Het nieuwe statuut en de regels rond opzeg 1. Een nieuwe ontslagregeling met nieuwe opzegtermijnen. Er wordt voortaan voor elke werknemer een vaste opzegtermijn bepaald, ongeacht het statuut van arbeider of bediende. Dit wordt bekeken op basis van anciënniteit en vanaf nu wordt er geteld in weken.
2. Wat waren de oude opzegtermijnen voor arbeiders in paritair comité 302 (vóór 01.01.2014)?
Anciënniteit < 12 maanden Tussen 12 mnd en 5 jr tussen 5 en 10 jaar Tussen 10 en 15 jaar Tussen 15 en 20 jaar Tussen 20 en 27 jaar vanaf 27 jaar
Duur opzegging indien ontslag door werkgever
Duur opzegging indien ontslag door werknemer
7 dagen 40 dagen 48 dagen 64 dagen 97 dagen 129 dagen + 4 dagen per bijkomend jaar
3 dagen 14 dagen 14 dagen 14 dagen 14 dagen 28 dagen 28 dagen
3. Wat zijn de nieuwe algemene opzegtermijnen voor alle werknemers (vanaf 01.01.2014)? Anciënniteit
Duur opzegging indien ontslag door werkgever
Duur opzegging indien ontslag door werknemer
< 3 maanden Tussen 3 en 6 mnd Tussen 6 en 9 mnd Tussen 9 en 12 mnd Tussen 12 en 15 mnd Tussen 15 en 18 mnd Tussen 18 en 21 mnd Tussen 21 en 24 mnd Tussen 2 en 3 jaar Tussen 3 en 4 jaar Tussen 4 en 5 jaar Tussen 5 en 6 jaar Tussen 6 en 7 jaar Tussen 7 en 8 jaar Tussen 8 en 9 jaar Tussen 9 en 10 jaar Tussen 10 en 11 jaar
2 weken 4 weken 6 weken 7 weken 8 weken 9 weken 10 weken 11 weken 12 weken 13 weken 15 weken 18 weken 21 weken 24 weken 27 weken 30 weken 33 weken
1 week 2 weken 3 weken 3 weken 4 weken 4 weken 5 weken 5 weken 6 weken 6 weken 7 weken 9 weken 10 weken 12 weken 13 weken 13 weken 13 weken
Tussen 11 en 12 jaar
36 weken
13 weken
Duur opzegging indien ontslag door werkgever
Duur opzegging indien ontslag door werknemer
Tussen 12 en 13 jaar Tussen 13 en 14 jaar Tussen 14 en 15 jaar Tussen 15 en 16 jaar Tussen 16 en 17 jaar Tussen 17 en 18 jaar Tussen 18 en 19 jaar Tussen 19 en 20 jaar Tussen 20 en 21 jaar Tussen 21 en 22 jaar Tussen 22 en 23 jaar Tussen 23 en 24 jaar Tussen 24 en 25 jaar Tussen 25 en 26 jaar Tussen 26 en 27 jaar Tussen 27 en 28 jaar Tussen 28 en 29 jaar
39 weken 42 weken 45 weken 48 weken 51 weken 54 weken 57 weken 60 weken 62 weken 63 weken 64 weken 65 weken 66 weken 67 weken 68 weken 69 weken 70 weken
13 weken 13 weken 13 weken 13 weken 13 weken 13 weken 13 weken 13 weken 13 weken 13 weken 13 weken 13 weken 13 weken 13 weken 13 weken 13 weken 13 weken
Tussen 29 en 30 jaar
71 weken
13 weken
Anciënniteit
De nieuwe opzegtermijnen gelden zowel voor medewerkers die vanaf 2014 in dienst komen, maar ook voor werknemers die op 1 januari 2014 al aan de slag waren.
