Uittreksel uit het visitatierapport Industriële wetenschappen: nucleaire technologie, 8 juni 2010
Het domeinspecifieke referentiekader van de academisch gerichte bachelor Industriële wetenschappen: nucleaire technologie 1.1
Inleiding
Voor iedere opleiding wordt een domeinspecifiek referentiekader ontwikkeld dat door de commissie gebruikt wordt bij de beoordeling van opleidingen. De visitatiecommissie is verantwoordelijk voor de opmaak van het 1 domeinspecifiek referentiekader. De VLHORA als evaluatieorgaan geeft de procedure aan voor de opstelling ervan. Het referentiekader is niet bedoeld om een ideale opleiding te schetsen. Respect voor de eigenheid van een opleiding en voor de diversiteit binnen eenzelfde opleiding over de instellingen heen, veronderstelt immers dat in de eerste plaats wordt nagegaan of elke opleiding erin slaagt haar eigen doelstellingen te realiseren en dit zowel inhoudelijk als procesmatig. Dit belet niet dat wordt nagegaan of elke opleiding aan een aantal minimumeisen voldoet, die aan de betreffende opleiding worden gesteld vanuit het vakgebied en/of de relevante beroepspraktijk.
1.2
Domeinspecifieke competenties
1.2.1
Gehanteerde input
Wettelijke bronnen Decreet betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen (2003-04-04) (http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=13425) Koninklijk besluit houdende het algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen (2001-07-20) (http://www.fanc.fgov.be/nl/page/koninklijk-besluit-20-07-2001-samenvatting/30.aspx) Informatie vanuit de opleiding Opleidingsprofiel Academische Bachelor Nucleaire Technologie (ABA/NT) – XIOS Hogeschool Limburg (http://www.xios.be/portal/alias__Rainbow/lang__nl-BE/tabID__3827/DesktopDefault.aspx) Brondocumenten onderschreven door het werkveld Beroeps- en opleidingsprofielen van de Sectorcommissie hogeschoolonderwijs van de Vlaamse Onderwijsraad (http://www.vlor.be/sub_Publicaties.asp?cat=Publicaties&id=13&page=13&sublink=Beroeps%2D+en+opleidings %3C%21%2D%2Dvl%2D%2D%3Eprofielen) Studie 77 – VLOR 1998: Beroepsprofiel ingenieur kernenergie. (D/1998/6356/16) Studie 103 – VLOR 1998: Opleidingsprofiel kernenergie. (D/1998/6356/43) Profiel Vlaamse Ingenieurskamer (VIK)
1
De procedure voor het opstellen van het domeinspecifiek referentiekader is beschikbaar op de website van de VLHORA www.vlhora.be onder de rubriek visitatie & accreditatie.
Internationale referentiekaders Joint Quality Initiative: Dublin descriptors for second cycle awards (http://www.jointquality.nl/) A Framework for Qualifications of the European Higher Education Area Bologna Working Group on Qualifications Frameworks (http://www.aecpa.es/espacio/documentos/Bergen2005_Qualifications_EHEA.pdf) Criteria voor Academische Bachelor en Master Curricula (TU Delft, TU Eindhoven, UTwente), A.W.M. Meijers, C.W.A.M. van Overveld, J.C. Perrenet (ISBN 90-386-2217-1) Enhancing Engineering Education in Europe: Innovative Curricula in Engineering Education (E4 Thematic Network) Günter Heitmann (Firenze University Press, 2003) Competence of Professional Engineers/EUR ING (2005), Fédération Européenne d'Associations Nationales d'Ingénieurs (FEANI) (http://www.feani.org/Documents/Feani%20Comp%E9tence%202005%20as%20of%20April%202005.pdf) Subject benchmark statement: Engineering (2006), UK Quality Assurance Agency for Higher Education (ISBN 1 84482 526 4) (http://www.qaa.ac.uk/academicinfrastructure/benchmark/statements/engineering06.pdf) Criteria for accrediting Engineering programs (ABET engineering accreditation commission) (http://www.abet.org/forms.shtml#For_Applied_Science_Programs_Only)
1.2.2
Domeinspecifiek referentiekader
