“Het is de overdracht van een geheim.” Doelstellingen in pastorale gesprekken
Marina Riemslagh
1
In deze bijdrage bied ik vanuit mijn onderzoek naar de ethiek van het pastorale gespreksproces een bouwsteen aan voor het inhoudelijk bespreekbaar maken van datgene waarover het in pastorale gesprekken gaat. Waar doelen we als pastor op wanneer we binnen voorzieningen met mensen in gesprek gaan? En hoe kunnen we dat doel multidisciplinair ter sprake brengen? Vergelijkbaar met andere beroepsgroepen in de zorg is het aan ons om de specificiteit van onze dienstverlening te definiëren en deze door (na)vorming te garanderen.
doelstellingen die pastores in het pastoraat en in het pastorale gesprek nastreven3. Een Een heldere doelstelling kan de pastor helpen de
heldere doelstelling kan de pastor helpen de
pastorale focus helder te houden en in die zin
pastorale focus helder te houden en in die
vergroot het de kans op een kwalitatief gesprek
zin vergroot het de kans op een kwalitatief gesprek. In wat volgt verdeel ik de kernuit-
1 Pastores aan het woord Tijdens mijn onderzoek naar de ethiek van het pastorale gespreksproces2 ben ik erg geïnteresseerd geraakt in de verschillende
spraken van 12 pastores waarmee ik diepteinterviews had4 in zes groepen: vijf op het gesprek zelf gerichte doelstellingen5 en één op daarbuiten gelegen belangen6.
1 Onderzoek naar 'de ethische kwaliteit van het pastorale gespreksproces', gesteund door het FWO Vlaanderen, begeleid door prof. R. Burggraeve, prof. A. Liégeois en prof. J. Corveleyn. 2 De opzet van het onderzoeksproject bestaat erin vanuit de pastorale praktijk een ethiek ten voordele van die praktijk te ontwikkelen. Zie M. RIEMSLAGH, Ethiek in het pastorale gespreksproces. Op weg naar een geïntegreerde empirische ethiek, Ibid.38 (2008) nr. 1, 26-36, p. 26. 3 Het onderzoek loopt tussen 2007-2010 in Vlaanderen en Nederland en vraag o.a. naar die doelstellingen. De frequentie aangeven waarmee ze tot uiting gebracht werden, zou binnen de opzet van dit artikel te ver leiden. Opmerkelijk is wel dat "luisteren naar wat mensen bezighoudt" slechts één keer vermeld werd, terwijl "'nee' mogen zeggen aan de pastor" meest vernoemd wordt. 4 Er nemen 5 protestanten en 7 katholieken deel aan het onderzoeksproject: 3 pastores in het basispastoraat, 3 ziekenhuispastores, 2 gevangenispastores, 2 pastores in armoedepastoraat en 2 psychiatriepastores. De geformuleerde doelstellingen zijn citaten uit de diepteinterviews met hen. 5 Ik realiseer mij dat deze beknopte weergave van wat deze 12 pastores vertelden, slechts een staal is van de vele algemene en specifieke doelstellingen die pastores nastreven. 6 Ik vat de 29 bladzijden met citaten van de kerndoelstelling uit de diepte-interviews samen en plaats deze in zinsverband.
34
Het is de overdracht van een geheim
Het is de overdracht van een geheim
1.1 Doelstellingen betreffende de gesprekspartner
1.2 Doelstellingen betreffende de eigen inbreng van de pastor
Pastores willen "mensen tot steun of troost zijn" zodat "ze zich gezien voelen", "gehoord weten", "hoop en moed vinden". Bij de pastor "mogen gesprekspartners zichzelf ter sprake brengen", “vrijuit praten”, met hen vertoeven “in de existentie van hun bestaan voor zover ze daarover iets kwijt willen”. De gesprekspartner mag "zich gehoord weten en oorspronkelijk terugkrijgen". Pastores willen "tot de kern gaan waar mensen in twijfel of angst zitten" en weer hun "existentiële ontvankelijkheid opdiepen, hun bronnen van vertrouwen" zodat "de horizon weer opent of uit respect nog even dicht blijft".
