MODULE
2
LESFICHE
LEERLINGEN
In de huid van een Europarlementslid
1. De instellingen van de EU Een land of een bedrijf moet bestuurd worden. Hetzelfde geldt voor de Europese Unie. De EU heeft vijf instellingen die een belangrijke rol spelen bij het maken van wetten en regels, de besluitvorming. De Europese Commissie, de Raad van Ministers en het Europees Parlement bepalen het Europees besluitvormingsproces. De Europese Raad werkt als het hoogste politieke orgaan. Het Europees Hof van Justitie is de juridische waakhond. Naast deze vijf instellingen zijn er nog de Europese Centrale Bank (ECB), de Rekenkamer, twee adviesorganen – het Europees Economisch en Sociaal Comité (ECOSOC) en het Europees Comité van de Regio’s - en talrijke gespecialiseerde agentschappen. Hierna komen de vijf instellingen en de Europese Centrale Bank aan bod.
1.1. Het Europees Parlement 1.2. De Raad van de Europese Unie of de Raad van Ministers
pag. 2
pag. 4
1.3. De Europese Commissie
pag. 5
1.4. De Europese Raad
pag. 6
1.5. Het Europees Hof van Justitie
pag. 7
1.6. De Europese Centrale Bank
pag. 8 instellingen p. 2-8
Module 2 van het educatief pakket ‘28 in 1’ - www.europarl.be/28in1
1
Het Europees Parlement
1.1. Het Europees Parlement
Afbeelding van van het halfrond van het Europees Parlement in Brussel - © European Parliament
WIE Het Europees Parlement telt 751 parlementsleden, waarvan 21 Belgen (12 Nederlandstaligen, 8 Franstaligen en 1 Duitstalige). Ze worden sinds 1979 om de vijf jaar rechtstreeks verkozen. Het aantal parlementsleden dat een land mag sturen hangt af van de grootte van de bevolking. Met het Verdrag van Lissabon werd afgesproken dat het Europees Parlement vanaf 2014 maximum 750 leden + 1 voorzitter mag tellen. Deze nieuwe regel betekent dat bij toetreding van nieuwe landen de zetels telkens herverdeeld moeten worden. Zo verloor België de 21 1 zetel na de verkiezingen van 2014: ons land ging van 22 zetels in het vorige Belgische parlement naar 21 zetels in het nieuwe parlement. parlementsleden p. 3
TAKEN Het Europees Parlement heeft samen met de Raad van Ministers de wetgevende macht, stelt mee de begroting op en controleert de Europese Commissie. • Medewetgever: het Parlement is bijna altijd medewetgever. Het beslist samen met de Ministerraad over wetsvoorstellen van de Europese Commissie. • Begroting: het Parlement vormt samen met de Ministerraad de begrotingsautoriteit van de EU. • Controlerecht: het Parlement controleert of de Europese Commissie haar taken behoorlijk uitvoert.
WERKING De parlementsleden komen op voor de belangen van de inwoners van de EU. De Europarlementsleden zetelen niet per land, wel per politieke familie of fractie. Om het werk voor te bereiden, splitsen ze zich op in thematische Parlementaire commissies, bijv. de commissie Landbouw of de commissie Transport. Eén week per maand vergaderen de Europarlementsleden in Straatsburg voor de zogenaamde plenaire (voltallige) zitting. Parlementaire commissies, fractievergaderingen of tussentijdse plenaire zittingen vinden in Brussel plaats gedurende de rest van de maand. Het secretariaat is in Luxemburg gevestigd.
MEER INFO www.europarl.europa.eu Module 2 van het educatief pakket ‘28 in 1’ - www.europarl.be/28in1
Zetelverdeling per fractie p. 3
Wist je dat...
Eenheid in verscheidenheid De huidige EU met 28 lidstaten telt 24 officiële talen. In het Europees Parlement kan elk parlementslid zijn/haar eigen taal spreken. Een leger vertalers en tolken staat klaar om alles naar de andere EU-talen te vertalen. Ook alle officiële documenten van de EU zijn in de 24 talen beschikbaar.f 2
De huidige Belgische Europarlementsleden zijn (termijn 2014-2019) Nederlands kiescollege:
Ivo Belet CD&V / EUP
Anneleen Van Bossuyt N-VA / ECR
Tom Vandenkendelaere CD&V / EUP
Kathleen Van Brempt sp.a / S&D
Mark Demesmaeker
Sander Loones
Helga Stevens
N-VA / ECR
N-VA / ECR
N-VA / ECR
Philippe De Backer
Hilde Vautmans
Guy Verhofstadt
Bart Staes
Gerolf Annemans
Open VLD / ALDE
Open VLD / ALDE
Open VLD / ALDE
Groen / De Groenen - EVA
Vlaams Belang / ENF
Frans kiescollege:
Duitstalig kiescollege:
Claude Rolin cdH / EUP
Marie Arena PS / S&D
Hugues Bayet PS / S&D
Marc Tarabella PS / S&D
Gérard Deprez MR / ALDE
Louis Michel MR / ALDE
Frédérique Ries MR / ALDE
Philippe Lamberts Ecolo / De Groenen - EVA
Pascal Arimont CSP / EUP
Zetelverdeling per fractie in het Europees Parlement (termijn 2014-2019)
Situatie op 02/12/2015
Module 2 van het educatief pakket ‘28 in 1’ - www.europarl.be/28in1
3
Europese raad
1.2. De Europese Raad
Afbeelding van het Europagebouw, de hoofdzetel van de Europese Raad in Brussel (vanaf 2016) - © Okke Bogaerts
WIE De Europese Raad bestaat uit de 28 staats- of regeringsleiders van de lidstaten. De meeste landen, ook België, sturen hun eerste minister naar de bijeenkomst van de Europese Raad. Enkele landen, zoals Frankrijk, sturen hun president. De Europese Raad heeft een permanente voorzitter die de vergaderingen leidt. Dat is op dit moment de Pool Donald Tusk. Zijn voorganger was de Belg Herman Van Rompuy. Daarnaast zijn ook de voorzitter van de Europese Commissie en de ‘buitenlandminister’ van de EU aanwezig op de bijeenkomsten en geeft de voorzitter van het Europees Parlement er een uiteenzetting over de standpunten van het Europees Parlement. De Europese Raad komt meestal bijeen in Brussel, en dat minstens 4 keer per jaar. Er is altijd veel media-aandacht voor zo’n Europese topbijeenkomst of ‘Europese Top’. Traditiegetrouw nemen de regeringsleiders bij elke bijeenkomst een ‘familiefoto’ (zie foto). Groepsfoto van de Europese Top op 23 april 2015 - © European Union
TAKEN De Europese Raad heeft veel invloed: hier worden de grote beleidslijnen uitgetekend. Hij vormt een soort richtingaanwijzer voor de toekomst. Hij bepaalt onder meer welke landen lid kunnen worden van de EU, of er een versterkte samenwerking komt op bepaalde domeinen en hoe de EU de economische en financiële crisis aanpakt. Het is ook de Europese Raad die beslist over nieuwe verdragen.
