Scenarioset voor voorstudies en routekaarten Vier generieke visies voor 2030
Scenarioset voor voorstudies en routekaarten Vier generieke visies voor 2030
Auteur: Ben Römgens DNV CIBIT - Bilthoven
Inhoudsopgave
0 Inleiding
4
1 Opbouw scenarioset
6
2 Samenvatting scenario’s
7
3 Mondiale markt
9
4 Mondiale solidariteit
13
5 Zorgzame regio
17
6 Transatlantische regio
21
7 Vergelijking scenario’s
25
0 Inleiding
Aanleiding
Gebruik scenario’s
Op 1 juli 2008 is de 3e Meerjarenafspraak energieefficiëntie in werking getreden. De deelnemende partijen hebben afgesproken zich in te spannen om gemiddeld 30 procent energie-efficiëntieverbetering te bereiken in de periode 2005-2020. Om deze doelstelling te bereiken, verrichten de sectoren en bedrijven onder andere een voorstudie en ontwikkelen ze eventueel een routekaart. In MJA-verband is de routekaart ‘een strategische visie voor 2030’. Doel van de routekaart is om ondernemingen optimaal te positioneren voor de toekomst. In de voorstudies en routekaarten wordt expliciete aandacht besteed aan de werkhypothese ‘50 procent energie-efficiëntieverbetering in 2030 ten opzichte van 2005’. Visievorming ondersteunen met een scenarioset
Dit document schetst vier verschillende beelden (scenario’s) van de wereld in 2030. Deze scenarioset ondersteunt de visievorming in sectoren. De algemene beelden dienen als inspiratiebron bij het ontwikkelen van toekomstbeelden van een sector. Dit helpt sectoren om breed naar de toekomst te kijken. De scenario’s zijn geen voorspellingen, maar schetsen hoe de wereld er in 2030 uit kan zien. Ze geven samenhangende beschrijvingen van een mogelijke economische, politieke, sociale, culturele en technologische toekomst. Ze beschrijven geen sector. Bouwstenen en input voor de scenarioset
Uitgangspunt voor deze scenarioset zijn de door het Centraal Plan Bureau opgestelde scenario’s Four futures of Europe. Deze scenario’s zijn verder uitgewerkt en toegespitst op aspecten die van belang zijn voor het ontwikkelen van sectorscenario’s en een sectorvisie. Hiervoor is inspiratie opgedaan bij een aantal andere trend- en scenariostudies (zie tabel), de Innovatieagenda Energie en in enkele gesprekken met technologie-experts van Agentschap NL.
De scenario’s dienen om projectteams en workshopdeelnemers van de voorstudies en routekaartprojecten te ondersteunen bij de marktverkenning en visieontwikkeling. Afhankelijk van de situatie in de sector en ambities van de deelnemers kunnen de projectteams de scenario’s extremer maken en/of verder kijken dan 2030. Meer informatie over het gebruik van de scenario’s vindt u in de agenda, het minidraaiboek en tips voor de procesbegeleiders in de handreikingen Deel 2 Voorstudie stap voor stap en Deel 3 Routekaart stap voor stap. Naast dit document is een DVD beschik baar met korte filmpjes die de scenario’s illustreren. Ook zijn er posters beschikbaar met samenvattingen van de scenario’s. Gebruikte trend- en scenariostudies: • Four futures of Europe – CPB 2004 • The future of manufacturing in Europe 2015-2020 – Institute for Prospective Technological Studies (2003) • The SHELL global scenario to 2025 – Shell (2005) • Arbeidsverhoudingen en -voorwaarden, scenario’s – Ben Römgens (2007) • Generic Scenario’s for North West Europe – Ben Römgens e.a. (2004) • Kwaliteit en toekomst, verkenning van duurzaamheid – RIVM (2004) • The global technology revolution – RAND 2001
4 | Scenarioset voor voorstudies en routekaarten
Opbouw document
Na deze inleiding vindt u de onderliggende structuur van de scenario’s: de waarden op het assenkruis, gevolgd door een samenvatting van de scenario’s. Daarna volgen in vier hoofdstukken de uitwerkingen van de scenario’s Mondiale markt, Mondiale solidariteit, Zorgzame regio en Trans atlantische regio. Volgende kader benoemt de beschreven aspecten. Om de verbeelding te stimuleren, zijn voorbeelden opgenomen van bedrijven, producten en (technologische) ontwikkelingen die goed passen bij het scenario. Procesbegeleiders en workshopdeelnemers kunnen deze voorbeelden vervangen door passender en meer toekomstgerichte voorbeelden. In het slothoofdstuk worden de diverse scenario’s in één samenvattende tabel met elkaar vergeleken. Aspecten in de scenario’s: • Algemeen beeld en centrale waarden • Consumentenprofielen • Economische groei • Toestand in de wereld • Overheid en (milieu)wetgeving • De Europese Unie • Bevolkingsgroei in Nederland en wereld • Ondernemerslandschap • Technologische ontwikkelingen en innovatie • Beschikbaarheid grondstoffen • Personeel
5 | Scenarioset voor voorstudies en routekaarten
1 Opbouw scenarioset
De volgende kernonzekerheden uit de CBP-scenario set zijn als startpunt en fundament gebruikt: • Internationale samenwerking: globaal of regionaal. • Individu en markt centraal, of samenleving en groep centraal. Het assenkruis en de belangrijkste karakteristieken van de scenario’s zijn opgenomen in figuur 1.
op de collectieve sector. Het oplossen van de problemen wordt steeds complexer en vereist een multidisciplinaire aanpak. Wie is het beste toegerust om de problemen op te lossen? Welke mogelijkheden krijgt de overheid? Wat kan de markt? Welke publieke voorzieningen zijn dan passend? Overige variabelen
Internationale samenwerking: globaal of regionaal
Op Europees niveau is de uitdaging om slagvaardig te blijven. Een belangrijke vraag is of Europa kiest voor een gezamenlijke aanpak van grensoverschrij dende problemen, of dat lidstaten meer belang hechten aan hun eigen soevereiniteit en identiteit. Ook op mondiaal niveau spelen belangrijke vraagstukken van internationale samenwerking, waaronder grensoverschrijdende milieuproblemen en handelsliberalisatie. Hervorming collectieve sector: individu en markt centraal, of samenleving en de groep centraal
Alle Europese landen krijgen in de komende decennia te maken met een vergrijzende bevolking, verdergaande individualisering en dreigende klimaatverandering. Deze trends verhogen de druk
Naast de genoemde kernonzekerheden zijn de volgende onzekerheden als bouwstenen voor de scenario’s gebruikt: • economische groei (hoog of laag) • innovatie en investeringsklimaat (veel kennis en geld beschikbaar versus slecht investeringsklimaat) • technologische ontwikkelingen (snelle ontwikkelingen en probleemloze adoptie door de markt versus trage ontwikkelingen en sceptische houding van de markt) Belangrijkste zekerheden
De belangrijkste constanten in de scenario’s zijn de vergrijzing in Europa en de dreigende klimaatverandering.
Figuur 1 overzicht scenarioset
Globalisering Mondiale markt Ambitie, Concurrentie Wie dan leeft... Technologie, Marktbewerking
Mondiale solidariteit Samenwerking, Solidair, Samen sterk Mondiaal bestuur Regelgeving
Individualisering Transatlantische regio Onafhankelijk, Veilig Bemoei je met je... Aansprakelijkheid Verzekeringen
Sociale integratie Zorgzame regio Verantwoordelijk Verbeter de wereld,... Gedragsverandering Lokaal overleg
Regionalisering 6 | Scenarioset voor voorstudies en routekaarten
2 Samenvatting scenario’s
Mondiale markt
Zorgzame regio
Deze wereld staat in het teken van marktwerking en concurrentie. De wereld is een grote marktplaats. Handelsbarrières zijn afgebroken. Ontwikkelings landen en ontwikkelde landen plukken daar beiden de vruchten van. Concurrentie tussen landen, mensen en bedrijven is goed voor iedereen. Individuele verantwoordelijkheid en zelfontplooiing staan centraal. Bedrijven concurreren vooral op product innovatie en maatwerk. Een snelle inzet van nieuwe technologieën en een korte time to market van nieuwe producten is essentieel. De toenemende economische globalisering, de snelle techno logische ontwikkelingen en de terugtrekkende overheid brengen fikse economische groei met zich mee. Motto’s: The winner takes it all; Kleren maken de man; Keeping up with the Jones; Wie dan leeft, die dan zorgt. Mondiale solidariteit
In deze wereld staan samenwerking en solidariteit centraal. Onder druk van en met medewerking van burgers en bedrijfsleven is een slagvaardige Europese overheid ontstaan. Er is sprake van een succesvolle internationale samenwerking op economisch, sociaal en ecologisch gebied tussen de Europese Unie, andere handelsblokken en internationale organisaties als de Wereldhandels organisatie en de Verenigde Naties. Binnen de Europese Unie hebben individuele lidstaten veel ruimte. Organisaties onderscheiden zich van elkaar door duurzame vernieuwingen in producten en productieprocessen. De technologische ontwikke lingen in de Europese Unie gaan niet zo snel als in de Verenigde Staten en Japan. De zorg voor veiligheid staat een versnelling in de weg. Er is sprake van een stabiele, gematigde economische groei. Eerlijke verdeling en een goed leefmilieu zijn net zo belangrijk als economische groei. Burgers, werknemers en werkgevers en overheid hebben wel veel (collectieve) plichten. Motto’s: Samen sterk; Verandering van spijs doet eten; Let’s live together in our global village.
