*
2-1N
Inleiding Gefeliciteerd met uw keuze voor de RD 300GX. Leest u deze gebruikershandleiding alstublieft aandachtig door om er zeker van te zijn dat u maximaal plezier heeft van de mogelijkheden van de RD 300GX en deze ten volle benut.
Over de handleiding Leest u eerst het onderdeel ‘Voorbereidingen’ (pag. 15) van de gebruikershandleiding (dit document). Hierin wordt uitgelegd, hoe u de adapter kunt aansluiten en de stroom kunt inschakelen.
Afspraken in deze handleiding Om de bediening zo duidelijk mogelijk uit te leggen gebruiken we in deze handleiding de volgende manieren: • Tekst tussen vierkante haken [ ] geeft de naam van een druk of draaiknop aan, zoals de [EDIT] knop. • Regels die met moet lezen.
NOTE
of een asterisk * beginnen, zijn waarschuwingen die u in ieder geval
• De nummers van pagina’s waar u aanvullende of aanverwante informatie kunt lezen worden als volgt aangegeven: (pag. **). • De uitleg in deze handleiding bevat illustraties, die aangeven wat er in de display te zien zou moeten zijn. Het kan echter zo zijn dat het instrument een nieuwere, actuelere versie van het systeem bevat (die bijv. nieuwere klanken bevat). Wat u in de display ziet, kan daarom enigszins afwijken van de weergave in de handleiding.
Lees voordat u dit apparaat gebruikt de hoofdstukken ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ (pag. 4) en ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’ (pag. 6). Deze hoofdstukken bevatten belangrijke informatie over het juiste gebruik van het apparaat. In aanvulling daarop verdient het aanbeveling om deze handleiding in zijn geheel door te lezen, zodat u er zeker van kunt zijn, dat u elke eigenschap van uw nieuwe aankoop goed in de vingers krijgt. De handleiding dient bewaard te worden en bij de hand gehouden te worden als een handig naslagwerk.
Copyright © 2008 ROLAND CORPORATION Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag, in welke vorm dan ook, worden vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION.
3
HET HETAPPARAAT APPARAATOP OPEEN EENVEILIGE VEILIGEMANIER MANIERGEBRUIKEN GEBRUIKEN
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN Over
WAARSCHUWING en
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG opmerkingen
Over de symbolen Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt. Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
* Materiële schade verwijst naar schade of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING Niet uit elkaar halen of wijzigen 002c
Maak het apparaat of de adapter niet open en voer geen interne modificaties uit.
WAARSCHUWING Sluit de adapter op een stopcontact met een correct voltage aan 008c
...............................................................................................................
Onderdelen mogen niet gerepareerd of vervangen worden 003
Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in het apparaat te vervangen. Indien een reparatie of vervanging van onderdelen nodig is, neemt u contact op met uw handelaar of een Roland Service Centrum.
...............................................................................................................
Niet gebruiken of opbergen op de volgende locaties: 004
• Plaatsen waar extreem hoge temperaturen heersen (zoals in direct zonlicht, bij warmtebronnen of op een apparaat dat warmte produceert) • In vochtige ruimtes (bijvoorbeeld een badkamer, in de buurt van een wastafel of op een natte vloer) of plaatsen met een hoge vochtigheidsgraad. • Locaties, waar regen kan vallen • Locaties, die extreem stoffig zijn • Locaties, die aan een hoge mate van vibratie onderhevig zijn.
Gebruik alleen de bijgeleverde adapter. Ook dient het voltage overeen te komen met het ingangsvoltage dat op de behuizing van de adapter wordt aangegeven. Andere adapters kunnen van een andere polariteit gebruikmaken of voor een ander voltage zijn ontworpen, zodat deze tot schade, storingen of elektrische schokken kunnen leiden.
...............................................................................................................
Gebruik alleen het bijgeleverde netsnoer 008e
Gebruik alleen het bij het apparaat behorende netsnoer. Het bijbehorende netsnoer mag niet voor een ander apparaat worden gebruikt.
...............................................................................................................
Buig het netsnoer niet, en plaats er geen zware objecten bovenop 009
Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het snoer beschadigen, en kan kortsluiting of slechte verbindingen ontstaan die mogelijk tot brand of elektrische schokken kunnen leiden.
...............................................................................................................
...............................................................................................................
Vermijd langdurig gebruik op een hoog volume
Gebruik alleen een aanbevolen standaard
010
005
Dit instrument dient alleen gebruikt te worden in combinatie met een standaard die door Roland is aanbevolen.
...............................................................................................................
Plaats het apparaat niet op een onstabiele plaats 006
Wanneer u het instrument met een door Roland aanbevolen standaard gebruikt, dient u de standaard zorgvuldig te plaatsen, dat hij waterpas staat en stevig blijft staan. Indien u geen standaard gebruikt dient u er toch voor te zorgen, dat het instrument op een waterpas oppervlak staat, dat het instrument goed ondersteunt en ervoor zorgt, dat het niet kan gaan wiebelen.
...............................................................................................................
Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een koptelefoon, versterker en/of luidsprekers, kan geluidsniveaus produceren, die permanent gehoorverlies kunnen veroorzaken. Indien u last heeft van enig gehoorsverlies of een piep in de oren, moet u het apparaat niet meer gebruiken en een oorarts raadplegen.
...............................................................................................................
Geen vreemde objecten in het apparaat terecht laten komen 011
Zorg, dat er geen vreemde objecten (brandbaar materiaal, munten, snoeren) in het apparaat terechtkomen. Deze kunnen kortsluiting of andere storingen veroorzaken.
...............................................................................................................
4
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
WAARSCHUWING Zet de stroom uit, wanneer afwijkingen of storingen optreden 012b
Wanneer één van de volgende situaties zich voordoet, zet u direct de stroom uit, haalt u het netsnoer uit het stopcontact en brengt u het apparaat voor onderhoud naar uw handelaar of een onderhoudscentrum, indien: • De adapter, het netsnoer of de stekker is beschadigd • Er rook of een ongewone geur optreedt • Er vreemde objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn gekomen • Het apparaat nat is geworden (bijvoorbeeld door regen, enz.) • Een afwijking of storing in het apparaat optreedt
...............................................................................................................
Laat kinderen het apparaat niet zonder toezicht gebruiken 013
VOORZICHTIG Gebruik alleen de aangegeven standaards 101C
Bij dit instrument (de RD 300GX) kunnen alleen de Roland standaards KS 12 en KS 18Z gebruikt worden. Het gebruik van een andere standaard kan leiden tot instabiliteit van het apparaat en mogelijk verwondingen tot gevolg hebben.
...............................................................................................................
De stekker vastpakken bij het aansluiten of loskoppelen van het netsnoer 102c
...............................................................................................................
Regelmatig het stof van de stekker van het netsnoer verwijderen 103b
In huishoudens met kleine kinderen dient opgelet te worden. Als kinderen dit apparaat gebruiken, moet een volwassene altijd toezicht houden.
...............................................................................................................
Niet laten vallen of aan sterke schokken laten blootstaan 014
Laat het apparaat niet vallen en bescherm het tegen zware schokken.
015
Sluit geen overmatig aantal elektrische apparaten op één stopcontact aan. Wanneer een meervoudige contactdoos wordt gebruikt, kan er door het over schrijden van de voorgeschreven capaciteit (wattage/ ampères) van de contactdoos hitte gegenereerd worden, waardoor de kabel kan smelten.
Van tijd tot tijd moet het netsnoer uit het stopcontact worden gehaald, en het stof er met een droge doek worden afgeveegd. U moet het netsnoer ook uit het stopcontact verwijderen als het apparaat gedurende een langere periode niet wordt gebruikt. Stof of vuil dat zich tussen de stekker en het stopcontact ophoopt, kan kortsluiting veroorzaken, mogelijk resulterend in brand.
...............................................................................................................
De kabels leiden voor de veiligheid 104
...............................................................................................................
Sluit niet teveel apparaten op één stopcontact aan
Als u het netsnoer in het apparaat zelf of in een stopcontact steekt of eruit haalt, houdt u het altijd bij de stekker vast, en nooit aan het snoer zelf.
Zorg, dat de aangesloten kabels op een veilige manier geleid worden. Plaats de kabels buiten het bereik van kinderen.
...............................................................................................................
Ga niet op het apparaat staan en plaats er geen zware objecten op 106
Ga niet op het apparaat staan en plaats er geen zware objecten bovenop.
...............................................................................................................
...............................................................................................................
Het netsnoer nooit met natte handen aansluiten of loskoppelen
016
107c
Niet in het buitenland gebruiken
Als u dit apparaat in het buitenland wilt gebruiken, neemt u contact op met uw handelaar of een service centrum.
...............................................................................................................
Gebruik geen CD ROM in een audio CD speler of DVD speler 023
...............................................................................................................
Voorzichtig bij het verplaatsen van dit apparaat 108d: Selection
Als een CD ROM op een conventionele audio CD speler of DVD speler probeert af te spelen, kan het daaruit voortkomende hoge volume uw gehoor of de luidsprekers beschadigen.
...............................................................................................................
Plaats geen voorwerpen die water bevatten op het apparaat 026
Plaats geen voorwerpen die water bevatten (zoals bloemenvazen) of drankjes op het apparaat. Plaats ook geen spuitbussen of voorwerpen die insecticiden, parfums, alcohol of nagellak bevatten op het apparaat. Vloeistoffen die in het apparaat gemorst worden kunnen storing veroorzaken en kunnen zorgen voor kortsluiting of gebrekkig functioneren.
...............................................................................................................
VOORZICHTIG
3
Dit apparaat en de adapter dienen op een goed geventileerde locatie gebruikt te worden.
...............................................................................................................
Wanneer het apparaat verplaatst moet worden, neemt u de volgende aanwijzingen in acht. Vervolgens moet het apparaat door minimaal twee personen worden opgetild en gedragen, terwijl het voortdurend waterpas wordt gehouden. Wees voorzichtig dat uw handen niet bekneld raken of dat u het apparaat niet op uw voeten laat vallen. • Ontkoppel het netsnoer. • Ontkoppel externe apparaten.
...............................................................................................................
Haal het netsnoer uit het stopcontact, voordat u het apparaat reinigt 109b
Voordat u het apparaat reinigt, zet u de stroom uit en haalt u het netsnoer uit het stopcontact (p.16).
...............................................................................................................
Wanneer er onweer dreigt, haalt u het netsnoer uit het stopcontactt 110b
Plaatsen in een goed geventileerde ruimte 101b
Sluit het netsnoer niet op het stopcontact aan en ontkoppel het niet, terwijl u de stekker met natte handen vasthoudt.
Als er onweer dreigt, zet u direct de stroom uit en haalt u het netsnoer uit het stopcontact.
...............................................................................................................
Houd kleine onderdelen buiten het bereik van kinderen 118a
Om te voorkomen dat kleine onderdelen per ongeluk worden ingeslikt, houdt u deze buiten het bereik van kinderen.
...............................................................................................................
5
Belangrijke opmerkingen Stroomvoorziening
Onderhoud
• Sluit dit apparaat niet aan op een stopcontact, waarop een apparaat is aangesloten dat door een transformator wordt aangestuurd, zoals een koelkast, magnetron of airco, of dat een elektromotor bevat. Afhankelijk van de wijze waarop het elektrische apparaat wordt gebruikt, kan door de stroom veroorzaakte ruis leiden tot storing of hoorbaar gebrom van dit instrument. Indien het niet praktisch is om een apart stopcontact te gebruiken, installeer dan een ruisfilter tussen dit apparaat en het stopcontact.
• Gebruik voor de dagelijkse reiniging van het instrument een zachte, droge doek of een licht met water bevochtigde doek. Om hardnekkig vuil te verwijderen kunt u een doek gebruiken met een mild, niet schurend reinigingsmiddel. Zorg ervoor, dat u het instrument met een zachte, droge doek nawrijft.
• De adapter wordt na lange tijd achtereen gebruikt te zijn warm. Dit is normaal en het is geen reden tot zorg. • Wanneer u dit apparaat op andere apparatuur wilt aansluiten, schakel dan eerst de stroom van alle apparatuur uit om storingen aan apparatuur en/of schade aan luidsprekers te voorkomen.
Plaatsing • Indien dit apparaat wordt geplaatst in de buurt van apparatuur die grote stroomsomvormers bevatten, zoals grote versterkers, kan dit een brommend geluid in dit apparaat veroorzaken. Indien dit zich voordoet kunt u dit apparaat verder weg zetten of de richting ervan veranderen. • Indien dit apparaat in de buurt van een televisie wordt gebruikt kan er een verkleuring te zien zijn in het televisiebeeld of kan de radio gaan brommen. Indien dit zich voordoet, zet dit apparaat dan verder weg. • Zet uw mobiele telefoon uit of houd hem op voldoende afstand van dit apparaat. Indien er een mobiele telefoon in de buurt is kan er een gebrom te horen zijn wanneer een gesprek wordt aangenomen of begonnen, of tijdens een gesprek. • Stel het apparaat niet bloot aan fel zonlicht, plaats het niet in de buurt van apparaten die warmte verspreiden, laat het niet in een afgesloten voertuig achter en stel het ook niet op andere wijze bloot aan extreme temperaturen. Door overmatige hitte kan het apparaat vervormd raken of verkleuren. • Wanneer u het apparaat verplaatst naar een locatie waarop temperatuur en/of luchtvochtigheid erg afwijken, kunnen zich binnenin het apparaat waterdruppels (condens) vormen. Indien u het apparaat in deze toestand gebruikt zullen er storingen ontstaan. Wacht daarom enkele uren totdat de condens volledig is verdampt voordat u het apparaat gaat gebruiken. • Laat geen voorwerpen op de toetsen liggen of staan. Dit kan storingen tot gevolg hebben, zoals problemen met het geluid. • Afhankelijk van materiaal en temperatuur van het oppervlak waarop u het apparaat plaatst kunnen de rubberen voetjes ervan het oppervlak doen verkleuren of aantasten. U kunt een stukje vilt of stof onder de rubberen voetjes leggen om dit te voorkomen. Wanneer u dat doet, let er dan op dat het apparaat niet per ongeluk kan gaan wegglijden of bewegen.
6
• Indien zich waterdruppels op dit instrument vormen, veeg deze dan onmiddellijk weg met een zachte, droge doek. • Gebruik als reinigingsmiddel nooit benzine, thinner of alcohol, aangezien deze middelen vervorming of verkleuring kunnen veroorzaken.
Reparaties • Indien u dit apparaat opstuurt voor reparatie kan de inhoud van het geheugen verloren gaan. Slaat u belangrijke geheugeninhoud op een USB stick op of maak er een notitie van. Wij doen onze uiterste best om de geheugeninhoud bij reparaties te bewaren, maar er zijn gevallen waarin de opgeslagen inhoud niet meer teruggehaald kan worden omdat er een storing is geweest in het geheugendeel. Weest u zich er van bewust dat we ons niet verantwoordelijk kunnen stellen voor het terughalen van verloren gegane geheugeninhoud of voor enig gevolg van een dergelijk verlies.
Aanvullende voorzorgsmaatregelen • Opgeslagen geheugeninhoud kan door storingen of door onjuist gebruik van het apparaat verloren gaan. Maak regelmatig een back up van belangrijke geheugeninhoud op een USB stick om uzelf tegen een dergelijk verlies te beschermen. • Wij kunnen ons niet verantwoordelijk stellen voor het terughalen van verloren gegane inhoud van het interne geheugen of een USB stick of voor de gevolgen van een dergelijk verlies. • Oefen geen overmatige druk uit op de drukknoppen, draaiknoppen of ingaande/uitgaande jacks, dit kan nl. tot storingen leiden. • Sla nooit op de display en oefen er nooit grote druk op uit. • Bij het aansluiten en loskoppelen van kabels altijd de stekker vasthouden (en niet de kabel zelf). Op deze manier voorkomt u kortsluiting of breuken in de aansluiting. • Geniet van uw muziek op een manier die andere mensen in uw buurt niet stoort en denk vooral ’s avonds laat en ’s nachts om het volume. Wanneer u een koptelefoon gebruikt kunt u van uw muziek genieten zonder rekening te hoeven houden met anderen. • Wanneer u het apparaat moet vervoeren, verpakt u het dan indien mogelijk in de doos (incl. schokwerend materiaal) waarin u het kocht. Kan dat niet, gebruik dan gelijkwaardige verpakkingsmaterialen. • Gebruik alleen het aangegeven expressiepedaal (EV 5/7; separaat aan te schaffen). Wanneer u een ander fabricaat expressiepedaal aansluit kan dit storingen aan het instrument veroorzaken.
Belangrijke opmerkingen
Omgaan met USB sticks (Gebruik van de USB memorystick, hierna ‘USB stick’ genoemd) • Wanneer u een USB stick gebruikt, druk deze er dan helemaal in. • Raak de pinnetjes van de USB stick niet aan en zorg ervoor, dat ze niet vuil worden. • Een USB stick wordt gemaakt met behulp van zeer gevoelige elektronische componenten, dus denk om de volgende punten, wanneer u er mee omgaat. • Om schade door statische elektrische lading te voorkomen dient u alle statische elektriciteit, die er eventueel in uw lichaam aanwezig is te ontladen, voordat u de USB stick vastpakt.
ze niet meer goed gelezen of gebrand kunnen worden en kan verdere storingen tot gevolg hebben.
Omgaan met floppydisks (Gebruik van de optionele floppydiskdrive) • Floppydisks bevatten een kunststof schijf met een dun laagje magnetisch opslagmateriaal. Er is microscopische precisie voor nodig om de opslag van grote hoeveelheden data op zo’n kleine oppervlakte mogelijk te maken. Let op het volgende om de floppydisks tijdens het gebruik in onbeschadigde toestand te houden: • Raak het magnetische materiaal binnenin de disk nooit aan. • Gebruik of bewaar floppydisks niet in een vuile of stoffige omgeving.
• Raak de verbindingsdelen niet met uw vingers of met een metalen voorwerp aan.
• Stel floppydisks niet bloot aan extreme temperaturen (bijv. in fel zonlicht in een gesloten voertuig). De aanbevolen temperatuur is tussen 10 en 50•C.
• Buig de USB stick niet en laat hem niet vallen. Stel hem ook niet bloot aan hoge druk.
• Stel floppydisks niet bloot aan sterke magnetische velden, zoals die bijvoorbeeld door luidsprekers worden veroorzaakt.
• Laat de USB stick niet in direct zonlicht of op plaatsen als in een afgesloten auto liggen. (Bewaartemperatuur: 0 50˚C.) • Laat de USB stick niet nat worden. • Haal de USB stick niet uit elkaar en breng er geen modificaties in aan. • Wanneer u de USB stick aansluit, houd hem dan horizontaal met de USB aansluiting en druk hem daar in zonder overmatig kracht te gebruiken. De USB aansluiting kan beschadigd raken wanneer u bij de aansluiting van de USB stick overmatig kracht gebruikt.
• Floppydisks hebben een beschermingslabel tegen overschrijven, dat de disk kan beschermen tegen het per ongeluk wissen van data. Het is aan te bevelen om het label in de ‘BESCHERMING’ stand te houden en deze alleen in de ‘BESCHRIJVEN’ stand te zetten, wanneer u nieuwe data op de disk wilt wegschrijven. fig.DiskProtect.e.eps
Achterkant van de disk
• Stop niets anders dan een USB stick in de USB aansluiting. (Dus bijv. geen kabels, munten, andere typen apparaten.) Wanneer u dat wel doet, zal de USB aansluiting beschadigd raken. • Oefen geen overmatige kracht uit op de aangesloten USB stick. • Indien u de USB stick gedurende langere tijd niet gebruikt, doe de dop er dan op.
Omgaan met CD’s • Wanneer u CD’s gebruikt, let dan op het volgende: • Raak het gecodeerde oppervlak van de CD niet aan. • Gebruik CD’s niet in een stoffige omgeving. • Laat de CD niet in direct zonlicht of in een gesloten voertuig liggen. • Zorg ervoor, dat u het opnameoppervlak van een CD niet aanraakt of krast. Wanneer u dat wel doet, kunnen de data onleesbaar worden. Wanneer een CD vuil wordt, kunt u deze reinigen met een in de handel verkrijgbare CD reiniger. • Bewaar de CD in het CD doosje. • Laat de CD niet gedurende lange tijd in de CD drive zitten. • Plak geen sticker op het label van de CD. • Veeg de CD met een zachte en droge doek radiaal van binnen naar buiten af. Wrijf niet met de groeven mee.
Beschrijven (u kunt nieuwe data schrijven)
Schrijfbescherming
Bescherming (u kunt geen data schrijven)
653
• De identificatiesticker moet goed op de disk vastgeplakt zijn. Wanneer de sticker los raakt, terwijl de disk in de drive zit kan het moeilijk worden om de disk er weer uit te krijgen. • Bewaar alle disks op een veilige plaats om beschadiging ervan te voorkomen en om ze tegen stof, vuil en andere risico’s te beschermen. Indien u een vuile of stoffige disk gebruikt, riskeert u beschadiging van de disk en storing van de diskdrive. 203
* GS (
) is een gedeponeerd handelsmerk van
Roland Corporation. * Alle in dit document genoemde productnamen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars. * De MPEG Layer 3 technologie voor audiocompressie wordt gebruikt onder licentie van Fraunhofer IIS Corporation en THOMSON Multimedia Corporation.
