Het pedagogisch project van de Triangel

Het pedagogisch project van de Triangel. 1.

Situering

De Triangel is een basisschool die behoort tot het officieel gesubsidieerd onderwijs. Het schoolbestuur is het stadsbestuur van de stad Brugge. Ze gebruikt de officiële leerplannen van OVSG.    

  

2.

Als officiële stedelijke school staat de Triangel open voor alle kinderenongeacht de religieuze of filosofische opvatting van de ouders. De vrije keuze van de cursus godsdienst of niet-confessionele zedenleer is gewaarborgd. Het onderwijs dat binnen onze school door de leraren wordt aangeboden past in het kader van richtlijnen, vastgelegd door het gemeentebestuur in een door haar erkend pedagogisch project. Dit pedagogisch project bepaalt de aard van het onderwijsaanbod binnen onze school. Van de leraren wordt geëist dat ze volgens de richtlijnen van dit pedagogisch project onderwijs verschaffen. Alle andere participanten worden verondersteld dezelfde opties te onderschrijven of het pedagogisch project te respecteren. Beslissingen inzake stedelijk onderwijs, rekening houdend met de vigerende onderwijswetgeving, behoren tot de bevoegdheid van het stadsbestuur. Het stadsbestuur, als schoolbestuur, heeft een verregaande autonomie inzake vormgeving en inhoud van haar stedelijk onderwijs. Het pedagogisch project geeft vorm aan deze autonomie.

Fundamentele uitgangspunten

Rechten van het kind en van de mens De school draagt de beginselen uit die vervat zijn in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en van het Kind en neemt er de verdediging van op. Zij wijst vooroordelen, discriminatie en indoctrinatie van de hand.   



     

Recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst. Recht op vrijheid van vereniging en vrijheid van vreedzame vergadering. Geen enkel kind mag onderworpen worden aan willekeurige of onrechtmatige inmenging in zijn of haar privéleven, zijn of haar gezinsleven, zijn of haar woning, zijn of haar correspondentie, noch aan enige onrechtmatige aantasting van zijn of haar eer of goede naam. Recht op toegang tot de massamedia; tot informatie en materiaal uit een verscheidenheid van nationale en internationale bronnen, in het bijzonder informatie en materiaal gericht op het bevorderen van zijn of haar sociale, psychische en morele welzijn en zijn of haar lichamelijke en geestelijke gezondheid. Het recht op bescherming tegen alle vormen van lichamelijk of geestelijk geweld, letsel of misbruik, lichamelijke of geestelijke verwaarlozing of nalatige behandeling, mishandeling of exploitatie, met inbegrip van seksueel misbruik; Recht van een geestelijk of lichamelijk gehandicapt kind om een volwaardig leven te hebben, in omstandigheden die de waardigheid van het kind verzekeren, zijn zelfstandigheid bevorderen en zijn actieve deelneming aan het gemeenschapsleven. Het recht op het genot van de grootst mogelijke mate van gezondheid en op voorzieningen voor de behandeling van ziekte en het herstel van de gezondheid. Het recht van ieder kind op een levensstandaard die toereikend is voor de lichamelijke, geestelijke, intellectuele, zedelijke en maatschappelijke ontwikkeling van het kind. Het recht op onderwijs. De staten verbinden zich ertoe het primair onderwijs verplicht te stellen en voor iedereen gratis beschikbaar te stellen. Het onderwijs aan het kind dient gericht te zijn op: Het bijbrengen van eerbied voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden; Het bijbrengen van eerbied voor de ouders van het kind, voor zijn of haar eigen culturele identiteit, taal en waarden, voor de nationale waarden van het land waar het kind woont, het land waar het is geboren en voor andere beschavingen dan de zijne of de hare;

Pedagogisch project de Triangel 2012-2013 De Triangel is een school van het Stedelijk Basisonderwijs Brugge O2 zuurstof voor de samenleving

1

-

 

  

De voorbereiding van het kind op een verantwoord leven in een vrije samenleving, in de geest van begrip, vrede, verdraagzaamheid, gelijkheid van geslachten, en vriendschap tussen alle volken, etnische, nationale en godsdienstige groepen en personen behorend tot de oorspronkelijke bevolking; het bijbrengen van eerbied voor de natuurlijke omgeving

