Het heilig avondmaal [1]
Het proefbare Woord Hoe vieren we het heilig avondmaal? En hoe vaak? De inhoud en betekenis van het sacrament bepalen mede de manier waarop het wordt bediend en gevierd.
H Ds. J.J. Verhaar is hervormd predikant te Krimpen aan den IJssel.
et is oerprotestants om te geloven dat het avondmaal als sacrament is toegevoegd aan de bediening van het Woord van God. Preciezer gezegd: het avondmaal is één van de gestalten van het Woord dat ons wordt bediend. Het is het zichtbare (en tastbare, proefbare) Woord. De werking ervan is niet automatisch of magisch, maar geestelijk, dat wil zeggen: door de Heilige Geest. Waarom de Heere Christus naast het hoorbare Woord ook nog dit zichtbare en tastbare Woord heeft gegeven? Dat is Zijn wijsheid. Zelfs iemand als de reformator Calvijn moest verklaren dat hij de werking ervan wel kan ervaren, maar niet verklaren. Dat de sacramentsbediening ook woordbediening is, is een inzicht van niet alleen protestanten. Het wortelt in het vroegchristelijke geloof dat de bediening van het Woord Gods het oersacrament is. Christus is Zelf het Eeuwige Woord. Hém ontvangen wij in elke kerkdienst, zowel in de prediking als in de sacramentsbediening. Dit bedenkend is het te verdedigen dat niet het altaar (de avondmaalstafel) in het kerkgebouw centraal staat (zoals bij de roomsen), maar de preekstoel (zoals meestal bij de protestanten). Hoe vaak? De kerkorde van de kerk gaat er terecht van uit dat in elke hoofddienst in de kerk het avondmaal gevierd kán worden. De Kerk heeft van de vroegste tijden af aan op elke dag des Heeren het avond-
6
de waarheidsvriend
maal gevierd. Dit roept meteen de vraag op naar de frequentie van onze avondmaalsvieringen. In onze gezindte en vanouds in de gereformeerde kerk in ons land was die frequentie viermaal per jaar. Deze gewoonte is min of meer overgenomen van Genève, de stad van de reformator Calvijn. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de omstandigheden Calvijn tot dit lage getal dwongen. Er is geen reden om veelvuldiger viering van het avondmaal dan deze vier keer verdacht te vinden. Minder dan vier keer is niet aan de orde. Tegen het vaker vieren wordt nogal eens als argument aangevoerd dat dit tot gewenning, vervlakking en sleur zou leiden. Een merkwaardig argument, dat nooit wordt gebruikt voor bijvoorbeeld de gewone bediening van het Woord. Met het minimale aantal van vier valt alleen te leven wanneer men werkelijk gelooft dat het Woord, de bediening ervan, het oersacrament is. Hoge opvatting In de eredienst wil de Heere van de Kerk aan Zijn volk het Woord bedienen; hoorbaar, zichtbaar en tastbaar. Elke dienst is dus Woorddienst en tegelijkertijd ook sacramentsdienst. We behoren dus uiteraard een hoge opvatting van de bediening van het Woord te hebben. De bediening van het Woord is niet minder heilig dan die van het sacrament. Vergeleken met de Rooms-Katholieke Kerk en de Oosters Orthodoxe Kerk vindt de bediening van het avondmaal dus in de gereformeerde traditie maar betrekkelijk weinig plaats. Daarbij moet wel bedacht worden dat talloze roomse en orthodoxe christenen ook maar betrekkelijk weinig echt deelnemen aan het sacrament, hoewel dat elke zondag wordt gevierd.
