’. Er volgde verder nog een rondleiding in het anatomiemuseum van de universiteit. Op de derde dag van onze MUST-week gaven de deelnemers een korte presentatie over hun eigen bibliotheek en -werking. De namiddag werd afgesloten met een bezoek aan de bibliotheek van de onderwijsfaculteit. Deze spiksplinternieuwe bib straalt innovatie uit. Elke verdieping is in een aangepast kleurtje gestoken en de zelfuitleenbalie, de designlampen en -zeteltjes en de juiste belichting werken erg uitnodigend. Donderdag was een heel interessante dag met lezingen over informatievaardigheden aan de MU. Mrs Hoskova en Mrs Simkova legden uit hoe ze aan de kunstenfaculteit de studenten in het CEINVE-project informatievaardigheden aanleren. Informatievaardigheid wordt hier gedefinieerd als een geheel van media, visuele, culturele, netwerk-, computer-, traditionele lees- en
bibliotheekvaardigheden. Elk van deze aspecten komt in e-learningcourses en in F2F gesprekken aan bod. Zowel studenten als personeel vormen de doelgroep van de instructies. De universiteit promoot methoden om het kritisch denken te bevorderen, en ze ontwerpt workshops en seminaries om op een creatieve manier met informatie om te gaan. Ook individueel kunnen die vaardigheden aangescherpt worden. De website en het speciaal hiervoor ontworpen webportaal bieden een uitgebreide ondersteuning voor het hele informatieproces. Om een goede academische tekst te kunnen schrijven moeten de studenten de nodige informatie kunnen zoeken, analyseren en de inhoud op een correcte manier kunnen verwerken. Om het gewenste resultaat te optimaliseren worden in diverse op de praktijkgerichte workshops van 1 uur een aantal van de vaardigheden aangeleerd ( thinking- and timemanagement, brainstorming, mind maps, infographics, active an speed(turbo)reading, learning and memorythechniques, verbal communication and argumentation). Vaardigheden die in buitenschoolse situaties ook gehanteerd kunnen worden. Aanvullend kunnen nog web-seminaries voor de studenten georganiseerd worden.
Daarnaast ontwikkelde de MU in het elektronische leerplatform MOODLE een online cursus in het blended learning-project. De interactieve cursus wordt begeleid door Mr. Kratochvil en heeft tot doel de medische studenten informatievaardig te maken. Via deze interactieve cursus staat hij rechtstreeks in contact met elke student en docent van de universiteit. Op het platform worden tools en tips, leservaringen en ideeën voor het verwerven van de benodigde vaardigheden of het schrijven van werken, cursussen of lessen uitvoerig behandeld en wordt individuele hulp aangeboden. Na deze uitermate interessante lezingen werden we zelf ondergedompeld in een heel praktische workshop mindmapping. In kleine groepjes werkten we rond een thema en stelden we een mindmap op om die vervolgens in de grote groep te bespreken. De lunch in een lokaal restaurant in het centrum van Brno werd gevolgd door een bezoek aan de bibliotheek van het kunstendepartement. Net zoals alle andere bibliotheken van de Masaryk University was ook dit een nieuwe bibliotheek. Om de dienstverlening voor de studenten in de verschillende bibliotheken zo goed mogelijk te kunnen garanderen werden alle departementsbibliotheken doorgelicht. Daarna werd beslist om over te gaan tot een grondige renovatie of om een volledige nieuwbouw te voorzien. Op vrijdag, de laatste dag van onze MUST-week, gaf Mr. Lorenz een presentatie over de visie van de Masaryk University op het beroep van informatiespecialisten en
