www.steunpuntiv.eu
PAPER NR. 19, SEPTEMBER 2014
HET POTENTIEEL VAN DE BELGISCHE DIENSTENEXPORT: EEN SECTORALE EN BILATERALE STUDIE
Joris Tielens Jan Van Hove
1
HET POTENTIEEL VAN DE BELGISCHE DIENSTENEXPORT: EEN SECTORALE EN BILATERALE STUDIE Joris Tielens (KU Leuven); Jan Van Hove (KU Leuven)
Abstract Deze studie analyseert het huidig en toekomstig potentieel van de Belgische dienstenexport. (i) Het eerste luik van de analyse bestaat uit een identificatie van het huidig Belgisch exportpotentieel. Hierbij vergelijken we de huidige gerapporteerde (i.e. werkelijke) bilaterale handelsstroom met een theoretische bilaterale handelsstroom die voortkomt uit een econometrisch model. De discrepantie tussen beide handelsstromen identificeert het exportpotentieel. Onze bevindingen wijzen op relatief sterke prestaties van Belgische dienstenaanbieders; de werkelijke handelsstromen komen doorgaans sterk overeen met de theoretische handelsstromen. Belgische dienstenleveranciers hebben echter nog een sterk groeipotentieel in de West-Europese markten. Vooral in enkele grote dienstensectoren kan de Belgische dienstenexport nog toenemen. (ii) Het tweede luik van dit rapport omhelst een beknopte simulatie van het toekomstig exportpotentieel. Hierbij analyseren we welke geografische afzetmarkten de meest interessante groeiperspectieven bieden. Een aanzienlijk groeipotentieel lijkt te bestaan in specifieke geografische markten; de West-Europese en NoordAmerikaanse markten bieden grote mogelijkheden aan Belgische ondernemingen, waardoor hun huidig belang nog zal toenemen. Ook de groeilanden in Oost-Europa, Zuid-Amerika en Azië bieden mooie perspectieven, maar hun relatief belang blijft ook in de nabije toekomst beperkt. Sleutelbegrippen Internationale handel; Bilaterale Dienstenhandel; België; Graviteitsmodel. Auteurs Jan Van Hove is professor in Europese en Internationale Economie aan de KU Leuven. Tevens is hij momenteel visiting professor aan de Université Libre de Bruxelles. Eerder was hij research fellow aan de University of Michigan, Ann Arbor en visiting professor aan de UC Louvain. Joris Tielens is doctoraatstudent onder leiding van Prof. dr. Jan Van Hove in de vakgroep Internationale Economie aan de KU Leuven. Adres voor correspondentie
[email protected] [email protected]
Disclaimer © (2014) by Jan Van Hove and Joris Tielens. All rights reserved. No portion of this paper may be reproduced without permission of the authors. Working papers are research materials circulated by their authors for purposes of information and critical discussion. They have not necessarily undergone formal peer review.
2
Lijst van gebruikte afkortingen BBP – Bruto Binnenlands Product EBOPS Classificatie - Extended Balance of Payments Services Classification EU – Europese Unie GATT – General Agreement on Tariffs and Trade IMF – International Monetary Fund OESO – Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling R&D - Research and Development (Onderzoek en ontwikkeling) TISP – Trade In Services by Partner country VN – Verenigde Naties V.S. – Verenigde Staten van Amerika V.K. – Verenigd Koninkrijk WTO – World Trade Organisation
3
Contents 1
Inleiding
2
Situering en beschrijving van de Belgische dienstenhandel 2.1 Gegevensbronnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2 Eigenschappen van de Belgische dienstenhandel . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2.1 Algemene eigenschappen van de Belgische dienstenhandel . . . . . . . 2.2.2 Sectorale structuur van de Belgische dienstenhandel . . . . . . . . . . . 2.2.3 Geografische structuur van de Belgische dienstenhandel . . . . . . . . . 2.2.4 Eigenschappen van “Andere Bedrijfsgerelateerde Diensten” en “Transport”
3
7 . . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
7 7 8 8 9 10 12
Identificatie en simulatie van het bilateraal en sectoraal potentieel van de Belgische dienstenhandel 3.1 Determinanten van de Belgische dienstenhandel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3.2 Identificatie van het huidig exportpotentieel van de Belgische dienstenexport . . . . . . . . . . . . 3.2.1 Huidig exportpotentieel van de Belgische dienstenaanbieders per afzetmarkt . . . . . . . . 3.2.2 Huidig exportpotentieel van de Belgische dienstenaanbieders per deelsector . . . . . . . . 3.2.3 Huidig exportpotentieel van de Belgische dienstenaanbieders per afzetmarkt en per deelsector 3.3 Simulatie van het toekomstig potentieel van de Belgische dienstenexport op basis van IMF groeivoorspellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
14 15 15 16 18 19
4
Conclusies en implicaties
22
5
Referenties
24
21
Appendix A Landen opgenomen in de analyse
25
Appendix B Dienstenclassificatie
27
Appendix C Het graviteitsmodel in de wetenschap
29
4
Managementsamenvatting EUROSTAT rapporteert dat de dienstensector in de meeste Europese lidstaten grosso modo 20% van de internationale handel vertegenwoordigt. Voor de meeste Europese lidstaten vertegenwoordigt de dienstensector evenwel meer dan 50% van het BBP. De kloof van 30 procentpunt suggereert dat voor vele landen aanzienlijke handelsbelemmeringen blijven bestaan. In deze studie analyseren we het huidig en toekomstig exportpotentieel van de Belgische dienstenaanbieders. Onze analyse bestaat uit de identificatie van het huidig exportpotentieel en een simulatie van het toekomstig exportpotentieel op basis van de verwachte economische groei op korte en middellange termijn. Onze resultaten uit de identificatie-analyse tonen aan dat de Belgische dienstenexporteurs momenteel relatief sterk presteren, in het bijzonder in Latijns-Amerika, Azië, Sub-Sahara Afrika en Oost-Europa. Dit wil zeggen dat zij presteren volgens de verwachtingen op basis van de economische eigenschappen van deze handelspartners en van onze onderlinge handelsrelatie. In de traditionele markten, in het bijzonder in de West-Europese markten, zijn onze exportprestaties zwakker. Dit is enerzijds verontrustend aangezien dit onze belangrijkste afzetmarkten zijn. Anderzijds geeft dit aan dat de Belgische dienstenexport nog sterk kan groeien in deze landen. Het grootste potentieel bevindt zich in enkele economisch belangrijke sectoren, met name Financiële dienstverlening, Telecommunicatie, Reisverkeer, Transport per Weg en Communicatie. Sterke exportprestaties, in vergelijking met de theoretische verwachtingen, stellen we vast in Post-en Koerierdiensten, Royalty’s en Licenties, R&D, Operationale Leasing en Constructie. Niettemin is het bijzonder opvallend dat in vele andere dienstenactiviteiten de Belgische dienstenexport sterk overeenkomt met de theoretisch verwachte export. Voor enkele belangrijke dienstencategoriën (zoals driehoekshandel en dienstverlening tussen verbonden ondernemingen) is geen bilaterale data voorhanden is, waardoor voor dergelijke sectoren geen uitspraken mogelijk zijn. Uit de simulatie van het toekomstig exportpotentieel - waarbij we rekening houden met de verwachte economische groei - blijkt dat onze huidige belangrijkste afzetmarkten mooie perspectieven bieden aan Belgische dienstenexporteurs. Vooral in absolute termen kan de Belgische dienstenexport nog sterk toenemen. Op korte termijn worden de groeiperspectieven binnen Europa echter duidelijk beperkt door de economische crisis (en traag herstel) waardoor het potentieel groter is op de Noord-Amerikaanse en Canadese markt (waar het herstel sneller verloopt). Deze bevinding geeft ook het belang aan van diepgaande handelsakkoorden met Canada (CETA) en met de V.S. (TTIP) om deze mogelijkheden maximaal te benutten. In procentuele termen is het groeipotentieel het grootst in de opkomende economieën dankzij hun verwachte sterke groeiprestaties die de vraag naar onder andere Belgische diensten zullen doen toenemen. Het relatief belang van de opkomende economieën voor de Belgische dienstensector blijft echter bescheiden. Uit deze bevindingen blijkt dat het noodzakelijk blijft voor beleidsmakers om vooral de toegang tot de traditionele markten te faciliteren. Deze markten zijn vandaag absoluut niet verzadigd en bieden nog steeds het beste groeipotentieel aan Belgische dienstenexporteurs. Op sectoraal vlak beschikken diverse bedrijfsgerichte diensten over een mooi potentieel, in het bijzonder financiële dienstverlening, telecommunicatie en communicatie, maar ook transport- en reisgerelateerde diensten.
5
Vooraf Het Steunpunt Buitenlands Beleid, Internationaal Ondernemen en Ontwikkelingssamenwerking streeft ernaar om via nieuw onderzoek de Vlaamse regering en administratie te adviseren omtrent recente uitdagingen in deze domeinen voor Vlaanderen. Deze studie binnen de pijler Internationaal Ondernemen van het Steunpunt omvat een macroeconomische studie naar het huidig en toekomstig handelspotentieel van de Belgische dienstenexporteurs. Deze macroeconomische studie gaat concreet na in welke mate Belgische dienstenaanbieders (on)voldoende gebruik maken van hun exportmogelijkheden, die worden berekend op basis van een economisch model. Voorafgaand aan deze studie bracht het Steunpunt reeds in kaart op welke manier de liberalisering van diensten leidde tot het aanbieden van diensten door Belgische ondernemingen op de internationale markten en hoe performant België hierin is in vergelijking met de belangrijkste handelspartners (Belderbos et al. (2013)). Deze studie bouwt hierop voort door voor specifieke markten en specifieke (gedetailleerde) dienstensectoren het handelspotentieel te berekenen. Naast de berekening van het handelspotentieel op korte termijn, wordt ook een prognose gemaakt voor de nabije toekomst, waarbij in het bijzonder rekening wordt gehouden met de verwachte economische groei in de wereldwijde afzetmarkten. Gelijktijdig met deze studie worden indicatoren ontwikkeld die aangeven welk deel van de Belgische dienstenhandel Vlaams is (Lecocq et al. (2014)). Door de combinatie van inzichten uit deze laatste studie en de voorliggende onderzoekspaper zal in de toekomst tot slot een studie worden uitgevoerd die het handelspotentieel van Vlaamse dienstenexporteurs berekent. Deze studie zal - omwille van databeschikbaarheid en dataconfidentialiteit beperkt zijn qua bestemmingsmarkten, sectoren en beperkt in de tijd. In die zin is deze macroeconomische studie omtrent het exportpotentieel van de Belgische dienstenaanbieders de meest volledige benadering van de Vlaamse economische realiteit op het vlak van de dienstenexport. De auteurs bedanken de leden van de werkgroep ‘Internationaal Ondernemen’ van het Steunpunt Buitenlands Beleid, Internationaal Ondernemen en Ontwikkelingssamenwerking voor hun feedback op een eerdere versie van dit onderzoeksrapport. Dit onderzoeksrapport kwam tot stand dankzij de financiële steun van de Vlaamse Overheid.
