Technologie en technieken in de nucleaire geneeskunde Prof. Dr. K. Goffin Dienst nucleaire geneeskunde – UZ Leuven Contact:
[email protected]
Examen • Schriftelijke voorbereiding • Mondeling examen • Anatomie en fysiologie: geen expliciete leerstof, wel als achtergrond te kennen
• 3 lessen van 1,5 uur, donderdag 9u.-10u.30
Lesoverzicht Nucleaire Geneeskunde 1. Tracerprinipe 2. Klinische toepassingen o
o o o
o o o
o o o
Skeletscintigrafie Hersenbeeldvorming (neurologie/psychiatrie) Endocrinologie Hart Longen Nieren en urinewegen Spijsverteringsstelsel
Infectie en inflammatie Kanker Radionuclidetherapie
Les 1
Les 2
Les 3
Basisprincipes, radiofarmaca, meetapparatuur
Beeldvorming en chronologische cascade van pathologie Cellulaire stoornis
Veranderde fysiologie
Diagnostische benadering
Nucleaire geneeskunde - functionele beeldvorming - hoge sensitiviteit / vroege Dx - orgaan (dys)functie
Structureel letsel
Radiologie
niet-redundante, unieke informatie
- hoge resolutie - structurele beeldvorming
Diagnostiek: tracerprincipe • Zeer kleine hoeveelheid tracer Geen effect op normale fysiologische werking van organisme • FUNCTIE van organen • Voorzien van radioactief label o Voor SPECT: o
• 99mTc: g-straling, 140 keV, T1/2 6u. • Ook 123I, 131I, 111In o
Voor PET: positron emittors • 18F (T1/2 2u.) • Ook 11C, 13N, 15O
• Gekozen molecule ~ te meten functie
Tracerprincipe vb. 99mTc-MDP botscintigrafie patiëntenstudie : typisch 370 MBq = 2 ng 99mTc specifieke activiteit = 185 MBq/ng = 1,85.1017 Bq/g vb. 99mTc-MAA longperfusie scintigrafie macroaggregaten getrapped in capillairen < 0,1 % van bloedvaten geblokkeerd verwijdering door macrofagen nadien
Molybdeen-technetium generator
Cyclotron : algemeen Vacuum tank
Dee (versnelling) Target (nucleaire reactie)
Ionenbron H2H++H-
Stripper (bundelextractie) Elektromagneet (circulair pad)
Bundeltraject
Cyclotron: extractie
target
Target venster
H+
ee-
FB
FB
H-
stripper
Vacuum venster
Cyclotron bestralingsfaciliteit
FDG synthese module
Radionuclidentherapie
Radionuclidentherapie
• Gebruik van b- stralers (electronen) o
o
Zeer lokale beschadiging van tumoraal weefsel Voorbeelden: 90Y, 131I
Radionuclide
111Indium 90Yttrium 177Lutetium
+
Chelator
DTPA DOTA NOTA
+
Somatostatine analoog
Octreotide Tyr3-octreotide Lanreotide Tyr3-octreotate
Meetapparatuur Gamma-camera
PET
Hybride beeldvorming: SPECT/CT en PET/CT
PET / SPECT - CT: ‘find Wally’
‘Find Wally’ – dit is CT
‘Find Wally’ – dit is PET/SPECT
‘Find Wally’ – PET/SPECT + CT
Skeletscintigrafie
Botcyclus Bot is altijd in een actieve remodelleringsstatus (opbouw en afbraak) -
Resorptie : gestimuleerde osteoclasten eroderen bot, maken caviteit
-
Reversie : botoppervlak wordt voorbereid voor osteoblasten om botformatie te starten
-
Nieuwvorming: osteoblasten vervangen geresorbeerd bot en vullen de caviteit met nieuw bot
-
Rust : botoppervlak rust tot een nieuwe remodelleringscyclus begint
De remodelatie cyclus
1.
Microfractuur in trabekel: signaal => osteoclasten
2-3. Osteoclasten resorberen het beschadigd bot 4.
“Coupling” signaal voor de osteoblasten
5.
Osteoblasten vullen de resorptieholte op met nieuw bot
6.
