WOORDEN VAN MIA VAN GEELEN.
Kindje wetje
OOQ
.Jes hïxvuwzoo rein
^^
mo.d.je^eeHker,zao^Jfj ^tmlJHle^eH *oo\ e*
Kindje, met je oogjes blauw. Zoo rein, zoo klaar als morgendauw Je mondje als een kers zoo rood. Jij maakt mijn leven mooi en groot I
MAI
Wat is fo
'I ^
JeS kIein
Kindje
teer
Wij h0uden van ou a11
'
'
1 k ï is, • Als ' t VultTn buiten koud
" en ""' guur nat. Brengj,] steeds zon, mijn kleine schatl
Zonnestraal,
J je' bent —1 Je bent zoo zacht, zoof lief En moeders kleine hartediefl
IN QDIOT 7 PLACE DE L.A MADELEINE. PARIJS
Fabriek van Artistiek Zilverwerk Gevestigd m 1930
GROOTB KEUZE ,N
kleine
roct
Wï'
KS^S^^SÄ^^S^TELKE
STULPER.ODE
Red. en Adm.: Galgewater 22, Leiden. Tel. 760 Postrekening 41880 Verschijnt wckelyks - PrtJs per kwartaal f T.95 f^ifc.. ■■:■; _^_
-
■
■
i
i^imammmmmmm^^mmm^m^^m^^^^^^^^
—
^^^^^^^^^—
, . .,
i
HET FILM-M^LNUSCRIPT SCHMYEH
HOX HXT Groot is het aantal personen, dat rondloopt met de gedachte, als het ware voor de film geschapen te zijn. En slechts hun noodlot is de schuldige — zoo meenen zij — dat zij geen beroemde filmster geworden zijn. Is hun aantal groot, even groot is stellig het aantal dergenen, die met het idee voor een goed film-scenario rondwandelen, maar niet weten, hoe ze ,,hun idee" gebruiken kunnen. Ik hoop, dat de volgende regels hun den weg mogen wijzen. De meesten hunner stuurden hun film-manuscript met een uitvoerigen brief naar de film-maatschappijen. Er waren er, die den dramaturg provisie beloofden, indien hun scenario ter verfilming werd aangenomen. Anderen meenden, dat het indruk maakte, als het scenario zoo netjes mogelijk geschreven was, terwijl een derde categorie er een kostenberekening van de film-opname bijvoegde. Het ergste waren zij, die in den obsessie ven waan verkeerden, dat ,,hun" idee zóó iets bijzonders was, dat ze het niet dorsten op te schrijven uit angst, dat het gestolen zou worden, en daarom slechts brieven met vage aanduidingen aan de verschillende film-ondernemingen schreven. Maarenfin, allen die het op een van deze manieren probeerden, zullen ondervonden hebben, dat het verkeerd afgeloopen is ! Want niemand anders dan de directie der maatschappij beslist of een manuscript voor de opname geschikt is. Laat dus gerust de aanprijzingen in uw begeleidenden brief weg. Ook het aanbieden van provisie is uit den booze. Een film-dramaturg verdient wel niet zoo héél veel, maar als hij van provisie moest leven, zou hij vast en zeker verhongeren ! Ook hoeft de aanbieder van een film-idee geen kostenberekening te maken — het regie-boek benevens het uitrekenen der kosten neemt de film-ondememer voor zijn rekening. Een buitenstaander kan trouwens onmogelijk
l/l f 1
\J
., »f
\
Togal scheidt het urinezuur af en is vofkoméh onschadelijk! Meer dan 6000 dokters-ättesten, Vraag het uwen dokter. Een proef overtuigt U, 4- In alle apotheken 80 et.
V j
j
!
CM1
uW-J'-
«*».
1
Ü/Jk«. ^ Jüi '^1-S*!-VÄ V * ^t<-^
MWk
y
,';
^-1 P \II.
i
Rheumatiek, Jicht, Ischias, Griep, Zenuw« en Hoofdpijn, Verkoudheid.
p >
p '
^ 1
,..'VX.... Ik
r/
-
•«
\
!
berekenen wat een film kosten kan. Wanneer het manuscript in den smaak valt, zal de directie wel uitrekenen of de maatschappij over genoeg kapitaal beschikt om het te verfilmen, of dat met kleine veranderingen geld bespaard kan worden. Vóór alles echter: vertrouw gerust den geen, die het manuscript te lezen krijgt. Men zal uw idee niet stelen en als het werkelijk de moeite waardis, zal men het koopen. Maar bedenk wel dat er zoo weinig oorspronkelijke ideeën zijn ! Ziet u dus een film, waarin een scène voorkomt, die op uw idee lijkt, neem dan niet voetstoots aan, dat deze scène gestolen is. Als voorbeeld kan dienen de ,,Lady Hamilton "-film. Deze
i
1
Togal is ee« onovertroffen middel bij
TER HASENCLEVER, de man, die uitstekend weet, hoe een filmmanuscript geschreven moet worden. Hij heeft er reeds vele op ziin naam.
werd door vier verschillende maatschappijen tegelijk op stapel gezet, naar vter verschillende manuscripten. Als gewoonte geldt echter, dat indien een maatschappij door de pers laat aankondigen, dat zij het een of ander gegeven zal laten verfilmen, de andere ondernemingen van hetzelfde onderwerp afzien. De beste vorm, waarin men een filmmaatschappij een scenario kan aanbieden, is een „exposé" — tenminste voor degenen, die een exposé schrijven kunnen ! Want dit is weer een aparte kunst. Een exposé (d.w.z. de inhoud van het geheele manuscript in zijn kortsten vorm weergegeven) mag niet minder dan drie folio vellen en vooral niet meer dan twintig zij dj es bedragen. De inzending van het geheele manuscript is af te raden ; doet men het toch, dan voege men er een lijst bij met de achtereenvolgende scènes, waarbij men de gewichtigste onderstreept. Het meest practische is echter, een exposé zóó te schrijven, dat men de gewichtigste scènes veel uitvoeriger behandelt dan de bijkomstige tooneelen. Helaas komt het echter vaak voor, dat een exposé goed, maar het manuscript slecht is. Ook het omgekeerde gebeurt maar al te vaak ! Het film-manuscript wordt gewoonlijk in beelden en acten ingedeeld. De beelden, die meestal slechts een klein gedeelte van een scène omvatten, moet men doorloopend nummeren. Een film met een normale lengte bevat ongeveer honderdtwintig scenes. Een scene heeft meestal verschillende titels. In het manuscript vermeldt men dan, waar men de titels wil plaatsen. Voor ieder beeld gebruikt men een nieuwe bladzijde (het beste alleen de rechter pagina's van het boek). Aan de bovenzijde der pagina vermeldt men duidelijk, waar de scène speelt, terwijl men de plaats der handeling uitvoerig omschrijft evenals den tijd, b.v. dag of nacht, enzoovoort. Dit is vooral daarom noodig, omdat men een film
1
; -
■.^-*.-*ir*»-irr
"—TT
-— r-
-—
k^
-Ä
'ft
'M
9
(1 1
I ^
jCl^AR ^^^r ^^^^^^F
•
1* r
'S
V •
'.
**.:J~W- m^
1—-.
■
Het nieuwe manuscript wordt met de vertolkers der hoofdrollen besproken. Men ziet op deze foto o.a. Jack Benny, Bessie Love, Charles King en George K. Arthur - 3 -
*. -ï-
■"
'
GRAMOPHOON -NIEUWS door WEERGEVER
De eerste kennismaking met een nl euwe schepping. Mr. Brown, de bekende regisseur (in het midden), ieest zijn voornaamsten medewerkers debelangrijkste gedeelten uit een nieuwen .jchiager" voor. Van links naar rechts; George Fawcett, Lars Hanson, Greta Garbo, Mr. Brown, John Gilbert, Barbara Kent en Eugenie Besserer.
.
4>
niet gewoon volgens de handeling opneemt, maar eerst achter elkaar de scènes, die in hetzelfde decor spelen. Hieronder laat ik als voorbeeld een gedeelte van een film-manuscript volgen. I Acte iste beeld Snel rondwentelende wielen van een rijdenden D.-trein. Overblenden in 2e beeld : Een. gedeelte van een coupé met' bordje Ille klas (tijdens het rijden). Overblenden in 3e beeld : Coupé IIIe klasse tijdens het rijden. De coupé is met acht personen bezet. Moe — verveling — rook in de afdeeling. Groot-opname : Bagagenet, een koffer, waarop een groot plakkaat: „ArtistenBagage". Opname langzaam naar beneden, tot de eigenares van den koffer in de lens verschijnt. Zij is de eenige in de afdeeling, die nog kwiek met een ouderen heer praat, die echter moe en slaperig slechts met een half oor luistert. Nu volgt een duidelijke beschrijving van de vrouw, dan :
Overblenden in 4e beeld Snel rondwentelende trein. Overblenden in 5e beeld Een coupé met het tijdens het rijden. Overblenden in 6e beeld
: wielen van den
: bordje Ie klas,
:
Een coupé Ie klasse, halfdonker, met slechts één persoon. Groot-opname : bagagenet met mooie koffers met het monogram E.W. Opname langzaam naar beneden. Een heer. Thans volgt juiste beschrijving van den eigenaar van den koffer. Ik hoop, dat het u thans duidelijk is, hoe men een film-manuscript moet schrijven. Optimisten waarschuw ik echter, dat het schrijven nóg gemakkelijker is dan het verkoopen. Tegenwoordig heeft haast iedere groote olm-maatschappij geroutineerde scenario-schrijvers in haar dienst en tegen deze beeren is het moeilijk concurreeren ! Maar wilt gij het tóch eens probeeren : Wij staan u gaarne met raad ter zijde'!
iFïïp^ïïïïP^
Bij Parlophon verscheen een plaat, waarmede deze maatschappij veel succes zal hebben. Het is P. 9529, een dertig c.M. plaat, waarop „Sie hören jetzt...", een nieuwe Schlager-potpourri van Nico Dostal, gespeeld door Saxophon Orchester Dobbri met zang van Harry Steier en koor. Deze opname brengt o.a. de volgende populaire melodietjes: „Ich hab' cine . kleine braune Mandoline", „Ich bin von Kopf bis Fuss auf Liebe eingestellt", „Wenn die Elisabeth nicht so schöne Beine hätt", „Leutnant warst du einst bei den Husaren", „Du bist dass süsseste Mädel der Welt", „Zwei Herzen, im Dreivierteltakt" en nog vele andere succesnummers van het jaar 1930. Het is een goed overzicht van het achter ons liggende jaar! Dezelfde maatschappij brengt drie platen getiteld QuerschnittOper: „Der Troubadour". Hoewel het systeem Kurz-Oper, dat Polydor met zooveel succes ingevoerd heeft, mij voor den waren opera-liefhebber veel aantrekkelijker lijkt, valt er ook op deze manier zeer veel van Verdi's prachtige muziek te genieten. De platen bevatten de volgende gedeelten: P. 9516 „Ein unnennbares Sehnen," gezongen door Kammersänger Tino Pattiera, Beate Malkin, Helene Jung, Paul Schöffler en koor; op de keerzijde „Lodernde Flammen schlagen zum Himmel auf", gedongen door dezelfde artisten. P. 9517 „Ihre Augen himmlisch sich strahlen" en „Dass nur für mich dein Herz". Op P. 9518 „In deines Kerkers tiefe Nacht", gevolgd door koor „Hab' Erbarmen, o Herr"; op de keerzijde „Ha, dieses liebende Herz". Het geheel wordt begeleid door leden van de Staatskapelle te Berlijn onder dirigent Dr. Weiszmann. Odeon brengt op 171068 twee pianosoli, gespeeld door Leon Kartun, n.l. „La Campanella" van Liszt en „Valse Brillante" van Chopin. Polydor-nicuwtjes zijn: 23364 „Frag' nicht warum ich gehe" (Stoiz) en „Adieu, mein kleiner Gardeoffizier" (Stolz—Reicher), gespeeld door Ilja Livschakoff Tanz Orchester. Hetzelfde orkest speelt uit Max Hansen-Tonfilm „Der Hampelmann": „Bin ein armer Hampelmann" (Stolz—Beer) en „Schön war's ... ja wunderschön wär's" (Stolz — Beer). Het nummer van deze plaat is 23565. Ben Berlin Tanz Orchester speelt uit de Nelson Revue „Quick" op 23552 „Tango in Madrid" (Nelson—Holländer) en „Voulez-vous, Madame" (Nelson—Holländer). De refreinen worden door Leo Monosson gezongen. Een zeer aardige plaat is 23475, het Grinzinger Schrammel Trio speelt „Am Wörther Sei;" en „Schweizer Kinder". -m
'
Speciaal Agentschap voor POLYDOR n BRUNSWICK Instrumenten en Records
FOTO UPA
i,,. „-^„„^
■ •■■->Ä^,»^.&iX
i^*--^ii2U-~»^W*-Ä*^ ««^««■^«iaw^liuMW ^-'- y-^ tin'iri.i ^^lti' :
ȃflWillrniurtra
I
BRUNSWICK Het wereldberoemde „Jackson-ballet", dat nu ook — voor de eerste maal — de Nederlandsche grens heeft overschreden en in „Arena" te Rotterdam met groot succes optreedt, bij een krachtproef". - 5 -
HOUSE
P. C. Hooftstraat 59 b.d. Hobbcmastr. - Tel. 25944 ÖOVEN ALLE/ Amsterdam
U!T/T€K€ND
J
.■,.-.-.-- V,..-:1^.:.;.!.,-,^:^
KIKKERSPRONG Ik heb nog nooit iemand ontmoet, die mèèr van een grap hield dan de koning. Hij scheen slechts voor allerlei grapjes te leven en als men een grappige geschiedenis wist en zegoèd kon vertellen, dan was dit de zekerste weg om in zijn gunst te komen. Daardoor kwanl het ook, dat zijn zeven ministers allen bekend stonden a^s eersteklas grappenmakers. Ze imiteerden hun koning en geleken hem ook hierin, dat zij even groot, dik en-vet en als grappenmakers even onovertroffen waren. Of de menschen nu van grappen dik worden of dat omgekeerd de aanleg hiertoe in hun dikte schuilt, is mij nooit duidelijk geworden. Maar zooveel is zeker, dat een magere grappenmaker een „rara avis in terris" is. Om geestige toespelingen, of zooals de koning het noemde ,,de finesses van een grap", bekommerde hij zich weinig. Hij hield meer. van ruwe grappen en zou aan ruwheid stellig de voorkeur boven „geest" hebben gegeven. In den tijd, dat mijn verhaal speelt, waren beroepsnarren aan de hoven nog niet uit de mode. Verscheidene der continentale grootmachten hadden nog hun „hofnarren", die, bont uitgedost met kap en bellen, door de paleizen rondliepen en die naar aanleiding van hetgeen er aan de tafel des konings gebeurde, op lederen snellen' wenk van hun meester met satyrische gezegden bij.de hand moesten zijn. Het spreekt vanzelf, dat ook onze koning zijn nar had. Inderdaad had hij iets zots noodig, al was het alleen maar als tegenwicht voor de* wijsheid van zijn zeven ministers — om van hemzelf maar niet eens te spreken. Zijn zot of nar was echter niet alleen een dwaas. Zijn waarde werd in de oogen van den koning verdrievoudigd door het feit, dat hij zoowel een kreupele als een dwerg was. In den tijd, dat er nog beroepsnarren waren, was het een algemeene gewoonte, dwergen te hebben. Het zou velen vorsten moeilijk gevallen zijn hun dagen door te brengen — en aan de hoven gaan de dagen veel langzamer dan waar ook! — zonder zoowel een grappenmaker waarom, als een dwerg waarover zij lachen konden, te hebben. Maar zooals ik al heb opgemerkt, zijn grappenmakers in negen en negentig van de honderd gevallen vet en rond en onbeholpen. Onze koning had dus geen geringe aanleiding zich gelukkig te prijzen met een mageren nar, die drie uitnemende hoedanigheden in één persoon vereenigde. De dwerg heette Kikkersprong. Hij had dezen naam, geloof ik, niet bij zijn doop gekregen, maar de zeven ministers hadden hem dien na onderling overleg gegeven, omdat hij niet in staat was
DOOR
In onze serie „Beroemde Levens" behandelen wij ditmaal den Iraaischen levensloop van Cdäai Allan Poe, den even oiiolneelen als fantastischen AmerlKaanschen schrijver. Ten einde onzen lezers tevens een Indruk te ßeven van zijn oeuvre, publiceeren wij blei een zijner boeiendste verbalen.