de manier waarop de bibliotheekopleiding georganiseerd wordt . 2 Wat volgt is een kleine greep uit de opleidingsmodule. 3 De bibliotheekopleiding organiseert jaarlijks een Library Marketing Tuesday. 4 Op deze dag wordt er dieper ingegaan op de communicatie, marketing en toekomstperspectieven in de bibliotheekwereld. Creatief zijn en out-of-thebox-denken vormen de basis van hun aanpak. Er wordt gebruik gemaakt van een service design team om de bibliotheekdiensten te evalueren en te optimaliseren. 5 In groep worden een aantal bibliotheken bezocht en onderweg krijgen de deelnemers tips en advies van het service design team om de bibliotheekdiensten in functie hiervan te bekijken en later te evalueren. De opleiding ontwierp een Fa ce b o o k p a g i n a i n h e t 365-project. Hierop wordt elke dag een leuke foto uit de bibliotheekwereld gepost. 6 Een eigen wiki 7 biedt ondersteuning aan de informatiespecialisten in het werkveld en in opleiding bij het ontwerpen van geschikte leermiddelen voor het onderwijs. In samenwerking met een tweede bibliotheekopleiding worden onderzoeksprojecten en -resultaten uit het werkveld in het digitale tijdschrift ProInflow 8 gepubliceerd en besproken. Het werkveld wordt als een sexy place-to-be gepromoot en een groot aantal leesprojecten worden door hen ondersteund. Op de blog BiblioHelp vind je leesadviezen in het kader van bibliotherapie, de website CteSyrad wil een mentor zijn bij het lezen en het leesplezier vergroten. Er werd zelfs een nationale hymne voor bibliothecarissen gecomponeerd. De bibliotheekopleiding is praktijkgericht, de werkzaamheden worden op de
META 2014 | 9 |
41
kroniek
werkvloer in een bibliotheek aangeleerd. Een algemene bacheloropleiding dient als basis en het curriculum wordt met verdere specialisatiemogelijkheden aangevuld. Zo kan er gekozen worden voor informatiediensten, informatietechnologie, informatieen documentenorganisatie, wetenschappelijke en onderzoeksinformatie en informatiewetenschappen. In de masteropleiding wordt er verder ingegaan op de ontwikkeling van informatiediensten, onderwijstechnologie en het ontwikkelen van onderwijsmiddelen (MOOC) en informatie- en datamanagement. Deze functies worden niet op de werkvloer maar op managementniveau uitgevoerd.
Onder de naam Bobcatsss organiseren de opleiding samen met andere universiteiten in januari 2015 een conferentie in verband met innovatie, design en bibliotheekwerking en -diensten voor studenten in opleiding. Aan dit project werkten oorspronkelijk, in 1993, de universiteiten van Boedapest, Oslo, Barcelona, Kopenhagen, Amsterdam, Tampere, Stuttgart, Szom bathely en Sheffield mee. Momenteel participeren ook andere universiteiten in deze organisatie. De bibliotheekopleiding is er van overtuigd dat studenten in de bibliotheekscholen moeten voorbereid worden op een nieuwe beroepsinvulling. Of zoals ze zeggen: “je moet over de
horde springen voordat je verder kan lopen.”
1 Een virtuele rondleiding kan je op het internet vinden op http://www.
Het was een heel interessante en leerrijke Erasmus uitwisseling. Een aanrader voor elke bibliotheekmedewerker!
4 http://lmt.knihovna.cz
Ria Schildermans
6 https://www.facebook.com/pages/3
muni.cz/kampus. 2 http://kisk.phil.muni.cz/en/aboutcabinet 3 http://www.knihovna.cz 5 http://cides.cz 65knihovnacz/320703277952701?sk =photos 7 http://wiki.knihovna.cz 8 http://pro.inflow.cz
toepassing
Lijstjes, lijstjes en nog eens lijstjes Ilse Depré, BiB IDee
Ben je net als ik iemand die graag lijstjes maakt en post-it’s volschrijft? Schakel dan over op de digitale variant, en noteer al je ideeën, boodschappen en to do’s in handige apps. Voordeel is dat je ze dan altijd bij je hebt, thuis, op het werk en in de supermarkt. Dit zijn mijn favorieten. Buy me a pie (iOS & Android, betalend) is sinds lange tijd mijn trouwe partner in de supermarkt. Telkens ik denk aan een item dat ik moet kopen, noteer ik het meteen in de app. Dat kan op de smartphone, maar ook via je tablet of zelfs een website. De app vult automatisch aan, ook in het Nederlands, en je kan je producten een kleurencode meegeven per ‘afdeling’ of ‘gang’. Bovendien kan je met meerdere huisgenoten aan hetzelfde lijstje werken. Eens in de winkel, vink je de gevonden items af en wordt je lijstje steeds kleiner. Handig toch!
