DE FAVORIETE PLEK VAN: ANDRIES VAN DER VEEN
Het Diaconieveen bij Nijeberkoop COLOFON Uitgave Landschapsbeheer Friesland Commissieweg 15 9244 GB Beetsterzwaag tel: 0512-383800 fax: 0512-381457 e-mail:
[email protected] site: www.landschapsbeheerfriesland.nl Hoofdredactie Kees Terwisscha van Scheltinga Redactie Medewerkers Landschapsbeheer Friesland Jan J. de Boer (column) Meindert van Dijk (fotocolumn) Tekstbijdragen Schrijfburo Terwisscha & Wagenaar, Leeuwarden
Een argeloze wandelaar zal het beschutte veld vol pijpenstro en heide doorlopen zonder ze te zien: de adders en ringslangen die tussen de pollen doorglijden. Maar Andries van der Veen heeft een scherp oog voor de lange, dunne reptielen. Moeiteloos weet hij de plekjes te vinden waar de slangen graag in het zonnetje liggen. Uren kan hij naar deze intrigerende beesten kijken, met of zonder filmcamera. De gepensioneerde boer zoekt zijn favoriete plekje in het Diaconieveen dan ook wekelijks op. Andries van der Veen (69) is geboren en getogen in de Stellingwerven. Zijn ouderlijk huis staat nabij het Diaconieveen en op nog een paar steenworpen afstand ligt zijn voormalige boerenbedrijf. De varkens, melkkoeien en schapen zijn tien jaar geleden verkocht. Na een zwaar ongeluk vond Andries het boeren mooi geweest. Nu woont hij met zijn vrouw in Wolvega, al is hij nog dagelijks op de boerderij in Nijeberkoop te vinden, waar zijn dochter met haar gezin woont. ”Ik kan het toch niet laten. We hebben hier twaalf paarden en nog vier hectare grond. Dan is er altijd wel wat te doen.”
Maar dag en nacht krom liggen hoeft niet meer. Andries vult nu een groot deel van zijn tijd met vrijwilligerswerk voor Landschapsbeheer Friesland en andere natuurorganisaties, waaronder de Werkgroep Amfibieën en Reptielen Friesland (WARF). Dat maakt het regelmatige bezoek aan zijn favoriete plekje zowel nuttig als aangenaam. Het amper een halve hectare grote ’slangenveldje’ ligt nabij de veenplassen in het natuurgebied, dat van oudsher een pingoruïne is. ”Dit is het mooiste stekkie van het Diaconieveen. Het is een plek waar ik tot mezelf kom en volop geniet.” Het door bomen omzoomde veld staat vol met pollen pijpenstro, vermengd met kraaiheide, dopheide en zelfs wat lavendelhei. De berken die her en der verspreid staan, worden elk voorjaar door Andries uitgedund en gesnoeid. ”Maar wat deze plek voor mij echt aantrekkelijk maakt, zijn de adders en ringslangen. Fascinerende dieren. Ze eten de muizen en kikkers die hier volop aanwezig zijn en soms moeten die prachtige hagedisjes het ontgelden. Ik houd voor de WARF bij hoeveel reptielen hier zitten. Elke slang is weer anders. Soms zit ik uren op een stoel om ze te filmen. Als ik me installeer, schieten ze eerst weg. Maar de zon lonkt en ik ben geduldig…” Meer informatie over vrijwilligerswerk, bel Jan Piet de Boer, tel. 0512-383800.
12
Groen licht
Eindredactie Regina ter Steege Linda de Klein Els van Loon Foto’s en afbeeldingen Landschapsbeheer Friesland (archief), Landschapsbeheer Nederland, Alfons van Stiphout (Amsterdam) Kijk mijn Erf!, Meindert van Dijk (Sexbierum), Ontwerp en opmaak Siska Ruiter-Bos BNO, Ruitervorm, Joure Drukwerk Drukkerij van der Eems, Heerenveen Oplage 1500 exemplaren GROEN LICHT is het nieuwsbulletin van Landschapsbeheer Friesland en verschijnt twee keer per jaar. Landschapsbeheer Friesland maakt deel uit van een samenwerkingsverband van twaalf provinciale organisaties: Landschapsbeheer Nederland. Gezamenlijk staan we voor het stimuleren van de actieve zorg voor het Nederlandse landschap. Het werk van de partners in Landschapsbeheer Nederland wordt mede mogelijk gemaakt door bijdragen van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de provincies en de Nationale Postcode Loterij.
Landschapsbeheer Friesland
Het volgende nummer verschijnt in najaar 2005.