6
1
Inleiding
Tijdens de voorbije decennia heeft de wereldeconomie een aantal veranderingen ondergaan die er toe hebben geleid dat de dienstensector zich in vele landen zeer snel heeft ontplooid: 1. De ontwikkeling van telecommunicatie en informatica heeft aanleiding gegeven tot een hele reeks nieuwe diensten: computerdiensten, de ontwikkeling van elektronisch bankieren, e-learning, etc. Bovendien zorgden deze technologische ontwikkelingen voor een grotere verhandelbaarheid van diensten in het algemeen. 2. De liberalisering van de dienstenhandel onder impuls van de Wereldhandelsorganisatie (via GATT) en binnen de Europese Unie via de sectorale dienstenrichtlijnen gevolgd door de Europese Dienstenrichtlijn (2006) heeft een stimulans gegeven aan grensoverschrijdende dienstenactiviteiten. Bovendien maakt de liberalisering van de dienstenhandel meer en meer deel uit van nieuwe vrijhandelsakkoorden (Fink & Monlinuevo, 2007). 3. De snelle economische groei en de dynamische handelsexpansie van de laatste decennia heeft als rechtstreeks gevolg gehad dat ondersteunende diensten (zoals financiële diensten, transport, verzendingsdiensten) en allerlei andere bedrijfsdiensten (zoals consultancy, juridisch advies, verzekeringen, etc.) zich eveneens heel sterk hebben ontwikkeld. Als gevolg van deze ontwikkelingen is de dienstensector nu een belangrijk onderdeel geworden van de Europese economie. EUROSTAT1 rapporteert dat de dienstensector in de meeste EU lidstaten meer dan 50% van het BBP vertegenwoordigt. Het aandeel van diensten in de internationale handel bedraagt echter maar 20%. De cijfers suggereren dat voor vele landen aanzienlijke handelsbelemmeringen blijven bestaan waardoor de internationale dienstenhandel zijn potentieel mogelijk niet volledig benut. Dit onderzoeksrapport bestudeert dit potentieel voor de Belgische dienstenexport. Hierbij maken we gebruik van een relatief nieuwe database rond internationale dienstenhandel, de zogenaamde TISP database. Deze database laat toe een onderscheid te maken tussen het potentieel in diverse geografische markten en het potentieel van diverse specifieke dienstenactiviteiten. Binnen het geografisch perspectief, analyseren we in welke mate Belgische dienstenaanbieders voldoende of onvoldoende actief zijn op bestaande geografische markten. Binnen het sectorale perspectief berekenen we het potentieel van een groot aantal specifieke dienstenactiviteiten. We berekenen het handelspotentieel op basis van enkele econometrische simulaties2 . Tot op heden werd nooit een dergelijke gedetailleerde studie per afzetmarkt en per deelsector uitgevoerd. Helaas laat de database niet toe om een opsplitsing te maken naar regionale dienstenhandel. Bijgevolg beperkt deze studie zich tot een simulatie voor de totale Belgische handel. De specifieke implicaties voor de Vlaamse dienstenhandel zijn hoogstwaarschijnlijk zeer gelijkaardig, hoewel er afwijkingen kunnen zijn in bepaalde markten of voor bepaalde deelsectoren. In de mate van het mogelijke zal dit in een vervolgstudie worden nagegaan. Dit rapport is als volgt opgedeeld. In sectie 2 wordt een overzicht gegeven van de Belgische dienstenexport. We staan stil bij zowel de bestemming van de Belgische dienstenexport als de samenstelling ervan. Tevens gaan we na of er bepaalde evoluties vast te stellen zijn. Sectie 3 stelt de simulatiemethodologie voor, waarbij we voortbouwen op de econometrische schatting van een graviteitsmodel. Tevens geeft deze sectie een overzicht van de belangrijkste simulatiebevindingen. Sectie 4 omvat conclusies en beleidsimplicaties.
2
Situering en beschrijving van de Belgische dienstenhandel
In deze sectie bespreken we enkele algemene eigenschappen van de Belgische dienstenhandel. Vooreerst geven we een beknopte toelichting bij de gebruikte data.
2.1
Gegevensbronnen
Het cijfermateriaal in deze beleidsnota steunt voornamelijk op de TISP database van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Een vergelijking met gelijkaardige gegevensbronnen (zoals gepubliceerd door o.a. EUROSTAT, IMF, WTO, VN) leert ons dat de TISP database het meest uitgesponnen is in drie dimensies: 1 European 2 Om
Union International Trade in Services. (2007). European Commission. de leesbaarheid te bevorderen worden technische details steeds naar de appendix verwezen.
7
1. Het tijdsraam: De database beslaat de periode 2002-2012. Voor sommige landen zijn zelfs oudere gegevens beschikbaar. Dit laat toe om belangrijke evoluties vast te stellen en de impact van bepaalde gebeurtenissen, bijvoorbeeld de wereldwijde financieel-economische crisis, te meten. In dit rapport focussen we vooral op de meest recente data voor België, namelijk het jaar 2011, maar we geven wel aan wanneer er belangrijke dynamieken hebben plaatsgevonden gedurende de voorgaande jaren. 2. Het aantal handelspartners: De database geeft de bilaterale dienstenstromen weer (uitgedrukt in U.S. dollar) tussen de 34 OESO landen en 211 economische entiteiten (waaronder de 34 OESO landen, niet-OESO landen, continenten, internationale organisaties, etc.). Onze analyse betreft enkel handel tussen soevereine staten. De volledige lijst van soevereine staten kan worden geraadpleegd in appendix A. 3. De disaggregatie van de totale handelsstroom: De totale bilaterale dienstenstroom wordt uitgesplitst in categorieën conform de EBOPS 2002 classificatie. Deze deelt de totale dienstenhandel op in twaalf categorieën. Elke categorie wordt op haar beurt verder ingedeeld in subcategorieën. De volledige classificatie (boomstructuur) kan worden geraadpleegd in appendix B. De twaalf categorieën zijn: (a) (b) (c) (d) (e) (f) (g) (h) (i) (j) (k) (l)
Transport Reisvervoer Communicatie Constructie Verzekeringen Financiële dienstverlening Computer en Informatie diensten Royalties en Licenties Andere bedrijfsgerelateerde diensten Andere commerciële diensten Persoonlijke, culturele en recreationele uitgaven Overheid
Hoewel de OESO de integriteit van haar database tracht te waarborgen en de reikwijdte van het gerapporteerd cijfermateriaal periodiek wordt verbreed, blijven veel bilaterale handelsstromen blanco. De afwezigheid van een gerapporteerde dienstenstroom betekent evenwel niet dat er geen handel plaatvond. Sommige handelsstromen zijn zeer klein en economisch niet significant. Zij worden afgerond naar nul. Sommige handelsstromen (voornamelijk met betrekking tot niet-OESO landen en met betrekking tot specifieke dienstencategorieën) zijn vertrouwelijk en worden automatisch tot nul herleid. In de analyse houden we met deze fenomenen rekening. Verder voorziet de OESO een uitgebreide handleiding die de TISP database ondersteunt (OESO, 2013). Deze bevat (i) een toelichting over het proces van de dataverzameling, (ii) concordantietabellen (met andere dienstenclassificaties), (iii) gestandardiseerde definties, (iv) verduidelijkingen van de verschillende dienstencategorieën, etc. We verwijzen de lezer naar deze officiële gegevensbron voor meer informatie omtrent deze onderwerpen.
2.2
Eigenschappen van de Belgische dienstenhandel
In deze subsectie geven we een bondig overzicht van de belangrijkste eigenschappen van de Belgische dienstenhandel. We focussen hierbij op de meest recente data die voor België beschikbaar zijn, namelijk het jaar 2011. Na enkele algemene vaststellingen (paragraaf 2.2.1), verdiepen we de analyse, achtereenvolgens op het niveau van de twaalf exportcategorieën (paragraaf 2.2.2) en voor de belangrijkste exportbestemmingen (paragraaf 2.2.3). In paragraaf 2.2.4 splitsen we de heterogene exportcategorieën uit paragraaf 2.2.2 op om een genuanceerder beeld te krijgen. 2.2.1
Algemene eigenschappen van de Belgische dienstenhandel
In 2011 exporteerde (importeerde) België in totaal $ 95,481 miljard ($91,302 miljard) aan diensten. Dat bedrag vertegenwoordigde 18,5% (17,7%) van het totale BBP. Figuur 1 toont vergelijkende cijfers voor de overige OESO landen. Inzake het aandeel van de dienstenexport (% BBP) noteren we dat België de zesde plaats bekleedt, na Luxemburg (niet weergegeven), Ierland, Estland, Israël en Denemarken (figuur 1a). In absolute termen bestaat de top drie uit de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Duitsland (figuur 1b). België bekleedt plaats elf. We stellen bovendien vast dat onderstaande rangschikking in grote mate stabiel is sinds 2002. Al stellen we voor België – in vergelijking met 2002 – een terugval vast van plaats vijf (inzake % BBP) en plaats tien (inzake nominaal USD). 8
Aandeel Export/Import (% GDP) .1 .2 .3 .4 .5
ISL EST SVK SVN NZL MEX HUN CZE PRT ISR FIN POL GRC TUR AUT DNK SWE KOR BEL CHE ITA IRL NLD ESP JPN FRA DEU GBR USA
MEX JPN USA ITA TUR NZL SVK POL DEU FRA KOR ESP CZE ISR PRT FIN GBR SVN GRC SWE CHE AUT HUN NLD BEL DNK ISL EST IRL
0
0
Export (% BBP)
Export/Import Diensten (Nominaal, 2011)
Export/Import diensten (miljoen U.S. Dollar) 200000 400000 600000
Aandeel Export/Import (% GDP)
Import (% BBP)
Export ($)
(a)
Import ($)
(b)
Figuur 1: Situering Belgische dienstenexport. Het aandeel van de dienstenexport in de totale export (%) is evenwel minder constant. De nominale daling van de dienstenexport in 2011 (4,16%) tegenover de stijging van de goederenuitvoer (+13%) betekende een daling in het aandeel van diensten in de totale Belgische buitenlandse handel in 2011. De goederenexport vertegenwoordigde 77,8% van de Belgische export, terwijl de dienstensector de resterende 22,14% voor haar rekening nam. Inzake het aandeel van diensten in onze totale export betekent dit een daling van liefst 2,5 procentpunt tegenover 2010, toen 24,66% van alle Belgische uitvoer nog uit diensten bestond. In crisisjaar 2009 lag de verhouding tussen goederen en diensten nog anders: doordat de dienstenexport tijdens dat jaar nog met 2,5% groeide, terwijl de export van goederen een klap kreeg van 20,4%, maakten diensten toen zelfs meer dan een kwart (25,32%) uit van de Belgische totaalexport. Het belang van de dienstenhandel in de totale Belgische handel is dus beperkt, maar tegelijk volatiel en onderhevig aan internationale schokken, zowel in positieve als in negatieve zin. Bijgevolg is het belangrijk te weten hoe de Belgische dienstenhandel de komende jaren verder zal evolueren rekening houdend met globale economische evoluties. 2.2.2
Sectorale structuur van de Belgische dienstenhandel
Tabel 1 geeft een overzicht van de structuur van de Belgische dienstenexport. We volgen hierbij de structuur vooropgesteld in subsectie 2.1. We noteren dat de samenstelling relatief stabiel is gebleven doorheen recente jaren (ook in vergelijking met eerdere, niet gerapporteerde, jaren3 ). De heterogene groep “Andere Bedrijfsgerelateerde Diensten” vertegenwoordigde 35.45% van de totale dienstenexport, gevolgd door “Transport” (27,47%) en “Reisverkeer” (12,20%). Figuur 2 geeft een grafische voorstelling van de structuur van de Belgische dienstenexport en verschaft dezelfde informatie over het OESO gemiddelde. Tabel 1: Structuur dienstenexport (2002-2011). Linkerkolom: nominale bedragen in mio. U.S. Dollar. Rechterkolom: % Totale dienstenexport. Export Totale Diensten Transport Reisverkeer Communicatie Constructie Verzekeringen Fincanciële diensten Computer en informatie diensten Royalties en Licenties Andere Bedrijfsgerelateerde diensten Pers., culturele en ontspanning Overheid
3 Lecocq
2002 37696 100% 8612 23% 6886 18% 1713 5% 1307 3% 497 1% 2209 6% 1778 5% 651 2% 12227 32% 287 1% 1525 4%
2003 44601 100% 9917 22% 8174 18% 1857 4% 1954 4% 738 2% 2536 6% 2128 5% 883 2% 14694 33% 365 1% 1348 3%
2008 91803 100% 28836 31% 11733 13% 3975 4% 2330 3% 1259 1% 3539 4% 3622 4% 1510 2% 30283 33% 577 1% 2165 2%
et al. (2014) gaan dieper in op kalenderjaar 2005.
