Het monetair beleid Seminarie voor leerkrachten economie van het secundair onderwijs 21 oktober 2015 Jef Boeckx1
1 Met
dank aan Naim Cordemans voor zijn bijdrage aan deze presentatie.
Structuur van de presentatie
I.
Het monetair beleid, tussen kunst en wetenschap: consensus waarop de huidige monetairbeleidsvoering berust
II. Het monetair beleid van het Eurosysteem: een primaire doelstelling van prijsstabiliteit
III. De reactie van het Eurosysteem op de grote recessie: conventioneel en niet-conventioneel monetair beleid
2
Structuur van de presentatie
I.
Het monetair beleid, tussen kunst en wetenschap: consensus waarop de huidige monetairbeleidsvoering berust
II. Het monetair beleid van het Eurosysteem: een primaire doelstelling van prijsstabiliteit III. De reactie van het Eurosysteem op de grote recessie: conventioneel en niet-conventioneel monetair beleid
3
Huidige consensus inzake monetair beleid •
De huidige monetairbeleidsvoering berust zowel op de ervaring van de centrale banken ("kunst") als op de opeenvolgende theoretische ontwikkelingen ("wetenschap").
•
De geldende theoretische consensus is afgeleid uit verschillende stromingen in het economische denken (klassieke economie, keynesiaans, monetaristisch, enz.)
•
Die theorieën vulden elkaar onderling aan in het licht van empirisch onderzoek, en leidden tot een zogenoemde klassiek-keynesiaanse synthese die dient als kader voor de moderne discussies over monetair beleid.
•
Het kernvraagstuk is de vraag naar de effecten van monetaire variabelen (geld, rente) en dus van het monetair beleid op de nominale variabelen (de prijzen en lonen) en de reële variabelen (de productie, de investeringen en de werkgelegenheid).
4
Monetair beleid heeft reële effecten op korte termijn, maar is neutraal op lange termijn
•
Op korte termijn beïnvloeden monetaire variabelen in de economie de reële variabelen : de loon- en prijsrigiditeiten (en nominale schulden) laten ruimte voor veranderingen in de relatieve prijzen en koopkracht die de economische bedrijvigheid en de werkgelegenheid beïnvloeden. Monetair beleid = efficiënt instrument voor macro-economische stabilisatie
•
Op lange termijn beïnvloedt de geldhoeveelheid in de economie enkel de nominale variabelen: het algemene prijspeil wordt aangepast in verhouding tot de verandering van het geldaanbod (cf. kwantitatieve geldtheorie).
•
Inflatie en deflatie hebben kosten (belasting op cash, menukosten, herverdelingseffecten, onzekerheid, nulgrens van de nominale rente, enz.) Doelstelling van het monetair beleid = prijsstabiliteit
5
Prijsstabiliteit : een doelstelling op middellange termijn •
Om buitensporige schommelingen van de bedrijvigheid te vermijden, is het wenselijk prijsstabiliteit op middellange termijn als doelstelling van het monetair beleid vast te stellen
•
Zich toespitsen op prijsstabiliteit op middellange termijn (en ter zake geloofwaardig zijn) creëert de voorwaarden om macro-economische stabiliteit te waarborgen:
1. De huidige inflatie hangt onder meer af van de verwachte inflatie 2. De rente die het consumptie- en investeringsgedrag beïnvloedt, is de reële langetermijnrente: Reële LT-rente = Nominale LT-rente - inflatieverwachtingen op LT -1%
1%
2%
3. Wanneer de inflatieverwachtingen stabiel zijn, kan de centrale bank de reële rente beïnvloeden door haar (nominale) beleidsrente aan te passen 6
Onafhankelijkheid en verantwoordelijkheid
•
Monetair beleid is niet neutraal is op korte termijn (het kan de werkloosheid doen dalen)…
•
… maar is dat wél op lange termijn (de werkloosheid zal niet permanent laag blijven maar de inflatie zal wel hoger noteren) Het risico bestaat dat een centrale bank onder invloed van de uitvoerende macht een te expansief monetair beleid voert dat de daling van de werkloosheid op korte termijn verkiest ten koste van de prijsstabiliteit
Het middel bij uitstek om dat te voorkomen, is de onafhankelijkheid van de centrale banken Die onafhankelijkheid gaat wel gepaard met democratische verantwoordelijkheid
7
Gezinnen en bedrijven vormen hun verwachtingen op rationele wijze
•
De economische subjecten hebben verwachtingen over de toekomst die hun gedrag vandaag bepalen (bv. theorie van het permanent inkomen).