Landschapsbeheer Friesland
Zorg voor ons landschap
GROENLLICHT Site www.kijkmijnerf.nl vanaf 20 mei in de lucht
Trotse bezitters prijzen streekeigen erf aan in Fryslân Overal in Nederland proberen provincies, gemeenten en organisaties het platteland landschappelijk te verfraaien en aantrekkelijk te houden. Landschap is ‘hot’. Als geen ander weet Landschapsbeheer Friesland dat erfbeplanting van boerenerven en buitenverblijven een belangrijke schakel is in de ambitie om de landschapsbeleving te vergroten. Juist mensen die een erf bezitten met streekeigen beplanting, weten dat ze iets bijzonders hebben en laten dat ook graag zien. Landschapsbeheer Friesland wil dat enthousiasme gebruiken om aandacht te vragen voor meer streekeigen beplanting op het erf in Fryslân. Op zaterdag 11 juni start daarom de campagne Kijk mijn erf met een Open Erf-dag. De aftrap van de campagne vindt ’s ochtends plaats op het erf van Commissaris der Koningin Ed Nijpels bij Langweer. ’s Middags zijn de voorbeelderven te bezichtigen. Elke geïnteresseerde erfbezitter kan straks ervaren hoe mooi een erf met streekeigen beplanting eruit ziet. Dat kan door een bezoek te brengen aan één van de voorbeelderven in Fryslân en deel te nemen aan verschillende workshops, rondleidingen en lezingen. Neem bijvoorbeeld de boerderij uit 1904 van de familie Venema in het Friese Terwispel. Het compacte erf is omzoomd door bomen en struiken. De vruchtbomen staan deels in boomwallen en er is een moestuin. Op het erf staan meidoorn, vlier, hazelaar, sleedoorn, kastanjebomen en lindes. De eeuwenoude essen zijn van verre zichtbaar. De familie verbouwt haar eigen groente en fruit en geniet volop van al het groen op het erf. vervolg op pag 2 >
campagnebeeld Kijk mijn erf
INHOUD 1
Campagne Kijk mijn Erf! Trotse bezitters prijzen streekeigen erf aan
3
Landschap op bestuurlijke agenda
4
Landschapsbeheer betaalbaar door inzet van bio-energie
5
Fotocolumn
6
Een dag mee op pad: Stinzen en stinzenflora
8
Integratie in buitenlucht groot succes
9
Column Jan J. de Boer
10
Peter de Boer over het belang van insecten
11
Open Stal: Kunst over bomen, bomen over kunst
12
De favoriete plek van: Andries van der Veen
2
nieuwsbulletin Landschapsbeheer Friesland mei 2005
Groen licht
1
Erfambassadeurs Eigenaar en tevens erfambassadeur Johannes Venema: ”Ik zou wel willen dat meer mensen ervaren hoe mooi het kan zijn op je eigen erf. De natuur is zo dichtbij! Kijk eens hoe simpel je geniet van alleen al de vlinders die op een vlinderstruik afkomen.” Zijn vrouw Hennie Panders vult aan: ”Wij laten zien dat het anders kan. We maken zuurkool in, eten de heerlijkste stoofpeertjes en winnen honing van onze bijen. Ik maak zelf pompoensoep en preitaart en van de vlierbessen maak ik jam. Allemaal puur natuur.” De boerderij van Paul en Tet van der Geest uit Westergeest is ook één de voorbeelderven en ligt geheel verscholen in het groen. Het erf en weiland worden omzoomd door elzensingels. Rondom de boerderij slingeren grind- en zandpaadjes over het erf, tussen de appel- en perenbomen door. De kersenboom, die dreigend scheef hangt, is de blikvanger van het erf. Maar de trots van de familie is de hoge lindeboom, even opzij van het huis. De fraaie tuin herbergt vingerhoedskruid,
H
lupine, rozen en veel herfstasters. De meidoornhaag wordt in toom gehouden door elk jaar flink te snoeien. Paul van der Geest: ”Ik heb diepe bewondering voor de functionaliteit van de oude boerenerven. Een boerderij uit 1860 met bijpassende tuin is een cultureel erfgoed. Daar mogen meer mensen van genieten.” De fraaie stelpboerderij uit 1911 van Jan Idsardi en Wilma Frankena uit Holwerd is al generaties in de familie. Het typisch Friese erf en de tuin zijn deels nog ingericht volgens de originele tekeningen. Deels omgeven door water en omzoomd door een boomwal met els, iep en linde. In de oude boomgaard staan nog twee hoogstam stoofperen en aan de oostkant van de boerderij staat rabarber. Langs de boerderij loopt een gracht, die in de voortuin uitmondt in een komvormige vijver. Het oude bleekveld is in 1997 aangepast aan de rest van de tuin. In 2003 is de boerderij van de Idsardi’s verkozen tot de mooiste van Friesland. Jan Idsardi: ”Het landschap verandert doordat de landbouw steeds grootschaliger wordt. Als akkerbouwer ga je gewoon met je tijd
PILOT ’GROENE DIENSTEN’ IN FRYSLAN et project ‘Historische Wandelpaden Noordoost Friesland’ fungeert als één van de vier pilots in het landelijke project ‘Concretisering vraag en aanbod Groene Diensten.’ Landschapsbeheer Nederland voert dat project samen met het Centrum Landbouw en Milieu (CLM) in opdracht van het Ministerie van LNV uit. Doel is te achterhalen via welke methode vraag en aanbod van Groene Diensten gemakkelijk achterhaald kunnen worden en bij elkaar gebracht. In Fryslân wordt onderzocht hoe het aanbod aan wandelpaden en voorzieningen kan worden afgestemd op de directe vraag van wandelaars/recreanten en ook van recreatiebedrijven. In de komende maanden worden deze zaken nader onderzocht rond het project Historische Wandelpaden. Er zijn afspraken gemaakt om onderzoek te doen onder recreatieondernemers in het gebied en er wordt een enquête gehouden onder wandelaars. Dit laatste gebeurt op dagen dat een flink aantal wandelaars te verwachten is in de regio.
2
Groen licht
mee, net zoals honderd jaar geleden. Toch houden we waar mogelijk rekening met het landschap.” Wilma vult aan: ”We zijn beslist geen grote tuinliefhebbers, maar we gaan er wel bewust mee om. Als boer heb je al snel een forse tuin, die is nu eenmaal onderdeel van het boerderijcomplex. Wat we hebben, houden we in ere. Het erf maakt de boerderij compleet.”
Programma in Fryslân Via de Kijk mijn Erf-site wordt het programma bekend gemaakt voor de komende zomer. In Fryslân zal dat bestaan uit een divers aanbod cursussen, lezingen en excursies dat in de loop van de campagne langs de voorbeelderven en ook verschillende kwekers van streekeigen plantmateriaal zal gaan. Naast de Open Middag op 11 juni, waar in principe alle geïnteresseerde erfbezitters welkom zijn, is er een aantal zaterdagen waarop mensen zich van tevoren kunnen inschrijven. Dit zijn 16 juli, 10 september, 15 oktober en de afsluiting op 12 november. Op deze dagen is er zowel een ochtend- als middagprogramma (10.00-12.00 uur en 14.00-16.00 uur). Onderdelen zijn: rondleiding over de erven of kwekerijen, workshops over kruiden- en groententuinen, snoei- en onderhoudscursussen, alles over broedvogels op en rond het erf, het maken van een persoonlijk erfplan door landschapsarchitecte Greet Bierema en meer.
Expositie, boek en kunstroute tijdens Open Stal zomer 2005
Landschapsbeheer Friesland presenteert: Kunst over bomen, bomen over kunst Het omhakken van een oude eik, kastanje, beuk of linde, vooral in een open landschap, is als het neerhalen van een kathedraal in een stadshart of een kerk in een dorp. Het verwoest de identiteit van dat stukje dagelijkse werkelijkheid; een op het netvlies gefixeerd beeld dat voor eeuwig bedoeld leek. Een onwetende vreemdeling die na deze afbreuk het bewuste landschap of stadshart passeert, mist niets. Maar kon hij terug in de tijd of zou hij een wat oudere foto of schilderij bekijken, dan zou dat ontbrekende landschapselement hem aan het hart gaan. Eeuwig zonde. Hadden ze nooit moeten doen. Kan dat nog worden hersteld…?