9
2009 86375 100% 21700 25% 10196 12% 4036 5% 2550 3% 1247 1% 3920 5% 4050 5% 2501 3% 32407 38% 643 1% 1899 2%
2010 91664 100% 26219 29% 10357 11% 4125 5% 2681 3% 1109 1% 3349 4% 4016 4% 2341 3% 33657 37% 660 1% 1811 2%
2011 95481 100% 26227 27% 11650 12% 4526 5% 2812 3% 1206 1% 3822 4% 4864 5% 2578 3% 33846 35% 747 1% 2092 2%
35.45% 23.46%
27.47%
27.31% 6.46%
5.09%
4.74%
2.38%
5.70%
4.00%
3.21%
5.62%
2.95%
2.70%
1.03%
2.29%
2.19%
1.26%
0.28%
1.29%
1.16%
0.78%
12.20%
.3 .2 ie t
N
Pe rs
oo nl ijk e,
cu ltu re le
en
re cr
ea tio ne le to di eg en ew st ez en en di en st Ve en rz ek er in ge n R oy O ve al tie rh s ei en d Li ce nc Fi ie na s C nc on ië st le ru di ct en ie C st om C ve om m r l un en pu ic in te at g re ie n d in ie fo ns rm te n at ie di en s An te n de R ei re sv Be er dr ke ijf er sg Tr er el an at s ee po rd rt e di en st en
0
.1
23.89%
OESO
.4
Belgium
Figuur 2: Structuur totale dienstenexport België en OESO (2011) Figuur 2 leert ons dat de samenstelling van de totale Belgische dienstenexport aanzienlijk verschilt van het OESO gemiddelde. We noteren dat het belang van de transportsector verschillend is (27,47% vs. 23,89% OESO) en de doorgaans kennisintensieve “Andere Bedrijfsgerelateerde Diensten” ook een beduidend meer prominente plaats innemen (35,44% vs. 23,45% OESO). Het omgekeerde geldt voor “Reisverkeer” (12,2% vs. 27,31% OESO). De overige categorieën nemen een relatief gelijkaardige proportie aan. De belangrijke rol van de transportsector weerspiegelt de logistieke functie die België vervult binnen West-Europa. Ook het hoge aandeel “Andere Bedrijfsgerelateerde Diensten” en “Communicatie” weerspiegelt de handelsopenheid van de Belgische economie. De omvang van de categorie “Andere Bedrijfsgerelateerde Diensten” wordt in belangrijke mate gedreven door dienstverlening tussen dochterondernemingen. Samen met de categorie “Royalties en Licenties” illustreert dit de belangrijke aanwezigheid van buitenlandse multinationale ondernemingen in België (cf. Belderbos et al., 2013). We stippen evenwel aan dat de vergelijking met het OESO gemiddelde geen waardeoordeel inhoudt. Zo is de stelling “België presteert slechter in Reisverkeer dan het OESO gemiddelde” foutief. De performantie van de Belgische sectoren inzake export dient beoordeeld te worden met behulp met een andere maatstaaf m.n. de theoretische handelsstroom. We komen hier later op terug in subsectie 3.2. 2.2.3
Geografische structuur van de Belgische dienstenhandel
Tabel 2 illustreert welke de belangrijkste afzetmarkten zijn voor de twaalf bovenstaande categorieën in 2011. We zien dat de top-5 van de belangrijkste handelspartners inzake de totale diensten bestaat uit Frankrijk, Nederland, de Verenigde Staten (V.S.), het Verenigd Koninkrijk (V.K.) en Duitsland. Voor de hoofdcategorieën krijgen we steeds een permutatie van deze afnemers met af en toe de aanwezigheid van o.a. Luxemburg en Zwitserland. Figuur 3a illustreert Tabel 2: Top 5 afnemers Belgische dienstenexport (2011). Sector Totale Diensten Transport Reisverkeer Communicatie Constructie Verzekeringen Financiële diensten Computer en informative diensten Royalties en Licenties Andere Bedrijfsgerelateerde diensten Pers., culturele en ontspanning Overheid Niet toegewezen diensten
1 Frankrijk Frankrijk Frankrijk V.S. Nederland V.K. V.K. V.K. Frankrijk V.S. Nederland V.S. Nederland
2 Nederland Nederland Nederland V.K. Frankrijk Frankrijk Luxemburg Nederland Duitsland Frankrijk Luxemburg Spanje Frankrijk
10
3 V.S. Duitsland Duitsland Nederland V.K. Nederland V.S. Frankrijk Nederland Nederland Zwitserland Duitsland
4 V.K. Zwitserland Luxemburg Zwitserland Duitsland Duitsland Frankrijk Duitsland V.K. V.K. V.S. V.K.
5 Duitsland V.K. V.K. Italië Luxemburg Zwitserland Nederland V.S. Zweden Zwitserland V.K. Spanje
grafisch het procentueel aandeel van elk land in de totale dienstenexport van België in 2011. We noteren dat Frankrijk verantwoordelijk is voor 13,94% van de totale Belgische dienstenexport; gevolgd door Nederland (12,58%); de V.S. (9,39%); het V.K. (9,13%); Duitsland (8,63%). Belgische dienstenaanbieders zijn dus vooral actief binnen de Europese markt en in de Verenigde Staten. Dit zwaartepunt op nabijgelegen handelspartners was ook reeds aanwezig in 2002, zoals figuur 3b aantoont. De export naar opkomende economieën (bv. Brazilië, Rusland, India en China) blijft echter opvallend beperkt. De geringe aanwezigheid in deze groeimarkten hypothekeert mogelijk de toekomstige exportgroei. Andere OESO landen (zoals Denemarken, Ierland, Nederland, Finland of Zweden) blijken minder afhankelijk van de Europese markt (zie Belderbos et al., 2013)
0% - 0.1% 0.1% - 0.5% 0.5% - 1% 1% - 1.5% 1.5% - 2% 2% - 5% 5% - 10% 10% - 20% Onbekend
(a) Aandeel in de totale dienstenexport (2011)
0% - 0.1% 0.1% - 0.5% 0.5% - 1% 1% - 1.5% 1.5% - 2% 2% - 5% 5% - 10% 10% - 20% Onbekend
(b) Aandeel in de totale dienstenexport (2002)
Figuur 3: Aandeel in totale Belgische dienstenexport.
11
2.2.4
Eigenschappen van “Andere Bedrijfsgerelateerde Diensten” en “Transport”
Vermits “Andere bedrijfsgerelateerde diensten” en “Transport” beide belangrijke deelsectoren zijn van de Belgische dienstenhandel én ze bovendien heterogene categorieën zijn, is het zinvol deze categorieën in meer detail te bekijken. Op basis van zeer gedetailleerde data kunnen we nagaan welke de dominante subcategorieën zijn (tabel 3). Zo stellen we vast dat de omvang van de transportsector voornamelijk gedreven wordt door maritiem transport. Het aandeel van transport via waterwegen in het achterland en per spoor spelen slechts een marginale rol. Dienstverlening tussen verbonden dochterondernemingen (die niet onder andere categorieën kunnen worden gecategoriseerd) is de dominante categorie onder de bedrijfsgerelateerde diensten, gevolgd door (i) driehoekshandel (ii) reclame, (iii) marktonderzoek en opiniepeilingen en (iv) R&D. Opnieuw blijkt dat er weinig dynamische verschuivingen hebben plaatsgevonden sinds 2002. Tabel 3: Structuur “Tansport” en “Andere Bedrijfsgerelateerde Diensten” 2011 Export Transport Maritiem Transport (Passagiers, Vracht, Andere) Lucht Transport (Passagiers, Vracht, Andere) Transport (Passagiers, Vracht, Andere) Weg Transport (Passagiers, Vracht, Andere) Binnenwater Transport Diverse Transport Diensten Andere Bedrijfsgerelateerde diensten Driehoekshandel en andere met handel verbonden diensten Verhuur van transportmaterieel en andere goederen Juridische dienstverlening Accounting, Auditing & Tax diensten Business en Management consulting en PR Reclame, marktonderzoek en opiniepeilingen Onderzoek en ontwikkeling (R&D) Architecten-,ingenieurs-en andere technische diensten Land-mijnbouw en plaatselijke verwerking Andere Commerciële Diensten Niet elders vermelde diensten tussen verbonden ondernemingen
2002 100% 38,67% 11,17% 2,35% 21,05% 0,01% 26,75% 100% 21,58% 1,24% 15,45% 6,47% 6,56% 0,91% 2,26% 35,15%
2003 100% 36,04% 11,70% 1,69% 22,44% 0,01% 28,12% 100% 16,57% 1,54% 17,75% 8,29% 6,88% 1,03% 2,83% 34,81%
2008 100,00% 41,17% 12,00% 2,50% 13,84% 1,19% 29,29% 100,00% 28,54% 1,88% 1,43% 1,21% 5,38% 9,94% 9,57% 4,97% 1,40% 1,18% 34,51%
2009 100,00% 38,01% 12,19% 2,53% 15,63% 1,07% 30,57% 100,00% 23,74% 2,08% 1,89% 1,34% 7,06% 10,58% 13,07% 3,80% 1,17% 1,71% 33,56%
2010 100,00% 39,23% 8,61% 2,55% 17,09% 1,21% 31,31% 100,00% 18,63% 2,55% 1,90% 1,75% 8,40% 13,24% 10,56% 4,55% 1,59% 1,80% 35,04%
2011 100,00% 40,13% 8,79% 1,89% 17,74% 1,30% 30,14% 100,00% 17,33% 2,70% 1,75% 1,93% 8,14% 12,22% 11,04% 5,13% 1,13% 1,72% 36,93%
Tabel 4 geeft de top-5 afzetmarkten weer. Ook in deze subcategorieën keren dezelfde afnemers steeds weer. De afnemers net buiten de top-5 zijn echter vaak opvallend divers. Het gaat doorgaans over grote andere EU landen (Italië/Spanje), Oost-Europese landen (zoals Polen/Tsjechië) en Aziatische landen (China/Japan). Zie ook Lecocq et al. (2014) voor een complementaire analyse. De laatste kolom in tabel 4 geeft weer welke plaats België bekleedt inzake de totale nominale export per subcategorie. De algemene vaststelling is dat België het – gezien haar bescheiden nominale omvang – goed doet op wereldvlak. Inzake (i) Business Management en Consulting; (ii) Reclame, Marktonderzoek en Opiniepeilingen; (iii) Juridische diensten; (iv) Transport per spoor en (v) Communicatie bekleedt België een plaats in de top-5 binnen de OESO. Wanneer we overigens de vergelijking maken met pre-crisisjaar 2007 stellen we vast dat België in de meeste subsectoren vooruitgang boekt op het wereldtoneel.
