Deze handleiding beschrijft het installatieproces van het ICU Compact oplaadpunt voor elektrische voertuigen. Lees voordat u het oplaadpunt gaat installeren deze handleiding aandachtig door. ICU Charging Equipment alsmede Alfen bv zijn niet aansprakelijk voor eventuele gevolgschade voortvloeiend uit het gebruik van deze handleiding. Deze handleiding is van toepassing op onderstaande typen producten: Socket
4456.230V.50Hz.16A.1F+N+PE.1x16A.RMAST 4456.230V.50Hz.32A.1F+N+PE.1x16A.RMAST 4456.400V.50Hz.16A.3F+N+PE.1x16A.RMAST 4456.400V.50Hz.32A.3F+N+PE.1x32A.RMAST
Socket (Plug en Charge)
4456.230V.50Hz.16A.1F+N+PE.1X16A.RMASV
Fixed Cable + RFID
4456.230V.50Hz.16A.1F+N+PE.1x16A.RMASV 4456.400V.50Hz.16A.3F+N+PE.1x16A.RMASV 4456.400V.50Hz.32A.3F+N+PE.1x32A.RMASV
Fixed Cable (Plug en Charge)
4456.230V.50Hz.16A.1F+N+PE.1x16A.PMAV 4456.400V.50Hz.16A.3F+N+PE.1x16A.PMAV 4456.400V.50Hz.32A.3F+N+PE.1x32A.PMAV
Het typenummer is te vinden op de identificatiesticker aan de onderzijde van het product.
Veiligheid
1
De elektrische installatie dient tijdens alle installatie- en onderhoudswerkzaamheden spanningsloos te zijn; Installatiewerkzaamheden dienen te worden verricht door vakkundige personen die kennis hebben genomen van deze handleiding en werken volgens de richtlijnen IEC-60364; Werkzaamheden mogen niet worden uitgevoerd bij regen of luchtvochtigheid boven de 95%; Sluit nooit meer dan één laadobject per groep aan.
Installatie-eisen Houd bij het installeren van de ICU Compact rekening met de volgende eisen: Het kabeltracé van hoofdverdeler naar de ICU Compact moet beveiligd zijn tegen overstroom en kortsluiting met een Bkarakteristiek installatieautomaat of een schroef mespatroon gG; Het kabeltracé moet beveiligd zijn tegen toevallige aanraking door een type A of B-aardlekschakelaar 30 mA; Het kabeltracé en laadpunt maken deel uit van een TN-S stelsel; de aarding wordt voorzien vanuit de hoofdverdeler; Het kabeltracé dient aangelegd te worden conform de geldende standaarden zoals bijvoorbeeld de NEN 1010; Het kabeltracé bestaat uit koperen kabel met tenminste 90 °C als hoogst toegestane geleider-temperatuur. Type 1x16A 1-fase 1x32A 1-fase 1x16A 3-fase 1x32A 3-fase
Beveiliging optie 1 1x20A gG patronen + 20A30mA aardlekschakelaar 1x35A gG patronen + 40A – 30mA aardlekschakelaar 3x20A gG patronen + 20 A - 30mA aardlekschakelaar 3x35A gG patronen + 40 A-30mA aardlekschakelaar
Beveiliging optie 2 20 B – 30mA 1p+N aardlekautomaat 40B – 30mA 1p+N aardlekautomaat 20 B - 30mA 4p aardlekautomaat 40 B - 30mA 4p aardlekautomaat
Min. Aderdoorsn. 3x4mm2 3x6mm2 5x4mm2 5x6mm2
Voer de bedrading altijd uit op de maximale laadstroom van het laadpunt bij continue belasting. Kabeldiktes in deze handleiding zijn indicatief. De installateur is altijd verantwoordelijk voor de bepaling van de juiste kabeldiktes ter plaatse en de toepassing van de van toepassing zijnde normen. Let op: de eisen voor installatie kunnen afhankelijk zijn van de locatie. Volg de richtlijnen van de NEN1010.
2
Inhoud van de verpakking
1x ICU Compact oplaadpunt
(optioneel) 1x vaste kabel Type 1
(optioneel) 1x vaste kabel Type 2
Meegeleverde wartels Afhankelijk van de uitvoering van het laadpunt, worden verschillende wartels meegeleverd. Hieronder een overzicht van de wartels per variant.
