De rol van ICT-tools in het concretiseren van een competentiebeleid
De rol van ICT-tools in het concretiseren van een competentiebeleid
Informatiebundel in het kader van het ‘COLIBRI’ -project – mei 2008 – oktober 2010 Publicatie juli 2010
1/19
De rol van ICT-tools in het concretiseren van een competentiebeleid
Inhoud Inleiding: De beschikbaarheid van ICT-tools om systemen en strategieën voor levenlang leren en een strategisch opleidings- en competentiebeleid in sectoren en bedrijven te concretiseren..................... 3 1
Voordelen van een competentiebenadering .................................................................................. 3
2
Erkennen van Verworven Competenties (EVC) ............................................................................... 4
3
4
5
2.1
Het instrument EVC ................................................................................................................. 4
2.2
Case: portfoliomethodiek ........................................................................................................ 4
Welke initiatieven worden er door de Europese Unie genomen? .................................................. 7 3.1
Europass .................................................................................................................................. 7
3.2
European Qualification Framework (EQF)............................................................................... 8
3.3
ECVET ....................................................................................................................................... 9
3.4
European Quality Assurance Reference Framework (EQARF) .............................................. 10
3.5
Europese beginselen voor de identificatie en validatie van niet-formeel en informeel leren 10
Naar eenduidigheid binnen Vlaanderen ....................................................................................... 12 4.1
Ervaringsbewijs ...................................................................................................................... 12
4.2
EQF in Vlaanderen ................................................................................................................. 12
4.3
Competent ............................................................................................................................. 12
4.4
Competenties en Beroepen Repertorium voor de Arbeidsmarkt (CO.BR.A) ........................ 13
4.5
Mijn Loopbaan (VDAB) .......................................................................................................... 13
4.6
Loopbaanbegeleiding ............................................................................................................ 13
4.7
EVC / EVK in het onderwijs .................................................................................................... 14
Samenvatting................................................................................................................................. 15
Verklarende woordenlijst / afkortingenlijst .......................................................................................... 16 Bronnen ................................................................................................................................................. 18
Informatiebundel in het kader van het ‘COLIBRI’ -project – mei 2008 – oktober 2010 Publicatie juli 2010
2/19
De rol van ICT-tools in het concretiseren van een competentiebeleid
Inleiding: De beschikbaarheid van ICT-tools om systemen en strategieën voor levenlang leren en een strategisch opleidings- en competentiebeleid in sectoren en bedrijven te concretiseren. Deze paper heeft als doel initiatieven toe te lichten die kunnen helpen levenlang leren en strategisch opleidings- en competentiebeleid te concretiseren. Er bestaan heel wat (ICT)-tools van leveranciers die elk met hun eigen visie op deze onderwerpen proberen een graantje mee te pikken. We willen ons niet bezighouden met een groot marktonderzoek en het bespreken en vergelijken van deze kant en klare (ICT)-tools. De focus van deze paper richt zich meer op welke manier omkadering wordt aangereikt om dit beleid te concretiseren en te harmoniseren. Hij wil een aantal aandachtspunten naar voor schuiven die men in het achterhoofd kan houden, wanneer men effectief een bepaalde (ICT)-tool wil gebruiken in zijn sector / bedrijf.
1
Voordelen van een competentiebenadering
De competentiebenadering gaat ervan uit dat mensen heel wat in een hun mars hebben. Het is alleen kwestie van het bovengronds te krijgen en te laten groeien mits de juiste voedingsbodem. Vertrekkende van competenties die mensen hebben en die individueel ontwikkelbaar zijn, krijgen ze hefbomen in handen om hun loopbaan en leven zo veel als mogelijk zelf te regisseren. Deze benadering laat toe een taal te spreken waardoor communicatie gemakkelijker wordt tussen diverse actoren (arbeidsmarkt, onderwijs,…). Zo zijn studiebewijzen gemakkelijker te begrijpen en te vergelijken als ze worden uitgedrukt in competenties (outputgericht, zie ook lager) dan in studieprogramma’s zelf (inputgericht). Op deze manier kan men ook loskomen van het “diplomafetisjisme”. Tot slot biedt deze benadering perspectieven voor een individueel loopbaanbeleid. Er zal immers altijd wel een weg gevonden worden die het beste aansluit bij wat de persoon zelf wil en wat bij het bedrijf of de organisatie nodig is, waardoor een win-win situatie ontstaat voor alle betrokkenen. Dat men beleidsmatig achter deze benadering staat, ziet men bijvoorbeeld in de Competentieagenda 2010.