Hersteld bot (identieke botmassa)
Histopathologisch correlaat • Osteoblasten • Organische matrix: osteoid • Mineralisatie door amorf calcium fosfaat en kristallijn hydroxyapatiet • Bindt • bisfosfonaten (99mTc) • fluoride (18F) • Door : • chemische adsorptie • incorporatie in matrix
Targets voor botbeeldvorming A. Structureel • Bot : CT, RX • Interne inhoud : MRI
B. Functioneel • Osteoblastische activiteit : osteotrope agentia • Neoplastische cellen : oncotrope agentia
Fosfaten en bisfosfonaten
Evolutie van skeletscintigrafie Rectalinear scanner
Planaire spotopname
Slide courtesy of Dr. Gnanasegaran, Guy’s & St Thomas, London
Whole-body
SPECT
SPECT-CT
Botscintigrafie • Traceropname afhankelijk van o
Skeletale bloedvoorziening
o
Osteoblastische activiteit
• Beeldvorming : o
IV injectie van 99mTc-MDP (of Na18F)
o
Evt. dynamische opnames • Perfusiefaze (0- 30 sec) • Bloodpoolfaze (tss. 1-3 min p.i.)
o
3u post-injectie (MDP) en 30-60 min p.i. (18F): total bodyscan • 30 - 40 % opgenomen in skelet • 35 % geëxcreteerd via urinaire weg
o
Evt. aanvullende detail- en/of SPECT/CT (of PET/CT) opnames
Botscintigrafie: Vroege Faze
Faze 1 Arterieel
Faze 2 Bloodpool
Botscintigrafie: Late faze
890816v152 normal
Evolutie met de leeftijd 2 weken oud
Zukotynski K et al. AJR 2010;195:1212-1219
12 jaar oud
Pathofysiologie * Verhoogde traceropname - Reactief nieuw bot (osteïtis, meta’s, fractuur) - Maligne nieuwvorming (primaire tumoren) - Verhoogde doorbloeding (osteoid osteoma)
* Verminderde traceropname - Avasculaire necrose (AVN) - Infarcten - Osteolytische metastasen - Bestraling
• Voordelen scintigrafie – Zeer hoge sensitiviteit (95-100 %) – Snelle metabole (‘moleculaire’) veranderingen v.b. fractuur reeds na 24 u ++ vs. sclerotische reactie (RX) na weken
• Nadelen – Lage specificiteit – DD tumoraal – inflammatoir – degeneratief – Patroonherkenning – probabiliteiten – ! Klinisch verhaal / context zeer belangrijk om aantal DD – Verhoging van specificiteit door SPECT-CT combinatie
Scintigrafie o o o o o
emissie steeds tracer (geen allergie) stralingsbelasting botformatie zeer sensitief
RX o o
o o o
functioneel
stralingsbelasting osteolyse/sclerose specifiek > 50% botverlies vereist
niet-specifieke botformatie
o
transmissie soms contrast (allergie)
o
morfologisch
SPECT-CT is een FUSIE van beelden … van andere modaliteiten : isotopenscan en CT scan
CT-scan Isotopenscan
Botscintigrafie : indicaties • Trauma o o
Overbelastingsletsels Fracturen
• Lage rugpijn • Vasculaire pathologie o o
Avasculaire necrose Algoneurodystrofie
• Infectie o o
Osteomyelitis Septische artritis
• Benigne bottumoren • Fibreuze dysplasie • Niet-beenvormend fibroma • Osteoïd osteoma
• Maligne bottumoren • Primair : • Osteosarcoma • Ewing Sarcoma • Secundair : • skeletmetastasen
2.4.1.1 Trauma • Overbelastingsletsels • • •
Stressfracturen Shin splint Enthesopathie
• Occulte fracturen • Non-union / delayed union
Klinisch verhaal: • Pt. is een 27 j. actieve soldaat met persisterende pijn linker onderste lidmaat gedurende maand. • Mechanisch pijntype : verslechtert bij belasting; niet reagerend op perorale analgetica • RX onderste ledematen = normaal
Dx :
Stressfractuur tibia (mars#)
Pijnlijke tibia: Stressfractuur vs. shin splints (lopen, voetbal, basket, tennis…)
Typische stressfracturen • • • • •
VOETBAL: spondylolyse (rug), voet LOPEN: tibia, fibula, femurhals, voet TURNEN: spondylolyse lumbale wervelkolom BASKET: metatarsalen, sesamoiden
TENNIS: ulna, metatarsalen
Klinisch verhaal : • 21 j. man met bilaterale pijnklachten
Bonescan : periostitis tibiae anterior-posterior onderste ledematen tibiaal (right side) • Niet responsief op conservatieve therapie
Dx : Shin Splints (“stress geïnduceerde periostale reactie”) WHOLE BODY SCAN
LATERAL SPOT IMAGES
Stress osteitis pubis (voetbal)
Enthesopathieën en Avulsies 1.