• Gebruik geen benzine, platenreinigerspray of enige soort van oplosmiddelen. • Buig de CD niet. Het buigen van CD’s kan ervoor zorgen, dat
7
Inhoud Inleiding ................................................................................................................... 3 Over de handleiding .........................................................................................................................3
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN ................................................ 4 Belangrijke opmerkingen .......................................................................................... 6 Paneelbeschrijving .................................................................................................. 12 Voorpaneel ..........................................................................................................................12 Achterpaneel ........................................................................................................................14
Voorbereidingen..................................................................................................... 15 De RD 300GX op een standaard plaatsen..........................................................................................15 De adapter aansluiten......................................................................................................................16 De externe apparatuur op de RD 300GX aansluiten ............................................................................17 Pedalen aansluiten ................................................................................................................18 De stroom in en uitschakelen ............................................................................................................19 De stroom inschakelen ...........................................................................................................19 De stroom uitschakelen ..........................................................................................................20 Het volume regelen..........................................................................................................................20 Het contrast van de display regelen ([DISPLAY CONTRAST] knop) ........................................................20 Een USB stick gebruiken...................................................................................................................21 Een USB stick aansluiten ........................................................................................................21
Overzicht van de RD 300GX.................................................................................... 22 Basisindeling van de RD 300GX .......................................................................................................22 Eenheden van geluid .......................................................................................................................22 Basisbediening ...............................................................................................................................23 Hoofdschermen.....................................................................................................................23 De functieknoppen ................................................................................................................24 Een waarde bewerken...........................................................................................................24
De demo beluisteren (DEMO PLAY) .......................................................................... 25 Uitvoering .............................................................................................................. 26 Piano uitvoeringen (ONE TOUCH [PIANO] knop) ...............................................................................26 Uitvoering met een verscheidenheid aan geluidssoorten (TONE SELECT knoppen)...................................27 Meerdere geluidssoorten tegelijk spelen op het keyboard.....................................................................28 Uitvoering met gelaagde geluidssoorten ([DUAL] knop)..............................................................28 Verschillende geluidssoorten spelen op twee verschillende delen van het keyboard ([SPLIT] knop) ...29 De geluidssoort voor een zone veranderen (ZONE SELECT knop) ...............................................31 Het volumeniveau voor afzonderlijke zones aanpassen (ZONE LEVEL schuif)................................31 De toonhoogte van het keyboard transponeren ([TRANSPOSE] knop) ....................................................32 Galm aan het geluid toevoegen ([REVERB] knop) ................................................................................33 Het type galmeffect wijzigen ..................................................................................................33 De diepte van het galmeffect veranderen .................................................................................34 De toonhoogte van de klank in Realtime veranderen (Pitch Bend/Modulation schakelaar) ........................34 Levendigheid aan de klank toevoegen ([SOUND CONTROL] knop) ......................................................35
8
Het volumeniveau van elk frequentiebereik regelen (EQUALIZER draaiknoppen)......................................36 De frequentie van de Low (lage) en High (hoge) bereiken veranderen .........................................36
De gemaksfuncties bij uitvoeringen gebruiken.......................................................... 37 Ritmen spelen ([SONG/RHYTHM] knop) ............................................................................................37 Een ‘Rhythm Pattern’ (ritmepatroon) veranderen ........................................................................38 Ritmetempo’s veranderen .......................................................................................................38 Het ‘Rhythm Volume’ (volume van een ritme) veranderen............................................................39 Songs afspelen ([SONG/RHYTHM] knop) ..........................................................................................40 Songtempo’s veranderen .......................................................................................................41 Een song versneld afspelen of terugspoelen..............................................................................41 Uitvoering met audiobestanden ([AUDIO KEY] knop) ...........................................................................42 Uitvoering met audiobestanden van een USB stick ....................................................................42 Uitvoering met in de RD 300GX ingeprogrammeerde audiobestanden ........................................45 Het audiotoetsvolume regelen .................................................................................................45 Instellingen van audiobestanden veranderen ............................................................................45 Effecten op het geluid toepassen ([MULTI EFFECTS] knop) ....................................................................47 De diepte van het effect veranderen ........................................................................................47 Het multi effecttype wijzigen...................................................................................................48 De ondulatie van de orgel geluidssoorten veranderen (Rotary Effect) ...........................................48 De knoppen blokkeren (Panel Lock) ...................................................................................................49 Opgeslagen instellingen selecteren ([SETUP] knop) ..............................................................................50 Instellingen als Setups opslaan ([WRITE] knop)....................................................................................51
De RD 300GX als masterkeyboard gebruiken .......................................................... 53 Wat is MIDI? ..................................................................................................................................53 Over MIDI aansluitingen ........................................................................................................53 Aansluiting op externe MIDI klankgeneratoren) .........................................................................54 Het MIDI verzendkanaal instellen (MIDI OUT Channel) ........................................................................55 Klanken selecteren op een extern MIDI apparaat (MSB/LSB/PC) ..........................................................56 Het volume van elke zone regelen (External Zone)...............................................................................57 Gedetailleerde instellingen voor verzonden Parts ([EXTERNAL/INTERNAL] knop) ....................................58 Instellingen maken.................................................................................................................58 Het volume en de pan regelen (Vol/Pan) .................................................................................58 De hoeveelheid ‘Reverb’ en ‘Chorus’ (Rev/Cho) instellen ...........................................................58 De transpositie voor elke zone afzonderlijk instellen (Trs) ...........................................................58 Het toetsenbereik instellen (KRL/KRU) ......................................................................................59
Gedetailleerde instellingen voor de ONE TOUCH geluidssoorten maken .................... 60 Gedetailleerde instellingen voor de pianogeluidssoorten maken (Piano Designer)....................................60 De instellingen maken............................................................................................................60 De pianoklank (geluidssoort) selecteren....................................................................................60 De hoeveelheid galmeffect wijzigen (Reverb Depth) ..................................................................60 Het pianodeksel openen/sluiten (Lid) .......................................................................................60 Het gebrom van de demper regelen (Damper Noise).................................................................60 De resonantie van de Aliquot snaren regelen (Duplex Scale) ......................................................61 Regelen van de resonante klanken wanneer de toetsen worden aangeslagen (String Resonance)....61 Regelen van de geproduceerde snaarresonantie wanneer een toets wordt losgelaten (Key Off Reso.) ..61
9
Regelen van het geluid van de hameraanslag (Hammer Noise) ..................................................61 Nauwkeurige modificatie van snaarsonoriteit (Stretch Tune) .......................................................61 Veranderen van de toetsaanslag (Key Touch/Ofst)....................................................................62 Een constant volume in verhouding tot de aanslagkracht instellen (Velocity)..................................62 De timing van klanken in verhouding tot de aanslagkracht veranderen (Velo Delay Sens) ..............62 Veranderen hoe het volume reageert op de aanslagkracht (Key Touch Mode) ..............................62
Gedetailleerde instellingen voor elke functie ([EDIT] knop)......................................... 63 Parameters instellen .........................................................................................................................63 Parameters die ingesteld kunnen worde .............................................................................................63 Systeeminstellingen maken (System) ...................................................................................................64 Met de toonhoogte van andere instrumenten stemmen (Master Tune) ...........................................64 Het volume regelen (Master Volume) .......................................................................................64 Een bedieningspedaal gebruiken om van Setup te wisselen (SETUP Pedal Sft)...............................64 Program Change boodschappen gebruiken om van Setup te wisselen (SETUP Ctrl Ch.) .................65 De instellingen voor de USB driver maken (USB Driver)..............................................................65 De USB geheugeninstelling veranderen (USB Memory Mode) .....................................................65 De polariteit van het pedaal omschakelen (Damper Polarity/Control Polarity) ...............................65 De modus van de lampjes selecteren (Indicator Mode)...............................................................65 Het aantal Parts selecteren (Part Mode)....................................................................................66 De stemmethode instellen (Temperament) .................................................................................66 De grondtoon selecteren (Temperament Key) ............................................................................67 Schakelen tussen ontvangst van GM/GM2 System On en GS Reset ( Rx GM Sys ON, Rx GS Reset) ................................................................................................67 Het volume van het afspelen van audiobestanden regelen (Audio Volume) ...................................67 Het afspelen van een song laten stoppen wanneer u een ONE TOUCH knop indrukt (Song Stop Mode).................................................................................................................67 De keyboardaanslag instellen (Key Touch)..........................................................................................67 Aan de Setup gerelateerde instellingen (C..........................................................................................68 De zone instellen, waarop Multi effecten worden toegepast (MFX Zone) ......................................68 De pedaalfunctie wijzigen (Ctrl Pedal Func) .............................................................................68 Functies aan de knoppen [S1] en [S2] toekennen (S1/S2 Func) ..................................................68 Instellingen van geluidssoorten (Tone Parameter) .................................................................................69 Elementen van geluidssoorten veranderen (Attack Time/Release Time/Cutoff Freq/ Resonance/Decay Time) ........................................................................................................69 Instellen van de mate van galm die op elke geluidssoort wordt toegepast (Reverb Amount) ............69 De toonhoogte instellen (Coarse Tune/Fine Tune)......................................................................70 Het ombuigingsbereik veranderen (Bend Range) .......................................................................70 De instellingen voor elke zone afzonderlijk maken (Zone Parameter) .....................................................70 De transpositie voor elke zone afzonderlijk instellen (Transpose) .................................................70 De pan instellen (Pan) ............................................................................................................70 De regelaars in elke zone in en uitschakelen ............................................................................71 Part aan/uit (Part Switch) .................................................................................................................71 Bestandsbeheer (File) .......................................................................................................................72 Een Setup bestand opslaan (Save SETUP).................................................................................72 Een Setup bestand oproepen (Load SETUP) ..............................................................................72 Een Setup bestand verwijderen (Delete SETUP) .........................................................................73 Een Setup bestand kopiëren (Copy SETUP)...............................................................................74
10
Een song kopiëren (Copy SONG) ...........................................................................................74 Een song verwijderen (Delete SONG)......................................................................................75 Het geheugen formatteren (Format) .........................................................................................76 Instellingen voor het afspelen van de song (Song Function) ...................................................................76 De manier waarop songs worden afgespeeld selecteren (Play Mode)..........................................76 De toonhoogte van het afspelen van de song veranderen (Playback Trans) ..................................76 Met een audiobestand mee spelen (Center Cancel) ...................................................................76 Gebruikersinstellingen (Utility) ...........................................................................................................77 De instellingen van de RD 300GX naar een extern MIDI apparaat overbrengen (Bulk Dump) .........77 De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset) .......................................................................77
Externe MIDI apparaten aansluiten .......................................................................... 78 Uitvoeringen van de RD 300GX op een externe MIDI sequencer opnemen ..........................................................................78 Aansluiting op een externe sequencer......................................................................................78 Instellingen voor opname (Rec Mode/Local Control)..................................................................78 De uitvoering opnemen..........................................................................................................79 De ‘Rec Mode’ verlaten .........................................................................................................79 De ‘Local’ schakelaar ............................................................................................................79 De interne klankgenerator van de RD 300GX vanaf een extern MIDI apparaat bespelen .........................80 Aansluitingen maken .............................................................................................................80 Vanaf een extern MIDI apparaat RD 300GX klanken selecteren..................................................80 Van Setup wisselen ...............................................................................................................80
Aansluiting op uw computer.................................................................................... 81 Aansluiting op een computer via de USB MIDI aansluiting..........................................................81 Over V LINK ...................................................................................................................................82 Hoe u de V LINK gebruikt ......................................................................................................82
Appendix .............................................................................................................. 83 Storingen oplossen ..........................................................................................................................83 Foutmeldingen/andere meldingen .....................................................................................................86 Foutmeldingen ......................................................................................................................86 Andere meldingen.................................................................................................................86 Lijst van effecten..............................................................................................................................87 Lijst van geluidssoorten ....................................................................................................................91 Lijst van ritmesets.............................................................................................................................94 Lijst van ritmepatronen .....................................................................................................................97 Lijst van Setups................................................................................................................................98 Lijst van sneltoetsen .........................................................................................................................98 MIDI Implementatiekaart ..................................................................................................................99 Belangrijkste specificaties ...............................................................................................................100 Index ...........................................................................................................................................101
11
Paneelbeschrijving Voorpaneel
1 3
2
1.
[MULTI EFFECTS] knop
[S1] knop, [S2] knop U kunt aan deze knoppen diverse functies toekennen (pag. 68)., terwijl u speelt, kunt u deze knoppen indrukken om de daaraan toegekende functies te gebruiken.
2.
4.
ZONE LEVEL/CONTROL
Pitch Bend/Modulation schakelaar
ZONE LEVEL schuiven Hiermee regelt u het volumeniveau voor elke zone (pag. 31). Indien het ‘EXTERNAL’ lampje brandt, regelen deze schuiven het volume van een externe MIDI klankmodule (pag. 57).
Volumeschuif
EQUALIZER/EFFECTS Hiermee regelt u het hoge frequente bereik van het geluid (pag. 36).
[HIGH] draaiknop Hiermee regelt u het lage frequente bereik van het geluid (pag. 36).
[SOND CONTROL]
[EXTERNAL/INTERNAL] knop Zorgt ervoor, dat de RD 300GX de externe MIDI klankgenerator bedient (pag. 55).
[TRANSPOSE] knop
[LOW] draaiknop
knop
Wanneer u deze inschakelt, worden de inconsistenties in het volume beperkt en wordt er een stabielere, meer consistente klank geproduceerd (pag. 35). Wanneer u deze inschakelt, kunt u externe V LINK compatible videoapparatuur bedienen, die u op de RD 300GX heeft aangesloten (pag. 82).
[REVERB] knop Hiermee schakelt u de ‘reverb’ (galm) aan/uit (pag. 33).
12
Hiermee schakelt u de multi effecten aan/uit (pag. 47).
Hiermee kunt u de toonhoogte verbuiging regelen of modulatie toepassen (pag. 34).
Hiermee regelt u het algehele volume dat uit de OUTPUT jacks op het achterpaneel en uit de PHONES jack komt (pag. 20).
3.
4
Transponeert het betreffende bereik van het keyboard (pag. 32).
[SPLIT] knop Met deze knop selecteert u de ‘Split Mode’ (gescheiden uitvoering), waarbij het keyboard in twee gedeelten wordt verdeeld, waardoor u met de rechter en de linkerhand verschillende klanken kunt spelen (pag. 29). Bovendien kunt u de demosongs beluisteren door deze knop en de [DUAL] knop tegelijkertijd in te drukken (pag. 25).
[DUAL] knop Hiermee schakelt u de RD 300GX in de ‘Dual Mode’ (gelaagde uitvoering), zodat u uitvoeringen kunt spelen waarbij twee aparte geluidssoorten gelaagd klinken (pag. 28). Bovendien kunt u de demosongs beluisteren door deze knop en de [SPLIT] knop tegelijkertijd in te drukken (pag. 25).
Paneelbeschrijving
5
6
7
8
9
10
5.
DISPLAY
8.
Hier zijn de namen van de geluidssoorten en de waarden van diverse instellingen etc. te zien.
[EDIT] knop Druk op deze knop, wanneer u diverse instellingen wilt regelen (pag. 63).
[EXIT/SHIFT] knop Deze knop indrukken om naar een vorig scherm te gaan of een handeling, die wordt uitgevoerd, te annuleren. Deze knop wordt bovendien tegelijkertijd met andere knoppen ingedrukt om diverse functies uit te voeren.
[DEC] knop, [INC] knop Deze knoppen worden gebruikt om waarden te wijzigen. Indien u één knop ingedrukt blijft houden, terwijl u de andere indrukt, wordt de waardewijziging versneld.
[ENTER] knop Deze knop wordt gebruikt om een waarde te bevestigen of een handeling uit te voeren.
6.
ONE TOUCH [PIANO] knop Selecteert de optimale instellingen voor piano uitvoeringen (pag. 26).
FUNCTION
[WRITE] knop Slaat de huidige instellingen op in ‘Setup’ (pag. 51). Hiermee slaat u ook de ‘System’ instellingen (pag. 64) en de ‘Piano Designer’ instellingen (pag. 60) op.
9.
SONG/AUDIO KEY [SONG/RHYTHM] knop Hiermee schakelt u ‘Song’ in/uit (pag. 40). Hiermee schakelt u ‘Rhythm’ (ritme) in/uit (pag. 37).
[AUDIO KEY] knop Hiermee schakelt u ‘Audio Key’ (audiotoets functie) in/uit (pag. 42).
10.TONE SELECT knoppen Druk deze in om geluidssoorten te selecteren (pag. 27).
[SETUP] knop Roept de opgeslagen instellingen (Setup) op (pag. 50).
7.
ZONE SELECT knop Selecteert de zone, waarvoor de geluidssoort geselecteerd moet worden (pag. 31).
ZONE SELECT lampjes
13
Paneelbeschrijving
Achterpaneel fig.rear
1
1.
2
3
4
5
USB MEMORY aansluiting Hier kunt u een apart aan te schaffen USB stick of een in de handel verkrijgbare CD ROM drive op aansluiten (pag. 21).
2.
USB MIDI aansluiting U kunt deze op de computer aansluiten, zodat deze uitvoeringsdata met de RD 300GX kan uitwisselen (pag. 81).
3.
[DISPLAY CONTRAST] knop Hiermee regelt u het contrast van de display (pag. 20).
4.
PEDAL jacks (DAMPER, CONTROL) Wanneer u de pedaalschakelaar (DP serie), die bij de RD 300GX is meegeleverd, op de DAMPER jack aansluit, kunt u de schakelaar als demperpedaal gebruiken (pag. 18). Met een pedaal dat op de CONTROL jack is aangesloten kunt u vervolgens diverse functies aan het pedaal toekennen (pag. 68).
5.
MIDI schakelaars (IN, OUT) Worden gebruikt om er externe MIDI apparaten op aan te sluiten en om MIDI boodschappen te verzenden (pag. 53, pag. 78).
6.
OUTPUT L (MONO)/R jacks Zorgen voor uitvoer van de audiosignalen. Deze zijn op een versterker of ander apparaat aangesloten. Voor mono gebruikt u de L/MONO jack (pag. 17).
7.
PHONES jack Op deze jack kunt u een koptelefoon aansluiten (pag. 17). Zelfs wanneer de koptelefoon is aangesloten, komt er nog geluid uit de OUTPUT jacks.
8.
Aardeaansluiting (pag. 16)
9.
[POWER] schakelaar Met deze schakelaar schakelt u de stroom aan/uit (pag. 19).
14
6
7
8
9
10 11
10.DC IN jack Sluit de bijgeleverde adapter hierop aan (pag. 16).
11.Kabelhaak Gebruik deze haak om de kabel van de bijgeleverde adapter op zijn plaats te houden (pag. 16).
Voorbereidingen De RD 300GX op een standaard plaatsen Indien u de RD 300GX op een standaard plaatst, dient u de KS 12 of de KS 18Z te gebruiken (afzonderlijk aan te schaffen). Wanneer u de RD 300GX op de KS 12 of de KS 18Z plaatst, zet deze dan in de hieronder getoonde positie. NOTE
Wanneer u de RD 300GX in combinatie met een andere standaard gebruikt, kan hij onstabiel komen te staan, waardoor het instrument zou kunnen omvallen, met alle gevolgen van dien.
NOTE
Lees de handleiding van de standaard voor aanwijzingen voor het monteren van de standaard.
Indien u de standaard KS 18Z gebruikt • Stel de standaard niet hoger in dan op het vierde niveau van onderen. • Stel de breedte van de standaard op zijn maximum in. Van de zijkant gezien
Van de achterkant gezien
Rubberen voetjes Plaats de RD-300GX zodanig, dat de voorkant op één lijn ligt met het uiteinde van de arm van de standaard.
Arm Plaats de vier rubberen voetjes, die zich aan de onderkant van de RD-300GX bevinden zodanig, dat zij binnen de armen van de standaard staan.
Indien u de standaard KS 12 gebruikt • Plaats de standaard zodanig, dat de armen naar de bespeler wijzen. • Stel de standaard qua breedte in op de zesde (842 mm) van de zeven stappen. Van de achterkant gezien
842 mm
Rubberen voetjes Arm
Gat
Plaats de vier rubberen voetjes, die zich aan de onderkant van de RD-300GX bevinden zodanig, dat zij in de gaten in de armen van de standaard vallen.
Bespeler
NOTE
Wanneer u de RD 300GX op de standaard plaatst, pas dan op, dat uw vingers niet tussen het instrument en de standaard bekneld raken.
15
Voorbereidingen
De adapter aansluiten 1.
Zorg ervoor, dat de [POWER] schakelaar die zich aan de linkerkant van het keyboard bevindt uit is (helemaal naar boven staat).
fig.PowerOn.eps
Aardeaansluiting Niet ingedrukt
Netsnoer (van de AC-adapter)
Uit
2. 3.
Kabelhaak
Netsnoer (van de adaptor)
Zet de VOLUME schuif helemaal naar beneden om het volume op het minimum te zetten. NOTE
Sluit het bijgeleverde netsnoer op de bijgeleverde adapter aan. Adapter
Netsnoer Naar stopcontact
Lampje
NOTE
Plaats de adapter zodanig, dat de kant met het lampje (zie illustratie) naar boven wijst en de kant met de informatie naar beneden. Het lampje gaat aan wanneer u de adapter met de stekker in het stopcontact steekt.
4.
Sluit de adapter op de DC IN jack van de RD 300GX aan en steek de stekker van het netsnoer in een stopcontact.
5.
Laat de kabel van de adapter om de kabelhaak lopen om hem op zijn plaats te houden.
NOTE
Zet het netsnoer vast met behulp van de kabelhaak (zoals in de illustratie te zien is) om te voorkomen dat het netsnoer per ongeluk losraakt en om overmatige belasting van de adapter jack te vermijden. Zelfs als het netsnoer vastgezet is, kan grote belasting van het snoer ervoor zorgen, dat het beschadigd raakt of dat er breuken in ontstaan. Zorg ervoor, dat u niet per ongeluk aan het snoer trekt of er sterke druk op uitoefent. Afhankelijk van de omstandigheden van een bepaalde opstelling kunt u een onaangenaam gevoel krijgen of merken, dat het oppervlak korrelig aanvoelt wanneer u dit apparaat aanraakt. Dit komt door een heel kleine elektrische lading die absoluut onschadelijk is. Indien u zich hierover echter zorgen maakt, verbind dan de aardeaansluiting (zie illustratie) met een externe aarding. Wanneer het apparaat geaard is, kan er een lichte brom optreden, afhankelijk van de bijzonderheden van uw installatie. Indien u niet zeker weet, hoe u de aarde moet verbinden, neem dan contact op met het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Roland distributeur (zie de lijst op de ‘Informatie’ pagina).
