Bron BRO / morel2
p.1
19.07.2007
deel 2 1
Katholieke Universiteit Leuven, Faculteit Letteren Departement Geschiedenis
'HET NATIONAAL GEDENKTEKEN VAN HET FORT VAN BREENDONK'
promotor: Dr. G. VERBEECK
Verhandeling aangeboden door MARIE-ROSE MOREL tot het behalen van de graad van licentiaat in de Geschiedenis. Leuven,1995
/38
Bron BRO / morel2
p.1
deel 2 1
l^_Voorwoord Als eerste licentie-studente word je geconfronteerd met een uitgebreide waaier van mogelijke thesisonderwerpen. Je eerste indruk is dat je in het bos de bomen niet meer ziet. Tot m'n oog plots op de titel "Memorialen in België" viel. Een onderwerp waarmee je nog alle kanten uitkan, was m'n eerste reactie. Dat sprak me aan. Iets van jezelf in een werk leggen maakt het zoveel boeiender. Na overleg met de promotor, werd beslist het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk', nader te bekijken. 2. Probleemstelling Menig gewezen gedetineerde van het Fort van Breendonk schreef zijn versie over zijn gevangenschap na de oorlog neer. Getuigenissen zijn dus genoeg voorhanden. Zeldzamer zijn de werken waarin de auteur op een wetenschappelijke wijze de oorlogsjaren in het Fort tracht te reconstrueren. Maar onbestaande is de literatuur die handelt over het Fort na 1947, toen het omgedoopt werd tot 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk'. Daar deze licentiaatsverhandeling opgevat werd als een museale studie over het 'Gedenkteken' als getuige van de nazi-terreur, vormde het gebrek aan bestaande literatuur een eerste aanzienlijk probleem. Maar ook een zoektocht in het archief was teleurstellend. Het Gedenkteken beschikt nauwelijks over archiefdocumenten, zodat ook daar geen hulp moest verwacht worden.
2/38
19 07 2007
Bron BRO / morel2
p.1 19.07.2007
deel 2 1
3__Werkwiize Deze licentiaatsverhandeling tracht na te gaan wat het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk' in zijn functie van 'memoriaal' de bezoeker te bieden heeft. Begonnen werd met elk onderdeel, object of getuigenis dat in het Gedenkteken aanwezig is, te noteren. Daarna werd gepoogd de onderlinge verbanden tussen bij voorbeeld object en ruimte of objecten onderling, terug te vinden. Verder moesten de Verslagen van de Raden van Beheer en het povere - archief van het Gedenkteken duidelijkheid scheppen over de genoteerde objecten. Tot slot werd het Gedenkteken getoetst aan de geldende normen voor een museum. Het resultaat hiervan kan u lezen onder II.2.C. Ordening bronnen.
3/38
Bron BRO / morel2
p1 19.07.2007
deel 2 1
De voornaamste bron waarop deze licentiaatsverbandeling gebaseerd is, is de persoonlijke waarneming. Elk object in het museum werd nauwkeurig bekeken, elke ruimte meermaals bezocht, elke getuigenis nauwlettend genoteerd. Deze persoonlijke waarnemingen werden nagetrokken aan de hand van archiefdocumenten over het object, indien deze aanwezig waren. Anders werd de hulp van een specialist ingeroepen om bepaalde objecten te identificeren. Daarnaast werd veel informatie geput uit de Verslagen van de Raden van Beheer. Deze verslagen worden elke vier jaar uitgegeven door de beheerraad van het Gedenkteken. Aanvankelijk zeer gedetailleerd, merkt men dat sinds de laatste tien jaar enkel nog de besluiten van de Raden van Beheer gepubliceerd worden. Het verloop van de discussies, die voorafgaan aan een beslissing in de beheerraad, worden niet meer publiek bekend gemaakt. Jammer, want dit vermindert de waarde van deze verslagen aanzienlijk. Een tweede probleem is dat de cijfergegevens voor de laatste vijfjaar nog niet gepubliceerd werden. De verslagen van de Raad van Beheer van 1992-1995 worden in januari 1996 pas openbaar gemaakt. In de Parlementaire handelingen kunnen wel nog de discussies gevolgd worden. Er werd dan ook nagekeken of de oprichting van het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk' met veel tegenstand in het parlement gepaard ging.
4/38
Bron BRO / morel2
p.1
deel 2 1
Deze licentiaatsverhandeling vat aan met het ontstaan van het Fort en de rol dat het speelde tijdens de Eerste Wereldoorlog. Daarna volgt een korte situering van het Fort van Breendonk als gevangenenkamp tijdens de Tweede Wereldoorlog. In het tweede hoofdstuk wordt de reconversie naar 'Nationaal Gedenkteken' onder de loupe genomen. Aandacht gaat ook naar de besprekingen desomtrent in het parlement. Daarna volgt een eerste deel van het drieluik 'museale studie', namelijk materiële studie. Hier worden de architecturale bronnen van het Gedenkteken opgesomd, beschreven en in hun context geplaatst. Het tweede onderdeel van het drieluik, bevat een inhoudelijke studie. Elk onderdeel van het Fort wordt opnieuw bekeken, ditmaal niet als architecturale bron, maar als ruimte waarin 'iconografische', 'audio-visuele' en 'geschreven' bronnen hun plaats vinden. Hier gaat de aandacht vooral naar de invulling van de ruimten. In het laatste onderdeel van het drieluik, ordening bronnen, poogt men aan de hand van zeven vragen, het Gedenkteken te evalueren. De licentiaatsverhandeling wordt afgesloten door een hoofdstuk over het Gedenkteken als autonome, openbare instelling. In bijlagen ten slotte, bevinden zich een aantal kopieën van '• grafieken en authentieke documenten.
5/38
19 07 2007
Bron BRO / morel2
p.1
deel 2 1
Een speciaal woord van dank zou ik willen richten tot Professor Paul Levy, voorzitter van de Raad van Beheer van het "Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk". Naast een uitstekend verteller was hij tevens een hron van inspiratie. Ook zonder de suppoosten van het Gedenkteken, die steeds met de glimlach hereid waren om me een zoveelste maal naar het archief te begeleiden, was deze licentiaatsverhandeling niet tot stand gekomen. Militaria-specialist Henri Vanhoenacker, die de onmisbare taak op zich nam, voorwerpen te herkennen en te beschrijven, teneinde een inventaris te kunnen opstellen. Mijn ouders, voor hun steun, aanmoedigingen en financiering. De heren professoren De Keyser en Storme, voor hun richtinggevende en verhelderende commentaren. En last but not least. Dr. Georgi Verbeeck, promotor van deze licentiaatsverhandeling, voor zijn goede raad en geduld. Zonder hen zou deze licentiaatsverhandeling niet tot stand zijn gekomen.
6/38
19 07 2007
BronBRO/morel2
p.1
deel 2 1
j Breendonk als kamp
Oorspronkelijk komt de naam 'Breendonk' van 'breden donk' wat 'breed moeras' betekent. De toponomie verwijst duidelijk naar een moerassig en drassig gebied, naar zand- en kleigrond, doorkruist met vele beekjes. (1) De geschiedenis van het Fort van Breendonk vangt aan bij het begin van de twintigste eeuw. De Belgische strijdmachten lieten in 1906 het Fort optrekken als meest zuidelijk verdedigingselement in de defensieve gordel rond Antwerpen. De ligging - strategisch gekozen op 16 kilometer van de stad -, moest na de ervaringen van de Russisch-Japanse oorlog (19041905) genoeg bescherming bieden tegen de geavanceerde beschietingsmethoden. Een verdedigingsgordel op 8 kilometer afstand van de te beschermen stad, zoals voorheen, volstond niet meer. Het Fort werd gebouwd langs een bestrate weg die uitkwam op de steenweg van Mechelen naar Dendermonde. De toegang ertoe werd verleend langs een gedeeltelijk intrekbare houten brug over een brede gracht. Het keelfront bestond uit wachtlokalen, een tiental kazematten en de ruimte voor de 'traditore' batterijen. Aan weerszijden van de ingangstunnel bevonden zich de opslagplaatsen voor levensmiddelen en de legeringsruimten^.
1 -For^jreendonk. uitgave van de Raad van Beheer van het Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, 1983, p.l4.
7/38
19.07.2007
Bron BRO / morel2
19.07.2007
deel 2 1
Het hoofdfront omvatte veertien versterkte kazematten, opslagplaatsen voor de springstof, de toegang naar de koepels, met inbegrip van de gewelfde gangen, die de betonnen rechthoek, gevormd door de gebouwen, met de vier uitlopers verbonden. (1) Wat de bewapening betreft, beschikte het Fort over zeven stalen koepels, een kanon van 150 mm, twee houwitsers van 120 mm, kanonnen van 120 mm, zes stukken van 75 mm en een schijnwerper. Snelvuurkanonnen van 57 mm moesten de verdediging op korte afstand en het flankvuur verzekeren. Het betonwerk en de pantsering waren berekend om te kunnen weerstaan aan beschieting door houwitsers van 280 mm. Het Fort kreeg echter 305 mm en 420 mm te verduren. (1) Het Fort werd omgeven door een brede watergracht en bedolven onder de uitgegraven aarde. De hele onderneming kostte in die tijd 2.200.000 bfr. Nog voor zijn voltooiing kwam het bericht dat het Fort verstevigd moest worden. De koepels zouden niet aan bepaalde beschietingen kunnen weerstaan. Vandaar dat bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in allerijl versterkingswerken werden uitgevoerd, door middel van gecementeerde zakjes.
1- Fort Breendonk, uitgave van de Raad van Beheer van het Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, 1983, p.l5.
8/38
Bron BRO / morel2
p.1
deel 2 1
Wanneer op 4 augustus 1914 het Duitse leger de Belgische grenzen overschreed, lag het zuidelijk gelegen Fort van Breendonk op de route naar Parijs. Op 9 september begon de slag om Antwerpen. Pas op 1 oktober werd het Fort voor het eerst beschoten, later ook nog op 6 en 8 oktober. Een deel van het garnizoen in het Fort kon vluchten en vervoegde het Belgische leger dat over de Schelde trok. Bevelhebber van het Fort van Breendonk, Commandant Wyns hield echter stand maar sneuvelde heldhaftig op 8 oktober. (2) De achtergebleven soldaten werden tot de laatste man afgemaakt. Op 9 oktober capituleerde het Fort van Breendonk samen met de stad die ze moest verdedigen. Tijdens de Duitse bezetting werd het Fort gedeeltelijk hersteld van de schade der beschietingen. Dit gebeurde echter niet grondig. Tal van scheuren en gaten bleven oiigedicht, met waterinsijpeling, permanente vochtigheid en schimmelvorming tot gevolg. Onlangs teruggevonden opschriften laten vermoeden dat in het Fort de sleutels werden bewaard van de dijken en sluizen die het gebied rond het Fort konden blank zetten in geval van een landing van de geallieerden aan de Scheldemonding. (3) Na de Eerste Wereldoorlog, in 1926, brachten de voormaiige verdedigers van het Fort een bronzen herdenkingsplakaat aan, die zich links van de ingangspoort bevindt. 1- Fort Breendonk. uitgave van de Raad van Beheer van het Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, 1983, p.l5. 2. DE SAEGER, P., Aan de Oud-verdedigers van het Fort van Breendonck. in: De Kjijgsgevangene. nr. 11, november 1948. 3. Fort Brftendonk. uitgave van de Raad van Beheer van het Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, 1983, p.l6.
9/38
19 07 2007
Bron BRO / morel2
p.1
19.07.2007
deel 2 1
T"dens het interbellum werd het Fort van Breendonk door de Belgische strijdkrachten gebruikt als kazerne. Wanneer tegen het einde van de jaren dertig een nieuw conflict dreigde, stelde men vast dat het Fort en de andere Forten rond Antwerpen verouderd en niet meer van nut waren als verdedigingslinie. Breendonk werd uitgekozen als verblijfplaats van koning Leopold III en als Algemeen Hoofdkwartier in geval van een Duitse invasie. Van september 1939 tot mei 1940 werd een uitgebreid telefoonnet aangelegd in de oude kazerne en werden de laatste voorbereidingen getroffen voor de eventuele koninklijke intrek die effectief doorging op 10 mei 1940. Niet voor lang echter. Op 16 mei en 17 mei werd het Fort volledig ontruimd. Net zoals in de Eerste Wereldoorlog, had het Fort maar 7 dagen stand gehouden. (1) De Duitse troepen trokken Brussel binnen. 1. VAN BERGEN, R., Vergeten doden. Breendonck. waar duivels heersten en schuldlozen werden afgeslacht, in: De Stem, 31 oktober 1952.
10
10/38
Bron BRO / morel2
p.1
19.07.2007
deel 2 1
Op 27 juli 1940 werd te Brussel de Dienststelle der Sicherheitspolizei und des Sicherheitsdienstes (Sipo/SD) geïnstalleerd. Deze politieke politie opende onmiddellijk de jacht OD joden, emigranten, communisten en alle 'anti-Duitse elementen'. De Kommandostab der Militärverwaltung stelde hiervoor het • haastig ontruimde - Fort van Breendonk ter beschikking. Het Fort was uitermate gunstig gelegen voor de vijandelijke troepen, halverwege op de as Antwerpen-Brüssel. Het Fort stond onder toezicht van de Wehrmacht, die er soldaten, afkomstig van het garnizoen van Mechelen kazerneerde. Daar alle We/irmac/iis-gevangenissen van de Militärverwaltung afhingen, zorgde het leger ook voor de bewaking en de ravitaillering van dit kamp. Het kampbeheer en de handhaving van de tucht werden door de Sipo/SD zelf verzekerd. (1) Het Fort, waarin de Sipo/SD zijn interneringskamp had opgericht, vormde een rechthoek van 270 meter op 160 meter, inbegrepen de 40 meter brede en 3 meter diepe met water gevulde gracht, waarmee de rechthoek was afgezoomd. De centrale betonnen gebouwen van de vesting, samen ongeveer 110 meter lang en 70 meter breed, stonden leeg. De even kale als vochtige kazematten deden begin augustus 1940 aan catacomben denken. Bij de bouw van het Fort werden de tonnen voor de gracht uitgegraven aarde, gebruikt om de daken van de gebouwen binnen het Fort af te dekken en aldus extra te beschermen. (2) Al snel groeide het Fort uit tot de thuisbasis van de 'Geheime Staatspolizei', die samen met de 'Kriminalpolizei', de 'Sicherheitspolizei' vormde - in bezet België. 1. VAN DE \ ^ L D E , M., De bruggen van Boom, kroniek van de Qorlogsiaren 1939-1945. Boom, 1994, p. 315. 2. VAN DE VELDE, M., De bruggen van Boom, kroniek van de Qorlpgsiaren 1939-1945. Boom. 1994, p. 316. 11
11/38
Bron BRO / morel2
p.1
19.07.2007
deel 2 1
doorgaiigskamp tiidens WO II Q 29 augustus 1940 kreeg de gemeente Breendonk van de Kommandantur van Mechelen bevel om het Fort uit te rusten voor de opsluiting van 200 personen. De brief die de kommandatuur van Mechelen naar de gemeente Breendonk stviurde,, begon als volgt: ''Binnen kürzester Zeit soll das Fort Breendonk eine Belegung bis zu 200 Köpfen erhalten. Da dieses Fort so gut wie kein Inventar aufweist, hat die Gemeinde Breendonk als Quartierleistung bus 1.9.'40 zu liefern: ..."waarna de gewenste huisraad wordt opgesomd. De briefis ondertekend door Von Marcker, Rittmeister und Orstkommandant. O^ijlage 1)
Een leveringbon van 1 september konden we niet terugvinden. Wel bevatte het privé archief van een verzamelaar (1) een kopij van een leveringsbon van 11 september, (bijlage 2) Kommandant van het Fort van Breendonk was Obersturmbahnführer Philipp Schmitt, die onder het bevel stond van Himmler, Reichsführer SS (2). In oktober 1940 werd Untersturmführer Prauss aan Obersturmbannführer Schmitt toegevoegd. 1. Gary Mautiers, ambtenaar van de stad WiUebroek. 2- ForL^reendonk, uitgave van de Eaad van Beheer van het Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, 1983, p.l8.
12
12/38
Bron BRO / morel2
p.1
19.07.2007
deel 2 1
Oü 20 september 1940 arriveerden de eerste vijftien 'angenen in Breendonk, persoonlijk begeleid door Schmitt (1). Oe volgende dagen arriveerden er meer en meer: joden, zwarthandelaars, communisten en 'Duits-vijandige' ambtenaren. Ze werden ondergebracht in de kazernekamers van het hoofdfront, tweeëndertig (later achtenveertig) gevangenen ner zaal. De gedetineerden sliepen op strozakken in ruwhouten stapelbedden. (2) De eerste taak die men de gevangenen oplegde, was de slaapzalen inrichten en een prikkeldraadversperring rond het Fort aanbrengen. In een tweede fase veranderde het uitzicht van Breendonk grondig. Het oorspronkelijk volledig ingegraven Fort werd door de gevangenen blootgelegd door op vier jaar tijd 250.000 à 300.000 kubieke meter zand af te graven. Dit afgegraven zand werd dan weer gebruikt om de buitenste grachtwallen op te hogen.
1- Fort Breendonk. uitgave van de Raad van Beheer van het Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, 1983, p.l9. 2. VAN DE VELDE, M., De bruggen van Boom, kroniek van de oorlogsjaren 1939-1945. Boom. 1994, p. 316.
13
13/38
Bron BRO / morel2
p.1
19.07.2007
deel 2 1
SS richtte het kamp niet m als Konzentrationslager, maar f het de eufemistische naam "A-LA.GER EREENDONK" mee, wat stond voor Auffangslager - 'opvang' of ' nthaalkamp'. (1) ^^ principe was dit type kamp bedoeld als opvangkamp, maar toch werden de meeste gevangenen vroeg of Iaat gedeporteerd naar andere concentratiekampen (2) De slachtoffers die m Breendonk verhieven, kregen het statuut van Häftlinge (Sicherheitshäftlinge) mee, wat inhield dat ze zonder enige vorm van proces, voor onbepaalde duur geïnterneerd konden worden. (3) In de beginperiode van het kamp verbleven er voornamelijk buitenlandse joden, maar met de ingebruikname van de Mechelse Dossinkazerne als doorgangskamp in 1942, nam hun aantal af. Uit de bijgevoegde cijfers blijkt dat het joodse aandeel - zeker in de beginperiode - uitermate groot was in vergelijking met hun geringe aantal in de totale Belgische bevolking (namelijk ca 1 op 160 inwoners). (4) 1940 joden 80 niet-joden 40
1942 400 550
1943 180 450
1944 50 650
1945 45 600
('Joden' omvat hier Belgische en buitenlandse joden die in België verbleven) 1. VAN DEN BERGHE, G., Met de dood voor ogen. Begrip en onbegrip tussen overlevenden van Nazi-kampen en Buitenstaanders. Berchem, p.69. 2. VAN DE VELDE, M., De bruggen van Boom, kroniek van--de öfi£legsiareiLl93M94L Boom, 1994, p. 334. o. RENARD, F., Het Fort van Breendonk. vijftig i aar geleden, bevrijding in : VOX, militair weekblad. Brussel, januari 1995, nr. 9504,p.8-ll. 4. COMMISSIE VOOR OORLOGSMISDADEN: De oorlogsmisdaden ^^ bezetting van het Belgisch grondgebied 1940-1945. ^ Luik, p.25.
14
14/38
Bron BRO / morel2
p.1
19.07.2007
deel 2 1
ovember 1940 telde Breendonk voor het eerst meer dan vijftig gevangenen (1). W t enige onderscheid dat op dat ogenblik bestond tussen joden n niet-joden is de kleur van de lintjes die ze opgespeld kregen: Voor joden een geel lintje en voor de 'Ariërs' een wit. Beide oroepen werden gelijk behandeld. In 1940 was het regime streng en hard, maar nog draaglijk in tegenstelling tot later. Hiervoor waren twee redenen : ten eerste was het aantal Gestapo manschappen in Breendonk beperkt •Ten tweede was Duitsland nog overtuigd van zijn naderende eindoverwinning. Dit werkte een relatief milde houding tegenover de 'overwonnenen' in de hand. Op 1 januari 1941 verstrengde het kampregime plotseling. Zo werden van dan af 'Ariërs' en joden gescheiden en verminderden de rantsoenporties aanzienlijk. Het aantal gevangenen bleef ondertussen gestadig stijgen. Op 17 februari 1941 stierf een eerste gevangene van ontbering. Tegen eind september 1941 werden er op het Fort van Breendonk reeds 31 sterfgevallen aangegeven. Van dan af verzaakten de Duitsers aan het opstellen van Todesscheine.
1- £QlL..Breendonk. uitgave van de Raad van Beheer van het Nationaal Gedenkteken van liet Fort van Breendonk, 1983, p.22.
15
15/38
Bron BRO / morel2
p.1
19 07 2007
deel 2 1
99 iuni 1941 viel Hilter ondanks het afgesioten non, siepact van 27 augustus 1939, toch de Sovjet-Unie binnen. n zegezekerheid bij de Duitsers verdween. Bij het SS-personeel het Fort ontstonden spanningen, er rees twijfel over de • onoverwinnelijkheid van het leger van 'das Dritte Reich'. np bezetters wilden hun dominantie tegenover de gevangenen ' duidelijk affirmeren en besloten een voorbeeld te stellen. In juni 1941 w^erd een eerste gevangene gefusilleerd. '^Berechting
Over het algemeen werden de gevangenen in de kampen niet berecht. Het volstond dat ze verdacht of gevaarlijk geacht • werden door de SS of de Gestapo om ze op te sluiten. Men • noemde, dit dan de Schutzhaft of beschermingsopsluiting. Enkel tegen het einde van de oorlog werden er te Breenonk ' ; - spoedveroordelingen uitgesproken. Zoals het woord al laat •,; vermoeden, werd het vonnis na de uitspraak onmiddellijk : uitgevoerd. ", ' De Gestapo zorgde ervoor dat het kamp niet uitsluitend uit • verzetsstrijders bestond. De "verdeel-en-heers" strategie was hier van toepassing. Door de gevangenzetting van zowel . verzetsstrijders, spionnen, verraders en echte criminelen, kon er nauwelijks enige onderlinge solidariteit ontstaan, laat staan een vorm van verzet.
16
16/38
Bron BRO / morel2
p.1
19.07.2007
deel 2 1
Zugßhrer Daarboven stelden de Duitsers het systeem van Zugführer in. Het was een opgelegde hiërarchie onder de gevangenen. De Zugführer was kameroverste, verantwoordelijk voor de mannen in zijn barak. Een taak die sommigen met de nodige sereniteit uitvoerden, maar waarin anderen de mogelijkheid zagen om een machtspositie onder de gevangenen te verwerven. In september 1941 arriveerden de eerste Belgische SS-ers in het kamp. Hun taak bestond erin tucht en gehoorzaamheid in de barakken te handhaven en toezicht uit te oefenen tijdens de dwangarbeid van de gevangenen. (1) Zo namen ze eigenlijk een stuk de taak van de Zugführer over. Gijzelingskamp In 1942 werd de Dossinkazerne te Mechelen ingeschakeld als 'sluis' voor de Belgische joden op weg naar de 'kampen in het Oosten'. Het Fort van Breendonk werd van dan af meer een 'gijzelingskamp'. Telkens wanneer de Gestapo faalde, of wanneer het verzet van zich liet horen, nam men een tiental gijzelaars en stelde ze terecht als waarschuwing voor het verzet. Dit gebeurde tussen 1942 en 1945. (2)
1- Fort Breendonk. uitgave van de Raad van Beheer van het Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, 1983, p.31. 2. Fort Breendonk. uitgave van de Raad van Beheer van het Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, 1983, p.41
17
17/38
Bron BRO / morel2
p1
19.07.2007
deel 2 1
Ondervoeding Tekenend voor de ganse oorlogsgeschiedenis van het Fort is de bijna chronische ondervoeding van de gevangenen. De Duitsers voerden dit regime van hongersnood met opzet in, om de wil en weerstand van de gevangenen te breken. Tot eind 1943 bestond het dagrantsoen uit 300 gram slecht brood, 2 borden watersoep en enkele tassen 'koffie' van gebrande eikels. Vanaf september 1943 mocht de 'Foyer Leopold IH' na tussenkomst van het Rode Kruis, voedselhulp naar Breendonk sturen. Na selectie door de kampbewaking bereikte slechts een klein percentage van de eigenlijke voedselhulp de gevangenen. Daarnaast werden uitzonderlijk ook paketten van privé personen in het Fort toegelaten. Wanneer met periodes de aanvoer van voedselpakketten in het Fort verboden werd, merkte men een recht evenredige stijging van het aantal sterfgevallen. (1) Tijdens de vier oorlogsjaren passeren er in het Fort van Breendonk gevangenen van meer dan twintig verschillende nationaliteiten, waaronder ook Duitsers. Maar de overgrote meerderheid onder hen waren toch Belgen. (2)
1- Fort Breendonk. uitgave van de Raad van Beheer van het Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, 1983, p.29. 2- Eort Breendonk. uitgave van de Raad van Beheer van het Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, 1983, p.75.