“In zoverre een pastor probeert Jezus na te volgen, is alles wat hij/zij doet pastoraat”. "Hij/zij heeft de rol 'van God te komen', ambieert die ook". "Het belangrijkste en moeilijkste is present zijn", vanuit "genade, gratuite liefde, barmhartigheid, verbondenheid". "Daarin luisteren naar wat mensen ten diepste bezighoudt, wat hen beweegt" vooral bij “verborgen, onderschatte”, "gehavende" mensen. "Bijdragen aan hun openheid", “ontdekken hoe lief ze zijn” of juist "weten welke verschrikkelijke dingen ze hebben gedaan, terwijl ze van zichzelf weten, zo ben ik niet bedoeld".
Ze zijn bereid daartoe het "puin te ruimen" dat deze ontvankelijkheid in de weg zit, zodat "het zelfbeheer van deze persoon in zijn context bevorderd wordt", “zonder betutteling, medelijden of zieligheid op te roepen zodat mensen zich waardig blijven voelen", "trots kunnen zijn”. Op die manier zoeken pastores "ruimte te maken voor verwondering, bewondering, het gratuïte" "stromen van Gods liefde", kortom mensen "terug te brengen bij zichzelf, bij elkaar en bij God".
“Door vragen te stellen willen pastores de gelegenheid geven dat gesprekspartners grip of zicht of verheldering op hun situatie of gevoelens krijgen”, mogen ze "beseffen wat ze geloven, wat hen op de been houdt, wat hen inspireert of juist niet".
Daarbij is het nodig dat "de verantwoordelijkheid bij gesprekspartners gelaten wordt", "zij moeten beslissen wat ten goede of ten kwade is", "of Onze Lieve Heer, de kerk en/of hun geweten ermee akkoord kan gaan". Pastores beogen "de ziel, de heilige ruimte van gesprekspartners te raken". "Het gaat eigenlijk over de geheimen van het leven, mysteries waarin mensen richting zoeken".
Als pastor vraagt het "moed en lef om door te vragen op wat echt belangrijk is" "om te durven verdiepen" "zodat mensen zich uitgenodigd voelen". Daarbij zijn pastores "eerder als een soort katalysator dan als een herder". Ze willen door "geloof voor te leven in de omgang met mensen", de "liefde en nabijheid van God laten ervaren aan mensen die in heel moeilijke omstandigheden verkeren". "Hoop blijven bieden en in de gesprekspartner blijven geloven", en eventueel een "geloofssprong begeleiden". Ze beogen “zielscontact te maken zodanig dat de innerlijke ruimte van de ander zich opent”, “dat de ziel kan komen”. “Door hun manier
Pastorale Perspectieven Nr. 146 - 2010/1
35
van er te zijn” willen ze "dienstbare getuige zijn van deze “door God gedragen” mens in verhouding".
1.3 Doelstellingen betreffende de pastorale relatie Pastores willen een "duurzame vertrouwensrelatie als mogelijkheidsvoorwaarde voor inhoudelijke verdieping en uitwisseling opbouwen of gewoon als doel op zich". "Een "terreurvrije ruimte" creëren: “veilig”, ”waar vertrouwen heerst”, “een ruimte zonder oordeel” “waarin niets aanvallend is”, “waarin zowel getroost als uitgedaagd kan worden”. Vanuit hun symbolische functie (“tegelijkertijd symbool van het individuele en het gezamenlijke”) bieden pastores "een vrijplaats" om door een "uniek gespreks- en relatieaanbod" "verbindingen te creëren" en "de draagkracht van mensen te vergroten". "Daar getuigen zij van". Fijn "wanneer mensen zich na een gesprek wat beter voelen of wat meer ontspannen zijn, wat meer kracht hebben”, "door de pastor met elkaar in contact gebracht worden" of “zichzelf kunnen verstaan als beminde schepsel Gods”. "Het ergste is dat mensen in de gevangenis/in de buurt ervaren dat hun leven er eigenlijk niet toe doet. Om dat al doende open te breken, dat ze wél nog belangrijk zijn voor Degene die vanaf den beginne heeft geroepen 'Adam waar ben je?'". "Iemand zoekt iets bij de pastor, wat die ook niet heeft, maar wat samen kan ontdekt worden. En dan gebeurt het, op dat moment, het geschiedt". “Het werk zelf is vindplaats van verkondiging”.