•
Volgens de hypothese van de rationele verwachtingen leiden ze hun verwachtingen af door alle beschikbare informatie in aanmerking te nemen, inclusief de manier waarop het (monetair) beleid wordt/zal worden gevoerd.
Het is raadzaam met de verwachtingen van de subjecten rekening te houden bij de monetairbeleidsvoering: 'de verwachtingen sturen'. De communicatie van de centrale bank is een belangrijk element om de verwachtingen te sturen en is een instrument van monetair beleid geworden.
8
Structuur van de presentatie
I.
Het monetair beleid, tussen kunst en wetenschap: consensus waarop de huidige monetairbeleidsvoering berust
II. Het monetair beleid van het Eurosysteem: een primaire doelstelling van prijsstabiliteit
III. De reactie van het Eurosysteem op de grote recessie: conventioneel en niet-conventioneel monetair beleid
9
Eén monetair beleid voor 19 landen Europese Unie: 28 landen
Monetaire Unie sinds 1999 (eurogebied): eenheidsmunt in 11 19 landen sinds januari 2015 (toetreding van Litouwen)
Verscheidene landen wensen niet toe te treden/voldoen niet aan de criteria
10
Eurosysteem/Europees Stelsel van Centrale Banken Voert het monetair beleid van het eurogebied
ESCB Eurosysteem Europese Centrale Bank
Nationale centrale banken van het eurogebied
Raad van Bestuur van de ECB
Directie van de ECB
Algemene Raad van de ECB Nationale centrale banken van de EU-landen die geen lid zijn van het eurogebied
11
Een federaal stelsel Monetairbeleidsbeslissingen worden centraal genomen door de Raad van Bestuur van de ECB
Raad van Bestuur
6
Maar:
19
Voorbereiding van de beslissingen in samenwerking met de nationale centrale banken
Directie
Gedecentraliseerde tenuitvoerlegging van het monetair beleid 19 NCB's
Min of meer grote autonomie van de nationale centrale banken op andere gebieden 12
instructies vertegenwoordiging
Onafhankelijkheid en democratische verantwoordelijkheid van het Eurosysteem
•
Het institutionele kader van het gemeenschappelijk monetair beleid (het Verdrag en de statuten) heeft het Eurosysteem onafhankelijkheid verleend:
• Operationele onafhankelijkheid: noch de ECB, noch de nationale centrale banken (NCB's) mogen instructies vragen/aanvaarden van de instellingen van de Europese Unie (EU) of de regeringen van de lidstaten.
• Financiële onafhankelijkheid: de ECB beschikt over haar eigen begroting. De NCB's hebben op het kapitaal ingetekend en het volgestort. Verbod op monetaire financiering.
• Persoonlijke onafhankelijkheid: langdurige mandaten voor de leden van de Raad van Bestuur. Het mandaat van de leden van de Directie kan niet worden vernieuwd.
•
Duidelijk omschreven opdracht: prijsstabiliteit
•
Verplichting rekenschap af te leggen: hoorzittingen voor het Europees Parlement, diverse publicaties, uiteenzettingen, persconferenties, enz.
13
Kwantitatieve definitie van prijsstabiliteit: waarom niet 0 %?
Het Verdrag bevat geen definitie van prijsstabiliteit De Raad van Bestuur van de ECB heeft ze als volgt omschreven: Het eurogebied als geheel, omdat verschillen tussen landen onvermijdelijk zijn
Geharmoniseerde consumptieprijsindex
'Een jaarlijkse stijging van de HICP in het eurogebied met minder dan, maar dicht bij 2% op middellange termijn.' Maakt een geleidelijke aanpak mogelijk bij inflatieschokken: vermijdt een buitensporige volatiliteit van de economische bedrijvigheid
• Bescherming tegen het deflatierisico • Berekeningsfouten in de HICP • Inflatieverschillen tussen eurolanden 14
Nominale verankering van de inflatieverwachtingen
De strategie van het Eurosysteem om prijsstabiliteit te waarborgen
I.