zich voort te bewegen zooals andere menschen. Inderdaad kon Kikkersprong niet anders vooruitkomen dan met een soort tusschen-loop, iets, dat het midden hield tusschen een sprong en een draaiing, een beweging, die onbedaarlijke vroolijkheid teweegbracht en natuurlijk ook een zekere mate van troost aan den koning schonk, want deze werd — hoewel zijn buik veel te dik was en zijn hoofd een constitutioneele zwelling vertoonde — door het gansche hof voor een magnifieke figuur gehouden. Maar ofschoon Kikkersprong door de misvorming van zijn beenen, zich slechts met veel pijn en moeite langs den beganen grond kon voortbewegen, stelde de enorme spierkracht, welke de natuur bij wijze van tegemoetkoming voor de gebrekkigheid zijner lagere ledematen, in zijn armen scheen te hebben ondergebracht, hem in staat menig staaltje van behendigheid ten beste te geven, wanneer er boomen of touwen of andere voorwerpen om in te klimmen bij te pas waren. Bij die gelegenheden geleek hij meer op een eekhoorn of een kleinen aap, dan op een kikvorsch. Ik ben niet in staat met zekerheid te zeggen, in welk land Kikkersprong ge-
EDGAR ALLAN POE boren is. Hij kwam uit een barbaarsche streek, waarvan nooit iemand had gehoord en die ver verwijderd was van 's konings hof. Hij was tegelijk met een jong meisje, slechts iets grooter dan hij, maar overigens geheel normaal gebouwd en een uitmuntend danseres, gewelddadig uit zijn land ontvoerd en door een zegevierend generaal aan den koning als buit aangeboden. Onder deze omstandigheden valt het niet te verwonderen, dat er tusschen de beide kleine gevangenen een vertrouwelijke vriendschap was ontstaan; spoedig waren zij dan ook onafscheidelijke vrienden geworden. Ofschoon Kikkersprong een goede kerel was, was hij toch niet populair aan het hof, zoodat hij het niet in zijn macht had Tripetta — zoo heette zijn lotgenoote — vele diensten te bewijzen; zij daarentegen werd, al was zij dan ook van een dwergachtige gestalte, om haar schoonheid en haar gratie algemeen bewonderd en zij bezat een zeer grooten invloed, waarvan zij bij iedere gelegenheid ten gunste van Kikkersprong gebruik maakte. Ter gelegenheid van een groote staatkundige gebeurtenis — ik ben vergeten wat het precies was — besloot de koning, dat er een gemaskerd bal zou worden gehouden. En wanneer /tv aan het hof een gemaskerd bal of zooiets moest plaats vinden, dan was het zeker, dat daarbij Kikkersprongs en Tripetta's talenten moesten worden aangewend. Vooral Kikkersprong was bij dergelijke gelegenheden in het bedenken van zonderlinge costuums en grappige situaties zóó onuitputtelijk, dat het wel leek alsof er zonder zijn hulp niets origineels tot stand kon komen. De dag van den voor de feestelijkheid bepaalden avond was daar. Een reusachtige zaal van het paleis was onder leiding van Tripetta versierd met alles, wat maar luister aan een gemaskerd bal kan geven. Het gansche hof bevond zich in een stemming van koortsachtige verwachting. Iedereen had natuurlijk reeds een costuum uitgekozen en wist wat hij zou voorstellen. Alleen de koning en zijn zeven ministers hadden nog niet besloten. Waarom zij aarzelden, weet ik niet, of het moest zijn, dat zij het deden om de verrassing zooveel te grooter te maken. Waarschijnlijker is het echter, dat zij het in verband met hun dikte moeilijk vonden een besluit te nemen. Hoe het zij: de tijd stond niet stil en ten einde raad zonden zij om Kikkersprong en Tripetta. Toen de beide dwergen aan het bevel van hun meester gehoorzaamden, vonden zij hem bij den wijn zitten. De vorst scheen echter in een zeer ongenadige bui te zijn. Hij wist dat Kikkersprong niet van wijn hield, daar het gebruik
WUMêlgeneesiwv&ificuiiïdeAuid i - 6
er van den armew/kreupele tot een bijna waanzinnige opwinding bracht, die in geen enkel opzicht met een behaaglijk gevoel was te vergelijken. Maar de koning, die er van hield, iemand een ruwe poets te spelen, had er juist genoegen in, Kikkersprong tot drinken aan te zetten en hem, zooals de koning het noemde, „vroolijk te zien". „Kom hier, Kikkersprong," zei hij, toen de nar en zijn vriendinnetje de kamer binnenkwamen, „ledig dezen beker op het welzijn van je afwezige vrienden (hier zuchtte Kikkersprong diep) en laat dan je gave om iets oorspronkelijks te bedenken, ons ten goede komen. Wc hebben karakteristieke vermommingen noodig, iets buitengewoon karakteristieks, begrijp je? Wij zijn die gewone dingen beu. Kom, drink, de wijn zal je geest verhelderen!" Kikkersprong spande zich in om zooals altijd op het verzoek van den koning met een geestigheid te antwoorden, maar het was te veel voor hem. Het trof toevallig, dat het de geboortedag van den armen dwerg was, en het bevel op zijn afwezige vrienden te drinken, deed de tranen in zijn oogen springen. Menige groote, bittere traan viel in den beker toen hij dezen nederig aannam uit de hand van zijn tyran. „Ha! Hal" brulde de koning, toen de dwerg met moeite den inhoud van den beker opdronk. „Kijk eens, wat een glas goede wijn kan doen. Je oogen tintelen reeds!" Arme kerel! Zijn oogen brandden meer dan dat zij schitterden want de wijn oefende op zijn denken een even snelle als fatale werking uit. Hij zette den beker zenuwachtig op de tafel en keek met een blik, waarin iets waanzinnigs school, den kring van ministers rond. Die schenen zich allen kostelijk te amuseeren over de „geestigheid" van den koning. „En nu de zaken," zei de eerste minister, een buitengewoon dik man. „Ja," zei de koning. „Kom, Kikkersprong, verleen ons je hulp. We mosten iets typisch hebben, man. We moeten allemaal een typische vermomming hebben," en omdat deze woorden als een grap waren bedoeld, lachten de zeven ministers uitbundig. Kikkersprong lachte ook mee, al was het dan zachtjes en verstrooid. „Kom, kom," sprak de koning ongeduldig, „weet je nu nog niets voor te stellen?" „Ik span mij in, iets nieuws te vinden," antwoordde de dwerg verstrooid, want de wijn had hem heelemaal van den weg gebracht. „Inspannen?" riep de koning woc-
BOLL&DUNLOP'S
OüDEBOIL PER LITERKRUIK
^teölu»'Wtfüi
Het danspaar ,,Les Fortunato's", dat In verschillende cabarets hier te lande optreedt. Van hun dansen gaat een bijzondere charme uit. (Foto Godfried de Groot).
dend uit, „wat wil je daarmee zeggen? Ha, ik begrijp het al. Je bent niet goed gedisponeerd en je moet meer wijn hebben. Hier, drink uit!" Met deze woorden schonk hij den beker andermaal vol met wijn en reikte hem aan den dwerg over, die, naar adem snakkend, er vol afschuw naar keek. „Drink, zeg ik," riep het monster, „of voor den duivel..." De dwerg aarzelde. De koning werd paars van woede. De hovelingen glimlachten. Tripetta, zoo bleek als een doode, liep aarzelend naar den troon van den monarch en voor hem op haar knieën vallend, smeekte zij hem haar vriend te willen sparen. Oogenschijnlijk verbaasd over haar stoutmoedigheid, keek de tyran haar een oogenblik zwijgend aan. Hij scheen
heelemaal niet meer te weten wat hij doen of zeggen moest — hoe hij voor zijn verontwaardiging een passende uitdrukking zou vinden. Eindelijk stiet hij het meisje zondei een woord te zeggen van zich af, haar den inhoud van den beker in het gezicht werpend. De arme kleine stond zoo goed als het ging op, en terwijl zij niet eens durfde zuchten, nam zij haar plaats aan het einde van de tafel weer in. Gedurende ongeveer eën halve minuut heerschte er een doodelijk stilzwijgen in het vertrek, gedurende hetwelk men een blad of een veer zou hebben hooren vallen. Plotseling werd deze stilte echter verbroken door een zacht, maar toch scherp en knarsend geluid, dat opeens uit lederen hoek der kamer scheen te komen.
- 7 -__^^^_
■.
■
T—
■
„Wat... waarom ... waarom maak je dat geluid?" vroeg de koning, zich woedend tot den dwerg wendend. Deze scheen zich van zijn verdooving beduidend hersteld te hebben en antwoordde, terwijl hij den koning vast maar gelaten in de oogen keek: ,,Ik.:. ik ? Hoe kan ik dat nou gedaan hebben ?" „Het geluid scheen van buiten te komen," merkte een der hovelingen op. „Ik denk, dat het de papegaai voor het vtnster was; hij wette zeker zijn snavel aan de tralies." „Juist," antwoordde de monarch, alsof hij zich door deze verklaring gerustgesteld voelde. „Intusschen zou ik op mijn ridderecr hebben gezworen, dat die landlooper daar met zijn tanden knarste." De dwerg lachte en ontblootte daarbij een rij gevaarlijk groote en sterke tanden. De koning was een te groot liefhebber van humor, om er iets op tegen te hebben, wanneer iemand bij een verborgen toespeling lachte. Bovendien verklaarde de dwerg zich bereid,
zooveel wijn te drinken, als de vorst maar wilde. Deze was hierdoor bevredigd en nadat Kikkersprong nog een beker wijn had gedronken zonder dat dit hem merkbaar schaadde, begon hij direct ijverig over de plannen van het gemaskerd bal te spreken. „Ik weet niet, hoe ik op de gedachte ben gekomen," zei hij, heel rustig, alsof hij'nooit in zijn leven wijn had geproefd, „maar juist nadat uwc majesteit het meisje had geslagen en den wijn in haar gezicht had gegooid — juist nadat uwe majesteit dit had gedaan, en terwijl de papegaai dit zonderling knarsende geluid maakte, kreeg ik plotseling het idee voor een kostelijke grap voor het gemaskerd bal. In mijn vaderland hebben wij hem vaak uitgehaald, maar voor het hof zal het iets heel nieuws zijn. Doch jammer genoeg zijn er acht personen voor noodig ..." „Wij zijn met zijn achten!" riep de koning uit, hartelijk lachend omdat hij deze toevalligheid direct ontdekte. „Precies acht... ik en mijn zeven minis-
'■ff-
MIJNHARI JBtvxeen tabletten TECEM
VERSTOPPING
loT Bij Apoih. en Drogltteo
ters. Laat hooren! Wat is het dan wel?" „Bij ons noemen we het de acht aan elkaar geketende orang-oetangs," antwoordde de dwerg. „En als het goed wordt gedaan, is het werkelijk geknipt voor een gemaskerd bal." „Wij zullen het goed doen," riep de koning, terwijl hij zich in zijn stoel oprichtte, en zijn oogen halfdicht kneep. „De aardigheid is vooral hierin gelegen," vervolgde de dwerg, „dat de dames zoo geweldig schrikken!" „Voortreffelijk! brulde de koning met zijn zeven ministers in koor. „Ik zal u wel als orang-oetangs verkleeden," zei de dwerg. „Laat dat maar aan mij over. De gelijkenis zal zóó treffend zijn, dat alle aanwezigen u voor echte dieren zullen houden... en ze zullen natuurlijk allemaal even verwonderd als verschrikt zijn." „Het is schitterend!" riep de koning uit. „Kikkersprong, ik zal een man van je maken." „De kettingen zijn noodig om door hun gerinkel en geratel den schrik en de verwarring -te verhoogen. Men zal denken, dat u allemaal tegelijk aan uw bewakers zijt ontsnapt. Uwe majesteit kan zich niet voorstellen, 'welk een ontzettende uitwerking de verschijning van de acht aan elkaar geketende orangoetangs op de gemaskerden zal hebben. De mecsten zullen u ongetwijfeld voor echte dieren houden, en als u zich dan wild krijschend tusschen de beeren en dames mengt... O, het succes zal reusachtig zijn!" „Het kan niet uitblijven," zei de koning, en de ministerraad verhief zich haastig (daar het reeds laat was geworden) om het plan van Kikkersprong te gaan uitvoeren. De dwerg had een zeer eenvoudige manier om den koning en zijn ministers als orangs-oetangs te verkleeden. Voor zijn doel was het echter goed genoeg. De betreffende dieren waren, in den tijd, dat mijn verhaal speelt, nog maar op slechts weinige plaatsen der geciviliseerde wereld gezien. Daar de door den dwerg vervaardigde costuums er voldoende dierlijk en meer dan vreeswekkend uitzagen, dacht men van hun natuurgetrouwheid wel overtuigd te kunnen zijn. De koning en zijn ministers werden door den dwerg eerst gestoken in een wollen pak, dat geheel in teer gedrenkt was. Toen dit geschied was, deed een van de beeren het voorstel er veeren op te plakken. De dwerg verwierp dit idee echter direct en wist hen over te halen, er vlas op te plakken, omdat dit, beter dan veeren, de haren van een orang-oetang imiteerde. Er [üervolé op pa&na 20)
u f
^^^
^^^^——""^^^^^^
II
"■■
.1
...1'
,
,—
UM
Een bloemlezing van den geestigsten geïllustreerden humor uit de buitenlandsche tijdschriften.
bLUE AMD GOLD TOUI5S hAAR
t&n
ZUID-AFRIKA
HOUBAÊR & CO AMERSFOORT
nuAbimfti Een verzamelaar van oude juweelen ^.,17*7—verklaarde, dat het hem vijf jaar had gekost, voor en aleer hij in het bezit kwam van een specimen. — Er zijn vele verzamelaars, die éérst het specimen Waarom leg je een knoop in je zakdoek ?" in hun bezit krijgen en wien het daarna Omdat ik dat wijsje wil onthouden". pas vijf jaar kost.
(Lustige Blaetter).
I je Zuid-Afrikaansche Spoorwegen hebben, -L^ in samenwerking met de voornaamste Stoom vaart-Lijn en die naar Zuid-Äfrika verbinding hebben, tournees gearrangeerd, welke eene zeer attractieve serie van reizen naar het land van den zonneschijn bieden. Zij zeilen uit de verschillende bekende havens in de maanden December en Januari. De reiskosten zijn, rekening houdend dat het hier een reis van vele tienduizenden kilometers geldt, zeker goedkoop. Voor f 840.- (£70) tot f2460.-(f 205) zijn dergelijke tours te maken naar gelang van de klasse welke men kiest. Een uitgebreid programma van de „Blue en Gold Tours" wordt gaarne op aanvraag franco toegezonden. Adres: The Director, Publicity and Travel Bureau, South Africa House, 73, Strand Londen W.C. 2. De voornaamste reisbureaux in Nederland geven eveneens informaties. - 10
Hoeveel kost die hond?" .Vijftig gulden." Geef mij maar een half el." (Der Lustige Sachse).
Een pës uitgevonden automatische briefopener kan 200 enveloppen per minuut openen. — De meeste getrouwde mannen zullen zich echter wel aan de oude methode houden, dat hun vrouwen het doen. „De tegenwoordige politici zijn even verstandig als die van de vorige generatie," schrijft iemand in een bekend weekblad. — Dét is juist het ellendige. Naar wij vernemen is een geleerde bezig, inkt te krijgen uit een of andere bloem. — Wat ons momenteel meer interesseert is, hoe wij dat goedje moeten krijgen uit de nieuwe vulpen, die wij als Sint-Nicolaascadeau hebben gekregen. Een kapper vertelde ons week, dat hij sinds acht jaar zijn vrouw had gesproken. — mensch had hem makkelijk kwaal kunnen genezen, door te worden.
de vorige niet tegen Het goede van deze zijn klant
HET MOTOR-RIJWIEL VOOR GROOTE GEZINNEN. (Sondagsnisse Strix)
Een twee-en-tachtigjarige grijsaard is dezer dagen voor de vierde maal getrouwd. — Zijn kleinzoon, die jongste bediende is op een kantoor, heeft er een hard hoofd in, of hij nog lang zoo'n geluksvogel zal blijven. Tien jaar geleden kraste een dame haar naam in een zilveren rijksdaalder. Thans heeft zij hetzelfde geldstuk terug ontvangen. — Dat beteekent niets; menige man, die zijn naam op een cheque schrijft, heeft haar binnen een paar dagen terug. Wanneer men 's nachts katten hoort miauwen, voorspelt dat ongeluk. — Voor de katten dan toch zeker I
Vrouwlief (angstig): „Willem, hang niet zoo over die reeling heen. Het schip helt heelemaal naar één kant!"
Moeder: „Jan, ons kind heeft vandaag voor 't eerst gepraat." Vader: „Nee maar I En wat zei ze? Zeker: „Da-da ?" Moeder: „Nee. Ze zei: „Maurice Chevalier."
(Londen Opinion).
(Passing Show).
ATTRACTIE VOOR UW THEATER BIJ VERTOONING VAN SPREKENDE FILMS
N.V. PK J. SCHUT, TEL. 36582 EN 45377, KEIZERSGRACHT 684, AMSTERDAM
i?. C. A. K.C. A. PHOTOPHONB-SYSTEFM. REGIE: RICHARD EICHBBRG. PBRSONBN: Hoofdinsptcttur Warrington ) van . Eugen Burg Inspecteur Sinclair . . . .> Scotland . Harry Hardt ierpeanf Harry t ro« . . ) Yard . Hans Alber, %!!?■ ?/"''' rouw Margot Walter Dolly Moreland. reuuester Charlotte Su,a ünorry. eigenaar van de nachtclub .Palermo" Kart Ludwig Diehl Prater-Pepi Hermann Blas. Erich f ff irep0r'er SchSnfelder 'n- L I'. Jack Mylong-Mlim Dick > typen uit de onderwereld Hugo Piacher-Köppe J°'""'ll) Mllod.Sabo Ben vrouw in de gevangenis
S"!!',' M
1
S*
Ben zanger Ue sigarettenverkoopster
....
