}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant Actueel Turkse visboer kanshebber beste ondernemer
Vrijdag 17mei 2013
€ 1,95
Sport Spannende tijden voor Rachelle Groot
Design De stalen emoties van Italië
12/13
3
jaargang 7 nummer 314
17
Ode aan de Indische tantes
Schaalmodel van het levensgrote beeld dat op het Frederik Hendrikplein moet verrijzen.> Foto: Mylène Siegers
Door Jasper Gramsma
Yvonne Keuls had even tijd nodig om te bedenken hoe zij de € 25.000 van haar Haagse Cultuurprijs wil besteden, maar ze is eruit. Na overleg met de gemeente komt op het Frederik Hendrikplein een bronzen beeld te staan van twee van Keuls’ Indische tantes, over wie zij veelvuldig verhaalt. Tante Toetie en tante Pop worden door kunstenaar Loek Bos levensgroot in brons vereeuwigd. “Deze twee vrouwen staan voor een grotere groep die ontzettend veel heeft meegemaakt zonder zichzelf daarvoor op de borst te slaan. Hun ver-
haal is verklonken aan het Indische verleden en aan Den Haag”, legt Keuls uit. “De tantes hebben hun leven lang heimwee gedeeld en ik heb ze al die tijd gevolgd. Ik zie het als een afsluiting van 350 jaar koloniën”. De opdracht die de schrijfster meekreeg toen zij vorig jaar mei de Cultuurprijs ontving uit handen van wethouder Marjolein de Jong (D66, Cultuur), was eenduidig: een cadeau voor Den Haag dat gerelateerd is aan haar werk. Toch bleek het niet eenvoudig dat cadeau vorm te geven. “Voor een schrijver betekent zo’n prijs algauw een toneelstuk, maar je redt het niet voor dit bedrag. Marjolein bracht me op het idee
om iets met de figuren uit mijn boeken te doen. Tijdens de beeldententoonstelling op het Voorhout bedacht ik spontaan dat daar een beeld van één Indische tante moest komen: tante Toet van Des Indes. Zij dronk daar altijd thee met petitfours”. Dat het er uiteindelijk twee worden, is te danken aan Loek Bos. Hij vertelt waarom: “Op deze manier kan ik de relatie neerzetten. Je ziet een wisselwerking waaruit je iets kunt opmaken. Dat maakt verhalen los. Indische mensen geven de dames onmiddellijk een stem”. Met de maquette van was heeft de beeldhouwer Keuls getroffen. “Ik ben een lastige tante, maar Loek heeft een snaar ge-
raakt, ook bij anderen. Ik herkende zelfs mijn moeder erin”, zegt ze. Crowdfunding Het standbeeld komt niet op het Voorhout te staan, maar op het Frederik Hendrikplein. Dat heeft voor de schrijfster een bijzondere betekenis: “Toen wij uit Indië in Nederland kwamen, zaten we in Pension Louise op het plein. Het beeld komt bij de bloemenwinkel, precies tot waar mijn moeder vanaf de eerste etage kon kijken. Ze stuurde mij erop uit om te zien wat er om de hoek gebeurde”. Het bedrag dat aan de Cultuurprijs verbonden is, is verre van toereikend om het
beeld te realiseren. Daarom is Keuls een crowdfunding gestart via voordekunst.nl. Als daarmee € 6.000 wordt opgehaald, verdubbelt Fonds 1818 het bedrag. Ook restaurant Didong heeft een duit in het zakje gedaan. “Wethouder Baldewsingh zegde in het kader van Sporen van Smaragd € 5.000 toe. Er is al royaal gedoneerd, maar er is nog steeds wat nodig”, aldus de schrijfster. Op 14 september, tijdens Open Monumentendag, wordt het beeld waarschijnlijk onthuld. Helemaal zeker is dat niet, mogelijk laat de ceremonie op zich wachten tot 5 of 6 oktober in verband met de agenda van de wethouders.
Met z’n tweetjes
gratis
naar de Tong Tong Fair?
Alleen deze week het welkomstgeschenk voor nieuwe abonnees Neem nu voor € 74,95 een jaarabonnement en ontvang twee tickets voor de TONG TONG FAIR ter waarde van € 20 Geldig vanaf 22 mei t/m 2 juni 2013 Malieveld, Den Haag
Ga naar www.denhaagcentraal.net of bel onze abonneeservice: 0172 – 476085 en vermeld de actiecode: TTF* *De website biedt hiervoor ruimte in het vakje opmerkingen
3
actueel<
Vrijdag 17 mei 2013 > Den Haag Centraal
Competitie Zilveren Ooievaar:
€ 5,5 miljoen voor asbestvrije scholen
Door Annerieke Simeone
De gemeente maakt € 5,5 miljoen vrij om ‘verborgen asbest’ uit scholen te verwijderen. Onbeschadigd of bewerkt asbest dat momenteel nog in de schoolgebouwen voorkomt, is ongevaarlijk. Asbest dat wel een mogelijk gezondheidsrisico met zich meebracht, is grotendeels in de periode 1997-1998 verwijderd. Naar schatting hebben 130 schoolgebouwen nog met zogenaamde verborgen asbest te maken. De kosten van het verwijderen van het asbest worden door de gemeente en schoolbesturen gedeeld. Het verwijderen van de asbest past binnen het streven van de gemeente om schoolgebouwen in Den Haag duurzamer te maken. Eerder waren er al programma’s gericht op het verbeteren van het binnenmilieu en de toilethygiëne.
Turkse visboer kanshebber beste Haagse ondernemer Voor de jury is het appels met peren vergelijken. Drie totaal verschillende bedrijven maken op 29 mei kans op de Zilveren Ooievaar, een onderscheiding van de gemeente Den Haag bedoeld als blijk van waardering voor goed ondernemerschap. Zo richt Atlantic zich op haring en zeevis, is Kalisvaart Technisch Beheer een technisch installatiebedrijf gespecialiseerd in producten op het gebied van duurzaamheid en ontwikkelt Sharewire mobiele websites en applicaties voor mobiele telefoons. Maar uiteindelijk krijgt maar één bedrijf het felbegeerde ooievaarsbeeldje, een bedrag van € 5.000,– en de eeuwige roem. Hoe ga je dan precies te werk als jury? Door een bezoek te brengen aan de desbetreffende partijen en ze het hemd van het lijf te vragen. Vertegenwoordigers van VNO-NCW, MKB, KvK, De Haagse Hogeschool, Omroep West, KPMG en Meeuwisse, de winnaar van 2012, hielden daarbij rekening met allerlei aspecten. Of het bedrijf een bijdrage levert aan de Haagse gemeenschap, of het innovatieve investeringen doet, of het zich op een opvallende manier inspant voor blijvende nieuwe arbeidsplaatsen en daarin succesvol is, of het duurzaam en maatschappelijk verantwoord onderneemt, of het financieel gezond is. En ga zo maar door. Veroveren Eigenaar Umut Tagi (39) van Atlantic Haring & Zeevisgroothandel vond het jurybezoek een hele ervaring. “Al die mensen die wat van je willen weten. Ik heb ze gewoon het verhaal verteld dat ik altijd vertel als mensen mij vragen hoe een Turk een plekje tussen de Scheveningers heeft weten te veroveren”. Het begon bij zijn ouders. “Mijn vader werd gevraagd hier te komen werken. Toen hij zag dat hier meer toekomstmogelijkheden lagen dan in zijn eigen land, besloot hij zijn hele familie hiernaartoe te halen”. Zijn moeder, die geen woord Nederlands sprak, had geen zin om thuis stil te zitten. Tegen haar buurvrouw zei ze op een dag: “Kom, we pakken de tram en zien wel waar we uitkomen”. Tram 11, die een halte had op de Vaillantlaan, stopte in
Meer plek voor fietsen bij tram Fietsers krijgen dit jaar meer stallingsplekken bij tram- en Randstadrailhaltes. In totaal komen er 288 fietsnietjes en tien fietskluizen bij. De gemeente wil het gebruik van de fiets stimuleren. De beschikbaarheid van goede stallingsruimte draagt daaraan bij. De nieuwe fietsstallingen worden in kleine aantallen geplaatst bij haltes in verschillende delen van de stad. Bij de halte Leyenburg gaat het om een grotere uitbreiding met veertig plaatsen. Op het De Savornin Lohmanplein en het Valkenbosplein komen elk twintig extra plaatsen. Voor deze uitbreiding is een investering nodig van 200.000 euro. Hiervan wordt ruim 140.000 euro gesubsidieerd door het stadsgewest Haaglanden.
Music City naar Brighton
Umut Tagi met zijn befaamde haringen. > Foto: C&R
Scheveningen. “Toen zij werk vond bij vishandel De Jager was ze zwanger van Tagi. Lachend: “Ik ben letterlijk met vis opgegroeid”. En daar bleef hij ook, op achtjarige leeftijd hielp hij zijn broer bij Simonis. Toen De Jager in 1989 stopte en het personeel op straat kwam te staan, besloot Tagi samen met zijn broer en neef het bedrijf Atlantic te starten. “Die mensen konden niet aan hun lot worden overgelaten, vonden we”. Nu heeft hij een groothandel in Scheveningen en een snijderij in Vlaardingen en staat hij op diverse markten met zijn vis. Om en nabij de veertig mensen zijn bij Atlantic in dienst. “Iedereen is welkom, ik werk
met Marokkanen, Italianen, Spanjaarden en Nederlanders natuurlijk”. Respect Het is niet altijd makkelijk geweest om als Turk binnen de Scheveningse grenzen te infiltreren. “Vroeger accepteerden Scheveningers niet eens Hagenezen, laat staan een allochtoon. Het is niet altijd makkelijk geweest, we hebben veel tegenwerking gehad, maar uiteindelijk hebben we respect afgedwongen”. Zijn haring ,die hij handmatig laat schoonmaken en snijden, is befaamd in de omgeving. De kwaliteit van de geleverde vis is zeer hoog. Tagi: “Collega’s zien hoe goed de zaken gaan en overwe-
gen hetzelfde te doen”. Zo zeker als de directeur is van zijn eigen zaak, zo realistisch is hij over zijn kansen voor de ondernemersprijs. “Volgens mij maak ik 33,3% kans. We zien het wel”. Juryvoorzitter Henk Kool, wethouder van Economie, reikt de Zilveren Ooievaar uit op woensdag 29 mei van 19.30 tot 21.30 uur. Dit vormt het slot van het Ondernemersplein, het tweedaagse evenement voor ondernemers dat wordt georganiseerd door de gemeente en de Rabobank Den Haag en omgeving.
Het Queens Hotel aan de boulevard van Brighton (Engeland) staat op 16 mei volledig in het teken van de Haagse popmuziek. De delegatie die Music City The Hague vertegenwoordigt, bestaat uit Bombay Show Pig, Soul Sister Dance Revolution, Torus en Filosofische Stilte. Na het succes van Music City The Hague tijdens het Reeperbahn Festival in Hamburg (Duitsland) zal popstad Den Haag ook tijdens The Great Escape acte de présence geven. Tijdens dit driedaagse festival spelen zo’n 350 bands op meer dan 30 podia. Het festival heeft al vele successen gebracht zoals Frank Turner, Munford & Sons en Adele.
Ingezonden mededeling
Huizenkoper betaalt circa 12% onder de vraagprijs Een koophuis kostte in 2012 gemiddeld 11,9 procent minder dan de vraagprijs. Dat becijfert Calcasa, een onafhankelijk technologiebedrijf uit Delft dat is gespecialiseerd in de statistische analyse en waardering van onroerend goed. In geld komt het erop neer dat kopers gemiddeld 30.000 euro minder dan de vraagprijs betaalden. Voor woningen die langer dan twee jaar te koop stonden, werd zelfs gemiddeld 52.000 euro minder neergeteld. Het verschil tussen de vraagprijs en de uiteindelijke koopsom lag, voordat de crisis begon, rond de 5%. Tegenwoordig wordt de vraagprijs al regelmatig bijgesteld alvorens een huis daadwerkelijk wordt verkocht. Sinds de top van de markt halverwege 2008 daalde
de gemiddelde woningwaarde reeds met 14%. De gemiddelde woningwaarde is in het eerste kwartaal van 2013 terug op het niveau van eind 2004 met een prijs van 226.000 euro. Woningen van meer dan 500.000 euro daalden met 10,5% het hardst in waarde, vooroorlogse appartementen het minst (6,9%). Twee-onder-eenkapwoningen en vrijstaande woningen kennen een groter verschil tussen de vraagprijs en de koopsom dan rijtjeshuizen en appartementen. Daar is sprake van een verschil van wel 16,6%. In het eerste kwartaal van 2013 zijn alle Nederlandse vastgoedindexen verder gedaald: woningen (-7,9%), kantoren (-2,5%), winkels (-5,0%) en bedrijfsruimten (-2,8%). Voor het
tweede kwartaal van 2013 verwacht Calcasa een verdere woningprijsontwikkeling op jaarbasis van -5,6%. Momenteel staan er twee keer zoveel woningen te koop als dat er jaarlijks worden verkocht. Het aantal transacties op jaarbasis is in vijf jaar tijd met maar liefst 40,9% gedaald. De betaalbaarheid van wonen is daardoor sinds de top van de markt met 37,3 procent verbeterd. Gemiddeld besteden mensen momenteel 20,7% van hun netto maandinkomen aan woonlasten. Dat is vergelijkbaar met de situatie in 1999. Halverwege 2008 gaf men gemiddeld nog 33% uit aan woonlasten. Het aantal verstrekte hypotheken op jaarbasis steeg dit kwartaal met 5,2% ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder.
Exclusieve brilmode
Hoogstraat 37 2513 AP Den Haag www.hofstede-optiek.nl
4>varia
Den Haag Centraal > Vrijdag 17 mei 2013
stadsmens
Workshop brengt kinderen in wondere wereld van fossielen De drie donkerkleurige staafjes in de hand van René Vinck zijn de restanten van een ‘belemniet’. “Dat is een inktvisachtige”, verduidelijkt de amateur-paleontoloog. “En kijk eens goed”, wijst hij, “hier zit een tandje. Een of andere vis heeft hem gebeten en die tand is blijven zitten”. Hij spreekt geestdriftig over de wondere wereld van de fossielen. Zijn enthousiasme over de versteende botten van dieren, die vaak miljoenen jaren oud zijn, wil hij overbrengen op de jeugd in de leeftijd van acht tot twaalf jaar. Met Yosha Visser, creatief kinderbegeleidster, verzorgt hij sinds enige tijd de workshop ‘Fossielplezier’. En die bijeenkomst maakt indruk, zo blijkt. De kreten ‘wauw’, ‘woooo’ en ‘supercool’ zijn niet van de lucht wanneer fossielen worden getoond tijdens de workshop die twee uur duurt, vertellen de twee. “Je merkt dat kinderen daarna anders naar de natuur gaan kijken. Ze krijgen ook een idee van hoe leven is ontstaan”. Op 2 en 16 juni geven ze de workshop opnieuw in het Mee in Zee-atelier in de Lijsterbesstraat. Op zoek naar een groter ‘publiek’ hebben ze inmiddels
een aantal scholen benaderd. Yosha: “Tot nu toe hebben we ons gericht op jongens en meisjes die al iets van fossielen weten, maar we willen ook graag kinderen bereiken die er nog nooit mee in aanraking zijn geweest”. René vult aan: “Mijn droom is om in de klas aan kinderen over mijn passie te vertellen”. ‘Fossielplezier’ zou volgens beiden ‘een uitstekende activiteit zijn voor het basisonderwijs en de naschoolse opvang in Den Haag’. Bovendien, vinden ze, is dat geen overbodige luxe. Ze verwijzen daarbij naar onderzoek door de Vrije Universiteit (VU) Amsterdam. “Daaruit blijkt dat kinderen in de afgelopen twintig jaar steeds minder interesse hebben gekregen voor de natuur. Ze gaan minder de natuur in en verblijven er korter”. René Vinck raakte al jong in de ban van fossielen. Hij begrijpt als geen ander het groeiend enthousiasme van de jeugd die eenmaal de workshop heeft gevolgd. “Een fossiel zoeken is in principe een schat vinden”, zegt hij en hij pakt een steentje. “Hierin zit een trilobiet, een dier dat 400 miljoen jaar oud is. Deze komt uit Tsjechië, maar in andere landen vind je
Yosha Visser en René Vinck: ‘Kinderen gaan anders naar de natuur kijken’. >Foto: Mylène Siegers
ook trilobieten en andere fossielen”. Yosha Visser werkt al vele jaren met kinderen, zoals nu bij Lisa Dak in de naschoolse opvang. Daarnaast geeft Yosha, die ook goudsmid is, met haar bedrijfje ‘eleven Tree’ onder meer de workshop ‘Recycling’. Kinderen leren dan bijvoorbeeld om van oude sieraden nieuwe te maken. Vorig jaar besloten zij en Vinck hun passies te
bundelen in ‘Fossielplezier’. De workshop begint met drie korte films. In de ene film wordt het ontstaan van fossielen uitgelegd, de twee andere films tonen waar René Vinck en Yosha Visser zoeken naar fossielen. “Ze zien ons in actie met onze hele uitrusting aan, zoals met een helm en veiligheidsbril op”, zegt René Vinck. Andere lessen die kinderen krijgen
zijn het herkennen en benoemen van fossielen en het bewerken van de versteende botten. De workshop blijkt leerzaam, wijst een enquête uit die na afloop werd ingevuld. Zo schreef een jongetje: ‘Ik wist al vijf procent, nu wel vijftig procent’. Bij het allerlaatste onderdeel van ‘Fossielplezier’ komt Yosha Visser in actie. Zij legt dan een smalle, langwerpige doos op tafel, met daarin haaientanden die tussen de 10 en 15 miljoen jaar oud zijn. “Ieder kind mag er één uitpakken. Daarna gaan we met z’n allen de haaientand een beetje schuren, polijsten en later oppoetsen met heksenvet”. Tot slot wordt aan de jonge deelnemers een leren kettinkje uitgereikt, waaraan zij de haaientand kunnen hangen. Yosha Visser: “Als de kinderen horen dat ze die echte haaientand mee naar huis mogen nemen, zijn ze helemaal verrast”. Joke Korving De workshop ‘Fossielplezier’, die twintig euro kost, wordt op 2 en 16 juni gehouden in Mee in Zee-atelier, Lijsterbesstraat 69. Informatie: www.fossielplezier.nl.
