Inhoudsopgave Pedagogisch project 1.1.1. Visie .................................................................................................................................................................. 2 A. Pijlers ........................................................................................................................................................................ 2 B. Algemene doelen en waarden die de school wil realiseren ................................................................... 2 C. Ligging ..................................................................................................................................................................... 3 1.1.2. Levensbeschouwing .................................................................................................................................... 3 A. Karakter van de school....................................................................................................................................... 3 B. Andersdenkenden ................................................................................................................................................ 3 C. Levensbeschouwelijke uitgangspunten ........................................................................................................ 4 1.1.3. Pedagogische overtuiging ......................................................................................................................... 4 A. Taak van de gesubsidieerde officiële scholen ............................................................................................. 4 B. Visie op ontwikkeling en opvoeding ............................................................................................................. 4 C. Belangrijke elementen bij het beoordelen van de ontwikkeling .......................................................... 5 D. De dynamisch-affectieve ontwikkeling ....................................................................................................... 5 E. De verstandelijke ontwikkeling ...................................................................................................................... 5 F.
Het kind als mens................................................................................................................................................. 6
G. Continue ontwikkeling van kinderen ........................................................................................................... 6 H. Dynamische school met opdracht voor deskundigheid van de leerkracht ...................................... 6 I.
De psychomotorische component .................................................................................................................. 7
1.1.4. Maatschappelijke overtuiging ................................................................................................................. 7 A. Neutraliteit ............................................................................................................................................................. 7 B. Pluralisme ............................................................................................................................................................... 7 C. Vrijheidsbeginsel .................................................................................................................................................. 7 D. Attitudes en waarden .......................................................................................................................................... 7 E. Sociale bewogenheid .......................................................................................................................................... 8 F.
Contact met de natuur en de mens ................................................................................................................ 8
G. Non-discriminatie op school ........................................................................................................................... 8 H. Wederzijds begrip ............................................................................................................................................... 8 I.
Pedag
Samen leven binnen de school ........................................................................................................................ 8
Pedagogisch project GBS Haacht
Pagina 1
1.1.
Pedagogisch Project van de Gemeentelijke Basisschool van Haacht (goedgekeurd door het schoolbestuur op…) 1.1.1. Visie
A. Pijlers Onze visie op goed en degelijk basisonderwijs steunt op een aantal pijlers. -
Welbevinden en betrokkenheid van de leerlingen (vertrouwensrelatie tussen de leerkrachten en medeleerlingen).
-
Continuïteit doorheen de verschillende leergroepen.
-
Aandacht voor het aanleren van studiemethoden en creëren van een positieve leerhouding.
-
Zorg voor differentiatie.
-
Aanleren en stimuleren van werkwijzen waarbij zaken op een systematische manier aangepakt worden.
-
Gebruik van aangepaste leermiddelen.
-
Aandacht en sensibilisering voor het wereldgebeuren.
-
Structuur.
B. Algemene doelen en waarden die de school wil realiseren -
Opvoeding van de totale persoonlijkheid (cognitieve, dynamisch-affectieve en psychomotorische dimensie).
-
Zorg voor sociale ontwikkeling.
-
De leerlingen helpen bij het verwerven van een eigen studiemethode.
-
Het aanvaarden van de eigenheid van de individuele leerling.
-
Het ontwikkelen van verantwoordelijkheidsbesef en kritische zin.
-
Het ontwikkelen van expressieve en creatieve mogelijkheden.
-
Het ontwikkelen van zelfstandigheid bij de kinderen.
-
Aandacht voor de overgangen tussen:
-
Pedag
Thuis – kleuterschool
Kleuterschool – lagere school
Lagere school – secundair onderwijs
Het bereiken van de ontwikkelingsdoelen en eindtermen.
Pedagogisch project GBS Haacht
Pagina 2
Ontwikkelingsdoelen en eindtermen werden op 8 februari 1995 bekrachtigd door de Vlaamse Raad. Voor meer inhoudelijke informatie: zie decretale tekst en uitgangspunten van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs, Centrum voor Informatie en Documentatie (juni 1995). C. Ligging Onze school heeft de volgende vestigingsplaatsen: -
Vestigingsplaats 1: Verhaegenlaan 7, 3150 Haacht: lager onderwijs
-
Vestigingsplaats 3: Breughelwijk, 3150 Haacht: kleuteronderwijs
-
Vestigingsplaats 2: E. Willemslaan 4, 3150 Wespelaar: lager onderwijs
Er wordt gestreefd om voor alle afdelingen een rustige, verkeersvriendelijke omgeving tot stand te brengen, waar in moderne klaslokalen, voorzien van de nodige didactische uitrusting, aangepast eigentijds onderwijs kan verschaft worden. 1.1.2. Levensbeschouwing A. Karakter van de school Onze school is een gemengde basisschool voor gewoon onderwijs en behoort tot het officieel gesubsidieerd
onderwijsnet.