Senta Söneland
«"*'« »■ Walther V^ra Engeh
Lto Mono*,on Peggy White
Jack, de messenwerper! Wie is Jack, de messenwerper? Dagelijks staat deze naam met groote letters in de Engelsche couranten gedrukt. Londen heeft zijn nieuwe, bloedige sensatie in den persoon van dezen mysterieuzen misdadiger, die al Si zijn slachtoffers op dezelfde wijze vermoordt, n.1. met een urt een hinderi laag geworpen mes. Vandaar zijn bij! naam. Niemand weet, wie Jack, de messenwerper, is. De beste speurders van Scotland Yard tasten in het duister. Weer is Jack, de messenwerper, aan het werk geweest. Sergeant Cross, detective van Scotland Yard, vindt naast het nieuwe slachtoffer een speelpenning, die hem den weg wijst naar de nachtclub „Palermo". Deze uiterst mondaine nachtclub zou in staat zijn menigeen om den tuin te leiden. Maar Sergeant Cross is op zijn „qui vive": „Palermo" is het rendez-vous van de beruchtste individuen van Londen en Cross hoopt hier Jack te vinden. In „Palermo" maakt Cross kennis met de mooie danserej Doily Morreland, die hij er van verdenkt met Jack in relatie te staan. Hij probeert Dolly's gunst te winnen, die echter op haar hoede is, daar zij Cross als den gevaarlijksten tegenstander van Jack beschouwt. Van zijn kant smeedt Jack plannen om dezen vijand uit den weg te ruimen. Scotland Yard belast inspecteur Sinclair met de afdoening van de affaire „Jack". Ook Sinclairs eerste spoor leidt naar „Palermo". Hij vindt hier Cross in gezelschap van Dolly en is ten zeerste verwonderd den volgenden dag in Scotland Yard met Alice, de vrouw van Cross, kennis te maken. Zij besluit in gezelschap van Sinclair een bezoek aan „Palermo" te brengen. Cross zet intusschen zijn nasporingen voort. Hij heeft een gesprek tusschen Dolly en haar danspartner afgeluisterd, waardoor hij een voorgenomen overval kan verhinderen. Op denzelfden avond is Alice in gezelschap van Sinclair in „Palermo"; Dolly danst met Prater-Pepi, een spion in dienst van Sinclair, die Dolly kent en meer van haar weet, dan haar lief
JSg-SSs
c5: ®P. het oogenblik, dat Prater-Pepi Sinclair nadere inlichtingen omtrent Dolly wil geven, valt hij, na een glas whisky gedronken te hebben, dood neer. Cross was op dit uur niet in „Palermo". Dolly vermijdt den schijn, dat zij met den moord op Prater-Pepi iets te maken zou hebben, en begeeft zich vroegtijdig naar huis, waar zij tot haar groote verwondering Cross vindt. Deze geeft voor enkel van plan geweest te zijn haar te bezoeken. Dolly probeert nu Cross met haar verleidingskunsten in haar woning te houden. Hij komt onder haar bekoring, totdat een stem door de radio hem aan zijn plicht herinnert. Het is hoofdinspecteur Warrington van Scotland Yard, die de gasten in „Palermo" verbiedt het lokaal teverlaten. Cross haast zich naar „Palermo" en is ten hoogste verwonderd er zijn vrouw in gezelschap van Sinclair aan te treffen. Dolly wordt op bevel van Sinclair gearresteerd. Cross is echter tegen deze arrestatie. Hij deelt den hoofdinspecteur zijn plannen mede, waarna deze hem volledige vrijheid van handelen geeft. Cross laat Dolly vrij, maar vertelt haar, dat nog denzelfden avond de arrestatie van Jack zal plaats vinden. Cross bereikt hierdoor, wat hij wilde bereiken, n.1. dat Dolly haar vriend gaat waarschuwen. Ongemerkt volgt Cross haar en... langs dezen weg weet hij den langgezochten, onbekenden Jack te arresteeren.
f-1
li.^*1"
3»T»~1
-v-v-j; -•.-
Albers al3
sergeant Harry Croaj^l
^WB!a=!—
V©<6)Ri
c*7
DOOR MAX ALSBERG EN OTTO ERNST HES9E OPGEVOERD DOOR HET ROTTERDAMSCH HOFSTAD TOONEEL De rotterdamsche hagenaars zijn wel bezig ons te verwennen en het doet mij genoegen te mogen constateeren, dat het publiek hiervoor gevoelig blijkt. Vollere zalen in den schouwburg zijn wel het meest acceptabele stoffelijk bewijs, dat 'n tooneeldirectie kan ontvangen. De opvoering van Voorloopige hechtenis mag ten zeerste worden geroemd. Vooral de mannelijke spelers, onder leiding van v. d. Lugt Melsert, bereikten een bijna volmaakte vertolking. Louis Gimberg, Jan van Ees, Louis van Gasteren, Anton Roemer, Hans van Ees
dienen met naam genoemd te worden. Vooral Gimberg, v. Gasteren en Jan van Ees hebben zich in het bijzonder onderscheiden. Cor van der Lugt Melser^ bleef echter in zijn moeilijke rol van den verdachte ontegenzeggelijk de drager van het succes. Het is jammer, dat de vrouwelijke krachten, die in dit stuk medespelen, met uitzondering dan van Mevr. Schwab, beneden haar rol blijven. Zoowel het spelen van Carla de Raet als dat van Mies Versteeg, om de anderen maar niet te noemen, doet vaak meer aan beginnelingen denken dan
Mijn neef Janssen heeft een kennis, die zeer veel gereisd heeft en geen grooter genoegen kent, dan daarvan te vertellen. Toen zij onlangs buiten naar de ondergaande zon stonden te kijken, trok die kennis een beetje medelijdend zijn schouders op en zei: ..Och, je moet de zon in het Oosten zien ondergaan ! Dat is een gezicht . . . !" ,,Ja, dat zal wel," antwoordde mijn neef droogjes. „Ik zou 't graag eens willen zien. Tot dusver heb ik de zon alleen rog maar in het Westen zien ondergaan." Climt > „Ik zou graag Uw advies vernemen over de manier, waarop ik mijn geld zal vermaken." Advocaat : „Mijnheer, laat IJ dat maar aan mij over ; dan zult u er geen zorg meer over behoeven te hebben."
Cor. v. d. Lugt Melsert en Louis Gimberg.
Van links naar rechts; Anton Roemer, Louis van Gasteren, JaTvanËe^^sG^n, 9 Op den achtergrond Emmy Heymans-Snijders en Pierre Ballédux "
Van links naar rechts: Lydia Eyndhoven, Joh. Steenbergen, Willem Huismans.
aan beroeps-tooneelspeelsters, van wie men toch een aanvaardbare vertolking mag verwachten. De wijze, waarop Carla de Raet de rol van Gerda Bienert speelt, maakte het bijkans onbegrijpelijk, dat een begaafd man als Bernt voof haar alles wil opofferen. In het samenspel met Jan van Ees in de vierde acte blijft zij beslist onder haar taak. Over het algemeen kan men constateeren, dat de vrouwelijke rollen in dit krachtige stuk de minst beteekenende zijn. Wellicht drukte dit op de animo bij het spel. In het kort geven wij hier den inhoud van Voorloopige hechtenis, het stuk, dat wel zeer sterk op de toestanden in Duitschland is ingesteld, doch desniettegenstaande genoeg spanning geeft om de nederlandsche tooneelbezockers bezig te houden. Fritz Bernt is een student, die in zijn eenzaam leven een vrouw van verdachte zeden leert kennen en met haar gerulmen tijd intiem omgaat. Dit leven voldoet hem niet en hij ontmoet een jong meisje, de dochter van een rechter van instructie, op wie hij verliefd raakt. Tevergeefs zoekt hij zich van de liaison, die hij heeft, vrij te maken. De broer van het meisje, waarop - 14 -
hij verliefd raakt, Walter Bienert, belooft hem te zullen helpen. Door een noodlottigen samenloop van omstandigheden wordt denzelfden avond, waarop dit gesprek zou plaats hebben, de vrouw vermoord. De verdenking valt op Fritz Bernt, die uit vrees, dat hij den broer, van het meisje, dat hij lief heeft, in moeilijkheden zal brengen, weigert zijn onschuld te bewijzen. Het onderzoek wordt geleid door rechter Bienert, den vader dus van het meisje, dat de verdachte liefheeft en van den jongen man, dien hij van de moord verdenkt, waarvan hij zelf wordt beschuldigd. Op aangrijpende wijze, knap spel zoowel van van der Lugt als van Gimberg, zien wij het verloop van het vooronderzoek voor onze oogen afspelen. Wij begrijpen de marteling van den onschuldig verdachte, doch — en dit is de verdienste van het stuk — wij komen geen oogenblik er toe om den rechter van instructie van iets anders te beschuldigen dan van al te groot plichtsgevoel. Deze man is zelf slachtoffer van een stelsel. Waarvan hij zich niet vrij maken kan. Wij zouden u hier de ontknooping kunnen verraden, doch doen dit liever niet omdat „Voorloopige hechtenis" een zoo krachtig stuk Is, dat wij onze lezers met warmte kunnen aanraden om het zelf te gaan zien en er van te genieten. Alleen releveeren wij even het goede werk, dat van Gasteren in de kleine rol van Arnold Scherr, den ouden Boekhouder, doet. Een opmerking aan het slot. De theater-directies beklagen zich wel, dat zij tegenover de filmondernemingen ongunstig zijn gesteld. Op één punt zijn zij dit zeker niet. Zij zijn niet verplicht om bekend te maken, dat een stuk alleen voor bezoekers, die boven een zekere leeftijdsgrens uitgaan, toegankelijk is. Bij „Voorloopige hechtenis" zouden wij echter gaarne vermeld zien, dat jongelui beneden 17 jaar tot dit spel niet worden toegelaten. L. E. KOS.
De bordjes worden verhangen. Vrijgezel: „Is je vrouw nog hetzelfde tegen je als vóórdat je getrouwd was?" Echtgenoot: „Dat niet precies. Vóór wij getrouwd waren weigerde zij absoluut fegen mij te spreken, wanneer ik iets had gedaan, wat haar niet beviel." Verdacht heer: „Ik ontvang voortdurend dreigbrieven met de post. Bestaat daar geen wet tegen ?" Post-beambte: „Zeker, mijnheer. Het is absoluut verboden, om dreigbrieven te sturen. Er staat een zware boete op. Heeft u eenig idee, wie ze.u zendt ?" „Wis en waarachtig. De N. V. „Het Meubelmagazijn" "
■'
Vraag honderd en een. Wie van onze lezeressen en lezers kunnen ons zeggen, wat de grootste oceaan der aarde is ? Onder hen, die ons een goed antwoord op deze vraag zenden, verloten wij een lot van „De Joodsche Invalide", benevens vijf aardige troostprijzen. Het antwoord gelieve men in te zenden vóór 2i Januari (abonnés in overzeesche gewesten vóór 2j April) aan ons adres : Redactie „Het Weekblad", Galgewater 22, Leiden. Op de briefkaart vermelde men duidelijk : Vraag Honderd en één.
RICHARD TAUBER'S MOOISTE GELUIDSFILM
DO U£CIiEL]*f$ FILM A - AMSTERDAM
(t%
9|en
„Maar mijn waarde heer, het is toch erg ongezond, dat u zooveel rookt I" „Ach wat ! Ik heb reeds van mijn twaalfde jaar gerookt en ik ben nu acht en zeventig !" „Jawel, maar wanneer je niet zooveel had gerookt, was je nu misschien wel acht en tachtig geweest I"
De familie luisterde gezellig naar de radio. Niet naar één station ; nee, dat was een saaie boel, vond papa. Je moest af en toe eens wat anders kunnen hooren. Hij schakelde daarom voortdurend over, met het gevolg, dat het gezelschap een .... h'm... laten we zeggen : zéér gevarieerd programma kreeg te genieten. Men oordeele : Een redenaar in Daventry vroeg de wereld zwaarmoedig af: „Waar zullen vrede vinden ?" Papa schakelde over op Hilversum en zonder aarzeling volgde het antwoord : „Stuur ons vijf en zeventig cent per postwissel of schrijf dit bedrag over op postrekening no Per post wordt U dan het verlangde onmiddellijk toegezonden," „Hoe controleer jij je man, als je weg bent ?" „0, ik laat baby bij hem". „En leenen je buren veel van je ?" ,,Leenen ? ! Man, ik kan je dit wel zeggen : ik voel me bij hen meer thuis dan bij mijzelf." „Denk toch eens aan, mannie," zei het praatgrage vrouwtje. „De eene helft van de menschheid weet niet hoe de andere helft leeft." „Trek je er niets van aan, kindlief," was het antwoord. „Jouw schuld is het niet." Mevrouw (verontwaardigd) : „Kijk eens, wat een stof op het buffet. Marie. Dat ligt er al op zijn minst zes weken !" Marie: „Daar ken ik niks an doen, mevrouw. Ik ben hier nog maar een maand." „Is mevrouw thuis?" vroeg mevrouw Meiermond, terwijl' ze een beetje in de schaduw bleef staan. „Dat weet ik niet, mevrouw," antwoordde het dienstmeisje. „Ik ken u niet vertellen, of ze thuis is of niet, voor ik u'es goed heb gezien. As u een wrat naast uw neus heb, is mevrouw niet thuis." „Is het een groote zaak, waar je werkt ?" „En of ! Het duurt steeds een week, eer een grap van den jongsten bediende tot den chef rondverteld is." - 15 -
In Chicago is de vredesrechter ook ambtenaar van den Burgerlijken Stand. Gewoonlijk kan hij deze beide functies zeer goed uit elkaar houden en ontstaan er dus geen moeilijkheden. Onlangs' maakte hij echter ten gevolge van de drukte een eigenaardige vergissing. Er stond een bruidspaar voor hem en naar gewoonte vroeg hij de bruid : „Wilt gij dezen man tot uw wettigen echtgenoot nemen ?" Waarop het bruidje ijverig ja knikte en de vredesrechter zich .tot den bruidegom wendde met de vraag : „En wat hebt gij tot uw verdediging te zeggen ?" „Vader, waarom zijn visschen stom ?" „Domme vraag ! Probeer jij eens onder water te duiken en te praten. Of jou dat gelukken zou !" „Dick I" schreeuwt het jonge vrouwtje, dat voor den eersten keer chauffeert, „ik kan den wagen niet meer laten stoppen !" „Remmen ! Remmen !" roept Dick. ..Kan niet ! De remmen zijn kapot !" „Nou, rijd dan in ieder geval tegen iets goedkoops !"
Zeven en negentigste vraag. Het woord Boeddha beteekent „de verlichte" en behoort taalkundig tot het Sanskriet. Na loting viel het lot van „De Joodsche Invalide" ten deel aan mejuffrouw Lia Wachters, Groningen, wie wij er veel succes mee wenschen. De troostprijzen ontvingen, eveneens na loting, de heer Th. F. E. Andriessen, 's-Gravenhage ; de heer B. van Hielsen, Wageningen ; de heer W. Sekcris, 's-Gravenhage ; de heer A. J. de Wreerd, Deventer ; de heer J. A. Hoogensteijn, Amsterdam (W).
GARBO ÄI 5PREEKT! ANNA CHRiyriE
pp-
■•
JH^W*.'1
^v
v^m
e
^ £ve,-^ö e
^ Ꭰcie. e
«^-^ e-s. 1
^Ue*0*1* ATa
r. " Oe;
goed" e v
haddT*** in X^vid'^sche ;i . *n £i
s ä
^ac iQßr J
urs
«"een
Rogers en unan «om. ^^ ^ ^ ^eieel
i3 van Theo
Mien Duymaer van Twist en Theo Frenkel
FrenKel en Mien Duymaer van Twist.
Een Enflelsche Jaäers-icdne, welKe inöeleld wordt door Theo Frenkel
Maurice Chevalier, die In een schets van Ernst Lubltsch 'f«;' « f" ^ in Parijs de minnende paartjes in de parken door de politie worden behandeld. NatuurlUH neemt Maurice de liefde In beschermlnü en hlj doet dit o.a. door een aardia liedje te zlnßen.
Jac:
Oakie en Zelma O'Neil geven in hun turnzaal lessen in de liefde
Parodie on ^
^ WlIJ
'
d^W^W^
-^oweirÄ^-(gS!