‘Avondmaalsmijding’ is niet een zaak van protestanten alleen. Het geringe aantal bedieningen van het avondmaal per jaar heeft voor- en nadelen. Eén van de voordelen is dat wij in onze traditie de cyclus van drie diensten rond het avondmaal kennen. De voorbereidingsdienst, de dienst waarin de viering zelf plaats vindt en de dienst van de nabetrachting of dankzegging. Er valt op deze manier wel veel nadruk op het sacrament. Dit is een voordeel; uiteraard mits goed ingevuld. De voorbereiding kan grondig gebeuren en de betekenis voluit aan de orde komen, zodat ook de deelname van de christen zijn volle nut en zegen kan ontplooien. Gevaar is dat er aan het sacrament een andere en grotere heiligheid wordt toegekend dan aan de bediening van het Woord in de vorm van de gewone verkondiging op gewone zondagen. Een nadeel van het geringe aantal bedieningen noem ik in de vorm van een vraag: Beroven we ons daardoor niet van een zegen die de Heiland bedoeld heeft te geven toen Hij het avondmaal instelde? Voldoen we met onze vier of zes keer per jaar aan de opdracht van de Heiland? Voorbereiding Een speciale dienst van voorbereiding op de viering van het avondmaal lijkt een typisch gereformeerde zaak te zijn. Toch is voorbereiding op het sacrament een zaak die altijd en overal door christenen is gehouden, overigens in allerlei vormen. Er spreekt natuurlijk het besef uit dat een christen niet zomaar, direct vanuit de wereld en direct vanuit het gewone leven kan naderen tot het heilige. Het zinnetje ‘men moet elke dag voorbereid zijn om de Heere te ontmoeten’ bevat een diepe waarheid, maar
6 november 2008
doet verder niets af van de noodzaak van voorbereiding. Deze voorbereiding is trouwens niet alleen nodig voor het avondmaal, maar ook voor de gewone kerkdienst met Woordbediening, voor het gebed en de schriftlezing thuis, ja voor elke geestelijke handeling. Omdat al die dingen immers een vorm van ontmoeting met de Heere zijn. ‘Schik u om uw God te ontmoeten.’ In breder verband is de voorbereiding op het avondmaal de catechese, voor of na de doop (van achtereenvolgens volwassenen en kinderen), gedurende een langere of kortere tijd. Wanneer iemand uit de wereld wordt geroepen tot Christus’ gemeente, dan is een belangrijk onderdeel het onderricht betreffende het geheim van het avondmaal als de diepste uitdrukking van het geloof in Christus. En jongeren van de gemeente ontvangen catechese om hen te leiden tot de geloofsbelijdenis en tot deelname aan het avondmaal. Valkuil Maar nu de directe voorbereiding door middel van de voorbereidingsdienst. Deze wordt veelal gehouden op de zondag voorafgaand aan de viering zelf. Evenals bij de doop hebben we voor viering en voorbereiding het onvolprezen klassiek gereformeerde avondmaalsformulier. Het is heel zinvol om het eerste gedeelte van het formulier, dat gaat over de voorbereiding, ook in de voorbereidingsdienst te lezen. Tijdens de avondmaalsdienst wordt het lezen van het formulier zo met de helft bekort, terwijl dit voorbereidende gedeelte in die voorbereidingsdienst volledig tot zijn recht komt. Ikzelf ben gewoon om dit voorbereidende gedeelte van het formulier aan het begin van de dienst te lezen in plaats van de lezing van de Wet des Heeren. Het vervult immers dezelfde functie als de wetslezing, namelijk om tot verootmoediging te leiden. Terwijl in het formulier de genadeverkondiging niet ontbreekt. Ik denk dan aan de passage die begint met: ‘Maar dit wordt ons zeer geliefde broeders en zusters (…)’.