Zorgzame regio is een wereld waar verantwoor delijkheid en zorgzaamheid centraal staan. Burgers vinden dat de materiële welvaart en de globalisering te ver zijn doorgeschoten. Ze zijn sterk op hun eigen directe sociale leefomgeving (familie en buurt) ingesteld. Ze lossen de problemen met elkaar en de lokale overheid op. Mensen spreken elkaar aan op hun gedrag; er is veel sociale controle. Het hoeft helemaal niet verder, uitdagender, meer en sneller. Er wordt selectief geïnvesteerd in technologieën. Technologieën die de kwaliteit van het leven verbeteren doen het goed (life science, duurzame energie). Bedrijven concurreren op (lokaal) maatschappelijk nut. Er is sprake van grote solidariteit tussen generaties, have en haven’t etc: we moeten en willen het samen doen. Motto’s: Verbeter de wereld en begin bij jezelf; Small is beautiful; Een goede buur is beter dan een verre vriend. Transatlantische regio
Deze wereld wordt gekenmerkt door een kritische houding van mensen, organisaties en landen ten opzichte van elkaar. Burgers en consumenten zijn conservatief en behoudend. Bedrijven die eenvoudige functionele producten leveren en het de klanten gemakkelijk maken, doen het goed. Het streven naar veiligheid, voorkomen van risico’s en onafhankelijkheid bepaalt ons doen en laten. Goed voedsel, gegarandeerde levering van water en energie zijn een groot goed. Voorzieningszekerheid is een belangrijk onderwerp voor bedrijven, consumenten en overheid. De overheid heeft zich teruggetrokken en beschermt vooral de belangen van het eigen land. Politie en terrorismebestrijding zijn wel Europese aangelegenheden. Motto’s: Huis en haard; Respect; Loon naar werken; I Nederland; Botsende beschavingen (Clashes of civilizations); Survival of the fittest.
7 | Scenarioset voor voorstudies en routekaarten
Figuur 2 visualisatie scenario’s
Globalisering Mondiale markt • Ondernemers leiden • Overheid stimuleert marktbewerking • Economische groei ++ • Ontwikkeling BRIC ++ • Technologie en innovatie ++ • Bevolkingsgroei ++ • Impulsief Consumentisme • Sociaal vangnet: charitas & markt • Grote welvaartsverschillen
Mondiale solidariteit • Mondiaal bestuur & slagvaardige overheid • Sterke EU leidt innovatie • Economische groei matig: + • BRIC ++, Afrika komt op • Duurzame technologie: voedsel, zorg: + • Bevolkingsgroei ++ • Betrokken wereldburgers • Sterke maatschappelijke organisaties • Slank maar sterk sociaal vanget
Individualisering
Sociale integratie
Transatlantische regio • Kritische, calculerende consument • Teruggetrokken overheid beschermer en toezichthouder • Economische groei matig: +/• Internationale spanningen • Technologie voor transparanties en uitbannen risico’s: ICT ++ • Bevolkingsgroei: 0 • Tweedeling (arm & rijk)
Zorgzame regio • Sterke (lokale) gemeenschappen • Bureaucratische overheid • Economische groei 0 • Groeipijnen BRIC • Sociale voor technische innovatie • Actieve en betrokken bewoners • Focus op gedragsverandering • Bevolkingsgroei: + • Verzorgingsstaat gehandhaafd
Regionalisering
Figuur 3 samenvatting consumentenprofielen
• Ondernemende, avontuurlijke consumenten • Impulsief consumeren • Laten zien wie je bent, door wat je hebt
• Nieuwsgierige politiek betrokken wereldburgers • Eerst de wereldproblemen oplossen (schoon water, voedseltekort).
• Voorzichtige calculerende consumenten • De beste koop, transparantie en keurmerken • Het collectieve belang gaat boven privacy
• Bij de leefomgeving betrokken bewoners • Elkaar aanspreken op gedrag • Eigen initiatieven om de leefomgeving te verbeteren
8 | Scenarioset voor voorstudies en routekaarten
3 Mondiale markt
Algemeen beeld Mondiale markt Deze wereld staat in het teken van marktwerking en concurrentie. De wereld is een grote markt plaats. Handelsbarrières zijn afgebroken. Zowel ontwikkelingslanden als ontwikkelde landen plukken daar de vruchten van. Concurrentie tussen landen, mensen en bedrijven is goed voor iedereen. Individuele verantwoordelijkheid en zelfontplooiing staan centraal. Bedrijven concurreren vooral op productinnovatie en maatwerk. Een snelle inzet van nieuwe technologieën en een korte time to market van nieuwe producten is essentieel. De toenemende economische globalisering, de snelle techno logische ontwikkelingen en de terugtrekkende overheid brengen een fikse economische groei met zich mee. Motto’s: The winner takes it all; Kleren maken de man; Keeping up with the Jones; Wie dan leeft, die dan zorgt. Individuele verantwoordelijkheid en zelfontplooiing staan centraal. Het eigenbelang domineert. Aanpassen aan de ander is onnodig, zelfs een zwakte. Presteren en geld verdienen is belangrijk. De mensen willen een luxe, stimulerend en ondernemend leven leiden, zowel zakelijk als privé. Zolang het met onze economie goed gaat, gaat het goed met ons en met andere – ook arme – delen van de wereld. We moeten zorgen dat we blijven groeien, presteren, sneller vooruit gaan, mooier en beter zijn. Iedereen moet voor zichzelf zorgen en voor zichzelf opkomen.
De consument: avontuurlijk en impulsief kopend De consument is voortdurend op zoek naar nieuwe producten, extra functionaliteiten en gadgets. Consumenten verwachten van leveranciers op de persoonlijke behoefte afgestemd hoogwaardig maatwerk, directe levering is een eis. De consument wil aan de knoppen zitten. Voor de consument is een goede neus voor de populaire merken en de nieuwste ontwikkelingen uit China en Zuid-Amerika van levensbelang. Kleding is vaak na een half seizoen achterhaald en moet dan worden vervangen. Om passende keuzes te maken en keuzestress te voorkomen, maken veel consumenten gebruik
van een appareance broker. Deze broker vertaalt de trends (stijlen en materialen) van de catwalk van Manilla of de ontwerpbeurzen van Beijing naar een unieke, op de individuele consument afgestemde kledinglijn of woonconcept. De modebewuste consument vliegt naar New York voor een weekendje shoppen of naar Beijing om op een ontwerpbeurs (of interieurspeciaalzaak) een unieke gordijnstof te kopen. Het dagelijkse brood koopt hij (vaak virtueel) bij een van de vele speciaalzaken of traiteurs in de regio. Het hangt sterk van de stemming van de dag af bij welke winkel hij binnenwandelt.
Economische groei: hoog De toenemende economische globalisering, de snelle technologische ontwikkelingen en de terugtrekkende overheid brengen een fikse economische groei met zich mee. In de meeste landen van de Europese Unie groeit de dienstensector het hardst.
De toestand in de wereld: sterke groei welvaart door marktwerking Door de hoge economische groei en de omvangrijke binnenlandse vraag vormen de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China) de belangrijke groeimarkten. De grote middenklassen en een deel van de arbeidersklasse in India en China profiteren mee van de groei. Grote delen van de bevolking in de BRIC-landen leven echter nog steeds onder de armoedegrens, waardoor goedkope productie nog steeds mogelijk is. Westerse bedrijven werken in de BRIC-landen succesvol samen met lokale onder nemingen in consumentenmarkten, infrastructuur (wegen, nutsbedrijven, bouwondernemingen) en gezondheidszorg. Bulkproductie en het bijbe horende onderzoek & ontwikkeling, zijn massaal verplaatst naar de BRIC-landen. Succesvolle BRICbedrijven en ondernemers (kapitaalverstrekkers) hebben belangen in Westerse bedrijven genomen. De overname van Corus door Tata uit India, de participatie van Ping in ACHMEA en de verkoop van de divisie consumentenelektronica van Philips aan een groep Chinese kapitaalverstrekkers vormen het topje van de ijsberg. De economische integratie van Centraal-Europa in de Europese Unie is succesvol
9 | Scenarioset voor voorstudies en routekaarten
geweest. Slowakije heeft zich ontwikkeld tot wereldleider van de productie van auto’s. De instroom van goedkope arbeidskrachten uit Centraal-Europa in de landen van de oude Europese Unie is volledig opgedroogd. Ondanks de groei in Afrika is een deel van de Afrikaanse bevolking nog steeds relatief arm.
Overheid: instituten zoals de Verenigde Naties kleiner In Nederland en de Europese Unie is sprake van meer privatiseren en minder uitkeringen. Er ontstaat meer ruimte voor privaat initiatief bijvoorbeeld op het gebied van zorg, maar ook op het gebied van onderwijs. De meeste overheden en internationale instituten zien het als hun kerntaak om concurrentie en marktwerking te bevorderen. Kind van de rekening worden de onderlinge solidariteit (verzorgingsstaat) en het milieu. De energie- en uitkeringsmarkt zijn bijna volledig geprivatiseerd. De overheid zorgt vooral voor eigendomsrecht en puur publieke taken zoals defensie, politie en justitie. Er is geen sprake van inkomensherverdeling en publieke verrekeningen. Alleen internationale instituten met een econo mische agenda, zoals de Wereldhandelsorganisatie, zijn succesvol. De internationale samenwerking blijft echter wel beperkt tot economisch terrein.