WERKING De Europese Raad komt minstens 4 keer per jaar samen. In de praktijk gebeurt dit veel meer. Zeker in het geval van een crisis volgt vaak de ene Europese Top na de andere, zoals bijvoorbeeld bij de eurocrisis. De beslissingen worden over het algemeen bij consensus genomen, dat wil zeggen dat alle leiders van de landen het eens zijn over een gezamenlijk akkoord.
MEER INFO www.european-council.europa.eu
Module 2 van het educatief pakket ‘28 in 1’ - www.europarl.be/28in1
4
Raad van Ministers
1.3. De Raad van de Europese Unie of de Raad van Ministers
Afbeelding van het Justus Lipsius gebouw, de hoofdzetel van de Raad van Ministers in Brussel (tot 2016) - © Okke Bogaerts
WIE De Raad van de Europese Unie of Raad van Ministers of Ministerraad telt 28 leden. Het gaat om telkens één minister per lidstaat. In feite zijn er tien Ministerraden (zie schema). De ministers komen er samen volgens hun beleidsdomein(en). Welke ministers aanwezig zijn op de vergadering, hangt dus af van het onderwerp. Als er bijvoorbeeld wordt beslist over roamingtarieven komen de ministers van telecommunicatie samen in de Raad ‘Vervoer, telecommunicatie en energie’. Gaat het over de klimaatopwarming, dan vergaderen de ministers van milieu in de Raad ‘Milieu’.
TAKEN De Raad heeft twee belangrijke taken: • Wetgevende macht: de Raad beslist samen met het Europees Parlement over de wetsvoorstellen van de Commissie. • Begroting: de Raad van Ministers is samen met het Europees Parlement verantwoordelijk voor het opstellen van de begroting.
WERKING De ministers in de Raad vertegenwoordigen elk hun eigen land en verdedigen dan ook de belangen van hun land. Meestal stemt de Raad met ’gekwalificeerde meerderheid’, waarbij elk land een bepaald ‘gewicht’ heeft. België heeft bijvoorbeeld 12 stemmen, Duitsland heeft er als grote lidstaat 29, en een klein land als Estland heeft er 4. Uitzonderlijk stemt de Raad met unanimiteit van stemmen. Dan moeten alle landen het eens zijn met een wetsvoorstel.
DE 10 RAADSFORMATIES • Algemene zaken • Buitenlandse zaken • Economische en financiële zaken (= ‘ecofin’) • Justitie en binnenlandse zaken (JBZ) • Werkgelegenheid, sociaal beleid, volksgezondheid en consumentenbescherming • Concurrentievermogen (interne markt, industrie, onderzoek en ruimtevaart) • Vervoer, telecommunicatie en energie • Landbouw en visserij • Milieu • Onderwijs, jeugdzaken, cultuur en sport
Wist je dat...
België in de Ministerraad Elk land kan slechts één vertegenwoordiger sturen naar de Ministerraad. Voor België is dat moeilijk, want sommige beleidsdomeinen, zoals onderwijs, zijn de bevoegdheid van de deelstaten. Daarom werken de regionale ministers met een beurtrol. Vóór een ministerraad is er telkens overleg tussen de betrokken ministers die dan samen het Belgisch standpunt afspreken.
MEER INFO www.consilium.europa.eu Module 2 van het educatief pakket ‘28 in 1’ - www.europarl.be/28in1
5
De Europese Commissie
1.4. De Europese Commissie
Afbeelding van de hoofdzetel van de Europese Commissie in Brussel - © Okke Bogaerts
WIE De Europese Commissie telt 28 commissarissen, één per lidstaat. Elke commissaris is verantwoordelijk voor een specifiek beleidsdomein of portefeuille.