de waarheidsvriend
Bij de zelfbeproeving mag niet over het hoofd worden gezien dat deze bestaat uit drie delen. Het is niet alleen een bedenken van de zonden, maar evenzeer een onderzoek van het hart naar het geloof en van het geweten naar de dankbaarheid. Het moet ons opvallen dat de christen zeer actief wordt ingeschakeld. Hij moet bedenken en onderzoeken. Dat heeft niet als doel om ons te laten constateren dat wij al dan niet genoeg zondekennis, geloof en dankbaarheid hebben, maar de echte voorbereiding wil ons roepen tot daadwerkelijke verootmoediging over onze zonde, tot een levend geloof en tot oprechte dankbaarheid in belijden en daden. Uiteraard is een dergelijke zelfbeproeving zeer nuttig, met wel deze voorwaarde, dat die zelfbeproeving op de juiste manier gebeurt. Zij moet ons niet brengen tot introspectie om ons in de zelfbespiegeling te laten steken, maar zij moet ons juist van onszelf afbrengen en opleiden tot de Heere. Maar de voorbereiding gaat niet op in zelfbeproeving alleen. Het behoort ook tot de voorbereiding om ons te bezinnen op de inhoud van het avondmaal. Het is bepaald een valkuil om alleen aan onszelf te gaan denken, in plaats van Christus te gédenken. Het hoorbare Welke Schriftgedeelten kunnen aan de orde komen in de prediking rond de sacramenten? Een cyclus van drie preken in de drie diensten nodigt ertoe uit om drie teksten uit één gedeelte te bepreken. De keuze is uiteraard zeer ruim. Dit, omdat in het heilig avondmaal evenals in de heilige doop, de kern van het Evangelie wordt uitgedrukt. En die kern ligt overal in de Bijbel, zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament, voor het grijpen. Die kern is het werk van de Heiland; het offer van Zijn leven. De thema’s zijn: het offer, de verzoening, het verbond, de (verbonds)maaltijd, de vergeving van de zonden, Christus als gastheer, God de Vader als de ‘huisvader van Zijn gezin’, de verwachting van de toekomst des Heeren enzovoort. De tekstkeuze zal natuurlijk ook
afhangen van de tijd van het kerkelijk jaar waarin de viering plaats heeft. Het avondmaal staat in de lijdenstijd in een ander licht dan bijvoorbeeld in de adventstijd; op Pasen in een ander licht dan met Kerst. Overigens ligt de tijd ver achter ons dat het avondmaal gevierd werd óp de hoge feestdagen (Kerst, Pasen en Pinksteren). In het Genève van Calvijn gebeurde dit wel. Ook in het Elberfeld van Kohlbrugge had men deze gewoonte – die overigens zeer juist is. Het avondmaal kán op elke zondag gevierd worden, en zeker op de hoge feestdagen, omdat de inhoud van het avondmaal te maken heeft met elke zondag en met elk heilsfeit en dus met elk christelijk feest. Het gemeentelid dat ooit zijn bevreemding uitsprak over de viering van het avondmaal in de adventstijd had er weinig van begrepen. Over verwachten van Christus gesproken!
De bediening van het Woord is niet heiliger dan die van het heilig avondmaal.
J.J. Verhaar
6 november 2008
7
Het heilig avondmaal [2]
Bedienen en vieren Over de inhoud van het heilig avondmaal is veel te zeggen. Veel aspecten van het Evangelie komen in het avondmaal samen als lichtstralen in een brandglas. Ook de avondmaalsdienst kent vele facetten.
T Ds. J.J. Verhaar is hervormd predikant te Krimpen aan den IJssel.
ijdens een avondmaalsdienst wordt in onze traditie ook altijd het Woord bediend. Dit vanuit het reformatorische besef dat een sacrament sacrament wordt wanneer het Woord Gods ‘erbij’ komt. Dat gebeurt uiteraard door de instellingswoorden uit te spreken, maar ook door de voorafgaande prediking. Het is te verdedigen dat de preek aanmerkelijk korter uitvalt dan in gewone diensten. Het onderwerp zal niet de christen maar de Christus zijn. De problematiek van al of niet deelnemen aan het avondmaal, zo die al behandeld moet worden, hoort thuis in de dienst van voorbereiding. In de avondmaalsdienst valt het volle licht op Christus in Zijn werk voor ons en in ons. Zijn werk voor ons, want dat zullen we immers gedenken. Zijn werk in ons, omdat we door de intimiteit van het eten en drinken er helemaal bij betrokken worden. Tekst Ook voor die kortere preek is de tekstkeus zeer breed. Er kan nadruk vallen op het lijden van Christus, maar we mogen bedenken dat in de uitdrukking ‘de dood des Heeren gedenken’ zeker ook de opstanding begrepen is. Het is een gedenken van het volle heil door Christus aangebracht. Daarom heeft Christus van dit heil een maaltijd willen maken en daarom spreekt het formulier over de ‘heerlijke gedachtenis’.
