Rik van der Meer (KNMP):
‘Geef ons geld en ruimte om ons vak uit te oefenen’ De relatie tussen de zorg die apothekers moeten leveren aan de patiënt en wat ze betaald krijgen is helemaal zoek, zegt Rik van der Meer, sinds december voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie, de beroeps- en brancheorganisatie voor apothekers. “Als je chronische zorg aan de patiënt goed wilt organiseren, moeten apothekers de ruimte en gelegenheid krijgen om hun vak goed uit te oefenen. De huidige financieringsmethode staat dat in de weg. De bedoeling van vrije tarieven voor apothekers was betere zorg voor een betere prijs; niet noodzakelijkerwijs een hogere prijs, wel een betere relatie tussen wat we doen en wat we betaald krijgen. Sommige zorgverzekeraars zijn echter niet geïnteresseerd in betere zorg en willen alleen het afleveren van medicijnen betalen.” De KNMP probeert dit wel aan te kaarten bij Zorgverzekeraars Nederland, maar volgens Van der Meer stuiten de apothekers ook op de politiek, die nog steeds door wil op het pad van harde marktwerking. |
‘De relatie tussen wat apothekers doen en wat ze betaald krijgen is zoek’
Lees het interview op pagina 3.
Nefarma & OpinieNefarma & InnovatieNefarma & Doelma t i g h e i d N e fa r m a & Tra n s p a ra n t i e N e fa r m a & N i e u w e g e n e e s m i d d e l e n N e fa r m a & D o s s i e r N e fa r m a & Fa r m a h u i s N e fa r m a & Pa t i ë n t e n N e fa r m a & O f f- l a b e l N e fa r m a & N i e u w s N e f a r m a & To e k o m s t N e f a r m a & Z o r g N e f a r m a & D i a l o o g N e fa r m a & V e r t r o u w e n N e f a r m a & C o m m u n i c a t i e 2013|04N e f a
Komt dat zien!
7.600
& verder
Dat is het aantal gecontracteerde relaties tussen zorgaanbieders en bedrijven, gemeld door vijftig farmabedrijven – waaronder álle Nefarma-leden – bij het Transparantieregister Zorg. Het gaat daarbij om 2.100 individuele personen en 1.200 rechtspersonen. Het Transparantieregister, dat
betreft academische zieken-
in april van start is gegaan,
huizen, wat neerkomt op een
geeft inzicht in de relaties
kleine 1.200.000 euro per
tussen instellingen en zorgaan-
ziekenhuis.
bieders en farmaceutische
Het gemiddelde bedrag van de
bedrijven. Als alle bedragen
relatie tussen bedrijven en
worden opgeteld komt de
individuele zorgaanbieders is
totaalsom uit op zo’n
2.000 euro. Voor dienstverlening
30.000.000 euro. Ongeveer
door een huisarts of apotheker
4.000.000 euro hiervan heeft
betalen farmaceutische
betrekking op relaties tussen
bedrijven doorgaans circa 80
bedrijven en de individuele
euro per uur, voor een medisch
zorgaanbieders.
specialist staat een gemiddeld
Van de overeenkomsten is 60
uurtarief van 140 euro. Dit
procent gesloten tussen een
houdt in dat de zorgaanbieders
bedrijf en een arts of
die werk hebben gedaan voor
apotheker en 40 procent tussen
een farmaceutisch bedrijf daar
een bedrijf en een instelling,
per jaar tussen de 15 en 25 uur
zoals ziekenhuizen, weten-
aan hebben besteed. Voor de
schappelijke verenigingen van
samenwerking tussen bedrijven
artsen, stichtingen voor
en instellingen geldt een
Ook in dit nummer:
onderzoek en samenwerkings-
gemiddelde waarde van
• P2: Interview met directeur Michel Dutrée over de aanleiding van deze ‘verhuizing’. • P8: Uitgelicht: Farmahuis-gids wijst u de weg.
verbanden van zorgaanbieders.
25.000 euro.
Na een bouwtraject van iets minder dan een jaar heeft het fonkelnieuwe Farmahuis op 22 mei zijn deuren geopend. Een écht huis, maar wel op internet, waarin iedereen welkom is, zich vrij en zonder drempels kan bewegen, rond kan kijken in de volle 360 graden, op ieder gewenst moment, dag en nacht, het hele jaar door. Nefarma is trots op dit verrassende en eigentijdse onderkomen waarin zo veel mogelijk facetten van de farmaceutische sector in Nederland letterlijk onder één dak zijn samengebracht. Naast een schat aan informatie in woord, beeld en geluid, die interessant is voor velen (jong en oud, in- en outsider, ziek en gezond), biedt het huis alle gelegenheid om met de sector in gesprek te komen en lopende dialogen en debatten te lezen of bekijken. Ons huis staat middenin het zorglandschap, op www.farmahuis.nl; onze homepage, in de letterlijke betekenis van het woord. Komt dat zien en deel uw indrukken met ons!
|
Uitdaging De prijs van off-labelgeneesmiddelen moet omlaag, zegt Henk Eleveld. Lees zijn uitdaging en reacties daarop op P4&5. |
Toekomst Benieuwd naar de toekomstvisie van vijf jonge zorgprofessionals? Kijk voor een eerste schets op P6&7. |
Een derde van die 40 procent
Mei 2013 Nefarma
&
Pagina 1
Opdrachtgever Michel Dutrée:
‘Farmahuis moet sector beter op de kaart zetten’
A D T P
U E
“Het Farmahuis moet zich ontwikkelen tot een ontmoetingsplaats waar alle geïnteresseerden in onze sector relevante informatie vinden en virtueel met elkaar in contact komen.” Dat zegt Nefarma-directeur Michel Dutrée over het initiatief om de sector met een virtueel huis beter op de kaart te zetten.
“Wij willen laten zien waar de sector vandaag de dag voor staat en met anderen de dialoog aangaan over maatschappelijke vraagstukken. Een campagne is vaak maar tijdelijk en kost daarnaast heel veel geld. In plaats daarvan hebben wij gekozen voor iets structureels. Bovendien willen we op een innovatieve manier communiceren,
FARMA HUIS
Komt het naast of in plaats van andere activiteiten?
“Natuurlijk blijven we ook via gesprekken, onze bladen, onze debatbijeenkomsten en conferenties in contact met onze relaties. Maar we willen ook nieuwe doelgroepen bereiken. De beoogde bezoekersgroep is breed: van basisschoolleerlingen die een spreekbeurt willen houden tot Kamerleden die hun standpunt met feiten willen onderbouwen.”