Informatiebundel in het kader van het ‘COLIBRI’ -project – mei 2008 – oktober 2010 Publicatie juli 2010
3/19
De rol van ICT-tools in het concretiseren van een competentiebeleid
2
Erkennen van Verworven Competenties (EVC)
2.1 Het instrument EVC1 Binnen de competentiebenadering is het erkennen van verworven competenties (EVC) een belangrijk instrument. Toch is er nog zeer veel verwarring over welke begrippen en procedures er worden gebruikt en wat er eigenlijk mee bedoeld wordt. Wat wordt er bijvoorbeeld verstaan onder formeel, niet-formeel, informeel leren; het erkennen, herkennen, certificeren, valideren van competenties, het bouwen van portfolio, talentenmap, competentiebewijzen, enz? Ondanks deze verwarring mag men niet uit het oog verliezen dat het erkennen van verworven competenties in de toekomst ervoor kan zorgen dat meer mensen in verkorte leertrajecten kunnen instappen, dat meer mensen rechtstreeks gekwalificeerd worden, dat de arbeidsmarkt beter draait, dat leren en werken op de werkvloer wordt bevorderd en dat het bereiken van inzetbaarheid, werkbaarheid reëler wordt. 2.2 Case: portfoliomethodiek Om de hierboven beschreven verwarring te concretiseren lichten we de portfoliomethodiek er uit. Zo ontbreekt het bijvoorbeeld in Vlaanderen aan een gemeenschappelijke portfoliomethodiek- en format. Verschillende organisaties (VDAB, testcentra, onderwijs,…) gebruiken verschillende vormen van portfoliomethodiek- en format. Dit zorgt ervoor dat er geen overzichtelijkheid en geen transfereerbaarheid is. Nochtans heeft zo’n eenvormige methodiek-en format tal van concrete voordelen. Werkgevers kunnen een administratieve lastenreductie realiseren bij de intake van nieuwe medewerkers, dossiergegevens kunnen gekoppeld worden aan andere systemen van hun organisatie en nieuwe medewerkers kunnen beter/sneller geplaatst worden op posities of projecten die aansluiten bij hun competenties. Het individu zelf hoeft niet steeds bij elke nieuwe start zijn gegevens opnieuw digitaal in te vullen en heeft de eigen gegevens en documenten altijd en overal in digitale vorm bij de hand. Dat het werken met een uitwisselbaar e-portfolio geen eenvoudige oefening is, werd duidelijk in het “3Portfolio” project. Bij een reorganisatie binnen Nedcar Nederland, wilde men aan de betroffen werknemers een e-portfolio meegeven dat hun inzetbaarheid en bemiddelbaarheid op de arbeidsmarkt zou versterken en verhogen. Men vertrok vanuit het HR-systeem van Nedcar waaruit gegevens werden gehaald. Deze gegevens werden dan gebruikt door Kenteq (kenniscentrum voor technisch vakmanschap) die hun diensten aanboden op het vlak van EVC en competentietesten en die het portfolio met hun resultaten aanvulde. Het CWI2 gebruikte op zijn beurt dat portfolio om na te gaan of de medewerkers voldoende inzetbaar zouden zijn op de huidige arbeidsmarkt. Indien een bijscholing gewenst was, werd het portfolio aangeleverd aan regionale opleidingscentra die op basis van het portfolio een traject aanboden. Tot slot werd het portfolio weer verrijkt met de informatie over het afgelegde bijscholingstraject.
1
EVC staat ook bekend als Eerder Verworven Competentie. In deze paper wordt EVC als instrument bekeken namelijk hoe kunnen deze competenties worden erkend. 2 Centrum voor Werk en Inkomen. Informatiebundel in het kader van het ‘COLIBRI’ -project – mei 2008 – oktober 2010 Publicatie juli 2010
4/19
De rol van ICT-tools in het concretiseren van een competentiebeleid
Iedere partner maakte gebruik van zijn eigen ICT- systeem en de uitwisseling/transfereerbaarheid tussen die systemen is een algemeen voorkomend probleem. Vaak moet dezelfde informatie meerdere keren worden ingevoerd en aangeleverd. Dit is uiteraard niet ideaal. Het doel van dit project was dan ook om afspraken te maken over de informatie-uitwisseling tussen de verschillende elektronische systemen van de betrokken partners op zo’n manier dat er voor de medewerker één portfolio kon gebruikt worden waarmee al de partners werkten. Ook het gebruik van HR-XML standaarden, en met name een op HR-XML3 gebaseerde export naar het Europass CV formaat (zie lager) werd onderzocht. Het grote voordeel van deze HR-XML schema’s is de openheid naar nieuwe mogelijkheden op het vlak van HR-management en op het vlak van e-portfolio’s. Het project heeft gebruik gemaakt van de “Afspraak e-portfolio NL4”. Dit is een geheel van afspraken en specificaties over de inhoud (de gegevenselementen en een beschrijving van de hun betekenis (de symantiek)), de technische vorm (de syntax) en de gebruikte terminologie; in eerste instantie gericht op schoolportfolio’s.
Deze Afspraak is op zijn beurt gebaseerd op de internationale “IMS ePortfolio specificatie” van het IMS Global Learning Consortium5. Deze specificatie bestaat uit een informatiemodel dat een overzicht geeft van onderdelen en hun samenhang in een e-portfolio. Er wordt ook omschreven hoe dat informatiemodel moet worden voorgesteld met gebruik van XML6 en de IMS Content Packaging specificatie. En tot slot is er nog een best-practice guide aanwezig die gebruik in de praktijk toelicht. Het project heeft deze Afspraak grondig bestudeerd en verder uitgebreid naar elementen die de inzetbaarheid van zowel de werkende als de lerende deelnemer beschrijven vanuit processen uit de bedrijfswereld, onderwijs, kenniscentra en publieke en private employmentdiensten. Dit omdat de
3