.^
^
BEROEMDE LEVENS GEBRUIKEN
EDGAR POE — TRAGIEK. GENIE EN WAANZIN Bewondering en medelijden '— dit spel en den alcohol. Hij verloor steeds zijn de gevoelens, die in ons om den bij het spel en dronk zoo onmatig, dat een tweede moeder voor hem: zij voorrang strijden wanneer we denken hij in een jaar meer dan drieduizend waschte en streek zijn kleeren, waardoor aan het leven van Edgar Poe, den groo- dollar uitgaf. Zijn hartstocht voor den deze er weer als nieuw uitzagen. Maar ze ten Amerikaanschen schrijver. Bewon- drank was al zeer buitensporig : hij deed meer voor hem : ze schonk hem dering, omdat hij was een bijzondere, dronk steeds punch en dit niet om het opnieuw den lust tot leven en werken, kalmeerde zijn onrustige, vaak door geniale geest, die 't woord en de fantasie genot van den drank, doch zuiyer om zelfverwijt gekwelde ziel, deed zijn booze tot zijn wensch-bercide dienaren had ge- te kunnen zwelgen. Het eene glas na maakt ; medelijden, omdat hij was 'ndiep- het andere ledigde hij in één teug, hoe driften bedaren, kortom : ze maakte w^eer een mensch van hem. rampzalig, beklagenswaardig mensch 1 groot ook de hoeveelheid alcohol was, Menschelijker, dieper en edeler gevoeEdgar werd in 1809 te Baltimore die er in zat. Deze afschuwelijke drinkgeboren, in welke Engelsch-Amerikaan- gewoonte, die hij zich tot een tweede lens welden in Poe op : hij ging van de sche stad zijn ouders zei r in aanzien natuur had gemaakt, volgde hij tot aan dochter van Mrs. Clemm houden en stonden. Op zekeren dag beging zijn het eind van zijn leven, dat trouwens vroeg haar hand. Het meisje schonk vader evenwel de dwaasheid, te vluchten door dezen afschuwwekkenden harts- hem haar liefde en nu vond Mrs. Clemm andermaal een gelegenheid haar edele met een Engelsche actrice, die beroemd tocht ontijdig zou worden afgesneden. karakter te toonen : den dag nadat Poe was om haar buitengewone schoonheid. In 1829 verscheen zijn eerste bundel De beide plichtvergeten menschen voer- gedichten, die reeds zijn meesterschap en Virginia waren 'getrouwd, opende den den jongen Edgar mee op hun reis, over de taal duidelijk deed kennen. Door zij een familiepension om den jongdie zeer bewogen was en daarom niet zijn verslaafdheid aan den alcohol, zonk gehuwden met de inkomsten er van bij naliet, een diepen, wreeden indruk te hij als mensch steeds dieper en dieper; te kunnen staan. Maar nu beging Poe maken op zijn ontvankelijk gemoed. als schrijver daarentegen rijpte zijn andermaal een van die buitensporigDe ontknooping van den zwerftocht talent steeds meer en meer, hoe zonder- heden, waardoor zijn karakter als het was in waarheid catastrophaal: de ling deze tegenstrijdigheid ook moge ware gekenmerkt wordt : terwijl het vader en zijn vriendin vonden bijna schijnen. Bij zijn familie en vrienden leven hem toelachte en het geluk in zijn tegelijkertijd den dood onder tragische maakte hij zich weldra onmogelijk; hij huis was komen wonen, terwijl hij een omstandigheden, waardoor de knaap ontzag zich niet, zelfs meisjes en vrouwen goede vrouw en een tweede moeder plotseling geheel verlaten stond in een op de grofste wijze te beleedigen en ver- gevonden had . . . nam hij zijn ontslag als hoofdredacteur van het maandblad, land, dat hij niet kende en waar gebrek wekte overal waar hij kwam schandaal. dat hij door zijn buitengewone letterhem weldra van alle kanten aangrijnsdc, Van mensch was hij weldra tot een wrak kundige gaven tot bloei had gebracht. daar hij nog te jong was om in eigen geworden, maar ondanks dezen treurigen Wij zullen nu verder stilzwijgend de onderhoud te kunnen voorzien. Gelukkig toestand en de excessen, die hij op ieder voor hem leerde hij een rijken planter gebied beging, bleef het succes op letter- talrijke avonturen voorbijgaan, waarvan Poe het eigen-gewild slachtoffer werd ■ kennen, die getroffen was door het vroeg kundig gebied hem steeds toelachen. hij redigeerde andere bladen, die weldra ontwikkelde verstand van den jongen Bij een prijsvraag, die een maandblad wees en zich voor hem interesseerde. te Baltimore had uitgeschreven, verwierf het voordeel Van zijn gaven genoten, Behalve een goede opvoeding, schonk hij een prijs van honderd dollar en kwam maar hij verliet ze weer, zooals hij het deze ook zijn naam aan den jongen, hij tevens in aanraking met edelmoedige ook de eerste had gedaan. Hij hield ezingen en hield ze goed. Hij kon uitstedien hij uit de klauwen van het ongeluk lieden, die tischten wilden, hem op te kend spreken en bewonderenswaardig had gered. Voortaan noemde Edgar heffen uit den beklagenswaardigen staat, verzen lezen. Aan drank en nóg eens zich dan ook Edgar-Allan Poe. waarin hij was geraakt. Onder hen Edgar kreeg nu een schitterende op- bevond zich ook de letterkundige John drank gaf hij echter al het geld uit, dat voeding en onderscheidde zich weldra Kennedy. Op zekeren dag vroeg Poe hij hiermee verdiende* Toen werd hij door zijn groote volharding en zijn bui- aan dezen een aanbeveling. Kennedy redacteur van een dagblad. De uitgave tengewoon declamatie-talent. Bij zijn noodigde hem in antwoord daarop uit werd gestaakt, omdat ze niet opnam kameraden was hij echter niet bemind ; te komen dineeren, maar Poe moest de De uitgever was achthonderd dollar dezen vreesden hem veeleer om zijn uitnoodiging afslaan. „Uw brief heeft aan Poe schuldig en deze toonde toen, bizarre fantasie en griezelige obsessies, mij heel erg pijn gedaan," schreef hij. dat hij ook nog tot een edelmoedige daad in staat was: hij verlangde zijn waaraan hij zich met een zekeren wellust „Ik kan niet komen om een zeer vernede- honorarium niet te ontvangen van den overgaf. Zoo ging hij eens, toen een rende reden : mijn kleeren ! U kunt dame, die hij kende, onder geheimzinnige begrijpen, hoe deze bekentenis mij diep man, die zélf door tegenslag getroffen omstandigheden was gestorven, naar grieft, maar ik moét ze u wel doen I" was: „Ik ben wel arm," zei hij hem, „maar ik zou toch nog vèèl armer moehaar graf om „er neer te knielen en te — Uit dit briefje blijkt duidelijker dan weenen, terwijl het donker en koud was, uit vele woorden, in wtjlk een toestand ten zijn, om mijn geld van u te eischen.." Virginia werd ziek ; Poe zocht zijn de regen neergutste en de wind in de tak- Poe zidi bevond. Gelukkig kwam er troost bij verdoovende middelen. Aan ken der boomen steunde en zuchtte.. voor hem : hij werd benoemd den alcohol voegde hij nu nog opium, Later, als student aan de universi kteur v^n een maandblad, welke morphine en ether toe. Maar ondanks van Virginia, waar hij behalve oü^ *■% hem een behoorlijk inkomen zijn gedegenereerden toestand schiep talen ook Fransch en Spaansch stu Door de verhalen en critieken, hij toch nog zeer merkwaardig werk. deerde, kwam zijn voorliefde voor alles n dit blad schreef, verdubbelde Tot de groote ramp in zijn leven kwam, wat luguber en griezelig was — deze ^ „ J weldra, waardoor ook zijn zonderlinge passie zou hij later in zijn fyancielMe positie verbeterd werd. Hij die zijn ondergang was en Virginia stierf, verhalen op ongebreidelde wijze bot- gng echter voort met drinken, hoewel nauwelijks twintig jaar oud. Poe's leven is nu voortaan slechts een vieren — eerst recht tot uiting : op de tij er/ zichzelf vaak om verafschuwde. aaneenschakeling van de diepste ellende muren van zijn kamer had hij met houtsHetf is in dezen tijd, dat Poe op zijn en hij is ten prooi aan zelfverwijt en kool alle slachtoffers van het noodlot, afgeef'oWen levensweg Mrs. Clemm, een wanhoop.. . . die de wereldliteratuur heeft vereeuwigd,' > ai-ite van hem, ontmoet. Deze vrouw Tot eindelijk de dood zich over hem afgebeeld, terwijl hij zijn vrienden letter- V|s inderdaad eJen engel van goedheid. lijk achtervolgde met allerlei gruwel- en Zij was arm en weduwe ; haar zoon had ontfermt : op een herfstavond van het spookverhalen, die hij zelf in zijn onuit- haar verlaten en slechts met veel moeite jaar 1849 vindt men hem stomdronken puttelijke fantasie had verzonne/n, maar en zoig verdiende ze voor zichzelf en op een stoep in Baltimore liggen. Duidelijk merkbare teekenen van waanzin waarvan hij beweerde, dat-ze/werkelijk haar (^tertje het dagelijksch brood. noodzaken hem naar een hospitaal te gebeurd waren. . ' Getroffen door de ellende, waarin Poe brengen, waar hij twee dagen later overTerzelfder tijd opc/-'lDiarde zich nu verkeerde — misschien wel omdat zij lijdt, terwijl een weemoedig glimlachje ook zijn onmatige 'hielde voor het kaart- zelf zooveel geleden had — werd zij zijn lippen beroert ;
DUIZENDEN
Omdat zU hygiënisch bereid wordt uit zuivere en geurige oliën in Dr. H. NANNINO's Pharm. Chem. Fabriek, DEN H AAO en dus NEDERLANDSCH FABRIKAAT is TUBEN è 25 ets & 75 ets.
EEN HOOGSTAAND MORNY PARFUM HET WACHTWOORD IN SOCIETY-KRINGEN
Verschijnt slechts Één keer! Uitknippen!
voÄe Trekking iSJAwa.s. Volgens de loterijwet van 190,ï en wijzistinK 1928 voor preheel Nederland weltiff (jeoorloofdc Premie-Obligatiën — waarbij doorsrefourneerd
IJASO
In het geheel geen nletenl Elk lot een prys!
OOK VERWERKT IN:
De aankoop is tepren contante betalinsr of In loopende rekening met alle rechten en voordeelen aan de gekochte stukken. Wij offrecron de Combinatie Groep A :
GEZICHTSPOEDERS BADZEEPEN BADZOUTEN COMPACTS ,
etc, etc.
ANDERE PARFUMS:
\
Panama-Kanaal-Staatsloten van 1888 Holl. Premie-loten van 1904 5% Obligation „Het Orante Kruis" v. 1925 Jaarlijks 10 trekkingen met totaal
„CHAMINADE" „JUNE ROSES" „NUIT DE CARNAVAL"
1.113.400 Gulden met HOOFDPRIJZEN van;
MORNY
REGENT STREET LONDON Alleen verkrijgbaar in de voornaamste eerste klasse Parfumerie- en Kapperszaken
ECONOMISCH TOURISME Verzuim niet - gratis te ontvangen -
„Touristen Programmaboek 1931"
120000 72000 60000 48000
45000
Meldt even Uw adres a.d. „I.N.T.O." CLIOSTRAAT 8, AMSTERDAM (Z) Telefoon 25509
^
36000 30000 22500
HIER HEEFT U EEN AFBEELDING VAN DE BEROEMDE
oo
NOXA"-ARTIKEILE HET MELKDIÊET VOOR DE HUID
s Morgens en 's avonds ge bruikt voor het wasschen van het gezicht, zult U spoedig bemerken.
=
dat Uw teint gezond. Uwe huid zacht, gaaf en stevig wordt en kleine huidaandoeningen verdwijnen.
totaal 14384 prijzen Uitbetaling in contanten na iedere trekking. Maandelljksche aflossing voor deze groep
Geheele Loten slechts 13.— Ultlotingtlljiten franoo-gratli ui leder« trekking. BE8TELBRIEF. Afknippen en opzenden aan de
N.V. Hollaniisclie Creiiiat- en Oblijjatiebank Amsterdam, Poatbox 577, OmlcrRet. bestelt hiermede op:Citi. & Th.
de Origineeie Obligatiën, Groep A, tegen maandelijksche aflossins ven ƒ3.-. welke in zegels*), zilverbons *), per postwisscl •) kunnen worden voldaan en verzoekt om 'imsraande toezendinj? van het Koop-Bcwijs dor gekochte stukken, direct rechtKovende op dr voordellen daaraan verbonden. Verzoeke toezendinj? van Prosp. Kiatis-franeo. ) Het niet gew. doorhalen. - Adr. duidel. sehr.
Naam Woonpiaats Knip dere advertentie uit, zend ze met 50 cent in postzegels aan Prance-Import , Rijnstraat 5, Den Haag en U ontvangt een Keurig doosje monsters.
Straat Provincie
- 18 - 19 -
• 7.
mm
'
[Vervolä van p&éina 6} werd dus een dikke laag van deze stof op de wol geplakt. Toen werd er een lange ketting gehaald, die eerst om het middel van den koning geslagen en bevestigd werd en toen op dezelfde wijze aan de ministers werd vastgemaakt, totdat zij allen aan elkaar verbonden waren. Toen men hiermee klaar was en de leden van het gezelschap zoo ver mogelijk van elkaar afstonden, vormden zij een cirkel; en om alles zoo natuurlijk mogelijk te doen lijken, sloeg Kikkersprong het resteerende einde van den ketting, en wel kruiselings, midden door den kring. Dit was absoluut op de manier van hen, die nog heden ten dage op Borneo op de vangst van chimpansé's en andere groote apen uitgaan. De groote zaal van het paleis, waarin het bal plaats vond, was ovaalvormig en zeer hoog. Het daglicht viel er slechts binnen door een enkel groot roosvenster, dat in het plafond was aangebracht. Daar de zaal echter slechts bij avond gebruikt werd, kreeg zij haar licht steeds van een grooten kroonluchter, die aan een ketting van het plafond afhing en die, zooals dit gewoonlijk het geval is, door middel van een tegenwicht op- en neergehaald kon worden. Om echter het aesthetisch aspect van de zaal niet te schaden, hing dit tegenwicht niet in het midden uit het plafond neer, maar was het ergens buiten de zaal opgehangen. De versiering van de zaal was aan Tripetta opgedragen. Zij had zich echter aangaande sommige details laten leiden door het inzicht van haar vriend, den dwerg. Zoo was het ook op zijn aanraden gebeurd, dat men voor deze gelegenheid den kroonluchter had weggenomen. Het af druppelen van de was der kaarsen, dat bij zulk warm weer niet te vermijden is, zou voor de costuums der dames en beeren hoogst verderfelijk kunnen zijn. En daar de zaal overvol zou zijn, was het onmogelijk, dat allen van het middelpunt, waarboven de luchter hing, verwijderd zouden kunnen blijven. Er werden nu tegen de muren verscheidene kkine luchters aangebracht, terwijl op bepaalde afstanden langs den muur nog beel den werden geplaatst, die ©en brandende fakkel in de hand hielden, welke zoete geuren verspreidde. De acht orang-oetangs wachtten, Kikkersprongs raad opvolgend, met hun verschijnen geduldig tot twaalf uur, tot de zaal dus geheel met gemaskerden gevuld was. Zoodra echter de laatste slag van middernacht verklonken was, stortten zij zich, of beter gezegd: vielen zij alle tegelijk naar binnen. De opwinding
BEZOEKT HEX
LUXOR PALAST TE ROTTERDAM
onder de gemaskerden was buitengewoon en deed het hart van den koning kloppen van vreugd. Zooals men wel had verwacht, waren er onder de aanwezigen niet weinigen, die de grimmig uitziende gestalten voor werkelijke dieren hielden, zij het dan ook niet precies voor orang-oetangs. Verscheidene dames vielen flauw van schrik en als de koning niet had verboden, in de zaal wapens te dragen, dan zouden hij en zijn zeven ministers al spoedig hun grap met hun leven hebben betaald. Thans volgde er een algemeene vlucht naar de deuren, maar de koning had bevolen, dat deze als hij en zijn raadslieden eenmaal .in de zaal waren, gesloten moesten blijven. Op voorstel van den dwerg waren de sleutels aan hem gegeven. Toen het tumult zijn hoogtepunt had bereikt, en er door de paniekstemming 'n gevaarlijke situatie dreigde te ontstaan, omdat ieder der gemaskerden nog slechts op eigen veiligheid bedacht was, had men kunnen zien, hoe de ketting.
waaraan anders de kroonluchter hing, en die na de verwijdering van dezen opgetrokken was geworden, langzaam naar beneden gleed, tot zijn van een haak voorzien einde nog maar slechts ruim een meter boven den grond zweefde. Spoedig daarop bevonden de koning en zijn ministers zich, nadat zij eerst het vertrek in alle richtingen hadden doorkruist, overal schrik en ontsteltenis teweegbrengend, precies onder het middelpunt van het plafond, dus in de onmiddellijke nabijheid van den ketting van den kroonluchter. Terwijl zij daar stonden, spoorde de dwerg hen aan, het tumult onder de gasten levendig te houden. Ondertusschen wist hij zich snel van hun ketting meester te maken, en wel precies van het middelste gedeelte, waar de beide helften van het overgeschoten eind, dat den ring der verkleeden diametraal en in een rechten hoek doorsneed, elkaar kruisten. Bliksemsnel bevestigde hij dit eind aan den haak, waaraan anders de kroonluchter
DE DmVf-SECMT/^KJESSE . Blijspel in drie bedrijven door Edward B. Compton en Hilary Bankford. (N.V. Vereen. Rotterdamsch-Hofstad-Tooneel).
