Het Kostbare Geloof van Jairus en de bloedvloeiende vrouw Lezen: Leviticus 15:25-31. Markus 5: 21-43
Degenen die vandaag gedoopt wordt, geeft daarmee te kennen dat hij absoluut bij Jezus wil horen. Net als Jairus, en die bloedvloeiende vrouw. En straks, als de dopelingen in het water stappen, dan zult u denken: wat een afgang. Moet je nu echt als mens, om God door Jezus te kennen, in zo’n wit jurekkie in het water gaan, en dan nog onder water worden geduwd ook? Je moet er wel wat voor overhebben he?! In onze preek wil ik daar vandaag op ingaan. Je moet er wat voor overhebben om bij Jezus te horen – maar het is het alleszins waard. Jairus had een probleem – dochter ernstig ziek. Meisje ligt op overlijden. Wat doe je als zoiets je overkomt? Paniek in huis. Echtpaar Jairus discussieert. Vrouw van Jairus: ga toch naar Jezus. Hij is in de buurt – heb je de verhalen niet gehoord? Jairus kende de verhalen – hij had Hem misschien zelfs wel eens gezien bij een eerder bezoek van Jezus aan Kapernaum.. Hij had verhalen gehoord van allerlei mensen – over genezingen en allerleiu bijzondere wonderen die Jezus deed. Dat viel eigenlijk niet goed te ontkennen. Duidelijk was dat Hij levens radiklaa kon veranderen. Maar de schaduwzijde van Jezus… Jairus wist ook dat Jezus zich ongegeneerd graag ophield met het plebs, met het gewone volk dat zich niet aan alle wetten van Mozes en alle regels van de overlevering hield. En Jezus sprak over omgang met God tegen die mensen, alsof dat mogelijk is voor mensen die zich niet stipt aan de wet houden. maar wat te doen? Zijn kind lag dood te gaan, en als iets nog kon helpen, dan wilde Jairus dat doen. Ja, hij had zoveel gehoord over Jezus. Maar zelf naar hem toegaan? Dat was beneden zijn waardigheid. Zoiets doe je als vrome Jood toch niet? Leider van synagoge in kapernaum. Jezus is misschien goed voor de gewone mensen, voor het volk, maar voor hem, vrome deugdzame Jood? Jairus was een leider in de synagoge van kapernaum. Iemand die door alle mensen geacht werd als een zuil van rechtvaardigheid en goedheid, iemand die voor allen de wet van God kon uitleggen en uitleven. Wie wel eens in Israel is geweest, is ook vast in Kapernaum geweest – bij de
ruines van de synagoge waar Jairus leiding had. Aan het meer van Galilea. Dilemma voor Jairus – hij die zich als vrome Jood aan alle wetten van God hield, hij moest zich verontreinigen in kontakt met de meute – of zijn dochtertje larten sterven. De rechtvaardige Joden in de tijd van Jezus beschouwden het volk dfat Jezus omringde, als onrein. Dat was de meute die zich niet aan de wetten van God hielden. In elk geval niet aan de reinigingswetten die Jairus strict onderhield, als leider van de synagoge. Een van die wetten hebben we gelezen uit Levitikus. Wie een vrouw aanraakte die bloed vloeide, was daarmee zelf de hele dag onrein. Hij kon niet tot God naderen in temple of synagoge. Dat kon Jairus niet hebben natuurlijk. Hij verkeerde permanent in staat van reinheid, om altijd voor God te kunnen naderen. Jezus sprak zich wel vaker uit tegen de vele zelfgemaakte regeltjes van Farizeen en schriftfgeleerden, die met hun ingewikkelde regels het leven voor de gewone mensen zuur maakten. Maar in dit geval van Jairus gaat het niet om van die zelfgemaakte regels. Het gaat om duidelijke wetten uit het oude testament. Hij moest rechtsreeks daar tegen in gaan. Iedereen die een lijk aanraakte, of iemand die een bloedvloieiende vrouw aanraakte, was voor een dag onrein, trouwens elke vrouw die ongesteld was was onrein, dus 1:4 vrouwen! maar ook alles wat ze aanraakte werd daarmee onrien. Haar stoel, haar bed, haar eetgerei, de mensen die ze aanraakte.. Dus als je iets aanraakte wat door zo’n vrouw was aangeraakt, werd je zelf onrein. Vandaar dat Jairus niks met die meute van mensen te maken wilde hebben. Voor de Farizeen en schriftgeleerden, en voor alle Joodse leiders van die tijd, was het een uitgemaakte zaak. Je kan je niet onder het volk begeven, schouder aan schouder met onreinen, want daardoor kon je zelf niet tot God naderen. Wat moest Jairus doen? Hij had het dilemma dat jehovas getuigen hebben – die mogen geen bloedtarnsfusie accepteren. Ze denken dat God dat niet wil. Da;s de wet. Maar als daardoor jen kind doodgaat? Of het dilemma van rechtse reformatorischen die tegen inentingen zijn. En als er polio heerst en je kind dat kan krijgen??