Een middeleeuwse kathedraal of 17e eeuwse kerk kunnen we niet herbouwen. Maar een boom verzorgen of nieuw planten, dat is altijd mogelijk. Gelukkig wordt de natuurwaarde van solitaire bomen in het open landschap steeds hoger aangeslagen. Voor Landschapsbeheer Friesland vormt de verbintenis van mens en natuur hierbij een belangrijk uitgangspunt. De mens is nu eenmaal onlosmakelijk verbonden met de natuur en het landschap. Een driehoeksverhouding met kunst voegt nog een extra dimensie toe.
natuur wil laten zien en – hopelijk – ook versterken. Immers, kunstwerken laten de toeschouwer op een andere, veelal indringende wijze kijken naar natuur en daarmee ook naar zichzelf. Deze indrukken wijzen mensen (on)bewust op het grote belang van natuur: voor hun eigen welzijn en voor de generaties na hen.
schetsontwerp van Petty van der Kamp voor de kunstroute
In 2002 is in het ROM-gebied Zuidoost Friesland het project ‘Behoud Stellingwerfse Bomen’ gestart in de gemeenten Oost- en Weststellingwerf. Aanleiding is het feit dat in de laatste decennia steeds meer solitaire bomen verdwenen uit het landschap. Landschapsbeheer Friesland wil deze ontwikkeling een halt toeroepen door grondeigenaren, bewoners en bestuurders in de regio bewust te maken van de aantasting van hun landschap. Er is gewerkt aan een inventarisatie van waardevolle solitaire bomen in de regio en samen met grondeigenaren zijn tal van beschermende maatregelen genomen. Op deze wijze worden in de periode 2002-2005 circa 200 solitaire bomen in de regio aangepakt.
Solitaire bomen Dat is zeker de bedoeling van het project Kunst over bomen, bomen over kunst van Landschapsbeheer Friesland. Een kunstproject dat de schoonheid en het belang van de solitaire boom wil benadrukken. En tevens de relatie tussen mens en
Charmeoffensief Ter afronding hiervan is het project Kunst over bomen, bomen over kunst ontstaan. Een charmeoffensief dat uitmondt in deelname aan de Kunstmanifestatie Open Stal 2005 (30 juli 28 augustus). De bijdrage van Landschaps-
beheer Friesland bestaat uit verschillende onderdelen. Via Keunstwurk, Tresoar en de Schrieversronte zijn kunstenaars, vormgevers, fotografen, dichters en schrijvers benaderd om de solitaire boom in deze regio als uitgangspunt te nemen voor hun werk. Het idee van Landschapsbeheer Friesland bleek een schot in de roos: maar liefst 40 Friese beeldend kunstenaars en ruim 50 schrijvers en dichters gaven gehoor aan de oproep. Hun inzendingen staan centraal in Kunst over bomen, bomen over kunst. Het werk wordt geëxposeerd in de bovenzaal van De Blughut in combinatie met een multimediashow rond bomen van het kunstenaarsduo Storm en Lakmaker uit Makkinga. Van alle inzendingen wordt een fraai vormgegeven boek gemaakt door kunstacademie Minerva Groningen, dat in de kiosk van Open Stal te koop is en later ook in de boekhandel verkrijgbaar zal zijn. Kunstroute Tot slot hebben circa tien kunstenaars hun werk gekoppeld aan een solitaire boom langs een bomen/kunstroute bij Oldeberkoop. Aan de hand van een folder met uitleg van de bomen en de kunstwerken kunnen bewoners van het gebied en bezoekers van Open Stal wandelend of per fiets de route volgen. Meer informatie: www.landschapsbeheerfriesland.nl of www.openstal.nl
Groen licht
11
Peter de Boer wil belang insecten onder de aandacht brengen
Libellen zijn goede indicatoren voor kwaliteit van waterrijke ecosystemen In het midden: Peter de Boer
Hij is deels gedetacheerd bij It Fryske Gea. Daarnaast werkt hij aan projecten voor Landschapsbeheer Friesland. Sinds 1 januari voert Peter de Boer voor Landschapsbeheer Friesland onder meer het vervolg uit van het project 'Leefgebieden van de Groene Glazenmaker in Friesland', ter invulling van het provinciale soortenbeleid. Een ingewikkelde constructie, maar als het aan hem ligt met een concreet resultaat. Nu libellen, naast dagvlinders, in het nationale soortenbeleid een steeds belangrijkere rol gaan spelen, wil hij zijn kennis inzetten zodat insecten de aandacht en waardering krijgen die ze als fundamentele schakel in een ecosysteem verdienen.
Op z’n twaalfde werd Peter de Boer lid van de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie. Naast vogels werd hij gegrepen door de fascinerende wereld van de insecten en dat bleef hij. Een deel van zijn kennis deed hij op tijdens zijn studie biologie, maar meer nog leerde hij tijdens zijn vele tochten door de Friese natuur. Al 25 jaar struint hij door de provincie op zoek naar nieuwe soorten. Onderweg praat hij met iedereen die hem iets wijzer kan maken. Daardoor kent hij niet alleen de Friese insectenwereld als geen ander, hij weet ook wat boeren en kenners bezighoudt. Die kennis zet hij ook in voor 'De Groene Glazenmaker'. Snelle indicatie Een betere ambassadeur dan Peter de Boer kunnen de libellen zich waarschijnlijk niet wensen. Met aanstekelijk enthousiasme doet de insectenkenner het belang van de Groene Glazenmaker en al zijn soortgenoten uit de doeken. ”Er zijn geen betere indicatoren voor de kwaliteit van waterrijke ecosystemen dan libellen. Hun aan- of afwezigheid vertelt op korte termijn veel over een beperkt gebied, over de zuurstofrijkdom van het water bijvoorbeeld, de variatie in stroomsnelheid en over de oevervegetatie. Planten en vogels reageren veel trager op veranderde omstandigheden. Daarom zijn libellen de perfecte ’vingertjes aan de pols’ om de effecten van natuurbeheer zichtbaar te maken. Zij geven onmiddellijk aan of ingrijpen werkt of dat bij-
10
Groen licht
sturing nodig is. De zwaar beschermde Groene Glazenmaker heeft volgens De Boer voor Friesland een speciale betekenis, omdat de libel hier relatief veel voorkomt. Dat schept verplichtingen, stelt hij. Het mooie is dat daaraan vrij eenvoudig kan worden voldaan. "De Groene Glazenmaker gedijt als enige libel goed in de buurt van Krabbescheer. Door verslechtering van de waterkwaliteit en rigoureus hekkelen is deze Glazenmaker in de afgelopen 10 jaar vrijwel verdwenen. Wanneer boeren hun sloten gefaseerd schoonmaken, wordt het water even goed aan- en afgevoerd, maar blijft de Krabbescheer behouden." Bescherming
van de Groene Glazenmaker vraagt dus geen extra geld of middelen, maar kennis en bewustwording. Die hoopt De Boer de komende tijd over te dragen. En als oprjochte Fries kan hij dat in een taal die iedereen verstaat.