4. Wat als de werkgever de werknemer ontslaat 4.1. Opzeg door de werkgever en werknemer is in dienst sinds 1 januari 2014 Als de werknemer gestart is in een onderneming vanaf 2014 is het duidelijk. Als de werknemer uit dienst gaat, volgt hij de nieuwe opzegtermijnen waarbij gekeken wordt naar opgebouwde anciënniteit in de onderneming. Voorbeeld: Een kelner komt in dienst op 01.01.2014. Op 02.11.2014 wordt hij ontslagen. → Anciënniteit tussen 9 en 12 maand → Opzegging is dus 7 weken
4.2. Opzeg door de werkgever en werknemer was al in dienst voor 1 januari 2014 4.2.1. Fase 1 van de opzegtermijn Was de werknemer al in dienst vóór 2014 dan moet er in 2 fasen geteld worden (het kliksysteem). De rechten die hij als arbeider of bediende had opgebouwd gaan niet verloren. Ze worden berekend in functie van zijn anciënniteit in het bedrijf op 31 december 2013 en in een rugzak gestoken. Zo bouw je fase 1 op. Met andere woorden: het lijkt alsof de werknemer uit dienst gaat op 31 december 2013. In fase 1 moet je dus nog een onderscheid maken tussen arbeider en bediende. Voor arbeiders kijk je naar de tabel van de oude opzegtermijnen in paritair comité 302 (zie hoger) Voor bedienden hou je in fase 1 rekening met 1. de anciënniteit op 31 december 2013. 2. het bedrag van het brutojaarloon op 31 december 2013 → Was het brutojaarloon lager of gelijk aan 32.254 euro, dan geldt een opzegtermijn van 3 maanden per begonnen schrijf van 5 jaar anciënniteit → Was het brutojaarloon hoger dan 32.254 euro, dan geldt een opzegtermijn van 1 maand per begonnen jaar anciënniteit, met een minimum van 3 maand. De formule Claeys valt dus weg.
4.2.1. Fase 2 van de opzegtermijn Fase 2 start dan op 1 januari 2014. Op deze datum wordt de teller voor de berekening van de opzeg terug op 0 gezet en is het alsof de werknemer op die datum terug in dienst komt. Voor fase 2 rekent men de anciënniteit vanaf 1 januari 2014 tot ontslagdatum. De totale opzegtermijn is de som van de 2 fasen. Een gevulde rugzak dus . Voorbeeld van een afwasser (arbeider): Een afwasser kwam in dienst op 01.01.2010 met een contract onbepaalde duur Hij krijgt zijn ontslag op 01.11.2016. Fase 1 : → Anciënniteit tussen 01.01.2010 en 31.12.2013 = 4 jaar
→ Opzegging is 40 dagen (volgens de oude opzegtermijnen in de horeca) Fase 2: → Anciënniteit tussen 01.01.2014 en 01.11.2016 → Opzegging is 12 weken Totale opzegging is 40 dagen + 12 weken
5. Wat als de werknemer zelf ontslag neemt? Als de werknemer zelf ontslag neemt moet hij uiteraard ook een opzegtermijn respecteren, tenzij werkgever en werknemer onderling een regeling treffen
5.1. Opzeg door de werknemer en de werknemer is in dienst sinds 1 januari 2014 Is de werknemer in dienst gekomen na 2014, dan wordt er gekeken naar de opzegtermijnen bij ontslag door werknemer, die gelden vanaf 1 januari 2014.
5.2. Opzeg door de werknemer en de werknemer was al in dienst voor 1 januari 2014 Was de werknemer al in dienst vóór 2014, dan moet er ook in 2 fasen geteld worden. De werkgever moet het aantal weken volgens de nieuwe tabel optellen (vanaf 2014) bij het aantal weken in functie van de situatie vóór 2014. We verduidelijken het nog even :
5.2.1 Fase 1 van de opzegtermijn Net zoals bij opzeg door werkgever moet er in fase 1 terug een onderscheid gemaakt worden tussen arbeiders en bedienden. Gaat het over een arbeider, dan kijk je naar de tabel van de oude opzegtermijnen in paritair comité 302 (zie hoger) Gaat het over een bediende, dan moet er terug gekeken worden naar 1. de anciënniteit 2. het bedrag van het brutojaarloon op 31 december 2013 → De algemene nieuwe regel geldt voortaan: 1,5 maand per begonnen schijf van 5 jaar anciënniteit met een maximum van o 3 maand als het brutojaarloon op 31 december 2013 lager is dan 32.254 euro (lager bediende) o 4,5 maand als het brutojaarloon op 31 december 2013 tussen 32.254 euro en 64.508 euro ligt (hoger bediende) o 6 maand als het brutojaarloon op 31 december 2013 hoger is dan 65.508 euro (hoogste bediende)
5.2.2. Fase 2 van de opzegtermijn De berekening van het tweede deel van de opzegtermijn gebeurt op basis van de nieuwe regels vanaf 1 januari 2014. Opgelet echter bij de bedienden: → Wanneer een bediende al aan het plafond zit in fase 1 dan mag je fase 2 er niet meer bijtellen. Het plafond bedraagt 3 maand voor de lager bedienden, 4,5 maand voor de hogere bedienden en 6 maand voor de hoogste bedienden. → Wanneer een bediende op basis van fase 1 een opzeg heeft die lager is dan 13 weken, dan mag de som van fase 1 en fase 2 geen 13 weken overschrijden. Bij arbeiders geldt deze afwijking niet.