Europese Unie: soevereiniteit landen overgedragen De EU-landen hebben veel van hun soevereiniteit overgedragen aan de Europese Unie, die een echte economische unie is geworden. De nadruk ligt op het ondersteunen van een efficiënte en productieve economie. De harmonisatie van regelgeving (ook in Oost-Europa) staat centraal. Subsidieverstrekking aan bijvoorbeeld van oudsher sterke sectoren als de landbouw zijn versneld afgebouwd. Wetgeving om (consequenties van) klimaatverandering en verlies aan biodiversiteit te beperken, is niet tot stand gekomen. Wel is er sprake van strenge regelgeving rond voedsel en productkwaliteit. De sectoren spelen een belangrijke rol bij het ontwikkelen van de regelgeving en bij het uitvoeren van de kwaliteits controle. In Nederland ondervindt een dijken programma sterke hinder van de Europese marktautoriteit. De marktautoriteit vindt de financiering door de Nederlandse overheid een verkapte vorm van staatssteun.
Europese bevolking: sterke groei In dit scenario heeft Europa een selectieve economische immigratiepolitiek. Grote groepen hoogopgeleide jongeren en jonge gezinnen uit
vooral Afrika en India stromen jaarlijks de Europese Unie binnen. Uit Afrika – en uit Turkije – komen ook groepen middelbaar geschoold personeel. Zij komen relatief gemakkelijk aan werk. Ook gezinshereniging zorgt in dit scenario voor een behoorlijke aanwas. De bevolkingsgroei in de Europese Unie van ongeveer 20 procent (in 2030 ten opzichte van 2005) wordt verder gestimuleerd door de hogere geboortecijfers bij eerste en tweede generatie niet-westerse immigranten. Ook wereldwijd is sprake van een grote bevolkingsgroei. De gestegen welvaart, verbeterde voedselvoorziening en de goede medische zorg heeft ervoor gezorgd dat kindersterfte in ontwikkelingslanden ver is teruggedrongen en de levensverwachting enorm is gestegen.
Ondernemerslandschap: machtige multinationals, specialisatie en outsourcing Grote multinationals met daaromheen gespecia liseerde toeleveranciers zetten de toon. Door outsourcing van gespecialiseerde taken, waaronder innovatie (KPN valley), blijven succesvolle multi nationals vooroplopen. Ze vernieuwen op een snelle en goedkope manier producten en processen. In de industrie stoten westerse multinationals zoals DSM en AkzoNobel de bulkproductie volledig af; ze richten zich op kennisintensieve specials. In andere sectoren zoals de ICT- (Microsoft, Google), nano- en gen-/DNA-sector is juist sprake van voortdurende overnames en fusies om voldoende schaalgrootte te krijgen. Ondernemen gebeurt in sterk wisselende ketens en netwerken. Met de ene concurrent zit Philips in virtual reality-toepassingen, met een andere in digitale boeken, en met een derde in zorg toepassingen. In EU-landen worden veel kleine bedrijven opgestart in vooral de technologische sector en in de commerciële dienstverlening. Werkgever én werknemers zijn primair onder nemers. De onderneming bestaat uit een verzameling van BV’s ‘ik’ met werknemers die elkaar afrekenen op toegevoegde waarde.
Technologische ontwikkelingen en innovatie: snel Het vertrouwen in de technologie is enorm. Steeds weer opnieuw blijken technologische doorbraken, bijvoorbeeld op het gebied van energie en gezond heidszorg, hun beloftes waar te maken. DNAmanipulatie komt veel voor in de landbouw en gezondheidszorg. De voedselkwaliteit is aanzienlijk verhoogd. Voedingssupplementen worden standaard toegevoegd. Men verwacht bovendien op korte termijn via DNA- en genmanipulatie het
10 | Scenarioset voor voorstudies en routekaarten
overgewichtprobleem op te lossen en kanker uit te bannen. De procesindustrie weet met nieuwe innovaties en procesintensificatie, gebaseerd op nieuwe ontwerpprincipes, concurrentievoordeel te behalen en productiekosten aanzienlijk te verlagen. Door vermindering van de belastingdruk, het gunstige innovatieklimaat (ondersteunende in plaats van betuttelende overheid) en goede universiteiten blijft het Westerse bedrijfsleven vooroplopen. Onderzoek wordt voor het grootste deel gefinancierd door het internationale bedrijfs leven. Investeringen in onderzoek & ontwikkeling zijn sterk op de korte termijn gericht. Ook hier is qua inspanning en resultaat sprake van sterke verschillen tussen en binnen sectoren. Inter nationale standaarden voor technologie, prestatie en veiligheid komen slechts moeizaam van de grond. In de productontwikkeling is vaak sprake van een intensieve communicatie over en weer tussen aanbieders en consumenten. Tijdens dit proces maken ontwerpers uitgebreid gebruik van simulatieen visualisatietools. Productiemanagers en operators gebruiken deze tools ook.
Bedrijfsstructuur: dynamische en losse netwerken Om te overleven in de moordende concurrentie strijd dienen ondernemingen hun koers voort durend te wijzigen. Succes hangt af van het creëren van tijdelijke voordelen en dus ook van tijdelijke partnerships. Om te kunnen overleven, is het noodzakelijk om snel specialistische toeleveranciers en de juiste experts in flexibele productienetwerken te kunnen vinden en aan je te binden. Samenwerken met partners in andere ketens en andere wereld delen is aan de orde van de dag. Product swapping, waarbij producten geleverd worden vanuit de dichtstbijzijnde productielocatie van de concurrent, is erg gangbaar. Het productieproces wordt gekenmerkt door vergaand maatwerk. Steeds meer gebruikersartikelen zijn voorzien van slimme software voor extra functionaliteit, service en om input te krijgen voor verdere productontwikkeling en verbetering (TomTom). De vocht- en temperatuursensors in kleding en de parkeerhulp in auto’s bleken voorbodes van een grote doorbraak in luxe- en eenvoudige consumentenartikelen. Draagbare computers zijn geïntegreerd in sieraden. Ouderenenchronischeziekenhebbeninkledingofaccessoires geïntegreerde apparatuur die essentiële lichaamsfuncties en waarden meet en draadloos communiceert met monitorsystemen van artsen. In auto’s en andere luxe artikelen wordt groot schalig gebruikgemaakt van zichzelf reparerende en ‘intelligente’ materialen.
Grondstoffen: sterke stijging vraag en voorraden Door de hoge wereldwijde economische groei en het impulsieve consumentisme stijgt de vraag naar grondstoffen sterk (100 procent in 2030 ten opzichte van 2005). Er zijn echter ook uitzonde ringen. De hoeveelheid benodigde energie per procent groei van het BNP (Bruto Nationaal Product) daalt geleidelijk in de Europese Unielanden, maar stijgt nog steeds sterk in de opkomende economieën van onder andere China en Brazilië. Door de technologische ontwikkelingen nemen bewezen exploiteerbare reserves van veel grond stoffen (inclusief brandstoffen) toe. Ook komen steeds meer alternatieven beschikbaar, zoals delfstoffen uit de Noordpool en Afrika en duurzame energiebronnen. Internationale vrijhandel zorgt dat de benodigde grondstoffen beschikbaar zijn. De voorzieningszekerheid is dus hoog. De prijs stijgingen wisselen sterk per grondstof, maar zijn vaak hoog.
Personeel: flexibele arbeidsmarkt; arbeidsvoorwaarden individueel Kritische consumenten eisen dat al hun wensen direct (any place, any time) kunnen worden vervuld. Dit leidt, in combinatie met de grote concurrentie en de snelle technologische ontwikkelingen, tot een 24 uurseconomie. De verschillen in de gemiddelde arbeidsduur en werkweek zijn erg groot. Grote groepen werknemers werken korte (seizoenen) of lange periodes (jaren) meer dan 50 uur. In de commerciële dienstverlening en de zorg werken grotere groepen parttimers. Veel werk nemers stoppen met werken voor de pensioen gerechtigde leeftijd van 70 jaar. Veel arbeidskrachten zijn zelfstandige ondernemers, die via gespecia liseerde maatschappen en uitzendbureaus (zorg, high tech) of via shared services en detachering in dienstverlenende beroepen (voor laagopgeleiden) worden ingezet. De arbeidsvoorwaarden zijn individueel en resultaatafhankelijk. Er is een scherpe scheiding tussen werken en niet werken. Bij ouderschaps verlof en ziekte wordt niet doorbetaald. Ook zijn er grote verschillen in beloning (binnen bedrijven en tussen sectoren). Arbeidsparticipatie en -mobiliteit stijgen sterk door de sterke internationale concur rentie en de snelle technologische ontwikkelingen. Werknemers moeten veel vaker op zoek naar nieuw werk in andere sectoren of zelfs werelddelen. Verwachte krapte op de Nederlandse arbeidsmarkt is opgevangen door uitbesteding van productie,
11 | Scenarioset voor voorstudies en routekaarten
administratie, en onderzoek & ontwikkeling, en door instroom van ‘ondernemers’ uit Turkije, Afrika, China en India. De verwachte personeels tekorten in de zorg zijn uitgebleven. Huisartsbezoek en intramurale zorg zijn sterk teruggelopen door het gebruik van hulpmiddelen voor zelfdiagnose en uitgebreide monitoring van medische waarden (door sensoren die zijn ingebouwd in horloges en
kleding). Nano- en DNA-technologieën hebben de herstelperiode na operaties enorm verkort en daarmee ook de vraag naar verplegend personeel verminderd. In de persoonlijke dienstverlening wordt krapte opgevangen door werkstudenten uit China en Turkije en gastondernemers uit Afrika. Een deel van deze tijdelijke arbeidskrachten keert na vijf tot tien jaar terug naar het geboorteland.