Ingezonden mededeling
Kunst, antiek en design tijdens onze voorjaarsveiling op 29, 30 en 31 mei Jan Wiegers (1893-1959) Landschap met regenboog bij Davos (olieverf op doek, mét studie op papier) Richtprijs € 22.000 - 25.000
Kijkdagen: 24, 26 en 27 mei 10.00 - 17.00 uur 25 mei 10.00 - 16.00 uur Catalogus in print en online www.venduehuis.com
[email protected]
Collectie Pre-Colombiaans aardewerk
Zilveren theebusje, 1906 Eisenloeffel voor Fa. C.L.J. Begeer Richtprijs € 8.000 - 12.000
Samuel Jesserun de Mesquita Zittend naakt, 1923 (pastel op karton) Richtprijs € 10.000 - 12.000
Bloemvormige diamanten hanger totaal ruim 6 ct Richtprijs € 7.000 - 9.000
Karel Klinkenberg (1852-1924) Stadsgracht Rotterdam (olieverf op doek) Richtprijs € 15.000 - 20.000
5
actueel<
Vrijdag 17 mei 2013 > Den Haag Centraal
Welke gek wil straks nog directeur bij ADO worden? Door Coos Versteeg
En weer vertrekt een directeur bij ADO Den Haag. Het zong al weken rond dat algemeen directeur Cees Driebergen (51) het beu was: de inmengingen door grootaandeelhouder Mark van der Kallen en zijn kompaan Paul Beijersbergen. De directeur stuurde, daags na de laatste thuiswedstrijd van het seizoen, openlijk aan op een breuk met het bestuur. Deze week werd het een feit: Driebergen vertrekt per 1 juli aanstaande. Het persbericht van de voetbalclub, vol huldebetuigingen aan Driebergen inclusief de altijd terugkerende gratuite constatering dat men ‘het vertrek betreurt maar begrip heeft voor de overwegingen’, eindigt met de krasse uitspraak: ‘ADO Den Haag zal op korte termijn de nieuwe algemeen directeur presenteren’. Hoe vaak heeft de woordvoerster van ADO dat zinnetje de afgelopen jaren al niet in diverse varianten getikt. Het is bijna ondoenlijk je alle ADO-directeuren van de afgelopen vijf, zes jaar nog voor de geest te halen. Want niet alleen algemeen directeuren wisselden elkaar in hoog tempo af, ook commercieel directeuren en stadiondirecteuren sneuvelden. De een na de ander: Arzbach, Boogaart, De Boer, Vierling, Manders, Westerwoudt, Goetzee en nu dus Driebergen. Een voordeel van die korte dienstverbanden was wel dat de oprotpremie nooit erg hoog kon zijn. Langer dan een paar jaar zat niemand er. En men ging natuurlijk altijd in goede harmonie uit elkaar. Toen de voorlaatste algemeen directeur Matthijs Manders zich later nog eens in gematigd negatieve zin over de club uitliet, werd hij fijntjes herinnerd aan de clausule met betrekking tot de zwijgplicht in zijn vertrekovereenkomst. Wat wacht de nieuwe algemeen directeur straks? Misschien kan de helder-
ziende Peter van der Hurk tijdens zijn paragnostische show op 24 mei in het ADO-stadion licht op de zaak werpen. Op de opstandige supporterssite haguecityfirm.nl weten ze in elk geval al wat er in de profielschets voor de vacature duidelijk moet staan: ‘een flexibele houding, een ruggengraat van een naaktslak, liefst voorzien van buikspreek-capaciteiten’.
Positie Want de positie van de directeur in de huidige constellatie is natuurlijk toch waar het om draait. Welke gek wil straks nog directeur bij ADO worden? De laatste algemeen directeur die zelf nog iets te zeggen had bij ADO Den Haag, was Piet van der Pol (2006-2008). Zijn opvolger John Arzbach, voorheen jaren achtereen actief in de rol van voorzitter van de businessclub, botste al meteen met het nieuwe regime. Arzbach was lange tijd succesvol directeur van Hommerson Casino’s geweest en weigerde zich in een rol van marionet te schikken. Dick Vierling, commercieel directeur, leek enige tijd de droomkandidaat om twee functies ineen te verenigen. Dat bespaarde ook mooi een salaris. Maar op 1 april 2011 was daar toch ineens Matthijs Manders, nadat eerder Kees Jansma voor de eer had bedankt. Zes volle maanden hield Manders het vol. In die tijd had hij stevige conflicten met Van der Kallen over allerlei uitgaven die de clubeigenaar deed waarvoor Manders vervolgens moest dokken. Zoals de Audi A7 Sportback die trainer John van den Brom cadeau kreeg als beloning voor de behaalde resultaten, maar waarvoor Manders vervolgens een leasecontract van Van der Kallens bedrijf Wittebrug kreeg voorgeschoteld. Zo was er ook onenigheid over de talloze peperdure etentjes bij Restaurant Niven, eveneens eigendom van Van der Kallen, waarvan de facturen op het bureau van Manders be-
Cees Driebergen toen hij nog enthousiast was over zijn baan. > Foto: Creative Images
landden. De algemeen directeur die bezuinigen als voornaamste taak had, gooide uiteindelijk de handdoek in de ring. Henk Jagersma, voorzitter van de Raad van Commissarissen van ADO gaf hem deze week op TV West nog een trapje na door de benoeming van Manders ‘een vergissing’ te noemen. Flexibel Tegen die achtergrond heeft Driebergen het nog lang in het wespennest volgehouden. Zijn flexibele houding en goedpraterij leverden hem bij de supporters
zelfs de scheldnaam Cees Liegbergen op. Maar gaandeweg werd de relatie tussen Driebergen en Van der Kalle/Beijersbergen er steeds slechter op. Ook werd de relatie tussen Driebergen en trainer Maurice Steijn precair, omdat Steijn niet de financiële armslag kreeg die hij begeerde en Driebergen achter Steijns rug om een technisch directeur benaderde. Op zijn beurt moet Driebergen het recent weer voor de kiezen hebben gekregen toen bij de wedstrijd ADO-Feyenoord volwassen hooligans uit Rotterdam in het kindervak van ADO bleken te zitten en in een
skybox zestien mensen doodziek werden, omdat er spacecake werd geserveerd. Je kunt er als algemeen directeur misschien niets aan doen, maar het gebeurt wel onder jouw verantwoordelijkheid. De toekomstige nieuwe baas wacht een uitermate zware taak. ADO Den Haag sloot het seizoen afgelopen weekeinde roemloos af met een 4-2 verlies tegen PEC Zwolle. Daarmee was de kans verkeken op Europees voetbal. Gelukkig maar, want het armlastige – onder curatele van de KNVB geplaatste – ADO Den Haag zou alleen maar financieel moeten bloeden als er ver over de landsgrenzen moet worden gespeeld. Nu hoeft alleen nog de ruzie te worden beslecht met spelers die hun premies niet kregen. Want uiteindelijk draait alles om geld. Op dit moment nog meer dan ooit. De uitverkoop van getalenteerde spelers had begin dit jaar al een ouverture gekregen met de transfer van Jens Toornstra, maar kan nu echt beginnen. Van der Kallen haalt zo stukje bij beetje iets van zijn ongelukkige investering terug. Dat valt – zakelijk gezien – nog wel te begrijpen ook. Maar het betekent wel dat volgend seizoen een verder verzwakt team op het gras zal verschijnen. En zodra de resultaten slecht zijn, gaat Midden-Noord morren. Daar wordt geen eigenaar en geen directeur vrolijk van. Zou de helderziende Peter van der Hurk daar ook wat over kunnen voorspellen? Iets in de trant van een Mark van der Kallen die er eind dit jaar mee stopt, de boel weer bij de gemeente Den Haag op het bordje legt en toch nog een paar centen verdient aan de twee reclamemasten die hij bij het stadion exploiteert. Natuurlijk heeft menig raadslid keer op keer geroepen dat er geen cent meer naar ADO mag. Maar met de gemeenteraadsverkiezingen volgend jaar in het vooruitzicht, wil elke politicus potentiële kiezers plezieren.
In Spuiforum geen plaats voor bibliotheek
Conservatorium verliest onafhankelijkheid Door Aad van der Ven
Zonder Koninklijk Conservatorium geen nieuw cultuurgebouw op het Spuiplein. Maar Henk van der Meulen, directeur van dit opleidingsinstituut, houdt nog een slag om de arm. Hij is er nog niet gerust op dat hij over enige tijd de handtekening kan zetten die hem tot medehuurder maakt van het geplande complex. “Eerst moeten er meer gedetailleerde investeringscijfers en exploitatiecijfers komen. Daar is een aantal specialisten hard mee bezig. Ik ben voorstander van het Spuiforum vanuit een visie op de toekomst. Daarom hebben wij hierop ingezet. Maar de financiële kaders moeten wel duidelijk zijn”. De vrees dat er veel meer dan 180 miljoen euro, het momenteel geraamde bedrag, met de nieuwbouw gemoeid zal zijn en dat ook de exploitatiekosten een flinke bres in de financiën van de gemeente zullen slaan, werd tijdens het laatste openbare stadsdebat voor de zomer ook door anderen geuit. Van der Meulen was de gastheer en de belangrijkste spreker. Want het ging deze keer over het Koninklijk Conservatorium als toekomstige medehuurder van het
te bouwen complex, samen met het Residentie Orkest en het Nederlands Dans Theater. De directeur verdedigde zijn visie – het nieuwe gebouw is goed voor zijn instituut en voor Den Haag – met verve. Wat niet betekende dat hij op veel bijval kon rekenen. Dat viel ook niet te verwachten tijdens een bijeenkomst die was belegd door de voortdurend actieve organisatie ‘Spuiforum-Krankjorum’. Maar toch… Schuwen de voorstanders van het grote gebouw het openbare debat? Vertrouwen zij op het Haagse gemeentebestuur, dat na het nodige politiek touwtrekken vindt dat dit grote, nieuwe cultuurcentrum er moet c.q. mag komen?
het Nederlands Dans Theater, maar de drie partners zullen merken dat ze tot elkaar veroordeeld zijn, mocht één van hen in financiële moeilijkheden geraken. Bovendien wil de gemeente dat daar ook congressen worden georganiseerd. Komt juist een opleidingsinstituut, per definitie verstoken van de mogelijkheid iets commercieels te ondernemen, door dit alles niet in het nauw? “Dat wordt in een contract met de gemeente en het Rijk vastgelegd, want die zijn daarvoor verantwoordelijk”, aldus Van der Meulen. Hetgeen een hoongelach ontketende in de collegezaal van het af te breken gebouw aan de Juliana van Stolberglaan.
Twijfels Niet alleen de vrees dat deze stad op een gigantische financiële strop afkoerst, werd herhaaldelijk geuit door de architecten van ‘Spuiforum-Krankjorum’. Ook de twijfels of het Koninklijk Conservatorium er goed aan doet zijn gebouw aan de gemeente te schenken om samen met twee andere kunstinstellingen huurder te worden en daarmee zijn onafhankelijkheid prijs te geven. Dat maakt dit instituut kwets-
Ontwapenend Afgezien van enige aarzeling wat betreft de financiële berekeningen, die nog verdere uitwerking vragen (“ik ben geen specialist”), toonde Henk van der Meulen een ontwapenend optimisme. Of het verstandig is fijnzinnige, kwetsbare jonge musici en dansers los te laten in een gebouw dat ook liefhebbers van Frans Bauer tevreden moet stellen? Geen probleem. In deze tijd. Aldus de directeur, zijn jonge artiesten
Henk van der Meulen. > Foto: Malou van Breevoort
baar, want er valt wel veel moois te zeggen over innige vormen van samenwerking met het Residentie Orkest en
immers veel flexibeler dan vroeger. Of werkelijk de behoefte wordt gevoeld aan de vaak bepleite kruisbestuiving tussen orkestmusici, dansers en muziekstudenten? Oh ja, de grote gemeenschappelijke kantine kan zeker bevruchtend werken. Henk van der Meulen schetste in gloedvolle bewoordingen een cultuurpaleis met voor zijn studenten – zestig procent komt uit het buitenland – vrijwel onbegrensde mogelijkheden. En is zelfs het Spuiforum nog te klein voor de muzikale expansie van zijn studenten? Dan kan men terecht in de Nieuwe Kerk of het Theater aan het Spui. Dat in het toekomstige grote gebouw met zijn grote kantine geen plaats is voor de bibliotheek van het conservatorium, bleek geen onderwerp te zijn om veel woorden aan te wijden. Intussen wordt hard gewerkt aan een alternatief plan voor renovatie van de Dr Anton Philipszaal en het Lucent Danstheater plus uitbreiding aan de achterkant, mede ingegeven door de toekomstige leegstand (ministeries, kantoren) op die plaats. Dat ontwerp wordt, inclusief kostenraming, door ‘Spuiforum-Krankjorum’ op 22 juni gepresenteerd.
6>Varia terugblik
Den Haag Centraal > Vrijdag 17 mei 2013
foto’s uit het haags gemeentearchief
Spijkstaal en de eerste vrouwelijke broodbezorger In september 1963 zagen de bewoners van de Haagse wijk Moerwijk en die van Voorburg voor de eerste maal een vrouwelijke broodbezorger uit de nieuwe broodwagen van Hus stappen. De Haagsche Courant plaatste drie maanden later, op 9 december, een artikel over de ervaringen van broodbakkerij Hus met de twee nieuwe vrouwelijke broodbezorgers. Volgens de adjunct-directeur Verkoop, de heer B.E.M. Mogendorff, deden de dames het heel goed. Of wilden de Haagse
Toch liever een man aan de deur? vrouwen toch liever een man aan de deur? Een heel andere mening was namelijk de Hus-chef Verkoopbezorging toegedaan, die had begin december verklaard dat vrouwen totaal ongeschikt waren voor het beroep van broodbezorger. Hij achtte het beroep te zwaar voor vrouwen en meende dat de klanten liever een man aan de deur wilden hebben. Volgens de chef Verkoopbezorging speelde ook ‘vrouwelijke jaloezie’ een rol, huisvrouwen zagen volgens hem niet graag een
broodverkoopster aan de deur. Adjunct-directeur Mogendorff vond dat de bezorgsters een faire kans moesten krijgen en dat flauwe grappen als ‘ze staat zo lang te praten’ niet van invloed op de beoordeling mochten zijn. Hij vond een evaluatiemoment pas na enige maanden aan de orde en wilde in die periode zeker doorgaan met de vrouwelijke broodbezorgers. Ook Utrecht raakte in de ban van vrouwelijke broodbezorgers. Een jaar na Den Haag nam een broodfabriek in deze stad ook een vrouw als broodbezorger in dienst. De zware handkarren voor de bezorging van brood waren net als in Den Haag vervangen door miniatuur-autootjes die zonder rijbewijs bestuurd konden worden. Dit had hier de weg geëffend voor de aanstelling van een vrouw als broodbezorger. Op de foto is de eerste Haagse broodbezorgster te zien voor de gemotoriseerde Spijkstaal-bakkerswagen. Het lijkt erop dat de kersverse bezorgster nog wordt geassisteerd door een collega van het mannelijk geslacht. Met de elektrisch aangedreven wagen van het merk Spijkstaal kon de bezorgster op een gemakkelijke manier het brood aan de man (of vrouw) brengen. Het rijden in de nieuwe driewielige bakkerswagen moet een stuk eenvoudiger
De eerste vrouwelijke broodbezorger in Den Haag. >Foto: Fotoburo Thuring
zijn geweest dan het broodtransport met de oude zware broodkarren. De leverancier van de broodwagens, de firma Spijkstaal, bestaat nog steeds. De naam Spijkstaal is een combinatie van Spijkenisse en staal. Dorpssmid Gerrit Neuteboom begon in 1938 in Spijkenisse met de fabricage van stalen aanhangwagens voor landbouwdoeleinden. Het bedrijf, dat dit jaar zijn 75-jarig bestaan viert, kreeg met name bekendheid door de elektrische melkwagens en later door de zoge-
naamde SRV-wagens die in feite een soort rijdende supermarkt waren. Spijkstaal is inmiddels een wereldwijd gevestigde naam op het gebied van elektrisch aangedreven voertuigen. Spijkstaal-producten zijn onder andere te vinden bij luchthavens, autofabrieken, ziekenhuizen en attractieparken. De firma maakt tegenwoordig ook elektrische auto’s, fietsen en scooters. Daarnaast richt het bedrijf zich op transport in de stad. Nog steeds zijn Spijkstaal-wagens in Den Haag te zien.
Op 31 januari 2011 gaven wethouder Rabin Baldewsingh (Duurzaamheid) en toenmalig wethouder Sander Dekker (Stadsbeheer) de aftrap voor de ingebruikname van een Spijkstaal elektrische vuilniswagen voor het ophalen van bedrijfsafval door de firma Van Gansewinkel in de Haagse binnenstad. Henk Duits www.gemeentearchief.denhaag.nl
Ingezonden mededeling
Het stenen bruidsbed Regie Johan Doesburg Met Jeroen Spitzenberger, Tamar van den Dop, Stefan de Walle e.a. Vanaf 28 mei in de Koninklijke Schouwburg Den Haag In samenwerking met het Letterkundig Museum brengt het Nationale Toneel de roman Het stenen bruidsbed van Harry Mulisch tot leven. Met zijn meesterwerk schreef Mulisch een tijdloze roman over daders en slachtoffers in tijden van oorlog. Als Amerikaanse gevechtspiloot nam Norman Corinth deel aan het bombardement op Dresden. Elf jaar later keert hij terug naar de plek des onheils. Rondom elke voorstelling zijn er verdiepende activiteiten. Van interviews en themamiddagen tot nabesprekingen met gastsprekers, acteurs en de regisseur.
Reserveren 0900 3456789 / ks.nl
nationaletoneel.nl
7
regio<
Vrijdag 17 mei 2013 > Den Haag Centraal
Extra geld voor Ooievaarspas en aanpak jeugdoverlast Door Gilles Boeuf
LEIDSCHENDAM-VOORBURG – Leidschendam-Voorburg verhoogt de bovengrens om in aanmerking te komen voor een Ooievaarspas van 110 procent naar 130 procent van een inkomen op bijstandsniveau. Ook het succesvolle project JORP (Jeugd Op het Rechte Pad) krijgt een financiële injectie. Ondanks alle bezuinigingen die het Rijk gemeenten oplegt, kan Leidschendam-Voorburg door een gunstig budget guller omgaan met de Ooievaarspas, een kortingspas voor mensen met een zeer laag inkomen. In de onlangs gepresenteerde kadernota 2013, voorheen voorjaarsnota,
van deze gemeente wordt een beeld geschetst van de financiële stand van zaken voor de periode 2014-2017. Volgens deze nota is de financiële positie van Leidschendam-Voorburg gezond, maar staat ze door externe factoren onder druk. Het regeerakkoord van het kabinet-Rutte II bevat aanzienlijke bezuinigingsmaatregelen die misschien ook nog worden verzwaard met extra maatregelen. Via de algemene uitkering uit het Gemeentefonds zal elke gemeente daar de gevolgen van ondervinden. Leidschendam-Voorburg moet om met alle nieuwe taken die eraan komen, de drie grote decentralisaties in het land, toch proberen het huidige
voorzieningenniveau op peil te houden.
Nieuw Tot grote tevredenheid van het college van burgemeester en wethouders is het gelukt om budget te vinden voor het verruimen van de norm voor de Ooievaarspas. Het hiervoor structureel benodigde budget van 53.000 euro per jaar maakt het mogelijk dat 750 mensen meer dan voorheen van de kortingspas kunnen profiteren. Het budget komt uit het potje van de bijzondere bijstand. In 2011 werd de norm verlaagd van 130 naar 110 procent van een inkomen op bijstandsniveau. Maar hierdoor is juist een overschot ontstaan
op de balans van de bijzondere bijstand. Daardoor kan Leidschendam-Voorburg de eerdere bezuinigingsmaatregel nu weer terugdraaien. Ander nieuw beleid dat in de kadernota aandacht krijgt, is het project JORP. De nota stelt voor om voor dit project, een integrale aanpak van jeugdoverlast en criminaliteit door jongeren met behulp van casemanagers, eenmalig 150.000 euro ter beschikking te stellen. Daarmee zijn de kosten voor 2014 gedekt. De gemeente wil het project structureel inpassen. De nota suggereert dat 1 januari 2015 daarvoor een ‘natuurlijk’ moment is, omdat de Jeugdzorg op die datum als taak van het Rijk overgaat naar de gemeente.
Deze week opening van het Waterspoorpark
Verbetering waterbeheer en recreatie
LEIDSCHENDAM-VOORBURG - Nu de werkzaamheden zijn afgerond, openen wethouder Marcel Houtzager (Groen en Water) en Pieter Hellinga (bestuurder van het hoogheemraadschap Rijnland) deze week het nieuwe Waterspoorpark in LeidschendamVoorburg. De aanleg van het park is een maatregel uit het gemeentelijke Waterplan, aangelegd om de waterverbindingen en het waterbeheer in de gemeente te verbeteren. Ook zijn er verbeteringen aangebracht voor recreanten.