12
de waarheidsvriend
Ook de psalmkeuze kan breed zijn. Uiteraard psalmen die zingen van het lijden van de Messias, maar ook die psalmen die Christus’ werk en persoon in volle omvang bezingen: de Christuspsalmen (2, 22, 40, 45, 110, etc). En dan de psalmen die spreken over de maaltijd. De Psalmen 23 en 111 zijn vanaf de vroegste tijden avondmaalspsalmen geweest. Verder de psalmen die spreken over het heiligdom en het altaar, zoals Psalm 118. Psalm 84 is ook vanouds avondmaalspsalm. Vaste formulieren Soms valt bij gemeenteleden een bepaalde weerzin tegen het gebruik van vaste formulieren en formuleringen te bespeuren. Wij zijn in onze traditie immers ook gewend aan spontaan geformuleerde preken en gebeden. Persoonlijk ben ik blij dat we rond de sacramenten onze vaste formulieren hebben en dat er vaste gebeden worden gedaan. We worden zodoende bij deze belangrijke onderdelen van de eredienst behoed voor de al te persoonlijke en eenzijdige kijk van gemeenten of voorgangers op doop en avondmaal. We ademen, zodra en gedoopt of gecommuniceerd gaat worden, in de vrije en hoge berglucht van de kerk der eeuwen, de kerk van de Reformatie in het bijzonder. Ik acht dat wij daar geestelijk wél bij varen. En wij moeten leren ons geloof te normeren en te toetsen aan deze vaste formulieren. Bedienen en vieren We hebben het over de bediening en viering van het Heilig Avondmaal. Het is wellicht goed om de twee woorden, bediening en viering, nader te bezien. Ze hebben allebei hun goed recht, omdat ze allebei een wezenlijk aspect van het avondmaal uitdrukken.
In het woord bediening komt de passieve kant tot uitdrukking. Er zit de gedachte in van de maaltijd en van het ontvangen van het zo noodzakelijke voedsel. We ontvangen dat voedsel van de Heiland Zelf, Die tegelijkertijd offerlam en priester is. En we ontvangen het van de grote Vader, Die Zijn kinderen van voedsel voorziet. De dienaar die het avondmaal ‘bedient’, staat uiteraard in dienst van de Heere en doet dat niet op eigen gezag. Vandaar dat we geloven dat de werking van het avondmaal niet van de kwaliteit van de bedienaar afhangt. In het woord viering komt de actieve kant tot uitdrukking. Er zit ook weer de gedachte aan de maaltijd in, maar dan met de nadruk op het gemeenschappelijke en feestelijke. Een en al dankzegging Wat zijn de wezenlijke en onmisbare onderdelen van deze viering en bediening? In de eerste plaats het uitspreken van de instellingswoorden, de woorden die Jezus tijdens het Laatste Avondmaal uitsprak. Daarmee worden de tekenen van brood en wijn afgezonderd tot hun sacramenteel gebruik. Het avondmaalsformulier kent daarom twee gedeelten. Er is een onderwijzend gedeelte en een gedeelte dat de viering zelf betreft, waarin de noodzakelijk uit te spreken woorden staan. In de tweede plaats wordt het geloof beleden. Bij ons vindt dat plaats in het gebed vóór het avondmaal. Biddend belijden dus. Uiteraard wordt er in het avondmaal gebeden en is er dankzegging. Het avondmaal is zelf een en al dankzegging. Het gedenken kan niet anders dan dankzeggend plaatsvinden. De dankzegging heeft bij ons een plaats in het gedeelte van het formulier na communiceren.
13 november 2008
Ten slotte is wezenlijk en onmisbaar het eten en drinken (het communiceren) door de christenen. Zeer zeker kan de Heere Zijn genade ook buiten de avondmaalsviering om geven (denk aan de Woordbediening), maar Hij heeft óók het avondmaal ingesteld als een genademiddel. Wij moeten dus niet wijzer dan de Heere willen zijn door het avondmaal niet noodzakelijk of niet belangrijk te achten. Tafel De manier waarop het avondmaal wordt gevierd verschilt sterk van kerk tot kerk. Wij kennen het komen tot en het zitten aan de tafel. Voor ons eigenlijk onopgeefbaar, omdat de tafel sterk verbonden is met de gedachte van de maaltijd. Toch moeten we ons realiseren dat we met dit zitten aan een tafel in de minderheid zijn vergeleken met het totaal van alle christenen. Zelfs de gereformeerde wereld kent niet overal deze tafel. In onze traditie waren er in vroegere tijden, en in sommige gemeenten tot op vandaag, betrekkelijk weinig avondmaalgangers. Vooral door het inzicht dat het avondmaal verbondsmaaltijd is, zoals in Israël de paschamaaltijd, is het aantal avondmaalgangers toegenomen. Het gevolg was dat in vele gemeenten niet meer met één tafel kan worden volstaan. Soms zijn het er zelfs meer dan vijf of zes in grote kerken en gemeenten. Er doet zich dan het nadeel voor dat de avondmaalsdiensten lang gaan duren en dat de eenheid in het zitten om de ene tafel verbroken wordt. De tafel wordt uiteraard zo groot mogelijk gemaakt. Vooral in oude middeleeuwse kerken is daartoe de mogelijkheid. Soms wordt overgegaan tot andere vormen, zoals lopend avondmaal, communiceren staande in een kring, of brood en wijn doorgeven door de banken. Het is een goede zaak om aan onze eigen traditie, het zitten om de tafel, vast te houden. We dienen echter wel te bedenken dat we andere vormen niet hoeven te veroordelen, omdat zeer veel andere christenen op een andere manier avondmaal houden.