36
Het is de overdracht van een geheim
1.4 Doelstellingen betreffende de belangen van de gesprekspartner “De belangen van ieder behartigen en behoeden, mensen op elkaar betrekken is op een bepaalde manier een heilig gebeuren”. In de omgang met de pastor mogen "gesprekspartners oefenen in zelfverwoording, zelfbeheer en zelfwaarde, zij zijn deskundigen van hun eigen leven". De pastor “mag hun spanningen en angsten serieus nemen”, "erkenning geven, ook in Gods naam", "troosten én uitdagen", “actief meeleven”, “hen bij hun eigen tegenover brengen, in zichzelf en bij elkaar”. Daartoe stelt de pastor de eigen macht in vraag: “van wie is het gebeuren? Het gaat om de ander die niet mag onteigend worden”. “Macht zorgvuldig hanteren" gebeurt o.a. door de actieve gelegenheid te geven 'nee' te zeggen aan de pastor" en “na te vragen of daarover iets kan verteld worden” en zo nodig aan de gesprekspartner "recht doen door sorry te zeggen. Dat heeft met achting te maken". Hoe macht zich voordoet in gesprekken is niet zo helder voor alle pastores. Geven ze enerzijds de ruimte aan gesprekspartners "om het eens voor het zeggen te hebben", anderzijds willen ze graag "tonen in een verhaal wat voor zichzelf belangrijk is, leven ze ervan op zich kenbaar te maken of vinden ze dat ze zichzelf moeten sparen". In deze laatste gevallen lopen pastores het risiko de eigen belangen voorop te stellen.
1.5 Thematische doelstellingen Bij de pastor is er "aandacht voor menselijke, trage vragen", waarbij "het geloof van de
Het is de overdracht van een geheim
gesprekspartner ter sprake kan komen". Er is ruimte voor "het verhaal en de zorgen van
Wat in de kerndoelstellingen door pastores wel wordt vernoemd, maar vooral in het
de gesprekspartner", “voor verdriet, voor humor, voor ziekte, pijn en sterven”, "voor symboliek", kortom ruimte voor "de existentie,
Dat de kwaliteit van pastorale gespreksvoering
de levensbeschouwing, de religieuze beleving
concreet bepaald wordt door de mate waarin
van de gesprekspartner". "Het vrijelijk gebruik kunnen maken van symbolen, van woorden, van handelingen maken het gebeuren tot een pastoraal gebeuren".
1.6 Buiten het gesprek gelegen doelstelling Al deze doelstellingen richten zich op wat in het pastorale gesprek gebeurt. Twee Vlaamse pastores formuleerden ook een extern gerichte doelstelling, namelijk "met onze eigenheid zichtbaar zijn in de instelling". Wat opvalt
In deze opsomming valt op dat pastores vanuit een eigen godgedragenheid bijzonder op het wel en wee én op de groei in openheid van de gesprekspartners gericht zijn, op hún menswording. Het wezen van de mens dat tot uitdrukking komt in relaties willen ze behoeden als heilige ruimte. Het ideale pastorale gesprek biedt zowel ruimte voor het worstelen van mensen als voor zich toevertrouwen in geloof. De vertrouwensrelatie tussen gesprekspartner en pastor is de mogelijkheidsvoorwaarde daartoe. Aandacht voor de eigen macht en de daarbij horende mogelijkheid deze foutief te gebruiken komt bij alle pastores spontaan naar boven.