i Een luchtie, maar geestig spel, kostelijk en met veel verve vertolkt — zietdaar in a nutshell den indruk, dien men van „De Privé-Secretaresse" mee naar huis neemt. Joyce Allingworth — mevrouw Van der Lugt Melsert — is een even onbeduidend als overmoedig meisje, voor wie sport en pretjes de eenige belangrijke zaken in het leven zijn, zeer tot ergernis van haar tante mrs. Ashcomb (Juliette Roos), wier pupil zij is, en die haar daarom op zeer handige' wijze, teneinde haar tot inkeer te brengen, voor den tijd van een maand als privé-secretaresse weet op te dringen aan Francis Darnley (Dick van Veen), den energieken directeur van een groote motorenfabriek. Darnley, die Joyce kent, ziet niet ten onrechte tegen het experiment op: eer er veertien dagen zijn verloopen, heeft Joyce hem door haar onverantwoordelijk gedrag tot wanhoop gebracht. Ze komt te laat, houdt cliënten door de telefoon voor den gek en laat belangrijke brieven slingeren I De zakenman in Darnley wil haar echter „temmen". Hij laat haar het „lied van den arbeid" beluisteren en dan komt bij Joyce — psychologisch echter geheel onverklaard! — opeens de ommekeer: zij wordt een alleszins competente „zakenvrouw", waartegen zelfs haar directeur nauwelijks meer óp kan I Als de maand om is, betreurt deze echter de verandering-, die met zijn secretaresse heeft plaatsgegrepen, want zonder dat hij het zich in zijn zakelijkheid had willen bekennen, was hij van het onverantwoordelijke, spontane meisje gaan houden. Gelukkig is het evenwel een blijspel en komt alles dus in orde: als de tante Joyce komt halen, treft zij de beide jongelui bij een teedere omhelzing aan. Zeer tot haar tevredenheid want haar doel is bereikt: van het begin afaan had zij Darnley een geschikte partij voor haar nichtje gevonden en haar daarom by hem op kantoor gedaan! Mevrouw Van der Lugt Melsert boeide en amuseerde den ganschen avond den bijna vollen „Koninklijke"; Dick van Veen vervulde zijn inderdaad moeilijke rol met groot talent terwijl Juliette Roos onbetaalbaar was. Maar ook alle anderen waren uitstekend op dreef! Noemen wij van hen nog met name Elsensohn en Louise Kooiman, die op waarlijk kostelijke wijze als „droge kantoormenschen" door het tweede en derde bedrijf oen houterige idylle van een faliekant uitloopende, ongelukkige liefde sponnen! De regie was door Eduard Veterman uitstekend verzorgd. - 20 -
■'"
iLiiiuiJi
hing, en door een onzichtbare hand werd de ketting nu in een oogenblik zoo ver in de hoogte getrokken, dat de haak van den grond af niet meer te bereiken was. Zoo hingen dus de orang-oetangs met hun gezichten vlak tegen elkaar gedrukt, zwevend in de lucht. Ondertusschen hadden de aanwezigen zich eenigszins van hun eersten schrik hersteld, en het geheele gebeuren als een goedgeslaagde grap beschouwend, schaterden zij het uit van de pret. „Laat ze maar aan mij over!" schreeuwde Kikkersprong met zijn eigenaardig gillende stem boven het lawaai uit. „Laat ze maar aan mij over. Ik geloof, dat ik ze ken. Als ik ze maar eventjes goed kan zien, zal ik wel direct weten te zeggen, wie het zijn." Met deze woorden drong hij door de gasten heen naar den muur toe, en snel een fakkel nemend van een der beelden, keerde hij, zooals hij gegaan was, naar het midden van de zaal terug. Toen sprong hij, met de behendigheid van een aap, op het hoofd van den koning, klom daarop nog eenige voeten hooger in den ketting en, de fakkel naar omlaag houdend, om den troep apen zoogenaamd onderzoekend bij te lichten, riep hij: „fk zal wel gauw weten te zeggen, wie het zijn!" En thans, terwijl het geheele gezelschap, de apen incluis, brulden van het lachen, liet de dwerg plotseling een schril gefluit hooren, waarop de ketting met een snellen ruk nèg ongeveer een twintig voet hooger schoot. De verschrikte en trappelende orang-oetangs werden mede omhoog getrokken, totdat zij ongeveer ter halver hoogte tusschen het plafond en den vloer bleven zweven. Kikkersprong, die zich aan den omhooggetrokken ketting had vastgehouden, was op dcnzelfden afstand van den koning en zijn ministers gebleven, en alsof er niets voorgevallen was, hield hij de fakkel maar steeds vlak bij hen, als wilde hij nog steeds onderzoeken wie zij waren. Door het plotselinge omhoogschieten van den ketting was het geheele gezelschap echter zóó in verbazing geraakt, dat er wel een minuut lang een doodsche stilte heerschte, die slechts werd onderbroken door precies hetzelfde zachte, maar scherpe, knarsende geluid, dat reeds eerder de opmerkzaamheid van den koning en zijn raadslieden had getrokken, en wel toen de eerste Tripetta den wijn in het gezicht had gegooid. Maar nu kon er-geen twijfel meer bestaan over de vraag, wie het geluid maakte. Het werd veroorzaakt door de groote tanden van den dwerg, die ze over elkaar schoof dat ze knarsten. Daarbij keek hij met oogen, waarin haat en wraaklust gloeiden, in de oogen van den koning en zijn ministers. „Ha!" zei eindelijk de van woede kokende hofnar, „ha, nu zie ik wie deze menschen zijn!" En met deze woorden hield hij, onder het voorwendsel den koning nog beter te willen zien, zijn fakkel tegen het vlas, dat op het wollen pak van den vorst was geplakt. Oogcnblikkelijk vatte dit vuur en in minder dan een halve minuut stonden alle acht orang-oetangs in lichtclaaie. De door den schrik verlamde toe-
11
^^"
FILM-ENTHOUSIASTETW
Ter herinnering aan Louis Almé Augustln Ie Prince, den uitvinder der clnematographle, werd te Leeds (Engeland) een bronzen gedenkplaat onthuld. De plaat Is aangebracht op het terrein van de werkplaats, waar hij zijn eerste camera voor bewegende beelden' maakte. De plechtigheid Werd verricht door zijn dochter miss Le Prince, die men hierboven ziet met een filmstrook, zooals die door haar vader in zijn toestel werd vertoond.
schouwers, die niet in staat waren hun ook maar de geringste hulp te bieden, staarden gillend van ontzetting naar het schouwspel. Terwijl de nar zich voor de steeds hooger en hooger oplaaiende vlammen een eind van de orang-oetangs verwijderde, trad er onder de toeschouwers wederom een oogenblik van stilte in. De dwerg greep deze gelegenheid aan en begon opnieuw te spreken. „Ik zie nu duidelijk," zei hij, „tot welk slag menschen deze lieden behooren. Het is een groot koning met zijn zeven ministers — een koning, die er niet voor terugdeinsde een hulpeloos meisje te slaan; en zijn zeven ministers, die hem tot deze euveldaad aanspoorden. Wat mij betreft, ik ben niemand anders dan Kikkersprong, de nar, en dit hier is mijn laatste grap geweest!" Door de groote brandbaarheid van de stoffen, alsook door de teer, waarmee zij bestreken waren, had de dwerg nauwelijks zijn toespraak beëindigd, toen ook reeds het werk van zijn wraak voltooid was. Als één rookende, zwarte en onherkenbare massa hingen de acht lichamen aan hun ketting. De dwerg slingerde zijn fakkel naar hen toe, klom op zijn gemak naar het plafond en verdween door het openstaande roosvenster. Naar men vermoedt, is Tripetta, die boven op het dak van de zaal stond, bij dit treurige schouwspel der wraak de medeplichtige van haar vriend geweest. Waarschijnlijk zijn zij samen naar hun vaderland gevlucht, want geen van beiden heeft men ooit weergezien. -21 -
G. R. £e GRONINGEN; Ramon Novarro Is nieé geérouwck Zijn adres is MetroGoldwyn-Mayer Studios, Culver-City, Californië. N. L. te 's-GRAVENHAGE. Wij geven alleen foto's van filmsterren. Aan een foto van den heer en mevrouw H. kunnen we U niet helpen. Schrijf hun nogmaals. J. v. d. L. te DORDRECHT. Hans Albers is den 22sten September te Hamburg geboren. Hij is van de beroemde zangeres Claire Dux gescheiden. Zijn adres is Lennestrasse 7, Berlijn. Indien U drie antwoordcoupons insluit, zult U wel een foto ontvangen. Deze coupons zijn aan ieder postkantoor te verkrijgen. J. O. te STEENWIJK. Anna May Wong speelt op het oogenblik tooneel. U kunt haar schrijven p.a. Richard Eichberg, Friedrichstrasse 171, Berlijn. Het plan om filmacteur te worden, zou ik maar laten varen. U hebt heusch geen kans. Spreekt U vlot Duitsch? Anders heeft het in het geheel geen doel de Duitsche directies lastig te vallen I E. G. te HAARLEM. Brigitte Helm is met Richard Weiszbach gehuwd. Haar nieuwste rol is de titelrol in „Alraune". D. K. L. te NIJMEGEN. Greta Garbo en Anita Page zijn beiden niet getrouwd. John Gilbert is nog steeds de echtgenoot van Ina Clair. De gevraagde foto's worden gezonden. N. V. te DEN HELDER. Iedere abonné kan éénmaal twee foto's gratis toegezonden krijgen. H. J. v. d. D. te 's-GRAVENHAGE. Het adres van Jeanette Mac Donald en Claudette Colbert is Paramount Famous Lasky Studios, 5451 Marathon Street, Hollywood. T. BR. te AMSTERDAM. Lawrence Tibbett speelde de hoofdrol in „Zigeunerliebe", een Metro-Goldwyn-Mayer-film. Hij beschikt over een zeer mooi orgaan. W. M. te ROTTERDAM. Ivan Petrovich is nog te Hollywood. Het adres van Hugo Werner-Kahle is Kantstrasse 10, Berlijn. Lilian Harvey is werkelijk niet getrouwd! U. N. te AMERSFOORT. De hoofdrol in „Rosenmontag" speelt Mathias Wieman. Hij filmt op het oogenblik niet. Gretl Theimer speelt thans met Werner Fuetterer in ..In Wien hab' ich ein Mädel geliebt". Het adres van Ramon Novarro is Metro-Goldwyn-Mayer Studios, CulverCi^y, Californië. Niet getrouwd. T. K. te ROTTERDAM. Inderdaad heeft de actrice Mien Duymaer van Twist gefilmd. Zij treedt met Theo Frenkel en Louis Davids in de film „Paramount On Parade" op. Dit is een gedeeltelijk Hollandsch sprekende»revuefilm, waarvan het Nederlandsche deel te Joinville vervaardigd werd. A. S. te VENLO. De gevraagde verjaardagen zijn: Asnes Petersen 21 April; Karin Evans 25 September en Mariene Dietrich 27 December. D. d. F. te ROTTERDAM. U meent Renate Muller? Haar adres is Düsseldorferstrasse 51, Berlijn. Indien U niet vergeet, een antwoordcoupon in te sluiten, zult U zeker antwoord ontvangen. K. L. te »s-GRAVENHAGE. Fritz Kampers is weduwnaar. Hij is den 14en Juni te Garmisch Partenkirchen ijeboren. Hij'speelt een aardige rol in „Drie met één benzinepomp". GR. P. te AMSTERDAM. Of Harold Lloyd werkelijk twaalf auto's bezit, weten wij ook niet. Wij interesseeren ons meer voor zijn filmtalent. Ja, hij is getrouwd ei\ heeft een aardig dochtertje. ——_____
. :r-:issssE
Ar\rAA
De Nieuwe
Zwart satijnen japon met K.mten overjapon
Avondtoilet van wit Een schitterende Parijsche winter-creatie
Jn
'
- 22 -
me
Elegant visite-toilet, gegarneerd met astrakan
'
bi
JPassende lange witte hand
h
Ds grootste danseres ter were d neemt afscheid van het tooneel. Zoo is dan toch eindelijk het oogenb.ik gekomen, waarop Anna Pawlowa zich zal terugtrekken. Haar afscheid van het publiek, het danslievend publiek van heel de wereld, stemt droevig; des te droeviger, omdat haar plaats leeg zal blijven, hoe onbegrijpelijk dit ook is. Niemand heeft haar kunnen evenaren; wij zullen geen stervende zwaan, geen sneeuwvlokken meer zien dansen. Al deze schoonheidsontroeringen behooren tot het verleden, want Anna Pawlowa heeft afscheid genomen. Toen Anna Pawlowa ongeveer dertig jaar geleden de Keizerlijke Balletschool te StPctersburg verlaten had, trad zij voor het eerst als soliste in het ballet „Ontwaken der bloemen" op d-en voorgrond. De danscritici van het toenmalige Rusland zagen reeds een nieuwe ster in opkomst. En zij hebben gelijk gehad, want toen zij eenige maanden" later met haar schepping „De Libelle'' voor het voetlicht trad, zag men dansen als nooit tevoren. En thans, dertig jaar later, kunnen
stuk moeten worden toegevoegd aan de „Metamorphoses" van Ovidius. Wij hebben haar beurtelings gezien in haar reproductie van de sierlijke zwaan, de gonzende libelle, de roos, welker bladeren door den wind verspreid worden, de Californische klaproos, die zoo gevoelig is voor koude, dat zij zich sluit bij het vallen van den avond, en dit alles geeft zij weer zonder haar toevlucht te nemen tot voor haar noodelooze hulpmiddelen, uitsluitend met de scheppende kracht van haar poëtisch genie."
we gerust schrijven: danste als nooit iemand nk Anna Pawlowa danste. De beroemde Parijsche schilder Georges Barbier zei zoo treffend van haar kunst: „De dans schept zijn eigen werelden. Hij bevat in het inwendige van zijn magischen kogel een reeks etherische wezens, die onophoudelijk nu eens vervagen en dan weder tevoorschijn treden, evenals de golven der zee, het spel der lichtstralen en de schaduwen der voortstuwende wolken. Niemand overtreft Pawlowa in het uitbeelden van deze expressie. Om haar recht te doen wedervaren, zou er een nieuw hoofd- 23 -
Eenmaal zal het Nederlandsche publiek nog gelegenheid hebben haar kunst te aanschouwen, daar zij en haar ensemble het voornemen koesteren binnenkort een afscheidstournée door ons land te ondernemen. Daarna hoopt zij, na een rijk leven van arbeid en succes, op haar landgoed bij Londen de welverdiende rust te vinden. . Haar afscheid weegt zwaar op de danskunst van onze eeuw! ^
.