12
Tabel 4: Top vijf afnemers subcategorieën. 2011 Export Hoofdcategorie Constructie Financiële dienstverlening Verzekeringen Reisverkeer Persoonlijk, cultureel en recreationele diensten Computer & Informatie Andere Bedrijfsgerelateerde Diensten
13 Communicatie Transport
Subcategorie
Computer Diensten Informatie diensten Juridische diensten Accounting, Auditing & Tax diensten Business en Management consulting en PR Operationele Leasing diensten Research and Development (R&D) Reclame, Marktonderzoek en Opiniepeilingen Architectuur, ingenieurs en andere technische diensten Land mijnbouw en plaatselijke verwerking Telecommunicatie Post en koerierdiensten Transport ter zee Transport ter lucht Transport ter weg Transport per spoor
1 Nederland V.K. V.K. Frankrijk Nederland U.K. V.S. V.S. Nederland V.K. Frankrijk V.S. Nederland Frankrijk Frankrijk Frankrijk V.S. Frankrijk V.K. Nederland Frankrijk
Top 5 afnemers Belgische export 2 3 4 Frankrijk V.K. Duitsland Luxemburg V.S. Frankrijk Frankrijk Nederland Duitsland Nederland Duitsland Luxemburg Luxemburg Zwitserland V.S. Nederland Frankrijk Duitsland Frankrijk V.K. Duitsland V.K. Nederland Frankrijk Frankrijk V.S. V.K. V.S. Frankrijk Duitsland Nederland V.K. Duitsland Frankrijk V.K. Japan Duitsland Frankrijk Zwitserland Nederland Duitsland V.S. Nederland Luxemburg Duitsland Nederland V.S. Zwitserland Nederland Zwitserland Italië Zwitserland Duitsland Nederland Frankrijk Zwitserland Nederland Frankrijk Duitsland V.K. Zwitserland Duitsland Nederland
5 Luxemburg Nederland Zwitserland V.K. V.K. V.S. Nederland Luxemburg Duitsland Zwitserland Zwitserland Duitsland V.K. V.K. V.K. Italië Spanje V.S. Luxemburg Zwitserland Luxemburg
2011 7 10 13 15 11 7 4 4 7 5 9 7 5 9 8 5 4 8 16 6 4
2007 11 11 13 15 14 9 9 7 10 8 15 11 5 20 6 5 5 8 14 6 4
3
Identificatie en simulatie van het bilateraal en sectoraal potentieel van de Belgische dienstenhandel
In deze sectie identificeren en simuleren we het huidig en toekomstig potentieel van de Belgische dienstenhandel. Meer bepaald gaan we na welk potentieel Belgische dienstenexporteurs (niet) hebben in specifieke geografische markten en in specifieke dienstenactiviteiten. Naast de identificatie van het huidig exportpotentieel op basis van de huidige economische situatie (subsectie 3.2), simuleren we in subsectie 3.3 ook het toekomstig exportpotentieel rekening houdend met de economische groeivooruitzichten van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). We onderstrepen reeds nu al dat de termen “huidig (export)potentieel” (gebruikt in subsectie 3.2) en “toekomstig (export)potentieel” (gebruikt in subsectie 3.3) geen analoge interpretatie hebben. Voor de identificatie- en simulatieoefening maken we gebruik van econometrische schattingen van een graviteitsmodel. Dergelijke graviteitsmodellen zijn een populaire methodologie in empirisch onderzoek in het vakgebied internationale handel dankzij hun stevige theoretische onderbouw en hun vermogen om met grote betrouwbaarheid bilaterale en sectorale handelsstromen in kaart te brengen. Concreet kwantificeert een graviteitsmodel de impact van verscheidene structurele economische variabelen op de omvang van de bilaterale dienstenexport (voor meer details inzake dit model, zie Appendix C)4 . Van zodra een graviteitsmodel is geschat laat het dan ook toe een antwoord te bieden op verschillende beleidsvragen: Hoe gevoelig zijn de verschillende sectoren aan het economisch klimaat in een (geografische) afzetmarkt? Laat België exportpotentieel onbenut? Voor welke sectoren zijn welke afzetmarkten interessant in de toekomst? Binnen deze analyse beschouwen we de Belgische dienstenexport naar alle landen (evenwel onder voorbehoud van databeschikbaarheid). Voor het sectorale perspectief focussen we op de categorieën/subcategorieën die in onderstaande lijst met een asterisk(*) zijn aangeduid. Deze selectie wordt bepaald door de beschikbaarheid van de data. Deze categorieën vertegenwoordigen in 2011 meer dan 80% van de totale bilaterale dienstenexport. (i) Computer & Informatie diensten a. Computer diensten* b. Informatieverschaffing* (ii) Andere Bedrijfsgerelateerde Diensten a. Juridische diensten* b. Accounting, Auditing & Tax diensten* c. Business en Management consulting en PR* d. Operationele Leasing diensten* e. Research and Development (R&D)* f. Reclame, Marktonderzoek en Opinipeilingen* g. Architectuur, ingenieurs en andere technische diensten* h. Land-en mijnbouw en plaatselijke verwerking.* (iii) Communicatie a. Telecommunicatie* b. Post en koerierdiensten* (iv) Transport a. Transport ter zee* b. Transport ter lucht* c. Transport ter weg* d. Transport per spoor* (v) Constructie* (vi) Financiële dienstverlening* 4 Enkele
van de variabelen die wij opnemen zijn:
1. De economische omvang van de exporteur. Hoe groter de exporteur, hoe groter de bilaterale handelsstroom. 2. De economische omvang van de importeur. Hoe groter de importeur, hoe groter de bilaterale handelsstroom. 3. De geografische afstand. Hoe verder de landen van elkaar gescheiden zijn, hoe kleiner de bilaterale handelsstroom. 4. Gemeenschappelijke grens. Een gemeenschappelijke grens bevordert de bilaterale handelsstroom. 5. De taal. Een gemeenschappelijke taal bevordert de dienstenhandel. 6. Koloniaal verleden. Een (historisch) koloniale geschiedenis (bv. Een gemeenschappelijke kolonie, gemeenschappelijke kolonisten, etc.) kan de huidige handelsstroom positief beïnvloeden.
14
(vii) Verzekeringen* (viii) Reisverkeer* (ix) Persoonlijk, cultureel en recreationele diensten a. Audiovisuele en aanverwante diensten* (x) Royalty’s en Licenties*
3.1
Determinanten van de Belgische dienstenhandel
In deze sectie illustreren we op een visuele manier hoe gevoelig de Belgische dienstenexport in bepaalde sectoren is ten aanzien van (i) het economisch klimaat in de afzetmarkt, (ii) de geografische afstand tussen exporteur & importeur en (iii) de aanwezigheid van een gemeenschappelijke taal tussen België en de exportmarkt. De lezer zal terecht opmerken dat deze variabelen niet door beleid kunnen worden gestuurd. De analyse geeft evenwel een inzicht in de mate waarin het belang van deze drie exportdeterminanten op de omvang van de export verschilt tussen de verschillende sectoren.
Accounting, auditing, boekhouden en tax consultancy Architecten-, ingenieurs- en andere technische diensten Audivisuele en aanverwante diensten Business, Management consulting and PR Communicatie Computer diensten Computer en Informatie diensten Constructie Educatieve diensten Financiële dienstverlening Informatieverschaffing Juridische diensten Land- mijnbouw en plaatselijke verwerking Operationele leasing Reclame,marktonderzoek en opiniepeilingen Reisverkeer Research and development Royalty's en Licenties Telecommunicatie Totale diensten Transport Transport per spoor Transport ter lucht Transport ter weg Transport ter zee Uitgaven gezondheidszorg Verzekeringen -1
-0.5
0
BBP Importeur Gemeenschappelijke Taal
0.5
1
1.5
Afstand Expoteur/Importeur
Figuur 4: Determinanten van de Belgische dienstenhandel per deelsector. Figuur 4 geeft een overzicht van de mate waarin deze factoren de Belgische dienstenhandel bepalen. De interpretatie van figuur 4 is als volgt: de punten links (rechts) van de rode lijn geven weer in welke mate de betrokken determinant een negatieve (positieve) impact heeft op de Belgische export in elke dienstenactiviteit, gemiddeld over alle exportbestemmingen. We stellen vast dat alle punten inzake de geografische afstand in het negatieve segment liggen. Dit betekent dat de Belgische dienstenexport in alle dienstenactiviteiten kleiner is naarmate de handelspartner zich verder bevindt. Een gemeenschappelijke taal en een groter BBP van de importeur bevordert de Belgische nominale export naar deze partner. Algemeen stellen we vast dat voor een gelijk BBP van de importeur en een gemeenschappelijke taal, een grotere afstand met de handelspartner weinig belemmerend werkt voor (i) “Research and Development” en (ii) “Educatieve diensten”. Voor “Reisverkeer” geldt het omgekeerde: een grote geografische afstand werkt hier relatief belemmerend. We noteren verder dat een taalverschil in de “Transportsector” een kleinere barrière vormt dan in “Persoonlijke, culturele en ontspanningsdiensten”, “Reisverkeer” en “Verzekeringen”. De grootte van de exportmarkt heeft een positief effect op alle dienstenactiviteiten. De verschillen tussen deelsectoren zijn beperkt, maar de grootte van de exportmarkt heeft vooral een positief effect op diensten als (i) “Reisverkeer”, (ii) “Communicatie” en (iii) “Transport per Spoor”.
3.2
Identificatie van het huidig exportpotentieel van de Belgische dienstenexport
Een graviteitsmodel laat ons toe de theoretische handelsstroom te bepalen. De theoretische handelsstroom is de exportstroom (uitgedrukt in dollar) die we verwachten op basis van de karakteristieken van de importeur, de exporteur en hun onderlinge relatie. Een vergelijking tussen de huidige theoretische handelsstroom (op basis van het geschat graviteitsmodel en de huidige waarden van de exportdeterminanten) en de huidige werkelijke handelsstroom (op basis van de TISP database) laat ons toe te identificeren (i) in welke sector en (ii) naar welke geografische afzetmarkt vandaag meer/minder wordt geëxporteerd dan het graviteitsmodel voorspelt. Op die manier kunnen we identificeren of (en 15
in welke mate) België haar huidig exportpotentieel overtreft/onbenut laat. Merk op dat deze onderzoeksvraag twee dimensies beslaat: a De geografische dimensie (in welke geografische afzetmarkt vervult België haar exportpotentieel). b De sectorale dimensie (in welke dienstensector vervult België haar exportpotentieel). In paragraaf 3.2.1 beschouwen we enkel de geografische dimensie (punt (a)). Paragraaf 3.2.2 belicht uitsluitend de sectorale dimensie (punt (b)). Paragraaf 3.2.3 voegt beide samen (punt (a) en (b)) en levert zo het meest volledige beeld van de Belgische exportpositie en de identificatie van het exportpotentieel. Alvorens de analyse aan te vatten is het zinvol te onderstrepen dat we in subsectie 3.2 het huidig exportpotentieel in kaart brengen. De term “exportpotentieel” omhelst hier een vergelijking van de huidige (werkelijke) exportstroom met de theoretische exportstroom. In subsectie 3.3 wordt een andere invulling aan het begrip “exportpotentieel” gegeven. Hier onderzoeken we het toekomstig exportpotentieel. De term exportpotentieel betreft hier een vergelijking tussen een toekomstige theoretische handelsstroom met de werkelijke handelsstroom van vandaag. 3.2.1
Huidig exportpotentieel van de Belgische dienstenaanbieders per afzetmarkt
Tabel 5 illustreert de procentuele afwijking tussen de werkelijke en theoretische totale dienstenexport per geografische afzetmarkt. Figuur 5 geeft een grafische weergave (zwart wijst op een hiaat in de data). Indien de werkelijke export kleiner is dan de theoretische export levert dat een negatieve waarde op. Dit wijst op een onderbenutting van het potentieel, dat in figuur 5 in het groen wordt aangeduid. Indien de werkelijke export groter is dan de theoretische export levert dat een positieve waarde op. In dit geval wordt het potentieel volledig benut, wat wijst op een sterke prestatie van de Belgische dienstenexporteurs. Deze situatie wordt in figuur 5 in het rood aangeduid. Formeel berekenen we het huidig exportpotentieel als volgt: 2011 W erkelijke handelsstroom2011 BEL,i − T heoretische handelsstroomBEL,i W erkelijke handelsstroom2011 BEL,i (1) W erkelijke handelsstroom2011 : Totale nominale dienstenexport van België naar land i (uit TISP database). BEL,i T heoretische handelsstroom2011 BEL,i : Totale nominale dienstenexport van België naar land i (uit graviteitsmodel). 2011 Huidig ExportpotentieelBEL,i =
Enkele (algemene) observaties: 1. We noteren dat, inzake de totale dienstenexport, het geschat graviteitsmodel er goed in slaagt de werkelijke bilaterale handelsstroom te benaderen. De theoretische bilaterale handelsstromen vallen in 60,43% van de gevallen binnen een foutenmarge van 5%. 89,01% van de handelsstromen valt binnen een foutenmarge van 10%. 2. In 62,63% van de bilaterale handelsstromen presteert België beter dan wat een graviteitsmodel voorspelt. Dit impliceert dat de Belgische dienstenexporteurs gemiddeld gesproken zeer sterk presteren. De onderbenutting van het exportpotentieel is beperkt tot ongeveer 37% van de geografische afzetmarkten. 3. We stellen vast dat België meer exporteert naar Sub-Sahara Afrika dan ons theoretisch model voorspelt. Ook in enkele Latijns-Amerikaanse landen (Chili, Uruguay, Peru, Argentinië) en voor een cluster Aziatische landen (China, India, Pakistan, Bangladesh, Myanmar) stellen we dit vast. Verder observeren we dat België onder haar exportpotentieel blijft ten aanzien van de meeste West-Europese landen, maar evenwel een sterke positie bekleedt in enkele Oost-Europese landen (Polen, Tsjechië, Slovakije, Hongarije). De mate waarin dit laatste plaatsvindt, is verschillend en een duidelijk patroon valt niet te ontwaren. De kaart (figuur 5) visualiseert bovenstaande patronen. Indien we de absolute (nominale) verschillen (niet gerapporteerd) in beschouwing nemen, stellen we vast dat de grote procentuele afwijkingen uit figuur 5 (en tabel 5) worden gematigd. De exportstromen naar China, India en de Verenigde Staten vertonen een minimale verzadiging, die kleiner is dan 2%. In absolute termen zijn dit evenwel substantiële bedragen (>100 mio. USD). Voor Afrika stellen we het omgekeerde vast (grote procentuele waarden weerspiegelen kleine nominale afwijkingen). Een belangrijke vaststelling blijft niettemin overeind: het grootste exportpotentieel inzake de totale dienstenexport bevindt zich in de ons omringende landen, met name in Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, waar België onder de theoretische handelsstroom blijft. Met andere woorden, het exportpotentieel van de Belgische diensten is het grootst in de (nominaal) belangrijke afzetmarkten.