Ongeschikte plaatsen om aan te sluiten: • Waterleidingen (dit kan een elektrische schok tot gevolg hebben) • Gasleidingen (dit kan brand of een explosie veroorzaken) • Bliksemafleiders (dit kan gevaarlijk zijn in het geval van onweer).
16
Voorbereidingen
De externe apparatuur op de RD 300GX aansluiten De RD 300GX is niet met een versterker of luidsprekers uitgerust. Om geluid te produceren dient u er audioapparatuur, zoals een monitorluidspreker of een stereoset op aan te sluiten of een koptelefoon te gebruiken. Audiokabels, USB kabels, MIDI kabels, koptelefoons, expressiepedalen en USB stick worden niet bijgeleverd. Raadpleeg uw Roland dealer indien u dergelijke accessoires moet aanschaffen. NOTE
Om storing en/of schade aan luidsprekers of andere apparatuur te voorkomen dient u altijd het volume laag te zetten en de stroom van alle apparaten uit te schakelen, voordat u apparatuur aansluit.
fig.00 08e
Computer naar stopcontact
Expressiepedaal (EV-5/7) of pedaalschakelaar (DP-serie)
Stereokoptelefoon
Pedaalschakelaar (DP-serie) Monitorluidsprekers (versterkt) MIDI IN MIDI OUT
MIDI-klankmodule etc.
MIDI sequencer etc.
17
Voorbereidingen
1.
Controleer, voordat u apparatuur begint aan te sluiten, het volgende: Is het volumeniveau van de RD 300GX of de daarop aangesloten versterker helemaal laag gezet? Is de stroom van de RD 300GX of de daarop aangesloten versterker uitgeschakeld?
2.
Sluit de bijgeleverde adapter op de DC IN jack van de RD 300GX aan en steek het andere einde met de stekker in een stopcontact.
3.
Sluit de RD 300GX en de externe apparatuur op elkaar aan. Gebruik audiokabels om audioapparatuur, zoals een versterker of luidsprekers aan te sluiten. Gebruik MIDI kabels om MIDI apparatuur aan te sluiten. Gebruik USB kabels om een computer aan te sluiten. Indien u een koptelefoon gebruikt, steek dan de stekker in de PHONES jack. Sluit pedaalschakelaars of expressiepedalen aan zoals noodzakelijk. NOTE NOTE
NOTE
Gebruik een stereo koptelefoon. Gebruik alleen het aangegeven expressiepedaal (EV 5/7; separaat aan te schaffen). Door een ander expressiepedaal aan te sluiten loopt u het risico van storing en/of schade aan het instrument. U kunt op de aansluiting voor de USB stick ook een floppydiskdrive (apart aan te schaffen) of een in de handel verkrijgbare CD drive aansluiten (pag. 14). U kunt een floppydiskdrive of een CD drive gebruiken om songs van een floppydisk of CD af te spelen.
Pedalen aansluiten Sluit het bij de RD 300GX meegeleverde pedaal op één van de PEDAL jacks aan. Wanneer u het op de DAMPER jack aansluit, kan het pedaal als demperpedaal worden gebruikt. Wanneer u het pedaal op de CONTROL jack aansluit, kunt u diverse functies aan het pedaal toekennen (pag. 68). NOTE
18
Stel de schakelaar van het bijgeleverde pedaal op ‘Continuous’ in, wanneer het pedaal wordt aangesloten.
Voorbereidingen
De stroom in en uitschakelen 941 NOTE
Wanneer u klaar bent met het aansluiten van de apparatuur, schakel dan de stroom van de verschillende apparaten in de aangegeven volgorde in. Wanneer u de apparaten in de verkeerde volgorde aanzet, kunt u storing en/of schade aan luidsprekers en andere apparaten veroorzaken.
De stroom inschakelen
1.
Gebruik, voordat u de stroom inschakelt, de VOLUME schuif om het volume laag te zetten. Zet het volume van andere aangesloten audioapparaten of verdere apparatuur ook helemaal laag.
fig.00 09
2.
Druk op de [POWER] schakelaar aan de achterkant van de RD 300GX om de stroom in te schakelen. Het apparaat wordt opgestart en de achtergrondverlichting van de display gaat aan.
fig.00 10
Knop ingedrukt Aan
NOTE
Om verkeerd functioneren van de Pitch Bend/Modulation schakelaar (pag. 34) te voorkomen dient u deze schakelaar tijdens het aanzetten van de RD 300GX niet aan te raken.
NOTE
Dit apparaat is met een beschermingscircuit uitgerust. Na het opstarten is er een korte tijd (enkele seconden) nodig, voordat het apparaat normaal functioneert.
NOTE
In het geval dat de stroom wordt uitgeschakeld of wegvalt, terwijl ‘Factory Reset’ (terugzetten in de fabrieksinstellingen; pag. 77) in uitvoering is, kunnen de data aangetast raken en kan het apparaat de volgende keer bij het opstarten meer tijd nodig hebben.
3.
Schakel de stroom van op de RD 300GX aangesloten externe apparatuur in.
4.
Stel het volume van de aangesloten externe apparatuur in.
5.
Stel het volume van de RD 300GX op het gewenste niveau in.
19
Voorbereidingen
De stroom uitschakelen
1.
Gebruik, voordat u de stroom uitschakelt, de VOLUME schuif om het volume helemaal laag te zetten. Zet het volume van andere aangesloten audioapparaten of verdere apparatuur ook helemaal laag.
2.
Schakel de stroom van de aangesloten externe apparaten uit.
3.
Druk op de [POWER] schakelaar aan de achterkant van de RD 300GX. De stroom wordt uitgeschakeld. NOTE
Indien u de stroom helemaal wilt uitschakelen, zet dan eerste de [POWER] schakelaar uit en neem vervolgens de stekker uit het stopcontact. Zie ‘Stroomvoorziening’ (pag. 6).
Het volume regelen fig.00 11
1.
Regel het volume met behulp van de VOLUME schuif. Beweeg de schuif omhoog om het volume te doen toenemen en omlaag om het te doen afnemen. Zet ook het volume van de op de RD 300GX aangesloten apparaten op een geschikt niveau.
Het contrast van de display regelen ([DISPLAY CONTRAST] knop) De karakters in de display kunnen direct na het opstarten of na langdurig gebruik moeilijk te zien zijn. Dit kan komen door waar en hoe de display geplaatst is. In zulke gevallen kunt u het contrast van de display regelen door aan de [DISPLAY CONTRAST] knop aan de achterkant te draaien. fig.00 17p
20
Voorbereidingen
Een USB stick gebruiken U kunt Setup bestanden en songbestanden voor de veiligheid opslaan op een afzonderlijk aan te schaffen USB stick. U kunt ook SMF muziekbestanden die op een USB stick zijn opgeslagen, afspelen (pag. 40) of audiobestanden van USB stick afspelen (pag. 42). U kunt ook een separaat aan te schaffen floppydiskdrive gebruiken om data naar een floppydisk te kopiëren. Lees voor meer informatie hierover de handleiding van de floppydiskdrive. NOTE
Gebruik USB sticks en een floppydiskdrive van Roland. Indien u een ander fabricaat gebruikt, kan niet gegarandeerd worden, dat dit correct functioneert.
Een USB stick aansluiten
1.
Sluit een USB stick aan op de USB MEMORY aansluiting op het achterpaneel van de RD 300GX.
USB-stick (apart verkrijgbaar)
Steek de USB stick er voorzichtig helemaal in, totdat die stevig op zijn plaats zit. Indien u een nieuwe USB stick gebruikt, dient u deze eerst te initialiseren (formatteren) op de RC 300GX. Zie voor meer informatie ‘Het geheugen formatteren (Format)’ op pag. 76. U kunt op de USB MEMORY aansluiting ook een in de handel verkrijgbare CD drive of floppydiskdrive (separaat aan te schaffen) aansluiten.
21
Overzicht van de RD 300GX Basisindeling van de RD 300GX De RD 300GX kan in twee secties worden verdeeld: een bedienings sectie en een klankgenerator sectie. fig.00 G01e
Eenheden van geluid Wanneer u de RD 300GX gebruikt, zult u merken dat er een scala aan verschillende categorieën bestaat, wanneer u met geluiden werkt.
Geluidssoort De afzonderlijke klanken die gebruikt worden bij het bespelen van de RD 300GX, worden ‘Tones’ (geluidssoorten) genoemd. Aan elke partij worden geluidssoorten toegekend.
Klankgeneratorsectie
Spelen
Bedienings sectie (bedieningsdelen zoals keyboard, Pitch Bend-schakelaar etc.)
Bedienings sectie Dit deel omvat het keyboard, de Pitch Bend/Modulation schakelaar, de draaiknoppen op het paneel, de schuiven en de evt. op het achterpaneel aangesloten pedalen. Handelingen als het indrukken en loslaten van toetsen op het keyboard, het indrukken van een pedaal enzovoorts, worden omgezet in MIDI boodschappen en naar de klankgenerator sectie of naar een extern MIDI apparaat gezonden.
Klankgenerator sectie De klankgenerator sectie produceert het geluid. Hier worden MIDI boodschappen die van het bedieningsdeel of van externe MIDI apparaten worden ontvangen omgezet naar muzieksignalen, die vervolgens als analoge signalen uit de OUTPUT en PHONES jacks komen.
De geluidssoorten bevatten ook diverse groepen percussie instrumenten, die in ‘Rhytm Sets’ (ritmesets) zijn gegroepeerd. Elke toets (note number oftewel nootnummer) van een ritmeset produceert een ander percussie instrument.
Part Een klankgenerator van dit type dat meerdere klanken kan bedienen door middel van één apparaat wordt een multitimbre klankgenerator genoemd. De RD 300GX bevat een multitimbre klankgenerator die zestien geluidssoorten tegelijkertijd kan spelen. ‘Partijen’ zijn de vorm, waaraan geluidssoorten die worden gecreëerd, wanneer de RD 300GX als multitimbre klankgenerator wordt gebruikt, worden toegekend. Omdat er aan elke partij verschillende geluidssoorten kunnen worden toegekend, die afzonderlijk bediend kunnen worden, kunt u meerdere geluidssoorten tegelijkertijd laten spelen, het keyboard in verschillende bereiken verdelen en verschillende geluidssoorten in die verschillende delen laten spelen (Split’ of gescheiden uitvoering). Zo kunt u plezierig ensemble uitvoeringen maken. De zestien Parts die door de interne klankgenerator van de RD 300GX gespeeld worden heten ‘Internal Parts’ (interne Parts).
Zone De RD 300GX bevat drie Parts (UPPER 1, UPPER 2 en LOWER), die u kunt gebruiken om de interne Parts naar believen met de knoppen en het keyboard van de RD 300GX te bedienen. Deze drie Parts die worden gebruikt om de interne Parts te bedienen worden gezamenlijk de ‘Internal Zone’ (interne zone) genoemd. Verder kunt u met de RD 300GX op dezelfde manier als bij de interne zone naar believen externe MIDI klankgenerators bedienen. U kunt op dezelfde manier de externe MIDI klankgenerator bedienen met de drie Parts (UPPER 1, UPPER 2 en LOWER). Deze groep van drie Parts wordt dan de ‘External Zone’ (externe zone) genoemd. De externe MIDI klankgenerator wordt voor de bediening aan deze drie Parts toegekend.
22
Overzicht van de RD 300GX
Basisbediening Hoofdschermen ONE TOUCH scherm Wanneer de ONE TOUCH [PIANO] knop wordt ingedrukt, die de RD 300GX in de optimale instelling zet voor piano uitvoeringen, komt dit scherm in beeld. fig.gisp
Songscherm Rhythm scherm Wanneer u op de [SONG/RHYTHM] knop drukt, verschijnt het Songscherm of het Rhythm scherm (ritmescherm). In het songscherm kunt u songs selecteren en afspelen (pag. 40). U kunt ook een USB stick (separaat aan te schaffen) in de USB MEMORY aansluiting doen en SMF muziekbestanden of audiobestanden, die u op de USB stick heeft opgeslagen, afspelen. fig.gisp
Tone scherm (basisscherm) De namen van de geluidssoorten die op dit moment voor de interne zone geselecteerd zijn, worden getoond. Dit is het scherm, dat normaalgesproken te zien is. U kunt de geluidssoorten van de interne zone (UPPER 1, UPPER 2 en LOWER) wijzigen. fig.gisp
Indien er een SMF muziekbestand wordt geselecteerd, wordt het maatnummer rechts bovenin het scherm getoond. Indien er een audiobestand wordt geselecteerd, is de speeltijd rechts bovenin het scherm te zien. In het ritmescherm kunt u ritmepatronen en het tempo veranderen (pag. 37). fig.gisp
Setup scherm De op dit moment geselecteerde Setup (combinatie van instellingen, pag. 50) wordt getoond. U kunt dit scherm laten verschijnen door de ONE TOUCH [SETUP] knop in te drukken. U kunt de Setups wijzigen. fig.gisp
Schakelen tussen het ritmescherm en het songscherm 1. Blijf de [EXIT/SHIFT] knop ingedrukt houden, terwijl u de knoppen [DEC] en [INC] gebruikt om de cursor naar de linker bovenhoek van het scherm te verplaatsen. 2. Het ritmescherm verschijnt, indien u de knoppen [DEC] en [INC] gebruikt om ‘RHY’ te selecteren en het songscherm verschijnt, indien u ‘INT’ of ‘USB’ selecteert.
Audio Key (audiotoets functie) scherm Wanneer u de [AUDIO KEY] knop indrukt, gaat de RD 300GX naar dit scherm. U kunt op het keyboard spelen, terwijl u audiobestanden afspeelt, die u op een USB stick (separaat aan te schaffen) heeft opgeslagen (pag. 42). fig.gisp
23
Overzicht van de RD 300GX External scherm (extern scherm) Wanneer de [EXTERNAL/INTERNAL] knop wordt ingedrukt, gaat het EXTERNAL lampje branden en schakelt de RD 300GX naar de modus, waarin hij een externe MIDI klankgenerator kan bedienen. De status van deze knop bepaalt of de knoppen van de RD 300GX worden gebruikt om de interne zone (INTERNAL lampje gaat branden) of de externe zone (EXTERNAL lampje gaat branden) te bedienen. In aanvulling daarop kunt u gedetailleerde instellingen maken voor de MIDI boodschappen, die naar de externe klankgenerator moeten worden verzonden (pag. 58). fig.gisp
De functieknoppen fig.00 G07p
[EDIT] knop Door de [EDIT] knop in te drukken, zodat het lampje gaat branden, kunt u naar de ‘Edit mode’ (bewerkingsmodus) gaan. In de bewerkingsmodus kunt u gedetailleerde instellingen voor diverse functies maken. U kunt de bewerkingsmodus verlaten door op de [EDIT] knop te drukken, zodat het lampje uit gaat.
[WRITE] knop Slaat de huidige instelling op onder ‘Setup’ (pag. 51).
Een waarde bewerken Indien er meer dan één item in één scherm te zien is, verschijnt het ‘ ’ icoon aan de linkerkant van de naam van het item of de waarde, die u aan het bewerken bent. Dit icoon wordt de ‘cursor’ genoemd. U kunt de cursor bewegen door de [EXIT/SHIFT] knop ingedrukt te houden en de knoppen [DEC] en [INC] te gebruiken. fig.gisp
Cursor Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om de waarde van een item, waar de cursor voor staat te bewerken. fig.00 G12p
De knoppen [DEC] en [INC] Door de [INC] knop in te drukken verhoogt u de waarde. De [DEC] knop verlaagt de waarde. Indien u wilt, dat de waarde blijft veranderen, houd dan simpelweg de [DEC] knop of de [INC] knop ingedrukt. Voor een snellere verhoging van de waarde houdt u de [INC] knop ingedrukt en drukt u op de [DEC] knop. Voor een snellere verlaging van de waarde houdt u de [DEC] knop ingedrukt en drukt u op de [INC] knop.
24
Wanneer u de [DEC] knop en de [INC] knop tegelijkertijd indrukt, wordt de betreffende parameter op de standaardwaarde ingesteld of uitgeschakeld.
De demo beluisteren (DEMO PLAY) U kunt deze songs als volgt beluisteren. De RD 300GX beschikt over de interne demosongs die de speciale mogelijkheden van het instrument laten horen. Nr.
Naam van de song
Componist
Copyright
01.
Macho Blues
John Maul
© 2008 Roland Corporation
02.
Fond Farewell
Adrian Scott
© 2008 Roland Corporation
03.
Superior Grand
Scott Tibbs
© 2004 Roland Corporation
NOTE
NOTE
Alle rechten voorbehouden. Ongeoorloofd gebruik van dit materiaal voor andere doeleinden dan privégebruik is een schending van de geldende wetgeving. Van de muziek die wordt afgespeeld, zullen geen data vanaf de MIDI OUT aansluiting worden gezonden.
fig.Q1 01p
Wanneer u naar de Demo modus gaat, zullen de diverse instellingen in dezelfde status zijn als die waarin ze direct na het opstarten van de RD 300GX verkeren. Sla samengestelde instellingen die u wilt bewaren op in ‘Setup’ (pag. 51).
1.
Houd de [SPLIT] knop ingedrukt en druk op de [DUAL] knop. Het demoscherm verschijnt.
fig.disp
2.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om de song, die u wilt horen te selecteren.
3.
Druk op de [ENTER] knop om het afspelen van de song te starten. Wanneer de laatste song geheel is gespeeld, gaat het afspelen bij de eerste song verder.
4.
Druk op de [EXIT/SHIFT] knop of de [ENTER] knop om een song tijdens het afspelen te laten stoppen.
5.
Druk, terwijl de song wordt gestopt, op de [EXIT/SHIFT] knop om het demoscherm te verlaten. Ongeacht of de song aan het spelen is of wordt gestopt, wordt de demo beëindigd, wanneer er op de ONE TOUCH [PIANO] knop gedrukt wordt. Het originele scherm is dan weer in de display te zien.
25
Uitvoering Piano uitvoeringen (ONE TOUCH [PIANO] knop) Probeert u nu eens op de piano te spelen. Bij de RD 300GX kunt u de ideale instellingen voor piano uitvoeringen op elk gewenst moment oproepen door simpelweg een knop in te drukken. fig.Q1 03p
1.
Druk op de ONE TOUCH [PIANO] knop. Het ONE TOUCH PIANO scherm verschijnt.
fig.disp
Wanneer u de ONE TOUCH [PIANO] knop indrukt, wordt het hele keyboard ingesteld om met pianogeluid te spelen.
NOTE
Wanneer u de ONE TOUCH [PIANO] knop indrukt, worden alle instellingen, behalve de Piano Designer instellingen (pag. 60), hersteld naar de status ten tijde van het inschakelen van de stroom. Indien u deze instellingen wilt behouden, neem ze dan op onder een Setup (pag. 50). U kunt de knoppen [DEC] en [INC] in het ONE TOUCH PIANO scherm gebruiken om de mate van opening van het vleugeldeksel te regelen. U kunt aangeven of het afspelen van de song moet stoppen door de ONE TOUCH [PIANO] knop in te drukken, terwijl een song wordt afgespeeld. Zie voor meer informatie ‘Het afspelen van een song laten stoppen, wanneer u een ONE TOUCH knop indrukt (Song Stop Mode)’ op pag. 67.
Met de RD 300GX kunt u ook gedetailleerdere instellingen maken om ervoor te zorgen dat de klank nog beter bij uw favoriete piano uitvoeringen past. U kunt de configuratie van de instellingen onder de ONE TOUCH [PIANO] knop opslaan. Zie indien nodig de volgende informatie: • Gedetailleerde instellingen voor de piano geluidssoorten maken (Piano Designer) → pag. 60
26
Uitvoering
Uitvoering met een verscheidenheid aan geluidssoorten (TONE SELECT knoppen) De RD 300GX beschikt over een groot aantal ingebouwde geluidssoorten. Elk van deze afzonderlijke geluiden wordt een ‘Tone’ (geluidssoort) genoemd. Geluidssoorten worden overeenkomstig de geselecteerde categorie geluidssoorten aan de TONE SELECT knoppen toegekend. Probeert u eens een aantal verschillende geluidssoorten te selecteren en er mee te spelen. fig.Q1 06p
1.
Druk op de ONE TOUCH [PIANO] knop. Hierdoor wordt er één enkele geluidssoort geselecteerd, die door het hele keyboard gespeeld wordt.
fig.disp
Indien er meerdere geluidssoorten gespeeld worden, druk dan niet op de ONE TOUCH [PIANO] knop, maar selecteer in plaats daarvan de zone die de geluidssoort bevat, die u wilt veranderen. Gebruik daarvoor de ZONE SELECT knop. Zie ‘De geluidssoort voor een zone veranderen (ZONE SELECT knop)’ op pag. 31.
2.
Druk op één van de TONE SELECT knoppen om de categorie van de geluidssoort te kiezen. Het lampje van de TONE SELECT knop van de geselecteerde categorie gaat branden.
fig.disp
3.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om de geluidssoort te selecteren. Speel op het keyboard, dan hoort u de geselecteerde geluidssoort. De volgende keer, dat u deze TONE SELECT knop selecteert, wordt de geluidssoort, die u hier heeft geselecteerd, gespeeld.
NOTE
Met de [RHY/GM2] knop geselecteerde geluidssoorten worden in deze volgorde opgeslagen: ‘Ritmesets’, ‘GM2 ritmesets’ en ‘GM2 geluidssoorten’. Zie de ‘Lijst van geluidssoorten’ (pag. 91).