18
18/38
Bron BRO / morel2
p.1
19 07 2007
deel 2 1
D-Day Breendonk werd de eerste maal geëvacueerd op 6 mei 1944, precies één maand voor de landing van de geallieerden te Normandie. De gevangenen werden in grote haast naar de kampen in het Oosten gevoerd. België bereidde zich ondertussen voor op de bevrijding en het verzet was actiever dan ooit. In die zomermaanden bracht de Belgische weerstand grote schade aan bij de vijand, met het gevolg dat de Gestapo een meedogenloze strijd aanbond tegen het verzet. De geallieerden trokken langzamer op dan verwacht en Breendonk werd tijdens de laatste weken van de bezetting een tweede maal bevolkt. De behandeling die de nieuwe gevangenen ondergingen, was zo mogelijk nog ruwer dan voorheen. Er grepen terechtstellingen plaats tot eind juli-begin augustus 1944 (1). Wanneer eind augustus de geallieerden de Belgische grens naderden, werden de laatste gevangenen van Breendonk in autobussen geladen en richting Noord-Oosten gereden. Met als overslagplaats het Nederlandse Vucht, kregen de gevangenen een nieuwe bestemming naar de kampen in het Oosten. Op vier september troffen de Brits troepen die Breendonk binnen trokken, een leeg Fort aan. Voor de laatste gedeporteerden duurde de oorlog echter nog tot in april 1945 ... Na de oorlog werd het kamp gebruikt als gevangenis voor collaborateurs.
£-Q£LBreendonk, uitgave van de Raad van Beheer van het Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, 1983, p.43.
19
19/38
Bron BRO / morel2
p.1
19.07.2007
deel 2 1
als memoriaal van het memoriaal Onmiddellijk na de bevrijding werd het kamp gebruikt voor de bewaring van 'incivieken' (1). Ze werden opgesloten in de voormalige cellen, zodat tal van waardevolle inscripties en graffiti vernietigd of overschreven werden. In de SS-kantine werden verfraaiingswerken uitgevoerd en werd de spreuk Meine Ehre heisst Treue (2) overschilderd.- Ten einde het geheel een minder somber uitzicht te geven, werd de lange ingangtunnel overschilderd in lichte kleuren. De oud-gevangenen van het Fort protesteerden echter tegen deze 'ontering'. Daarom richtten ze in 1945 een verzoek aan de minister van Oorlogsslachtoffers, met de vraag om het Fort te laten ontruimen, in stand te houden en in te richten. (3) Er werd een onderzoek ingesteld en de aan de gang zijnde veranderingwerken aan het Fort werden stilgelegd.
1- Fort Brñpmdnnk, uitgave van de Raad van Beheer van het Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, 1983, p.94. 2- Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, verslag van de Raad van Beheer, 1947-1951, p. 19. 3- Fgrt_Breendonk. uitgave van de Raad van Beheer van het Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, 1983, p.94.
20
20/38
Bron BRO / morel2
p.1
19.07.2007
deel 2 1
V rmalig Breendonk - gevangene en socialistisch volks°rtegenwoordiger Georges Hoyaux diende op 11 juni 1946 bij de K mer der Volksvertegenwoordiging een wetsvoorstel in tot de 'chting van een 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk.' Een bijzondere commissie van Landverdediging van de Kamer • der Volkvertegenwoordigers onderzocht in haar zitting van 12 december 1946 het wetsvoorstel nr. 114 van 11 juni 1946 en aanvaardde het met algemeenheid van stemmen. (1) OP 29 januari 1947 werd het voorstel een eerste maal besproken in de Kamer der Volksvertegenwoordigers, waarbij volksvertegenwoordiger Hoyaux in zijn redevoering wijst op het het belang van de oprichting van een 'Nationaal Gedenkteken' en op het dubbele objectief dat nagestreefd moet worden: ten eerste, de herinnering aan de nazigruwelen levendig houden; ; ten tweede, de burgergeest van de jeugd voeden en activeren. (2) • Daarna volgt er een bespreking van het wetsvoorstel, dat op 'artikel G en 12 na, voor de gehele kamer aanvaardbaar is. •':":•:Aan artikel 12 werd, tijdens de zitting zelf nog, gesleuteld. Het -,. :-voorstel om alle verrichtingen voor het Gedenkteken zegelvrij en " ^ • belastingvrij te maken, werd geschrapt, en de ambtenaren van het bestuur der domeinen werden bevoegd verklaard voor het . authentiek verklaren van de akten welke de instelling aanbelangen. Dit is aanvaardbaar voor de gehele kamer. (3) ^" Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk. verslag van de Baad van Beheer, 1947-1951, p. 4. ^'farÎËmentaire HanHpiingen - Kamer van Volksvertegenwoordigers, •""29 januari 1947, p. 12-13. ^
Handelingen - Kamer van Volksvertegenwoordigers, i 1947, p. 16-17.
21
21 /38
Bron BRO / morel2
p.1
19.07.2007
deel 2 1
'kei 6 bandelt over de samenstelling van de bebeerraad. Er Hen bieromtrent drie amendementen ingediend. (1)
•
ndement I: Stelt voor om bet aantal ambtenaren dat in de j 2etelt van vier op vijf te brengen, door er een ambtenaar n het departement van 'wederopbouw' aan toe te voegen.
Amendement II: Stelt voor om de aanwezigbeid in de raad van de burgemeester en secretaris van Breendonk, te vervangen door de wettelijke aanwezigbeid van de burgemeester en "secretaris van Willebroek. Amendement III: Stelt voor de tien leden van de Raad van Beheer, die onder gewezen Breendonk gevangenen worden gecoöpteerd, terug te brengen op negen en bet coöptatiesysteem te vervangen door een benoeming door de minister van Landsverdediging. Deze amendementen werden in de volgende besproken.
vergadering
Op artikel 6 na, werd bet gebele wetsvoorstel op 29 januari 1947 aanvaard in de kamer der volksvertegenwoordigers. - Op 5 februari, komt de kamer der Volksvertegenwoordigers opnieuw samen en bespreekt artikel 6 van bet wetsvoorstel tot opricbting van bet 'Nationaal Gedenketeken van bet Fort van Breendonk'. (2) 1- Parlementaire Handelingen - Kamer van Volksvertegenwoordigers, 29 januari 1947, p. 15. 2- £arl¿mentaire Handelingen - Kamer van Volksvertegenwoordigers, 5 februari 1947, p. 3.
22
22/38
Bron BRO / morel2
p.1
19 07 2007
deel 2 1
I Het eerste amendement werd verworpen, daar het 'ministerie van Wederopbouw' slechts een tijdelijke instelling is. II. Het tweede amendement werd eveneens verworpen, daar het Fort per slot, anno 1947, enkel op grondgebied Breendonk gelegen was. IIL Het derde amendement, werd aangenomen. - Op 13 februari 1947 verschijnt het wetsvoorstel opnieuw in de Kamer der Volksvertegenwoordigers voor een tweede lezing. Het veel besproken artikel 6, was voor goedkeuring langs de regering gepasseerd, en als volgt aangepast: 'De zestien leden van de Raad van Beheer worden benoemd bij koninklijk besluit voor een termijn van vier jaar. De gouverneur der provincie alsmede de burgemeester en de secretaris der gemeente Breendonk zijn rechtens lid van den raad, waarvan de goeverneur het voorzitterschap waarneemt. Twee leden worden gekozen onder de ambtenaars van de provincie. De overige tien leden worden gekozen onder de Belgische burgers die in het Fort werden opgesloten of, als er geen zijn, onder de leden hunner familieën' (1) Artikel 6 werd in gewijzigde vorm aanvaard. Dit hield in dat ook artikel 8 een logische verandering moest ondergaan. Artikel 8 werd bijgevolg:' De voorzitter is stemgerechtigd en zijn stem is doorslaggevend'. • Op 9 juli - na bespreking in de senaat op 11 juni en goedkeuring op 12 juni 1947 - werd het wetsontwerp nogmaals artikel per artikel in de Kamer der Volksvertegenwoordigers bekeken en goedgekeurd. (2) 1- Parlementaire Handelingen - Kamer van Volksvertegenwoordigers. 13 februari 1947, p. 9. 2. Parlementaire Handelingen - Kamer van Volksvertegenwoordigers. 9juli 1947, p. 10-11. 23
23/38
Bron BRO / morel2
p.1
19 07 2007
deel 2 1
n
10 juli tenslotte, had een stemming plaats over het gehele ontwerp. Van de 169 leden die meestemden, zijn 167 mmen voor en slechts twee onthoudingen. Niemand stemde tegen. (D De tekst van de wet, waardoor het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk' werkelijkheid zou worden, werd uitgevaardigd op 19 augustus 1947 en verscheen in het Belgisch Staatblad van 30 augustus 1947. (Bijlage 3) "—- - Artikel 1 tot en met artikel 4 handelen over het statuut en de taak van het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk' en worden even nader bekeken. Artikel 4 tot en met Artikel 12 handelen over de organen die belast worden met het beheer van het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk' en zullen in III. 1. 'Organen van het Memoriaal' aan bod komen.
1 ^ai*l
-4- '
TT
• —a£Lenientairp Har»delingen - Kamer van Volksvertegenwoordigers, 10 juli 1947, p. 16-17.
24
24/38
BronBRO/morel2
p.1
19.07.2007
deel 2 1
/• Fr wordt een autonome openbare instelling opgericht, die ; prsoonlijkheid bezit en 'Nationaal Gedenkteken van het fort van Breendonk' wordt genoemd. 9- De staat doet aan deze instelling in volle eigendom,
afstand: 1° van de plaats genaamd Fort van Breendonk, zoals zii wordt afgelijnd op het plan door zijn diensten op te maken; 2° van alle voorwerpen die er zich bevinden of er zich tijdens de bezetting bevonden; Art. 3: De taak van de instelling bestaat er in: l"" te waken over de bestendige bewaring van de gebouwen en werken van het Fort, alsook van de bij artikel 2 voorziene voorwerpen; 2° alle nuttige maatregelen te nemen opdat het aandenken aan het Fort van Breendonk alsook aan de gebeurtenissen die er plaats vonden, levendig blijve in de geest van de Natie, haar burgerzin aanwakkeren en de vaderlandlievende opvoeding van haar jeugd bevordere. Art. 4: De goederen, die de Staat aan de instelling afstaat, zijn onvervreemdbaar.
25
25/38
BronBRO/morel2
p.1
19.07.2007
deel 2 1
n beschrijving is gebaseerd op de verslagen van de Raden • Beheer, de overgeleverde architecturale bronnen, de l'teratuur over Breendonk en op persoonlijke waarnemingen. Ze h vat een zuiver materiële omschrijving van de verschillende onderdelen van het Gedenkteken. -OP het bijgevoegde plan (bijlage 4), komen de cijfers overeen met de cijfers, gegeven aan elk besproken onderdeel van het Fort. en de vestigingspoort Direct na de overdracht van het Fort aan de Raad van Beheer, werd de ijzeren poort in haar oorspronkelijke kleur herschilderd en tegen de barre weersomstandigheden beschermd. Ook de houten ingangshrug die verrot was, werd hersteld, dit vooral met het oog op de veiligheid van de grote schare bezoekers tijdens de eerste jaren na de opening van het memoriaal. (1) In 1970 werd het brugdek vernieuwd.(2) 2. De tunnel In de korte tijdspanne dat het Fort door de Belgische overheid als strafkamp werd gehruikt, verfde men - zoals voorheen al vermeld - de ingangtunnel in een lichtere kleur. Dit om het geheel een aangenamer aanzicht te geven. De donkergrijze kleur die de wanden tot op halve hoogte bedekte en een somber uitzicht verwekte, werd tijdens de eerste termijn van de Raad van Beheer weer aangebracht. (3) '•• ¿Jatipnaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk. verslag van de Raad van Beheer, 1947-1951, p. 19. • ¿Jltionaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk. verslag van de Raad van Beheer VI, 1967-1971, p. 9. • ÎJâiionaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, verslag van de R van Beheer, 1947-1951, p. 19. 26
26/38
Bron BRO / morel2
p.1
19.07.2007
deel 2 1
• Qgjurende het Belgisch penitentiaire regime van 1944-1945 was A ze kantine tot bezoekzaal omgevormd. Tussen 1947 en 1951 ->- erd dit lokaal heringericht zoals tijdens de Duitse bezetting. •" De arend met het hakenkruis en de SS-leuze "Meine Elire heisst Treue", die overkalkt waren door de Belgische strijdmachten, " werden hersteld. Gedurende diezelfde beginperiode reconstrueerde men het gelegenheidstribunaal dat hoogst uitzonderlijk te Breendonk had plaats gehad. De reconstructie •"•"zorgde voor de nodige moeilijkheden daar zij die hier ooit - terechtstonden, ook effectief terechtgesteld werden en dus niet "¿' meer konden getuigen. (1) • In 1977 werd beslist de "gerechtszaal" terug in haar oorspronkelijke functie om te bouwen: als kantine van de SS. (2) -•• Er was namelijk vastgesteld dat de herinrichting van het - tribunaal - dat in werkelijkheid maar twee of drie maal optrad ;. tijdens de bezettingsjaren - bij de bezoeker de indruk wekte dat ', - elke gevangene eerst veroordeeld werd, alvorens opgesloten te ' ..• worden. •-.;' Dit deed de totale willekeur vergeten waaraan de gevangenen ; bloot stonden in de kampen. (3) yi
-,'1
i- ijationaal GpHpnkteken van het Fort van Breendonk. verslag van de Raad van Beheer, 1947-1951, p. 20. --.-•• ^^'¡^tionaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk. verslag van de '. Raad van Beheer Vili, 1975-1979, p. 7. • —^iiQSââLGedenkteken van het Fort van Breendonk. verslag van de Raad van Beheer Vili, 1975-1979, p. 7. 27
27/38
BronBRO/morel2 deel 2 1
ddellijk na de oorlog werden een aantal cellen met h"'zondere aandacht bestudeerd, daar ze waardevolle i^uurinscripties van voormalige gevangenen bevatten (1). "Het zijn echte testamenten met een nagel in de muur gegrift door hen die gingen sterven". (2) Deze epigrafische bronnen werden gefotografeerd en gekopieerd. Verschillende doorzichtige verflagen werden beproefd om ze te beschermen, doch vruchteloos. De grijze verflaag waarin ze "eegriffc waren, was onder de bezetting haastig op een kalklaag aangebracht, die dan zelf nog eens verschillende andere lagen overdekte. De verflaag was dus uiterst broos. De temperatuuren vochtigheidsverschillen hadden reeds veel van deze unieke graffiti verwoest. Gelukkig waren bepaalde inschriften zo diep gegrift dat ze tot op de betonlaag gingen. Wanneer de opperste verflaag in de loop der jaren afschilferde, konden de diepe groeven met behulp van vooraf bestudeerd fotomateriaal terug bijgewerkt worden om zo de inscripties te reconstrueren. (3) Tussen 1975 en 1979 werden de cellen definitief afgesloten voor het publiek, teneinde de uiterst broze graffiti te beschermen. Scherp genomen foto's hebben het mogelijk gemaakt verschillende van deze kostbare opschriften te vergroten; zij worden nu aan de bezoeker getoond door middel van projectie van diapositieven. (4)
^- ijationaal Gedenkteken van het Fort Raad van Beheer, 1947-1951, p. 7. ^- Nationaal Gedenkteken van het Fort Raad van Beheer, 1947-1951, p. 7. ^- Nationaal Gftripnkteken van het Fort Raad van Beheer, 1947-1951, p. 7. • Nationaal Gedenkteken van het Fort Raad van Beheer VIII, 1975-1979, p. 7.
van Breendonk, verslag van de van Breendonk. verslag van de van Breendonk. verslag van de van Breendonk, verslag van de
28
28/38
Bron BRO / morel2
p.1
19.07.2007
deel 2 1
pe rechtervleugel van de kazerne werd voorbehouden voor de authentieke reconstructie van cellen en chambrées. (1) In de chambrées - waar eerst tweeëndertig gevangenen samenhokten, later achtenveertig - werden de vensters verduisterd, tafels, krukjes , muurkastjes, wandrekjes en bedstellen terug aangebracht. De nappen staan klaar voor het eetmaal van de gevangenen, de emmers en de kachel werden vervangen, evenals de kruiken. Met de stromatrassen kon de "Bettenbau" (2) worden nagebootst. Men heeft uiteindelijk maar één chambrée in oorspronkelijke staat gerestaureerd en op de andere enkel de oorspronkelijke bestemmingsplaatjes weer op de deuren aangebracht. "Stube X mit Y Häftlinge belegt, Arrest Z, Revier A. " 6. Het liikenhuis De lijkenkamer werd in de staat gelaten zoals ze na de bevrijding werd aangetroffen. Een aantal houten kisten zijn de stille getuigen van wat hier gebeurde. (3)
1. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk. verslag van de Raad van Beheer, 1947-1951, p.23. 2. "Bettenbau" maken wil zeggen, op Pruisische manier de strozak vlak maken; deze moet een volstrekt regelmatige balkvorm krijgen en de dekens moeten volgens een onveranderlijke ritus opgevouwen worden. Deze "Bettenbau", gaf altijd aanleiding tot pesterijen en de gevangenen die er niet handig in waren, werd het "ontbijt" ontzegd. 3. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, brochure.
29
29/38
Bron BRO / morel2
p.1
19.07.2007
deel 2 1
oorspronkelijke munitieopslagplaats werd door de bezetter . j^942 omgebouwd tot een "ruimte voor intense verhoring". VVanneer de Duitsers uit Breendonk wegvluchtten, vernietigden ze nog deze folterkamer, om alle sporen van hun gruweldaden uit te wissen. Aan de hand van restanten en getuigenissen probeerde men nadien zo goed mogelijk deze gruwelplaats te reconstrueren. De foltertuigen werden vooraan in de Bunker, in een vitrine tentoongesteld. - Wanneer majoor Schmitt na de oorlog opnieuw met "de Bunker" werd geconfronteerd, was zijn enige commentaar:" de houten wig, waarop men de gevangenen liet neervallen, die niet wilden bekennen, was 'iets te hoog'. Verder vond hij de reconstructie 'helemaal juist'." Begin jaren vijftig werd beslist de foltertuigen over te brengen naar het museum, teneinde ze te beschermen tegen corrosie. Door het verwijderen van de vitrine kreeg de Bunker tevens een authentieker uitzicht. (1) 8. De b a r a k k e n Deze barakken werden in 1941 opgericht nadat de ruimte van de kazematten in het Fort zelf, niet meer volstonden om de gevangenen te huisvesten. Eerst enkel voor de joden, later voor alle gevangenen. Daar de barakken in zeer slechte staat verkeerden, werd beslist ze te restaureren. In november 1974 was de restauratie voltooid. (2) Aangezien de financiële middelen op dat ogenblik niet direct voor handen waren, werd er afgesproken de werken pas in de lente van 1975 afte betalen. (3) Een deel van de barakken, werden tijdens een storm in 1983 vernietigd. l Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, verslag van de Raad van Beheer II, 1951-1955, p. 15. 2. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, verslag van de Raad van Beheer VII, 1971-1975, p. 15. 3. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, verslag van de Raad van Beheer VII, 1971-1975, p. 21, 30
30/38
Bron BRO / morel2
p.1
19.07.2007
deel 2 1
g__Het museum De kazerne van het Fort bestaat uit twee symmetrische vleugels. Rechts en links liggen zeven kazematten. De rechtervleugel is gewijd aan het kamp van Breendonk, terwijl in de linkervleugel tijdens de eerste dienstperiode van de Raad van Beheer, een museum werd opgericht. (1) Er werden herinneringen, kaarten en reconstructies van andere kampen zoals Breendonk bewaard. Er werden foltertuigen tentoongesteld, literatuur over de gevangenschap verzameld evenals documenten die ter plaatse, in Duitsland en in andere landen, teruggevonden werden. Verder bevatte het museum nog gevangeneplunjes en gebruiksvoorwerpen. Op het einde van de eerste dienstperiode van de Raad van Beheer -1951 -, was het museum nog niet publiek toegankelijk. In 1953 besliste de Raad van Beheer het museum over te brengen naar de "Revier" - Duitse term voor ziekenboeg - daar het onmogelijk was de documenten te bewaren in de vochtige kazerne. Deze gebouwen werden kort voor de bevrijding door de Duitsers opgetrokken en behoren dus niet tot het oorspronkelijke Fort-complex. Tijdens de oorlog deed dit gebouw kort dienst als ziekenzaal. De "Revier" was uitermate geschikt daar er centrale verwarming voorzien was én daar het gebouw was opgetrokken na de Eerste Wereldoorlog - en dus niet geleden had onder de bombardementen van de Eerste Wereldoorlog. (2) Ten einde de gebouwen van de "Revier" in orde te brengen, werd de bestaande centrale verwarmingsinstallatie gemoderniseerd en de stookketel vervangen. Een brander en een mazouttank werden geïnstalleerd. (3) 1. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk. verslag van de Raad van Beheer, 1947-1951, p. 22. 2. Fort Breendonk. uitgave van de Raad van Beheer van het Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, 1983, p.34. 3. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk. verslag van de Raad van Beheer II, 1951-1955, p. 7.
31
31 /38
Bron BRO / morel2
p.1
19.07.2007
deel 2 1
xTo een academische zitting op 22 september 1955 werd dit iiuseum op het gelijkvloers van de "Revier", ingehuldigd door minister Spinoy. (1) Om makkelijker toegang te verlenen tot het museum, werd er een verharde weg rond het gebouw aangelegd. (2) Tijdens de derde dienstperiode van de Raad van Beheer werden plannen gesmeed om een grote zaal, op de eerste verdieping van de "Revier", om te bouwen tot een museum van alle concentratiekampen, waarin Belgen destijds gevangen zaten. (3) De smalle trap die naar die verdieping leidde, zou bij een grote toeloop van bezoekers, verre van toereikend geweest zijn. Om die reden werden de beide kleine kamertjes uiterst links met twee ondergelegen kamertjes op het gelijkvloers tot een trappenhuis omgebouwd. De bedoeling van dit museum werd als volgt omschreven:" de concentratiekampen tonen waar Belgen die een min of meer lang verblijf doorbrachten in Breendonk, heen gestuurd werden." (4) Voor het inrichten van dit museum werd tot de overlevenden van de concentratiekampen een oproep gericht, opdat zij herinneringen aan hun gevangenschap in het museum zouden deponeren. Deze oproep vond gehoor en zo bevinden zich in de uitstalramen talrijke foto's, documenten en souvenirs; telkens gegroepeerd per concentratiekamp.
