Het Praktijkonderwijs
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Het praktijkonderwijs 3.1
Omvang en organisatie Het praktijkonderwijs van de opleiding vindt plaats bij een erkende praktijkinstelling en heeft een omvang van 2980 uur. Dit is inclusief 90 uur voor supervisie en 100 uur voor het maken van praktijkopdrachten tijdens werktijd. Om aan het vereiste aantal uren werkervaring te kunnen voldoen krijgen deelnemers bij de praktijkinstelling een aanstelling als psycholoog of pedagoog in opleiding tot gz-psycholoog (piog) van 32 uur per week gedurende twee jaar (voltijd-variant) of tenminste 16 uur per week gedurende vier jaar (deeltijd-variant). In dit kader wordt voor de duur van de opleiding een opleidingsovereenkomst afgesloten tussen het SPON, de praktijkinstelling en de piog. De piog sluit daarnaast een arbeidsovereenkomst met de praktijkinstelling. De taken van de piog worden verdeeld in psychodiagnostiek (40%), indicatiestelling (10%), behandeling (40%) en overige taken (10%). De inhoudelijke verantwoordelijkheid voor de gehele opleiding berust bij de hoofdopleider van het SPON. Voor het praktijkdeel van de opleiding delegeert de hoofdopleider de verantwoordelijkheden aan de praktijkopleider of p-opleider. De praktijkopleider zorgt voor de praktijkbegeleiding van de piog en wijst hiervoor werkbegeleiders en gekwalificeerde supervisors aan. Als bijlage is opgenomen een uitgave van de Kamer Gezondheidszorgpsycholoog en College Specialismen Gezondheidszorgpsycholoog aangaande de taken en verantwoordelijkheden in de praktijkopleiding tot een gezondheidszorgpsycholoog en gezondheidszorgpsycholoog-specialist. In dit belangrijke document zijn de regels voor de praktijkopleiding en het tuchtrecht geëxpliciteerd. Ook bevat het document een modelinstructie. U wordt geadviseerd deze bijlage goed door te nemen. In de paragrafen hieronder worden de aanvullingen vanuit het SPON genoemd en uit het Besluit Kwalificatie-eisen voor praktijkopleiders, werkbegeleiders en supervisoren van de Kamer Gezondheidszorgpsycholoog.
3.2
P-opleider en praktijkopleider De p-opleider/praktijkopleider is een ervaren en geregistreerde gz-psycholoog die er bij de praktijkinstelling voor zorgt dat de piog de opleiding volgens de eisen binnen de gestelde termijn kan afronden. De praktijkopleider fungeert daarbij als mentor, als toezichthouder op de werkomstandigheden en de leermogelijkheden binnen de praktijkinstelling en als ‘troubleshooter’ in geval van problemen. Hij of zij ziet ook toe op de arbeidsrechterlijke taken en plichten van de piog en beoordeelt de vooruitgang en de kwaliteit van het praktijkwerk in het licht van de opleidingsdoelstellingen. De p-opleider/praktijkopleider o is verantwoordelijk voor het opstellen van het plan praktijkopleiding, waarin wordt aangegeven welke werkzaamheden plaatsvinden, onder wiens verantwoordelijkheid en supervisie, en hoe evaluatie en beoordeling hiervan zal plaatsvinden. Dit plan dient met instemming van de directie uiterlijk 1 maand na aanvang van de opleiding ter goedkeuring aan de hoofdopleider te worden voorgelegd; o is bij het maken van een plan praktijkopleiding gehouden aan de eisen zoals die ten aanzien van de praktijkopleiding worden geformuleerd in de registratie-eisen van de Wet BIG zoals die zijn uitgewerkt in de AMVB en de taak- en functie-omschrijving van de piog binnen de instelling. Desgewenst vindt hierover overleg met de coördinator van de opleiding plaats; o is verantwoordelijk om in overleg met directie en eventueel betrokken afdelingshoofden de randvoorwaarden voor een voldoende differentiatie van werkzaamheden en supervisie daarover te realiseren; o organiseert de inhoudelijke supervisie (90 uur) en werkbegeleiding (minimaal 1 uur per week) en zal zich, voor zover hij de werkbegeleiding niet zelf verzorgt, informeren over het verloop, de evaluatie en de beoordeling van het leerproces; o