Kwantitatieve definitie van prijsstabiliteit (de inflatieverwachtingen verankeren)
II.
Economische vooruitzichten (monetair beleid kijkt steeds vooruit)
III. Twee pijlers (analyse van de risico's voor prijsstabiliteit): Economische analyse (determinanten op korte en middellange termijn): reële activiteit in het eurogebied, wereldeconomie, inflatie- en inflatieverwachtingen, enz. Monetaire analyse (determinanten op langere termijn): geldhoeveelheid, kredietverlening, financieringsvoorwaarden voor de economie, enz.
Onderlinge toetsing van de bevindingen van beide analyses vormt de basis voor de beslissingen
15
Instrument van het conventioneel monetair beleid: de beleidsrentes De beleidsrentes bepalen de monetairbeleidskoers: Centrale beleidsrente: rente waartegen het Eurosysteem aan de commerciële banken leent bij de openmarkttransacties (liquiditeitsverstrekkende transacties). Rente op de marginale beleningsfaciliteit: penaliserende rente waartegen de commerciële banken voor één dag liquiditeiten kunnen lenen bij het Eurosysteem. Rente op de depositofaciliteit: rente waartegen de commerciële banken hun liquiditeiten bij het Eurosysteem (reserves) kunnen deponeren. 6
Beleidsrentes van het Eurosysteem
6
(in %)
5
5
4
4
3
3
2
2
1
1
0
0
-1 1999
-1 2000
2001
2002
2003
2004
2005
…… Rente op de depositofaciliteit
Bron: ECB.
16
Centrale beleidsrente …… Rente op de marginale beleningsfaciliteit Rente op de daggeldmarkt (Eonia)
2006
2007
2008
Hoe handhaaft het Eurosysteem de prijsstabiliteit met dit conventioneel beleid? Door de beleidsrente aan te passen, controleert de centrale bank de geldmarktrente op zeer korte termijn (Eonia)
Aangezien de langetermijnrente gebaseerd is op de in de toekomst verwachte korte rentes, is de centrale bank in staat de (reële) rente op lange(re) termijn te beïnvloeden
De veranderingen in die rentes beïnvloeden op hun beurt de economische bedrijvigheid (de consumptie- en investeringsbeslissingen)
De schommelingen in de geaggregeerde vraag geven aanleiding tot veranderingen in de inflatie om zo de prijsstabiliteit te waarborgen 17
Waarom niet-conventioneel monetair beleid? Problemen in de transmissie van het monetair beleid… Het conventioneel monetair beleid berust op een goede werking van de geldmarkt/financiële sector. Bij een financiële crisis functioneren die markten slecht en hebben de banken het moeilijk zich te (her)financieren.
Dan bestaat het gevaar dat de commerciële banken het verloop van de beleidsrente niet langer doorberekenen in de kredietvoorwaarden voor huishoudens en ondernemingen (in prijs of hoeveelheid). De monetairbeleidstransmissie (vermogen van de centrale bank om de financieringsvoorwaarden in de economie te beïnvloeden) wordt dan belemmerd.
18
Waarom niet-conventioneel monetair beleid? … of de accommoderende monetairbeleidskoers versterken. Er bestaat een ondergrens voor de nominale beleidsrentes. Met name voor de rente op de depositofaciliteit geldt een ondergrens die licht negatief is maar dicht bij nul ligt. Onder een bepaald niveau (wanneer de kosten voor transport en bewaring van papiergeld lager zijn dan de negatieve rente), wordt het voor de banken interessant de bij de centrale bank aangehouden reserves om te zetten in papiergeld.
Bij een verslechtering van de inflatievooruitzichten terwijl de rente op de ondergrens noteert, moet de centrale bank dus niet-conventionele maatregelen nemen.