Situering Situering van de opleiding De opleidingen Bachelor en Master in de Industriële Wetenschappen - Nucleaire Technologie aangeboden in de XIOS Hogeschool Limburg zijn uniek in Vlaanderen. Zij bekleden ook een vrij uitzonderlijke positie in Europa. Dit komt doordat de opleiding industrieel ingenieur in België moeilijk te vergelijken is met andere ingenieursopleidingen in Europa. Bovendien bestaat er in de meeste Europese landen geen voltijdse reguliere opleiding in de nucleaire technologie. Vakken in nucleaire wetenschappen zijn er meestal ingebed in een ruimer cursusaanbod, en bestrijken niet het complete domein (nucleaire technieken, medisch-nucleaire technieken, milieutechnologie en radiochemie) dat aangeboden wordt in XIOS. Daarom is het moeilijk om deze ingenieursopleiding rechtstreeks te vergelijken met andere Europese referentiepunten. De opleidingen die het dichtst aanleunen bij de opleiding Academische Bachelor in de Industriële Wetenschappen: nucleaire technologie (ABA/NT) zijn de andere academische bachelors aangeboden door het Departement Industriële Wetenschappen en Technologie (IWT) van XIOS. Naast nucleaire technologie zijn dat bouwkunde, electronica-ICT, elektromechanica en verpakkingstechnologie. De eerste twee bachelorjaren van deze opleidingen zijn gemeenschappelijk met de ABA/NT. Pas in het derde bachelorjaar wordt de opleiding in de nucleair gerelateerde vakken tot ontwikkeling gebracht. De driejarige opleiding ABA/NT dient als onderbouw voor de eenjarige opleiding Master in de Industriële Wetenschappen: Nucleaire Technologie (MA/NT). Het is daarom belangrijk dat de vereiste competenties voor een ABA/NT gezien worden in het perspectief van deze voor de MA/NT (zie domeinspecifiek referentiekader MA/NT). Het meest relevante vergelijkingspunt voor de opleidingen ABA/NT en MA/NT in de Hogeschool Limburg is de opleiding Ingénieur industriel en Génie physique et nucléaire aan het Institut Supérieur Industriel de Bruxelles (ISIB), onderdeel van de Haute Ecole Paul-Henri Spaak. Deze opleiding bestrijkt in één enkele optie domeinen zoals nucleaire energie, nucleaire veiligheid en radioprotectie, toepassingen van straling, medische fysica en materiaalfysica. In tegenstelling tot de opleiding in Vlaanderen bestrijkt de opleiding tot industrieel ingenieur in ISIB vijf jaar.
De opleiding ABA/NT maakt deel uit van het huidige academiseringsproces van de hogescholen in Vlaanderen, waarbij een inbedding van het onderwijs in wetenschappelijk onderzoek nagestreefd wordt. Dit impliceert de uitbouw van een onderzoeksomgeving rond de opleiding en een aangepast beleid voor de interactie van het onderwijs met nucleair onderzoek en dienstverlening. Situering van de ABA/NT-MA/NT in het werkveld De ABA/NT is een academische bacheloropleiding, die in eerste instantie moet gezien worden als een voorbereiding tot de MA/NT. Daarom hebben beide opleidingen dezelfde finaliteit en is het toekomstige werkveld voor beiden gelijk. De nucleaire energiesector is traditioneel zeer belangrijk in België en in het licht van de huidige internationale ontwikkelingen in de energievoorziening zal deze sector belangrijk blijven voor Belgische nucleaire ingenieurs. Het zou nochtans een vergissing zijn het potentiële werkveld van de ingenieur Nucleaire Technologie te beperken tot de sector kernenergie. Het blijkt dat in België een overgrote meerderheid van de werknemers, die in hun beroepssituatie geconfronteerd worden met radioactiviteit en ioniserende straling, tewerkgesteld zijn buiten de nucleaire energiesector. Naast energieproductie beslaat het nucleaire werkveld sectoren als nucleaire afvalverwerking, de geneeskunde, het wetenschappelijk onderzoek, de overheid (controleorganismen, milieu) en de commerciële wereld, die de nucleaire activiteiten in deze sectoren ondersteunen. Ook in niet-nucleaire industriële sectoren als scheikunde, elektronica, staal, bouw en milieutechnologie wordt beroep gedaan op de competentie van nucleair geschoolde ingenieurs. De werkomgeving van een nucleair ingenieur is in essentie hoogtechnologisch en multidisciplinair. Het is duidelijk dat men voor het beroep van nucleair ingenieur een uitstekende vakkennis nodig heeft. Maar dit is niet voldoende, er worden in het moderne werkveld van een ingenieur ook andere vaardigheden en attitudes verwacht zoals sociale en relationele vaardigheden, zelfstandigheid en leidinggevende capaciteiten, mondelinge en schriftelijke communicatievaardigheid over de grenzen van de discipline heen, talenkennis, flexibiliteit, werken in teamverband, projectmatig werken, bedrijfseconomisch inzicht en kritisch denken.