Het recht van het kind op rust en vrije tijd, op deelneming aan spel en recreatieve bezigheden passend bij de leeftijd van het kind, en op vrije deelneming aan het culturele en artistieke leven. Het recht te worden beschermd tegen economische exploitatie en tegen het verrichten van werk dat naar alle waarschijnlijkheid gevaarlijk is of de opvoeding van het kind zal hinderen, of schadelijk zal zijn voor de gezondheid of lichamelijke, geestelijke, intellectuele, zedelijke of maatschappelijke ontwikkeling van het kind. Het recht op bescherming tegen het illegale gebruik van verdovende middelen en psychotrope stoffen. Het recht op bescherming tegen alle vormen van seksuele exploitatie en seksueel misbruik. Het recht op bescherming tegen alle vormen van exploitatie die schadelijk zijn voor enig aspect van het welzijn van het kind.

Door de keuze van de leerplannen OVSG kiezen we voor volgende onderwijskenmerken: 12345-

samenhang; totale persoonlijkheidsontwikkeling; zorgverbreding; actief leren; continue ontwikkelingslijn.

Bij ons pedagogisch en didactisch handelen laten we ons leiden door volgende basisbeginselen: 2.1 openheid en verscheidenheid 2.2 democratie, betrokkenheid en socialisatie 2.3 emancipatie 2.4 opvoeding van de totale persoon 2.5 een groene school 2.6 voeden en vullen, stress en onthaasten 2.7 we zijn een communicatieve school 2.8 zorg voor de zwakste


2

2.1 Openheid en verscheidenheid De school staat ten dienste van de gemeenschap en staat open voor alle leerplichtige jongeren, ongeacht hun filosofische of ideologische overtuiging, sociale of etnische afkomst, sekse of nationaliteit. 2.1.1 Verschillend zijn De school ziet verscheidenheid als een vorm van verrijking. We erkennen verschillen en zien de mens achter de verschillen. We gaan uit van respect en het geloof dat ieder mens gelijkwaardig is. Gelijkwaardigheid houdt in dat iedereen gelijke kansen krijgt ook als dat betekent dat kinderen daardoor een ongelijke behandeling nodig hebben. Leerlingen met een handicap, met een leerstoornis, kansarmen, … krijgen op onze school extra steun. 2.1.2. Kansarme kinderen Onze school reduceert een kind uit een (kans)arm gezin niet tot een kind met (kans)armoede. Wat elke leerling in de klas, zegt, doet, vraagt, beleeft, ervaart, …is belangrijk. Meer dan andere leerlingen hebben (kans)arme leerlingen op school behoefte aan: -genegenheid en tederheid (Lees eens het boek “Ciske de rat” van Piet Bakker. Onhandelbare Cis mocht van de begripvolle meester voor het goudvisje zorgen) n.v.E)

-succeservaringen die hen overtuigen dat ze wat kunnen -veiligheid en structuren om zich te kunnen ontplooien -begrip en respect. Sommige leerlingen gedragen zich agressief, ongenaakbaar, uitdagend of ongeïnteresseerd op school. We bekijken ze niet als moeilijke leerlingen maar als leerlingen die het moeilijk hebben. Onze school verbindt zich er toe om het beginsel van de kosteloosheid van het onderwijs stipt op te volgen. Prijzen van maaltijden, uitstappen, drankjes, …worden zo scherp mogelijk berekend. Voor ouders die het door omstandigheden financieel moeilijk hebben, werken we een financieel plan uit. Onze school probeert compenserend op te treden voor kansarme kinderen door bewust te proberen de gevolgen van een ongelijke sociale positie om te buigen.