19
De niet-conventionele monetairbeleidsinstrumenten Geheel van instrumenten ongerekend de wijziging van de beleidsrentes Die instrumenten bestaan in een verandering van: De samenstelling van de centralebankbalans. De centrale bank kan de looptijd en/of de voorwaarden voor haar liquiditeitsverstrekking aanpassen. Zij kan specifieke markten ondersteunen door bepaalde soorten activa te verwerven. Een dergelijk beleid, 'kwalitatieve versoepeling' (credit easing) genoemd, komt doorgaans ook tot uiting in een (passieve) verandering van de balansomvang. De omvang van de centralebankbalans: de centrale bank neemt zich bewust voor de liquiditeit in het bankwezen (monetaire basis) te vergroten. Beleid van zogeheten 'kwantitatieve versoepeling' (quantitative easing). De communicatie van de centrale bank, die kan besluiten aanwijzingen te verschaffen over haar toekomstige beleid (inzake beleidsrentes of de balans). Dan is er sprake van forward guidance.
20
Als de beleidsrentes de ondergrens hebben bereikt, focust de centrale bank op de lange rentes
Lange rentes met kredietrisico : Verbonden aan de onzekerheid over de inflatie en de toekomstige KT-rentes
‘Risicoloze’ lange rentes
LT-rentes
=
Verwachte toekomstige KT-rentes
+
Forward guidance 21
Termijnpremie
+
Risicopremie
Balansmaatregelen
Hoe werkt kwantitatieve versoepeling? Bewust beleid van massale stijging van het centralebankgeld (monetaire basis) die onvermijdelijk verloopt via een aanzienlijke toename van de balansomvang. De aangekochte effecten zijn doorgaans overheidsobligaties (weinig risicovolle effecten waarvoor de markt zowel omvangrijk als liquide is) met langere looptijden (> 5 jaar) (horizon voor de consumptie- en investeringsbeslissingen). Al het basisgeld wordt ‘gecreëerd’ door de centrale bank die de rekeningen crediteert van de bankinstellingen via welke ze de effecten aankoopt (of bij welke ze rechtstreeks aankoopt), waardoor de reserves van die banken bij de centrale bank toenemen. Het basisgeld keert terug naar de centrale bank en ‘verdwijnt’ op het ogenblik dat de effecten worden terugbetaald ‘geldpers’ (monetaire financiering van de overheid). De centrale bank kan, in geval van inflatoire risico’s, haar monetairbeleidskoers te allen tijde beperken. 22
Op welke wijze wordt de economie door de kwantitatieve versoepeling beïnvloed? Daling van het rendement van de gekochte activa: door effecten aan te kopen, creëert de centrale bank opwaartse druk op de prijzen en doet ze de rendementen dalen. Daling van het rendement van de andere activa: wanneer de gecreëerde liquiditeiten worden gebruikt om andere effecten aan te kopen, daalt het rendement van de andere activa en worden de financieringsvoorwaarden in de economie gunstiger. Signaal m.b.t. het monetair beleid: de aankopen van effecten wijzen a priori op het voornemen van de centrale bank om haar monetair beleid accommoderend te houden. Een centrale bank die haar beleidsrentes zou optrekken vóór de vervaldag van de effecten zou immers verlies dreigen te lijden. Stabilisatie van de inflatieverwachtingen: voor zover de aankopen van effecten getuigen van de vastberadenheid van de centrale bank om de prijsstabiliteit te vrijwaren, bevorderen ze de stevige verankering van de inflatieverwachtingen, wat van cruciaal belang is voor een efficiënt monetair beleid. 23
Structuur van de voorstelling
I.
Het monetair beleid, tussen kunst en wetenschap : consensus waarop de huidige monetairbeleidsvoering berust
II. Het monetair beleid van het Eurosysteem: een primaire doelstelling van prijsstabiliteit III. Reactie van het Eurosysteem op de grote recessie: conventioneel en niet-conventioneel monetair beleid
24
De crisissen in het eurogebied II. Economische crisis 4
I. Bankencrisis
2
200
0
+
-2
150
-4 -6 2007
100
2009
2011
2013
50
III. Overheidsschulden 1200
0 2007
2009
2011
2013
900
2015
600
ES IE IT PT
300
V. Daling van de inflatieverwachtingen op LT
3
5
IV. Lage inflatie
0 2007
2009
2011
2013
2015
4
2,5
3
2
Bron: Thomson Reuters Datastream.