pastores met de gesprekspartner een open proces van verbinding bewerken, is tot nog toe onderbelicht gebleven. doorvragen naar voren treedt, is de manier waarop in en gedurende het gesprek zin en geloof 'gemaakt', geactualiseerd en vernieuwd worden zodanig dat ze hier-ennu opnieuw tot bron van leven worden. In het beluisteren van 90 pastorale gesprekken viel het mij eerder al op dat de gesprekken waarin de gesprekspartner alleen over vróeger, over ánderen of zelfs alleen over nú vertelt, veel minder dynamisch zijn dan deze waarin deze tijdsdimensies aan elkaar gerelateerd werden. Nu ik nauwgezet bekijk wat in goede pastorale gespreksvoering gebeurt7, merk ik dat 'verbinden' de sleutel is. Op zich is dat niet bijzonder, dat is immers de betekenis van religie. Dat de kwaliteit van pastorale gespreksvoering concreet bepaald wordt door de mate waarin pastores met de gesprekspartner een open proces van verbinding bewerken, is tot nog toe onderbelicht gebleven. Het was al bekend dat in kundige gespreksvoering verbindingen tot stand gebracht worden tussen de feiten die iemand ter sprake brengt, de bijhorende gevoelens en betekenissen8 en tegelijkertijd
7 Niet de onderzoeker, wel de deelnemende pastores aan het onderzoek, bepaalden wat voor hen een goed pastoraal gesprek is. 8 J. SMIT, Tot de kern komen. De kunst van het pastorale gesprek, Kampen, Kok, 2006, p. 28-46.
Pastorale Perspectieven Nr. 146 - 2010/1
37
tussen verhalen over vroeger en wat nu beleefd wordt. Nu wordt zichtbaar dat onze christelijke perspectieven ertoe bijdragen gerichte constructieve verbindingen teweeg te brengen gedurende het gespreksproces, zowel ín de persoon als in het web van relaties waarin die leeft. In de persoon wordt de koppeling bewerkt tussen het verhaal en de betekenissen die hij/zij daaraan geeft. Tussen mensen wordt erop gemikt het web van relaties te exploreren, te ondersteunen en te herstellen. Het zijn deze gerichte verbindingen, de betekenissen die aan menselijke relaties (waaronder de Godsrelatie) worden gehecht, die beleving van zin en geloof actualiseren. “Waar de ziel het bestaan raakt, is het verbondenheid, dat is nu net God”9. Op die manier zijn pastorale gesprekken zelf bouwstenen van zin- en geloofsoverdracht.
Om als pastor ruimte te kunnen laten voor de Levengevende tussen ons, om dus vanuit verbondenheid
met
mensen
te
kunnen
omgaan, hebben pastores een welwillende context nodig.
2 Voorstel tot algemene pastorale gespreksdoelstelling Uitgaande van de verwoording in de diepteinterviews met deze 12 pastores en de voorlopige analyse van gesprekken die zij voerden, stel ik onderstaande algemene pastorale doelstelling in gesprekken voor. Ik doe dat ter verdere bespreking en aanvul9 Citaat uit een diepte-interview.
38
Het is de overdracht van een geheim
ling, in de hoop dat zij dan gedeeld kan worden onder collega's en relevant wordt voor multidisciplinaire gebruik. Pastoraal gesprek is erop gericht vanuit de welwillendheid van ons bestaan bij gesprekspartners de verbindingen te actualiseren tussen hun huidige levenssituatie en hun geleefde zinrelaties, geloof en levensovertuigingen. Doel daarvan is hen te helpen vanuit hun eigen bron, vrede te vinden met zichzelf, anderen en hun levensgrond/ God. Hoe beogen ze dat doel? In functie daarvan investeren pastores in relatieopbouw en voeren ze het gesprek zodanig dat er verbindingslijnen oplichten tussen het levensverhaal van de gesprekspartner en de situatie waarin deze nu leeft zodat zin, geloof en bewustzijn bekrachtigd worden.