Sartorius
2.
Rectus femoris
3.
Pectineus
4.
Inguinaal ligament
5.
Adductor longus
6.
Adductor brevis
7.
Gracilis
8.
Adductor magnus
Verhoogde sensitiviteit SPECT
Verhoogde specificiteit en lokalisatie SPECT/CT
Occulte fracturen 3 maand post VKO, Persisterende pijn Re heup, RX negatief
Fracturen : Caput fibulae R Pubistak R en L SIG Rib 8 posterior
Man 83 jaar, val met pijn rechter heup (reeds gekende fractuur rechter pols) Flow phase and Blood Pool
Whole body
SPECT-CT:
Bevestiging van bevindingen wholebody: beeld van recente femurhals fractuur
Wervelindeukingsfracturen ?
Diagnose: Lytische metastase met scleroserand
Diagnose: Degeneratief werveldekplaatlijden
“Toddler fracture” childhood accidental spiral tibial (CAST) fractures
Evolutieve arthrose van de heup (2.4.1.2)
Arthritis
Psoriasis
Reumatoide Arthritis
Onverklaarde rugpijn (2.4.1.3) • SPECT(/CT) waardevol ikv. : • Bevestigen van de skeletale oorsprong van de pijn • Vaststellen van ziekte-activiteit • Localiseren van de afwijkingen • Hulp bij etiologische verklaring : • Spondylolysis • Actieve facetartrose • Indeukingsfractuur • Sacro-iliitis • Infectie (discitis, acute osteomyelitis, TB) • Tumoren (benigne & maligne)
Lage rugpijn - SPECT
transversaal coronaal sagittaal
Planair beeld
Dx : Actieve spondylolysis L5
Dx : Actieve facetartrose
Dx : Sacro-iliitis
Lage rugpijn: insufficiëntie fractuur
Vasculaire pathologie (2.4.1.4) • Avasculaire necrose • Na ischemisch event in bot en beenmerg • Secundair • Trauma • Sikkelcel anemie • Steroidinname
• Idiopathisch : Legg-Calvé-Perthes (LCP) • typisch 5-8 j, jongens, Caucasisch • vnl. unilateraal
LCP : pinhole opnames L
R
Begin Stadium I
4 maand later Stadium IIa
910622M022
LCP gunstige evolutie
L
R LCP stadium I
LCP stadium IIa na 6 maanden
LCP stadium IIIa na 12 maanden 910622M022
Reflex sympathetic dystrophy (left hand) Algoneurodystrofie
THREE PHASE BONESCAN
PALMAR SPOT VIEW
Osteomyelitis distale tibia (2.4.1.5) Laattijdige faze
Faze 1
Faze 2 bloodpool
Skeletale infectie en inflammatie en botscintigrafie • Osteomyelitis o o o
24 à 48 uur post-symptomatologie Focale hot spot (vroege en late faze) Sensitiviteit: 94 %, evt aan te vullen met WBC scintigrafie (zie later)
• Artritis o o
Diffuse verhoogde vascularisatie Matig peri-articulaire verhoogde botfaze
Ziekte van Paget (2.4.1.6) Osteitis deformans
• 90% > 55j, zelden voor 40j • 15% monostotic • 90% asymptomatic Radiografisch : sclerotische corticale verdikking
Scintigraphisch patroon : - Zeer hoge intensiteit - Vermindert wanneer ziekte spontaan uitdooft of bij respons op bisfosfonaattherapie
Kennis van pathologie, fysiologie, technologie • Patroonherkenning 1. Paget ? 2. Metastatisch ?
