Het eerste nummer van CUE brengt een ODE AAN DE SPELER
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 1
5/28/09 12:28:02 PM
Even voorstellen...
Aukje de Boer (1975) • hoofd- en eindredacteur • is afgestudeerd theaterdocent en journalist • wil van CUE een tijdschrift maken dat bruist, borrelt, opinieert en vermaakt Henk Jansen (1959) • redactielid, schrijft artikelen en recensies • is werkzaam als regisseur, speldocent, auteur, producent en geeft artistiek leiding aan ZINspelers in Almere en Lelystad • wil van CUE een tijdschrift maken dat aanzet tot discussie over wat theater in deze tijd zou moeten/ kunnen betekenen
Marten Bos (1934) • redactielid, schrijft al ruim 20 jaar over de praktijk van het spelen, over zaken die hij niet snapt • is acteur in ruste, maar vertelt nog altijd verhalen • zorgt ervoor dat CUE blijft berichten over het belang van de kleinste dingen uit het theaterveld
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 2
5/28/09 12:28:04 PM
...de redactie van CUE
Nienke Tjallingii (1974) • redactielid • afgestudeerd als dramaturg en theaterregisseur • vindt dat CUE vooral nieuwsgierig moet maken Marc Veerkamp (1971) • redactielid, richt zich vooral op jongeren • werkt als journalist en redacteur voor theater, korte films en televisie, o.a. voor het jeugd- programma ‘Sesamstraat’ • hoopt dat CUE uit zal groeien tot een vakblad voor liefhebbers
Inhoud nummer 1 Een ode aan de speler! binnenzijde omslag gedicht Hugo Claus 4 interview Carine Crutzen 10 jongeren en roem 12 overzicht privéacteeropleidingen 18 geschiedenis van acteren 27 op tournee met John Lanting 32 In Memoriam Ton Lutz 32 stress en toneelspelen Rubrieken 16 NVAnieuws 17 regioportret 24 gezien! 23 spelersfeuilleton door Don Duyns 26 CUEkommer en … 26 de eyeopener 29 Drama & Schrijven 34 nieuwe boeken International Theatre and Film Bookshop 36 Ilja est fabula 36 colofon achterkant famous last words
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 3
5/28/09 12:28:07 PM
Carine Crutzen speelt nooit Toneelspelen is reizen. Van stad naar stad, van theater naar theater. Carine Crutzen heeft zojuist haar diner besteld in restaurant 1ste klas op het centraal station van Amsterdam. Over een uur vertrekt de trein, daarna moet ze de bus in. Files zijn een nadeel van het vak. ‘Maar het theater zou ik niet willen missen. Voor het acteren heb je toneel nodig.’
Uit de voorstelling ‘Geslacht’ v.l.n.r. José Klaase, Mark Rietman, Carine Crutzen, René van Zinnicq Bergmann
cue jun i 2009
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 4
5/28/09 12:28:07 PM
t
een
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 5
ander
5/28/09 12:28:08 PM
6
i ntervi e w C ari ne Cru tzen
tek s t Ma ai ke Ne ven I f otog rafi e D een van Meer
te gaan, vond ik het eng en ben ik psychologie gaan studeren. Na een half jaar zat ik een keer in een film en toen dacht ik: ‘Dit is wat ik wil. Wat doe ik hier?’
Carine Crutzen en Tjitske Reidinga in ‘De geschiedenis van de familie Avenier’ deel 1 en 2
Twee vrouwen zitten buiten op een bankje op spoor 2. Ze wachten op de trein. Een grote, zwarte hond loopt ongeduldig heen en weer. Binnen in het bruine restaurant wacht Carine Crutzen. Op haar maaltijd. ‘Je krijgt nu wel een smakkende vrouw tegenover je.’ Een vrouw die niet tevreden is met acteren in de middenmoot, een vrouw die haar Limburgse accent heeft moeten afleren - ‘Als je Shakespeare of Tsjechov speelt, leidt dat toch af’- een vrouw die houdt van het menselijk gedrag en een vrouw die niets liever doet dan het bezielen van tekst. ‘Partituur van muziek, wordt pas echt muziek als iemand het speelt. Dat is hetzelfde als bij toneelspelen. Het is je opdracht als acteur het publiek in de zaal te laten geloven in de illusie dat wat er op het toneel gebeurt, waar is. Toneelspelen is het bezielen van tekst.’ Crutzen wordt in 1961 geboren in Heerlen. Na een half jaar psychologie te hebben gestudeerd, kiest zij voor de Toneelschool in Maastricht. Ze speelde ondermeer in televisieseries als ‘De Brug’, ‘Pleidooi’ en ‘Oud Geld’ en was onlangs te zien in het vervolg van de dramaserie ‘Vuurzee’. Op het toneel stond ze o.a. in ‘Een
zwarte Pool’, ‘Dans van de reiger’ en ‘De Geschiedenis van de Familie Avenier’, dit seizoen speelt ze in de voorstelling ‘Geslacht’ van Het Toneel Speelt.
zondagmiddag bij oma ‘Vroeger ging ik met mijn moeder vaak naar de schouwburg, naar opera’s. Eigenlijk vond ik dat slecht gespeeld. Maar interessant vond ik het wel. Toen ik jong was, had ik een bandje, we maakten onze eigen muziek. Ik kom uit een familie waar muziek belangrijk was. Op zondag gingen we op bezoek bij oma. Een paar ooms konden heel geestig vertellen, maar er werd vooral met z’n allen gezongen. Het is niet dat ik niet verder wilde met zingen, het is er alleen nooit van gekomen. Taal is altijd belangrijk geweest. Het verhaal. Ik hield al vroeg van tragedie. Ik hou ook van komedie, ook om te spelen, maar zonder de zwaarte is het er voor mij niet. Op school deed ik altijd mee aan toneelstukjes en musicals. Als katholiek meisje mocht ik Maria spelen in de kerk. Het spelen trok mij al vroeg aan. Maar toen het moment daar was, na het gymnasium, om naar de toneelschool
‘Een ceasar salade voor deze jongedame.’ De ober glimlacht naar haar. Crutzen legt haar zonnebril op het tafeltje naast haar. Over drie kwartier moet ze in de trein zitten, ze pakt het bestek om te gaan eten, maar vertelt verder. Openhartig, vrolijk en met een heldere blik. ‘Als acteur moet je van mensen en het menselijk gedrag houden. Zit ik ergens, dan let ik op wat mensen doen, hoe ze kijken, wat het verhaal achter de gezichten zal zijn. Voor rollen verdiep ik mij in mensen, waarom nemen ze bepaalde beslissingen, waarom doen ze zich anders voor dan ze zich voelen, wat zijn hun wapens? Dat kan heel verhelderend en louterend zijn. Er zijn altijd raakvlakken met jezelf. Je speelt nooit een ander. Je vergroot een kant van jezelf uit en trekt de eigenschappen van een ander persoon naar jezelf toe. Maar het blijft jouw lichaam, met jouw stem. Met elke rol heb ik wel een verbinding. Niet dat ik zo ben, maar ik herken kanten van het personage dat ik speel. Zoals alle mensen eigenschappen van elkaar hebben. Ik speel nu iemand die behoorlijk slecht is: Chra, in de voorstelling ‘Geslacht’. Maar ze is slecht uit wanhoop. Misschien zou een ander het vanuit iets anders spelen. Daarom is een rol nooit hetzelfde. Voor iedere rol die je speelt moet je sympathie hebben, anders kun je hem niet spelen. Ik bewonder de vechtlust van haar heel erg. Dan ben je in ieder geval niet onverschillig.’
cue jun i 2009
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 6
5/28/09 12:28:10 PM
Nooit
Crutzen speelt toneel, maar speelt ook in televisieseries en films. En juist de afwisseling maakt het zo leuk. ‘Na een tijd op het toneel vind ik het heerlijk om te filmen. Elke keer is dat anders. Sta je weer met een groepje van 30 man in een bos. Zit je buiten te eten met de crew, heel gezellig. Soms zijn er zoveel mensen omheen, dat je je echt moet afsluiten, anders kun je niet spelen. In ‘Pleidooi’ moest ik samen met René van Asten een vrijscène spelen. Mijn minnaar was getrouwd, ik was door hem gekwetst en ik nam hem. Een soort omgekeerde verkrachting. Wij zaten op een soort podium gemaakt van tafels, omdat de camera van onderen filmde. Na de eerste take, die overigens goed ging, bleek er een piep in de tafel te zitten, dus moesten de tafelpoten door de crewleden vastgehouden worden. Omdat ik niet te veel mocht bewegen stonden twee andere mannen aan de benen van René te duwen om de neukbewegingen te maken. Dat beeld! En dan gewoon spelen’, lacht ze.
privémomenten Acteren is samenspelen. ‘Wat er tussen mensen gebeurt, is altijd spannender dan wat er bij jou of mij gebeurt. Ik speel graag met Mark Rietman. We hebben een aantal dingen samen gedaan en kennen elkaar inmiddels heel goed. Ook met Gijs
Scholten van Asschat en met Tjitske Reidinga vind ik het leuk om te spelen. Net zoals het persoonlijk met iemand klikt, zo heb je dat op het toneel ook . Je daagt elkaar uit. Voor de voorstelling wens je elkaar veel plezier, pak je elkaar nog even vast en ga je op. Dan zit je in je rol, direct. Je kijkt naar het ander personage, maar daar zie ik bijvoorbeeld wel Mark doorheen. Er zijn zelfs privémomenten in het spelen. Dat je elkaar echt aankijkt. Die mengeling maakt het spannend. Soms kan dat emotioneel zijn en soms ligt de slappe lach op de loer. Dan krijg je een soort: kijk ons hier nou staan. Het publiek is een medespeler. Ieder publiek is anders. Iedere avond is anders. Soms zijn mensen heel stil, dan denk ik ‘Leven ze nog?’. Er is publiek dat opmerkingen tussendoor maakt. Men denkt dat je ze niet hoort, maar je hoort heel veel op toneel. Een paar dagen geleden hoorde ik een man in de zaal verzuchten, nadat ik een kussen op de grond had gegooid en tegen mijn man zei dat hij het nooit goed doet: ‘Phoeh. Vrouwen.’ Publiek ademt mee met wat je doet, zij bepalen soms ritme en tempo.’ Ze scheurt een stuk van het stokbrood en doopt het in het plastic bakje boter. ‘Als acteur moet je een bepaalde gevoeligheid hebben, interesse in de mensen die je speelt.
Dit is wat ik wil. Wat doe ik hier?’
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 7
5/28/09 12:28:10 PM
i ntervi e w C ari ne Cru tzen
Mensen moeten naar je willen kijken, je moet een stem hebben waar men naar wil luisteren. Hard werken, discipline en het passen in een groepsproces horen ook allemaal bij het acteren. Het kan een verschrikkelijk vak zijn als het niet goed lukt. Je moet kritisch naar jezelf durven kijken. Jezelf afvragen ‘Kan ik dit echt?’ Iedere keer dat ik aan iets nieuws begin, weet ik niet hoe het moet en moet ik opnieuw beginnen en weet ik nooit echt of ik er uitkom. Maar de grote vraag ‘Kan ik het?’ stel ik me niet meer. Dat geloof ik nu wel. De laatste jaren heb ik minder faalangst. Dat wil niet zeggen dat ik nooit meer bang ben. Voor een volle zaal, kan ik nog steeds denken ‘Het lukt me niet vandaag.’ Maar ik merk wel dat ik minder te verliezen heb. Ik ben vrijer geworden. Ouder ook. Dat hoort waarschijnlijk bij elkaar.’ Het wordt drukker in het restaurant. Reizigers onderweg naar welke bestemming dan ook komen hier voor een drankje en een hapje. Carine Crutzen is hartelijk, heeft door het vele praten nauwelijks tijd om te eten. ‘We zijn nu aan het reizen. Het verkeer is ongelofelijk verschrikkelijk. Veel van huis zijn is ook een nadeel. Sociale contacten die je moeilijk kunt onderhouden, dingen die je mist van je kinderen. Je kunt niet ziek zijn, griep of koorts, je staat gewoon te spelen. Het is mij nooit gebeurd dat ik niet gespeeld heb. Ook toen ik twee jaar geleden brand in mijn huis had en mijn hand had verbrand, stond ik ’s avonds op het podium. Van de stress raakte ik mijn stem kwijt en op toneel kreeg ik een bloedneus. Dat was echt verschrikkelijk. Of als je vriendje het uitmaakt, als je moeder ziek is. Je moet spelen.’