Leidschendam-Voorburg kampte met een probleem. Er was in de Zijdepolder, grenzend aan het park, onvoldoende open water om het regenwater op te vangen. Tegelijkertijd was de wandelstrook tussen het spoor, onder de elektriciteitsmasten, en de wijk De Zijde voor verbetering vatbaar. Het water wordt door de gemeente beheerd in samenwerking met de hoogheemraadschappen Rijnland en Delfland en de provincie Zuid-Holland. Het door hen gezamenlijk opgestelde Waterplan 2007-2015 behelst in totaal meer dan veertig waterprojecten. Het Waterspoorpark lost in ieder geval één van de problemen op. Door de aanleg van nieuwe waterverbindingen en moerasachtige zones komt er 11.773 m2 water bij. Voor de recreanten en de mensen die hier graag hun hond uitlaten heeft men het park aantrekkelijker willen maken. Er zijn bruggen aangelegd en bankjes geplaatst en honden mogen er loslopen. Er is een trekpontje voor kinderen en de kwaliteit van het water is verbe-
Excursies naar bunkercomplex WASSENAAR – Boswachter Mark Kras, organiseert weer excursies naar de bunkers in de duinen van Wassenaar. De 25 bunkers van het complex Rijksdorp liggen er al sinds 1942, maar zijn slechts één keer eerder opengesteld voor publiek. Alleen met een gids van Staatsbosbeheer is het mogelijk de bunkers te bezichtigen in groepjes van maximaal 12 personen. De wandeling door de bunkers duurt twee uur en stevige schoenen worden aanbevolen. Voor meer informatie: www.staatsbosbeheer.nl Om de tweets van boswachter Mark Kras te volgen: @BoswachterMark
Er is 2500 m2 aan natuurvriendelijke oevers aangelegd.> Foto: C&R
terd door de aanleg van natuurvriendelijke oevers. De straat naast het park is een fietsstraat geworden, de zogeheten Velostrada tussen Den Haag en Leiden, waardoor er minder verkeer is. Stonden de grote elektriciteitsmasten er niet, dan zou het er zowaar idyllisch uitzien. Voorkomen Door de verwachte klimaatverandering, de zeespiegelstijging en de bouw
van steeds meer huizen was de gemeente zich er al enige tijd van bewust dat nieuw beleid nodig was om overlast van regenwater te voorkomen. In 2003 ondertekenden de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de Unie van Waterschappen, het Interprovinciaal Overleg en het Rijk het Nationaal Bestuursakkoord Water, kortweg NBW. Het Waterplan bouwt voort op de afspraken die met dat akkoord zijn gemaakt.
Nog lopende projecten uit het Waterplan zijn onder andere het creëren van natuurvriendelijke oevers langs de Broeksloot, een ecologische verbetering en het verhogen van het waterpeil in de Veen- en Binckhorstpolder om ook hier de waterberging te vergroten. Het uiteindelijke doel is in 2015 voldoende capaciteit te hebben, zodat wateroverlast en verdroging geen gevaar meer vormen.
Strandwalfestival van start met pompoenen RIJSWIJK – Leerlingen van de Mariaschool starten vrijdag samen met de bewoners van het woonzorgcentrum Onderwatershof met het maken van wollen pompoenen. In het kader van het vijfde Strandwalfestival, dat van 13 tot en met 15 september wordt gehouden in Rijswijk, maken zij alvast een begin met het fabriceren van in totaal 500 van zulke pompoenen. Ook negen andere basisscholen uit Rijswijk zullen meewerken om de pompoenen gereed te maken voor plaatsing op de Van Vredenburchweg, die tijdens het festival wordt omgedoopt tot Strandwalboulevard. De bewoners van Onderwatershof en de leerlingen
van de Mariaschool zullen elkaar wekelijks op vrijdag bezoeken om gezamenlijk aan dit project te werken. Het Strandwalfestival is sinds 2009 het jaarlijkse kunst-, cultuur- en sportfestival van de gemeente. Net als voorgaande jaren kunnen organisaties, bedrijven en bewoners uit Rijswijk zichzelf presenteren op een uitmarkt en door het organiseren van uiteenlopende activiteiten. Sportpark Vredenburch werkt samen met verschillende sportverenigingen om de zondag van het festival helemaal in het teken te laten staan van sport en spel voor alle leeftijden. Net als vorig jaar zal er op de zondagmiddag ook
weer een popfestival worden gehouden in het Rijswijkse Bos. Een ander initiatief, nieuw dit jaar, is het ‘wereldpodium’, een plek bedoeld om inwoners uit Rijswijk met een andere culturele afkomst te laten deelnemen aan het festival. Ook nieuw is het initiatief ‘Rijswijk zingt mee’. De komende maanden stelt de organisatie van het festival een ‘Strandwalkoor’ samen waar iedere Rijswijker die graag zingt, welkom is. Het koor zal liedjes instuderen die het op de openingsavond van het festival ten gehore brengt. Voor meer informatie: www.strandwalfestival.nl
verreck
Van deze tijd
Om de haverklap hoor je in discussies de stompzinnige frase dat iets ‘niet meer van deze tijd’ zou zijn. Wat een onzin! Alles is van deze tijd, want deze tijd is een opeenhoping van alle tijden die er tot nu toe geweest zijn. We leven in een wereld met Bosjesmannen, Amish, Scheveningers en nog zo wat gemeenschappen die allemaal in hun eigen tijd leven. Dus wat is dan ‘deze’ tijd? Ik heb eens gegoogled op wat er de afgelopen tijd allemaal niet van deze tijd was. Het is een lachwekkend rijtje: het sociaal akkoord, schoolreisjes, de Dag van de Arbeid, Chinese werkkampen (je wou dat het waar was), hoorcolleges, zendmasten, seniorendagen, de letterwaarde bij Scrabble, het onderwijssysteem, politie en justitie, de paus en natuurlijk Zwarte Piet. Kortom: wat is er nog wel van deze tijd? Als iemand iets ouderwets vindt en/of meer geld denkt te kunnen verdienen met nieuwe rotzooi, laat hij dat dan gewoon zeggen. In plaats van het quasi objectief-wetenschappelijke machtswoord ‘dat is niet meer van deze tijd’. Geboeid heb ik geluisterd naar ICTtoy boy Alexander Klöpping, die ons in zijn televisiecollege bijpraatte over het nieuwste van het nieuwste aangaande de levensbepalende gadgets uit Silicon Valley. Het betreft de Google-bril die ‘Glass’ heet. Een futuristische must have (hier een Nederlandse vertaling voor proberen te bedenken is niet meer van deze tijd) die met veel geheimzinnigheid is omgeven. En ook nog niet in de handel is. Dus als het ware ‘nóg niet van deze tijd’ is. Het is een computerbril met een schermpje, zodat de navelstreng tussen mens en digitale omgeving geen moment behoeft te worden doorgesneden. Behalve het gebruikelijke aanbod aan verslavende (YouTube-) filmpjes en de socialemediadiarree, schuilt er in dit computertje een overijverige, alleswetende bemoeial die onder het mom van efficiëntie de gebruiker voortdurend lastigvalt met suggesties wat hij nu weer eens moet gaan ondernemen of – vooral dat – consumeren. Je zal toch maar zelf eens iets bedenken. Mensen die het wagen zomaar door de stad te dwalen, krijgen dwingende routeadviezen en worden gedreven naar plekken/ winkels die ze waarschijnlijk leuk vinden, omdat die (of vergelijkbare oorden) in één of ander bestand zijn opgeslagen. Wie op eigen houtje iets nieuws wil ontdekken is bijna een verzetsheld. Deze repressie is technologisch en dus ‘van deze tijd,’ maar het principe doet mij denken aan andere, heel duistere tijden. Marcel Verreck www.marcelverreck.nl
8>opinie
Den Haag Centraal > Vrijdag 17 mei 2013
Nederlands Dans Theater verkeert al jaren in crisis
Kylián draait rondjes en het NDT draait mee Choreograaf Jiri Kylián wil niet langer dat het Nederlands Dans Theater zijn balletten uitvoert om het gezelschap de kans te geven zich in artistieke vrijheid te ontwikkelen. De beslissing is in goed overleg met artistiek leider Paul Lightfoot genomen, laat het NDT weten. Wat een giller. Welke communicatieadviseur zou deze vorm van ‘damage control’ hebben verzonnen? Het NDT verkeert in crisis. Kylián draait rondjes en het NDT draait wezenloos mee.
meegemaakt, privé liep niet alles op rolletjes en de zware last om een gezelschap te leiden en elk jaar een reeks nieuwe werken te maken, viel hem steeds zwaarder; hoeveel assistentie hij ook kreeg. Wereldwijd was er gezocht wie in de voetsporen van het vermoeide Tsjechische wonderkind wilde treden. De Span-
plaatste bij dit toekomstperspectief, leidde tot een furieuze brief van Kylián vol kinderlijke beledigingen aan het adres van de auteur.
Jim Vincent Maar Kylián kon niet voorkomen dat Hellström faalde. Was de Zweed er bij het Göteborg Ballet wel in geslaagd de
Ook onder Hans van Manen en Glen Tetley danste het NDT al in Londen, Parijs en New York
Door Coos Versteeg
Even een kijkje in de journalistieke keuken. Ruim een week geleden verneemt collega Annerieke Simeone dat de Haagse choreograaf Jiri Kylián niet langer wil dat het Nederlands Dans Theater zijn balletten uitvoert. Kylián – van 1973 tot 2009 in uiteenlopende functies aan het NDT verbonden – zou het niet eens zijn met de artistieke koers van het gezelschap. Zoals een journalist betaamt, probeert Simeone links en rechts bevestiging te krijgen van het verhaal alvorens contact op te nemen met Kylián zelf en met de directie van het NDT. Makkelijker dan verwacht onderschrijven andere bronnen de bewering. Kennelijk zingt het nieuws in de danswereld al aardig rond. Alleen weet niemand te melden wat nu de precieze overwegingen van de beroemde choreograaf zijn. Men weet wel dat hij – na bijna een kwarteeuw artistiek leider te zijn geweest – nog maar spaarzaam zijn gezicht aan het Spui laat zien en er bij voorstellingen steevast eerder dan het slotapplaus klinkt tussenuit piept. Jiri Kylián brengt zelf ook geen klaarheid als hij door ons wordt gebeld met de vraag wat er aan de hand is. Zijn kortaffe reactie “Vraagt u het maar aan het NDT” doet vermoeden dat de relatie met zijn vroegere werkgever niet al te vriendschappelijk meer is. Kyliáns advies aan ons is makkelijker gezegd dan gedaan. Wij zijn dan namelijk reeds anderhalve dag bezig om een reactie van het NDT te krijgen. Artistiek leider Paul Lightfoot zit in het buitenland en reageert niet op de ingesproken berichten. Zakelijk directeur Robert van Leer wil niets zeggen zonder Lightfoot te hebben geconsulteerd. Ondanks beloftes terug te bellen, laat het NDT niets meer horen. Op woensdagmiddag wordt intern niet één doorkiesnummer nog opgenomen. “Iedereen is in vergadering”, laat de receptie wanhopig weten. Crisisberaad? Het NDT reageert pas op Hemelvaartsdag wanneer bij de abonnees Den Haag Centraal op de mat valt. In de Volkskrant van vrijdag 10 mei zegt Paul Lightfoot dat hij aanvankelijk vreemd opkeek van Kyliáns voorstel: “Het is toch alsof iemand zijn eigen ei uit het nest duwt. Na een jaar van gesprekken snap ik het en sta ik achter deze ‘time-out’. Hij dwingt ons de lege plek met iets nieuws te vullen. Kylián straft ons niet; hij daagt ons uit”. Jiri Kylián speelt het spel mee om niet met modder te gooien. “Er is geen conflict, maar met deze beslissing forceer ik het gezelschap tot vernieuwing. Ik ben bij het NDT groot gegroeid omdat ik niet gehinderd werd door traditie. Alles kon, alles mocht. Nu moet Paul de vrijheid voelen zich te profileren met nieuw werk en nieuwe namen”.
In juni 1990 ging het NDT voor het eerst naar Japan. Daar kreeg Kylián een ware sterstatus, die grote verandering in zijn leven bracht.
jaard Nacho Duato was bij herhaling gevraagd. Hij kwam uit de eigen stal, behoorde ooit tot Kyliáns favoriete dansers, en had als choreograaf wereldwijd furore gemaakt met eigen werk. Zijn debuut ‘Jardi Tancat’ deed het bij tournees van het Haagse gezelschap soms zelfs beter dan menig Kylián-ballet. Maar Duato was inmiddels een held in Madrid als leider van het nationale ballet aldaar. Met Mats Ek van het Zweedse Cullberg Ballet werd het evenmin wat, evenals met de Israëlische Ohad Naharin van de Batsheva Dance Company. Paul Lightfoot – leerling en navolger van Kylián – wilde toen al graag (in een duobaan met zijn vrouw Sol Leon), maar dat zagen de dansers van het NDT niet zitten. Bij de presentatie van ex-danser Anders Hellström – zelf geen choreograaf – bleek al snel dat de nieuwe artistiek directeur een soort façade was. Kylián trad weliswaar terug als artistiek leider, maar bleef – tot vreugde van het bestuur – een soort toeziend voogd zonder wiens goedkeuring Anders Hellström niets kon doen. Het koppel Lightfoot/Leon werd het vaste huischoreografen-duo. “Het dansgezelschap wil een balans vinden tussen vernieuwing en het eigen erfgoed”, filosofeerde bestuursvoorzitter Ton Rombouts erop los. Kritische vragen over deze curieuze constructie leidden op de persconferentie al tot grote irritatie bij het bestuur, maar nog meer bij Jiri Kylián. Een artikel in de Haagsche Courant, dat vraagtekens
boel volledig op zijn kop te zetten en er een heel ander gezelschap van te maken, in Den Haag zat Hellström in een strak keurslijf. Hij is zomer 2009 van het voetlicht verdwenen en staat nu genoteerd als artistic producer binnen de staf. Het nieuwe boegbeeld heette Jim Vincent, in
Haagse Harry
© Marnix Rueb
Anders Hellström Wat een nobele houding spreidt Kylián ineens tentoon. Dat was wel even anders toen op 29 oktober 2003 in zijn bijzijn de Zweed Anders Hellström als de nieuwe artistiek directeur aan de verzamelde danspers werd voorgesteld. Na eindeloos zoeken had het NDT ten langen leste iemand gevonden die de fakkel wilde overnemen. Want Kylián zat er al jaren doorheen. Hij had een artistieke instorting
de jaren tachtig zelf danser bij het NDT. Als choreograaf had de Amerikaanse Jimmy het ondanks zijn enthousiasme nooit gemaakt, maar hij was ondanks zijn kleine postuur een indrukwekkende danser geweest en hij had na zijn vertrek een bijzondere ontwikkeling doorgemaakt. Zo was hij enige jaren verantwoordelijk geweest voor de shows in
Disneyland Parijs en vervolgens was hij artistiek directeur geworden van de Hubbart Street Dance Company. Zijn bij Disney geleerde gevoel voor commercie combineerde hij in Chicago met zijn netwerk en kennis van smaakmakende Europese choreografen. Jiri Kylián, Nacho Duato, Ohad Naharin en Johan Inger verschenen hier op het repertoire. De triomfantelijke terugkeer van Vincent op het Spui begon echter al met een deceptie. Na zijn sollicitatiegesprek bezocht hij op zaterdagavond een voorstelling en zag tot zijn schrik dat de zaal maar half was gevuld. Jim Vincent was in zijn tijd bij het NDT altijd gewend geweest aan uitverkochte huizen. Hij begreep aanvankelijk niet wat er aan de hand was. Al spoedig constateerde hij dat het avontuurlijke gezelschap – waarmee hij nog de overgang van de krotwoningen in de Koningstraat naar de ambitieuze nieuwbouw aan het Spui had meegemaakt – niet meer bestond. Vincent ergerde zich aan de zelfingenomen, bureaucratische organisatie van een vastgelopen bedrijf, dat vooral teerde op oude roem. In NRC-Handelsblad zei hij al dat zijn taak als nieuwe roerganger moeilijk zou zijn, omdat dans in een impasse zit. “Overal ter wereld duiken dezelfde namen van choreografen op. Ook ik kan ze eerlijk gezegd nog nauwelijks van elkaar onderscheiden. Dat wordt dus mijn doel: onderscheidend zijn”. Dat lukte dus niet. September 2011 al trok hij zijn conclusies en vertrok. Paul Lightfoot kreeg met een vertraging van een kleine
tien jaar alsnog zijn zin: hij werd de nieuwe artistiek directeur. Slang Is Paul Lightfoot nu de leider van een failliete boedel? Bouwt Den Haag straks een nieuw theater voor een groep die op z’n gat ligt? Voorlopig is het nog niet zover, want het Kylián-loze tijdperk gaat pas in per september 2014. Nog ruim een jaar om tot verrassende oplossingen te komen en onderwijl gaat de show gewoon door. Het is bovendien niet voor het eerst dat het NDT een diepe crisis doormaakt. We denken vaak dat het gezelschap zijn internationale roem louter aan Kylián dankt, maar ook voor diens doorbraak in 1978 met ‘Sinfonietta’ danste het NDT onder Hans van Manen en Glen Tetley al in Londen, Parijs en New York. En ook toen die grootheden het gezelschap de rug toekeerden, leek het einde nabij. Wijlen Carel Birnie ( † 1995), mede-oprichter van het NDT en 33 jaar lang zakelijk directeur van de groep, vergeleek het onrustige gezelschap dan ook graag met een slang die steeds van huid verwisselt. Hij zag de onrust, crises en conflicten binnen het artistieke bedrijf juist als een voedingsbodem waaruit onverwachte, mooie nieuwe dingen voortkwamen. Kylián begon in 1973 ook maar als beginnend gast-choreograaf bij een NDT dat volkomen stuurloos was geraakt. Als we Kylián nu zouden geloven, stevent hij met zijn boycot bewust op een nieuw uitdagend tijdperk aan. Nu de choreograaf en de NDT-directie over de eerste schrik heen zijn, verwijst niemand meer stamelend naar elkaar, wordt de telefoon weer gewoon opgenomen en hebben de rijen zich gesloten. De vuile was moet binnen blijven. Het feit dat het gezelschap komend seizoen opent met ‘An evening with Jiri Kylián’ mag worden gezien als de ironie van het lot. “Dat wordt geen goodbye-festival”, benadrukt Lightfoot. Rest de vraag hoe het straks moet bij staatsbezoeken van de nieuwe vorst? Koningin Beatrix was dol op het Nederlands Dans Theater en werd op den duur ook een fan van Jiri Kylián. Zij nam het gezelschap bij staatsbezoeken maar wat graag mee als visitekaartje van de Nederlandse danscultuur. Maar ach, de huidige koning werd door zijn moeder wel eens gedwongen mee te gaan naar het NDT als prins Claus ziek was... echter: Willem-Alexander houdt helemaal niet van ballet. Coos Versteeg is hoofdredacteur van Den Haag Centraal en auteur van het boek ‘Nederlands Dans Theater – Een revolutionaire geschiedenis’. Balans, 1986.
9
economie<
Vrijdag 17 mei 2013 > Den Haag Centraal
Hoe profiteren ondernemers van nieuwe communicatie?