Groene Glazenmaker
M
VELDGIDS LANDSCHAPSELEMENTEN IN GEBRUIK et een symposium en de uitreiking van de eerste exemplaren is op 3 februari de Veldgids ‘landschapselementen Noardlike Fryske Wâlden’ in gebruik genomen. Dat gebeurde tijdens een drukbezocht symposium op Landgoed Stania State bij Oenkerk. Het door Landschapsbeheer Friesland ontwikkelde handboek is voor boeren en grondbezitters een praktisch instrument om het cultuurlandschap te behouden door een toekomstgerichte beheersmethodiek. Het handzame boek, geschreven door Jan J. de Boer, illustreert wat deze landschapselementen zo waardevol maakt. Aangegeven wordt wat gedaan of juist vermeden kan worden om een goede staat van onderhoud te bereiken en te behouden. De Veldgids is uitgegeven door Landschapsbeheer Friesland en is opgenomen in de Dr. Botke Rige van de Fryske Akademy. De gids (ISBN 90 807801 16), kost 10 euro en is verkrijgbaar bij de Fryske Akademy. Leden van de Noordelijke Friese Wouden kunnen via hun eigen vereniging een exemplaar aanschaffen. Nieuw is dat gebruikers van de Veldgids belangrijke ondersteuning kunnen krijgen in de vorm van een Zakgids, die op dit moment in de maak is. In een handig zakformaat wordt de inhoud van de Veldgids samengevat voor praktisch gebruik op het land. Verder wordt in opdracht van de Stuurgroep Noardlike Fryske Wâlden de ingebruikname van de Veldgids ondersteund door cursussen voor hun leden. Hierbij worden theorie en beheerpraktijk van de Veldgids in praktijk gebracht. Meer informatie bij Foppe van der Meer, tel: 0512-383800.
COLUMN
LANDSCHAP OP BESTUURLIJKE AGENDA HOUDEN Natuur en landschap zijn een gedeelde verantwoordelijkheid van en tegelijk een samenspel tussen overheden, natuurbeschermers, maatschappelijke organisaties, agrarische ondernemers en niet in de laatste plaats de bewoners. Een ingewikkeld spel. Vandaar mijn pleidooi het zorgvuldig te spelen, met open vizier en gelijkwaardige uitgangspunten. Via de dialoog, gebaseerd op wederzijds respect voor elkaars standpunten en positie. Want waar minder ruimte is en de druk op het landschap groeit, is integrale samenwerking en afstemming essentieel. Kijkend naar de agenda voor het natuur- en landschapsbeheer, stel ik vast dat we het druk krijgen de komende tijd. In Fryslân wachten enkele fikse uitdagingen, waarbij we ons best moeten doen om het landschap hoog op de agenda te houden.
Nationale Landschappen Denk aan de nieuwe Nota Ruimte die voor Fryslân een nieuw fenomeen introduceert: Nationale Landschappen in Zuidwest-Friesland en de Noardlike Fryske Wâlden. De provincie Fryslân bereidt zich voor om deze Nationale Landschappen een plek te geven in het Streekplan. Een complexe taak. Vooral omdat de provincie het globale beleid van dit kabinet inhoudelijk moet uitwerken in een concrete aanpak. Want de huidige stempel als ’karakteristieke agrarische cultuurlandschappen die uniek zijn vanwege hun landschapsstructuren en kwaliteit’ laat veel speelruimte over. En gezien de onzekerheid rond de invulling van de Nationale Landschappen is het een uitdaging dat nieuwe beleid van meet af aan goed op te pakken. Speciale website De website www.kijkmijnerf.nl speelt een centrale rol in de campagne. Vanaf half mei zijn op deze site meer dan 25 voorbeelderven te zien van mensen die al streekeigen bomen en struiken hebben geplant. De bezitters treden op als ambassadeur en geven zelf aan op welke wijze belangstellenden vanaf 11 juni een afspraak kunnen maken voor een bezoekje aan hun erf. Op de landelijke open erf dag, zaterdagmiddag 11 juni, zijn de voorbeelderven voor een rondleiding opengesteld. Wie direct met streekeigen beplanting aan de slag wil, kan doorklikken naar de provinciale organisatie Landschapsbeheer voor adressen van kwekers of een eerste beplantingsadvies. Landschapsbeheer Friesland koppelt deze landelijke campagne aan haar nieuwe project Boeren Planten Bomen, dat bedoeld is om boeren en nieuwe buitenlui twee maal per jaar te voorzien van een breed leveringsprogramma van streekeigen erfbeplanting. Via Landschapsbeheer Friesland kunnen mensen advies vragen, een bestelling plaatsen of een afspraak maken voor het opstellen en uitvoeren van een erfplan. Hierover meer op de site www.landschapsbeheerfriesland.nl. Een speciaal handboek ”Boeren Planten Bomen” is voor vijf euro aan te vragen bij Landschapsbeheer Friesland, tel: 0512-383800.
