Kinderactiviteiten Nationale Vogelweek 12‐18 mei 2012 Onderstaande activiteiten zijn bedoeld als inspiratie voor kinderactiviteiten tijdens de Nationale Vogelweek. Per activiteit is een speluitleg opgenomen, een lijst met benodigdheden, en een leeftijdsindicatie. We hebben geprobeerd de activiteiten algemeen te houden, zodat ze in verschillende gebieden en met wisselende aantallen kinderen te doen zijn. Veel plezier! Joyce Schreuder en Astrid van den Broek Vogelbescherming Nederland 1. Vogelnestjes bouwen Leeftijdsindicatie: 6‐10 jaar Het is lente! In de maande mei leggen vogels hun ei. De kinderen kruipen in de huid van een vogel door middel van het bouwen van een vogelnestje. Werkvorm: Vorm de groep kinderen om je heen, zodat je voor iedereen goed zichtbaar en verstaanbaar bent Bedenk samen welke vogel op de locatie waar jullie nu zijn (bos, park, weiland, duinen etc.) zou kunnen broeden Waar zou deze vogel het nest bouwen? (bijv. in de boom, in een holletje, op de grond, in het riet) Waarom daar? Wat zijn de gevaren die het nest kunnen bedreigen en daarmee ook de kuikens en de ouders? Hoe groot is het nest Welke materialen worden gebruikt Hoe komen de materialen bij het nest Wat doet de vogel met het materiaal om er een comfortabel nest van te maken? Vorm groepjes van 2 (of meer) kinderen Voor welke vogel maak je een nest? Doe je best om het verzamelen van het materiaal zo goed mogelijk te doen zoals de vogel het doet. Dus gebruik 1 hand en maximaal 2 vingers tegelijk voor het verzamelen. En voor het vormen van het nestje gebruik je 1 hand. Bedenk een naam voor je vogelnestje Ga na afloop met alle groepjes bij elkaar de nesten bewonderen Laat de kinderen vertellen wat ze hebben ervaren bij het bouwen Was het moeilijk om materiaal te vinden? Achtergrondinformatie: De materialen Aan het nest herkent men de soort of de familie (verzameling soorten met gemeenschappelijke kenmerken).
In het voorjaar wordt er heel wat nestmateriaal aangevoerd. Wie goed kijkt, ziet vroeg in het voorjaar in kale bomen al de eerste nesten verschijnen. De Ekster is een vroege starter. Vaak vliegen ze met takken in de richting van de nestboom. De Ekster bouwt net als veel andere soorten zijn nest op de tak van boom. Andere soorten hakken een holte in een boom, of maken gebruik van een bestaande holte. Spechten en Boomklevers hakken zelf, terwijl mezen, Kauwen en Bonte Vliegenvangers bestaande holtes gebruiken. Nestkasten zijn eigenlijk dergelijke holtes. Weidevogels als Grutto en Kievit broeden op de grond, ze leggen hun eieren in een kuiltje. De Huiszwaluw en de Boerenzwaluw maken een nestje van klei dat ze tegen gebouwen metselen. Er moet op vliegafstand wel klei zijn. De Gierzwaluw en de Zwarte Roodstaart maken gebruik van holtes en nissen op en aan gebouwen. Het bouwen Het bouwen van een nest verloopt in twee achtereenvolgende fasen: het verzamelen van het materiaal, en dit fatsoeneren tot een afgewerkt nest. Hoeveel tijd het verzamelen kost, hangt af van de afstand waarover het materiaal aangesleept moet worden: een rietzanger behoeft nauwelijks van zijn plaats te komen om dood riet te vinden, maar een zwaluw moet op zoek gaan naar een poel met exact het type modder dat hij nodig heeft. Vogels met een komvormig nest leggen het eerst ruwweg op zijn plaats. Dan gaan zij er middenin zitten en draaien aldoor rondjes, onderwijl het materiaal met hun borst naar beneden en buiten duwend. Dit draaien in de rondte waardoor de binnenkant van het nest vorm krijgt, doen alle vogels. Vogels met een komvormig nest draaien en duwen, terwijl vogels als reigers draaien en trappelen en hier en daar met hun snavel bepaalde takjes naar zich toe trekken.