de waarheidsvriend
Mediteren Jonge mensen, maar ook ouderen, vragen zich soms af wat je moet doen tijdens het avondmaal. Dezelfde vraag kun je natuurlijk stellen voor een gewone kerkdienst. Wij protestanten bezitten vaak niet meer het vermogen tot mediteren. Ds. A. van Brummelen schreef ooit een boekje over de kunst van het mediteren. Nu, tijdens de avondmaalsdienst – met een voor onze diensten zeldzame hoeveelheid momenten van heilige stilte en ingetogenheid – is er gelegenheid tot mediteren. Laten dan de vaste woorden en uitdrukkingen uit het formulier, in onderwijzing, instellingswoorden en gebeden, diep in ons hart zinken. Niet ons gevoel hoeft bewogen te worden (al kan dat natuurlijk wel gebeuren) en niet ons verstand hoeft aangesproken te worden (ook dat kan wel gebeuren), maar het Woord Gods zal door de Geest Gods in ons hart zinken en daar Zijn werk doen. Waar moeten wij zelf actief aan denken tijdens de maaltijd? Het spreekt vanzelf dat wij niet over alle dingen uit het formulier of uit de gebeden kunnen mediteren. Wanneer wij werkelijk onze aandacht op Christus mogen richten, dan zal de Heilige Geest vanuit de volheid van Christus wel onze aandacht weten te bepalen bij juist datgene wat wij nodig hebben. Het moge duidelijk zijn dat wij avondmaal vieren moeten leren en dat wij er nooit in uitgeleerd zijn. Het moet ons daarbij niet gaan om bijzondere dingen te ervaren, maar om te ontvangen wat God de Heere ons geven wil, door Woordbediening en sacramentsbediening. Ik geef een vraag en een antwoord weer van H.F. Kohlbrugge (uit Vragen en antwoorden tot opheldering en bevestiging van den Heidelbergschen Catechismus bij Zondag 29): ‘Vraag: Is het noodzakelijk dat men bij het genot van brood en wijn bijzondere gewaarwordingen heeft? Antwoord: Het gezonde geloof houdt zich aan het Woord, de werking openbaart zich daarna; in tijd van nood.’
J.J. Verhaar
De Waarheidsvriend officieel orgaan van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk Hoofdbestuur ds. H.J. Lam, Ridderkerk, 1e voorzitter; ds. M.A. Kuijt, Huizen, 2e voorzitter; ds. J. Harteman, Kampen, secretaris; A.H. Teeuwissen, Huizen, penningmeester; ds. J.A. van den Berg, IJsselmuiden; ds. C. Blenk, Lienden; dr. P.F. Bouter, Leerdam; A.D. Drost, Werkendam; ds. C. van Duijn, Gouda; mr. G. Holdijk, Uddel; ds. G.D. Kamphuis, Amersfoort; ds. A.J. Mensink, Driesum;ds. H. Roseboom, Kesteren; mr. D.G. van Vliet, Wilnis.
Redactie drs. P.J. Vergunst (hoofdredacteur); drs. B.C.Ph. van der Waal-Goudriaan (eindredacteur); mr. G. Holdijk; ds. G.D. Kamphuis; dr. W. Verboom
Algemeen secretariaat en redactie drs. P.J. Vergunst bureau: Kleine Fluitersweg 253, 7316 MX Apeldoorn, tel. 055-5766660; Fax 055-5767707. Werkkamer thuis: tel. 055-5789132. E-mail:
[email protected] www.gereformeerdebond.nl
Voorlichter H. Geluk, tel. 0184-612632; E-mail:
[email protected]
Ledenadministratie Kleine Fluitersweg 253, 7316 MX Apeldoorn, tel. 055-5766660.