1. Nationaal Gedenkteken van het Fort Raad van Beheer III, 1955-1959, p. 9. 2. Nationaal Gedenkteken van het Fort Raad van Beheer III, 1955-1959, p. 9. 3. Nationaal Gedenkteken van het Fort Raad van Beheer III, 1955-1959, p. 8. 4. Nationaal Gedenkteken van het Fort Raad van Beheer IV, 1959-1963, p. 9.
van Breendonk. verslag van de van Breendonk. verslag van de van Breendonk. verslag van de van Breendonk. verslag van de
32
32/38
Bron BRO / morel2
p.1
19.07.2007
deel 2 1
Ivict de jaren werden de naastgelegen kleine kamertjes omgebouwd tot anti-chambres van de grote zaal. (1) Ook wordt van tijd tot tijd het museum herschikt, worden andere documenten tentoongesteld en dit dankzij de rijke verzameling van het gedenkteken. (2) Bij het ter perse gaan van deze licentiaatsverhandeling was het museum als volgt ingericht: Gelijkvloers: Breendonk. zaal a/ oprichting, belegering 1914, Algemeen Hoofdkwartier 1940. zaal b/ de nazi-bezetting. zaal d het Breendonk-regime zaal ál het Nationaal Gedenkteken zaal e/ de processen van de beulen. Eerste verdieping: Het rijk van Hitler zaal a/ ontstaan van het nazisme en van de oorlog zaal b/ de concentratiekampen
1. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk. verslag van de Raad van Beheer IV, 1959-1963, p. 9. 2. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk. verslag van de Raad van Beheer Wil, 1975-1979, p. 8-9.
33
33/38
Bron BRO / morel2
p.1
19.07.2007
deel 2 1
Ochs Ter gelegenheid van de vijfentwintigste verjaardag van het "Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk" richtte de Raad van Beheer in de vroegere keuken van het Fort de "Ochszaal" in (1). Jacques Ochs, gewezen directeur van de Academie voor Schone Kunsten te Luik (2), was gevangene te Breendonk van 1941 tot 1942. In opdracht van de SS moest hij zowel zijn medegevangenen als het SS-personeel portretteren. Bepaalde tekeningen werden uit het kamp gesmokkeld en als bij wonder bleef het schetsboek van Ochs bewaard. Enkele weken voor de vijfentwintigste verjaardag van het "Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk", kon de Raad van Beheer een verzameling van 63 werken van deze kunstenaar bemachtigen. Een deel daarvan wordt tentoongesteld in het museum voor Waalse kunst te Luik. (3) Naast Ochs bevat deze zaal ook werken van andere door Breendonk geïnspireerde kunstenaars. (4) Tijdens de achtste raad van Beheer (5), werd beslist de originele kunstwerken van Jacques Ochs te vervangen door /oc simile's, daar de temperatuurverschillen en de hoge vochtigheidsgraad in het Fort de werken aantastten.(6) Er werd eveneens beslist om de originele werken naar officiële bewaarplaatsen over te brengen. Toevlucht werd gezocht bij het archief van het "Navorsings- en Studiecentrum voor de Geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog", het Legermuseum, de Kinematheek van België, het Prentenkabinet,... 1. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, verslag van deRaad van Beheer VII, 1971-1975, p. 8. 2. LE\% P., Le Défì, 1940, le refus, l'épreuve et le combat, Bruxelles, 1985, p.6. 3. LEVY, P., Jacques Ochs, in. La Vie Liégeoise. 1975, XIV, nr, 5, 3-19. 4. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, verslag van de Raad van Beheer VIL 1971-1975, p. 8. 5. 1975-1978 6. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, verslag van de Raad van Beheer VIII, 1975-1979, p. 7. 34
34/38
Bron BRO / morel2
p.1
19.07.2007
deel 2 1
Eind jaren zeventig bracht het leger de "getuige-aardehoop", alsmede de "type -bouwwerf' weer in orde. Men trachtte hiermee de na de Tweede Wereldoorlog aangebrachte schade te herstellen. (1)
Aan de hand van getuigenissen werden de galg van de zuidwestelijke schietkuil en de executiepalen zo getrouw mogelijk gereconstrueerd. Om de helling te herstellen waartegen de palen stonden en die in de periode 1944-'45 was afgegraven door de Belgische strij dm achten, moest opnieuw aarde worden aangebracht. Het rijstwerk dat de executieplaats afscheidt van de rest van het Fort werd opnieuw aangebracht (2). Half jaren zestig werd dit scherm vervangen door een met riet gevlochten haag. (3) Sinds 1975 worden geleidelijk de namen van de gefusilleerden en gehangenen verzameld, met het oog ze in de toekomst op de plaats van executie aan te brengen (4). Heden zijn er reeds honderd zesentachtig namen aangebracht.
1. Nationaal Gedenkteken van het Fort Raad van Beheer VIII, 1975-1979, p. 7. 2. Nationaai Gedenkteken van het Fort Raad van Beheer, 1947-1951, p. 27. 3. Nationaal Gedenkteken van het Fort Raad van Beheer V, 1963-1967, p. 14. 4. Nationaal Gedenkteken van het Fort Raad van Beheer VIII, 1975-1979, p. 8.
van Breendonk, verslag van de van Breendonk, verslag van de van Breendonk, verslag van de van Breendonk, verslag van de
35
35/38
Bron BRO / morel2
p.1 ^
19.07.2007
deel 2 1 Fr
jjet kierenmagazijn werd na de bevrijding omgebouwd tot relikwariura. Door zijn gunstige vorm - nl. langwerpig - was het voor dit doel uitermate geschikt. Eveneens daar het in de uiteindelijke rondleiding het slot van het bezoek zou vormen. (1) De wit-glazen vensters van het magazijn werden vervangen door brandglazen die het wapen van het Fort, evenals de rode driehoek met de zwarte B (2) voorstellen. Sinds 1948 (3) hebben politieke gevangenen van andere kampen hier asurnen samengebracht, evenals andere relieken. jJJDonkere gevangeniscellen Deze cellen werden tijdens de bezetting gebouwd. Oorspronkelijk waren het gewoon cellen met een vloer van aangestampte aarde, waar de allereerste gevangen werden opgesloten. (4) Vanaf 1951 werden deze cellen opengesteld voor het publiek. (5) In deze cellen - die Schmitt zelf had laten bouwen - werd hij in november 1945 zelf gedurende 24u opgesloten, (6) bij zijn verplichte terugkeer naar het Fort.
^- Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk. verslag van de Kaad van Beheer, 1947-1951, p. 27. 2. Kenteken van de Belgische politieke gevangenen. '^ Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, verslag van de Raad van Beheer, 1947-1951, p. 28. 4- Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk. verslag van de Raad van Beheer, 1947-1951, p. 22. ^- ijationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, verslag van de Raad van Beheer II, 1951-1955, p. 27. "• £o£t Breendonk, uitgave van de Raad van Beheer van het Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, 1983, p.88. 36
36/38
Bron BRO / morel2
p.1
19.07.2007
deel 2 1
de achtse ambtsperiode van de Raad van Beheer - 1975-1979 ^ rd een meditatiezaal ingericht. Dit op algemene aanvraag van , Kgzoekers. Een zeer sober vertrek om al diegenen die het ^^T-i \n de gelegenheid te stellen zich te bezinnen en tot rust komen vooraleer het Fort te verlaten. Alleen de bestendig hrandende lamp die werd geschonken door de "Overlevenden Breendonk" verlicht deze plaats. "Het is de vlam der herinnering, maar ook de vlam van de hoop." (1) -Van hieruit vertrekt jaarlijks - op 11 november, Wapenstilstand . een estafetteloop voor en door de jongeren van Willebroek, naar het graf van de Onbekende Soldaat aan de Congreskolom te Brussel Ifi. Labyrinth Een labyrinth bemoeilijkt de uitgang van het Fort. Symbool voor de quasi onmogelijke opdracht om Breendonk te ontvluchten. Achter de kronkelende muren bevindt zich een namenlijst van gevangenen van Breendonk tijdens de nazi-bezetting (2). In de herfst van 1979 telde men 3460 namen (3). Begin jaren tachtig werden de muren effectief bekleed met een eerste namenlijst van Breendonk-gevangenen. (4)
^- iiâtionaal Gedenkteken van het Fort Raad van Beheer \T:II, 1975-1979, p. 8. 2- iiatioiiaal Gedenkteken van het Fort Raad van Beheer X, 1983-1987, p. 6. o. Natioiiaal Gedenkteken van het Fort Raad van Beheer VIII, 1975-1979, p. 8. • ¿iâtionj_al Gedenkteken van het Fort Raad van Beheer IX, 1979-1983, p. 3.
van Breendonk. verslag van de van Breendonk, verslag van de van Breendonk, verslag van de van Breendonk, verslag van de
37
37/38
Bron BRO / morel2
p.1
19.07.2007
deel 2 1
Eind jaren zeventig bouwde het leger een Bailey-brug om het de bezoeker aan het Fort van Breendonk gemakkelijker te maken het Fort te verlaten. Sindsdien werd een éénrichtingswandeling uitgestippeld. (1) Tj¡ De zuidelijke brug Direct na de Tweede Wereldoorlog werd deze zuidelijke brug hersteld. Ze gaf de bezoeker een goed zicht op de door de gevangenen uit te voeren dwangarbeid en verleende een extra toegang bij plechtigheden. (2) Begin jaren zeventig werd beslist deze brug niet langer toegankelijk te laten voor de bezoekers. (3) In de nacht van 2 op 3 juli 1972 heeft een overslaande brand van de oever de brug grotendeels verwoest. (4)
1. Nationaal Gedenkteken van het Fort Raad van Beheer VIII, 1975-1979, p. 8. 2. Nationaal Gedenkteken van het Fort Raad van Beheer, 1947-1951, p. 22. 3. Nationaal Gedenkteken van het Fort Raad van Beheer VI, 1967-1971, p. 9. 4. Nationaal Gedenkteken van het Fort Raad van Beheer VII, 1971-1975, p. 16.
van Breendonk. verslag van -de van Breendonk. verslag van de van Breendonk. verslag van de van Breendonk. verslag van de
38
38/38
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 2
Voor de inhoudelijke studie word een drieledige indeling gehanteerd.
De iconografische of figuratieve bronnen, omvatten de picturale, heraldische, sculpturale, numismatische, sillograñsche, grafische, fotografische, filmische en andere figuratieve bronnen. De waarde van deze bronnen is vooral gelegen in het visuele aspect, de directe voorstelling uit het verleden. IL Audio-visuele bronnen. In het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk', kan de bezoeker gebruik maken van een zelfgeleidingssysteem. Via schakelaars op de cruciale punten, kan de bezoeker een getuigenis van een gewezen gedetineerde activeren. Deze mondelinge getuigenissen zijn de meest directe toepassingen van de gesproken bron. III. Geschreven bronnen. Dit houdt in alle textueel overgeleverde inlichtingen. Dit kan op alle mogelijke manieren: geschreven, gebeiteld, gedrukt, gestencild, gekrast, ... Onder de geschreven bronnen verstaan we de epigrafische bronnen, diplomatische bronnen, archivalische bronnen, narratieve bronnen en de literaire bronnen.
39
/39
Bron BRO / morel 2
p1 19.07.2007
deel 2 2
vestingspoort
'
Aan de vestingspoort wordt de bezoeker in de mogelijkheid gesteld te luisteren naar een getuigenis van een gewezen gevangene van het Fort. Dezelfde getuigenis kan beluisterd """^worden in het Nederlands, Frans, Engels en Duits. Alle vier -, .bevatten ze grosso modo dezelfde informatie. . , Tekst getuigenis: .. ; "'Mutsen ah', zo werd er geschreewd en een. paar '. SS-ers klommen tussen de rangen, sloegen,stompten en boksten '- ' om ons duidelijk te maken dat er een bevel was gegeven. Wij moesten het hoofd ontbloten om onze beulen eerbied te bewijzen. ' •il'Onze beulen dat waren de SSers Prauss, Wijss en Debodt van het '-, ;i.- Jf^o''i ^o,^ Breendonk. En wij waren een paar tientallen die in de .,^ nacht van de tweede op de derde maart 1944 bij een van de /-.-laatste razzia's in het Leuvense werden weggesleurd uit onze . .,, huizen en schuilplaatsen. Geknield, de handen in de nek, ' " * samengeperst in een legerkamion waren we van Leuven naar '. Breendonk gebracht. Nu werden we langs de donkere gang in een '; aangrenzende plaats gejaagd en met het gelaat tegen de muur '. gezet, de handen weer in de nek. Alles werd ons voortaan met . snauwen, huilen, boksen en stampen duidelijk gemaakt. Dan het , afwachten om ingeschreven te worden en de zakken te ledigen.^ Nadien uitkleden en hoofd kaal laten scheren. Dan buiten, naakt ^m de sneeuw, wachten om een oud legeruniform en een paar witte klompen te ontvangen. Ieder kreeg een nummer op de borst, ^ binnen vanaf 2810. Dat was mijn nummer. Mijn nieuwe 'achtundzwanzig zehn'. Op de rug van onze uniform was 'T' genaaid, de 'T' van 'Terrorist'. In een looppas joegen ons naar de kazematten waar we over verschillende werden verdeeld. Met nog zes nieuw aangekomenen ^fn ik terecht in 'Stube eins', kamer
nummer één.
40
2/39
Bron BRO / morel 2
p.1
^ g Q^ 2007
deel 2 2
De ouderen van deze kamer herkenden de klompen die ik aanhad, voordien waren ze door een andere kamergenoot gedragen. Die was voor een paar dagen weggeroepen en niet weergekeerd. Op mijn klompen waren bloedspatten, nog vrij fris van kleur. Er was weer een fusillade geweest. Voor hen was Breendonk voorbij, voor ons was het net begonnen. Voor hoelang, dat wist niemand..." III. Tekstuele bronnen Links van de ingangspoort werd een herinneringsplakaat aangebracht ter nagedachtenis van de soldaten die sneuvelden bij de verdediging van het Fort van Breendonk. Onder een brullend leeuwenhoofd werd volgende tekst, zowel Nederlandsals Franstalig afgebeeld: ' 1914-1918, eer en hulde aan het Fort van Breendonck. Hulde en dankbaarheidsbetuiging aan de helden gevallen voor het vaderland, WEYNS FRANCOIS capitaine commandant, CETROS MAURICE soldat. Fort, van af den 27 september tot den 8 oktober boodt gij helfdhaftig weerstand aan de aanvallen van den vijand en vooral aan eene geweldige beschieting van 563 kanonschoten van 305 M/M. Uwe weerstand was niet nutteloos want daardoor hebt gy den terugtocht gedekt van het leger op den linkeroever der Schelde. Moge de heldenmoed uwer glorie, rijke verdedigers, oversten en soldaten, tot voorbeeld strekken aan het nageslacht. '
41
3/39
Bron BRO / morel 2
p.1
19 07 2007
deel 2 2
Aan de rechterzijde van de ingangspoort werd ter gelegenheid van het tienjarig hestaan van het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk' eveneens een herdenkingsplakaat aangebracht. (1) Zij bevat een Nederlandstalige en een Franstalige tekst. Bovenaan de herdenkingplakaat werd het symbool van de Belgische politieke gevangene afgebeeld: een letter 'B' omvat in een driehoek. De tekst is tweetalig afgebeeld: '1940-1945, van 20-IX-1940 tot 31-1111-1944 verbleven duizende gevangenen van de Gestapo in het SS kamp BREENDONK. Op 19-VIII-1947 werd door het parlement eensgezind het Nationaal Gedenkteken van het Fort Breendonk opgericht om de bestendige bewaring van het Fort te verzekeren en het aandenken van de gebeurtenissen die er plaats vonden te behouden op dat dit aandenken de burgerzin van de natie aanivakkere en de vaderlandlievende opvoeding van de jeugd bevordere. MCM LVII.' Eveneens aan de ingangspoort is een piakaat aangebracht met een Nederlandse- en Franstalige tekst: " Eerbiedigt deze plaats, mensen hebben hier geleden opdat u in vrijheid zoudt leven. Respectez ces lieux, des hommes y ont souffert pour que vous viviez libres. "
1. Breendonk. in: La Libre Belgique. 21 september 1957.
42
4/39
Bron BRO / morel 2
p.1
^ g Q^ 2007
deel 2 2
2. De tunnel I. Iconografische bronnen De tunnel bevat drie uniformen. In het eerste gedeelte van de tunnel, werd aan de rechterkant een etalagepop aangebracht met het uniform van een Belgische politieke gevangene. Een uniform van het Belgische leger, ontdaan van alle tekens. De gevangene houdt een spade en een pikhouweel in de hand. Verder in de gang bemerkt men links, een etalagepop in het uniform van een SS officier. Rechts werd een etalagepop in wachtersuniform aangebracht. II. Audio-visuele bronnen geen III. Geschreven bronnen geen 3. De SS-kantine I. Iconografische bronnen De SS-kantine is momenteel niet meer toegankelijk voor het publiek. De bezoeker kan nog wel een blik in het lokaal werpen door de raampjes van de deur. Men bemerkt in het lokaal een kachel en kolenemmer, enkele tafels en stoelen. II. Audio-visuele bronnen geen III. Geschreven bronnen Als geschreven bron, bevat de SS-kantine een geschilderde rijksadelaar, met daaronder het hakenkruis en de SS- leuze "Meine Ehre heisst Treue". 43
5/39
Bron BRO / morel 2
p1 19.07.2007
deel 2 2
Tjconografische bronnen Er worden twee celcomplexen voor de bezoeker opengesteld, maar de eigenlijke cellen zelf zijn gesloten. De bezoeker kan wel door de tralies naar binnen kijken. II. Audio-visuele bronnen Hier kan de bezoeker door middel van het zelfgeleidingssysteem wederom een getuigenis van een gewezen gevangene beluisteren. Viertalig. Tekst getuigenis: 'Ik heb vier dagen hier, in cel drie verbleven, de tweede links na de ingang, samen met een lotgenoot. We waren schuldig bevonden aan het binnensmokkelen van brieven en voedsel door bemiddeling van enkele arbeiders uit de buurt die in het Fort kwamen werken. In de cellen sliep mijn kameraad boven en ik onder de plank, 's Morgens moesten wij in de toegangstunnel een uur lang, tegen de muur, rechtop blijven staan. Zo moesten wij het begin van de arbeidsdag afwachten. Na afloop daarvan werden we weer een uur lang tegen die muur gezet. Staande moesten we daar het broodrantsoen - 100 gram verorberen en twee koppen water of erzatskoffie. Toch waren er hier gevangenen die er nog erger aan toe waren dan wij. Degene die aan eenzame opsluiting onderworpen waren. Bekijk de muren van de cel, ze zijn bedekt met inschriften, gekrast met een nagel met de bedoeling een spoor na te laten, aan u, aan al diegenen die hier zouden komen, als alles achter de rug zou zijn. '
44
6/39
Bron BRO / morel 2 ^ ,00 deel 2 2
p1 19.07.2007
TTj^ Geschreven bronnen In beide celcomplexen worden door middel van dia-negatieven, epigrafische bronnen, met name graffiti van gewezen gevangenen, geprojecteerd. Een greep uit het rijke en ontroerende aanbod van graffiti: "On sait quand on entre, mais pas quand on sort, Pâques 1944" "José, schat, 1943" "liberté divine" "vive la liberté" 5. chambrée I. Iconografische bronnen De chambrée bevat acht stapelbedden, vier links en vier rechts. Elk bed kan zes gevangenen te slapen leggen. In het totaal waren dus achtenveertig gevangenen in een chambrée gehuisvest. Op elk bed bevindt zich een strozak. Tussen elk bed bevindt zich een houten schab, met drie planken. Achteraan in de chambrée staan vijf tafels opgesteld met vijfentwintig krukken er rond. Op de houten tafels staan zestien emaillen eetkommen en twee metalen waterkannen. Achter de tafels bevinden zich twee broodkasten. In het midden van de chambrée, achteraan, staat een kachel met bijhorende kolenemmer met pook.
45
7/39
Bron BRO / morel 2
p.i 19.07.2007
deel 2 2
TI. Audio-visuele bronnen Een getuigenis van een gewezen gevangene over het leven in de chambrée. Viertalig. Tekst getuigenis: 'Slaapzalen als deze hoorden bij het gewone regime. In drie verdiepingen sliepen hier 48 gevangenen. De beste rij was de middelste, in de bovenste en de onderste was het vreselijk benauwd. Hier sliepen wij, als wij de slaap konden vatten. In mijn tijd lagen wij hier van acht uur 's avonds tot vier uur 's morgens. Wij werden gewekt door gebonk op de deur, het aansteken van de lichten en de kreet 'aufstehen' en tenslotte, voorgoed, door de blikkeii van de schildwachten die in de gang, machinegeweer in de aanslag, over onze nachtrust gewaakt hadden. En dan begon een nieuwe dag in looppas. De bedden moesten opgemaakt worden. Bekijk die stromatrassen. Ze moesten omgevormd worden tot volmaakt platgestreken balken met onberispelijk rechte kanten. Wie dat niet klaarspeelde kreeg geen eten. Sommige kameraden zijn verhongerd omdat ze hun bed niet konden opmaken. Hier werd ook gegeten, aan deze tafels, 's Morgens om vijf uur, ersatz koffie en brood. Om twee uur een liter schrale soep en om zes uur 's namiddags weer brood en ersatz koffie. De dagen waren grauw, de nachten zwaar. ' III. Geschreven bronnen geen
46
8/39
Bron BRO / morel 2
p1 19.07.2007
deel 2 2
lijkenhuis ]_Jçonografische bronnen In het lijkenhuis hevinden zich nog zes houten kisten. Vier werden opstaand tegen de wand geplaatst. Twee liggen op de grond. II. Au dio-visuele bronnen geen III. Geschreven bronnen geen 7. De Bunker I. Iconografische bronnen In deze 'kamer voor verscherpt verhoor' getuigen een aantal marteltuigen van de technieken die hier werden aangewend. In het midden van het lokaal is een haak met trektouw aan het plafond bevestigd. Recht daaronder bevinden zich twee houten wiggen, waarop men de gevangene liet terugvallen. Tegen de muur geplaatst staat een houten tafel met bijhorende bank. Op de houten tafel bevinden zich drie ijzeren poken, die in het tegen de muur staande - kacheltje konden worden opgewarmd. Links naast de kachel bevindt zich een kolenbak, met twee bijhorende schoppen. Rechts van de kachel een houten schrijftafel.
47
9/39
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 2
bropxnen
Door middel van het zelfgeleidingssysteem kan de bezoeker luisteren naar een getuigenis. Viertalig. Tekst getuigenis: 'Hangen ja, maar niet om te wurgen. De handen achter de rug. In boeien geklonken, wordt het menselijk wezen, man of vrouw, naakt opgetrokken van de grond. IJzers worden in het vuur tot gloeien gebracht, een emmer water staat klaar om dat menselijk wezen weer bij te brengen. Dat is toch niet bedoeld om te doen lijden ? Helemaal niet. Alleen maar om te doen spreken. Wij zijn namelijk scherp verhoord. Zal men erin slagen te zwijgen of zo maar wat te verzinnen ? Van de grond opgetrokken worden doet pijn, aan de handen , aan de schouders, over het gehele lichaam tenslotte, maar terugvallen op die scherpe houten doet ook pijn. Alles doet pijn, vooral dan het feit dat mensen, andere mensen zoiets kunnen aandoen. Betekent deze foltering een terugkeer naar een zeer ver verleden, of is het de sinistere voorbode van nieuwe vorderingen in de kunst om te overheersen ?' III. Geschreven bronnen De tekst van het zelfgeleidingssysteem werd hier eveneens in uitgetypte vorm aangebracht. De getuigenis is van Marcel Louette.
48
10/39
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 2
8, Barakken L Iconografische bronnen Vijf bedden aan beide zijden van de barak, elk goed voor 6 personen. Achteraan in de barak staan twee houten tafels, met aan de linkerzijde zes houten krukjes en aan de rechterzijde vijf houten krukjes. Op de linkse tafel vier emaillen eetkommen, op de rechter tafel drie emaillen eetkommen. Twee ijzeren emmers met twee handvaten. Links en rechts achteraan in de barak twee houten hangkastjes met houten schuifdeuren. IL Audio-visuele bronnen geen III. Geschreven bronnen geen
49
11/39
Bron BRO / morel 2
p.1 19.07.2007
deel 2 2
9, Museum Daar het voor het museum onlogisch zou zijn en objecten uit hun context zou halen, werd besloten hier af te stappen van de drieledige onderverdeling Iconografische, - audio visuele en geschreven bronnen. We behandelen het museum per zaal. Kamer a
Gelijkvloers f k
VIII II
"^ J
VII
deur
Gelijkvloers/ kamer a tekst UI Vi deur
LZH
Kast I: 1. Persuitreksels 2. BRIALMONT, A., Considération politiques et militaires sur la Belgique. 2 vol., Bruxelles, 1859. 3. Een maquette van de verdedigingsgordel rond de stad Antwerpen. 4. De originele bouwplannen van het Fort.