een
te laat Carine denkt na, stopt snel een paar happen van haar salade in haar mond en knikt: ‘Blunders... ja. Er zijn blunders waar je heel kwaad over kan worden als het een ander gebeurt, namelijk te laat opkomen. In de voorstelling ‘De geschiedenis van de Familie Avenier’ zat ik tijdens een scène op toneel, de scène eindigde met een snik van mij, verder kwam er geen tekst mee. Gijs Scholten van Aschat en Marcel Hensema moesten opkomen en het spel ging weer door. Maar ze kwamen niet. Ik hoorde ze in de coulissen opgewonden praten en lachen. Zitten ze daar gewoon te kletsen en niet op te letten. Het leek een eeuwigheid te duren. Op het moment dat ik opstond, hoorde ik ze schrikken. Ze kwamen op en Gijs was direct zijn tekst kwijt. De hele voorstelling ben ik woedend geweest. Maar, ik moest mijn eigen blunder zoeken… Voor een film moest ik alleen maar opkijken en iets horen. Alleen maar dat. Ik ging er over nadenken, dat moet je natuurlijk helemaal niet doen. Je moet gewoon
opkijken en iets horen. Elf takes. Ik heb er elf takes overgedaan.’ ‘Laatst had ik het er nog met iemand over of toneelspelen een uitstervend vak is. Ik denk en hoop van niet. Je hebt film ervoor in de plaats gekregen. Maar het blijft uniek om met levende mensen in de zaal, naar levende mensen op toneel te kijken. Dat blijft mooi. Hoe het er precies over 50 jaar uit zal zien, dat weet ik niet. Waarschijnlijk wordt er steeds meer met zenders gespeeld. Dat vind ik jammer. Een pure, menselijke spreekstem te horen, vind ik mooier. Dat is toch de basis van je kunnen.’ Ze wenkt de ober en vraagt om de rekening. De man doet alsof hij haar niet verstaat en buigt iets naar Carine toe. Plagerig pakt ze zijn oor. De ober lacht. Het is zes uur. Ze staat op, ze moet weg. De trein in, naar de bus, naar het theater. Waar ook in het land. De files trotseren, want ‘van alle vormen van acteren is toneelspelen toch de moeder van de kunst.’
cue jun i 2009
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 8
5/28/09 12:28:12 PM
ander
Carine Crutzen speelt t/m 10 juni 2009 in ‘Geslacht’ van Het Toneel Speelt. Volgend seizoen maakt zij haar debuut als regisseur met ‘Truckstop’ van Lot Vekemans met Tjitske Reidinga, Guy Clemens en Saar Vandenberghe.
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 9
5/28/09 12:28:14 PM
10 tek s t Marc Veerkamp
Danspassen, ‘Beroemd zijn’ is een hype. Op televisie wisselen de talentenjachten elkaar af in estafettetempo. Ook in veel jeugdboeken, televisieseries en films draait het om dansen, zingen én ontdekt worden. Heeft deze ‘Fame-industrie’ ook invloed op jeugdtheaterscholen?
‘Van zingen word ik blij, en dansen is mijn hobby, en ik ga elke dag, even dansen als het mag...’ Deze regels hoor je een beetje nasaal te zingen, dan klinken ze lekker ‘Amerikaans’. Tekst en melodie zijn bedacht door Anouk en Lotte, twee twaalfjarige vriendinnen uit EgmondBinnen. Uiteraard hoort er een dansje bij. Anouk en Lotte willen beroemd worden. Maar waarom eigenlijk? Volgens Anouk ‘is dat gewoon standaard zo bij meisjes.’ Geen sluitend antwoord, maar het geeft wel aan dat voor jongeren volkomen natuurlijk is om te dromen over een doorbraak. Ze willen graag ‘iemand’ zijn en roem genereert waardering. En geld. Op zich niets nieuws, maar de betekenis van het begrip ‘roem’ verandert. Waren in het verleden vooral de beroemdheden zelf ‘hot’, tegenwoordig is het hele fenomeen ‘beroemdheid’ een hype. Denk bijvoorbeeld aan de wildgroei van talentenjachten op de televisie. Daarin worden met grote regelmaat jonge mensen naar de top ‘gesmst’. ‘Op zoek naar Joseph’, ‘Hollands’ got talent’, ‘X-factor’: de suggestie ontstaat dat je artiest wordt door ‘ergens aan mee te doen’. Een carrière in de spotlights lijkt voor vrijwel iedereen haalbaar.
meidenverhalen Maar goed, voordat je als jongere een kleedkamer krijgt, zit je eerst nog wel even in de wachtkamer. Daar kun je genieten van talloze DVD’s met én over tienersterretjes (‘The Jonas Brothers’, ‘Hannah Montana’). Of boeken lezen met titels als ‘Star School’, ‘Ik word een ster’, ‘Gossip & Paparazzi’ en uiteraard ‘Beroemd!’ Typische meidenverhalen, over acteren, audicue jun i 2009
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 10
J o n g eren en ro em
je tekst teren en jongens, met covers in snoepkleuren. Populair is de reeks ‘Theateracademie.nl’, geschreven door actrice en docent Sanne de Bakker. Volgens de site van deze boekenserie is de Theateracademie ‘dé school voor iedereen die beroemd wil worden’? Kan dat? Opgeleid worden tot beroemdheid? Er is in ieder geval een groeiend aanbod aan dans-, spel- en zanglessen, met name voor jongeren. Vrijwel iedere zichzelf respecterende gemeente beschikt over een jeugdtheaterschool. Veel kinderen en jongeren zijn bereid om een flink deel van hun vrije tijd te investeren in intensieve lessen en lange, vaak veeleisende repetitieperiodes. Speelt de zucht naar roem daarbij een rol? De jonge theatermaker Aike Vogelzang regisseerde vorig jaar een voorstelling over beroemdheid: ‘Lens’. Deze productie van jeugdtheaterschool ‘De Wonderboom’ in Winsum handelt over een groep jongeren die door een ‘figuur met mooie praatjes’ wordt verleidt om mee te doen aan een reality-show. Eenmaal voor de lens stelt hij ze zwaar op de proef. Hoeveel hebben de jongeren over voor hun roem? Volgens Vogelzang droegen de jongeren het thema zelf aan. ‘Ze werden getriggerd door de media om hen heen. Dagelijks zien ze reality-soaps. waarin mensen zich volledig bloot geven.’ Zelf nam hij deze regie over van iemand anders, waardoor hij een deel van de ontwikkeling niet zelf meemaakte, maar
X-f 5/28/09 12:28:14 PM
11
en je handtekeningen oefenen tijdens de repetities viel hem wel op hoezeer het stuk voortkwam uit hun eigen belevingswereld. Volgens Vogelzang zouden een aantal spelers zelf ook wel beroemd willen zijn. ‘En misschien hebben ze er zelf ook wel veel voor over om dat doel te bereiken. Dat merk ik op de manier waarop ze over beroemdheid praten. Ze hebben idolen waar ze zich aan spiegelen. Volgens mij weten ze nog niet helemaal wat beroemd zijn inhoudt, zien ze alles nog door een roze bril: handtekeningen uitdelen, fans, aanbeden worden’. Ook Deborah Lens, directeur van de Schiedamse jeugdtheaterschool ‘De Teerstoof’ draait er niet omheen: ‘Onze leerlingen willen allemaal beroemd worden!’ Goed, er zijn ook wel een paar talentvolle jongeren die iets te bescheiden zijn en juist behoefte hebben aan rode pepers. ‘Maar jonge spelers staan liever op het podium dan dat ze in de studio blijven hangen. Als ze aan producties meewerken merken ze dat ze hard moeten werken. Maar ze zijn omringd door professionele mensen. Je speelt zo’n voorstelling een aantal keren. Soms gaan ze ermee op reis. Als je daarvan geniet, wil je meer.’ Dat ‘meer’ vinden ze steeds vaker buiten de muren van de school. Leerlingen doen veelvuldig auditie voor commercials, films en theater. Veel jongeren staan ingeschreven bij castingbureaus. En het moet gezegd worden: veel doorgebroken acteurs ontvingen hun eerste applaus op de jeugdtheaterschool. Georgina Verbaan volgde vier jaar lessen bij het Haagse ‘Rabarber’. Sander van Amsterdam speelde enige tijd bij ‘Jongerentheater Alkmaar’ en is te zien in de film ‘Bloedbroeders’ en de SBS-reeks ‘De Hoofdprijs’. Nog een successtory: Martijn Lakemeijer zat slechts héél even op de Rotterdamse jeugdtheaterschool Hofplein voordat hij een zware hoofdrol kreeg in de film ‘Oorlogswinter’.
sociaal aspect Doorbreken voor je twintigste wordt steeds gebruikelijker. Lens bekijkt het nuchter. ‘Leerlingen stromen door naar de dansacademie, de toneelschool, doen mee aan het Junior Songfestival. Da’s op zich niet zo bijzonder. Dat maken alle jeugdtheaterscholen mee. Maar ik doe het voor de kinderen in Schiedam. Ook het sociale element is belangrijk.’ Vogelzang sluit zich daarbij aan. ‘Talent ontwikkeling is één van de taken van een jeugdtheaterschool, maar ik vind het verkeerd om je daarmee te profileren. Je wilt dat iedereen zich ontwikkelt op zijn eigen niveau. Dat sociaal-pedagogische aspect is belangrijk. In de groep die ‘Lens’ speelde zat ook een autistische jongen. Die snapte soms dingen niet, zat af en toe echt in zijn eigen wereld. Maar de groep accepteerde hem. Uiteindelijk speelde hij de sterren van de hemel. Waardevol, ook al zie ik zo’n jongen niet terug op de toneelschool.’ Wie wel zo’n opleiding afrondt hoeft er niet op te rekenen dat de schijnwerpers hem of haar altijd blijven verwarmen: slechts vijf procent van de Nederlandse beroepsacteurs heeft een vast contract. Aan de andere kant: waarom zou je een droom doden? P.S. Anouk wil niet meer beroemd worden. ‘Dan word je
-factor Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 11
achtervolgt door de roddelpers. Of moet je de hele dag
zwaaien zoals de koningin.’ Maar dansen blijft haar hobby.
5/28/09 12:28:15 PM
2.850,00 8.850,00 95,00 2.690 12
tek s t Henk Jan sen I f otog rafi e o plei d i n g Dan s en B e weg i n g en D e Ac teer s tud i o
Vier particuliere theaterscholen langs de meetlat Naast de acteursopleidingen aan de verschillende reguliere theaterscholen in Amsterdam, Arnhem, Maastricht en Utrecht, zijn er steeds meer particuliere opleidingen voor het acteursvak ontstaan. Wat hebben die opleidingen te bieden? Waarin verschillen zij van elkaar? Een rondgang langs vier particuliere opleidingen.
De Acteursschool Amsterdam De vorig jaar overleden theatermaker Lucas Borkel was vanaf de oprichting in 1993 dé inspirator achter ‘Het Collectief’, een privé parttime opleiding voor acteurs, tegenwoordig werkzaam onder de naam ‘De Acteursschool’. Op de website wordt aandacht geschonken aan de visie van de opleiding: ‘De Acteursschool is geen privé-school of particulier initiatief met commerciële belangen. Integendeel, het is een stichting die ‘het creëren van een ideale omgeving voor de lerende acteur’ tot doel heeft. Om dat te kunnen realiseren, wordt bewust gekozen voor een klein aantal leerlingen en een selectief docententeam. Wij zijn van mening dat kwaliteit vooral gedijt in een omgeving die met zorg en overtuiging is opgebouwd.’ Bijna 15 jaar geleden besloot een internationaal gezelschap van ervaren acteerdocenten tot de oprichting van een parttime acteursopleiding. Onder de naam ‘Het Collectief’gingen ze van start en slaagden ze erin een echte school op te bouwen. ‘De Acteursschool levert kwalitatief hoog onderwijs en staat in de professionele wereld hoog aangeschreven. Afgestudeerden vinden doorgaans gemakkelijk hun weg naar het theater, de televisie of de film. De Acteursschool is uitgegroeid tot een uitstekend alternatief voor de bestaande toneelscholen’, aldus de website. Ook deze opleiding bestaat uit drie jaar. Het cursusgeld voor het schooljaar 2009/2010 bedraagt €2.850,00 per student. Gedurende twee dagdelen per week krijgt een student speltrainingen en trainingen in het gebruik van de stem en het fysiek. Daarnaast wordt gedurende de hele opleiding tweewekelijks een theorieles gegeven. Afstuderen kost alleen aan lesgeld zo’n €8.850,00. In het eerste jaar wordt aandacht besteed aan het bewust worden van het ‘acteursinstrument’, het bewust worden van de fysieke mogelijkheden en de stemtechniek. Daarnaast aan de inleving in een personage en de theatrale kracht van de acteur. Gedurende het tweede jaar zal de speler zijn mogelijkheden verder uitdiepen en verfijnen door allerlei rollen te spelen in diverse stijlen.
