KEES SCHERER / MAI
Het Parijs van
‘Ballon! Ballon!’ – Dat is een van de weinige stukjes dialoog die te horen zijn in Le Ballon rouge, een kleurenfilm uit de jaren vijftig, die verder voornamelijk bestaat uit pittoreske straatbeelden omlijst met romantische muziek. Furore zocht eens uit waar de film is opgenomen.
24
F U RO R E 2 1
25
DE
(Vervolg van de vorige pagina)
OPENing
Sc. 5 (08:32) De volgende morgen vertrekt Pascal weer naar school. De ballon volgt hem, maar weigert speels zich te laten pakken. Sc. 6 (11:19) Bij de bushalte gekomen, maant Pascal de ballon hem op korte afstand te volgen en de bus niet uit het oog te verliezen. Zo ziet men vervolgens een ballon die achter een bus aan vliegt door de straten van Parijs, als een hond achter zijn baasje.
Sc. 1 00:20
KERK
Sc. 8 (15:36) Maar de plaagzieke ballon volgt de directeur bij zijn bezoek aan een bibliotheek. Op straat wordt hij uitgelachen omdat het lijkt alsof hij met een ballon speelt. Bij zijn terugkomst wordt Pascal vrijgelaten; hij verlaat het schoolterrein, gevolgd door de ballon. Sc. 9 (18:05) Op weg naar huis dwalen Pascal en de ballon over een rommelmarkt, waarbij ieder stopt bij wat hem bezighoudt: de ballon bekijkt zichzelf in een spiegel en Pascal houdt halt bij een schilderij van een meisje met een hoepel. Had hij maar een vriendinnetje zoals zij…
28
STRA AT
2011
02:11
•Wanneer Pascal voor het eerst komt aanlopen bij de bushalte, zien we
daar een marktkraam. Dit was indertijd het terrein van de seizoensmarkt.
Sc. 12
PIAT
22:29
EN
Sc. 1 00:55
• Waarom makkelijk doen als het ook moeilijk kan? Pascal loopt de trap af, klimt in de paal, klemt het touw in zijn mond en daalt af.
PIAF
Sc. 3 06:21
• De wandeling in de regen voert Pascal langs een aantal bekende Parijse plekken, zoals de Pont des Arts.
2008
• De schade die de ballon in de Église Notre-Dame-de-la-Croix aanricht, wordt niet in beeld gebracht, maar gesuggereerd door middel van geluid. De kerk is onveranderd.
p . schreu d ers
(doorlezen op p. 30)
om de ratten te bestrijden. Het huis met het puntdak heet « maison du meunier ».
Sc. 1
Sc. 10 (19:48) Iets verderop ontmoet Pascal een ernstig kijkend meisje in een wit jurkje en met een blauwe ballon. De twee ballonnen maken kennis. Sc. 11 (20:33) Bij een schuurtje staan straatjongens op de loer om de ballon te bemachtigen. Pascal laat hem los; de ballon vliegt weg om zich bij de voordeur van zijn huis weer bij Pascal te voegen. Hij vliegt door het raam naar binnen.
EN
• Een zwarte kat scharrelt bij de trap. In Belleville werden veel katten gehouden
f i l m b ee l d e n © 1 9 5 6 A . Lam o risse / F I L M S M ON T S O U R I S
• Door de fraaie titels en de muziek van Maurice Le Roux (1923–1992) komt de kijker direct in een dromerige stemming. Le Roux schreef ook de muziek voor Crin-blanc.
p . schreu d ers
Sc. 7 (13:03) Op school laat de ballon zich opnieuw niet vangen. Als de bel gaat, moet Pascal zonder zijn ballon naar binnen. Maar de ballon zweeft over de muur en voegt zich bij de kinderen die in de rij staan en gaat vervolgens via een raam naar binnen. De geïrriteerde directeur probeert op zijn beurt de ballon te pakken, faalt daarin, en sluit voor straf Pascal op in zijn kantoor. Hij denkt dat de ballon voor de deur zal wachten.