2. Het vogelgeluidenspel Leeftijdsindicatie: dit spel is geschikt voor kinderen vanaf 7 jaar. Vogelgeluidenspel variatie 1: Aan het begin van het spel krijgt iedereen een kaartje met het vogelgeluid erop. Er zijn steeds twee personen die hetzelfde vogelgeluid hebben. Niemand mag praten, maar door het geluid te maken, moeten de tweetallen elkaar gaan zoeken. Als iedereen elkaar heeft gevonden, is het spel afgelopen. In de bijlage zie je een voorbeeld van hoe de strookjes eruit zouden kunnen zien. Knip de naam van het dier er eventueel af, voordat je de kaartjes uitdeelt. In plaats van tweetallen kun je ook grotere groepjes elkaar laten vinden. De materialen – Kaartjes met vogelgeluiden erop. – Pennen om kaartjes af te vinken. – Zorg dat je van ieder geluid steeds twee strookjes hebt. Deze vind je in de bijlage onderaan in dit document. Hieruit kan je eventueel zelf een aantal vogels en hun geluiden selecteren. Vogelgeluidenspel variatie 2: Bij deze variatie, moeten een paar leiders zich verstoppen. Elke leider maakt een ander geluid. De dieren in het bos maken ongeveer eens per minuut een geluid. De deelnemers aan het spel krijgen een kaartje mee waarop deze dieren staan aangegeven. Door goed te luisteren naar de geluiden die uit het bos komen is het de bedoeling dat ze de dieren opsporen en van elk dier een handtekening ontvangen op hun kaartje. De deelnemer die als eerste alle dieren heeft gevonden heeft gewonnen. Voorbereiding Vraag een aantal personen (leiding, oudere leeftijdsgroepen) om zich in het bos te verstoppen. Elk persoon speelt een ander dier. Elk dier heeft zijn eigen geluid. Het spel Verdeel de deelnemers in groepjes van drie. Ze houden elkaars hand vast en gaan op zoek naar de dieren in het bos. Ze moeten hiervoor vooral hun oren gebruiken en lopen in de richting van de geluiden die ze horen. Als ze bij een vogel komen, moeten ze raden wat voor dier het is. Ze luisteren naar het geluid dat het dier maakt. Als de deelnemers alle vogels hebben gevonden, gaan ze terug naar het startpunt. De materialen – Aftekenkaartjes met de vogelnamen erop. – Pennen om kaartjes af te vinken. Deze vind je in de bijlage onderaan in dit document.
3. Vogeltikkertje Eén van de spelers is de tikker. Na het startsignaal probeert de tikker de overige spelers te tikken. Lukt dit, dan wordt de speler die getikt is, de nieuwe tikker. De spelleider deelt dit aan de andere spelers mee en het spel gaat verder. Om te voorkomen dat ze getikt worden kunnen de spelers, stil gaan staan, de naam van een vogelsoort noemen en een poortje van hun benen maken. Zolang een speler zo staat, mag hij/zij niet getikt worden. De speler kan verlost worden, doordat een andere speler door het poortje kruipt. 4. Dierimitaties Leeftijdsindicatie: dit spel kun je in een makkelijke variant (met herkenbare vogels/dieren) spelen met kinderen vanaf 4 jaar, voor oudere kinderen kun je meer vogels/dieren kiezen, of moeilijker herkenbare vogels/dieren. Tot ongeveer 11 jaar. Ook bij dit spel kruip je in de huid van een dier. Dit is een oefening uit het boek Rupsen horen poepen van Jeanette Boogmans, KNNV Uitgeverij. Een inspirerend boek met werkvormen en tips om de natuurbeleving van kinderen te stimuleren. Een aanrader om aan te schaffen! Het is een actieve werkvorm, waarbij enige warming up aan te bevelen is. Je kan vooraf bijvoorbeeld een paar minuten vogeltikkertje doen (spel 3). Je kunt de imitaties laten toespitsen op vogelsoorten. Het ligt aan de kennis en leeftijd van de kinderen of dit haalbaar is. Houd het anders simpel en laat kinderen ook andere diersoorten imiteren. Werkvorm: In een grote kring mag steeds een kind of een aantal kinderen, een dier uitbeelden. Denk bij het uitbeelden aan de houding, het gedrag en de vorm van het beest. Voor de kinderen is het het leukst en het leerzaamst als ze zelf een dier verzinnen. De andere kinderen mogen raden welk dier het is. Ter inspiratie voor de leiding, hierbij enkele vogelsoorten. De eendenwaggel Deze doe je in knielende houding met je handen achter je hoofd. Probeer te lopen zonder omhoog te komen. Het is zwaar voor je knieën. Reiger Deze kan je in je eentje uitbeelden. Maak je lang, vorm met je armen een dolksnavel bij je hoofd. Als uitdaging kun je op één been gaan staan. Lukt het om roerloos te blijven staan? Ooievaar Deze kan ook in je eentje. Maak je lang, vorm met je armen een grote snavel en ga klepperen door met je handen te klappen en ga met je hoofd omhoog en omlaag. Mus Hip met 2 benen tegelijk rond en pik bij de voeten van de andere kinderen naar denkbeeldige broodkruimeltjes.