De commissarissen zetelen voor een termijn van vijf jaar. De huidige Commissie is aan zet van 2014 tot 2019. Marianne Thyssen is de huidige Belgische commissaris. Zij is verantwoordelijk voor werkgelegenheid en sociale zaken. De voorzitter van deze Commissie is de Luxemburger Jean-Claude Juncker. © European Union
TAKEN De Europese Commissie is zowat de ‘regering’ van de Europese Unie. Ze heeft: • Initiatiefrecht: de Commissie doet wetsvoorstellen en is daardoor de motor van de Europese besluitvorming. Als de Commissie bijvoorbeeld vindt dat de invoer van zeehondenproducten in de EU verboden moet worden, dan maakt ze hierover een wetsvoorstel. • Uitvoerende macht: de Commissie voert de beslissingen van de Ministerraad en het Europees Parlement uit. Dit betekent dat de Commissie instaat voor het dagelijks beheer van de Unie. • Controlerecht: de Commissie controleert of de lidstaten en particulieren (=bedrijven) de Europese regels naleven. De Commissie gaf bijvoorbeeld het bedrijf Microsoft al erg hoge boetes omdat dit bedrijf de Europese regels rond concurrentie aan hun laars lapte. Daarnaast vertegenwoordigt de Commissie de Europese Unie in het buitenland en in internationale organisaties zoals bijvoorbeeld de Wereldhandelsorganisatie (WTO).
WERKING De Europese Commissie verdedigt het algemene Europees belang. De commissarisen nemen zoveel mogelijk beslissingen bij consensus. In andere gevallen beslissen ze met meerderheid van stemmen (elke commissaris heeft 1 stem). MEER INFO www.ec.europa.eu Module 2 van het educatief pakket ‘28 in 1’ - www.europarl.be/28in1
De Commissie Juncker (2014 – 2019) - © European Union 2014
6
Het Europees Hof van Justitie
1.5. Het Europees Hof van Justitie
Het Europees Hof van Justitie in Luxemburg - © Photo EP
WIE Het Europees Hof van Justitie telt 28 rechters: één per lidstaat. Acht advocaten-generaal helpen daarnaast met het voorbereiden van de uitspraken van de rechters. Koen Lenaerts is de Belgische rechter in het Hof, en tevens president.
TAKEN Het Hof is een onafhankelijke scheidsrechter die uitspraken doet wanneer er problemen zijn tussen lidstaten, instellingen en de burgers van de Europese Unie. Het Hof ziet toe op de naleving van de Europese wetgeving. Het beslist ook over de geldigheid of de interpretatie van de Europese verdragen.
MEER INFO http://curia.europa.eu
Module 2 van het educatief pakket ‘28 in 1’ - www.europarl.be/28in1
VOORBEELD VAN EEN UITSPRAAK: ARREST BROWN De Britse Mary Brown was aan het werk als chauffeur bij Rentokil. Daar werd ze ontslagen omdat zij door zwangerschapsproblemen een langere periode niet kon werken. In 1998 oordeelde het Europees Hof van Justitie dat dit ontslag in strijd is met het Europees recht. Als een vrouw in de loop van haar zwangerschap niet komt werken wegens een ziekte die met de zwangerschap zelf verband houdt, is een ontslag, volgens het Hof, een verboden discriminatie op grond van het geslacht.
7
De Europese Centrale Bank
1.6. De Europese Centrale Bank (ECB)
De eurotower van de ECB in Frankfurt © ECB
WIE De Europese Centrale Bank (ECB) werd opgericht in 1998 en is verantwoordelijk voor het Europese economische en monetaire beleid en het beheren van de euro. Sedert november 2011 is de Italiaan Mario Draghi voorzitter van de ECB. Het hoogste besluitvormingsorgaan van de ECB bestaat uit zes directieleden en de voorzitters van de nationale Centrale Banken van de landen uit de eurozone. Mario Draghi Voorzitter van de ECB
© European Union
TAKEN Een van de belangrijkste taken van de ECB is zorgen voor de prijsstabiliteit in de eurozone, zodat de koopkracht van de euro niet door inflatie wordt aangetast. Dat doet ze door de hoeveelheid geld die in omloop is, te beheersen. Ook legt de ECB de rentevoeten voor de hele eurozone vast. De ECB controleert ook de prijsontwikkelingen in de eurozone en geeft de eurobiljetten uit. Sinds november 2014 heeft de ECB er een nieuwe taak bij, die losstaat van de drie voorgenoemde monetaire taken: het bankentoezicht. De afspraak is dat alle grote banken in de eurozone onder direct toezicht van de ECB vallen.
WERKING De ECB werkt samen met het Europees Stelsel van Centrale Banken (Dit zijn de ECB + alle nationale banken van de 28 EU-landen) en is onafhankelijk. De ECB houdt bij zijn beleid het algemeen belang van het eurogebied voor ogen.