ziet erop toe dat de piog halfjaarlijkse praktijk-evaluatieverslagen ter goedkeuring voorlegt aan de hoofdopleider. In dit evaluatieverslag zijn de beoordelingen van alle betrokkenen (afdelingshoofden, supervisors en werkbegeleider) opgenomen en een mede daarop gebaseerd oordeel van de praktijkopleider. Naar aanleiding van dit verslag vindt een evaluatiegesprek plaats tussen de piog en de praktijkopleider. Na afloop van de praktijkperiode vindt er een eindbeoordelingsgesprek plaats; o bespreekt indien nodig met betrokken piog en de coördinator van de opleiding over tussentijdse twijfels over het functioneren van de piog en / of over de voortgang van de opleiding. Indien nodig vindt overleg plaats met de hoofdopleider; o is geacht aanwezig te zijn op de praktijkopleidersbijeenkomsten. Tijdens deze bijeenkomsten wordt aandacht besteed aan thema's uit de opleiding, ontwikkelingen op het gebied van de opleiding en de registratie-eisen en aan een uitwisseling van ervaringen om zo te komen tot een optimale afstemming van theorie en praktijk binnen de opleiding.
Studiegids gz-opleiding
Het praktijkonderwijs
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Aan de p-opleider/praktijkopleider worden door de Kamer Gezondheidszorgpsycholoog de volgende eisen gesteld: 1. Minimaal vijf jaar geregistreerd als gz-psycholoog, en minimaal drie jaar fte werkervaring als zodanig. 2. Aantoonbare competenties op het gebied van begeleiding, verworven door ervaring en/of opleiding. 3. Werkzaam zijn bij de praktijkinstelling, bij voorkeur op basis van een arbeidsovereenkomst met een aanstellingsomvang van ten minste 0,5 fte. 4. Actief op het gebied van patiëntgebonden werkzaamheden, voor gemiddeld ten minste 8 uur per week. 5. De rol van de betrokkene als praktijkopleider is expliciet vastgelegd. Daarbij dienen te zijn vastgelegd: - de verantwoordelijkheden van de betrokkene, conform de omschrijving in Taken en verantwoordelijkheden; - de tijd die betrokkene hiervoor beschikbaar heeft; - de bevoegdheid van betrokkene om in te grijpen door de lijn heen, indien het belang van de opleiding dit vereist; - toegang van de betrokkene tot de leiding van de instelling, hetzij rechtstreeks, hetzij via de Popleider.
3.3
Werkbegeleider De werkbegeleiders zijn de ervaren collega’s die de vanuit de praktijkopleider gedelegeerde verantwoordelijkheid dragen voor de cliënten/patiënten die de piog ziet. Daartoe zijn ze in het dagelijkse werk steun en toeverlaat voor tussentijds intercollegiaal overleg. Tijdens de gesprekken staat het functioneren op de werkvloer centraal. O.a. omgaan met caseload, behandel- en diagnostische interventies, richtlijnen en protocollen kunnen de inhoud van de besprekingen vormen. Werkbegeleiders kunnen toezicht houden op het handelen van de piog. Werkbegeleiders zijn indien ze als gz-psycholoog de taak van toezicht gedelegeerd hebben gekregen tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor het handelen van de piog (zie ook artikel van Heijnen et al in de bijlage). Het SPON heeft bepaald dat de werkbegeleider niet alle taken in het kader van de gz-opleiding mag uitoefenen. In het algemeen plan praktijkopleiding is een overzicht van deze taken te vinden. Aan de werkbegeleider worden door de Kamer Gezondheidszorgpsycholoog de volgende eisen gesteld: 1. Minimaal drie jaar geregistreerd als gz-psycholoog, en minimaal twee jaar fte werkervaring als zodanig. 2. Aantoonbare competenties op het gebied van begeleiding, verworven door ervaring en/of opleiding. 3. Werkzaam in de patiëntenzorg, binnen hetzelfde team als de piog. 4. Tijdens werktijden van de piog voldoende aanwezig binnen de werkeenheid om aantoonbaar de begeleidingstaken adequaat te kunnen vervullen, met een ondergrens van 50% van de werktijd van de piog. Daarbij dient de werkbegeleider zicht te hebben op, en weet te hebben van, de inhoudelijke werkzaamheden van de piog.