12 | Scenarioset voor voorstudies en routekaarten
4 Mondiale solidariteit
Algemeen beeld mondiale solidariteit
In deze wereld staat samenwerking centraal. Onder druk en met medewerking van burgers en bedrijfsleven is een slagvaardige Europese overheid ontstaan. De Europese Unie zorgt samen met andere handelsblokken en internationale organisaties als de Wereldhandelsorganisatie en de Verenigde Naties voor succesvolle internationale samenwerking op economisch, sociaal en ecologisch gebied. De succesvolle vernieuwingen in de Europese Unie hebben de economische en politieke integratie versterkt. De meeste burgers zien de verkiezingen voor de Europese Unie als de belangrijkste verkiezingen. Op sociaal-cultureel gebied is binnen een ruim kader veel ruimte voor individuele lidstaten. Organisaties onderscheiden zich van ‘concullega’s’ door duurzame vernieuwingen in producten en productieprocessen. De techno logische ontwikkelingen in de Europese Unie gaan niet zo snel als in de Verenigde Staten en Japan. De zorg voor veiligheid staat een versnelling in de weg. Er is sprake van een stabiele, gematigde econo mische groei (1,5 procent). Mensen vinden eerlijke verdeling en een goed leefmilieu net zo belangrijk als economische groei. Burgers, werknemers en werkgevers, en overheid hebben wel veel (collectieve) plichten. Het collectief gaat voor het individu. Het individu heeft weinig directe invloed, communicatiekanalen zijn lang. Motto’s: Samen sterk; Verandering van spijs doet eten; Let’s live together in our global village. Deze wereld staat in het teken van samenwerking, solidariteit en sociale integratie. ‘Geld alleen maakt niet gelukkig’, juist de kwaliteit van het leven van jezelf en van anderen in de wereld is belangrijk. Burgers hebben wat voor anderen over en voelen zich ook verantwoordelijk voor de samenleving. Ze zijn bereid daar iets van zichzelf voor in te leveren. Vrijheid en materiële welvaart zijn belangrijk, maar binnen bepaalde, geaccepteerde grenzen. De marktwerking kan problemen als gebrek aan (schoon) water, voedseltekorten en veiligheid niet oplossen. Daar moeten burgers, overheid en bedrijfsleven samen de schouders onder zetten. De overheid is ook nodig om marktimperfecties te corrigeren.
De consument: een politiek betrokken wereldburger De wereldburgers zijn naast hun werk erg actief in internationale netwerken en projecten van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Die betrokkenheid start al tijdens internationale (virtuele) samenwerkingsopdrachten in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Als onderdeel van veel van die projecten worden bijvoorbeeld elders in de wereld lokale producten (koffiebonen, kleding, gebruiksartikelen en kunst) ingekocht. Veel burgers nemen tussen hun vijftiende en vijfenzeventigste enkele sabbaticals voor een wereldreis of om aan een project in bijvoorbeeld Zuid- Amerika te gaan meewerken. De consument laat zich bij het kiezen van de luxe goederen sterk inspireren en verrassen door de culturele en spirituele achtergrond van de producten. Hij ziet elke koop als een investering in de wereld én een verrijking van het eigen leven. Voor de dagelijkse boodschappen gaat hij naar de traditionele supermarkt en de wereldwinkel. In zijn keuzeproces wordt hij ondersteund door eigen kennis en ervaring met wereldprojecten en door informatie uit communities zoals het Wereldnatuurfonds, ‘one laptop per child’ en ‘return to sender’. De consument mijdt producten en producenten zonder triple P (people, planet, profit)-keurmerk.
Economische groei: matig Er is sprake van een stabiele, gematigde econo mische groei (1,5 procent). Mensen vinden een eerlijke verdeling en een goed leefmilieu belang rijker dan economische groei. Door de goed functionerende markt en de sterke nadruk op internationale samenwerking is de groei nog aanzienlijk.
De toestand in de wereld: groei met behoud van eigen identiteit De meeste continenten kennen een gematigde economische groei. Het Chinese bedrijfsleven combineert Oosterse traditie en centrale sturing met creatief ondernemerschap. Door grote investeringen in schoon water, schone energie en bescherming tegen overstromingen zijn Chinese
13 | Scenarioset voor voorstudies en routekaarten
bedrijven in deze sectoren wereldleider. Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen die een bijdrage hebben geleverd aan de ontwikkeling zijn sterk veroosterd of zelfs volledig overgenomen. Landen in het Amazonegebied zijn koploper in de wereldmarkt voor biomedische medicijnen en hulpmiddelen. De lokale economie in deze landen profiteert optimaal van deze ontwikkelingen. In Afrika is nog steeds sprake van een tweedeling. In sommige delen is de politieke situatie gestabili seerd. De economie in deze landen groeit gestaag.
Overheid: slagvaardig Vernieuwingen hebben geleid tot een (daad) krachtige en slagvaardige overheid. Vernieuwingen zoals de gekozen burgemeester, het innovatie platform en referenda hebben de betrokkenheid van burgers en bedrijfsleven bij lokale, nationale en zelfs internationale politiek enorm vergroot. Hierdoor zijn snel en probleemloos veranderingen in de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid gerealiseerd, zoals het verhogen van de pensioen leeftijd, vereenvoudigen van het ontslagrecht en bezuinigen op sociale uitkeringen. Door groot schalig integreren en koppelen van bestanden kunnen noodzaak en omvang van uitkeringen eenvoudig per individueel geval worden bekeken. De kosten van uitkeringen nemen af. Consequenties als afnemende privacy en minder gelijkheid worden breed geaccepteerd. Op sociaal en economische terrein hebben nationale overheden echter nog steeds een belangrijke rol. Door de verdere aandacht voor benchmarking en prestatie contracten is de productie van publieke goederen veel efficiënter geworden. Men spreekt dan ook met gepaste trots over het overheidsbedrijf.
Europese Unie: sterke positie De Europese Unie heeft een sterke positie in de internationale politieke arena. Onderwerpen zoals veiligheid en immigratie vallen volledig onder de verantwoordelijkheid van Brussel. Op economisch terrein en voor klimatologische vraagstukken zorgt de Europese Unie samen met andere handels blokken en internationale organisaties als de Wereldhandelsorganisatie en de Verenigde Naties voor succesvolle internationale samenwerking. Op sociaal-cultureel gebied is binnen een grof raamwerk veel ruimte voor individuele lidstaten om een regime van sociale zekerheid en belastingen te voeren dat recht doet aan de heterogeniteit van de steeds groter wordende Europese Unie. Op ecologisch gebied kent de Europese Unie grootschalige onderzoeks- en transitieprogramma’s, die in het teken staan van lucht-, water- en grondkwaliteit.
De minimumeisen aan duurzaam produceren (materiaalgebruik, afval, uitstoot) zijn in de Europese Unie strenger dan in de rest van de wereld. Toch gaan diverse sectoren nog verder dan strikt is vereist. Vaak leidt dit tot concurrentievoordelen. Oekraïne treedt als 28ste lidstaat toe tot de Europese Unie. De interne markt wordt verder versterkt door de nationale markten voor energie, post en openbaar vervoer open te breken.
Bevolkingsgroei: redelijk groot De wereldbevolking groeit redelijk sterk. Door de gestegen welvaart en de verbeterde medische zorg zijn vooral de levensverwachting en de kwaliteit van leven in de ontwikkelingslanden sterk gestegen. De groei in Europa en Nederland (10 procent in 2030 ten opzichte van 2005) wordt vooral veroorzaakt door arbeidsmigratie en vluchtelingenopvang. Gezinshereniging blijft een recht.
Ondernemerslandschap: Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) De MVO-ondernemer is vaak deeltijdbestuurder van publieke instituten, of manager van een overheids dienst in bijvoorbeeld de zorg of het onderwijs (overheid als grootste werkgever). Achmea leert Afrika verzekeren en helpt met het opzetten van lokale spaar- en (micro)kredietfaciliteiten. Ondernemers werken veel samen in krachtige en stabiele internationale netwerken met universi teiten, niet-gouvernementele organisaties, de World Health Organisation, en overheden. Nieuwe ontwikkelingen komen tot stand via consortia die binnen structuren van de Europese Unie onderzoek uitvoeren en technologieën rijp maken voor de markt. Veel nieuwe technologieën worden net zoals LINUX (software) en de eerste waterstofmotor volgens het open source-concept verder ontwikkeld.