HR-XML is een verzameling van standaard XML specificaties met als doel de uitwisseling van HR-gerelateerde datagegevens te automatiseren op zo’n manier dat niet elke betrokken partner ad hoc mechanismen moet gaan opzetten om tot deze uitwisseling te komen. 4 Zie http://e-portfolio.kennisnet.nl/afsprakenenstandaarden 5 Zie http://www.imsglobal.org 6 XML staat voor eXtensible Markup Language. Voor meer info, klik hier Informatiebundel in het kader van het ‘COLIBRI’ -project – mei 2008 – oktober 2010 Publicatie juli 2010
5/19
De rol van ICT-tools in het concretiseren van een competentiebeleid
Afspraak en IMS ePortfolio voornamelijk vanuit het onderwijs zijn opgezet. In het project werd dit uitgebreide e-portfolio verder dan ook benoemd als een employability e-portfolio. Voor meer achtergrond over de architectuur van de Afspraak e-portfolio NL, verwijzen we naar de paper “Referentiearchitectuur e-portfolio7” waarin wordt toegelicht welke principes men dient te volgen om een gestandaardiseerd e-portfolio uit te kunnen wisselen. Daarnaast is er nog een verdere verdieping beschikbaar in de vorm van de “White paper architectuuraspecten e-portfolio8”. Hierin worden per architectuurperspectief (bedrijfskundig, informatiekundig of technisch) de voor verschillende stakeholders relevante aspecten van eportfolio's besproken. In de bijlage van die paper worden ook nog enkele concepten, een overzicht van stakeholders en de samenhang met de belangrijkste gerelateerde uitwisselingsafspraken en initiatieven uitgewerkt. Naast de Afspraak e-portfolio NL en de daamee samenhangende IMS ePortfolio specificatie heeft men ook gebruik gemaakt van het eXact Portfolio Management Systeem. Dit systeem (ePMS) is het resultaat van het Europees gesubsidieerde EPICC project9. Dit “European Portfolio Initiatives Coordination Committee” had als doel functionele vereisten te definiëren met betrekking tot Europese ePortfolio’s. Ook wilde men standaarden vastleggen met betrekking tot interoperabiliteit10 van e-portfolio’s en wilde men een demonstratieplatform (ePMS) creëren, gebaseerd op de IMS ePortfolio specificatie. Het employability e-portfolio is dan ook een uitbreiding op het eXact e-portfolio prototype. Deze case met betrekking tot portfoliomethodiek maakt duidelijk dat een goede reeks afspraken (inhoudelijk, technisch, terminologie) belangrijk is voor het praktisch gebruik van een portfolio naar bijvoorbeeld uitwisselbaarheid en transparantie, zeker omdat competenties al lang niet meer binnen één instelling of organisatie worden opgebouwd, maar gedurende een hele leven, over bedrijfs- en landsgrenzen heen.
7
Referentiearchitectuur e-portfolio http://e-portfolio.kennisnet.nl/attachments/1595082/White-paper-architectuuraspecten-e-portfolio1.pdf 9 het werk van het EPICC project wordt voortgezet door Europortfolio 10 het koppelen van systemen, netwerken of diensten zodat ze succesvol kunnen samenwerken 8
Informatiebundel in het kader van het ‘COLIBRI’ -project – mei 2008 – oktober 2010 Publicatie juli 2010
6/19
De rol van ICT-tools in het concretiseren van een competentiebeleid
3
Welke initiatieven worden er door de Europese Unie genomen?
Zoals hierboven aangehaald bestaan er (ICT-technische) initiatieven zoals de “IMS ePortfolio specificatie” van het IMS Global Learning Consortium en de vertaling en finetuning ervan in de Afspraak e-portfolio NL voor Nederland, het EPICC-project, enz. In deze paragraaf kijken we welke initiatieven vanuit de Europese Unie worden aangereikt, niet alleen op het vlak van portfoliomethodiek, maar ook naar andere initiatieven die helpen bij het erkennen van verworven competenties. 3.1 Europass De beschikking Nr. 2241/2004/EG van 15 december 2004 wilt door middel van een persoonlijk, gecoördineerd portfolio van 5 documenten, ”de Europass”, komen tot transparantie op het gebied van kwalificaties en competenties. Het Europass-CV is een model om een CV aan te maken. Het is een standaard-CV dat er in alle talen identiek uitziet. In het Europass-Taalpaspoort geeft men aan in welke mate men de verschillende Europese talen beheerst. Een Europass-Mobiliteit bewijst dat men gedurende een bepaalde periode in het buitenland heeft gewerkt of een opleiding heeft gevolgd. De tijd die men in het buitenland doorbrengt, heet een Europese leerervaring. Het Europass-diplomasupplement beschrijft de aard, het niveau, de context, de inhoud en de status van de studie die men volgde. Het diplomasupplement verduidelijkt ook welke competenties men heeft verworven. Dat maakt het in het buitenland gemakkelijker om de waarde van diploma’s in te schatten. Het EuropassCertificaatsupplement is een document dat men samen met zijn certificaat van beroepsopleiding ontvangt. Het Certificaatsupplement beschrijft de competenties die tijdens de opleiding verworven zijn. Verder bevat het een lijst van beroepen die toegankelijk zijn met dit Certificaatsupplement. De 5 documenten tonen wie iemand is, wat iemand kan en waar deze heeft gewerkt of gestudeerd. Europass is dus een hulpmiddel waarmee men gemakkelijker in een ander Europees land kan leren of werken. Het heeft ook voordelen voor een werkgever doordat het eenvoudiger wordt om de kwaliteiten van verschillende sollicitanten te vergelijken. Technisch gezien worden er tools aangeboden om de uitwisselbaarheid en inzetbaarheid van Europass naar ICT-systemen van derde partijen te promoten en te vergemakkelijken. Het hoger aangehaalde Europortfolio werkt hier aan mee onder andere via deelname aan het HR-XML consortium11 en biedt op hun website tools aan om een Europass CV om te zetten naar HR-XML, rekening houdend met de standaarden die Europass gebruikt. Op zijn beurt heeft het HR-XML consortium een werkgroep die zich specifiek bezighoudt met Europass specificaties en hoe deze kunnen worden ingepast in de HR-XML specificaties.