)0
ooooooG)o
,H
%
■
ET gebeurde verscheidene jaren geleden," begon de jjj? .ü. .JL 0U(je Jieer, dien ik vroeger eens in Monte Carlo had ontmoet, en die nu, heel toevallig, in een café te Parijs, aan mijn tafeltje was komen zitten en zich, toen hij mij herkende, direct begon te beklagen, omdat de Riviera zoo achteruitging en er „in juweelen niets meer omging". „Om nauwkeurig te zijn," vervolgde hij, „was het negentien jaar geleden, in den tijd, dat de Kussen nog den toon aangaven en hurk dames nog geen imitatie sieraden droegen. Gewoonlijk logeerden zij in Nizza of Mentone, maar sommigen verbleven ook wel in Monte Carlo en onder dezen was ook een Russische grootvorstin. — Het interesseert u toch, wat ik u wil gaan vertellen, nietwaar?" vroeg hij, zich opeens hoffelijk naar mij overbuigend. Ik verzekerde hem, dat dit inderdaad het geval was en verzocht hem verder te willen gaan. „Graag," zei hij. „Waar was ik ook weer? — O ja, ik vertelde u, dat er ook een Russische grootvorstin onder hen was. Nu, eigenlijk is dat niet juist, want ze was, als ik me goed herinner, een Parisienne, die met een Russischen grootvorst was getrouwd. Hij was al oud, toen zij met hem huwde, en hij had haar het genoegen gedaan, na ecnige maanden te overlijden en haar jong en schatrijk achter te laten, vrij om naar hartelust van het leven te genieten. Inderdaad genoot zij er van, op haar wijze althans: zij deed niets dan spelen. Spelen was haar hartstocht. Ik geloof, dat zij volgens een systeem speelde, doch zeker ben ik hier niet van. In ieder geval znt zij ochtend, middag en avond aan de speeltafel en voor zoover ik kan nagaan, verloor zij fabelachtige sommen, zonder dat dit haar evenwel in het minst scheen te interesseeren. Zij speelde, zoo leek het mij, slechts om de sensatie van het spel. Het is echter niet over haar ervaringen aan de groene tafel, dat ik het hebben wil, doch over den parelen collier, dien zij droeg. Ik was in die dagen een expert op het gebied van edelsteenen. Op het oog reeds durfde ik ze te schatten en ik vergiste me nooit! Het was als het ware eeii aangeboren gave. Niemand in ' Monte Carlo wist echter, dat ik in de juweelenbranche Was. Iedereen hield mij voor een man van de wereld, die slechts voor zijn genoegen leefde. Ik had de grootvorstin een paar keer ontmoet en bij de laatste gelegenheid — toen zij vlak naast mij aan' een tafeltje zat te soupeeren — haar collier bewonderd. Hij was mijn waardeering ten volle waard, Nog nooit had ik zoo'n schitterend sieraad gezien! Ik bewonderde het echter niet alleen, maar ge-
tuigde er ook openlijk van, zonder echter de grootvorstin te kwetsen. Toen vergat ik zoowel den collier als de schoone draagster, tot een vriend mij eenige dagen daarna vertelde: „Je weet wel, die jonge Russische grootvorstin, die den ganschen dag bijna niets doet dan spelen welnu, die is geruïneerd. Gisterenavond alleen verloor zij reeds een vermogen en dat beteekende het einde van alles " „Zoo?" vroeg ik verwonderd. „Ik zag haar vanavond nog in haar equipage door het park rijden Ze zag er nog heel opgewekt uit. Vergis je je niet?" „O neen," antwoordde hij. „Je hadt haar gisterenavond maar eens moeten zien, toen ze de speelzaal verliet. Toen zag ze er allesbehalve opgewekt uit." „Na deze woorden stond hij op en liet mij alleen aan mijn tafeltje zitten en ik dacht na over de wisselvalligheid van het spel. Spelers hadden nooit mijn sympathie gehad, en ik had dan ook volstrekt geen medelijden met de grootvorstin, van wie ik niets anders had verwacht, dan dat zij toen uit Monte Carlo zou verdwijnen. Maar des avonds, toen ik alleen op mijn zitkamer een sigaar zat te rooken, werd er aan de deur geklopt en op mijn „binnen" trad niemand minder dan zij zelf mijn kamer in. Het schijnt, dat mijn zoo openlijk geuite bewondering voor heur collier, haar aan mij had doen denken, toen zij haar fortuin aan de speeltafel had verloren. Ze verontschuldigde zich, omdat zij mij op zoo'n laat uur stoorde; ik echter drukte natuurlijk mijn vreugde over haar komst uit, bood haar een stoel aan en vroeg, waarmee ik haar van dienst kon zijn, ofschoon ik natuurlijk wel begreep, dat haar bezoek in verband stond met het verlies van haar fortuin. Mijn vermoeden bleek juist. Zonder omwegen verklaarde zij mij het doel van haar bezoek. Ze had vreeselijken tegenslag gehad en nooit zou ze meer het Casino betreden. De moeilijkheid was echter, dat ze al haar contant geld verloren had. Dividend zou ze niet eer dan over eenige maanden ontvangen en ze kon er niet toe besluiten, den advocaat, die haar geldzaken beheerde, van haar domheid te vertellen. Daar schaamde ze zich werkelijk voor. En nu vroeg ze, of ik haar helpen kon. Ze wilde twintigduizend francs leenen en ze zou mij een
ON3 TWEEDE COMPLETE. BOEIENDE VERHAAL DOOR
D'ALVAREZ - 24 -
onderpand met ruime overwaarde geven. Nu ben ik op ende top een zakenman en aarzel nooit, wanneer er iets te verdienen valt. Ik twijfelde geen oogenblik aan hetgeen zij had gezegd met betrekking tot haar geldelijke positie. Maar ik zou haar toch geen cent leenen, voordat het onderpand, dat zij mij zou geven, degelijk door mijn bankiers was onderzocht, want ik meende niet anders, dan dat zij mij effecten als zekerheid wilde geven. Ik zei haar dit natuurlijk niet zoo onomwonden, maar gaf haar toch mijn bedoeling duidelijk te verstaan. „Ik kan u dien collier, dien u zoozeer bewonderde, in onderpand geven," zei ze daarom en met deze woorden deed ze het snoer af en hield het mij voor. Ik nam het kleinood aan en bekeek de parels. Daar ik haar niet vertrouwde, verwachtte ik niet anders dan te zullen bevinden, dat het een imitatie was. Maar dat was niet zoo. Eén blik, één aanraking was voldoende voor mij. Ik zou er honderdvijftig duizend francs voor hebben willen geven en dan nog overtuigd zijn geweest, er op te zullen verdienen. „Neem me niet kwalijk," zei ik echter, „maar ik weet niet wat of u denkt, dat ik met dat ding moet doen. Ik ben geen geldschieter." „Neen," antwoordde 'ze, „maar ik dacht, dat u mij misschien in deze moeilijke aangelegenheid wilde helpen door mij het geld te leenen en dien collier als onderpand te nemen. Zooals ik u al zei, wil ik er niet graag mijn financieel adviseur in mengen en wat mijn vrienden aangaat, ik durf er bij hen ook niet voor uit te komen. Daarom ben ik naar u gekomen." Dat was erg vleiend, maar vleierij is geen zakelijkheid. Ik dacht over de kwestie na, terwijl ik den collier op mijn hand woog. Om er geld op te leenen, zou al zeer onvoordeelig zijn geweest voor mij. Indien ik de parelen in mijn bezit hield, zou die vrouw dan niet de een of andere beschuldiging tegen mij uitbrengen, misschien wel beweren, dat ik hen had gestolen? Zoolang zij in mijn kamer was voelde ik mij veilig; wanneer een vrouw bij een man op zijn kamer komt, brengt zij zichzelf in een scheeve positie, van waaruit zij onmogelijk tot den aanval kan overgaan, maar als zij haar parelen achterliet, zelfs al leende ik er twintig duizend francs op, dät was heel iets anders. „Het spijt mij, madame," zei ik daarom. „Ik kan u geen geld op deze parelen leenen, doch ik wil ze van u koopen." „Koopen?" „Ja. Ik wil ze koopen voor dertigduizend francs."
„U wilt er mij dertigduizend francs voor geven?" riep ze verbaasd uit. „Ja, madame," antwoordde ik. „En ik zal u het bedrag in een cheque betalen." „Ik neem uw aanbod aan," zei ze. Ik begreep uit haar manier van doen, dat er iets bijzonders met de parelen was. Dertigduizend francs was niet veel. Van lederen juwelier had ze er vijftigof zestigduizend francs voor kunnen krijgen. Waarom was zij naar mij gekomen inplaats van het bij een juwelier te probeeren? Om haar uit te hooren, vroeg ik: „Vindt u het goed, dat ik ze door een expert laat taxeeren?" „Neen," antwoordde ze, „dat vind ik niet goed. Ik zei u immers al, dat ik niet wil, dat er over gesproken wordt. Men heeft mij verteld, dat u een expert is; indien u ze koopen wilt, moet u ze dus op eigen risico koopen." „WHt u ze garandeeren?" vroeg ik. „Ik heb geen verstand van parelen en ik heb den collier cadeau gekregen. Ik geloof echter stellig, dat hij echt is." Dit antwoord scheen vóór haar te pleiten: de parelen waren echt, als kenner wist ik dat met absolute stelligheid. Zelf scheen zij er echter niet volkomen zeker van; vandaar dat zij vertelde, ze cadeau te hebben gekregen. Tot zoover scheen alles volkomen safe. Ik vertrouwde haar evenwel niet geheel en al. Of, om het duidelijker te zeggen: ik wenschte te voorkomen, dat zij mij op de een of andere wijze in moeilijkheden zou brengen, bijvoorbeeld door te beweren, dat zij mij het snoer slechts in onderpand had gegeven of — wie weet! —, dat ik het van haar gestolen had! Ik kreeg daarom een vel papier et schreef de volgende kwitantie: „Monte Carlo, Maart 1911. Ontvangen in den vorm van een cheque van P. J. Roham, de som van dertigduizend francs, ter betaling van een parelen halssnoer." Ze teekende dit bewijs en ik overhandigde haar in ruil voor den collier de cheque. Eenige oogenblikken bleef ze nog praten; daarna nam ze afscheid, mij nogmaals hartelijk dankend. Alleen gebleven, bekeek ik nogmaals de parelen nauwkeurig. Dat ze echt waren, stond onomstootelijk vast. Waarom had zij ze mij dus voor zoo'n bespottelijk laag bedrag gelaten, zonder moeite te doen er mèèr voor te krijgen? — Ik wist geen antwoord op deze vraag. De tijd zou mij echter de oplossing brengen. Den volgenden dag moest ik voor zaken naar Nizza, zoodat ik de grootvorstin toen niet zag. Toen ik echter heel laat in mijn hotel terugkeerde, hoorde ik van een vriend, dat zij den ganschen avond wederom aan de speeltafel had gezeten, en naar het scheen veel had gewonnen. „Klaarblijkelijk heeft zij iemand gevonden, die haar geld heeft willen leenen," zei mijn vriend. „Natuurlijk de een of andere dwaas, want of zij wint of verliest, hij ziet zijn geld nooit terug..." Ik glimlachte eens; ze had het geld van mij, maar een dwaas— neen, dät was ik niet geweest. Het voordeel van de transactie was geheel aan mijn kant! Toch begon de grootvorstin mij te inte-
■=.■■.■
•
•
="■
:''*l;-
''^^ \'''! <::'"**■':-':-:-'
BETTY VAN DEN BOSCH-SCHMIDT, verbonden aan „Die Haghesangers", oogstte met haar creaties in de verschillende Bouwmeester-operettes veel succes. (Foto Godfried do Groot)'
resseeren en langzamerhand kwam ik tot de overtuiging, dat zij, toen zij mij haar parelen verkocht, niet geheel en al eerlijk te werk was gegaan, maar iets voor mij had willen verbergen; iets wat in mijn nadeel was. De blik in haar oogen, de klank in haar stem had mij dit reeds doen vermoeden, toen zij dien avond tegenover mij op mijn kamer had gezeten. Ik besloot in ieder geval uit te vinden, w a t zij voor mij verbergen wilde. Zelf had ik niets te vreezen, zelfs niet, al zou blijken, dat zij de parelen gestolen had of dat zij een andere misdaad bedreven had om ze in haar bezit te krijgen. Ik had immers het bewijs, ze g eko ch t te hebben! Gewapend met het noodige zelfvertrouwen, begaf ik mij den volgenden avond naar het Casino, waar ik haar zag, ofschoon zij pas heel laat kwam. De fortuin bleek haar nog steeds toe te - 25 -
lachen, want toen zij van de speeltafel opstond, had zij verscheidene duizenden francs gewonnen. Toen zij de zaal yerliet, moest zij mij rakelings passeeren. Ze deed echter alsof ze mij niet zag. In het eerst dacht ik, dat dit was, omdat zij mij slechts goed genoeg achtte om haar uit de verlegenheid te helpen, en dat ik als „kennis" niet in aanmerking kwam. Later kwam ik echter tot de overtuiging, dat zij bang voor mij was, en dat ze daarom deed, alsof ze mij niet herkende. Gedreven door een plotselinge opwelling volgde ik haar en sprak haar in de garderobe, in een verlaten hoek, aan, „Neemt u mijn vrijheid niet kwalijk, madame," zei ik, „maar ik wilde u gaarne spreken over een belangrijke aangelegenheid. De parelen, die —" Ze viel mij in de rede, terwijl er angst In haar oogen vlamde. „Niet hier," zei ze, schuw om zich
,
OE IKOINISir OER (SKOME; Vivienne Segal als het jongemelsje en het oud-geworden jongemelsje, zooals zij optreedt in het begin en aan het einde van de film „Weensche Nachten".
heen ziend. „Komt u morgenochtend om „Goed," zei ik. „Ik zal wachten tot elf uur, op mijn kamer, in het hotel " Woensdag," - Met een buiging nam ik Zwijgend boog ik als teeken van toe- afscheid. stemming. Op mijn kamer teruggekomen stak ik Den volgenden ochtend ontving de een sigaar op en dacht over het geval grootvorstin mij in haar weelderig bou- na. Dat het gedrag van de grootvorstin doir. Ze was zichtbaar geagiteerd, en eigenaardig was, viel niet te ontkennen. haar hand beefde toen zij mij een stoel Zij scheen de parelen eigenlijk liever niet aanbood. te willen terugkoopen maar wilde in „Wat is er van uw dienst?" vroeg zij ieder geval voorkomen, dat ik ze liet en ik merkte, dat zij moeite had haar taxeeren of ze verkocht stem te beheerschen. Daar ik het mysterie toch niet ver„Ik wilde u spreken over de parelen, mocht op te lossen, besloot ik rustig tot madame," zei ik. „U moet het mij niet Woensdag af te wachten en te zien, kwalijk nemen, maar ik geloof, dat u wat de grootvorstin doen zou. Ik bede laatste dagen geluk hebt gehad en hoefde echter zoo lang niet te wachten. gewonnen hebt. Daarom dacht ik, dat Dien avond werd er andermaal op de u er misschien spijt van hadt, de pare- deur van mijn kamer geklopt en toen len te hebben verkocht. Zoudt u ze ik opendeed, stond Stella, de kamenier terug willen hebben?" van de grootvorstin, vóór mij. Ze had Ik zag dat ze aarzelde. „Neen," zei betraande oogen en deed verschrikkeze toen en ze beet op haar lip, waaruit lijk gejaagd en zenuwachtig. Ze had het bloed scheen te wijken. namelijk, zooals ik spoedig zou hooren, Ik glimlachte. ruzie met haar meesteres gehad en was „Dat wil zeggen," voegde zij er daar- ontslagen. om haastig aan toe, „ik zou ze wèl „Mijnheer," begon ze hakkelend, „ik graag terug willen hebben, maar de wilde u spreken over een parelen colmoeilijkheid is, dat ik geen geld heb. Ik lier...." heb wel gewonnen, zooals u zegt, maar Ik glimlachte, „Ga zitten, Stella," zei ik had schulden, die ik nu heb betaald. ik, „en vertel me rustig, wat je te zegOp het oogenblik kan ik geen dertig- gen hebt." duizend francs losmaken. En, eerlijk „Ja, ziet u," begon ze toen, „de kwesgezegd, geloof ik, dat er weinig kans tie is namelijk deze. Ik heb gemerkt, is, dat ik het geld binnenkort bij elkaar dat mijnheer een parelen collier heeft zal krijgen." gekocht van madame Hij is even„Uitstekend," antwoordde ik. „Ik wel niet echt " dacht slechts, dat het mijn plicht was u „Niet echt?" herhaalde ik verbaasd. het aanbod te doen. Ik kan het echter „Neen, mijnheer. Madame werd een niet wèèr doen, omdat ik de parelen maand of zes geleden namelijk opeens morgen naar mijn bankier in Parijs bang, dat de collier haar wel eens ontzend om ze te laten taxeeren en even- stolen zou kunnen worden en omdat ze tueel te verkoopen " hem wegens de hooge kosten niet Opeens schoot de vrees wederom in wenschte te verzekeren, liet ze in Parijs haar oogen. — bij Tycot — een imitatie er van ma„Ik bedenk daar juist, mijnheer," zei ken. Ze kostte slechts vier duizend ze toen, „dat ik het geld misschien tóch francs, maar ze was zoo mooi nagebinnenkort kan hebben. Kunt u mij den maakt, dat je ze niet van het echte tijd geven tot Woensdag? Ik zou de snoer kon onderscheiden. Ze deed ze parelen niet alleen graag terug hebben direct denzelfden avond, dat zij ze ontvoor mijzelf, maar ook omdat ze het ving, om, toen ze naar de Opera ging, geschenk zijn van een oud huisvriend en zelfs de heer, van wien ze het snoer van mijn overleden ouders " gekregen had, merkte het verschil niet - 26 -