27
Uitvoering
Meerdere geluidssoorten tegelijk spelen op het keyboard DE RD 300GX beschikt over drie interne zones (UPPER 1, UPPER 2 en LOWER) en aan elk van deze zones kan één geluidssoort worden toegekend. U kunt bij uw uitvoering combinaties van geluidssoorten gebruiken door elke zone in of uit te schakelen. U kunt meerdere geluidssoorten tegelijk gelaagd spelen en zelfs aan de linker en de rechterkant van het keyboard met verschillende geluidssoorten spelen.
Uitvoering met gelaagde geluidssoorten ([DUAL] knop) Op de RD 300GX kunt u twee geluidssoorten gelaagd spelen, zodat ze samen klinken. fig.Q1 12p
1.
Druk op de [DUAL] knop, zodat het lampje gaat branden. Probeer op het keyboard te spelen.
fig.disp
De geluidssoorten voor UPPER 1 en UPPER 2 worden als laagjes gecombineerd en samen gespeeld. fig.Q1 11layer
UPPER 1 UPPER 2
2.
Druk nogmaals op de [DUAL] knop, het lampje gaat uit. De geluidssoorten voor UPPER 1 worden gespeeld.
NOTE
28
De [DUAL] knop heeft geen effect als het EXTERNAL lampje brandt. Om UPPER 2 van de externe zone in te schakelen moet u het MIDI kanaal voor UPPER 2 instellen (pag. 55).
Uitvoering
Twee TONE SELECT knoppen tegelijkertijd indrukken U kunt twee geluidssoorten gelaagd laten klinken door twee TONE SELECT knoppen tegelijkertijd in te drukken. Indien u bijvoorbeeld een pianoklank met een snaarinstrument wilt combineren, druk dan de [PIANO] knop en de [STRINGS] knop samen in. Het lampje van de [DUAL] knop begint te knipperen en wanneer u op het keyboard gaat spelen klinken de piano en het snaarinstrument samen (gelaagd). In dit geval wordt de geluidssoort van de knop die u het eerst indrukt aan UPPER 1 toegekend en de andere aan UPPER 2. De lampjes van de twee TONE SELECT knoppen gaan branden. fig.disp
Wanneer u eenmaal twee TONE SELECT knoppen heeft geselecteerd, zorgt het indrukken van een willekeurige TONE SELECT knop ervoor, dat die geluidssoort onder UPPER 1 wordt geselecteerd. Het lampje van UPPER 2 gaat uit en die geluidssoort houdt op te spelen. Het lampje van de [DUAL] knop gaat dan ook uit. * De hierboven beschreven stappen kunnen worden uitgevoerd, indien het ZONE SELECT lampje van UPPER 1 of UPPER 2 brandt.
Verschillende geluidssoorten spelen op twee verschillende delen van het keyboard ([SPLIT] knop) Een dergelijke verdeling van het keyboard in delen voor de rechter en de linkerhand wordt ‘Split’ (scheiding) genoemd en de toets waar de grens ligt wordt het ‘Split Point’ (splitspunt) genoemd. Terwijl in gescheiden uitvoering wordt gespeeld wordt een geluid dat aan de rechterkant wordt gespeeld een ‘Upper geluidssoort’ (geluidssoort van de rechterhand) genoemd en het geluid dat aan de linkerkant gespeeld wordt, heet dan de ‘Lower geluidssoort’ (geluidssoort van de linkerhand). De toets op het splitspunt hoort bij het LOWER deel. In de fabriek is het splitspunt op ‘B3’ ingesteld. U kunt het splitspunt veranderen. Zie ‘Het splitspunt van het keyboard veranderen’ (pag. 30). fig.Q1 15p
29
Uitvoering
1.
Druk op de [SPLIT] knop, zodat het lampje gaat branden. Het lampje bij ZONE SELECT ‘LOWER’ gaat branden. Probeer op het keyboard te spelen.
fig.disp
De UPPER geluidssoort wordt in het deel van de rechterhand op het keyboard gespeeld en de LOWER geluidssoort in het deel van de linkerhand op het keyboard. fig.Q1 17sp
Splitspunt (B3)
LOWER
2.
UPPER
Om de gescheiden uitvoering te verlaten, drukt u nogmaals op de [SPLIT] knop. Het lampje gaat dan uit.
Het splitspunt van het keyboard veranderen U kunt in de gescheiden uitvoering het punt, waarop het keyboard wordt verdeeld (het ‘Split Point’ of splitspunt) veranderen.
1.
Houd de [SPLIT] knop enkele seconden ingedrukt. Er verschijnt een scherm als het volgende en de huidige waarde van de instelling komt in beeld.
fig.disp
2.
Houd de [SPLIT] knop ingedrukt en druk op een toets. Wanneer u de [SPLIT] knop loslaat zal het voorgaande scherm weer verschijnen. De toets op het splitspunt hoort bij het LOWER deel. U kunt het splitspunt veranderen en deze met halve tonen verhogen door de [SPLIT] knop ingedrukt te houden en de knoppen [DEC] en [INC] te gebruiken. U kunt het keyboard in rechter en linkerzones verdelen en de LOWER geluidssoort in de linkerzone spelen, terwijl u de geluidssoorten van UPPER 1 en UPPER 2 in de rechterzone gelaagd speelt.
UPPER1 UPPER2 LOWER
30
Uitvoering
De geluidssoort voor een zone veranderen (ZONE SELECT knop) Wanneer u de geluidssoort die aan een zone is toegekend verandert, gebruik dan de ZONE SELECT knop om de zone met de geluidssoort die u wilt veranderen aan te geven. fig.Q1 20p
1.
Druk op de ZONE SELECT knop, zodat het lampje van ZONE SELECT voor de zone, die u wilt selecteren, gaat branden of knipperen. Het lampje van de op dat moment geselecteerde TONE SELECT knop gaat in dezelfde kleur branden als het lampje van de geselecteerde zone.
2.
Gebruik de TONE SELECT knoppen om de geluidssoort categorie te selecteren en gebruik vervolgens de knoppen [DEC] en [INC] om een geluidssoort te selecteren. Het lampje van de [DUAL] knop gaat knipperen, indien de UPPER 2 zone niet aan is en het lampje bij de [SPLIT] knop gaat knipperen, indien de LOWER zone niet aan is. Indien u klanken in elke zone wilt spelen, druk dan de bijbehorende knop in, zodat het lampje gaat branden.
Het volumeniveau voor afzonderlijke zones aanpassen (ZONE LEVEL schuif) Bij de RD 300GX wordt elk van de Parts, die worden uitgevoerd met gebruik van de interne klankgenerator, een ‘Internal Zone’ (interne zone) genoemd. Voor elke zone (UPPER 1, UPPER 2 en LOWER) kunt u de ZONE LEVEL schuiven gebruiken om het volume van een afzonderlijke zone te regelen. fig.Q1 21pe
INTERNAL-lampje brandt Gebruik de VOLUME schuif, wanneer u het algehele volume regelt (pag. 20).
Zones, waaraan geluidssoorten van externe klankmodulen worden toegekend, worden ‘External Zones’ (externe zones) genoemd. Bij de RD 300GX kunt u de externe en de interne zones op dezelfde manier bedienen. Zie ‘Het volume van elke zone regelen (External Zone)’ op pag. 57 voor meer informatie over de bediening van de externe zone.
31
Uitvoering
De toonhoogte van het keyboard transponeren ([TRANSPOSE] knop) U kunt uitvoeringen transponeren zonder de toetsen, die u speelt, te veranderen. Ook kunt u de toonhoogte met een octaaf veranderen. Deze eigenschap wordt ‘Transpose’ (transponeren) genoemd. Dit is een handige eigenschap wanneer u de toonhoogte van een keyboarduitvoering bij de toonhoogte van een vocalist wilt laten passen, of wanneer u een uitvoering wilt doen met gebruik van bladmuziek voor trompetten of andere getransponeerde instrumenten. U kunt de instelling van de transpositie in halve tonen regelen over een bereik van 48– 0–+48 in relatie tot C4. NOTE
Nootboodschappen van de MINi IN aansluiting worden niet getransponeerd. fig.Q1 22p
1.
Houd de [TRANSPOSE] knop enkele seconden ingedrukt. Een onderstaand scherm verschijnt en de huidige waarde van de instelling komt in beeld.
fig.disp
2.
Houd de [TRANSPOSE] knop ingedrukt en druk op een toets. Om bijvoorbeeld de ‘E’ te laten klinken, wanneer u de ‘C’ speelt, houdt u de [TRANSPOSE] knop ingedrukt en drukt u op de toets E4. De mate van transpositie wordt dan ‘+4’. Wanneer u de [TRANSPOSE] knop loslaat, verschijnt het voorgaande scherm weer. Wanneer de mate van transpositie wordt ingesteld, wordt de transpositiefunctie ingeschakeld en gaat de [TRANSPOSE] knop branden. Wanneer de transpositiewaarde op ‘0’ wordt ingesteld blijft het lampje van de knop donker, zelfs wanneer u de [TRANSPOSE] knop indrukt. U kunt ook transponeren door de [TRANSPOSE] knop ingedrukt te houden en de knoppen [DEC] en [INC] te gebruiken. Zelfs wanneer de transpositiefunctie is ingeschakeld, blijft het splitspunt ongewijzigd (pag. 30).
3.
Om de transpositiefunctie uit te schakelen drukt u op de [TRANSPOSE] knop, zodat het lampje uit gaat. De volgende keer dat de [TRANSPOSE] knop wordt ingedrukt wordt de klank getransponeerd met een mate die overeenkomt met de hier ingestelde waarde. U kunt de graad van transpositie voor elke zone apart instellen. Zie ‘De transpositie voor elke zone afzonderlijk instellen (Transpose)’ op pag. 70.
32
Uitvoering
Galm aan het geluid toevoegen ([REVERB] knop) De RD 300GX kan een ‘reverb’ (galm) effect toevoegen aan de tonen, die u op het keyboard speelt. De toepassing van galm voegt een mooie weerklank toe aan wat u speelt, zodat het bijna klinkt alsof u in een concertzaal speelt. fig.Q1 24rev
1.
Druk op de [REVERB] knop, zodat het lampje gaat branden. Probeer op het keyboard te spelen. Het galmeffect wordt aan de hele geluidssoort toegevoegd.
2.
Om het galmeffect weg te halen drukt u nogmaals op de [REVERB] knop, waardoor het lampje uit gaat.
Het type galmeffect wijzigen U kunt uit zes verschillende typen galmeffect kiezen.
1.
Houd de [EXIT/SHIFT] knop ingedrukt en druk tegelijkertijd op de [REVERB] knop.
2.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om van galmtype te veranderen.
fig.disp
TYPE
3.
Uitleg
STAGE
Deze galm simuleert de galmklank van een podium. Het geeft meer galm dan ‘HALL’.
ROOM
Simuleert de galm, zoals die in een kamer klinkt. Het geeft een duidelijke en ruimtelijke galm.
HALL
Simuleert de galm, zoals die in een zaal klinkt. Het geeft een diepere galm dan ‘ROOM’.
PLATE
Simuleert een plaatgalm (een type kunstmatige galm, die gebruikmaakt van een metalen plaat).
GM2 REVERB
Galm voor gebruik met GM2.
CATHEDRAL
Dit geeft een galm weer zoals die in een kathedraal klinkt.
Druk, nadat u het type heeft bepaald, op de [EXIT/SHIFT] knop.
33
Uitvoering
De diepte van het galmeffect veranderen U kunt kiezen uit 127 niveaus van diepte voor het galmeffect.
1.
Houd de [REVERB] knop ingedrukt en gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om de diepte van het galmeffect te veranderen.
fig.disp
Wanneer u de [REVERB] knop loslaat, verschijnt het vorige scherm weer. De instellingen voor de galmdiepte kunnen voor elke zone apart worden gerealiseerd (pag. 69).
De toonhoogte van de klank in Realtime veranderen (Pitch Bend/Modulation schakelaar) Beweeg, terwijl u het keyboard bespeelt, de schakelaar naar links om de toonhoogte te verlagen of naar rechts om te toonhoogte te verhogen. Dit wordt ‘Pitch Bend’ (toonhoogte verbuiging) genoemd. U kunt ook vibrato toevoegen door de schakelaar van u af te bewegen. Dit wordt ‘Modulation’ (modulatie) genoemd. Indien u de schakelaar van u af beweegt en hem tegelijkertijd naar links of rechts beweegt, kunt u beide effecten tegelijkertijd toepassen. NOTE
Het effect dat u verkrijgt, wanneer u de schakelaar beweegt, kan verschillen al naar gelang de geluidssoort die gebruikt wordt. Ook is het zo, dat het effect dat wordt toegepast, wanneer u de schakelaar beweegt, voor elke geluidssoort vaststaat en niet veranderd kan worden.
fig.Q1 26bend
Pitch Bend
Pitch Bend (toonhoogte verbuiging)
34
Modulation
Modulation (modulatie)
Uitvoering
Levendigheid aan de klank toevoegen ([SOUND CONTROL] knop) Wanneer u de functie ‘Sound Control’ (klankregeling) aanzet, worden verschillen in het volume onderdrukt om een meer samenhangende klank te krijgen. Deze functie wordt op ‘OFF’ (uit) gezet, wanneer de stroom wordt ingeschakeld. fig.Q1 27sctrl
1.
Druk op de [SOUND CONTROL] knop zodat het lampje gaat branden. Bij sommige geluidssoorten kunnen klanken vervormd worden. Indien dit zich voordoet, zet dan de respectieve ZONE LEVEL schuiven lager.
NOTE
2.
Houd de [SOUND CONTROL] knop ingedrukt en gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om van klankregeling type te veranderen.
fig.disp
TYPE
3.
Uitleg
HARD COMP
Zorgt voor sterke compressie.
SOFT COMP
Zorgt voor milde compressie.
LOW BOOST
Versterkt het lage bereik.
MID BOOST
Versterkt het middenbereik.
HI BOOST
Versterkt het hoge bereik.
Om deze functie te annuleren, drukt u nogmaals op de [SOUND CONTROL] knop, waardoor het lampje uit gaat.
35
Uitvoering
Het volumeniveau van elk frequentiebereik regelen (EQUALIZER draaiknoppen) De RD 300GX beschikt over een tweebands equalizer. U kunt de EQUALIZER [LOW] knop en [HIGH] knop gebruiken om het volume van elk frequentiebereik te regelen. NOTE
De equalizer werkt op het algehele geluid, dat uit de OUTPUT jacks komt. fig.Q1 28eq
1.
Draai aan de EQUALIZER knoppen om het volumeniveau in elk bereik te regelen. Wanneer u een knop richting het min( )teken draait, wordt het volumeniveau van dat frequentiebereik afgezwakt. Draai de knop richting het plus(+)teken om het volumeniveau van dat bereik te versterken. NOTE
Afhankelijk van de instellingen van de knop kunt u vervorming horen. Indien dat zich voordoet, gebruik dan de VOLUME schuif om het volume te verlagen.
De frequentie van de Low (lage) en High (hoge) bereiken veranderen U kunt de EQUALIZER [LOW] knop en [HIGH] knop gebruiken om de frequentie waarop de aanpassing zal plaatsvinden, te veranderen.
1.
Draai aan de EQUALIZER knoppen, terwijl u de [EXIT/SHIFT] knop ingedrukt houdt. U kunt de frequentie aanpassen.
fig.disp
2.
36
Nadat u de waarde heeft bepaald, drukt u op de [EXIT/SHIFT] knop om naar het voorgaande scherm terug te keren.
De gemaksfuncties bij uitvoeringen gebruiken Ritmen spelen ([SONG/RHYTHM] knop) De RD 300GX beschikt over interne drumpatronen, die passen bij jazz, rock en andere muziekgenres. Deze drumpatronen worden ‘Rhythms’ (ritme) genoemd. fig.02 05p
1.
Druk op de [SONG/RHYTHM] knop.
2.
Gebruik, terwijl u de [EXIT/SHIFT] knop ,ingedrukt blijft houden, de knoppen [DEC] en [INC] om de cursor naar de linker bovenhoek van het scherm te verplaatsen.
3.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om ‘RHY’ te selecteren. Het ritmescherm verschijnt.
4.
Druk op de [ENTER] knop. Het ritme is te horen en het lampje van de [SONG/RHYTHM] knop brandt.
5.
Druk nogmaals op de [ENTER] knop en het ritme houdt op te spelen. Het ritme stopt en het lampje van de [SONG/RHYTHM] knop gaat uit.
37
De gemaksfuncties bij uitvoeringen gebruiken
Een ‘Rhythm Pattern’ (ritmepatroon) veranderen U kunt de manier, waarop een ritme wordt gespeeld (het patroon), veranderen om het bij een scala aan verschillende muziekgenres te laten passen.
1.
Ga naar het ‘Rhythm’ (ritme) scherm.
2.
Gebruik, terwijl u de [EXIT/SHIFT] knop ingedrukt blijft houden, de knoppen [DEC] en [INC] om de cursor naar de linker benedenhoek van het scherm te verplaatsen.
3.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om het patroon te selecteren.
4.
Druk op de [ENTER] knop. Het ritme is te horen en het lampje van de [SONG/RHYTHM] knop brandt.
5.
Druk nogmaals op de [ENTER] knop en het ritme houdt op te spelen. Het ritme stopt en het lampje van de [SONG/RHYTHM] knop gaat uit. Zie de ‘Lijst van ritmepatronen’ op pag. 97 voor meer informatie over ritmepatronen.
Ritmetempo’s veranderen
1.
Ga naar het ritmescherm.
2.
Gebruik, terwijl u de [EXIT/SHIFT] knop ingedrukt blijft, houden de knoppen [DEC] en [INC] om de cursor naar de rechter bovenhoek van het scherm te verplaatsen.
3.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om het tempo te selecteren. Ritme wordt in het geselecteerde tempo gespeeld. De manier, waarop het ritme wordt gespeeld en het tempo dat op de display te zien is, kan bij sommige ritmepatronen van elkaar verschillen.
38
De gemaksfuncties bij uitvoeringen gebruiken
Het ‘Rhythm Volume’ (volume van een ritme) veranderen
1.
Beweeg, terwijl u de [SONG/RHYTHM] knop ingedrukt houdt, een willekeurige ZONE LEVEL schuif. Het volume van het ritme verandert.
NOTE
U kunt het volume van het ritme niet veranderen indien het ritme niet op ‘spelen’ ingesteld staat. Indien het audiobestand op ‘spelen’ ingesteld staat, zal deze handeling het volume veranderen.
39
De gemaksfuncties bij uitvoeringen gebruiken
Songs afspelen ([SONG/RHYTHM] knop) Hier leest u hoe u SMF muziekbestanden of audiobestanden (WAV, MP3) kunt afspelen. U kunt songs afspelen, die op een USB stick (separaat aan te schaffen) zijn opgeslagen. fig.02 08p
1.
Druk op de [SONG/RHYTHM] knop. Het songscherm verschijnt. Indien het volgende scherm niet verschijnt, zie dan ‘Schakelen tussen het ritmescherm en het songscherm’ op pag. 23.
2.
Gebruik, terwijl u de [EXIT/SHIFT] knop ,ingedrukt blijft houden, de knoppen [DEC] en [INC] om de cursor naar de linker bovenhoek van het scherm te verplaatsen.
3.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om ‘INT’ of ‘USB’ te selecteren. Selecteer ‘INT’ om songs af te spelen die in het interne geheugen staan, of ‘USB’ om songs af te spelen die op een USB stick staan. U kunt ‘USB’ niet selecteren tenzij er een USB stick in de USB MEMORY aansluiting is gestoken.
NOTE
4.
Gebruik, terwijl u de [EXIT/SHIFT] knop ,ingedrukt blijft houden, de knoppen [DEC] en [INC] om de cursor naar de linker benedenhoek van het scherm te verplaatsen.
5.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om een song te selecteren.
6.
Druk op de [ENTER] knop. De song is te horen en het lampje van de [SONG/RHYTHM] knop brandt.
7.
Druk nogmaals op de [ENTER] knop en de song houdt op te spelen. De song stopt en het lampje van de [SONG/RHYTHM] knop gaat uit. Onder songnummer ‘000’ staat een song voorgeprogrammeerd. Speel mee op het keyboard, terwijl deze song wordt afgespeeld! Nr. 000.
40
Naam van de song Macho Blues
Componist John Maul
Copyright © 2008 Roland Corporation
De gemaksfuncties bij uitvoeringen gebruiken U kunt de volgende instellingen die met het afspelen van de song te maken hebben maken: • De manier, waarop songs afgespeeld worden veranderen (speel één enkele song, speel alle songs). • Het afspelen van de songs transponeren. • Klanken, die in het midden vallen minimaliseren, zoals de melodie. Zie ‘Instellingen die gerelateerd zijn aan het afspelen van de song (Song Function)’ op pag. 76.
Songtempo’s veranderen U kunt het tempo van songs veranderen.
1.
Houd in het songscherm de [EXIT/SHIFT] knop ingedrukt en gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om de cursor naar de tempo indicatie te verplaatsen.
2.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om het tempo te veranderen.
Het afspeeltempo van audiobestanden (WAV, MP3) kunt u als volgt wijzigen:
1. Houd in het songscherm de [EXIT/SHIFT] knop ingedrukt en gebruik de
knoppen [DEC] en [INC] om de cursor naar de percentage indicatie in de bovenste regel van het scherm te verplaatsen.
2. Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om het afspeeltempo te veranderen. U kunt het afspeeltempo veranderen binnen een bereik van 25% – +25%.
Een song versneld afspelen of terugspoelen
1.
Houd in het songscherm de [EXIT/SHIFT] knop ingedrukt en gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om de cursor naar de maatindicatie (of de indicatie van de afspeeltijd) in de rechter bovenhoek van het scherm te verplaatsen.
2.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om de waarde te veranderen. De afspeelpositie zal veranderen, zoals door de indicatie aangegeven wordt.