11
Voor meer info: klik hier
Informatiebundel in het kader van het ‘COLIBRI’ -project – mei 2008 – oktober 2010 Publicatie juli 2010
7/19
De rol van ICT-tools in het concretiseren van een competentiebeleid
3.2 European Qualification Framework (EQF) Het European Qualification Framework (EQF) oftewel het Europees Kwalificatiekader (EKK) is een gemeenschappelijk Europees referentiekader dat kwalificatiesystemen van landen aan elkaar koppelt en als een soort van omzettingssysteem werkt. Op die manier worden competentiegericht beschreven kwalificaties van verschillende landen en systemen in Europa transparanter en dus meer vergelijkbaar. Het EQF stelt lidstaten, onderwijs- en opleidingsinstellingen, werkgevers en sectoren in staat met elkaar te communiceren over de waarde van kwalificaties. Binnen het EQF bestaan er 8 referentieniveaus, gaande van basisniveaus tot geavanceerde niveaus waarbij het bedoeling is dat EU-landen de niveaus van hun eigen kwalificatiesystemen koppelen aan 1 of meerdere van deze referentieniveaus. Een van de belangrijke principes is dat deze niveaus in termen van leerresultaten (outputgericht) worden beschreven (met andere woorden competentiegericht) en dus niet meer inputgericht (vb cursussen, uren,…). Die insteek heeft een aantal voordelen. Het wordt gemakkelijker om kwalificaties van landen, systemen en instellingen met elkaar te vergelijken en over te dragen, los van bijvoorbeeld onderwijsinstelling of een formele leercontext. Het zal personen ondersteunen die over een uitgebreide werkervaring beschikken of over een ervaring die ze bij andere activiteiten hebben opgedaan, juist doordat dit referentiekader de validatie van niet-formeel en informeel leren vergemakkelijkt. Ook zal het personen toegang geven én deelname bevorderen aan een levenlang leren. Deze verhoging van transparantie biedt op zijn beurt ook voordelen aan sectoren: het zal immers de vergelijking en het verbinden bevorderen van traditionele kwalificaties (die door nationale overheden worden uitgereikt) en kwalificaties die door bijvoorbeeld sectoren (al dan niet internationaal) worden uitgereikt. In eerste instantie gebeurt dit door sectorale kwalificaties een plaats te geven in een nationale kwalificatiestructuur (NQF). Tot slot zal het bijvoorbeeld werkgevers helpen om de kwalificaties van sollicitanten beter te interpreteren. Het is duidelijk dat door het focussen op leerresultaten een belangrijke rol wordt weggelegd voor sectorale professionele instellingen. Omdat bedrijven en professionals het beroepsveld representeren, zijn zij het beste in staat om beroepsstandaarden te identificeren en te bepalen hoe ze in leerresultaten gemeten kunnen worden.
Informatiebundel in het kader van het ‘COLIBRI’ -project – mei 2008 – oktober 2010 Publicatie juli 2010
8/19
De rol van ICT-tools in het concretiseren van een competentiebeleid
3.3 ECVET Het Europees systeem van studiepuntenoverdracht voor beroepsonderwijs en -opleiding (European Credit System for Vocational Education and Training – ECVET) is gericht op het stimuleren van de mobiliteit van de studerende jongeren in beroepsopleiding12, doordat het de erkenning en overdracht van de in het buitenland behaalde leerresultaten in/naar hun land van oorsprong gemakkelijker maakt. Het ECVET is gebaseerd op de ontwikkeling van samenhangende en zinvolle eenheden van leerresultaten waaraan studiepunten (credits) worden toegekend. Een eenheid is een onderdeel van een kwalificatie dat bestaat uit een deel van de voor een bepaalde kwalificatie vereiste kennis, vaardigheden en competenties. Een kwalificatie omvat in principe verschillende eenheden en bestaat uit de volledige set eenheden. Men kan dus een kwalificatie verwerven door de vereiste, in verschillende landen en contexten (formeel, niet-formeel en informeel) verworven eenheden te accumuleren. Het systeem bevat naast documentatie van de in het buitenland verworven leerresultaten (m.a.w. kennis, vaardigheden en competenties) ook de vormen van regeling tussen de nationale en Europese actoren in de beroepsopleiding (o.a. door het Memorandum of Understanding en de stageovereenkomst). Met het ECVET wordt niet de harmonisatie van kwalificaties en stelsels voor beroepsonderwijs en – opleiding nagestreefd, maar een betere vergelijkbaarheid en onderlinge aansluiting. Het ECVET zou ook een positieve invloed op de verhoging van de mobiliteit van de studenten binnen de nationale beroepsopleidingssystemen kunnen uitoefenen door de verticale en horizontale doorlaatbaarheid tussen de subsystemen te verhogen. Tot slot zou het ECVET, doordat het ook met leerresultaten rekening houdt die in informele contexten werden verworven (met inbegrip van het leren on-thejob) ook hun erkenning vereenvoudigen. Dit ECVET-voorstel gebruikt het EQF als referentieniveau voor kwalificaties en maakt ook gebruik van het Europass instrument. Terwijl met het EQF een referentiekader in het leven is geroepen, dat als "vertaalfunctie" tussen de verschillende kwalificatiestructuren en kwalificatieniveaus moet dienen, biedt het ECVET een gemeenschappelijk methodologisch kader waardoor de overdracht van studiepunten voor leerresultaten van het ene kwalificatiestelsel naar het andere of van het ene leertraject naar het andere kan worden vergemakkelijkt.