Kleine gebreken, “Je bent een liegbeest” Hans Dorrestein De een heeft een gebit waar hij mee zit: Scheve tanden, beugeltje. De ander heeft een tong die niet helemaal wil: Stotteren of lispelen. De ander draagt een bril. De ene heeft dit, de ander heeft dat: Ieder kind heeft wat! Je moet er niet mee zitten, Ieder huisje heeft zijn kruisje, ieder kind heeft zijn gebrek. Denk bij jezelf voor de spiegel: “Ach verrek! Wie me niet neemt zoals ik ben, die is gek!” ‘k Had een kuil, hier in mijn borst, een kuiltje in mijn ribbenkast. Vandaar dat ik niet met vrienden naar het zwembad dorst. O gottegot, wat een last. ‘k Dacht dat ik lelijk was. Maar later zei een meisje: “Ach lieve schat, ‘k vind die kuil zo leuk, ’t is juist leuker dan plat.” Je moet er niet mee zitten, Ieder huisje heeft zijn kruisje, ieder kind zijn gebrek. Denk bij jezelf voor de spiegel: “Ach verrek! Wie me niet neemt zoals ik ben, die is gek!” Voel je je nou niet beter, heb je nog steeds verdriet, Dan zat er misschien een klein gebrek in dit lied!


3

2.2

Democratie, betrokkenheid en socialisatie

De school leert jongeren leven met anderen en voedt ze op met het doel hen als volwaardige leden te laten deelnemen aan een democratische en pluralistische samenleving.  We vinden dat democratie en betrokkenheid het welbevinden in een leefgemeenschap bevorderen. Onze school tolereert dat anderen anders zijn en toch kunnen samenwerken. Dat geldt voor ouders en leerlingen en ook voor de leerkrachten zelf.  Pesten, racisme en onverdraagzaamheid krijgen bij ons geen vrij spel.  Aan alle leerlingen worden dezelfde regels opgelegd, toch krijgt iedere leerling een eigen aanpak. Leerlingen zijn bij ons geen nummer maar hebben een naam. We behandelen ze als individuen niet als vertegenwoordigers van een groep of stereotiepen. We stimuleren de betrokkenheid van de leerlingen door: -En positief klas- en schoolklimaat te creëren. Dit proberen we onder meer door: °Schoolafspraken gevisualiseerd op te hangen op verschillende plaatsen in de school. °De speelplaatsen zo in te richten dat zij het sociaal-emotioneel gedrag bevorderen tijdens het vrij spel. Zo wordt er op elke speelplaats een rustige zone voorzien. °muzische speeltijden te organiseren. °door spelkoffers ter beschikking te stellen °door themaspeeltijden in te richten °door een traditie van overleg te creëren door middel van een leerlingenraad °taken, opdrachten en situaties aan te passen aan het niveau van de kinderen en ze toch voldoende uitdagend te maken. °In de les lichamelijke opvoeding spel en competitie te hanteren als instrumenten om °fairplay, respecteren van regels en afspraken, te oefenen. Het ervaren van eigen beperktheden wordt in deze lessen opgevangen en gekanaliseerd. -ons onderwijs te laten aansluiten bij de realiteiten die het kind omringen en die zijn leef- en belevingswereld vormen. °In de klassen functioneert een actualiteitsbord dat de actualiteit integreert in domeinen zoals tijd, ruimte, natuur, … Hierbij gaat de aandacht zowel uit naar “kleine” actualiteit als naar “grote” actualiteit. °De kinderen ondernemen geregeld uitstappen, bezoeken bibliotheken, toneelvoorstellingen, bekijken films. Soms worden autoriteiten in klas uitgenodigd. °De kinderen kansen tot zelfwerkzaamheid te bieden °Door de inzet van ICT willen we n we de activiteit en zelfwerkzaamheid bij kinderen verhogen. ° De kleuterafdeling en lagere afdeling beschikken over een rijk aanbod van uiteenlopende materialen die aansporen tot exploreren, experimenteren, verkennen en opzoeken. °De leraar biedt takenpakketten aan die kinderen volgens eigen planning mogen afwerken. -de motivatie bij de kinderen te verhogen door hen zelfstandig initiatief te laten nemen °Het leerlingenparlement vergadert eenmaal per maand in aanwezigheid van de groene leerkracht Allerlei voorstellen, problemen en klachten worden er besproken. °In de kleuterafdeling zet een rijke klasseninrichting met levensechte materialen de kinderen aan om initiatieven te nemen en leerervaringen op te doen. °De kinderen krijgen regelmatig zelfstandig opzoekwerk tegen een volgende les. °Het klasreglement (of klasafspraken) wordt samen met de kinderen besproken en opgesteld. Ook in de kleuterschool worden de klasafspraken besproken en met symbolen gevisualiseerd. Vertaald naar de praktijk is democratie in onze werking geïnstitutionaliseerd in volgende organen:   