PSA > 700
Bottumoren • Primaire bottumoren • Poliostotisch vs monostotisch • Aanwezigheid van metastasen • Differentiatie benigne/maligne • Metastasen : • Vnl prostaat, borst, long • Zeer gevoelig • Whole-body imaging • Follow-up • Osteoblastiche vs osteolytische metastasen
Botreactie op metastatische invasie Mediatoren (NEJM, 359; 26 dec 2008) Osteolytisch
Sclerotisch
>> Osteoclastenactivatie
>> Osteoblastenactivatie
Bot fragiel door destructie
Bot fragiel door dense en stijve sclerose
Mechanisme reactie botmetastasen
Mechanisme : uptake in een nieuwe osseuse laag (A) dicht bij de metastatische tumor (B)
Maligniteit (2.4.2): botmetastasen • Borstcarcinoom o
Bot = meest voorkomende plaats van metastase
o
T1N0 (5%) T3-4N++ (>35%)
o
Vaak binnen de 2 jaar, maar soms na >20 jaar
o
Pijn: 25% van de metas zijn asymptomatisch en 60% van patiënten met pijn hebben metas => geen goede indicator (wel indicatie)
o
Andere: algemene toestand, hypercalcemie, Ca 15.3
• Prostaatcarcinoom o
Bot = quasi enige plaats van metastasering
o
PSA < 20 (13%) PSA >20 (22%) PSA>100 (58%)
o
Pijn: slechte indicator (wel indicatie)
o
Andere: alkalische fosfatasen, algemene toestand (anemie)
6 maand later…
Skeletscintigrafie met 99mTc-MDP (pathologisch, gemetastaseerd osteosarcoom)
09/08/2001 840418M177
ProstaatCA : 99mTc-MDP vs Na18F Bot
Benigne bottumoren
Femoraal enchondroom
Osteoïd osteoma
Diafysair Intramedullair Lobulair Matige intensiteit
Hoge doorbloeding en intensiteit RX correlaat : sclerose met centrale opklaring (nidus)
Maligne bottumoren Ewing sarcoom
osteosarcoom
Schildkliercarcinoom 99mTc-MDP
131I
Samenvatting botscintigrafie • Voordelen o
o
Hoge diagnostische sensitiviteit Whole-body screening oriënterend alvorens specifieke beeldvorming aspecifiek klachtenpatroon (manken,…)
o
o
Functioneel: restletsel versus actieve problematiek Toegankelijk, goedkoop
• Nadeel o
Soms lage specificiteit > “aanvullend gericht onderzoek” (MRI/RX/PET/leucocytenscintigrafie…) • vooral bij voorgaand trauma of heelkunde (tot 12 maanden blijvend positief) • >> gebruik SPECT-CT
o
straling (lage dosis - cfr CT scan)
Stralingsbelasting SPECT-CT • Botscan 740 MBq 99mTc MDP ~ Effectieve Dosis = 4 mSv • Lage dosis CT: o
effectieve dosis per 10 cm CT scan is 0.33 mSv
o
lagere intensiteit (50 mAs and 130 kV) dan andere diagnostische CT procedures
• Grote variatie per deel lichaam • Enkele mSv voor het lichaam • Minder dan 0.1 mSv voor extremiteiten • Dus geen significante bijdrage in stralingsbelasting voor de patiënt bij SPECT-CT van de extremiteiten
Hersenen
Anatomische vs. functionele beeldvorming van de hersenen Doorbloeding Metabolisme Neurotransmissie Eiwitsynthese Enzymactiviteit
…
Anatomie
+ pathological cells/inclusions
Nucleaire hersenbeeldvorming : klinische indicaties • Epilepsie • Bepaling epileptogene focus
• Neurodegeneratie • Dementie • Parkinsonisme • Vroegdiagnostiek • DD
• Tumoren • Tumorrecidief • Metabole activiteit • Prognose
• Cerebrovasculaire aandoeningen • Hersendood
Perfusie en metabolisme
Raichle et al, Nature 2001
Perfusie en metabolisme • Onder normale omstandigheden gekoppeld o
Ontkoppeling bij • ischemie • epilepsie • …
• Perfusie : SPECT met o
99mTc-ECD
of 99mTc-HMPAO : lipofiel, omzetting naar polair na BBB passage
o
opname en fixatie in de hersenen eerste 60 sec. na injectie
o
voordeel : momentopname
• Metabolisme : PET met 18F-FDG o
langzame opname (15 min), beeldvorming 20-40 min na injectie
o
voordeel : hogere ruimtelijke resolutie PET, gevoeliger voor sommige ziekteprocessen (eerder afwijkingen)
Perfusie 99mTc-ECD : normaal
Prevalentie van hersenaandoeningen in België Total prevalence = 25 %
Schoenen et al, Acta Neurol Belg 2006
Beroerte : effect van trombolyse CBF voor thrombolytische therapie
Pat. 1
Pat. 2
CBF controle 24h poststroke
MRI controle na 2 weken
Horizontale secties van glucosemetabolisme hersenen
[18F]FDG PET bij normale veroudering
Silverman et al, J Nucl Med 2004;45:594-607
Corticale projecties van het glucosemetabolisme Links
Rechts
Craniaal
Caudaal
Bewaardbeward metabolisme = Normaal Gglobaal Anterior
Posterior
Li Med Hemisfeer
Re Med Hemisfeer
Dementie
Leeftijd = voornaamste risicofactor 36 miljoen patiënten wereldwijd Verwachte verdubbeling tegen 2040 AD 5de frekwente doodsoorzaak patïenten > 65j Enorme kost (opname in verzorgingsinstelling)
Relatieve prevalentie van vormen van dementie Structureel
Subcorticale Degeneratie
Frontaalkwab dementie
2% 3%
Functioneel Depressie
5%
7%
Medicatie, hormonen etc.