op Den volgenden dag bracht zij den echten collier naar de bank en gaf hem daar in bewaring en hij is daar nu nog. Ze heeft sinds dien tijd steeds het duplicaat gedragen. Mijnheer moet het zelf ook een prachtig snoer hebben gevonden." „Ja," antwoordde ik, „ik vond het inderdaad een prachtig snoer " „Welnu, toen madame eenige dagen geleden in geldverlegenheid zat, zag ik haar naar uw kamer gaan en omdat ik haar na dien tijd den collier niet meer heb zien dragen, begreep ik, dat ze 'hem aan u hadt verkocht. Ik denk, dat u er wel veel geld voor zult gegeven hebben, want madame was opeens uit de zorg en daarom vond ik het niet meer dan billijk, u te komen waarschuwen en u te zeggen, dat de collier valsch is, omdat omdat " „Omdat je dacht, dat ik het misschien voor echt zou hebben gekocht en dus bedrogen zou zijn," zei ik. „Ja," antwoordde ze. »Kijk eens," zei ik, „je zegt, dat de grootvorstin je vanavond, nadat ze kwestie met je had gehad, heeft ontslagen. Het komt me echter voor, dat ze dat n i e t gedaan zou hebben, indien ze wist, dat jij op de hoogte was van het feit, dat ze een duplicaat van den collier had en dat zij dit duplicaat voor echt had verkocht. Ze zou dan van jou in geen geval een vijandin hebben gemaakt!" „Maar mijnheer," zei Stella, „madame weet heelemaal niet, dat ik het weet. Het duplicaat werd heel in het geheim bij Tycot gemaakt. Ze heeft me nooit verteld, dat het echte snoer op de bank is gedeponeerd; ik heb het allemaal zelf uitgevonden. Ik heb het ontvangbewijs van de bank gezien, zoodat ik me niet kan vergissen. Madame is erg zorgeloos met haar papieren " „Werkelijk, Stella," zei ik, „je bent een eerste klas spion, en ik moet je vriendelijk danken, omdat je je de moeite hebt gegeven vanavond hier te komen. — Zeg me eens, heb je op een belooning gerekend?" „Dat laat ik aan mijnheer over!" „Je bent een goed kind," zei ik, „je wilde onrecht herstellen en voorkomen, dat ik een verlies zou lijden, nietwaar?" „Ja, mijnheer," zei ze. „Dan moet je deugd, je belooning zijn, zei ik, „want ik heb geen valsche parelen van de grootvorstin ontvangen. Wel heeft zij mij een bezoelj gebracht, maar dat betrof een privé-aangelegenheid en had niets met parelen te doen. Goeden avond!" Met deze woorden liet ik haar uit. Toen ik de deur achter haar gesloten had, kon ik niet nalaten in mezelf te lachen. Ik doorzag de gansche geschiedems nu heel duidelijk en ik besloot mij
^m
te wreken op de vrouw, die mij zoo koelbloedig had willen bedriegen en afzetten. Den volgenden ochtend zond ik een dringend briefje aan de grootvorstin met het verzoek mij even een bezoek te brengen. Ze kwam, en ik verzocht haar te gaan zitten. „Ik heb u gevraagd hier te willen komen, madame, in verband met de parelen " „O juist," zei ze. „Wat is er met de parelen?" „Madame," antwoordde ik, „ik heb reden te vermoeden, dat zij valsch zijn." „Werkelijk? Hebt u ze dan laten taxeeren?" . „Het geeft niet, wat ik heb gedaan," antwoordde ik. „Ik zeg u echter, dat ik reden heb aan te nemen, dat ze valsch zijn." „U zult zich herinneren," zei ze, terwijl ze haar schouders ophaalde, „dat ik u geen garantie kon geven omtrent hun echtheid. Ik was voor mij zelf overtuigd, dat ze echt waren, want ze waren het geschenk van iemand, dien ik zeer hoogacht. Indien ze blijken valsch te zijn, hoe kunt u dan bewijzen, mijnheer, dat ü ze niet door valsche hebt vervangen?" Ik keek haar verbaasd aan en besloot haar den genadeslag te geven. Een vrouw, die mij heeft willen bedriegen, moet me achteraf niet bovendien van oplichterij beschuldigen! „Madame," zei ik daarom, „Tycot in Parijs, die zes maanden geleden een duplicaat van uw collier maakte, zal niet aarzelen zijn werk te herkennen. Ook uw bankier in Parijs, bij wien u den echten collier deponeerde, zal in staat zijn getuigenis af te leggen. U hield me voor een dwazen rijkaard, en u wist heel goed wat u mij voor dertigduizend francs aanbood. Door uw verlies aan de speeltafel werd u tot die daad aangezet. U bent geen beroepsmisdadigster en daarom wil ik gratie met u hebben. Ik zal u niet bij de politie aangeven,
doch wensch mijn geld terug. U hebt gewonnen eu kunt mij de dertigduizend francs thans terugbetalen." Ze was wat men noemen kan machteloos in mijn greep. Ze verdedigde zich niet eens. Langzaam stond ze op, ging naar haar kamer en keerde terug met het geld. Ik telde het bedrag — dat in banknoten was — na, en zei toen ik het in orde had bevonden: „Den collier zal ik als een herinnering bewaren, doch ik zal u betalen, ivat u er zelf voor betaald heeft. Vierduizend francs!" Ze boog haar hoofd. Ik betaalde haar de vierduizend francs en zij vertrok. Ze verliet Monte Carlo den volgenden dag en ik zag haar nooit meer terug..." De oude heer zweeg en ik keek hem niet-begrijpend aan. Hij glimlachte en zei: „Waarschijnlijk begrijpt u de geschiedenis niet heelemaal? — Ik zal ze u duidelijk maken. — De grootvorstin moet, toen zij het duplicaat van Tycot had ontvangen, het verscheidene keeren met den echten collier hebben vergeleken, nu eens het een, dan weer eens het ander omdoend, tot wel, tot zij ze verwisselde en zij het duplicaat naar de bank bracht inplaats van den echten collier. Dat is heel duidelijk; er is trouwens geen andere oplossing mogelijk. Interessant, niet, dat z ij meende mij de valschJ parelen te verkoopen, terwijl het de echte waren en interessant ook, zich haar gezicht voor te stellen, toen zij de vergissing bemerkte — indien zij tenminste ooit getracht heeft, de imitatie te verkoopen " „En bent u er zeker van, dat ze u den echten collier verkocht heeft?" vroeg ik? „Natuurlijk," antwoordde hij. „Ik verkocht hem namelijk zelf voor honderdtachtigduizend francs Ja," besloot hij, terwijl hij opstond en mij hoffelijk groette, „ja, toen ging er nog wat om in juweelen "
D-ORA LEERT ZDINIOEO Een snaoshot in de ateliers der Ufa-Cultuurafdeeling te Neubabelsberg. Zoodra Lora het mooi genoeg kan/zult u hem op de mu9iceerende film kunnen bewonderen. 27 -
HIM-ENTHOUSIASTEN F. H. B. te DELFT. Mady Christians filmt tegenwoordig voor de Aafa; Harry Liedtke is aan geen enkele maatschappij vast verbonden. D. L. te AMSTERDAM. Hierbij de gevraagde adressen. Vergeet niet een antwoordcoupon in te sluiten. Walter Rilla, An der Heerstrasse 96, Berlijn. Ramon Novarro, Metro-Goldwyn-Mayer Studios, Culver-City, Californië. Clara Bow, Paramount Famous Lasky Studios, 5451 Marathon Street, Hollywood. L. ST. te s-GRAVENHAGE. Lya Mara is den Isten Augustus geboren, Anita Dorris is den Qlsten December jarig. T. N. te DORDRECHT. De eerste sprekendefilm van Billie Dove is „Achter het Masker", vervaardigd door de First National, onder regie van Millard Webb. Haar adres is First National Studios, Burbank, Californië. W. A. K. te AMSTERDAM. Käthe Dorsch is den QQsten December geboren. Zij was met Harry Liedtke getrouwd; is echter van- hem gescheiden. Haar eerste filmrol was „Der junge Goethe". Zij speelt de titelrol in „Die Lindenwirtin". Haar dres is Drakestrasse 81, Berlijn. Zij zal U zeker antwoorden. R. R. te ROTTERDAM. De mannelijke hoofdrol in „Sous les toits de Paris" speelt Albert Préjean. De regisseur is René Clair. Het adres van Greta Garbo is MetroGoldwyn-Mayer Studios, Culver.City, Californië. B. G. H. te GRONINGEN. Marlene Dietrich filmt thans bij de Paramount in Hollywood. Het adres van Agnes Esterhazy is Kaiserdarom 10, Berlijn. A. S. te AMSTERDAM. De ouders van Lilian Harvey leven nog. De eerste sprekendefilm met Brigitte Helm is „Die singende Stadt". De tenor Jan Kiepura is haar partner. TH. K. F. N. te 's-GRAVENHAGE. Otto Gebühr i« gescheiden. Nils Asther is verloofd met de revue-artiste Vivian Duncan. Lya de Putti woont in Engeland. In ons land zijn geen filmscholen. Roland Varno zal naar Hollywood vertrekken. U. H. te ROTTERDAM. Daisy d'Ora is den 27sten Februari geboren. Lien Deijers is niet met Wilhelm Dieterle verloofd. Dieterle is met Charlotte Hagenbruch getrouwd. W. F. B. te 's-GRAVENHAGE. Grete Reinwald is den 25sten Mei geboren. 11 November 1921 trad iij met Gustel Sensburg in het huwelijk Zij werd door Fred Sauer voor de film ontdekt. Haar debuut was in „Jugend '. Haar zuster Hanni is eveneens een bekende filmactrice. Ja. Lore en Grete Mosheim zijn ook zusters. T. W. te MAASTRICHT. Het beste is, dat U zich met de directie van de Deutsche Filmschule, Sonnenstrasse 15, München in verbinding stelt. In ons land kunt U niet tot filmacteur opgeleid worden. We betwijfelen zelfs of U in Duitschland zult slagen, N. S. K. te SCHEVENINGEN. Het adres van Charlotte Ander is Zähringerstrasse 1, Berlijn. Zij is niet met Walter Janssen getrouwd. De door U bedoelde Nederlandsche film wordt te Joinville bij Parijs opgenomen. Dank voor Uw vriendelijk .briefje. W. L. te AMSTERDAM. Renate Brausewetter filmt niet meer. Greta Garbo spreekt tamelijk goed Duitsch. Paul Vincenti woont Uhlandstrasse 25, Berlijn. Indien U drie antwoordcoupons insluit, zult LI de gewenschte foto wel ontvangen. ______
■
•■
ETS OVER EDELSTEENEN Z ir coon is een dubbeloxyde van Zirconium en Silicium of anders gezegd een silicaat van zirconium. Het komt alleen in vrij kleine kristallen voor van het tetragonale stelsel. Dit klinkt erg wetenschappelijk, doch de figuur geeft voldoende aan, dat de kristallen bestaan uit een vierkantig prisma, gedekt door een vierkantige pyramide. Het eene kristal is van terzijde gezien en heeft een klein vlakje meer, en het andere is vanboven gezien.
y'l&ncui%. zoodat alleen de vier zijden der pyramide zijn te zien. De kleur dezer kristallen is weer variabel, doch doorgaans bruin. Roodbruine steenen worden hyacinth genoemd en groene of gele wel jargoon. Geheel kleurloos en goed geslepen en gepolijst kan men zircoon wel voor diamant houden en daarvoor wordt het ook wel verkocht. Sterk verhit, verliest het zircoon zijn kleur en verandert het zijn specifiek gewicht. Zircoon komt voor in graniet en in enkele andere eruptief-gesteenten. Bekende vindplaatsen zijn het Zuidelijk Oeralgebergte en Ceylon. T u r q u o i s e is wel aan een ieder bekend en toch kent de wetenschap nog niet de juiste samenstelling. Het is een water-
streept. Het mineraal is een silicaat van Beryllium en Aluminium en wordt soms in zeer groote kristallen gevonden, o.a. in New Hampshire en in het Zuiden van Noorwegen. Verder zijn er vele vindplaatsen, die haar eigen kwaliteiten van beryl opbrengen. Granaat komt in verscheidene soorten voor, die denzelfden kristallijnen-vorm (cubisch) en hetzelffde type van chemische formule hebben. Al deze soorten dragen een eigen naam.
REMBRANDT THEATER
Het spreekt vanzelf, dat granaat dan ook in de meest uiteenloopende kleuren kan voorkomen. De juweliers hechten de meeste waarde aan roode, bruine, gele en groene steenen. Blauwe granaat bestaat niet. Het wordt bovendien voor de vervaardiging van schuurpapier gebruikt, daar het bijna even hard is als kwarts. In het granaat-mijnendistrict van Bohemen wordt de granaatafval zelfs voor de verharding van" tuinpaden gebruikt. Vele kristallen komen in gesteenten voor als korrels en aan dit feit dankt dit mineraal zijn naam, die afgeleid is van „grandla", korrel. De meest algemeene vorm, waarin het kristal voorkomt is rhombisch dodecaëdrisch, dus niet granulair, doch dit alles kan in kort bestek niet behandeld worden. Trouwens, dat is ook net doel niet.
ETÄSm/.
,7-/
- 28 -
TE BEN HAAG
II
"'
''
dooK OLIVER SANDYS
/
BEZOEKT HET
AMSTERDAM BRENGT STEEDS DE BESTE PROGRAMMA'S
l
-,
ETOS DOOLWECPi
DOOR EL v. EECKE
houdend aluminiumphosphaat met koperen ijzerdeelen, dat steeds in klompen of als opvulsel van holten in gesteenten aangetroffen wordt. De juweliers gebruiken dit ondoorschijnend mineraal alleen, wanneer het hemelsblauw van kleur en zacht wasachtig schijnend is; zij slijpen en polijsten het met een convexe oppervlakte. Groene turquoise had vroeger waarde, thans niet meer. De beste turquoisen komen van Meshed in Perzie en van den Sinaï; die van Nieuw Mexico en andere staten van NoordAmenka verliezen in het daglicht wel eens de kleur. Beryl, beter bekend onder den naam emerald, en dan ook kostbaarder, daar mooie helder grasgroene beryl-kristallen zeldzaam zijn. Wanneer de kleur bleek-geelachtig groen, blauwachtig groen of zeegroen is, noemt men de variëteit aquamarine. Ook gele kristallen bestaan en niet lang geleden werden op Madagascar en in Californië ook mooie rose kristallen gevonden. Beryl kristalliseert in het hexagonale systeem; wij vinden dus zeszijdige prisma's somtijds met pyramidale vlakjes op de kanten en hoeken De pnsma-vlakk'en zijn in de lengte ge-
<
)
Nadat ze zich verkleed had, begon ze jou 2til geenerlei bluam treffen. Misschien een brief aan June te schrijven. Dit was is het het beste als je me alles vertelt, zoouiterst moeilijk, want ze had er nimmer toe dat ik een oordeel kan vellen. Drink echter kunnen komen, haar zuster te vertellen hoe eerst iets van den brandewijn." Hij deed gehoorzaam wat ze vroeg en bitter ze voor haar groote vergissing moest begon: lijden. „Toen ik thuiskwam, was Trixie nog Nadat ze vier kantjes had volgeschreven over alle mogelijke alledaagsche feiten en niet terug. Ze had een briefje achtergehef leven in Indië, maakte ineens een on- laten, waarin ze te kennen gaf naar de weerstaanbaar verlangen zich van haar grotten te zijn gegaan met Larne. Ik raakte meester met Kennings op papier te praten. toen buiten mezelf van woede... Ik denk Het was een zekere troost en steun voor niet, dat je weet wat de grotten zijn, maar haar, haar gedachten te kunnen uiten tegen- een fatsoenlijke man zal nooit een meisje daarheen brengen. Trixie wist dat natuurover den man, dien ze liefhad. Er kwam een gevoel van rust over lijk niet en Larne zou het zonder twijfel haar, terwijl ze schreef, want het leek haar ook niet gedaan hebben, wanneer hij toe alsof ze nu tegenover hem zat en met nuchter was geweest. Toen ik ontdekte, dat hem praatte. Het middageten had reeds een hij daarheen met haar was gegaan, raakte uur geleden opgediend moeten worden, ik alle bezinning kwijt. Ik ging hen na, vond maar ze had dit uitgesteld omdat ze op ze en ik had mijn rijzweep meegenomen om hem af te rossen. Ik geloof niet, dat ik Larne wilde wachten. Juist toen ze den brief in een enveloppe ooit in mijn leven zoo woedend ben gewilde sluiten, onderscheidde ze het geluid weest. Ik veronderstel, dat hij haar had van wielen. Ze keek op, verwachtend willen aanhalen en ze was hierdoor bang Larne te zien. Hij was het echter niet. en boos geworden... Ze was buiten zichzelf van vreugde toen ze me zag en rende Nixon reed het grintpad op. „Ben jij daar, Dick? Pat is nog niet thuis me tegemoet. Het lag echter in mijn bedoeling eerst gekomen," riep ze vanaf de veranda. Het met Larne af te rekenen. Het leek wel alsof leek haar toe alsof hij wankelde en onmiddellijk begreep ze, dat er iets gebeurd ik aan niets anders kon denken. Zoodra moest zijn. Zijn zware ademhaling deed hij me zag haalde hij zijn revolver te voorschijn en dreigde me neer te zullen schieten, aan een jongensachtig gesnik denken wanneer ik niet onmiddellijk verdween. „Kom gauw binnen," drong ze aan. Ze trok hem bij de hand de verlichte Het was duidelijk merkbaar, dat hij stomeetkamer in. De twee inlandsche bedienden, dronken moest zijn. Ik was, zooals ik je al die dachten, dat hun meester was terug- zei, buiten mezelf van razernij. Ik kon hem gekeerd, waren binnengekomen om het niet straffen, voordat ik het vuurwapen uit eten op te dienen. Nixon maakte een gebaar met de hand en het leek er waarlijk op alsof hij flauw zou vallen. „Laat... ze weggaan," stotterde hij. „Ik... ik moet je iets vertellen." Ze zond hen het vertrek uit en daarna maakte ze voor Nixon een glas brandewijn en sodawater klaar. „Drink dit eerst en probeer je te beheerschen, oude jongen. Is je zuster thuis? Waar is Pat?" Nixon wilde echter niet drinken en hij beefde over zijn heele lichaam. „Ze zijn alle twee in mijn bungalow en ik ben hierheen gekomen om je te halen. Je moet bij ons blijven... De dokter is er en ik moet het je vertellen... Ik schoot... per ongeluk op Larne... en als hij dood gaat, dan " Hij viel op een stoel neer en verborg zijn gezicht in zijn handen. Eva legde haar hand op zijn arm. Nu ze wist, wat er gebeurd was, kwam er een eigenaardige, bijna. onnatuurlijke kalmte over haar. Ze was nu noodig: er viel iets te doen. Ze moest Pat steunen en dezen hulpcloozcn jongen man naast haar zien te troosten. „We moeten dadelijk naar je bungalow gaan, Dick," zei ze. „Luister echter eerst even goed naar me, oude jongen. Onverschillig wat er ook gebeurd moge wezen...