Betrokkenheid van de ouders: oudercomité, werkgroep opvang, natuurouders, schoolraad, werkgroepen P.R. en verkeersveiligheid Betrokkenheid van de leerkrachten: personeelsvergadering en overleg met beleidsteam Betrokkenheid van leerlingen: leerlingenparlement

Vertegenwoordigers van het onderwijzend personeel zijn in alle overlegorganen aanwezig.


4

De naam en het logo van onze school:”De Triangel” verwijst naar deze driehoeksverbanden. Leerlingen-leerkrachten-directie Ouders-leerkrachten-schoolbestuur Schoolteam-schoolbestuur-lokale gemeenschap, maar ook naar betrokkenheid-welbevinden-verbondenheid. vb. van een “triangelverband”

Onderwijzend-en ondersteunend personeel

Directie

Leerlingen

Maar natuurlijk ook … Voorzichtig ! Kinderen !


5

2.3

Emancipatie

De school kiest voor emancipatorisch onderwijs door alle leerlingen gelijke ontwikkelingskansen te bieden overeenkomstig hun mogelijkheden of geslacht. Zij wakkert zelfredzaamheid aan door leerlingen weerbaar te maken. In onze school mogen meisjes, meisjes zijn en jongens, jongens. Beide geslachten, kunnen veel van elkaar leren: jongens een stuk gevoeligheid en meisjes een stuk redelijkheid. Vrouwelijke eigenschappen worden niet hoger gewaardeerd dan mannelijke of omgekeerd. We leren onze kinderen assertief te zijn op een sociaal aanvaardbare manier. Naast de rode lijn doorheen de klassenwerking zorgt het leerlingenparlement voor betrokkenheid en verbondenheid. De leerlijn die meehelpt hieraan gestalte te geven, wordt samengevat als GOEPAGRADA


6

2.4 Opvoeding van de totale persoon Wij erkennen het belang van onderwijs en opvoeding. Wij willen persoonlijkheidsvorming attitudevorming, lichamelijke ontwikkeling, en kennisverwerving evenveel aandacht geven. De Triangel verwijst als gelijkzijdige driehoek naar het harmonieus samengaan van deze domeinen: Lichamelijke ontwikkeling/ Persoonlijkheids- en attitudevorming/ Kennisverwerving 2.2.4.1 -sportieve en gezonde opvoeding. Wij vinden dat sport en in zijn ruimste betekenis: bewegen, een levenshouding moet worden. Daarom proberen wij de kinderen zoveel mogelijk te laten proeven van een ruim aanbod aan sport. Naast het socialiserende effect (teamgeest, fairplay, samenwerking) dat competitiesport kan hebben, willen we vooral oog hebben voor de strijd tegen het sedentarisme met zijn verstrekkende gevolgen voor de gezondheid. Wij verbieden snoep in onze school en promoten het drinken van kraantjeswater als alternatief voor alle vormen van gezoete dranken. We waken er over dat het aanbod van het voedselcateringbedrijf dat de school bedient, kwalitatief en kwantitatief in orde is. 2.2.4.2.-persoonlijkheidsvorming en attitudevorming We willen kinderen opvoeden met respect voor alle mensen uit de schoolgemeenschap: medeleerlingen, leerkrachten, directie, onderhouds-en ondersteunend personeel. We hopen dat deze huisstijl zich verder zet in het thuismilieu van onze leerlingen. Concreet uit zich dit: -een attente en hoffelijke omgang met elkaar, samengevat als GOEPAGRADA Goedendag Pardon Graag gedaan Alstublieft Dankjewel (zie voetnoot 1)  Het naleven van gemaakte afspraken en beloftes  Respect voor het territorium van anderen  Respect voor het werk van onderwijzend, onderhouds-en ondersteunend personeel We willen onze kinderen duurzaam opvoeden: Concreet betekent dit: -dat we in onze werking een afwachtende en kritische houding aannemen tegenover allerlei trends, hypes en modeverschijnselen. -dat we onze kinderen willen leren zorg dragen voor eigen materiaal. -dat we onze kinderen respect leren opbrengen voor eten en drinken en energie. Drinkwater, elektriciteit zijn kostbaar, we leren kinderen er zuinig mee om te springen. 2.2.4.3.-kennisverwerving  