De provincie is aan zet om op korte termijn met heldere kaders en keuzes te komen. Daarbij is allereerst een eenduidige en werkbare definiëring nodig van het begrip Nationaal Landschap. Nodig om een goed gesprek te voeren over de voorbereiding en uitvoering van een kansrijk beleid. Landschapsbeheer Friesland wil hieraan graag bijdragen in de vorm van advies en uitvoering. Dat de Friese Milieufederatie onze Veldgids voor de Noardlike Fryske Wâlden aanprijst als een goed basiswerk om de regierol van het Landschapsbeheer vorm te geven, doet ons uiteraard deugd. ILG Een andere belangrijke ontwikkeling is die van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG). Wat wordt de plaats van de reguliere subsidies van de provincie Fryslân aan Landschapsbeheer Friesland? Bijvoorbeeld als deze opgaan in de ILG, zoals sommige provincies willen. Of als deze worden verbonden aan rijksdoelen als de EHS, zoals op het ministerie van LNV wordt gesuggereerd. Kan een project als ROM ZuidoostFriesland straks nog bestaan? Duidelijk is dat er nu onvoldoende aandacht is voor landschap en agrarisch natuurbeheer in de ILG. Bovendien is beheer helemaal niet geregeld binnen de ILG. Als de rijksmiddelen en subsidies worden ingezet voor Nationale Landschappen en EHS, hoe moet het dan met de ‘Witte Gebieden’, zeg maar de vele kleine landschapselementen en natuurterreintjes waarvan onder ander Landschapsbeheer Friesland het beheer doet? Dat betekent dat een belangrijk deel van Fryslân geen beroep meer kan doen op financiële ondersteuning als het gaat om natuur- en landschapsbeheer. Het kan geen kwaad als de provincie budget reserveert voor de Witte Gebieden. Tot slot zullen we binnen ILG-verband meer aandacht bepleiten voor landschap en agrarisch natuurbeheer. Samenwerken De provincie Fryslân zal de regie voeren bij het vaststellen van nieuw beleid, plannen en randvoorwaarden. Wij zien dit echter als een gedeelde verantwoordelijkheid en willen hieraan graag inhoudelijk bijdragen. Ik zie het als een opdracht voor de toekomst om met alle betrokken partijen de schouders er onder te zetten en het Friese landschap tot in lengte van jaren te koesteren en te behouden. Regina ter Steege, Directeur Landschapsbeheer Friesland
Groen licht
3
Landschapsbeheer betaalbaar door inzet van bio-energie
Het winnen van energie uit biomassa afkomstig van het onderhoud van Elzensingels maakt landschapsbeheer betaalbaarder. Landschapsbeheer Friesland trekt een project dat dit mogelijk moet maken. Samen met Dirk de Boer, projectleider bij de Dienst Landelijk Gebied regio Noord, verantwoordelijk voor de uitvoering van het Interreg IIIB North Sea Bio Energy project, de agrarische natuurverenigingen, de Friese Milieu Federatie, de provincie Fryslân en de vier gemeenten in het ROM-gebied probeert de organisatie de kosten van landschapsonderhoud fors terug te brengen.
De vertegenwoordigers van alle betrokken organisaties zijn net terug van een studiereis naar Schleswig-Holstein en Denemarken, waar ze het beoogde eindresultaat van hun inspanningen in de praktijk konden bekijken. Een belangrijke excursie, aldus De Boer, omdat iedereen nu met eigen ogen heeft kunnen zien dat nieuwbouwwijken, al dan niet in combinatie met bijvoorbeeld een sporthal, bejaardentehuis of gemeentehuis, geheel op ecologische en economische wijze door gebruik van snoeihout worden verwarmd. Deze energievoorziening is CO2 neutraal en levert bovendien nieuwe werkgelegenheid op. De houtsnippers die hiervoor worden gebruikt, zijn afkomstig van het onderhoud van houtsingels. Logistiek In Friesland zijn de partijen nog niet zover, al loopt de provincie in Nederland wel voorop, vertelt projectleider Jan Meijer van Landschapsbeheer Friesland. Het ROM-project biedt volgens hem het ideale kader voor het gebruik van bioenergie. Het gebied is groot genoeg om voldoende snoeihout te kunnen leveren. ”In Friesland gebruiken we alleen het hout dat vrijkomt bij de eindkap van elzensingels. Dit is de laatste handeling in een cyclus van ingrepen die zo'n twintig jaar duurt. Per jaar levert de eindkap
Z
ROM WORDT ZICHTBAAR IN ZUIDOOST-FRIESLAND even plannen liggen er inmiddels voor herstel- en versterkingsprojecten van het landschap in het ROM-gebied ZuidoostFriesland. Dit najaar wordt begonnen met de uitvoering, die tot 2007 in beslag zal nemen. In de keuze van doelen zijn beeld en structuur van de landschapselementen belangrijke criteria, aldus Els van Loon van Landschapsbeheer Friesland. ”We kunnen nooit alles doen, dus kiezen we die elementen die het meeste bijdragen aan de kwaliteit van het landschap.” Dit zullen voor een belangrijk deel de lijnvormige elementen zijn, zoals houtwallen en elzensingels, bosjes, lanen en solitaire bomen. De projecten zijn niet uitsluitend vanwege het resultaat bijzonder. Ook de wijze waarop de herstel- en versterkingsplannen voor de deelgebieden Lipperhuizen-Hemrik (gemeente Opsterland), Nieuwehorne en Oudehorne (Heerenveen), Boyl-Oosterstreek (Weststellingwerf) en het herstelproject in Oldeberkoop en Nijeberkoop (Ooststellingwerf) worden uitgevoerd, maakt ze interessant; van de oproep aan grondeigenaren om (tegen beperkte kosten) deel te nemen gecombineerd met de koppeling aan een reïntegratietraject, waardoor subsidies worden samengevoegd en er meer werk kan worden verzet. Van Loon: ”Wij hebben ervaring met projecten waarbij vele partijen zijn betrokken en een groot draagvlak nodig is voor het welslagen. Daar hebben we bijvoorbeeld samen met de gemeenten ook bij het opstellen van het landschapsbeleidsplan voor dit gebied al aan gewerkt, onder meer door hier de agrariërs, de natuurverenigingen en verenigingen voor dorpsbelangen bij te betrekken.”