MEER INFO www.ecb.europa.eu
Module 2 van het educatief pakket ‘28 in 1’ - www.europarl.be/28in1
8
© Okke Bogaerts
2. Hoe een Europese wet tot stand komt
© European Union, EP
© European Union, EP
De Europese Commissie
Het Europees Parlement
De Raad van Ministers
Het besluitvormingsproces in de Europese Unie: de gewone wetgevingsprocedure
VERLOOP Meestal komt een Europese regel zo tot stand: 1. De Europese Commissie doet een wetsvoorstel • ofwel op eigen initiatief • ofwel op verzoek van het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad van Ministers of een Europees burgerinitiatief. De Europese Commissie beslist zelf of ze al dan niet ingaat op dit verzoek. 2. Dit wetsvoorstel van de Europese Commissie gaat naar de Raad van Ministers en naar het Europees Parlement. 3. Zij passen dit voorstel al dan niet aan en stemmen hierover. 4. Bij goedkeuring van een wetsontwerp door zowel het Europees Parlement als de Ministerraad (=compromis), is een wet of regel aangenomen. 5. Soms geldt deze wet meteen (=verordening), maar soms moet deze nieuwe Europese regel omgezet worden in nationale wetgeving (=richtlijn). Vaak krijgen de landen hierbij de vrijheid om een aantal zaken zelf te bepalen. Zo stelt de EU bijvoorbeeld dat alle vaders in de EU recht hebben op minstens 10 werkdagen verlof bij de geboorte van een kind. Een land heeft in dit voorbeeld de vrijheid om elke vader meer dan 10 werkdagen te geven, bijv. 15, maar niet om er maar 5 werkdagen van te maken. 6. Het is de Europese Commissie die deze wet uitvoert en/of controleert of de lidstaten en bedrijven de regels correct toepassen. Module 2 van het educatief pakket ‘28 in 1’ - www.europarl.be/28in1
9
ANDERE INSTELLINGEN DIE BETROKKEN ZIJN BIJ HET BESLUITVORMINGSPROCES: • In geval van conflicten of onduidelijkheden komt het Europees Hof van Justitie tussen. • Het Economisch en Sociaal Comité en het Europees Comité van de Regio’s geven in sommige gevallen advies aan het Europees Parlement en de Ministerraad.
LOBBYGROEPEN Naar schatting zijn er zo’n 25.000 à 30.000 lobbyisten in Brussel, die tijdens alle stappen van het besluitvormingsproces het wetsvoorstel proberen bij te sturen in hun voordeel. In het kader van transparantie wordt lobbyisten gevraagd zich in te schrijven op het ‘transparantieregister’ (http://ec.europa.eu/transparencyregister). Slechts 6.700 onder hen hebben dit ook gedaan.
HET EUROPEES BURGERINITIATIEF Wanneer meer dan 1 miljoen burgers uit minstens 7 verschillende EU-landen hun handtekening zetten onder een bepaald voorstel, dan kunnen zij de Europese Commissie verzoeken om dit als wetsvoorstel te overwegen. De Europese Commissie is niet verplicht hiermee aan de slag te gaan.
Module 2 van het educatief pakket ‘28 in 1’ - www.europarl.be/28in1
10
3. Enkele wetten / beleidsvoorstellen onder de loep In de oefening ‘In de huid van een Europarlementslid’ komen heel wat concrete gevallen aan bod. Over sommige daarvan zijn de discussies al afgerond en heeft de EU concrete wetten en regels aangenomen. Over andere onderwerpen woedt het debat nog volop. Hieronder vind je bij elk beleidsvoorstel wat achtergrondinformatie en de stand van zaken.
1. Roken in de EU WAT IS HET PROBLEEM? • In de EU sterven elk jaar 700.000 mensen aan de gevolgen van roken • Miljoenen rokers lijden aan ziekten die met roken te maken hebben, bijv. kanker. • 50% van de rokers sterft eerder dan niet-rokers (gemiddeld 14 jaar eerder). • De EU schat dat roken de gezondheidszorg in Europa jaarlijks 25 miljard euro kost. • De meeste rokers beginnen voor hun 18de met roken. • 1 op 4 Europeanen rookt.
WAT DOET DE EU? De Europese Commissie ziet dat vooral jongeren geneigd zijn om te beginnen met roken en zet dus in op preventie (= zorgen dat mensen niet beginnen met roken). Verder zet de EU in op ontmoediging (= zorgen dat mensen zo weinig mogelijk roken of ermee stoppen). Zo stellen de Europese regels dat op elk pakje sigaretten dat verkocht wordt in de EU een grote waarschuwing moet staan, zodat de koper weet welke gevaren roken met zich meebrengt. Ook is de reclame voor tabak aan banden gelegd: vroeger mochten tabaksproducenten bijvoorbeeld reclame maken op festivals of sportevenementen, nu mag dit niet meer. Naast vaste regels voor de verkoop en reclame van tabaksproducten, doet de EU aanbevelingen aan de EU-landen over een verbod op roken in overheidsgebouwen en publieke en andere ruimten. Het zijn uiteindelijk wel de landen zelf die hierover beslissen. Zo is er in België nog maar een algemeen rookverbod in de horeca sedert juni 2011. In Frankrijk is dit al sinds 2008 zo. In mei 2014 keurde de EU strengere regels voor tabak goed: op termijn wordt de verkoop van menthol sigaretten verboden, de waarschuwingen op de verpakking dat ‘roken dodelijk is’ moet op minstens 65% van de verpakking staan en er is een limiet op het nicotinegehalte in e-sigaretten. Er waren oorspronkelijk ook plannen voor witte – ‘neutrale’ – pakjes sigaretten, zoals al in Australië het geval is, maar hier geraakten de Europese instellingen het niet over eens. Ook het voorstel voor een algemene minimumleeftijd van 18 jaar voor de verkoop van tabak haalde de uiteindelijke wet niet. In België zijn er wel plannen om dit toch op te trekken naar 18 jaar, omdat België één van de weinige Europese landen is waar je nog vanaf 16 jaar tabak mag kopen.