We bieden gestructureerd onderwijs. D.w.z. dat we onderwijsactiviteiten koppelen aan vooropgestelde doelen, het gebruik van een lesstructuur en het mededelen van de lesdoelen aan de leerlingen. We bieden de gelegenheid tot leren leren. o Dit betekent onder meer dat:  We via ICT kinderen zelfstandig leren werken en dat de leerlingen geïnformeerd worden over hoe ze de leerstof moeten studeren.  Dat we onze kinderen een agenda leren gebruiken om hun werk en vrije tijd te plannen.  Dat we doorheen de school instructiemethodes gebruiken die de kinderen leren om hun handelingen stapsgewijs ui te voeren.  Dat we kinderen leren hoe ze eigen werk-(leer-)omgeving kunnen organiseren. We verwachten veel van onze leerlingen. Leerlingen leren bij ons dat ze hun lessen moeten bijhouden en hun mappen en schoolgerei met zorg moeten bijhouden. Taken en


7



  

lessen worden steeds stipt gemaakt. We verwachten van onze leerlingen dat ze hun capaciteiten maximaal uitputten. We evalueren constant om de vooruitgang van onze leerlingen bij te houden. De leerwinst van onze kinderen vinden wij belangrijk. Op het niveau van de leerling betekent dit onder meer het geven van een feedback aan de leerling op basis van hun toetsresultaten en het verschaffen van inzicht in hun eigen prestaties. We bekrachtigen onze leerlingen door de positieve mogelijkheden van de leerlingen te bevestigen. We bouwen aan een positief zelfbeeld en geven hun zelfvertrouwen door hen aan te moedigen in wat ze bereikt hebben. We leren onze leerlingen weerbaar worden door hen ook met hun beperkingen te confronteren. We streven met onze school een ordelijk en positief leerklimaat na. Zo zien we er op toe dat gemaakte afspraken door iedereen ter harte worden genomen. Wij zijn er van overtuigd dat kinderen slechts goed kunnen leren in een school waar ze zich goed voelen. We streven in onze school een gezamenlijke planning en samenwerking tussen de leerkrachten na. Dit heeft zowel betrekking op de horizontale als verticale als laterale afstemming1 van het werk van de leerkrachten.

Leren leren Leren is een basisvaardigheid voor het leven. Wij trekken de kaart van levenslang en levensbreed leren.2 Zelfstandig leren houdt in: -informatie kunnen verwerven, verwerken en toepassen in allerlei situaties -jezelf kunnen motiveren om te leren De Triangel probeert deze basisvaardigheid te realiseren door terug te vallen op drie pijlers:  We creëren een school- en klasomgeving waar kinderen zich goed, geborgen en veilig voelen. Waar leren leuk is. (welbevinden)  We brengen de leerlingen vaardigheden bij omtrent leren leren. Deze vaardigheden zijn verweven (geïntegreerd) in elk domein.  We leren de leerlingen zichzelf bijsturen. In de kleuter- en lagere afdeling wordt het principe van de zelfinstructiemethode van de beertjes van Bash en Camp gebruikt. (beter gekend als “de beertjes van Meichenbaum).

1

Horizontale afstemming: een progressieve klassikale planning (ook het afstemmen van de werking van de parallelklassen) Verticaal: een progressieve planning van eerste kleuterklas tot zesde leerjaar in de vorm van progressief vorderende leerlijnen. Lateraal: tussen de parallelklassen. 2 Levenslang: leren stopt niet bij de laatste schooldag maar in een levenslange opdracht Levensbreed: we richten ons met ons leren naar wat in de samenleving (life itself) gebeurt met een zo breed mogelijk interesseveld. Dit leren beperkt zich niet tot het cognitieve, ook het creatieve, sociaal-emotionele en motorische domein krijgt ruime aandacht.