cue jun i 2009
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 12
5/28/09 12:28:16 PM
690,00 100,00 100,00 8.370,00 13
De Acteerstudio Den Haag
De reeds aanwezige basis wordt verbreed tot een persoonlijke acteertechniek waarin authenticiteit en zeggingskracht voorop staan. In het laatste jaar staat de acteur met één been in de praktijk: hij brengt alles wat hij geleerd heeft via diverse projecten in de praktijk. Daarbij staan auditietraining en marketing hoog op het programma. Opvallend is de aandacht die de Acteursstudio zegt te besteden aan afgestudeerden. ‘Uit het oog betekent bij ons niet uit het hart’. Er is een speciaal programma dat voorziet in bijscholing. ‘Wij willen onze mensen met persoonlijk advies en op de praktijk gerichte lessen zo lang mogelijk begeleiden in hun loopbaan’. Waar De Trap studenten een diploma in het vooruitzicht stelt, vermeldt De Acteursschool op haar website: ‘Aangezien we bewust kiezen voor lessen in deeltijd en dus geen voltijdse opleiding zijn, zijn we niet gemachtigd officiële diploma’s te verstrekken.’ Na het succesvol afronden ontvangt men een certificaat. De selectieprocedure voor de Acteursstudio bestaat uit twee rondes. In de eerste ronde presenteert de speler zich met een bestaande monoloog. Hierna volgt een oefening in samenspel of een improvisatie die de commissie een ruimer beeld geeft van de persoonlijke spelmogelijkheden van de beginnende acteur. Er wordt deskundig geëvalueerd over wie er klaar is voor de volgende ronde, waarin in groepsverband wordt lesgegeven.
www.deacteursschool.nl
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 13
De acteerstudio in Den Haag bestaat al 20 jaar. Studenten krijgen gedurende drie jaar, 32 weken lang drie avonden per week les. Daarnaast volgen zij een aantal weekendworkshops. ‘Het is een leuke, spannende maar ook intensieve parttime avondopleiding’ vermeldt de website van de Acteerstudio. Het rooster bestaat zowel in het eerste, het tweede als in het eerste deel van het derde jaar uit twee avonden speltrainingen. Een derde lesavond wordt besteed aan de Alexandertechniek als voorbereiding op de stemlessen later op die avond. Met de Alexandertechniek als wekelijks terugkerend vak, onderscheidt de Acteerstudio zich van de andere opleidingen. In deze lessen leren studenten beter gebruik te maken van een natuurlijke balans en coördinatie. Het is met aandacht voor onder andere houding en ademhaling een goede basistechniek voor acteurs. Op haar website schermt De Acteerstudio met haar internationale docententeam: ‘Alle theaterdocenten zijn afkomstig uit de internationale theaterpraktijk. Zij volgden hun opleiding en oefenden hun vak uit in Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland, en Rusland.’ Artistiek leider Donald van der Maaten zegt: ‘Veel van de docenten hebben een Angelsaksische achtergrond, zij baseren hun lessen op de ideeën van de Russische regisseur en speltrainer Stanislavski. Maar er wordt ook aandacht besteed aan het meer fysieke acteren, in lessen van docenten die hun inspiratie vinden in de werkwijze van Decroux. Daarbij vindt de Acteerstudio dat de moderne acteur en actrice niet alleen in het theater, maar vooral ook voor een camera moet kunnen werken. In zijn geheel geeft het lespakket een goed gebalanceerd beeld wat van de huidige acteur wordt verwacht’. Van der Maaten vertelt: ‘Wij zijn natuurlijk een tweede kans opleiding, onze studenten zijn tussen de 25 en 45 jaar. Wanneer zich bij ons een zeer talentvolle student meldt van een jaar of achttien, dan zal ik hem of haar altijd aanmoedigen om auditie te doen aan de reguliere theaterscholen. Want met een diploma van zo’n
5/28/09 12:28:16 PM
50,00 3.750,00 250,00 10.500,0 14 overzi cht privéac teero plei d i n g en
De Trap Amsterdam
opleiding op zak heb je natuurlijk wel een voorsprong. Aan de andere kant wordt er naar mijn idee te veel gekeken naar het zogenaamde sterrendom en beroemdheid. Het is echt niet voor iedereen weggelegd om een Pierre Bokma te worden. Maar ook voor de kleinere rollen zijn goede acteurs nodig, anders kunnen de Bokma’s niet schitteren. Onze beroemdste afgestudeerde is Ruben van der Meer, die heeft bij ons met veel plezier en inzet de hele opleiding gevolgd. De drijfveren van onze studenten lopen zeer uiteen. Sommigen zijn docenten die op school wat meer met theater willen doen, anderen willen hun werk combineren met acteren of theatermaken. Maar wat ze ook doen of gaan doen, ze hebben uiteindelijk allemaal profijt van wat ze in de opleiding hebben geleerd’. Zowel het eerste als het tweede jaar van de Acteerstudio wordt afgerond met een presentatie voor publiek. In het derde jaar worden twee theaterproducties gemaakt. Eén daarvan, indien mogelijk, met examenstudenten van de Faculteit Dramaschrijven van de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. Wie wil worden toegelaten tot De Acteerstudio dient deel te nemen aan een auditieweekend: kosten €95,00. Het bijwonen van een voorafgaande informatieochtend is gratis. Het cursusgeld bedraagt €2,690,00 voor het eerste jaar, het tweede jaar is €100,00 duurder en voor het derde jaar moet opnieuw €100,00 meer betaald worden. Dit is exclusief eventuele materiaalkosten. Voor drie jaar lesgeld betaalt een student € 8.370,00.
www.acteerstudio.org
De Trap is opgericht in 1986 en naar eigen zeggen het grootste, onafhankelijke acteursscholingsinstituut in Nederland. De docenten zijn als acteur of regisseur werkzaam in de praktijk van theater, film en televisie. Ze zijn drukbezet, zo meldt de website van De Trap, daarom zijn de namen in het rooster onder voorbehoud. Kernbegrippen in het lesprogramma zijn: ambachtelijkheid, professionele werkhouding, vaktechnische bekwaamheid, visievorming, zelfstandigheid, theoretische kennis, theatraal onderzoek, eigenheid en bezielde techniek. De opleiding bestaat uit drie jaar en is in de eerste plaats gericht op het acteren in het theater, maar: ‘de mogelijkheden breiden zich uit naar film en televisie.’ Daarnaast tonen de afgestudeerden ook hun kwaliteiten als trainingsacteur voor bedrijven en instellingen, en treden ze op in bedrijfsfilms en commercials. Wekelijks zijn er twaalf contacturen verdeeld over vier dagdelen van drie uur. Van de studenten wordt verwacht dat zij extra tijd beschikbaar houden voor zelfstudie, repetitietijd met de groep, theater- en bibliotheekbezoek. Onder contacturen worden ook de zogenaamde ‘Salons’ en ‘Keukens’ gerekend. ‘Salons’ zijn avonden waar studenten aan elkaar, familie en vrienden kunnen laten zien waar zij in de lessen mee bezig zijn. ‘Keukens’ worden elke vier weken gehouden. Het zijn momenten waarop studenten intern resultaten van een klein eigen onderzoek kunnen laten zien en waarover zij van docenten/deskundigen op specifiek gevraagde punten feedback kunnen krijgen. Voor toelating aan De Trap dient men een auditie af te leggen, bestaande uit: een individueel gesprek, werken aan spelopdrachten en improvisaties o.l.v. docenten en het doen van een monoloog. Deelname aan een auditie kost een kandidaat €50,00. Het lesgeld voor het eerste jaar bedraagt €3.750,00 elk volgend jaar kent een korting van €250,00. Zonder prijsstijgingen kost een afgeronde opleiding aan De Trap een student €10.500,00. Jaarlijks komt daar een bedrag van €200,00 aan materiaalkosten bij.
www.detrap.nl
cue jun i 2009
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 14
5/28/09 12:28:17 PM
0,00 200,00 6250,00 18.750,00 15
Opleiding Drama & Beweging Den Haag De Opleiding Drama & Beweging is in september 2008 van start gegaan en onderscheidt zich het duidelijkst van eerder genoemde drie toneelopleidingen. Zij leidt uiteraard ook op voor het beroep van acteur, maar wil aan dit beroep een ‘nieuwe impuls geven vanuit Bewegingskunst en Commedia dell’Arte.’ Op de website staat te lezen: ‘De hier afgestudeerde acteur zal grote bewegelijkheid hebben ontwikkeld en daardoor in staat zijn zeer uiteenlopende rollen te spelen. Zijn vakmanschap en creativiteit zijn zodanig ontwikkeld dat hij in staat is zelfstandig, origineel en innovatief aan theater vorm te geven.’ Daarbij is de opleiding Drama en Beweging, in tegenstelling tot de andere scholen een dagopleiding. ‘Er wordt op vier dagen gewerkt van 10.00 uur tot 17.00 uur’, zegt Marue-Claude Lamourre, docent en mentor van de opleiding. ‘We hebben gekozen voor de formule van vier dagen per week om intensief te kunnen werken en omdat we een echte beroepsopleiding willen zijn. Dit vak vraagt om persoonlijke ontwikkeling, daar is tijd voor nodig.’ Over Bewegingskunst wordt op de website gezegd: ‘De wijze waarop wij bewegen, hangt diep samen met ons innerlijk. Zoals ieder onmiskenbaar zijn eigen stem heeft, zo is iemand ook te herkennen aan zijn voetstappen, aan een karakteristieke houding, aan een gebaar, een hoofdbeweging. Elke mens heeft in zijn beweging iets volkomen unieks. Het vinden van de unieke bewegingskarakteristiek van een bepaalde rol geeft de acteur een basis voor zijn creativiteit en zekerheid op het toneel. Hiervoor biedt deze opleiding een unieke knowhow en een groot palet aan bewegingskwaliteiten.’ In het eerste leerjaar vindt de verkenning van verschillende kunsten plaats en de plaatsbepaling van de dramatische kunst daarin. De nadruk ligt op het leren kennen en doorleven van ambachte-
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 15
lijke acteertechniek, het scholen van het acteursinstrumentarium: gestalte, ruimte en stem. Van belang is ook de kennismaking met de karakters van de Commedia dell’Arte als weerspiegeling van het menselijk innerlijk. In het tweede jaar wordt de speeltechniek verfijnd en wordt aan grotere fragmenten en hele stukken gewerkt. Toneelperiodes en speelstijlen worden bestudeerd en de ontwikkeling van het toneelspel, van bewegings- en speelstijl aan de hand van kostuumstudie. In het derde jaar gaan stijlgevoel en zelfstandige vormgeving een steeds grotere rol spelen. Kennis en vormgeving van stukken van grote meesters, klassiek en modern komen aanbod. Het tot stand brengen van een Commedia-voorstelling, met vormgeving tot in de fijnste details. In de loop van de opleiding wordt samen met de student gewerkt aan een portfolio en het opbouwen van contacten om zich voor te bereiden op het werkveld. ‘We zijn vorig jaar september van start gegaan met drie studenten’, vertelt Lamourre. ‘Het komend jaar zullen dat er zeven à tien zijn. De huidige studenten kozen voor deze school vanwege de specifieke aanpak en de ambachtelijke techniek waardoor zij zich veelzijdig kunnen ontwikkelen en zich tevens regiekwaliteiten eigen kunnen maken. De opleiding biedt intensieve individuele begeleiding met veel aandacht voor persoonlijke ontwikkeling.’ Een auditie bestaat uit drie onderdelen: het voorspelen van een voorbereide tekst, een les tekst en beweging/speltechniek en een gesprek. Het studiejaar omvat 32 weken à vier dagen per week, van 10.00 uur –17.00 uur, plus extra tijd voor presentaties e.d. Het studiegeld hiervoor bedraagt €6.250,00. Hiermee zijn de kosten voor deze opleiding met €18.750,00 voor drie lesjaren, hoger dan de eerder genoemde. Het aantal lesuren ligt echter beduidend hoger, waardoor de uurprijs van de lessen het laagst uitvalt.
www.opleidingdrama.nl
5/28/09 12:28:18 PM
16 tek s t Sab i ne O pr i n s
nieuws van de Nederlandse Vereniging voor Amateurtheater Repertoirebundels Inmiddels zijn er drie repertoirebundels verschenen en er wordt alweer gewerkt aan een vierde. Wil je eens een stuk waarin een paar oudere spelers uit je groep de glansrol hebben? Blader dan eens door 65 x 65 + stukken voor senioren en laat je verrassen door Jopie van Jet van den Berg of Celine van Maria Pâcome. Voor een compact stuk waarmee je afstudeert aan de kaderopleiding zoek je in >60 & <90 stukken zonder pauze. De stukken zijn ingedeeld in vier categorieën: dramatisch toneel, episch toneel, montage stukken en performance. De beschrijvingen worden ingeleid door een leeswijzer voor hedendaagse theaterteksten van Elsbeth Rozenboom, met analysetoppers, gouden schrijvers & makers en heerlijke lijstjes. Een klassieker voor je schoolvoorstelling of een hedendaags, maatschappelijk stuk voor twee van je sterspelers vind je in 80 x jong! stukken voor jongeren. De bundels zijn te koop in de boekhandel of via de NVA. 65 x 65 + kost €15,-, de andere twee zijn €17,50 per stuk. NVA-leden betalen geen portokosten.