Sociale media zijn onmisbaar Twitter, Facebook, LinkedIn, Google+, Pinterest, Youtube. Veel ondernemers zien door de bomen het bos niet meer. Een vaak gehoorde kreet is: ‘Heb ik al deze nieuwe media nou echt nodig om meer te verkopen?’ Toch liggen er veel kansen voor Haagse ondernemers. “Sociale media zijn onmisbaar”. Door Sjoerd Hauptmeijer
Het gebruik van sociale media is inmiddels geïntegreerd in het leven. Niet alleen worden deze media gebruikt om sociale en zakelijke contacten te onderhouden, ze zijn in toenemende mate een belangrijke bron voor het verzamelen van informatie. Sociale media vormen een steeds belangrijker communicatiekanaal voor ondernemers. De groeicijfers zijn nog steeds indrukwekkend. Zo werd op 21 maart 2006 het eerste Twitterbericht gestuurd. Zes jaar later werden er in een paar dagen tijd één miljard Twitterberichten verstuurd. Het internetplatform Marketingfacts laat zien dat in Nederland het gebruik van Facebook in een paar jaar tijd is gestegen naar 7,9 miljoen gebruikers. Zeer indrukwekkend: dagelijks zijn vijf miljoen mensen actief op dit platform. Deze nieuwe media hebben een grote impact op de manier waarop ondernemers hun bedrijf leiden. Francien Schouman, eigenaar van executive search en recruitmentbureau Vector in Den Haag, is enthousiast gebruiker van sociale media binnen haar onderneming. “Mijn bedrijf zorgt voor een succesvolle match tussen opdrachtgevers en kandidaten. In mijn dagelijkse werkzaamheden spelen sociale media een belangrijke rol. Twitter, Facebook en LinkedIn zijn ideale netwerken voor mij om vacatures van opdrachtgevers gericht bij een selecte groep mensen onder de aandacht te brengen. De sociale media zijn convergerende werelden. Ik heb Twitter, LinkedIn en mijn website aan elkaar geknoopt. Zo wordt mijn Twitterbericht automatisch geplaatst op LinkedIn en mijn website. Met één druk op de knop zijn dus alle media bijgewerkt”. Sociale media zijn belangrijk om snel en efficiënt een specifieke groep mensen te bereiken. Maar, het zijn ‘slechts’ marketingtools. Schouman: “Sociale media zijn onmisbaar, maar het werven en selecteren van kandidaten blijft mensenwerk. De digitale wereld is een sterke, aanvullende component in mijn bedrijfsprocessen, maar wordt nooit een vervanging van een per-
Francien Schouman, eigenaar van recruitmentbureau Vector: ‘Sociale media spelen een belangrijke rol’. > Foto: Jurriaan Brobbel
soonlijk gesprek. Pas op het moment dat je elkaar in de ogen kijkt, weet je of het waar is wat iemand in zijn internetprofiel heeft staan. Het komt wel eens voor dat mensen halve waarheden op internet zetten. Gelukkig kom je daar in een persoonlijk gesprek al snel achter. Sociale media zijn een mooi marketingmiddel om een positief plaatje te schetsen van je onderneming. Maar de belofte moet natuurlijk altijd worden waargemaakt”. Verkoopverhaal Veel ondernemers weten niet goed hoe ze moeten beginnen met het inzetten van sociale media om nieuwe klanten te werven en meer omzet te realiseren. Zij kunnen een goed verkoopverhaal houden. Maar een verkoopverhaal online vertellen vraagt andere kennis en vaardigheden. “De kern van het inzetten van sociale media is het vergroten van het bereik. De
crux is dat je klanten je gaan aanbevelen bij hun vrienden en kennissen”, vertelt Roderick Cremers van marketingbureau Fresh Bridge. “Je klanten gaan als het ware zelf adverteren voor jouw producten”. Mond-tot-mondreclame klinkt misschien niet modern, maar dat is in feite wat sociale media zijn. Mensen geven aan welke berichten en informatie zij leuk en interessant vinden. Bijvoorbeeld via een ‘like’ op Facebook of via een Twitterbericht. Deze informatie komt dan weer bij hun kennissen terecht. Zo verspreidt een marketingboodschap zich via via. “Sociale media worden door veel ondernemers gezien als een gratis medium. Maar dat zijn ze niet. Kennis en ervaring zijn noodzakelijk om optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden. Het is vergelijkbaar met ‘gewone’ communicatie. Wanneer je een poster wilt ontwerpen, ga je die ook niet zelf tekenen, maar schakel je een
professional in. Hetzelfde geldt voor het inzetten van sociale media”, zegt Cremers. Belevingswereld Het voordeel van sociale media ten opzichte van andere communicatie-uitingen is dat je mensen veel gerichter kunt benaderen. Bij Facebook is duidelijk wat de hobby’s en interesses zijn van mensen. Als eigenaar van een reclamebureau kun je je reisaanbod afstellen op het favoriete vakantieland van potentiële klanten. Om succes te hebben met sociale media is het belangrijk dat ondernemers denken vanuit de belevingswereld van klanten. De meest geslaagde berichten en marketingacties zijn prikkelend, sympathiek en activeren de doelgroep. Cremers: “Zo hebben wij een campagne bedacht voor een broodjeszaak die ook verzorgde lunches aanbiedt aan bedrijven in de buurt. Vaak beslissen se-
cretaresses bij die bedrijven waar de broodjes worden besteld. De broodjeszaak heeft dus een heel specifieke doelgroep: secretaresses die werken bij bedrijven in de buurt van de broodjeszaak. Op Facebook hebben we op secretaressedag een foto geplaatst van een taart die door secretaresses gratis was af te halen in de winkel. Vervolgens hebben we deze foto geplaatst bij een aantal medewerkers van bedrijven die in de buurt van de broodjeszaak gevestigd waren. Facebook maakt het makkelijk om mensen te selecteren op de plaats waar zij werken. Heel veel mensen vonden dit een sympathieke actie en hebben deze foto ‘geliked’. Daardoor ging deze actie als een lopend vuurtje. Deze actie heeft via Facebook voor veel publiciteit gezorgd bij secretaresses. Uiteindelijk heeft een aantal van hen de taart opgehaald en daar zijn duurzame klantrelaties uit ontstaan”.
Ingezonden mededeling
22
Tong Tong
mei t/m
Feest!
02 juni 2013 sinds
1959
Bezoek de jubilerende Tong Tong Fair, winnaar van de Haagse Pluim 2012.
55e editie Malieveld, Den Haag – www.tongtongfair.nl
10>interview Vilan
Rem xxxxx stuk
Het leven in Segbroek gaat niet Vilan van Nu de Loo over rozen. moeten ze meemaken dat er van de een of de andere auto stiekem remkabels worden doorgeknipt. Het leven is een loterij, en soms ben jij het die een verkeerd lot in handen krijgt. Ergens in Segbroek, of erbuiten, woont iemand die ’s nachts uit doorknippen gaat. De politie denkt dat het om één persoon gaat. Ik denk dat het een man is, een doodgewone man, zoals er veel zijn. Misschien is het een vader die zijn kinderen niet meer mag zien, die komen dan tot gekke dingen. De één ontvoert het kroost, de ander gaat als Batman verkleed op een kantoortoren staan en dan is er de derde, die ’s nachts remkabels doorknipt. Hij moet toch ergens heen met zijn frustratie. De sportschool is te duur. Dat kleine knipje, daar gaat het dan om. Het knipje van een nee. Hij heeft het al negen keer gehoord, maar er staan nog veel meer auto’s ’s nachts weerloos te wachten. De gedachte aan de ochtend stemt de kabelknipper tevreden. Iedereen is dan ongerust, en controleert de auto wel twee, drie keer. Zo weet hij iemand te zijn met wie ze rekening moeten houden. Hij telt mee. Oók. Hij deed me meteen denken aan de theepotplasser die vorig jaar in juni zijn rondes deed. In winkels als de Hema en Blokker plaste hij heimelijk in theepotten. Een man op leeftijd was het, die op zijn manier een rebel wilde zijn. Heel wat theepotten zijn door zijn acties de container ingegaan. Verkopen kun je ze dan niet meer. Maar hij telde weer mee, net als de kabelknipper die nu bezig is. We weten allemaal dat de gewone mannen veel pijn lijden. De maatschappij wordt steeds vrouwelijker, de mannen moeten dubbel hun best doen om mee te tellen en dat lukt vaak niet. Jongetjes hebben het lastig op school, want ze zien alleen een juf als rolmodel en nooit eens een stoere meester. Of het helpt dat we nu een koning hebben, is nog maar de vraag, want iedereen weet waar hij zonder Máxima zou zijn. Precies, onder de hoede van zijn moeder. Arme gewone mannen, zeg ik oprecht. Ze zijn van goede wil, maar ze lopen steeds vaker vast in het leven. Waar moeten ze heen, wie neemt ze serieus als man? Een gemiddeld salaris, een doorsnee uiterlijk, en er beroerd af gekomen bij de scheiding. Geloof me, ze zullen steeds vaker in verzet komen. Zo maken ze zichzelf weer bijzonder. Vilan van de Loo
Den Haag Centraal > Vrijdag 17 mei 2013
Voorzitter buurtschap 2005 Theo Heere
‘Parkeren onder het Tournooiveld wordt de redding voor 2005’
Een makkelijke klus, die laat hij het liefst aan zich voorbijgaan. Theo Heere loopt pas warm als hij een zware kluif op zijn bordje krijgt. En die krijgt hij volop, als voorzitter van het buurtschap 2005. Hij heeft weer ‘schwung’ gebracht in zijn buurt. En nu staat de gemeenteraad zelfs op het punt om groen licht te geven voor de bouw van een parkeergarage onder het Tournooiveld. Met dank aan Theo Heere.
Door Marc Konijn Het is een beetje typisch, beaamt Theo Heere (52). De afspraak met de voorzitter van het buurtschap 2005 voert niet naar het chique deel van de binnenstad, maar naar Scheveningen, naar een vrolijk Pipi Langkous-huis, op een steenworp afstand van het statige Kurhaus. Dat de voorzitter niet in ‘zijn’ wijk woont, heeft een plausibele reden, legt Heere uit. “Het buurtschap 2005 is uniek. Het vertegenwoordigt ondernemers én bewoners uit de Denneweg en omgeving. Om iedere schijn van belangenverstrengeling te voorkomen, heeft 2005 altijd een onafhankelijke voorzitter, één die boven alle partijen staat, en die dus niet in de buurt woont”. Die afstand is er niet altijd geweest. Nadat Theo Heere eind jaren tachtig zijn studie geneeskunde in Rotterdam had afgerond, verhuisde hij naar Den Haag, waar hij als radioloog aan de slag ging in het Westeinde Ziekenhuis. “Ik kende de stad helemaal niet, en zei ja tegen een woning aan het Smidswater. Ik wist bij God niet waar ik terechtkwam. Het had net zo goed de Schilderswijk kunnen zijn. Het bleek een schot in de roos. Ik kwam in een buurt vol antiquairs, studenten, kunstenaars, bohémiens, met een prachtig filmhuis en een bruisend nachtleven rond de Denneweg, een buurt waar het krioelde van de creativiteit”. Het buurtschap 2005 was in die jaren nog een hechte gemeenschap, weet Heere uit eigen ervaring. “De helft
van de winkeliers woonde boven de winkel aan de Denneweg. De oude slager Gudde, bijvoorbeeld, die was er altijd. Die hield een oogje in het zeil. Dat is niet meer. De horecastop heeft zijn werking gehad, het antiek is vervangen door mode. Als de ondernemer zijn winkel sluit en naar zijn huis in Zoetermeer rijdt, dan is er geen verbondenheid meer. Dat maakt toch een verschil”. Ook de samenstelling van de bevolking is veranderd. “Destijds huurde een student een kamer voor 500 gulden per maand, en die woonde naast een pand van anderhalf miljoen. Die grote verschillen zijn kleiner geworden. Studenten hebben plaatsgemaakt voor ouderen, die vaak uit sentimentele overwegingen terug zijn gekomen uit Wassenaar. Mensen komen elkaar ook minder tegen bij de voordeur, omdat er meer appartementen zijn gekomen. Je merkte dat ook onder de bewoners de betrokkenheid bij de buurt terugliep. Het
‘Klanten komen van een grote afstand, en dat betekent dus dat mensen vaak met de auto komen’
was niet meer zo coherent als je zou willen”. Anders Dat moest dus anders. Heere blies nieuw leven in het buurtschap. Hij kreeg de ondernemers weer aan de gang met de oprichting van een bedrijfsinvesteringszone, als één van de eerste in het land. Ondernemers dragen een heffing af om hun gezamenlijke positie te versterken. Als de inbreng van de ondernemers groot genoeg is, krijgen zij daarin steun van de gemeente. Voor de bewoners zijn er excursies gekomen. Een kijkje achter de schermen van de Koninklijke Schouwburg, een rondleiding door Escher, een rondvaart door de grachten, en ieder kwartaal een borrel, waar soms wel tweehonderd mensen op afkomen. Heere: “De opkomst wordt steeds groter, dus slaat het aan”. De oprichting van de bedrijfsinvesteringszone heeft Heere naar eigen zeggen ‘ongelooflijk veel tijd en inspanning gekost’. Maar aan het buurtschap kleefde een dossier waar de voorzitter met nog meer passie en strijd in is gedoken: het verkeerscirculatieplan, waarmee de gemeente de binnenstad van Den Haag autoluw wilde maken. Het ‘verkeersconstipatieplan’ pakte helemaal verkeerd uit voor de levensader van 2005, betoogt Heere. “De Denneweg heeft het sindsdien lastig gekregen. Dat is ook niet zo gek. Deze winkelstraat heeft met zijn bijzondere winkels wat je noemt een bovenregionale functie. Klanten komen van een grote afstand, en dat betekent
>Foto: Piet Gispen
dus dat mensen vaak met de auto komen. Als je gaat morrelen aan de toegankelijkheid, dan zoeken mensen het elders, zoals in het Noordeinde, of in Haarlem”. Natuurlijk, de buurt kreeg een onderhoudsbeurt, maar ook dat verliep niet goed. Op de Hooigracht verdwenen de schuine parkeerplekken. In plaats daarvan kwam een boulevard langs de gracht, waar je kon flaneren. Heere: “Dat is volledig mislukt. Mensen laten daar hun hond uit en zetten er hun vuilniszakken neer. En: het is ten koste gegaan van parkeerplaatsen. Dat is het echte probleem. De bewoners en ondernemers hebben hun plekje wel ergens gevonden. Daar gaat het niet om. Maar het gaat om de bezoekers. Die kunnen hun auto nergens meer kwijt. De ondernemers merken dat in hun portemonnee”. De roep om parkeerplaatsen is geen loze, verzekert Heere, die de herinrichting van het Lange Voorhout als voorbeeld neemt. “Daar zijn toen honderd parkeerplaatsen verdwenen. Het is niet zo dat het tot lege zalen in de Koninklijke Schouwburg heeft geleid. Maar er zijn wel degelijk effecten. Bij Diligentia werden de voorstellingen steeds verstoord door mensen die te laat kwamen, omdat die geen parkeerplek konden vinden. De artiesten en de cabaretiers werden
11
interview<
Vrijdag 17 mei 2013 > Den Haag Centraal
‘Het Lange Voorhout is een soort heilige grond, net als de Hofvijver’
er gek van. Het theater heeft daarom besloten consequent wat later te beginnen met de voorstellingen”. Toen Theo Heere vijf jaar geleden aantrad als voorzitter van buurtschap 2005, maakte hij de parkeerproblematiek daarom tot zijn prioriteit. Hij trommelde alle belangrijke spelers rond de Denneweg en het Voorhout op voor overleg. De neuzen wezen dezelfde kant op. Er moest pressie komen op het college om het parkeerprobleem aan te pakken. Dat lukte, grijnst Heere. “Het leidde uiteindelijk tot een wat cryptische formulering in het college-akkoord van 2010, om ‘in het noordwestelijke deel van de binnenstad’ te zoeken naar ‘oplossingen voor het parkeerprobleem”. Parkeergarage De geest was rijp gemaakt voor een goed idee. En die kwam toen Heere na een bijeenkomst met wethouder Peter Smit op het stadhuis in gesprek raakte met makelaar Kees Kimmel, die bezig was met plannen voor een parkeergarage onder Plein 1813. Veel te afgelegen, vond Heere. Dat gaat niet werken. “Niet alles is ratio in het leven. We hebben een prachtige parkeergarage onder het Malieveld – hemelsbreed dicht bij de Denneweg, maar door psychologische barrières te ver weg. Dan werkt het niet. Ik
ken een bizarre casus van een winkelcentrum uit Amstelveen, met een parkeergarage naast de V&D en eentje aan de overkant van het plein. Je raadt het al: voor de garage naast het winkelcentrum stond de hele dag een rij wachtenden, terwijl de andere garage leeg stond. De gemeente heeft van alles geprobeerd, zelfs door de rijrichting te veranderen, maar het lukte niet. Het is bizar. Maar mensen willen nu eenmaal uitstappen op de plek waar ze moeten zijn”. De garagebouwers van Kimmel kwamen praten. Heere belegde vergaderingen met de culturele instellingen, de Vrienden van het Voorhout, de Kamer van Koophandel en de stichting Binnenstad. Zij lieten een haalbaarheidsstudie doen naar de beste plekken voor een parkeergarage in de binnenstad. Heere: “Met stip op één stond het korte deel van het Lange Voorhout, tussen Hotel Des Indes en de schouwburg. De marktpartijen hebben dat idee vervolgens verder uitgewerkt, met een Spaanse architect. Een prachtig plan, waar de stad een stuk mooier van kon worden”. Om onverwachte wendingen uit te sluiten, organiseerde Heere ook twee workshops, waar alle denkbare partijen aan deelnamen, tot aan natuurverenigingen toe. De grootste weerstand in het plan zat in de zorg om de bomen
op het Voorhout. De marktpartijen trokken daarom alles uit de kast om dat te ondervangen. Er kwam een uitgekiend plan om de bomen voorzichtig uit te graven en tijdelijk te planten op het Malieveld. Als de garage klaar was, dan lag er op het Voorhout een verse ondergrond klaar waar de bomen teruggeplaatst konden worden. “De deskundigen waren er enthousiast over. Het bedrijf dat jaren geleden die eeuwenoude eik naar de Koekamp had verplaatst, zou de klus klaren. De feiten spraken voor zich. Maar helaas, soms wint de emotie. Het college durfde het toch niet aan”. De meeste bomen op het Voorhout zijn zo oud nog niet, bezweert Heere. “In 1890 stond slechts her en der een boom. De rijtuigen reden over een kale vlakte af en aan. Verder: in de Tweede Wereldoorlog is alles gekapt. Op een wandeling met de bestuurders heb ik heb wel eens gekscherend gezegd: ‘Besef goed: tachtig procent van de bomen op het Voorhout is jonger dan wij zijn’. Om de boel te relativeren.’’ Brabant Heere heeft de discussie rond het groen met enige bevreemding gadegeslagen. “Ik kom uit Brabant, en daar kijken we er toch wel wat anders tegenaan. Ik stond met één voet in de
stad, in Breda, en met de andere voet op het platteland en in het bos. Ik heb een hele andere beleving bij bomen. Bomen groeien, kunnen ziek worden, omwaaien. Je kan ze ook opnieuw planten en omzagen. Hier in de stad heeft een boom een andere status. Het Lange Voorhout is een soort heilige grond, net als de Hofvijver”. Het was natuurlijk even vloeken en tieren, toen de plannen het niet hadden gehaald. Maar lang bij de pakken neerzitten, dat is niet aan Heere besteed. ,,We hebben de haalbaarheidsstudie weer uit de lade getrokken. De op één na beste locatie voor een parkeergarage was het Tournooiveld. Dat heeft andere uitdagingen, met grote leidingen onder de grond, en tramverkeer. “Maar dat bleek prima op te lossen. Het college was ook overtuigd van deze garage met 320 plaatsen. Binnenkort moet de gemeenteraad het plan nog goedkeuren. Dan gaan de vlaggen uit. Het is iets minder ideaal dan het eerste plan, omdat de ingang wat verder weg ligt van de Denneweg. Maar als je vraagt: ben je tevreden? Dan is het antwoord volmondig: ja. Want deze garage zal een nieuwe impuls geven aan het buurtschap 2005”. Voor Theo Heere breken nu tijden aan dat hij even op adem kan komen. Maar lang zal dat niet duren, weet hij
uit eigen ervaring. “Ik vind het leuk om me in te zetten voor de samenleving. Ik vind het leuk om invloed te hebben. Pas als je invloed hebt, kan je het verschil maken. Dan kan je de wereld om je heen helpen veranderen, en verbeteren. Dat geeft veel voldoening”. Het voorzitterschap brengt Heere ook naar nieuwe wegen. En dat is een drang die diepgeworteld zit. “Ik had als arts een mooie carrière in het ziekenhuis kunnen maken. Maar het idee dat je dan al weet wat je de rest van je leven gaat doen, dat benauwt me. Ik ben toen de farmaceutische industrie ingegaan, heb met veel plezier bij Nutricia gewerkt, en heb nu mijn eigen bureau als headhunter. Ik moet uitdaging hebben, en verandering”. Hoe lang hij nog voorzitter van het buurtschap blijft? Geen idee, antwoordt Heere. “Er valt in ieder geval nog genoeg te doen. Neem nou de sluiting van de Bosbrug. Het Korte Voorhout ligt daardoor een heel jaar dicht. Dat vind ik nou echt een grof schandaal. De ondernemers aan het Plein hebben minder klanten, en de Mauritskade staat nog voller dan gebruikelijk. Ik begrijp dat het een ingewikkelde infraknoop is, met de trams die daar ook rijden. Maar de aannemer heeft daar maanden niets gedaan, en werkt daar nu alleen overdag. En dat in een gebied waar niemand woont. Juist daar kan je 24 uur per dag, zeven dagen in de week, aan de slag om die nieuwe brug te bouwen. Dan ben je binnen een half jaar klaar! Dat kan en moet anders”.