Sc. 3 07:00
ZOMER 2012
2010
• Pascal loopt over rue de Belleville bij de rue Piat. De straten zijn nog nat, maar bij de Eiffeltoren klaart het alweer op. Hij loopt langs nummer 75, recht tegenover nummer 72, het huis waar volgens de overlevering Edith Piaf werd geboren. OP PA G I N A 3 0 – 3 1 : RE G I SSE U R VA N « L E
diverse weetjes B A L LO N R O U G E » ,
over de L A M O R I SSE
38
Sloopmuren In 1972 kwam de Duitse fotografe Deidi von Schaewen naar Belleville en begon er als een razende de blootliggende muren vast te leggen. ‘Sloopmuren bestaan meestal maar heel kort,’ verklaarde zij. ‘Het zijn de objets trouvés van onze steden, onwillekeurige kunstwerken, kortstondige monumenten.’ Een tiental muren uit Belleville kwam terecht in haar fotoboek Muren (1977; zie ook Furore #10). Muur na muur sneuvelde, de ene na de andere. De grillige routes van de diverse rookkanalen zijn nog aan de muren af te lezen. Ze kronkelen omhoog, verzamelen zich groepsgewijs in opgemetselde schoorstenen. Door het wegvallen van vloeren en plafonds ontstaan grote, onregelmatige muurvlakken, waarvan de verschillend gekleurde kamermuren (geschilderd, behangen, gedeeltelijk zwartgeblakerd) samen nieuwe composities vormen. Stadsherstel Eind jaren vijftig zag het er in de Amsterdamse volksbuurten niet veel anders uit. De ideeën van hoofdcommissaris H. Kaasjager om dergelijke buurten plat te gooien, de grachten te dempen en een netwerk van snelwegen door de binnenstad aan te leggen, zijn toen serieus overwogen. Maar het liep anders: dankzij bewegingen als Heemschut, Amstelodamum, Stadsherstel, de Stichting Diogenes en de Vereniging van Vrienden
van de Amsterdamse Binnenstad vond geleidelijk het denkbeeld opgang dat het de moeite kan lonen om panden, straten en uiteindelijk hele buurten op te knappen, te restaureren of zelfs te reconstrueren in plaats van ze te slopen. Vijftig jaar later staat de Amsterdamse binnenstad (de grachtengordel binnen de Singelgracht) op de Werelderfgoedlijst van Unesco – dus ook de ooit verpauperde volksbuurt de Jordaan, nu een geziene toeristische trekpleister. Zo had het Belleville ook kunnen vergaan. Met gemeentelijke steun van de Stad Parijs hadden de passage Notre-Dame-de-la-Croix, de rue Vilin en de passage Julien-Lacroix huis voor huis kunnen worden opgeknapt. Dat is gezien het unieke karakter van deze straten beslist geen krankzinnige gedachte. Helaas namen de gebeurtenissen een andere loop. Maar wacht eens, het is nooit te laat! Veel Parijse flatgebouwen uit de jaren zestig zijn inmiddels hopeloos verouderd en kunnen net zo goed weer afgebroken worden, zoals elders in de wereld inmiddels op grote schaal gebeurd is – denk alleen maar aan de Bijlmermeer en het ‘Maupoleum’ in Amsterdam. Vervolgens kan men aan de hand van de originele bouwtekeningen, die in het Parijse Stadsarchief (Les Archives de Paris) zorgvuldig worden bewaard, de oorspronkelijke buurten huis voor huis weer opbouwen. Het zal een paar centen kosten, maar die zullen door het sterk toenemende Ballon-toerisme snel worden terugverdiend. Dat daarvoor wat flats aan de rue des Couronnes zullen moeten worden gesloopt, daar zal niemand een traan om laten. Al op 27 februari 1969 omschreef Georges Perec ze aldus: ‘Nieuwe woonblokken, kortgeleden gebouwd, maar eigenlijk nu al ouderwets.’ In de ‘groene ruimte’ van het Parc de Belleville hoeft niet eens iets afgebroken te worden. Even omploegen en de grond is bouwrijp. Een gedroomde situatie voor een beetje entrepreneur! Wat doen we eraan, Stad Parijs? Binnen een jaar of vijf, tien moet zoiets toch beklonken kunnen zijn? Laat dan de toeristen maar komen; de reisgidsjes kunnen alvast worden aangepast. F U RO R E 2 1