Website Er wordt hard gewerkt om de NVA-website www.theaternv.nl te actualiseren. Alles over het NVA-lidmaatschap, onderscheidingen en ander nieuws is daar te vinden. Er zijn voorbeeldcontracten te downloaden voor o.a. regisseurs en schrijvers. Je vindt er ook voorbeeldovereenkomsten die vastleggen op welke basis in theaters kan worden gespeeld. En er staan links naar repertoirepagina’s zoals Hotel Dramatik en LIRA Theaterteksten.
CUE voor leden NVA-leden en abonnées van de theater nv krijgen voortaan de opvolger CUE. CUE verschijnt vier keer per jaar en heeft steeds de vorm van een themanummer. CUE beoogt een ruimere doelgroep: niet alleen regisseurs en docenten, maar juist ook spelers. CUE krijgt daarom een bredere verspreiding: iedere vereniging ontvangt ten minste drie exemplaren. CUE is in 2009 mede mogelijk gemaakt door het Fonds voor Cultuurparticipatie. De NVA wenst haar leden veel plezier met CUE.
Repertoirecatalogus 2009 In juni verschijnt weer de Repertoirecatalogus. Deze losbladige catalogus bevat dit jaar 36 beschrijvingen van theaterteksten. Léon van der Sanden maakte een sprankelende bewerking van de populaire roman De gelukkige Huisvrouw van Heleen van Royen, over een nymfomane die na haar zwangerschap een postnatale depressie krijgt. Wist je dat De tante van Charley door Brandon Thomas al in 1892 geschreven is? En wist je dat deze klassieker onder de kluchten prachtig is afgestoft door Harm Edens en Ger Apeldoorn? Broze botten (de telefoon kan nog altijd rinkelen) van Doris Goosen is speciaal geschreven voor oudere spelers en gaat over een aantal variété-artiesten die graag nog één keer willen schitteren. Deze en nog 33 andere beschrijvingen van stukken zijn te bestellen via
[email protected] of 070 360 29 94. Kosten: €13,50 voor NVA-leden en €27,00 voor anderen.
Zomersluiting NVA De NVA-bibliotheek en de Repertoireadvieslijn zijn deze zomer gesloten van 20 juli tot en met 14 augustus. Je kunt wel boeken terugsturen en je kunt ook mailen:
[email protected] of
[email protected]. De mails worden na de vakantie zo snel mogelijk behandeld in volgorde van binnenkomst.
cue jun i 2009
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 16
5/28/09 12:28:22 PM
reg i o po rtre t Rei n G i elb ert
tek s t Marten Bos I f otog rafi e Jan Oomen
17
In de nieuwe rubriek Regioportret gaat redacteur Marten Bos op zoek naar de werkelijke verhalen achter foto’s en kleine berichten uit de regiotijdschriften. In de eerste aflevering van Regioportret de winnaar van het Monologenfestival 2009 in theater ’t Kapelletje: Rien Gielbert. Aanleiding is de uitstraling van zijn foto op de cover van het Rotterdamse tijdschrift Applaus.
een fanatieke amateurspeler In 2002 kwam ik pas in theater ’t Kapelletje. Met m’n eerste monoloog ‘Kingcorn’ en oud-pta (Provinciaal Toneel Adviseur, redac.) Huub Hermans als regisseur. Ik dacht: Rotterdam is een grote stad, er zullen veel deelnemers zijn met een hoog niveau. Een uitdaging. Maar, het was bingo! Ik wón tot mijn grote verbazing. Dat voelde goed. Sindsdien doe ik ieder jaar mee.’ Rein Gielbert. Hij is 63 jaar; een mooie witte haardos en helder blauwe ogen, vriendelijke uitstraling. Geboren en getogen in Rotterdam. Nu al weer 40 jaar wonend in Dirksland op SchouwenDuiveland. Voor de kost werkte hij in de verkoop, salesmanager. Spullen voor Zeescheepswerven en Tank Coating. Wat ben jij voor speler? ‘Een fanatieke amateur toneelspeler die veel cursussen heeft gevolgd. Ik beleef aan spelen zeer veel plezier, heb er veel tijd voor, probeer heel kritisch te blijven op mezelf. Ben denk ik een ‘allrounder’, ik houd van rollen met humor en tragiek. Het verbaast me te merken dat je blijft leren. Mijn voorrecht was steeds met goede regisseurs te mogen werken.
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 17
Was je als kind ook met toneel bezig? ‘Ik ben een Rotterdamse jongen uit een groot arbeidersgezin. Op de lagere school haalde mijn oudere zus me al bij hun musical en als tiener sleurde ze me overal mee naar toe. Naar allerlei sketches, onzinstukjes in jeugdverenigingen. Vanaf m’n 17de speelde ik bij echte toneelverenigingen. Zo’n acht jaar geleden waren de stukken waarin ik speelde nog wel mooi, zoals ‘Thuis’ van Claus of ‘Een dag uit de dood van verdomde Lowietje’ bij toneelgroep ‘De Spiegel’. Maar ik werd de grote groepen zat. En ik vertelde Huub Hermans: ‘Ik zou wel eens een monoloog willen spelen’. Naast mijn monologen heb ik met regisseur Kees Keemink en Lenny de Raaij als medespeelster nu een ‘eigen’ clubje van drie, ’t Spiegel(t)je, waarmee we allerlei mooie dingen doen.’
Zijn monoloog, waarin hij ‘heel dicht bij zijn eigen Rotterdamse werkelijkheid bleef’, was gebaseerd op de roman ‘Het portret van Dorian Gray’ van Oscar Wilde. ‘Huub en ik zijn allebei met pensioen. We hebben wekenlang twee dagen in de week van tien tot vier aan de monoloog gewerkt. Dat ik de finale weer won, gaf daarom een zeer goed gevoel. Temidden van vijf andere, bijzonder mooie monologen. Een monoloog doen is lekker, maar ook tricky. Het is balanceren langs een afgrond. Een ervaren regisseur is een must.’ De jury verkoos hem tot winnaar ‘omdat hij het minst traditioneel was’ en men veel waardering had ‘voor de manier waarop ze de verhalen van twee hoofdpersonen in elkaar gevlochten hadden. Anderhalf uur later verdwijnt hij weer in de stroom van de put. Terug naar Dirksland. Terug naar de volgende eenakter ‘Regenwormen’ voor het festival in Zeeland. Terug ook naar zijn vrijwilligerswerk voor ondermeer Tafeltje Dekje en Unicef. Met pensioen? Ammehoela!
5/28/09 12:28:24 PM
18 tek s t Sab i ne O pr i n s I f otog rafi e RO -t he ater
g esch i ed en is van ac teren
Als je iets over acteren wil zeggen, ontkom je er niet aan dat te doen vanuit het perspectief van de maker/ regisseur. Dramaturg Sabine Oprins kijkt naar de nieuwste voorstelling van Jetse Batelaan en legt een aantal Westerse theorieën over acteren naast diens voorstelling.
Supermarkt. Een man ligt op de grond, hij kreunt, hij houdt zijn handen ineengeklemd tegen de borst. Andere mensen lopen met een boog om hem heen, stappen over hem heen, verplaatsen zijn boodschappenkarretje. Zonder naar hem of naar elkaar te kijken, zonder tegen iets of iemand op te botsen. Ik kijk naar een voorstelling van Jetse Batelaan: ‘Een cowboy met zijn handen hoog juicht waarschijnlijk niet’. Via de site van het RO Theater kun je het promotiefilmpje bekijken van deze voorstelling. Batelaan studeert in 2003 af aan de regieopleiding en maakt daarna voorstellingen met karakteristieke titels die lovend ontvangen worden. Een volstrekt eigen mengeling van naïviteit, absurditeit en melancholie. Hij maakt voorstellingen haast zonder woorden, maar met sterke beelden, gebaseerd op gedetailleerde observaties. Intuïtief voel ik aan dat zijn stijl wordt gedeeld door een grotere groep, een jonge generatie belangwekkende theatermakers die hun eigen handtekening uitvinden. Hoe kan hij maken wat hij maakt? Op wiens schouders staat hij? Acteren is lang niet als kunst gezien. Er is wel van oudsher geschreven over het ambacht van de acteur en wat belangrijke aspecten daarvan zijn, zoals het doen-alsof en het stemgebruik (ritme, toonhoogte, volume). Er bestaan afbeeldingen van hoe acteurs met gezichtsexpressies en handgebaren gevoelens en emoties kunnen uitbeelden. Er zijn regisseurs die hebben beschreven hoe ze de acteur inzetten in hun voorstelling. Als je iets over acteren wil zeggen, ontkom je er niet aan dat te doen vanuit het perspectief van de maker/ regisseur. Voor dit artikel leg ik een aantal van deze ideeën en opvattingen naast scènes uit Batelaans voorstelling. Supermarkt. Er lopen een zwangere vrouw, een vrouw met een hoofddoek, een oudere zakenman, een jonge corpsbal, een neurotische intellectueel. Hun personages worden in eerste instantie vooral gedefinieerd door wat ze dragen of als attributen bij zich hebben: een aktentas, een corduroy broek. Ze zien er niet bijzonder opvallend uit. Ze zien eruit zoals iedereen die je in de supermarkt kan tegenkomen. Je komt niets van ze te weten. Ze veranderen niet.
Denken De eerste theorievorming over acteren is van schrijver en filosoof Denis Diderot (1713-1784): ‘Paradox over de toneelspeler’, geschreven in 1773, posthuum verschenen in 1830. Tot 1720 is de acteerstijl van de tragische stukken declamatoir en formeel, met oratorische nummers. Daarna wordt de acteerstijl meer realistisch. De eerste serieuze trainingsprogramma’s voor acteurs komen pas in 1786, met de oprichting van de Koninklijke Dramatische School, de voorloper van de huidige Conservatoire, die is gekoppeld aan Comédie Française. In dezelfde eeuw waarin het burgerlijk drama ontstaat (bot gezegd een mengvorm van tragedie en komedie), schrijft Diderot zijn Paradox, over de relatie tussen de emotionele betrokkenheid van de toeschouwer bij het gespeelde drama en de verstandelijke redenering van die emotie door de acteur. Diderot beweert dat de beste acteurs er al spelend geen enkel gevoel op nahouden. Zij zijn één en al koele berekening, tot in de meest hartstochtelijke scènes aan toe. Zij moeten niet meer doen dan de hartstocht zo kundig mogelijk imiteren, want pas dan zullen de toeschouwers zich emotioneel totaal geven en dat is het doel van de theatervoorstelling. Supermarkt. Een man vraagt een andere man op rustige toon: ‘Mag ik u iets vragen?’. Ten antwoord heft de andere man zijn beide handen tot naast zijn hoofd en krimpt ineen, zakt uiteindelijk door zijn knieën op de tegelvloer. Eerst begrijp je er niets van. Dan begrijp je dat de knieler zich bedreigd voelt. Maar je snapt niet waardoor. De vrager gedraagt zich niet dreigend, zijn vraag klinkt onschuldig. En toch reageert de knieler alsof de vrager roept: ‘Je geld of je leven!’.
cue jun i 2009
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 18
5/28/09 12:28:25 PM
n
Een cowboy met zijn handen hoog juicht waarschijnlijk niet
over
acteren
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 19
5/28/09 12:28:26 PM
20
g esch i ed en is van ac teren
afwijkend is van zijn eigen gedrag. Het doel hiervan is dat de toeschouwer kritisch kijkt en zich verbaast over wat normaalgesproken als vanzelfsprekend wordt gepresenteerd.