2 1,5
1
1 2007
0 2009
2011
Financiële gegevens 25
2013
2015
ECB-gegevens
-1 2007
2009
2011
2013
2015
Reactie op crisis I: daling van de beleidsrentes… Beleidsrentes van de ECB (in %) 6
6 5
5
4,25%
4
4
Centrale beleidsrente : 3
3 2
3,25%
2
0,05%
1
0
0
-0,2%
Rente op de depositofaciliteit : -1 2007
Bron: ECB.
26
1
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Rente op de depositofaciliteit Centrale beleidsrente Rente op de marginale beleningsfaciliteit Rente op de daggeldmarkt (Eonia)
2014
2015
-1
…die heeft doorgewerkt in de bankrentes (maar met duidelijke verschillen tussen de landen) Niet-financiële ondernemingen Rente op KT-leningen (tot € 1 miljoen, in %)
9
Rente op LT-leningen
Rente op KT-deposito’s (in %)
9
8
8
8
7
7
7
6
6
6
5
5
5
4
4
4
3
3
3
2
2
2
1
1
1
0 2007
2009
0 2007
IE
IT
0 2007
2009
2011
DE Bron: ECB.
27
2013
BE
2015
FR
2011
ES
(in %)
9
2013
PT
2015
2009
2011
Centrale beleidsrente
2013
2015
Reactie op crisis II: credit easing Om te zorgen voor een goede monetairbeleidstransmissie, heeft het Eurosysteem de herfinanciering van de banken vereenvoudigd via zijn kredietverstrekking aan banken en de aankoop van specifieke activa die van belang zijn voor de bancaire kredietverlening Voornaamste activa van het Eurosysteem (uitstaande bedragen, in € miljard) 2000 15 sept. 2008: 2 augustus 2012: 1800 Faillissement van de Outright monetaire transacties (OMT’s) 1600 bank Lehman Brothers 1400 1200 1000 800 600 Overheidsschuldencrisis Bankcrisis 400 Economische crisis 200 0 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Bron: ECB.
28
Langerlopende herfinancieringstransacties Basis herfinancieringstransacties Activa-aankopen: kwalitatieve versoepeling
Tussen 2008 en 2012 fluctueerde de centralebankbalans dan ook in functie van de financiële spanningen 70
1
60
0,9
50
0,8
40
0,7
30
0,6
20
0,5
10
0,4
0
0,3
-10
0,2
-20
0,1
-30 2008
0 2009
2010
2011
2012
Balanstotaal van het Eurosysteem (jaar-op-jaar groei, linkerschaal) Indicator van spanningen in het financieel stelsel (CISS) (voortschrijdend gemiddelde over 5 weken, rechterschaal) Bron: ECB.
29
Welke impact op de balansen van de commerciële banken en de economie? Onderling wantrouwen tussen banken ( )=> moeilijkheden om zich te (her)financieren => terughoudend om krediet te verstrekken aan huishoudens en ondernemingen De centrale bank speelt daarom een intermediatierol tussen banken.