3.4
Supervisor De praktijkopleider organiseert de supervisie voor de piog die minimaal 90 uur (= 90 sessies) van de werktijd in beslag neemt. Deze supervisie is in principe individueel en vindt regelmatig plaats. Eén supervisie-uur bestaat uit een sessie van minimaal 45 minuten aaneengesloten contacttijd en 15 minuten voorbereiding en uitwerking (voor de opleiding te noteren als 1 uur individuele supervisie). Supervisie mag ook in groepjes van twee of drie supervisanten plaatsvinden. In een groepje van twee bestaat een sessie uit minimaal 60 minuten aaneengesloten contacttijd en 15 minuten voorbereiding en uitwerking (voor de opleiding te rekenen als 1 uur individuele supervisie). In een groepje van drie bestaat een sessie uit minimaal 90 minuten aaneengesloten contacttijd en 15 minuten voorbereiding en uitwerking (voor de opleiding te rekenen als 1 uur individuele supervisie). Bij supervisie wordt ervan uitgegaan dat er tenminste 15 sessies bij eenzelfde supervisor worden gevolgd om een zinvol leerproces mogelijk te maken. Het methodisch en technisch leren handelen en het procesmatige verloop van diagnostiek en behandeling alsmede de reflectie over de attitude van de piog in relatie met cliënten of andere beroepsmatige contacten vormen de aandachtspunten van de supervisie. De supervisanten houden een verslag bij van de leerdoelen die ook in de halfjaarlijkse praktijkevaluatie worden opgenomen. Aan de supervisor Psychodiagnostiek en indicatiestelling worden door de Kamer Gezondheidszorgpsycholoog de volgende eisen gesteld: 1. Minimaal drie jaar geregistreerd als gz-psycholoog, en minimaal twee jaar fte werkervaring als zodanig. 2. In afwijking van het eerste lid kan supervisie inzake psychotherapeutische deeltechnieken ook worden gegeven door een psychotherapeut of psychiater met minimaal twee jaar fte werkervaring en aantoonbare ervaring op het betreffende gebied van de psychotherapie.
Studiegids gz-opleiding
Het praktijkonderwijs
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
3. 4. 5. 6.
Aantoonbare vakinhoudelijke expertise op het terrein waarop de supervisie betrekking heeft. Aantoonbare competenties op het gebied van begeleiding (bij voorkeur supervisie), verworven door ervaring en/of opleiding. Substantiële recente werkervaring in de patiëntenzorg. Bij voorkeur niet werkzaam binnen hetzelfde team als de piog.
Bovenstaande eisen gelden eveneens voor de supervisor Behandeling en overige taken. Het verdient bovendien de voorkeur dat deze supervisor is geregistreerd bij een specialistische psychotherapievereniging. Er dienen ten minste twee supervisoren bij de opleiding betrokken te zijn, waarbij het aandeel van één supervisor niet meer bedraagt dan 60 uur. Indien de beoogde supervisoren niet aan de bovengenoemde kwalificatie-eis voldoen, kan de praktijkopleider op basis van het curriculum vitae schriftelijk toestemming van de hoofdopleider vragen. Dit dient voor aanvang van de supervisie te geschieden. De hoofdopleider kan op basis van aangetoonde ervaring en deskundigheid een voorgestelde supervisor alsnog bevoegd verklaren. Daarbij dient goed gespecificeerd te zijn wat het bereik is van de dispensatie, bijvoorbeeld met betrekking tot het domein en de looptijd. De praktijkinstelling dient de functie van praktijkopleider/werkbegeleider en supervisor niet in een persoon te combineren. Dit om te voorkomen dat de beoordelende taak van de praktijkopleider conflicterend wordt met het belang van een veilig en vertrouwd leerklimaat tijdens de supervisie. Indien een dergelijke combinatie noodzakelijk is dient de hoofdopleider hiervan voor het begin van de opleiding op te hoogte te worden gesteld. Bij de begeleiding van de piog dienen tenminste 3 personen betrokken te zijn.