42 | META 2014 | 9
Mijn uitgaven hou ik bij via IExpense Diary (iOS & Android, betalend). Je kan er al je overschrijvingen, betalingen, kassaticketjes en andere onkosten ingeven, samen met je loon en andere inkomsten. De app groepeert alles per categorie (etenswaren, hobbies, huisgerelateerde onkosten, ...) en genereert maandelijkse en jaarlijkse grafieken. En dan nog eentje voor de creatievelingen onder ons. Heb je wel eens nood aan een wit canvas, om snel het ontwerp van je nieuwe studeerkamer of een leuk kleedje te schetsen, of om tijdens een vergadering vlug een schema te tekenen, of een eerste versie van een diagram door te sturen naar collega’s? Test dan Talkboard (iOS, gratis) zeker eens uit! > Meer info en nuttige app: http://bibidee.blogspot. com
recensies
Als de tafel wankelt, komt een boek het meest van pas Deel 6 uit Jan Va n Herre weghe’s cyclus Het menselijk tekort bij een teveel aan papier, is opnieuw een buitenbeentje in de reeks. 1 Van Herreweghe’s meanderende, badinerend lichtvoetige stijl maakt nu plaats voor een selectie van citaten, aforismen en gezegden over het boek(bedrijf), het lezen en het schrijven in al zijn facetten. Het zou verkeerd zijn om Van Herreweghe’s project al te ernstig te nemen en te beoordelen met strikt wetenschappelijke criteria; zijn aanpak is nu eenmaal deze van de ware liefhebber die gepassioneerd verslag uitbrengt van zijn zoektocht naar de bronnen van boekenliefde, zowel op persoonlijk als op
Catalogiseren in het FRBR-tijdperk: kennis voor ingangsrecords Sinds 1 april 2013 hebben een aantal grote — vooral Engelstalige — b i b l i o t h e ke n de overstap gemaakt naar de nieuwe catalogiseerstandaard RDA (Resource Description & Access). Ook in Nederland gaat men gefaseerd over van een catalogus gebaseerd op steekkaarten naar een catalogus die in het semantische web een plaats kan veroveren. Vorig jaar liet Peter Schouten, metadataspecialist bij Ingressus, ons kennis maken met Catalogiseren in
abstract niveau. Dit gebeurt allemaal zonder strakke hand; de auteur valt soms in herhaling en hier en daar bevatten de delen weinig relevante passages. Dit zorgt voor een cyclus van eerder ongelijke kwaliteit, maar dit is inherent aan de logica van Van Herreweghe’s project, dat gekenmerkt wordt door een grote mate van voluntarisme. Dat is tevens de grote charme van de cyclus; het spontane karakter wordt erdoor bevestigd en het ‘bezetene’ van de auteur wordt ermee onderlijnd. Deel 6 van de cyclus is er eentje voor op het nachtkastje, om elke dag voor het slapengaan enkele citaten te consumeren, liefst gedoseerd want de erin vertolkte ideeën en observaties laten zich niet altijd eenduidig uitleggen en bieden stof tot reflectie. Dan voel je de aandrang om de context van een citaat uit te diepen of een auteur op te zoeken. Sommige van de
het FRBR-tijdperk: basiskennis voor titelrecords (zie META, 2013/7). Dit jaar behandelt Peter Schouten in een tweede boekje vijf soorten ingangsrecords: het Werkingangsrecord en het Expressie-ingangs record uit de eerste entit e i t e n g ro e p va n F R B R (Functional Requirements for Bibliographic Records) en de Personen-, Familie- en Corporatie-ingangsrecords uit de tweede FRBRentit eitengroep. De derde groep, met name de onderwerpen: Object, Concept, Gebeurtenis en Plaats komt niet aan bod, wegens nog niet beschreven in de RDA-toolkit, de website met de online regelgeving. Elk ingangsrecord wordt
opgenomen citaten, waarvan er ondertussen tot de canon zijn gaan behoren, zijn pareltjes van inzicht; andere zijn dan weer hartverwarmend, in het bijzonder voor de veelgeplaagde bibliothecaris (“Een bibliothecaris is een pompbediende. Hij levert brandstof voor de geest”, Richard Powers; of “We zijn bibliothecarissen en daarom de uitverkorenen van God. Lezen is menselijk, catalogiseren goddelijk”, Ch. Blackstock). Online kan er heden al behoorlijk wat samen gesprokkeld worden (zie bijv. citaten.net), maar Van Herreweghe’s bundel is duidelijk het resultaat van iets anders, van een jarenlang minutieus en consciëntieus verzamelen. Dit biedt ons nu de kans zijn verzameling te plunderen om er ongegeneerd uit te citeren in toespraken of de uitspraken te citeren op feestjes.