Technologische ontwikkelingen en innovatie: snelheid beperkt Regelgeving beperkt de snelheid van technologische ontwikkelingen in de Europese Unie. Ze gaan niet zo snel als in de Verenigde Staten en Japan. In Europa is het patenteren en in de markt zetten van nieuwe technologieën door de veelheid aan testen en richtlijnen een relatief tijdrovende en dure klus. De zorg voor veiligheid staat versnelling in de weg. De behoefte om wereldwijd nieuwe techno logieën te ontwikkelen, komt voort uit de drang om de beschikbaarheid van voedsel en kwalitatief goed drinkwater te garanderen, grote gezondheids vraagstukken op te lossen en de gevolgen van klimaatverandering aan te pakken. De invloed van deze ontwikkelingen op de maatschappij is net zo
14 | Scenarioset voor voorstudies en routekaarten
groot als de invloed van de defensie- en ruimte vaartindustrie in de twintigste eeuw. Positieve uitschieters in Europa zijn de persluchtauto (Luxemburg), de aardgasauto (Duitsland), energie producerende huizen en kassen (Nederland) en functional food. In de landbouw en de voedsel productie ligt de nadruk op het verhogen van de voedingswaarde van het basisvoedsel voor armen in Afrika en Zuid-Amerika en op productieverhoging door het vergroten van de resistentie tegen ziektes, droogtes, wateroverlast enzovoort. Overheid, consument (burger, civil society) en bedrijfsleven stellen in nauwe samenwerking de innovatieagenda op en voeren hem ook uit. Er is vooral veel aandacht en onderzoeksgeld beschik baar voor de ‘grote problemen’. Het open innovatie proces is verder ontwikkeld en doorgevoerd. Het accent ligt op afnemend grondstofgebruik door ontwerp, hergebruik en recycling van producten. Producten en diensten gaan langer mee. In het ontwerp wordt rekening gehouden met de dienst die het product gaat leveren. Efficiënt gebruik van grondstoffen en dematerialisatie (verminderd verbruik van materialen en natuurlijke hulp bronnen) staan centraal. Technologische innovaties gaan samen met organisatorische en sociale innovaties.
Bedrijfsstructuur: sterke ketens Hechte samenwerking tussen overheden en internationale ketens van bedrijven bij de ontwikkeling en productie van goederen en diensten is een normaal verschijnsel. Wederzijdse afhankelijkheden en erkenning van elkaars kwaliteiten zorgen voor een gezond samenwerkingsklimaat en stabiele ketens van (internationale) netwerken. Er is veel aandacht voor efficiënte logistieke ketens en lokale duurzame energievoorziening door bijvoorbeeld micro-warmtekrachtkoppeling. Dit leidt vaak tot minifabrieken die vooral lokale grondstoffen gebruiken. Waar decentrale productie niet mogelijk is, is sprake van centraal geproduceerde product componenten, die lokaal op maat worden geassem bleerd tot modulair opgebouwde producten. Ook integreert men steeds vaker product en service, zoals het leasen, huren en delen van dure consu mentengoederen voor gericht gebruik (bijvoorbeeld Greenwheels of een filmcamera). Het werken in zelfsturende teams is breed ingevoerd. Bij het inrichten van de keten wordt altijd naar de ecologische en sociale effecten gekeken.
Grondstoffen: matige stijging in vraag De vraag naar grondstoffen groeit matig (50 procent groei in 2030 ten opzichte van 2005). De groei wordt
vooral veroorzaakt door de sterk toenemende productie in BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India, China) en Afrika. Door de succesvolle wereldwijde invoering van nieuwe product- en productie concepten (duurzame productie en ontwerp) vlakt de groei in de vraag naar grondstoffen geleidelijk af. Procesintensificatie in de chemie en de inzet van nieuwe materialen, zoals composieten in de bouw en de automobielindustrie, hebben geleid tot een afname van de vraag naar diverse grondstoffen. De vraag naar kolen halveert. Daartegenover staat een sterke groei van de vraag naar derde generatie biobrandstoffen (bijvoorbeeld via algen). De hoeveelheid benodigde energie per procent groei van het BNP (Bruto Nationaal Product) daalt wereldwijd sterk. Bewezen exploiteerbare reserves van voorraden dalen voor de meeste grondstoffen licht. Bij andere is een lichte stijging te zien. Hier sprake van schaarste. Olie en delfstoffen van de Noordpool zijn niet exploiteerbaar. Biobrandstof importeren uit Zuid-Amerika ten koste van voedselvoorziening of oerbossen is niet gewenst. De beschikbaarheid van delfstoffen uit Afrika is toegenomen. Internationale afspraken en samenwerking zorgen ervoor dat de benodigde grondstoffen beschikbaar zijn. De voorzienings zekerheid is dus hoog, ook al stijgt de Europese afhankelijkheid van buitenlandse grondstoffen verder. De prijsstijgingen van grondstoffen wisselen sterk, maar zijn in het algemeen redelijk tot hoog.
Personeel: maatschappelijke rol De 24 uurseconomie is alleen daar tot stand gekomen waar het absoluut noodzakelijk is (hulpdiensten, productiediensten met zeer lange en dure opstart processen zoals hoogovens). Supermarkten hebben per toerbeurt avond- of weekenddienst. Er wordt veel gewerkt met vaste contracten (arbeidsovereen komsten). Extreem lange werkweken zijn een uitzondering, ook voor beter betaalde functies. Mensen hechten belang aan een juiste balans tussen werk, sociale verplichtingen en ontspanning. Veel werknemers stemmen de invulling van hun contract af op de levensfase. Een paar jaar minder werken om de zorgtaken voor een kind goed uit te voeren, is heel gewoon voor zowel mannen als vrouwen. Door de grote investeringen in onderzoek en onderwijs is sprake van een redelijke groei van de arbeidsproductiviteit. Organisaties stimuleren hun medewerkers om plaatselijk actief bij te dragen aan maatschappelijke taken (raadslidmaatschap, burgerraad, bestuur van internationale verenigingen en vrijwilligers organisaties) of eigen MVO-projecten. Het arbeids contract is de dominante contractvorm.
15 | Scenarioset voor voorstudies en routekaarten
Het belonen van teamprestaties staat centraal. De inkomensverschillen worden kleiner. Omdat de kosten voor levensonderhoud op latere leeftijd lager worden, is het vanzelfsprekend dat de daling van de inkomsten in lijn is met de daling in productiviteit.
Door het toegenomen belang van zorgtaken en sociaal welzijn stijgt de arbeidsparticipatie ondanks de versobering van de sociale zekerheden slechts licht.
16 | Scenarioset voor voorstudies en routekaarten
5 Zorgzame regio
Algemeen beeld zorgzame regio Zorgzame regio is een wereld waar verantwoordelijk heid en zorgzaamheid centraal staan. De burgers vinden dat de materiële welvaart en de globalisering te ver zijn doorgeschoten. Ze hebben meer aandacht voor zichzelf en hun directe sociale leefomgeving (familie en buurt). Vrijwilligerswerk floreert. Mensen zijn meer op elkaar ingesteld. Ze lossen de problemen met elkaar en de lokale overheid op. Brussel is te ver weg en te bureaucratisch om goede lokale oplossingen te bieden. Mensen spreken elkaar aan op hun gedrag. Er is behoefte aan meer gemeenschapszin, aan sociale integratie. Grote technologische sprongen worden niet gemaakt, wel wordt geïnvesteerd in ontwikkelingen die de kwaliteit van leven kunnen verbeteren (life science, duurzame energie). Bedrijven concurreren op (lokaal) maatschappelijk nut. Er is sprake van grote solidariteit tussen generaties: we moeten en willen het samen doen. Motto’s: Verbeter de wereld, begin bij jezelf; Small is beautiful; Een goede buur is beter dan een verre vriend. In dit scenario staan gedragverandering en (lokaal) overleg centraal. Mensen komen met eigen initiatieven om anderen te verzorgen en om de kwaliteit van de eigen woon- en leefomgeving te verbeteren. Alleen door er zelf en met elkaar de schouders onder te zetten, kunnen ze hun problemen oplossen en dromen realiseren. Uitbesteden aan de overheid (of het bedrijfsleven) werkt niet.
De consument: een betrokken bewoner De consument is in de eerste plaats een bij de directe leefomgeving betrokken bewoner. Hij kiest bewust voor regionale duurzaam geproduceerde producten. Hij is bereid extra te betalen voor producten gebaseerd op het cradle to cradle-principe. Functionaliteit en eenvoud zijn belangrijke criteria bij de selectie. Producten worden pas vervangen als ze op zijn. De consument kent zijn leveranciers (persoon, product en productieproces) goed en is merkentrouw. Producenten die hun werkplaats af en toe openstellen, bijvoorbeeld om op zaterdag zelf kaas te laten maken, of die een actieve rol spelen in de lokale natuurontwikkeling (Gulpener)
hebben een stapje voor. Voor de dagelijkse boodschappen gaat de consument naar de warme bakker en de boer om de hoek. Voor duurdere uitgaven gaat hij naar de kringloopwinkel, de grenen schuur of naar het plaatselijke kledingatelier. Het zelf maken van meubels, kleding en sieraden is erg populair.
Economische groei: laag De economische groei is laag (0,6 procent per jaar). De omvangrijke overheid, de complexe regelgeving, de lagere arbeidsparticipatie en de oplopende kosten voor de zorg remmen de groei. De meeste landen vinden het gevaarlijk om teveel afhankelijk te zijn van andere landen. Nationale industrieën worden dan ook beschermd. Door de sobere levensstijl vallen er vooral klappen in de commer ciële (niet-financiële) dienstverlening. Vergeleken met de andere scenario’s groeit de zorgsector maar beperkt. Dit komt door de aandacht voor een gezonde levensstijl, een betere balans tussen werk en privé, doorbraken in life science (medicijnen op maat, laseroperaties en nanotechnologie die de herstelperiode dramatisch verkorten) en een betere opvang in eigen kring.