41
De gemaksfuncties bij uitvoeringen gebruiken
Uitvoering met audiobestanden ([AUDIO KEY] knop) Op de RD 300GX kunt u, terwijl u speelt audiobestanden afspelen die op een USB stick (separaat aan te schaffen) zijn opgeslagen. Dit wordt de ‘Audio Key’ (audiotoets) functie genoemd. Met de audiotoets functie kunt u aan elke toets van B 0–B1 een audiobestand toekennen en deze audiobestanden afspelen door de daarmee corresponderende toets in te drukken. U kunt diverse frasen aan de toetsen toekennen, en ze op de geëigende momenten tijdens een uitvoering afspelen. U kunt ook aangeven dat een audiobestand herhaaldelijk moet worden afgespeeld of dat het audiobestand dat u als volgende wilt spelen moet worden klaargezet. Indien u de audiotoets functie inschakelt wanneer er geen USB stick met audiobestanden is aangesloten wordt er een audiobestand geselecteerd dat in de RD 300GX staat geprogrammeerd. Hier volgen enkele manieren waarop u de audiotoets functie handig kunt gebruiken: • Door, terwijl uw song in uitvoering is tussen secties als intro, thema, break en einde van audiobestand te wisselen, kunt u de structuur van de song naar believen veranderen. • Ken aan elke toets een andere audiosong toe en gebruik het keyboard om van song te wisselen, zodat u met de begeleiding van een audiosong kunt spelen.
Uitvoering met audiobestanden van een USB stick Hier leest u, hoe u kunt spelen, terwijl u audiobestanden afspeelt die op een USB stick (separaat aan te schaffen) zijn opgeslagen. Installeer, voordat u begint, de bijgeleverde ‘Audio Key Utility 2’ op de computer en bereid de set audiobestanden die u op de RD 300GX wilt afspelen voor. De bijgeleverde CD ROM bevat een voorbeeld van een set audiobestanden die u naar een USB stick kunt kopiëren en kunt gebruiken.
42
1.
Sluit de USB stick met de set audiobestanden op de USB MEMORY aansluiting aan (pag. 21).
2.
Gebruik, terwijl u de [AUDIO KEY] knop ingedrukt houdt, de knoppen [DEC] en [INC] om een set audiobestanden te selecteren.
De gemaksfuncties bij uitvoeringen gebruiken
Wanneer u uw vinger van de knop haalt, verschijnt er een scherm als volgt:
3.
Speel een toets van B 0–B1. Het audiobestand dat aan de betreffende toets is toegekend wordt afgespeeld.
B 0–B1 Indien u de toets B0 speelt verschijnt er een scherm als volgt:
De audiotoets functie wordt geactiveerd, waardoor u audiobestanden kunt afspelen door een toets in te drukken. Indicatie
Uitleg
O
One shot Now Wanneer u de toets indrukt, wordt het audiobestand slechts eenmaal afgespeeld. Het audiobestand wordt direct na het indrukken van de toets afgespeeld.
OW
One shot Wait Wanneer u de toets indrukt, wordt het audiobestand slechts eenmaal afgespeeld. Bij deze instelling zorgt het indrukken van een toets, terwijl een ander audiobestand speelt, ervoor dat dit audiobestand wordt klaargezet om als volgende gespeeld te worden. Wanneer het audiobestand dat op dit moment speelt afgelopen is, wordt het audiobestand dat is klaargezet afgespeeld.
L
Loop Now Wanneer u de toets indrukt wordt het audiobestand herhaaldelijk afgespeeld. Het audiobestand wordt direct na het indrukken van de toets afgespeeld.
LW
Loop Wait Wanneer u de toets indrukt,wordt het audiobestand herhaaldelijk afgespeeld. Bij deze instelling zorgt het indrukken van een toets, terwijl een ander audiobestand speelt ervoor dat dit audiobestand wordt klaargezet om als volgende gespeeld te worden. Wanneer het audiobestand dat op dit moment speelt afgelopen is, wordt het audiobestand dat is klaargezet afgespeeld.
Wanneer u de toetsen bespeelt, wordt er geen geluid geproduceerd, tenzij u een bestand heeft toegekend. Indien er op dat moment een bestand wordt afgespeeld, blijft dit doorspelen.
43
De gemaksfuncties bij uitvoeringen gebruiken Met toetsen die zijn ingesteld op ‘OW’ of ‘LW’ kunt u het audiobestand klaarzetten dat wordt gespeeld wanneer het op dit moment spelende audiobestand afgelopen is. Indien u de toets B0 heeft ingedrukt en dan op de toets C1 drukt om het als volgende af te spelen audiobestand klaar te zetten, ziet het scherm er als volgt uit:
Het op dit moment klaarstaande audiobestand is in de onderste regel van het scherm te zien.
4.
Om het bestand dat wordt afgespeeld te stoppen drukt u op de toets A0. Het afspelen van het audiobestand stopt dan.
A0 Zie de ‘Audio Key Utility 2 Quick Guide’ (apart document) voor meer informatie over het installeren van de bijgeleverde ‘Audio Key Utility 2’ op uw computer. Indien er geen USB stick (separaat aan te schaffen) met audiobestanden op de RD 300GX is aangesloten kunt u audiobestanden afspelen die in de RD 300GX zijn ingeprogrammeerd (zie de volgende paragraaf). Indien de aangesloten USB stick geen set audiobestanden bevat die door de ‘Audio Key Utility 2’ is gecreëerd, kunt u audiobestanden van de USB stick aan elke toets toekennen en deze afspelen. U kunt de instellingen van de aan de toetsen toegekende audiobestanden ook veranderen. Daarnaast kunt u de instellingen veranderen, die aangeven hoe de audiobestanden herhaald worden (pag. 46). De veranderingen die u aanbrengt worden onthouden totdat u de stroom uitschakelt. De veranderingen die u aanbrengt gaan echter verloren indien u een andere set audiobestanden selecteert. Indien u ze niet wilt wissen, volg dan de ‘Write’ (opslag) procedure.
44
De gemaksfuncties bij uitvoeringen gebruiken
Uitvoering met in de RD 300GX ingeprogrammeerde audiobestanden Indien er geen USB stick (separaat aan te schaffen) met audiobestanden is aangesloten kunt u audiobestanden afspelen die in de RD 300GX zijn ingeprogrammeerd.
Zelfs indien u gebruikmaakt van de set audiobestanden die in de RD 300GX is ingeprogrammeerd kunt u de instellingen van de audiobestanden die aan de toetsen zijn toegekend veranderen en de instellingen die aangeven hoe de audiobestanden worden herhaald veranderen (pag. 46). De veranderingen die u aanbrengt worden onthouden totdat u de stroom uitschakelt. Zelfs indien u de stroom niet uitschakelt gaan de veranderingen die u aanbrengt verloren indien u een USB stick aansluit en een andere set audiobestanden selecteert. NOTE
Indien u een audiobestand gebruikt dat in de RD 300GX is voorgeprogrammeerd kunt u uw veranderingen niet op een USB stick opslaan.
Het audiotoetsvolume regelen U kunt het volume regelen wanneer u de audiotoets functie gebruikt. U kunt het audiotoetsvolume regelen om de volumebalans tussen uw keyboarduitvoering en het afspelen van het audiobestand te veranderen.
1.
Om het audiotoetsvolume te regelen beweegt u de ZONE LEVEL schuif, terwijl u de [AUDIO KEY] knop ingedrukt houdt. Het volume kan geregeld worden op elke waarde van 0 tot 127.
U kunt het audiotoetsvolume ook regelen door de instelling ‘Audio Level’ (audiovolume) in het ‘System edit’ scherm (systeembewerkingsscherm) te gebruiken (pag. 67). Wanneer u het audiotoetsvolume verandert heeft dit ook effect op het volume waarop audiobestanden in het songscherm afgespeeld worden.
Instellingen van audiobestanden veranderen Hier leest u hoe u de instellingen van audiobestanden kunt bewerken, bijv. het audiobestand dat door elke toets afgespeeld wordt veranderen of aangeven of het bestand herhaaldelijk moet worden afgespeeld.
1.
Sluit de USB stick met de set audiobestanden op de USB MEMORY aansluiting aan (pag. 21).
45
De gemaksfuncties bij uitvoeringen gebruiken
2.
Houd de [AUDIO KEY] toets ingedrukt en gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om een set audiobestanden te selecteren.
Wanneer u uw vinger van de knop haalt verschijnt er een scherm als volgt:
De audiotoets functie wordt geactiveerd, waardoor u audiobestanden kunt afspelen door een toets in te drukken.
3.
Druk op de [ENTER] knop. Het volgende scherm verschijnt:
4.
Houd de [EXIT/SHIFT] knop ingedrukt en gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om de cursor te verplaatsen. Gebruik vervolgens de knoppen [DEC] en [INC] om de instelling voor elke toets te veranderen. U kunt ook op de toets drukken, waarvan u de instellingen wilt veranderen. Verplaats de cursor naar de rechter bovenhoek van het scherm en verander de manier waarop het audiobestand wordt afgespeeld (O’, ‘OW’, ‘L’, ‘LW). Zie de tabel op pag. 43. Verplaats de cursor naar de onderste regel van het scherm en wijzig het audiobestand dat aan de toets is toegekend. Indien u de knoppen [DEC] en [INC] tegelijk indrukt wordt het audiobestand dat aan die toets is toegekend gewist.
5.
Druk op de [ENTER] knop. Er verschijnt een bevestigingsboodschap.
Indien u de instellingen niet wilt opslaan, druk dan op de [EXIT/SHIFT] knop. De handeling wordt dan geannuleerd.
6.
Druk op de [ENTER] knop om de instellingen van de set audiobestanden te overschrijven. NOTE
46
Indien u een audiobestand gebruikt dat in de RD 300GX is ingeprogrammeerd, kunt u uw wijzigingen niet op een USB stick opslaan.
De gemaksfuncties bij uitvoeringen gebruiken
Effecten op het geluid toepassen ([MULTI EFFECTS] knop) Behalve de galm (pag. 33) kunt u met de RD 300GX ook ‘multi effects’ (multi effecten) op geluiden toepassen. ‘Multi effecten’ is een collectie van 78 verschillende effecten, zoals vervorming en een roterend effect, waaruit u kunt kiezen. De fabrieksinstellingen hebben aan elk van de geluidssoorten een passend effect toegekend. fig.Q2 10p
1.
Druk op de ([MULTI EFFECTS] knop zodat het lampje gaat branden. Probeer op het keyboard te spelen. Het effect wordt toegepast op de geluidssoort die op dat moment is geselecteerd.
2.
Om het effect weg te halen drukt u nogmaals op de ([MULTI EFFECTS] knop, zodat het lampje uit gaat. Bij sommige geluiden worden er geen effecten toegepast. Indien het effect dat aan de geluidssoort van elke zone wordt toegepast verschilt wanneer u de gelaagde of de gescheiden modus gebruikt, kunt u de zone aangeven waarop het effect wordt toegepast. Zie ‘De zone instellen, waarop Multi effecten worden toegepast (MFX Zone)’op pag. 68.
De diepte van het effect veranderen U kunt bij het effect de diepteniveaus veranderen. De inhoud en het bereik variëren al naar gelang het MFX type (Multi Effects type). Zie de ‘Lijst van effecten’ op pag. 87 voor uitgebreidere informatie hierover.
1.
Houd de [MULTI EFFECTS] knop ingedrukt en gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om de diepte van het effect te regelen.
Op het scherm ziet u het effect dat aan de op dat moment geselecteerde geluidssoort wordt toegevoegd en de parameters die bewerkt kunnen worden. De volgende keer wanneer u dezelfde geluidssoort kiest worden het effect en de diepte ervan die
47
De gemaksfuncties bij uitvoeringen gebruiken u hier heeft geselecteerd toegepast. U kunt het type effect wijzigen. Zie ‘Het multi effecttype wijzigen’ op pag. 48.
De zone kiezen, waarop het multi effect van toepassing is Bij de RD 300GX kan er maar één type multi effect tegelijk worden gebruikt. Daarom is er een ‘MFX Zone’ instelling die u laat kiezen op welke zone het multi effect zal worden toegepast. Wees u ervan bewust dat wanneer u meer dan één zone tegelijk speelt, er een zone is waarop het multi effect niet zal worden toegepast.
Het multi effecttype wijzigen
1.
Houd de [EXIT/SHIFT] knop ingedrukt en druk tegelijkertijd op de [MULTI EFFECTS] knop. De naam en het nummer van het effect verschijnen in de display.
2.
Druk op de knoppen [DEC] en [INC] om het type effect te selecteren.
3.
Druk nadat u het type heeft gekozen op de [EXIT/SHIFT] knop om naar het vorige scherm terug te gaan. Zie de ‘Lijst van effecten’ op pag. 87 voor meer informatie over de interne effecttypen van de RD 300GX.
De ondulatie van de orgel geluidssoorten veranderen (Rotary Effect) Het ‘Rotary effect’ (roterend effect) wordt toegepast op sommige van de orgel geluidssoorten die u kunt selecteren met de [ORGAN] knop. Wanneer één van deze geluidssoorten geselecteerd wordt kunt u de [MULTI EFFECTS] knop gebruiken om de snelheid van het roterende effect te veranderen. Wat het roterende effect doet is een ‘draaiend’ effect toevoegen dat lijkt op een orgel met een roterende luidspreker.
1.
Druk op de [ORGAN] knop en selecteer de orgel geluidssoort. Wanneer er een geluidssoort wordt geselecteerd waarop het roterende effect wordt toegepast, knippert het lampje van de [MULTI EFFECTS] knop snel.
2.
Telkens wanneer u de [MULTI EFFECTS] knop indrukt wordt de snelheid van het roterende effect veranderd van snelle naar langzame rotatie of andersom. Wanneer het lampje van de [MULTI EFFECTS] knop snel knippert wordt er een snel roterend effect toegepast.
48
De gemaksfuncties bij uitvoeringen gebruiken Wanneer het lampje van de [MULTI EFFECTS] knop langzaam knippert wordt er een langzaam roterend effect toegepast. Om te voorkomen dat het roterende effect wordt toegepast kunt u een ander effecttype dan het roterende effect selecteren en vervolgens het effect verwijderen. U kunt het roterende effect ook toepassen op andere geluidssoorten dan de orgel geluidssoorten.
De knoppen blokkeren (Panel Lock) Wanneer ‘Panel Lock’ (toetsenblokkade) is ingesteld zal geen van de knoppen werken (behalve de VOLUME schuif, de [DISPLAY CONTRAST] knop, de Pitch Bend/Modulation schakelaar, de pedalen, de ONE TOUCH [PIANO] knop en de [EXIT/SHIFT] knop). Dit voorkomt dat instellingen per ongeluk veranderd worden tijdens een optreden of een soortgelijke situatie.
1.
Houd de [EDIT] knop ingedrukt en druk tegelijkertijd op de [ENTER] knop. Blijf de [EDIT] knop en de [ENTER] knop ingedrukt houden tot het volgende scherm verschijnt:
2.
Druk op de ONE TOUCH [PIANO] knop of de [EXIT/SHIFT] knop om de toetsenblokkade op te heffen.
49
De gemaksfuncties bij uitvoeringen gebruiken
Opgeslagen instellingen selecteren ([SETUP] knop) De instellingen van de geluidssoorten, effectinstellingen en andere dergelijke instellingen van de interne zone (pag. 22) en externe zone (pag. 22) van de RD 300GX worden samen ‘Setup’ genoemd. Wanneer u eenmaal uw voorkeurinstellingen en de instellingen van de uit te voeren songs als een Setup heeft opgeslagen kunt u tijdens een uitvoering hele groepen instellingen wisselen door alleen maar van Setup te wisselen. U kunt maximaal 32 verschillende Setups opslaan. Als de RD 300GX de fabriek verlaat zijn de aanbevolen instellingen al voorbereid. Probeert u nu eens een Setup op te roepen. NOTE
De huidige instellingen worden gewist wanneer er een Setup wordt opgeroepen. Zorgt u ervoor dat u een Setup die u wilt bewaren eerst opslaat voordat u een andere Setup oproept (pag. 51).
fig.Q2 16p
1.
Druk op de [SETUP] knop zodat het lampje gaat branden. Het volgende scherm verschijnt in de display:
2.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] of druk op één van de TONE SELECT knoppen om de Setup van uw voorkeur op te roepen. Door op de TONE SELECT knoppen te drukken kunt u bij elke knop vier Setups selecteren (pag. 98).
Probeert u nu eens op het keyboard te spelen. De instellingen worden veranderd naar degene van de Setup die u heeft opgeroepen. Wanneer u eenmaal een Setup heeft geselecteerd zorgt een druk op de [SETUP] knop ervoor dat u naar het scherm gaat dat u onder stap 2 ziet. Setups waarbij er een ‘R.’ voor de naam staat geven u het gevoel dat u een jamsessie doet, terwijl u een ritme speelt. Probeert u het maar eens!
50
De gemaksfuncties bij uitvoeringen gebruiken
Instellingen als Setups opslaan ([WRITE] knop) Indien u de gewijzigde inhoud als een nieuwe Setup wilt gebruiken, gebruikt u dan de volgende procedure om de instellingen als een Setup op te slaan. U kunt ook de naam van een Setup veranderen. U kunt op de RD 300GX 32 Setups opslaan. fig.Q2 19p
1.
Druk op de [WRITE] knop zodat het lampje gaat branden. Het volgende scherm verschijnt dan:
2.
Houd de [EXIT/SHIFT] knop ingedrukt en gebruik tegelijkertijd de knoppen [DEC] en [INC] om de cursor ( ) naar de posities te verplaatsen waarop u de karakters wilt ingeven.
3.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om de karakters in te voeren. De volgende karakters zijn beschikbaar: spatie, ! ‘ # $ % & ‘ ( ) * + , . / 0 9 : ; < = > ? @ A Z [ \ ] ^ _ ` a z { | } ~
4.
Herhaal de stappen 2 3 om de naam in te geven.
5.
Druk op de [ENTER] knop om de cursor naar het Setup nummer van de bestemming te verplaatsen.
6.
Selecteer het Setup nummer waaronder u wilt opslaan door de knoppen [DEC] en [INC] te gebruiken.
51
De gemaksfuncties bij uitvoeringen gebruiken
7.
Druk op de [ENTER] knop wanneer u de naam van de nieuwe Setup en de bestemming waaronder u die wilt opslaan bepaald heeft. De lampjes van de [ENTER] knop en de [EXIT/SHIFT] knop knipperen snel en de bevestigingsboodschap verschijnt:
Indien u de Setup niet wilt opslaan, druk dan op de [EXIT/SHIFT] knop of de [WRITE] knop. De handeling wordt dan geannuleerd.
8.
Wanneer de [ENTER] knop wordt ingedrukt begint het opslaan van de Setup. Wanneer u klaar bent met het opslaan van de Setup gaan het lampje van de [WRITE] knop uit en keert u terug naar het geluidssoortenscherm. NOTE
Schakel nooit de stroom uit, terwijl er in de display ‘Executing…’ verschijnt. Wanneer u dat wél doet kan het interne geheugen van het instrument nl. beschadigd raken, waardoor het onmogelijk meer gebruikt kan worden.
Instellingen die niet in een Setup opgeslagen worden De volgende instellingen kunnen niet in een Setup opgeslagen worden: • TRANSPOSE instellingen (pag. 32) • SOUND CONTROL instellingen (pag. 35) • EQUALIZER instellingen (pag. 36) • Systeeminstellingen (pag. 64) • V LINK instellingen (pag. 82)
52
De RD 300GX als masterkeyboard gebruiken Door een extern MIDI apparaat op de MIDI OUT aansluiting op het achterpaneel van de RD 300GX aan te sluiten kunt u het externe MIDI apparaat met de RD 300GX bedienen. Normaalgesproken verzendt de RD 300GX toon boodschappen vanuit de MIDI OUT aansluiting, maar indien u de [EXTERNAL/INTERNAL] knop indrukt zodat het ‘EXTERNAL’ lampje gaat branden, kunt u in aanvulling op het verzenden van toon boodschappen diverse instellingen op uw externe MIDI apparaat regelen. U kunt interne en externe klankgeneratoren onafhankelijk van elkaar bedienen. Indien u de [EXTERNAL/INTERNAL] knop indrukt zodat het ‘EXTERNAL’ lampje gaat branden, is de RD 300GX in een toestand waarin het instrument een externe MIDI klankmodule (externe zone) kan bedienen. U gebruikt de [EXTERNAL/INTERNAL] knop om tussen de bediening van de interne zone en de bediening van de externe zone te schakelen. U kunt ook gedetailleerde instellingen maken voor MIDI boodschappen die naar externe klankmodulen worden verzonden.
Wat is MIDI? MIDI (Musical Instrument Digital Interface) is een standaard specificatie die het mogelijk maakt om elektronische muziekinstrumenten en computers muziekdata te laten uitwisselen. Door een MIDI kabel te gebruiken om apparaten die MIDI aansluitingen hebben met elkaar te verbinden kunt u een ensemble creëren waarin één enkel MIDI keyboard meerdere instrumenten kan bespelen of instellingen automatisch kan wijzigen tijdens de duur van de song.
Over MIDI aansluitingen De RD 300GX heeft de volgende drie typen MIDI aansluitingen. De functies daarvan verschillen, zoals hieronder beschreven. fig.Q3 01
MIDI IN aansluiting Boodschappen over de uitvoering van een extern MIDI apparaat worden hierdoor ontvangen. Deze inkomende boodschappen kunnen de RD 300GX instructies geven om klanken te spelen of om van geluidssoort te veranderen. MIDI OUT aansluiting MIDI boodschappen worden vanuit deze aansluiting naar een extern MIDI apparaat verzonden. De MIDI OUT aansluiting van de RD 300GX wordt gebruikt voor de verzending van uitvoeringsdata van de bedienings sectie, maar ook van data die voor het opslaan van diverse instellingen worden gebruikt (Bulk Dump → pag. 77). USB MIDI aansluiting Gebruik een in de handel verkrijgbare USB kabel om deze op de USB aansluiting van uw computer aan te sluiten. U kunt MIDI compatible software op uw computer gebruiken om SMF bestanden te verzenden die u op de RD 300GX wilt afspelen, of u kunt een prachtig muziekproductiesysteem opzetten waarin MIDI data heen en weer worden gestuurd tussen uw sequencer software en de RD 300GX.