50
12/39
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 2
l_ Pruisische pinhelm, model Ersatz. Eerste Wereldoorlog. 2. Elf foto's uit de tijd, van de vernielingen aangebracht aan de forten van de Antwerpse verdedigingsgordel. 1914-'18. 3. Acht reprodukties van foto's uit de tijd; vernielingen aangebracht aan de Antwerpse verdedigingsForten. Kast III:
met erboven een tekst: 'Een nieuw hoofdstuk der geschiedenis van Breendonk begon in 1940, met de komst van de SS'. 1. Folder: "hulde aan onze helden die sneuvelden op het Fort van Breendonk" 2. De tekst van een toespraak van koning Albert over het Fort van Breendonk. 'Une déclaration du roi Albert' 3. L' action de l'armée Belge ... 1914 4. Soldatenpet van het 5de linie regiment 5. Kriegsecho van 10 augustus 1917. 6. Twee 'comptes rendus'. Verslagen van het Duitse leger. 7. Twee wit porseleinen legerfiguren. 8. Plan van de stad Antwerpen. Kast IV: 'camvasne van mei 1940' 1. Situatiekaart veldtocht 1940. 2. Situatiekaart veldtocht 1940. 3. Situatiekaart veldtocht 1940. 4. Situatiekaart veldtocht 1940. 5. Situatiekaart veldtocht 1940. 6. Situatiekaart veldtocht 1940. 7. Situatiekaart veldtocht 1940. 8. Situatiekaart veldtocht 1940. 9. Situatiekaart veldtocht 1940. 10. Situatiekaart veldtocht 1940. 11. Situatiekaart veldtocht 1940. 12. Situatiekaart veldtocht 1940. 13. Situatiekaart veldtocht 1940. 51
13/39
Bron BRO / morel 2
p1 19.07.2007
deel 2 2
1. 'Weest verstandig', pamflet tot aanmoediging van collaboratie. 2. Wehrsichach, Tik-Tak gezelschapsspel. 3. Tractaat: "Français, l'armée belge a capitulé ...". A T)er Krieg 1939-1941 in Karten. fS. OKW-Eerichte, Mai 1940. ßmiskast VI: 'GHKin 1940' Veldtocht mei 1940. Hanskast VII: 'Oorsprong van Breendonk' 1. Foto van bevelhebber Brialmont. 2. Foto van het Fort van Wale m. 3. Kaart en doorsnede van Breendonk. Hanskast VIII: 'De heleserins vaii 1914' 1. Foto van Generaal Deguise. 2. Foto van Kapitein-Kommandant François Weyns. 3. Foto van een Oostenrijkse mortier. 4. Duitse kaart: Vormarsch im Westen, 1914. 5. Foto van General-Oberst Von Beseler. 6. Kaart van de verdedigingsgordel rond Antwerpen. 7. Een Duitse schietkaart. 8. Foto van de beschadigingen aan het Fort Tallaert. 9. Foto van vernieling aan de Forten rond Antwerpen. 10. Foto van vernieling aan de Forten rond Antwerpen. 11. Foto van vernieling aan de Forten rond Antwerpen. 12. Foto van vernieling aan de Forten rond Antwerpen. 13. Foto van vernieling aan de Forten rond Antwerpen. 14. Foto van vernieling aan de Forten rond Antwerpen. 15. Foto van vernieling aan de Forten rond Antwerpen. 16. Foto van vernieling aan de Forten rond Antwerpen. 17. Foto van vernieling aan de Forten rond Antwerpen. 18. Kaart omsingeling Belgische leger, 1914 te Antwerpen. 52
14/39
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 2
KgderM; Foto van het herdenkingsplakaat 1914-1918, aangebracht aan de linkerzijde van de vestingspoort. fíeliikvloers
Kamer b
deur tekst
Gelijkvloers/ kamer b
deur
Tekst: 'De nazi's waren van mening de nieuwe sociale orde op het model van de kampen te houwen' Kast I: 'Voor de oorlos' 1. Die Stadt Bad Godesberg. 1935. 2. Vier fiches van de Gestapo. 3. Archiefstuk, afkomstig van de Gestapo,, Hamburg. 4. 'Pourgoui pas ?', 27 octobre 1939. 5. 'Auszug aus dem Parteiblatt', betreffende Kamiel Huysmans 6. Festnahmefiche 1. SCHMIDT, P., Zwanzig Jahre Soldat Adolfs Hitlers, Zehn Jahre Gauleiter, Köln, 1941. 53
15/39
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 2
KastMl 1. Uittreksel tijdschrift, met foto Stalin 2. La mvsterieuse caserne Dossin. Ie camp de déportation des Juife, voorpagina. 3. KOMMOSS, R., Juden machen Weltpolitik, Berlin, z.d. 4. TVantiiuif organe mensuel de la ligue de la défense du people. 12 juin 1936. 5. Foto van joden met ster. 6. ROSENBERG, A., Pest in Russland, München, z.d. 7. Freimaurer. Aufrührer, Juden, Berlin, z.d. 8. WOLF, H., Vergesst neben Juda Rome nicht, Hessen, 1936.. 9. ROSENBERG, A., An die Dunkelmänner unserer Zeit, München, z.d. 10. BERNING, W., Katholische Kirche und Deutsches Volkstum. München, 1934. 11. BRUEGMANN, A., Roms Kampf um den Menschen. Berlin, 1939. Kast III: 1. La liberté. La vie héroïque d'un journal clandestin. 2. Livre d'or de la Résistance belge. Antwerpen, z.d. 3. La Belgique sous l'occupation allemande. 4. Radio-ontvangtoestel, uit de tijd. 5. 95 foto's van terechtgestelde verzetslieden. Hanskast IV: 1. Verorde ningsbladen. 2. Titelblad, Le Soir, 7 november 1940. 3. Folder: "Katholische Kirche und Judentum" 4. Festnahmekart. 5. Officiële en vervalste identiteitspapieren van een Jodin. 6. Jodenster. 7. Foto van jood voor besmeurde handelszaak. 8. Identiteitskaart van een jood. 9. VAN DE WIELE, J., Joden ziin ook mensen. Brussel, z.d. 54
16/39
Bron BRO / morel 2
p.1
deel 2 2
ßfüigkast V: ' Verze L' 1. Tçi_radio Paris 2. Foto van verbranding huisraad verrader; 16 september 1944. 3. Foto van een klandestiene drukpers 4. Fotokopie van een klandestiene "La Libre Belgique" o. Freistellung Arbeitseinsatz 6. JOSET, C, Panorama de la Résistance Belge 7. Caminos de Espana 8. Foto; juni 1944. 9. Foto; 'boucherie P. De Wijngaert. 10. Festnahmefiche 11. Kledings- en ravitailleringsbonnen 12. Herinneringboek, D. Sevens en R. Bibaus, magistraten.
17/39
19.07.2007
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 2
Ge lijk vloer s
Kamer c tekst b
tekst d tekst c
tekst a
L
VII
deur
tekst e IX
tekst 1 X
deur
tekst h
(ZJ
XIV XV
Gelijkvloers/ kanier c tekst g
Kast I: 1. Sigarettenhouder en zeven sigarettenpeukjes 2. Vijf door gevangenen gemaakte speelkaarten 3. 'Ave Maria' op karton 4. Door gevangenen zelfgemaakte teerling 5. Door gevangenen zelfgemaakte paternosters (2) 6. Samt Evangile 7. Mon Missel 8. Zakdoekje van Joseph Loossens met afscheid van vrouw en kinderen voor executie: "Vaarwel vrouw en kinderen, Josée en Andrée, Wees braaf." 13 januari 1943. 9. Enveloppe voor de opberging van kostbaarheden. 56
18/39
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 2
- ICgstJli
'-•" 1 Vier fotokopieën van de organisatie van het kamp van ;•- Breendonk. ', 2 Verslag over het Kamp van Breendonk. Opgemaakt door een • klandestiene verzetsgroep. , g j^ijig van Debodt, voorstellende een doodskop. •-' 4. Zweep van Debodt. 5. Russisch verslag over het Breendonk j^ on German Atrocities, december 1944. ffnngkast UI: 'Nazi-kamp Breendonk' • 1. Organisatie van het kamp van Breendonk, vier fotokopieën > 2. Foto van drie SS-ers: Kantschuster, Müller, Prauss 3. Krantenfoto van Schmitt ' 4. Sluikpers over het kamp van Breendonk 5. Kaart en luchtfoto van het Fort van Breendonk - Ka&tlY: 1. Hostiebeker Mgr. Gramman. r 2. Miskledij. '" 3. Bidprentjes. Kast y.1. Kazuifel 2. Onderkazuifel 3. Oraison funèbre, prononcé par le Comte d'Aspremont Lynden 4. 16 bidprentjes met souvenir van de laatste H. Communie, .. beschreven door ter dood veroordeelden van Breendonk. 5. Missale romanum van Mgr. Gramann '- 6- Hostie doos 7. Bel 8- Boekentas van Mgr. Gramann 9- Wijnpotje 10. Waterpotje 57
19/39
Bron BRO / morel 2
p.1
19 07 2007
deel 2 2
gangkast W; 1. Foto van Mgr. Gramann 2. Statistiek van de slachtoffers van het kamp van Breendonk 3. Krantenknipsel. 4. Veertien foto's van slachtoffers van het kamp van Breendonk, raet drie begeleidende teksten. 5. Duits krantenknipsel, 1944. KasLVIL 1. Eetgerij: 3 eetkommen in metaal en email zelfvervaardigd tafelgerei in hout 9 messen en vorken in metaal en hout 3 metalen lepels 2. Bevel gericht tot de familie van gevangenen: 'Alle voedselkaarten moeten naar het Fort worden opgezonden'. 29 mei 1943. Stoel VIII: Weegschaal van het merk Master. Kast IX: 1. Rugzak met bakstenen. 2, Plakaat: 'Halt, wer weiter geht wird erschossen. Wie verder gaat wordt doodgeschoten. Qui dépasse cette limite sera fusillé.' Kastjù 1. Zestien foto's van graffiti in cellen. Epigrañsche bronnen.
58
20/39
Bron BRO / morel 2 ^ ,00 deel 2 2
p1 19.07.2007
T
1. Drie potìoodtekeningen van de hand van Clesse 2. BuUepees (momenteel in leen bij legermuseum) 3. Handboeien 4. Beenketting 5. Duimschroef (momenteel in leen bij legermuseum) 6. Loden rozenkrans voor het hoofd 7. Handboeien voor het transporteren van gevangenen 8. Reprodukties van foltertuigen Kast XII: 1. Brief van Paul hévy 2. Toelatingsdokumenten om voedselpakketten te ontvangen 3. Franse brief van een gevangene met duitse vertaling. 4. Briefomslag 5. Gecensureerde brief van Paul Levy 6. Briefomslag Kast XIII: 1. Fotokopieën varia: 2 fotokopieën 'alfabetische lijsten' 1 fotokopie ' Wachbuch 1940' 3 fotokopieën 'Wachbuch 1941' 2 fotokopieën 'Wachbuch 1942' 2 fotokopieën 'Wachbuch 1943' 2 fotokopieën 'Dienstaltersliste der schutzstaffel der NSDAP' 3 fotokopieën Handtekeningen Prauss, Wij ss, Schmitt 3 illegaal genomen foto's 'transport van joden, station van Willebroek'
59
21 /39
Bron BRO / morel 2
p.i
deel 2 2
19.07.2007
Kast XIV: 1. Vier genaaide immatriculatienummers 2. Verklaring van de immatriculatietekens 3. Muts van een gevangene 4. Broek van een gevangene 5. Vest van een gevangene 6. Acht opgenaaide kentekens voor onderverdeling gevangenen.
der
Kader XV: Tekening van Wilchar; voorstellende een gevangene van Breendonk die de voedselpaketten van het Rode Kruis aan de varkens moet voederen. Kader XVI: Verzameling uitgaven "Vrienden van Buchenwald". Kader XVII: Plaasteren afdruk van herdenkingsplakaat 1940-45.
Muurplakaten met tekst: a & b: Tekst ivm. tucht in het kamp. (Nederl. & Frans) c & d: Menu van een gevangene 1941. (Nederl. & Frans) e & f: Dagindeling van een gevangene. (Nederl. & Frans) g & h: Verstrooiing van een gevangene. (Nederl. & Frans) Verspreid in de gans en in zaal c: Twaalf schilderijen van Wilchar
60
22/39
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 2
Kamer d
Gelilkvioers,
VII
J
VI
|v'"l
deur
IX
X XIV
Xill
XVI
XI
Gelijkvloers/ kamer d Xil
XV
Foto I: Foto proces van Mechelen. Foto II: Foto proces van Mechelen: bewijsstukken. Foto III: Foto proces van Mechelen: bewijsstukken. Plakaat IV: 'Proces van Mechelen, 5.3.1946' Foto V: Foto proces van Mechelen: de beschuldigden. 61
23/39
Bron BRO / morel 2
p1 19.07.2007
deel 2 2
FotoJ'Ii Foto proces van Mechelen: de beschuldigden. plgkaat VII: 'De beschuldigden'. Foto VIII: Foto proces van Mechelen: de beschuldigden. Kast IX: Affiches bekendmaking doodstraf door krijgshof en krijgsraad van Schmitt en Wijss Kast X: Affiches bekendmaking Brusselaers.
doodstraf
De
Saffel,
Lampaert,
Kast XI: Affiches bekendmaking doodstraf Raes, Carleer en Vermeulen. Kast XII: Affiches bekendmaking doodstraf Hermans, Obler, Lewin," Vermeulen.
62
24/39
Bron BRO/morel 2
p.1
deel 2 2
Kast XIII: 'proces van Antwerpen ' 1. De oorlogsmisdaden, Breendonk 2. Uiteenzetting der feiten lastens Schmitt, stencil. 3. Vier foto's van de wedersamenstelling van de feiten in het Fort van Breendonk, in aanwezigheid van beschuldigde Schmitt. 4. Zeven nota's van Schmitt aan zijn advocaat, tijdens zijn proces. 5. Twee foto's van het proces van Mechelen. 6. Fotokopie van het vonnis van Schmitt. 7. Krantenknipsel. 8. Krantenknipsel: Cité Nouvelle. Kast XIV: 'Proces van Mechelen' 1. COMMISSIE VOOR OORLOGSMISDADEN, De oorlogsmisdaden bedreven onder de bezetting van België 1940'44, het folterkamp van Breendonk, Luik, 1946. 2. Vijf foto's betreffende het proces van Breendonk, te Mechelen. 3. Twee foto's van de wedersamenstelling met Debodt 4. Fotokopie van een Brits verslag betreffende de mishandelingen in het Fort van Breendonk 5. Uitnodiging tot getuigenis aan Mgr. Gramann. 6. Oproep tot getuigenis aan M-G. Levy 7. Gestencild verslag over Breendonk 8. Album Photographique: 'membres des services de police allemands en Belgique' 9. Foto krijgsauditeur Leon Stocq. 10. Drie krantenknipsels over het proces van Mechelen. 11. Lijst van getuigen tegen Weiss en companen 12. Oproep van minister Delfosse tot de inzameling van getuigenissen over de gebeurtenissen in het Fort van Breendonk 13. Témoignages à charge de divers membres du personnel du Camp de Breendonck, steno
63
25/39
Bron BRO / morel 2
p.1
19 07 2007
deel 2 2
KgderXV¿ Foto van Hallemans; raadsheer en krijgs-auditeur. fdukatief element XVI: 'Belangrijke sesevens van Breendonk als Nn.zi-kamv'. Een lichtkast die door de hezoeker zelf geactiveerd kan worden en aan de hand van verschillende kleuren de geschiedenis van Breendonk weergeeft als Nazi-kamp.
64
26/39
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 2
'Nationaal Gedenkteken Fort van Breendonk'
(VHjkvloers
IV III
GeKjkvloers/ Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk
deur
VI
Kast I:
1. Wetsontwerp 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk'. Hanskast II: 'Het Belgische volk riep het Nationaal Gedenkteken in het leven ' 1. Wet tot oprichting van het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk' 2. Foto van Prins Karel. Kast III: Drie foto's van bezoek aan Breendonk. Hanskast IV: De srote momenten van het Gedenkteken. 1. Drie foto's van hoog bezoek. 2. Sleutel van het Fort. 28 september 1948. 65
27/39
Bron BRO/morel 2
p.1
deel 2 2
KgsLYi
1. 18 september 1984: Koning Boudewijn en Koningin Fabiola op bezoek in Breendonk. 2. 2 juni 1980: Prins Karel op bezoek in Breendonk. 3. 23 september 1990: Prins Filip op bezoek in Breendonk. Kader VI:
1. Foto plechtigheid Breendonk. Koning Boudewijn, niet gedateerd.
28/39
19.07.2007
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 2
Kamer a
Eerste Verdieping
Í
L
" ) C ' )
deur
IV
Eerste verdieping/ kamer a
deur
"1
1 f "
\
Kast I: 1. KEENZLIN, Das NSKK, Wesen, Aiifgaben und Aufbau ..., 1939, Berlin. 2. SCHULZE und LEWINGTON, Adolf Hitler. London, 1935. 3. EVERLING, Organischer Auflaau des Dritten Reichs. München, 1931. 4. VON LEERS, Spenglers Weltpolitisches System und der Nationalsozialismus, Berlin, 1934. 5. HINSTADT, A., Das Programm der NSDAP wird erfüllt, z.d., z.n. 6. Foto, 'Gedemütigt vor aller Augen', Wenen 1938. 7. Die Deutsche Polizei. 1942. 8. Briefomslag Reichskanzlei. 9. Kopie van lijst SS-leiders 1934-'37.
67
29/39
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 2
1 Fotokopie van de proclamatie Foster. 2 Foto's en nota's over Foster. 3. Kaart van Duitsland met Danzig. 4. Foto van Foster als speechende. 5. ROGIVIANN, Wilson und die Deutsch-Polnische Frage, Breslau, 1932. Kost III: 1. naambord 'Adolf Hitlerstrasse'. 2. In hout uitgesneden hakenkruis, 1935. 3. Zweep. 4. Doek met armbanden voor 'Deutschervolksturm'. 5. Stuk asbak 'Reichskanzlei. 6. Foto SA- en SS- formaties partijdag 1939. Hanskast IV: 1. Ausweis Reichskanzlei. 2. Foto 'Stosstrup' Adolf Hitler. 3. Reglementaire steekkaart SS-man. 4. Foto van Hitler die bloedvlag aan SS overhandigt. 5. Dienstalterliste der Schutzstaffel der NSDAP, Berlin, 1942. 6. Foto van Goering en Himmler. 7. Foto Himmler. 8. Foto van beëdiging van SS-ers als politiemannen. 9. Foto partijdag SS en SA. 10. Foto van Himmler met SS-leiders. 11. Foto van Hitler die school bezoekt voor SS- en SA- Führer. 12. Foto van Hitler en Hindenburg. 13. Kenteken Nazirijksadelaar.
68
30/39
Bron BRO / morel 2
p.1
^ g Q^ 2007
deel 2 2
1 ngv^scher Junge, dein Weg. Vom Hitleriugen ••.. Innsbruch. 1934. 2 j
31 /39
Bron BRO / morel 2
p.1
deel 2 2
TJnnskast Vili: 1. Exelsior, 26 augustus 1936. 2. Foto Adolf Hitler. 3. Foto Adolf Hitler met Hitlerjugend. 4. Armband NSDAP. 5. Stempel 'Geheime Reichssache'. 6. x\utovlag. 7. Foto Adolf Hitler. 8. Festnahmebuch. 9. Foto Hitlerjugend bij het brengen van de groet. 10. Schutzhaftbefehl. 11. Fotokopieën van arrestaties en 'Schutzhaftbefehle'. 12. Festnahmeñche. 18. Vorladung voor de Gestapo.
32/39
19.07.2007
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 2
Eerste_ verdieping
XX
Kamer b
XXI
XXII
XXIÎI
XXIV
XXV XXVII
XIX
Eerste verdieping/ kamer b deur
deur
J
1
Kast I: 1. BERNARD, H., Geest van het Verzet en Europees bewustzijn. 2. ROTHFELS, H., Die Deutsche Oposition gegen Hitler. 3. ROTHFELS, H., Die Deutsche Oposition gegen Hitler, nieuwe uitgave. 4. Aquarel van de bloedvlag. 5. Kopie van een tijdschrift: 'over geïnterneerde intellectuelen'. 6. Kopie van een aanplakbiljet: 'Gegen Hitler für Freiheit und Friede.' 7. KOPP, O., Wiederstand un Erneuerung: Neue Berichte und Dokumente vom inneren Kampf gegen das Hitler-regime. Stuttgard. 71
33/39
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 2
Hanskast II: 1. ICopie uit een tijdschrift: 'over de dodemnarsen en de bevrijding der kampen.' 2. Negen foto's van Oranienburg en Sachsenhausen na de bevrijding door het Russische leger op 22 april 1945. 3. Tekening, monogram E.v.p. 1945. Voorstellende de do denmars. 4. Foto van een gevangene in prikkeldraad. 5. Kopie van de route der dodenmarsen en oprukkende bevrijdingslegers. 6. Postkaart van het museum van de dodenmars, Wald von Below. 7. Monument Sachsenhausen. 8. Verslag van het Rode Kruis uit 1945. Kast III: Sachsenhausen- Gross Strehlitz- Gross Rosen 1. Eetkom in email. 2. Ijzeren lepel en servet. 3. Gevangenenplunje met bijhorende pet. Belgisch politiek gevangene 'B 60167'. 4. 'L' iténeraire des Marches de la mort reconstitué par Ie commisariat du Rapatriement' in; La libre Belgique, mai 1945. 5. Plan van Sachsenhausen. 6. Brochure over Sachsenhausen. 7. MICHEL, H., Oranienburg, Sachsenhausen. 8. KIEBOOMS, L., De marsch tegen de dood. Hanskast IV: Sachsenhausen- Gross Strehlitz- Gross Rosen 1. Plan van Sachsenhausen-Oranienburg; Gross Rosen; Gross Strehlitz. 2. Kopie van situatieschets Europese KZ. 3. Foto, Oranienburg, 1933. De eerste politieke gevangenen worden binnengeleid. 4. Titelblad van pamfletair geschrift tegen Oranienburg, 1934. 5. Luchtfoto van Oranienburg-Sachsenhausen, 1944. 72
34/39
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 2
6 Inrichting Oranienburg en Sachsenhausen. 7. Technische fiche van Saschenhausen en Gross Rosen. 8. Foto van inkompoort Oranienburg, 1933. 9. Kopie van het kampgeld in Oranienburg. 10. ROST, N., Oranienburg. Amsterdam, 1933. 11. Propagandaboek van de nazi's over Oranienburg, 1933. 12. Foto van het crematorium van Gross Rosen. 13. Foto van de ingangspoort van Gross Rosen. 14. Overlijdensakte Gross Rosen. 15. BUELENS, R., De concentratiekampen en de gedetineerden. 16. Boek over Gross Rosen. 17. Grondplan Gross Rosen. Kast V: Papenburg; Esterwesen; Dachau \. FROIDURE, E., Le calvaire des malades aux bagnes d'Esterwegen. Luik, 1945. 2. LANGHOF, W., Die Moordsoldaten. 3. LEVY, P.M.G., Das Auffanglager Breendonk. in: Dachau Hefte, nr. 5. 4. Boek tekeningen Dachau. 5. Frontpagina: Les anciens de Dachau, ianuari-maart 1953. 6. Le camp de concentration de Dachau, brochure. 7. VAN HAJL, J., Dachau, nacht und nebel. 8. HAULOT, A., en KUCI, A., Dachau, Bruxelles, 1945. 9. Dachau, camp de concentration, folder. 10. MAUROY, 0., Le prison de Dachau. 11. Twee afbeeldingen, Dachau. Joods gedenkteken en katholieke kapel. Hanskast VI: Papenburs; Esterwesen; Dachau 1. Situeringsplan Esterwegen, Dachau, Papenburg. 2. Aquarel Esterwegen. 3. Foto van opgepakten, Berlijn 1933. 4. Kopie krantenknipsel. Völkischer Beobachter. 21 maart 1933. 'Dachau' 5. Officiële toelating medische experimenten Dachau, 1941. 73
35/39
Bron BRO / morel 2
p.1
19 07 2007
deel 2 2
R Foto marcherende krijgsgevangenen te Dachau. 7 Foto van slachtoffer van 'parachute-experiment'. 8 Kopie van bevel om te werken in het arbeidscommando. g jp_si]is un évadé Hitlérie, in: Le peuple, 29 mei 1936. 10. Foto van crematorium met dode. 11. Foto van crematorium in werking. 12. Foto crematorium. 13. Individuele steekkaart bekledingsafdeling. 14. Technische fiche Dachau. 15. Foto van uitgemergelde overledenen, Dachau, 1945. Kast VII: Dora; Buchenwald. 1. KOGEN, E., Der SS staat. 2. Vriendenkring van Buchenwald, België, 1945-1975. Brochure nr. 32, december 1975. 3. WIECHERT, E., Der Totenwald. Erlangen, z.d. 4. CONVERSY, M., Quinze mois à Buchenwald. Genève, 1945. 5. Houtfragment van de boom van Goethe die te Buchenwald werd gebombardeerd. 6. Een kopie van het register der massage, kortegolf en hoogtezonbehandeling te Dora. 7. Bestelling van medicijnen. 8. Envelop van het Rode Kruis 'hulp aan civiel geinterneerden', Buchenwald. 9. Envelop gestuurd vanuit Duits kamp naar België, met postzegel Hitler. 10. Twee reservoirs voor vloeibare zuurstof, bestemd voor V^l. 11. Hoofding artikeltje over de slachtoffers de de V-bommen'in Luik eisten. 12. Envelop om kostbaarheden in op te bergen. Dora. 13. Miniatuur SS-man. 14. Miniatuur V2, produktie te Dora. 15. MICHEL, J., Dora.