Het
schoolbestuur
is
de
gemeente
Haacht.
Als openbare instelling staat onze school open voor alle kinderen, welke ook de
levensopvatting is van de ouders. De vrije keuze tussen de cursus van de verschillende door de
wet
erkende
godsdiensten
of
niet-confessionele
zedenleer
is
gewaarborgd.
Het onderwijs dat binnen onze school door de leerkrachten wordt aangeboden, past in het kader van de richtlijnen, vastgelegd en goedgekeurd door de Gemeenteraad in een door hem erkend pedagogisch project. Dit pedagogisch project bepaalt de aard, het karakter van het
onderwijsaanbod binnen onze school. Van de leerkrachten wordt verwacht dat ze volgens de richtlijnen van dit pedagogisch project onderwijs verschaffen. Alle participanten worden verondersteld dezelfde opties te onderschrijven. Het gemeentelijk onderwijs zal zich regelmatig onderwerpen aan kritische overwegingen wat betreft de door haar nagestreefde en gerealiseerde doelen. B. Andersdenkenden In hun omgang met de leerlingen gaan degenen die betrokken zijn bij de
ontwikkelingsbegeleiding, de problemen in verband met de filosofische, ideologische en
godsdienstige overtuiging van de mens niet uit de weg. Indien de opvoedings- of onderwijssituatie daartoe aanleiding geeft, kunnen zij vrij hun persoonlijk engagement doen Pedag
Pedagogisch project GBS Haacht
Pagina 3
kennen, maar op bedachtzame wijze, wat betekent dat zij zich zeker onthouden van elke vorm van indoctrinatie. Alle uitdrukkingen of overwegingen die voor andersdenkenden kwetsend kunnen overkomen, worden vermeden. De waarden die met de uitgezette feiten
verband houden, worden eerlijk en dus open behandeld, opdat leerlingen zich geleidelijk bewust worden dat motiveringen van verschillende oorsprong, eerbied en onderzoek verdienen.
C. Levensbeschouwelijke uitgangspunten Het gemeentelijk onderwijs wil mensen vormen die in de samenleving van morgen ten volle hun verantwoordelijkheid kunnen opnemen tegenover zichzelf en tegenover de gemeenschap.
In ons pedagogisch project voeden wij onze kinderen zo op dat zij, zonder afbreuk te doen
aan hun fundamentele vrijheden en rechten, zelfstandig in staat zijn niet alleen hun persoonlijke belangen, maar ook de collectieve belangen van alle mensen te eerbiedigen en
te verdedigen. Dit gebeurt in dienst van een gemeenschap die pluralistisch en multicultureel
is en waarin de kinderen van vandaag, morgen zullen leven en werken als volwassenen. Zij zullen dit doen in een geest van verdraagzaamheid, van eerbied voor de opvattingen van
anderen. Hier wordt de basis gelegd van een goed functionerende democratische samenleving.
1.1.3. Pedagogische overtuiging A. Taak van de gesubsidieerde officiële scholen De gesubsidieerde officiële scholen vervullen in de eerste plaats een opvoedende taak; ze bevorderen de ontwikkeling en de vorming van de gehele persoonlijkheid. Ze beperken zich
derhalve niet tot het bijbrengen van kennis en het ontwikkelen van vaardigheden en attitudes die de jeugd nodig heeft om toekomst op te bouwen. Ze beogen een totale vorming van de persoon als individu en als burger, die in staat is met persoonlijk inzicht en engagement zijn plaats in de maatschappij in te nemen. B. Visie op ontwikkeling en opvoeding -
Elk kind is anders.
-
Een kind moet beschermd worden.
-
Kinderen moeten gewaardeerd worden in hun eigen kennen en kunnen. Een kind is een zichzelf ontwikkelend wezen dat leert uit zijn ervaringen in interactie met zijn omgeving.
Het kind moet systematisch geholpen worden om dit proces optimaal te laten verlopen.
Pedag
Pedagogisch project GBS Haacht
Pagina 4
Het kind moet gestuurd worden in zijn ontwikkeling en de omgeving is daarbij bepalend.
Er moeten kansen en mogelijkheden aangeboden worden opdat de kinderen zich maximaal kunnen ontplooien.