8

2.5 Een groene school Zorg voor het milieu en de natuur begint in het eigen kleine milieu. Onze school springt zorgzaam en zuinig om met energie, water en grondstoffen. Concreet vertaalt zich dit naar verantwoord gebruik van verwarming, water en elektriciteit. Iedereen is mee verantwoordelijk voor het doven van lichten, PC’s en dichtdraaien van radiators. Overbodig kopiëren wordt vermeden. We kopiëren overwegend recto- verso. Mails worden zo weinig mogelijk afgedrukt om minder papier te gebruiken. Onze school selecteert afval en probeert zo weinig mogelijk restafval te produceren. Kinderen zorgen er ’s avonds zelf voor dat hun lessenaar en de omgeving van hun lessenaar in orde is. 

 

Aan de ouders wordt gevraagd om de kinderen melk te laten drinken op school en over de middag de kinderen water te laten drinken. Zo proberen we de afvalberg die wegwerpverpakking met zich meebrengt te reduceren en bieden we een gezonde dorstlesser aan. We verbinden er ons toe om de kinderen de gelegenheid te bieden om tijdens de pauzes water te drinken uit drinkwaterfonteintjes die op de speelplaatsen opgesteld zijn. We stimuleren ouders en kinderen om te voet of met de fiets naar school te komen. Zo helpen we mee om de overlast van het drukke verkeer terug te dringen.3

Met bos-en plattelandsklassen willen wij onze kinderen respect, bewondering en ontzag bijbrengen voor de natuur. We willen hen leren genieten van de schoonheid van de natuur en opnieuw op de klank van stilte leren kennen. Terug naar de natuur betekent hier ook, ervaren van vermoeidheid en honger na een dag buiten en de voldoening van rust en een eenvoudige maaltijd.

3

Met de school organiseren we een verkeersluwe/fitte en gezonde week.


9

2.6 Voeden en vullen, stress en onthaasten We stellen vast dat kinderen steeds meer het slachtoffer worden van de agenda van hun ouders. Na de school rennen kinderen van de ene activiteit naar de andere. Er wordt hen weinig tijd gegund om tot zichzelf te komen.4 Soms blijven kinderen op school van ’s morgens 7u. tot ’s avonds halfzeven. Vakanties en avonden worden gevuld, tijd wordt ingevuld. Kinderen leren zelden nog wat genieten is. Genieten heeft zelden te maken met kwantiteit, veeleer met kwaliteit. Vullen wordt vaak verward met voeden. Daarom willen we in onze school de kinderen leren stilstaan en leren dat genieten iets anders is dan consumeren. Modeverschijnselen, acties met economische motieven worden kritisch bekeken. Wij proberen de schoolsfeer, klassensfeer te scheppen waar kinderen tot rust kunnen komen, waar ze zich veilig en geborgen voelen. Dit vertaalt zich onder meer in het gezellig inrichten van de klaslokalen en zorg voor een nette speelplaats met rustige zones en uitlaatkleppen voor fysiek actieve kinderen. (welbevinden) Duidelijke afspraken en structuren liggen aan de basis van de oase van onthaasting die we proberen te creëren. Voor de Triangel houdt dat o.a. in dat we afspraken maken rond huiswerk en lessen. Meneer Hazewind , “ Kinderversjes” Mies Bouhuys Meneer Hazewind… Wat heeft hij een haast! Hij rent door de straten, Hij hijgt en hij raast: Als ik te laat ben, zit ik ernaast. Gauw…! Meneer Hazewind Vliegt over het plein, Zo hard als een auto, Zo hard als een trein: Laat me erdoor, ik moet ergens zijn. Gauw…! Meneer Hazewind… Bij dag en bij nacht,; Door de week en op zondag, Altijd op jacht. Geen tijd dat hij kijkt, geen tijd dat hij lacht. Ach…! Meneer Hazewind… Waar moet dat toch heen? Riepen de mensen. En toen kwam die steen, Toen viel hij, toen lag hij, toen brak hij zijn been. Au…! Meneer Hazewind… In een tuinstoel van riet Onder de bomen. Hij lacht en geniet Omdat hij nu eindelijk alles weer ziet. Hè…! Meneer Hazewind Als een bij in een bloem Schommelen…schommelen Zoeme zoem zoem…:

4

Zie punt 1: rechten van de mens en van het kind:”recht op rust en vrije tijd”


10

2.7 We zijn een communicatieve school Communicatie is geen proces van actie en reactie maar van interactie en gelijktijdige beïnvloeding. We beïnvloeden en we worden beïnvloed. Meestal zijn we ons sterk bewust van de invloed die anderen op ons hebben, maar zeer weinig van de invloed die wijzelf hebben op anderen. 1- We organiseren een meldpunt voor pestgedrag, dit in de vorm van een groene leerkracht. 2- Leer-en gedragsproblemen worden gesignaleerd aan de directie of de ZOCO. In een M.D.O. (multidisciplinair overleg) wordt overlegd met alle betrokken partijen hoe de leerlingen kunnen geholpen worden. 3- Elke maand wordt er minimum 1 personeelsvergadering belegd. De data van deze vergaderingen worden opgenomen in de jaarplanning. Iedereen kan punten aan de agenda toevoegen. Informele vergaderingen van parallelle groepen stemmen de werking op elkaar af. Voor de kleuterafdeling komt elke maand een kernteam samen met de directie. De directeur houdt wekelijks een overlegmoment met zijn beleidsteam of delen van zijn beleidsteam. 4- Ouders worden op de hoogte gehouden van de vorderingen en het gedrag van hun kind. Meestal gebeurt dit via het rapport of de agenda van hun kind maar ouders, leerkrachten of directie kunnen zelf een gesprek aanvragen. 5- Met de infobrochure, de nieuwsbrief, de site van de school en de FB-pagina houden we de ouders op de hoogte van de schoolactiviteiten. De agenda of heen-en-weermap zijn een belangrijke schakel in de brug tussen thuis en school. 6- Maandelijks is er een vergadering van de oudervereniging. Deze vergadering wordt voorbereid door directie en voorzitter oudervereniging. Er is een brievenbus waar ouders, voorstellen, knelpunten, opmerkingen kunnen deponeren. 7- De vertegenwoordigers van ons leerlingenparlement verzamelen agendapunten in hun klas voor de maandelijkse vergadering. De voorzitter van het parlement bespreekt de punten met de directeur. De coördinator van het leerlingenparlement brengt de punten aan op de maandelijkse personeelsvergadering. 8- Functioneringsgesprekken en informele gesprekken tussen leerkrachten en directie bakenen de wederzijdse verwachtingen af.


11

2.8

Zorg voor de zwakste

LEREN IS HET DOEL – ZORG IS EEN MIDDEL OM LEREN OP MAAT MOGELIJK TE MAKEN Via het optimaliseren van competenties, welbevinden, betrokkenheid en verbondenheid de evenwichtige ontwikkeling van elk kind stimuleren. Onze uitgangspunten 1. Het Verdrag van de rechten van de Mens. 2. Het juridisch uitgangspunt voor gelijke kansen. Juridisch dienen gelijken gelijk en ongelijken ongelijk behandeld worden. Zo er objectieve verschillen kunnen aangetoond worden bij de start, is de school gehouden hulpmaatregelen te treffen( met gelijke behandeling voor alle andere leerlingen in dezelfde ongelijke startpositie) met het oog op het waarborgen van gelijke kansen op het behalen van goede eindresultaten. 3. De rechten van het Kind De rechten van het kind formuleert het recht op volwaardig en ‘goed’ onderwijs voor alle kinderen. Participatie van kinderen en het respecteren van het kind als mondige persoon staan centraal. De Verklaring van de Rechten van het Kind behoort tot de uitgangspunten van het Vlaamse basisonderwijs. Een basisschool wordt pas erkend door de overheid als deze school ook het Verdrag van de rechten van het Kind onderschrijft. 4. Het decreet basisonderwijs “ Het gewoon basisonderwijs wordt zodanig georganiseerd dat, op grond van een pedagogisch project, in de school een opvoedings- en leeromgeving gecreëerd wordt waarin de leerlingen een ononderbroken leerproces kunnen doormaken. Die omgeving wordt aangepast aan de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.” “Het gewoon basisonderwijs is in principe verantwoordelijk voor het onderwijs aan alle leerlingen van bedoelde leeftijdscategorie. Het moet door blijvende aandacht en verbreding van de zorg zoveel mogelijk leerlingen blijvend begeleiden.” 5. Het decreet op inschrijving- en onthaalbeleid. We realiseren onze zorg door: preventieve zorg - verhoogde zorg - uitbreiding van zorg A. Preventieve zorg Alle maatregelen die de school neemt voor haar leerlingen en het team. Op niveau van de leerlingen en van de klas :    