PDAT
Wat kan het Farmahuis aan die beeldvorming veranderen?
met de nadruk op ontmoeten. Dat kan vanaf nu 24 uur per dag.”
E U
Voor een branchevereniging is naast de belangenbehartiging ook de profilering van de bedrijfstak een belangrijke taak. Geneesmiddelen vormen een vooraanstaand onderdeel van de gezondheidszorg. Geen dokter kan een dag zonder. Niettemin wordt de farmaceutische sector vaak kritisch bekeken, waarbij oude beelden en ervaringen lang kunnen beklijven.
Hoe ziet het Farmahuis er bij de oplevering uit? “Onderdeel van het Farmahuis zijn een Ontmoetingsruimte, de Feitenzaal en de Galerij van de vooruitgang. Via de hal kom je bij het scholierenproject ‘Ik van
binnen’, de projecten in het kader van ‘De zorg kan zó veel beter’, de vergelijkingssite Mijnmedicijnvergoeding.nl en het overzicht van de ontwikkelingen bij geneesmiddelen ‘We worden steeds beter’. Dit huis is gevarieerd, interessant, actueel en heeft voor mijzelf nog een voordeel: de honden mogen hier gewoon op de bank. Nou ja, voor één keertje dan.” | In eerdere edities van Nefarma& las u interviews met de bouwers van het Farmahuis. Teruglezen? Zie www.nefarma.nl. Het Farmahuis is geopend vanaf 22 mei. Het adres laat zich raden: www.farmahuis.nl.
G a s t c olu m n Vaag is verdacht Wie heeft er niet moeten lachen om Mrs. Bucket, the lady of the house, in de serie Schone Schijn? Door haar naam uit te spreken als Bouquet probeerde ze zich
INGE DIEPMAN presentator en interviewer
chiquer voor te doen dan ze was. Ze was ervan overtuigd dat ze door het gebruik van dure, moeilijke
komt. Bel je een bedrijf met zo’n eenvoudige vraag, dan
woorden vanzelf serieus zou worden genomen. Werkt
krijg je al gauw te horen dat je terug wordt gebeld of
dat zo? Misschien. Maar het is vooral handig als je iets
gemaild. Bij enig doorvragen blijkt dat collega’s van de
te verbergen hebt. Of, in het geval van Hyacinth
legal- of complianceafdeling zich er even over moeten
Bouquet, iets te verbloemen.
buigen. Reacties − kijk eens naar optredens in
Stel, je moet mensen iets vertellen waarvan je bij
tv-programma’s! − zijn vaak voorzichtig en omslachtig.
voorbaat weet dat ze daar niet blij mee zijn. Dan verzin
De angst voor uitglijders, schadeclaims en andere
je wat moeilijke termen en maak je wat ingewikkelde
(juridische) gevolgen is blijkbaar groot.
zinnen. Dat verhoogt de acceptatie. Toch? Nee. In
Toon toch meer lef! En als je geen antwoorden kunt
werkelijkheid is er een goede kans dat je juist
geven, leg dan uit waarom en laat zien dat je beseft dat
vertwijfeling zaait en mensen irriteert en achterdochtig
dat vervelend is voor beide partijen. Voer dat beleid om
maakt.
geen verhullende taal te gebruiken door op alle
Hoe duidelijk en doorzichtig is de wereld van de
afdelingen. Laat elke medewerker elke keer weer aan
farmacie, een industrie die zegt transparant te willen
de klant of aan het publiek uitleggen wat je binnen de
zijn? Op websites en in jaarverslagen zetten
bestaande wet- en regelgeving wel mag communiceren
communicatiemedewerkers graag een beeld neer van
en wat niet, wat je als farmaceut wel en niet mag en
ondernemingen met een bredere doelstelling dan louter
vooral niet kan doen. Ga je door met verwijzen naar
zo veel mogelijk medicijnen verkopen voor zo veel
andere afdelingen, nietszeggend communiceren of
mogelijk geld. Maar mij valt op dat er zelfs op simpele
gebrekkig uitleggen, besef dan dat iedereen juist denkt
vragen zelden een rechtstreeks en duidelijk antwoord
dat je iets te verbergen hebt. |
@Nefarma Artsen behoren niet te worden gefêteerd op dure etentjes of uitdagende half blote dames. Lees blog Michel Dutrée op artsennet.
&
Pagina 2 Nefarma
Jaargang 6, nummer 4
KNMP-voorzitter Van der Meer ondersteunt collega-apothekers bij omslag
Van medicijnverstrekking tot begeleiding van goed gebruik Rik van der Meer, de nieuwe voorzitter van de beroepsen branche-organisatie voor apothekers KNMP is zelf praktiserend apotheker. Dat maakt belangenbehartiging best effectief, heeft hij gemerkt. “Voordeel is dat ik politici uit eigen ervaring kan vertellen hoe bepaalde maatregelen in de praktijk uitpakken.”
Rik van der Meer, apotheker en eigenaar van een apotheek in de Haagse Zeeheldenbuurt, is in december gekozen tot voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie. Voor het eerst in de 170-jarige geschiedenis konden de apothekers kiezen uit twee kandidaten. De verkiezing van Van der Meer kwam voor sommigen als verrassing, niet voor hemzelf. “De KNMP-leden hebben gekozen voor een praktiserend apotheker die met zijn voeten in de klei staat”, zegt hij hierover. “Iedereen kan een apotheek beginnen; er is alleen een apotheker nodig om het
in het lichaam. Dat maakt de rol van degene die dat allemaal begeleidt belangrijker en uitdagender.”
Hoe gaat het met de apotheken? “We hebben enorm veel last van het systeem van kruisfinanciering. In het huidige stelsel zou de zorgverlening door de apotheek apart moeten worden betaald, maar verzekeraars doen dat niet en zeggen dat we het maar van de marge op de verkoop van geneesmiddelen moeten doen. Omdat die marge sterk terugloopt, staat veel apotheken het water aan de lippen. Grootste probleem is dat wij op dit moment handen en voeten tekort komen om al het werk aan te kunnen, nog gecompliceerd door alle regeltjes van de verschillende verzekeraars en de uitwassen van het doorgeschoten preferentiebeleid. Het eerste kwartaal heb ik 5 procent meer recepten afgehandeld, terwijl de inkomsten achterblijven. Dat leidt tot frictie. Als de geleverde zorg niet betaald wordt, loopt het op een gegeven moment helemaal spaak.”
marktwerking veronderstelt dat je dat wel doet. Ik wil al mijn patiënten zo goed mogelijk behandelen, ongeacht waar ze verzekerd zijn.”