16
Tabel 5: Exportpotentieel/verzadiging totale diensten per geografische afzetmarkt.
17
Country Afghanistan Albania Algeria Angola Antigua and Barbuda Argentina Armenia Australia Austria Azerbaijan Bahamas Bahrain Bangladesh Barbados Belarus Belize Benin Bhutan Bolivia, Bosnia and Herzegovina Botswana Brazil Brunei Darussalam Bulgaria Burkina Faso Burundi Cambodia Cameroon Canada Cape Verde Central African Republic Chad
Discrepantie 3,97% -4,52% 2,13% 5,08% 7,59% 2,42% 4,09% -1,21% -8,57% -3,61% 1,99% 4,32% 8,49% 9,11% -6,65% 2,04% 13,94% 0,00% -7,79% -3,90% 5,65% 0,43% -0,22% -1,15% 7,33% 7,75% 0,96% 13,35% -5,74% -1,73% 0,37% 12,17%
Country Chile China Colombia Comoros Congo Congo, DRC Costa Rica Cote d’Ivoire Croatia Cyprus Czech Republic Denmark Djibouti Dominica Dominican Republic Ecuador Egypt El Salvador Eritrea Estonia Ethiopia Fiji Finland France Gabon Gambia Georgia Germany Ghana Country Greece Grenada
Discrepantie 3,01% 1,86% -1,33% 9,35% 11,17% 10,69% -2,32% 13,32% -5,56% -0,94% 0,85% -7,14% 17,40% 0,00% -1,22% 0,23% 2,00% -7,56% 0,00% 0,83% 6,76% 1,17% 5,53% -9,22% 8,74% -0,34% 4,47% -12,22% 14,44% Discrepantie 2,79% 0,00%
Country Guatemala Guinea Guinea-Bissau Guyana Haiti Honduras Hong Kong Hungary Iceland India Indonesia Iran, Islamic Republic of Iraq Ireland Israel Italy Jamaica Japan Jordan Kazakhstan Kenya Kiribati Korea, Republic of Kuwait Kyrgyzstan Laos Latvia Lebanon Lesotho Liberia Libyan Arab Jamahiriya Lithuania
Discrepantie -1,94% 14,92% 11,87% 5,06% 3,89% 2,02% 3,46% 2,86% 3,95% 2,88% -0,30% 1,27% -4,48% 0,69% 1,11% -4,97% -0,50% 0,10% 3,03% 0,22% 8,35% 0,00% 0,03% 1,14% -6,59% 0,00% -4,69% 2,02% 0,00% 8,00% -1,80% -2,75%
Country Luxembourg Macedonia Madagascar Malawi Malaysia Maldives Mali Malta Marshall Islands Mauritania Mauritius Mexico Micronesia Moldova, Republic of Mongolia Morocco Mozambique Myanmar Namibia Nepal Netherlands New Zealand Nicaragua Niger Nigeria Norway Oman Country Pakistan Panama Papua New Guinea Paraguay
Discrepantie -6,83% -6,31% 13,48% -1,56% 0,41% 0,00% 6,22% 5,67% 4,72% 11,80% 9,79% 0,40% 0,00% -4,99% -7,83% 1,26% 10,56% 0,00% 10,60% -4,38% -8,44% 3,24% 8,68% 9,24% 6,99% -4,55% 3,72% Discrepantie 5,22% 0,96% 5,56% -0,78%
Country Peru Philippines Poland Portugal Qatar Romania Russia Rwanda Saint Kitts & Nevis Saint Lucia Saint Vincent & Grenadines Samoa San Marino Sao Tome Principe Saudi Arabia Senegal Seychelles Sierra Leone Singapore Slovakia Slovenia Solomon Islands South Africa Spain Sri Lanka Sudan Suriname Swaziland Sweden Switzerland Syria Taiwan, Province of China
Discrepantie 5,74% 1,20% 1,68% 1,27% 7,57% 1,28% -3,63% 6,16% 9,66% 0,00% 0,30% 17,82% 0,20% 0,00% 1,15% 6,63% -2,50% 16,04% 2,94% 4,45% 0,05% 0,00% 5,91% -2,89% 6,31% 10,60% -1,48% 5,77% 0,02% -4,60% Onbekend -0,22%
Country Tajikistan Tanzania Thailand Timor-Leste Togo Tonga Trinidad and Tobago Tunisia Turkey Turkmenistan Tuvalu Uganda Ukraine United Arab Emirates United Kingdom United States Uruguay Uzbekistan Vanuatu Venezuela Viet Nam Yemen Zambia Zimbabwe
Discrepantie 0,00% 8,11% 1,64% 0,00% 9,60% 0,00% 0,16% 2,60% 4,75% 6,93% 0,00% 4,47% -6,65% 2,68% -6,93% 0,40% 5,93% -6,36% 0,00% -6,49% 3,65% 11,97% 5,50% 13,88%
Kleiner dan -6% -6% tot -4% -4% tot -2% -2% tot 0% 0% tot 2% 2% tot 4% 4% tot 6% groter dan 6% Onbekend
Figuur 5: Groeipotentieel/Verzadiging totale diensten (%).
3.2.2
Huidig exportpotentieel van de Belgische dienstenaanbieders per deelsector
Vermits bovenstaande analyse mogelijke heterogeniteit tussen sectoren verbergt, herhalen we bovenstaande analyse op sectorniveau, maar negeren we voorlopig het geografische aspect. Onderstaande tabel 6 illustreert per sector of België boven, dan wel onder haar exportpotentieel blijft (Positief: boven het theoretisch potentieel. Negatief: onder het theoretisch potentieel). Tabel 6: Exportpotentieel/verzadiging per sector Computer en Informatie diensten Andere bedrijfsgerelateerde diensten
Communicatie Transport
Pers. culturele diensten Verzekeringen Royalty’s en Licenties Financiële dienstverlening Constructie Reisverkeer
Computer diensten Informatieverschaffing Juridische diensten Accounting, auditing, boekhouden en tax consultancy Architecten-, ingenieurs- en andere technische diensten Business, Management consulting and PR Research and development Reclame,marktonderzoek en opiniepeilingen Land- mijnbouw en plaatselijke verwerking Operationele leasing Telecommunicatie Post en koerierdienst Transport per spoor Transport ter lucht Transport ter weg Transport ter zee Audiovisuele en aanverwante diensten
0,17% 1,82% -0,19% 1,07% -1,32% -0,45% 2,68% -1,25% 0,91% 2,63% -2,12% 10,51% 1,33% 0,24% -2,09% 0,94% -2,05% 0,41% 4,03% -4,32% 2,40% -3,37%
We maken drie algemene kanttekeningen bij de resultaten. (i) De percentages zijn klein. Dat het Belgisch exportgedrag nauw in lijn ligt met theoretische voorspellingen ligt in lijn met de resultaten uit Tabel 5. (ii) Er zit geen eenduidig patroon in de resultaten; de sectoren waarin België onder (dan wel boven) haar potentieel blijft zijn moeilijk onder een gemeenschappelijke noemer onder te brengen (bv. kennisintensieve sectoren, logistieke functies, etc.). (iii) De resul18
taten houden verband met figuur 2. In paragraaf 2.2.2. anticipeerden we reeds op de resultaten van tabel 6 die wel een waardeoordeel over de sectorale performantie toelaten (in tegenstelling tot het OESO gemiddelde uit figuur 2). Deze resultaten geven aan dat de Belgische dienstenaanbieders in bepaalde subsectoren hun potentieel onderbenutten, maar in andere sectoren hun potentieel meer dan volledig benutten. Sterke exportprestaties stellen we vast in “Post- en Koerierdiensten” en “Royalty’s en Licenties”. Dit laatste komt opnieuw overeen met de sterke aanwezigheid van multinationale ondernemingen in België. Ook in “R&D”, “Operationale Leasing” en “Constructie” presteren de Belgische ondernemingen sterk. Het grootste potentieel blijkt zich te situeren in enkele belangrijke dienstenactiviteiten, met name “Financiële dienstverlening”, “Telecommunicatie”, “Reisverkeer” en “Transport per Weg”. De onderbenutting van het potentieel in deze belangrijke sectoren signaleert een grote potentiële exportgroei die momenteel (nog) niet wordt gerealiseerd.
Accounting, auditing, boekhouden en tax consultancy
1.07%
Architecten-, ingenieurs- en andere technische diensten
-1.32%
Audiovisuele en aanverwante diensten
-2.05%
Business, Management consulting and PR
-0.45%
Computer diensten
0.17%
Constructie
2.40% -4.32%
Financiële dienstverlening Informatieverschaffing
1.82%
Juridische diensten
-0.19%
Land- mijnbouw en plaatselijke verwerking
0.91%
Operationele leasing
2.693% 10.51%
Post en koerierdienst Reclame, marktonderzoek en opiniepeilingen
-1.25%
Reisverkeer -3.37% Research and development
2.68%
Royalty's en Licenties
4.03%
Telecommunicatie
-2.12%
Transport per spoor
1.33%
Transport ter lucht
0.24%
Transport ter weg
-2.09%
Transport ter zee
0.94%
Verzekeringen
0.41%
-.05
0
.05
.1
Potentieel
Figuur 6: Groeipotentieel/Verzadiging sectoren (%)
3.2.3
Huidig exportpotentieel van de Belgische dienstenaanbieders per afzetmarkt en per deelsector
In deze sectie identificeren we het exportpotentieel voor specifieke deelsectoren in specifieke afzetmarkten. Tabel 7 geeft een algemeen overzicht. Elke cel in deze tabel kwantificeert de procentuele afwijking tussen de werkelijke en theoretische dienstenexport voor elke combinatie sector-geografische afzetmarkt. Merk op dat tabel 7 enkel de landen en sectoren bevat waarvoor de werkelijke handelsgegevens beschikbaar zijn. Het kleurenreliëf in de tabel laat toe mogelijke patronen te ontwaren. Een blanco cel betekent dat de werkelijke handelsstroom niet gerapporteerd werd. We stellen vast dat de bovenstaande algemene conclusies uit paragraaf 3.2.1. en paragraaf 3.2.2 worden genuanceerd. Enkele observaties: 1. Waar we voorheen vaststelden dat België onder haar exportpotentieel blijft voor de meeste West-Europese importeurs geldt dit geenszins voor alle sectoren. Zo stellen we vast dat België meer “R&D” diensten verleent aan Europese landen (o.a. Spanje, Portugal, Roemenië, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk) dan ons theoretisch model voorspelt. Hetzelfde geldt voor (i) “Computer en Informatica diensten”, (ii) “Operationele Leasingactiviteiten”, (iii) en de meeste Transportcategorieën. 2. Een opvallend patroon zien we terug ten aanzien van enkele buurlanden (met name Duitsland, Nederland en het Verenigd koninkrijk). Op enkele sectoren na zien we duidelijk dat België hier onder haar potentieel blijft. Het omgekeerde geldt voor o.a. Turkije, Luxemburg, Oostenrijk. 3. Vrijwel geen enkele dienstensector presteert over alle afzetmarkten systematisch beter dan theoretisch voorspeld. Een uitzondering daarop vormen (i) Operationele leasing activiteiten en (ii) Exportdiensten per zee. Geen enkele dienstensector laat systematisch (i.e. over alle geografische afzetmarkten) exportpotentieel onbenut.
