Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken Een vervolging en een beteugeling langs één weg?
Ragheno Business Park, Motstraat 30, 2800 Mechelen tel. 0800 40 300 – fax 0800 17 529
www.kluwer.be
[email protected]
Verantwoordelijke uitgever: Hans Suijkerbuijk, Ragheno Business Park, Motstraat 30, B-2800 Mechelen Redactie: Wim Putzeys © 2012 Wolters Kluwer België Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt worden, op welke wijze ook, zonder de uitdrukkelijke voorafgaande en schriftelijke toestemming van de uitgever. Wettelijk depot : D/2012/2664/649 ISBN : 978-90-4654-812-7 BP/UNAVIAN-DO12001
INHOUD
VOORWOORD UNA VIA – IN HET SPOOR VAN DON QUIJOTE HOOFDSTUK I GESCHIEDENIS BELGISCHE FISCALE STRAFVERVOLGING 1.
9
11
Een eerste grondige hervorming van de fiscale fraudebestrijding (1980-85)
11
2.
Het Charter van de belastingplichtige (1986)
13
3.
Wetgevend ingrijpen tijdens de jaren negentig
14
4.
Het Protocol ter bestrijding van mechanismen van grote en georganiseerde fiscale fraude (2007)
15
5.
De parlementaire onderzoekscommissie (2007-2009)
15
6.
Werkgroepen en wetgevende initiatieven (2009-2012)
17
HOOFDSTUK II NON BIS IN IDEM: EEN ONTDUBBELING VAN STRAF- EN ADMINISTRATIEVE SANCTIES
19
1.
Rechtsbronnen van het (grond)recht om geen twee keer voor dezelfde feiten te worden bestraft
Cumulatie van de fiscale (straf)sancties volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens 2.1. De rechtspraak van het Hof m.b.t. het artikel 4 van het zevende Protocol 2.1.1. De strafrechtelijke procedure 2.1.2. De gelijkheid van de kenmerkende gedragingen 2.1.3. De dubbele beschuldiging 2.2. Mijlpaalarresten van het EHRM inzake het non bis in idem-beginsel 2.2.1. De zaak Zolotukhin versus Rusland
19
2.
22 22 22 23 23 24 24
3
Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken
Kluwer
2.2.2. In fiscalibus: de zaak Ruotsalainen versus Finland 2.2.3. De zaak Tomasovic versus Kroatië
25 26
3.
Cumulatie van de fiscale (straf)sancties volgens de ‘achterhaalde’ Belgische rechtspraak 3.1. Combinatie van de fiscale (straf)sancties volgens het Hof van Cassatie 3.1.1. Samenloop van strafsanctie en administratieve sanctie (met strafrechtelijk karakter) 3.1.2. Samenloop van fiscaal administratieve sancties (met een strafrechtelijk karakter) 3.2. Combinatie van de fiscale (straf)sancties volgens het Grondwettelijk Hof 3.2.1. ‘Non bis in idem’: wel voor het Vlaamse meststoffendecreet 3.2.2. ‘Non bis in idem’: niet voor het WIB92 3.2.3. Het Grondwettelijk Hof zet een stap verder dan het Hof van Cassatie
28 30 30 31 32
HOOFDSTUK III GENESE VAN HET UNA VIA-MODEL IN BELGIË
33
1. Parlementaire onderzoekscommissie naar de grote fiscale fraudedossiers 1.1. Dossiers betreffende het forfaitair gedeelte van de buitenlandse belasting 1.1.1. Pijnpunten fiscale afhandeling A. De procedurele diversiteit tussen de verschillende belastingen B. Het gebrek aan centralisatie van fraudedossiers binnen één administratie C. Het scharnierpunt inzake de strafrechtelijke aangifte van fiscale fraude D. De diversiteit van de fiscaal administratieve sancties E. Het genaderecht van de minister van Financiën met betrekking tot de fiscaal-administratieve sancties 1.1.2. Pijnpunten strafrechtelijke afhandeling A. Het gebrek aan een wettelijke overlegstructuur tussen de FOD Financiën en de gerechtelijke autoriteiten B. Het gebrek aan eenheid in het vervolgingsbeleid van het parket C. De niet-afdoende aanwending van fiscale en strafrechtelijke expertise bij de fiscale strafvervolging 1.2. Het dossier Beaulieu 1.2.1. De afhandeling van het fiscale luik van het Beaulieu-dossier 1.2.2. Het scharnierpunt inzake de strafrechtelijke aangifte van fiscale fraude 1.2.3. De extreem lange duur van de strafrechtelijke procedure 1.3. Dossiers betreffende kasgeldvennootschappen 1.4. Aanbeveling una via 1.4.1. Schema 1 1.4.2. Schema 2 1.4.3. Schema 3. Strafklacht door de fiscale administratie (uitz. BBI)
4
27 27 27
33 34 34 34 35 35 36 36 37 37 38 38 39 39 39 40 41 41 42 44 46
Kluwer
Inhoud
1.4.4. Schema 4. Strafklacht door de BBI 1.4.5. Schema 5. Indiciën van fraude in lopend strafonderzoek 2. Verslag van de Werkgroep van het Charter van de belastingplichtige 2.1. Wanneer wordt de kwalificatie bepaald? 2.1.1. Het onderzoek vangt aan bij de belastingadministratie 2.1.2. Het onderzoek vangt aan bij het parket 2.2. Wie bepaalt de kwalificatie? 2.3. Besluit 3.
3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5. 3.6.
3.7. 4.
5. 5.1. 5.2. 5.3.