De KNMP wil de farmacie een kwaliteitsimpuls geven. Komt die niet te laat? “Alexander Rinnooy Kan en Robert Reibestein hebben net aan de minister gerapporteerd hoe de farmacie ervoor staat. Het komt erop neer dat we heel goede zorg leveren voor een heel lage prijs. We zijn al jaren permanent met kwaliteitsimpulsen bezig. Met nieuwe vormen van medicatiebewaking, farmacogenetica, zaken waarvan ze in Europa nog nauwelijks gehoord hebben. We wachten vooral op honorering van die kwaliteit.”
Hoe is de samenwerking met de farmaceutische sector? “Heel goed, met twee uitzonderingen. Eén is de directe belevering van apotheken buiten de groothandel om door sommige fabrikanten. Dat is zorgcomplicerend, patiëntonvriendelijk, werkt fouten in de hand en is kostenverhogend. Die fabrikanten willen zo de concurrentie buitensluiten en de prijs hoog houden. Daarmee maken ze misbruik van hun monopoliepositie. Het ministerie moet daar gewoon ingrijpen. Quotering is een ander pijnpunt. Ik heb een aantal hivpatiënten die soms hun medicatie niet krijgen omdat mijn groothandel gequoteerd is. Ik vind dat een bedrijf dat een product op de markt brengt, de verantwoordelijkheid heeft
Zoon van een industrieapotheker Rik van der Meer (49) is geboren in Olst, onder de rook van de fabriek van Philips Duphar, waar zijn vader industrieapotheker was. Na zijn studie Farmacie in Utrecht begon hij zijn loopbaan bij een ziekenhuis in Maastricht. Daarna werkte hij bij verschillende apotheken in het zuiden van het land. In 2000 nam hij apotheek Havinga over, de apotheek in de Zeeheldenbuurt in Den Haag die hij nog steeds bestiert. Van der Meer vervulde verschillende bestuurlijke functies bij de KNMP voordat hij in december werd gekozen tot voorzitter.
‘We leveren heel goede zorg voor een heel lage prijs, zeker in Europees perspectief’
werk te doen. Dat eigenaarschap conflicteert soms met de beroepsuitoefening. Leden vonden dat het geluid van de apothekers ondergesneeuwd raakte. Een groep Amsterdamse apothekers vroeg mij daarom me kandidaat te stellen.” Van der Meer – ferme handdruk – ontvangt in een vergaderruimte boven de apotheek. Hij formuleert helder en zakelijk. Zo’n drieënhalve dag per week is hij kwijt aan het voorzitterschap. De KNMP huist op 500 meter van zijn apotheek, het ministerie van VWS en de Kamer liggen op fietsafstand. Hierdoor houdt hij tijd over voor de beroepspraktijk. “Dat ik ook actief ben als professional maakt belangenbehartiging best effectief; ik kan politici uit eigen ervaring vertellen hoe bepaalde maatregelen in de praktijk uitpakken.”
Minder apotheken kan een oplossing zijn. “In Europees perspectief zijn er in Nederland al heel weinig apotheken en het aantal daalt. Wij vinden dat in elk dorp en elke wijk een goede apotheker moet zijn die samen met dokters en wijkverpleging hoogwaardige zorg verleent.”
Waaruit bestaat die hoogwaardige zorg? “Uit de zorg rond opname- en ontslagmedicatie, uit het medicatiereview, waarbij we kijken of geneesmiddelen goed toegepast worden en uit searches; in ons informatiesysteem kunnen we namelijk uitstekend nagaan of populaties goed bediend worden. Ook interessant is de medicatiebewaking op grond van farmacogenetica: het onderzoek naar variaties in het DNA die de reactie van een individu op een medicijn kunnen beïnvloeden.”
Is uw werk de laatste tien, twintig jaar veranderd? “Heel duidelijk. Zo behandelen we inmiddels 80 procent van de mensen met generieke producten. Dat is belangrijk, want daarmee creëren we de mogelijkheid om anderen met dure geneesmiddelen te helpen. Er zijn steeds meer ingewikkelde, technologische producten die vaak veel meer effecten hebben
Sommige zorgverzekeraars gaan volgens u uitsluitend voor prijs. Andere dus niet. Is dat niet lastig? Bij u komen immers allerlei verzekerden… “Dat is het grootste dilemma in de zorg: vanuit je eigen ethiek kun je geen onderscheid maken tussen patiënten, terwijl
ervoor te zorgen dat dit product verkrijgbaar blijft. Maar nogmaals, in het algemeen is de samenwerking met de sector goed, al zou die iets intensiever kunnen.”
In welk opzicht? “Bij nieuwe geneesmiddelen merken apothekers het vaak als eerste als er iets mis is. Die handschoen is ook opgepakt, want afgesproken is dat we nieuwe innovatieve geneesmiddelen een tijdlang extra gaan bewaken.”
Tot slot, wat is de grootste uitdaging voor apothekers? “Het maken van de omslag naar de zorg rondom het geneesmiddel, naar het begeleiden van goed gebruik door de patiënt. Dat vergt andere capaciteiten dan het bereiden van geneesmiddelen. Het roept bijvoorbeeld de vraag op of je niet in een zo vroeg mogelijk stadium – de opleiding – moet ingrijpen. Bijvoorbeeld door de farmacieopleiding en de geneeskundeopleiding meer op elkaar te laten aansluiten. Een eendrachtige samenwerking tussen huisarts en apotheker leidt tot de beste zorg rondom de patiënt.” |
@Nefarma Idee @lindavoortman voor een meldplicht bij uit handel nemen van geneesmiddel is overbodig: bestaat feitelijk al.