Kip Met handen in de oksels op en neer wapperend en door de knieën heen rondlopen Kuiken In een groepje of alleen, met mond wagenwijd open op de grond zitten en piepen Duif Met kop naar voren en naar achteren bewegend rondlopen Gans Deze kan je met z'n tweëen doen. Maak je nek lang en strek je hoofd naar voren uit. Ga achter een andere gans aan, al gakkend. Overige dieren ter inspiratie: Lopen als een spanrups. Je buigt je lijf tot aan de grond, billen in de lucht en zet je handen zo dicht mogelijk bij je voeten neer. Je handen lopen naar voren tot je bijna gestrekt bent, dan loop je met je benen naar je handen toe tot je weer in de gebogen uitgangspositie staat en begin je nogmaals de handen te verplaatsen. Spanrupsen zitten veel in eiken, je kunt in de lente makkelijk zien hoe grappig ze zijn. De spin Bij de spin maak je bruggen voorover. De kleinste gaat onder en de grootste gaat er dwars overheen. Je kunt nu tegelijk lopen als een dier met acht poten. De huisjesslak De huisjesslak kun je maken met een kind die als slak op de buik op de grond gaat liggen en het huisje door een kind dat opgerold op de slak gaat zitten.
Bijlagen 1. Vogelgeluidenspel variatie 1 De strookjes Vogels en hun geluid, voor het kopieren en knippen van strookjes. (2x kopieren, iedereen krijgt een strookje met (evetueel) alleen het geluid, en je moet op het geluid je partner zoeken.) 1 Kroet Geagiteerd polifinario, polifinario 2 Tureluur Jodelend, versnellend tjuwieuw, of: Tjuu‐luu‐luu 3 Grutto Nasaal, in reeksen herhaald wietje‐wietje‐wietje 4 Wulp Weemoedig koer‐li of wuu‐dlie 5 Wielewaal Weemoedig, maar snel en helder fluitend duu‐de‐lio 6 Visdiefje (bij trek) rinkelend kirrr 7 Ekster Ratelend schrapend tsaka‐tsaka‐tsjakka 8 Braamsluiper Abrupt smakkend of staccato tjek tsjirr‐tsjirr‐tsjirr 9 Roodborst Zoals bij opwinden mechanisch speelgoed fijn tikkend tik‐ik‐ik‐ik 10 Duinpieper Weemoedig en metalig tsieruuh of tsierluuh 11 Boerenzwaluw Rinkelend en opgewekt wiet of wit wit 12 Buizerd Langgerekt, klagend of miauwend pie‐joew 13 Winterkoninkje Mechanisch herhaald tjet...tjet...tjet...tjet 14 Veldleeuwerik Aangenaam maar variabel tsjirrup of trruvie 15 Kievit kie‐juh‐wiet‐wiet‐wiet....kie‐juh‐wiet 16 Grote karekiet krrr‐krrr...kerretsiep 17 Zilvermeeuw kliauw...kliauw 18 Tjiftjaf zip zap zap zip zap zap 19 Fitis hoe‐wiet De lijst met vogelgeluiden is afkomstig van het instituut voor de lerarenopleiding aan de Universiteit van Amsterdam. Gevonden op deze site: http://nl.scoutwiki.org/Vogelgeluidenspel
Vogelgeluidenspel variatie 2 De aftekenkaartjes (bron http://nl.scoutwiki.org)