2.1 Vanuit de welwillendheid van ons bestaan Het grootste onderscheid tussen andere hulpverleners en een pastor is 'vanwaar' de pastor komt en waar die voor staat. 'In de Naam van de Levende, de Levengevende, Liefde' gaan pastores in gesprek met mensen. Daar stelt de Kerk hen voor aan en daarvoor worden ze betaald. 'In de Naam van de Levende' of 'vanuit de welwillendheid van ons bestaan' met mensen omgaan valt soms behoorlijk moeilijk, vooral wanneer zorgen het eigen bestaan inpalmen. Om als pastor ruimte te kunnen laten voor de Levengevende tussen ons, om dus vanuit verbondenheid met mensen te kunnen omgaan, hebben pastores een welwillende context nodig. Drukte, ongenoegen, irritatie, (oude) pijn, of gewoon moe of verdrietig
Het is de overdracht van een geheim
zijn, kunnen 'in de Naam van' behoorlijk dwarsbomen. Investeren in eigen relaties, persoonswording en spiritualiteit zijn bijgevolg mogelijkheidsvoorwaarden om vanuit de welwillendheid van het bestaan de pastorale doelstellingen te realiseren.
2.2. Ten dienste van geactualiseerde zin, geloof en levensovertuiging Zo verwoord pogen pastores in pastorale gesprekken de levenszin, het geloof en de levensovertuigingen van gesprekspartners te actualiseren. Vooral in voorzieningen waar mensen beperkt zijn door ziekte, ouderdom, handicap of detentie, krijgen ze die zelf niet zomaar helder. Een goed gesprek kan helpen de situatie waarin ze zijn beland weer te verbinden met wie ze als persoon zijn en waren. Natuurlijk worden daarbij verhalen verteld en wel aan een pastor. Die verhalen hebben een functie, namelijk in de huidige situatie opnieuw of meer levenszin, geloof en (handelings)richting te vinden. De (nieuwe) situatie waarin deze mensen verkeren, stelt hun eerdere gangbare levenswijze immers in vraag. Relaties waaruit zin werd geput veranderen, geloof wordt betwijfeld, mens- en wereldbeelden worden aangetast. Het kan een hele worsteling vragen om zichzelf weer op de rails te krijgen, aansluiting te vinden met wie en wat, hier en nu, bronnen van kracht en vertrouwen kunnen zijn.
2.3. Bronnen van kracht en vertrouwen Bronnen van kracht en vertrouwen zijn te vinden in de zogenaamde zinrelaties, geloofsen levensovertuigingen. Wat houden die in?
Geleefde zinrelaties zijn alle relaties waaraan een mens betekenis voor zijn/haar persoonlijk bestaan ontleent. Zin zit vervat in de relaties die we hebben met onszelf, met de plek waar we wonen, met de liefste ander, met onze ouders en eventuele (klein)kinderen, met het werk en de posities die we hebben in maatschappij en kerk. Geleefd geloof doelt zowel op geloofsbelevingen in relatie met God, Jezus, Maria, heiligen, geloofsuitdrukkingen (bidden, vieren, (bijbel)lezen, praten) als in geloofsovertuigingen (Gods- en mensbeelden, visie op hoe mens en wereld zich verhouden). De geleefde levensbeschouwing is de totaliteit van al dan niet religieus bepaalde mensen wereldbeelden. Deze komen tot uitdrukkingen in allerlei vanzelfsprekend aandoende opvattingen over het lot, relaties, doel, 'wat zo hoort', 'hoe we in het leven moeten staan om een goed mens te zijn', en in de gevoelens die daarmee gepaard gaan. Omdat het niet over abstracte zin, geloof of levensbeschouwing gaat, maar over de geleefde realiteit, gebruiken we 'geleefde' zinrelaties, geloof en levensovertuigingen10.
2.4. Verbindingen van betekenis actualiseren Uit het onderzoek blijkt dat deugdelijke pastorale gesprekken gekenmerkt worden door de verbindingslijnen die gesprekspartners vinden tussen hun actuele situatie en de geleefde zinrelaties, geloof en levensover-
10 Het wettelijke kader waarbinnen pastores werken heeft terecht het geheel samengevat onder de term 'levensbeschouwelijke begeleiding' en in Gaudium et Spes, 1-3 noemt de Kerk deze taak met recht 'Gods heil doorgeven aan mensen van deze tijd'.