Mei 2013
Pagina 3
‘Breng de prijs van off-labelge Nieuwe geneesmiddelen zijn vaak duur vanwege hoge onderzoekskosten en een kleine doelgroep. Niets mis mee, vindt Henk Eleveld van Menzis. Het is in ieders belang dat we zeker weten dat een geneesmiddel doet wat het belooft en bovenal veilig is in gebruik. Die uitleg gaat echter niet op voor offlabelgeneesmiddelen. En dus moet de prijs daarvan omlaag. De hoge kosten van het ontwikkelen van nieuwe medicijnen moeten uiteraard worden terugverdiend en dus worden deze kosten in de prijs verwerkt. Hoe kleiner de patiëntengroep, des te groter het aandeel van de ontwikkelkosten in de prijs. Tot zover is het allemaal heel goed te volgen. Dat wordt anders als nieuwe geneesmiddelen ook gebruikt worden voor aandoeningen waar ze in eerste instantie niet voor zijn ontwikkeld: het zogenaamde off-labelgebruik. Neem bijvoorbeeld de overheveling van de TNF-middelen naar het ziekenhuis. Het College voor Zorgverzekeringen stelde vast welke off-labelindicaties volgens de laatste wetenschappelijke inzichten in aanmerking zouden komen voor deze geneesmiddelen, waarna deze volledig vergoed werden vanuit de
e f rm &D ssi rO ini
zorgverzekeringswet. Zo is de doelgroep van het medicijn vergroot, zonder dat de prijs veranderde. En dat klopt niet! Waarom betalen we dezelfde prijs voor dit medicijn wanneer het off-label gebruikt wordt? Onderzoek naar off-labelgebruik is immers van een heel andere orde en veel minder kostbaar dan het ontwikkelen van nieuwe medicijnen. Off-labelonderzoek wordt veelal uitgevoerd door specialisten, niet door de fabrikant van het geneesmiddel, en bovendien is het onderzoek slechts gebaseerd op casereports of studieresultaten. Het geneesmiddel wordt als gevolg van off-labelgebruik vaker voorgeschreven dan waar bij de vaststelling van de prijs op was gerekend. De doelgroep breidt uit, wat zich vertaalt in extra omzet voor de fabrikant, zonder dat hier extra onderzoek tegenover staat. De verwachting is dat dit effect de komende jaren alleen maar groter wordt. We zien dat nieuwe geneesmiddelen vaak duurder zijn dan de blockbusters van weleer. Off-labelindicaties gaan als gevolg daarvan ook meer geld kosten. Wij zijn er voorstander van dat de kosten van onderzoek en ontwikkeling in de prijs
N e far ma & O f f- la b e lg e ne e s m i d de le n In iedere aflevering van De Uitdaging wordt een buitenstaander gevraagd ten voeten uit en op een zeepkist zijn of haar visie te geven op een bepaald facet van de geneesmiddelensector. Mensen uit de sector wordt gevraagd hierop te reageren.
In dit nummer de uitdaging van Henk Eleveld, contractmanager Farmacie bij Menzis. Hij vindt dat de prijs van off-labelgeneesmiddelen omlaag moet en roept farmaceuten, voorschrijvers en de zorgverzekeraars op hiervoor hun gezamenlijke verantwoordelijkheid te nemen.. |
Nefarma: Terughoudendheid bij off-labelgebruik geboden In zijn uitdaging over prijzen van geneesmiddelen gaat Eleveld er impliciet van uit dat bepaalde geneesmiddelen veelvuldig off-label worden voorgeschreven. Immers dan pas is er een effect op omzet en prijsvorming. Nefarma vindt deze voorstelling van zaken bezwaarlijk.
Nefa arma Nefa ma & wsN hiek
‘Hogere waarde rechtvaardigt hogere prijs’ De industrie heeft geen invloed op de omvang en aard van off-labelgebruik. Een prijsafspraak ligt dan ook niet in de lijn der verwachting. Bovendien wordt de prijs van een middel medebepaald door de waarde ervan voor de patiënt. Voor alle duidelijkheid, off-labelgeneesmiddelen bestaan niet. Wel is er binnen de geneesmiddelenwet ruimte om geregistreerde geneesmiddelen off-label voor te schrijven. Artsen kunnen hier in het belang van de patiënt toe besluiten. De omvang en aard van off-labelgebruik valt zodoende buiten de
Nefarma maakt bezwaar tegen het gemak waarmee Eleveld in zijn uitdaging over off-labelgebruik spreekt. Immers: in dergelijke gevallen wordt een geneesmiddel gebruikt voor aandoeningen waarvoor het niet is geregistreerd en waarvoor dus geen studies zijn overlegd. Dit verhoudt zich niet met de uiterst strenge toelatingscriteria voor nieuwe geneesmiddelen op het vlak van werkzaamheid en bewezen veiligheid. De vereniging vindt de keuze voor off-labelgebruik alleen toelaatbaar als een arts met het palet aan geregistreerde – en dus onderzochte – geneesmiddelen de patiënt niet adequaat kan behandelen. Nefarma volgt hiermee de afspraken die eerder door het ministerie van VWS zijn gemaakt, namelijk pas off-label voorschrijven als er inderdaad geen ander geregistreerd middel beschikbaar is en als het betreffende middel is opgenomen in richtlijnen voor behandeling van de aandoening. Eenvoudig gezegd: als de arts met de rug tegen de muur staat. Dan nog dienen patiënten zorgvuldig te worden geïnformeerd dat zij behandeld worden met een geneesmiddel dat niet voor die toepassing is geregistreerd. De arts moet uitleg geven over de achtergrond daarvan, de voordelen, de nadelen en de mogelijke alternatieven. Ernstige incidenten die afgelopen maanden in het nieuws kwamen, hebben onderstreept dat off-labelgebruik om andere redenen, bijvoorbeeld financiële, moet worden afgewezen. In alle gevallen moet bij de keuze van een geneesmiddel goede kwaliteit van zorg en het belang van de patiënt voorop staan. |
beïnvloedingssfeer van de industrie en dat is een groot goed, met wet- en regelgeving die daarop toeziet. Alleen al om die reden kan van de industrie geen prijsafspraak worden verwacht. Je bent dan immers per definitie in overtreding. Iedere keuze voor de toepassing van een geneesmiddel buiten de geregistreerde indicatie is een beslissing die in de spreekkamer plaatsvindt, tussen arts en patiënt. Maar laten we ons concentreren op Elevelds voorstel om de prijs van (dure) geneesmiddelen bij offlabelgebruik te verlagen. Het koppelen van prijzen aan (verwachte) volumes is niets nieuws: ons eigen CVZ neemt verwachte volumes al mee in het advies aan de minister of in de duidingen aan het veld. Daarbij wordt al geruime tijd steeds vaker gevraagd naar (verwacht) off-labelgebruik. Verder is het zo dat de prijzen van unieke geneesmiddelen in Nederland met gezondheidseconomische overwegingen worden onderbouwd. Kortom, de prijs is (ook) gebaseerd op de waarde die het geneesmiddel voor de patiënt, zijn omgeving en de maatschappij vertegenwoordigt. Al met al is het heel wel mogelijk dat de waarde van een geneesmiddel dat off-label wordt gebruikt hoger is dan binnen de geregistreerde indicatie en dus in feite een hogere prijs rechtvaardigt en de patiënt ten goede komt. |
Guido van den Boom, hoofd Public Affairs & Policy Pfizer bv
&
Pagina 4 Nefarma
Jaargang 6, nummer 4
eneesmiddelen omlaag’ van een nieuw geneesmiddel worden verwerkt. Maar als het geneesmiddel ook voor andere aandoeningen off-label gebruikt kan worden en daardoor vaker voorgeschreven wordt dan begroot, dan moet de prijs omlaag. Natuurlijk kunnen we aan de overheid vragen dit te regelen, maar is het niet veel mooier als de sector zelf met de voorschrijvers en de zorgverzekeraars tot een passende oplossing komt? Laten we dit probleem oplossen vanuit onze gezamenlijke verantwoordelijkheid om de zorgkosten beheersbaar te houden. | Henk Eleveld is apotheker en contractmanager Farmacie bij zorgverzekeraar Menzis.