Module 2 van het educatief pakket ‘28 in 1’ - www.europarl.be/28in1
11
2. Maximum volume voor MP3-spelers WAT IS HET PROBLEEM? De laatste 25 jaar zijn draagbare persoonlijke muziekspelers erg populair geworden. Het begon met de walkman (cassettes), dan de discman en vervolgens de huidige MP3spelers. Intussen is een muziekspeler vaak een extra optie op mobiele telefoons. Onder andere door het gebruik van deze muziekspelers is het aantal mensen dat op jonge leeftijd al slechter begint te horen, of last krijgt van tinnitus, gestegen. Uit onderzoek is gebleken dat sommige MP3-spelers evenveel lawaai konden maken als een vliegtuig dat opstijgt en hierdoor dus ernstige schade konden veroorzaken. Enkele cijfers : • De decibelschaal is als volgt: regen is 50 decibel (dB), een gesprek 60, discotheken zitten vaak boven de 100 dB. Een verhoging met 10 decibel betekent dat het geluid tien keer luider wordt. • 50 tot 100 miljoen mensen in de Europese Unie luisteren dagelijks naar muziek met een draagbare muziekspeler (MP3-spelers zoals de iPod of muziekspelers op mobiele telefoons). 5-10% van die Europeanen loopt gevaar om slechter te horen omdat ze te lang naar harde muziek luisteren. • Te lang naar te luide muziek luisteren kan leiden tot tinnitus of oorsuizen (een rinkelend geluid of hoge toon horen) en op termijn tot een chronisch slecht gehoor. 1 op 5 jongeren heeft al last van tinnitus. 1 op drie jongeren heeft daar af en toe tijdelijk last van. • Het gevaarlijkst zijn de ‘oortjes’, omdat die het geluid nog dieper in het oor brengen. De beste optie om naar draagbare muziekspelers te luisteren is een geluiddempende hoofdtelefoon. Dit onderdrukt het geluid van buitenaf, zodat je je muziek minder hard moet zetten om er van te genieten. • Eens je gehoor achteruit gaat, kan dit niet meer verbeterd worden. • Zo luister je veilig: bij 80 dB mag je max. 40 uur/week luisteren. Bij 89dB max. 5u/week.
WAT DOET DE EU? De Europese Unie beschermt onze oren. Na onderzoek naar de gevolgen van langdurig luisteren naar luide muziek, besliste de EU om in te grijpen. Sinds maart 2013 gelden deze regels voor alle persoonlijke, draagbare muziekspelers, inclusief die op mobiele telefoons: • Alle persoonlijke muziekspelers en mobiele telefoons verkocht in de EU moeten een standaard maximum volume hebben van 85 dB. • Gebruikers kunnen dit manueel verhogen tot 100 dB. Wanneer een gebruiker dit doet, krijgt hij na elke 20 uur luistertijd een waarschuwing over de risico’s voor zijn gehoor.
Module 2 van het educatief pakket ‘28 in 1’ - www.europarl.be/28in1
12
3. Bescherming van proefdieren WAT IS HET PROBLEEM? Al jaren ijveren dierenrechtenorganisaties voor de rechten van proefdieren. Soms zijn die testen niet nodig of dienen ze geen ‘hoger doel’ en veroorzaken dus enkel leed bij de dieren.
WAT DOET DE EU? De Europese Unie wil dieren niet onnodig laten lijden. Daarom heeft de EU al heel wat regels opgesteld die het dierenwelzijn bevorderen. Een onderdeel daarvan is het verbod op dierproeven voor cosmetica (verbod sinds 2004), en voor ingrediënten van cosmetica (verbod sinds 2009). Ook handel in cosmetische producten die op dieren zijn getest, is verboden in de EU (sinds 2013). Het wetsvoorstel in deze oefening, leunt met andere woorden erg dicht aan bij de werkelijke Europese regels.
Module 2 van het educatief pakket ‘28 in 1’ - www.europarl.be/28in1
13
4. Werken in een ander EU-land Vrij verkeer van werknemers WAT IS HET PROBLEEM? De EU wil de verschillende economieën van de lidstaten zoveel mogelijk laten samensmelten tot een grote economie. Daarbinnen is het belangrijk dat ook mensen gemakkelijk in een ander land kunnen gaan werken, zonder grote administratieve hindernissen. Op dit moment geraken bijvoorbeeld 2 miljoen vacatures in de EU niet ingevuld.
WAT DOET DE EU? Als sinds de jaren ’90 mag elke burger van de Europese Unie in gelijk welk ander land van de Europese Unie gaan werken (en wonen), zonder arbeidsvergunning. Voor burgers uit de ‘nieuwere’ lidstaten werden soms wel overgangsmaatregelen ingesteld. De EU heeft een hele set wetten om dit ‘vrij verkeer van personen’ of ‘vrij verkeer van werknemers’ te regelen. Deze bepalen onder meer dat elke burger die in een ander land werkt dezelfde arbeidsvoorwaarden (loon, aantal vakantiedagen, enz.) krijgt als de eigen burgers van dat land. Deze persoon betaalt ook sociale zekerheidsbijdragen (belastingen) aan het gastland. Andere regels gelden voor iemand die tijdelijk aan de slag gaat in een ander land (detachering) of voor grensarbeid, waarbij iemand nog in zijn eigen land woont, maar in een ander land gaat werken (bijv. mensen die in België wonen, maar in Nederland een job hebben). Op dit moment werkt maar 3% van de Europeanen (van de beroepsbevolking) in een andere EU-lidstaat.
Module 2 van het educatief pakket ‘28 in 1’ - www.europarl.be/28in1
14
5. Een leger voor de EU? WAT IS HET PROBLEEM? De EU is een reus in de wereldhandel: met 1/5de van de wereldhandel in handen zijn we het grootste handelsblok ter wereld. Als er echter conflicten gebeuren in de wereld, dan spreekt de EU vaak met verschillende stemmen. De Unie heeft geen militaire macht om uit te sturen naar bijvoorbeeld Syrië of Oekraïne. Buitenlands beleid en defensie vallen nog altijd onder de beslissing van elke lidstaat apart.