Toestand in de wereld: business as usual De economische groei in de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India, China) is de afgelopen decennia groot geweest. Wel zijn periodes van hoge groei afgewisseld met nulgroei. Traditionele manieren van ondernemen blijven de boventoon voeren. Problemen met energievoorziening en vervuild water hebben in China tot sociale en politieke spanningen geleid. In India zijn investeringen in openbare infrastructuur nog steeds niet goed op gang gekomen. Dit leidt tot grote spanningen, rampen en een voortdurende kennisvlucht van hoger opgeleiden uit de middenklasse naar de Verenigde Staten en in mindere mate naar Europa. De economische groei in de Verenigde Staten is weer hoog en het vertrouwen in de American way of life is terug. Een verdere verplaatsing van productie en onderzoek & ontwikkeling van EU-landen naar BRIC-landen is niet op gang gekomen. Wel exporteren de landen van de Europese Unie kennis.
17 | Scenarioset voor voorstudies en routekaarten
De Nederlandse water- en voedselsector profiteert hiervan.
De verzorgingsstaat gehandhaafd De verzorgingsstaat blijft grotendeels gehandhaafd in Nederland en de meeste landen van de Europese Unie. Vakbonden, het bedrijfsleven of de burger houden veranderingen tegen. De publieke sector blijft groot en de regelgeving complex. Voorgenomen privatiseringen van onder andere de energiesector en het openbaar vervoer zijn stopgezet of (gedeeltelijk) teruggedraaid. Het toekennen en uitbetalen van uitkeringen is weer volledig in handen van de overheden. Werkgelegenheid en huisvesting (woningcoöperaties) en onderdelen van de zorg zijn taken voor lokale overheden. Ook in de pensioenregelingen heeft de overheid weer een sterke rol.
Europa van 2 snelheden In Europa is sprake van twee snelheden. Zowel binnen als buiten de unie ontstaan economische en politieke machtsblokken. Binnen Europa werkt een kopgroep aan verdergaande integratie. Een deel van Europa blijft echter achter. Nederland, België en Engeland hebben een grootschalig (publiek-privaat) programma opgezet dat anticipeert op de verwachte stijgingen van de zeewaterspiegel. De BENELUX, Duitsland en Frankrijk hebben nog steeds één elektriciteitsmarkt. De unie breidt niet verder uit dan de 25 (beoogde) lidstaten uit 2005. Europa leeft niet meer bij de burgers: ze willen de ‘menselijke maat’ terugbrengen. Ze kunnen zich zorgen maken om Europa of de hele wereld, maar hebben daar als individu toch niet veel invloed op. De Europese Unie is wel succesvol met betrekking tot de harmonisering van regels, maar er blijft een overdaad aan complexe regels. Zo bestaan de dure subsidieregelingen voor de landbouw nog steeds. Wel is er een strakke uniebrede milieuwetgeving gekomen om CO2-uitstoot en fijnstof te beperken, de flora en fauna te beschermen en DNA-manipulatie in de landbouw en van voedsel te voorkomen. Dit heeft onder andere geleid tot een importverbod voor rijst uit Aziatische landen waar gemodificeerde rijst wordt geteeld.
Bevolkingsgroei: geen stijging in Europa De omvang van de wereldbevolking stijgt redelijk sterk. De Europese en Nederlandse bevolking stijgt nauwelijks. Door de lage economische groei en de nadruk op het vinden van lokale oplossingen voor problemen van derdewereldlanden is er nauwelijks sprake van immigratie. Ook gezinshereniging is veel minder aan de orde door de slechte economische
situatie. Om deze reden stellen veel jonge mensen de gezinsvorming verder uit. Regelmatig leidt uitstel ook tot afstel. Daar waar de tekorten op de arbeidsmarkt het grootst zijn, wordt tijdelijk personeel uit Centraal-Europa aangetrokken.
Ondernemerslandschap: regionale verankering Het ondernemerslandschap wordt gekenmerkt door kleine regionaal georganiseerde bedrijven met een sterke binding met de regio. Bedrijven staan midden in de samenleving (stad, wijk). Ambachtelijk vakmanschap en duurzame producten en processen staan centraal. De werkgevers zijn sterk betrokken bij de ontwikkeling van de samenleving. Ze spelen een belangrijke rol in het beroepsonderwijs. Ook vitaliseren ze buurten via lokale initiatieven die ze samen met overheid en burgers nemen.
Technologie en innovatie: selectieve aandacht Technologische ontwikkelingen die de kwaliteit van het leven kunnen verbeteren zijn een succes (life science, duurzame energie). De verwachting is dat de zorg voor en de levenskwaliteit van chronisch zieken enorm kan verbeteren door de inzet van hulpmiddelen. Voorbeelden daarvan zijn zelf diagnose en uitgebreide monitoring van medische waarden (de benodigde instrumenten kunnen worden ingebouwd in horloges en kleding) en maatwerkmedicijnen (die voor enkele ziektes beschikbaar zijn). Voor technologieën in de consumentenelektronica en de mediawereld is veel minder aandacht. Wel is er veel aandacht voor duurzame productie en producten. Dit heeft geleid tot diverse grote doorbraken in de gebouwde omgeving. Duurzaam en onderhoudsvriendelijk materiaalgebruik (zelfreparerende materialen) en decentrale energie voorzieningen, ondersteund met warmtewisselaars of ramen met zonnecelfolies, worden grootschalig toegepast. Men is voortdurend op zoek naar de mogelijkheid om gevaarlijke grondstoffen te vervangen door mens- en milieuvriendelijke alternatieven. Verbetering van de productiviteit van de landbouw komt volledig voor rekening van conventionele technologieën. DNA-manipulatie van voedsel is niet aan de orde. Er is weinig concurrentie. Door de dure overheid en de hoge belastingdruk is er ook weinig publieken privaat budget voor onderzoek & ontwikkeling. De verbrokkelde markten belemmeren bovendien de snelle diffusie van kennis. Consumenten organisaties en lokale belangengroepen spelen een
18 | Scenarioset voor voorstudies en routekaarten
belangrijke rol bij het opstellen van de innovatie agenda. De meeste burgers staan nogal sceptisch tegenover veel technologieën. Men maakt zich vooral zorgen over veiligheid en milieu. Plannen voor nationaal en internationaal strategisch onderzoek worden aangevochten en komen dus slechts moeizaam tot stand. Door tijdrovende coördinatieprocessen komt standaardisatie ook nauwelijks van de grond.
Bedrijfsstructuur: zelfsturende teams, kleine productie-eenheden Zelfsturende teams van lokale ondernemers produceren in kleine productie-eenheden eenvoudige, robuuste en gemakkelijk te upgraden ‘productfamilies’. Producten kunnen eenvoudig worden toegespitst op de lokale vraag en de regelgeving. Het cradle to cradle- concept is leidend bij het ontwerpen van producten en productie processen. Het accent ligt op afnemend grondstof gebruik door ontwerp, hergebruik en upcycling (dat wil zeggen dat de gerecyclede grondstof een hogere zuiverheid heeft dan de oorspronkelijke grondstof ). Producten en diensten gaan langer mee. In het ontwerp wordt rekening gehouden met de dienst die het product moet leveren. Ook wordt bij het ontwikkelen rekening gehouden met de compe tenties van de beroepsbevolking (onder andere grote groepen VMBO-ers en ouderen).
Grondstoffen: matige groei van de vraag De wereldwijde vraag naar grondstoffen groeit matig (50 procent groei in 2030 ten opzichte van 2005). De groei komt grotendeel uit de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India, China). Door de Europese aandacht voor duurzame productie en duurzaam ontwerp stijgt de vraag uit de Europese Unie minder snel. De Verenigde Staten en BRIC gaan hierin echter niet mee. Opvallend is de sterke groei van de vraag naar moderne biomassa. Ook is er een sterke daling van de energievraag in de transportsector. Door de focus op lokale grondstoffen en lokale productie is de wereldwijde omvang van het internationale transport gelijk gebleven. De hoeveelheid benodigde energie per procent groei van het BNP (Bruto Nationaal Product) is in Europa sterk gedaald en in de rest van wereld sterk tot zeer sterk gestegen. De grondstofvoorraden dalen. Er zijn weinig technologische doorbraken, waardoor bewezen exploiteerbare reserves niet groeien. De voorraden uit Afrika en de Noordpool blijven niet exploiteerbaar. De voorzieningszekerheid is nog steeds goed. De zelfvoorziening van de Europese Unie stijgt licht. De grondstofprijzen stijgen sterk.
Personeel: vaste contracten die aansluiten bij levensfase Een groot deel van de werknemers heeft een vast contract van 32 uur. Er bestaan grote verschillen in contracten, waarbij rekening wordt gehouden met de levensfase (meer parttimers). De lokale overheid stuurt sterk op openingstijden en beperkt waar mogelijk volcontinudiensten. Zij zorgt met tijdelijke belastingvrijstellingen en onderwijstrajecten voor een gezonde en aantrekkelijke arbeidsmarkt. De overheidsinvesteringen passen bij de behoefte van de regio en de ambities en capaciteiten van het arbeidspotentieel. Ook werkgevers investeren indien nodig in de ontwikkeling van de gemeenschap. Bijvoorbeeld door eigen kinderopvang en actieve participatie in scholingsprojecten. Vrouwen en ouderen krijgen de kans op werk. Opvoeding en zorgtaken (ook voor de lokale gemeenschap) worden meer vanuit de gemeenschap zelf opgepakt. Gezinnen met een kostwinnaar zijn net zo normaal als gezinnen met tweeverdieners. Hierdoor verandert de arbeidsparticipatie in Nederland niet. Er is minder maatwerk in arbeidsvoorwaarden. Veel regelingen zijn collectief. Werknemers kunnen veel compenseren: opadagen, levensloopregeling, hoofdkostwinnerschap. Ook is er minder diversiteit en differentiatie in de financiële beloning. Wel zijn er niet-financiële beloningen die aansluiten bij de specifieke behoefte (tijd, zorg). Het minimumloon groeit mee met de inflatie. Bij goed functioneren, gaat het loon met vaste periodieken omhoog. Bij het beoordelen van prestaties en het vaststellen van de lonen op basis van regionale benchmarks staat het team- en kwaliteitsperspectief centraal.