Balans van een commerciële bank uit het eurogebied
Actief De commerciële bank is meer geneigd krediet te verstrekken aan de reële economie
Passief
Deposito’s bij de centrale bank
Krediet bij de centrale bank
Kredietverstrekking aan klanten
Deposito’s van klanten of andere banken Uitgegeven obligaties
De (onbeperkte) kredietverstrekking (op lange termijn) door de centrale bank vergemakkelijkt de herfinanciering van de commerciële bank
Andere activa (obligaties, ABS, aandelen…) Andere passiva Door overheidsobligaties te kopen die in het bezit zijn van de commerciële bank, ondersteunt de centrale bank de prijs ervan en maakt ze ruimte op de balans voor andere activa
30
Eigen vermogen
De aankopen, door de centrale bank, van door de commerciële bank uitgegeven obligaties vergemakkelijken de financiering ervan
Reactie op crisis II: forward guidance en kwantitatieve versoepeling Om de accommoderende koers van het monetair beleid te vrijwaren/kracht bij te zetten, heeft het Eurosysteem aanwijzingen verschaft over zijn toekomstige beleidsrentes en koopt het massaal (overheids)obligaties aan Voornaamste activa van het Eurosysteem (uitstaande bedragen, in € miljard)
2000 4 juli 2013 : 1800 Forward 22 januari 2015 : 1600 guidance Uitgebreid programma voor de aankoop van 1400 activa 1200 1000 800 Geringe 600 Daling van de inflatievooruitzichten op inflatie 400 LT 200 0 2013 2014 2015 + Gerichte langerlopende herfinancieringstransacties Langerlopende herfinancieringstransacties Basisherfinancieringstransacties + Activa-aankopen: kwantitatieve versoepeling Activa-aankopen: kwalitatieve versoepeling Bron: ECB. 31
Uitgebreid programma voor de aankoop van activa (EAPP) •
ABS, geëffectiseerde obligaties & effecten uitgegeven door de overheden en agentschappen uit het eurogebied + Europese instellingen (secundaire markt)
•
€ 60 miljard / maand, waarvan +- € 50 miljard obligaties van de publieke sector
•
Sinds maart 2015 en tot eind september 2016, en in ieder geval tot wanneer de Raad van Bestuur ‘in het verloop van de inflatie een duurzame verandering waarneemt die in overeenstemming is met zijn doelstelling van minder dan, maar dicht bij 2 % op middellange termijn’.
•
32
Minimaal € 1 140 miljard in totaal (+/-350 miljard begin oktober 2015)
Welke impact op de balans van de commerciële banken en de economie? Door (op lange termijn) (overheids)effecten aan te kopen, tracht de centrale bank de financieringskosten in de economie te verlagen Balans van een commerciële bank uit het eurogebied
Passief
Actief De aankopen leiden tot een toename van de deposito’s bij de centrale bank De commerciële bank kan de vrijgemaakte liquiditeiten gebruiken om kredieten te verstrekken aan de reële economie Door (overheids)obligaties te kopen die in het bezit zijn van de commerciële bank, ondersteunt de centrale bank de prijs ervan en maakt ze ruimte op de balans voor andere activa
Deposito’s bij de centrale bank
Deposito’s van klanten Kredietverlening aan klanten Obligaties Overheidsobligaties
Andere passiva
Andere activa (bedrijfsobligaties, ABS, aandelen...)
Eigen vermogen
De commerciële banken worden ertoe aangezet overheidspapier te verkopen om er andere, meer rentende te kopen, wat de financieringsvoorwaarden in de economie verbetert
33
Krediet bij de centrale bank Als de centrale bank effecten aankoopt bij de niet-bancaire sector, stijgen de deposito’s bij de banken
Impact van de genomen maatregelen? Een daling van de nominale en reële rentes Vijfjaars reële rente in het eurogebied
Rendementscurve (in %)
6
(in %)
2 1,5
5
1
4
0,5 3 0 2 -0,5 1
-1
0
-1,5
-1
-2 3 m 1 an 2
3
4
5
6
2008
2010
2014
42248
7
8
9
2012
Bronnen: ECB, Bloomberg, Thomson Reuters Datastream.