Jairus koos voor zijn dochtertje. Hij koos ervoor om zelf de wet van God te overtreden, om zichzelf te verontreinigen – als Jezus maar wilde komen om zijn dochter beter te maken. Dus Jairus dringt zich door de menigte. In het begin wat onwennig, met veel schuldgevoelens, maar al weldra maakt het dat niks meer uit. Als hij maar bij Jezus komt. Dan maar een dag onrein. Die schande daar komt die wel overheen. Als zijn kind maar beter wordt. Markus vertelt vaak verhalen waarbij halverwege een ander voorval plaatsvindt. Die vrerhalen hebben de struktuur van ee nsdandwich. Het verhaal aan twee kanten, en daar tussenin een ander verhaal. Da’s niet toevallig. Dat verhaal ertussein versterkt de clou van het verhaal waartussen het zit geperst. Ook in dit verhaal van Jairus maken we dat mee. Want wat gebeurt er? Jairus heeft zichzelf overwonnen, zich in de massa gewrongen, en is bij Jezus gekomen. En ineens is daar die vrouw. Die vrouw waardoor Jairus wel door de grond kan zakken. Die bloedvloeiende vrouw die Jezus aanraakt onderstreept voor Jairus in alle scherpte dat hij nu aan een onreine man, Jezus, gaat vragen of die in zijn huis wil komen, het wil verontreinigen, om zijn dochter beter te maken. Maar Jairus weet: wat de wet ook leert, ik heb Jezus nodig. We weten de naam van de gezaghebber in de synagoge, maar niet de naam van de vrouw die al 12 jaar van dokter naar dokter was gegaan en daaraan haar vermogen was kwijtgeraakt. Pilletjes, medicijnen, kuuroorden, wisselbaden, homeopatisch, traditionele geneeskunde, kruidendokters, ze had ze allemaal bezocht. Niks hielp. De arme vrouw had het gehad. We weten haar naam niet eens. Ze horde bij die massa naamlozen die ook tegenwoordig onze dorpen en steden vullen. Maar so what - Jezus kijkt haar feilloos aan. De bloedvloeiende vrouw – al 12 jaar – raakte Jezus aan. De zoom van zijn kleed. O o, denkt Jairus. Jezus is onrein.
En die vrouw? Door zich in de massa te begeven heeft die hele massa zich ook verontreinigd. Kijk ,de meesten van hen zaten er niet zo mee dat ze een zondige meute waren, ver van God, maar om nu zo geconfrontered te worden met je eigen vuil, dat schrikte die vrouw af. Ze was doodsbang. Wat zal ze gedacht hebben? Waarom was ze zo bang? Ik denk dat ze net als Jairus gefixeerd was op dat idée van onreinheid. Ik heb Jezus verontreinigd, dacht die vrouw, hij zal wel ziedend zijn? Maar Jezus wordt niet verontreinigd omdat de massa zich aan hem vastklampt. Hij wordt niet onrein van die vrouw die volgsn de duidelike regels van Lvitikus Jezus zou moeten verontreinigen. God zegt hier – door Jezus – “”wat verontreinigen.”” Ik omarm je, en ik maak je nieuw. In plaats van naar de regels van de wet zijn kleren te gaan wassen en een bad te nemen, trekt Jezus zich niks aan van die wetten. Hij is gekomen om mensen nieuw leven te geven – niet om ze aan wetjes te herinneren die ze toch geen stap dichter bij God brachten. Dat had Israel al 1000 jaar lang ondervonden. En dat weten wij toch ook wel? Markus beschrijft deze kwestie wel vaker. Hij schrijft dat de Farizeen kritiek hebben op de discipelen die met ongewassen handen eten. O o dat kan niet, daarmee is je voedsel onrein, zeggen de Fariseische wetjes. En Jezus, leert die de Farizeen dan dat ze niet moeten overdrijven maar zich enkel nauwkeuirg aan de bijbelse spijswetten moeten houden? Helremaal niet. Hij is veel radikaler. Jezus gaat nog veel verder. Die vertelt dat je jezelf niet onrein maakt door wat je eet, maar door wat je zegt. Markus geeft dan in een kort zinnetje de uitleg: Aldus verklaarde Jezus alle voedsel rein. Ja wat maakt het ook uit! Ik weet wel ik kan in dit verband natuurlijk niet goed ingaan op de relatie tussen wet en evangelie, oude en nieuw testament, maar in elk geval is duidelijk – Jezus brnegt revolutie. Jhet oude heeft afgedaan. Jazeker vervult hij de wet – maar dan de wet die is samengevat in het gebod van de liefde. Onlangs had een van mijn kinderen last van hoofdluis. Dat gebeurt regelmartig in Egypte, en is o zo moeilik uit te roeien. De halve samenleving gaat hoofdkrabbend door het leven.