19 | Scenarioset voor voorstudies en routekaarten
20 | Scenarioset voor voorstudies en routekaarten
6 Transatlantische regio
Algemeen beeld Transatlantische regio Deze wereld wordt gekenmerkt door een kritische houding van mensen, organisaties en landen ten opzichte van elkaar. Burgers en consumenten zijn conservatief en behoudend. Bedrijven die eenvoudige functionele producten leveren en klanten helpen in het keuzeproces doen het goed. De sense & simplicity-slagzin is in veel varianten in gebruik. Consumenten kiezen voor eenvoud en degelijkheid, goed is goed genoeg. In veel sectoren proberen bedrijven de succesformules van C1000 en Aldi te kopiëren. De overheid heeft zich terug getrokken en beschermt vooral de belangen van het eigen land. Terrorismebestrijding en politie zijn wel Europese aangelegenheden. Mensen maken zich zorgen om hun veiligheid en welvaart. Ze vinden dat ze meer voor zichzelf moeten opkomen. Ze willen hun eigen cultuur en normen en waarden niet laten verwateren. Motto’s: Huis en haard; Respect; Loon naar werken; I Nederland; Botsende beschavingen (Clashes of civilizations); Survival of the fittest. Burgers zijn individualistisch, maar vinden dat het collectieve belang boven het individuele recht op privacy gaat wanneer het beschermen van hun manier van leven in het geding is. De verzorgings staat is niet meer van deze tijd. Iedereen die kan werken, moet aan het werk! Mensen willen geen belasting betalen zonder daar daadwerkelijk iets voor terug te zien. Het streven naar veiligheid, voorkomen van risico’s en onafhankelijkheid bepalen het doen en laten. Goed voedsel, gegaran deerde levering van water en energie uit de eigen regio zijn een groot goed. Voorzieningszekerheid is een belangrijk onderwerp voor bedrijven, consu menten en overheid. Mensen willen dat zijzelf en ouderen veilig over straat kunnen en zijn veront waardigd over het gebrek aan respect. Ze willen behouden wat ze hebben en willen een leuk en comfortabel leven leiden.
Consument: kritisch en calculerend Burgers en consumenten gaan voor de beste koop. Voor de dagelijkse boodschappen gaan ze naar C1000 (goede en goedkope huismerken,
‘geen fratsen’) of de markt. Kwalitatief laagwaardige spullen uit China of Korea kopen ze niet. Voor duurdere aanschaffen gaat de consument naar Bataviastad of de zwarte markt. Elke grote aanschaf heeft een keurmerk of uitgebreide garantie. Burgers beschouwen ook milieu, onderwijs en zorg vanuit een prijs/prestatieperspectief: ze willen transparantie en waar voor hun geld. ICT helpt om die transparantie te geven en om goed geïnformeerd aankopen te doen. De consument laat zich daarbij informeren door de Consumentenbond, Kieskeurig of door ervaringsdeskundigen van een van de besloten communities waarvan hij lid is. Hij blijft in principe voor lange tijd trouw aan het product of de leverancier van zijn keus. Natuurlijk volgt hij de leveranciers kritisch om er zeker van te zijn dat ze de beloofde kwaliteit leveren. Garages die bij BOVAGtesten slecht scoren of scholen en ziekenhuizen die laag staan in Elseviers ranglijsten merken dat direct aan een sterk teruglopende klandizie.
Economische groei: redelijk De economische groei is redelijk (1,5 procent). Vooral dienstverlenende sectoren zoals de financiële sector, marketing- en communicatie sector en de lagere overheid profiteren van de snelle ICT-ontwikkelingen. De groei in de overige sectoren blijft achter. De landbouw- en industriesector staan in Nederland onder druk, maar er is geen sprake van grootschalige uitbesteding naar lagelonenlanden. Bedrijven kiezen voor de stabiliteit, de vergelijkbare cultuur en het hoge kennisniveau van westerse landen.
De toestand in de wereld: sociale onrust en politieke spanningen Sociale onrust en politieke spanningen hebben de transformatie naar een markteconomie in China en India verhinderd. Aandacht voor binnenlandse politieke vraagstukken en de nadruk op de traditionele centraal geleide productieplanning maken vergaande samenwerking tussen Chinese en Europese bedrijven onmogelijk. Rusland, Brazilië en de Aziatische tijgers hebben de economische groei vastgehouden. Ze zijn krachtige spelers op het politieke en economische toneel.
21 | Scenarioset voor voorstudies en routekaarten
Corruptie en politieke instabiliteit in Rusland zetten de relatie met dat land onder druk. Politieke spanningen en extremisme in diverse Arabische landen, Pakistan en Afghanistan veroorzaken een voortdurende sluimerende angst voor terroristische aanslagen en oorlog. De economische ontwikkeling van Centraal-Europese landen verloopt moeizaam en leidt tot een (deels illegale) instroom van arbeidskrachten die hun geluk in West-Europa willen beproeven. Ook zijn er economische en politieke spanningen tussen landen die willen profiteren van de natuurlijke rijkdommen van de Noordpool.
Overheid beschermt De overheid heeft veiligheid als primaire taak. Ze moet de burgers beschermen tegen criminaliteit, terrorisme en illegale immigratie. De Nederlandse problematiek is belangrijker dan die van Europa en de rest van de wereld. Van een echt verenigd Europa is geen sprake. Daarvoor lopen de meningen, visies en belangen van de landen te veel uiteen. Wel is er een Europees veiligheidsbeleid en een Europees kwaliteitsmanifest. Op basis van dit manifest ontwikkelen sectoren een eigen kwaliteitssysteem en keurmerk. Via dit systeem wordt ook het gebruik van duurzame (sterke en onschadelijke) grond stoffen en productieprocessen voorgeschreven. Bedrijven proberen kostenverhoging te omzeilen door bijvoorbeeld keurmerken te vervalsen en illegaal afval te dumpen. Met ‘interne’ markten bemoeit de overheid zich niet. De privatisering van onder andere de sociale sector en delen van de onderwijssector verloopt echter moeizaam door gebrek aan transparantie en concurrentie. De beoogde voordelen van marktwerking komen niet van de grond. De kosten blijven hoog, de kwaliteit verbetert nauwelijks.
Europa: op het westen gericht Europa kijkt meer naar het westen dan naar het oosten. Turkije treedt niet toe tot de EU. Dit maakt de kloof tussen arm en rijk mondiaal alleen maar groter, ook binnen de Europese lidstaten. Voornaamste ambitie is het versterken van de relatie met handelspartner de Verenigde Staten. Ook op het niveau van de Europese Unie komt de vernieuwing in de regelgeving niet van de grond, doordat nationale overheden vooral hun eigen belangen beschermen. Integratie met het voormalig Oostblok verloopt moeizaam. Internationale instituten als de Wereldhandelsorganisatie en de Verenigde Naties slagen er niet in patstellingen te doorbreken en worden steeds minder belangrijk.
Bevolkingsgroei: beperkt wereldwijd, lichte afname in Europa Door de slechte politieke en economische situatie groeit de wereldbevolking maar zeer beperkt. Wereldwijd stellen ‘rijke’ gezinnen het krijgen van kinderen uit. Aan de onderkant van de samenleving in ontwikkelingslanden staat hoge kindersterfte groei in de weg. De grote inkomensverschillen veroorzaken een sterke immigratiedruk in rijke landen. Maar overheden stellen krachtig paal en perk aan illegale immigratie. Verblijfsvergunningen worden gekoppeld aan werkvergunningen en alleen tijdelijk afgegeven. Integratie van allochtonen wordt niet nagestreefd. De grote instroom uit CentraalEuropa is tijdelijk. Het vinden van voldoende gekwalificeerd personeel is in een aantal sectoren (bijvoorbeeld zorg en onderwijs) erg lastig.
Ondernemerslandschap: geen franjes Het ondernemerslandschap wordt gekenmerkt door strak georganiseerde bedrijven met sterke leiders en een efficiënt productieproces. Producten zonder franje van organisaties zoals FEBO, ALDI, C1000 en Blokker zetten de toon. Een uitgekiend productie systeem en strakke opleidingen leiden tot goedkope producten van constante kwaliteit (‘McDonalds systeem’). Het betrouwbare product (van eigen bodem) heeft weer een streepje voor. Gazelle en Philips (met het sense en simplicity-concept) profiteren daarvan optimaal. Ook organisaties die zekerheid verkopen doen het goed. Certificering is een must. Naast de IT-manager zien we ook steeds vaker een risk manager als directielid. Bedrijven werken met een beperkt aantal vaste partners.