19
Tabel 7: Exportpotentieel per (i) sector en (ii) geografisch afzetgebied .
-3,5%
1,1% -2,2% 3,6% 3,7% -7,3% 0,4% 1,5% 3,7%
5,8% 1,6%
12,0% -3,4% -9,4% -1,3% -4,5%
7,1% -13,3% 1,1% 1,8%
10,5%
5,2% 11,5% -3,1% -5,6% 16,6% -2,5% -8,0% -7,2% 20,8% -1,3%
6,7% 2,7% -8,7% 7,4% -3,1% 12,7% 4,8% 3,4%
13,9% -3,7% 11,9% 0,5% -7,1% -1,9% -9,4% 0,0% 0,9% 4,7%
4,7% 13,7% 16,9%
0,3%
-5,0%
19,2% 3,0%
12,3% 17,9% 6,3%
2,7%
-0,6%
-3,8%
-3,8%
2,7%
2,3%
-4,3%
-5,6% 4,8%
-0,3% 2,8% 1,8% -4,4% 0,7% 5,8% 2,6% 8,5% 0,9% 0,4% -4,0% 7,8% 13,1% 10,1% -5,7% 0,9%
-4,4% 5,3%
10,3% 7,6% 10,6%
2,0% 3,5% 3,8% 4,3% 11,1% -7,4% -5,8%
-1,5% -2,3% 3,1% 5,7% 0,4% 3,9% -0,8%
-6,0% 2,4%
20,4% -3,2% 5,8% 1,2% 5,4%
14,6% 10,4% 18,5% 3,0% 3,3% 8,1%
5,3% -10,2% -1,3%
15,6% -2,4% 3,7%
2,9% 1,9% 1,8%
-0,7% 1,1% 4,4%
8,1% -4,2% 2,0% 2,3% 9,3% 9,5% -6,0% -10,0% 18,3% 7,4% -0,1%
5,3% 2,1% -5,8% 3,4% 13,0% 12,1%
-1,6% 14,4%
-3,8%
1,0%
7,1% 3,2% 11,5% -10,1% -1,3% -4,4% -10,4% -1,1% 0,3% -2,2%
2,7% -0,5% -0,5% 1,8% 7,0%
1,0%
5,4% 0,1% 2,9% 8,2% -5,9% -9,4% 5,0% -1,9% -1,3% 9,6% -1,8% 7,1% 4,2% 3,5% 1,4% 4,5% 1,0%
-0,4% 6,3%
-5,4%
1,8%
-3,4%
-2,5%
3,0% 12,8%
-3,6%
2,7% 3,0% 5,8% -4,4% 7,5% 9,9% -5,0% -1,1%
5,0% 7,4% -3,6% 0,0% 8,5% 3,1% 0,5% -4,9% 3,0% 1,5% -1,0%
-3,9% -5,0% -1,3%
10,6% -2,8% 6,4%
1,7% -5,1% 4,1%
12,0%
-0,9% -9,8%
11,5%
-0,2%
7,5% -2,3% 3,9% 4,1% 0,1% -9,6% 8,8% 7,2% -0,5% -7,7% -0,8% -3,2% 10,0% 8,5% 6,1%
8,2%
1,4%
-7,9%
15,1% -18,3% -5,1%
-5,3%
5,0% 8,5% 4,1% 1,5% 1,5% -1,4% 1,7% -1,4% 2,3% 6,5% 6,9% 7,6% 2,8% 8,9% -5,7% -2,9% 5,3% 1,9% -1,6% 0,3% 12,3% -1,2% -2,2%
-3,7%
-3,4%
6,8% -2,6% 5,9% -2,3% -20,1% 10,5% -2,4% -0,2% -7,0% -15,0% 5,5%
-5,3% -4,1% -17,0%
-1,8%
-6,9%
13,5% 9,8% 0,6% 7,7% -3,4% 10,9% 1,1% -2,7% -2,0% 13,9% -0,6% 14,1% -8,0% 8,4%
1,9%
-2,6% -8,9%
6,3%
9,4%
0,0%
-0,8% -5,4% 5,6% 0,1% 5,2% 3,2% -1,1% -6,7% -11,2% 26,2% -3,5% 11,4% 5,4% -6,0% 17,4% 3,1% 2,3% -0,1% -4,1% -8,0% 1,3% 8,8% -8,7% -4,6% 13,0% -6,0% -3,0% -3,5% -0,7%
2,2% 13,7% -5,0%
-5,8% 1,9%
6,7% 2,1%
-0,3% 10,3% 9,0% 2,0% 12,4% 1,9% -6,1% 0,9% 11,8% 10,0% 4,3%
-5,7% 17,6% 11,8% -6,8%
-8,2% 1,7% -0,4% 17,2% -0,6% -2,4% 6,7% 2,6% 7,5% 0,7% 3,1% -9,5% -0,8%
-2,4% 5,5%
20
5,6% 6,5% 7,4%
17,5% 1,7% -7,8%
5,0% 3,7% 0,0% 6,9% 1,7% 9,2% 8,4%
8,2% -12,7%
-6,0%
0,6% -2,6% -6,8% -6,3% 3,1% 0,6% 4,9% -3,6% -6,9% 2,9% 3,4% 1,8% 4,9% 1,7% -2,8% 8,8% -1,9% 9,6% -8,5% 0,4% 3,0% 3,3% 9,7% 8,6% -2,8%
-1,5% -4,1% 3,6% 5,8% -5,0% 5,1% 9,8% 0,2% 6,4% -3,2% 5,2% 5,3% 0,7% 6,7% -4,0% -2,9% 9,4%
13,6% -8,8% 8,6% -2,9% 2,8% -3,0% -6,3% -5,9% 7,7% 8,6% 11,8% 4,1% 2,5% -3,4% 4,0% 0,9% 2,7% 1,8% -10,6% 0,0% 10,6% 7,1% -5,3% 7,6% -3,4% -3,0% -6,9% 1,5% 3,4% 5,8% 7,1% 2,2% 1,7% 11,4% 12,7% 12,2% 0,6% -0,3% 8,5% 3,1% 8,6% 8,0% -6,6% 0,1% 11,4% -10,2%
10,3% -2,4%
0,5% -13,1%
0,0% -12,4% 1,0% -10,9% 3,1%
-11,3% -9,5% 28,5%
8,9%
-22,3%
-7,6% -10,6% 4,4%
1,8%
3,5%
5,3%
2,0%
9,5%
-2,5%
10,3% 3,3% 2,1%
-18,9%
-5,7% 6,8% -7,4%
-4,7% -7,9% -3,8%
-6,8% 3,5%
15,6%
2,7% -2,5% -7,4% 0,6% 3,1% -3,9% 1,0% 0,3% -3,1% 3,7% -0,3% -6,2% 1,6% 4,1% -1,6% -4,0% -13,0% 5,9% 0,8% 7,2% 6,1% -3,4% 1,9% -4,5% 0,2% -2,3% -0,3% 1,3% 1,2% 2,8% 3,9% -1,7% 4,8% 3,2% 7,1% -3,2% 0,0% 3,1% -5,4% 0,0% 0,7% 7,7% 4,3% -2,9% 0,3% 4,7% 5,8% 0,4% 0,9% -0,6% -7,6% 0,3% 0,2% 4,1% -8,0% -1,4% 2,7% -5,1%
5,4% -4,6% -6,1% 0,5%
-1,0%
0,4%
6,2%
11,7%
9,3%
1,6% -5,8% -6,7%
4,4% 0,6% 11,1% -6,9%
1,2% -4,8% 10,2% -1,5% -1,3% 2,4%
-0,7% -11,9% 10,2% 1,5% 16,7% 4,6%
7,1%
-1,1%
-10,4% -2,9% 6,0% 11,2%
-6,1% 2,2% -12,8%
1,2% 2,4% -2,3% 5,4% 2,6% 3,8% -7,1% -12,0% 8,3% 7,2% 9,6% 1,2% 5,1% -1,0% -4,5% 11,4% 6,4% 5,8% -4,5%
9,5% 1,1% 15,0% -2,6%
3,1% -1,4%
5,4% 2,7%
2,1% 12,9%
9,5%
3,4%
1,8% -6,8%
21,4% -4,4%
10,0% -4,4%
-3,5% 0,5% -2,3%
5,4% -6,0% 7,9%
-0,2% 5,4%
-6,9% 4,2% 0,4% 2,2% 8,3% -9,2% -2,2% -2,6% -5,1% 7,4% 2,5% -1,5% 1,3% 6,8% -2,3% 6,6% -0,1% 3,2% -1,4% -3,5% 9,9% 4,8% 8,0% -6,5% -1,4% 0,7%
5,1% 2,3% -0,9% 4,8% -0,4% 2,1% 7,7% 7,0% -4,7% -1,0% 0,3% -2,9% 7,3% 1,1% 2,6% -5,1% -9,5% 3,8% 6,7% 8,5% 9,3% 6,2% 9,2% 0,1% 5,1% -1,6% 2,8% 1,3% -6,1% 0,2% 3,3% 4,6% 6,8% -2,6% 7,1% -4,7% -3,0% 8,3% -2,9% 1,0% 5,1% 5,3% 4,7% -5,0% 3,0% 7,6% 7,0% 11,0% 0,6% 7,0% 2,0% 5,5% 6,5% 5,4% -6,3% -1,1% 13,9% -8,0%
Verzekeringen
0,9% 4,2%
3,0% 12,3% -4,9% 1,4%
Transport
Reisverkeer
Post en koerierdienst
-6,5% -4,5% -5,6% -1,3% -1,8% 5,6% 0,3%
Informatieverschaffing
0,5% 0,4% 0,1% -2,9% -3,9%
Transport ter zee
Transport per spoor
Land- mijnbouw en plaatselijke verwerking
9,5%
1,4%
-10,3% -10,0% 15,1% 0,9% -1,0% -1,5% 10,4%
1,0% 11,4% -6,5%
Transport ter weg
3,4%
4,0% 7,3% -4,2% 1,1% 4,3% -5,0%
Financiële dienstverlening
-0,3% -30,7% 15,1% 10,1%
-5,7%
2,0% 3,3% -6,2% 6,2% 0,7%
Constructie
-6,8% 0,2% -5,3% -10,3% 9,2% 6,0% 0,7%
8,8% 6,1%
0,3%
-2,7% -1,6% 5,6% -4,3% -2,4% -12,9% 2,9% -1,6% -10,9% -3,7% -0,9% 1,8% -1,6%
-4,2% -3,6% 15,9%
-2,0% -3,2%
30,00%
Royalty's en Licenties
10,5% 7,8%
6,2% 3,7% -2,5%
-0,1% -6,4% 4,1%
5,00% 10,00% 15,00% 20,00% 25,00%
Transport ter lucht
-0,6%
5,2% -5,4% 6,9%
0,00%
Telecommunicatie
-5,2%
4,9% -9,0% 0,1% 4,0% -0,1%
Business, Management consulting and PR
Reclame,marktonderzoek en opiniepeilingen
Juridische diensten
Research and development
Operationele leasing
Audivisuele en aanverwante diensten
4,3% -1,1% -4,1% 3,6%
-5,00%
Computer diensten
Argentina Australia Austria Brazil Bulgaria Canada Chile China Croatia Cyprus Czech Republic Denmark Egypt Estonia Finland France Germany Greece Hong Kong Hungary India Indonesia Iran Ireland Israel Italy Japan Korea Latvia Lithuania Luxembourg Malaysia Malta Mexico Morocco Netherlands New Zealand Nigeria Norway Philippines Poland Portugal Romania Rusland Singapore Slovakia Slovenia South Africa Spain Sweden Switzerland Taiwan Thailand Turkey U.K. United States Uruguay Venezuela
Architecten-, ingenieurs- en andere technische diensten
Accounting, auditing, boekhouden en tax consultancy
-30,00% -25,00% -20,00% -15,00% -10,00%
-2,3% -5,4% -1,1% -3,2% -5,2% 2,8% 3,8% -1,4% -2,9% -1,7% -5,4% 0,0% 0,5% 6,5% -7,1% -11,3% 8,1% 2,7% 7,4% 6,4% -1,9% -5,4% -0,9% -1,6% 0,0% -5,6%
1,3% 6,1% 1,1% -5,6%
-5,0% 12,4% 1,9% 1,1% 4,4% 6,8% -0,2% 16,6% 8,9% -2,5% 0,4% 2,0% -1,1%
0,5% -4,7% 10,7%
3.3
Simulatie van het toekomstig potentieel van de Belgische dienstenexport op basis van IMF groeivoorspellingen
Na de identificatie van het huidig exportpotentieel (supra) kunnen we tevens het toekomstig exportpotentieel simuleren. De term “toekomstig exportpotentieel” krijgt in deze subsectie evenwel een andere invulling dan het voorheen gebruikte “huidig exportpotentieel”. In deze sectie vervangen we de huidige waarden van de exportdeterminanten in het graviteitsmodel met hun overeenkomstige projecties/voorspellingen gemaakt door het IMF voor tijdstip t. Rudimentair kan men stellen dat we het economisch klimaat updaten om zo een toekomstige theoretische bilaterale handelsstroom te simuleren. Vervolgens vergelijken we deze toekomstige theoretische handelsstroom met de huidige werkelijke handelsstroom. Dit laat toe interessante groeimarkten te identificeren, wat we “toekomstig exportpotentieel” benoemen. t : Formeel definiëren wij het T oekomstig Exportpotentieeli,BEL t = T oekomstig Exportpotentieeli,BEL
andaag T heoretische handelsstroomtBEL,i − W erkelijke handelsstroomVBEL,i andaag W erkelijke handelsstroomVBEL,i
(2) andaag W erkelijke handelsstroomVBEL,i : Totale nominale dienstenexport van België naar land i op tijdstip V andaag (uit TISP database). T heoretische handelsstroomtBEL,i : Totale theoretische nominale dienstenexport van België naar land i op tijdstip t (uit graviteitsmodel).