Het Parc de Belleville 1 2
3
1 Pascals huis, 15 rue du Transvaal 2 De pâtisserie, 2 rue des Envierges kaart 2 0 0 9 : a n t o n i n cre n n
Espace vert In 1956 – het jaar van de ballon – werd een plan de zonage aangenomen dat voorzag in de aanleg van een park op de helling van de heuvel. Het zou meer dan dertig jaar duren eer dit park was gerealiseerd. Nadat de hele buurt (in totaal vierenhalve hectare dichtbebouwd gebied) in de jaren zestig en zeventig gesloopt was, is hier een park aangelegd naar een ontwerp van architect François Debulois en tuinarchitect Paul Brichet. Het is voltooid in 1988. Deze parkachtige ruimte wordt door de stedenbouwers ‘vrij’ genoemd of ook wel espace vert. En inderdaad, de ruimte is groen, maar daar is dan ook alles mee gezegd. Buurtbewoonster Sophie Herszkowicz ziet het als ‘een slechte maquette die werkelijkheid is geworden.’ In de tuin lijken geen seizoenen te bestaan. In de herfst worden de dode bladeren er zorgvuldig verwijderd. De prefab betonblokken die de paden en traptreden vormen, vertonen barsten en zijn alweer aan vervanging toe. ’s Avonds gaan de hekken dicht en is deze ‘vrije’ ruimte verboden gebied. Intussen blijven de sterke lantaarns (model ‘Eurobol’) hun kille licht verspreiden, zodat het zicht op de sterren ons wordt ontnomen. De groene ruimte van Belleville is volgens Herszkowicz ‘steriel, voorgevormd en vooral ontzettend leesbaar’. Sommige paden in het park volgen het oorspronkelijke stratenpatroon. Net als vroeger wordt de hoofdverbinding tussen onder (43 rue des Couronnes) en boven (de rue Piat) gevormd door een kaarsrechte weg met steile trappen – de vroegere passage Julien-Lacroix. De plek waar Pascal de toverballon aantrof, bungelend aan een lantaarn-
paal, is weliswaar totaal onherkenbaar, maar met een goede plattegrond toch nog exact te lokaliseren, en wel midden in het huidige Parc de Belleville, op de steile heuvel waar oorspronkelijk de rue Vilin en de passage Julien-Lacroix liepen; van beide straten resteren nu nog twee minieme restjes. Furore stelt daarom voor: richt ter hoogte van het vroegere huisnummer 17a een monument op ter herinnering aan Le Ballon rouge. Zet er bijvoorbeeld een afgietsel neer van een originele bec au gaz, bevestig er een rode ballon van kunststof en een plaquette met uitleg aan en je hebt een toeristische trekpleister van jewelste. De onthulling kan worden verricht door Pascal Lamorisse.
3 Vindplaats van de Rode Ballon
Projectie van het negentiende-eeuwse stratenplan ( n ) op de plattegrond van het huidige Parc de Bellevile en omringende bebouwing ( nn )
3
3
1955
2008
Vindplaats van de Rode Ballon
ZOMER 2012
p o l / w iki p e d ia c o mm o n s
gebeuren dat de hele buurt zijn karakter verloor en onherkenbaar werd, onpersoonlijk, met inwisselbare nieuwbouw met de misplaatste benaming ‘sociaal’. Zo werd in Belleville het angstbeeld van de ‘lepreuze wijk’ – broeinest van ongedierte en dodelijke ziekten – bestreden met een nog veel schadelijker monster, de kanker van de massaconstructie, de vloek van het modernisme.
Pergola in het Parc de Belleville. Voorstel: vervang de jaren tachtig-lantaarnpaal door een uit 1900, plaats hem links van de trap en bevestig er een ballon aan.