Advertenties Voor alle plaatsingen en info: G.W. ten Bolscher, tel. 0548-512107. Advertenties worden aangenomen tot tien dagen voor de verschijning, verzenden naar ReproVinci BV, Postbus 18, 2870 AA Schoonhoven. E-mail voor aanlevering:
[email protected]
Abonnementenadministratie Voor nieuwe abonnees, adreswijzigingen enz. liefst schriftelijk: Kleine Fluitersweg 253, 7316 MX Apeldoorn. Prijs € 45,– per jaar. Losse nummers € 0,95 p. st. plus verzendkosten. Bezorgklachten: tel. 055-5766660. Voor een nieuwe jaargang kan slechts voor 1 december worden opgezegd.
Productie Opmaak ReproVinci BV, www.reprovinci.nl Druk Kon. BDU Grafisch Bedrijf BV
Gesproken editie Informatie en opgave: CBB, Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden, Postbus 131, 3850 AC Ermelo, tel. 0341-565499.
Digitale jaargangen Informatie en opgave: Stichting Reformatica, p/a Valleistraat 52, 3901 RT Veenendaal tel. 0318-624648, e-mail:
[email protected] ISSN: 0167-3262.
Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Bond (THGB) ‘Johannes Calvijn’ Directeur: dr. J. Hoek, e-mail:
[email protected] Postbus 80, 6710 BB Ede, tel. school (CHE): 0318-696300, fax 0318-696396, www.thgb.tk
13 november 2008
13
Het heilig avondmaal [3, slot]
Dienst van dankzegging Een aparte dienst van dankzegging voor het heilig avondmaal is een typisch calvinistisch verschijnsel. De meeste christelijke kerken kennen zo’n dienst niet.
V
Ds. J.J. Verhaar is hervormd predikant te Krimpen aan den IJssel.
eel kerken vieren het avondmaal wekelijks. Dan moet natuurlijk gedacht worden aan de Rooms-Katholieke Kerk en de Oosters-orthodoxe Kerk. Maar ook vele reformatorische kerken vieren het vaker dan de vier keer per jaar zoals onder ons gebruikelijk. Wanneer de dienst van het avondmaal als de hoofddienst wordt beschouwd, dan zal er niet voor iedere hoofddienst een aparte dienst van dankzegging gehouden worden. Het ontbreken van een aparte dienst van dankzegging hangt ook samen met het karakter van het avondmaal zelf. Het avondmaal is immers zelf een dankzegging. Dat zegt bijvoorbeeld al het woord eucharistie, dat letterlijk dankzegging betekent. Een dienst van dankzegging wordt zodoende een dankzegging voor een dankzegging. Voldoende aandacht? We stuiten hier op een merkwaardig gegeven in de calvinistische wijze van avondmaal vieren. A.F.N. Lekkerkerker (in Kanttekeningen bij het Hervormde Dienstboek, 1956) wijst erop dat Calvijn in de viering van het avondmaal de eucharistie en de eulogie (de dankzegging en de lofprijzing) niet meer kent. Dat wil zeggen dat er niet meer op een directe wijze aan de Heere dank en lof wordt toegebracht voor Zijn onuitsprekelijke gaven in Christus. Behalve dan natuurlijk enkele zinsneden in het dankgebed. Maar niet voor en bij het genieten van de tekenen van het avondmaal zelf.