met de prikkelende titel Winkeldochters in steraanbieding. Herinneringen van een boekenfundamentalist (2014). Jan Anckaer > Als de tafel wankelt, komt een boek het meest van pas. Citaten en gezegden over bibliofilie, bibliomanie, bibliotheken, bibliothecarissen, de boekdrukkunst, boeken, de boekhandel, lezen, literatuur, het schrift, schrijven en schrijvers/ samengesteld door Jan Van Herreweghe. – Harelbeke: Uitgeverij De Gebeten Hond, 2013. – 152 p. – ISBN 978-90801-6166-5
1 In Bibliotheek- & archiefgids, 86 (2010), werd deel 2, Het syndroom van Spitzweg. Mijn leven als boekenwurm, , gerecenseerd; deel 3, Manieren van ordenen. Over het verzamelen van boeken en de ‘problemen’ die ermee gepaard gaan; en deel 5, Buiten zinnen van leeswoede.
Overigens is, als deze recensie verschijnt, alweer het zevende deel van de cyclus verschenen,
De vrolijke avonturen van een boe-
duidelijk omschreven. We krijgen een overzicht van de coreelementen die volgens RDA aanwezig moeten zijn, een stukje over de geprefereerde ingang, de belangrijkste RDAaanwijzingen voor opname naamsvorm en een uitgewerkt voorbeeld.
komende maanden aan de orde zijn.
In het laatste hoofdstuk: Hoe verder? snijdt de auteur een aantal punten aan die nog niet uitgeklaard zijn binnen RDA. Waar FRBR en FRAD (Functional Requirements for Authority Data) naadloos op elkaar aansloten en dus zonder meer geïntegreerd werden in RDA, lukt het met FRSAD (Functional Requirements for Subject Authority Data) niet zo best. Peter somt een aantal discussiepunten op die de
kenneuroot, werden gerecenseerd in META, 2011/3 en 2014/2 .
De verdienste van dit boekje is dat de FRBR-entiteiten opnieuw concreter worden. De voor veel catalografen nog hermetisch gesloten RDA-toolkit wordt met dit werk een stuk meer toegankelijk.Het boekje kan besteld worden via een e-mail naar
[email protected] of
[email protected] De prijs is 29,40 euro inclusief verzendkosten Rosa Matthys > C a t a l o g i s e re n
in
het
FR B R -
tijdperk: kennis voor ingangsrecords / Peter Schouten. – Den Haag: Euromouseion, 2014. – 41 p. – ISBN 978-90-820675-1-4
META 2014 | 9 |
43
Personalia
Sinds 1 juli werkt Caroline Claeys als bibliothecaris voor Mu.ZEE, kunstmuseum aan zee (Oostende). Zij is verantwoordelijk voor het dagelijks beheer van de bibliotheek en de museumdocumentatie en zij zal de Mu.ZEE-bibliotheek verder helpen ontwikkelen tot een professioneel kenniscentrum op het gebied van Belgische kunst. Caroline werkte voorheen onder meer als bibliothecaris voor RoSa, bibliotheek en archief voor gelijke kansen m/v, feminisme en gender in Brussel en als informatiespecialist voor de Fondation des Femmes pour la Méditerranée in Parijs.