12>design
Den Haag Centraal > Vrijdag 17 mei 2013
Expositie Alfa Romeo in Louwman Museum
De stalen emoties van I
De anders zo statige entree van het Louwman Museum ademt dezer dagen Italiaanse passie. Vijftien automobielen van het sportieve merk Alfa Romeo heeft het museum daar bij elkaar gebracht. Stuk voor stuk bijzondere exemplaren met elk een eigen oorsprong. Van sommige bestaat wereldwijd nog slechts één stuk, of een paar, andere hebben hun sporen verdiend in de racewereld. Aan de hand van de ontwerpen van bekende designhuizen als Bertone en Zagato wordt vooral de naoorlogse geschiedenis van het ruim honderd jaar oude automerk in beeld gebracht. Aan het einde van de maand beleeft bovendien het allernieuwste model van Alfa Romeo, de 4C, zijn Nederlandse première op de expositie. Door Jasper Gramsma
Een wandelroute van anderhalve kilometer voert langs de historische rijtuigen in het Louwman Museum. En alsof deze autocollectie niet omvangrijk genoeg is, stelde het museum een tijdelijke tentoonstelling samen van geleende Alfa Romeo’s. De aanleiding voor de expositie ‘Stijliconen: Passione per il Design Italiano’ is het jubileum van SCARB, de club van Nederlandse Alfabezitters. Een deel van de auto’s is afkomstig uit het ‘Museo Storico Alfa Romeo’, dat om onduidelijke redenen al jaren gesloten is tot nader bericht. Andere exemplaren zijn particulier bezit, zoals een aantal unica uit de verzameling van ondernemer en autoliefhebber Corrado Lopresto. De tentoonstelling bestaat uit Alfa’s van zeven Italiaanse vormge-
Naam: Carabo Design: Bertone, 1968 Carabo is de benaming voor de Italiaanse keversoort waar deze
concept car door het kleurgebruik op lijkt. De vormgeving is baanbrekend. De strakke verticale lijnen en de naar boven scharnierende deuren symboliseren de snelle maatschappelijke
De opstelling van de auto’s in de centrale hal van het museum met op de voorgrond de straatracer Stradala. De nieuwe Alfa Romeo 4C is vanaf 28 mei voor het eerst in Nederland te zien in het Louwman Museum. Vanaf eind dit jaar gaat deze jongste telg uit de sportieve lijn van Alfa in productie. > Foto: Marcel de Waal
vers die allen wereldfaam verwierven met hun ontwerpen. Tegenwoordig produceren vrijwel alle autofabrikanten hun modellen in een grote oplage, maar dat is ooit wel anders geweest. Tot in de Tweede Wereldoorlog is het gebruikelijk om als autokoper met een rollend chassis naar een carrosseriebouwer te gaan en er een koetswerk op te laten zetten. Hierdoor zijn zeldzame en unieke creaties ontstaan die uiting geven aan de ontwerpkwaliteiten van de designhuizen. “Je moet het zien als een rijdend portfolio”, legt museumdirecteur Ronald Kooyman uit. “Vroeger hadden de designers veel meer vrijheid, omdat ze niet gebonden waren aan wetgeving en kennis over aerodynamica. Het ontwerp was aanvankelijk vooral een deksel. Als het
over automerken ging, werd in die tijd feitelijk het onderstel bedoeld. Later werden de carrosseriebouwers steeds nauwer betrokken bij de techniek van de auto’s. Zij bepaalden de smoel”. Op deze expositie is goed te zien dat de carrosserie allesbepalend is voor de uitstraling van de auto. Ook al delen sommige tentoongestelde vierwielers hun technische basis, ze zien er allemaal heel anders uit. Paradepaardjes Alfa Romeo is in zijn lange geschiedenis een dankbare basis gebleken voor carrosseriebouwers. Met deze tentoonstelling brengt het Louwman Museum een ode aan de Italiaanse ontwerpers die zich aan een ontwerp voor Alfa hebben gewaagd. Dat is ook de manier waarop de auto’s zijn ingedeeld, niet
chronologisch zoals meestal het geval is, maar per designhuis. “Op die manier kunnen we goed laten zien wat zij allemaal in huis hadden en hoe uiteenlopend dat is”, zegt de museumdirecteur. Ondanks de grote variatie in vormgeving, stelt hij dat Italiaans autodesign als zodanig te onderscheiden is: “Je herkent het uit duizenden. Die ranke lijnen, dat elegante, dat vooruitstrevende. Daardoor heeft de vormgeving tegelijk iets tijdelijks, het is snel gedateerd”. Het imago van de Italiaanse auto heeft op alle andere fronten nog altijd veel te winnen. De paradepaardjes staan van oudsher niet bepaald bekend om hun degelijkheid, weet ook Kooyman. “Met Alfa koop je design, daarbij neemt men de roest en andere ongemakken voor lief. Als een Duitse auto niet start, is men verbaasd. Die zijn veel logger en
veranderingen van eind modellen van Bertone da de Lamborghini Countac
Naam: 1900 SSZ Design: Zagato, 1954 De afdrukken van poezenpootjes staan no bolide. Omdat hij veertig jaar heeft stilges 1900 SSZ helemaal compleet en ongeresta jaar van het bestaan van deze auto, maar Corrado Lopresto. Typisch voor de ontwer afgehakte kont. > Foto: Roberto Carrer
betrouwbaarder. Eigenlijk gaan alle stereotypes die men kent nog steeds op”. De directeur verzekert dat alle auto’s in het museum kunnen rijden, dus ook deze Alfa Romeo’s starten zodra de sleutel in het contact gaat. “Voor deze auto’s geldt dat als alles compleet is, het kan rijden. De techniek is mechanisch, dus elk onderdeel is te vervangen”, aldus de directeur. Unicum De tentoonstelling beslaat drie typen automobielen: concept cars, racewagens en elegante auto’s. De concept car is een unicum. Er wordt er slechts één van gebouwd bij wijze van studieobject, bedoeld voor de internationale autoshows. Daarmee testen de fabrikanten hoe er op de auto’s gereageerd wordt, zodat er vervolgens aanpassin-
13
design<
Vrijdag 17 mei 2013 > Den Haag Centraal
’s Werelds oudste privécollectie
Italië Naam: 8C 2900 B Speciale tipo Le Mans Design: Touring, 1938 Deze donkerrode sportwagen is waarschijnlijk de duurste uit de collectie. Hij werd gebruikt tijdens de bekende 24-uursrace van Le Mans in 1938. Met zijn achtcilindermotor lag de auto lange tijd aan kop, maar hij viel uiteindelijk uit. Vanwege een klapband remde de coureur op de motor, waardoor die te veel toeren maakte en vervolgens één van de kleppen brak. > Foto: Museo Storico Alfa Romeo
De vaste tentoonstelling van 230 auto’s laat de ontwikkeling van de automobiel zien in alle facetten. De route, die uit thematische en chronologische onderdelen bestaat, toont de ontstaansgeschiedenis die begint met de vervanging van paard en wagen en eindigt met een Formule 1-auto uit 2009. De belangrijkste landen uit de auto-industrie komen aan bod: van Frankrijk tot Japan en van Amerika tot België. Daarnaast worden diverse carrosserievormen belicht om een zo compleet mogelijk beeld te geven. In tegenstelling tot andere verzamelingen staan de auto’s uit de Louwman-collectie gepresenteerd als sculpturen. Voor uitbreiding heeft het museum ruimte noch ambitie. De collectie wordt volgens de museumdirecteur alleen kwalitatief ingedikt.
jaren zestig. Later zijn gelijkende aadwerkelijk in productie gegaan, zoals ch. > Foto: Museo Storico Alfa Romeo
og in het stof op de achterruit van deze staan in een garage nabij Rome, is de aureerd. Verzamelaars weten al twintig pas onlangs is de auto verkocht aan rpen van Zagato is de ‘coda tronca’, een
gen gemaakt kunnen worden voor de modellen die uiteindelijk in productie gaan. “Met de racewagens wilde het automerk laten zien hoe goed het was”, vertelt Kooyman. “Het waren Alfa’s om te begeren. Eigenlijk een soort reclame, want men kocht dan een ander in productie gebouwd exemplaar”. De elegante auto is het type dat men op de wereldwijde schoonheidswedstrijden aantreft, de mooiste in zijn soort. De museumdirecteur heeft zelf ook zijn voorkeuren: “De Stradale van carrosseriebouwer Marazzi vind ik één van de mooiste sportauto’s van Alfa Romeo, zeker omdat hij gebouwd is voor de openbare weg”. In 1967 bereikt de Stradale al een topsnelheid van 260 kilometer per uur. Tot de 8C Competizione in 2006 in productie gaat, is de straatracer de snelste in serie gebouwde auto uit de
Een streng en opvallend gebouw op de Leidsestraatweg biedt onderdak aan één van de weinige particuliere musea in Nederland. Het gaat om de oudste privécollectie automobielen ter wereld. De familie Louwman zet de eerste schreden in de automobielbranche als distributeur van het Amerikaanse automerk Dodge in Den Haag. Een wagen van dat merk uit 1914 legt de basis voor een privécollectie van auto’s die tot de wereldtop behoort. Zowel een deel van het oude distributiepand als de eerste auto uit de verzameling is in het museum te zien. Tegenwoordig is de Louwman Group importeur van onder meer Toyota. Het ‘Nationaal Automobiel Museum’ is sinds 2010 een zelfstandig onderdeel van het concern.
Naam: 6C 2500 SS Design: Pininfarina, 1949 Dit unicum is speciaal ontworpen voor de Italiaanse edelman Giovanni San Giorgio Gualtieri di Catania. De dubbele koplampen zijn een uitvinding van de ‘kleine’ Farina, die al snel over de hele wereld navolging vond. De neus heeft daardoor wel iets weg van de latere Rolls-Royces. De auto won in 2008 de eerste prijs bij het Concours d’Elegance op Paleis Het Loo. > Foto: Roberto Carrer
stal van Alfa Romeo. “In de categorie elegante auto’s is de Castagna uit 1939 mijn favoriet met zijn gestroomlijnde uiterlijk”, gaat Kooyman verder. “Het is één van de oudste designhuizen en bouwde voornamelijk op het chassis van Hispano Suiza. Bij het grote publiek is Castagna onbekend, maar in de klassieke autowereld is het een grote naam”. Benjamin “Het beroemdste designhuis is met drie auto’s op de tentoonstelling vertegenwoordigd. Dat is zonder meer Pininfarina”, stelt de museumdirecteur. Die naamsbekendheid heeft men vooral te danken aan Ferrari, die tot op de dag van vandaag een grote opdrachtgever is voor het ontwerpbureau. Pinin is de bijnaam van grondlegger Battista Farina. Het betekent ‘benjamin’ in het Itali-
aans. Battista is de tiende zoon uit de ontwerpfamilie Farina en begint in 1930 zijn eigen studio. Eerst ontwerpt hij voor individuele klanten, maar al snel gaat hij de samenwerking aan met Italiaanse automobielfabrikanten. Later volgen ook andere Europese en wereldwijde merken. Het designteam ontwerpt niet alleen auto’s in het hoge segment, ook doodgewone middenklassers als de Peugeot 306 en de Hyundai Matrix komen van Pininfarina’s tekentafel. De samenwerking die de expositie laat zien tussen de carrosserieontwerpers en Alfa Romeo behoort nu tot het verleden. In het huidige gamma van het automerk zijn geen ontwerpen te vinden van de bekende studio’s. Toch siert de langgerekte driehoekige grille van weleer de neuzen van de nieuwste generatie nog steeds.
Naam: 1900 c52 Disco Volante Coupe Design: Touring, 1953 Carrosseriebouwer Touring geldt als icoon in de racehistorie. Als verwijzing naar de afkomst hebben alle auto’s van dit huis een stuurwiel met T-vormige spaken. Deze auto is vernoemd naar de vorm van de koets, die wel wat wegheeft van een vliegende schotel. Als racewagen was de Disco Volante niet succesvol. De vorm veroorzaakt bij hoge snelheden een opwaartse kracht, terwijl downforce noodzakelijk is. > Foto: Museo Storico Alfa Romeo
14>cultuur
Den Haag Centraal > Vrijdag 17 mei 2013
Engelstalig toneel uit heel Europa Dit jaar vindt het Festival of European Anglophone Theatrical Societies (FEATS) plaats in Den Haag. Aan de ene kant is het een wedstrijd tussen theatergezelschappen, aan de andere kant een hoop gezelligheid en Europees toneel.
“In de middag is er wel een inzending van het AATG. Regisseur van deze ‘one act play’ is een Zuid-Afrikaanse vrouw. Het stuk gaat over twee vrouwen in een postkantoor die een afgekapt hoofd in een doos vinden”, vertelt Van Zeeland opgeruimd.
Door Olivier van Nooten
Professioneel Voor de meeste betrokkenen is FEATS volgens haar een serieuze hobby: “Sommigen hebben een deeltijdbaan als acteur, maar veruit de meesten doen het niet professioneel”. Het staat zelfs in de voorwaarden voor deelname: spelers mogen niets verdienen aan het evenement. “Als ze daarna iets anders met het stuk willen doen, mogen ze dat natuurlijk zelf weten”. De meeste spelers hopen stiekem wel ontdekt te worden, zoals Rachel Weisz en Hugh Grant gescout werden op het Fringe-festival in Edinburgh. Desalniettemin draait het festival vooral om plezier van bezoekers en acteurs, die over het algemeen zelf ook familie, vrienden en kennissen meenemen. “Daarom is er een ‘hospitality pack’ te vinden op de website, dat is ook in andere plaatsen gebruikelijk”, legt Van Zeeland uit. Het document biedt bezoekers van ver alle informatie om Den Haag tussen de bedrijven door eens goed te verkennen. Voor wie de stad al kent, is het een goed moment zich te verdiepen in Engelstalig theater.
Het festival rouleert tussen een aantal steden, gericht op ‘English speaking groups from mainland Europe’. Een aantal jaar geleden was er dus al een Haagse aflevering, de volgende keer is Luxemburg weer aan de beurt, het jaar daarop Hamburg. De eerste editie vond plaats in Nederland. Ruim 35 jaar geleden was er in Rotterdam de designmanifestatie Brit ’76. Voor die gelegenheid werd een theatercompetitie opgezet door de AngloAmerican Theatre Group (AATG), die het dit jaar weer organiseert. Catherine van Zeeland doet de communicatie en vertelt graag over de vier dagen die FEATS beslaat. “Er doen twaalf gezelschappen mee, drie per avond. Een ‘certified judge’ geeft punten en constructieve kritiek. Maandagavond zijn er een soort ‘miniOscars’, bijvoorbeeld voor beste actrice, script of decor.” Die laatste onderscheiding sleepten Van Zeeland en haar collega’s van het Homerostheater twee jaar geleden zelf in de wacht toen ze in Genève ‘The Importance of Being Earnest’ van Oscar Wilde speelden. Punten Naast klassiekers kiezen de acterende amateurgezelschappen ook voor modern werk, zoals vorig jaar in Antwerpen. Toen bleek de AATG-productie ‘Will you take this man?’ mogelijk net ‘te ruw en te Nederlands’, vertelt de
Tijdens FEATS kan het publiek Engelstalig toneel uit heel Europa zien. >Foto: Lesley Robertson
Haagse dame die opgroeide in Azië, Rusland en Afrika. Deelnemers kunnen alle kanten op in hun artistieke keuzes, zolang ze niet korter dan 20 en niet langer dan 55 minuten het podium betreden – anders kost het punten. Verder heeft elke groep maar 10 minuten om een set op te bouwen en 5 minuten voor de afbouw; ook kunnen groepen op locatie maar twee uur per dag repeteren. Van Zeeland is erg blij dat de Koninklijke Schouwburg als festivalterrein fungeert. Zelf doet ze dit jaar niet mee, want de organisatie vergt
genoeg energie, maar eerder speelde ze bijvoorbeeld in bewerkingen van Aladdin (‘toen was ik prinses Jasmine’) en Robin Hood (‘Maid Marian’). “Of er in Nederland genoeg Engelstalig theater is? Ik vind van wel, als je goed zoekt is er altijd wel iets te doen. Denk bijvoorbeeld aan STET in Den Haag en de Amsterdamse gezelschappen InPlayers en Orange Tea”. Loting bepaalt op welke dag de groepen spelen; het toeval wil dat beide Nederlandse deelnemers op maandag gepro-
grammeerd zijn. Gelukkig is het dan Tweede Pinksterdag, dus wie van theater houdt of liever niet verzeild raakt in files richting meubelboulevards, doet er goed aan FEATS te bezoeken. Naast werk van over de grens, spelen de InPlayers ‘Death in the living’, terwijl het Homerostheater een stuk speelt van Ko van den Bosch, die faam verwierf met Alex d’Electrique. Sinds 1990 is er tijdens FEATS het gratis ‘side festival’ Fringe. Dit onderdeel vult de middag met vermaak in blokken van ongeveer een half uur en staat los van de avondprogrammering.
Festival of European Anglophone Theatrical Societies (FEATS). 17 tot en met 20 mei in de Koninklijke Schouwburg. Gratis theaterprogramma Fringe (in het weekend vanaf 13.30 uur, maandag van 14:30 uur tot 17:00 uur). Voor meer informatie: www.feats.nl / www. ks.nl
Minimalistische keramiek in het Gemeentemuseum
Waar vorm boven inhoud gaat
Potten en vazen zijn niet zomaar gebruiksvoorwerpen. Er zijn geen dingen waarvan de vorm zoveel belangrijker is dan de (mogelijke) inhoud. In keramiek zie je vaak een heersende kunstopvatting geconcentreerd. Door Egbert van Faassen
Lang niet alle keramisten zijn ook uitvinders van een vormentaal. Misschien was de Italiaanse avant-gardist Fontana, die zijn ‘concetti spaziali’ in keramiek van dezelfde orde achtte als zijn schilderijen, wel de enige. Maar door de vertaling van de vigerende kunstopvatting naar een ander medium maken keramisten vaak duidelijk welke visuele aspecten er op dat moment toe doen. En dan met hun eigen oorspronkelijkheid in hun eigen medium. Je hoeft geen kunsthistoricus te zijn om een op de antiekmarkt gevonden vaas ongeveer in zijn tijd te plaatsen, toch? Het Gemeentemuseum richtte na een tentoonstelling van
Johnny Rolf en Jan de Rooden, die grillige vormen met een uit de losse hand aangebracht decor liet zien, een tweede expositie in van naoorlogse Nederlandse keramiek. Nu gaat het om stukken die later zijn gemaakt. Doosjes, kommen en schalen van Leen Quist worden gecombineerd met werk van Geert Lap. Beiden worden beschouwd als minimalist. Beiden laten variaties zien op een ogenschijnlijk eenvoudig thema. Leen Quist (1942) maakte potten die er zo perfect en vanzelfsprekend uitzien, dat je zou denken dat ze industrieel zijn gemaakt. Maar het zijn allemaal unica. Meestal wit, met een ingelegd patroon van blauwe lijnen. Enkele doosjes zijn, behalve met de kenmerkende blauwe lijn, ‘versierd’ met een kleur – monochroom zachtgeel, een licht steenrood en een donkerder blauw. De primaire kleuren verzacht. Blauw op wit verwijst naar het klassieke Delfts blauw, maar de speelse geometrische composities die Quist over zijn bolle vormen trekt, zijn toch echt uniek. Dat geldt ook voor een
serie doosjes, ontworpen op verzoek van het verzamelaarsechtpaar Roef. Dezelfde vorm kreeg vierentwintig decoratieschema’s. Een schenking van het echtpaar Roef aan het Gemeentemuseum van bij elkaar veertig objecten van Quist vormde de aanleiding voor deze expositie. Sinds 2005 maakt Quist geen keramiek meer.