34
10
01/2014
05/2014
09/2014
01/2015
05/2015
Inflatiecompensatie (omgekeerd teken) Nominale rente Reële rente
09/2015
Impact van de genomen maatregelen? Een daling van de financieringskosten en depreciatie van de euro Renteecarts van bedrijfsobligaties en de beursindex
Wisselkoers van de euro
(ecarts t.o.v. de vijfjaars OIS-rente, in basispunten) 220
375
Aankondiging van het EAPP
200 180
106
1,4 Aankondiging van het EAPP
104 350
102
1,35 1,3
100 160
325
140
1,25
98
1,2
96
Obligaties met een AAA-rating Obligaties met een BAA-rating Eurostoxx (rechterschaal)
09/2015
07/2015
05/2015
1 03/2015
88 01/2015
1,05 11/2014
09/2015
07/2015
05/2015
03/2015
01/2015
11/2014
09/2014
07/2014
05/2014
03/2014
01/2014
250
90 09/2014
60
1,1
07/2014
80
92
05/2014
275
03/2014
100
1,15
94
01/2014
300
120
Nominale wisselkoers USD/EUR (rechterschaal) Effectieve nominale wisselkoers (linkerschaal; indexcijfer)
Rond de aankondiging een daling van de rente op bedrijfsobligaties en stijging van de beurskoersen Forse depreciatie van de euro tussen mei 2014 en april 2015 Bron: Thomson Reuters Datastream.
35
Impact van de genomen maatregelen? Een daling van de bankrentes en herstel van de kredietverlening Bankleningen (in %)
Bankrentes (in %)
(niet-financiële ondernemingen, jaar-op-jaar groei)
(niet-financiële ondernemingen, LT)
35
8
30 7 25 6
20 15
5
10 4
5
3
0 -5
2
-10
1 2007
2009
DE Bron: ECB.
36
2011
2013
BE
2015
IE
-15 2007
2009
IT
ES
2011
PT
2013
2015
Huidige economische situatie in het eurogebied Bruto binnenlands product 100 99
(2008K1 = 100)
HICP-inflatie en bijdragen
Inflatieverwachtingen op lange termijn
(jaar-op-jaar groei in %)
(jaar-op-jaar groeitempo)
3
2,5
2,5
LT-gemiddelde
2
98
2
1,5 97 1 0,5
95
1,5
0
SPF over vijf jaar Vijfjaars over vijf jaar
De economische situatie blijft wegen op de vooruitzichten inzake prijsstabiliteit Bronnen: ECB, Bloomberg, Thomson Reuters Datastream.
37
janv.-16
juil.-15
janv.-15
juil.-14
janv.-14
Energie HICP ongerekend energie Onderliggende Totale
juil.-13
1 janv.-13
-1 2015
93
2014
-0,5 2012
94
2013
96
De rol van de andere beleidsdomeinen Gericht op de geaggregeerde vraag : • Het monetair beleid ondersteunt de vraag op KT door de financieringskosten in de economie te drukken. Het beoogt prijsstabiliteit op MT. • Het begrotingsbeleid moet tegelijkertijd het herstel schragen en de houdbaarheid van de schuld verzekeren. Een zekere beleidscoördinatie is wenselijk om te zorgen voor een begrotingskoers die op het niveau van het eurogebied bevorderlijk is voor de groei. Gericht op het geaggregeerde aanbod : • Vooruitgang geboekt in de problemen van de financiële sector dankzij de alomvattende beoordeling van de financiële situatie van de banken (« comprehensive assessment »). • Structurele hervormingen (producten- en arbeidsmarkt, economische omgeving) om de investeringsactiviteit te versterken, de banencreatie te stimuleren en de productiviteitsgroei te bevorderen. Het aanmoedigen van investeringen ondersteunt de vraag van vandaag en het aanbod van morgen. 38
Accommoderend monetair beleid : een risico voor de financiële stabiliteit? Prijsstabiliteit is een noodzakelijke voorwaarde voor financiële stabiliteit: Een deflatoire spiraal drijft de reële kostprijs van nominale schulden op (‘schulddeflatie’) wat nefast zou zijn voor de financiële stabiliteit Een deflatoire omgeving zou vereisen dat de beleidsrentes dicht bij nul worden gehouden, wat het stabiliserend vermogen van het monetair beleid zou beperken bij nieuwe schokken
Deze effecten zijn echter minder zichtbaar en indirecter dan de risico’s die zich op bepaalde segmenten van de financiële markten kunnen voordoen.
Het is zaak nauwgezet toe te zien op de gevolgen van het monetair beleid voor die markten en voor de financiële sector in het algemeen en, indien nodig, de vereiste macroprudentiële maatregelen te nemen.
39