Fasen 1 1 1 3 3 3 3
Ampère 16 32 16 16 16 32 32
Uitvoering Socket Socket Fixed Cable Socket Fixed Cable Socket Fixed Cable
Grote wartel Kleine wartel 3-gats wartel 1 0 1 1 0 1 1 1 1 1 0 1 2 0 1 1 0 1 2 0 1
Niet meegeleverde benodigdheden Gereedschappen Waterpas; (Klop)boormachine; Schroevendraaier t.b.v. gat M5 kruisgleuf; Schroevendraaier t.b.v. klemmenstrook; Potlood; Boren, geschikt voor ondergrond, t.b.v. gat M5 x 30mm Materiaal 4x Schroeven M5 x 30mm; 4x Plug M5 x 30mm.
3
Installatie van het laadpunt 1.
2.
3.
4.
5.
6. 7.
8.
9.
4
Verwijder de metalen afdekstrips aan de bovenen onderzijde; Maak de vier schroeven in de hoeken los en verwijder het deksel; Gebruik de boormal uit de verpakking om gaten af te tekenen op de gewenste hoogte. Gebruik een waterpas om de markeringen recht af te meten; Boor de gaten met behulp van de markeringen en monteer pluggen (4x M5 x Afbeelding 1 30mm); Monteer de ICU Compact met m.b.v. schroeven (4 x M5 x 30mm) in de geboorde gaten (afb. 1). De afstanden tussen de gaten bedragen 144mm (horizontaal) en 312mm (verticaal); Draai de spanring los en haal deze samen met de rubberen ring van de wartel (afb. 2); Schuif de spanring over de aan te sluiten voedings-en/of vaste kabel. Schuif hierna de rubberen ring over de voedings-of vaste kabel; Steek de voedings-en/of vaste kabel door de opening in de wartel in de Compact en zorg dat ongeveer 30mm kabel in de behuizing beschikbaar is; Afbeelding 2 Schuif de rubberen ring en de spanring weer terug op de wartel;
10. Zet de voedings-en/of vaste kabel vast in de wartel door de spanring aan te draaien totdat de voedings-en/of vaste kabel geen beweging meer vertoont; 11. Verwijder de mantel van de voedings-en/of vaste kabel met een kabelstriptang zodanig dat de aders ver genoeg bloot komen te liggen om in de aansluitklemmen te worden gemonteerd. 12. Bevestig de aders op de juiste plek in de aansluitklemmen. Monteer de aarde altijd als eerste (afb. 3); 13. Schroef het deksel vast op de behuizing met de meegeleverde schroeven; 14. Plaats de metalen afdekstrips terug op de juiste plek op het deksel.
Aansluitklemmen 1-fase model
5
Afbeelding 3 Aansluitklemmen 3-fase model
Ingebruikname 1.
2.
Zet spanning op de voedingskabel. De Compact zal verschillende LED-indicaties tonen. Uiteindelijk gaat de LED uit en is het laadpunt klaar voor gebruik; In geval van een foutmelding onderneem de volgende stappen: a. Controleer de aardaansluiting; b. Controleer of fase en nul correct zijn aangesloten; c. Schakel minimaal 1 minuut de spanning van het laadpunt uit; d. Schakel de spanning weer in.
Productspecificaties Behuizing Afmetingen Gewicht Beschermingswaarde Laadmodus Contactstop Vaste kabel Omgevingstemperatuur Max. luchtvochtigheid Stand-by verbruik Norm CE Richtlijnen RFID* Local Area Network GPRS * Specifieke modellen
6
Aluminium 330 x 200 x 120 (HxBxD) 6,3 kg IP54 Mode 3 Type 2 Type 1 of Type 2 -30°C tot +40°C 95% ca. 20W IEC 61851-1 (2010) en IEC 61851-22 (2001) Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG en EMC richtlijn 2004/108EC Voldoet aan ISO15693 en ISO14443 CAT5 Ethernet (TCP/IP) 900/1800Mhz
Identificatiesticker Op de identificatiesticker, welke aan de onderzijde van het laadpunt is geplaatst, is onder andere de uitvoering, productiedatum en het serienummer te vinden. Vermeld bij correspondentie met ICU altijd het serienummer voor de snelste ondersteuning.
7
Contactinformatie Onderstaande contactinformatie is bedoeld voor wederverkopers van ICU producten. Eindgebruikers van oplaadpunten kunnen voor vragen of meldingen contact opnemen met het verkooppunt waar zij het product hebben gekocht. ICU Charging Equipment Splijtbakweg 15 1333 HC Almere Postbus 1042 1300 BA Almere Tel: E-mail: Website:
8
+31 36 54 93 400
[email protected] www.icu-charging-stations.com