10% Gemengd (AD+VD)
13% 60% Ziekte van Alzheimer (AD)
Vasculaire dementie (VD, multi-infarct)
Dementie • Verlies aan geheugen, oriëntatie, cognitieve en gedragsproblemen
• Belang van een vroeg- en differentiaaldiagnostiek : o
Prognose en therapie is verschillend
o
Vroegdiagnostiek : • behandeling enkel effectief bij vroegtijdige diagnose • anti-stollingsmiddelen bij vasculaire dementie • (nieuwe medicatieontwikkeling) • (psychologische aspecten)
Dementie : het natuurlijk verloop
Alzheimer Dementie - verloop amyloid, tau
neuronale dysfunctie, neuronale dood
AD
MCI 3 years before conversion to AD
MCI 1 year before conversion to AD
AD At time of conversion t
Biomerkers in de preklinische diagnose van AD + FDG L
R
L
R
L
t
PREKLINISCH
Jack et al, Lancet Neurol 2010
Ziekte van Alzheimer – perfusie 99mTc-ECD
Ziekte van Alzheimer – FDG (V, 77j, “geheugenverzwakking”)
87272399
Ziekte van Alzheimer – FDG - vergelijking met normale controles en oppervlaktevoorstelling
-2
Z=-6
Dementie : resultaten perfusie en metabolisme o
vroegdiagnostiek : • gevoeligheid 85 - 90 % • specificiteit 90 % (ziekte van Alzheimer)
o
PET metabolisme gevoeliger dan perfusieSPECT • vroegtijdiger afwijkend • vooraleer structurele veranderingen (atrofie)
o
Momenteel : • specifieke markers functionele en cognitieve beperking ? (vb acetylcholine, nicotine receptoren, … ) • >> amyloid plaques in vivo, tau pathologie
Subtypes van dementie (FDG PET oppervlakteprojecties)
Beeldvorming van proteïne deposities
Amyloid PET liganden - [11C]PIB en afgeleiden Pittsburgh compound B (PiB)
Thioflavin-T Me
Me
S N
N
+
Me
HO
Me Cl
[18F] Flutemetamol F
S N
HO
H N Me
[18F] AZD-4694
[18F] MK-3328
[18F] Florbetaben (AV-1)
[18F] Florbetapir (AV-45)
S N
H N Me
Histopathologische validatie
( + EMEA 19/10/12) Clark et al, JAMA 2011
Amyloid PET vs. FDG PET in AD
Differentiaal diagnose dementie
Amyloid-Plaques in MCI – 11C-PIB AD ?
Sensitivity: 85-93 %, Specificity: 81-100 %
Stabiel ? Controles
MCI
AD Mormino et al. Brain 2009, Morris et al, Arch Neurol 2009; Forsberg et al, Neurobiol Aging 2009
Prognose van amyloid scan in MCI
Ntot = 220
NMCI = 72
Epilepsie • Chronische neurologische aandoening • Recurrente spontane aanvallen • 1-3% prevalentie • •
60-70% focale of partiële aanvallen 30-40% veralgemeende aanvallen
• Na jaren, 30% niet aanvalsvrij meer met (combinatie)medicatie •
Epilepsiechirgie indien oorsprong aanvalsfocus gekend is • 60-90% of patiënten met temporaalkwabepelepsie aanvalsvrij • Tot 70% aanvalsvrij patiënten met focale corticale malformaties
Epilepsie : behandeling
Treatments received by patients with epilepsy in UK Duncan J, Nat Rev Neurol 2010
UZ Leuven epilepsie chirurgieprogramma
I: seizure free II: almost seizure free III: important improvement IV: no improvement
Symptomatische aanvalsclassificatie
Partiële aanval = focale oorsprong
Video - EEG monitoring
Timing van een typische TLE aanval Interictaal
Ictaal
Vroeg postictaal
Laat postictaal
Ictale en interictale SPECT • Perfusietracers o
99mTc-ECD (ethyl cysteinate dimer)
o
99mTc-HMPAO (hexa-methylpropyleneamine oxime)
• Tracer snel gefixeerd in hersenen o
Eerste passage = 60-70% extractie
o
Lipofiel : doorheen BBB
o
Omzetting naar polair metaboliet met nauwelijks uitwas of redistributie gedurende eerste uren na injectie : “bevroren beeld”
o
Opname reflecteert regionale perfusie gedurende aanval
• Dus : ictale beeldvorming mogelijk gedurende uren na aanval, zonder bewegingsartefacten die met aanval gepaard gaan
Ictale en interictale perfusieSPECT subtractie ICTAAL
INTERICTAAL
-
SUBTRACTIE
=
R MRI
L SISCOM
SISCOM : Subtracted Ictal SPECT coregistered to MRI
Accuraatheid localisatie : 90-95 %
Multi-modale beeldvorming bij uitwerking prechirurgisch Voorbeeld : focaal corticaal dysplastisch letsel links frontaal
DTI fiber tractography SPECT early SISCOM fMRI vertic eye field SPECT early SISCOM
fMRI horiz eye field
T2/T1/ PD structural lesion size
T2 lesion size Van Paesschen, Van Laere, Goffin et al., Curr Opin Neurol 2007
Neurotransmissie • Veelheid receptoren (honderden) o
noradrenaline
o
acetylcholine
o
dopamine
o
Serotonine
o
glutamaat
o
….