39
75 rue de Belleville: Pascal loopt naar huis
ille v e ll e B
15 rue du Transvaal: woonhuis van Pascal
Sc. 3
Sc. 4
07:00
Terrain vague cité d’Ily gezien vanaf passage Piat
Sc. 13
07:50
23:55
19 rue de la Mare: slotscène
Sc. 16 30:42
Sc. 13 23:56
Petit carrefour: Rue Piat / rue des Envierges
Sc. 7 14:25
26 rue Henri-Chevreau: schoolplein
Sc. 17 33:50
Passage Vilin: slotscène
Sc. 1 02:20
Bushalte PyrénéesMénilmontant
Stegen
zie pag. 64-70
Sc. 1 01:36
Sc. 6
Sc. 12
12:33
22:27
2–14 rue de Ménilmontant: busrit
42
Notre-Dame-de-la-Croix: kerktrappen F U RO R E 2 1
ZOMER 2012
f i l m b ee l d E N © 1 9 5 6 A . L A M O R I S S E / F I L M S M ON T S O U R I S
17a passage Julien-Lacroix: vindplaats ballon
Sc. 2 03:14
121 rue de Ménilmontant: rennen achter bus
43
De bocht in de rue Vilin op filmbeelden en foto’s
RUE VILIN Tussen 29 rue des Couronnes en 19 rue Piat. Lengte 243 meter, breedte 8 meter.
De rue Vilin is in 1863 genoemd naar een grondbezitter annex architect annex burgemeester van Belleville. Het laatste stukje straat tussen de twee trappen – een naar beneden, een naar boven – figureert prominent in Le Ballon rouge. Er is niets van overgebleven behalve een klein restje ten zuiden van de rue Julien-Lacroix. Het houten krotje op de hoek, dat we meermalen in de film tegenkomen, was in de jaren vijftig in gebruik als bedrijfspand van ene meneer Juguin. Op nummer 51 (gebouwd 1885) werd een schoenenzaak gedreven door de heer Savoie. De straat is een literair begrip geworden dankzij de schrijver George Perec (1936-1982), die tussen februari 1969 en september 1975 de in snel tempo verdwijnende straat nauwgezet begon te documenteren. Hij noteerde als een boekhouder winkelopschriften, huisnummers, affiches en andere details, zo droog en zakelijk mogelijk, maar de lezer voelt onder de oppervlakte de woede en het verdriet. Cul-de-sac Perec begon zijn reportage op donderdag 27 februari 1969 en noteerde wat hij tegenkwam op nummer 1 (links), 2 (rechts), 3 (links), enzovoort. ‘Nummer 1 is onlangs opgeknapt. Men
Pascal Lamorisse rent door de rue Vilin; het café ‘Au Repos de la Montagne’ blijft buiten beeld. Detail van foto in Le Ballon rouge (boek), p. 11
1933 Foto Ilya Ehrenburg (My Paris)
44
1950 Scène uit Orphée (Jean Cocteau) F U RO R E 2 1
Montage van filmbeelden uit Les Jeux dangereux (1958). Er was toen op nummer 51 een uitdragerij; ten tijde van Le Ballon rouge was het een schoenenwinkel.