53
De RD 300GX als masterkeyboard gebruiken
Aansluiting op externe MIDI klankgeneratoren) MIDI-geluidsmodule etc. Computer USB-aansluiting MIDI IN-aansluiting
MIDI OUT-aansluiting
USB-aansluiting
RD-300GX
NOTE
54
Gebruik een USB kabel die niet langer is dan 5 meter.
De RD 300GX als masterkeyboard gebruiken
Het MIDI verzendkanaal instellen (MIDI OUT Channel) Wanneer u de aansluiting van het externe MIDI apparaat voltooid heeft kunt u het verzendkanaal van het keyboard en het ontvangstkanaal voor elk van de Parts van de externe MIDI klankgeneratoren op elkaar afstemmen. Wanneer de MIDI kanalen voor het zendende apparaat (de RD 300GX) en het ontvangende apparaat (de externe MIDI klankgenerator) op hetzelfde MIDI kanaal ingesteld staan worden er klanken geproduceerd. fig.Q3 03p
1.
Druk op de [EXTERNAL/INTERNAL] knop zodat het ‘EXTERNAL’ lampje gaat branden. Het ‘External’ (extern) scherm verschijnt. Indien het volgende scherm niet verschijnt, houd dan de [EXIT/SHIFT] knop ingedrukt en druk tegelijkertijd enkele keren op de [DEC] knop.
2.
Druk op de ZONE SELECT knop zodat het lampje van de zone die u wilt selecteren gaat branden. Part
Parameter
Settings
UPPER 1 UPPER 2 LOWER
3.
Ch (MIDI OUT kanaal)
1–16, OFF
Omschrijving Uitvoeringsdata van de RD 300GX worden via een geselecteerd kanaal verzonden.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om het verzendkanaal voor elke zone in te stellen. Indien u dit op ‘OFF’ (uit) zet worden er voor die zone geen MIDI data verzonden. Zie de gebruiksaanwijzing van elk apparaat voor instructies over het instellen van het ontvangstkanaal van de partij van elk van de externe MIDI klankgeneratoren. NOTE
Wanneer ‘Rec Mode’ (opnamemodus) in de ‘Utility’ (gebruikersinstellingen) in de ‘Edit mode’ (bewerkingsmodus) op ‘ON’ (aan) staat, komt het scherm dat hierboven te zien is niet in beeld. Zet ‘Rec Mode’ op ‘OFF’ wanneer u het MIDI verzendkanaal instelt (pag. 78).
55
De RD 300GX als masterkeyboard gebruiken
Klanken selecteren op een extern MIDI apparaat (MSB/LSB/PC) Om van geluidssoort te wisselen op een extern MIDI apparaat worden het Program Number (programmanummer) en de MSB/LSB van de ‘Bank Select’ (groepsselectie) boodschap op de RD 300GX als numerieke waarden ingevoerd. fig.Q3 06p
1.
Druk op de [EXTERNAL/INTERNAL] knop zodat het ‘EXTERNAL’ lampje gaat branden. Het extern scherm verschijnt. Indien het volgende scherm niet verschijnt, houd dan de [EXIT/SHIFT] knop ingedrukt en druk tegelijkertijd enkele keren op de [DEC] knop.
2.
Druk op de ZONE SELECT knop zodat het lampje van de zone die u wilt selecteren gaat branden.
3.
Gebruik, terwijl u de [EXIT/SHIFT] knop ,ingedrukt blijft houden, de knoppen [DEC] en [INC] om de cursor te verplaatsen en gebruik knoppen [DEC] en [INC] vervolgens om de MSB, LSB en PC voor elke zone in te stellen. Wanneer u de knoppen [DEC] en [INC] tegelijkertijd indrukt wordt de waarde van de instellingen op ‘ (OFF)’ gezet. Wanneer deze instelling ‘ (OFF)’ is worden er geen bank select boodschappen verzonden. Parameter MSB (Bank Select MSB: CC 00)
000–127,
(OFF)
LSB (Bank Select LSB: CC 32)
000–127,
(OFF)
PC (Program Change)
001–128,
(OFF)
NOTE
56
Instellingen
Indien de externe MIDI klankgenerator een Program Number of een Bank Number ontvangt waaraan geen geluidssoort is toegekend kan er een alternatieve geluidssoort worden geselecteerd, of in sommige gevallen kan het zo zijn dat er geen klank wordt gespeeld. Indien u het Program Number of de Bank Select niet wilt verzenden, gebruik dan de hierboven beschreven procedure om de PC/MSB/LSB op ‘ (OFF)’ in te stellen. Indien dit op ‘ ‘ is ingesteld worden de data betreffende de klankselectie niet verzonden wanneer u van Setup wisselt.
De RD 300GX als masterkeyboard gebruiken .
Het volume van elke zone regelen (External Zone) fig.Q3 08pe
“External”-lampje brandt
Wanneer het ‘External’ lampje brandt kunt u de ZONE LEVEL schuiven gebruiken om de externe zone op dezelfde wijze als de interne zone te bedienen (pag. 31).
57
De RD 300GX als masterkeyboard gebruiken
Gedetailleerde instellingen voor verzonden Parts ([EXTERNAL/ INTERNAL] knop) Indien u de [EXTERNAL/INTERNAL] knop indrukt zodat het ‘External’ lampje brandt kunt u de volgende onderwerpen instellen: Parameter Ch
MIDI OUT kanaal
MSB
Bank Select MSB
LSB
Bank Select LSB
PC
Program Number
Vol
Volume
Pan
Pan
Rev
Reverb diepte
Cho
Chorus diepte
Trs
Transpositie van de toonhoogte
KRL
Toetsenbereik laag
KRU
Toetsenbereik hoog
Instellingen maken 1.
Druk op de [EXTERNAL/INTERNAL] knop zodat het ‘EXTERNAL’ lampje gaat branden. De RD 300GX wordt ingesteld om de externe MIDI apparaten te bedienen.
NOTE
2.
3.
Het getoonde extern scherm verschijnt niet indien ‘Rec Mode’ (opnamemodus) in de bewerking van de ‘Utility’ (gebruikersinstellingen) op ‘ON’ (aan) staat. Zet de instelling van de ‘Rec Mode’ op ‘OFF’ (pag. 78).
Blijf de [EXIT/SHIFT] knop ingedrukt houden en druk tegelijkertijd op de knoppen [DEC] en [INC] om de in te stellen parameter te selecteren. Gebruik de ZONE SELECT knop om de zone te selecteren waarvoor u instellingen wilt maken. Het lampje van de geselecteerde zone gaat branden.
4.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om de waarde in te stellen. Wanneer u knoppen [DEC] en [INC] tegelijkertijd indrukt wordt de waarde op ‘ ‘, ‘OFF’ of ‘0’ ingesteld.
58
Het volume en de pan regelen (Vol/Pan) Hiermee stelt u het volume en de pan (locatie van het geluid in het stereoveld) voor elk van de geluidssoorten in. De volume instelling wordt voornamelijk gebruikt wanneer er meerdere geluidssoorten worden gespeeld om de gewenste volumebalans tussen elk van de zones te verkrijgen. De pan instelling geeft de plaats in het stereoveld van elke zone aan wanneer het uitgaande geluid in stereo is. Wanneer de waarde voor ‘L’ vergroot wordt, komt er voor het gehoor een groter deel van het geluid van links. Op dezelfde wijze komt er meer geluid van rechts indien de waarde van ‘R’ wordt vergroot. Wanneer dit is ingesteld op ‘0’ klinkt het geluid alsof het uit het midden komt. Parameter
TX CC#
Vol (Volume)
CC07
Pan (Pan)
CC10
Waarde (OFF), 0–127 L64–0–63R,
(OFF)
De hoeveelheid ‘Reverb’ en ‘Chorus’ (Rev/Cho) instellen Hiermee wordt de diepte van de effecten ‘Reverb’ (galm) en ‘Chorus’ (klankvolheid) ingesteld. Parameter
TX CC#
Rev (Reverb)
CC91
Cho (Chorus)
CC93
Waarde (OFF), 0–127
De transpositie voor elke zone afzonderlijk instellen (Trs) U kunt een uitvoering spelen waarbij elke zone in een andere toonhoogte getransponeerd is. Wanneer meerdere zones op ‘on’ (aan) staan kunt u een rijkere klank creëren door de twee geluidssoorten op verschillende octaven in te stellen. Ook kunt u de transpositiefunctie gebruiken om de bas op een lagere toonhoogte te spelen indien de keyboardmodus op gescheiden uitvoering staat ingesteld en u een bas geluidssoort op de linkerhand speelt.
De RD 300GX als masterkeyboard gebruiken
Parameter Trs (Transpose)
Waarde 48 – 0 –+48
Het toetsenbereik instellen (KRL/KRU) Stel het toetsenbereik waarin elke zone moet klinken in. Dit kunt u gebruiken om ervoor te zorgen dat tonen in verschillende gedeelten van het keyboard verschillende geluidssoorten spelen. Geef de ondergrens (KRL) en de bovengrens (KRU) van het in te stellen toetsenbereik aan. U kunt dit ook instellen door een bepaalde toets in te drukken en dan op de [ENTER] toets te drukken. Parameter KRL (Toetsenbereik onder) KRU (Toetsenbereik boven)
NOTE
Waarde A0–C8
Dit heeft alleen effect wanneer de [SPLIT] knop aan is (pag. 29) in de instellingen van het toetsenbereik. Wanneer de [SPLIT] knop op ‘OFF’ ingesteld staat komt er ‘FUL’ in beeld te staan. In dit geval wordt de [SPLIT] knop automatisch ingeschakeld wanneer de waarde met behulp van de knoppen [DEC] en [INC] wordt gewijzigd naar iets anders dan ‘FUL’.
NOTE
U kunt de ondergrens van het toetsenbereik niet hoger instellen dan de bovengrens. U kunt de bovengrens ook niet lager instellen dan de ondergrens. Indien u niet wilt dat er MIDI toondata worden verzonden, stelt u het MIDI OUT ch (kanaal) van de zone dan in op ‘OFF’ (pag. 55).
59
Gedetailleerde instellingen voor de ONE TOUCH geluidssoorten maken Gedetailleerde instellingen voor de pianogeluidssoorten maken (Piano Designer) U kunt gedetailleerde instellingen maken om de pianoklank te regelen, die wordt gebruikt wanneer u de ONE TOUCH [PIANO] knop indrukt (pag. 26). Deze functie wordt ‘Piano Designer’ (piano ontwerper) genoemd. Ook kunt u de gewijzigde instellingen opslaan. NOTE
Wanneer de ONE TOUCH [PIANO] knop wordt ingedrukt, worden alle instellingen behalve de Piano Designer instellingen teruggezet naar de status van het moment waarop de stroom van de RD 300GX ingeschakeld werd. Sla alle regelingen van instellingen die u wilt bewaren op onder ‘Setup’ (pag. 51).
De instellingen maken 1.
2.
Druk in het ONE TOUCH PIANO scherm op de [ENTER] knop om het type dat u wilt instellen te selecteren. Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om de in te stellen parameter te selecteren en druk vervolgens op de [ENTER] knop.
fig.disp
De pianoklank (geluidssoort) selecteren Hiermee kiest u de pianogeluidssoort die geselecteerd wordt wanneer de ONE TOUCH [PIANO] knop wordt ingedrukt. U kunt kiezen uit de geluidssoorten van de TONE SELECT [PIANO] knop.
De hoeveelheid galmeffect wijzigen (Reverb Depth) Dit werkt op dezelfde manier als de instelling die in ‘De diepte van het galmeffect veranderen’ (pag. 34) is beschreven, maar deze instelling is eenvoudig toegankelijk wanneer u op de ONE TOUCH [PIANO] knop drukt. Parameter Reverb Depth
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om de waarde in te stellen.
4.
Druk op de [WRITE] knop indien u de instelling wilt opslaan. De bevestigingsboodschap verschijnt. Druk op de [ENTER] knop om de instellingen te bewaren. Indien u wilt annuleren, druk dan op de [EXIT/SHIFT] knop.
5.
Druk op de [EXIT/SHIFT] knop wanneer u klaar bent met het maken van de instellingen. U gaat terug naar het ONE TOUCH PIANO scherm.
NOTE
60
Afhankelijk van de pianogeluidssoort die geselecteerd wordt zal deze instelling wellicht niet beschikbaar zijn.
0–127
Omschrijving Het galmeffect wordt sterker naarmate de waarde verhoogd wordt.
Het pianodeksel openen/sluiten (Lid) Dit geeft de manier weer waarop de helderheid van de klank van een vleugel wordt beïnvloed door de mate waarin het deksel van de vleugel is geopend. Parameter
Lid
3.
Waarde
Waarde
1–7
Omschrijving Het deksel wordt verder geopend naarmate de waarde wordt verhoogd, waardoor er een helderder klank wordt gecreëerd.
Het gebrom van de demper regelen (Damper Noise) Hiermee wordt het gebrom van de demper geregeld (het geluid dat ontstaat wanneer de snaren van een akoestische piano worden gedempt door het demperpedaal in te drukken). Parameter Damper Noise
Waarde
0–127
Omschrijving Wanneer deze waarde verhoogd wordt neemt het geluid bij dat het dempen van de snaren te horen is toe.
Gedetailleerde instellingen voor de ONE TOUCH geluidssoorten maken
De resonantie van de Aliquot snaren regelen (Duplex Scale) Hiermee wordt het geluid van de resonerende aliquot snaren in een akoestische piano geregeld. Parameter Duplex Scale
Waarde 0–127
Omschrijving Hogere waarden vergroten het volume van de resonantie.
Regelen van de geproduceerde snaarresonantie wanneer een toets wordt losgelaten (Key Off Reso.) Hiermee regelt u de resonantieklanken zoals het toetsen loslaten op een akoestische piano (de subtiele geluiden die te horen zijn wanneer u een toets loslaat). Parameter Key Off Reso. (Key Off Resonance)
Waarde OFF, 1–127
Wat is ‘Duplex Scale’? ‘Duplex Scale’ is een systeem van resonantiesnaren dat soms bij vleugels voorkomt. Deze meezingende snaren worden niet direct met hamers aangeslagen, maar klinken doordat ze resoneren met de trillingen van andere snaren. Door met de boventonen te resoneren voegen deze snaren een rijke, volle klank aan het geluid toe. Deze resonerende snaren worden alleen aan het hoge register vanaf ongeveer C4 toegevoegd. Omdat zij geen demper hebben (een mechanisme dat ervoor zorgt dat de klank stopt) blijven ze doorklinken, zelfs nadat u een toon heeft gespeeld en de toets heeft losgelaten om de klank van de aangeslagen snaar te doen stoppen.
Regelen van de resonante klanken wanneer de toetsen worden aangeslagen (String Resonance) Wanneer op een akoestische piano de toetsen worden aangeslagen resoneren de snaren van toetsen die al zijn aangeslagen mee. De functie die wordt gebruikt om dit geluid te reproduceren het ‘String Resonance’ (snaarresonantie). Parameter String Resonance
Waarde OFF, 1–127
Omschrijving Verhoging van de waarde vergroot de mate van effect.
Omschrijving Hogere waarden vergroten het volume van de resonantieklanken.
Regelen van het geluid van de hameraanslag (Hammer Noise) Hiermee regelt u het geluid van de hamer die de snaar van een akoestische piano raakt. Parameter Hammer Noise
Waarde
Omschrijving
2–0–+2
Hogere waarden versterken het geluid van de hamer die de snaar raakt.
Nauwkeurige modificatie van snaarsonoriteit (Stretch Tune) Hiermee verandert u de toonhoogte met behulp van de ‘stretch tune’ methode die met name bij akoestische piano’s wordt gebruikt. Dit zorgt ervoor dat klanken in het hoge bereik iets hoger in toon en klanken in het lage bereik iets lager in toon klinken. Parameter Stretch Tune
Waarde
Omschrijving
OFF
Geen ‘stretch tune’
ON
Dit is de standaard stemmingscurve.
61
Gedetailleerde instellingen voor de ONE TOUCH geluidssoorten maken
Veranderen van de toetsaanslag (Key Touch/Ofst) Gebruik ‘Key Touch’ (toetsaanslag) om de aanslaggevoeligheid van het keyboard te regelen. U kunt de instelling ‘Key Touch Offset’ gebruiken om de gevoeligheid verder in detail te regelen. fig.disp
Key Touch
Waarde
NOTE
Omschrijving Een nog lichtere instelling dan ‘LIGHT’.
LIGHT
Dit stelt het keyboard op een lichte aanslag in. U kunt fortissimo (ff) spel bereiken met een minder krachtige aanslag dan normaal, waardoor het keyboard lichter aanvoelt. Deze instelling maakt het makkelijk om te spelen, zelfs voor kinderen.
MEDIUM
Dit stelt het keyboard op de standaard aanslag in. U kunt met de meest natuurlijke aanslag spelen. Dit komt het dichtst bij de aanslag van een akoestische piano.
SUPER HEAVY
NOTE
.
Offset waarde
SUPER LIGHT
HEAVY
Ofst (Offset)
Hiermee wordt het geluid op een bepaald volume ingesteld, ongeacht de kracht waarmee het keyboard wordt gespeeld (de ‘velocity) Parameter
Key Touch waarde Parameter
Een constant volume in verhouding tot de aanslagkracht instellen (Velocity)
Dit stelt het keyboard op een zware aanslag in. U moet het keyboard krachtiger bespelen dan normaal om fortissimo (ff) te spelen, waardoor het keyboard zwaarder aanvoelt. Een dynamische aanslag voegt nog meer gevoel aan uw spel toe. Een nog zwaardere instelling dan ‘HEAVY’.
De gevoeligheid van de aanslag 10–0–+9 wordt zwaarder naarmate de waarde verhoogd wordt. Wanneer u de “Key Touch”-instelling verandert wordt de “Key Touch Offset”-waarde op “0” ingesteld. Wanneer de “ofst”-instelling verdergaat in positieve of negatieve richting, wordt de waarde in vijf stappen van “Key Touch” automatisch met die waarde mee veranderd.
Waarde
REAL
Volumeniveaus en de manier waarop klanken worden gespeeld veranderen al naar gelang de aanslagkracht.
1–127
De waarden voor het volume en de manier waarop klanken worden gespeeld blijven constant.
Velocity
De timing van klanken in verhouding tot de aanslagkracht veranderen (Velo Delay Sens) Hiermee wordt er een interval ingesteld tussen het moment waarop de toets wordt aangeslagen en dat waarop de klank wordt geproduceerd. Wanneer de waarde wordt verlaagd wordt de timing van het geluid meer vertraagd wanneer er meer kracht wordt gebruikt om de toetsen te bespelen. Wanneer de waarde wordt verhoogd wordt de timing van het geluid meer vertraagd wanneer er minder kracht wordt gebruikt om de toetsen te bespelen. Parameter Velo Delay Sens (Velocity Delay Sense)
Waarde 63–0–+63
Veranderen hoe het volume reageert op de aanslagkracht (Key Touch Mode) Indien u ‘MODE 2’ kiest zal het volume geleidelijker veranderen in reactie op de kracht waarmee u het keyboard bespeelt (velocity). Wanneer de stroom wordt ingeschakeld wordt ‘MODE 1’ geselecteerd. Parameter Key Touch Mode
62
Omschrijving
Waarde MODE1, MODE2
Gedetailleerde instellingen voor elke functie ([EDIT] knop) knop te drukken.
Het proces van het veranderen van parameters van geluidssoorten om de geluidssoorten te creëren die u mooi vindt en het veranderen van de instellingen van diverse functies wordt ‘editing’ (bewerken) genoemd. Wanneer de [EDIT] knop wordt ingedrukt en het lampje gaat branden schakelt de RD 300GX over naar de ‘Edit mode’ (bewerkingsmodus). U kunt bewerkte instellingen onder Setups opslaan.
NOTE
6.
Tenzij ze zijn opgeslagen gaan deze instellingen verloren wanneer de stroom wordt uitgeschakeld.
Wanneer u klaar bent met het maken van de instellingen, druk dan op de [EDIT] knop zodat het lampje uit gaat.
van de RD 300GX wordt uitgeschakeld, dus Zorg ervoor, dat
De volgende instellingen worden opgeslagen als algemene instellingen voor de hele RD 300GX:
instellingen die u wilt bewaren onder een Setup worden opge-
‘System’ (systeem)
Bewerkte instellingen worden verwijderd wanneer de stroom
slagen (pag. 51). De systeeminstellingen kunnen echter in het bewerkingsscherm worden opgeslagen. Daar gaan veranderingen aan de instellingen dus niet verloren, zelfs niet wanneer de stroom wordt uitgeschakeld.
Parameters instellen 1.
Parameters die ingesteld kunnen worde U kunt in de bewerkingsmodus de volgende parameters instellen:
Druk op de [EDIT] knop zodat het lampje gaat branden. Het scherm ‘Edit Menu’ (bewerkingsmenu) verschijnt.
fig.disp
System (systeem)
2.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om een menu te selecteren en druk vervolgens op de [ENTER] knop.
fig.disp
3.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om de in te stellen parameter te selecteren en druk vervolgens op de [ENTER] knop.
Key Touch (toetsaanslag)
fig.disp
Common (algemeen)
4.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om de waarde in te stellen. Indien u de [DEC] knop en de [INC] knop tegelijkertijd indrukt gaat de instelling terug naar de standaardwaarde.
5.
Indien u de instelling wilt opslaan, druk dan op de [WRITE] knop. Druk vervolgens op de [ENTER] knop.