6. Hoe zit het met de tegenopzeg? Een werknemer die ontslaan is en een opzegtermijn moet uitdoen bij de werkgever mag op zijn beurt de arbeidsovereenkomst beëindigen met een verkorte opzegtermijn. Een tegenopzeg bestond voor 1 januari 2014 enkel voor bedienden die een andere job gevonden hadden, maar deze regel geldt vanaf nu zowel voor arbeiders als bedienden. De tegenopzeg start op de maandag na de week waarin de kennisgeving plaatsvindt.
Anciënniteit werknemer
Tegenopzeg
0 < 3 maanden
1 week
3 < 6 maanden
2 weken
6 < 12 maanden
3 weken
12 maanden en meer
4 weken
7. Contracten van bepaalde duur Vanaf 1 januari 2014 kan een contract van bepaalde duur ook opgezegd worden. Deze mogelijkheid bestaat enkel voor contracten die afgesloten zijn vanaf 1 januari 2014 en enkel tijdens de eerste helft van de arbeidsovereenkomst (maar maximum gedurende 6 maanden).
8. Compensatie voor arbeiders Een arbeider die vóór 1 januari 2014 al in dienst was en in 2014 ontslag krijgt, zal door het kliksysteem (systeem in 2 fasen) een kortere opzegtermijn hebben dan bedienden met een vergelijkbare anciënniteit. Om deze ongunstige regeling enigszins te compenseren zal een arbeider die ontslagen wordt een ontslagcompensatievergoeding krijgen. Het zal een netto vergoeding zijn, betaald door de RVA. De RVA past het verschil bij tussen het bedrag dat de werkgever betaalt, en het bedrag waarop de werknemer volgens de nieuwe wetgeving recht zou hebben. Deze compensatie wordt stapsgewijs ingevoerd. Niet alle arbeiders hebben er dus meteen recht op.
Aantal jaar anciënniteit
Vanaf wanneer vergoeding
20 jaar
01.01.2014
15 jaar
01.01.2015
10 jaar
01.01.2016
andere arbeiders
01.01.2017
9. Praktische regels rond opzeg De startdatum van de opzeg wordt vanaf nu vastgelegd op de maandag die volgt op de kennisgeving. Verder geldt nog steeds de oude procedure van opzegging. Even herinneren:
Als het ontslag uitgaat van de werkgever moet dit nog steeds gebeuren per aangetekende brief, die uitwerking heeft de derde werkdag na de datum van verzending. Het ontslag kan ook gebeuren met een gerechtsdeurwaarder. Gaat het ontslag uit van de werknemer, dan zijn er 3 mogelijkheden. Ofwel moet deze een brief afgeven aan de werkgever, ofwel werken met een gerechtsdeurwaarder ofwel een aangetekende brief versturen. De regels rond de aangetekende zending zijn hetzelfde als bij ontslag door werkgever.
Voorbeeld: Op woensdag 07.05.2014 stuurt Jan een aangetekende brief naar zijn werkgever om zijn ontslag aan te kondigen. Er gelden 3 dagen van betekening, tot zaterdag 10.05.2014. De opzegtermijn gaat in op maandag 12.05.2014.
10. Wat telt niet meer Vroeger kon een werkgever in paritair comité 302 gedurende de eerste 12 maanden tewerkstelling de arbeider ontslaan met een opzegtermijn van 7 kalenderdagen, als hiervoor een bepaling in het arbeidscontract was toegevoegd. Dit telt vanaf nu niet meer. Ook de proefperiode valt weg.
11. Laat je adviseren! Wanneer één van de partijen de wettelijke opzegtermijnen niet respecteert moet er een verbrekingsvergoeding betaald worden. Laat je dus steeds adviseren bij ontslagregelingen! Hiervoor kan je als werknemer terecht bij het ABVV of ACV. Als werkgever ga je ten rade bij Horeca Vlaanderen.
De regels rond het nieuwe statuut kunnen aanleiding geven tot discussie of twijfel, vermits alles nog in de kinderschoenen staat. Deze informatie baseert zich op bestaande wetgeving op 1 januari 2014. Guidea wijst elke verantwoordelijkheid af in geval van aanpassing aan de wetgeving die volgen na publicatie van dit artikel.