De identificatie van het toekomstig exportpotentieel betreft hier een vergelijking tussen een toekomstige theoretische handelsstroom en de werkelijke handelsstroom van vandaag. In subsectie 3.2 betrof het huidig exportpotentieel een vergelijking tussen de theoretische handelsstroom vandaag met de werkelijke handelsstroom vandaag. Inzake tijdstip t beschouwen kalenderjaren t = 2013, 2014 (korte termijn) en t = 2018 (midellange termijn) vermits het IMF voor deze periode data beschikbaar stelt. Voorts beschouwen we ook enkel de geografische dimensie. Dat impliceert dat we enkel de totale bilaterale dienstenstroom beschouwen. Een gelijkaardige analyse op sectorniveau voeren vergt gegevens inzake sectorspecifieke evoluties. Deze zijn niet beschikbaar. Verder veronderstellen we een ongewijzigd nationaal en internationaal beleid - vermits de geschatte parameters in ons model dit beleid weerspiegelen. Formeel: we veronderstellen dat ωt , γi , γj , α0 uit vergelijking (3) constant blijven. De overige variabelen in het model worden geüpdatet. Onderstaande kaartjes illustreren groeipercentages. De kaartjes aan de linkerzijde rapporteren T oekomstig Export− t potentieeli,BEL . Aldus gaat het hier om groeipercentages die verschillende jaren overspannen. De kaartjes aan de t rechterzijde rapporteren T oekomstig Exportpotentieeli,BEL op jaarbasis (dat betekent dat het T oekomstig t Exportpotentieeli,BEL wordt geannualiseerd). Enkele observaties: 1. Op korte termijn stellen we vast dat de Europese crisis het exportpotentieel naar vier van onze belangrijkste afnemers (Nederland, Duitsland, Frankrijk en het V.K.) hypothekeert (zie panelen (a) en (b)). Een voorzichtig herstel profileert zich evenwel vanaf 2014. Deze matige groeipercentages zijn evenwel niet triviaal vermits het hier om belangrijke nominale handelsstromen gaat (figuur 3.a.). De export naar de V.S. lijkt zich reeds sneller te herstellen en biedt interessante groeiperspectieven op korte termijn. 2. In procentuele termen blijkt dat de Belgische dienstenexport over een groot potentieel beschikt in nieuwe groeimarkten, vooral in Latijns-Amerikaanse landen (bv. Mexico, Brazilië), maar ook in Aziatische landen (bv. China, Thailand). In absolute termen is het groeipotentieel beperkter omwille van de relatief kleine handelsstromen op dit moment. 3. De Verenigde Staten en Canada blijken zowel in absolute als procentuele termen een heel substantieel exportpotentieel te bieden. Ondanks hun grote belang in de huidige Belgische dienstenexport (zie figuur 3.a.) zijn deze markten duidelijk nog niet verzadigd.
21
Kleiner dan -6% -6% tot -4% -4% tot -2% -2% tot 0% 0% tot 2% 2% tot 4% 4% tot 6% groter dan 6% Onbekend
Kleiner dan -6% -6% tot -4% -4% tot -2% -2% tot 0% 0% tot 2% 2% tot 4% 4% tot 6% groter dan 6% Onbekend
(a) Procentuele groei 2013
(b) Jaarlijkse procentuele groei 2013
Kleiner dan -6% -6% tot -4% -4% tot -2% -2% tot 0% 0% tot 2% 2% tot 4% 4% tot 6% groter dan 6% Onbekend
Kleiner dan -6% -6% tot -4% -4% tot -2% -2% tot 0% 0% tot 2% 2% tot 4% 4% tot 6% groter dan 6% Onbekend
(c) Procentuele groei 2014
(d) Jaarlijkse procentuele groei 2014
Kleiner dan -6% -6% tot -4% -4% tot -2% -2% tot 0% 0% tot 2% 2% tot 4% 4% tot 6% groter dan 6% Onbekend
Kleiner dan -6% -6% tot -4% -4% tot -2% -2% tot 0% 0% tot 2% 2% tot 4% 4% tot 6% groter dan 6% Onbekend
(e) Procentuele groei 2018
(f) Jaarlijkse procentuele groei 2018
Figuur 7: Potentieel Belgische dienstenexport (o.b.v. IMF groeivoorspellingen).
4
Conclusies en implicaties
Deze onderzoekspaper belicht het potentieel van de Belgische dienstenexport. De internationalisering van dienstenactiviteiten wordt wereldwijd door diverse belemmeringen afgeremd. Het gaat hierbij om natuurlijke belemmeringen zoals verschillen in taal en cultuur, afstand en grenzen, maar ook om handelsbelemmeringen veroorzaakt door verschillen in nationale regulering, inclusief formele wetgeving omtrent diensten. Deze studie berekent het potentieel van de Belgische dienstenexport voor wereldwijde markten en voor vele dienstensectoren. Het potentieel werd berekend door een vergelijking te maken tussen een theoretisch handelspatroon en de effectief gerealiseerde handel. Bovendien wordt voor toekomstige evoluties in dit potentieel ook rekening gehouden met de verwachte economische groei in de bestemmingsmarkten. Uit de resultaten blijkt dat de Belgische diensten relatief sterk presteerden in het recente verleden, vooral in LatijnsAmerika, Sub-Sahara Afrika en Oost-Europa. De prestaties op de West-Europese markten, die in exportwaarde onze belangrijkste afzetmarkten zijn, blijven onder het potentieel. Een verbeterde toegang tot die markten, enerzijds via beleidsondersteunende maatregelen en anderzijds via de verdere internationale liberalisering van de dienstenhandel (o.a. via de Europese Dienstenrichtlijn), moet Belgische ondernemingen toelaten hun dienstenactiviteiten verder te ontplooien op deze markten. De groeiperspectieven voor de Belgische dienstenleveranciers in opkomende economieën zijn zeer rooskleurig, vooral dankzij de verwachte economische groei in die markten die aanleiding zal geven tot een
22
toenemende vraag naar Belgische diensten. Ook de Noord-Amerikaanse markt heeft in de toekomst een groot potentieel dankzij de relatief hogere economische groei in vergelijking met Europa, evenals dankzij de verwachte stimulans die zal uitgaan van de handelsakkoorden met Canada en de Verenigde Staten. Wanneer we kijken naar specifieke dienstensectoren, stellen we vast dat de grootste exportgroei kan worden gerealiseerd in Financiële Diensten, Telecommunicatie en Communicatie, evenals in Transport- en de Reisgerelateerde Diensten.
23
5
Referenties
Anderson, J.E. (1979), “A Theoretical Foundation for the Gravity Equation”, The American Economic Review, Vol.69(1), p.106-116. Anderson, J. E. en van Wincoop, E. (2003). Gravity with Gravitas: A Solution to the Border Puzzle.” American Economic Review, Vol. 93, p. 170–192. Belderbos, R., Roggeman, T., Sleuwaegen, L. & Van Hove, J. (2013). Internationale Handel in Diensten en de Positie van Vlaanderen. Steunpunt. Bergstrand, J.H.(1985), ”The Gravity Equation in International Trade: Some Microeconomic Foundations and Empirical Evidence”, Review of Economics and Statistics, August 1985, p.474-480. Bergstrand, J.H.(1989), ”The Generalized Gravity Equation, Monopolistic Competition, and the Factor-proportions Theory in International Trade”, The Review of Economics and Statistics, p.143-153. EC (2006). Europese Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt. Fink, C. & Monlinuevo, M. “East Asian Free Trade Agreements in Services: Roaring Tigers or Timid Pandas?”. World Bank, 2007. Lecocq, C., Belderbos, R. & Sleuwaegen, L. (2014). De internationalisering van de Vlaamse dienstensector: Karakteristieken van Vlaamse dienstenexport in 2005 en dataproblematiek rond de verzameling van statistische informatie. Steunpunt. Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling. (2002). Manual on Statistics of international trade in services. Opgevraagd via http://www.oecd.org/std/its/2404428.pdf
24
A
Landen opgenomen in de analyse
Zie volgende pagina.
25
Tabel 7: Landen opgenomen in de analyse.