Tone Parameter (geluidssoortparameters)
Master Tune Master Volume SETUP Pedal Shift SETUP Control Channel USB Driver USB Memory Mode Damper Pedal Polarity Control Pedal Polarity Indicator Mode Part Mode Temperament Temperament Key Rx GM System ON Rx GS Reset Audio Level Song Stop Mode Key Touch Key Touch Offset Velocity Velocity Delay Sense Key Touch Mode MFX Zone Control Pedal Function S1 Function S2 Function Attack Time Release Time Cutoff Frequency Resonance Decay Time Reverb Amount Coarse Tune Fine Tune Bend Range
p. 64 p. 64 p. 64 p. 65 p. 65 p. 65 p. 65 p. 65 p. 65 p. 66 p. 66 p. 66 p. 67 p. 67 p. 67 p. 67 p. 62 p. 62 p. 62 p. 62 p. 62 p. 68 p. 68 p. 68 p. 68 p. 69 p. 69 p. 69 p. 69 p. 69 p. 69 p. 70 p. 70 p. 70
U kunt naar stap 3 terug gaan door op de [EXIT/SHIFT]
63
Gedetailleerde instellingen voor elke functie ([EDIT] knop)
Zone Parameter (zoneparameters)
Part Switch (partijwisseling)
File Utility/USB (behandeling van bestanden/ USB)
Song Function (songfuncties)
Utility (gebruikers instellingen)
Key Transpose Pan Damper Pedal Switch Control Pedal Switch Bender Switch Modulation Switch S1 Switch S2 Switch
p. 70 p. 70 p. 71 p. 71 p. 71 p. 71 p. 71 p. 71
Switch
p. 71
Save SETUP Load SETUP Delete SETUP Copy SETUP Delete SONG Copy SONG Format Play Mode Playback Transpose Center Cancel Rec Mode Local Control Bulk Dump Factory Reset Current Setup Factory Reset All
p. 72 p. 72 p. 73 p. 74 p. 75 p. 74 p. 76 p. 76 p. 76 p. 76 p. 78 p. 78 p. 77 p. 77 p. 77
Systeeminstellingen maken (System) Functies die invloed hebben op het algehele functioneren van de RD 300GX worden ‘System functions’ (systeemfuncties) genoemd.
Met de toonhoogte van andere instrumenten stemmen (Master Tune) Wanneer u met één of meer andere instrumenten samen speelt, zorg er dan voor dat de basistoonhoogte van elk instrument met die van de andere instrumenten gestemd is om een zuiverder samenspel te verkrijgen. In het algemeen wordt de stemming van een instrument aangegeven door de toonhoogte in Hertz (Hz) van de middelste noot ‘A’. Parameter Master Tune
64
Waarde 415.3–440.0–466.2
Het volume regelen (Master Volume) Hiermee regelt u het volume van de gehele RD 300GX. Parameter Master Volume
Waarde 0–127
Een bedieningspedaal gebruiken om van Setup te wisselen (SETUP Pedal Sft) U kunt een op de CONTROL PEDAL jack aangesloten bedieningspedaal gebruiken om tussen Setups van de RD 300GX te schakelen. Parameter
Waar de
Omschrijving
OFF
Het pedaal voert de functie uit die eraan is toegekend onder ‘Control Pedal Function’ (functie van het bedieningspedaal, pag. 68) van het menu ‘COMMON’ (algemeen).
ON
Telkens wanneer u het pedaal indrukt wordt er op een andere Setup overgeschakeld in oplopende volgorde. * Indien u deze instelling kiest wordt de functie die er in ‘Control Pedal Function’ van het menu ‘COMMON’ is toegekend uitgeschakeld.
SETUP Pedal Sft (SETUP Pedal Shift)
Gedetailleerde instellingen voor elke functie ([EDIT] knop)
Program Change boodschappen gebruiken om van Setup te wisselen (SETUP Ctrl Ch.) U kunt bij de RD 300GX van Setup veranderen met MIDI boodschappen van een extern MIDI apparaat. Stel het MIDI ontvangstkanaal in voor ontvangst van de MIDI boodschappen (Program Changes oftewel programmaveranderingen) van het externe MIDI apparaat dat u wilt gebruiken om van Setup te wisselen. Wanneer u niet vanaf een extern MIDI apparaat van Setup verandert, stel dit dan op ‘OFF’ in. Parameter
Wanneer een USB stick op de USB MEMORY aansluiting wordt aangesloten kan het gebeuren dat het langer duurt voordat data geladen worden, of dat data niet goed geladen worden. Indien dit zich voordoet kunt u het probleem mogelijk oplossen door de USB geheugeninstelling te veranderen. Schakel de stroom uit en weer in nadat u deze instelling heeft veranderd. Parameter USB Memory Mode
Waarde MODE1, MODE2
Waarde
SETUP Ctrl Ch. (SETUP Control Channel)
NOTE
De USB geheugeninstelling veranderen (USB Memory Mode)
1–16, OFF
Wanneer de instellingen van het SETUP Control Channel (SETUP bedieningskanaal) samen met het MIDI ontvangstkanaal van de partij verzonden worden, heeft de wisseling van Setup voorrang ten opzichte van de wisseling van geluidssoort. Zie ‘Van Setup wisselen’ (pag. 80) voor meer informatie over het wisselen van Setup.
De polariteit van het pedaal omschakelen (Damper Polarity/Control Polarity) Schakel de polariteit van pedalen die op de RD 300GX aangesloten zijn om. Dit kan voor elk van de pedaaljacks op het achterpaneel (DAMPER en CONTROL) afzonderlijk ingesteld worden. Bij sommige pedalen is het elektrische signaal dat van het pedaal komt wanneer dit ingedrukt of losgelaten wordt omge-
De instellingen voor de USB driver maken (USB Driver) Indien u de RD 300GX via de USB aansluiting op een computer wilt aansluiten dient u de volgende instelling te maken voordat u de verbinding maakt. Schakel de stroom uit en weer in nadat u deze instelling heeft gerealiseerd. Parameter
keerd als bij andere pedalen. Indien uw pedaal een effect heeft dat het tegengestelde is van wat u verwacht, stel deze parameter dan op ‘REVERSE’ in. Indien u een Roland pedaal gebruikt (dat geen polariteitsschakelaar heeft), stel deze parameter dan op ‘STANDARD’ in. Parameter Damper Polarity
Waarde
Omschrijving
ORIGINAL
Selecteer dit indien u de USB driver op de bijgeleverde CD ROM (Audio Key Utility 2) of een USB driver die u van de Roland website heeft gedownload gebruikt.
GENERIC
Kies dit indien u de standaard USB driver wilt gebruiken die bij uw computer werd meegeleverd.
USB Driver
Control Polarity
Waarde STANDARD, REVERSE
De modus van de lampjes selecteren (Indicator Mode) Dit bepaalt hoe de lampjes eruitzien als ze uit zijn.
Selecteer de instelling ‘ORIGINAL’ indien verzending en ontvangst van MIDI data te langzaam is bij gebruik van de USB driver die bij uw computer werd meegeleverd.
65
Gedetailleerde instellingen voor elke functie ([EDIT] knop)
Parameter
Waarde
Omschrijving
NORMAL
Het lampje geeft licht als de functie aan is en is uit als de functie uitgeschakeld is.
DIMLY
Het lampje geeft zwak licht als de functie uit is. Op die manier kunt u de knoppen zelfs vinden wanneer u op een zwak verlicht podium staat.
Indicator Mode
Parameter
Temperament
Waarde
EQUAL
Deze stemming verdeelt een octaaf in 12 gelijke delen. Elk interval geeft ongeveer dezelfde mate van lichte dissonantie.
JUST(MAJOR)
Deze stemming haalt de dissonantie uit vijfde en derde intervallen. Hij is niet geschikt om melodieën mee te spelen en kan niet getransponeerd worden, maar geeft wel prachtige volle klanken.
JUST(MINOR)
De precieze intonatie van de stemming in majeur en mineur is verschillend. U kunt hetzelfde effect verkrijgen met de stemming in mineur als met die in majeur.
Het aantal Parts selecteren (Part Mode) Hiermee selecteert u het aantal Parts voor de RD 300GX. Wanneer dit is ingesteld op ‘16PART+PERF’ wordt de uitvoering op het keyboard niet beïnvloed door MIDI boodschappen
Deze stemming volgens de filosoof Pythagoras haalt de dissonantie uit vierde en vijfde intervalPYTHAGOREAN len. Akkoorden die een derde interval bevatten klinken dissonant, maar melodieën hebben een aangename klank.
van de MIDI IN aansluiting of songdata die door de RD 300GX worden afgespeeld. Dit is handig wanneer u op het keyboard wilt spelen, terwijl u songdata afspeelt met de RD 300GX. Indien u ‘16PART’ selecteert kan de keyboardpartij die u zelf speelt dezelfde partij gebruiken als de songdata, wat inhoudt dat u program changes of bank selections in de songdata kunt
KIRNBERGER
Deze stemming is een modificatie van ‘Meantone’ en ‘Just’ intonatie, waardoor deze stemming meer vrijheid geeft in de transpositie naar andere toonaarden. U kunt met deze stemming in alle toonaarden spelen (III).
MEAN TONE
Deze stemming is een gedeeltelijk compromis van ‘Just’ intonatie om transpositie naar andere toonaarden mogelijk te maken.
aangeven, zodat de geluidssoort van de keyboardpartij automatisch veranderd wordt. Parameter Part Mode
Waarde 16PART, 16PART+PERF (Performance)
De stemmethode instellen (Temperament) Hiermee stelt u de manier van stemmen in. De meeste moderne songs worden gecomponeerd en gespeeld onder de aanname dat er een gelijkmatige stemming wordt gebruikt maar toen de klassieke muziek werd gecomponeerd bestond er een breed scala aan andere stemmingen. Door een compositie in de oorspronkelijke stemming te spelen kunt u de volle klanken van de akkoorden ervaren die de componist oorspronkelijk bedoelde.
66
Omschrijving
Tempera ment
Dit is een combinatie van ‘Meantone’ en ‘Pythagorean’ stemWERCKMEISTER ming. Uitvoeringen zijn in alle toonaarden mogelijk. (Eerste methode, III.) ARABIC
Deze stemming is geschikt voor Arabische muziek.
Gedetailleerde instellingen voor elke functie ([EDIT] knop)
De grondtoon selecteren (Temperament Key) Wanneer er wordt gespeeld in een andere stemming dan de
Het afspelen van een song laten stoppen wanneer u een ONE TOUCH knop indrukt (Song Stop Mode)
‘Equal’ stemming, moet u de grondtoon aangeven om voor de
Dit geeft aan of de song zal stoppen wanneer u de ONE
te spelen song te stemmen (dus de noot die in majeur een C is,
TOUCH [PIANO] knop indrukt, terwijl er een song wordt
of in mineur een A). Indien u een gelijkmatige stemming heeft
afgespeeld.
geselecteerd is het niet nodig om de grondtoon te selecteren. Parameter Temperament Key
NOTE
Waarde
Parameter
C, C#, D, Eb, E, F, F#, G, G#, A, Bb, B
Wanneer u met andere instrumenten samenspeelt, weest u zich er dan van bewust dat er al naar gelang de toonaard een ongelijkheid in de toonhoogte mogelijk is. Stem de RD 300GX met de grondtoon van de andere instrumenten.
Schakelen tussen ontvangst van GM/ GM2 System On en GS Reset (Rx GM Sys ON, Rx GS Reset)
Waarde
Omschrijving
ON
Indien u een ONE TOUCH knop indrukt, terwijl er een song wordt afgespeeld zal de song ophouden te spelen.
OFF
Zelfs indien u een ONE TOUCH knop indrukt, terwijl er een song wordt afgespeeld zal de song niet ophouden te spelen.
Song Stop Mode
De keyboardaanslag instellen (Key Touch) U kunt de instellingen voor de toetsaanslag verfijnen.
Geeft aan of General MIDI System On , General MIDI 2 Sys-
Zie de genoemde pagina’s voor meer informatie
tem On of GS Reset boodschappen van externe MIDI appara-
over de volgende instellingen van de toetsaanslag:
ten worden ontvangen (ON) of niet (OFF).
Key Touch → pag. 62
Parameter Rx. GM Sys ON (Rx GM/GM2 System ON)
Waarde
Key Touch Offset → pag. 62 Velocity → pag. 62 Velocity Delay Sense → pag. 62 Key Touch Mode → pag. 62
ON, OFF
Rx. GS Reset
Het volume van het afspelen van audiobestanden regelen (Audio Volume) Hiermee regelt u het volume van het afspelen van audiobestanden (pag. 40) en van de audiotoets functie (pag. 42). Parameter Audio Volume
Waarde 0–127
67
Gedetailleerde instellingen voor elke functie ([EDIT] knop)
Aan de Setup gerelateerde instellingen (C
Parameter
De zone instellen, waarop Multi effecten worden toegepast (MFX Zone) Hiermee geeft u de zone aan, waarop het Multi effect wordt toegepast wanneer u in gelaagde uitvoering (pag. 28) of gescheiden uitvoering (pag. 29) speelt. Parameter
MFX Zone
Waarde
Omschrijving
UPPER 1
Het effect wordt toegepast op de UPPER 1 zone.
UPPER 2
Het effect wordt toegepast op de UPPER 2 zone.
LOWER
Het effect wordt toegepast op de LOWER zone.
Het effect wordt toegepast op zones die hetzelfde effect gebruiken als deze zone.
De pedaalfunctie wijzigen (Ctrl Pedal Func) Hiermee stelt u de functie in van een op de CONTROL aansluiting op het achterpaneel aangesloten pedaalschakelaar of expressiepedaal (zoals de optioneel verkrijgbare EV 5/7). Parameter
Ctrl Pedal Func (Control Pedal Function)
68
Waarde
Functie /parameterinstelling die gewijzigd wordt
OFF
Geen bediening
SOFT
Zacht pedaal
SOSTENUTO
Sostenuto pedaal
EXPRESSION
Expressiepedaal
MODULATION
Er wordt op dezelfde wijze vibrato toegepast als wanneer u de modulatieschakelaar beweegt.
BEND UP
De toonhoogte gaat op dezelfde manier omhoog als wanneer u de Pitch Bend schakelaar naar rechts beweegt.
BEND DOWN
De toonhoogte gaat op dezelfde manier omlaag als wanneer u de Pitch Bend schakelaar naar links beweegt.
AFTERTOUCH
Het pedaal bedient de aftertouch.
Ctrl Pedal Func
Waarde
Functie /parameterinstelling die gewijzigd wordt
START/STOP
De externe sequencer start/ stopt.
TAP TEMPO
Het tempo wordt gewijzigd tot het interval waarbij u het pedaal indrukt.
RHY PLAY/ STOP
Start en stopt ritmen (pag. 37).
SONG PLAY/ STOP
Start en stopt een song (pag. 40).
Dit is dezelfde functie als de [AUDIO KEY] knop. De AUDIO KEY SW audiotoets functie (pag. 42) wordt in /uitgeschakeld.
MFX SW
Voert dezelfde functie uit als de [MULTI EFFECTS] knop. Schakelt de Multi effecten (pag. 47) in en uit.
Functies aan de knoppen [S1] en [S2] toekennen (S1/S2 Func) Deze instelling bepaalt de functie van de knoppen [S1] en [S2]. Parameter
Waarde
Functie /parameterinstelling die gewijzigd wordt
OFF
Geen bediening
COUPLE +1OCT
Wanneer u het keyboard bespeelt klinken er tegelijkertijd tonen van één octaaf hoger.
COUPLE S1/S2 Func 1OCT (S1/S2 Function)
Wanneer u het keyboard bespeelt klinken er tegelijkertijd tonen van één octaaf lager.
COUPLE +2OCT
Wanneer u het keyboard bespeelt klinken er tegelijkertijd tonen van twee octaven hoger.
COUPLE 2OCT
Wanneer u het keyboard bespeelt klinken er tegelijkertijd tonen van twee octaven lager.
Gedetailleerde instellingen voor elke functie ([EDIT] knop)
Parameter
Waarde
Functie /parameterinstelling die gewijzigd wordt
COUPLE +5TH
Wanneer u het keyboard bespeelt klinken er tegelijkertijd tonen van een vijfde interval (zeven halve tonen) hoger.
COUPLE 4TH
Wanneer u het keyboard bespeelt klinken er tegelijkertijd tonen van een vierde interval (vijf halve tonen) lager.
OCTAVE UP
Elke druk op de knop verhoogt het toetsenbereik in stappen van een octaaf (tot 4 octaven hoger).
Resonance: Dit versterkt het geluid in het gebied rond de ombuigingsfrequentie, waardoor het geluid een bepaalde kwaliteit krijgt. Erg hoge instellingen kunnen voor oscillatie zorgen, waardoor het geluid vervormd wordt. Decay Time:De tijd die het na het bereiken van de volle sterkte duurt voordat het geluid wegsterft. NOTE
Wanneer u abrupte veranderingen in de instellingen aanbrengt kan het geluid vervormd raken of te luid worden. Houdt u bij het maken van de instellingen de volumeniveaus in de gaten.
Parameter
Waarde
Omschrijving
Elke druk op de knop verlaagt het toetsenbereik in stappen van een octaaf (tot 4 octaven lager).
Attack Time
Hogere waarden zorgen voor een mildere aanzwelling; lagere warden zorgen voor een scherpere geluidstoename.
START/STOP
De externe sequencer start/ stopt.
Release Time
TAP TEMPO
Het tempo wordt gewijzigd tot het interval waarbij u het pedaal indrukt.
Hogere waarden zorgen voor een langer wegsterven; stel lagere waarden in voor een afgekapt geluid.
Cutoff Freq
Hogere waarden maken het geluid helderder; lagere waarden doen het geluid donkerder klinken.
S1/S2 Func OCTAVE DOWN
RHY PLAY/ STOP
Start en stopt ritmen (pag. 37).
SONG PLAY/ STOP
Start en stopt de song (pag. 40).
Instellingen van geluidssoorten (Tone Parameter)
64–0–+63
Resonance
Hogere waarden maken de speciale kwaliteit van het geluid sterker; lagere waarden beperken deze karakteristieke klank.
Decay Time
De tijd die het duurt voordat het volume minder wordt is langer naarmate de waarde wordt verhoogd; verlaging van de waarde verkort deze tijd.
U kunt hiermee meer gedetailleerde instellingen maken voor de geluidssoorten die aan elk van de zones zijn toegekend. Druk op de ZONE SELECT knop om de in te stellen zone te selecteren.
Elementen van geluidssoorten veranderen (Attack Time/Release Time/ Cutoff Freq/Resonance/Decay Time) U kunt wijzigingen in geluidssoorten aanbrengen door de instellingen van de volgende vijf elementen te regelen: Attack Time:Hoe lang het duurt voordat het geluid na het indrukken van de toets zijn volle volume bereikt. Release Time:Hoe lang het duurt voordat het geluid na het loslaten van de toets onhoorbaar wordt. Cutoff Freq: Regelt hoe ver het filter wordt geopend.
NOTE
Het effect kan bij sommige geluidssoorten minder duidelijk zijn, zelfs wanneer de waarde wordt veranderd.
Instellen van de mate van galm die op elke geluidssoort wordt toegepast (Reverb Amount) Hiermee stelt u de diepte van het galmeffect voor elke geluidssoort in. NOTE
Wanneer deze waarde op ‘0’ wordt ingesteld wordt er geen effect toegepast, zelfs niet wanneer de [REVERB] knop wordt ingedrukt.
69
Gedetailleerde instellingen voor elke functie ([EDIT] knop) U kunt de instelling ook maken door de [REVERB] knop ingedrukt te houden en met één van de ZONE LEVEL schuiven te regelen. Parameter Reverb Amount
Waarde 0–127
De instellingen voor elke zone afzonderlijk maken (Zone Parameter) U kunt voor de zone gedetailleerdere instellingen maken. Druk op de ZONE SELECT knop om de in te stellen
De toonhoogte instellen (Coarse Tune/Fine Tune)
zone te selecteren.
Hiermee stelt u de toonhoogte van de geluidssoort in. Parameter Coarse Tune
Fine Tune
Waarde
Omschrijving
48–+48 (+/ 4 octaven
Stelt de toonhoogte van de klank in eenheden van een halve toon in.
50–+50 (+/ 50 cents)
Stelt de toonhoogte van de klank in eenheden van één cent in.
De transpositie voor elke zone afzonderlijk instellen (Transpose) U kunt spelen, terwijl u elke zone naar een andere toonhoogte getransponeerd heeft. Wanneer er meerdere geluidssoorten worden gespeeld kunt u een vollere klank creëren door de twee geluidssoorten op verschillende octaven in te stellen. Ook kunt u de transpositiefunctie gebruiken om de bas op een lagere toonhoogte te spelen
1 cent = 1/100 halve toon NOTE
Bij sommige geluidssoorten kunnen er bereiken zijn waarin de toonhoogte niet verandert zoals bedoeld.
indien het keyboard op gescheiden uitvoering (Split) staat ingesteld en u in het lagere bereik een basgeluidssoort speelt. Parameter Transpose
Waarde 48–0–+48
U kunt met de [TRANSPOSE] knop ook voor alle Parts dezelfde mate van transpositie instellen. Zie ‘De toonhoogte van het keyboard transponeren ([TRANSPOSE] knop)’ op pag. 32 voor meer informatie hierover.
