econoom barbara baarsma
‘Het is te duur om nu uit de euro te stappen’
nummer 3, juli 2012
VERZEKERD!
11
Vastberaden. Gedreven. Scherp. En wie de laatste tijd DWDD of Pauw & Witteman heeft gekeken, weet dat econoom Barbara Baarsma ook fel uit de hoek kan komen. ‘Ik vind het tenenkrommend als politici roepen dat “we wel even uit de euro kunnen stappen”. Er bestaan zoveel misverstanden over de eurocrisis. Dat is de reden dat ik daar aan tafel zit. Ik voel het als een soort morele plicht om economie aan een grote groep mensen uit te leggen.’
Heeft u zelf ooit bewust voor economie gekozen?
‘Nee, integendeel. Ik ben begonnen in Delft met Industrieel ontwerpen, omdat ik wiskunde op een speelse manier wilde toepassen. Maar al snel bleek dat ik vooral met m’n handen moest werken. Helemaal niks voor mij. Ik weet nog goed dat ik een ontwerp had gemaakt van een telefooncel. Terwijl andere studenten na twee dagen klaar waren met hun maquette, zat ik weekenden lang te zwoegen – en dan nog zag je overal plakranden. Ik hield meer van abstracte dingen, en, zo ontdekte ik in Delft, het liefst in een maatschappelijke context. Daarom ben ik uiteindelijk economie gaan studeren. Toen ik die studie had afgerond, was ik nog niet klaar. Pas toen ik promoveerde bij het Tinbergen Instituut, werd ik voor mijn gevoel econoom. In de zin dat als iemand me nu vraagt: “Wat doe je?”, ik volmondig kan antwoorden: ik ben econoom.’
12 VERZEKERD!
nummer 3, juli 2012
Wat maakt economie zo leuk?
‘Dat je vanuit een economisch perspectief naar maatschappelijke vraagstukken kijkt. Economie biedt een consistent denkkader om maatschappelijke problemen te doordenken. Veel andere wetenschappen, zoals rechten en politicologie, nemen de situatie zoals die nu is als uitgangspunt. Alle politieke overwegingen uit het verleden zitten er al in verweven; die nemen ze voor lief. Het leuke aan economie vind ik dat je de rol van de overheid kunt wegdenken en dus ook alle politiek die al in bestaand beleid zit. Je begint bij de markt en zegt: zo, en waar gaat het nou precies mis? Waar vliegt de markt de bocht uit en moet de overheid bijsturen?’ Alles loslaten?
‘Zelf noem ik het “schoon redeneren” en dat vind ik de grootste aantrekkingskracht van de economie. Niet dat de economie het daardoor beter weet dan andere wetenschappen hoor, want uiteindelijk heeft de politiek het voor het zeggen en daar heb ik totaal geen moeite mee. Maar als wij schone redeneringen aanreiken en een politicus anders beslist, is het wel duidelijk op grond waarvan dat is gebeurd. Ik vind het mooi om dat transparant te maken.’ U heeft als econoom al heel wat publicaties op uw naam staan, maar de afgelopen maanden bent u ook steeds vaker op televisie te zien. Waarom?
‘Nou, het is niet zo dat ik op een dag wakker werd, en dacht: laat ik eens met de redactie van DWDD gaan bellen. Nadat ik een paar keer was gevraagd, merkte ik echter wel dat ik het medium kan gebruiken om economie uit te leggen aan een grote groep mensen. Dat is de enige reden waarom ik het doe. Ik maak mij zorgen over een tweedeling, of misschien zijn het wel meerdere
‘Toen de banken hier bijna omvielen, heeft de euro ons enorm geholpen’
fotografie: ivar pel
Ze is directeur van SEO Economisch Onderzoek, hoogleraar aan de UvA, kroonlid van de SER en heeft daarnaast nog zes commissariaats- en toezichtfuncties. Dat Baarsma een drukke agenda heeft, is duidelijk, maar zelf haalt ze er haar schouders over op. ‘Ik vind het allemaal leuk en zou ook voor geen goud uit één van die functies willen kiezen. De combinatie trekt me, net zoals de combinatie werken en voor twee kinderen zorgen me trekt.’ Toegepaste economie is wat haar naar eigen zeggen drijft. ‘Bij SEO werk ik op de scheidslijn tussen commercie en wetenschap. Prachtig. Als ik alleen commercieel zou werken, zou ik de wetenschap missen en omgekeerd zou ik de dynamiek van de markt missen als ik alleen wetenschappelijk bezig zou zijn. Het lijntje is dun, want we moeten tegelijkertijd onafhankelijk zijn en klantgericht werken. Dat vereist dat we continu scherp zijn.’ Die scherpte typeert haar misschien wel het meest. Ze weet de vinger op de zere plek te leggen als het gaat om de eurocrisis of waar het is misgegaan in de financiële sector. Altijd vanuit een economisch perspectief. En ook altijd met een zekere nuchterheid – op de vraag hoe het kan dat ze een van de weinig vrouwelijke “topeconomen” is, antwoordt ze direct: ‘Dat is maar net wat je onder de top verstaat. Zelf heb ik absoluut niet het gevoel dat ik “er ben”. Maar als je de top definieert als een directeursfunctie met een aantal commissariaten, dan kan dat in mijn ogen alleen als je fulltime werkt. Niet dat ik vrouwen veroordeel die dat niet doen hoor. Alsjeblieft! Als mensen ervoor kiezen voltijds voor hun kinderen te zorgen, is dat in zekere zin ook een ambitie. Zelf heb ik het geluk dat ik vroeg aan kinderen ben begonnen en raad dat iedereen die de mogelijkheid heeft aan. Maar uiteindelijk moet iedere vrouw zelf een keuze maken.’ Ze pauzeert even. ‘Mannen trouwens ook …’
delingen, van de kiezers in Nederland. Laatst stond er een analyse in de Volkskrant, waaruit bleek dat een groep hoogopgeleide, goed geïnformeerde mensen in Nederland voor, wat ik noem, constructieve politiek kiest – zeg maar de partijen van het Lenteakkoord – en dat de groep lager opgeleiden voor populistische en conservatieve politiek gaat. Natuurlijk kun je je afvragen of je die laatste groep via de publieke omroep bereikt, maar ik vind dat ik mijn steentje moet bijdragen om economie helder uit te leggen. Er zijn zóveel misverstanden over de crisis en de euro. Wat sommige politici daarover zeggen, vind ik tenenkrommend. Daarom blijf ik uitleggen. In de hoop dat de ratio van de economische redenering doordringt.’
beperkt, maar als je er eenmaal in zit, zijn de kosten van uittreding zeer hoog.’
Wat zijn de grootste misverstanden waaraan u zich ergert?
Waarom is het zo moeilijk de voordelen van Europa aan het grote publiek uit te leggen?
‘Aan het gemak waarmee mensen tegen Europa zijn. Ja, het is waar dat het niet verstandig was dat we aan de euro zijn begonnen. En ja, het is ook waar dat we veel te lang hebben gewacht met spelregels op te stellen en dat toen die spelregels er eenmaal waren, we opnieuw hebben gefaald, door landen die zich er niet aan hielden door rood te laten rijden. En tot slot is het ook waar dat we al in een vroeg stadium wisten dat de Grieken een potje van hun overheidsfinanciën maakten. En tóch is het te duur om nu al uit de euro te stappen. Het is nou eenmaal geen symmetrische vergelijking: de baten van toetreding tot de euro zijn
‘Omdat het een genuanceerde boodschap is, een afweging van baten en inderdaad ook kosten. Op dit moment wegen kosten zwaarder in het politieke debat en zijn kiezers ook vatbaarder voor een verhaal over kosten. In tijden van crisis is het makkelijk om een zondebok aan te wijzen. Populistische politici hebben Europa daarvoor uitgezocht. Tja, dan vind ik het niet zo gek dat mensen in een andere waarheid gaan geloven. Maar gelukkig is er nog genoeg ratio in Den Haag – het noodfonds is immers goedgekeurd.’ ➤
Toch denken veel mensen dat Europa niets dan slechts heeft gebracht.
‘Een groot misverstand. Nederland heeft als exportland enorm geprofiteerd van het vrije verkeer van goederen en diensten in de EU. Overigens is het vooral die gemeenschappelijke markt en niet zozeer de gemeenschappelijke munt die ons veel heeft gebracht – dat moet ik de criticasters nageven. Maar toen we in de crisis van 2009 zaten en banken hier bijna omvielen, heeft de euro ons wel ontzettend geholpen. Dat vergeten mensen nogal eens.’
nummer 3, juli 2012
VERZEKERD!
13
‘Ik maak me zorgen over een tweedeling’ ➤ Wat gaan de komende maanden brengen? Durft u een voorspelling aan?
‘Ik zal je eerlijk zeggen dat ik het niet weet. De crisis is als een economische crisis begonnen, maar is intussen een politieke crisis geworden – en politiek is verschrikkelijk moeilijk te voorspellen. In heel Europa zie je een tweedeling tussen constructief versus conservatief. Persoonlijk hoop ik van harte dat de “constructieven” winnen bij de verkiezingen van 12 september, maar we zijn ook afhankelijk van wat er in de omringende eurolanden gebeurt. We weten niet wat de verkiezingen in Griekenland gaan brengen. Hoe Frankrijk zich onder Hollande zal opstellen. Kortom: het is gissen.’ Wat kan de financiële sector intussen doen?