74
36/39
Bron BRO / morel 2
p.1
19 07 2007
deel 2 2
VIII: Dora; Buchenwald. I Twee armbanden 'H. Krankenbau' 2. Twee doktersvoorschriften. 3. plan Dora en Buchenwald. 4. Kampgeld Dora-Mittelbau. 5. Twee tekeningen van een gevangene Dora, 1945. 6. Weegschaal voor de rantsoenen, vervaardigd uit onderdelen van VI en V2 bommen. 7. Twee foto's crematorium Buchenwald. 8. Foto ingang Buchenwald. 9. Twee biljetten kampgeld Buchenwald. 10. Herkenningsplaat van een commandoarbeider, Buchenwald. 11. Foto ondergrondse fabriek V-bommen, Dora. 12. Foto uitgemergelde gevangenen van Buchenwald. Genomen na de bevrijding van het kamp. 13. Twee identiteitsfiches Buchenwald. 14. Ingangsregister Buchenwald. 15. Technische fiche Buchenwald en Dora. Kast IX: Bersen-Belsen; Neuensamme: Ravensbrück
1. VANDEKERKBOVE, G., Twintig Ronsenaars m de hel van Neuengamme. 2. GOSTNER, E.. ÏOQO Tagen in Kz. Mannheim, 1946. 3. VANDEKERKHOVE, G., L'enfer de Neuengamme. 4. Kz Gedenkstätte Neuengamme, folder. 5. VAN DE POEL, A., Neuengamme, Antwerpen, 1945. 6. Eröffnung die Dokumentenhauses der Gedenkstätte Neuengamme. 18 oktober 1981. 7. JOHE, W., Neuengamme, Hamburg, z.d. 8. RÜSSEL OF LIVERPOOL, The Scourge of Swastika, London, 1954. 9. D'AUBRERY, C, Frère Francois, Ixelles, 1946. 10. Markeringsbadge van een Duits politiek gevangene. 11. Plastic gedraaid object, in verschillende kleuren draad. 12. Twee granaathulzen van de 'Gap Arcona'. 75
37/39
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 2
X: Bersen-Belsen: Neuensamme: Ravensbrück l Twee zakdoeken geborduurd te Ravensbrück. 2. Technische gegevens van Ravensbrück en Neuengamme. 3. Zes kartonnen speelkaarten, door gevangenen gemaakt in Ravensbrück. 4. Katoen voor herstellingen, Ravensbrück. 5. Twee kopieën van tekeningen van werkende vrouwelijke gevangenen, Ravensbrück. 6. Foto van het schip 'Cap Arcona', zinkende. 7. Lijst van het Rode Kruis met de namen van de vijftig Belgische slachtoffers op de 'Cap Arcona' en de 'Thielbeck'. 8. 'Veranderungsmeldungen', Ravensbrück. 9. Plan situering Neuengamme en Ravensbrück. 10. Foto van commando Neuengamme 1945: 'Wöbblen'. 11. Foto ombouw van crematorium tot ontsmettingszaal door SS, bij het naderen van de geallieerde troepen. 12. Register van 'Citadel van Hoei', met vermelding van transport naar Neuengamme op 22 september 1941. Kast XI: Mauthausen: Flossenbürs 1. Een gevangenisplunje, B 48035, Flossenbürg. 2. BENNAC, E., 'La vie au camp, travaux aux camp. 3. HOEBEKE, L., Destination, la mort. Paris, z.d. 4. FRUYTHOF, A., Via het vagevuur naar de hel. 5. Boek met vier foto's van Mauthausen. 6. Vel briefpapier van de komandatuur van Mauthausen, Waffen-SS. Hanskast XII: Mauthausen: Flossenbürs 1. Persoonlijke steekkaart van een gevangene van Flossenbürg. 2. Inventariskaart voor persoonlijk materiaal, Flossenbürg. 3. Gedetineerden kaart met de identiteitsgegevens, Flossenbürg. 4. Technische fiche Flossebürg en Mauthausen. 5. Verslag van een lijkschouwing, Flossenbürg. 76
38/39
Bron BRO / morel 2
p.1
19 07 2007
deel 2 2
6. Foto van het crematorium van Mauthausen. 7. Foto van de arbeidswerf, Mauthausen. 8. Foto van de arbeidswerf, Flossenbürg. 9. Foto van kasteeltje. 10. Kopie van een verslag na een luizencontrole in Gross-Rosen, blok 17. 11. Kopie van een Häftlingkarte. 12. Kopie van het verslag van de revier, Gross-Rosen. 13. Arbeidskaart van een gevangene uit Antwerpen, B 98076. 14. Foto van een wachttoren van Mauthausen. Kast XIII: Natzweiler; Bergen-Belsen 1. Tekening van Gayot, Natzweiler-Struthof:' executie van een gevangene'. 2. DIETMAN, U., Häftlinge X ... in der Hölle auf Erden. Weimar, 1946. 3. ALLAINMAT, H., Auschwitz en France, la vérité sur le seul camp d'extermination nazi en France, le Struthof 4. Foto's van marteltuigen uit het boek van Allainmat. 5. SPITZ, A., Struthof. Sélestat, 1950. 6. Bagne nazi en Elzas. memoires des déportés patriotes. F 4596. 7. KOLB, E.. Bergen Belzen. Hannover. 1962. Hanëkast XIV: Natzweiler; Bergen-Belsen 1. Twee foto's van massagraven. Bergen Belsen. 2. Situatieplan Bergen Belzen, Hinzert en Natzweiler. 3. Nacht und Nebel Erlass. afschrift 12 december 1941. 4. Foto gerepatrieerde uit Bergen Belsen. 5. Tekening van Gayot, 'nachtelijk appèl in Natzweiler' 6. Tekening van gevangenen die in Struthof-Natzweiler dwangarbeid verrichten. 7. Overlijdingsakte, Natzweiler. 8. Steekkaart, Natzweiler.
77
39/39
Bron BRO / morel 2
p.1
19 07 2007
deel 2 3
Vucht. 1 VAN ZANTEN, G., Vucht. het kamp en de mensen. 2. T}g_hel op de Vuchtse heide. 3. Envelop van een brief door een Belgisch gevangene vanuit Vucht verzonden. 4. VAN DOREN, B.,Dertien maanden concentratiekamp Vucht. 5. Rosenkrans van Z.Z. Chantai, 'herinnering aan het kamp van Vucht', 1943. Vervaardigd uit plexiglas van de recuperatiestukken van de geallieerde vliegtuigen. 6. Kampnummer van Z.Z. Chantai, gegrift in plexiglazen hangertje. 7. Overlijdensakte 1942, Hinzert. Hanskast XVI: Hinzert, Vucht. 1. Twee foto's van Hinzert, hoofdingang en prikkeldraad. 2. Foto van keuken te Vucht. 3. Foto operatiekwartier Vucht. 4. Tekening door onbekend Luxemburgs gevangene, Hinzert. 5. Tekening door onbekend Luxemburgs gevangene, Hinzert. 6. Intern bericht SS, betreffende 'executie door strop', vanwege Canaris naar bevelhebber Vucht. (Drietalig) 7. Lijst van tien Belgische vrouwen, Vucht. 8. Situatiekaart Vucht en Hinzert. 9. Foto van aanplakbiljet fusillade, Hinzert. September 1942. 10. Brief van 30 november 1941, get. Hartmann, betreffende geviseerd gevangene. Kast XVII: Kinderen in Auschwitz. 1. Oswiecim. 2. Gegevens betreffende kinderen in Auschwitz. 3. Vier identiteitsfiches van kinderen in (onleesbaar).
78
/33
Auschwitz,
Bron BRO / morel 2
p.1
-| g Q^ 2007
deel 2 3
1. Politieke gevangene B 75505, in lange gevangenisjas.
l Bevrijding uit de nazi-hel in: ABC-weekblad, 6 mei 1945. 2. Fiche de recherche des disparus, in: La Dernière Heure, 29 september 1945, 3. Origineel van een 'steekkaart voor het opzoeken der vermisten', 4. ONDERZOEKDIENST MINISTERIE VAN LANDSVERDEDIGING, Index der vermisten. 5. Boekje met namen vermiste personen, 6. Franstalig boekje met gegevens over te repatriëren personen. 7. Le crime allemand, in:La cité Nouvelle, 28-29-30 april 1945. 8. Brief van 'international tracing service headquarters, US army, Germany,' betreffende de repatriëring. Kast XX: Theresienstadt. 1. Situatieplan Theresienstadt. 2. Muntstuk uit Theresienstadt. 3. Houten kistje uit Theresienstadt met menselijke asse. 4. Geldbiljetten uit Theresienstadt. 5. KALES CHI en STEINER, Pensaci, uomo. Kast XXI: 1. BEER, H., Salle 1, Bruxelles, z,d, 2. Memoriaal van de deportatie der joden uit België, voorgesteld door KLARSFELD, S., en STEINBERG, M., Brussel, 1982. 3. Drie pagina's met namenlijsten gecopieerd uit het 'Memoriaal van de deportatie ...' 4. De geheimzinnige kazerne Dossin, concentratiekamp der joden. 5. Kopie van voorpagina van STEINBERG, M., Dossier Bruxelle s-Auschwitz. 79
2/33
Bron BRO / morel 2
p.1
^ g Q^ 2007
deel 2 3
.st XXII: Belzec-Sobibor. 1. Die Hölle von Maidanek, Singen, 1945. 2. Tekening van een lijk in de sneeuw, Maidanek. 3. Tekening van twee vrouwelijke gevangenen. 4. Foto van een barak met gevangenen. 5. Tekening van prikkeldraad-omrastering te Maidanek. 6. Foto van mensen achter prikkeldraad, Treblinka. 7. Foto van uitgemergelde lijken, Chelmno. 8. Tekening van een wanhopige gevangene, Maidanek. 9. Situatieplan van Bergen-Belsen, Sobibor, AuschwitzBirkenau, Gross Rosen, Chelmno, Dachau, Belzec, Treblinka, Maidanek. Kast XXIII: 1. Beschuldiging voor het gerecht te Frankfurt am Main. 'Heeft op 2 juli 1964 een Duits historicus het bewijs geleverd dat de SS van de concentratiekampen met zekerheid wist, dat hun aktie tegen de joden een misdadige was. Ziehier de officiële circulaire uit 1942 van de nazi-partij, die dit bewijs staaft. ' 2. REITLINGER, G., Die Entlösung Ausrottung der Juden Europas, 1939-1945, München, 1946. Kast XXIV: Auschwitz-Birkenau: Stutthof: Maidanek. 1. Foto van ingangspoort Auschwitz-Birkenau. 2. Foto van joden met jodenster. 3. Foto van joden die gedeporteerd worden, 1942. 4. Technische fiche Auschwitz-Birkenau. 5. Tabel van de uitroeiing van de joden in België. 6. STEINBERG, M., Uitroeiing, redding en verzet van de ioden in België, Brussel 1979. (+ franse versie) 7. Doos Cyclon-B. 8. Rekening van firma Degesch, voor het leveren van Cyclon-B. 80
3/33
Bron BRO / morel 2
p.1
19 07 2007
deel 2 3
9. SCHREIBER, P.W., Ich färben die unschuldigen Kriegsplanner. 10. KOLBE, M.,, Alle Menschen Brüder ? 11. Beeldje van Maxime Kolbe. 12. Rode driehoek, met E. Markering van Maxime Kolbe als Pools politiek gevangene. 13. Doodsprentje Maxime Kolbe, 1894-1941. 14. Brochure over Maxime Kolhe, ridderschap van de onbevlekte ontvangenis van Maria. 15. Foto van een mensenhoofd, door de guillontine afgehakt, Stutthof. 16. Foto van een geperkamenteerd menselijk lichaam. 17. Situatiekaart Stuthof, Majdanek, Auschwitz en Birkenau. Kast XXV: Maquette van Oranienburg-Sachsenhausen. Kast XXVI: Kampkleding van politieke gevangene: uniform van Mevr. Germaine Terwecoren, Ravensbrück. Kast XXVII: Kampkleding van politiek gevangene C 48709.
81
4/33
Bron BRO / morel 2
p.1
19 07 2007
deel 2 3
Tekst a: 'Hoeveel ? De statistieken over de kampen werden door de nazi's vernietigd. De encyclopediae universalis, uitgave 1985, schat het aantal gedetineerden van de nazi-concentratiekampen, voor de periode 1933-1945, op 4 000 000 à 7 000 000. ' (viertalig) Tekst b: Overzichtsplan van alle nazi-kampen in Europa. Tekst c: Verklaring kentekens KZ-gevangenen. Tekst d: Verzameling artikels over Faurisson en negationisme. 'Leugens ondanks de getuigenissen, ondanks de documenten blijven sommigen koppig zien wat er niet is en weigeren te zien wat er is. ' Tekst e: Doorsnede van het kamp van Vucht, Nederland. Boven tekst a en b: Een spandoek met de leuze: 'Ein Volk, Ein Reich, Ein Führer. '
82
5/33
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 3
10. Zaai Qchs Zaal Ochs bevat drieëntwintig vitrines, waarvan veertien hangkasten, die we aan de hand van een zelf opgestelde nummering zullen bespreken. Ook hier stappen we dus af van de drieledige indeling, iconografische-, audio-visuele en geschreven bronnen. Hanskast I: Een zwart wit foto van graffiti in de cellen. Links daarvan een korte Engelstalige inleidende tekst. Eechts Duitstalig. De inhoud van deze tekst wordt bij hangkast XVI besproken. Han^kast II: Drie zwart wit foto's van graffiti in de cellen. Albert Jean Aidée Maria, Merci Bidt God Liberté Chérie Eén zelfportret van Melis, houtskool. Kast IV: In Memoriam dr. Georges Livchitz. chef du département scientific, fusillé par l'ennemi. Deze kast bevat brieven van Livchitz, de jonge medicus, die op 19 april 1943 het twintigste konvooi van uit de Dossin kazerne te Mechelen liet halt houden ter hoogte van BoortmeerbeekWespelaar. Livchitz en twee kompanen slaagden erin de wagens vijftien, zestien en zeventien te openen en één op zeven passagiers van dit konvooi konden ontsnappen. Livchitz werd later echter opgepakt en te Auschwitz gefusilleerd op 17 februari 1944. Deze kast bevat ook de brieven die de broers Livchitz, Georges en Alexandre, op de vooravond van hun terechtstelling, aan hun moeder schreven. Alexandre werd op 10 februari terchtgesteld. 83
6/33
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 3
Ilanëkast UI: Drie zwart-wit foto's van graffiti uit de cellen. Notenbalk In het midden een tekening in houtkool van Melis. Hangkast V: Acht tekeningen van Ochs. Voorstellende gevangenen. Hanskast VI: Acht tekeningen van Ochs. Voorstellende gevangenen. Hanskast VII: Vijf tekeningen van Ochs. Voorstellende gevangenen. Hanskast VIII: Zes tekeningen van Ochs. Voorstellende gevangenen. Hanskast IX: Vijf tekeningen van Ochs. Voorstellende gevangenen. Hanskast X: Zes tekeningen van Ochs. Voorstellende gevangenen. Hanskast XI: Vijf tekeningen van van Ochs. Voorstellende gevangenen.
84
7/33
Bron BRO / morel 2
p.1
^ 9.07.2007
deel 2 3
Hangkast XII: Vijf tekeningen van van Ochs. Voorstellende gevangenen. Kast XIII: Vijf prenten van Wilchar. Boven kast XIII, drie tekeningen van Wilchar. Hanskast XIV: Zes tekeningen van Ochs. Voorstellende het kample ven. Hanskast XV: Tien tekeningen van Ochs. Diversen. Hanskast XVI: Portret van Ochs. Met links en recht een Nederlandse en Franstalige inleidingstekst. Aan de bezoekers, het leven dat de gevangenen leidden, bood hen geen kans voor artistieke activiteiten. Ze waren dwangarbeiders. Maar de ontreddering riep echo's wakker in hen. De kunstenaars brachtten, beter dan hun makkers, de nood tot uitdrukking en de hoop, het lijden en de strijd, ondanks alles. Eén van hen kreeg toelating om te tekenen, Jacques Ochs. Maar zijn werken werden door zijn bewakers in beslag genomen. Men, en hijzelf in de eerste plaats is erin geslaagd er enkele buiten te smokkelen, een aantal daarvan zijn hier. Deze zaal draagt zijn naam. Anderen graveerden in de muur van hun kerkers, dat zijn de graffiti. Nog een ander speelde het klaar houtskool te vervaardigen en zich in het geheim papier te verschaffen, Jean Melis. Weer anderen zijn geobsedeerd door de herinnering gaan tekenen zodra ze bevrijd waren, een daarvan is Wilchar. 85
8/33
Bron BRO / morel 2
p.1
19 07 2007
deel 2 3
En dan zijn er nog diegenen die geschreven hebben. Boeken die de neerslag zijn van wat er in hun geheugen leefde en waarvan de grote trekken reeds in het kamp vorm hadden gekregen, konden slechts geschreven worden als er weer papier beschikbaar was en schrijfgerij en de mogelijkheid om die te gebruiken. Alle werken in deze zaal zijn het werk van gewezen gedetineerden van Breendonk. Kast XVII: Veertien uitgaven over Breendonk. o.a. Levy, Hoyaux, Blume, Halkin, ... Kast XVIII: Vijftien uitgaven over Breendonk. Kast XIX: 1. OCHS, J.. Breendonck. bagnards et bourreaux, Brussel, 1947. 2. Curriculum vitae van Jacques Ochs. 3. Twee uittreksels uit catalogi van Ochs. 4. Drie tekeningen van Jacques Ochs. Kast XX: 1. Twee foto's van Jacques Ochs. 2. Vier catalogi van zijn werk. Kast XXI: Kopieën uit Jacques Ochs schetsboek. 22 schetsen. Kast XXII: Kopieën uit Jacques Ochs schetsboek. 9 schetsen.
86
9/33
Bron BRO / morel 2
p.1
19 07 2007
deel 2 3
1. Kopieën uit Jacques Ochs schetsboek. 6 schetsen. 2. Cataloog. XI- Afgraving J- Iconografische bronnen Een tallus met vier etages en vier wagentjes voor het vervoeren van de afgegraven aarde. II. x\udio-visuele bronnen geen III. Geschreven bronnen geen
87
10/33
Bron BRO / morel 2
p.1
deel 2 3
1^. Executiepiaats Oconografische bronnen Op het executie terrein bevinden zich tien houten executiepalen, met een berm erachter, evenals een galg met drie valluiken en kettingen. II. Audio-visuele bronnen Tekst getuigenis: "In Breendonk moest men niet alleen op de dood bedacht zijn, men moest er doorlopend ook leven. En na te Breendonk geleefd te hebben, mocht men de dood elders verwachten. Te Mauthausen, te Dachau, te Sachsenhausen, te Buchenwald, teAuschwitz, te Neuengamme of elders in het overweldigde Europa. Of zelf, na bevrijd geworden te zijn, terugkeren om te sterven in België. Toch werden soms enkele mensen te Breendonk bevrijd. Naar huis gezonden of bevrijd uit hun lijden door een gewelddadige dood: de fusillade of de verhanging. Ja, hier werden eenentwintig mensen opgehangen aan deze galg, onder wie de twaalf makkers van de gemeente Saneye met hun chef Gault. De drie patriotten die recht voltrokken over de verrader Paul Collin. Bertulaux, Fraiteur en Raskin. Voor de executiepalen vielen de gefusilleerden onder heel wat gijzelaars. Gijzelaars, hoe onwezelijk klinkt dit woord nu in onze oren. Bij groepen van tien vielen ze hier, mensen, die niets ten laste gelegd was, dan het voorbeeld te stellen, terreur te zaaien, angst aan te jagen. En slechts één eerbaar man was daarvan getuige, Mgr. Gramman, de hoofdaalmoezenier van het Duitse leger voor België en Noord-Frankrijk, die het soms vergund was de slachtoffers bij te staan. Slachtoffers, oude en jonge. Marcel Verschaeve was achttien jaar oud. Armand Fraiteur bijna negentien. Mgr. Gramman verklaarde dat zij waardig de dood in gingen. 'Sie sterben so schön'. "
11/33
19 07 2007
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 3
XII. Geschreven bronnen De honderd-zesentachtig namen van de gedetineerden die hier terechtgesteld werden zijn aangebracht op de executieplaats . Eenentwintig van hen stierven door verhanging, honderdzesenvijftig werden - in groepen van tien - voor het vuurpeleton geplaatst. Daarnaast, hangt er een plakaat, dat de bezoeker vraagt, met het nodige respect, de plaats te betreden. 'Abordez ces lieux avec respect, des hommes y ont perdus la vie pour votre liberté' 'Betreed deze plaats met eerbied, mensen stierven hier voor uw vrijheid.