Dirk de Herder 1946
Robert Doisneau 1953
Willy Ronis 1954
René-Jacques 1940
zegt dat de ouders van mijn moeder in dit huis hebben gewoond.’ Op de kruising met de rue Julien-Lacroix: ‘Op de hoek (aan de even kant van beide straten) staat een huis dat wordt opgeknapt met een smeedijzeren balkon op de eerste verdieping en tweemaal het opschrift: attention / escaliers Er is hier echter geen trap te zien; later realiseer je je dat het gaat om de trap waarmee de straat eindigt: voor het autoverkeer verandert de rue Vilin na de rue Julien-Lacroix in een cul-de-sac.’ Op nummer 16 (een pand uit 1891) heeft het Tunesisch-Joodse gezin Belhassen gewoond. Dochter Ketty (1957) herinnert zich: ‘Het was een woning zonder lift, met een hurktoilet op de trap en geen douche. Mijn moeder waste ons in de gootsteen of we gingen naar een badhuis met een
stuk zeep onder de arm. We waren niet rijk, we waren met zijn negenen in twee kamers en ’s avonds was de keuken tevens de kinderkamer. Toch bewaar ik goede herinneringen aan dat huis. Ik had altijd gehoopt dat ik er nog eens terug zou keren als ik oud ben, maar dat kan nu dus niet meer.’ De eerste vijf jaar van zijn leven woonde Georges Perec op rue Vilin nummer 24, waar zijn moeder werkte als dameskapster. Hij herinnert zich er niets van. In 1943 is zijn moeder weggevoerd naar Auschwitz. Een kwart eeuw later stond Georges voor het pand en noteerde: ‘Eerst een gebouw van één verdieping met een deur die toegang biedt tot een lange, geplaveide binnenplaats op verschillende niveaus (trapjes van twee of drie treden). Rechts een lang gebouw van een ver-
René-Jacques, Robert Doisneau en Willy Ronis fotografeerden allen het huis van de waarzegster op nummer 49; Dirk de Herder stond bij nummer 47. In 1940 stond op deze hoek nog een mooie kroonlantaarn, in 1953 niet meer.
dieping (met toegang tot de straat via de kapsalon) met een dubbele trap van beton (in dit huis woonden wij; de kapsalon was van mijn moeder). Aan het eind van de binnenplaats een vormeloos bouwwerk. Aan de linkerkant iets wat lijkt op konijnenhokken. Ik ben niet naar binnen gegaan.’ Overburen Op nummer 26 woonde de moeder van Nicole Paquet: ‘De rue Vilin was de mooiste straat van de wereld! Toen mijn zoon één jaar was, zat hij in een hoge kinderstoel en ik moest even brood halen. Ik riep mijn overbuurvrouw. Vanuit haar raam trok ze gekke gezichten naar mijn baby en maakte hem aan het lachen, waardoor ik in staat was om even naar de bakker te lopen en weer
1955
1956
1959
Foto Kees Scherer
Foto Daniel Frasnay
Foto Henri Guérard
ZOMER 2012
45
Plattegrond ten behoeve van het toekennen van huisnummers in de rue du Transvaal (1901). Op de plaats van de percelen zijn de namen van de eigenaars ingetekend. De heer Goumy, zelf tot 1931 woonachtig op 22 rue des Envierges, bezat in de rue du Transvaal de percelen 13, 15, 17 en 23. In 1932 woonde hij op nummer 15, het huis gebruikt voor Le Ballon rouge.
1
Casque d’or, 1952
3
5
Kees Scherer, 1955
7
9
11
13
15
Casque d’or, 1952
archie f l am o risse © f i l ms m o n ts o uris
Rue du Transvaal gezien van de rue Piat
Casque d’or, 1952: Marie (Simone Signoret) kust timmerman Georges Manda (Serge Reggiani) op het terrain vague voor de rue Piat. Op de achtergrond de rue des Envierges (met poort: de villa Faucheur) en rue du Transvaal 1.
52
Tussen 16 rue Piat / 10 rue des Envierges en 93 rue des Couronnes. 230 m lang, 12 m breed
chloë scialom
‘Het is hetzelfde raam! Dit is het bewijs!’ Pascal Lamorisse filmt in 2007 het raam waar hij in 1956 als klein jongetje achter stond.
F U RO R E 2 1
ZOMER 2012
maria austria i n stituut
Rue du Transvaal
Pascal keert terug!
Scène 4 – Pascal komt thuis. Zijn (groot)moeder vindt die ballon maar niks, opent het raam en werpt hem naar buiten. Maar de ballon vliegt niet weg – hij blijft voor het raam zweven.