Antoon Verbeke is sinds 1 oktober de nieuwe en eerste full-time archivaris bij het gemeentebestuur en OCMW Ichtegem. In 1994 stond hij als bibliothecaris aan de wieg en de uitbouw van de openbare bibliotheek Ichtegem, die hij probeerde uit te bouwen tot een referentiepunt voor kleine en middelgrote bibliotheken met behoud van de decentrale werking. Zo was de bib de een van de eerste in Vlaanderen waar alle transacties in de drie vestigingen online gebeurden. Hij zette zich ook op het regionale en nationale vlak in voor de belangen van de kleinere en middelgrote bibliotheken. Hij was actief in de sectie OB, Winob en de digitale uitbouw ervan. In zijn nieuwe functie wordt hij verantwoordelijk voor het ontsluiten van beide archieven en het uitwerken van een documentbeheersplan volgens de huidige standaarden met het oog op digitale archivering. Ook de uitbouw van een lokaal openbaar archief behoort tot zijn taken.
In november verliet Henk Vanstappen na vijf jaar het expertisecentrum PACKED vzw om zich voltijds te concentreren op zijn activiteiten als zelfstandig adviseur. Met zijn ervaring in onder meer de stedelijke musea Antwerpen, het Nederlands Architectuurinstituut en het MoMu blijft hij actief in de sector van het (digitaal) erfgoed, voortaan onder de naam IMMD. Contact:
[email protected]
44 | META 2014 | 9
Op 6 oktober is Robin De Vliegher een nieuwe uitdaging aangegaan in zijn thuisstad Gent als medewerker voor de Dienst Mediatheken van de Arteveldehogeschool. Daar staat hij onder meer in voor het abonnementenbeheer en werkt hij mee aan de uniformering van de werkprocessen van de mediatheekdiensten. In 2008 begon Robin zijn carrière in de bibliotheeksector aan de VUB, waar hij eerst in de publiekswerking van de bibliotheek werkzaam was en later als verantwoordelijke voor de digitale collectie.
Dany Dhondt is sinds kort aan het werk bij de Dienst mediatheken van de Arteveldehogeschool. Hij zal vooral bezig zijn met de uitbouw van de nieuwe website en het uitrollen van de Institutional Repository. Hij is ook nog zelfstandig actief in softwareland en met deze jarenlange ervaring als ontwikkelaar hoopt hij een flink uit de kluiten gewassen steentje bij te dragen aan de ondersteuning en het studiecomfort van de duizenden studenten.
Ann Van Driessche ruilt vanaf 1 maart 2015 haar functie van algemeen directeur Muntpunt in voor de rol van directeur Marketing, Communicatie & Evenementen aan de Vrije Universiteit Brussel. “Het is met gemengde gevoelens,” zegt Van Driessche, “Ik ben trots op de realisaties van het Muntpuntteam en ik ben blij daar een rol in te hebben gespeeld. De nieuwe opportuniteit bij de VUB bracht me lange tijd in tweestrijd. Muntpunt staat er en heeft een zichtbare plaats in Brussel verworven. De sterkte van Muntpunt ligt in het steeds opnieuw inspelen op Brusselse realiteit. Dat maakt dat het werk, mijn werk in Muntpunt nooit af is, maar ik denk te mogen stellen dat de organisatie op de rails staat en klaar is voor de toekomst. Tegelijk de kans krijgen om de marketing van een van de grootste Vlaamse instellingen in Brussel op te nemen en terug te kunnen keren naar het onderwijs heeft voor mij het pleit bezworen.”