zijn band had gekregen en besloot dit dadelijk te doen. Voordat ik er evenwel toe kon overgaan, was hij me als een krankzinnige aangevlogen en in de worsteling, die daarna ontstond, ging de revolver af. Hij werd in zijn long getroffen en is er naar aan toe. Trixie en ik brachten hem naar huis en haalden onderweg den dokter aan. Hij weet er alles van en vermoedt, dat er maar een bitter klein kansje bestaat, dat hij in het leven zal blijven. Niettemin is hij bij zijn volle bewustzijn en vraagt telkens naar je." „Ik kom direct. Even een taschje pakken en een andere japon aantrekken. Wacht maar op de veranda op me." Als versuft deed hij wat ze beval. Het was heel vreemd, dat ze zich moest verkleeden, dacht hij vaag; ze kon toch wel een japon van Trixie leenen. Na verloop van hoogstens drie minuten was ze al weer bij hem. Ze had een sjaal omgeslagen, maar daaronder kwam een japon van een zeer eigenaardige kleur te voorschijn... een toilet van stof, welke aan vlammen deed , denken. Zonder twijfel had ze deze japon om een bepaalde reden aangetrokken, vermoedde hij. Ze legde met een kinderlijk gebaar haar handje in de zijne. Haar gezichtje zag doodsbleek, doch er lag een rustige uitdrukking in haar prachtige oogen. „Laten we nu gaan," zei ze zacht. Toen Eva de bungalow binnenkwam, sloop Trixie als een geestverschijning uit de schaduw te voorschijn. Ze zag doodsbleek en het was duidelijk merkbaar, dat ze zeer onder den indruk van het voorval was. Als Larne stierf, zou haar broer van moord beschuldigd worden. Wanneer hij bleef leven, werden zij beiden zonder twijfel uit den dienst ontslagen. Ze had het niet zoo ernstig bedoeld: ze had zich enkel maar willen amuseeren en het spreekt vanzelf, dat ze zich gevleid had gevoeld door Larne's attenties zich tegelijk verbeeldend, dat ze verliefd op hem was, omdat hij zulk een bijzonder aantrek-
„We moeten dadelijk naar jo bungalow gaan, Dick", zei ze. - 29 -
wummern
mm^^^m
^^^^^^^"
kehjke persoonlijkheid was. Eerst toen hij dat Eva zich niet kon voorstellen, dat hij haar had meegenomen naar de grotten, was dezelfde man was, dien ze nog geen drie het tot haar doorgedrongen, dat ze iets geuur geleden had gezien. Zijn gezicht had vaarlijks deed en herinnerd«; ze zich duieen loodgrijze kleur en hij leek ternauwerdelijk Nixon's waarschuwing. Larne was nood adem te halen. De dokter sloot de smoordronken... en ze bevond zich alleen deur en liet hen alleen. met hem. „Ben jij daar. Bloemenkind?" vroeoa Ze was opgewonden van vreugde aedrinken krijgen water?" Larne zwak. weest toen ze haar broer zag en daarna Ze gaf het hem en lichtte zijn hoofd op. „Ja, Pat Ik kom je verplegen." Ze booa had die worsteling plaats gevonden. „Pat. ' Ze nam zijn hand in de hare. zich over hem heen en nam zijn handen in Zoodra ze Eva zag, begon ze op een „Vertel me nu eens, of je me zien kunt." de hare. En terwijl ze dit deed, klonk er vreeselijke manier te snikken. Het sprak Hij opende zijn oogen en zag haar aan. een vage echo van die dagen in het begin vanzeü, dat de jonge vrouw het ergste van „Ja. natuurlijk. Je ziet er uit als een van het voorjaar — voordat haar liefde haar zou denken, vermoedde ze. Eva's engel, Bloemenkind." stierf — in haar stem. Ze had zulk een echtgenoot lag nu in Dicks slaapkamer op „Maar kun je zien wat ik draag?" bleef diep medelijden met hem, als ze bedacht sterven... En Dick zou voor alles moeten ze aandringen. „Ik bedoel de kleur van hoe hij geweest was en wat er nu van opkomen. Ze deed een paar schreden naar mijn japon." nem over bleek te zijn. voren en snikte alsof haar hart zou breken „Het is de vlamkleurige jurk Ik Er verscheen een schaduw van een glimMet een teeder, moederlijk gebaar legde dacht, dat je die nooit meer wilde dragen." lach om zijn lippen. uva haar armen om haar schouders heen „Ik heb dat toilet opzettelijk aangetrok' „Ik denk niet dat je me lang zult hoeven en zei een paar troostwoorden. ken. Je vroeg me die japon den eersten te verplegen. Ik hoop het tenminste. Het „Je moet nu dapper probeeren te zijn teravond van mijn aankomst te dragen. Herheeft geenerlei nut meer, Bloemenkind," wille van Dick," voegde ze er aan toe. „We inner je het nog, en... ik weigerde het te zei hij. Wil je misschien mijn kussen wat dienen elkaar zooveel mogelijk te helpen doen.' opschudden? en misschien loopt alles dan nog heel anders „Je weigerde me nog heel wat andere af dan we gedacht hadden. Ik ga even naar hei? deed het met de 9rootste voorzichtigdingen, kindje, maar ik neem het je niet Pat en kom straks weer bij je. Waar is de kwalijk. Ik ben een ellendeling geweest „Dank je. Je bent een geboren verslaapkamer? Het lijkt me ook eigenlijk het en dat ontdekte je." pleegster, mompelde hij. „Je gaat toch bes e als ik eerst even met den dokter praat, „Je moet me nu rustig aanhooren. Pat. nog niet weg, is het wel?" Ze trok een stoel 2e o 'J 9gen, dat ik hier ben?" Nee, doe je oogen nog niet dicht. Blijf dicht bij zijn bed. Up dat oogenblik verscheen dokter Pennaar mijn japon kijken. Ik heb die aange„Ik blijf den heelen nacht bij je en totson juist op de veranda en nam Eva tertrokken als een zeker tcefcen. Ik wilde dat je zooveel beter bent, dat je vervoerd zijde Nixon was op een stoel neergevallen je laten merken, dat ik er een speciale bekunt worden. en scheen bewusteloos te zijn. Trixie lao doeling mee had." „Totdat ik dood genoeg ben om vervoor hem neergeknield, wel is waar nog „Ik begrijp het niet. Je spreekt in raadvoerd te worden," verbeterde hij. „Het zal steeds schreiend, maar nu toch zachter selen. Bloemenkind." maar een kwestie van een paar uur zijn, haar best doende haar snikken zooveel „Het was mijn trouwjapon. Ik kon ze bloemenkind. ' mogelijk te smoren. nkt dragen... wanneer ik je niet meer wilde „Wil je zoo graag sterven?" vroeg ze 1 he hcel ei" ! *-" ernstig?" vroeg Eva liefhebben, maar als je beter wilt worwaarh n.;; kr .Je ,eid te zeggen ben ik fluisterend. De dokter knikte en er was den, Pat, dan zullen we ons best doen met bijster meer op het leven gesteld Het een ernstige uitdrukking in zijn oogen weer van elkaar te houden. Ik zal niet is bovendien het beste voor jou als ik maar „Ik vrees van wel. Hij heeft echter een langer weigeren... ze aan te trekken, wanzoo gauw mogelijk verdwijn." bijzonder sterk gestel. De groote moeilijkne u ie f me 0m vraa9t- Begrijp je het nu?" Ze drukte zijn hand en zag hem aan. heid is niettemin, dat hij totaal niet meeHet duurde een paar seconden voordat „Je moet nu naar me luisteren. Pat De he pt. Hij schraapte zijn keel. „Ik bedoel, hij antwoordde. Ze was bang, dat hij bulten dokter zegt dat je heelemaal niet meedat hij er bitter weinig voor schijnt te voelen bewustzijn raakte. werkt om beter te worden. Dat is verbeter te worden. Misschien kunt U wel iets „Versta je me, Pat?" vroeg ze ten laatkeerd Pat! Je moogt niet op die mazeggen of doen, mevrouw Larne, wat een ste. Hij knikte. verandering ten goede te weeg kan brengen. „Ik lag er over na te denken, hoe wonTreed""93311' ^ ^ " n09 "^ VOOr Hij heeft op het oogenblik de stellige overderbaarlijk je toch bent. Zoo edelmoedig... Zijn oogen waren gesloten, maar gedutuiging, dat het maar het be^te is als hij en mooi. Is dat een... belofte, Bloemenrende een kort oogenblik verscheen zijn doodgaat. Dit zei hij zooeven nog De kind? Kunnen we werkelijk van voren af oude spottende glimlach om zijn lippen wond op zichzelf is volstrekt niet ernstig, aan beginnen?" „Ik ben nergens bang voor. Bloemenkind. en ik geloof dan ook wel, dat we hem zou„Ja, ik beloof het je." Hij glimlachte teNiettemin spijt het me geweldig voor vreden. den kunnen redden, indien hij wat meeNixon. Zeg hem dat Hèm treft totaal werkte. Wilt U hem alleen zien?" „We zullen een heerlijken tijd hebben geen schuld. „Ja, graag," als ik in leven blijf. Ik zal heel goed voor „Natuurlijk niet. Maar als jij sterft, Ze was merkwaardig kalm en de dokter je zijn.- Geloof je, dat je... me werkelijk i t ~JZe spr,ak langzaam en nadrukke- weer kunt liefhebben... zooals in het begin? bewonderde haar hoe langer hoe meer Ze m — „dan zal de blaam wel op hem oewas zich van haar eigen kalmte en rust Met minder ben ik niet tevreden." schoven worden. Hij zal alle mogelijke onvolkomen bewust en het leek haar toe alsof „Zooals in het begin," herhaalde ze. aangename dingen onder de oogen hebben ze hierdoor als het ware beschermd werd ...Slechts de hemel wist, dat ze om hem te zien. Dokter Penson opende de deur van te redden, loog. In ieder geval scheen „Ik heb dokter Penson een brief gedicNixons slaapkamer voor haar, waar Larne tevreden te zijn. Hij kuste haar hand teerd waarin ik het duidelijk maakte Larne lag. Hij zag er zóó eigenaardig uit, en legde die toen tegen zijn wang. dat het mijn schuld was. Kan ik iets te William zegt, dat h\} leder gevaar onder de oogen wil zien om zUn liefde voor mU te bewUzen.
O, maar da» heeft hij toch al gedaan?!
/Itf^ nüt MC£ KM^TögoJ
TOGAL-t-bletten bij alle «poth. en drog. A f OSO en f 2. ■ Voor langer
tegen Rheumatiek, Ischias, Spit, Influenza, Jicht, Griep, Spierpijn, Hoofd- en Zenuwpijn e kuren In kllniekverpakkinit f 8.76 (veel voordeellger In 't gebruik.
Als de Jeuk U de Nachtrust Rooft. is het niet onverstandig U heele nachten door jeuk te laten folteren, wannc-r D.D.D. U direct verlichting kan brennen? Deze genezende vloeistof Is hèt middel, dat ge noodlg hebt tegen l'w luiidaandoening. Het bedaart de jonk en bezorgt U een rüstigen slaap, 's Moi • gens staat U dan verkwikt op. Alle lijders aan huidaandoeningen, die D.D.D. ijcbrulklen, ondervonden een dlrctu verlichting van het jeuken en de pijn D.D.D. dringt diep In de poriui doodt daar de ziektekiemen en maak' de huid gezond. Wacht niet, koop mn lieden een flacon van f 0.75 uf f 2.50 bij Uw Apotheker of Drogist. n n O ondersteunt de hellzanir - - ^T-T we.king der D.D.D.-Vl^tZ E E P stof en houdt de htn uezond. f 1 — per stuk. Bi
ABONNKERT == U ^ OF DIT BLAD
even Uw trots. Mevrouw, dat schitterende theeservies en die gesoigneerde theetafell Behooren daar niet de fijnste en smakelijkste biscuits bij, die te krijgen zijn? Wat een eet zult U inleggen bij Uw gasten, wanneer ge „DeLindebooms" biscuits serveert. Want hier komt de kwaliteit om den hoek kijken, die alléén bereikt kan worden door een fabriek roet een meer dan honderdjarige ervaring.
[Trekking 15 JAN. a.s.| in geheel Nederland wettig geoorloofde 5 % rentende ORANJE KRUIS OBUGATIËN
Holl. Premie-Aandeelen met jaarlijks 6 Trekktngen en volgende hoofdprijzen: f 120.000, 72.000, 60.000, 48.000, 36.000, 30.000 enz. ELK LOT EEN PRIJS! ■ Maandelijksche aflossing
slechts f 3.— Ondergeteekende verzoekt Prospectus gratis door: G. STROETZEL, Advert.-Bureau, Haarlem Postbox No. 83. Naam Woonplaats Straat
VOOR
Natuurlijk heeft Uw winkelier ze voorradig. Kent U onze luxe blikjes Rose Marie, Adonis en Alter dinner?
HARTSTOCHTELIJKE
ROCKERS
~WRICUEy'f Een verstandige gewoonte, In 't belang van Uw ge« sendheld. Wrlgley'« Kauwgom bevordert de speekselafaoheldlng, loodat de keel niet droog wordt.
N.V. BISCUITPABRIBKEN |
DEUNDEBOOHI
Na een stukje Wrlgley's smaakt de volgende sigaar des te beter. Wrlgley's houdt de tanden sohoon • zuivert de adem • Is goed voor maag en spijsvertering.
Godfried de Groot
U zult verrukt sljn over de frlssohe, tot het laatst blijvende smaak. Qeen andere versnapering kost soo weinig en doet zooveel nut.
^an fiuyhenstraat 2a Amsterdam Telef 28474
Twee soorten: P.K. met zuivere pepermuntsmaak en Spearmint met een pittige smaak van versehe kruizemunt. Slechts 6 ot. per pakje - tóch het allerlljnste wat bestaat.
WRIGLEY
Specialiteit in T^oderne en ^rtlstiebe foto's T^etiie de vele reproducties van ons veib In „Het Weekblad" Cinema S Theater
31
^^PHÄI
■—^^^^^"
^^^■^i^^^l
.^i?;:;
4
"
-
"■
-
,
-
WOORDEN EN MUZIEK VAN ARN. VAN RAALTE Jzn.
'J 'J
Jlr
l Jl ' '
I|1
' j '" f jljj I liVj i I '1
do^din.ne.keijbnd metje hoofdje zoorend Inioo bUrtk^deleJie^der dtu.ïen,
i
lip^m^heHj^jLtoto^l, ^Ww^.^^jn,^
|
I
Mötje
Ao.^ntecped. metje »»hdjeS-M^
n ir, g j fPfF'-MII
•
^^
-.>■--
■ruM^g^ W.
^
^
LU
ixJ
Wje cggzototuwjnvo helder^uw enzoo di^dehoJemder*e..ë* ^^
r^-ni Godinneke fijn, met je tandjes zoo klein En zoo teer, als uit marmer gesneden, Met je handjes zoo blank en je voetjes zoo slank. Als geen and're het aardvlak betreden; Godinneke zacht, met je blik als smaragd. En je oortjes als rose visioenen. Liefste, als ik maar dorst, o, ik zou j' aan mijn borst Innig drukken, vol liefde je zoenen I
i ^^
Godinneke mooi, met je smaakvollen tooi En je ronde, verleid'Iijke schouders. Met je zilveren lach en je levenslust, ach Waarom heb je geen schatrijke ouders? Godinneke lief, zoo onschuldig naïef, O, 'k zou toch zooveel van je hou'en. Als bij al wat je hadt, j' ook een... bruidschat bezat. Zeg, dan zou ik beslist met je trouwen II
MAI SON O PIOT Z.P--ACE
DE LA
Fabriek van Artistiek Zilverwerk
MAOELE,NE. pAR,JS Specialiteit voor geschenken in zilver en verzilverd metaal
Gevestigd in
7930
GROOTE KEUZE IN KUNSTVOORWERPEN UITGEVOERD NAAR ONTWERPEN UIT ELKE STIJLPERIODE Red. en Adm.: Galgewnter 22, Xelden. Tel. 700 Postrekening «880 Verschon» wekelUk« — Pr«8 per kwartaal f ï.95 ___
'_^ „
»