Le Ballon rouge, 1956: Pascal loopt langs de pokdalige muur van 3 rue du Transvaal, gevolgd door de ballon
Deze straat is van relatief recente datum: hij werd in 1895 geopend en kreeg in 1900 de naam van een Zuid-Afrikaanse provincie. In het Rapport du Conducteur van 15 maart 1901 staat te lezen: ‘Er is een nieuwe weg geopend in het verlengde van de rue Piat, lopend tussen het kruispunt van de rue Piat / des Envierges en 95 rue des Couronnes. Per arrest van de
Het ‘Ballon’-huis op een foto van Kees Scherer. In cirkel: Pascals raam.
prefectuur de dato 7 december 1900 heeft deze weg de naam rue du transvaal verkregen; de borden waarop deze straatnaam alsmede het nummer van het arrondissement staan aangegeven, zullen binnenkort worden aangebracht.’ 53
maria austria i n stituut
Archives de Paris N° VO11 3678
RUE DU TRANSVAAL
© 1 9 4 6 M arc F o ucau l t
S
1946
inds de jaren zestig heet het terrein tussen de rue Botha en de rue du Transvaal – waar in 1955 meer dan honderd ballonnen samenkwamen – officieel square A. Luquet. Victor Zigelman: ‘Ik woonde in het elfde arrondissement, maar op vrije dagen ging ik altijd spelen in Belleville, waar mijn grootmoeder woonde. Er hing daar een atmosfeer die je in het elfde vergeefs zocht. Je kon er spelen op de “landjes”, de terrains vagues, daar waren er veel van in Belleville, vooral tussen de rue Julien-Lacroix, rue Piat en rue Vilin en in die woestenij kon je vrij rondklimmen. Het leek wel platteland.’ Clément Lépidis: ‘Om er te komen moest je je tussen de spijlen van een hek wringen dat het terrein afsloot, maar daar lieten wij jongens ons niet door ontmoedigen. Er groeiden bomen, rabarber, madeliefjes en klavertjes-vier.’
Bouwval op de hoek van de rue Botha en de passage Piat, zichtbaar in Le Ballon rouge: ‘een bakstenen geval waarin Oliver Twist zich op zijn plaats zou voelen’.
Ambroise Guillemin: ‘Op een braakliggend terrein stond een half ingestort huis. Dat kwam door een aardverschuiving en het huis werd niet gerepareerd omdat de grond niet stabiel was. Het gebied eromheen was afgesloten. Maar wij maakten een gat in de omheining en konden daar heerlijk spelen. We speelden eens met een ballon. Hij vloog ver weg, kwam omlaag en vloog over een omheining, en toen was er een jongetje, niet uit onze buurt, en die heeft toen onze ballon lek geprikt. We hebben het op een lopen gezet om hem te pakken. Op een dag in 1955 zei mijn vader: ga eens kijken, er zijn daar allemaal ballonnen! En toen zag ik dat daar de film Le Ballon rouge werd opgenomen. Ik was toen een jaar of tien. De mensen die je in die film ziet zijn geen acteurs of figuranten, maar komen echt uit onze buurt. Je ziet onze concierge in de deuropening staan. Ze heette madame Augustin, maar werd Tintin genoemd.’
PA S SAG E V I L I N Tussen 44 rue Vilin en de passage Piat. Lengte 85 meter, breedte minimaal 1 meter.
De passage Vilin heette voor 1877 passage Dubois. Op nummer 12 was reclameschilder Brieftreger gevestigd. De huizen 14, 12, 10 en 6 zijn te zien aan het slot van Le Ballon rouge; Jean-Paul Belmondo belt aan bij nummer 6 in Le Doulos (1962). Ambroise Guillemin: ‘Aan de passage Vilin woonden mensen die hun tuinen goed verzorgden en die vogels hielden. Toen ik klein was hoorden
we altijd een haan kraaien. Je wist niet waar het geluid vandaan kwam. Niemand klaagde erover.’ In de jaren zeventig degradeerde het veldje tussen de passage en de rue Vilin tot een parkeerplaats annex autokerkhof, waar door kraaien naar etensresten werd gezocht.
f i l m b ee l d © 1 9 5 6 A . L A M O R I S S E / F I L M S M ON T S O U R I S
« T E R R A I N VAG U E»
Sc. 11 20:54
‘Rue Piat’ door Lucien Fontanarosa, 1958
Terwijl straatjongens achter Pascal en zijn ballon aansluipen, zien we enkele personen rustig over de passage Vilin lopen. Ze komen uit de richting van de passage Piat; misschien zijn ze naar de kerk geweest.