C. Belangrijke elementen bij het beoordelen van de ontwikkeling -
Kinderen opvoeden tot zelfstandigheid.
-
Bijbrengen van sociale vaardigheden.
-
Stimuleren van de creativiteit. Relatiebekwaamheid.
Emotionele ontwikkeling. Cognitieve ontwikkeling.
Lichamelijke gezondheid. Kritische ingesteldheid.
Verantwoordelijkheidszin.
Volgende elementen kenmerken een goede opvoeding. -
Veiligheid en een beschermende relatie als voorwaarde tot groei en ontwikkeling.
Het kind met zijn individuele mogelijkheden van ontplooiing ondersteunen zodat het op een voor zijn persoon volwaardige wijze kan participeren aan de maatschappij. Hulp bij het realiseren van een positief zelfbeeld.
Het kind bewust maken van zijn eigen mogelijkheden en het bijbrengen van vaardigheden, structuren en attitudes in functie van een succesvol ontwikkelingsproces. Kinderen laten opgroeien tot verdraagzame individuen.
D. De dynamisch-affectieve ontwikkeling Kinderen kunnen, durven en mogen hun eigen gevoelens op verschillende vlakken uiten.
Daarom is het belangrijk dat er een vertrouwensrelatie met de leerkracht wordt opgebouwd
zodat het kind zich thuis voelt op de school. Kinderen moeten leren omgaan met de creativiteit, gevoelens en eigenheid van de anderen. E. De verstandelijke ontwikkeling De school geeft aandacht aan de verstandelijk vorming van de kinderen met als basisdoel het
verwerven van de basisvaardigheden zoals lezen, schrijven (zich mondeling en schriftelijk kunnen uitdrukken) en rekenen (kunnen omgaan met getallen).
Het kind leert op school informatie verwerven en ontwikkelt zo zijn intellectuele
vaardigheden. Het leert ze in de verschillende vakgebieden hanteren en toepassen.
Pedag
Pedagogisch project GBS Haacht
Pagina 5
De school is de plaats waar het kind leert studeren, in zijn inspanningen volharden en voldoening vinden in zijn werk. Ze probeert kennis bij te brengen over de wereld rondom hem. Hierdoor wordt hij degelijk voorbereid op de toekomst. F.
Het kind als mens De school probeert aan te sluiten bij de belangstelling en leefwereld van het kind. Er is
bijzondere aandacht en zorg voor de kansarmen en zwakkeren. Het is belangrijk dat de kinderen zich een eigen mening vormen waarbij het standpunt van de andere als waardevol
beschouwd moet worden. Zo leren ze elkaar te respecteren en te aanvaarden. Elk kind wordt in zijn totaliteit benaderd (hoofd, hart en handelen) met voldoende oog voor het anders-zijn van elk kind.
G. Continue ontwikkeling van de kinderen Wij trachten ons onderwijs zo in te richten dat er bij de kinderen een continu ontwikkelingsproces ontstaat en dit in alle aspecten van de kinderlijke ontwikkeling. Bij de
keuze van de leermiddelen en bij de organisatie van het klasleven proberen wij deze continuïteit te behouden. Het is in die context erg belangrijk dat de kinderen goed gevolgd worden en er tijdig interne of externe hulp wordt ingeroepen. Zittenblijven wordt waar mogelijk vermeden. Indien dit onvermijdelijk blijkt, gebeurt dit in nauw overleg met de
ouders en het CLB van de school, dat gezien de verscheidenheid in levensopvattingen binnen onze schoolgemeenschap, zo neutraal mogelijk moet zijn.
H. Dynamische school met opdracht voor deskundigheid van de leerkracht (bekwaamheden van de leerkracht, relatiebekwaamheid, loyale houding)
Bekwaamheden van de leerkracht : de leerkracht moet inzichtelijk, didactisch en pedagogisch onderlegd zijn en op verantwoorde en aangepaste manier het totale kind alle
kansen tot ontplooiing geven. Tevens moet hij streven naar verdere uitbouw en verbetering van de begeleiding en navorming die wordt aangeboden.
Relatiebekwaamheid: de leerkracht tracht door een positieve relatie kinderen op te voeden tot volwaardige mensen, met oog voor familiale en sociale achtergronden van de andere.
Opvoeden wordt als een groepsgebeuren gezien. Iedere participant is mede verantwoordelijk voor de opvoeding van de kinderen. De ouders vormen een belangrijke gesprekspartner voor de leerkrachten.
Loyale houding: dit ten overstaan van de visie op de school en de verschillende participanten.
Pedag
Pedagogisch project GBS Haacht
Pagina 6
I.