89
12/33
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 3
jj__Reiikwieën-zaal T Tr.onografische bronnen deur deur 16
altaar
14
12
10
8
9
7
6
Relikwieën-zaal 15
13
11
5
De nummers op bijgevoegde situatieschets, verwijzen naar de 'plaats van herkomst' van de asurnen. 1. Vucht. 2. Kogels uit de executiepalen te Breendonk, hout splinters. 3. Mauthausen. 4. Natzweiler. 5. Theresienstadt. 6. Banjica-Belgrade. 7. Auschwitz. 8. Flossenbürg. 9. Ravensbrück. 10. Auschwitz, Maidanek, Gross-Rosen, Treblinka, Stutthof. 11. Dora. 12. Buchenwald. 13. Stutthof. 14. Dachau. 15. Gross-Rosen. 16. Neuengamme. 90
13/33
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 3
Links van urne vijf, bevindt zich een muur-nis, waarin een fragment van een bijbel op perkament voor de lezing in jodenkerken. Dit fragment werd te Auscbwitz gevonden, in een hoop menselijke as. Aan de wanden van de relikwieën-zaal, zijn de namen van de concentratiekampen aan de muur bevestigd. Vooraan in de zaal, bevindt zich een altaar met het kruis van Mgr. Gramman. Achter het altaar hangt een vlag 'Peterschap van de kinderen der gefusilleerden. ' IL Audio-visuele bronnen geen III. Geschreven bronnen Tekst achteraan in de zaal: 'In het kamp van Breendonk was er nooit een aalmoezenier. De enige geestelijken waren ook gevangenen. Soms mocht de aalmoezenier van het bezettingsleger een korte wijle bijstand verlenen aan hen die terechtgesteld werden. Zijn altaarkruis, hier bewaard, was het laatste dat hij hen toonde. Mgr. Gramman, priester voor de enen, vriend voor alle anderen, getuigde na de oorlog van hun moed en trouw aan hun respectieve overtuigingen. ' (Nederlands-Frans) Prent van Wilchar: 'De wanhopige gevangene' Dan het vervolg van de tekst: 'De as in deze urnen getuigt van de hechte vriendschap, de samenhorigheid en de solidariteit in het verzet tegen de mensonterende praktijken en dit ongeacht de verschillen in levensbeschouwing. ' (Nederlands-Frans)
91
14/33
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 3
Aan het altaar en het kruis van Mgr. Gramman is eveneens een tekst geplaatst: "Mgr. Gramman, katholiek hoofdaalmoezenier der Wehrmacht in België en Noord-Frankrijk, anti-nazi gezind Oostenrijks prelaat. De enige priester die soms de toelating kreeg om de ter dood veroordeelden te Breendonk bij te staan. Het tentoongestelde kruis werd door hem aan de veroordeelde aangeboden. Allen, behalve ene, hebben het gekust alvorens te sterven. Allen hadden er de blik op gericht toen het salvo weerklonk. 'Ik was hier als priester voor de gelovigen, als een vriend voor de anderen. Joden, protestanten, communisten, allen zijn moedig gestorven voor het vaderland en voor het Belgische volk. " 14. De donkere cellen I. Iconografische bronnen Zes donkere cellen. Tegen de muur een plank als brits. II. Audio-visuele bronnen geen III. Geschreven bronnen geen
92
15/33
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 3
Í5_. Meditatiezaal LJconografische bronnen In het midden van de zaal, de eeuwige vlam. II. Audio-visuele bronnen geen III. Geschreven bronnen Twaalf goudkleurige plakaten met de namen 'Sicherheitshäftlinge 20.9.1940 - 31.8.1944'
van
de
16. Labyrinth I. Iconografische bronnen Een labyrinth in ruwe steen opgetrokken, met veelvuldige kijkgaten. Wanneer de bezoeker hierdoor binnen kijkt, bemerkt hij de namen van de gewezen gedetineerden van het Fort van Breendonk. II. Audio-visuele bronnen geen III. Geschreven bronnen De namen van de gedetineerden van Breendonk, verborge^n achter een labyrinth van stenen en het opschrift 'Sicherheitshäftlinge 20.901940 - 31.8.1944'
93
16/33
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 3
1_7. Baileybrug T^ Iconografische bronnen geen n . Audio-visuele bronnen geen III. Geschreven bronnen geen 18. Zuidelijke brug L Iconografische bronnen geen II. Audio-visuele bronnen geen III. Geschreven bronnen geen
94
17/33
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 3
IL2.C. Ordening bronnen In voorgaand hoofdstuk II.2.a. Materiële studie werd onderzoek verricht naar de materiële kenmerken, eigenschappen en veranderingen van het Gedenkteken. In het daarop volgende hoofdstuk II,2.b. Inhoudelijke studie werd gezocht naar de invulling van de ter beschikking gestelde ruimten en een inventaris opgemaakt. In het laatse deel van dit drieluik wordt het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk' getoetst aan de vereisten voor een dergelijk museaal complex. De bedoeling is niet om tot een evaluatie te komen. Er wordt slechts gepoogd om de eventuele lacunes in het Gedenkteken op te sporen en te illustreren met voorbeelden. Volgende punten werden nagegaan: 1. Ordening van de informatie Is de informatie geografisch, chronologisch, thematisch of naar een ander criterium geordend ? 2. Benoeming van zalen en kasten Werd er duidelijk vermeld waarom bepaalde objecten gegroepeerd werden! Werd er gewerkt met thema's, subthema's en nog verdere onderverdelingen ? Is er gestreefd naar een geordende informatiestroom, die de bezoeker inzicht kan laten verwerven ? 3. Situering objecten Is elk object, elke getuigenis in het Gedenkteken voorzien van een datum, vindplaats, gebruiksaanwending, motief van tentoonstelling ?
95
18/33
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 3
4. Representativiteit Hoe representatief zijn de objecten, getuigenissen, ... die in het Gedenkteken tentoongesteld worden ? 5. Inleidende teksten Wordt de bezoeker op de hoogte gebracht van de context waarin een object of getuigenis gesitueerd moet worden ? 6. Hoe is de verhouding tussen bronnen en informatie ? Wordt de bezoeker bijgestaan in de verwerking en interpretatie van de bronnen ? Hoe vergaan de bindteksten ? 7. Welke boodschap streeft het Gedenkteken na ?
96
19/33
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 3
1. Ordening van de informatiestroom; Is de informatie geografisch, chronologisch, thematisch of naar andere criteria geordend ?
Voor het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk', kan niet gesteld worden dat er overal met evenveel nauwkeurigheid wordt gekeken naar de ordening van de objecten. Soms wordt er inderdaad een bepaald thema of criterium aangehaald dat de aanwezigheid van een verzameling van objecten verantwoordt. Een andere maal, daarentegen, blijkt alle logica zoek. Een voorbeeld: Museum, eerste verdieping, kamer a/ kast I: De objecten in deze kast verzameld, schetsen een beeld van het Fort van Breendonk als schakel in de verdedigingsgordel rond Antwerpen. De bezoeker krijgt hier een mooi beeld van de oorspronkelijke taak van het Fort en zijn strategische ligging. De objecten zijn chronologisch, geografisch en thematisch verantwoord bij elkaar gebracht. Dit in tegenstelling tot: Museum, eerste verdieping, kamer a/ kast VI Hier zijn foto's van Hitler, gecombineerd met stambomen, foto's van partijvlaggen, autovaandeltjes van zowel de NSDAP als van de Luftw^affe en foto's gedateerd tussen 1923-1932 en zonder oorzakelijk verband.
97
20/33
Bron BRO / morel 2
p.1
deel 2 3
Chronologisch of geografisch is er geen gezamelijke noemer. Misschien was er voor de opstellers van deze permanente tentoonstelling een thematische reden, om de objecten van kast VI samen te plaatsen. Het ware dan handig geweest, de bezoeker hiervan op de hoogte te stellen ...
21 /33
19.07.2007
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 3
2. Benoeming van zalen en kasten: Werd er duidelijk vermeld waarom bepaalde objecten gegroepeerd werdenïWerd er gewerkt met thema's, subthema's en nog verdere onderverdelingen ? Is er gestreefd naar een geordende informatiestroom, die de bezoeker inzicht kan laten verwerven ì
In bepaalde delen van het museum, ordent men aan de hand van thema's, terwijl elders in het Gedenkteken, elke ordening zoek is. Museum, eerste verdieping, kamer b Zo is op de eerste verdieping van het museum, meer bepaald in kamer b, een duidelijk thema aanwezig: 'DQ kampen in Europa'. Daarnaast werden er in voorgenoemde kamer, nog eens subverdelingen aangebracht. Onder de noemer van 'kampen in Europa', kreeg elk kastencomplex nog één of enkele namen van nazi-kampen in Europa mee. De naam van de desbetreffende kampen zijn in witte kleefletters op de kasten aangebracht Tevens werd er in deze ruimte gestreefd naar een geordende informatiestroom. Voor bijna elk kamp, werd een technische fiche en een situeringplan opgesteld. Deze weerkerende gegevens maken het voor de bezoeker overzichtelijk. Het schept mogelijkheid tot vergelijking, en de bezoeker wordt niet telkens opnieuw verplicht, de hele kast te analyseren. De twee weerkerende elementen vallen op en aan de hand van deze, vormt de bezoeker zich een beeld van een kamp.
99
22/33
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 3
Museum, gelijkvloers/ kamer a In deze ruimte vinden we enkele verklarende titels terug op de vitrinekasten. Zo bij voorbeeld kast IV: 'campagne van mei 1940'. Men kan concluderen dat de inhoud van de vitrinekast effectief overeenkomt met de benaming. Dit in tegenstelling tot kast III, in dezelfde ruimte. Boven kast III is een tekst bevestigd die vermeldt: 'Een nieuw hoofdstuk der geschiedenis vaii Breendonk, begon in 1940, met de komst van de SS.' Wanneer we dan in de vitrinekast kijken, onder de tekst, bemerkt men een boekje over 'l'action de l'armée belge, 1941'; 'een toespraak van koning Albert I'; 'een Kriegsecho van 10 augustus 1917', ... Nochtans illusteren deze objecten duidelijk de oorlog van 1914-1918. Dergelijke anachronismen zijn voor de bezoeker, die niet vertrouwd is met de materie, een onbegrijpelijk fenomeen. Men kan veronderstellen dat de fout gebeurd is tijdens een aanpassing in het museum. De tekst is aan de muur gefixeerd en waarschijnlijk heeft men enkel de kasten een nieuwe bestemming gegeven, zonder stil te staan bij de onlogische en verwarrende indruk die de combinatie van de tekst en kast III oproept.
100
23/33
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 3
3. Situering objecten: Is elk object, elke getuigenis in het Gedenkteken voorzien van een datum, vindplaats, gehruiksaanw ending, motief van tentoonstelling ? Elk object dat in een museum een plaatsje vindt, moet duidelijk gedateerd en gesitueerd zijn, zodat de bezoeker de foto, de getuigenis, de tekening, ... in z'n juiste context kan plaatsen. In het Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, werd er zeer weinig aandacht besteed aan deze verwijzingen. We illusteren dit met enkele voorbeelden. Onderdeel 4: de gevangeniscellen De getuigenis die de bezoeker via het zelfgeleidingssysteem kan beluisteren, is niet gedateerd. Evenmin is bekend gemaakt welke gewezen gedetineerde deze verklaring aflegde. Zonder deze twee essentiële gegevens, is het quasi onmogelijk om zo'n getuigenis op haar authenticiteit te controleren. - De bezoeker wordt in het ongewisse gelaten van de periode waarin de gebeurtenissen plaats vonden, terwijl men in de geschiedenis van Breendonk duidelijk drie perioden kan afbakenen. De periode voor de inval in Rusland, de periode na de inval in Rusland en tenslotte, de tweede bevolkingsperiode van het Fort. - Daar de getuigenis anoniem is, kan men de kampgeschiedenis van de verteller niet nagaan, noch de betrouwbaarheid van de getuigenis ten volle onderzoeken.
101
24/33
Bron BRO/morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 3
j j 2 - gelijkvloers/ kamer a : Kast VII Deze kast betreffende de 'belegering van Antwerpen, 1914', bevat negen zwart-wit foto's uit de tijd, voorstellende 'vernieling aan de Forten rond Antwerpen'. Verdere datering of situering wordt niet vermeld. Uiteraard dat deze lacunes, ernstig afbreuk doen aan de waarde van voorgenoemde picturale bronnen. De vragen waarop het museum ons antwoord moet geven, zouden als volgt kunnen luiden; - Om welk Fort gaat het hier ? - Wanneer vond de beschieting plaats ? - Wanneer werd de foto genomen ? En indien mogelijk,
- Welke partij nam de foto ? - Met welk doel werd de foto genomen ?
Wanneer deze basisgegevens mee gedeeld worden, kan de bezoeker zinvol en begrijpend de verzameling objecten situeren. In diezelfde kast bemerken we eveneens een foto van een Oostenrijkse mortier. Maar niets vertelt de bezoeker, waar die mortier gevonden werd, waar hij neerkwam, wanneer de foto genomen werd, ... Het kan dus evengoed om een mortier gaan die in Oostenrijk zelf, voor de oorlog, werd gefotografeerd ... Zulke ongesitueerde en ongedateerde bronnen zijn van luttele waarde.
102
25/33
Bron BRO/morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 3
Onderdeel 14: relikwieën-zaal Bij de asurnen die in de relikwieën-zaal verzameld zijn, vinden we nergens enige verwijzing terug naar een datum, schenker, ... Enkel de naam van het kamp, vanwaar de asse afkomstig is, is op de urne vermeld. 'Kreeg het Gedenkteken deze urnen van overheden, van gewezen gedetineerden, kochten ze de urnen of werd er gewerkt met een ruilsysteem, of hebben deze urnen slechts een symbolische betekenis'. De bezoeker heeft er het gissen naar. Daar bij het maken van deze licentiaatsverhandeling, enige officieuse informatie bekomen werd, weten wij dat de urnen geschonken werden door politieke gevangenen van andere kampen. (1) Maar bij de opstelling van een verzameling objecten, relieken, ... mag men niet veronderstellen dat elke bezoeker, de Raden van Beheer doornam, vooraleer de verzameling te bezoeken. Wanneer men van deze veronderstelling vertrekt, wordt het grootste deel van de bezoekers onterecht behandeld ... De noodzakelijkheid van deze verwijzingen spreekt uit een aantal reacties, genoteerd bij willekeurige bezoekers. "Kan men bijleggen om meer urnen aan te kopen ? " "Werden die vazen hier door staatshoofden neergezet V'
1. zie II.2.a./ 13. Relikwieën-zaal & Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk. verslag van de Raad van Beheer, 1947-1951, p. 28.
103
26/33
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 3
Museum, gelijkvloers, kamer d hangkast VI In deze hangkast, bevinden zich twee krantenknipsels. Maar geen van beide zijn gedateerd, noch is de bron vermeld. Zulke onnauwkeurigheden, maken het zeer moeilijk om een inventaris op te maken. Eveneens stelt het problemen om deze gegevens ooit als bron te gebruiken. Museum, eerste verdieping, kamer b/ kast IX In deze kast, die handelt over de kampen Bergen-Belsen, Neuengamme en Ravensbrück, bevindt zich een 'plastic gedraaid object, in verschillende kleuren draad. ' Het object is niet gedateerd, noch geïdentificeerd. Wat doet zo'n object in deze kast ?
104
27/33
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 3
4. Representativiteit; Hoe representatief zijn de objecten, getuigenissen,... die in het Gedenkteken tentoongesteld, worden ? Een vraag die zeker gesteld moet worden, bij het maken van een museale studie, is die van de representativiteit van het tentoongestelde materiaal. In welke mate benadert de voorgelegde verzameling de authentieke werkelijkheid. Een manier om hier een antwoord op te vinden is door vergelijking met andere soortgelijke verzamelingen. Voor de getuigenissen kan men vergelijkingen zoeken met elders gevonden getuigenissen, zonder uit het oog te verliezen, dat geen enkel kamp - zelf geen enkel Belgisch kamp identiek was. Ondanks de routine in Breendonk, was geen enkele dag identiek aan een andere dag. Het regime werd bepaald door individuen die hun handelwijze vaak afhankelijk maakten van humeur, willekeur, inspiratie, ... Het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk', beschikt via het zelfgeleidingssysteem over authentieke gesproken bronnen, de getuigenis. Daar, zoals voorheen vermeld, de getuigenissen anoniem en niet gedateerd zijn, kunnen we ze niet vergelijken met eerdere getuigenissen van desbetreffende informant, noch met het kampverleden van de informant. Wel kunnen we de getuigenissen vergelijken met elkaar. Bij voorbeeld een vergelijking tussen de getuigenis die beluisterd kan worden aan de inkompoort, in de cellen en in de chambrées. We kunnen de getuigenissen vergelijken met neergeschreven getuigenissen over gevangenschap in Breendonk. vb. Paul Levy, Le Déñ, Bruxelles, 1985. Frans Ficher, de hel van Breendonk. Brussel, z.d. Jacques Ochs, Breendonck. basnards et boureaux, Bruxelles, 1947. 105
28/33
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 3
Ook kunnen we deze toetsen aan getuigenissen van gedetineerden in andere Belgische kampen. vb. de verhalen van Nathan Ramet, vice-voorzitter van de Vereniging van Joodse Weggevoerden in België en voorzitter van het 'Museum van Deportatie en Verzet', die in de Mechelse Dossin-kazerne verbleef. In het onderzoek van Kavadias: De Dossinkazerne te Mechelen: een exvloratief onderzoek naar de orale geschiedenis van de sociale ruimte rond een nazi-verzamelkamv voor joden. Het collectieve geheugen van de "Paroche-buurt", in: Bulletin trimestriel de la Fondation Auschwitz, histoire et mémoire des crimes et génocides nazis. Colloque international, XXXV-XXXVI (avril-septembre 1993), Bruxelles, p. 165-185. Wanneer raen de getuigenissen naleest en vergelijkt, blijkt dat de getuigenissen die in het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk' beluisterd kunnen worden, representatief blijken te zijn voor de doorsnee getuigenissen. Het verhaal is meestal vergelijkbaar, enkel de personnages hebben een andere naam. Steeds opnieuw komen dezelfde elementen van wreedheid, willekeur, pijn, angst, Gründlichkeit, terreur, höriger, overbevolking,... terug. Voor de verzameling objecten kunnen we vergelijken met andere musea, tentoonstellingen, privé collecties. vb. 'Ik was 20 in '45', een temporaire tentoonstelling in het Brusselse legermuseum. Het Brusselse legermuseum zelf, in het Jubelpark. E e n privé collectie bij een verzamelaar, (die anoniem wenst te uijveni ••
Tussen het legermuseum en het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk' bestaat al sinds jaren een samenwerking. Het Gedenkteken leent van het legermuseum objecten, en vica versa. Logisch dus dat het Gedenkteken ook meewerkte aan de tentoonstelling 'Ik was 20 in '45'.
106
29/33
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 3
Het is zeker zo dat de verzamelingen gedeeltelijk overeenstemmen. Overal komen we in grote lijnen hetzelfde concept tegen. Doch staat de relatief povere verzameling van het Gedenkteken in schril contrast met het legermiiseum. Begrijpelijk misschien, daar in het legermuseum, van allerlei instanties en privé personen, materiaal werd neergelegd. Het Gedenkteken is rijk aan artikels, boeken, en andere uitgegeven bronnen, maar de werkelijke archeologische bronnen zijn zeldzaam. Misschien is het ongepast het Gedenkteken met een mastodont als het legermuseum te vergelijken. Maar wat dan met de vergelijking tussen een privé-collectie van een verzamelaar-amateur en het 'Nationaal Gedenkteken' ? Zelfs in dit klein opgezette initiatief, vinden we objecten terug die thuis horen in een openbare instelling, zoals het 'Nationaal Gedenkteken' als Breendonk er een is. Wat is er gebeurd met de giften, die aan het Fort werden gedaan door privé-personen of publieke instellingen ? Met de uniformen, helmen, dolken, eretekens, ... die in een gedeeltelijke inventaris van 1976 nog vermeld staan ?
107
30/33
Bron BRO/morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 3
5. Inleidende teksten: Wordt de bezoeker op de hoogte gebracht van de context waarin een object of getuigenis gesitueerd moet worden ?
Nergens in het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk', wordt er een echt 'overkoepelend' beeld geschetst van de wereldsituatie ten tijde van de gebeurtenissen in het Fort van Breendonk. In tegenstelling tot de tentoonstelling 'ik was 20 in '45', wordt er nergens in het Gedenkteken aandacht besteed aan de oorlog in de Pacific, in Italië, de situatie in de Verenigde Staten, de oorlog in de Balkan, de gebeurtenissen in Japan. Toch doet dit gebrek aan een alomvattende context geen echte aflbraak aan de waarde van het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk'. De gevangenen in Breendonk waren afgezonderd van de buitenwereld, van de ontwikkelingen elders op het oorlogsfront. Hun beleveniswereld was beperkt tot de slotgracht van het Fort. Buiten een verstrenging van het regime, na de Duitse inval in Rusland en een vervroegde eerste evacuatie in 1944, hebben externe gebeurtenissen, weinig invloed uitgeoefend op de situatie in het Fort. Misschien dat een zeer beknopt, in telegramstijl opgesteld, verslag van de wereld- of Europese situatie handig zou zijn als kapstok waaraan de bezoeker feiten uit het Fort kan enten. Maar een grote lacune is het niet.
108
31 /33
Bron BRO / morel 2
p.1
-| g Q^ 2007
deel 2 3
6. Hoe is de verhouding tussen bronnen en informatie ? Wordt de bezoeker bijgestaan in de verwerking en interpretatie van de bronnen ? Hoe ver gaan de bindteksten ?
Jammer genoeg wordt er niet overal in het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk', evenveel aandacht besteed aan wijze waarop een bezoeker de informatiestroom te verwerken krijgt. Soms zijn bindteksten onbestaande, terwijl een andere maal, de bindteksten zo overvloedig aanwezig zijn, dat ze de aandacht afleiden van de eigenlijke objecten. We illustreren wederom met enkele voorbeelden: Museum, eerste verdieping^amer a/ kast III Hier vinden we een porseleinen scherf, een stuk doek, een houten hakenkruis, ... zonder enige uitleg of verwijzing. Slechts na advies van een 'amateur-verzamelaar', konden de objecten geïdentificeerd worden als 'scherf van een asbak van de Reichskanzlei', 'doek om armbanden van te maken Deutschervolksturm', 'decoratief element, voorstellende hakenkruis circa 1985'. Hetzelfde probleem stelde zich voor: Museum, eerste verdiepin^kamer a/ kast VI De voorgenoemde autovaandeltjes, ongeïdentificeerd in de vitrinekast.
bevinden
zich
ook
Slechts na advies van een 'amateur-verzamelaar', konden de objecten geïdentificeerd worden als 'een autovlag van de Luftwaffe' en 'een vaandel vaneen partij wagen'.
109
32/33
Bron BRO / morel 2
p1 19.07.2007
deel 2 3
Om. te illusteren dat niet elke bezoeker over voldoende kennis beschikt om de hem voorgelegde objecten te identificeren, hierbij enkeie genoteerde reacties bij desbetreffende kast VI: 'Dat is een vlag van op een kanteel van Hitlers arendnest' 'Dat was geborduurd op de uniformen van de officieren' 'Dat was de vlag die op de tanks stonden ' 'Dat zijn waarschijnlijk vaandels van Hitlers limousine '
110
33/33
Bron BRO / morel 2
p.1
19 07 2007
deel 2 4
7. Welke boodschap streeft het Gedenkteken na ? Bij het naslaan van de 'Verslagen van de Raden vari Beheer' en de 'Parlemenaire Handelingen', vinden we steeds als voornaamste opdracht voor het Gedenkteken: ten eerste, de 'herinnering aan de nazigruwelen levendig houden' en ten tweede, 'de burgergeest van de jeugd voeden en activeren. ' Overal in het Gedenkteken kan de gedrevenheid om aan deze eerste opdracht te voldoen teruggevonden worden. De getuigenissen, roepen bij de bezoeker een gevoel van verontwaarding op, een geschoktheid om zoveel onrecht. Zo wordt aan de executiepalen een getuigenis afgelegd over de fusillades en verhangingen. De nadruk wordt gelegd op de jeugdige leeftijd van de slachtoffers, over de moed waarmee ze de dood trotseerden. Ook in de bunker creëert men een gevoel van onbehaaglijkheid en opstandigheid, door de macabere atmospheer in combinatie met de getormenteerde stem die een getuigenis over het 'intensief verhoor' aflegt. In het museum, bevinden zich op de gelijkvloerse verdieping, in kamer c, kast V, zestien bidprentjes, waarop gevangenen, voor hun executie enkele woorden mochten neerschrijven. Ontroerende, eenvoudige woorden, die zowel getuigen van een diepe wanhoop als van een rotsvast geloof. Ook foto's van nazi-gruwelen en de authentieke marteltuigen,doen een gevoel van 'dit nooit meer' bij de bezoeker onstaan. Met deze getuigenissen en objecten streeft men - bewust of onbewust - naar het eerste voorgenomen punt, nl. de nazigruwelen levendig houden '.