1955 Directi o n d e l ’ A m é n a g eme n t et d e l ’ U r b a n isme d e l a V i l l e d e Paris / Ph o t o t è q ue Pavi l l o n d e l ’ A rse n a l
Panorama gezien vanaf 9 rue Piat, 1 februari 1955. Deze fotoserie is gebruikt door Robert Bober in zijn film En remontant la rue Vilin (1992).
Sc. 14 25:12
54
Sc. 14 27:26
f i l m b ee l d e n © 1 9 5 6 A . L A M O R I S S E / F I L M S M ON T S O U R I S
1955
Tijdens de achtervolgingsscène betreedt Pascal het terrain vague tussen rue Botha, rue Piat en rue du Transvaal. Dit is ook de plek waar de hulpballonnen samenkomen en vanwaar hij opstijgt (zie ook ‘Driemaal de lucht in!’, p. 94-95). De ballon is stukgemaakt op het landje van de cité d’Isly, maar ligt nu een paar honderd meter verderop.
F U RO R E 2 1
1962 In Le Doulos belt Jean-Paul Belmondo belt aan bij 6 passage Vilin ZOMER 2012
1958 In Les Jeux dangereux ravotten jongens op het ‘landje’ onder de rue Piat
55
Scène 14 – De voyous hebben de ballon aan een stevig koord vastgemaakt en proberen hem te temmen. Pascal kan het koord grijpen en rent ermee naar een stelsel van stegen . . .
en g e t s e D
D
van ouge r n o l l a Le B
e fascinerende ‘wirwar van straatjes’ uit de achervolgingsscène kon door Albert Lamorisse grotendeels in één enkele steeg worden gefilmd: de passage Notre-Dame-de-la-Croix. Op zes verschillende punten plaatste hij de camera waarna hij Pascal en de jongens verschillende richtingen op liet lopen. Een slimme montage deed de rest. In de nabijgelegen passage Ronce kon er gefilmd worden rond twee ingestorte huizen (zie p. 68) en ook de twee smalste stegen van Parijs werden ten volle benut (zie p. 70).
Passage Notre-Dame-de-la-Croix Tussen 23 rue d’Eupatoria en 1 rue de la Mare; splitste zich in twee takken, de ene naar 90-94 rue des Couronnes, de andere naar nummer 96. Totale lengte 224 meter, breedte (op zijn smalst) 2 meter.
6
De passage Notre-Dame-dela-Croix vormde ooit de verbinding tussen de rue des Couronnes en de rue de la Mare bij de kerk. De steeg begon aan weerszijden van de school op 94 rue des Couronnes (architecten Charlet & Calamard, gebouwd 18941896). Nog steeds is er een veelgebruikt looppad van de rue des Couronnes langs de school en tussen nieuwbouwblokken door naar de kerk, al herinnert niets meer aan de dorpsachtige sfeer van weleer.
PA S S A G E N OT R E - D A M E - D E - L A - C R O I X
5 4
3
2 1
ZES KNOOPPUNTEN in de passage NotreDame-de-la-Croix
KNOOPPUNT
Pavi l l o n d e l ’ A rse n a l N ° 7 4 5 5 ( d etai l )
1
Sc. 14 27:07
Gezicht op 8 rue de la Mare vanuit de passage Notre-Dame-de-la-Croix, 1955
Dezelfde locatie op 26 maart 1957
KNOOPPUNT
Pavi l l o n d e l ’ A rse n a l N ° 7 4 4 1 ( d etai l )
2
Sc. 14 27:26
Allée des Faucheurs (gezien naar de rue de Belleville), 3 mei 1962
Pascals achtervolgers zetten koers naar het noorden, 1955
Dezelfde locatie op 6 maart 1957
Pavillon de l’Arsenal N° 14030
64
F U RO R E 2 1
ZOMER 2012
65
Rue Piat (‘petit carrefour’)
a Camer loopt!