4
Groen licht
Landschapsonderhoud in Kollumerland verloopt soepel Landschapsbeheer Friesland is de Haarlemmerolie bij het landschapsonderhoud binnen de ruilverkaveling in Kollumerland. De organisatie is verantwoordelijk voor de procesbegeleiding, schouw, kwaliteitscontrole, subsidies en projectadministratie. De uitvoering van het landschapsonderhoud gebeurt in opdracht van de ruim 100 leden van de agrarische natuurvereniging Kollumer Grien. De financiering van het landschapsonderhoud binnen de ruilverkaveling wordt betaald door de ruilverkavelingcommissie. Op voorstel van Kollumer Grien zijn ook enkele gebieden buiten het verkavelingblok betrokken bij het landschapsonderhoud. Via Landschapsbeheer Friesland is dit vervolgens geregeld met de eigenaren en de gemeente. Daardoor worden ook enkele terreinen bij Kollum, Kollumerzwaag, Westergeest en vooral bij Fogelsangh State onder handen genomen. Dit deel buiten het blok wordt gefinancierd uit de Subsidieregeling Gebiedsgericht Beleid (SGB) en een bijdrage van de gemeente Kollumerland. Het project kent twee fasen. In de huidige, laatste fase wordt
COLUMN
REÏNCARNATIE
Een waas van zachte tinten groen weeft zich door de ondergroei van boomrijke plekken. Het is elk jaar opnieuw een soort van wedergeboorte. Maar ook een gestaag voortborduren op wat in het voorgaande jaar bereikt werd. En dan opeens onze Zwartkoppen, nou ja Zwartkoppen: hij wel, maar zij is eigenlijk een Bruinkop. Een déjà vu, want ze zitten op precies hetzelfde plekje als vorig jaar en het jaar daarvoor. Voor het keukenraam, daar waar de strijd tussen cultuur en natuur in het voordeel van de bramen is beslist. En hij gaat weer zitten zingen in de sierappel met rood uitlopend "groen". Om opnieuw een symfonie te componeren van kleur, geur en vogelgezang. Is er in mensenogen een vrediger tafereeltje denkbaar?
tot eind 2006 het onderhoud van 12 kilometer elzensingel, 450 meter dykswal en het herstel van vier drinkpoelen afgerond. Volgens projectleider Foppe van der Meer wordt er zeer plezierig samengewerkt, waardoor de combinatie van ruilverkaveling en het landschapsonderhoud uiterst soepel verloopt. Dat verdient een compliment.”
CONVENANT LANDSCHAPSBEHEER EN BOERENNATUUR
O
p 4 december 2004 is een convenant gesloten tussen de stichtingen Landschapsbeheer van Friesland, Groningen, Drenthe en Flevoland en de Vereniging BoerenNatuur. De officiële ondertekening werd gedaan mr. R.S. Cazemier (voorzitter BoerenNatuur) en de bestuursvoorzitters van de vier stichtingen Landschapsbeheer. De organisaties ondertekenden de overeenkomst die een meerwaarde moet opleveren voor zowel natuur en landschap als voor de samenleving. Belangrijk voor de samenwerking is het beter inzetten van de wederzijdse kennis en kunde voor agrarische natuurverenigingen. Tegelijk moet het gezamenlijke optrekken leiden tot praktische afstemming van de advisering en begeleiding in het werkveld. Dat geldt onder meer bij het opstellen van gebieds- en bedrijfsplannen en collectieve subsidieaanvragen. Samenwerking Verwacht wordt dat de samenwerking een meerwaarde zal opleveren voor zowel natuur en landschap als voor de samenleving. Landschapsbeheer verwijst agrarische verenigingen door als zij advies vragen over de organisatie van een collectieve aanpak van agrarisch natuur- en landschapsbeheer in een regio. BoerenNatuur verwijst door als zij vragen krijgen over het beheer in een gebied voor een gewenst natuuren landschapsresultaat. Landschapsbeheer en BoerenNatuur zullen elkaar periodiek informeren over de activiteiten die zij uitvoeren en plannen in relatie tot de agrarische natuurverenigingen. De samenwerking wordt jaarlijks geëvalueerd. Voor meer informatie kunt u terecht bij: Landschapsbeheer Friesland, tel: 0512-383800. Zie ook www.boerennatuur.nl
Oorlog is het voor twee andere zangvogels, de Zwarte kraai en de Kauw, en ook voor Reintje de Vos. Op aanraden van echte veldmensen, die het goed voorhebben met onze flora en fauna, hebben het rijk en de Provinsje bepaald dat deze dieren met behulp van een volledige oorlogsuitrusting dienen te worden vervolgd. En uiteraard terecht, omdat onderzoek van voornoemde veldmensen heeft uitgewezen dat de boosdoeners moordend en rovend door het land trekken en werkelijk alles dood maken. De schepper moet toch wel een akelige blackout hebben gehad toen hij zulke creaturen schiep. Kan dat dan eigenlijk wel, "onze" Zwartkoppen, of in ieder geval dezelfde exemplaren van de voorgaande twee jaren? Nee, natuurlijk niet, die zijn allang door het moordende drietal van het leven beroofd. Ik bekijk ons Zwartkoppenechtpaar nu plotseling met heel andere ogen. Hier dringt zich een boeiende zijnsvraag aan ons op. Bestaat er dan toch zoiets als reïncarnatie? En zo ja, kunnen mensen dan ook in dieren reïncarneren? Zou het niet een uitermate troostrijke gedachte zijn wanneer de jager als Vos en de eierraper als Zwarte kraai zal zijn gereïncarneerd? Jan J. de Boer april 2005
Groen licht
9
Het groene netwerk van Landschapsbeheer biedt perspectief
Integratietraject in de buitenlucht groot succes In het ROM-gebied in Zuidoost-Friesland draait een in alle opzichten bijzonder reïntegratietraject. Het CNV nam het initiatief om samen met Landschapsbeheer Friesland, het AOC en een reïntegratiebedrijf mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt weer perspectief te bieden op werk door ze ervaring te laten opdoen in natuuronderhoud. Vakgroep-bestuurder Harm Roeten gelooft in het project. ”Het biedt mensen een eerlijke kans.” Van de twintig kandidaten die in 2004 aan een traject begonnen, moeten er dertien doorstromen naar een baan. De lat ligt hoog in het reïntegratietraject dat het CNV financiert met CAO-gelden van verschillende Friese bedrijven. Terecht, meent Harm Roeten. ”De ervaring leert dat het afbreukrisico bij deze doelgroep groot is als je mensen binnen vier muren laat werken onder de druk van een hoog arbeidsritme. In dit traject hoeven ze geen hoge productie te draaien en ze werken buiten. Bovendien vergroot de diversiteit van de werkzaamheden de scoringskansen.” Echte kansen Die kansen ontstaan door de samenwerking tussen het CNV, Landschapsbeheer Friesland, het AOC voor agrarisch onderwijs, het reïntegratiebedrijf en de vier