Technologische ontwikkelingen en innovatie: nadruk op kortetermijnwinsten Bij alle technologische ontwikkelingen ligt de nadruk op efficiencyverbetering. Alleen zo zijn kosten te beperken. EU-landen investeren meer en breder in technologieën waarmee ze als Europese Unie hun afhankelijkheid vergroten. Consumentenbehoeften bepalen de richting. Onderzoek & ontwikkeling is vaak gericht op de korte termijn. De ICT-sector profiteert van de uitstekende samenwerking met de Verenigde Staten en groeit sterk. ‘Intelligente’ verpakkingen maken dat producentenorganisaties en klanten producten door de hele keten kunnen volgen. Sensoren bewaken de kwaliteit van dijken en de infrastructuur van nutsbedrijven, en monitoren schadelijke stoffen (fijnstof, medicijn residuen in water). Ook zijn op grote schaal transportgeleidingssystemen geïmplementeerd, die zorgen voor een optimale routing en tijdig ingrijpen als gevaarlijke situaties dreigen te ontstaan.
22 | Scenarioset voor voorstudies en routekaarten
De ontwikkelingen rond life science-technologieën gaan langzaam. Door het gebrek aan gecoördi neerde grootschalige onderzoeksprogramma’s komen wetenschappelijke doorbraken niet tot stand. Het gebrek aan standaarden maakt het risicovol om incidentele doorbraken in nieuwe geneesmiddelen en biologische vervangers te vermarkten. De marktwerking met sterke regionale concurrentie en een kleine overheid pakt redelijk goed uit voor het innovatieklimaat. Lokale kleinschalige innovaties kunnen eenvoudig en snel op de markt worden gebracht en leiden tot concurrentie voordeel. Door het gebrek aan coördinatie en financiering komen langlopende grootschalige onderzoeksprogramma’s niet van de grond.
Bedrijfsstructuur: hiërarchie en processtandaardisatie In veel bedrijven is sprake van een strakke hiërar chie, duidelijke taakafbakening en een goed uitgewerkte procesbeschrijving. Benchmarking en ISO-certificering zijn uitermate populair. Door middel van arbeidskundig onderzoek en kwaliteits cirkels zoeken bedrijven continu naar mogelijk heden om productieprocessen te verbeteren (te vereenvoudigen) en daarmee de kosten te verlagen. Door het vermijden van complexiteit kunnen onnodige risico’s van producten en productie processen worden geminimaliseerd.
Personeel: survival of the fittest Er is sprake van een 24 uurseconomie. Openings tijden en arbeidsvoorwaarden zijn niet wettelijk geregeld. Structurele werkweken van 50 uur of meer zijn gewoon. Het is eenvoudig om werknemers te ontslaan en er is geen sociaal vangnet. Dit leidt tot een hoge arbeidsmobiliteit en participatie. Thuiswerken wordt gestimuleerd: het is goedkoop voor de werkgever en gemakkelijk voor de werk nemer. Werknemers en consumenten doen alles wat mogelijk is om het onderste uit de kan te halen (extra inkomsten, gratis producten). Er is sprake van juridisering en een claimcultuur op de arbeids markt. Er is ook een groot grijs circuit waar langdurig werklozen bijverdienen. De arbeids productiviteit groeit gestaag door concurrentie en selectieve investeringen in hoger onderwijs. In de arbeidsvoorwaarden ligt de nadruk op loon naar werken gerelateerd aan arbeidsproductiviteit. Om risico’s te voorkomen, is een groot deel van het arbeidsinkomen gebaseerd op een standaard uurloon. Dikke standaard raamwerkcontracten met een keurmerk en juridische clausules regelen via een eenvoudig menusysteem alle arbeids voorwaarden. Er zijn grote verschillen tussen en binnen sectoren. Daar waar sprake is van schaarste zijn lonen (tijdelijk) hoog en de arbeidsvoorwaarden goed.
Grondstoffen: sterke groei vraag, wisselend aanbod De wereldwijde vraag naar grondstoffen blijft sterk groeien (75 procent groei in 2030 ten opzichte van 2005). De hoeveelheid benodigde energie per procent groei van het BNP (Bruto Nationaal Product) blijft in de Europese Unie gelijk. Op wereldschaal is sprake van een lichte stijging. Voorraden nemen toe door exploitatie van delfstoffen uit de Noordpool. De moeilijk exploiteerbare reserves blijven onbereikbaar. Door de handelsbarrières, de sterke concurrentie en de geopolitieke spanningen is de voorzieningszekerheid van een aantal grondstoffen niet stabiel. Doordat afhankelijkheid van partijen buiten de Europese Unie/Verenigde Staten als onwenselijk wordt gezien, is de subjectieve beleving dat er sprake is van een zeer groot probleem. Dit leidt tot een omvangrijke en deels succesvolle zoektocht naar lokale alternatieven, zoals een nieuwe generatie windenergie en groen gas. Een ander positief effect is dat de zelfvoorziening binnen de Europese Unie stijgt. De prijzen stijgen over de hele linie sterk.
23 | Scenarioset voor voorstudies en routekaarten
24 | Scenarioset voor voorstudies en routekaarten
7 Vergelijking scenario’s Mondiale markt Globalisering Individualisering Markt (concurrentie) en technologie Ondernemende, eisende consumenten Kleren maken de man The winner takes all
Mondiale solidariteit Globalisering Sociale cohesie Samenwerking en solidariteit Betrokken wereldburgers
Zorgzame regio Regionalisering Sociale cohesie Zorgzaamheid & gedragsverandering Bewoners actief in hun leefomgeving
Samen Sterk Verandering van spijs doet eten
Een goede buur … Verbeter de wereld maar …
Transatlantische regio Regionalisering Individualisering Onafhankelijkheid en veiligheid Behoudende, kritische, calculerende consumenten Huis en haard Loon naar werken Voor wat hoort wat
Markt en technologie ++, grote verschillen
Regelgeving
Small is beautiful Convenanten
Verzekeren
+, kleine verschillen
+ kleine verschillen
0/+, grote verschillen
BRIC ++, markteconomieën Noordpool verdeeld Daar komen de Chinezen
BRIC en Afrika ++, Nieuwe manier van zaken doen
+, Binnenlandse spanningen Spanningen rond Antarctica
Ondernemers
Coca Cola, Nike Multinationals met gespecialiseerde leveranciers
Benetton & LINUX Stabiele ketens, publiek-private netwerken (moderne keiritsu)
Concurrentie op
Productinnovatie, time to market
Maatschappelijk nut, toegevoegde waarde
Technologie
++ in volle breedte (korte termijn)
Innovatie
++ (multinationals), stand -Vraag +++, Aanbod +++ Veel hoogwaardig → Oosten Hoge mobiliteit en dynamiek Slank Sociaal vangnet vervangen door Sociaal vangnet: charitas
Focus op duurzaam heid: water, klimaat, energie, voedsel + (overheid + NGO’s), stand +++ Vraag en aanbod +
Business as usual BRIC is transitie (groeipijnen) Verenigde Staten weer terug (sterke dollar) RABO, warme bakker & Gulpener, de onthaasting. cradle to cradle in EU en delen Verenigde Staten. Niet in BRIC Functionaliteit: eenvoudige robuuste producten voor de lokale situatie Zorg en kwaliteit leefomgeving +/- (lokaal PPS), stand +/Vraag en aanbod: beperkt Weinig spanningen en dynamiek Levensfase leidend
+ ((lokale bedrijven) stand +/Vraag ++, Aanbod +
Sterke lokale overheid Complexe regelgeving
Toezichthouder, Beschermt, sociaal vangnet: charitas
Asuiteinden Waarden Consument
Motto’s
Instrumenten Economische groei De wereld
Grondstoffen Arbeidsmarkt
Overheid
Weinig spanningen en dynamiek Levensfase leidend Sterk mondiaal bestuur. Slag- vaardig, publiek-private samenwerking waar mogelijk
25 | Scenarioset voor voorstudies en routekaarten
McDonalds & C1000, ANWB, Nettorama, DSB, lenen.nl Strakke hiërarchie en arbeidsdeling, veel franchise Kosten en betrouwbaarheid (Operational Excellence)
Risico’s uitbannen Veiligheid
Grote spanningen (tekort in zorg, veel werklozen)
EU
Bevolkings groei
Mondiale markt Economische unie, hoeder markt
Mondiale solidariteit Krachtige politieke unie twee snelheden
++
++
Zorgzame regio Harmonisering regels, geen vernieuwing, twee snelheden, beperkte invloed +
26 | Scenarioset voor voorstudies en routekaarten
Transatlantische regio Zwak, met uitzondering van externe veiligheid
0
Over het MJA-programma De meerjarenafspraken energie-efficiency (MJA’s) zijn overeen komsten tussen de ministeries van EL&I, IenM, Financiën, IPO, bedrijven en instellingen over het effectiever en efficiënter inzetten van energie.
Informatiepunt NL Energie en Klimaat (tussen 9:00 - 12:00 uur en 14:00 - 16:00 uur) Telefoon: (088) 602 9200 E-mail:
[email protected] Internet: www.agentschapnl.nl/mja
Dit is een publicatie van: Agentschap NL NL Energie en Klimaat Croeselaan 15 Postbus 8242 | 3503 re Utrecht t 088 602 70 00 (receptie Utrecht) www.agentschapnl.nl/mja © Agentschap NL | februari 2011 Publicatie-nr. 2MJAK1037 Hoewel deze publicatie met de grootst mogelijke zorg is samengesteld kan Agentschap NL geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten. Agentschap NL is een agentschap van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Agentschap NL voert beleid uit voor diverse ministeries als het gaat om duurzaamheid, innovatie en internationaal. Agentschap NL is hét aanspreekpunt voor bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Voor informatie en advies, financiering, netwerken en wet- en regelgeving. De divisie NL Energie en Klimaat versterkt de samenleving door te werken aan de energie- en klimaatoplossingen van de toekomst.