Pastorale Perspectieven Nr. 146 - 2010/1
39
tuigingen. Pastoraal doel daarbij is deze persoon meer uit zijn/haar levensbron te helpen putten. Hier zitten twee aannames onder.
atie opnieuw betekenisvol aanvoelen om de
Vooreerst gaan we ervan uit dat iedere mens op basis van zijn/haar levenstraject eigen zin- en geloofsbronnen heeft die ook weerspiegeld worden in de wijze waarop hij/zij denkt, voelt en gelooft. In feite zijn we voortdurend verwikkeld in innerlijke en uiterlijke dialogen om enige coherentie te bewaren in de veelheid van stemmen die in ons meeklinken11. Naargelang de situatie klinkt de stem van belangrijke voorbeeldfiguren uit onze biografie met meer kracht. We zijn aangewezen op de verbinding met deze personen en aan het door hen voorgeleefde geloof, om trouw aan onszelf en aan onze loyaliteiten, hier-nu verder te komen en vruchtbaar te zijn voor anderen12.
De tweede aanname is dat pastores
Om belangrijke verschuivingen of verbindingen te bewerken, hebben mensen gesprekken nodig met iemand die helemaal op hen focust, iemand die zich niet bezighoudt met eigen belangen, maar geconcentreerd ingaat op wat voor hen ter sprake is. Dankzij de frisse kijk en de vaardigheden van een persoonsgerichte begeleider kan de gesprekspartner connecties maken tussen de hulpbronnen die in zijn/haar leven belangrijk waren. Zo kunnen die in de huidige situ-
dagdagelijkse spanningen en opgaven aan te kunnen.
gesprekspartners naar de eigen bronnen leiden en niet naar de persoonlijke bronnen van de pastor. Hoewel de pastor zijn/haar werk doet vanuit een overvloed aan eigen bronnen - en deze moet blijven aanvullen door te investeren in eigen spiritualiteit heeft pastoraat niet rechtstreeks tot doel de ander te laven aan de christelijke of kerkelijke bron. Door de aanwezigheid van de pastor en het geleefde geloof waar die van getuigt, is de 'onvermoede derde'13 altijd aanwezig en klinkt het christelijke geloof van de pastor wel mee. Van daaruit worden gesprekken immers gevoerd 'voor het aanschijn van'. Maar dat is iets anders dan de gesprekspartner onderwijzen in wat de pastor gelooft. Wordt de gesprekspartner niet thuisgebracht bij de eigen geleefde bronnen, dan blijft hij/zij vervreemd van zichzelf14. Christelijk uitgedrukt, blijft hij/zij dan vervreemd van 'het beeld van God dat hij/zij te zijn heeft'15. Pastorale gesprekken zijn erop gericht de gesprekspartner te helpen voeling krijgen met waar hij/zij zelf toe geroepen is in de levenssituatie waarin hij/zij is aanbeland. En al verwoorden gespreks-
11 H. HERMANS, Dialoog en misverstand. Leven met de toenemende bevolking van onze innerlijke ruimte, Soest, Uitgeverij Nelissen, 2006. Hermans verwoordt hoe we deze innerlijke ruimte blijven ordenen aan de hand van gesprekken met onszelf en anderen. 12 C. DUCOMMUN-NAGY, Van onzichtbare naar bevrijdende loyaliteit, trans. by M. MICHIELSEN, Leuven - Voorburg, Acco, 2008. Pastores kunnen door verbindingen te leggen helpen om destructieve loyaliteit om te buigen tot een belofte voor de toekomst. 13 De 'onvermoede derde' verwijst naar de relatie die de pastor heeft met de Onnoemelijke. M. BODSON & M. RIEMSLAGH, De spirituele dimensie als specificiteit van pastoraat en pastorale supervisie, in Pastorale Nieuwsbrief 137 (2007) nr. 4, 12-21, p. 12 e.v. 14 In die zin kan hedendaags pastoraat in een milieu waar iedere vanzelfsprekendheid van de christelijke gemeenschappelijkheid verdwenen is, niet kerygmatisch zijn. 15 Opmerkelijk hoe de 12 pastores in hun doelstellingen tot verschillende bewoordingen komen die deze kern van pastorale begeleiding uitdrukken.