‘Onderzoek naar off-labelgebruik is van een andere orde en veel minder kostbaar dan het ontwikkelen van nieuwe medicijnen’
a r m a & D i a l o o g N e f a r m a & O p i n i e N e f a r m a & To e t s i n g N e f a &ThemaNefarma & GlazenZaaldebatNefarma & Imago arma & ColumnNefarma & FeitenNefarma & CijfersNefar & Tr a n s p a r a n t i e N e f a r m a & C o m m e n t a a r N e f a r m a & N i e u efarma & DossierNefarma & Mark t werkingNefarma & Et k N e fa r m a & P a t i ë n t e n N e fa r m a & I n n o v a t i e N e fa r m a & U i t ‘Prijsvorming per indicatie is niet uitvoerbaar’ Het is inderdaad een gezamenlijke verantwoordelijkheid om de zorgkosten beheersbaar te houden, maar het idee van Henk Eleveld is praktisch onuitvoerbaar en overbodig. Farmaceutische bedrijven sturen op geen enkele wijze aan op off-labelgebruik en moeten hier natuurlijk ook verre van blijven. De externe en interne regelgeving voor de sector is bijzonder strikt op dit gebied. Het is aan de behandelend arts om eventueel af te wijken van de geregistreerde indicatie en dan alleen als een door de beroepsgroep geaccepteerde richtlijn dit ondersteunt en als de patiënt hiermee na zorgvuldige informatie instemt. Als artsen bepaalde middelen in de praktijk veelvuldig off-label voorschrijven, kunnen farmaceutische bedrijven besluiten alsnog studies te doen naar de betreffende indicatie en tot registratie over te gaan. Na registratie volgt dan vaak een discussie over opname van deze nieuwe indicatie in het verzekerde pakket. Indien er prijsdifferentiatie zou plaatsvinden voor on- en off-labelgebruik zou dit juist kunnen leiden tot verkeerde prikkels en tot een toename van off-labelgebruik van de betreffende middelen. Met de huidige (vergoedings)systemen is prijsvorming, gedifferentieerd per indicatie, helemaal niet uitvoerbaar. Hiervoor zouden op het recept en de declaratie naar de verzekeraar patiëntnaam en indicatie gekoppeld moeten worden, wat vanuit privacyoverwegingen onacceptabel is. Het zou ook extra bureaucratie met zich meebrengen en de kosten opdrijven omdat er dan een controlesysteem moet komen. Bovendien: voor middelen die overgeheveld zijn naar het ziekenhuisbudget (zoals de TNF-middelen in het voorbeeld van Eleveld) onderhandelen de fabrikant, het ziekenhuis en in het verlengde daarvan de verzekeraar, de prijs uit. Het ziekenhuis maakt hierbij een inschatting van de impact op het ziekenhuisbudget van het praktijkgebruik van een geneesmiddel. Deze onderhandeling heeft in veel gevallen een prijsverlagend effect. Verder ligt de weg inmiddels open voor fabrikanten en overheid om te komen tot prijs-volumeafspraken, iets wat in de toekomst ongetwijfeld meer gaat gebeuren. Tot slot: behalve door onderhandelingen met overheid, zorgverzekeraars en ziekenhuizen, worden de prijzen van geneesmiddelen twee keer per jaar wettelijk getoetst en aangepast aan het gemiddelde niveau van de ons omringende landen. Kortom, het idee van de heer Eleveld is niet alleen praktisch onuitvoerbaar, maar ook overbodig gezien de veelheid aan wettelijke maatregelen en marktmechanismes die er al zijn om de prijzen van geneesmiddelen in Nederland te controleren. |
Maarten Beekman, medisch directeur AstraZeneca
Mei 2013 Nefarma
&
Pagina 5
Jonge professionals over de toekomst van de zorg
Het Nederlandse zorglandschap is behoorlijk complex. We hebben te maken met veel verschillende partijen met allemaal hun eigen belangen. Toch is er ook een duidelijk gezamenlijk belang: zorgen voor een goede en betaalbare gezondheidszorg. Hoe doe je dat in tijden van crisis en oplopende kosten? Er is volop beweging, maar bewegen we de goede kant op? Hoe ziet het ideale plaatje eruit en wat is nodig om dat te bereiken? Nefarma& vroeg vijf jonge professionals uit verschillende hoeken van de gezondheidszorg naar hun mening over de toekomst van de zorg en naar hun rol daarin. In dit artikel zetten we de belangrijkste conclusies op een rijtje en schetsen we de toekomstvisie van de nieuwe generatie. In de komende edities van Nefarma& laten we steeds een van hen wat uitgebreider aan het woord.
Vraag vijf mensen naar hun mening over de toekomst van de zorg en je krijgt vijf verschillende antwoorden. Zeker als die mensen afkomstig zijn uit heel verschillende branches. Des te opvallender is het dat ze het op hoofdlijnen wel met elkaar eens zijn. De grote gemene deler van de nieuwe generatie zorgprofessionals: hun vertrouwen in de toekomst van de zorg − maar wel met stevige kanttekeningen.