Variaties Geert Lap (1951) maakte twintig jaar geleden ‘99 variaties’. Het is een reeks van vrij kleine, matzwarte vaasjes en schalen. In een mooie kleine tentoonstelling in het Gemeentemuseum staat nu tweederde daarvan opgesteld. Een lange rij in enkele op ooghoogte gehangen vitrines. Het is boeiend om te zien wat allemaal kan met de simpele gegevens van een vaas of een beker waarvan de hoogte en de diameter min of meer gelijk blijven. De vazen en bekers zijn allemaal anders. Ze staan stevig met een breed uitlopende voet of ze lijken nog maar net in evenwicht omdat de voet heel smal is. De
vorm kan bollen als een tulp of een ei. Een vaasje kan horizontale bolle banden vertonen als een Michelin-mannetje of het bestaat uit twee zuivere bollen. Een vaas kan op een diabolo lijken of op een dik potlood, wanneer een strakke cilinder een puntige voet krijgt. Het is maar een manier om de voorwerpen te beschrijven. Lap heeft zeker niet deze associaties willen oproepen. Het gaat hier om vormstudies: voor de maker het onderzoeken van mogelijkheden en voor de bezoeker van de tentoonstelling een oefening in kijken. In dergelijke dingen zet je geen bloemen. Er ligt een omgekeerde bolhoed. De meest extreme vorm binnen dit geheel is een cirkel van dun aardewerk, echt helemaal plat. Het Gemeentemuseum bezit de serie deels. Keramiekmuseum Princessehof in Leeuwarden heeft ook een flink deel en leende dat uit. De overige drieëndertig vormoefeningen zullen wel onder verschillende verzamelaars zijn verspreid. Geert Lap geniet internationale bekendheid. Amerikaanse kunstenaars als
Leen Quist, porseleinen objecten 1996-2002. >Foto: Erik & Petra Hesmerg.
Ellsorth Kelly en Claes Oldenburg bezitten werk van zijn hand. Peter Struycken schakelde Lap in 1990 in voor het ‘sokkelplan’ in het centrum. De ovale sokkels zijn bepalend voor de maat van de beelden in de stad. Ze brengen eenheid in de verscheidenheid van de verschillende bijdragen aan de beeldenroute. En ze zijn nog handig in technische zin ook. Gemeentemuseum, Stadhouderslaan 41 www.gemeentemuseum.nl Tot en met 10 november.
Ingezonden mededeling
opera2day & vocaal ensemble vox luminis presenteren wegens groot succes opnieuw de
dolhuys kermis sensationeel zingende melancholici
vr 24 mei t/m zo 2 JUN i 2013 in het voor mali ge nebo -ziek enhu is
also perf orm ance s in engl ish! www .oper a2da y.nl
15
cultuur<
Vrijdag 17 mei 2013 > Den Haag Centraal
Rabarber presenteert Studio 33 Festival Eén keer per jaar presenteert Rabarber het Studio 33 Jongeren Theaterfestival, dat is uitgegroeid tot een happening waarbij het hele gebouw wordt ondergedompeld in dynamische theateractiviteiten. Dit jaar hebben 171 jongeren met elkaar 12 theaterproducties en 2 filmproducties gemaakt. Door Anneke Ruys
De naam Studio 33 Festival is enkele jaren geleden ontstaan als overkoepelende naam voor de studioproducties die Rabarber jaarlijks in mei en juni presenteert, verspreid over een vijftal weekenden met ieder weekend een andere voorstelling. Tevens is het bedoeld om een duidelijk onderscheid te maken met de Rabarber-familievoorstellingen. “Na het succes van de vorig jaar voor het eerst georganiseerde werkplaatsen, besloten we om dit jaar over te gaan tot een écht festival. Daarin worden binnen twee weekenden alle voorstellingen met randprogrammering gespeeld. Zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit en het aantal speelbeurten van de studioproducties”. Zakelijk leider Karin Lucet weet waar ze over praat. Samen met het Rabarber-team is zij de drijvende kracht achter de aanstaande debuuteditie van het Studio 33 Festival, waarvan er in Den Haag nog geen gelijke is. Rabarber werkt met docerende theatermakers. De meesten van hen zijn afgestudeerd regie/docent drama aan de diverse landelijke toneelscholen. “Wij bieden deze jonge makers de kans om in een beschermde omgeving een regie te maken. Zij dragen veelal zelf de onderwerpen aan, die door directeur Rebecca van Leeuwen worden goedgekeurd en in het maakproces (op afstand) worden begeleid”. Soms worden de onderwerpen vastgesteld in samenspraak met de deelnemende
Scène uit Sweet Sixteen.>Foto: Milan Tettero
spelers. Belangrijk in het hele proces is dat de visie van Rabarber altijd in acht genomen wordt. Door theater werken de leerlingen aan het ontwikkelen van hun persoonlijkheid. Rabarber wil haar leerlingen bewust laten worden van zichzelf en hun relatie met ande-
ren. Zij maken zowel actief, receptief als reflectief kennis met theater. Hiermee krijgen zij de bouwstenen aangereikt waarmee zij kunnen opgroeien tot evenwichtige, nieuwsgierige en inspirerende jonge volwassenen. Tijdens het festival worden acht werk-
plaatsvoorstellingen en vier studioproducties gespeeld. De Studioproducties betreffen onderwerpen die dicht bij de belevingswereld van jongeren liggen of hun een toegang bieden tot de wereld(toneel)literatuur. “Het zijn allemaal verschillende ver-
halen geworden. Wel hebben ze een link met het thema ‘Wie Ben Ik?’ In iedere voorstelling zitten onderliggende thema’s die jongeren aanspreken, zoals social media, sciencefiction, thrillers, maar ook liefde, eenzaamheid en volwassen worden”. Eén van de voorstellingen die in het Studio 33 Festival worden gespeeld, is ‘Wasteland’, waarvan de regie in handen is van Abdel Daoudi. “Het stuk gaat over opgroeien. Over de periode tussen kind en volwassene. Over hoe turbulent die periode kan zijn, omdat er zoveel in gebeurt. Het stuk is samen met de spelers ontwikkeld, vanuit improvisatie vanuit het thema. Het is doorspekt met videobeelden en techniek. Wat het ook heel spannend maakt”, aldus Daoudi, een groot fan van de stukken van Shakespeare, Sarah Kane, Jon Fosse en ‘De vertellingen van 1001 Nacht’. Als ik die in de toekomst nog eens mag regisseren, dan ben ik een blij man”. Rabarber is twee jaar geleden begonnen met camera-acteerlessen. Met de eerste filmproductieklas hebben de twaalf deelnemers met elkaar twee films gemaakt: ‘Sweet Sixteen’ (script van Marcel Roijaards) en ‘Zee’ (script van Sytze Schalk), die ook tijdens het festival te zien zullen zijn. Rabarber hoopt met dit voor Den Haag nieuwe festival een onderscheid te kunnen maken. Iets bieden wat er tot nu toe nog niet is. Leeftijdsgenoten te laten zien dat theater ertoe doet en ook bij hun belevingswereld kan aansluiten. “Het lijkt ons geweldig wanneer het festival kan uitgroeien tot iets groters. En vooral dat het binnen een paar jaar een begrip is onder jongeren”. Het Jongeren Theater Festival Studio 33 vindt plaats op 17, 18, 19 en 24, 25 en 26 mei in Theater Merlijn. Meer informatie op www. rabarber.net of 070 3450996.
Beatrix, een sterk merk Door Babeth Knol
Ook het Museum voor Communicatie blikt ter ere van de abdicatie van Beatrix terug op haar periode als vorstin, met de tentoonstelling Branding Beatrix. In de tentoonstelling, waarin vooral de verschillende inhuldigingszegels een blikvanger zijn, wordt stilgestaan bij het imago van Beatrix. Een sterk merk, aldus de makers van de tentoonstelling. Een heel gedetailleerde onderbouwing daarvan is in de tentoonstelling niet te vinden. Wel bewijs. In de gang richting de uitgang van het Museum voor Communicatie hangt tussen een selectie brieven die kinderen uit het hele land schreven aan hun nieuwe koning een advies: “Beste koning Willem-Alexander, (…) een tip: zwaai zoals Beatrix dat altijd deed”. De tentoonstelling stelt zichzelf de vraag of Willem-Alexander het ook in zich heeft om een sterk merk te worden, zoals zijn moeder. Te zien aan het aantal brieven dat is ingezonden zijn er in ieder geval veel kinderen die de nieuwe koning al goed genoeg kennen om hem te willen schrijven. In de brieven staan naast adviezen wensen (“cheerleaders op alle middelbare scholen”), vragen (“waarom wordt er niet bezuinigd op windmolens?”), een hart onder de riem door “uw allergrootste gelover” en vooral heel veel uitnodigingen om in de klas te komen. De tentoonstelling bestaat voor een groot gedeelte uit foto’s en beeldschermen met kenmerkende momenten in het 33 jaar durende koning-
schap van koningin Beatrix. Het protest bij haar inhuldiging, de kus op de vrijmarkt in Amsterdam, de aanslag in Apeldoorn op Koninginnedag 2009. Het staatsbezoek aan de Verenigde Arabische Emiraten, waarna zij fel reageerde op de kritiek van de PVV dat zij geen hoofddoek had mogen dragen. Opvallend is dat er in de selectie meerdere momenten zitten waarop de koningin even uit haar rol viel. Zoals toen zij in 1999 op bezoek was op het door een zware storm geteisterde Curaçao. Een golf water die over de pier gutste, kreeg haar ‘onverwoestbare kapsel’ tóch door de war. Het zijn momenten die in de aanloop naar, tijdens en in de nabeschouwing van de troonswisseling veelvuldig in de media voorbijkwamen. Voor wie de ‘oude vertrouwde’ koningin nog even wil koesteren is het een fijne gedachte dat de hoogtepunten nog tot eind juni in het museum zijn samengevat. Maar het nieuwe is er inmiddels wel een beetje af.
Zegels Hoogtepunt van de tentoonstelling zijn de acht vitrines waarin de kroningszegels en frankeerzegels van Wilhelmina, Juliana, Beatrix en Willem-Alexander te zien zijn. Inclusief de schetsen, drukproeven, aantekeningen en ontwerpen die het níet werden. Centraal staat de frankeerzegel met het portret van Beatrix die is ontworpen door Peter Struycken, uit 1981. Dit portret, door de computer geabstraheerd en opgebouwd uit stippen, is inmiddels heel gewoon gewor-
den. Maar het viel op omdat voor eerdere zegels altijd voor vrij klassieke portretten werd gekozen. De keuze was een opvallend statement over het moderne koningschap dat Beatrix voor zich zag. Er zijn in de vitrines leuke details te zien, zoals de notities in de kantlijn van de drukproeven over de kleuren, lijnen en lettertypes. Van sommige zegels zijn verschillende varianten te zien die aan het uiteindelijke velletje zegels voorafgingen. Ook is op de tentoonstelling de inhuldigingszegel van Willem-Alexander te zien. De eerste ontwerpen daarvoor dateren uit 2011 en voorspelden 30 april 2016 als datum voor een mogelijke inhuldiging. Uiteindelijk werd gekozen voor een ontwerp van Piet Gerards Ontwerpers, waarop het portret van deze koning zelfs helemaal ontbreekt. De afbeelding toont alleen de letters van zijn naam. Het is alsof de ontwerpers die ‘W van Willem’ zagen aankomen. Let op, ook bij de ingang van het museum is nog een stukje van de tentoonstelling te zien: twee nieuwe werken van kunstenaar Diederick Kraaijeveld, die hij speciaal voor Branding Beatrix maakte. Het is jammer dat ze niet in dezelfde ruimte te zien zijn, Kraaijeveld bouwt met de portretten opgebouwd uit respectievelijk spijkers en sloophout mooi voort op het ‘stippenportret’ op de bekende postzegel. ‘Branding Beatrix’, tot en met 30 juni in het Museum voor Communicatie
www.muscom.nl
De campagneposter van de tentoonstelling door Studio Beige. > Foto: PR
16>cultuur
Den Haag Centraal > Vrijdag 17 mei 2013
Kunst, wetenschap, technologie en alles tegelijk Door Babeth Knol
Ook in voorgaande jaren lieten laatstejaars studenten van de ArtScience Bachelor en Master opleidingen aan de KABK vooruitlopend op het eindexamen hun werk zien aan de stad. Dit jaar wordt op en rondom de Grote Markt één van de grootste ‘previews’ tot nu toe neergezet. Twee dagen lang zijn de installaties en performances van 23 academiestudenten op drie locaties te zien. De tentoonstelling, die de titel ‘Spheres’ meekreeg, belooft los van hokjes te komen, voor de bezoeker die openstaat voor nieuwe ontdekkingen. Dat lijkt niet gelogen. Ze komen overal vandaan en doen van alles, de 23 kunstenaars die dit jaar hopen af te studeren. Uit Iran, Italië, Brazilië, Japan, Polen, Spanje, Griekenland. Met een achtergrond in beeldende kunst maar ook muziek, architectuur, fotografie. Op de tentoonstelling zijn de performances, films, sculpturen, installaties en interventies te zien waaraan zij werken voor hun eindexamen. En wat je dan moet verwachten… Het programmaboekje omschrijft het als volgt: “it is not art. science. technology. crossing over, but rather all three at the same time and none of the above.” Daniel Berio maakte de Graffitizer: een machine op basis van een oude plotter, die van beelden in de omgeving abstracte tekeningen maakt gebaseerd op het proces en de stijl waarmee graffiti wordt gezet. Pim A. van der Heiden heeft in het werk ‘Lost Canals’ het oude waternetwerk van Leiden gereconstrueerd en zo geprobeerd de verborgen laag van de stad boven te halen, als het blootleggen van een eerdere laag onder een schilderij. Er valt ook nog wat te griezelen met horrorverhalen en legendes in het ‘Cabinet of Creepypasta Curiosa’ van Mik Maes. En de sociale wetenschappen komen aan bod in het werk van Silvia Jánošková. Zij bestudeerde de ‘gender gap’ in de kunstwereld en vraagt zich af of het succes van kunstenaars wordt beïnvloed door hun geslacht. Bonne Knibbe maakte Phosphenomena, een levende ruimte die reageert op de aanwezigheid van de bezoeker. De werken zijn verspreid over drie locaties: HOOP, GEMAK en het Korzo Theater. Daarnaast is er een informatiepunt op de Grote Markt, waar op zaterdagavond in Supermarkt ook het afsluitende feest ‘Radius’ wordt gehouden. Naast de tentoonstelling van de eindexamenproducties is er zaterdagmiddag een symposium in het Korzo Theater. Daar zijn diverse lezingen te zien van kunstenaars uit de tentoonstelling en anderen. Onderdeel van het
programma is een debat met twee bijzondere gastsprekers: kunstenaars Joe Davis en Warren Neidich. Davis is onderzoeker op Harvard en de universiteit van Massachusetts en won vorig jaar de Pris Ars Electronica voor zijn ‘Bacterial radio’ , een elektrisch circuit gebouwd uit bacteriën. Warren Neidich won als kunstenaar en schrijver ook meerdere internationale prijzen. Het debat wordt geleid door filosoof en filmmaker Frank Theys. ‘Spheres’ wordt op donderdag geopend in het Korzo Theater met het concert ‘Beeld en Geluid’. Daar zijn ‘live cinema’ performances te zien. Zoals de caleidoscopische effecten die de draaiende camera’s van de ‘DrillCamDrones’ door Arno Scheper en Renzo van Steenbergen opleveren. Joris Strijbos, eerder te zien op verschillende internationale elektronische kunst- en muziekfestivals, waarRutger Kroon (links) en Joost Gimbel in ‘Eén van ons hield van elkaar’ van Rineke Roosenboom. >Foto: Dayna Casey
De Kosmonaut presenteert Vertigo II
Door de ruimte zweven
den. Voor deze tweede editie van Vertigo meldden zich liefst vijfendertig schrijvers aan. Kun je nagaan hoezeer ruimte, ook letterlijk, voor talentontwikkeling nodig is. We hebben lang lopen dubben over onze plaats van vestiging, maar kozen uiteindelijk volmondig voor Den Haag. Aan de ene kant omdat hier niet blasé wordt aangekeken tegen wéér een nieuw initiatief; aan de andere kant doordat Branouls directeur Bob Schwarze ons met wijdopen armen welkom heette”. Neemt niet weg dat De Kosmonaut volgend seizoen zijn intrek neemt in Theater aan het Spui: “Het biedt ons een kans op meer inhoudelijke ontwikkeling, hoewel we ook dit jaar in Branoul de mogelijkheid hebben gekregen, en opgepakt, voor het organiseren van masterclasses en educatieprojecten”. Voor Vertigo II werden de schrijvers in hun ‘schrijftraject’ begeleid door ervaren theatermakers als Marcus Azzini (Oostpool), Simon Hoogendijk en Willem de Wolf. Ook krijgen De Kosmonaut en de deelnemende schrijvers in dit project naast Branoul ondersteuning van de Haagse festivals Writer’s Unlimited en Crossing Border.
‘Spheres, ArtScience preview expo’ 16 tot en met 18 mei, locaties: HOOP, Driehoekjes 7, Korzo Theater, Prinsestraat 42, GEMAK, Paviljoensgracht 20-24, Grote Markt, Grote Markt, stichting.interfaculty.nl
‘Drink een week lang elke dag veel te veel. Vertel je innerlijk kind dat het zijn bek moet houden. Leer hoe je varkens moet verzorgen’. De vraag luidt: Wat doe je als je weet dat de wereld zal vergaan? ‘De nacht dat de wereld (niet) verging’ is de titel van de tweede editie van het ‘minifestival’ Vertigo, een jongehondenfestival waarin jeugdig toneelschrijverstalent mag ruiken aan het grote, het ‘echte’ werk, met Theater Branoul deze keer nog als epicentrum. Waar de eerste editie het fin de siècle als bindend topic had, is volgens het organiserende ‘platform voor nieuwe theaterteksten’ De Kosmonaut – plaats van vestiging: Den Haag – de tweede editie een apocalyptische theateravond over het einde van de wereld en alles wat daarna komt. De toneelschrijversavond geeft bovenal losjes een mooie stand van zaken weer in de hoogstandjes die recentelijk afgestudeerde toneelschrijvers (Rineke Roosenboom, Frank Siera en Koen Caris), en min of meer gelouterde regisseurs (Alexander de Vree, Ellen Goemans en Monique Baas) en spelers (onder wie trouwens ‘oudgediende’ Tom Jansen) nu en in de nabije toekomst in
petto hebben. “Dit thema dwingt schrijvers ertoe stelling te nemen”, zegt Koen Caris, één van de tekstschrijvers, tevens oprichters van De Kosmonaut. “Het grote verschil met vorig jaar is dat de stukken niet alleen hetzelfde concrete uitgangspunt beschrijven, namelijk twee mensen die de dag na de nacht dat de wereld (niet) verging, delen. Het grote verschil met vorig jaar is, denk ik, dat de stukken nu niet alleen een enkel thema delen (zoals toen fin de siècle) met hetzelfde concrete uitgangspunt: twee mensen, de dag na de nacht dat de wereld (niet) verging. Dat hebben we deze keer willen voorkomen. Het gaat opnieuw om drie afzonderlijke voorstellingen, maar door de focus op één enkel thema dienen de verschillen in schrijf-, regie- en speelstijl zich des te pregnanter aan. Het dwingt hen te zeggen wat nú moet gebeuren. Terwijl het toch ook op zichzelf staande voorstellingen zijn”. De Kosmonaut werd twee jaar geleden opgezet door een aantal blije afgestudeerden aan de Utrechtse Hogeschool voor de Kunsten: opgezet met Annet Bremen, Koen Caris, Ninke Overbeek en Sytze Schalk. Ze besloten tot de oprichting van een productiehuis voor schrijvers. Caris: “Dat was juist in de tijd dat allerlei productiehuizen in de kunsten bedreigd werden in hun bestaan, vanwege de bezuinigingen die toen onontkoombaar bleken. Wij, een aantal niet-gevestigde toneelschrijvers, meenden daartegen een tegengewicht te bie-
jes van dertien’, een Nederlandse klassieker inmiddels. Want die hebben we welzeker, al verbiedt onze hypercorrecte bescheidenheid er al te trots op te zijn. Saxofonist Jan Menu besefte dat toen hij met Jasper Somsen zijn cd ‘Dutch songbook’ maakte met jazzversies van zulke Nederlandse klassiekers. Daaronder ‘Wat voor weer zou het zijn in Den Haag’, muziek van de onderschatte top-liedjescomponist Harry Bannink.