26
Afghanistan Albania Algeria Angola Antigua and Barbuda Argentina Armenia Australia Austria Azerbaijan Bahamas Bahrain Bangladesh Barbados Belarus Belgium Belize Benin Bhutan Bolivia, Plurinational State of Bosnia and Herzegovina Botswana Brazil Brunei Darussalam Bulgaria Burkina Faso Burundi Cambodia Cameroon Canada Cape Verde Central African Republic
Chad Chile China Colombia Comoros Congo Ireland Congo (DRC) Costa Rica Cote d’Ivoire Croatia Cyprus Czech Republic Denmark Djibouti Dominica Dominican Republic Ecuador Egypt El Salvador Equatorial Guinea Eritrea Estonia Ethiopia Fiji Finland France Gabon Gambia Georgia Germany Ghana
Greece Grenada Guatemala Guinea Guinea-Bissau Guyana Haiti Honduras Hong Kong Hungary Iceland India Indonesia Iran, Islamic Republic of Iraq New Zealand Israel Italy Jamaica Japan Jordan Kazakhstan Kenya Kiribati Korea, Republic of Kuwait Kyrgyzstan Lao People’s Democratic Republic Latvia Lebanon Lesotho Liberia
Libyan Arab Jamahiriya Lithuania Luxembourg Macedonia, The Former Yugoslav Republic Madagascar Malawi Malaysia Maldives Mali Malta Marshall Islands Mauritania Mauritius Mexico Micronesia, Federated States of Moldova, Republic of Mongolia Morocco Mozambique Myanmar Namibia Nepal Netherlands Switzerland Nicaragua Niger Nigeria Norway Oman Pakistan Panama Papua New Guinea
Paraguay Peru Philippines Poland Portugal Qatar Romania Russian Federation Rwanda Saint Kitts and Nevis Saint Lucia Saint Vincent and The Grenadines Samoa San Marino Sao Tome and Principe Saudi Arabia Senegal Serbia Seychelles Sierra Leone Singapore Slovakia Slovenia Solomon Islands South Africa Spain Sri Lanka Sudan Suriname Swaziland Sweden
Tonga Syrian Arab Republic Taiwan, Province of China Tajikistan Tanzania, United Republic of Thailand Timor-Leste Togo Ukraine United Arab Emirates United Kingdom United States Uruguay Uzbekistan Vanuatu Venezuela, Bolivarian Republic of Viet Nam Yemen Zambia Zimbabwe Trinidad and Tobago Tunisia Turkey Turkmenistan Tuvalu Uganda Ukraine
B
Dienstenclassificatie Tabel 8: Dienstenclassificatie
TRANSPORT
Transport ter zee
Zee transport, passagier Zee transport, vracht Zee transport, andere Lucht transport, passagier Lucht transport, vracht Lucht transport, andere Andere transport, passagier Andere transport, vracht Andere transport, Andere
Transport te lucht
Transport andere
Transport ruimte Transport per spoor
Spoor transport, passagier Spoor transport, vracht Spoor transport, Andere Weg transport, passagier Weg transport, vracht Weg transport, andere Binnenwateren transport, passagier Binnenwateren transport, vracht Binnenwateren transport, andere
Transport Weg
Transport binnenwateren
Transport pijpleiding en elektriciteit Andere ondersteunende transportdiensten REISVERKEER
Reizen professioneel
Uitgaven seizoensarbeiders Professioneel, andere Gezonheid gerelateerde uitgaven Educatieve uitgaven Reizen persoonlijk, andere
Reizen persoonlijk
COMMUNICATIE
Post en Koerierdiensten Telecommunicatie
CONSTRUCTIE
Constructie Buitenland Construction in the compiling economy
VERZEKERINGEN
Levenverzekering en pensionen Vrachtverzekering Andere directe verzekeringen Herverzekering Ondersteunende diensten
FINANCIËLE DIENSTVERLENING COMPUTER EN INFORMATIE
Computer diensten Informatie diensten
Diensten nieuwsagentschap Andere informatievoorziening
27
Tabel 9: Dienstenclassificatie (vervolg) ANDERE BEDRIJFSGERELATEERDE DIENSTEN
Driehoekshandel en andere met handel verbonden diensten
Huur van transportmaterieel en andere goederen Allerhande commerc., prof. en techn. diensten
Audiovisuele en aanverwante diensten Andere
OVERHEID
Ambassades en consulaten Militair Andere overheidsdiensten
28
PERS., CULTURELE EN RECREATIONELE DIENSTEN
Driehoekshandel Met handel verbonden diensten
Juridische, accountancy, management, consulting en public relations Reclame,marktonderzoek en opiniepeilingen Onderzoek en ontwikkeling Architecten-, ingenieurs- en andere technische diensten Architectural, engineering and other technical services Land- mijnbouw en plaatselijke verwerking Andere commerciële diensten Niet elders vermelde diensten tussen verbonden ondernemingen
Educatieve diensten Gezondheid Andere
C
Het graviteitsmodel in de wetenschap
Het graviteitsmodel is een veelgebruikt instrument in zowel theoretisch als empirisch onderzoek rond internationale handel. Empirisch is het model een aantrekkelijk instrument vermits het er in slaagt met grote nauwkeurigheid bilaterale handelsstromen te verklaren. Sinds het werk van Bergstrand (1985, 1989), Anderson (1979) en Anderson & van Wincoop (2003), heeft het model bovendien een stevige theoretische grondslag gekregen. Ook de econometrische specificatie die wij schatten sluit aan op de theoretische literatuur. De econometrische specificatie die we schatten is: Yijt = α0 +β1 BBPit +β2 BBPjt +β3 T aalij +β4 Af standij +β5 Grensij +β6 KOLij +ωt +γi +γj +ηijt (3) Waarbij: De afhankelijke variabele (de te verklaren variabele): Yijt = Export van land i naar land j in jaar t (uitgedrukt in natuurlijk logaritme) De onafhankelijke variabelen (de verklarende variabelen):
I BBPit = Bruto Binnelands Product land i in jaar t (uitgedrukt in natuurlijk logaritme) II BBPjt = Bruto Binnelands Product land j in jaar t (uitgedrukt in natuurlijk logaritme) { 0 indien land i en j niet dezelfde officiële taal delen. III T aalij = 1 indien land i en j dezelfde officiële taal delen. IV Af stij = Afstand tussen land i en land j (uitgedrukt in natuurlijk logaritme) { 0 indien geen gemeenschappelijke grens. V Grensij = 1 indien een gemeenschappelijke grens. 0 indien land i en j geen koloniale voorgeschiedenis hebben. VI Kolij = 1 indien land j een kolonie is of was van land i. 1 indien land i een kolonie is of was van land j. VII ωt = Absorbeert de impact van variabelen die wijzigen doorheen de tijd maar constant zijn voor alle exportstromen binen jaar t. VIII γi (γj ) = Absorbeert het effect van exportdeterminanten die eigen zijn aan land i (j) en constant zijn doorheen de tijd. IX ηijt = Error term die de exportdeterminanten opvangt die niet expliciet zijn opgenomen. Het schatten van bovenstaand graviteitsmodel behelst een optimalisatieprobleem waarbij de coëfficiënten zodanig worden gekozen zodat de (som van de gekwadrateerde) afwijking tussen de werkelijke handelsstroom Yijt en de voord spelde handelsstroom Y ijt geminimaliseerd wordt. Bovendien wordt het model voor elke sector afzonderlijk geschat, hetgeen toelaat dat de coëfficiënten kunnen verschillen tussen de sectoren. Op deze manier nemen we eigenschappen die eigen zijn aan de sector impliciet mee in de analyse. In subsectie 3.1 kwamen de verschillen tussen de sectoren uitgesproken naar voren. De variabelen Yijt ; BBPit ; BBPjt ; AF STij zijn in logaritmen uitgedrukt. De coëfficiënten β1 , β2 , β5 zijn dan als elasticiteiten te interpreteren: een stijging in het BBP van importeur j leidt tot een stijging in de export van land i naar j met β2 %. De variabelen T aalij ; Grensij ; Kolij zijn binaire variabelen. Zij dienen geïnterpreteerd te worden in referentie tot de basiscategorie (i.e. indien de binaire variabele de waarde nul aanneemt). Ter illustratie: indien landen i en j dezelfde taal spreken verhoogt dit de export van i naar j met β3 % in vergelijking met de situatie waar beide landen een verschillende taal spreken. Door de opname van ωt , γi , γj in het regressiemodel controleren we voor de impact van “tijd specifieke variabelen” (bv. een wereldwijde recessie) en “land specifieke variabelen” (bv. de openheid). Tot slot geven we een illustratie mee voor de sector “Audiovisuele en gerelateerde diensten”, waar de regressie de 29
volgende vorm aanneemt: Yijt = 0.70BBPit + 0.73BBPjt + 0.60T aalij − 0.97Af stij + 0.28Grensij + 0.07KOLij
(4)
We rapporteren de waarden voor ωt , γi , γj , α0 niet omdat ze geen aantrekkelijke interpretatie hebben. Ter illustratie: γi , weerspiegelt alle variabelen die (i) eigen zijn aan exportland België, (ii) niet wijzigen doorheen de tijd en (iii) een impact hebben op de hoegrootheid van de export. We denken hier o.a. aan de economische omvang van België, het feit dat ze lid is van de Europese Unie, etc. Gegeven het heterogeen karakter van de verscheidene exportdeterminanten die impliciet achter γi schuilgaan (waarvan de impact zowel positief als negatief kan zijn) kunnen we geen zinvolle interpretatie aan γi vastknopen (een gelijkaardig verhaal geldt voor ωt , γj , α0 ). Voor de sector “Audiovisuele en gerelateerde diensten” zijn de tekens conform hetgeen we volgens de theorie mogen verwachten. De elasticiteiten zijn positief voor BBPit , BBPjt en negatief voor Af stij . Ter illustratie: indien het BBP van de importeur j stijgt met 1% zal de export van land i naar j stijgen met 0.73%. Een gemeenschappelijke taal beïnvloedt de export positief, net als een gemeenschappelijke geografische grens. Ter illustratie: de export in “Audiovisuele en gerelateerde diensten” van land i naar j ligt 0.60% hoger indien i en j dezelfde officiële taal spreken.
30
PARTNERS
ENGLISH The Leuven Centre for Global Governance Studies coordinates a Policy Research Centre on "Foreign Affairs, International Entrepreneurship and Development Cooperation" for the Flemish Government. A Policy Support Centre aims to scientifically support Flemish regional policies. The project brings together 17 senior and 10 junior researchers (including eight PhD students). The Centre conducts (a) data collection and analysis, and provides (b) short-term policy supporting research, (c) fundamental scientific research and (d) scientific services. The Policy Research Centre is based on an inter-university consortium led by the Leuven Centre for Global Governance Studies (www.globalgovernancestudies.eu) in cooperation with the Antwerp Centre for Institutions and Multilevel Politics, the Vlerick Leuven Gent Management School and the H.U.Brussel. Within the KU Leuven, colleagues from the Faculty of Business and Economics, the HIVA Research Institute for Work and Society, the Institute for International and European Policy, the Research Unit International and Foreign Law, the Institute for International Law, and the Institute for European Law are also involved in the project. Research is structured in four thematic pillars: (i) International and European Law; (ii) International and European Policy; (iii) International Entrepreneurship; and (iv) Development Cooperation. For more information, see our website: www.steunpuntiv.eu NEDERLANDS Het Leuven Centre for Global Governance Studies (www.globalgovernancestudies.eu) coördineert de derde generatie van het Steunpunt “Buitenlands beleid, internationaal ondernemen en ontwikkelingssamenwerking” voor de Vlaamse Regering. Een Steunpunt heeft als doel de wetenschappelijke ondersteuning van Vlaams beleid. Het project brengt 17 promotoren en 10 junior onderzoekers (waarvan acht doctoraatsstudenten) samen. Het Steunpunt doet aan (a) dataverzameling en analyse, (b) korte termijn beleidsondersteunend wetenschappelijk onderzoek, (c) fundamenteel wetenschappelijk onderzoek en (d) wetenschappelijke dienstverlening. We werken samen met een aantal partners: het Antwerp Centre for Institutions and Multilevel Politics, de Vlerick Leuven Gent Management School en H.U.Brussel. Binnen de KU Leuven maken ook collega’s verbonden aan de Faculteit Economie, het Instituut voor Internationaal en Europees Beleid, de Onderzoekseenheid Internationaal en Buitenlands Recht, het Instituut voor Internationaal Recht, het Instituut voor Europees Recht en HIVA - Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving deel uit van het project.
1
Het onderzoek is verdeeld over vier thematische pijlers: (i) Internationaal en Europees Recht; (ii) Internationaal en Europees Beleid; (iii) Internationaal Ondernemen; en (iv) Ontwikkelingssamenwerking. Bezoek onze website voor meer informatie: www.steunpuntiv.eu