Op weg naar me Jelmer Krom: ‘Een kassabonnetje laat mensen bewuster gebruikmaken van de zorgverlening’
Opvallend is dat alle geïnterviewden de goede wil van de partijen in de zorg roemen en tegelijkertijd zeggen dat er desalniettemin veel kan en moet verbeteren in de samenwerking. Het grootste knelpunt is dikwijls het gebrek aan vertrouwen tussen partijen. Renske Fluks van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport: “We moeten streven naar nieuwe vormen van samenwerking, waarbij we vanuit een gezamenlijk belang werken aan goede zorg, efficiency en kostenbesparing. Dat leidt tot nieuwe, gelijkwaardigere relaties tussen beroepsgroepen en schept een nieuw evenwicht, met respect voor elkaars expertise. Daar moeten we in de volle breedte naartoe.”
wordt de stap naar de uitvoering een stuk makkelijker.” Breed gedragen is ook de wens voor een gezond en logisch financieel systeem dat op lange termijn houdbaar is. Zeker van de kant van patiënten komt forse kritiek op een systeem dat is gericht op kwantiteit, in plaats van kwaliteit. De valse prikkels zijn Jelmer Krom van het Longfonds een doorn in het oog. “We worden momenteel beloond voor de verkeerde zaken. Dat leidt tot praktijken als dozen schuiven of een maatschap organiseren. Als je de perverse prikkels eruit haalt, kun je met hetzelfde geld veel meer doen.” Femke van der Gaag van Medisch Centrum Haaglanden ziet in de praktijk dat de sterke focus op bezuinigingen desastreus is voor goede zorg. “Sturen op geld gaat ten koste van goede zorg en leidt uiteindelijk tot hogere kosten. Zo schiet je je doel voorbij. Klokken hoe lang we bezig zijn met wassen, is niet de oplossing. We moeten gewoon blijven doen wat nodig is.” Fluks (VWS) legt het accent meer op de ideologie: “Het zou helpen als we onszelf vaker de vraag zouden stellen: ‘Waartoe zijn wij op aarde?’. Die vraag zou het vertrekpunt moeten zijn voor het handelen van alle partijen in de zorg. We moeten met z’n allen zorgen dat de patiënt krijgt waar hij of zij recht op heeft.”
N e fa r m a & D i a l o o g N e fa r m a & O p i n i e N e fa r m a & To e t s i n g & ImagoNefarma & ColumnNefarma & FeitenNefarma & C N e fa r m a & N i e u w s N e fa r m a & D o s s i e r N e fa r m a & M a r k t w t e n N e fa r m a & I n n o v a t i e N e fa r m a & U i t d a g i n g N e f a r m a & a & To e t s i n g N e f a r m a & T h e m a N e f a r m a & D i a l o o g N e f a r m a & C o lu m n N e fa Het vertrouwen is gestoeld op de drive en motivatie van de mensen die voor een carrière in de zorg kiezen. De kanttekeningen betreffen vooral het tempo en de organisatiestructuren. Veelgehoorde opmerkingen: ‘De wal gaat het schip keren’, ‘We zijn bezig met een omslag’, ‘Jammer dat het zo langzaam gaat’. En met stip op 1: ‘We moeten meer samenwerken!’
Goede wil
Eerst maar eens het vertrekpunt: de noodzaak van verandering. Die is volgens alle betrokkenen groot. De huidige zorg is niet alleen te duur, maar ook te ingewikkeld en te weinig mensgericht. Marianne de Vries, werkzaam bij zorgverzekeraar Achmea: “Er werken veel enthousiaste, productieve mensen in en rondom de zorg, op alle niveaus. De paradox is dat al deze mensen samen organisaties vormen en systemen en regelgeving creëren die helemaal niet slagvaardig, inspirerend en hoogwaardig zijn. De zorg moet echt eenvoudiger en menselijker.” De uitdagingen waar we in de zorg voor staan zijn groot. Om die aan te kunnen is meer en betere samenwerking vereist. De Vries: “Als er één uitdaging is voor de toekomst, is het wel om allemaal over onze muurtjes heen te kijken en de handen ineen te slaan. Van echte vernieuwing kan alleen sprake zijn als we er samen voor gaan.”
‘Goede wil’ is daarbij niet genoeg. Er moet daadwerkelijk actie ondernomen worden op goede initiatieven. Volgens Neeltje Ramnath, werkzaam bij farmaceutisch bedrijf Lilly, is er nog veel te winnen als het gaat om resultaatgericht en efficiënt werken; iets waar de farmaceutische sector bij uitstek een functie in kan vervullen. “Onze toegevoegde waarde zit ‘m in de bedrijfsmatige blik, onze kennis op het gebied van communicatie en onze focus op efficiency. Dat zijn kwaliteiten die de zorg echt vooruit kunnen helpen; ze dragen ertoe bij dat we meer en betere zorg kunnen realiseren voor hetzelfde geld.”
Valse prikkels Hebben we het over samenwerking, dan moet die niet alleen breder, maar ook in een eerder stadium van de grond komen; volgens alle geïnterviewden een ‘must’ voor het creëren van draagvlak voor plannen. Ramnath: “Door alle partijen in een vroeg stadium bij het bedenken van plannen te betrekken,
De hoofdpersonen in dit artikel vertellen u in volgende edities van Nefarma& beurtelings meer over hun visie op de toekomst van de zorg. Maak kennis met: • Jelmer Krom, hoofd persvoorlichting bij het Longfonds. • Marianne de Vries, manager opleidingen klantcontact bij zorgverzekeraar Achmea. • Femke van der Gaag, zorgmanager bij Medisch Centrum Haaglanden. • Renske Fluks, programmaleider Geneesmiddelen en Medische Technologie bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. • Neeltje Ramnath, accountmanager bij farmabedrijf Lilly.