zogelezen
Nicolas Janssen:
“Ik hou ervan door de rekken van de Oxfam boekenwinkel te snuisteren” Welk boek ligt er nu op je nachtkastje? Momenteel ben ik halverwege in The Rik Mayall. Better than Hitler - Bigger than Christ. Oftewel de rijkelijk met fictie overgoten autobiografie van Rik Mayall, de Britse comedian die eerder dit jaar overleed en sinds de jaren tachtig mee aan de grondslag lag van zogenaamde ‘anarchistische comedy’ tv-series als The Young Ones en Bottom. De absurde en bijzonder warrige schrijfstijl is allicht voor veel mensen een afknapper, maar voor mezelf als fan van de series is de typische humor en het herkenbare personage geweldig om lezen. Én het is een welkome luchtige afwisseling van de Groote Oorlog romans zoals The Middle Parts of Fortune (F. Manning), All Quiet on the Western Front (E. M. Remarque) en Under Fire (H. Barbusse) die ik de laatste tijd aan het lezen was. Welk boek mag er altijd in je nachtkastje blijven liggen en waarom? Een vreselijk cliché, maar niettemin een boek dat ik sinds mijn tijd op de middelbare schoolbanken kan blijven herlezen: De Steppewolf van Herman Hesse. Ook The Silmarillion (J.R.R. Tolkien) las ik al meermaals. Het feit dat het knap geschreven boeken zijn terzijde,
helpt het dat beide bij de eerste boeken waren die me werkelijk enthousiast kregen over lezen. Welk boek ligt er al een tijdje op je te wachten? Vrijwel alle boeken die ik in 2013 van een Boekenfestijn mee naar huis sleurde. De gewoonte meer boeken te kopen dan ik kan lezen, maakt dat bulkaankopen er meestal aan zijn voor de moeite. Een heel aantal werken van Brusselmans liggen zo voorlopig nog ongelezen op mijn boekenplank. Moeder en zoon (Gerard Reve), Godverdomse dagen op een godverdomse bol (Dimitri Verhulst) en een aantal oude scifi’s van onder meer Lovecraft en van Vogt zijn hetzelfde lot beschoren. De flagrantste voorbeelden zijn allicht de verzamelde gedichten van zowel Paul Snoek als Pernath die ik kocht vóór ik ging voortstuderen en nog steeds amper door me werden gelezen. Welk boek ben je begonnen maar onmiddellijk gestopt? Ik ben een hardnekkig lezer. Ik lees regelmatig boeken waar ik op voorhand sceptisch tegenover sta. Aan die boeken begin ik omdat het zogenaamde klassiekers zijn of vrienden er wild van zijn. Uit de laatste vijf jaar kan ik me maar één boek herinneren waarvan ik onmiddellijk aanvoelde dat ik er geen enkele voeling mee zou ontwikkelen: White Noise van Don DeLillo. Die is dan ook meteen weer in de boekenkast van mijn schoonzus (die me er nochtans
op voorhand voor had gewaarschuwd) verdwenen. Wat zijn je leesgewoontes? Op de meest typische leesplek — het toilet — na, lees ik vrijwel overal. Je kan me met m’n neus in een liefst tweedehands boek tegenkomen op het openbaar vervoer, op een terrasje, of in bed. Wanneer ik hoognodig moet ontstressen zet ik de grove middelen in en kruip ik weleens met een boek in bad. Zolang het weer het toelaat, lees ik vooral graag buiten en vind je me in het begijnhof van Sint-Amandsberg, de Sint-Pietersabdijtuin of het Zuidpark in Gent. In Antwerpen zet ik me het liefst aan Het Steen met zicht op de Schelde. Dit najaar overwoog ik opnieuw om een e-reader op mijn kerstlijstje te zetten. Ook dit jaar liet ik dat idee uiteindelijk varen. Ik hou ervan door de rekken van de Oxfam boekenwinkel te snuisteren, mijn zondagvoormiddagen door de Ajuinlei te kuieren en suggesties op maat te krijgen van de enthousiaste verkopers, boeken te ruilen met die van vrienden… Digitaal lezen is handig voor wie graag te allen tijde zijn hele bibliotheek op zak heeft maar voor iemand die aan boeken ook een belangrijk sociaal aspect toekent, schiet een e-reader hopeloos te kort. Meteen de reden waarom ook voor niet-digitale boeken nog steeds een mooie toekomst is weggelegd!
nicolas Janssen Nicolas Janssen is tot eind januari assistent bij de Vlaamse Erfgoedbibliotheek. Voorheen werkte hij als projectmedewerker aan het digitale platform ‘Paukeslag’ dat wordt gecoördineerd door Poëziecentrum. Hij is een recente IBW-alumnus en studeerde eerder Kunstwetenschappen in Gent. In zijn vrije tijd is hij coördinator expo van het cultuurmagazine enola.be.