Diezelfde muzikale vraag naar de weersomstandigheden in deze stad stelt nu ook een andere jazzsaxofonist, Tom Beek, op zijn nieuwste cd ‘Bliss’. Het is bij hem een solootje van niet meer dan twee minuten en twaalf seconden, maar dat is wel tekenend voor zijn benadering. Tom Beek is de man van mooie lijnen, laverend tussen een genietend gevoel van poëtische rust en intense lyriek. Naast trio- en kwartetstukken speelt hij op ‘Bliss’ meerdere solo’s (tenor- en sopraansolo’s) opgenomen in de oudkatholieke St.Vituskerk in Hilversum. Waarbij de natuurlijke galm van die kerk bijna als een gewijde mantel hangt om stukken als Chopins Nocturne nr 2 en zijn eigen ‘Into the dark’. Beek speelt vrijdag 17 mei in de late EJP-sessie in Studio 3 bij de Dr Anton Philipszaal. Hij krijgt daar
steun van pianist Karel Boehlee, bassist Sean Fasciani en drummer Marcel Serierse. Die kerkgalm heb je daar zeker niet, maar Tom blijft die creatieve dichter op de sax. Een aanrader dus en misschien heeft hij ‘Bliss’ bij zich (Tomlala records). Diezelfde dag heeft Prospero Jazz in het Institute of Social Studies een groot gezelschap te gast dat tegen de jazz aanschuurt: het Total Praise Gospel Choir onder leiding van componist, bassist en zanger Stanley Alejandro Clementina. Meer dan twintig koorleden die niet alleen gospels, maar ook jazz en soul zingen. Op 19 mei (15.00 uur) is Hans Dulfer te horen bij het Afrikaanse dansfestijn ‘Matinée du Monde’ in Korzo, de 18de is bassist Paul Berner weer eens in de Regentenkamer, nu met de formatie JÖP. Gekke naam, gevormd door de voorletters van drummer Joost
Kesselaar, pianist Örjan Graafmans en Paul zelf. Zeer interessante gast is daar de Amerikaanse saxofonist Nick Bisesi. Bisesi speelde in grote orkesten (Ray Charles, Louis Bellson, Benny Goodman) en had les van onder anderen Dave Liebman. Nog zo’n aantrekkelijk spelende Amerikaanse saxofonist is Grant Stewart, te horen via Equinox Jazz Promotions dat op zondag terug is in Pavlov aan het Spui (19 mei, 19.30 uur). De internetsite van Stewart staat vol lovende kritieken van oudere topjazzmannen, en dat zegt vaak meer dan een kritiekje. Zo vindt trompettist Clark Terry van Stewart: “Als je hem hoort spelen, gaat iedereen van ‘Wauw!’ Ik ook”. Een reactie om boven je bed te hangen.
Een verrassende theateravond over het einde van de wereld. De Kosmonaut, platform voor nieuwe theaterteksten, houdt voor de tweede keer een minifestival in Branoul. Jonathan Reus maakt kunst en instrumenten van afgedankte Apple-computers.
onder ook het Haagse Todays Art en Rewire, maakte samen met Pieter Vandoren speciaal voor de opening een nieuw project. DJ’s en drankjes zijn ook aanwezig om de opening tot een feestje te maken. De studenten, die de tentoonstelling van catering tot posters en van opbouw tot vergunning zelf hebben georganiseerd, hebben een veelbelovend programma in elkaar gezet. Voor veel van de aangekondigde werken geldt dat de beschrijving niet zo heel veel verklapt over wat je nu precies rond de Grote Markt zult aantreffen. Maar dat is tegelijk ook de charme van het festival. Een mysterieuze ontdekkingstocht, voor avontuurlijke kunst-, wetenschap-, muziek- en andere liefhebbers.
Door Eric Korsten
De Kosmonaut met Vertigo II: De nacht dat de wereld (niet) verging. Te zien in Theater Branoul van vrijdag 17 tot en met vrijdag 31 mei. Meer informatie: www.dekosmonaut. nl en www.branoul.nl. Telefonisch kaarten reserveren: (070) 365 72 85.
jazz
Tom Beek zonder nagalm in Studio3 Bij de heropening van het verbouwde Diligentia – alweer jaren geleden – speelde pianist Rob van Kreeveld een soloversie van zijn eigen compositie ‘Meisjes van dertien’. Vóór hem had toen net Daniel Wayenberg zijn klassieke pianistiek geëtaleerd, en Van Kreeveld moet gedacht hebben: nu zal ík ’m eens van Jetje geven. Hij barstte uit in een bijna rapsodische omwerking van het liedje dat hij schreef voor Paul van Vliet: ‘Meis-
Bert Jansma
17
sport<
Vrijdag 17 mei 2013 > Den Haag Centraal
Spannende tijden voor hockeyster Rachelle Groot
‘Het is niet vanzelfsprekend dat je kan doen wat je leuk vindt’ Tijdens de warming-up van HGC springt ze al snel in het oog. Tien blonde staarten en een bos vol donkere dreadlocks. Het is niet de meest gangbare vertoning op een hockeyveld. Rachelle Groot valt dan ook niet onder het standaardtype hockeymeisje. Groot drumt, speelt gitaar, tekent en schildert. En ze hockeyt, correctie, ze keept, in het eerste vrouwenteam van HGC. Daarnaast maakt ze sinds enkele maanden ook deel uit van de selectie van Jong Oranje.
Het degradatiespook
Door Mashall van Basten Batenburg
Groot beleefde dit seizoen haar debuut in het eerste van HGC na een jaar uit de roulatie te zijn geweest vanwege een afgescheurde voorste kruisband. Een moment waarop de goalie van HGC lang heeft moeten wachten. “Ik heb nooit veel wedstrijden gespeeld, in de jeugd wel maar niet bij de senioren. Het afgelopen seizoen is me heel goed bevallen. Het was wel wennen, maar ontzettend leerzaam. Elke wedstrijd leer je weer nieuwe dingen. Heel anders dan de wedstrijden bij Dames 2. Je hebt veel meer de touwtjes in handen. Je bent belangrijk, betrokken. Ik vind het leuk met het team ergens naartoe te werken. Normaal trainde ik de hele week met het eerste, om dan op zondag bij een ander team aan te sluiten’’. Apart De 20-jarige sluitpost benadrukte al even dat ze het afgelopen hockeyjaar een immense ontwikkeling heeft doorgemaakt. Verrassend genoeg gaf ze aan tijdens wedstrijden ook te leren van haar collega’s in het vijandelijke doel. “Ik ben er niet bewust mee bezig wat de keeper van de tegenpartij doet, maar soms zie ik haar een actie maken en denk ik: ‘goh, zo kan het ook”. Je moet alles meenemen, van iedereen kan je leren. Ik merk dat ik vooral veel beter ben gaan coachen. Dat is een aspect dat je echt in het veld moet leren. Natuurlijk kan je er tijdens een training ook mee bezig zijn, maar op zondag moet je het laten zien. Je leert situaties op te lossen, komt dingen tegen waarbij je meteen moet handelen, ik vind dat een grote uitdaging. Keepen is mijn passie, het is een vak apart. Je bent binnen een sport bezig met je eigen vak, je bent niet één van de spelers. Je doet het goed of je doet het niet goed, er is geen middenweg. Dat zorgt voor een bepaalde druk en daar hou ik van. In het begin was dat best even wennen en was ik erg zenuwachtig, ik heb dat nu beter onder controle. Een bepaalde vorm van zenuwen is alleen maar goed, het brengt meer scherpte met zich mee’’. HGC plaatste zich afgelopen najaar voor de promotiepoule van de Overgangsklasse. Gedurende de voorcompetitie werden zeven van de negen wedstrijden gewonnen. In de kampioenspoule hadden de Gazellen het een stuk lastiger. Slechts vier van de veertien duels werden winnend afgesloten. Daarmee eindigde de Wassenaarse vereniging op de zesde plek. “Er is niet één ding dat niet goed liep het afgelopen seizoen, er zijn heel veel aspecten geweest die ervoor zorgden dat we zoveel punten hebben laten liggen. De kampioenspoule is ook moeilijk, in de voorcompetitie was de tegenstand een stuk minder. Nu was iedereen aan
André
‘Ik steek heel veel tijd en energie in mijn hockey’>Foto: Patrick Dolkens
elkaar gewaagd. We begonnen met een ander idee aan deze competitie. We wilden super graag een prestatie neerzetten, maar het kwam er niet uit’’. Kritisch Ook over haar eigen prestatie steekt de student IPO (Industrieel Product Ontwerpen) aan De Haagse Hogeschool niet de loftrompet. Al moet ze bekennen dat ze gedurende het seizoen wel steeds beter is gaan spelen. “Ik begon in september goed, al had dat ook met de mindere tegenstanders te maken. Daarna keepte ik erg wisselend. Gedurende het zaalhockeyseizoen (waar HGC promotie naar de Hoofdklasse bewerkstelligde, red.) ging het goed, maar daarna kende ik een mindere fase. De laatste wedstrijden heb ik het wel opgepakt, met het slotduel tegen Push afgelopen zondag als hoogtepunt. Ik ben misschien iets te kritisch geweest. Dat kan en dat mag ook. Trainen is leuk, maar op zondag moet je er gewoon staan. Ik verwachtte te veel van mezelf. Daardoor bleef ik een beetje in teleurstellingen hangen’’. Ondanks haar wisselende seizoen werd Groot in februari als stagespeler aan de selectie van Jong Oranje toegevoegd. Met het ‘kleine Oranje’ is ze in voorbereiding op het WK eind juli van dit jaar in het Duitse Mönchengladbach. “Ik denk niet dat ik op basis van mijn prestaties op zondag ben geselecteerd’’, vertelde Groot lachend. “Ik vind het hart-
stikke leuk dat ik mee mag doen. Het gaat goed, maar ik ben nog steeds een stagespeler. Het niveau bij Jong Oranje is heel anders dan ik gewend ben. Ik heb elke keer onwijs zin om te trainen, het is een leuke groep. Ik besef ook dat het ieder moment voorbij kan zijn, het blijft een open selectie. Ik speel onbevangen en kijk wel hoe het gaat. Meer dan mijn best kan ik niet doen”. Kruisband De in Voorschoten woonachtige doelvrouw liep in mei 2011 een ernstige knieblessure op. Tijdens de training scheurde ze haar voorste kruisband af. Er volgde een revalidatie die ruim negen maanden in beslag nam. Volgens Groot heeft de knieblessure haar mentaal sterker gemaakt en beseft ze eens te meer waarom hockey zo leuk is. “Het is niet vanzelfsprekend dat je kan doen wat je leuk vindt, dat je kan bewegen zoals je wilt. Als je op een fiets zit en je kan niet fietsen, dan word je daar wel hard op gewezen. Mijn selectie voor Jong Oranje zie ik echt als de kers op de taart. Mijn beloning voor het harde trainen gedurende mijn revalidatie. In die periode stond ik er alleen voor, ik had andere problemen en uitdagingen dan je tegenkomt met je team. Je moet het voor jezelf leuk maken, anders kom je je tijd niet door, revalideren is heel saai”. Groot erkent dat ze een bijzondere verschijning is op het hockeyveld. De hockeywereld is ook niet helemaal haar
wereld, al maakt ze er graag deel van uit. “Ik ben geen standaardhockeymeisje, maar op mijn manier pas ik er wel goed tussen. Keepers zijn toch een beetje raar. Ik vind het onwijs leuk zoveel verschillende en andere persoonlijkheden bij elkaar in een team te hebben. Oké, ik verdiep me niet in andere teams, ik weet op zondag niet meteen hoe mijn tegenstanders hebben gespeeld. Als ik zin heb, pak ik mijn gitaar of zit ik achter mijn drumstel of teken ik. Ik heb zat andere uitlaatkleppen dan alleen hockey. Tijdens mijn revalidatie was dit heel belangrijk, voor muziek maken of tekenen heb je geen kruisband nodig. Tegenwoordig ben ik wel meer met hockey bezig. Ik heb nu zelfs de hockey.nl app op mijn telefoon. Mijn interesses liggen niet puur bij mijn sport, maar ik steek heel veel tijd en energie in mijn hockey. Ik train vijf keer per week en ik ben op de hoogte van alles wat er speelt binnen mijn team”. Heilig Voor Groot breken er spannende tijden aan. Niet alleen staat het WK voor de deur, het is nog maar de vraag of ze komend seizoen het doel van HGC verdedigt. “Als de kans zich voordoet bij een Hoofdklasseteam, dan pak ik die. Maar de Hoofdklasse is niet heilig. Ik verkies spelen in de Overgangsklasse boven een plek op de bank op een hoger niveau. Ik heb lang genoeg gewacht op een positie als eerste keeper, die ga ik niet meer weggeven”.
Ieder jaar, zo rond mei, maakt een aantal clubs zich grote zorgen om een dreigende degradatie. Het vlaggenschip van de vereniging staat op één van de onderste plaatsen op de ranglijst en de spanning stijgt naarmate de laatste wedstrijd dichterbij komt. Vaak zie je dat drie verschillende scenario’s zich gaan ontwikkelen. In het ernstigste geval is de samenwerking tussen de coach en het team zoek en gaat men ruziënd ten onder. Als de samenwerking nog goed is, maar men heeft collectief de moed opgegeven, dan is de toekomst eveneens somber. Kansrijk zijn de ploegen die in goede sfeer en samenwerking strijdlustig blijven en niet weten van opgeven. Natuurlijk heeft het altijd met vooral gebrek aan kwaliteit te maken als men het degradatiespook op de hielen heeft. Maar hard werken wint het soms van kwaliteit en talent. Zeker als het talent zelf niet meer hard werkt, omdat er bijvoorbeeld niets meer op het spel staat. Dan worden wedstrijden beslist op grond van het verschil in motivatie tussen de twee elkaar bestrijdende teams. Een beroemde Amerikaanse coach vertelde zijn spelers ooit dat ze moesten spelen met de overtuiging dat ze geen wedstrijden konden verliezen. “De scheidsrechter kan de wedstrijd hooguit te vroeg affluiten…”. Hij doelde daarmee natuurlijk op de noodzaak van onverzettelijkheid en geloof in een goede afloop tot en met dat laatste fluitsignaal. Ik voeg daar graag onverstoorbaar zijn aan toe. Veel beslissende wedstrijden (dus wedstrijden met veel druk) worden verloren door frustratie van heethoofden die rode kaarten pakken of andere domme dingen doen. Juist die teams die rustig blijven en hun concentratie niet laten verstoren, trekken aan het langste eind. Onverzettelijkheid en onverstoorbaarheid zijn wat mij betreft de ingrediënten die een ploeg nodig heeft om een korte periode boven zichzelf uit te stijgen. Ik leg de nadruk op korte tijd, omdat op de lange termijn de kwaliteit altijd doorslaggevend zal zijn. In het betaalde voetbal is kwaliteit gerelateerd aan het inkomen van de spelers en dus aan de begroting van de club. Leggen we de begrotingen naast elkaar, dan kunnen we de ranglijst redelijkerwijs voorspellen. Gelukkig worden we altijd weer verrast door ploegen die het veel beter of veel slechter doen dan de begroting doet vermoeden. PEC Zwolle is al veilig en ploegen met een veel hogere begroting kijken op dit moment het degradatiespook recht in de ogen. Dat is nu precies wat sport zo aantrekkelijk maakt. André Wetzel Oud-voetballer en trainer
18>sport
Den Haag Centraal > Vrijdag 17 mei 2013
Bij Bayern München leerde Martin Jol de wetten van het topvoetbal
‘Ik moest die vuurtoren kunnen zien’
Rüdiger Abramczik (FC Schalke 04) met 18 doelpunten. Zowel Kevin Keegan (HSV) als Klaus Toppmöller (1. FC Kaiserslautern) vond 17 maal het net, Dieter Hoeness van Stuttgart scoorde er 16. Nottingham Forest won de Europa Cup I en Borussia Mönchengladbach de UEFA Cup. Zelf kwam Martin Jol in de Bundesliga tot slechts negen duels. Hij was naiëf, realiseerde hij zich later, terwijl in het topvoetbal egoïsme en eigenbelang vooropstaan: “Die wetten, daar moet je je tegen wapenen”.
Zaterdag 25 mei is de finale van de Champions League tussen Borussia Dortmund en Bayern München. Bij München speelde ooit Martin Jol (57); niet lang, maar de periode was wel heftig. En leerzaam. Met Jol gaan we back to the seventies …uh, zurück nach den siebziger Jahren. Door Martin van Zaanen
Bij Dortmund speelden ooit onze landgenoten Willy Lippens, Harry Decheiver, Dennis Gentenaar, Cedric van der Gun en Alfred Nijhuis. Bij Bayern München stonden meer Hollanders onder contract: Willem Hesselink, Edson Braafheid, Raymond Victoria, Jan Wouters, Roy Makaay, Boy Deul, Mark van Bommel, Arjen Robben en Martin Jol. Jols uiterlijk, zijn houding, zijn manier van praten, de Scheveninger lijkt nooit ergens aan te twijfelen. Dat was niet altijd zo. Toen hij bij Bayern München voetbalde, stierf hij van de heimwee. ‘Als Jol de vuurtoren niet ziet, gaat het mis’, zei men. “Daar zat een kern van waarheid in,” zo legde Martin Jol in zijn periode hij RKC (zie kader) uit: “Ik was 21 jaar, was beschermd opgevoed en hing aan m’n vertrouwde omgeving. Als ik naar huis belde, vocht ik tegen m’n tranen. Na een wedstrijd zat ik tien uur in de auto om een paar uurtjes thuis te zijn en het strand te zien, en dan reed ik weer terug. Hoewel Bayern een prachtige club is en ik mijn contract kon verlengen, was ik dolblij dat ik na een jaar naar FC Twente kon. Ook een eindje weg, maar het strand was iets dichterbij”.
Jols leven & werk Martin Jol begon met voetbal bij JAC, waar hij op zijn 15de het eerste haalde en waar hij werd ontdekt door ADO. Bij FC Den Haag debuteerde hij als prof, waarna hij uitkwam voor Bayern München, FC Twente, Jong Oranje, Oranje (driemaal), West Bromwich Albion en Coventry City en terugkeerde bij FC Den Haag. Als trainer werd hij met de ADO-amateurs kampioen in de tweede en eerste klasse zondag en in 1996 leidde Jol SVV Scheveningen naar het kampioenschap in de hoofdklasse zaterdag en het algeheel amateurkampioenschap. Vervolgens trainde hij Roda JC, RKC Waalwijk, Tottenham Hotspur, HSV en Ajax . Sinds zomer 2011 leidt hij het Londense Fulham.