10
de waarheidsvriend
Ongetwijfeld wilde Calvijn een te nauwe aansluiting aan het misformulier van de Rooms-Katholieke Kerk vermijden. Vraag blijft natuurlijk of het dankzeggingkarakter van het avondmaal nu voldoende aandacht krijgt. Juist omdat dit karakter wel zeer Schriftuurlijk is. Denk alleen al aan de woorden: ‘De beker der dankzegging (…)’. Concentratie op Christus Het lijkt psychologisch heel verklaarbaar dat de aparte dankdienst een oplossing is voor het ontbreken van de eucharistie en de eulogie in de dienst van het avondmaal zelf. Wel is de vraag of er door deze handelwijze niet gemakkelijk verschuivingen kunnen optreden en zijn opgetreden. Als in de dienst van het avondmaal de aandacht voor het werk en de Persoon van Christus wordt verlegd naar de subjectieve beleving van de gelovige, dan zal hetzelfde gebeuren in een dienst van dankzegging. Het maakt uiteraard verschil of wij danken voor de gave van Christus door God en voor het offer dat Hij bracht, of dat ik dank voor mijn beleving en genieting hiervan. Dit zegt gelijk iets over de invulling van de dienst van dankzegging. Opnieuw mag niet de eerste en de meeste aandacht uitgaan naar de christen in plaats van naar Christus. Zo gemakkelijk wordt een christen een grootheid op zichzelf, los van Christus. Los gedacht van Christus is een avondmaalganger niet iemand met een waarde in zichzelf geworden. Deze concentratie op Christus is ook gegeven met het feit dat een avondmaalganger niet per se bepaalde gevoelens moet hebben gehad en bepaalde ervaringen ondergaan. De kracht van het avondmaal bewijst zich ‘in tijd van nood’, zo zei
Kohlbrugge. Wanneer er concentratie is op Christus, dan kan er toch dankzegging zijn in het hart, ook al hebben wij geen bijzondere bevindingen te melden. Toepassing De tekstkeus voor de prediking kan goed worden bepaald door de korte serie van drie, wanneer de predikant de tekstkeus voor deze drie diensten op elkaar afstemt. Ik pleit niet voor een strak schema wat betreft de inhoud van de prediking, in geen van de drie diensten. Het element van dankzegging is zo veelomvattend, dat het zich gemakkelijk laat verwoorden vanuit vele Schriftgedeelten. Voor wat de toepassing betreft zal de predikant zich uiteraard hoeden voor een aantal grensoverschrijdingen. De eerste grensoverschrijding heb ik al genoemd: concentratie op de avondmaalganger in plaats van op Christus. De tweede is: concentratie op de beleving en genieting van de avondmaalganger ten koste van concentratie op de inhoud van het avondmaal. Bijvoorbeeld door sterk de schijnwerper te richten op wat wij met en na het avondmaal gaan doen. Het leven uit de dankbaarheid uit de Heidelbergse Catechismus kan zo gemakkelijk een eigen leven gaan leiden, los van Christus. En dan is precies het tegenovergestelde bereikt van wat het avondmaal bedoelde. Soms wordt in de gemeente gehoord dat de prediking van de heiligmaking er zo bekaaid vanaf komt. Men zou zomaar kunnen menen dat die dan na het avondmaal maar eens het volle pond moest krijgen. Als dit dan maar een prediking van de heiligmaking wordt die werkelijk niets tekort doet aan wat de centrale boodschap is van het avondmaal: ‘Ik voor u’ en ‘Zonder Mij kunt gij
20 november 2008
niets doen.’ De centrale boodschap van het avondmaal is immers de wonderlijke en toch zo reële eenheid met de Heiland. Schamel Dit brengt bij een derde grensoverschrijding. Namelijk dat er in de prediking van de dankzegging precies wordt afgebroken wat het avondmaal luid wilde verkondigen, namelijk de zekerheid aangaande en de realiteit van de genade in Christus. Dit gebeurt wanneer de christen in de dankzegging wordt teruggeworpen op zichzelf en op zijn eigen beleving en ervaring. Onze beleving is immers vaak schamel, niet in verhouding met de toezegging die Christus doet. Terecht komt natuurlijk het christenleven toch in beeld in de dienst van dankzegging. Sacramenten werken geloofsversterkend en deze versterking is nodig voor het christenleven dat volgt. Wanneer we Christus hebben mogen ontvangen in het avondmaal, dan volgt er ook het Christus aandoen (Rom. 13:14). Dat is de rechte concentratie op Christus. Gewetensgevallen Moet er toch niet aandacht zijn voor de avondmaalganger, juist als het avondmaal vele gemeenteleden ook voor grote vragen en moeiten stelt? Het is hier als met alle gewetensgevallen: daar moet aandacht voor zijn voor zover er vragen en moeiten leven in de harten van de gemeenteleden. Overigens moeten we hier op de hoede zijn voor standaardbehandeling van standaardvragen. Predikanten moeten in de prediking niet de indruk wekken dat bepaalde vragen bij de gemeenteleden moeten leven. En dat het niet goed zou zijn wanneer ze niet leven. Dat er vragen leven bij individuele gemeenteleden of in een bepaalde gemeente, hangt samen met het geestelijk leven, met de kleur ervan, en ook met andere factoren. We mogen echter niet de indruk wekken dat avondmaalgang niet goed zou zijn wanneer ze niet gepaard gaat met allerlei vragen en angsten. Integendeel.