• Pre-synaptisch vs. postsynaptisch • Voordelen : o
zeer specifieke en uiterst gevoelige studies mogelijk
• Nadelen : o
In meeste gevallen geen routine merking
o
veelal gespecialiseerd in sommige centra
24/10/2012
Prof. dr. K. Van Laere
123
Ziekte van Parkinson = dopamine tekort in de substantia nigra door afsterven nigrostriatale neuronen
Lewy bodies (a-synucleine)
Ziekte van Parkinson • Meest voorkomende bewegingsstoornis o
Ss : beven - rigiditeit – traagheid – gang- en standstoornissen
o
Normaal verloop : langdurig - handicapperend - goed reagerende (initieel) op medicatie (dopamine leverancier : levodopa en dopaminemimetica)
• Vroegdiagnostiek bij klinische twijfel o
Traditionele diagnose > 2-3 cardinale symptoment
o
Maar…30% patienten hebben atypisch parkinsonisme
• Differentiaal diagnostiek (juiste behandeling, prognose) o
‘parkinson plus syndromen’ : veel sneller - niet medicamenteus reagerend anti-Parkinsonmedicatie
o
essentiele (benigne) tremor
Nigro-striatal neuron
Glial cell
Tyrosine
MAO-A
metabolites ²
Tyrosine-hydroxylase
L-Dopa
MAO-B COMT
Dopa-decarboxylase
Dopamine
COMT
D2
D1 COMT
Post-synaptic neuron
D2
[11C]-deprenyl [11C]-befloxatone Glial cell
Nigro-striatal neuron
Tyrosine
MAO-A
metabolites ²
Tyrosine-hydroxylase [11C]-DTBZ
L-Dopa
MAO-B
[18F]-F-DOPADopa-decarboxylase
COMT
Dopamine
[11C]-SCH 23390 [123I]-FP-CIT (DaTSCAN®) COMT [11C]-PE2I, [123I]-PE2I [123I]-beta-CIT D2 [76Br]-FE-CBT [11C]-CFT, [11C]-RTI32 [123I]-Altropane Post-synaptic neuron
D1 COMT
D2
[11C]-raclopride [123I]-IBZM [123I]-epidepride
Cocaine
Normaal onderzoek
123I-FPCIT
% Residuele DA neuronen in de SN
Verloop van ziekte van Parkinson 100 % 90 % 80 % 70 % 60 %
50 % 40 % 30 % 20 % 10 %
Threshold voor symptomen
Pre sympto matisch
Symptomatisch (H&Y)
st I
0%
Tijd
st II st III st IV st V
DAT en D2 in ziekte van Parkinson Dopamine transporter
Parkinson Stadium I
Normaal
Dopamine D2 receptor
Hersentumoren • Beeldvorming met FDG niet ideaal • Aminozuuranalogen o 11C-methionine o 18F-fluoro-ehtyl-tyrosine
(FET)
• Indicaties o o o o
Primaire diagnose: tumor? Gradering Localisatie van biopsie Tumoraal recidief na initiële behandeling
Man, 47 jaar VG: astrocytoom links precentraal waarvoor resectie en bestraling Nu epilepsie en vermoeden van recidief
Niet invasieve gradering