WAT DOET DE EU? Al van bij de start van de Europese samenwerking in de jaren ’50 gingen er stemmen op om Europa ook een eigen leger te geven. Deze plannen zijn echter nooit uitgevoerd. Elk land heeft zijn eigen leger, en elk land beslist volledig zelf of, hoe en wanneer ze dit leger inzetten. De EU kan België bijvoorbeeld niet verplichten om (een deel van) ons leger te sturen naar Syrië. Op het terrein beschikt de EU wel over verschillende instrumenten om tussen te komen in crisissituaties. • Sinds 2007 beschikt de EU over Battle Groups. Momenteel zijn er 18, van elk 1.500 manschappen. Ze kunnen ingezet worden voor militaire interventies in crisissituaties en staan onder Europees bevel. De Raad beslist unaniem over het inzetten van Battle Groups. • Er zijn ook ad hoc EU-missies buiten de EU, voor vredeshandhaving, conflictpreventie en internationale veiligheid. Troepen worden uitgezonden voor 2 soorten missies: - civiele missies: bijv. opleiding van politieagenten - militaire operaties: bijv. acties tegen piraterij De Raad beslist over elke missie apart.. Landen nemen deel op vrijwillige basis. De EU voerde ondertussen al meer dan 20 civiele militaire operaties uit. Bekende voorbeelden zijn de heropbouw na de tsunami in Atjeh (Indonesië) en de bestrijding van piraterij in de Hoorn van Afrika. Ook komt er meer een meer samenwerking: • Het Europees Defensieagentschap zorgt dat de lidstaten onder meer samen militair materiaal aankopen of samen onderzoek doen op het vlak van defensietechnologie. Door samen te werken drukken ze de kosten • De EU heeft sinds kort ook een eigen ‘buitenlandse dienst’, de European External Action Service (EEAS), die de acties van de EU-landen op elkaar afstemt. Van een ‘echt’ Europees defensiebeleid is nog geen sprake. Heel wat lidstaten hebben immers moeite met het afstaan van hun beslissingsmacht en/of hebben een andere kijk op de rol van de EU in de wereld.
Module 2 van het educatief pakket ‘28 in 1’ - www.europarl.be/28in1
15
6. De EU en de klimaatopwarming WAT IS HET PROBLEEM? Onze aarde warmt op en dat wordt veroorzaakt door de massale uitstoot van fossiele brandstoffen (bijv benzine en diesel in het vervoer, steenkool in steenkoolcentrales voor elektriciteit, gas voor verwarming), voornamelijk door de westerse landen. Dit staat al jaren in de rapporten van het Klimaatpanel van de Verenigde Naties, opgesteld door wetenschappers van over de hele wereld.
WAT DOET DE EU? De EU ziet in dat niets doen ons veel meer geld (tot 10 x meer) zal kosten dan nu in te grijpen en neemt maatregelen om de klimaatopwarming tegen te gaan. Nog tot 2020 loopt het ’2020-20-plan’, waarbij we tegen 2020 inzetten op: - meer hernieuwbare energie (minstens 20% van alle energieopwekking uit bijv. zonne- of windenergie), - minder CO² uitstoot (-20% ten opzichte van 1990) - minder energieverbruik (-20% ten opzichte van 1990). Intussen is er ook al een nieuwe overeenkomst die tot 2030 loopt en is er een langetermijnstrategie. Opnieuw gaan de inspanningen over: - meer hernieuwbare energie (ten minste 27% tegen 2030) - minder uitstoot,bijv.. lagere CO²-uitstoot van wagens (-40% tegen 2030; en -80% tot -95% tegen 2050) - minder energieverbruik, zuinigere toestellen en goed geïsoleerde gebouwen (ten minste -27% energieverbruik tegen 2030) Omdat de gevolgen van de klimaatopwarming nu al voelbaar zijn, heeft de Europese Commissie een EU-strategie voor aanpassing aan de klimaatverandering gepubliceerd. Ook moeten alle lidstaten met nationale actieplannen komen om zich voor te bereiden op de onvermijdelijke gevolgen van klimaatverandering. Het gaat dan bijvoorbeeld om het bouwen van stormweringen. De EU probeert ook in de onderhandelingen op wereldvlak een voortrekker te zijn van een wereldwijd juridisch bindend akkoord over minder uitstoot en meer hernieuwbare energie.
Module 2 van het educatief pakket ‘28 in 1’ - www.europarl.be/28in1
16
7. Vluchtelingen in Europa WAT IS HET PROBLEEM? De Europese Unie is voor veel mensen buiten de Unie een oase van welvaart, vrede en rust. Daardoor is Europa een aantrekkingspool voor mensen van buitenaf die in gevaarlijke (bijv. oorlogssituaties) of ellendige (extreme armoede) omstandigheden moeten leven en dromen van een betere toekomst Europa bewaakt zijn buitengrenzen echter streng, waardoor het soms de bijnaam ‘Fort Europa’ krijgt. Hierdoor ontstaat de situatie waarin asielzoekers (erg veel) geld betalen aan mensensmokkelaars om hen via gevaarlijke routes de EU binnen te smokkelen. Een gekende route is de Middellandse Zee, waarbij mensen op gammele bootjes de oversteek van Afrika naar Europa wagen. Tussen 2000 en 2015 zouden hierbij al meer dan 29.000 mensen zijn gestorven.