40
Het is de overdracht van een geheim
Het is de overdracht van een geheim
partners dat niet noodzakelijk in christelijke termen, we geloven wel dat iedere mens een eigen constructieve bijdrage kan leveren aan ons samenleven. Daar gaat het ons om, ieders bijdrage aan wat we religieus 'het Rijk Gods' noemen, namelijk een visioen van een leefbare wereld voor iedereen, te erkennen en te stimuleren. Pastores die het vertelde verhaal van de gesprekspartner verbinden met diens actuele situatie, beseffen hoezeer wij mensen van persoonsgerichte gesprekken afhankelijk zijn om levenszin te behouden en ons geloof te voeden. In die zin is pastoraat dat niet verbindt, mislukte therapie én mislukt pastoraat16.
2.5. Helpen vrede vinden met zichzelf, anderen en hun levensgrond/God Gaan we nog even door op de typische verbindingen waar we binnen pastoraat op mikken. De doelstelling 'mensen in het reine te brengen met zichzelf, anderen en hun levensgrond/God' bevat drie eigensoortige verbindingen. Getuige de door pastores aangehaalde doelstellingen zijn zij, als persoon en meer expliciet in navolging van Jezus, bewogen door mensen en wat hen overkomt. Dat iemand zijn/haar levenslust kwijt is, verdrietig of boos is, zich schuldig voelt of zich schaamt,
het zijn binnen pastorale begeleiding allemaal tekenen dat iemand niet lekker in zijn/haar vel zit, geen vrede heeft met zichzelf. Dat heeft op een of andere wijze ook te maken heeft met de relatie tot anderen. En aangezien 'vrede' de eerste groet is die wij elkaar mogen toezeggen, wensen we niet liever dan dat de gesprekspartner daarnaar op weg geholpen wordt. Of dit nu vrede is met zichzelf, met ziekte, handicap, ouderdom of detentie, of vrede met anderen is voor een pastor geen wezenlijk verschil. Het bewerken van vrede is gestuurd door en gericht op vrede met het bestaan en met de grond van het bestaan die we in onze joods-christelijke traditie God noemen. Daardoor is de vrede ook gekwalificeerd. Het gaat om een rechtvaardige en tegelijk genadige liefdevolle grond waar niet één van ons van uitgesloten mag worden. Omdat de pastor voor deze rechtvaardige genade symbool staat, kunnen verhalen aan hem/haar verteld worden zodat iemand al vertellend vrede vindt.
2.6. Investeren in betrouwbare relaties Opdat de gespreksruimte voor de gesprekspartner 'terreurvrij' of angstvrij zou zijn17, dient de pastor alles in het werk te stellen om de pastorale relatie betrouwbaar te maken. Krijgt de gesprekspartner geen gevoel van veiligheid, dan kan hij/zij gedu-
16 Mislukte therapie is het sowieso omdat pastores geen handelingskader hebben om met de levensperikelen van mensen om te gaan, tenzij hen terug te brengen naar de spirituele bronnen die vervat zitten in zinrelaties, geloof en levensbeschouwing. Het is mislukt pastoraat omdat de grondbetekenis van 'religie', 'verbinden' niet werd waargemaakt. 17 De term 'terreurvrije' ruimte is ontleend aan A. Verheule die daarmee de pastorale ruimte markeert waarin de gesprekspartner niet bang hoeft te zijn, noch om wat hij/zij vertelt, noch dat het geheim waarnaar hij/zij tast, aan anderen zal onthuld worden. A. VERHEULE, Angst en bevrijding. Theologisch en psychologisch handboek voor pastorale werkers, 2 ed., Baarn, Callenbach, 1997.,
Pastorale Perspectieven Nr. 146 - 2010/1
41
rende het gesprek de soms moeizame zoektocht naar vrede met zichzelf, anderen en God, immers niet ter sprake brengen. De gesprekspartner zou in alles moeten voelen dat hij/zij gerespecteerd wordt, dat de pastor hem/haar niet vastlegt in een beeld dat de pastor maakt. Daartoe is het nodig dat die heel goed luistert, naar de ander én naar zichzelf. Is het gesprek voorbij, dan kan de pastor daarom ook niets van wat ter sprake is geweest, naar buiten brengen. Het is uitgesproken in de 'heilige' gespreksruimte en blijft het eigendom van de gesprekspartner18. Pastores zijn betrouwbaar voor zover ze het geheim, het mysterie dat de gesprekspartner is en blijft, bewaren en behoeden19.
