STREEFBEELD 2030
Het streefbeeld voor 2030 In dit hoofdstuk schetsen we wat we in het Programma ‘Naar een rijke Waddenzee’ als streefbeeld willen hanteren. Oftewel, wat wordt bedoeld wanneer we proberen om in 2030 van de Waddenzee weer een rijke zee te maken voor mens en natuur? Een streefbeeld niet als ‘vastgetimmerd’ einddoel, maar wel als gezamenlijk perspectief voor de dialoog en het zoeken naar oplossingen, maatregelen en innovaties.
Met de ogen dicht Met de ogen dicht zien we in 2030 een zee vol rijkdommen voor ons: een voor natuur en economie meer aantrekkelijke Rijke Zee, rijker dan nu! Een ecologisch gezonde zee met schoon water, uitgestrekte schelpdierbanken en, wellicht, zeegrasvelden. Vissen, vogels en zoogdieren vinden er rust en voedsel. Ook de mens vindt er zijn plek, woont, werkt en recreëert er. Eilandbewoners, bewoners langs de vaste wal, vissers, wadvaarders, natuurbeheerders, overheden en vele anderen werken samen om het gebied te beschermen en de natuurwaarden te versterken. Niet alleen voor de natuur, maar ook voor een gezonde toeristische sector, een gezonde visserijsector, de middenstand en andere economische sectoren. Sectoren die de natuur ook benutten om meerwaarde te generen voor hun product. Een Rijke zee voor de natuur, maar ook voor een sterke Waddeneconomie. Dat vraagt om creativiteit en innovatie. Innovatiekracht is dankzij de typische combinatie van nuchterheid en creativiteit de motor gebleken voor een inmiddels internationaal gerespecteerd model: de Waddeneconomie. Juist door natuur centraal te stellen zijn economische partners samen met overheden en belangenorganisaties op zoek gegaan creatieve en andere oplossingen om de economie te versterken. De producten uit het Waddengebied staan voor kwaliteit in plaats van kwantiteit. Hoogwaardige producten rechtvaardigen een hoge prijs die dankzij de exclusiviteit goede afzet vinden bij een steeds bewustere samenleving. Deze transformatie biedt een werkelijke toekomst voor de moderne visserij uit de regio, hoogwaardige landbouw, goede verbindingen en duurzame vormen van energie. Daarnaast biedt de kwaliteit van het Waddengebied het hoogwaardige exclusieve product waar anno 2020 veel vraag naar is: natuur, recreatie en rust. In 2030 biedt het Wad ruimte aan natuur én mens die allebei hun onmisbare rol vervullen in de rijke Waddenzee. De Waddenzee is in 2030 is nog steeds een internationaal erkend en gewaardeerd Werelderfgoed. Dit landschap, dat ademt op het ritme van eb en vloed is dan ook uniek in de wereld. Mensen bezoeken het gebied en genieten van het samenspel van wind, water en golven. Laten zich verrassen door het afwisselende landschap bestaand uit geulen, zandplaten, mosselbanken, slikwad, kwelders, witte stranden en duinen. Juist door de dynamiek van wind, zand en getijden is een wonderlijk gevarieerde natuur ontstaan. Zeldzame plant- en diersoorten weten zich te handhaven op de grens van land en water, in een gebied waar zoet en zout water elkaar ontmoeten. Het belang van de Waddennatuur is daarmee nauwelijks te onderschatten. Er zijn ruim 10.000 soorten land- en waterdieren. Elk jaar maken 12 miljoen vogels op hun trektocht een tussenstop in het Waddengebied.