Referentiekader Algemene competenties Er wordt in een moderne hoog-technologische werkomgeving veel nadruk gelegd op een reeks algemene attitudes of vaardigheidsaspecten die het mogelijk maken om de meer beroepsgerichte competenties efficiënt in te zetten. Deze algemene competenties zijn niet gebonden aan een vak of afstudeerrichting. Het hele opleidingstraject moet elementen bevatten die toelaten deze vaardigheden geleidelijk te ontwikkelen. Deze basisvaardigheden worden aangeleerd in een nucleaire context opdat zij later generiek toepasbaar zouden zijn. De algemene competenties van de afgestudeerde ABA/NT kunnen onderverdeeld worden in vijf groepen: 1. De afgestudeerde Bachelor beschikt over elementaire vaardigheden om door onderzoek wetenschappelijke kennis te verwerven. Hij/zij heeft: bekwaamheid om relevante informatie op te zoeken, gebruik makend van wetenschappelijke literatuur en moderne wetenschappelijke communicatiemedia. laboratoriumvaardigheid in het omgaan met nucleaire meet- en testapparatuur. kennis van relevante onderzoeksmethoden en technieken. vaardigheid om experimenten met voldoende nauwkeurigheid uit te voeren, de experimentele gegevens te analyseren en op een aangepaste wijze te interpreteren. een bewustzijn van onzekerheden en foutenmarges bij het uitvoeren van metingen en een grondige kennis van de foutenleer.
-
de vaardigheid om, onder begeleiding, op minstens een van de deelgebieden een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van wetenschappelijke kennis. Daartoe moet hij/zij een onderzoeksvraag kunnen formuleren, een onderzoeksplan kunnen opstellen en een beperkt onderzoeksproject kunnen uitvoeren.
2. De afgestudeerde Bachelor moet beschikken over een aanzet tot probleemoplossend vermogen. Daartoe moet hij/zij: probleemoplossend kunnen denken en gestructureerd kunnen handelen van analyse tot synthese. de bekwaamheid hebben om technische informatie te verwerven en te gebruiken. een vaardigheid hebben om moderne methoden en technieken toe te passen in de oplossing van eenvoudige problemen binnen de nucleaire discipline. de bekwaamheid hebben om theoretische modellen te begrijpen en te gebruiken. vaardigheid hebben in het gebruik van computers en relevante programmatuur. onder begeleiding eenvoudige nucleaire problemen kunnen identificeren en omschrijven en er technisch verantwoorde oplossingen voor kunnen vinden. Hij/zij moet hierbij ook rekening kunnen houden met relevante milieu-, veiligheids- en bedrijfsaspecten. 3. De afgestudeerde Bachelor moet beschikken over intellectuele basisvaardigheden die zowel in een nucleaire context als generiek toepasbaar zijn. Hij/zij moet in staat zijn om: logisch en wetenschappelijk verantwoord te redeneren in het vakgebied. zelfstandig of in teamverband te werken en verantwooderlijkheid op te nemen. oog te hebben voor de internationale context van het vakgebied. met ondersteuning, kritisch te reflecteren op eigen denken en handelen, en zo nodig bij te sturen. de grenzen van kennisvergaring aan te voelen. adequate vragen te stellen en een kritisch-constructieve houding aan te nemen bij het analyseren van recente ontwikkelingen in het vakgebied en van hun sociaal-maatschappelijke en ethische aspecten. blijk te geven van inzicht in de morele en ethisch-maatschappelijke verantwoordelijkheid, verbonden aan de ontwikkelde kennis. 4. De afgestudeerde Bachelor moet blijk geven van een goede communicatievaardigheid. Deze is essentieel in een moderne multi-disciplinaire werkomgeving, gekenmerkt door een verregaande internationalisering. Daartoe moet hij/zij: mondeling en schriftelijk kunnen communiceren over de resultaten van zijn/haar leren, denken en beslissen. kunnen communiceren over de grenzen van de discipline heen. Dit betekent zijn/haar kennis, motieven en overwegingen op een heldere manier te kunnen verwoorden en overbrengen zowel naar vakgenoten als naar een niet gespecialiseerd publiek. in staat zijn om in een technisch verslag bevindingen en conclusies duidelijk neer te schrijven. in een vreemde taal kunnen lezen, schrijven en mondeling communiceren. 5. De afgestudeerde Bachelor moet, in een moderne context van levenslang leren, een methode aanleren die toelaat om op een efficiënte manier kennis te verruimen en te actualiseren. Daartoe moet hij/zij de leervaardigheden bezitten die hem/haar: toelaten om zijn/haar bestaande nucleaire en aanverwante kennis door studie verder uit te breiden. toelaten nieuwe technologieën of theorieën te leren kennen, assimileren, implementeren en toe te passen. in staat stellen een academische Masteropleiding aan te vatten.