Konstantin Stanislavski (1863-1938) is de man van het psychologisch realistische drama. De acteur speelt zijn rol zo natuurgetrouw mogelijk vanuit inleving in zijn personage en de situatie. Daarom observeert hij de werkelijkheid en zoekt hij in iedere scène naar de motivatie van het personage in relatie tot de scène, tot het stuk als geheel en tot de andere personages. De techniek die de acteur inzet, is die van ‘het magische alsof’: wat zou ik doen als ik zelf in deze situatie zat. Om dicht bij de waarachtige emoties te komen, put de acteur uit het reservoir van herinneringen uit zijn gevoelsleven. Supermarkt. De allochtone vrouw met de hoofddoek klemt zich plotseling om het linkerbeen van de neurotische intellectueel. Hij probeert van alles om haar kwijt te raken, maar het lukt niet. De vrouw is letterlijk een blok aan zijn been. Opeens laat ze los. Dat doet ze nog een keer. En weer later springt ze in zijn boodschappenkarretje; met haar benen over de rand en haar armen om haar knieën dwingt ze hem al zijn kracht in te zetten om zijn kar in beweging te krijgen, de kant op die hij wil. Vsevolod Meyerhold (1874-1941) streeft, in tegenstelling tot Stanislavski, naar gestileerd theater. Hij ontwerpt een acteertraining, de Biomechanica, die uitgaat van de fysiek van de acteur. Meyerhold begint niet, zoals Stanislavski, bij de emotie maar bij het lichaam. De lichamelijke verandering brengt de emotie teweeg en beïnvloedt de beleving van de acteur. Supermarkt. Een man trekt een zwangere vrouw aan haar haren mee, alsof zij een klein kind is en haar haar een kinderhandje, alsof zij een tas is. Het publiek reageert op de zwangere vrouw. Later slaat de zwangere vrouw de man meermalen in het gezicht met een plastic tas. Nog later staat de vrouw buiten de supermarkt te praten met de technicus, Uggs en buik als attributen in haar hand. Bertolt Brecht (1898-1956) is de grondlegger van het episch theater. Om de theaterillusie te doorbreken zet Brecht het vervreemdingseffect in; de acteur toont zijn personage, waardoor de toeschouwer beide waarneemt. Hij leeft zich niet in de situatie in; hij laat gedrag zien dat bij dat personage hoort en dat
Supermarkt. Een jonge man pakt de aktentas van een oudere man uit zijn winkelwagentje en begint het grondig te slopen. Er blijft niets heel van de aktentas. De oudere man verontschuldigt zich bij de omstanders voor de overlast. Het publiek lacht. Een rolluik gaat neer, komt op. De oudere man heeft een aktentas in zijn winkelwagentje, de jonge man pakt het en vernielt het. Het publiek lacht weer. Rolluik neer, rolluik op, oudere man met aktentas, publiek houdt de adem in, jonge man bekijkt de schappen en loopt verder. Antonin Artaud (1896-1946) pleit in zijn essaybundel ‘Theater van de wreedheid’ voor een theater dat niet psychologiserend is. Theater moet werken op het emotionele niveau en heeft een magisch en ritueel karakter. De wreedheid die Artaud bedoelt, heeft te maken met de menselijke conditie; het gaat over de strijd en de pijn die wij mensen ervaren in de wereld en waartoe we ons moeten verhouden. In Artauds theater is taal is net zo belangrijk als licht, voorwerpen, muziek of een acteur. Artaud is één van de grondleggers van ritueel theater, waarin handelingen gebaseerd zijn op rituele of alledaagse gewoonten of sociaal gedrag. Door de herhaling ervan krijgen ze een werking en betekenis die boven het alledaagse uitstijgt. Supermarkt. Vanuit het niets botst een zwangere vrouw met haar karretje doelbewust tegen iemand anders karretje. De ander reageert alsof het per ongeluk is. Ze botst nog een keer tegen het karretje. De ander reageert alsof de botser hem helpt. Je ziet het bijna niet aankomen, het botsen, waarschijnlijk omdat je je niet kan voorstellen dat iemand dat zou doen zonder dat je een duidelijke oorzaak daarvoor kunt waarnemen. Maar als je nadenkt, weet je dat je het volgende hebt gezien: dat de actrice haar slachtoffer uitkiest, een aanloopje neemt, het moment bepaalt en toeslaat.
cue jun i 2009
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 20
5/28/09 12:28:27 PM
21
Jerzy Grotowski (1933-1999) is de andere grondlegger van ritueel theater, beslist beïnvloed door Artaud, maar in tegenstelling tot Artaud, staat bij Grotowski de acteur centraal. Met name de groeiende acteur, die samen met de regisseur onderzoekt. Deze gezamenlijke groei leidt tot een openbaring, volgens Grotowski, waarin de acteur ‘wordt herboren – niet alleen als acteur maar ook als mens – en met de acteur word ik herboren.’ Het theater bestaat vanwege de relatie tussen acteur en toeschouwer, en die relatie moet je vormgeven. Daarin gaat het niet alleen om de acteur, maar ook om de persoon die de acteur is. Batelaan staat op al deze schouders. De verhouding tussen persoon, acteur en personage wordt door iedereen anders vormgegeven en hij maakt daarvan zijn eigen amalgaam. Hij zet Brechts vervreemding in, maar zonder te moraliseren. Stanislavski’s psychologisch realisme kantelt hij, door oorzaak en gevolg onlogisch te maken en uit verhouding te trekken. De herhaling van situaties en gedrag herinnert aan het ritueel theater van Artaud en Grotowski. De fysieke benadering leent hij van Meyerhold. Het enige wat steeds
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 21
aanwezig lijkt is het bewustzijn dat het theater is. De mengvorm van de verschillende opvattingen maakt het spannend en speels. Je krijgt een spiegel voorgehouden, met een knipoog. Je kunt allerlei gedachten hebben over het vernis van de menselijke beschaving en de angst daaronder, maar de humor relativeert en het oog voor detail is troostrijk. Het wordt gezien, hoe dan ook. Supermarkt. Een man komt op, knikt naar het publiek, gooit een muntje in het boodschappenkarretje, hangt zijn tas aan de haak en loopt de supermarkt binnen. Hij ontwijkt zoveel mogelijk de anderen in de winkel, praat niet met hen en kijkt hen niet aan. Hij draait rondjes met zijn kar door de te kleine winkel gevuld met te veel anderen.
Bronnen Antonin Artaud, Het theater van de wreedheid, vertaling Simon Vinkenoog (Amsterdam, 1982). O.G. Brockett, History of the theatre (Boston, 1991). Denis Diderot, Paradox over de toneelspeler met een inleiding van Wiebe Hoogendoorn (Amsterdam, 1985). Jerzy Grotowski, Naar een sober theater (samengsteld door Eugenio Barba, vertaald door Annelies Eulen) (Amsterdam, 1986). Elsbeth Rozenboom, Leeswijzer voor hedendaagse theaterteksten in >60 & <90 stukken zonder pauze (Amsterdam, 2008). J.L. Styan, Modern drama in theory and practice, deel 1, 2 en 3 (Cambridge, 1989). Marianne Van Kerkhoven (hoofdred.), Theaterschrift 7. De acteur (Brussel, 1994). Met dank aan Remko Weijer.
5/28/09 12:28:29 PM
22 Inspiratie nodig? Op zoek naar tekst? Dramaturg Sabine Oprins selecteert nieuwe en oude teksten die aansluiten bij het thema van CUE. Dit maal aandacht voor stukken rondom spelen en acteren.
Ik weet mijn tekst als ik weet hoe ik l Black box (1998) van Enne Koens (NL, 1974) Tragikomedie van 60 minuten voor drie vrouwen en drie mannen. In de kleedkamer van een amateurtoneelgroep op de premièredag. Bij de generale weigert de oudste speler (tevens jeune premier) de grillen van de regisseur te volgen, waarmee ieders overspannen ambities uitbreken.
ik voor tragedie, komedie, historie, Ik weet mijn tekst als ik weet hoe ik loop en als ik niet meer weet hoe ik loop, weet ik mijn tekst ook niet meer. Breekbaar (2006) van Frans Strijards (NL, 1952) Avondvullend toneelspel voor vier vrouwen en twee mannen. Een diva wil haar kennis en ervaring overdragen aan een jonge generatie spelers. De spelers worden onder haar genadeloze leiding steeds eigenzinniger en als ook de zakelijk leider begint te protesteren, breekt de diva.
pastorale, pastoraal-komisch, historiOnthou wat je ook maakt en wat je ook doet op het podium: doe het om het rampzalige onaffe van de schepping aan het oog te onttrekken.
Backstage (1999) van Oscar van Woensel (NL, 1970) Avondvullend toneelspel voor drie vrouwen en vijf mannen. In de figurantenkleedkamer van een pretentieuze 100ste voorstelling van ‘Hamlet/ Prins van Denemarken’. De figuranten schelden, drinken, snuiven, trekken de verkeerde kostuums aan en komen te laat op. Kortom: handleiding hoe niet te acteren.
co-pastoraal, tragico-historisch, tragi De beste spelers ter wereld, zowel voor tragedie, komedie, historie, pastorale, pastoraal-komisch, historicopastoraal, tragico-historisch, tragico-comico-historico-pastoraal, streng klassiek tableau of gedicht met kop noch staart. [...] Voor tekstgetrouwheid en improvisatie: dit zijn de enige mensen.”
co-comico-historico-pastoraal, stren De stoel van Stanislavski (1990) van Guido Van Meir (B, 1947) Toneelspel van 60 minuten voor drie vrouwen en vijf mannen. Jonge regisseur zoekt onopgeleide, onervaren (lees: kneedbare) spelers. Zes jonge mensen komen auditeren, bereid om psychisch en fysiek tot het uiterste te gaan. Een spannend machtsspel, vol humor en ironie.
klassiek tableau of gedicht met kop Opzet of niet wordt dan totaal irrelevant in de context van het theater. In the long run rest alleen de queeste of het echt is of fake.
Amy’s idee (1997) van David Hare (GB, 1947), vertaling Walter Tillemans (1999) Avondvullend toneelspel voor drie vrouwen en drie mannen. Gelauwerd theateractrice Esmee en haar schoonzoon Dominic, filmproducent, vechten over welk medium relevanter is. Ondertussen probeert Amy van iedereen te houden zonder zichzelf tekort te doen.
noch staart. [...] Ik heb tenminste een goeie sterfscène.
tenminste een goeie sterfscène.” Alle stukken zijn op te vragen bij de NVA-bibliotheek: 070 360 29 94 of
[email protected]
cue jun i 2009
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 22
5/28/09 12:28:30 PM
Specia al voo r CUE schr ijf t reg i sseur en to neel schr ijver Do n D uyn s een speler sfeu i lle to n i n vi er d elen
ik l
Don Duyns (1)
Lees mee met de belevenissen van makerscollectief Levend Toneel die zich opmaken voor de jubileiumvoorstelling ‘Nat zand’.
ie,
ori-
Nat zand: spanningen ‘Dit trek ik echt niet aan’. Met een van afkeer vertrokken gezicht houdt Maja de experimentele jurk voor zich. Op borsthoogte zijn twee gaten geknipt in het juten kledingstuk, en ook aan de achterzijde is een opening gecreëerd. Het is de dag van de eerste bijeenkomst voor de jubileumvoorstelling ‘Nat zand’, van makerscollectief Levend Toneel (voorheen: samen op de planken) en de sfeer is nu al om te snijden. Leendert, een gezette vijftiger met een blondgrijze paardenstaart, loopt sussend op Maja af. ‘Laten we de dingen nou niet op de spits drijven.’ ‘Op de spits? Op de spits? Ik trek dit echt niet aan. Wat denk je dat mijn kinderen ervan vinden? Dat zijn pubers, die hoeven niet de zwabberborsten van hun moeder te zien.’
ragi-
reng
p
23
Maja gooit de jurk op tafel, naast de andere ontwerpen. Herman, die verantwoordelijk is voor de juten creatie, trekt de jurk beledigd naar zich toe. Meerdere leden van Levend Toneel beginnen ongemakkelijk op hun stoel te schuiven. Ze kennen deze conflicten en weten hoeveel allejezus veel tijd ze kosten. ‘Ik heb wel een voorstel’, zegt Nel, terwijl ze een stuk cake van het schaaltje pakt. ‘Ik hoef geen voorstel, ik trek het gewoon niet aan’, herhaalt Maja. Leendert, de spelcoach, zucht. Als Maja haar hakken in het zand zet, kunnen geen drie paarden haar weer vlot trekken. Het liefst zou hij haar eruit gooien, maar dat gaat niet. Maja is de steractrice van Levend Toneel. Dankzij haar maken ze elk jaar weer kans om het tweeakter -festival van midden Nederland te winnen. Haar dictie, de manier waarop ze beweegt over het toneel en haar focus zijn onberispelijk. Helaas weet ze dat zelf ook.