111
/37
Bron BRO / morel 2
p.1
^ 9.07.2007
deel 2 4
Het tweede voorgenomen punt, nl. 'de hurgergeest van de jeugd voeden en activeren', is minder uitgesproken in het Fort aanwezig. Er is weinig in het Fort aanwezig - met uitgezonderd van de Bunker • die bij de leeftijdscategorie tussen tien en achttien, interesse kan opwekken. Uiteraard bevestigen ook hier de uitzonderingen de regel. Het museum is te onoverzichtelijk, te verwarrend. Te veel artikels, boeken, brieven. Te weinig objecten die een tastbare herinnering zijn aan het oorlogsverleden van het Fort. Het vraagt van de bezoeker even tijd en geduld om ingewerkt te raken in de informatie die het museum te bieden heeft. Wanneer we vergelijken met de tentoonstelling in het Legermuseum 'Ik was 20 in '45', dan merken we direkt de minder aansprekende aanpak van het museum van Breendonk. Geen geënseneerde taferelen, geen 'special effects', geen 'visual reality'. Het museum van het Gedenkteken, werkt nog met de middelen van vijftig jaar geleden. Vitrinekasten, etalagepoppen, fotokaders. Een modernere aanpak van het museum, zou de aandacht van de jongeren misschien wel kunnen wekken. De weinige groepen jongeren die tijdens het maken van deze licentiaatsverhandeling in het Fort van Breendonk geobserveerd werden, maakten er een dagje 'pretpark' van. De serene sfeer in het Gedenkteken, ging verloren in het gelach en gepraat. - Er werd in het gras rond het Fort gezellig gekeuveld, en bij het betreden van de bunker, werd er gegild en gegibberd als betrof het een spookkasteel op de kermis. - Meermaals merkte men op dat de 'durver' uit de groep, de Hitler-groet aan een etalagepop met nazi-uniform bracht, of dat de executiepalen gebruikt werden als achtergrond voor een vakantiefoto. 112
2/37
Bron BRO / morel 2
p.1 19.07.2007
deel 2 4
Men kan dus wel concluderen dat Breendonk op de jeugd niet het verhoopte effect heeft. Misschien dat, door in de toekomst aan de opstelling en het concept te sleutelen, ook deze moeilijke leeftijdscategorie, gehoeid kan worden door de geschiedenis van het Fort van Breendonk.
113
3/37
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 4
Het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van als autonome openbare instelling memoriaal Als op 30 augustus 1947 de wet ter oprichting van het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk' in het staatsblad verscheen, werden er van de 12 artikelen 5 gewijd aan de organen die het memoriaal moesten conserveren en beheren. A. Raad van Beheer Art. 5: Het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk' wordt beheerd door een Raad van Beheer bestaande uit vijftien leden, (bijlage 5) Art. 6: De vijftien leden van de Raad van Beheer worden benoemd bij Koninklijk Besluit voor een termijn van vier jaar. De gouverneur der provincie die altijd dient uitgenodigd op de vergaderingen van de Raad van Beheer, neemt deel aan de vergaderingen van de Raad wanneer hij zulks passend oordeelt. In dit geval zit hij de vergadering voor en is stemgerechtigd. De burgemeester en de secretaris van de gemeente Breendonk zijn rechtens lid van de Raad. Vier leden worden gekozen onder de ambtenaren behorende respectievelijk: twee tot het departement van Openbaar Onderwijs, één tot het departement Landsverdediging en één tot het departement Financiën; deze laatste neemt het ambt vdn penningmeester waar. Een lid wordt gekozen onder de ambtenaren der provincie. De acht overige leden, waaronder, voor zover dit mogelijk is, de voorzitter en de secretaris van de Raad van Beheer worden (Kmgeduid, worden bij voorkeur gekozen onder de Belgische burgers die in het Fort werden opgesloten of, als er geen zijn, onder de leden hunner familiën.
114
4/37
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 4
Art. 7: De raad heeft al de machten van beheer dienstig voor de verwezelijking van het doel van de instelling. Art. 8: De voorzitter is stemgerechtigd en zijn stem is beslissend. De voorzitter is belast met al de handelingen van dagelijks beheer. Hij heeft, bovendien, al de machten dien hem door de raad worden overgedragen. De raad benoemt het personeel van de instelling en stelt zijn bezoldiging vast. De voorzitter kan aan een lid van het personeel een deel van zijn attributies betreffende het dagelijks beheer overdragen. Art. 9: De raad maakt een reglement op dat aan de goedkeuring door koninklijk besluit is onderworpen. Op 16 oktober 1947 verscheen in het Belgisch Staatsblad een besluit van de Prins-Regent van 26 september, waarbij de leden van de Raad van Beheer met ingang van 1 oktober werden benoemd. Hierin zetelen 7 ambtenaren tegenover 8 oud-gevangenen. Op 23 oktober 1947 werd de Raad van Beheer door minister van Landsverdediging Defraiteur geïnstalleerd. De leden werden door de koning benoemd op voordracht van de minister van Landsverdediging. (1) 1- Fort Br eendonk, uitgave van de Raad van Beheer van het Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, 1983, p.96.
115
5/37
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 4
In zitting van 4 november 1947 had m de raad de verkiezing van voorzitter en secretarissen plaats. (1) De penningmeester was voorheen reeds door de wet aangeduid. De eerste voorzitter van de Raad van Beheer van het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk' was André Simonart (2). Hij zou deze positie bekleden tot 1976. In die beginperiode werden de vergaderingen - een veertigtal in totaal - vooral gehouden in de gebouwen van het ministerie van Landsverdediging, later ook in de Prins Boudewijn-kazerne te Brussel en sporadisch in het Fort zelf. Bij eenparigheid van stemmen besloot de raad zijn leden geen prestatiegelden toe te kennen en alle onkosten door de beheerders waargenomen, niet te vergoeden. (3) Later werd wel beslist de onkosten van de beheerders terug te betalen. (4) In juni 1948 besliste de Eaad van Beheer een directeur aan te duiden, verantwoordelijk voor het personeel (5) en de werken. J. Borzée, oud-gevangene van Breendonk, werd voor deze taak aangeduid. (6) 1. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk. verslag van de Raad van Beheer, 1947-1951, p. 6. 2. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, verslag van de Raad van Beheer, 1947-1951, p. 6. 3. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, verslag van de Raad van Beheer, 1947-1951, p. 6. 4. Me e de gedeeld in het 'reglement van inwendige orde van het Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk' verschenen in het Belgisch Staatsblad van 6 januari 1949. 5. In het Belgische staatsblad van 6 januari 1949 verscheen een "reglement van inwendige orde van het Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk." Het heeft vooral betrekking op het personeel. 6- N_ationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk. verslag van de Raad van Beheer, 1947-1951, p. 7.
116
6/37
Bron BRO / morel 2
p.1
19 07 2007
deel 2 4
Om de werken die moesten uitgevoerd worden te ontwerpen, te organiseren en beter te coördineren werd besloten, om na goedkeuring door de raad van Beheer, deze taak op te dragen aan een conservator. In september 1948 werd Paul Levy, eveneens oud-gevangene van Breendonk, allereerste conservator. Zijn taak bestond erin de verschillende memoriaalplannen voor het Fort verder te bestuderen en uit te werken. (1) De volle eigendom van het Fort werd op 28 september 1948 met grote plechtigheid te Breendonk overgemaakt aan de Eaad van Beheer door kolonel Woussen, vertegenwoordiger van de minister van Landsverdediging. Om de beoogde doelstellingen van het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk' te verwezenlijken, stelde de Raad van Beheer zich drie stelregels: (2) 1/ de gebouwen zo goed mogelijk te beschermen tegen de weersomstandigheden, en de plaatsen in hun vorige toestand te herstellen. 2/ de gebeurtenissen die zich in het Fort hebben afgespeeld weer op te roepen 'om de burgerzin van de Natie' te ontwikkelen. 3/ het bezoek aan het Gedenkteken te organiseren. Bij de uitvoering van het eerste punt werd men reeds geconfronteerd met het vochtigheidsprobleem van het Fort. 1. In juli 1949 werd Paul Levy benoemd tot directeur bij de Raad van Europa, zodat hij zich verpHcht zag zijn taak als of&ciële conservator van het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk' neer te leggen. Hij bleef wel in functie als beheerder. 2- Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, verslag van de Raad van Beheer, 1947-1951, p. 7.
117
7/37
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 4
Om de werken die moesten uitgevoerd worden te ontwerpen, te organiseren en beter te coördineren werd besloten, om na goedkeuring door de raad van Beheer, deze taak op te dragen aan een conservator. In september 1948 werd Paul Levy, eveneens oud-gevangene van Breendonk, allereerste conservator. Zijn taak bestond erin de verschillende memoriaalplannen voor het Fort verder te bestuderen en uit te werken, (1) De volle eigendom van het Fort werd op 28 september 1948 met grote plechtigheid te Breendonk overgemaakt aan de Raad van Beheer door kolonel Woussen, vertegenwoordiger van de minister van Landsverdediging. Om de beoogde doelstellingen van het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk' te verwezenlijken, stelde de Raad van Beheer zich drie stelregels: (2) 1/ de gebouwen zo goed mogelijk te beschermen tegen de weersomstandigheden, en de plaatsen in hun vorige toestand te herstellen. 2/ de gebeurtenissen die zich in het Fort hebben afgespeeld weer op te roepen 'om de burgerzin van de Natie' te ontwikkelen. 3/ het bezoek aan het Gedenkteken te organiseren. Bij de uitvoering van het eerste punt werd men reeds geconfronteerd met het vochtigheidsprobleem van het Fort. 1. In juli 1949 werd Paul Levy benoemd tot directeur bij de Raad van Europa, zodat hij zich verplicht zag zijn taak als officiële conservator van het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk' neer te leggen. Hij bleef wel in functie als beheerder. 2. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk. verslag van de Raad van Beheer, 1947-1951, p. 7.
Il"
8/37
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 4
In die eerste jaren werden ook de meest noodzakelijke j-eparaties verricht. Stelregel nummer één was en is nog steeds dat het authentieke uitzicht van het Fort niet mag lijden onder de werkzaamheden. Paul Levy omschrijft het als volgt (1) :"Het Fort van Breendonk moet als een historisch gehouw worden aangezien. Ieder plekje grond is er heilig." Punt twee hield in, dat tal van voorwerpen gerecupereerd of gereconstrueerd moesten worden. Paul Levy hier over: "Het zal dus nauwkeurig heringericht moeten worden, zoals het hestond gedurende de nazi-bezetting.(2) Ook getuigenissen moeten geregistreerd worden, om de bezoeker een objectief en authentiek beeld te laten vormen van wat er zich in het kamp gedurende de vier oorlogsjaren heeft afgespeeld." Het laatste agendapunt tenslotte betrof vooral het personeel. Zo werden in begin 1948 een portier en twee vaste gidsen aangeworven. De portier en zijn familie werden in het Fort zelf gehuisvest. Een oude SS-garage, gelegen buiten de ringgracht, werd in de loop van 1948 ongebouwd tot portierswoning. In 1949 werd er door de enorme toeloop van bezoekers nog een derde vaste gids aangenomen. Naast de gidsen werd er een 'zelfgeleidingssysteem' ter beschikking gesteld van de bezoeker. 1. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, verslag van de Raad van Beheer, 1947-1951, p. 15. 2. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk. verslag van de Raad van Beheer, 1947-1951, p. 15.
118
9/37
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 4
In het verslag van de Raad van Beheer 1947-1951 schreef Paul Lev>' in verband met de inrichting van het Fort als memoriaal: "De bekommernis de vorming van legenden te voorkomen, heeft anderzijds aanleiding gegeven de tussenkomst der gidsen zoveel mogelijk te beperken, daar deze, soms onbewust, de waarheid onrecht aandoen. Het reglement van het memoriaal voorziet dat de gidsen zich ziillen beperken tot het toezicht en dat de nodige uitleg zal verschaft worden door geluidsopnamen, die door de Raad van Beheer goedgekeurd werden en door de bezoeker zelf in werking kunnen gesteld worden". De installatie was gebruiksklaar in 1952. Voor de inrichting van het Fort deelde de Raad van Beheer de uit te voeren werken werken in, naar een graad van hoogdringendheid. (1) 1. Algemene werken van aanpassing en herstel. 2. Reconstructie van de gerechtszaal, de cellen, een typische kamer, de 'Bunker', de schietbaan der terechtstellingen en een type-arbeidsplaats. 3. Inrichten van het 'Museum van Breendonk'. 4. Aanbrengen van een geluidsinstallatie en een zelfgeleidingssysteem. 5. Inrichten van een 'Museum der Gevangenschap'. 6. Inrichten van een kino en een bibliotheek. 7. Inrichten van een zaal voor tijdelijke tentoonstellingen en archief. De eerste vier punten van deze lijst werden voltooid tijdens de eerste dienstperiode van de Raad van Beheer, van 1947 tot 1951. 1. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk. verslag van de Raad van Beheer, 1947-1951, p. 18.
i 19
10/37
Bron BRO / morel 2
p.1
19 07 2007
deel 2 4
B. Zaakwaarnemer Voor het dagehjks bestuur van het Fort van Breendonk werd een zaakwaarnemer aangesteld, momenteel is dat A. Engelen. Zijn taak bestaat uit het afhandelen van praktisch en dagelijks bestuur van het Fort. Problemen met het personeel, technische defecten, correspondentie, ... C. Wetenschappelijk medewerker Het Fort beschikt over een wetenschappelijk medewerker, die 8 dagen per jaar in het Fort aanwezig moet zijn. Reeds geruime tijd wordt deze taak waargenomen door historica Alice Verhamme. Haar voornaamste taak bestaat uit het reconstueren vervolledigen van de namenlijst der gedetineerden.
en
D. Bewaking Het huishoudelijk reglement, opgesteld in 1967, bevat de volgende verwijzingen in verband met de bewaking. Artikel 7: De hoofdbewaker beschikt voor zichzelf en zijn familie over kosteloze huisvesting, in een gebouw gelegen bij de ingang van het Fort en verzekert het toezicht van de terreinen buiten de uren voorzien voor de bezoeken door het publiek. Hij houdt de boekhouding bij van de verkoop van documenten ën gedachtenissen toegelaten door de Raad van Beheer en vervaardigd ten voordeel van het Gedenkteken maar mag geen enkele handels bedrijvigheid uitoefenen, hetzij winstgevend of niet, binnen de omheining van het Fort. Hij oefent het gezag uit over de bewakers en heeft het recht de dagen en uren van de dienstprestaties te wijzigen op voorwaarde dat hij hierover rekenschap geeft aan de afgevaardigde van de Voorzitter van de Raad van, Beheer. 120
11/37
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 4
Artikel 8: De bewakers houden toezicht over het publiek dat toelating heeft het Fort te bezoeken. Ze zijn verantwoordelijk voor de bescherming van het oord en van de verzamelingen. Gezien de nodige richtlijnen aan het publiek verstrekt worden door de op band opgenomen teksten en de gedrukte dokumenten zullen de bewakers enkel zeer discreet tussenkomen en uitsluitend op verzoek van het publiek. Ze zijn om beurten belast met de verkoop ten gunste van het Gedenkteken, van de toegangskaarten en van de gedachtenissen en dokumenten toegelaten door de Raad van Beheer. Artikel 9: Daar zij aanvaard zijn door het van Antwerpen en zij beëdigd zijn voor de de Hoofdbewaker en de bewakers het recht stellen tegen alle overtredingen gepleegd toebehoort aan het Gedenkteken.
121
12/37
Provinciaal Bestuur Vrederechter hebben proces-verbaal op te op het gebied dat
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 4
m_2__Belangstelling van het grote publiek voor het gedenkteken Via de verslagen van de Raden van Beheer, die elke vier jaar gepubliceerd werden, kon een grafiek worden opgesteld van het aantal bezoekers, (bijlage 6) bezoekers 1948: 64.312 1949:109.731 1950: 91.391 1951: 85.408 1952: 77.420 1953: 81.309 1954: 93.327 1955: 84.214 1956: 76.846 1957: 66.710 1958: 49.142 1959: 70.458 1960: 59.216 1961: 66.793 1962: 59.147 1963: 60.143 1964: 69.860 1965: 72.332 1966: 68.253 1967: 63.909 1968: 68.446
1969: 63.092 1970: 66.285 1971: 56.726 1972: 58.032 1973: 55.291 1974: 61.256 1975: 60.839 1976: 55.085 1977: 53.458 1978: 53.426 1979: 55.795 1980: 50.707 1981: 46.826 1982: 43.458 1983: 40.666 1984: 41.534 1985: 48.642 1986: 40.206 1987: 43.051 1988: 46.082 1989: 48.897 1990: 47.147
Alle cijfers komen uit de verschillende verslagen van de Raad van Beheer van het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk', I- XI. 19471991.
122
13/37
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 4
Opmerkelijk is dat vooral in de beginjaren veel belangstelling voor het gedenkteken met 1949 als uitschieter; toen er bijna 110.000 bezoekers werden geteld. Daarna verminderde de belangstelling, met 1958 als dieptepunt m de jaren vijftig, zestig en zeventig. Dit is hoofdzakelijk te wijten aan de concurrentie van de Wereldtentoonstelling te Brussel. Sinds 1976 overschrijdt het bezoekersaantal de 60.000 per jaar niet meer. De jaren tachtig volgen deze dalende tendens maar begin jaren negentig steeg het aantal bezoekers opnieuw, ongetwijfeld door de vele herdenkingen naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van de Tweede Wereldoorlog. Cijfers zijn daarvan voorlopig niet over beschikbaar, daar deze gegevens pas begin 1996 worden vrijgegeven. Meer recente jaarlijkse processen verbaal van de Raad van Beheer zijn niet publiek.
Belangstelling schoolkinderen De volgende grafiek schetst een beeld van de interesse vanwege scholen voor het 'Nationaal Gedenkteken'. De cijfers vertonen een hiaat van 1975 tot 1983. (bijlage 7) 1948: 5911 1949: 7389 1950: 7440 1951: 7665* 1952: 6330 1953: 6840 1954: 11.971 1955: 9594 1956: 7052 1957: 6500 1958: 2772 1959: 7895 1960: 6985
1962: 1963: 1964: 1965: 1966: 1967: 1968: 1969: 1970: 1971: 1972: 1973: 1974:
6817 6983 6321 6213 5991 5364 4972 5094 6256 4952 5624 4885 5921 123
14/37
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 4
1961: 1983: 1984: 1985: 1986:
8441 6557 6738 10789 7691
1975: 1987: 1988: 1989: 1990:
5332 ** 7866 10968 11617 11150
*: tot 1oktober 1951 **: tot 30 septemher 1975
Informatie over het hezoek van scholen ontbreekt voor de periode 1975 tot 1983. Op te maken valt dat Expo '58 veel scholen aanzette om hun jaarlijkse uitstap van Breendonk naar Brussel te verleggen. Het daaropvolgende jaar is het evenwicht echter hersteld. Eind jaren zeventig steeg het aantal scholieren opnieuw. Deze tendens zet zich voort in de jaren tachtig, zoals blijkt uit het cijfermateriaal. De cijfergegevens van de jaren negentig werden nog niet vrijgegeven.
124
15/37
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 4
Procentueel aantal schoolkinderen io totaal bezoek Het aandeel van de schoolkinderen in het totale bezoekersaantal voor de periode 1983 tot 1990 werd eveneens onderzocht. (1) Om tot een procentueel aandeel te komen, deelde men de absolute cijfergegevens betreffende de schoolbezoeken door de absolute cijfergegevens van het bezoek in het algemeen. Volgende vaststellingen werden genoteerd: 1983: 16,12% 1984: 16,22% 1985: 22,18% 1986: 19,13% 1987: 18,27% 1988: 23,80% 1989: 23,76% 1990: 23,65% Deze cijfers werden tot een grafiek bewerkt, (bijlage 8) Gesteld kan worden dat het schoolaandeel op zeven jaar tijd aanzienlijk gestegen is. Enerzijds is het normaal dat het aantal niet-scholieren daalt, daar de overlevenden van Breendonk en hun naaste familie langzaam verdwijnen. Daarnaast zien we toch ook een absolute toename van het aantal scholieren dat het Gedenkteken bezoekt.
1- 1983 omdat we vanaf dan over doorlopend cijfermateriaal van de schoolbezoeken beschikken.
125
16/37
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 4
jjljjgmanciën Het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk' haalt zijn financiële middelen uit eigen inkomsten en een speciaal krediet van het ministerie van Defensie. (Paul Levy)
Art. 10. De inkomsten van de instelling worden gevormd: 1° uit de opbrengst van het inkomgeld, dat van zekere categorieën bezoekers zal kunnen geëist worden. 2° uit de onroerende schenkingen en legaten welke de instelling zal gemachtigd zijn te ontvangen, overeenkomstig artikel 910 van het Burgelijk Wetboek. 3° uit een toelage van de Staat die jaarlijks, zolang die nodig blijkt, op de begroting van Landsverdediging wordt uitgetrokken. 4° uit de steungelden van de provincies en de gemeenten.
Art. 11: De Raad maakt jaarlijks de begroting van de instelling op en bepaalt de regels betreffende de uitgaven . De betalingen die aan te rekenen zijn op de bij het 3"" van artikel 10 voorziene toelage, zijn voor zover het sommen boven 20,000 frank geldt, aan de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende de staatsuitgaven onderworpen. De rekening van de verrichtingen van de instelling jaarlijks aan het toezicht van het Rekenhof onderworpen.
wofdt
12: De ambtenaren van het Bestuur der Domeinen zijn bevoegd om authentieke kracht te geven aan de akten welke de instelling aanbelangen.
126
17/37
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 4
De boekhouding wordt gevoerd zoals de wet van 19 augustus 1947 stipuleerde (1) en volgens dezelfde principes geldende voor een staatshoekhouding (2). De rekening der verrichtingen, regelmatig nagezien en goedgekeurd door de voorzitter, wordt jaarlijks, na goedkeuring door de Raad van Beheer, aan het Rekenhof voorgelegd. Naast inkomgelden en de inkomsten van de verkoop van brochures en souvenirs, mag het memoriaal ook rekenen op een staatstoelage. In 1947 werd wel vastgesteld dat deze staatstoelage het half miljoen niet mag overschrijden. (3)
1. zie uittreksel staatsblad eerder m dit werk ^- Nationaal Gedenkteken van het Fort van Brecndonk. verslag van de Raad van Beheer I, 1947-1951, p. 12-13. 3- Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk. verslag van de Raad van Beheer III, 1955-1959, p. 18.
127
18/37
Bron BRO/morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 4
De eerste twee dienstjaren, namelijk 1948 (1) en 1949, ontving het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk' een staatssubsidie van twee maal 500.000,- bfr. (2) Dank zij de gunstige financiële situatie van het memoriaal gedurende deze eerste twee werkingsjaren, konden de subsidies vanaf 1950 gehalveerd worden tot 250.000,- bfr. per jaar dus. (3) Deze toestand bleef ongewijzigd voor de jaren 1951 tot en met 1955. Met uitzondering van 1954, waar de Raad van Beheer een buitengewoon krediet van 500.000,- bfr. aanvroeg voor dringende herstellingswerken. Op deze kredietaanvraag werd positief gereageerd. (4) Tijdens de derde dienstperiode van de Raad van Beheer (5) bleef de staatstoelage vastgesteld op 250.000,- bfr. per jaar. Dit bedrag bleef eveneens ongewijzigd in de vierde dienstperiode. (6) 1. 1948 werd geboekt van 1 oktober 1947 tot en met 31 december 1948. 2. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, verslag van Raad van Beheer I, 1947-1951, Bijlage II. 3. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, verslag van Raad van Beheer I, 1947-1951, p. 14. 4. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk. verslag van Raad van Beheer I, 1951-1955, p. 12. 5. 1955-1959 6- Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk. verslag van Raad van Beheer IV, 1959-1963, p. 19.
128
19/37
de de de.,
de
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 4
Tot 1962 werkte de Raad van Beheer met twee gescheiden boekhoudingen. Eén boekhouding die de inrichting van het monument bijhield en één die de werkingskosten verwerkte. Door de samenvoeging van de twee boekhoudingen tot één kon de staatssubsidie nu ook voor de werkingskosten worden aangewend, waar dit voorheen onmogehjk was. (3) In 1964 was de Raad van Beheer genoodzaakt de minister van Defensie te vragen de voorheen gehalveerde staatssubsidie terug op te trekken tot 500.000,- bfr. (1), daar de financiële toestand uiterst wankel was. (2) De aangevraagde en hoogdringende verhoging van de jaarlijkse staatstoelage werd in 1965 goedgekeurd en was voortaan vastgelegd op 500.000,- bfr. Op 21 januari 1969 werd de minister van Landsverdediging, P.W. Seghers, om een buitengewone toelage van 1.000.000,- bfr. gevraagd. (4) De minister speelde de vraag door naar de minister van Begroting en op het einde van 1969 werd er een buitengewone toelage bekomen van 600.000,- bfr. (5) 1. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, verslag van de Raad van Beheer IV, 1959-1963, p. 19. 2. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, verslag van de Raad van Beheer IV, 1959-1963, p. 19. 3. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, verslag van deRaad van Beheer IV, 1959-1963, p. 19. en. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk. verslag van de Raad van Beheer V, 1963-1967, p. 18. 4. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, verslag van de Raad van Beheer VI, 1967-1971, p. 18. 5. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, verslag van de Raad van Beheer VI, 1967-1971, p. 6.