In de trainer van vandaag zie je de voetballer van gisteren. De voetballer Martin Jol was niet explosief of wendbaar, maar had wel een mooie vaste techniek, zijn lichaamsbouw hield het midden tussen rijzig en rank en hij hield er onder het motto gaat-hetniet-zoals-het-moet-dan-moet-het-
Intriges waren aan de orde van de dag bij de club die als ‘Der Rekordmeister’ door het leven gaat, maar door alle schandalen nog vaker ‘FC Hollywood’ wordt genoemd. “Weet je, ik kwam als broekie van Den Haag, terwijl ze daar types hadden lopen als Kurt Niedermayer en Jupp Kapellmann”, blikte Jol in de Voetbal International van april 1989 terug. “In het begin ging het nog goed, totdat Jupp Kapellmann eens tegen me zei: ‘Je bent stapelgek dat je nog speelt joh…’. Ik had namelijk een keer m’n geld niet gehad. Toen vertelde hij me dat ik dat niet moest pikken en dat ik gewoon lekker naar huis moest gaan. Ik moest maar een brief schrijven dat ik het er niet mee eens was, dan zou hij de brief wel bij de toenmalige voorzitter Neudecker in de bus gooien. Ik heb dat ook gedaan. Stond er de volgende dag iets in de Bild-Zeitung over die ‘Fliegende Holländer’. Onbegrijpelijk dat ik dat gedaan heb, die Kapellmann loerde alleen maar op mijn plaats. Toen ik er zat, was ik te jong en te onervaren om dat door te hebben. Nu pas doorzie ik dingen waarvan ik vroeger alleen maar grote ogen opzette”.
Toen hij bij Bayern München voetbalde, stierf hij van de heimwee
maar-zoals-het-gaat een intense wedstrijdmentaliteit op na. Tel daar een helder spelinzicht en leiderscapaciteiten bij op en je snapt waarom de dienstverbanden bij zijn clubs niet onopgemerkt zijn gebleven. Als je terugblikt valt ook het aantal verschillende rollen op dat Jol in het veld bekleedde. Bij FC Den Haag stond hij zijn laatste vier seizoenen (1985-’89) laatste man. Daarvoor liep hij in Engeland bij West Bromwich Albion en Coventry op het middenveld tegen stijlvolle spelmakers als Glenn Hoddle en Trevor Brooking op te boksen. In de middenlinie speelde hij ook bij FC Twente, Jong Oranje en het grote Nederlands elftal. Bij FC Den Haag, in zijn begindagen, startte hij in de spits. Maar toen Tscheu La Ling naar Ajax vertrok, werd Jol rechtsbuiten. Daarna rechtsback. Voor die plek werd hij ook aangetrokken door Bayern München. Het jaar was 1978. Werreldkampioen Die zomer was de allereerste keer dat er een concert werd gehouden in de Kuip: Bob Dylan, voor 50.000 mensen. Op de radio hoorde je Boney M, The Bee Gees en Luv. De Tour de
Martin Jol, nu trainer bij Fulham. > Foto: Peter Tarry/Hollandse Hoogte
France werd gewonnen door Bernard Hinault en Gerrie Knetemann schreef de slotrit op de Champs-Elysées op zijn naam, later dat jaar werd hij wereldkampioen. De nieuwe paus heette Johannes Paulus I. In Tulsa, Oklahoma werd Eva Jinek geboren, in Rotterdam Fatima Moreira de Melo en in Pennsylvania basketballer Kobe Bryant. O ja, en het Nederlands elftal, zonder Johan Cruijff deze keer, werd
voor de tweede maal tweede bij het WK, nu in Argentinië. Bayern München was toen al de bekendste en succesvolste club van Duitsland. Toen Jol voor 500.000 DM in het immense Olympiastadion neerstreek, had de selectie met onder anderen Karl-Heinz Rummenige, HansGeorg Schwarzenbeck, Sepp Maier en Paul Breitner een ontzaglijke hoeveelheid Europese bekers en Wereldbekers
bijeen gespeeld. Maar de echte glans was er – mede doordat Franz ‘der Kaiser’ Beckenbauer in Amerika was gaan voetballen – inmiddels wel vanaf. In het seizoen ’78/’79 brak Bayern dan ook geen potten in Europa en eindigde in de Bundesliga als vierde – HSV werd landskampioen. Topscorer werd Klaus Allofs (Fortuna Düsseldorf) met 22 goals, gevolgd door Klaus Fischer (Schalke 04) met 21 doelpunten en
Die dikke Ook wist Jol nog goed hoe Gerd Müller destijds op een zijspoor werd gezet. “Het was bij mij thuis, op mijn verjaardag, dat dat allemaal werd beklonken. Ik zat erbij en keer ernaar. Paul Breitner zei dat ‘die dikke’ moest verdwijnen. Hoeness van Stuttgart zou zijn opvolger worden. Müller was te oud, werd er gezegd, maar ik weet zeker dat hij nog minstens twee jaar meekon”. Overduidelijk was Paul Breitner de grote leider, die zowel binnen als buiten de lijnen bij Bayern München alles bepaalde. Daar moest je geen ruzie mee krijgen. Tegen de jonge Scheveninger was Breitner wel altijd aardig. Jol: “Al verdacht ik hem er ook wel eens van dat hij dat alleen deed om bij m’n zus in de smaak te vallen”.
19
varia<
Vrijdag 17 mei 2013 > Den Haag Centraal
Ook Haags project krijgt Oscar van de welzijnswereld
Kroonappel van Oranje voor Emma’s Hof
> Foto: Nelleke Mineur
Het Oranje Fonds, dat elk jaar tien Appeltjes van Oranje uitreikt voor de mooiste sociale initiatieven van ons koninkrijk, heeft ter ere van de troonswisseling eenmalig drie initiatieven tot Oranje Fonds Kroonappel benoemd. Daaronder is het Haagse project Emma’s Hof. De winnaars ontvangen de prijs, een bronzen beeldje en een geldbedrag van 50.000 euro, op 16 mei op het Paleis op de Dam in Amsterdam uit handen van de nieuwe koning en koningin. De Duinoordse stadstuin Emma’s Hof is uit bijna 4.000 inzendingen gekozen als Kroonappel. De tuin fungeert als een openluchtbuurthuis en draait volledig op de inzet van ruim honderd
vrijwilligers. De stadstuin is door de buurt zelf opgezet en is al acht jaar een ontmoetingsplek in de wijk. De twee andere winnaars zijn Best Buddies uit Goeree-Overvlakkee, een stichting die door heel Nederland vriendschappen realiseert tussen studentvrijwilligers en jongeren met een licht verstandelijke beperking, en de Middelburgse Stichting Manteling, die hulp biedt aan mensen met een ziekte, handicap of dementie en aan mensen in de laatste fase van hun leven. De Haagse Generatietuin, Stichting Saffier De Residentiegroep, is één van de tien Appeltjes van Oranje. De organisatie voldoet aan het thema ‘Alle ja-
ren tellen’, waarbij de genomineerden mensen uit verschillende generaties bij elkaar brengen. De Generatietuin verbindt generaties die elkaar in het alledaagse leven niet of nauwelijks ontmoeten: kwetsbare hoogbejaarde bewoners van een woon-zorgcomplex die met kinderen van 4 tot 10 jaar van de naschoolse opvang tuinieren. Het Oranje Fonds helpt sociale initiatieven met geld, kennis en contacten. Per jaar ondersteunt het fonds zo’n 8.000 grote en kleine maatschappelijke organisaties. Koning WillemAlexander en koningin Máxima zijn sinds de oprichting van het Oranje Fonds beschermpaar.
stadsgroen
Communicatie
Er wordt wat afgekletst, in onze bloembedden. Prachtig bloeiende struiken vertellen voornamelijk sprookjes, coniferen zijn altijd in voor een goeie mop en dat eenjarige spul in die bloembakken? Dat zijn de echte roddeltantes, geloof me. In 1973 kwam het boek ‘The secret life of plants’ uit, in 1976 vertaald in ‘Het verborgen leven van de plant’. Het bleek een regelrechte bestseller. Sinds die tijd weet iedereen dat je je planten liefdevol moet toespreken om ze te laten floreren. In het boek wordt besproken hoe Cleve Baxter proefjes doet om te bewijzen dat zijn planten communiceren. Er leek inderdaad een reactie te ontstaan toen Baxter zich per ongeluk fors in zijn vinger sneed. Hij bedacht daarna allerlei tests met leugendetectoren die daadwerkelijk uitsloegen toen hij dreigde de planten onder te dompelden in hete koffie en op het punt stond hun bladeren te verbranden. Helaas bleek geen van zijn onderzoeken een wetenschappelijke toets te kunnen doorstaan. In 2012 sneed Iain Stewart, professor of Geoscienses Communication aan de University of Plymouth, bij wijze van proef een blad van een kool af. De plant stootte plots het gas methyl jasmonate uit, maar wat daarna gebeurde, tart alle verbeelding. Twee kolen die in de buurt stonden van de
beschadigde plant kregen blijkbaar de boodschap dat ze zichzelf moesten beschermen. Dat deden ze door giftige chemicaliën te produceren op hun bladeren, waarmee ze normaal gesproken rupsen afschrikken. Volgens de professor is dit het bewijs dat planten met elkaar kunnen communiceren. “Het is fascinerend om te beseffen dat planten eigenlijk voortdurend aan het babbelen zouden kunnen zijn”, zegt Stewart. “Dat ze op een of andere manier voelen wat er gebeurt met de andere. De meeste mensen nemen aan dat planten een passief leven leiden, maar eigenlijk bewegen ze, voelen ze en communiceren ze”. Wat betekent dit voor u en uw eetbare tuin vol tijm, bieslook, boerenkool en spinazie? Baxter raadde ooit een experiment aan dat gemakkelijk zelf is uit te voeren. Pluk twee mooie bladeren. Het ene blad leg je zomaar ergens neer en daar besteed je verder geen aandacht aan. Het andere blad hou je steeds dicht bij je, op tafel, op je bureau en naast je bed. Praat zo veel mogelijk, zo vaak mogelijk en zo lief mogelijk met dit blad. En kijk na een week of je een verschil ziet tussen de twee. Zo niet: eet smakelijk! Wendy Hendriksen >Meer columns en een boek op www.wendyhendriksen.nl
PvdE furieus na bedreiging De eenmansfractie van de Partij van de Eenheid (PvdE) heeft raadsvragen gesteld over het optreden tegen stalkers. Aanleiding is de bedreiging van Gautam Poeran, een oud-raadslid van de partij. Hij is door een stalker met de dood bedreigd. Op de website van Den Haag FM wordt gemeld dat ook Poerans autobanden werden lek gestoken en dat zijn ouders zijn lastiggevallen. De
fractievoorzitter van de PvdE, Abdoe Khoulani, is furieus over de situatie en voelt zich eveneens bedreigd door het voorval. Khoulani wil dat slachtoffers sneller aangifte kunnen doen van stalking. Daarom verzoekt hij de burgemeester, als verantwoordelijke voor de openbare orde en veiligheid, de ‘voorbeeldbrief betreding- en contactverbod’ op te nemen op alle gemeentelijke
websites. De 36-jarige Poeran zat voor de PvdE in de gemeenteraad in de periode 2011-2012. Gedurende zijn actieve lidmaatschap heeft hij regelmatig aandacht gevraagd voor het fenomeen stalking. Nog steeds is hij namens de partij betrokken bij slachtoffers van geweld. Inmiddels heeft Poeran aangifte gedaan tegen zijn stalker. Op 30 mei komt de zaak voor de rechter.
Kijktip: Driedelige serie ‘How to Grow a Planet’ van Iain Stewart, geproduceerd door de BBC. Via You Tube en op DVD.
zorg
Zorgmijders!
Aan het begin van het jaar schreef ik dat de premies van de zorgverzekering fors omhoog zouden gaan en dat een aantal medicijnen voortaan zelf betaald zal moeten worden. Wat voor een effect dit zou hebben op de gezondheidszorg was toen nog niet duidelijk. Inmiddels melden vele huisartsen en apothekers, met name in achterstandswijken, dat mensen geen geld hebben voor soms noodzakelijke zorg. Het eigen risico van 350 euro hakt er enorm in. Ook het gebruik
steking. Om dit te kunnen uitsluiten is een simpel bloedtestje nodig, maar hij wilde het niet. Hij had op dat moment geen geld voor het eigen risico. Gelukkig is het goed afgelopen en heeft deze man er geen schade van geleden.
van medicijnen die niet meer vergoed worden maar wel noodzakelijk zijn, wordt door mensen met een laag inkomen zo veel mogelijk tot een minimum beperkt. In mijn spreekkamer voer ik dagelijks discussie over het eigen risico en het zelf betalen van medicijnen. Oprecht verbaasd ben ik dan ook als een man van eind 20 een in mijn ogen op dat moment noodzakelijk onderzoek weigert te laten verrichten. Ik twijfelde namelijk of er sprake zou kunnen zijn van een blindedarmont-
Met name mensen in de achterstandswijken kunnen hun zorg niet meer betalen. Het verschil tussen ‘arm’ en ‘rijk’ is heel duidelijk te zien. Geen baan is geen geld, is geen geld voor zorg. In achterstandswijken leven mensen gemiddeld korter dan in andere wijken. Preventief screenen op bijvoorbeeld problemen met hart en bloedvaten zou dus heel zinnig kunnen zijn voor deze mensen. Helaas komen ze, nadat ze zijn opgeroepen, niet opdagen op hun afspraak, omdat ze bang zijn dat een en ander geld gaat kosten. Recent heeft de NOS er een item aan gewijd nadat er signalen waren geko-
men van verschillende zorgverleners uit achterstandswijken. Als reactie hierop heeft de minister toegezegd om onderzoek te verrichten naar het mijden van zorg door de laagste inkomensgroepen. Overigens zegt zij in haar interview dat ze onderzoek gaat doen naar haar beleid en niet zozeer naar het mijden van zorg. Ik ben ervan overtuigd dat als je geen onderscheid maakt in inkomensgroepen, het effect van haar beleid om het eigen risico te verhogen naar 350 euro niet slecht uitvalt. Uiteindelijk
In mijn spreekkamer voer ik dagelijks discussie over het eigen risico en het zelf betalen van medicijnen
woont toch het merendeel van de bevolking van Nederland niet in een achterstandswijk. Hoe nu verder? Ik weet het niet. Ik probeer mensen zoveel mogelijk te zeggen dat ze nu al moeten sparen voor het eigen risico van volgend jaar. Politici zouden veel vaker incognito moeten meekijken in de keukens van de hulpverleners van alledag alvorens het beleid te bepalen. Een avondje meedraaien op de huisartsenpost, een dagje meelopen bij mij in de praktijk. Het zijn allemaal mogelijkheden om te zien dat deze mensen ieder dubbeltje moeten omdraaien en dat het ene gat met het andere gedicht moet worden. Dus politici, kom achter dat bureau vandaan en kom het leven van een mens in een achterstandswijk voelen. Emilie Bolsius Huisarts
20>society
Den Haag Centraal > Vrijdag 17 mei 2013
vilan, renate & de residentie
Veni vidi vici Nog voordat Patrica Paay één woord over haar boek had gezegd, lag tout Paagman aan haar voeten. Inclusief presentator Fabian Paagman, die vooraf iedereen dringend had verzocht de telefoon stil te zetten. Uit kón niet, want hij begreep dat iedereen foto’s wilde maken. En dat was ook zo. La Paay betrad het podiumpje en was meteen de meest gefotografeerde en gefilmde vrouw van de Hofstad. Zij droeg een koningsblauwe jurk met bijpassende pumps, die zeer hooggehakt waren. Aan haar zijde bevond zich Bert van der Veer, die als ghostwriter een nederige rol had vervuld. La Paay, het boek en het fenomeen, deden Den Haag aan. Erna zou ze ter ere van Moederdag met haar ouders uit eten gaan, ’s avonds gaf zij acte de présence bij het BNN-programma Spuiten en Slikken. Wij hingen ook toen aan haar lippen en leerden nieuwe feiten over orgasmes tijdens de zwangerschap. Maar daarvan wisten we die middag nog niets. Iedereen in de bomvolle boekwinkel had zich vooraf slechts één vraag gesteld: hoe zou ze in het echt zijn? De honger naar La Paay was voelbaar vanaf alle rijen. Wij keken en en keken en keken. Voor de thuisblijvers: mevrouw Paay zag er beeldschoon uit. Chic en charmant, met de uitstraling van een ster. Met iedereen in de winkel wist ze een persoonlijke band op te bouwen, of althans de illusie ervan. Dit laatste besefte uw verslaggeefster thuis pas, en dat ontwaken uit de droom van bestevriendinpotentie te bezitten, dat was best hard. Patricia zei stralend tegen ons, dat ze het zo leuk vond ons nu eens in het echt te zien. Prompt besloten wij allemaal onze liefste kant te laten zien, zodat we haar niet zouden teleurstellen. Ze voerde een gesprekje met Van der Veer, over wat er allemaal in de pers over haar seksuele leven had gestaan. Of nou ja pers. Wat het lage journaille had geschreven. Weekend en Story en Privé. Net of het boek alleen over seks ging. De hele zaal kon zich daar niets bij voorstellen, maar gelukkig ging La Paay er uitgebreid op in. Want die Waylon... “Wat kunnen mannen toch laf zijn, hè dames?” De dames loeiden en lachten instemmend. De heren, toch al in de minderheid, probeerden neutraal te kijken. Het zat als volgt. Waylon was bij haar in de straat gesignaleerd. Op de radio had Chiel Beelen aan hem gevraagd of er iets aan de hand was. Toen had Waylon gezegd dat hij er niet aan moest denken, zo’n oude vrouw. En tja, dan ken je Patricia niet. Nu zal Waylon er voor altijd aan herinnerd worden. Niet dat ze wrok koestert. Want ze zei nadrukkelijk dat het een hele goede zanger was, alleen was het zo jammer dat hij geen interviews kon geven, dat was ook een probleem voor zijn management. En hij kon er heus mooi uitzien, maar ja, dat wilde hij nou eenmaal niet. De zaal voelde medelijden met die arme kneus van een Waylon. Dat hadden we ook met John de Mol, toen Patricia het hare over die ontkennende ex-minnaar had gezegd. Want ja, wat heb je aan je geld als je zo’n tragisch gebrek aan humor hebt? Dan heb je toch eigenlijk niks aan je leven, en anderen hebben ook niks aan jou. Een sneue man. Iedereen mocht vragen stellen. De eerste vraag was een compliment. Dat er zulke lelijke dingen over Patricia werden gezegd maar dat zij altijd vriendelijk bleef. Patricia: “Dat komt door mijn opvoeding. Een paar jaar geleden hoorde ik iemand zeggen: ‘kill them with kindnes’ en daar zit ook iets in”. De tweede vraag sloot naadloos hierop aan.
Het fenomeen maakt kennis met een hondje dat naar dezelfde kapper gaat. > Foto’s: Otto Snoek
Met La Paay op schoot.
Met de ogen neergeslagen werd er hard geïncasseerd: Wat kunnen mannen toch laf zijn, hè dames?”
Een kandidaat-aanbidder, die misschien nog net kan worden meegnomen in de volgende druk.
Wat vond haar moeder van het boek? “Mijn moeder is altijd trots op mij geweest, en ze vond het erg leuk al die foto’s weer terug te zien”. Over naaktfoto’s begon niemand, maar je eigen moeder-
gelaten was, dacht ik een paar maanden na mijn scheiding: wie weet wat voor moois er nog op mijn pad komt”. De onthulling van de middag was wel dat La Paay dankzij de moeder van haar
tje mag jou best bloot zien. Zo ging het verder. De stemming bleef uitmuntend en werd zelfs bovennatuurlijk positief toen Patricia vertelde van nature blij te zijn. “Ook toen ik als vrouw in de steek
moeder een kwart Grieks was. Wie had dat gedacht! Wat een vrouw! Ook dat nog! Vilan van de Loo