‘Banken en verzekeraars reageren voorlopig alleen nog en kunnen op dit moment ook moeilijk anders: ze moeten het dak repareren, terwijl het buiten nog regent. Als ik het vizier wat verder richt dan alleen op de korte termijn, zou ik het heel mooi vinden als aanbieders producten op de markt zetten waarvoor ze zelf aansprakelijkheid durven te dragen. De financiële sector heeft jarenlang nodeloos ingewikkelde en dure producten verkocht waarmee consumenten hoge risico’s hebben gelopen, zonder dat ze dat zelf wisten. In reactie daarop probeert de overheid met veel regelgeving bij te sturen, waar de sector dan weer – begrijpelijk – over klaagt. Uiteindelijk is dat niet effectief. Een lappendeken aan regels leidt alleen maar tot een afvinkcultuur. In mijn ogen is het effectiever om aanbieders van financiële producten zélf het risico van incorrecte productontwikkeling te laten dragen, door ze aansprakelijk te laten zijn voor de schade die een consument kan oplopen als het product toch niet doet wat het beloofde. Dan heb je al die regels niet nodig.’ Dat zou zomaar tot onmogelijk hoge bedragen kunnen leiden. Gaat het niet wat ver om de aansprakelijkheid volledig bij aanbieders neer te leggen?
‘Tuurlijk, ik geef meteen toe dat het idee verder moet worden uitgewerkt, maar het basisidee is krachtig. Nobelprijswinnaar Ronald Coase bedacht ooit een theorema: als ik een stuk grond heb waarop een fabriek staat die vieze troep in het grondwater loost, waardoor de koeien op jouw aangrenzende grond minder melk geven, dan kun jij me daarop aanspreken als duidelijk is dat ik het grondwater niet mag vervuilen. Met andere woorden: als de eigendomsrechten van het grondwater zijn vastgelegd, hoeft de overheid zich er verder niet mee te bemoeien. Zo is het ook in de financiële sector. De overheid zou aanbieders van complexe financiële producten moeten verplichten om verzekeringspolissen en bijbehorende contracten te voorzien van schadeclausules.
14 VERZEKERD!
nummer 3, juli 2012
Personalia Prof. dr. Barbara Baarsma (1969) studeerde in 1993 cum laude af als econoom aan de Universiteit van Amsterdam. In 2000 promoveerde zij op een proefschrift over de monetaire waardering van externe effecten. Na haar promotie trad Baarsma in dienst bij SEO Economisch Onderzoek, waar ze sinds november 2008 directeur is. Baarsma heeft ruime ervaring op het gebied van marktwerkings-, regulerings- en mededingingsstudies en met het uitvoeren van kosten-batenanalyses. Naast haar werk bij SEO is Baarsma sinds januari 2009 bijzonder hoogleraar marktwerking en mededingingseconomie aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de UvA. Verder is ze in april dit jaar benoemd tot kroonlid in de SER en bekleedt ze diverse commissariaats- en toezichthoudende functies, onder andere bij Loyalis en het St. Elisabeth ziekenhuis in Tilburg. Baarsma is getrouwd en heeft twee zonen.
Banken en verzekeraars die te risicovolle producten aanbieden, of klanten benadelen door fouten te maken in hun administratieve processen, moeten daarvoor aansprakelijk kunnen worden gesteld, net als bemiddelaars die niet-passende polissen en hypotheken adviseren of verkopen.’ Wat moet er verder in de sector gebeuren?
‘De overheid zou eerlijker moeten zijn over wat zij in de toekomst nog wel en niet voor burgers kan betalen. Dat maakt mensen weerbaar, het geeft ze de mogelijkheid om zelf reserves op te bouwen, in plaats van ze afhankelijk te maken van een onzeker pensioen of een krappe basisverzekering. Neem het pensioen. Wees eerlijk! Zeg als overheid: we doen ons best, maar we kunnen niet garanderen dat uw AOW straks welvaartsvast is. Zelf reken ik steeds minder op mijn AOW. Ook van de vooruitzichten die mijn pensioenverzekering in de tweede pijler geeft, word ik niet vrolijk. Dus wat doe ik? Ik zoek mijn heil in de derde pijler of ga zelf sparen. Aanbieders moeten daarop inspelen. Verzekeraars moeten – net als de overheid bij de AOW – eerlijker zijn over beschikbare premieregelingen en kunnen andere producten aanbieden die meer zekerheid bieden.’ Liggen daar kansen?
‘Ja, dat denk ik wel. Verzekeraars staan sowieso voor grote uitdagingen – denk aan de hervorming van het distributiestelsel – maar kunnen vooral in de derde pijler voor goede oplossingen zorgen. Zorguitgaven zijn een beetje zoals pensioenuitgaven, want die liggen ook grotendeels aan het eind van je leven. Het zou mooi zijn als verzekeraars die twee dingen kunnen combineren.’ Hoe?
‘Door producten te bedenken waarmee mensen een potje voor hun oude dag opbouwen – waar ze dat dan ook voor inzetten. Derde pijler plus zorg, noem ik het. Daar moeten mooie dingen mogelijk zijn. En met mooi bedoel ik transparante producten, die aansluiten op het uitgavenpatroon van het leven.’
<