WAT DOET DE EU? Elk EU-land heeft zijn eigen regels inzake asiel. In 2003 legde de EU wel gemeenschappelijke regels vast over de opvang van asielzoekers: in elke EU-lidstaat hebben asielzoekers recht op onderdak, voeding en basisverzorging totdat hun asielaanvraag is verwerkt en zij ofwel mogen blijven, ofwel het land terug moeten verlaten. Ook werd toen vastgelegd dat de opvang van asielzoekers de verantwoordelijkheid is van de lidstaat waar zij de EU binnenkomen. Omdat velen de EU bereiken via Italië, Malta of Griekenland, kreunen deze landen onder de massale toestroom van vluchtelingen en vragen zij de andere EU landen om hen te helpen bij de opvang. Zij vragen met andere woorden een veel diepgaander Europees asielbeleid. In 2015 lanceerde de Europese Commissie een plan om asielzoekers te spreiden over de verschillende lidstaten en de kosten voor de opvang van vluchtelingen beter te verdelen. Maatregelen die momenteel (september 2015) voorliggen zijn onder meer: - Uitbreiding van de operaties op zee: meer geld en logistieke middelen voor o.a. Eurosur en Frontex. De EU heeft een grensbewakingssysteem, Eurosur. Dit geeft het Europese grensagentschap ‘Frontex’ informatie en bewaakt de Europese grenzen, waardoor het voor migranten moeilijk wordt de EU binnen te komen. - Illegale migratiestromen voorkomen door onder andere meer steun te geven aan de landen van herkomst. - Meer solidariteit met de landen aan de Middellandse Zee, door onder andere het vergroten van de noodhulp en werk te maken van een gemeenschappelijk Europees asielstelsel, waarbij asielzoekers beter gespreid worden over andere landen van de EU. - Zogenaamde ‘hotspots’ voorzien op plaatsen waar veel asielzoekers aankomen, bijv. in Griekenland en Italië. In die hotspots worden asielzoekers geregistreerd. Van daaruit kunnen ze via het spreidingsplan naar andere landen in de EU worden doorverwezen. - Mensensmokkelaars beter bestrijden. - Een gemeenschappelijk lijst met veilige landen opstellen. De aanvragen van asielzoekers uit deze landen worden dan met een versnelde procedure behandeld.
Module 2 van het educatief pakket ‘28 in 1’ - www.europarl.be/28in1
17
8. De EU en kinderarbeid WAT IS HET PROBLEEM? • Wereldwijd werken ongeveer 150 miljoen kinderen tussen de 4 en 16 jaar in erbarmelijke omstandigheden. Vaak kunnen ze hierdoor niet naar school. • Slechts 1 op 5 kinderarbeiders wordt betaald, en dan meestal nog te weinig. • Kinderen werken vooral op het platteland, maar ook in fabrieken en weverijen. • Kinderarbeid komt nog vaak voor in Afrika , Azië en Latijns-Amerika . • Een wereldwijd verbod op kinderarbeid zou zorgen voor 20% economische groei (volgens de Internationale Arbeidsorganisatie ILO).
WAT DOET DE EU? Tijdens de industriële revolutie was kinderarbeid de normaalste zaak van de wereld in Europa. Pas tegen het einde van de 19e eeuw groeide het protest hiertegen. Uiteindelijk werd dit in Europa pas echt uitgeroeid met de invoering van de leerplicht. De algemene leerplicht werd in België ingevoerd in 1914. Dat is vrij laat in vergelijking met de omringende landen: Nederland ging België voor in 1900, Frankrijk in 1882, en Engeland in 1870-1880. Intussen is kinderarbeid verboden in de EU (ook al komt het hier en daar toch voor). Toch is het zo dat producten gemaakt door kinderen buiten de EU, hier mogen worden verkocht. Het kan dus best dat de kleren die je draagt, of de tegels waarop je loopt, door kinderen zijn gemaakt. Kijk gerust eens op het etiket van je kleren. Als er ‘made in India’ of ‘made in Bangladesh’ op staat, is die kans zelfs groot. Ook legt de EU geen sociale voorwaarden op over hoe volwassen arbeiders moeten worden behandeld, bijv. een veilige werkplaats, recht op vrije dagen, maximaal 40-urige werkweek enzovoort. In de jaren negentig gingen in de EU stemmen op om sociale voorwaarden op te nemen in de regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Dit hield onder meer in dat er geen kinderarbeid zou mogen plaatsvinden, en dat alle arbeiders bepaalde minimumrechten zouden hebben. De ontwikkelingslanden hebben hier echter hevig tegen geprotesteerd, omdat ze vonden dat de rijke landen op die manier hun markt afschermden. Deze sociale clausule lag zo gevoelig dat ze niet werd opgenomen in de regels van de WTO. Intussen zijn enkele nieuwe pogingen ondernomen om een verbod op verkoop van producten uit kinderarbeid in te voeren, laatst nog in 2007-2010 op initiatief van Nederland. Deze poging kon toen niet rekenen op voldoende steun van andere lidstaten.
Module 2 van het educatief pakket ‘28 in 1’ - www.europarl.be/28in1
18
9. Onze privacy online WAT IS HET PROBLEEM? Het internet heeft ons dagelijks leven erg veranderd . We gebruiken het met z’n allen dan ook steeds vaker en zijn erg actief op sociale media en met allerlei apps. Maar er is ook een keerzijde: regelmatig komen er onthullingen over controle- en afluisterpraktijken in het nieuws. We worden als internetgebruiker scherp in de gaten gehouden, zo blijkt. Het internet biedt namelijk niet alleen mogelijkheden voor privégebruikers, maar ook voor bedrijven en overheden.