De psychomotorische component Naast de intellectuele en dynamische component moet, voor de evenwichtige ontwikkeling
van de persoonlijkheid, ook de psychomotorische component voldoende aandacht krijgen. De ontwikkeling van de muzische, manuele en lichamelijke vaardigheden moet de leerling
kansen tot expressie geven. Door creatief bezig te zijn leert hij/zij zichzelf waar te maken in deze veranderende maatschappij.
1.1.4. Maatschappelijke overtuiging A. Neutraliteit De neutraliteit vanwege allen die bij de ontwikkelingsbegeleiding van leerlingen betrokken
zijn, veronderstelt perfecte objectiviteit in de uiteenzetting van feiten en intellectuele
eerlijkheid in de bespreking ervan. Hierdoor worden de leerlingen in staat gesteld de cultuurgoederen waarmee ze in contact komen, zo te verwerken, dat ze feiten en waarden duidelijk leren te onderscheiden. B. Pluralisme De bij de ontwikkelingsbegeleiding betrokken personen maken alvast van iedere gelegenheid gebruik om de leerlingen en studenten de ideologisch, culturele, religieuze, filosofische en ethische waarden bij te brengen die een pluralistische beschaving in het algemeen kenmerken: -
eerbied voor de rechten van de mens en voor de specifieke rechten van het kind;
-
inzet voor het algemeen welzijn en voor menselijke solidariteit;
-
zin voor beredeneerde verantwoordelijkheid, voor rechtvaardigheid en voor eerlijkheid; verdediging van de democratie en eerbied voor minderheden; respect voor het pluralistisch waardepatroon; actieve verdraagzaamheid.
C. Vrijheidsbeginsel De vrijheidsbeginselen van onze maatschappij ervaren wij als bijzondere waarden: democratie, participatie, verdraagzaamheid, vrijheid van onderwijs,… D. Attitudes en waarden Wij willen de jongeren begeleiden bij het ontdekken van die attitudes en waarden die
belangrijk zijn om zich als volwaardige en gelukkige mensen – tegenover zichzelf en de maatschappij – te engageren: wellevendheid, zelfdiscipline, solidariteit, eerbied, vertrouwen, enthousiasme, esthetische en religieuze zingevingen,… Pedag
Pedagogisch project GBS Haacht
Pagina 7
E. Sociale bewogenheid De school zal de sociale gezindheid opwekken (d.i. eerbied en gevoeligheid voor de vele
sociale waarden die de grondslag vormen van onze maatschappij). Het is belangrijk dat de
kinderen zich een eigen mening vormen waarbij het standpunt van de ander als waardevol beschouwd moet worden. Zo leren ze elkaar te respecteren en te aanvaarden. F.
Contact met de natuur en de mens De school bevordert het doorleefd en doorvoeld contact met de natuur en de mens. De jonge mens hoeft de natuur niet alleen te bestuderen en technisch te beheersen, hij moet ze ook
leren ervaren als het milieu waarin hij kan leven en open bloeien, als een waarde die hij moet eerbiedigen.
G. Non-discriminatie op school De school probeert een sfeer te scheppen waar ieder kind zich geaccepteerd voelt, wat ook zijn uiterlijk, voorkomen, taal, sociale of culturele achtergrond is. H. Wederzijds begrip Door de interne verscheidenheid van zijn begeleidingsgroepen bevorderen de gesubsidieerde officiële scholen op spontane, natuurlijke wijze het wederzijds begrip tussen mensen met
verschillende levensbeschouwelijke en maatschappelijke visies. Ze stimuleren en begeleiden de leerlingen trouwens bewust tot persoonlijke oordeelvorming door het opwekken en het in
opbouwende zin ontwikkelen van kritisch inzicht. Het maakt hun jonge geest ontvankelijk voor de veelzijdigheid en verscheidenheid van waarden in de samenleving zodat zij de mensen in hun eerlijke overtuiging gaan eerbiedigen en gepast belangstelling voor ieders denk- en gevoelswereld kunnen opbrengen. I.
Samen leven binnen de school Elke leerkracht streeft ernaar een sfeer van vertrouwen te scheppen, een ‘thuis’ in de klas, zodat
het
kind
zich
goed
voelt
en
graag
naar
de
school
komt.
Vandaar het belang dat elke leerkracht een luisterend en meevoelend oor en hart heeft voor elk kind. Voor de kinderen betekent dit onder andere ook beperktheden en mogelijkheden van zichzelf en de andere erkennen en aanvaarden.
Pedag
Pedagogisch project GBS Haacht
Pagina 8