Ze ziet zichzelf als een stralend licht, dat afstraalt op de mindere goden met wie zij grootmoedig het podium deelt. ‘Mijn voorstel’, gaat Nel onverdroten voort, ‘is dat we er allemaal nog even goed over nadenken.’ Er klinkt instemmend gemompel. Tonny, Marjan, Carla, Rob en Leendert zijn blij met Nel’s sussende gedachte. Alleen Herman en Maja blijven elkaar woest aankijken. Herman houdt de jurk voor zich. ‘Je kunt het toch gewoon proberen, mens? Die gaten staan voor de gaten in de ziel van jouw personage. Dat moet je toch kunnen herkennen?’ Mens. Zo kun je Maja beter niet noemen. Ze pakt de jurk van Herman af en scheurt met een resolute beweging de openingen een stuk verder in. ‘Is dit niet beter Herman?’ ‘Blijf met je tengels van mijn ontwerpen af!’ ‘Je houdt toch van gaten? Ik maak ze alleen wat groter.’ Even dreigt een gevecht. Herman, slank, modieus gekleed, strekt zijn handen uit naar Maja’s getoupeerde kapsel, met de duidelijke intentie er in elk geval enkele lokken uit te trekken. Maja heeft haar glanzende nagels op Hermans keel gericht. Nel duwt hun handen omlaag. ‘Hou op! We doen dit toch omdat we het leuk vinden?’ ‘Wat?’ ‘Toneelmaken. Theater maken. Met z’n allen.’ ‘Niet met haar’, zegt Herman zuur. Hij pakt in doodse stilte zijn spullen van tafel en gaat. Nel kucht en deelt cake rond. ‘Fijn’, zucht Leendert, met zijn hoofd in zijn handen, ‘hadden we eens een professionele ontwerper, zijn we hem na de eerste meeting alweer kwijt.’ Op dat moment stormt Machteld, de regie-assistente naar binnen. ‘Er is een ramp gebeurd’, roept ze. De leden van Levend Toneel kijken haar geschokt aan. WORDT VERVOLGD
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 23
5/28/09 12:28:30 PM
24 tek s t Henk Jan sen I f otog rafi e Boy Haze s
Gezien!.................. voorstelling Mary, over Theater en de Dood tekst Ger Beukenkamp regie Floor Maas door Theatergroep Toetssteen gezien op 25 april 2009 in De Engelenbak, Amsterdam wegens succes extra voorstellingen aldaar van 16 t/m 20 december Meer informatie? www.toetssteen.nl
Waarom heet Mary geen Jetje? Mary Dresselhuys is niet dood, ze leeft. Ze heet Ineke Veenhoven en is te zien in de voorstelling ‘MARY, over Theater en de Dood’ van Theatergroep Toetssteen. Wanneer Veenhoven als Dresselhuys opkomt, gaat er een zindering door de zaal. De leeftijd van de gemiddelde toeschouwer is van dien aard, dat ze de comédienne in haar hoogtijdagen op het toneel gezien kunnen hebben. En ja... het is griezelig: die stem, die houding, die kenmerkende bewegingen, het plaatsen van een grap... Ineke Veenhoven speelt niet, ze ís Mary Dresselhuys. Het toneelstuk is gebaseerd op de dramatisch verlopen voorbereidingen op de voorstelling ‘Koningin Moeder’ in 1993. Carol van Herwijnen is Mary’s tegenspeler en zacht gezegd: het boterde niet tussen die twee. De voorstelling werd een ramp voor de acteurs en betekende voor Dresselhuys het trieste slotakkoord van een glansrijke carrière.
In de voorstelling is Mary in Frankrijk, daar ontvangt ze haar tegenspeler Sander. Ze heeft haar producent Kees zover gekregen dat hij de acteur twee weken in haar buurt laat logeren, zodat zij zich samen kunnen voorbereiden op het repetitieproces. Alles loopt echter anders. Mary is dwars en onaardig, ze zegt dat ze het stuk ‘Koningin Moeder’ verschrikkelijk vindt en dat ze het niet wil spelen. Ze heeft een ander stuk op het oog, dat stuk duurt 40 minuten. Ze probeert Sander zover te krijgen, de producent te overtuigen van haar betere keuze. In werkelijkheid vreest Mary dat ze een avondvullend stuk niet meer aankan. Het ‘oortje’ dat haar de tekst en mise-en-scène influistert, biedt onvoldoende soelaas. Het valt haar zwaar dit toe te geven, want een leven zonder toneel is ondenkbaar. Toetssteen speelt vaker stukken waarin BN’ers een hoofdrol spelen. Beukenkamp heeft daar een eigen genre van gemaakt. Toch zegt hij in een interview dat de Mary in het stuk net zo goed Jetje kan heten. En zo is het. Het stuk gaat, veel meer dan over Dresselhuys, over het streven naar
waarachtigheid, over ouder worden en de wil om te blijven meetellen. Waarom dan toch voor dit icoon als kapstok gekozen? Want het ‘Dresselhuys-spelen’ leidt eerder af van waar het in het stuk omgaat, dan dat het iets toevoegt. Als kijker ben je toch bezig met vragen als: klopt het wel wat van Veenhoven doet? Wat is echt Mary en wat heeft Beukenkamp verzonnen? En wie is dan Joop (van den Ende)? Wie staat voor Carol (van Herwijnen)? En waarom heten zij in het stuk wel Kees en Sander en waarom heet Mary geen Jetje? ‘MARY, over Theater en de Dood’ is een goed, maar ook een keurig geschreven toneelstuk. Als het onheilspellend wordt gaat het onweren en er zijn geen losse eindjes. De regie van Floor Maas is daarmee in overeenstemming, evenals de vormgeving. De voorstelling ademt de sfeer uit van een vrije productie uit de jaren ‘80. Kwaliteit en klasse. Maar ook zó voorspelbaar en braaf. Wat zou het spannend zijn, wanneer Toetssteen, met alle kwaliteiten die daar in huis zijn, eens een wat avontuurlijker keuze zou maken.
cue jun i 2009
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 24
5/28/09 12:28:31 PM
tek s t Co nny En g elb ert s
25
Met ‘Mary, over Theater en de Dood’ wilde Floor Maas een stuk maken in de geest van Mary Dresselhuys. Dat de voorstelling de sfeer ademt van een vrije productie uit de jaren ‘80, zoals Henk Jansen stelt, is dus eigenlijk een compliment, want: ‘Dat is exact zoals het bedoeld is.’
..........reactie op Gezien! Floo r Ma a s (5 3) vo lgd e d iver se o plei d i n g en o p he t g ebi ed van t he ater , film en tele vi s i e . Ze ma ak t samen me t Pe ter d e Ba an he t T V-prog ramma ‘ D e vlo er o p’ van d e Human i s t i sche Omro ep en reg i sseert en b eg elei dt zowel amateur s al s pro fe ss i o nal s . Oo k g eef t ze le s o p d e Luc a s Bo rkel Ac teur ssch oo l i n Ams terdam .
Exact zoals het bedoeld is Wat viel je op aan de recensie? Ik vond hem verrassend. Het lijkt alsof de recensent naar het theater ging met een bepaalde verwachting, maar bij een ander genre terechtkwam. Zoals iemand die na het zien van een esthetische film, klaagt dat het niet spannend was, geen James Bond. Hij heeft meer over het genre geschreven dan over de voorstelling. Waarom heet de actrice in het stuk wel Mary Dresselhuys, terwijl de andere personages – deels toch ook gebaseerd op bestaande figuren – fictieve namen dragen? Mary is een icoon. Zij is het dramatische gegeven van dit stuk en daar heeft de auteur op voortgeborduurd. Maar het verhaal is fictie. Het beschrijft wat er gebeurd had kunnen zijn als Mary haar laatste rol – één van haar slechtste – had geweigerd. Met Mary als inspiratiebron, iemand die tot de verbeelding spreekt, kom je bij veel grotere, menselijke dingen terecht.
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 25
Juist die thema’s maken dat dit stuk de anekdote overstijgt. Eén van die thema’s is dat iedereen een verhaal maakt van zijn leven, om dat leven aan te kunnen. De televisie is vergeven van programma’s die daarom draaien. Die thematiek is sterk gelieerd aan het acteursschap. Mary Dresselhuys is daarvoor een dankbaar onderwerp. En in de zijlijn van het stuk zitten Claris en Tobias, die de gewone wereld vertegenwoordigen. Zij zijn acteurs in hun eigen leven geworden. Zo overleven zij. Heb je daar veel met je acteurs over gesproken? Nee, ik praat nooit expliciet over thematiek. Thematiek valt niet te spelen. Net zoals je geen psychologie kunt spelen. Je wilt iets en wat doé je om dat te bereiken. Dat is acteren. De bedoeling van een stuk kun je niet spelen. Indirect praten we er wel over. Acteurs spelen omdat ze het leuk vinden, of omdat ze dingen kunnen doen die in het dagelijks leven niet voor ze zijn weggelegd. Het is het oprekken van de werkelijkheid.
Ben je trouw gebleven aan de tekst? Ja, absoluut. Dat kun je keurig noemen, maar het is een inhoudelijke, artistieke keuze. ‘Mary’ is een nieuw Nederlands stuk en niet de zoveelste interpretatie van een Skakespeare. Ik heb eerder gewerkt met Ger Beukenkamp en Ineke Veenhoven. Hij wilde ‘iets’ met Mary Dresselhuys doen en Ineke was de ultieme Mary. Ik heb een eerdere versie gelezen, die lichter van toon was, en was nauw betrokken bij de tweede, definitieve versie. Het is grappig dat de recensent spreekt van een ‘vrije productie uit de jaren ‘80’. Want dat is exact zoals het bedoeld is. Je kijkt naar een voorstelling waar Mary Dresselhuys in gespeeld zou kunnen hebben. Henk van Gelder, recensent voor NRC Handelsblad schreef: ‘dat Mary Dresselhuys dit stuk graag had willen spelen.’ Dan is de cirkel rond.
5/28/09 12:28:31 PM
26 tek s t Marten Bos
CUEkommer en...
Hij stond altijd midden op het eerste plan. Je kon er niet omheen. In de schijnwerpers een onvermijdelijk struikelblok. Een symbool van traditie. Heel groot, helemaal vooraan. Een klotending. Erin en eruit komen was een helse toer. Gebroken kwamen ze eruit. Voor spelers een reddingsboei, voor toeschouwers op de eerste rij een sta-in-de-weg. Een relikwie. Hinderlijk. Ook op het grote toneel. Het was niet ongebruikelijk dat je er tegen schopte om hulp. Schrikken was het mijn eerste keer toen er rook uitkwam. ‘Oh my God, de souffleuse staat in brand.’ Nee hoor, niks aan de hand. Het was gewoon ‘tiid feur een pafke’ … Het souffleurshokje! Het hokje van toen, is niet meer. Gelukkig. In plaats van dat hok leert iedereen nu z’n tekst, nemen we meer repetitietijd en oudere spelers krijgen een oortje in. Vandaag zegt mijn Loesje’s Kalender ‘Heeft iemand er wel eens bij stil gestaan, dat het de toekomst is die zich herhaalt?’. Hoeveel toekomsten heb ik al gehad? Hoeveel krijg ik nog? Op dit soort momenten van óverdenken kom ik altijd teksten tegen die op de situatie slaan. ‘Ever tried? Ever failed? No matter. Try again. Fail again. Fail better’. (Beckett). Hoeveel tijdschriften voor het amateurtheater hebben we al gehad? Ik drie. En steeds was er weer een bloeiende toekomst. Nu dus het nieuwe tijdschrift CUE. Het is een blad dat een ode brengt aan de speler, bruggen gaat slaan tussen liefhebbers en broodwinners, tussen jong en oud. Een blad met het verhaal van een coryfee, maar ook van de postbode die op z’n ouwe dag is gaan toneelspelen, de cardioloog die al vijftien jaar de toneelgroep van het Medisch Centrum Zuid regisseert. Een blad met een mooie toekomst. Vroeger was alles beter? Kom nou. Alleen mannen mochten spelen. Bloot kon niet. Overal achter de te kleine podiumpjes stonk het naar bloed, zweet en uien. Wat dat betreft, is het er een stuk hygiënischer en reëler op geworden. Deodorants, kauwgom, pufjes. Jong en oud, man en vrouw zijn welkom, er wordt gespeeld, gemimed, gezongen, gedanst, het liefst alles tegelijk. Yes, ‘In de toekomst is alles …juist beter!’
d e e yeo pener
tek s t Aukje d e bo er
In de mini-rubriek de eyeopener komen mensen aan het woord over hun Eureka!-moment. Een moment dat iedereen kent en herkent. De vraag is: wanneer was de jouwe? Petra Blokhuis bijt het spits af. wie Petra Blokhuis leeftijd 30 jaar is ambitieuze amateurspeler speelt bij verschillende theatergroepen, ‘waar het maar interessant is’. had als 17-jarige de volgende eyeopener Ik deed aan schooltoneel. Op de middag werd er gewerkt aan overtuigend spelen. Ik moest een zeer ongeloofwaardig verhaal overtuigend vertellen. Ik deed enorm m’n best. Gebruikte m’n stem, ging bewegen, lopen, trok werkelijk alles uit de kast om de anderen het verhaal wat ik had te vertellen te laten geloven. Het mislukte volkomen. Niemand geloofde mijn verhaal. Totdat de docent zei: ‘Als jij heel hard je best blijft doen om je publiek te overtuigen, dan zul je altijd falen. Laat het publiek uit zichzelf naar je toekomen. Vertel het verhaal vooral gewoon en laat de woorden het werk doen. Het publiek wil zelf beslissen of ze meegaan in je verhaal of niet. Zo waardevol. Laat de tekst de tekst zijn, verbind jezelf met die tekst, maar laat het publiek die keuze zelf maken. Ik denk er nog regelmatig aan terug als ik te veel wil in mijn spel. Dan ga ik terug naar de basis en dat is mijn tekst.
cue jun i 2009
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 26
5/28/09 12:28:40 PM
tek s t Henk Jan sen I f otog rafi e Marn ix Schmi dt
27
Op zondag 22 maart geeft John Lanting zijn masterclass in de Theaterwerkplaats in Utrecht. De belangstelling is zo groot, dat een week later een tweede masterclass wordt georganiseerd. Gedurende vier uur is Lanting met verve aan het vertellen, demonstreren en regisseren. Toehoorders hangen aan de lippen van de meester, een aantal van hen wordt uitgenodigd om met hem aan een scène te werken.