       

Aandacht voor de totale ontwikkeling van elk kind Een veilig en open klasklimaat met aandacht voor positief zelfbeeld, welbevinden en betrokkenheid. Benutten en uitbouwen van sterke kanten en competenties Creëren van een krachtige leeromgeving, mondiale vorming eigen aan de belangstelling vanuit de interesse van het kind ; de school en de klas zijn een zeer belangrijke en stimulerende omgeving waardoor talenten bij leerlingen zichtbaar worden. Geven van duidelijke opdrachten en instructies Differentiëren en/of remediëren Stimuleren van groepswerk, partnerwerk, leren samenwerken met anderen, contractwerk, niveaulezen Bevorderen ontwikkeling van sociale vaardigheden met aandacht voor zelfcorrectie en zelfanalyse van de eigen attitude houdingen Actief leren: bevorderen zelfstandigheid en zelfsturend leren via een zelfinstructiemethode en ‘mindmappen’. Duidelijke afspraken en regels, bekrachtigen en bijsturen van gedrag Evaluatiegesprekken en het organiseren van oudercontacten en ouderavonden Vlotte en open communicatie met de ouders en leerlingen


12

     

organiseren van meter- en peterschap in functie van de overgang naar het 1ste leerjaar en nieuwe leerlingen in de Triangel Het actief voeren van een beleid met betrekking tot de integratie 1 ste leerjaar en/of buitengewoon onderwijs Speelplaatswerking( speelplaatskoffer; themaspeeltijden, rustige en actieve zones) Projecten : schoolgebonden, klasgebonden, klasdoorbrekend Ondersteuning door CLB Werken met het Volg systeem voor signalering en analyseren van competentie, welbevinden en betrokkenheid.

Bijkomende preventieve maatregelen op niveau van de school zijn onder meer:       

Organisatie en planning van interne overlegmomenten Organisatie ouderonthaal op school Afstemmen van het zorgbeleid op de SES (cultuur, leefomgeving en thuissituatie van de leerlingen). Ondersteuning en coaching van het team Organiseren van heterogene klasgroepen met een gestructureerd klasmanagement Opvolging van alle leerlingen via VOLG LVS testen in de lagere afdeling, aangepaste testen ( Cito, Dudal) in de kleuterafdeling

B. Verhoogde zorg Hier worden oplossingen en manieren gezocht , binnen de reguliere werking en omkadering van de school, in samenwerking met de ouders. Er wordt gezocht naar een gerichte aanpak en interventie. Hierbij wordt voor de leerlingen een concrete aanpak in kaart gebracht . Geconcretiseerd via:  Maandelijks zorgteam met het CLB  Organiseren van contacten met de ouders  Infosessies en infomomenten tijdens een personeelsvergadering  Verzamelen en bespreken van alle relevante info op een zorgoverleg  Samenwerking leerkracht en zorgteam voor een planmatige aanpak en taakverdeling  Verzamelen info via toetsen en/of via observaties op school, in de klas of thuis  Ondersteunen van de leerkracht om de aanpak te realiseren  Via overleg met titularis en /of ouders het in kaart brengen van de zorgvraag + hulpvraag  Alles vastleggen in het leerlingendossier C. Uitbreiding van zorg Hierbij krijgt de school versterking via het CLB. Een afsprakennota legt de manier van samenwerken vast. Het CLB gaat in op vragen van de school, ouders en leerlingen.


13

Het pedagogisch project van de Triangel

Recommend Documents