12
Met betrekking tot het hoger onderwijs bestaat er een soortgelijk systeem: het ETCS: European Credit Transfer and Accumulation System. Informatiebundel in het kader van het ‘COLIBRI’ -project – mei 2008 – oktober 2010 Publicatie juli 2010
9/19
De rol van ICT-tools in het concretiseren van een competentiebeleid
3.4 European Quality Assurance Reference Framework (EQARF) Gezien de verscheidenheid en complexiteit van de diverse beroepsonderwijsstelsels en de verschillen in kwaliteitsbewaking binnen en tussen de lidstaten is er behoefte aan gemeenschappelijke referentiepunten om samenhang en overdraagbaarheid van studiepunten te garanderen met als doel het wederzijds vertrouwen te vergroten. Er is een aanbeveling in de maak van het Europees Parlement en de Raad over een referentiekader voor kwaliteitsbewaking in beroepsgericht onderwijs en opleiding. De aanbeveling is bedoeld als hart onder de riem van de lidstaten die permanent de kwaliteit van hun beroepsonderwijsstelsels en programma's willen verbeteren door de invoering van een gemeenschappelijk Europees referentieinstrument: het kader voor kwaliteitsborging en-evaluatie: het European Quality Assurance Reference Framework (EQARF). Het EQARF is gebaseerd op en verbetert het gemeenschappelijke referentiekader voor kwaliteitsborging in beroepsonderwijs en -opleiding (CQAF). Het EQARF bevat een model van een kwaliteitscirkel, elementen voor monitoring en een meetinstrument met kwaliteitsindicatoren. De bedoeling is dat het referentiekader wordt gebruikt als een instrument om de kwaliteitsverbetering te promoten en te monitoren. Het EQARF dient in de eerste plaats nationale referenties te bieden die lidstaten en stakeholders in staat stellen de doeltreffendheid van hun beroepsopleidingen en het bijbehorende kwaliteitsbeheer in kaart te brengen, te ontwikkelen, te volgen, te evalueren en te verbeteren. Wat is het belang van dit Europese initiatief voor EVC? Het kan inspiratie bieden voor de kwaliteitsborging in Vlaanderen van EVC-procedures en –instrumenten. 3.5 Europese beginselen voor de identificatie en validatie van niet-formeel en informeel leren De Europese Unie reikt niet alleen instrumenten aan met betrekking tot het erkennen van verworven competenties (zoals Europass, EQF, …), maar schuift ook verschillende principes naar voor met betrekking tot het identificeren en valideren van niet-formeel en informeel leren. Niet-formeel leren (of Niet-formeel onderwijs) wordt veelal buiten het regulier onderwijssysteem georganiseerd en aangeboden door bijvoorbeeld VDAB, werkgevers (of zijn opleidingseenheid), vakbonden, sectorfondsen, culturele en sociale verenigingen, commerciële organisaties, … De kennisoverdracht geschiedt via een lesgever (‘leerling – lesgever’-relatie). De getuigschriften en certificaten van het Niet-Formeel onderwijs worden meestal niet erkend door een Ministerie. De uitgereikte getuigschriften en certificaten hebben wel een (meer)waarde op de arbeidsmarkt of zijn vereist door de werkgever. Informeel leren (of zelfstudie) wordt, in tegenstelling tot het Formeel en Niet-formeel leren, niet door een instelling/organisatie aangeboden. Deze leermethode is ook niet zo georganiseerd zoals het Formeel en Niet-formeel leren: men kan gewoonweg begeleid worden door collega’s of experten (op het werk), leren in het gezin of zelfstandig en kan eerder omschreven worden als het verwerven van kennis, vaardigheden en attitudes op grond van de ervaringen die men dagelijks opdoet in de confrontatie met zijn omgeving.
Informatiebundel in het kader van het ‘COLIBRI’ -project – mei 2008 – oktober 2010 Publicatie juli 2010
10/19
De rol van ICT-tools in het concretiseren van een competentiebeleid
De principes die de Europese Unie naar voor schuift, zijn de volgende:
EVC is een vrijwillig proces, het individu mag dus niet worden gedwongen een EVC procedure te volgen. Iedereen moet gelijke toegang hebben en er moet een gelijke en faire behandeling zijn van alle deelnemers. De individuele privacy en rechten moeten worden gerespecteerd. alle stakeholders moeten in overeenstemming met hun rechten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden een EVC-systeem en EVC-procedures invoeren. Er moeten gepaste mechanismen voor kwaliteitszorg ingebouwd worden, en er moet begeleiding, advisering en informatieverstrekking worden voorzien. het EVC-proces, de EVC-procedures en criteria voor herkenning en erkenning moeten fair en transparant zijn. alle relevante stakeholders moeten participeren in EVC-systemen. het assessment moet onpartijdig zijn en er moeten procedures zijn die belangenconflicten voorkomen. assessoren (of beoordelaars) moeten professioneel competent zijn Deze principes worden reeds door verschillende Europese landen toegepast in hun beleid. Ook Vlaanderen heeft met deze principes rekening gehouden in het decreet op de titels van beroepsbekwaamheid (ervaringsbewijzen; zie lager). Via het formuleren van “guidelines on validation of non-formal and informal learning” wilt Europa de compatibiliteit en vergelijkbaarheid én de kwaliteit van valideringsprocedures verder bevorderen.