Natuurlijk was mijn jongedochter helemaal niet blij, ze schaamde zich. Kinderen kunenn ook erg hard zijn en ze kreeg nogal wat opmerken in het publiek van een vriendinnetje dat zich niet zo aardig gedroeg. Ik herinner me haar blijdschap toen ik gewoon ergens buiten op het sportveld, haar een enorme knuffel gaf met mijn hoofd tegen het hare. En ik zei haar ook – wat kan mij die luis van jouw schelen. Ik houd van je. Na even denken zedi ze: papa wil je dat niet doen? Zo heb iik die luis natuurlijk gekregen – van jou! Jezus omarmde de bloedvloeiende vrouw. Daarmee gaf hij aan: wat regels van de wet. Ik houd van je en ik maak je een nieuw mens. En ze was genezen. Jezus zegt tegen die vrouw – uw geloof heeft u behouden. Niet de vraag of ze zich aan de wetten hield was relevant – dat kon toch niemand, zelf Jairus niet. Waar het om draaide, zegt Jezus, is of je in Hem gelooft. Wat een dreun voor Jairus. Hij die zich een leven lang druk had gemaakt om een keurige Jood te zijn, rein in de ogen van God en het volk. Hij moest een keus maken. Wil ik bij Jezus horen? Dan hoor ik ook bij die meute mensen die onrein zijn. Dan maak ik me een onderdeel van die onderkaste. De verworpenen van Israel. De geminachten. En Jairus moest dan zijn kijk op het leven drastisch bijstellen. Ja. God doet iets helemaal nieuws. In de lijn van wat hij in het oude testament al aankondigde, maar toch radikaal anders. Voor Jezus vallen de grenslijnen weg. Onreinen, niet-Joden, wettelozen. Mensen zoals u en ik. Tieners zoals jij. Met al je vragen en twijfels. Jezus wijst dat niet eerst naar de regels en gebruiken. Hij Hij legt zijn arm op hun schouder, kijkt ze aan, en zegt – ik wil bij jou zijn. Wie je ook bent, wat je ook hebt gedaan, ik wil bij jou zijn. De enige voorwaarde die hij aan ons stelt, is dat wij dan ook schouder aan schouder willen staan – met al die onreinen. Om bij Jezus te komen ontsnap je er niet aan dat je ook gaat horen bij die massa die niet zo erg geacht wordt. Jairus heeft zijn keus gemaakt. Hij vroeg Jezus om in zijn huis te komen – nota bene nadat Jezus zich volgens de Joodse wetgeving waarover Jarirus de week daarvoor nog in de synagoge had gepreekt, had verontreidoingd door de menigte en die vrouw in het bijzonder aan te raken. Jezus mocht in zijn hius komen.
Jezus vraagt van Jairus hetzelfde als van die bloedvloeiende vrouw. Wat een afgang voor iemand die meent rechtvaardig te zijn en die zijn hele leven lang nauwkeurig voor zichzelf heef bepaald hoe die zou leven, ongestoord door de vuile veronreinigde menigte die in de ogen van de vrome Joden weinig beter waren dan de andere verloren heidenen. Kan je als Jood, als mens dieper zinken? Jairus moet worden als die wetteloze vrouw, en zonder wetjes en regels, gewoon op Jezus vertrouwen. Jezus vraagt van Jairus dat hij zich net zo gaat gedragen als die bloedvloeiende vrouw. Hij moet geloven. Hij moet zich aan Jezus vastklemmen en van Hem alleen het heil verwachten. Hij moet Jezus gaan volgen in diens filosofie en levensstijl – waarbij God centraal staat. Paulus heeft dezelfde afgang als Jairus meegemaakt. Hij concludeert hierovert in Filippeznen 3:4-11 (voorlezen) En Jairus, zijn keus is al lang gemaakt. De wetjes kunnen zijn dochter niet levend maken. Wetjes kunnen ons niet helpen. Ze kunnen ons zelfs tegenzitten, als we dfenken dat we daardoor dichter bij God komen. Wetjes en regeltjes kunnen ons niet dichter bij God brengen. Jezus wel. En Jezus raakt dan de dochter van Jairus aan. Wordt zij daardoor onrein? Welnee. Ze wordt beter. Want Jezus is niet onrein omdat Hij omgaat met onreine mensen. Zijn aanraking kan het vuilste leven schoon maken zonder dat Hij er door besmet wordt. En ook wij genieten dat leven met Jezus. Een beter leven. Als we in hem geloven, net als dat gepeupel in Israel dat door de vrome mensen veracht werd. Maar dat gepeuple had precies door waarop het aankwam. Op Jezus zelf, op geloof in Hem. Wat een vroom deugdzaam leven vol van de wetten van God niet kan, kan Jezus wel. Ons aanraken en van binenn en buiten nieuw maken. Vandaag symboliseert de doop – als een uiterlijk symbool – dat wij door Jezus Christus van binnen worden schoongemaakt. Hij wast ons rein – als wij Hem in geloof aanraken en mee naar ons huis nemen. Mag ik u uitnodigen om met mij te bidden dat die Heer ons aanraakt, onze onreinheid, ons falen, onze ziekten, ons zoals we zijn, om ons nieuwe mensen te maken??