John Lanting demonstreert zijn werkwijze met hulp van een acteur.
Op tournee met John Lanting De klucht is populair. Het Groningse gezelschap Dastater is zeer succesvol, ‘Het echt Rotterdams Theater’ van Paul van Soest speelt zijn kluchten in het hele land en John van Eerd trekt met ‘Boeing Boeing’ volle zalen. John Lanting (1930) was vanaf 1970, in ons land, 26 jaar lang de onbetwiste koning van de klucht. Nu geeft Lanting op uitnodiging een masterclass voor professionals en amateurs die zich het kluchtspel of de kluchtregie eigen willen maken.
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 27
‘Klucht is poppenkast voor volwassenen’, zegt Lanting. ‘Het gaat om absoluut geloofwaardige mensen in soms ongeloofwaardige omstandigheden.’ Hij zet drie genres tegen elkaar af: het blijspel, de klucht en kolder. In een blijspel zijn de drijfveren van een personage gemotiveerd. Bij een klucht is sprake van gemotiveerde elementen. Kolder is totaal ongemotiveerd. ‘Zorg ervoor’, zegt Lanting met klem: ‘Dat je die genres nooit met elkaar vermengt. Houd het zuiver! Daarbij wordt in kluchtspel op een lichte toon verslag gedaan van dramatische gebeurtenissen. Bijvoorbeeld: een werknemer komt te laat op kantoor, zijn kleren zijn gescheurd, hij is drijfnat en stinkt naar koeienpoep. Deze persoon komt op, haalt adem en zegt met een olijk gezicht en op een blijmoedige toon: ‘Wat mij nou is overkomen...’’ En dan heeft men plezier. En toch, ondanks de noodzakelijke lichte toon moet een klucht nooit als grappig gespeeld worden. Leuk dóen is uit den boze. ‘Je moet geen rode rozen rood verven’, zegt Lanting. ‘Je moet het personage dat je speelt en zijn problematiek serieus nemen. Het gaat in een klucht vaak om een personage dat van zijn voetstuk valt, dat is voor
5/28/09 12:28:42 PM
28 Mas terclass j o hn lanti n g
hem een drama, maar de setting waarin dat in een klucht gebeurt is grappig. De situatie is grappig, maar het personage niet. Speel een drama als een blijspel en een blijspel als een drama. Toen ik dat principe toepaste op mijn kluchten werden ze veel beter.’
wat, waarom en hoe Lanting heeft in zijn toneelschooltijd de Russische regisseur Peter (Pjotr) Sjarov (1886-1969) aan het werk gezien. Sjarov, leerling van de grote Stanislavski, regisseerde in de jaren ‘50 een aantal succesvolle Tsjechov-voorstellingen in ons land, toneelschoolstudenten kregen in de avonduren les van hem. Nog steeds spreken acteurs die met Sjarov hebben gewerkt en studenten van toen met veel bewondering over zijn manier van werken. Het heeft de basis gelegd voor een methode van kluchtregie en kluchtspel die Lanting heeft ontwikkeld. ‘Bij Sjarov ging het om ‘wat’, ‘waarom’ en ‘hoe’, vertelt Lanting. ‘Wat zegt je personage en waarom zegt je personage dat? Dat móet je weten om je rol te kunnen spelen! Het ‘hoe’ is pas veel later van belang, richt je eerst op het ‘wat’ en ‘waarom’.’ Net als Sjarov houdt Lanting een lange serie leesrepetities. Repetities om de tafel waarbij de tekst steeds weer wordt gelezen en de acteurs zich kunnen concentreren op de onderliggende betekenis van de tekst, de subtekst. Dat lijkt een saaie manier van werken, maar zodra Lanting met deelnemers aan de slag gaat, blijkt dat er bij de spelers al snel veel te zien is. Wat opvalt en waar Lanting op uit is, is dat de mimiek en het fysiek uitgaat voor de tekstzegging, zelfs, of juist zittend aan tafel. Eerst is er de lichaamstaal en dan volgt de tekst. Lanting maakt gebruik van eenvoudige teksten uit een klucht die hij honderden keren heeft gespeeld. Zelf neemt hij de rol van rechercheur voor zijn rekening, een jonge acteur is zijn tegenspeler. De rechercheur stelt een aantal vragen, het antwoord van de ondervraagde is op bijna elke vraag: ‘ja’. Die ‘ja’ moet telkens anders klinken, afhankelijk van het ‘wat’ en het ‘waarom’ van het antwoord. Klinken de ‘ja’s’ van de ondervraagde aanvankelijk allemaal gelijk, na en poosje werken klinkt elke ‘ja’ anders en klinkt achter elke ‘ja’ een heel verhaal. De scène wordt boeiend en komisch. Net als Sjarov hamert Lanting op: luisteren, nadenken en antwoord geven. ‘Je moet altijd weer opnieuw luisteren naar de tekst van je tegenspeler, ook al kun je die tekst op den duur dromen. Door te luisteren hoor je de onderliggende tekst en die is weer van invloed op hoe jij je volgende tekst plaatst.’ Pas in een laat stadium gaat Lanting met zijn spelers de vloer op. Met de tekst heeft de mimiek en het fysiek van het personage zich ontwikkeld, de mise-en-scène ontstaat dan bijna vanzelf op heel natuurlijke wijze. Aan het eind van de dag demonstreert Lanting aan de hand van
videofragmenten van zijn voorstellingen, hoe zijn methode in praktijk heeft gewerkt. Zijn verhaal wordt daardoor heel helder, het is duidelijk te zien wat hij met zijn methode bedoelde te bereiken en hoe dat inderdaad heeft gewerkt. Onder de toehoorders zijn deze middag een groot aantal jonge mensen. Zij hebben Lanting waarschijnlijk nooit op het toneel gezien. Nu krijgen ze de kans om te kijken en te luisteren naar de wijze lessen en rijke ervaring van deze levende legende van het Nederlands theater. Bovendien krijgen zij tijdens deze masterclass regelmatig een beeld van Lanting als kluchtspeler. Meerdere malen verruilt hij de stoel achter zijn tafel voor de vloer, om iets voor te doen of om een anekdote na te spelen. Dan wordt de meester weer de komiek. Lanting is in zijn element, de toehoorders genieten en krijgen een idee van hoe hij 25 jaar lang in kluchten heeft geschitterd. Ondanks zijn duidelijke voorliefde voor anekdotes en de vele zijwegen die hij daarmee inslaat, verliest Lanting zijn verhaal niet uit het oog. Hij weet steeds weer terug te keren naar de kern van zijn betoog. De demonstraties maken de masterclass tot een levendige performance, leerzaam en entertainend tegelijk.
Ook een masterclass van John Lanting? Neem contact op met de redactie. Zie colofon.
cue jun i 2009
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 28
5/28/09 12:28:49 PM
D rama & Schrijven
tek s t Sab i ne O pr i n s
29
In de rubriek Drama & Schrijven introduceert de NVA in samenwerking met de afdeling Dramaschrijven van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht nieuwe toneelschrijvers bij theatermakers in het amateurtheater. Hun werk is te leen bij de NVAbibliotheek.
In deze eerste aflevering aandacht voor Allard Klok
Allard Klok studeert in 1996 af aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht als dramaschrijver. Hij ontwikkelt zich de afgelopen jaren als veelzijdig tekstschrijver. Zo schrijft hij diverse hoorspelen voor de KRO radio, maakt hij een korte film voor de VPRO televisie en schrijft hij uiteenlopende theaterteksten voor o.a. Theatergroep Werktuig, Theater de Balie en Het Syndicaat. Voor twee van zijn teksten ontvangt hij een prijs. Zijn tragikomische teksten hebben vaak magisch-realistische elementen en zijn een uitdaging om mee te werken.
‘Angst’ gaat over waar je allemaal bang voor kunt zijn. Voor zombies, voor muizen, bang om iemand te versieren. Terry, Dax en Zora wedijveren met elkaar over wie de moedigste is; ze proberen elkaar bang te maken of belachelijk. Maar de grootste angst raakt iedereen, al zeggen ze van niet: Als ik alleen ben Ben ik alleen En niemand weet dan dat ik er ben. Niemand ziet me dus niemand kan zeggen dat ik er ben. Voor het zelfde geld ben je allang dood als je alleen bent. ‘Crash test dummy’ is een filmscenario waarin zakenman Bart per ongeluk de vrijgevochten Max voor zijn wielen krijgt. Bart staat erop Max naar het ziekenhuis te brengen en dat is begin van een Amsterdamse roadmovie. ‘Onderman’ gaat over twee clowns, Sandra en Danny, die elkaar het bloed onder nagels vandaan halen, maar ook niet zonder elkaar kunnen. Klok maakte een vertaling en bewerking van Michael Ende’s kinderboek uit 1975, getiteld ‘Momo en de tijdspaarders’. Momo is een meisje uit het niets vandaan gekomen, die goed kan luisteren. Iedereen vraagt haar om raad. De mensen uit het dorp leven hun leven op rustige wijze, tot de tijdspaarders arriveren. Die overtuigen de dorpelingen ervan dat ze hun tijd niet meer moeten verspillen, maar efficiënt moeten zijn. De kinderen zijn als eerste de dupe en roepen Momo’s hulp in. Ze gaat samen met schildpad Kassiopeia naar Meester Hora, die haar de tijdbloem geeft waarmee ze de gestolen uren kan terughalen. Mooie, sprookjesachtige familievoorstelling. Momo Ik houd van mijn vrienden. 2e grijze man Wat hebben je vrienden er eigenlijk aan dat je er bent? Heeft dat enig nut voor hen? Nee. Helpt het hen om meer te verdienen, om iets van hun leven te maken? In tegendeel. Jij houdt ze van hun werk af, je bent een blok aan hun been. En dat noem jij iemand liefhebben! Momo Fluisterend. Er houdt toch ook iemand van jou? 2e grijze man Zakt een beetje in elkaar. Ik moet zeggen zo iemand als jij ben ik nog nooit tegengekomen. Tak & Reggie zijn twee boeven die op de vlucht een meisje tegenkomen, Verena. Verena is op zoek naar Thoren, en als er ineens een man verschijnt, denken de boeven dat dat Thoren is. Maar deze man heeft heel andere idealen. Hoewel?
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 29
5/28/09 12:28:50 PM
In Memoriam Ton Lutz 1919 – 2009 Docent Acteur Regisseur Artistiek leider Zuidelijk Toneel Globe Het publiekstheater Fanfare De liefde voor taal Tweemaal de Louis d’Or 1968 1983 Toneelvader des Vaderlands Tussen de coulissen In het licht Van de spotlights In klaslokalen En repetitieruimtes Een lang leven in het theater
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 30
5/28/09 12:28:51 PM
Fotog rafi e: J oos t van d en B ro ek
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 31
5/28/09 12:28:51 PM
32 tek s t Marten Bos I i llus trat i e An to n Fedd ema
D e s tress b ij to neels pelen
Theater is een plek waar mensen het ventiel even open kunnen zetten, een plek waar je je dromen kunt waar maken, waar je in de huid van een ander kan stappen. Het is allemaal waar. Maar het is ook een plek waar de spanning, de stress, hoog kan oplopen. Waar het ventiel gewoon van de band knalt. Een plek van maagkrampen en diarree.
Knikkende knieën Je bent eenvoudig begonnen als gastspeler bij de toneelgroep van een vriend. Ze zochten nog precies jouw type voor een locatiestuk rond het kasteel van het dorp. Op de repetitie doen ze een heerlijke warming-up. Van stress is nog geen sprake. Over een half jaar is pas de uitvoering. Nu zijn er alleen de leuke nieuwe mensen, de droompjes over hoe het gaat worden. ‘Je bent rijk, je woont in kasteel de Lindenborg én ben je gelukkig?’ ‘Ja’. In de loop van het repetitieproces loopt de spanning natuurlijk op. Wórdt het wel zo bijzonder? De tijd begint te dringen. Je ergert je aan de tegenspeler die zijn tekst nog niet kent. Dan zegt de regisseur tegen je: ‘Ik had gedacht dat je hier hardlopend naakt vanachter het kasteel komt rennen en dan laat zien hoe mooi en gelukkig de graaf’. Stel je voor! Je bent de postbode in het dorp of hoofdonderwijzer, iedereen kent je en ‘s avonds ren je als een man van adel van geluk naakt rond je kasteel. Dat is vragen om moeilijkheden in het dorp.