META 2014 | 9 |
45
TERUGBLIK
Van BAG naar META Julie Hendrickx
Communicatie is altijd al een belangrijk onderdeel geweest van de werking van de VVBAD. De vereniging beheerde dan ook verschillende communicatiekanalen: Bibliotheek- & archiefgids, Info, de Nieuwsbrief, Archiefkunde, Bibscoop, … De tijdschriften hadden in de loop der jaren verschillende vormen, maar er was maar één overgang die je moeilijk kon missen. Vanaf 2004, de tachtigste jaargang van Bibliotheek- & archiefgids, friste de redactie het uitzicht van het tijdschrift nog eens op. Meer kleur! Vanaf dan werd er jaarlijks op het secretariaat gediscussieerd over het nieuwe kleurenschema. De rubriekindeling bleef behouden. De keuze voor langere artikels bleek heel bewust. “Als vakgenoten iets appreciëren, dan is het die bewuste keuze voor degelijke bijdragen, die nog dieper op een onderwerp durven ingaan, die niet toegeven aan de modetrend dat alles rap en in één hap verteerbaar moet zijn”, zei de toenmalige hoofdredacteur Peter Van den Broeck in zijn editoriaal in Bibliotheek- & archiefgids 2004/1. Bibliotheek- & archiefgids werd als tijdschrift beoordeeld
op zijn hoge kwaliteit en semi- de grootste verandering in het rijtje. In 2010 overlegde wetenschappelijke inhoud. Ook de vormgeving was nave- de redactie over de invulling nant, zoals een semiweten- van het nieuwe tijdschrift. Het resultaat? Tientallen post-its schappelijk tijdschrift hoort en het tijdschrift dat u nu even te zijn: sober. In 2008 werd er nagedacht over het glo- vertrouwd is als uw binnenzak. Het binnenwerk veranderde bale communicatiebeleid van vormelijk en inhoudelijk, zoals de vereniging, een studie die werd uitbesteed aan Memori, de nieuwe naam aangeeft. een onderzoeks- en expertise- De ouderwetse stempel ‘gids’ groep van Thomas More voor — die het imago van bib en archief stoffiger maakte dan communicatie. Een van de conclusies uit de communica- het is — werd geschrapt. En tieaudit was dat BAG spannen- omdat het spannender mocht, koos de redactie voor ‘META’. der mocht qua vormgeving en Het kon ook anders: in het inhoud. Het nieuwe tijdschrift laatste stadium waren ook mocht echter niet louter een doorstart zijn van Bibliotheek- nog BAGazine, Bagage en & archiefgids, de nieuwsbe- Razuur in de running. richten en kortere artikels van Grote gedegen artikels hebInfo en meer beleidsmatige bijdragen van Bibscoop moes- ben nog altijd een terechte plaats in een vakblad als ten geïntegreerd worden. META en worden nu aangeDe omslag van Bibliotheek- vuld door korte rubrieken: informeren en inspireren. & archiefgids naar META is
VDAB? BVAD? VVBAD! Ook de naam van de vereniging veranderde, al was dat subtieler. Het achtervoegsel gaf de Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek-, Archiefen Documentatiewezen een plechtige en ambtelijke uitstraling. Het weglaten verjongde, zonder radicale verandering. Er is even over nagedacht geweest om de naam te veranderen. Maar omdat VVBAD binnen de sector een begrip was en de vereniging terugvalt op zo’n lange traditie. Regelmatig struikelt er nog wel eens iemand over de vijf letters van VVBAD. Maar het nieuwe logo en de bijhorende huisstijl, de intussen bekende barcode, brachten redding. Eén blik op onze website, nieuwsbrief, tijdschrift en ander klein drukwerk en u herkent een VVBAD-product. “De sterkte van het tijdschrift is dat het draait op de inzet van vrijwilligers” zei Peter Van den Broeck in zijn editoriaal in Bibliotheek- & archiefgids 2004/1. Ik sluit me daar graag bij aan.