gemeenten uit het ROM-gebied. Deelnemers doen werkervaring op in verschillende projecten van Landschapsbeheer, van het ruwe bosbeheer tot het fijne onderhoud van stinzentuinen en kleine natuurgebieden. Daarnaast gaan de deelnemers vijf weken naar school om een aantal certificaten te halen. De mogelijkheden om na afloop aan het werk te blijven, maken het traject compleet. De vier gemeenten in het ROMgebied zijn co-financier. Zij dragen kandidaten aan en profiteren tegelijkertijd als afnemer van het project. In hun gemeenten is extra geld vrijgemaakt voor natuur- en landschapsonderhoud. Landschapsonderhoud dat anders om financiële redenen niet kan worden uitgevoerd, doen de deelnemers van het reïntegratietraject. Stromen zij na afloop
D
CURSUS DOARPSGRIEN e afgelopen jaren hebben veel dorpen, meestal op voorstel van de Feriening Lytse Doarpen (FLD), een dorpsvisie ontwikkeld. Uit deze visies blijkt onder meer dat dorpsbewoners behoefte hebben aan een groene woonomgeving met een duidelijke identiteit. Samen met Landschapsbeheer Friesland constateerde de FLD dat het veel van haar leden ontbreekt aan de kennis om die groene visie vorm en inhoud te geven. Beide clubs hebben daarom een cursus ontwikkeld die deelnemers in drie avonden, een excursie- en een praktijkdag inwijdt in de do's en dont's van het verankeren van het groene dorp in het landschap. Landschapsbeheer Friesland overweegt de cursus aan te bieden in samenhang met het al langer lopende project Doarpen yn 't Grien om het rendement van beide te verhogen. Meer informatie: Jan Piet de Boer, tel.: 0512-383800.
8
Groen licht
van een traject niet direct door naar een baan, dan kunnen ze zich inschrijven in een arbeidspool. Voor het reguliere landschapsonderhoud nemen de gemeenten alleen aannemers aan die bereid zijn met deze poolers te werken. Persoonlijk contact De kans dat deelnemers in deze pool terecht komen, wordt beperkt doordat het reïntegratiebedrijf dat de intake en begeleiding van de deelnemers verzorgt, gebruik maakt van het groene netwerk van Landschapsbeheer voor het vinden van een passende baan. Van cruciaal belang is volgens Roeten dat alle partijen bereid zijn te investeren in mensen. Persoonlijk contact is wat hem betreft dé sleutel voor succes. ”De medewerkers van landschapsbeheer hebben passie voor de natuur. Het enthousiasme dat zij overdragen, motiveert de deelnemers. Datzelfde gold voor reïntegratieadviseur Henk Meinen die de deelnemers van de eerste trajecten begeleidde. Met zijn onverwachte overlijden verloren we een belangrijke motor in het project. We zijn op zoek naar een organisatie die onze visie deelt.” Roeten heeft er vertrouwen in dat dit lukt en overweegt dan het project uit te breiden in heel Noord-Nederland.
nodig dat eigenaren van houtsingels en wallen gaan samenwerken.” De eerste installatie wordt mede gefinancierd uit het Interregproject. Cruciaal voor het welslagen van het project is een goede logistiek, aldus De Boer en Meijer. De Rijksuniversiteit Groningen gaat als participant in het Interregproject onderzoek doen naar een logistieke opzet en de ideale lokatie. De onderzoekers moeten vaststellen op welk punt in het gebied het meeste hout tegen de geringste kosten kan worden verzameld en tegelijkertijd de meeste energie zonder verlies van warmte kan worden benut. De Boer gaat ervan uit dat in het eerste project nog geen woningen verwarmd zullen worden, omdat het aanleggen van de daarvoor benodigde ringleiding een flinke investering vraagt. De verwarming van een sportcomplex, zwembad of schoolgebouw ligt volgens hem meer voor de hand.
in één enkele gemeente niet voldoende hout op. Het ROM-gebied bestaat uit vier gemeenten, die zich bovendien hebben verbonden aan het behoud van de kwaliteit van het landelijk gebied. Om tot een goed resultaat te komen is het ook
Winst Behalve de juiste lokatie, is het volgens Meijer ook belangrijk dat de inzameling van het snoeihout centraal wordt aangestuurd en dat de levering plaatsvindt op basis van meerjarige contracten. Daarnaast moeten de singels op een goedkopere en minder arbeidsintensieve wijze worden gekapt. Daarvoor heeft Landschapsbeheer Friesland samen met
mechanisatiebedrijf Van Werven uit Biddinghuizen een systeem ontwikkeld waarbij de bomen machinaal worden geknipt in plaats van handmatig gezaagd. Dit brengt de kosten gemiddeld terug tot een kwart van de meterprijs van het afzetten met de hand. Aangevuld met gemeentelijke bijdragen kan de eindkap grondeigenaren in het ROM-gebied straks minder dan vijftig eurocent per meter gaan kosten. ”Het zal nog wel even duren voordat de energiewinning uit biomassa de boeren geld oplevert, maar met deze prijs vormen de kosten niet zo’n belemmering meer”, aldus Meijer. Als gevolg van de stijgende energieprijzen komt er een moment dat het goedkoper is om op houtsnippers te stoken dan op olie of aardgas. ”Het principe zelf is niet lastig. De crux is om het hele jaar over voldoende hout te kunnen beschikken. Voor grondeigenaren is het belangrijk om te beseffen dat er volume moet komen om snoeihout rendabel in te kunnen zetten en landschapsbeheer betaalbaarder te maken.”
COLUMN FLUITEKRUID
Varenachtige bladeren schieten uit de grond.