Programma ‘Naar een rijke Waddenzee’ versie 2.0 10 december 2009 pagina 1
Deze vogels vinden voldoende voedsel en broedgelegenheid op een brede, natuurlijke kwelderzone langs de Fries/Groningse kust. Een deel is nieuw ontstaan, een ander deel lag aanvankelijk hoog maar overstroomt weer door een combinatie van zeespiegelstijging en, deels, het weghalen van kades. Het totaal areaal kwelders is daarbij in stand gehouden – ook conform de PKB. De kwelderzone biedt bovendien extra bescherming van de dijk tegen golfoploop: samen vormen ze een ‘ijzersterke’ verdediging. Wandel –en fietsroutes vergroten de beleefbaarheid van het gebied. De dijk is breder en de kwelders zijn aan de wadzijde aangegroeid. Nieuwe binnendijkse natuurgebiedjes vormen een goede hoogwatervluchtplaats voor vogels bij hoogwater. Daarbij is rekening gehouden met eventuele effecten van verzilting. De infrastructuur van fietspaden en vogelkijkhutten is aantrekkelijk voor recreanten, zonder de rust van vogelconcentraties aan te tasten. Dit binnen de kaders van de PKB Waddenzee en met behoud van het huidige veiligheidsniveau. Het waddengebied is ondanks de verwachte zeespiegelrijzing en klimaatverandering een veerkrachtige klimaatbuffer gebleven: veilig voor mensen om te wonen en met behoud van de rijke natuur. In de zeereep en de duinen is meer dynamiek ontstaan. Via de kwelders op de punten van eilanden wordt een deel van het zand naar de Waddenzee gevoerd. Een andere deel komt via duinopeningen op achterliggende natuurgebieden waar dynamiek vrij spel heeft, zodat pioniersituaties blijven bestaan en het gebied natuurlijk opgehoogd wordt, zoals dat aan de wadzijde gebeurt door de natuurlijke opslibbing via geulen in de kwelder. Zo nodig wordt de zandbehoefte kunstmatig aangevuld: onder water voor de Noordzeekust. Natuurlijke processen brengen het zand op de plaatsen waar het nodig is. Natuurgebieden op de eilanden achter de zeewering fungeren als opvangbekkens voor regenwater. Met een aangepast spuiregime bij de Afsluitdijk, het Lauwersmeer en elders langs de kust is sprake van veel geleidelijkere overgangen van zoet en zout water, worden zoetwater ’schokken’ zo veel mogelijk vermeden en is er juist een continue “lokstroom” van zoetwater ontstaat, die vissen aantrekt en soorten als de paling mogelijk maakt vanuit de Waddenzee via vispassages landinwaarts te zwemmen. De Waddenzee is ecologisch één geworden met de Waddeneilanden en het vaste land achter de dijken. De overgangen naar het IJsselmeer en het Lauwersmeer zijn minder hard en beide gebieden vervullen weer een functie voor de Waddennatuur. Ook kleinere zoet-zout overgangen leveren hun bijdrage aan het herstel van migrerende vissoorten. Het areaal aan mosselbanken is sterk toegenomen, eerst in kleine stappen later meer grootschalig. In 2020 is de bodemberoerende mossel(zaad)visserij verdwenen. De innovatie via MZI’s bleek succesvol en ook andere innovaties vanuit de sector zijn op gang gekomen. Ook de garnalensector is in staat gebleken te verduurzamen door innovaties en krijgt een hogere prijs voor een kwalitatief hoogwaardig Waddenproduct. Nadat proeven met resistent zeegras succesvol bleken, zijn deze verder uitgebreid en later, toen het water daarvoor weer geschikt was ook spontaan weer ontstaan. De mosselbanken en zeegrasvelden leveren op hun beurt weer een bijdrage aan het vastleggen van sediment. De bereikbaarheid van de eilanden is gewaarborgd, terwijl de bodemberoering door de baggerwerkzaamheden is geminimaliseerd door andere technieken en innovaties in de
Programma ‘Naar een rijke Waddenzee’ versie 2.0 10 december 2009 pagina 2
scheepvaart en de baggersector. In de Eems-Dollard is natuurherstel op gang gekomen in goede afstemming met de economische ontwikkelingen van de Eems-Dollard regio. In de rijke Waddenzee is ruimte voor visserij, soms kleinschalig, soms grootschalig, maar altijd duurzaam. Een moderne visserij die bijdraagt aan een rijke en gevarieerde visstand, die de flora en fauna van de bodem niet aantast en juist kan profiteren van die rijkere vistand. Toerisme dat rekening houdt met de kwetsbaarheid van het gebied en juist van rust geniet, biedt een exclusief en internationaal concurrerend product. Van verstoring is daarom geen sprake. Alleen zeer gevoelige plaatsen, zoals rond vogelbroedkolonies, hoogwatervluchtplaatsen en zogende zeehonden kunnen, al dan niet tijdelijk, verboden terrein zijn. Dankzij goede samenwerking tussen wetenschap en praktijk zijn hiaten in de wetenschappelijke kennis opgevuld en is het Waddengebied één van de beste begrepen mariene systemen in de wereld. Dit wordt benut voor verdere verbetering en innovatie, die steeds effectiever blijkt. De ecologische piketpalen: Voor de rijke Waddenzee in 2030 zetten we de volgende vijf ecologische piketpalen uit. Ook voor deze piketpalen geldt dat deze geen vaststaand einddoel zijn vanwege de vele onzekerheden, maar wel een ‘baken’ voor de gezamenlijke aanpak en dialoog voor het werken aan een Rijke Zee.
a. Voedselweb in evenwicht Het voedselweb is evenwichtig van opbouw, zowel wat betreft de primaire producenten (zoals algen en zeegrassen), primaire consumenten (zoals schelpdieren, harders, en ganzen), secundaire consumenten (zoals garnalen, krabben, vissen en kanoeten) en toppredatoren (zoals grote vissen, aalscholvers en zeehonden). Ook de populatiedynamiek (bv. geboorte, sterfte, migratie) van en de interacties tussen de soorten (b.v. prooi-predator, interferentie) in het voedselweb worden niet op nauwelijks beïnvloed door menselijk handelen. Schelpdieren, kreeftjes, garnalen en jonge vis vinden een thuis in uitgestrekte mosselbanken en, mogelijk, zeegrasvelden. Zij vormen op hun beurt een voedselbron voor vissen en vogels. Hieraan doen grote vissen en vogels, zeehonden en dolfijnen zich weer te goed. Een rijke Waddenzee is een kinderkamer voor vis en zeezoogdieren, een broedplaats voor vogels en een tankstation voor trekvogels. Herstel van uitgestrekte schelpdierbanken en mogelijk zeegrasvelden, betere visserijtechnieken, voldoende rustgebieden en schoon (spui)water hebben bijgedragen aan het verbeteren van het voedselweb.