Informatiebundel in het kader van het ‘COLIBRI’ -project – mei 2008 – oktober 2010 Publicatie juli 2010
11/19
De rol van ICT-tools in het concretiseren van een competentiebeleid
4
Naar eenduidigheid binnen Vlaanderen
4.1 Ervaringsbewijs Binnen Vlaanderen werd met het “decreet over het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid” een individueel recht gecreëerd om competenties die verbonden zijn aan een beroep te laten valideren en certificeren met een ervaringsbewijs. Het ervaringsbewijs wordt uitgereikt door de Vlaamse overheid nadat de kandidaat met succes een beoordelingsprocedure heeft doorlopen bij een erkend testcentrum. Het ervaringsbewijs is opgenomen als certificatiesupplement in Europass en de SERV ijvert ervoor dat ervaringsbewijzen onmiddellijk een plaats moeten krijgen in de Vlaamse Kwalificatiestructuur zonder bijkomende procedures (zie lager). Dit ervaringsbewijs is de meest succesvolle maatregel die in Vlaanderen werd ondernomen met betrekking tot EVC. Het is alvast een start in de goede richting die ook door de sociale partners als nodig en noodzakelijk wordt beschouwd, maar er is nog zeker verbetering mogelijk (vb mbt testcentra, draagvlak van de ervaringsbewijzen, professionalisering). 4.2 EQF in Vlaanderen In juli 2008 werd in Vlaanderen een voorontwerp van decreet betreffende de kwalificatiestructuur ingediend. Hierin wordt de Vlaamse Kwalificatiestructuur toegelicht. De Vlaamse kwalificatiestructuur zal – net zoals het EQF – acht niveaus onderscheiden waarin kwalificaties een plaats krijgen. Voor elk niveau van de Vlaamse kwalificatiestructuur bestaat er een algemene omschrijving van de karakteristieken van de competenties die behoren tot de kwalificatie op dat niveau. Dit zijn de niveaudescriptoren. Die algemene omschrijving laat toe kwalificaties van verschillende niveaus van elkaar te onderscheiden. Daarnaast worden ook de procedures toegelicht voor de erkenning van beroepskwalificaties, en de erkenning van onderwijskwalificaties. 4.3 Competent Vanuit het streven naar een grotere doeltreffendheid en doelmatigheid van het ervaringsbewijs, wordt er een competentiemanagementsysteem ontwikkeld. Dit zal toelaten om sneller en meer efficiënt competenties in kaart te brengen en om sneller beroepscompetentieprofielen en standaarden aan te maken. Het systeem, dat onder de naam “Competent” wordt ontwikkeld door de SERV in samenwerking met VDAB, biedt dus een competentiedatabank van de door de sociale partners gevalideerde informatie over competenties en beroepen. Competent heeft ook als voordeel dat het werkproces achter het ontwikkelen van deze profielen en standaarden transparanter zal zijn voor alle betrokken stakeholders, waarbij het ook de bedoeling is om op een bredere inbreng van experten (sectorale sociale partners, directe werkveld, …) beroep te doen. Er zal ook zoveel mogelijk gebruik gemaakt worden van reeds bestaand binnenlands- en buitenlands materiaal om zo de inspanningen in Competent te stroomlijnen met Europese en internationale ontwikkelingen. Zo spelen beroepscompetentieprofielen niet alleen een rol bij het bepalen van de standaarden voor de ervaringsbewijzen, maar ook bij het ontwikkelen van kwalificaties voor de Vlaamse Kwalificatiestructuur (zie hoger). Competent levert materiaal voor deze
Informatiebundel in het kader van het ‘COLIBRI’ -project – mei 2008 – oktober 2010 Publicatie juli 2010
12/19
De rol van ICT-tools in het concretiseren van een competentiebeleid
kwalificatiestructuur waardoor de inspanningen voor Competent en de inspanningen voor de kwalificatiestructuur worden gebundeld en in dezelfde lijn ontwikkeld worden. Het is ook de bedoeling om Competent gemakkelijk raadpleegbaar te maken voor vb KMO’s, personen en zal ook op zo’n manier worden aangeboden dat het gemakkelijk te gebruiken is voor bedrijven en instellingen. 4.4 Competenties en Beroepen Repertorium voor de Arbeidsmarkt (CO.BR.A) CO.BR.A beoogt in de eerste plaats informatie te geven over het volledige beroepengamma aan een zo breed mogelijk publiek en dit op een vlot leesbare en herkenbare manier. Elke fiche (er zijn er een 550 tal) is gestandaardiseerd opgemaakt en bevat een beschrijving van het beroep, de verschillende beroepsvarianten, de arbeidsomstandigheden, de vereiste competenties, en ook de vereiste opleiding en eventuele certificaten. De fiches kunnen ook uitgebreider worden gebruikt bij de bevraging over de beroepservaring van werkzoekenden. Door de competenties eigen aan een beroep te overlopen, kan de trajectbegeleider bijvoorbeeld samen met de werkzoekende nagaan of een bijkomende opleiding aangewezen kan zijn vooraleer hij gaat solliciteren in dat beroep. De fiche kan ook een hulp zijn voor de werkgever om een goede vacaturebeschrijving op te maken. CO.BR.A werd ontwikkeld op basis van het Franse ROME (Répertoire Opérationnel des Métiers et des Emplois) en de fiches zijn waar mogelijk gebaseerd op de SERV-beroepscompetentieprofielen. De databank met de fiches wordt beheerd door de VDAB. 4.5 Mijn Loopbaan (VDAB) Mijn Loopbaan is een persoonsgebonden e-portfolio dat mensen de kans zal geven al hun competenties in kaart te brengen om een studieloopbaan of een beroepsloopbaan uit te bouwen. Het systeem zal in 2009 in eerste instantie worden gelanceerd voor min 25 jarigen waarbij het de burgers wilt ondersteunen bij het solliciteren en het bedrijven wilt ondersteunen bij het recruteren en selecteren van kandidaat-werknemers door correcte matching van competenties en functievereisten. Het wilt ook een instrument zijn voor EVC door de mogelijkheid te bieden om gevalideerde informatie op te nemen. Daarnaast wilt het ondersteuning bieden aan levenlang leren door mogelijkheden aan te reiken voor het uittekenen van een groeipad en een reflectie bieden op de loopbaan, als basis voor zelfsturing. 4.6 Loopbaanbegeleiding Bij loopbaandienstverlening worden iemands competenties zichtbaar gemaakt (portfolio) en worden persoonlijke ontwikkelplannen opgesteld. Er is dus in theorie een duidelijke relatie te leggen tussen loopbaanadvies en het erkennen en certificeren van competenties (EVC, ervaringsbewijzen), maar in de praktijk blijken de bruggen en dwarsverbindingen tussen de diverse soorten van dienstverlening onbestaande of gebrekkig.