Het Belleville-buurtje dat we zo goed kennen uit «Le Ballon rouge» is in de loop der jaren onder de voet gelopen door filmploegen. Historische kostuumfilms, films noirs, romantische films, gangsterkomedies – allemaal deden ze hun voordeel met deze unieke locatie.
Trap #1 (rue Vilin / rue Piat)
Trap #1 close-up
1937 Ménilmontant (René Guissart) 1:07:08
Trap #2 (passage Julien-Lacroix)
1926 Ménilmontant 1:07:06
Ménilmontant 05:15
Ménilmontant (Dimitri Kirsanoff) 08:42
Ménilmontant 08:44
1951
1950 Le Château de verre (René Clement) 59:54
Le Château de verre 59:18
Orphée (Jean Cocteau) 36:06
Orphée 36:10
Orphée 36:26
Commune de Paris (Robert Ménégoz) 01:03
Le Château de verre 59:19
1951 Sous le ciel de Paris (Julien Duvivier) 1:51:18
Sous le ciel de Paris 1:51:08
Sous le ciel de Paris 1:51:21
1953 Act of Love (Anatole Litvak) 1:27:19
Act of Love 1:27:37
Act of Love 1:27:57
Act of Love 1:27:50
1955
1952 Casque d’or (Jacques Becker) 24:24–24:33
Du rififi chez les hommes (J. Dassin) 1:38:21
1955 78
Le Ballon rouge (Albert Lamorisse) 31:33
Act of Love 1:27:49
F U RO R E 2 1
Le Ballon rouge 21:19
Le Ballon rouge 07:11
Le Ballon rouge 20:58
79
ZOMER 2012
Boek pagina 11
Du rififi chez les hommes 1:38:27
Boek pagina 2
Le Ballon rouge 0:55
Boek pagina 4
Pascal Lamorisse’s
ballonvaart
Driemaal de lucht in
TRAN
DU
RUE
De apotheose van Le Ballon rouge, het ‘vuurwerk’ waarmee Lamorisse’s meesterwerk wordt afgesloten, is een opeenvolging van spectaculaire shots, gefilmd op drie verschillende locaties. Furore maakt u wegwijs in de wirwar van schoorstenen en zinken daken.
L S VA A
1
3
Scène 16b – Pascal vliegt met de ballons weg, steeds hoger…
Église Notre-Dame-de-la-Croix
1
R U E P I AT
RUE JULIEN-L ACROIX
2
PA S S A G E P I AT
13 9
22
16 PA S S A G E R O N C E
15 11
2
10
2
Square Alexandre Luquet vanaf de rue du Transvaal:
Luchtfoto 1949
3
Panoramisch uitzicht vanaf het dak van 15 rue Piat – de apotheose van Le Ballon rouge
T E R R A I N VA G U E C I T É D E L’ I S LY
hier schieten de Parijse ballonnen Pascal te hulp
Panthéon
St.Ambroise
St. Joseph des Nations
schreu d ers
schreu d ers
PA
SS
AG
E
RO
N
CE
RUE BOTHA
Heuveltje ten zuiden van 84-88 rue des Couronnes: hier stijgt Pascal voor het eerst op
Tour Eiffel
27 33
BD DE BELLEVILLE
RUE JULIEN-L ACROIX
R U E P I AT 25b
27 RUE DES COURONNES
16
76
78
RUE JULIEN-L ACROIX
25
RUE VILIN
12
74 PA S S A G E J U L I E N - L A C R O I X 31
2
45
51
34
18
53
9 PA S S A G E R O N C E
55
15
36
17
10
21
19
6
38
40 28
RUE VILIN
20
RUE VILIN
49
PA S S A G E J U L I E N - L A C R O I X PA S S A G E V I L I N
94
F U RO R E 2 1
ZOMER 2012
25b
95