Uitnodiging tot gesprek In deze bijdrage heb ik eerst pastores aan het woord gelaten en vervolgens heb ik op empirische gronden een algemene interne doelstelling voor pastorale gesprekken geformuleerd. Ik ben van mening dat we op relationeel-ethische
gronden
voorrang
moeten geven aan het behoeden van de transcendentie van de gesprekspartner zodat we gedurende pastorale gesprekken ons doel kunnen realiseren: vanuit de welwillendheid
van
ons
bestaan
bij
de
gesprekspartners verbindingen actualiseren tussen hun huidige levenssituatie en hun geleefde zinrelaties, geloof en levensover-
En aangezien 'vrede' de eerste groet is die wij
tuigingen. In tweede instantie moeten we
elkaar mogen toezeggen, wensen we niet liever
deze doelstellingen zodanig formuleren dat
dan dat de gesprekspartner daarnaar op weg
van daaruit en daarmee samenhangend,
geholpen wordt.
wegen kunnen gezocht worden om de specificiteit van pastorale gesprekken binnen
Respect voor de onvervreemdbare complexiteit van wie de gesprekspartner is - wat we religieus uitdrukken als 'Gods immanentie' in hem/haar - kan ons weerhouden uitspraken over gesprekspartners te doen. De geformuleerde religieuze opdracht die we gedurende het gesprek moeten vervullen, kan ons alleen nóg oplettender maken. Rest ons deze opdracht te verbinden met onze betrokkenheid in multidisciplinaire teams.
voorzieningen te verwoorden. Vandaar de oproep aan de lezers de hier voorgestelde doelstellingen vanuit de eigen ervaring in te vullen en aan te vullen. Ondermeer op het forum van de Elisabethwebsite kunnen we onderling een constructieve dialoog op gang brengen. Zo oefenen we meteen om multidisciplinair en binnen voorzieningen onze eigensoortige bijdrage te laten kennen.
18 Voor de consequenties daarvan op bijvoorbeeld registreren en rapporteren zie http://www.pastoralezorg.be/forum/ index.php/topic,13.msg29.html#msg29. 19 J. SCHENDERLING, Beroepsethiek voor pastores, Budel, Damon, 2008, p. 40.
42
Het is de overdracht van een geheim
Het is de overdracht van een geheim
VERDER LEZEN
OVER DE AUTEUR
BODSON, M. & RIEMSLAGH, M., De spirituele dimensie als specificiteit van pastoraat en pastorale supervisie, in Pastorale Nieuwsbrief 137 (2007) nr. 4, 12-21.
Marina Riemslagh is pastoraal supervisor, trainer en coach en als pastor benoemd in de MS-kliniek te Melsbroek. Ze werkt momenteel aan de theologische faculteit te Leuven, waar ze een doctoraatsonderzoek voert over de ethische kwaliteit van het pastorale gesprek.
[email protected]
DUCOMMUN-NAGY, C., Van onzichtbare naar bevrijdende loyaliteit, trans. by M. MICHIELSEN, Leuven - Voorburg, Acco, 2008. HERMANS, H., Dialoog en misverstand. Leven met de toenemende bevolking van onze innerlijke ruimte, Soest, Uitgeverij Nelissen, 2006. RIEMSLAGH, M., Ethiek in het pastorale gespreksproces. Op weg naar een geïntegreerde empirische ethiek, in Pastorale Perspectieven 38 (2008) nr. 1, 26-36. SCHENDERLING, J., Beroepsethiek voor pastores, Budel, Damon, 2008. SMIT, J., Tot de kern komen. De kunst van het pastorale gesprek, Kampen, Kok, 2006. VERHEULE, A., Angst en bevrijding. Theologisch en psychologisch handboek voor pastorale werkers, 2 ed., Baarn, Callenbach, 1997.
Pastorale Perspectieven Nr. 146 - 2010/1
43