Informatiebundel in het kader van het ‘COLIBRI’ -project – mei 2008 – oktober 2010 Publicatie juli 2010
13/19
De rol van ICT-tools in het concretiseren van een competentiebeleid
4.7 EVC / EVK in het onderwijs In het decreet over de flexibilisering van het hoger onderwijs staat dat er per associatie een instantie komt die aan studenten bekwaamheidsbewijzen uitreikt. Na een onderzoek van de competenties en van elders verworven kwalificaties (studiebewijzen) die worden gevalideerd, kan een student een bekwaamheidsbewijs krijgen waarmee hij ofwel vrijstellingen kan krijgen, ofwel een diploma. Dat laatste betekent dus concreet dat op grond van een bekwaamheidsbewijs de graad van bachelor of master kan worden verleend. Het bekwaamheidsbewijs geldt wel enkel binnen de instellingen die ressorteren onder associatie(s) in de schoot waarvan de valideringsinstantie is opgericht of binnen elke instelling die daarmee een overeenkomst heeft afgesloten. In het volwassenenonderwijs bestaat reeds langer de mogelijkheid dat de centra vrijstellingen geven op basis van verworven competenties, en sinds 2007 kunnen de centra voor volwassenenonderwijs ook als testcentra fungeren voor ervaringsbewijzen en meer algemeen assessments doen van competenties (bv. verworven via afstandsleren, van talen, …). De uitdaging, ook hier, is transparantie en uitwisselbaarheid van de resultaten van de procedures, behalve die voor het ervaringsbewijs.
Informatiebundel in het kader van het ‘COLIBRI’ -project – mei 2008 – oktober 2010 Publicatie juli 2010
14/19
De rol van ICT-tools in het concretiseren van een competentiebeleid
5
Samenvatting
Er zijn heel wat initiatieven die aansluiten bij een competentiebenadering waarbij het erkennen van verworven competenties (EVC) een zeer centrale rol inneemt, zowel op Europees als Vlaams niveau. Vanuit Europa worden er principes aangereikt zoals “Europese beginselen voor de identificatie en validatie van niet-formeel en informeel leren”, maar ook instrumenten zoals Europass, EQF, ECVET, EQARF,… In Vlaanderen is het ervaringsbewijs een belangrijke tool en wordt er momenteel verder gewerkt aan de Vlaamse Kwalificatiestructuur, het Competent-systeem, CO.BR.A profielen, enz. Zoals de case over portfoliomethodiek aanhaalt, spelen uitwisselbaarheid en transparantie van de gebruikte gegevens en methodiek een zeer belangrijke rol. Uiteraard is dit niet alleen het geval met betrekking tot portfolio’s, maar evengoed met betrekking tot bijvoorbeeld kwalificaties (vandaar het EQF), studiepunten (vandaar EVCET e.d.), kwaliteit (vandaar EQARF), enz. Op technisch vlak werd het IMS Global Learning Consortium en het HR-XML Consortium aangehaald die belangrijke spelers zijn met betrekking tot de technische uitwisselbaarheid van dergelijke gegevens. Zo kan men bijvoorbeeld via http://www.hrcertify.org bekijken welke leveranciers overweg kunnen met XML en de HR-XML specificaties terwijl het IMS Global Learning Consortium op zijn beurt talrijke standaarden aanbiedt, meer gericht op leren, zoals bijvoorbeeld een standaard mbt e-Portfolio, content-packaging, …
Informatiebundel in het kader van het ‘COLIBRI’ -project – mei 2008 – oktober 2010 Publicatie juli 2010
15/19
De rol van ICT-tools in het concretiseren van een competentiebeleid
Verklarende woordenlijst / afkortingenlijst Afspraak e-portfolio NL: initiatief van Kennisnet om afspraken te maken omtrent het gebruik van eportfolio’s, gebaseerd op de IMS ePortfolio specificatie. CO.BR.A: Competenties en Beroepen Repertorium voor de Arbeidsmarkt Competentieagenda 2010: De Vlaamse regering en de Vlaamse sociale partners keurden op 14 mei 2007 de Competentieagenda 2010 goed. Hiermee willen ze een antwoord bieden op de sociaaleconomische uitdagingen voor Vlaanderen en zo bijdragen tot een duurzame en innovatie groei. De competentieagenda bevat 10 prioriteiten die, over de grenzen van onderwijs en arbeidsmarkt heen, de competenties van zowel leerlingen, studenten, werkzoekenden als werknemers willen erkennen, ontwikkelen én inzetten. CWI: Centrum voor Werk en Inkomen CQAF: Common Quality Assurance Framework ECVET: European Credit System for Vocational Education and Training EKK: het Europees Kwalificatiekader (in engels EQF) EQF: Het European Qualification Framework (in nederlands EKK) EPICC project: European Portfolio Initiatives Coordination Committee EQARF: European Quality Assurance Reference Framework EVC: Erkennen van Verworven Competenties HR XML: is een verzameling van standaard XML specificaties met als doel de uitwisseling van HRgerelateerde datagegevens te automatiseren op zo’n manier dat niet elke betrokken partner ad hoc mechanismen moet gaan opzetten om tot deze uitwisseling te komen. HR-XML consortium: Het HR-XML Consortium ontwikkelt en promoot een wereldwijde set van XMLspecificaties voor het faciliteren van e-business en de automatisering van gegevensuitwisselingen op het gebied van ‘human resources’. IMS ePortfolio specificatie: standard ontwikkeld door IMS Global Learning Consortium met betrekking tot e-portfolio’s. IMS Global Learning Consortium: een wereldwijde, nonprofit, ledenorganisatie die ernaar streeft om de groei en de impact van technologie mbt leren in het onderwijs en het leren van corporate sectoren wereldwijd mogelijk te maken.