b. Grootschalige aanwezigheid biobouwers ‘Biobouwers’, zoals mosselbanken, sabellariariffen en zeegrasvelden zijn wenselijk voor een gezond leefklimaat in de rijke Waddenzee. Ze zorgen dat het water helder en schoon blijft en bieden beschutting aan allerlei planten en dieren. Ook dragen ze bij aan het opvangen van de effecten van klimaatverandering.
Programma ‘Naar een rijke Waddenzee’ versie 2.0 10 december 2009 pagina 3
In 2030 is sprake van een groot areaal aan sediment stabiliserende biobouwers, zeegrasvelden, stabiele epibenthische schelpdierbanken, Sabellariariffen en kolonies Sertularia. Bij laag water is het wad weer groen in plaats van geel en grijs. Bij hoog water bieden de wuivende planten beschutting aan jonge visjes, krabbetjes, kreeftjes, garnalen en schelpdieren. Om de biobouwers kans te geven om zich te herstellen wordt het oppervlak van de wadbodem niet zodanig verstoord dat de vestiging en ontwikkeling van biogene structuren en biobouwers er door wordt gehinderd.
c. Schoon en helder (genoeg) water Het water van de Waddenzee is zo helder dat in de waterkolom en op de wadbodem het lichtklimaat optimaal is voor de groei van respectievelijk phytoplankton en phytobenthos en dat er nergens zuurstoftekorten optreden. Door innovaties in de scheepvaart zijn diepe vaargeulen minder nodig. De bodemberoering, bijvoorbeeld door de visserij, is verder beperkt. Het water bevat bovendien minder chemische stoffen en nutriënten, waardoor ook minder algen in het water zweven. Schoon en helder (genoeg) water is de basis voor een rijke Waddenzee. Helder water vangt voldoende licht en heeft voldoende zuurstof. Algen, schelpdierbanken en zeegrasvelden krijgen de kans om te herstellen en te groeien. Voorwaarde is dat de bodem met rust wordt gelaten
d. De Waddenzee als veilige plek De veiligheid voor de bewoners en gebruikers in het gebied is optimaal gewaarborgd. De Waddenzee groeit op een natuurlijke wijze mee met de zeespiegelstijging. Ook bij een veranderend klimaat behoudt het gebied zijn karakteristieken: een zee die bij eb deels droogvalt, begrensd door eilanden en kwelders. Het nemen van veiligheidsmaatregelen houdt gelijke tred met de natuurlijke ontwikkeling van het gebied. Onder het motto ‘het één doen, maar het andere niet laten’ gaan het behoud van de veiligheid en het vergroten van natuurwaarden hand in hand. Bijvoorbeeld door brede stranden, dynamisch kustbeheer in de duingebieden, brede en natuurvriendelijke waterverdedigingszones rond de zeedijken en herstel van natuurlijke zoet-zout overgangen. De randen van de Waddenzee worden gekenmerkt door geleidelijke overgangen en het huidig areaal kweldergebied is behouden, maar wel met een regelmatige verjongingscyclus (meer dynamiek). Hierdoor krijgen natuurlijke processen meer de ruimte, maar kan ook de Waddenzee meer slib invangen. Gevolg is dat het natte wad geleidelijk ophoogt als de zeespiegel stijgt. Zo blijft de Waddenzee een buffer voor het vaste land en de onmisbare schakel in het leven van wadvogels, ook bij klimaatverandering.
e. Optimaal ingebed in de internationale keten De Waddenzee is onderdeel van een wereldwijd netwerk van wetlands. Het gebied is een onmisbare rustplaats voor trekvogels en een kraamkamer voor bijvoorbeeld vissen. Voor vogels is de Waddenzee een heel belangrijke schakel in een leefgebied dat zich uitstrekt van de overwintergebieden langs de kust van West-Afrika tot de broedgebieden in Siberië. De internationale positie van de Waddenzee, zowel in Nederland, Duitsland en Denemarken, is vooral ook dankzij een uitstekende trilaterale samenwerking in 2030 verder versterkt. De samenwerking met gebieden die aan de Waddenzee ‘gelieerd’ zijn, zoals de toendra’s van Siberië, de Banc d’Arguin in Mauritanië is versterkt.
Programma ‘Naar een rijke Waddenzee’ versie 2.0 10 december 2009 pagina 4