de waarheidsvriend
Mijding Van avondmaalsmijding geldt dat het een complex probleem is dat samenhangt met vele dingen. Het is dus niet goed om gemeenteleden die niet ten avondmaal zijn gegaan het vuur zo na aan de schenen te leggen, dat hun moeite eerder verzwaard dan verlicht wordt. Zeer voorzichtig dienen wij te zijn met te stellen dat niet ten avondmaal gaan gelijk staat aan het verwerpen of verloochenen van Christus. Dat is misplaatste radicaliteit. De dankzeggingsdienst mag er dus absoluut niet toe leiden dat de niet-avondmaalganger nog eens extra gekastijd wordt. Overigens mag deze dienst ook niet gebruikt worden om de wel-avondmaalganger te kastijden. Het is in bepaalde kringen gewoonte geweest om in de dienst van voorbereiding en viering zogenaamd ruim te prediken, terwijl er in de nabetrachting een geheel andere toon werd aangeslagen. De (jonge of beginnende) avondmaalganger wordt daardoor in grote verwarring en verlegenheid, soms zelfs verslagenheid, gebracht. Het eigenlijke punt is dan dat Christus anders wordt voorgesteld dan het avondmaal zelf doet. Het avondmaal predikt Christus juist eenduidig. Hij is in voorbereiding, viering en dankzegging Dezelfde! Terugvallen Een ander gewetensgeval is de angst voor het terugvallen. Natuurlijk zit er in het avondmaal iets van de oase in de woestijn. Omdat het een oase is, moet de christen juist worden gewapend voor de tocht door de woestijn van de wereld. Natuurlijk kan hij tijdens deze tocht het oasegevoel niet vasthouden. Daar is de tocht te intensief en te moeilijk voor. Wel kan de kracht uit het avondmaal meegaan – daarvoor is ze ook bedoeld. Het komt veel voor dat de avondmaalganger zo op zichzelf en de eigen beleving en het gevoel is geconcentreerd, dat hij wel moet terugvallen. Immers, het gevoel wisselt met de dag. Vandaar het pleidooi voor concentratie op Christus.
De avondmaalganger kan tijdens de tocht door de woestijn van de wereld het oasegevoel niet vasthouden.
Angst Een zwaar gewetensgeval is uiteraard de verlammende angst die tijdens of na het avondmaal kan ontstaan: Heb ik er wel goed aan gedaan om ten avondmaal te gaan? Er mag terecht een grote hoogachting zijn voor de sacramenten van de kerk. Maar een min of meer magische benadering, met het idee zich werkelijk te branden aan het heilige, is uiteraard niet goed. Deze angst kan in allerlei varianten optreden. Bekend is de doodsangst van Luther toen hij als jong priester de eerste keren de mis moest bedienen. Luther heeft altijd geleerd dat allerlei gewetensangsten niet horen bij het geloof of bij het avondmaal, maar dat het vormen zijn van vertwijfeling en aanvechting. Daartegen helpt maar één middel: het geloof. Geloof is overwonnen vertwijfeling. Hoop is overwonnen wanhoop. Liefde is overwonnen liefdeloosheid. Vertwijfeling, wanhoop en liefdeloosheid zijn nooit goed te praten. Ze horen bij de oude mens van de zonde. De beste behandeling van gewetensgevallen is de prediking van Christus, zoals Hij is in Zijn weergaloze liefde en zelfovergave. Dit is juist de inhoud van het avondmaal. Vandaar dat aangevochten mensen door de reformatoren altijd worden opgeroepen niet van het avondmaal weg te blijven maar er juist gebruikt van te maken.
J.J. Verhaar
20 november 2008
11