Informatiebundel in het kader van het ‘COLIBRI’ -project – mei 2008 – oktober 2010 Publicatie juli 2010
16/19
De rol van ICT-tools in het concretiseren van een competentiebeleid
Interoperabiliteit: koppelen van systemen, netwerken of diensten zodat ze succesvol kunnen samenwerken. We onderscheiden syntactische interoperabiliteit met de focus op de structuur en (xml-)formaten die nodig zijn voor uitwisseling en semantische interoperabiliteit (inhoudelijke, betekenisvolle uitwisseling). Kennisnet: de publieke ict-ondersteuningsorganisatie van, voor en door het onderwijs. De stichting behartigt de belangen van de Nederlandse onderwijssector op het gebied van ict, biedt hulpmiddelen bij het maken van keuzes voor ict-producten en diensten en levert educatieve diensten en producten om het leren te vernieuwen. NQF: nationale kwalificatiestructuur XML: eXtensible Markup Language. Internationale standaard voor het schrijven van internetpagina`s. Verschil met HTML is dat bij XML de informatie en de context (informatie over de pagina zelf) gescheiden worden. Standaard van het World Wide Web Consortium (W3C), www.w3c.org.
Informatiebundel in het kader van het ‘COLIBRI’ -project – mei 2008 – oktober 2010 Publicatie juli 2010
17/19
De rol van ICT-tools in het concretiseren van een competentiebeleid
Bronnen
Aanbeveling: 5 voor 12 voor erkennen van competenties (EVC) in Vlaanderen, 14/05/08 SERV 3Portfolio: een project van de regeling e-Portfolio 2006, Eindrapport. Versie 1.5, 29 januari 2007. Auteurs Rob Bieleveld & Luk Vervenne Whitepaper Architectuuraspecten e-portfolio. Versie 1.0, 7 november 2007. Auteur Merijn van der Zalm Referentiearchitectuur e-portfoli. Versie 1.0, 2 oktober 2007. Auteur Merijn van der Zalm. Het europees kwalificatiekader voor een leven lang leren (EKK). Europese gemeenschap, 2008 How can the EQF be used as a reference point for all qualifications including those developed by industry sectors, enterprises and professions? Auteurs: Loukas Zahilas, Irena Psifidou & Tormod Skjerve (CEDEFOP) Naar een Europees Kwalificatiestelsel (EQF). Auteur Annie Kempens & Francis Petel BESCHIKKING Nr. 2241/2004/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 15 december 2004 betreffende een enkel communautair kader voor transparantie op het gebied van kwalificaties en competenties (Europass) Informatiefiche eindgebruikers Europass. Uitgever Nationaal Europass Centrum (NEC Vlaanderen). Commission Staff Working Document: European Credit system for Vocational Education and Training (ECVET). A system for the transfer, accumulation and recognition of learning outcomes in Europe. 31 oktober 2006 Voorstel voor een AANBEVELING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de invoering van het Europees systeem van studiepuntenoverdracht voor beroepsonderwijs en -opleiding (ECVET). 9 april 2008 Commission Staff Working Document: European Credit System for Vocational Education and Training (ECVET): a system for the transfer, accumulation and recognition of learning outcomes in Europe - Annexes Study on the implementation and development of an ECVET system for apprenticeship, Short Description (Dutch) Author: Reglin, f-bb GmbH http://www.e-portfolio.kennisnet.nl Ontwerp-conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over gemeenschappelijke Europese beginselen voor de identificatie en validatie van niet-formeel en informeel leren. 18 mei 2004. European Guidelines for the Validation of Non Formal and Informal Learning. First draft, version 1.0. Auteur Jens Bjørnavold. Fundamentals of a “Common Quality Assurance Framework (CQAF) for VET in Europe. Version 29 september 2005. Advies van de afdeling Werkgelegenheid, sociale zaken, burgerschap over het Voorstel voor een aanbeveling van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een Europees referentiekader voor kwaliteitsborging in beroepsonderwijs en -opleiding (COM(2008) 179 final - 2008/0069 (COD)). 11 september 2008.
Informatiebundel in het kader van het ‘COLIBRI’ -project – mei 2008 – oktober 2010 Publicatie juli 2010
18/19
De rol van ICT-tools in het concretiseren van een competentiebeleid
European Portfolio Initiatives Co-ordination Committee (EPICC). Bron http://www.eifel.org/activities/projects/epicc Buitenlandse modellen, regelgeving en praktijken van (h)erkenning van competenties. Op zoek naar toepassingsmogelijkheden voor Vlaanderen. Deel 1: Sociologische studie naar de succes-en faalfactoren. Auteur Paulette De Coninck CO.BR.A Beroepenclassificatie. Auteur André Wouters Voorontwerp van decreet betreffende de kwalificatiestructuur. 18 juli 2008 Handelingen. Commissievergadering C169-ECO17, commissie voor economie, werk en sociale economie, 9 maart 2006 CA – fiche 4 – EVC – akkoord: FICHE 4: versterken van EVC. VESOC-WG/D-07/26
Informatiebundel in het kader van het ‘COLIBRI’ -project – mei 2008 – oktober 2010 Publicatie juli 2010
19/19