Beroepsspecifieke competenties Naast deze algemene competenties zijn er andere meer beroepsspecifieke vereisten met betrekking tot de kennisdomeinen en vaardigheden. De eerste twee jaren van de opleiding ABA/NT, en een gedeelte van het derde jaar, zijn gemeenschappelijk voor alle afstudeerrichtingen. Zij beogen dat de afgestudeerde Bachelor wetenschappelijke basiskennis heeft in de relevante vakgebieden. Dit impliceert:
-
-
kennis van theorieën, methoden en technieken die gebruikt worden in vakgebieden als kernfysica, radiochemie en nucleaire meettechnieken, alsook van algemene ingenieurstechnieken en hun wiskundige onderbouw. een inzicht in de structuur van het nucleaire vakgebied en in de onderlinge samenhang van de disciplines en vakken. een grondige kennis van de begrippen, symbolen en termen die in deze vakken gebruikt worden. kennis van numerieke basisvaardigheden en besef van grootteordes. de elementaire principes van stralingsbescherming en –hygiëne kennen en kunnen toepassen.
Naast deze gemeenschappelijke beroepsspecifieke competenties zijn er andere die afhankelijk zijn van de afstudeerrichting, omdat zij de ingenieur voorbereiden op verschillende beroepen binnen het nucleaire werkveld. Zij moeten bijgevolg in het curriculum van de respectieve afstudeerrichting aan de orde komen. 1. Nucleaire Technieken / Medisch-Nucleaire Technieken De afgestudeerde ABA/NT - Nucleaire Technieken / Medisch-Nucleaire Technieken moet: kennis hebben van de nucleaire en radiochemische wetenschappen, waarbij een voldoende evenwicht tussen breedte en diepgang is bereikt. kennis hebben van en vaardigheid hebben in het gebruik van nucleaire meetapparatuur. kennis hebben van medisch nucleaire apparatuur. elektronische meetinstrumenten en digitale technieken kennen en kunnen gebruiken. 2. Milieutechnologie-Radiochemie De afgestudeerde ABA/NT – Milieutechnologie / Radiochemie moet: kennis hebben van een aantal basisdisciplines op het terrein van de milieutechnologie en radiochemie zoals analytische en organische chemie, biologie en microbiologie, milieuproblematiek, waarbij een voldoende evenwicht tussen breedte en diepgang is bereikt. gespecialiseerde chemische analysetechnieken voor de sector van het milieu en afvalbeheer kennen en kunnen toepassen. milieuverontreinigende stoffen kennen, alsook hun gedrag in de verschillende milieucompartimenten. milieuproblemen kritisch kunnen situeren in verband met de milieuregelgeving, -vergunningen en saneringsnormen.
