Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Neutrale-0-methode (NNM) 27 januari 2012 Review: Sandra Joeris Invoer: Eveline van Engelen
1
Algemene gegevens
Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Onderste extremiteiten Aandoening (ICD) Domein ‘Menselijk functioneren’ (ICF)
2
Boveste extremiteiten Overige, ongespecificeerd
Bewegingssystemen
Korte beschrijving De neutrale-0-methode (NNM) is een manier om de bewegingsuitslag of bewegingshoek van een gewricht middels een goniometer vast te leggen. De 0-positie is de neutrale stand of standaardisatie van een gewricht. Iedere beweging wordt beschreven door drie getallen (uitgedrukt in (bewegings-)graden). Genoteerd worden de twee eindstanden en de 0-positie. Vermeld wordt verder: 1) betreffend gewricht; 2) betreffende zijde (links/rechts); 3) passieve en/of actieve beweging en 4) bewegingsrichting.1
Doelgroep methodiek is bij diverse doelgroepen toepasbaar
Auteur: Oorspronkelijke versie Debrunner (1971)
Doel van het meetinstrument
Inventariserend Evaluatief / effectief
1
3
Soort / vorm van het meetinstrument
4
Verkrijgbaarheid
5
Instrumenteel Opbouw de volgende parameters moeten in het scoreformulier ingevuld worden: datum, gewricht, links/rechts, bewegingsrichting van-naar, actief/passief, notatie (van de graden), opmerking NNM (neutrale-0-methode). Deze parameters worden voor ieder gewricht wat gemeten wordt in het scoreformulier ingevuld.1 Invulinstructie voorwaarde is het volledig invullen van het scoreformulier Iedere gewrichtsbeweging wordt beschreven door drie getallen, uitgedrukt in bewegingsgraden. Hierbij worden de twee eindstanden van de beweging genoteerd en de 0-positie (neutrale positie). Indien de 0-positie is gepasseerd, dan staat de ‘0’ altijd in het midden. Bovendien worden vermeld: 1) betreffend gewricht; 2) betreffende zijde (links/rechts); 3) passieve en/of actieve beweging en 4) bewegingsrichting. Indien de neutrale positie niet wordt bereikt (bijvoorbeeld als gevolg van een contractuur of pijn), dan zal de neutrale positie aan het begin of aan het eind van de notatie vermeld worden. Bijvoorbeeld bij een 30º flexiecontractuur in het heupgewricht: heupgewricht, rechts, beweging van flexie naar extensie, actief 120º/30º/0º, passief 125º/30º/0º. Meetniveau wijze score (graden per bewegingsuitslag); meetniveau ratio
Opvraagbaar bij www.meetinstrumentenzorg.nl Geschatte kosten de neutrale-0-methode is een meetmethode, het aanschaffen van een goniometer is afhankelijk van de grootte en materiaal van het instrument Copyright nee
Methodologische kwaliteit Onderstaande informatie over de methodologische kwaliteit is identiek aan die van de goniometer. De verwijzingen naar literatuur zijn in de literatuurlijst aangepast.
Interne consistentie geen gegevens bekend
Reproduceerbaarheid Betrouwbaarheid (reliability) In de loop der jaren is veel onderzoek naar de goniometer gedaan. Verschillende onderzoeken, reviews en informatie uit boeken zijn hieronder samengevat: Uit verschillende onderzoeken wordt het volgende gerapporteerd: - Jansen et al. (2006) vermeld dat zowel de intra- als interbeoordelaarsbetrouwbaarheid hoog is voor de goniometer. Uit het onderzoek is bovendien naar voren gekomen dat het meten van de Active Range Of Motion (AROM) met de goniometer beter is dan een visuele schatting.3
2
- De goniometer heeft een goede betrouwbaarheid mits een gestandaardiseerde procedure wordt gehanteerd.4,8 - Het herhaalde oefenen en gebruiken van de goniometer blijkt geen effect te hebben op de betrouwbaarheid.6 - Uit onderzoek blijkt dat de goniometer betrouwbaar en valide is wanneer men kijkt naar één beoordelaar. In de studies van Brosseau et al.(1997, 2001) wordt de intrabeoordelaars-betrouwbaarheid als voldoende beoordeeld. Terwijl in de studie van Haight et al. (2005) geen acceptabele interbeoordelaarsbetrouwbaarheid wordt gevonden, maar wel een acceptabele intrabeoordelaarsbetrouwbaarheid.9 Uit verschillende reviews wordt het volgende gerapporteerd: - Van de Pol et al. (2010) vermeld in een systematic review, n=21 studies, p=bovenste extremiteiten, dat 11 studies een intra-beoordelaarsbetrouwbaarheid (ICC) >0.75 rapporteren. Verder wordt vermeld dat een meting (goniometer, pollexograph, inclinometer) een betere betrouwbaarheid laat zien dan het bepalen van de bewegingsuitslag via de visus. Bovendien is het meten van de fysiologische bewegingsuitslag betrouwbaarder dan het meten van een eindgevoel.7 - Van Trijffel et al. (2010) vermeld in een systematic review, n=17 studies, p=onderste extremiteiten, dat 5 studies (waaronder 2 studies met een goede internal validity) een acceptabele betrouwbaarheid rapporteren. Het meten van de flexie knie blijkt zoals met een meetinstrument als via de visus betrouwbaar te zijn. Het meten van het eindgevoel in het knie- en heupgewricht lijkt