Van oud (sinds 1988) naar nieuw. > Zie ook p. 48
46 | META 2014 | 9
rechtzetting / Activiteiten
Het cynisme voorbij We weten het allemaal goed genoeg: cynisme is een te mijden houding. Het verzuurt alleen maar de bestaande situatie en het biedt geen oplossing. Maar hoe we dat met ons verstand ook vatten, onbewust was het 8e nummer van META, jaargang 2014 bevlekt met moddersporen van cynisme. En daarbij was de oorlog niet ver af. Het inleidend woord — Droog brood — van hoofdredactrice Julie Hendrickx bleek de voorbode van enkele bladzijden omtrent de Eerste Wereldoorlog: tekstaffiches, gemeentearchieven op de frontlijn… waarna Bruno Vermeeren in een uitstekend artikel — Het einde van het Vlaamse bibliotheekbeleid — de oorlogsverklaring
aan onze sector vanwege de Vlaamse regering toelichtte. Precies 100 jaar na het begin van de Eerste Wereldoorlog was dat een statement dat kon tellen. Tot slot was er nog Remmen los, de last postcolumn van Eva Simon. Niet zonder de nodige wrange gevoelens blikte zij terug op twaalf columns die haar blijkbaar voldoende reacties opleverde, in die mate dat ze de wapens voor haar welzijn diende neer te leggen, of tot overgave werd gedwongen. Bibliotheekwezen en oorlog, het is eens iets anders.
zag alleen een (boekhandels)keten op pagina 9 nog enige toekomst. Per provincie organiseerde die keten een ontmoetingsdag: samen op weg naar de bibliotheek van morgen. Wat mij betreft: het cynisme voorbij. Ja, op het veld van eer is er altijd nog hoop. Laten we in 2114 de oorlogsverklaring van de Vlaamse regering aan het bibliotheekwezen herdenken. Jan Bib, het sympathieke petit enfant terrible (eretitel mij toegekend door Eva Simon)
In al die beroerde tijden van oorlogsverklaringen en oorlogsherdenkingen
Activiteitenkalender
Focus op het imago van bibliotheek en archief
15.01.2015
Traject Mediacoach
LOCUS
Waar denk je aan als je het woord ‘archivaris’ hoort? Welke associaties roept de term ‘bibliotheek’ op? Weerspiegelen de clichés die de pers geregeld boven haalt over onze sector, het beeld dat bij het grote publiek leeft? Ervaart de man in de straat archief en bibliotheek als plekken van ontdekking, of vindt hij ze restanten van een tijd die voorbij is? Kortom, hoe zit het nu eigenlijk met het imago van bibliotheek en archief? Dat is het onderwerp van Focus op het imago. Op deze studiedag presenteren we de resultaten van het onderzoek dat de VVBAD uitvoerde in samenwerking met Memori, onderzoeksgroep van Thomas More Mechelen, en in opdracht van de Vlaamse overheid. We gaan op zoek naar het imago dat we als sector zelf willen nastreven en formuleren we beleidsaanbevelingen voor de toekomst.
27.01.2015
Kick-off collegagroep ‘Verhuizen van documentaire collecties’
FARO, Vlaamse
30.01.2015
Collegagroep jeugd
Erfgoedbibliotheek vzw LOCUS 09.03.2015
Bewaren en beheren van
Bibliotheekschool Gent
analoge fotocollecties 17-18.09.2015 Informatie aan Zee 2015 VVBAD
Praktisch Datum Locatie
maandag 2 februari 2015 Congres- en erfgoedcentrum Lamot, Mechelen
Uw activiteit in deze kalender? Meld ze aan via onze website
Details over programma, inschrijvingen en prijs volgen zo spoedig mogelijk
http://www.vvbad.be/activiteiten
META 2014 | 9 |
47
uitzicht
De omslag van de allerlaatste Bibliotheek- & archiefgids.
48 | META 2014 | 9
> Zie ook p. 46