1.3
besluit
Dit domeinspecifiek kader voor de ABA/NT is gebaseerd op documenten uit het werkveld en op informatie vanuit de opleiding. De commissie heeft zich ook laten leiden door internationaal aanvaarde, disciplineonafhankelijke omschrijvingen van academische opleidingsniveaus (zoals Dublin-descriptoren) en door internationale standaards voor ingenieursopleidingen (FEANI, ABET). Bovendien heeft de commissie de vereisten gehanteerd uit het Decreet van 4 april 2003 (herstructurering van het hoger onderwijs) en rekening gehouden met de filosofie van het Koninklijk Besluit van 20 juli 2001 (bescherming tegen ioniserende stralingen). Bij de interpretatie van deze input heeft de commissie steeds voor ogen gehouden dat de opleiding ABA/NT van de Hogeschool Limburg in Europa een uitzonderlijke positie bekleedt. De opleiding beoogt de toekomstige Bachelor een polyvalente nucleaire vorming te geven die toelaat de opleiding MA/NT aan te vatten. De combinatie ABA/NT-MA/NT levert een aantrekkelijk profiel dat inzetbaar is in een breed gamma van sectoren in de industrie, het wetenschappelijk onderzoek of de overheid. Bij de interpretatie van de omschreven competenties is ook rekening gehouden met enkele recente trends en accentverschuivingen binnen de nucleaire wereld. De nucleaire opleidingen werden tijdens de voorgaande twee decennia gekenmerkt door relatief lage studentenaantallen. Dit was gerelateerd aan een negatieve publieke perceptie van de kernenergie, politieke
beslissingen over haar toekomst en beperkte beroepsperspectieven in het nucleair wetenschappelijk onderzoek. Het debat rond de plaats van kernenergie in een toekomstgericht energiebeleid en meer algemeen in een globaal concept van duurzame ontwikkeling is recent opnieuw in een stroomversnelling gekomen. Men spreekt nu in bevoegde kringen openlijk van een 'renaissance van de kernenergie', indien niet in België, dan toch binnen bepaalde delen van Europa en op wereldschaal. Daarnaast is de leeftijdsstructuur van specialisten tewerkgesteld in de nucleaire sectoren zo geëvolueerd, dat tijdens het komende decennium een hoog aantal werknemers de pensioensgerechtigde leeftijd bereikt. Hierop antwoordt de nucleaire industrie met een sterk toenemende vraag naar jonge afgestudeerden in de nucleaire sector. Aan deze vraag zal onvoldoende voldaan kunnen worden door het kleine aantal afgestudeerde nucleaire ingenieurs. Grote energieproductiebedrijven (zoals Suez of AREVA) werven daarom massaal ingenieurs aan uit diverse disciplines. Deze ingenieurs krijgen in een snel tempo een nucleaire basisopleiding. Men kan bijgevolg veronderstellen dat de jonge nucleaire ingenieurs, die al een sterk doorgedreven nucleaire opleiding gehad hebben, zeer gegeerd zullen zijn. Zij zullen bovendien zeer vlug in hun carrière belast worden met verantwoordelijkheden, die vroeger enkel weggelegd waren voor ervaren ingenieurs. Dit impliceert vanaf het begin een hoge graad van zelfstandigheid en leidinggevende capaciteiten. Bedrijfseconomisch inzicht en project management krijgen in deze context een steeds groter belang. Gezien het internationale karakter van de nucleaire discipline wordt mobiliteit en actieve kennis van de Engelse en/of Franse taal een belangrijke vereiste binnen het professionele kader. Contacten met studenten buiten Vlaanderen zijn voor een student ABA/NT een waardevol ingrediënt in zijn opleiding. De nucleaire wereld staat met zekerheid voor een reeks toekomstige uitdagingen, die op dit ogenblik moeilijk te voorzien zijn en zeker nog niet in een opleiding kunnen geïncorporeerd worden. Daarom is in een snel evoluerende wereld 'levenslang leren' een must. De opleiding 'op het terrein' en overdracht van beschikbare nucleaire know-how in de werkomgeving zal, om redenen die hierboven geschetst werden, in de nabije toekomst zeker niet optimaal en aan een aangepast tempo verlopen. Een opleiding moet daarom aan de student een methode aanleren voor een zelfstandige efficiënte kennisvergaring. De student moet beschikken over het vermogen om zelf actief op zoek te gaan naar kansen om te leren en om zichzelf steeds verder te ontwikkelen. De eisen die aan de toekomstige nucleair ingenieur gesteld zullen worden zijn ongekend hoog en een opleiding moet hierop zoveel mogelijk inspelen. Voor het succesvol vervullen van zijn functie moet een afgestudeerd ingenieur nu, meer dan vroeger, beschikken over een volledige mix van technische, intellectuele en relationele competenties. Het is niet meer voldoende om de noodzakelijke vakinhoudelijke kennis te hebben. Een jong nucleair ingenieur moet, meer dan in het verleden, in staat zijn deze kennis zeer snel en op een functionele wijze in te zetten.