Marianne de Vries: ‘Echte aandacht is soms de beste zorg’
Pagina 6
&
Nefarma
Jaargang 6, nummer 4
meer samenwerking Renske Fluks: ‘Met z’n allen zorgen dat de patiënt krijgt waar hij recht op heeft’
Femke van der Gaag: ‘Sturen op geld gaat ten koste van goede zorg’
g N e fa r m a & T h e m a N e fa r m a & G l a z e n Z a a l d e b a t N e fa r m a C i j f e r s N e f a r m a & Tr a n s p a r a n t i e N e f a r m a & C o m m e n t a a r e r k i n g N e fa r m a & To e ko m s t v a n d e z o r g N e fa r m a & Pa t i ë n & Fa r m a h u i s N e fa r m a & D i a l o o g N e fa r m a & O p i n i e N e fa r m m a & O p i n i e N e f a r m a & To e t s i n g N e f a r m a & T h e m a N e f a r m Mentaliteit
Aandacht
Astmapatiënt Krom (Longfonds) vindt dat ook het bevorderen van kennis en transparantie een speerpunt moet worden. De gewenste gelijkwaardige relatie tussen patiënt en zorgverlener kan volgens hem alleen worden gerealiseerd als er wordt geïnvesteerd in het kennisniveau van de patiënt en als er maximale openheid komt over de kosten van de zorg. Inzicht in de kosten van een behandeling kan een belangrijke prikkel zijn voor gezond gedrag en therapietrouw, en dus voor kostenbeheersing. “We maken er een sport van om de goedkoopste vliegvakantie naar Turkije te vinden. Diezelfde mentaliteit kunnen we ook in de zorg stimuleren. Kostenbewustzijn is een manier om mensen aan te zetten tot gezond gedrag en de kosten in de hand te houden. De zorgkosten zijn nu nog een abstractie. Zolang ze van de grote hoop gaan, voelt niemand zich er verantwoordelijk voor. Een kassabonnetje laat mensen bewuster gebruikmaken van de zorgverlening.”
En dan klinkt er een onverwacht en creatief geluid. Een oplossing die relatief makkelijk te organiseren is, veel tijd en geld kan opleveren en bovendien leidt tot betere zorg: meer aandacht voor de patiënt. Volgens Van der Gaag (MC Haaglanden) is de winst is groot, want een patiënt die even de aandacht krijgt zal geheid de rest van de dag niet meer bellen. En als je het slim organiseert, hoeft die aandacht niet eens extra tijd te kosten. Met wat creativiteit en doordacht combineren kom je een heel eind. Statussen schrijven aan het bed bijvoorbeeld, in plaats van op de zusterpost. “Dat is een andere invulling van het begrip kwaliteit. Kwaliteit zit ‘m niet alleen in regels en protocollen, maar ook in de tijd die je uittrekt voor wat je doet. Gezien de impact daarvan, zou dat een serieus instrument moeten worden in de zorg. Wij moeten formulieren invullen over allerlei details, van decubitusscore tot voedingsscreening. Meten is weten, maar wat kom je precies te weten als je alleen dit soort functionele aspecten
Rolverdeling Ten slotte zoomen de jonge professionals in op de relatie tussen de spelers in het zorgveld. Er is sprake van een nieuwe rolverdeling, met een glansrol voor de patiënt en een gelijkwaardiger contact tussen aanbieders en afnemers van zorg. Krom (Longfonds) ziet een belangrijke rol voor de mondige patiënt als het gaat om het afdwingen van goede en betaalbare zorg. “We zijn bezig met een omslag van patiënt naar consument. De macht ligt bij de zorgconsument. Die vormt de eerste schakel op weg naar verandering, doordat hij betere zorg eist en daar ook zijn bijdrage aan wil leveren.” Bij een efficiëntere inzet van de schaarse middelen hoort een andere manier van organiseren. De toekomst is volgens Ramnath (Lilly) aan maatwerk en transparantie. “Als in alle lagen van de gezondheidszorg maatwerk en transparantie worden doorgevoerd, zal dat echt verschil maken. Mensen willen betalen voor reële zorg, niet voor risico’s die ze niet lopen. Dat vraagt om denken in doelgroepen. Verschillende bevolkingsgroepen lopen verschillende risico’s. Zo weten we dat de Hindoestaanse gemeenschap een veel groter risico heeft op diabetes. Als je dat weet, kun je daar je beleid op afstemmen.” |
Neeltje Ramnath: ‘Mensen willen niet betalen voor risico’s die ze niet lopen’
Mei 2013
meet? Moet het niet ook gaan over de manier waarop de patiënt die zorg ervaart? Empathie en aandacht zouden meer gewicht in de schaal moeten leggen.” Het ligt misschien voor de hand dat een professional uit het ziekenhuis die elke dag te maken heeft met patiënten, pleit voor meer aandacht. Opvallender is dat ditzelfde geluid ook te horen is bij de zorgverzekeraar. De Vries (Achmea) vindt aandacht een belangrijk onderwerp voor de toekomst. “Echte aandacht is soms de beste zorg. Als we niet oppassen, organiseren we dat uit de zorg weg, omdat het niet altijd te vatten is in procedures en financieringsmethodieken. Terwijl een extra gesprek in sommige situaties veel waardevoller kan zijn dan een extra pil en meer verbetering brengt in de kwaliteit van leven. Aandacht is een onderschat instrument en medewerkers in de volle breedte van de zorg kunnen leren om dat weer meer in te zetten in hun werk.”
&
Nefarma
Pagina 7
Innovatie vereist vertaling van wetenschap naar praktijk
10
worden geïmplementeerd. Dat proces heeft een stimulans nodig. Je kunt denken aan een score op een implementatie-index. Naast de in wetenschappelijke kring gebruikte Science Citation Index moet er een Science Implementation Index komen.” Een dergelijk middel stimuleert de onderzoekers over de grenzen van hun puur wetenschappelijk terrein te kijken, aldus Nefarma.
• Onderzoek stopt niet bij publicatie • Stimulering implementatie belangrijk • Escher-project naar regelgeving goed voorbeeld
Wil innovatie een kernthema zijn bij de stimulering van de Nederlandse economie, dan is het broodnodig dat wetenschappelijke kennis zijn weg vindt naar de praktijk. Het Escherproject laat zien dat studies niet mogen eindigen bij een publicatie.
Michel A. Dutrée, directeur Nefarma
Startpunt
Beoordeeld naar wetenschappelijke maatstaven is het project succesvol geweest; het leverde zestien promoties en tientallen, veelal toonaangevende publicaties op. Daarnaast bracht het verrassende en waardevolle inzichten. Te waardevol om het bij promoties en publicaties te laten, oordeelt Nefarma bij monde van directeur Michel Dutrée. “Om werkelijk van waarde te zijn voor de maatschappij, moet de wetenschappelijk gegenereerde kennis
Het Nederlandse Top Instituut Pharma heeft afgelopen jaren verschillende publiek-privaat gefinancierde samenwerkingsprojecten op het vlak van geneesmiddelenonderzoek mogelijk gemaakt. Het Escher-project is er een van. Doel van dat project was om via een wetenschappelijke analyse meer grip te krijgen op geneesmiddelregelgeving. Welke regels helpen ons en welke staan ons in de weg?