En de hamvraag is dan: hoe voorkom je, dat je omkomt in de stress die al dat wroeten met zich meebrengt? Met oprechtheid en zelfkennis kom je al een heel eind: in discussie gaan, thuis alles vertellen, vragen stellen. ‘Beste regisseur, waarom moet dit naast vrolijk ook nog naakt? Ik durf namelijk niet. Het dorp denkt dat er met mij iets mis is in plaats van met de graaf.’ De druk loopt op. Op weg naar de repetitie, heb je na tien seconden weer die lichte misselijkheid. Deze druk kun je nog met zelfvertrouwen te lijf. Hoe werk je aan je zelfvertrouwen? Door er voor te zorgen dat jij je tekst goed kent. Door vóór je begint, je hoofd schoon te maken van alle sores. Door tijdens het oefenen vaker ‘gewoon’ te doen.
cue jun i 2009
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 32
5/28/09 12:28:52 PM
33 G er Mend el
interview ‘Maak je personage zo breed mogelijk’ Mendel is een professionele acteur, werkt als freelancer, woont in Limburg en speelde recent bij Theatergroep ‘Het Vervolg’ uit Maastricht in de voorstelling ‘Martino’ van Arne Sierens. Daarnaast werkt hij als trainingsacteur bij de politie, scholen en banken. Ger Mendel: ‘Stress is natuurlijk een oer-gevoel. We gaan op jacht, er dreigt gevaar. Dat geeft adrenaline en als je dat goed weet te doseren dan krijg je vertrouwen. Daar gaat het om. Een beetje stress is een goed gevoel. Als ik niet speel, dan mis ik het’. Hij heeft de volgende tip: ‘Maak je personage zo breed mogelijk. Theatermaker Dirk Tanghe liet mij bijvoorbeeld een brief van drie kantjes over het leven van mijn rol Max in in ‘The Kitchen’ schrijven. Dát soort dingen geeft die ruimte in je spel. Amateurspelers kennen hun tekst goed, kennen hun personage goed, maar vaak gaat het fout in de interactie met hun medespelers. Hun personages zijn te smal. Ze worden onzeker en de stress is daar. Vroeger was er minder stress. Zeker bij professionele spelers. De regisseur kwam met een draaiboek en daar stond pasje voor pasje in, hoe de voorstelling ging worden. Dat gaf zekerheid en voorkwam stress. Nu komt de regisseur zonder draaiboek en zegt: ‘Doe maar.’ Hij verwacht ’vele ontwerpen’ en kiest de mooiste. Als speler heb je fantasie en voorstellingsvermogen nodig, waarmee je dat netwerk in je brein breed moet maken, om een breed beeldenpark op te bouwen.’
de voorstellingen Iedereen is er inmiddels van overtuigd dat het stuk interessant genoeg is, alles loopt gesmeerd. Wat overblijft zijn de individuele verschillen in nerveusheid. De één heeft de spanning positief gebruikt om z’n rol mee in te vullen, de ander staat nog één keer kotsend boven het toilet, maar is na tien seconden spelen z’n misselijkheid vergeten. Deze stress houdt na tien voorstellingen op. Acteur Joop Wittermans zegt hierover dat zijn bezoek aan het toilet pas ophield, toen hij ophield zich bezig te houden met de recensent in de zaal, ophield de concurrentieslag met de anderen te leveren, besloot alles voor z’n eigen lol te doen en de rest kon hem ‘aan z’n reet roesten’.
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 33
Je bent nu 69 jaar- nog steeds zenuwachtig? Ger: ‘Nee, ik ben nooit meer geblokkeerd door spanning. De laatste keer was, toen ik docent was aan lerarenopleiding de Witte Lelie in Amsterdam. De studenten speelden ‘Antigone’ en mij was gevraagd Creon te spelen. Op een gegeven moment vroeg de productieleider mij om de regie over te nemen. Ik zei ‘ja’, maar bleef ook Creon spelen. Bij de eerste voorstelling zaten veel ouders in de zaal. We hadden gevraagd of ze niet wilden fotograferen. Enfin, ik daal als Creon statig de trappen af van mijn paleis en overal in de zaal flitst het ... Ik bleef in mijn rol, maar werd inwendig zó kwaad dat ik geen letter tekst meer wist. Grote stilte. Ik ben het paleis weer ingegaan, heb iemand gevraagd het flitsen te verbieden, snel m’n eerste zin opgezocht en ik ben weer afgedaald. De rest ging vanzelf. Toen heb ik gedacht, ‘Dit wil ik nooit weer’. Teveel sores tegelijk aan m’n hoofd.’ Ben je ook niet gespannen voor audities? ‘Audities? Daar ben ik niet goed in. Dat heeft met het bovenstaande te maken. Ik deed laatst auditie voor een commercial. Ze zochten een stereotype boer. De commercial zou in Australië worden opgenomen, daar hadden ze de benodigde golvende korenvelden. Honorarium: €8000. Maar ik had te veel eigen creatieve ideeën. Dat moet je dán weer niet doen. Je moet je concentreren op de vráág: een stereotype boer die smakelijk een volkorenkoekje eet. Klaar.’
5/28/09 12:28:53 PM
Boeken
34 tek s t Sab i ne O pr i n s I f otog rafi e RO -t he ater Samen s telli n g: Ph i li p Hartzu i ker
Toi, toi, toi. 24 theatersportlessen
Theater topics 4: Concepten en
Smoeder
Doris Elzinga, Rob Smallegoor © 2008, IT&FB, 24,50 euro Naast de boeken van de godfather van de theatersport Keith Johnstone en dat van André Besseling (een handboek met een kloeke afdeling oefeningen) is er nu dit boek met vierentwintig complete lessen voor theatersporters – ook zeer bruikbaar voor het onderwijs. Met achterin een handige index met een indeling op oefeningensoort.
objecten
Michiel van Erp © 2009 PIAS, 19,95 euro DVD met een registratie van en een documentaire over de voorstelling van Marcel Musters en Maria Goos, waarmee ze vier jaar lang gigantisch succes oogsten.
Groots acteren in 3 stappen
Frederik de Groot © 2008 Living Productions, 16,- euro Acteur De Groot - tv-acteur, trainer, speldocent – schreef een praktisch boekje (en gaf het zelf uit) over acteren waarin in kort bestek een flink aantal handvatten voor de acteur de revue passeren aan de hand van een hele reeks praktijkvoorbeelden. Hauser Orkater. De biografie
Lutgard Mutsaers © 2009 Mets & Schilt, 19,90 euro Popprofessor Mutsaers (schreef eerder o.m. over Billie Holiday en poptempel Paradiso) reconstrueert minutieus de achtjarige geschiedenis van het legendarische muziektheatergezelschap, gebaseerd op archiefonderzoek en gesprekken met de leden van de groep, waaronder Jim van der Woude en de gebroeders Van Warmerdam.
Maaike Bleeker © 2009, Amsterdam University Press, 25,- euro Elk jaar verschijnt er een deel in serie van Amsterdamse universiteitsuitgeverij over onderzoek binnen de theatersector. In dit deel een tiental artikelen over de analyse van theater en dans in een tijdperk waarin theatermakers de grenzen van hun domein opzoeken – in veel artikelen aan de hand van een concrete voorstelling (Proust 3 van Guy Cassiers, Sporenonderzoek van Dries Verhoeven). Psychophysical acting. An intercultural approach after Stanislavski
Phillip B. Zarrilli © 2009 Routledge, 34,50 euro Geschiedenis en praktijkboek (met bijgeleverde oefeningen op DVD-Rom) over acteren in één is niet alleen een nadrukkelijk intercultureel overzicht, maar bevat ook een flinke afdeling ‘production casestudies’, waarin deze manier van acteren wordt onderzocht naar aanleiding van bestaande producties, waaronder stukken van Beckett en Martin Crimp.
Dogtroep: 33 jaar beeldend locatietheater
In 2008 werd de Dogtroep opgeheven. Dit boek is een amalgaam aan teksten, foto’s en ander beeldmateriaal van de geschiedenis van het legendarische locatietheatergezelschap, een dikke 300 pagina’s met twee CD’s. Tegelijkertijd verscheen de DVD ‘Iedereen is Dogtroep’, met een registratie van de voorstelling Noordwesterwals en een documentaire over de groep. Koos Terpstra Toneel: Van de Troje Trilogie tot De Vrouw met de Baard
Koos Terpstra © 2008 IT&FB, 24,95 euro Bij het afscheid van Terpstra als artistiek leider van het NNT verscheen deze indrukwekkende bundel dramateksten, een selectie van negen stukken uit Terpstra’s periode in Groningen. Een mooie ode aan belangrijk toneelschrijver. Dit soort boeken zou vaker mogen verschijnen.
Alle genoemde boeken zijn in de winkel en in de NVA- bibliotheek verkrijgbaar! International Theatre & Film Bookshop, Leidseplein 26, 1017 PT Amsterdam, t 020 – 6226489, i www.theatreandfilmbooks.com.
cue jun i 2009
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 34
5/28/09 12:28:54 PM
Advertenties
“doe niet gek als je goed klucht wilt spelen”
Exclusief voor de lezers van CUE
JOHN LANTING geeft masterclasses voor amateurs (zowel kleine- als grote groepen) vraag inlichtingen: j.lantinn8@KPNPLANET
van €24,95 voor €20,-
Isbn 9789064037313 Actienummer 90165863
“ met mijn methode krijgt echt talent een echte kans”
✁
Bij inleveren van deze bon bij uw boekhandel krijgt u het boek Van Troje Trilogie tot De vrouw met de Baard van Koos Terpstra ipv €24,95 voor slechts €20,Deze actie loopt van 1 juni 2009 tot 1 september 2009 www.itfb.nl
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 35
5/28/09 12:28:55 PM
36 tek s t en f otog rafi e I lja Id r i s Ilja Idris is gitarist/ zanger bij de band Happy Failures, hij schrijft en speelt toneel in Den Haag en
Doodgemakkelijk? ‘Toneelspelen is leuk en een fluitje van een cent.’ Hoorde ik een Jules Deelder-lookalike in een café zeggen. Mensen die dit soort dingen melden, moeten toch echt vaker toneelspelen. Tuurlijk, toneel doe je voor je plezier. Altijd een leuke uitdaging om zo goed mogelijk je rol te spelen. En het is fijn te ontsnappen aan een andere werkelijkheid. Even weg uit je eigen leven en iemand anders zijn. Maar wat als het toneelstuk nare overeenkomsten heeft met je eigen leven op dat moment? Ik speelde bijvoorbeeld mee in een pittig stuk over een familie met een kampverleden. Mensen die met hun leven worstelen en niet normaal met elkaar kunnen praten over hun problemen. De centrale figuur kon letterlijk niet meer praten, want hij zat stil een beetje dood te gaan aan keelkanker. Kortom: een heel gezellig stuk dat gelukkig maar toneel is. Maar ja, zijn we leuk bezig met repeteren, krijg ik te horen dat een dierbare oom een dodelijke spierziekte heeft. Er is niks tegen te doen en hij gaat harder achteruit dan gemiddeld het geval is. En ook hij kan dan al steeds minder goed praten.
hij schildert graag met inkt. In zijn vrije tijd werkt hij fulltime bij een zeedierenattractie.
colofon redac ti e Aukje d e Bo er Marten Bos Henk Jan sen Marc Veerkamp N i enke T salli n g i i redac ti e ad res redac t i e@nvamateurt he ater .nl med e werker s a an d it nummer Do n D uyn s Co nny En g elb ert s Ph i li p Hartzu i ker I lja Id r i s Ma ai ke Ne ven Sab i ne O pr i n s U itg e verij
Verder repeteren was al meteen een stuk minder fijn. Sta je uiteindelijk ook nog eens op het podium voor publiek bij het lijk van de zieke man die inmiddels zelfmoord heeft gepleegd… Mijn oom wilde geen euthanasie. Ik voelde de tranen in mijn ogen duwen. Als ik nu nog tekst had als houvast, maar nee, mijn personage moest maar stil toe kijken. Om niet ineens jankend uit mijn rol te knallen, zocht ik snel afleiding. Dus schold ik in gedachte de regisseur maar weer eens uit voor betweterig zeikwijf. Een andere keer verbeterde ik zo een medespeler die drie keer ‘de sneeuw’ aan het zeggen was, terwijl het stuk toch echt ‘Een sneeuw’ heet. Als ik mijn rol maar weer onder controle kreeg en dat viel niet mee. Gelukkig doe ik toneel nog met veel plezier, maar soms is het meer ‘uitdaging’ dan echt ‘leuk’, Jules-lookalike. En gezien mijn bijdrage aan de vereniging was die ervaring sowieso een fluitje van €50,-!
i t&fb Www.i tfb .nl i nf o@i tfb .nl T. 020-6060911 O nt werp en lay-o u t An to n Fedd ema D ruk D rukker ij Atla s, So e s t Abo nnementen CUE ver sch ijn t i n 2009 vi er ma al . Led en van d e NVA o n t van g en CUE g rat i s . Abo nnementenadmi n is trati e P os tb us 61143 2506 AC D en Ha ag i nf o@nvamateurt he ater .nl U i t d e ze u i tgave mag n i e t s wo rd en overg en ozmen zo nd er voo raf ga and e schr i f telijke to e s temmi n g van d e redac t i e . B ij to eg e s tane overn ame van d e art i kelen i s b ro nvermeld i n g
cue jun i 2009
Cue no 1 2009 binnenwerk.indd 36
verpli cht.
5/28/09 12:28:56 PM