niet betrouwbaar te zijn. In totaal zijn de resultaten over de betrouwbaarheid van het meten van de passieve bewegingsuitslag middels een goniometer laag.10 - Antonaci et al. (2000) vermeld dat bepaalde types goniometers (gravity goniometer, ad modum Myrin) betrouwbare en responsieve instrumenten zijn voor het meten van de flexie, extensie, lateroflexie en rotatie in de cervicale wervelkolom. De conclusie wordt getrokken op basis van 7 verschillende meetinstrumenten die bewegingsuitslagen meten.11 - Brosseau et al. (1997) vermeld dat de parallellogram goniometer valide en betrouwbaar is in het meten van de actieve flexie knie. De gegevens worden gebaseerd op een onderzoek met n=60, p=gezonde studenten.12 Overeenkomst (agreement) Er werd onderzoek gedaan naar de bewegingsuitslagen in de knie (flexie en extensie): - Van der Linden-Peters et al. (2003): n=gezonde personen; grenzen voor overeenkomst voor flexie +/- 9.1-13.2; overeenkomst voor extensie 3.6- 7.28 - Lenssen et al. (2007): +/-9.4 bij flexie en +/- 8.0 bij extensie8
Validiteit Criterion validity - De criterion validity (r-waarde) varieert van 0.975-0.987 voor flexie en van 0.390-0.442 voor extensie, bij het gebruik van de standaard goniometer. Bij de goniometer met gehele breedtecirkel is dit 0.976-0.985 voor flexie en 0.423-0.514 voor extensie.3 - Goniometer vs. röntgenopname: verschillen worden groter naar mate de flexie (knie) groter wordt.8 - Metingen naar extensie knie scoren een lage validiteit als ze met de goniometer gemeten worden.3
Responsiviteit / longitudinale validiteit geen gegevens bekend
3
6
Hanteerbaarheid / feasibility
7
Taal (uitleg van het meetinstrument) Engels, Nederlands Benodigdheden goniometer en scoreformulier neutrale-0-methode Randvoorwaarden Benodigde tijd afhankelijk van het te meten gewricht Gebruikershandleiding
Normgegevens De neutrale-0-methode kan gemeten worden middels een goniometer. Deze geeft informatie over de bewegingshoek van een gewricht naar een bepaalde richting.
8
Overige gegevens
9
Als een groot probleem tijdens het meten wordt de fixatie en het bepalen van de bewegingsas gezien. Het standaardiseren van het meetprotocol en het markeren van meetpunten zijn factoren om de nauwkeurigheid van een meting te verhogen. De reproduceerbaarheid neemt niet toe als het gemiddelde van gemeten uitslagen genomen wordt.8
Literatuurlijst 1. Ryf C, Weymann A. Range of motion: AO Neutral-0-Method measurement and documentation. Stuttgart: Thieme; 1999 2. van Peppen RPS, Kwakkel G, Harmeling-van der Wel BC, et al. KNGF-richtlijn Beroerte. Amersfoort: Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie; 2006 www.kngfrichtlijnen.nl 3. Jansen P, van der Laan B. Fysiotherapie is toekomstwerk: aanbeveling voor het Meander Medisch Centrum. Utrecht: Hogeschool Utrecht; 2006 http://hbo-kennisbank.uvt.nl/cgi/hu/show.cgi?fid=6060 4. Smits-Engelsman BCM, de Kam D, Hendriks HJM, et al. KNGF-richlijn Osteoporose. Amersfoort: Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie; 2011 www.kngfrichtlijnen.nl 5. Supplement bij het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie; jaargang 111, nummer 3, 2001 6. Ellis B, Bruton A. A study to compare the reliability of composite finger flexion with goniometry for measurement of range of motion in the hand. Clinical rehabilitation. 2002 Aug;16(5):562-570 7. van de Pol RJ, van Trijffel E, Lucas C. Inter-rater reliability for measurement of passive physiological range of motion of upper extremity joints is better if instruments are used: a systematic review. Journal of physiotherapy. 2010;56(1):7-17 8. Lenssen T. Klinimetrie van meten van bewegingsuitslagen van de knie. In: Jaarboek Fysiotherapie/Kinesitherapie. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum; 2009 9. Haight HJ, Dahm DL, Smith J, Krause DA. Measuring standing hindfoot alignment: reliability of goniometric and visual measurements. Archives of physical medicine and rehabilitation. 2005 Mar;86(3):571-575
4
10. van Trijffel E, van de Pol RJ, Oostendorp RA, Lucas C. Inter-rater reliability for measurement of passive physiological movements in lower extremity joints is generally low: a systematic review. Journal of physiotherapy. 2010;56(4):223-235 11. Antonaci F, Ghirmai S, Bono G, Nappi G. Current methods for cervical spine movement evaluation: a review; Clinical and experimental rheumatology. 2000 Mar-Apr;18(2 Suppl 19):S45-52. 12. Brosseau L, Tousignant M, Budd J, Chartier N, Duciaume L, Plamondon S, O'Sullivan JP, O'Donoghue S, Balmer S. Intratester and intertester reliability and criterion validity of the parallelogram and universal goniometers for active knee flexion in healthy subjects. Physiotherapy research international. 1997;2(3):150-166 13. van Bergen J, Breevaart C. Trainen en meten van belastbaarheid. Rotterdam: Hogeschool Rotterdam; 2006
5