Onderzoeksresultaten zijn niet het einde, maar pas het begin. Ze zijn het startpunt voor innovatie. Dutrée: “In het geval van het Escher-project is de vraag hoe de onderzoeksuitkomsten de regelgeving kunnen verminderen, verbeteren en vereenvoudigen.” Voor Nefarma wordt het nog interessanter wanneer de discussie kan worden verbreed naar álle geneesmiddelregelgeving. Dan komt de vraag in beeld hoe we in overleg met veldpartijen nieuwe regelgeving vooraf beter op haar toekomstige waarde en efficiëntie kunnen beoordelen. |
Langer leven Voorkomen is beter dan genezen. Een oude Nederlandse wijsheid met een waarheid als een koe. Nog altijd is preventie van ziekten beter dan het bestrijden ervan. Daarom is het zo waardevol onderzoek te doen naar factoren die kunnen voorkomen dat iemand iets ernstigs krijgt. Dan kunnen beleidsmakers daarna aan de slag om een preventieprogramma samen te stellen; een investering die zich ruimschoots terugverdient.
U i t g e l ic h t
Nu las ik in ’s lands grootste ochtendblad over een promotie aan een van onze universiteiten. Onderwerp van studie waren de risicofactoren
Farmahuis-gids
voor het krijgen van een bepaald soort hersenbloeding. Dat klinkt relevant. Het gaat
Op 22 mei opende een bijzonder huis zijn deuren: het Farmahuis. Bij diverse stakeholders valt dan ook de Farmahuis-gids op de mat. De gids is bedoeld als wegwijzer door de verschillende kamers van het huis. Hebt u de Farmahuis-gids niet ontvangen?
immers om een aanslag op iemands leven en op de belastbaarheid van de zorg. De krant presenteerde mij de belangrijkste conclusies. Wil je de kans op een hersenbloeding verkleinen, dan moet je de koffie en cola in de ban doen, mag je
Aanvragen kan via
[email protected].
je vooral niet boos maken en niet langer je neus snuiten. Je moet er daarnaast spontaan van afzien ernstig te schrikken, niet aan seks doen, niet
Vermindering weggegooide geneesmiddelen: sympathiek idee, wel veel haken en ogen
persen bij het poepen en geen lichamelijke inspanning verrichten. Echt, het stond er. Al die zaken zijn namelijk zogenoemde ’triggerfactoren’
• Opnieuw gebruiken nu nog verboden • Veiligheid mag niet in het geding zijn • Wie wordt verantwoordelijk?
die de kans op het knappen van een verwijd of uitstulpend bloedvat vergroten. Heeft de onderzoeker ontdekt. Nou, dat lijken mij goede
Als bijdrage aan het tegengaan van verspilling in de zorg zouden niet gebruikte geneesmiddelen door een ander gebruikt kunnen worden. Het idee klinkt logisch en sympathiek, maar heeft veel haken en ogen, concludeert Nefarma.
redenen voor de beleidsmakers om een preventieprogramma te ontwikkelen. Aan de slag, zou ik zeggen. Dat scheelt ons een hoop kosten in de toekomst.
Vanuit de samenleving klinkt het pleidooi om ongebruikte, nog goede geneesmiddelen niet weg te gooien, maar alsnog in te zetten om patiënten te helpen. In de praktijk blijkt dit zo eenvoudig niet. Het ‘hergebruiken’ van geneesmiddelen is op dit moment bij wet verboden. Dat heeft te maken met de zeer strenge veiligheidseisen. Er zijn internationale regels voor fabricage, verpakken en transport. Zo is het bewaren van geneesmiddelen gebonden aan temperatuurs- en vochtigheidseisen, waarop wordt toegezien door fabrikanten, groothandels, apotheken en ziekenhuizen. Die garantie vervalt als de middelen bij mensen thuis hebben gestaan. Nefarma kan zich niet voorstellen dat die regels vanwege bezuinigingen opeens terzijde worden geschoven. Nieuwe technieken zouden een oplossing kunnen bieden. Nadere studie daarnaar is gewenst. In elk geval mogen de
geneesmiddelen niet over hun houdbaarheidsdatum heen zijn en nog voldoende lang goed kunnen blijven voor gebruik door andere patiënten. Een ander probleem ligt op het vlak van de aansprakelijkheid. Wie neemt die over van de fabrikanten en distributeurs als zij geen zicht meer hebben op de omstandigheden waaronder het middel is bewaard? Is de apotheker daartoe bereid? Gebruik door een ander betekent ook extra administratieve handelingen, zoals de registratie wie welke middelen heeft teruggebracht en aan wie ze vervolgens zijn meegegeven. Zo’n dossier is nodig voor het geval er iets misgaat. Nefarma onderstreept dat bij dit alles de kosten niet hoger mogen uitpakken dan de bereikte opbrengsten, omdat dan het paard achter de wagen wordt gespannen. |
Ik kon er niets aan doen, maar ik moest denken aan die patiënt die aan zijn huisarts vraagt: “Dokter, ik drink niet, ik rook niet en ik heb geen seksuele contacten. Denkt u dat ik langer zal leven?” Waarop de dokter antwoordt: “Dat weet ik niet, maar het lijkt in elk geval wel veel langer.” |
Nefarma& is een uitgave van Nefarma, vereniging innovatieve geneesmiddelen Nederland (www.nefarma.nl). Redactie: Elise Berk, Joop Daggers, Paul Wouters, Peter Boorsma, Petra Pronk. Eindredactie: Jolanda van den Braak. Redactiesecretariaat: Debby Slagtand. Fotografie: Bart Versteeg en ANP. Vormgeving: vormbreker, grafisch ontwerp bno, Leo van der Kolk. Realisatie: Aranda. Nefarma& verschijnt acht keer per jaar en is bestemd voor stakeholders van de innovatieve farmaceutische industrie. Wilt u Nefarma& ontvangen? Stuurt u dan een mail naar
[email protected]
&
Pagina 8 Nefarma
Jaargang 6, nummer 4, mei 2013