Witte bloemschermen tooien de bermen.
Kruidige geuren verrassen onze neuzen.
Het Hollands kant geeft het signaal:
De lente is gestart!
tekst en foto: Meindert van Dijk
Groen licht
5
Een dag mee op pad:
’Van bloeiende stinzenplanten word ik echt blij’ Staten en stinzen zijn prachtige monumenten van weleer, met grote
Blauwe anemoon
betekenis voor Fryslân. Maar als er iets bleek tijdens een symposium over stinzen en stinzenflora, dan was het dat ook de planten eromheen dat verleden zo levend houden. Echte stinzenplanten als holwortel, bostulp en Haarlems klokkenspel vormden de gespreksstof tijdens een drukbezocht symposium voor plantenkenners. Al ver voor de sluitingsdatum waren de honderd beschikbare plaatsen voor het symposium over Stinzen en Stinzenflora uitverkocht. Mensen uit het onderwijs, gemeenteambtenaren, statenbewoners en beheerders vormden een divers gezelschap bij wie de Latijnse benamingen van elk plantje in elk geval moeiteloos van de tong rollen. Als biologe Heilien Tonckens het heeft over ’bloeiende velden waar je blij van wordt’, zoemt er een golf van herkenning door de zaal. De deelnemers werden getrakteerd op een programma met maar liefst vier lezingen, twee excursies, een film en een bezoek aan de tentoonstelling ’Yn alle Staten’. Het was ook echt een feestje, want maar liefst twee nieuwe projecten
kregen hun officiële start: de stichting Staten en Stinzen, voor behoud en promotie van de staten en stinzen in Fryslân, en het project Stinzenflora Fryslân van Landschapsbeheer Friesland.
Sneeuwklokje
Bruikleen archief Van der Ploeg
Na de ochtend vertrokken de deelnemers in bussen naar twee statentuinen. In kleine groepjes zwermden de deskundigen over de parken van Dekema State in Jelsum en Martena State in Cornjum. In het voorjaarszonnetje werd door de tuinen gewandeld, gekeken en gepraat over de vraag wat nu wel en niet echte stinzenplanten zijn, hoe je oude plekken kunt beheren of zelfs herstellen, en in hoeverre publiek toelaatbaar is in de zo kwetsbare tuinen.
Via het Biologysk Wurkferbân van de Fryske Akademy heeft Landschapsbeheer Friesland het Stinzenflora-archief van D.T.E. van der Ploeg in bruikleen gekregen.
Breed longkruid
Dit ten behoeve van studie en kennisuitwisseling voor het nieuwe project Stinzenflora Fryslân. Het betreft enkele dozen met fotoboeken, literatuur, artikelen, tijdschriften en vele notities die zijn gerubriceerd in kaartenbakken. Geïnteresseerden in het studiemateriaal van Van der Ploeg kunnen zich melden bij de projectleider van Stinzenflora Fryslân, Jan Piet de Boer, tel 0512-383800.
6
Groen licht
Het warme briesje koelde bij voorbaat al te heftige discussies af, zeker tijdens het bewonderen van de aronskelk, knikkende vogelmelk en gele anemoon. De echte stinzenfloraliefhebbers ergeren zich aan de gecultiveerde narcissen op het wooneiland van Martena State, maar vooral van de narcissen in het parkgedeelte. Naast de fijne bloempjes van de stinzenplanten staan de narcissen als boerenpummels in het groen. Op Dekema State heeft de beheerder letterlijk een stokje gestoken voor alle mensen die de hoeken afsnijden via het gras: boogjes van lindetakken vormen een natuurlijke barrière. Of het helpt, dat moet nog blijken, maar het is in elk geval beter dan allerlei lelijke verbodsbordjes. Groot hoefblad
Excursie Martena State
Inburgering De deskundigen zijn het erover eens dat er extra zorg moet komen voor de stinzenflora. Hangjongeren, onwetende statenbewoners en overijverige groenbeheerders vormen een bedreiging. Elke voetstap op de grond vernielt de schimmels eronder en lopen op de stinzenplanten is funest, echter pas zichtbaar op het moment dat de eigenaar van de voet al lang weer weg is. ”De stinzenplant zou alleen al behouden moeten worden vanwege het geweldige voorjaarsgevoel dat je ervan krijgt”, opperde een deelnemer.
Het feit dat soorten als sneeuwklokjes en longkruid overal groeien, doet daar niets aan af”. Passief of actief? Vraag is wel in hoeverre die planten actief beschermd moeten worden. En: wat is actief? De planten hebben een kalkrijke grond nodig. Als beheerders alleen beschermen, zonder kalk toe te voegen, verschraalt de grond. Maar als we kalk toevoegen, waarom zouden we dan ook niet wat opgekweekte planten aanvullen op plaatsen waar het niet zo goed gaat met de oude planten? ”Laten we niet roomser zijn dan de paus. Elke
Winter aconiet
gerestaureerde boerderij heeft een nieuw, maar ouderwets Atag-fornuis in de keuken. Waarom zou je dan de stinzenflora niet een handje helpen met nieuwe kweek?”, opperde een vrouw tijdens de wandeling. Duidelijk is dat het kersverse project Stinzenflora Fryslân het voortouw neemt in de bescherming. In de eerste twee jaar wordt in kaart gebracht welke planten er nog zijn, en waar. Daarnaast komen er acties gericht op de jeugd, op scholen, parkeigenaren en – beheerders en de (vak)pers. Tot die tijd blijft het een kwestie van stilletjes genieten.
Martena State in Cornjum
En een ander verwoordde: ”Een stinzenplant leeft, het is de historie die zichtbaar, tastbaar wordt”. Toch durfde een beheerder het aan om zich af te vragen of de stinzenplant in de moderne tijd niet een gewone tuinplant is geworden, die het met wat bemesting in elke stadstuin wel redt? Dat was vloeken in de kerk. Toch hadden de deskundigen moeite om uit te leggen waarom de stinzenflora zoveel meer is dan een gewone tuinplant. Projectleider Jan Piet de Boer: ”Ze breken de piramiden in Egypte toch ook niet af omdat ze die zo gewoon vinden? Stinzenplanten zijn een stuk cultuurhistorie. Dat moeten we bewaren.
Groen licht
7