3.5
Plan praktijkopleiding (algemeen en specifiek) De planning van werkzaamheden, van de supervisie en werkbegeleiding voor de opleidingsduur wordt aan het begin van de opleiding door de praktijkopleider vastgelegd in een algemeen plan praktijkopleiding én een specifiek plan voor het eerste half jaar van de opleiding (zie bijlage). Deze plannen dienen uiterlijk één maand na aanvang van de opleiding ter goedkeuring aan de hoofdopleider te worden voorgelegd. Wijzigingen in het plan, bijvoorbeeld ten gevolge van langdurig verzuim van de piog of wisseling van supervisor, dienen altijd zo spoedig mogelijk ter goedkeuring voorgelegd te worden aan de hoofdopleider. Voor ieder half jaar wordt een specifiek plan praktijkopleiding ingevuld. In het plan praktijkopleiding worden leerdoelen opgenomen. Deze leerdoelen moeten SMART worden geformuleerd: Specifiek Meetbaar Acceptabel Realistisch Tijdgebonden Meer informatie over het SMART-formuleren van leerdoelen is te vinden in bijlage 3.7.1. Een digitale versie van de plannen kunnen praktijkopleiders en deelnemers aan de opleiding downloaden van onze website (www.spon-opleidingen.nl).
3.6
Praktijkverslag, beoordeling en vervolg opleidingsplan Het praktijkdeel van de opleiding wordt door de praktijkopleider, supervisor(s), werkbegeleiders en de piog door middel van een praktijkverslag (zie bijlage) elk half jaar beoordeeld. De verslagen moeten door de hoofdopleider worden goedgekeurd. Met het praktijkverslag wordt ook een nieuw specifiek plan praktijkopleiding voor het volgende half jaar ter goedkeuring aan de hoofdopleider voorgelegd. In het nieuwe plan worden leerdoelen geformuleerd op basis van de ontwikkelingen en beoordelingen in het praktijkverslag. De hoofdopleider geeft het uiteindelijke eindoordeel over het praktijkdeel van de opleiding. Een digitale versie van het praktijkverslag kunnen praktijkopleiders en deelnemers aan de opleiding downloaden van onze website. De praktijkverslagen en opleidingsplannen dienen steeds na 6 maanden ingeleverd te worden en ondertekend te zijn door de praktijkopleider(s) en de piog. De ervaring leert dat – in verband met de vakantieperiodes – vroegtijdig de verzameling van gegevens en de bespreking ervan moet worden gestart. Deelnemers die hun opleiding afronden en in aanmerking willen komen voor een diploma dienen op tijd hun laatste verslag te hebben ingeleverd. Voor deelnemers die de deeltijdvariant volgen geldt de regel dat zij het praktijkverslag en het bijbehorende plan praktijkopleiding de eerste twee jaar halfjaarlijks inleveren en voor het vervolg van de opleiding nog maar ééns per jaar.
Studiegids gz-opleiding
Het praktijkonderwijs
Academisch Centrum Sociale Wetenschappen RU
Inlevermomenten voor deelnemers aan de januari-opleiding: 1 augustus jaar 1 1 februari jaar 1 1 augustus jaar 2 1 december jaar 2 1 december jaar 3 of eerder indien einde opleiding (deeltijders) 1 december jaar 4 of eerder indien einde opleiding (deeltijders) Inlevermomenten voor deelnemers aan de september-opleiding: 1 maart jaar 1 1 september jaar 1 1 maart jaar 2 1 augustus jaar 2 1 augustus jaar 3 of eerder indien einde opleiding (deeltijders) 1 augustus jaar 4 of eerder indien einde opleiding (deeltijders)
Studiegids gz-opleiding
Het praktijkonderwijs