129
20/37
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 4
Dit bedrag werd gespreid gebruikt over twee jaren, 1970 en 1971, ten einde de meest dringende herstellingsv/erken aan het Fort te financieren. (1) De verkregen 600.000,- bfr. voldeed echter niet - men had immers 1.000.000,- bfr. gevraagd - en daarom stuurde de Raad van Beheer in september 1971 een brief naar gouverneur Kinsbergen. (2) Het betrof een aanvraag voor geldelijke steun van de provincie Antwerpen op wiens grondgebied het memoriaal zich bevindt. (3) De houding van de gouverneur tegenover dit verzoek was niet alleen gunstig, bovendien spaarde hij tijd noch moeite, om bij zijn collegaprovinciegouverneurs te pleiten eveneens het Fort geldelijk te steunen. (4) In 1972 diende de Raad van Beheer een aanvraag tot verhoging van de staatstoelage in bij minister van Defensie, Paul van den Boeynants.(5) Na lang beraad werd zulks toegekend, zodat de staatstoelage vanaf 1972, 800.000,- bfr. vertegenwoordigde, in plaats van 500.000,- bfr. voorheen. Daarenboven ontving het memoriaal in 1973 nog een extra nationale toelage van 500.000,bfr. (6) en van de provincies, tesamen 105.000,- bfr. Sinds '72 ontvangt het memoriaal nagenoeg van praktisch alle provincies subsidies die fluctueren tussen de 5000 en de 25.000,- bfr. per provincie. (7) 1. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Raad van Beheer VI, 1967-1971, p. 6. 2. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Raad van Beheer VI, 1967-1971, Bijlage II. 3. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Raad van Beheer VII, 1971-1975, p. 21. 4. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Raad van Beheer \ai, 1971-1975, p. 8. 5. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Raad van Beheer W, 1971-1975, p. 22. 6. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Raad van Beheer \1I, 1971-1975, p. 22. 7. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Raad van Beheer\1I, 1971-1975, p. 25. 130
21 /37
Breendonk. verslag van de Breendonk, verslag van de Breendonk, verslag van de Breendonk, verslag van de Breendonk. verslag van de Breendonk, verslag van de Breendonk, verslag van de
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 4
Ondanks dit alles werd boekingjaar 1973 toch met verlies afgesloten, daar het reservefonds was uitgeput. (1) In 1974 bleef de 800.000,- bfr. staatstoelage status quo. Dit ondanks de steeds stijgende kosten. (2) In 1974 werd opnieuw een extra staatstoelage vanwege het ministerie van Defensie toegestaan. Deze kwam op 1.000.000,bfr. (3). Ze werd echter uitbetaald over twee boekingsjaren, 500.000,- bfr. in 1975 en idem in 1976. Op 5 mei 1975 werd de Raad van Beheer op de hoogte gesteld van een beslissing van de minister om de jaarlijkse staatstoelage op te trekken tot 1.600.000,- bfr. (4) Wanneer in deze boekingsjaren de post staatssubsidie word nagaan, merkt men dat de reële subsidie blijkbaar slechts 1.300.000,- bfr. betrof. (5) Daarbij mag men nog wel de subsidies van de provincies tellen, die in 1975, 75.000,- bfr. vertegenwoordigden. In 1977 noteert men een staatstoelage van 1.800.000,- bfr. en in 1978 van 5.800.000,- bfr. De provinciale subsidies stegen respectievelijk tot 76.000,- bfr. en 103.500,- bfr. (6) 1- Nationaal Gedenkteken van het Fort van Raad van Beheer VII, 1971-1975, p. 22. 2. Vooral loonkosten. 3. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Raad van Beheer VII, 1971-1975, p. 22. 4. Natioiiaal Gedenkteken van het Fort van Raad van Beheer VII, 1971-1975, p. 24. ^- N^ationaal Gedenkteken van het Fort van Raad van Beheer VII, 1975-1979, Bijlage IL "• ìjatjanaal Gedenkteken van het Fort van Raad van Beheer Vili, 1975-1979, p. 13.
131
22/37
Breendonk. verslag van de
Breendonk, verslag van'de Breendonk. verslag van de Breendonk. verslag van de Breendonk, verslag van de
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 4
Meer details betreffende deze opvallende subsidiestijging zijn niet beschikbaar. Vanaf 1975 worden de financiële verslagen van de Raden van Beheer minder gedetailleerd, zo danig zelfs dat vanaf 1979 geen betrouwbare cijfergegevens meer bekend zijn. Men kan enkel met zekerheid stellen dat tot 30 september van dat boekingsjaar, de staatssubsidie 600.000,- bfr. en de provinciale subsidie 51.000,- bfr. bedroegen. Vanaf de jaren tachtig beschikt men enkel nog over het 'naakte cijfermateriaal'. Daarom opteerde men voor het meedelen van deze cijfergegevens, zoals ze in de verslagen van de Raad van Beheer werden teruggevonden. De 'achterstallige staatssubsidies' inbegrepen. (1) Staatssubs. / Achterstallige subs. / Provinciale subs. '81 2.000 000,106.000,'82 2.465.000,41.000,'83 2.150.000,51.000,560.000,'84 2.600.000,53.000,1.000 .000,'85 2.100.000,70.000,'86 4.300.000,1.600 .000,28.000,In 1984 en '85 ontving het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk' giften van de Nationale Loterij, respectievelijk 215.000,- bfr. en 200.000,- bfr. (2).
1- Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk. verslag van de Raad van Beheer X, 1983-1987, Bijlage IL 2- Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk, verslag van de Raad van Beheer X, 1983-1987, p. 13.
132
23/37
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 4
Van 1987 tot 1989 bleef de staatssubsidie ongewijzigd op 4.300.000,- bfr. De provinciale subsidies fluctueerden tussen de 125.000,- bfr. en de 156.000,- bfr. (1). Er waren ook geen achterstallige staatssubsidies meer tegoed, waaruit we moeten afleiden dat het memoriaal de achterstallige sommen van 19841986 zou ontvangen hebben. Alhoewel niet steeds duidelijk hoeveel van deze toegezegde subsidies effectief ontvangen werden, kan met stellen dat het memoriaal geen uitzonderlijke staatstoelagen meer aanvroeg. Waaruit een gezonde financiële toestand kan gekonkludeerd worden. In 1987 ten slotte ontving het Gedenkteken nog een gift van de Nationale Loterij voor het bedrag van 250.000,- bfr. (2).
1. 1987: 151.000,- bfr.; 1988: 125.000,- bfr.; 1989: 156.000,- bfr.; 1990: 130.000,- bfr. 2. Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk. verslag van de Raad van Beheer XI, 1987-1991, p. 12
133
24/37
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 4
msteri en uitgaven Naast subsidies kent het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk' uiteraard nog inkomsten van inkomgelden en brochure verkoop. In dit hoofdstukje worden volgende items geschetst: 3.1 kort de evolutie van de inkomprijs b/ de inkomsten uit het inkomgeld d het procentuele belang van het inkomgeld in de totale inkomsten d/ een korte opsomming van de grootste uitgaven. a/ Inkomgelden (bfr.) '47-'57 - gewoon tarief: 10,- meer dan 30 pers. 7.5,- invaliden weerstanders 5,oudstrijders kinderen < 15j - groep schoolkind. 3,- politieke gevang. gratis groot-invaüden
1.5.'58
1.6.'58
1.7.'7O
1.4.74
28.3.'75
15,7.5,-
15,10,-
20,15,-
25,20,-
40,30,-
5>-
5,-
10,-
15,-
20,-
3,-
5,-
10,gratis
15,-
15,gratis
gratis
gratis
gratis
kinderen <7j
Vanaf 1975 werden er geen verhogingen van het inkomgeld in. de verslagen van de Raden van Beheer vermeld. Op 15 mei 1995 bedroegen de inkomgelden: 75,-bfr. normaal tarief 20,-bfr. kinderen, scholen, studenten 50,-bfr. groepen
134
25/37
Bron BRO/morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 4
b/ 1948: 1949; 1950: 1951: 1952: 1953: 1954: 1955: 1956: 1957: 1958: 1959: 1960: 1961: 1962: 1963: 1964: 1965: 1966:
bekomen uit inkomgelden 557.358,-bfr. 920.727,-bfr. 736.345,-bfr. 641.665,-bfr. 623.955,-bfr. 646.995,-bfr. 726.990,- bfr. 663.829,- bfr. 616.461,-bfr. 532.184,-bfr. 560.070,-bfr. 774.695,-bfr. 660.785,- bfr. 729.670,-bfr. 655.730,-bfr. 672.490,- bfr. 795.625,-bfr. 837.520,-bfr. 786.995,- bfr.
1967: 725.065,-bfr. 1968: 732.495,-bfr. 1969: 724.260,-bfr. 1970: 954.305,-bfr. 1971-1975 geen gegevens 1976: 1.788.120,-bfr. 1977: 1.749.520,- bfr. 1978: 2.026.060,- bfr. 1979 geen gegevens 1980: 1.859.310,-bfr. 1981: 1.741.300,-bfr. 1982: 1.612.280,-bfr. 1983: 1.481.910,- bfr. 1984: 2.125.610,-bfr. 1985: 2.390.300,-bfr. 1986: 2.030.610,- bfr. 1987: 2.166.400,-bfr. 1988: 2.231.205,-bfr. 1989: 2.394.790,- bfr. 1990: 2.216.675,- bfr.
Deze gegevens werden in grafiek verwerkt, (bijlage 9)
135
26/37
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 4
g/jvrocentueel ¿tikomsten
aandeel
van
de
inkomgelden
in
de
inkomsten
1950 930.885
1960 773.198
1970 1.583.439
1980 2.420.976
1990 2.938.407
inkom
736.345
660.785
954.305
1.859.310
2.216.675
%
79,10%
85,46%
60,27%
76,80%
75,44%
De 'inkomsten' staan hier voor inkomgelden plus verkoop van souveniers, brochures. Staats- of provinciale subsidies werden hier, net zomin als speciale giften (vb. Nationale Loterij), bijgerekend. Op bijgevoegde grafiek wordt de cijfertabel visueel weergegeven. (bijlage 10)
136
27/37
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 4
uitgaven
personeel & werkel. onkosten 287.921,471.583,678.207,792.021,1.019.295,2.038.145,3.209.030,3.833.956,4.168.661,-
1950: 845.069,1955: 729.256,1960: 876.651,1965: 1.177.645,1970: 1.371.816,1975: 3.220.011,1980: 5.576.258,1985: 5.366.507,1990: 8.351.623,-
% 34,07% 64,66% 77,36% 67,25% 74,30% 63,30% 47,55% 71,44% 49,91%
Deze cijfers werden ook in grafiek verwerkt, (bijlage 11) Deze cijfers komen in hun absolute vorm beter tot hun recht dan geïnterpreteerd in procenten. Wanneer er buiten de personeelskosten in een jaar geen andere zware kosten waren, zal het procentueel belang van de personeelskost zwaarder doorwegen op de totale uitgaven. Doch heeft het geen nut in de uitgaven voor de herstelling van gebouwen een regelmaat of patroon te zoeken. Ze verschillen sterk van jaar tot jaar, afhankelijk van de behoeften tot restauratie van het desbetreffende jaar. Er werd geen rekening gehouden met de uitgaven voor herstellingen. Wel werd het aandeel van de loonkost in de totale uitgaven nagegaan .
137
28/37
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 4
|j1_4,_Aktiviteiten georganiseerd in en door het Gedenkteken Elk jaar organiseert de "Nationale Vereniging der Oudgevangenen van Breendonk" een Nationale Bedevaart, waaraan de Raad van Beheer van het gedenkteken zijn medewerking verleent. Dit gebeurt op de tweede zondag van september. (Voor 1995 werd de datum vastgesteld op 10 september, te 15u.) Naast deze bedevaart organiseren oud-gevangenen jaarlijks een Kruisweg op het grondgebied van het Fort van Breendonk. Dit gebeurt al sinds 1957. Deze kruisweg wordt steeds in de Paasperiode gehouden, een tijd van vasten en meditatie. De kruisweg wordt voorgebeden in het Nederlands en het Frans en de bezoeker wordt uitgenodigd deel te nemen aan de tussengebeden in het Latijn. (De tekst van de kruisweg zoals die op zaterdag 8 april 1995 plaats vond, bevindt zich onder bijlage 12.) Op 11 november, dag van de Wapenstilstand, vindt er jaarlijks een estafetteloop naar het graf van de Onbekende Soldaat in Brussel plaats. Sinds 1985 nemen de jongeren van Willebroek, vertrekkende met de eeuwige vlam uit de stille ruimte van het Fort van Breendonk, aan deze sportieve bezinning deel.
138
29/37
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 4
dan drieduizend gevangenen verbleven gedurende de oorlogsjaren in Breendonk, minstens 98 mensen kwamen in Breendonk om ten gevolge van ontberingen en mishandelingen, 164 mensen werden er gefusilleerd en 21 werden gehangen. Verder werden nog 76 gevangenen van Breendonk in andere oorden gefusilleerd en 11 werden in het Nederlandse Vught gehangen. Minstens 370 gevangenen van Breendonk die niet naar het oosten werden gevoerd, kwamen toch om het leven (1), slachtoffers van mishandeling, uitputting en executie. Onder hen 16 joden. Tijdens de bezettingsjaren was het Fort van Breendonk een symbool van de nazi-staatsterreur in België en ook na de oorlog bleef het symbool staan voor ondemocratisch regime. Een regime waar men opgepakt wordt, aan de willekeur van anderen overgelaten en soms voor eeuwig in het duister verdwijnt. Bij zijn oprichting in 1947 kreeg het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk' een zware opdracht toegewezen. "Getuigen in alle objectiviteit van de laagheid waartoe de mens in staat is." Ook vandaag moet Breendonk ons steeds opnieuw herinneren aan het gevaar van indoctrinatie, blinde haat en megapropaganda. Om die reden, wil de Raad van Beheer - nog steeds onder het voorzitterschap van de intussen vierentachtigjarige Paul Levy - voort gaan met het openstellen van het Fort van Breendonk voor het publiek maar nog steeds is het onmogelijk om het Fort te bezoeken met een gids en dit wil men bewust zo houden. 1. VAN DEN BERGHE, G., Met de dood voor o^en. Begrip en onbegrip tussgn overlevenden van Nazi-kampen en Buitenstaanders. Berchem, p.70.
139
30/37
Bron BRO / morel 2
p.1
^ g Q^ 2007
deel 2 4
er vijftig jaar na de feiten nog slechts weinig overlevenden van het "Folterkamp van Breendonk" kunnen getuigen, dreigt het gevaar voor persoonlijke toevoegingen en subjective ring van de geschiedenis door de gidsen meer dan ooit. Wel leiden enkele oud-gevangenen sporadisch en op speciale aanvraag scholen of groepen rond in het Fort. Maar volgens Paul Le\'y mag dit geen gewoonte worden. "De geluidsinstallatie van het Fort geeft de bezoeker de mogelijkheid een authentieke getuigenis over het Fortleven te beluisteren. De interpretatie is aan hem zelf." Dat een bezoek aan het Fort van Breendonk voor iedereen een aanleiding mag zijn voor een moment van zelfbezinning en introspectie ...
140
31 /37
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 4
¡jj_g_JPraktisch Br andstraat 57 2830 Willebroek 03/886.62.09 Bereikbaarheid: met de wagen via de A12 (Brussel-BoomAntwerpen) en de E 19 (Brüssel-Antwerpen, afrit MechelenNoord). Langs beide wegen zijn er wegwijzers aangebracht. Openingsuren: April-september: 9u tot 18u (toegang tot 17u) Oktober-maart: lOu tot 17u (toegang tot 16u) Inkomgelden: normaal tarief: 75,- bfr. kinderen, scholen en studenten: 20,- bfr. groepen: 50,- bfr.
141
32/37
Bron BRO / morel 2
p.1
19 07 2007
deel 2 4
Het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk' beheren, blijkt geen makkelijke taak. Het onderhoud van het complex, de personeelskosten, de subsidies, ... het zijn practische beslommeringen die de aandacht afleiden van de eigenlijke opdracht van een memoriaal: 'Getuigen over het verleden'. In het Gedenkteken van Breendonk, wordt deze getuigenis op verschillende wijzen aan de bezoeker aangeboden. Door middel van een rondgang in de architecturale overblijfselen van het nazi-regime, door het beluisteren van getuigenissen van gewezen gedetineerden, door een bezoek aan het 'museum'. Maar ondanks de faciliteiten dat een Fort als Breendonk te bieden heeft - de ruimten lenen zich uitstekend tot reconstructies - werden de verwachtingen niet ingevuld. - Het museum geeft een amateuristische en slordige indruk. Het is ondergebracht in een onaangename ruimte, die niet uitnodigt om rustig en aandachtig de collectie objecten te bekijken. Uiteraard is het niet de bedoeling om van een 'folterkamp', dat Breendonk toch was, een aangenaam te vertoeven locatie te maken. De architecturale bronnen, zoals de Bunker en de cellen, moeten een zekere sfeer van onbehagen oproepen. Maar het museum, gehuisvest in de vroegere Revier, zou een moment van meditatie moeten zijn. Een ruimte waar de bezoeker de tijd neemt om rustig elk object in zich op te nemen en te situeren in de context van het Fort. Daarentegen haasten de meesten zich in ijltempo door het museum, niet wetende wat er aanwezig is. Wanneer men een concept kan ontwikkelen dat de bezoeker aanspoort en motiveert om het museum niet te negeren, moet aan een tweede voorwaarde voldaan worden.
142
33/37
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 4
]s[iet enkel een aantrekkelijke presentatie telt, de objecten op zich moeten goed zichtbaar, met duidelijke verwijzingen en begrijpelijke uitleg, een juist en logisch beeld schetsen van Breendonk. Meermaals merkt men dat bepaalde objecten niet benoemd of gedateerd werden, dat er nergens een bron vermeld staat. In sommige vitrinekasten is het werkelijk puzzelen welke beschrijving bij welk object past. Slechts een volhardend bezoeker neemt de tijd om dit alles te ontcijferen ... - De architecturale bronnen, die het Gedenkteken rijk is, werden onrecht aangedaan. Buiten de getuigenissen die door de bezoeker kunnen geactiveerd worden en de enkele woorden uit het gratis aangeboden foldertje, heeft de bezoeker het gissen naar bij voorbeeld 'het oorspronkelijke doel van een bepaalde ruimte', 'de verschillende gebeurtenissen die er plaats vonden', 'de oorsprong van een bepaald object in een ruimte. ' Wanneer we vergelijken met andere - soortgelijke - locaties in het buitenland (vb. Fort van Sentosa, Singapore) merken we welk een potentieel het gebouw in zich heeft. - Over het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk werd nooit een degelijke gids uitgegeven. De uitgave van de Raad van Beheer van het Gedenkteken, 'Het Fort van Breendonk', dat aan de ingang van het Fort te verkrijgen is, blijkt ongeschikt om de bezoeker te begeleiden in zijn verkenningstocht. Het werk is geschreven in doorlopende tekst en bevat geeai onderverdelingen die de wandelroute stap voor stap volgen. De gegevens over het lijkenhuis worden verweven met de gegevens betreffende de barakken, etc, zodat de lütgave enkel bruikbaar is om thuis, als doorlopende tekst te lezen.
143
34/37
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 4
VVel krijgt elke bezoeker aan de ingang van het Fort gratis een folder aangeboden. Deze folder bevat een plan met de uitgestippelde wandelroute en enkele zinnen uitleg over de te bezoeken ruimten. Maar de uitleg op dit twee pagina tellende blaadje is werkelijk summier. Bovendien is niet van het museum, noch van de Ochs-zaal een catalogus verkrijgbaar.
- Het 'Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk', beschikt over een zeer beperkt archief. De documenten - die in het Fort zelf worden bewaard - zijn blootgesteld aan de meest extreme temperaturen, met de nodige schimmels als gevolg. Daarbij komt dan nog dat er niets van de archiefstukken werd geïnventariseerd of gecatalogeerd. Voorzitter van de Raad van Beheer van het Gedenkteken, Paul Levy, beschikte persoonlijk nog wel over een aantal belangrijke documenten en wist ze verbazend snel uit een immense massa papier tevoorschijn te toveren. - Het Gedenkteken vervult nog steeds zijn taak als memoriaal, ook al blijkt een groot deel van de bevolking een verkeerd beeld over het Fort te hebben. Volgens sommigen was het een kamp met gaskamers voor joden, voor anderen een kamp waar enkel verzetsleden opgesloten en gemarteld werden. Misschien dat het Gedenkteken wat meer aandacht zou moeten besteden aan publiciteit en bekendmaking. De generatie die Breendonk nog kent uit de oorlogsjaren, sterft langzaam uit en laat een generatie achter die wel de lugubere sfeer rond het Fort kent, maar zich nauwelijks een idee vormt over de preciese geschiedenis.
144
35/37
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 4
De beste steekproef om te controleren of het Gedenkteken funcioneert als 'medium van informatie over het folterkamp van ßreendonk', is door enkele willekeurige bezoekers te ondervragen. De gestelde vragen luiden als volgt: 1. 'wat weet u over het Fort van Breendonk en zijn geschiedenis'. 2. 'wat is u het meest bijgebleven' 3. 'wie was Mgr. Gramman ?' (in het museum, aan de executieplaats en de reliekenzaal, wordt aandacht besteed aan Mgr. Gramman) Dhr. en Mevr. Bruyneel, Kortrijk: 1. 'Tijdens de oorlog is het bezet geworden door de Duitsers, die het hebben omgevormd tot concentratiekamp. ' 2. 'Al die urnen in een zaal' 3. 'Dat was de pastoor wiens kruis bij de urnen stond' Dhr. en Mevr. Van de Perre en kleinkinderen, Deurne: 1. 'Het is tijdens de oorlog overgenomen door de Duister s en omgevormd tot een spionagepost voor de Gestapo'. 2. 'de folterkamer' (kleinkinderen) 3. 'Mgr. ?, dan is't ne pastoor zeker' Caroline Lemmens, Berchem: 1. 'Het Fort is tijdens de Tweede Wereldoorlog zwaar gebombardeerd door de Duitsers (???) en later bezet geworden. Het is dan ook omgebouwd tot concentratiekamp'. 2. 'de folterkamer' 3. 'de bevelhebber van het Fort ?' Dhr. en Mevr. Meyvis, Opoeteren: 1. 'Tijdens de Tweede Wereldoorlog, werden hier Antwerpenaars opgesloten als gijzelaars tegen het verzet. Indien nodig schoten ze er een paar dood'. 2. 'de executiepalen en de galg' 3. 'een Duits pastoor'
145
36/37
Bron BRO / morel 2
p.1
19.07.2007
deel 2 4
peter De Vos en Marleen Paschiers, Mechelen: 1. 'Tijdens de oorlog van '40-45', werd het Fort gebruikt om verzetsmensen op te sluiten. Er werd hier ook gemarteld door de SS, teneinde informatie over het verzet los te krijgen'. 2. 'die donkere gang als je binnenkomt, verschrikkelijk' 3. 'de naam zegt mij iets, maar ik weet niet waar ik het gezien heb.' Deze resultaten kunnen geen regelrecht succes genoemd worden, al blijkt het Gedenkteken wel te slagen in zijn taak om de 'nazi-gruwelen' levendig te houden. Menig ondervraagde herinnerde zich levendig de folterkamer en de executiepalen. Ook bracht bijna iedere ondervraagde het Fort in verband met terreur en marteling.
146
37/37