WAT DOET DE EU? De Europese privacyregels die nu gelden, dateren van 1995 en zijn niet aangepast aan de nieuwe realiteit. Daarom werkte de Europese Commissie in 2012 een nieuw wetsvoorstel uit, dat de privacy van haar burgers beter zou beschermen. Intussen heeft het Europees Parlement al met grote meerderheid ingestemd met het wetsvoorstel en ligt de bal in het kamp van de Ministerraad. De bedoeling is om eind 2015 de nieuwe regels rond te hebben. In grote lijnen is dit het voorstel: • Recht op verwijdering (in plaats van recht om vergeten te worden, zoals eerst voorzien): iedereen kan zijn data verwijderen op het moment dat hij dat wil. Zo is het nu al mogelijk om Google te vragen bepaalde ‘gevoelige’ informatie over zichzelf te verwijderen uit de zoekresultaten. • Makkelijker toegang tot de eigen data en de mogelijkheid om persoonsgegevens over te dragen van de ene dienstverlener naar de andere (meenemen van persoonsgegevens als iemand bijvoorbeeld van telefoonprovider verandert). • Controle over de eigen data: burgers moeten expliciet toestemming geven aan bedrijven die hun data willen opvragen. Niets zeggen betekent dus niet automatisch toestemmen • Bij ernstige gegevenslekken (bijv. hacking van de gegevens) zijn bedrijven en organisaties verplicht dit binnen 24 uur te melden aan alle betrokken personen. • One-stop-shop principe voor de hele EU: één nationale toezichthouder voor bedrijven die in heel Europa actief zijn. • De regels zijn ook van toepassing op bedrijven van buiten de EU die hun diensten binnen de EU aanbieden. • Wanneer bedrijven de regels niet respecteren hangen hen zware boetes boven het hoofd: tot 5% van de jaarlijkse omzet of 100 miljoen euro (hoogste bedrag geldt).
Module 2 van het educatief pakket ‘28 in 1’ - www.europarl.be/28in1
19
10. Handelsakkoord EU-VS WAT IS HET PROBLEEM? De EU is een groot handelsblok, met 1/5de van de wereldhandel zelfs het grootste van de hele wereld. Maar de wereld is in constante verandering, en de EU voelt de hete adem van China en andere groeilanden. Ook de eurocrisis heeft de Europese economie doen lijden.
WAT DOET DE EU? De EU, en meer bepaald de Europese Commissie, onderhandelt in naam van de hele Unie met landen buiten de EU over vrijhandelsakkoorden. Deze hebben altijd economische groei en meer werkgelegenheid als doel. Zo heeft de EU intussen al handelsverdragen met onder meer Brazilië, Mexico en Zuid-Afrika. Ook een vrijhandelsakkoord tussen de EU en Canada zit in de pijplijn. De Europese Commissie onderhandelt momenteel ook met de Verenigde Staten over een handels- en investeringsovereenkomst, het ‘Transatlantic Trade and Investment Partnership’ (TTIP). De EU en de VS zijn de grootste handelspartners ter wereld en verhandelen elke dag 2 miljard euro aan goederen en diensten. Dat komt neer op meer dan een derde van de wereldhandel. Een vrijhandelsakkoord tussen de EU en de VS zou neerkomen op ‘s werelds grootste vrijhandelszone. De onderhandelingen gaan over het afschaffen van douanetarieven, maar ook over de verschillende regelgeving waaraan producten moeten voldoen om op elkaars markt verkocht te mogen worden. Deze verschillende regelingen kosten de bedrijven nu veel tijd en geld. Zo zou dit akkoord ervoor zorgen dat bijvoorbeeld Europese autoproducenten hun auto’s niet meer volgens twee verschillende procedures (Amerikaanse en Europese) moeten testen. Ook zouden Europese bedrijven meer toegang krijgen tot de Amerikaanse markt en omgekeerd. Europa wil niet zomaar alle sectoren vrijgeven. Onder druk van Frankrijk, dat zijn culturele erfgoed erg belangrijk vindt, is de filmindustrie bijvoorbeeld buiten de onderhandelingen gehouden. Ook voor de chemie- en landbouwsector lijkt het erop dat er een uitzondering komt. Bovendien heeft het Europees Parlement vooraf geëist dat TTIP geen negatieve invloed zal hebben op onze Europese standaarden, bijvoorbeeld wat betreft sociale of milieuregelgeving en consumentenbescherming. De onderhandelingen gebeuren vooral achter gesloten deuren, wat veel kritiek teweeg bracht en brengt. Bovendien komt er meer en meer protest van burgers en organisaties van overal in Europa, in het bijzonder tegen een ISDS clausule. Volgens dit ‘Investor-toState Dispute Settlement’ kan een bedrijf een overheid voor een onafhankelijke jury dagen. Op die manier kunnen bedrijven een overheid vervolgen omdat ze bijvoorbeeld strengere milieurichtlijnen invoeren, waardoor het bedrijf minder winst zal kunnen maken. De ‘onafhankelijke jury’ staat los van elke democratische controle, maar beslist toch over eventuele boetes van een land, betaald met belastinggeld. Het is de Europese Commissie die deze onderhandelingen voert, maar uiteindelijk moeten de Ministerraad en het Europees Parlement het finale akkoord geven. Daarom betrekt de Europese Commissie deze twee instellingen nu al bij de onderhandelingen om de slaagkansen zoveel mogelijk te verhogen. Zo besliste het Europees Parlement in juli 2015 bijvoorbeeld al dat er een ander meer democratisch arbitragemechanisme moet komen in plaats van ISDS.
Module 2 van het educatief pakket ‘28 in 1’ - www.europarl.be/28in1
20