Wetsvoorstel van 20 oktober 2009 tot invoering van de una via-regel in fiscale strafzaken, de oprichting van een Fiscaal auditoraat en de oprichting van een Comité F Overname schematische uitwerking una via-regel in fiscale strafzaken De oprichting van een federale beleidsstructuur van de strijd tegen de fiscale fraude Vervanging van het bestaande systeem van cumulatieve fiscale sanctionering door een systeem van alternatieve fiscale sanctionering Het vastleggen van een uniform sanctioneringmodel Overige maatregelen Advies van de Raad van State nr. 47 426/2 van 9 december 2009 3.6.1. Oprichting van een federale beleidsstructuur voor de strijd tegen de fiscale fraude 3.6.2. Beleidsorgaan fiscale fraude 3.6.3. Una via Slotbemerking Wetsvoorstel van 19 november 2010 tot invoering van de una via-regel in fiscale strafzaken, de oprichting van een fiscaal auditoraat en de oprichting van een comité F
Eindnota van de Werkgroep una via van 15 december 2010 Inleiding Opsporing en vaststelling Onderscheid tussen nalatigheid en gewone fraude enerzijds en ernstige en georganiseerde fraude anderzijds 5.4. Rol van het Antifraudecomité (AFC) en onderzoek naar de opportuniteit om een nieuw orgaan op te richten 5.5. De strafrechtelijke weg
48 49 50 52 52 53 53 53
54 55 59 59 60 61 61 61 62 63 64
64 65 65 68 69 70 73
5
Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken
Kluwer
HOOFDSTUK IV WET TOT INSTELLING VAN HET UNA VIA-PRINCIPE IN DE VERVOLGING VAN OVERTREDINGEN VAN DE FISCALE WETGEVING EN TOT VERHOGING VAN DE FISCALE PENALE BOETES VAN 20 SEPTEMBER 2012
77
1.
77
Algemeen
2. Artikelsgewijze bespreking 2.1. Artikel 2 2.2. Artikel 3 en 4 2.3. Artikel 5 2.4. Artikel 6 2.5. Artikel 7 2.6. Artikel 8 2.7. Artikel 9 2.8. Artikelen 10, 11, 12 en 13 2.9. Artikel 14 t.e.m. 21 2.10. Artikel 22 t.e.m. 27 2.11. Artikel 28 t.e.m. 29 2.12. Artikel 30 t.e.m. 33
80 80 81 82 83 83 84 84 85 86 86 87 87
HOOFDSTUK V FISCALE EN STRAFRECHTELIJKE FRAUDEBESTRIJDING IN NEDERLAND
89
1.
Het instellen en het uitoefenen van de fiscale strafvervolging bij de noorderburen 1.1. De fiscale opsporingsregeling in Nederland 1.2. Het instellen en het uitoefenen van de fiscale strafvordering in Nederland 1.3. De ‘ATV-richtlijnen’ 1.3.1. De eigenlijke organisatie van de fiscale strafvervolging in Nederland 1.3.2. Doelstelling van de ‘ATV-richtlijnen’ 1.3.3. Opzet van de ‘ATV-richtlijnen’ A. Fase 1: de aanmelding B. Fase 2: het selectieoverleg C. Fase 3: het tripartite overleg 1.3.4. Slotbemerking m.b.t. de ‘ATV-richtlijnen’
89 89 90 91 91 92 92 93 93 94 95
2. 2.1. 2.2. 2.3. 2.4.
96 96 96 96 97
6
Het una via-beginsel in Nederland Voorafgaande beschouwing De wettelijke bepaling van de una via-gedachte Achtergrond van deze wettelijke bepaling Het ontstaan van het una via-principe
Kluwer 2.5. Oorsprong en draagwijdte van de Nederlandse una via-regeling 2.6. België-Nederland (0-1) HOOFDSTUK VI DE WET KRITISCH BEKEKEN
Inhoud 97 99
101
1. Una via of een louter vermijden van een dubbele bestraffing? 1.1. Artikel 2 – Una via 1.2. Artikel 3, 4 en 14 – Non bis in idem sensu stricto bij geen overleg art. 29, lid 3 Sv.
104
2.
108
In overeenstemming met de Europese rechtspraak?
3. Grondwetsconform? 3.1. Artikel 151, § 1, tweede zin Grondwet 3.2. Schending gelijkheidsbeginsel 4.
101 101
109 109 111
Actieve deelname strafonderzoek voortaan mogelijk voor fiscale ambtenaren?
112
5.
Wat met de minnelijke schikking?
113
6.
Wat met de rechten van de belastingplichtige?
116
HOOFDSTUK VII UNA VIA EN DE PRAKTIJK Actieplan 2012-2103 van het College voor de Strijd tegen de Fiscale en Sociale Fraude 1.1. Operationeel overleg 1.2. Strategisch overleg
119
1.
Omzendbrief nr. 11/2012 van het College van Procureurs-generaal bij de hoven van beroep van 22 oktober 2012 2.1. Schema van de nieuw te volgen regels inzake fiscale fraude 2.1.1. Hypothese 1: eenvoudige fiscale fraude 2.1.2. Hypothese 2: Ernstige en/of georganiseerde fiscale fraude en/of waarvoor specifieke maatregelen nodig zouden zijn 2.2. Te volgen regels tijdens het overleg in de zin van artikel 29, lid 3 Wetboek van Strafvordering 2.3. Te volgen (praktische) regels wanneer voor de gerechtelijke procedure werd gekozen
119 120 121
2.
122 122 122 123 125 125
7
Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken
Kluwer
HOOFDSTUK VIII VOORZIET HET BELGISCH UNA VIA-MODEL IN FISCALE STRAFZAKEN IN EEN VERVOLGING EN EEN BETEUGELING LANGS ÉÉN WEG?
127
BIJLAGE
129
8