Het ombuigingsbereik veranderen (Bend Range) Hiermee stelt u de mate van verandering van toonhoogte in die optreedt wanneer u de Pitch Bend schakelaar beweegt (2 octaven). Parameter Bend Range
De pan instellen (Pan) Waarde 0 24 (halve tonen)
Hiermee stelt u de pan (plaatsing in het stereoveld) voor elk van de zones in. De pan instelling plaatst het geluid van elke zone in het geluidsveld wanneer het uitgaande geluid in stereo is. Wanneer de waarde van ‘L’ verhoogd wordt klinkt er meer geluid van links. Op dezelfde manier klinkt er meer geluid van rechts indien de waarde van ‘R’ verhoogd wordt. Wanneer dit op ‘0’ is ingesteld klinkt het geluid uit het midden. Parameter Pan
70
Waarde L64–0–R63
Gedetailleerde instellingen voor elke functie ([EDIT] knop)
De regelaars in elke zone in en uitschakelen
Part aan/uit (Part Switch) U kunt kiezen of boodschappen van externe MIDI apparaten
Deze instellingen bepalen of de pedalen die op elk van de
wel of niet door elke afzonderlijke partij ontvangen moeten
PEDAL jacks zijn aangesloten (DAMPER, CONTROL), de
worden.
modulatieschakelaar, de Pitch Bend schakelaar (Bender) en de knoppen [S1] en [S2] gebruikt worden om de zone te regelen
1.
(ON) of niet (OFF).
Druk op de [EDIT] knop zodat het lampje gaat branden. Het scherm ‘Edit Menu’ (bewerkingsmenu) verschijnt.
Parameter
Waarde
fig.disp
Damper Pedal Sw ControlPedal Sw Bender Sw Modulation Sw
OFF, ON
2.
S1 Sw S2 Sw
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om ‘Part Switch’ te selecteren en druk vervolgens op de [ENTER] knop.
fig.disp
3.
Blijf de [EXIT/SHIFT] knop ingedrukt houden en gebruik tegelijkertijd de knoppen [DEC] en [INC] om de in te stellen partij te selecteren.
4.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om de instelling naar ‘ON’ of ‘OFF’ te schakelen. Het nummer van de partij wordt weergegeven voor Parts die zijn ingeschakeld en er staat ‘–‘voor Parts die zijn uitgeschakeld.
5.
Wanneer u de instellingen gerealiseerd heeft, druk dan op de [EDIT] knop zodat het lampje uitgaat.
NOTE
Bij de RD 300GX wordt UPPER 1 vast als Part 1 (Ch 1) gezien en UPPER 2 als Part 2 (Ch 2), terwijl LOWER vast als Part 3 (Ch 3) wordt gezien. Let op: het keyboard produceert geen geluid indien de Parts (Parts) 1, 2 en 3 op ‘OFF’ staan ingesteld, wanneer de ‘Part Mode’ is ingesteld op ‘16 PART’ (pag. 66).
71
Gedetailleerde instellingen voor elke functie ([EDIT] knop)
Bestandsbeheer (File)
6.
Blijf de [EXIT/SHIFT] knop ingedrukt houden en gebruik tegelijkertijd de knoppen [DEC] en [INC] om de cursor naar de plaats te brengen waar u de karakters wilt invoeren.
7.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om de naam in te voeren.
Met de RD 300GX kunt u Setup data opslaan in het interne geheugen of op een USB stick die u op de USB MEMORY aansluiting in het achterpaneel heeft aangesloten.
Namen kunnen uit maximaal 16 karakters bestaan.
Een Setup bestand opslaan (Save SETUP)
De volgende karakters zijn beschikbaar: spatie ! # $ % & ' ( ) + , . 0–9 ; = @ A–Z [ ] ^ _ ` a–z { }~
Een enkel, afzonderlijk bestand dat een verzameling van 32 Setups bevat die op de RD 300GX geregistreerd zijn wordt
U kunt geen Setup bestand opslaan waarvan de naam met een ‘.’ (punt) begint. Gebruik geen ‘.’ (punt) aan het begin van de naam.
een ‘Setup file’ (Setup bestand) genoemd. Dit Setup bestand kan in het interne geheugen van de RD 300GX worden opgeslagen, of op een USB stick (apart aan te schaffen) die op de USB MEMORY aansluiting is aangesloten.
1.
Druk op de [EDIT] knop zodat het lampje gaat branden.
8.
Herhaal de stappen 6 en 7 om de naam in te voeren.
9.
Wanneer u klaar bent met de invoer van de bestandsnaam, druk dan op de [ENTER] knop.
Het scherm ‘Edit Menu’ verschijnt.
2.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om ‘File’ te selecteren en druk vervolgens op de [ENTER] knop.
3.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om ‘Save SETUP’ te selecteren en druk vervolgens op de [ENTER] knop. Het volgende scherm verschijnt:
fig.disp
Het volgende scherm verschijnt: fig.disp
Indien u het Setup bestand niet wilt opslaan, druk dan op de [EXIT/SHIFT] knop.
10.Druk nogmaals op de [ENTER] knop om het Setup bestand op te slaan. NOTE
4.
Omschrijving
INT
De data worden in het interne geheugen van de RD 300GX opgeslagen.
USB
De data worden op de USB stick opgeslagen die op de USB MEMORY aansluiting in het achterpaneel is aangesloten.
5.
Indien er al een bestand met dezelfde naam is opgeslagen verschijnt de boodschap: ‘Overwrite OK?’ Indien u over het oude bestand heen wilt opslaan, druk dan op de [ENTER] knop; om het bestand onder een andere naam op te slaan drukt u op de [EXIT/SHIFT] knop.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om de bestemming te selecteren waarop de Setups moeten worden opgeslagen.
Waarde
Druk op de [ENTER] knop.
Terwijl er opgeslagen wordt verschijnt er ‘Executing…’ in de display. Zorg ervoor, dat u dan nooit de stroom uitschakelt.
11.Druk op de [EDIT] knop zodat het lampje uit gaat.
Een Setup bestand oproepen (Load SETUP)
Het volgende scherm verschijnt: fig.disp
Hier leest u hoe u een eerder opgeslagen Setup bestand kunt oproepen. NOTE
72
De huidige instellingen worden gewist wanneer er een Setup bestand wordt opgeroepen. Zorg
Gedetailleerde instellingen voor elke functie ([EDIT] knop) ervoor, dat u dat wat u wilt bewaren eerst opslaat voordat u een nieuw bestand oproept.
1.
Druk op de [EDIT] knop zodat het lampje gaat branden. Het scherm ‘Edit Menu’ verschijnt.
2.
3.
4.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om ‘File’ te selecteren en druk vervolgens op de [ENTER] knop.
Druk op de [EDIT] knop zodat het lampje uit gaat.
Een Setup bestand verwijderen (Delete SETUP) Hier leest u hoe u een eerder opgeslagen Setup bestand kunt verwijderen.
1.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om het geheugen te selecteren waaruit u de Setups wilt laden.
2.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om ‘File’ te selecteren en druk vervolgens op de [ENTER] knop.
3.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om ‘Delete SETUP’ te selecteren en druk vervolgens op de [ENTER] knop.
4.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om het geheugen te selecteren dat het te verwijderen bestand bevat.
Omschrijving
INT
De data worden uit het interne geheugen van de RD 300GX geladen.
USB
De data worden van de USB stick geladen die op de USB MEMORY aansluiting in het achterpaneel is aangesloten.
Druk op de [EDIT] knop zodat het lampje gaat branden. Het scherm ‘Edit Menu’ verschijnt.
Druk op de [ENTER] knop. Het volgende scherm verschijnt:
fig.disp
6.
8.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om ‘Load SETUP’ te selecteren en druk vervolgens op de [ENTER] knop.
Waarde
5.
weergeven komt de bestandnaam in beeld als ‘?’.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om het bestand dat u wilt oproepen te selecteren en druk vervolgens op de [ENTER] knop. De bevestigingsboodschap verschijnt.
Waarde
Omschrijving
INT
De data uit het interne geheugen van de RD 300GX worden verwijderd.
USB
De data van de USB stick die op de USB MEMORY aansluiting in het achterpaneel is aangesloten worden verwijderd.
5.
Druk op de [ENTER] knop. Het volgende scherm verschijnt:
fig.disp
fig.disp
Indien u het Setup bestand niet wilt laden, druk dan op de [EXIT/SHIFT] knop.
7.
6.
Druk nogmaals op de [ENTER] knop om het Setup bestand te laden.
Indien u ‘ALL’ kiest worden alle Setup bestanden verwijderd.
Het Setup bestand wordt in de RD 300GX geladen. NOTE
Zorg ervoor, dat u nooit de stroom uitschakelt, terwijl er geladen wordt.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om het bestand dat u wilt verwijderen te selecteren en druk vervolgens op de [ENTER] knop.
De bevestigingsboodschap verschijnt. fig.disp
Indien u een bestand laadt waarvan de naam karakters bevat die de RD 300GX niet kan
73
Gedetailleerde instellingen voor elke functie ([EDIT] knop) fig.disp
Indien u het bestand niet wilt verwijderen, druk dan op de [EXIT/SHIFT] knop.
7. 8.
Druk op de [ENTER] knop om het bestand te verwijderen.
6.
Druk op de [EDIT] knop zodat het lampje uit gaat.
NOTE
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om het bestand dat u wilt kopiëren te selecteren en druk op de [ENTER] knop. Indien u ‘ALL’ kiest worden alle Setup bestanden gekopieerd.
Terwijl de verwijderingsactie in gang is verschijnt er ‘Executing…’ in de display. Zorg ervoor, dat u dan nooit de stroom uitschakelt.
De bevestigingsboodschap verschijnt. fig.disp
Een Setup bestand kopiëren (Copy SETUP) Indien u het bestand niet wilt kopiëren, druk dan op de [EXIT/SHIFT] knop.
U kunt een Setup bestand van het interne geheugen van de RD 300GX naar een USB stick (separaat aan te schaffen) kopiëren. U kunt ook een Setup bestand van een USB stick naar het
7.
Druk nogmaals op de [ENTER] knop om het bestand te kopiëren.
8.
Druk op de [EDIT] knop zodat het lampje uit gaat.
interne geheugen van de RD 300GX kopiëren.
1.
Druk op de [EDIT] knop zodat het lampje gaat branden. Het scherm ‘Edit Menu’ verschijnt.
2.
3.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om ‘File’ te selecteren en druk vervolgens op de [ENTER] knop. Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om ‘Copy SETUP’ te selecteren en druk vervolgens op de [ENTER] knop. Het volgende scherm verschijnt:
NOTE
Terwijl het kopiëren in gang is verschijnt er ‘Executing…’ in de display. Zorg ervoor, dat u dan nooit de stroom uitschakelt.
Een song kopiëren (Copy SONG) U kunt een songbestand van het interne geheugen van de RD 300GX naar een USB stick (separaat aan te schaffen) kopiëren. U kunt ook een songbestand van een USB stick naar het interne geheugen van de RD 300GX kopiëren.
fig.disp
1. 4.
Het scherm ‘Edit Menu’ verschijnt.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om het type kopie te selecteren.
Waarde
Kopie van het interne geheugen van de RD 300GX naar een USB stick.
USB→INT
Kopie van een USB stick naar het interne geheugen van de RD 300GX.
Druk op de [ENTER] knop. Het volgende scherm verschijnt:
74
2.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om ‘File’ te selecteren en druk vervolgens op de [ENTER] knop.
3.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om ‘Copy SONG’ te selecteren en druk vervolgens op de [ENTER] knop.
Omschrijving
INT→USB
5.
Druk op de [EDIT] knop zodat het lampje gaat branden.
Het volgende scherm verschijnt: fig.disp
Gedetailleerde instellingen voor elke functie ([EDIT] knop)
4.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om het type kopie te selecteren.
Waarde
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om ‘Delete SONG’ te selecteren en druk vervolgens op de [ENTER] knop.
4.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om het geheugen te selecteren dat de song bevat die u wilt verwijderen.
Omschrijving
INT→USB
Kopie van het interne geheugen van de RD 300GX naar een USB stick.
USB→INT
Kopie van een USB stick naar het interne geheugen van de RD 300GX.
5.
3.
Druk op de [ENTER] knop. Het volgende scherm verschijnt:
Waarde
Omschrijving
INT
De data uit het interne geheugen van de RD 300GX worden verwijderd.
USB
De data van de USB stick die op de USB MEMORY aansluiting in het achterpaneel is aangesloten worden verwijderd.
fig.disp
6.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om het bestand dat u wilt kopiëren te selecteren en druk op de [ENTER] knop.
5.
Druk op de [ENTER] knop. Het volgende scherm verschijnt:
fig.disp
Indien u ‘ALL’ kiest worden alle songbestanden gekopieerd.
7.
Druk op de [ENTER] knop.
6.
De bevestigingsboodschap verschijnt. fig.disp
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om het bestand dat u wilt verwijderen te selecteren en druk vervolgens op de [ENTER] knop. Indien u ‘ALL’ kiest worden alle songbestanden verwijderd.
Indien u het bestand niet wilt kopiëren, druk dan op de [EXIT/SHIFT] knop.
8. 9.
Druk nogmaals op de [ENTER] knop om het bestand te kopiëren. Druk op de [EDIT] knop zodat het lampje uit gaat.
NOTE
Terwijl het kopiëren in gang is verschijnt er ‘Executing…’ in de display. Zorg ervoor, dat u dan nooit de stroom uitschakelt.
Een song verwijderen (Delete SONG) Met deze actie verwijdert u een opgeslagen song.
1.
De bevestigingsboodschap verschijnt. fig.disp
Indien u het bestand niet wilt verwijderen, druk dan op de [EXIT/SHIFT] knop.
7.
Druk nogmaals op de [ENTER] knop om de song te verwijderen.
8.
Druk op de [EDIT] knop zodat het lampje uit gaat.
NOTE
Terwijl de verwijderingsactie in gang is verschijnt er ‘Executing…’ in de display. Zorg ervoor, dat u dan nooit de stroom uitschakelt.
Druk op de [EDIT] knop zodat het lampje gaat branden. Het scherm ‘Edit Menu’ verschijnt.
2.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om ‘File’ te selecteren en druk vervolgens op de [ENTER] knop.
75
Gedetailleerde instellingen voor elke functie ([EDIT] knop)
Het geheugen formatteren (Format) ‘Formatteren’ is de handeling van het in de fabrieksstaat terugbrengen van het interne geheugen van de RD 300GX, of het voorbereiden van de USB stick voor het gebruik met de RD 300GX. Een USB stick kan niet met de RD 300GX worden gebruikt tenzij hij op de juiste wijze voor de RD 300GX geformatteerd is. Wanneer u een nieuwe USB stick gebruikt dient u deze eerst op de RD 300GX te formatteren. Wanneer u de USB stick formatteert worden alle data die eerder op die geheugenstick werden opgeslagen gewist. Verzeker u er voordat u gaat formatteren van dat de USB stick geen belangrijke data bevat die u dient te bewaren.
NOTE
Verwijder de USB stick niet voordat de formattering voltooid is.
Instellingen voor het afspelen van de song (Song Function) U kunt een scala aan instellingen die aan het afspelen van de song gerelateerd zijn veranderen (pag. 40).
De manier waarop songs worden afgespeeld selecteren (Play Mode)
NOTE
1.
Druk op de [EDIT] knop zodat het lampje gaat branden.
Wanneer u songs op de RD 300GX afspeelt kunt u kiezen of u songs afzonderlijk wilt afspelen, of dat u alle songs na elkaar wilt afspelen. Parameter
Het scherm ‘Edit Menu’ verschijnt.
2.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om ‘File’ te selecteren en druk vervolgens op de [ENTER] knop.
3.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om ‘Format’ te selecteren en druk vervolgens op de [ENTER] knop.
4.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om het medium te selecteren dat u wilt formatteren.
Waarde
Omschrijving
ONE SONG
Wanneer u een song afspeelt wordt er slechts één song gespeeld; het afspelen stopt aan het einde van die song.
ALL SONG
De songs uit het interne geheugen of van de USB stick worden achter elkaar afgespeeld.
Play Mode
De toonhoogte van het afspelen van de song veranderen (Playback Trans)
Waarde
Omschrijving
Hiermee kunt u de afspeeltoonhoogte van een song in stappen
INT
Het interne geheugen van de RD 300GX wordt geformatteerd.
van een halve toon verschuiven. Dit geldt ook voor het afspe-
USB
De USB stick die op de USB MEMORY aansluiting in het achterpaneel is aangesloten wordt geformatteerd.
5.
Druk op de [ENTER] knop.
len met de ‘Audio Key’ (audiotoets) functie (pag. 42). Parameter Playback Trans (Playback Transpose)
Waarde 6–0–+5
De bevestigingsboodschap verschijnt. fig.disp
Met een audiobestand mee spelen (Center Cancel) Indien u het medium niet wilt formatteren, druk dan op de [EXIT/SHIFT] knop.
6.
Druk nogmaals op de [ENTER] knop om de formattering uit te voeren. De complete inhoud van het geheugen wordt gewist.
7.
Druk op de [EDIT] knop zodat het lampje uit gaat.
NOTE
76
Terwijl de formattering in gang is verschijnt er ‘Executing…’ in de display. Zorg ervoor, dat u dan nooit de stroom uitschakelt.
Wanneer u audiobestanden afspeelt, zorgt dit ervoor dat klanken die in het midden klinken (bijv. vocalen of melodische instrumenten) in volume beperkt worden.Dit geldt ook voor het afspelen met de ‘Audio Key’ (audiotoets) functie (pag. 42). Parameter Center Cancel NOTE
Waarde OFF, ON
Bij sommige songs kan het gebruik van de ‘Center Cancel’ functie het karakter van de geluidssoort(en) beïnvloeden.
Gedetailleerde instellingen voor elke functie ([EDIT] knop)
Gebruikersinstellingen (Utility) ‘Utility’ bevat functies voor het verzenden van data naar externe MIDI sequencers en andere apparatuur en voor het terugbrengen van de instellingen naar hun oorspronkelijke staat (fabrieksinstellingen).
U gaat terug naar het ‘Edit’ scherm.
8.
De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset) De instellingen die in de RD 300GX zijn opgeslagen kunnen
Zie ‘Instellingen voor opname (Rec Mode/Local Control)’ op pag. 78 voor meer informatie over de ‘Rec Mode’ (opnamemodus) en ‘Local Control’ (locale bediening) in het ‘Utility’ menu.
De instellingen van de RD 300GX naar een extern MIDI apparaat overbrengen (Bulk Dump) U kunt de inhoud van een Setup naar een extern MIDI appa-
naar hun fabrieksinstelling worden teruggezet. NOTE
NOTE
1.
raat overbrengen. Deze handeling wordt ‘bulk dump’ genoemd. Bij de RD 300GX kunt u de inhoud van de op dat moment geselecteerde Setup naar een extern MIDI apparaat
2.
Druk op de [EDIT] knop zodat het lampje gaat branden.
Wanneer u aansluitingen via de USB maakt, verzeker u er dan extra van dat u de USB kabel weer heeft losgemaakt voordat u begint.
Druk op de [EDIT] knop zodat het lampje gaat branden.
2.
Druk op de [INC] knop om ‘Utility’ te selecteren en druk vervolgens op de [ENTER] knop.
3.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om ‘Fctry Reset Cur’ of ‘Fctry Reset All’ te selecteren en druk vervolgens op de [ENTER] knop.
men bent.
Gebruik een MIDI kabel (optioneel verkrijgbaar) om de MIDI OUT aansluiting van de RD 300GX op de MIDI IN aansluiting van een externe sequencer aan te sluiten.
Wanneer u ‘Factory Reset All’ uitvoert worden de Setups verwijderd (pag. 50). Indien u de opgenomen inhoud wilt bewaren, sla het Setup bestand dan op uw USB stick op (pag. 72).
Het scherm ‘Edit Menu’ verschijnt.
verzenden. Dit is handig wanneer u een song aan het opne-
1.
Stop de externe sequencer.
Parameter
Omschrijving
Fctry Reset Cur
De op dit moment geselecteerde Setup wordt naar de fabrieksinstelling teruggezet.
Fctry Reset All
De instellingen die in de RD 300GX zijn opgeslagen kunnen naar hun fabrieksinstelling worden teruggezet.
Het scherm ‘Edit Menu’ verschijnt.
3.
4.
Druk op de [INC] knop om ‘Utility’ te selecteren en druk vervolgens op de [ENTER] knop. Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om ‘Bulk Dump’ te selecteren en druk vervolgens op de [ENTER] knop.
Het volgende scherm verschijnt: fig.disp
Om de ‘Factory Reset’ te annuleren drukt u op de [EXIT/ SHIFT] knop.
Het volgende scherm verschijnt: fig.disp
Naam van de geselecteerde Setup
5.
Zet de externe sequencer in de opnamemodus.
6.
Druk op de [ENTER] knop om de instellingen te verzenden. De boodschap ‘Executing…’ verschijnt in de display tijdens de verzending van de data.
7.
Als de verzending voltooid is geeft de display ‘Completed’ aan.
4.
Druk nogmaals op de [ENTER] knop om de ‘Factory Reset’ te starten.
NOTE
Terwijl de ‘Factory Reset’ in gang is verschijnt er ‘Executing…’ in de display. Zorg ervoor, dat u dan nooit de stroom uitschakelt.
Nadat de ‘Factory Reset’ voltooid is verschijnt het ‘Utility’ scherm weer in de display. NOTE
Terwijl de ‘Factory Reset’ in gang is worden er geen klanken geproduceerd, zelfs niet wanneer de toetsen worden ingedrukt. Ook worden de song en de ritmen die worden afgespeeld dan gestopt.
77
Externe MIDI apparaten aansluiten Uitvoeringen van de RD 300GX op een externe MIDI sequencer opnemen Probeert u nu eens een externe sequencer te gebruiken om uw muziek op meerdere sporen op te nemen, en speel dan de opgenomen uitvoering af.
Aansluiting op een externe sequencer
Instellingen voor opname (Rec Mode/ Local Control) ‘Rec Mode’ (opnamemodus) en ‘Local Control’ (locale bediening) zijn handige eigenschappen om te gebruiken wanneer u op een externe sequencer opneemt. Wanneer u de functies gebruikt kunt u de meest geschikte instellingen verkrijgen voor de opname van de data van de RD 300GX op een externe sequencer zonder dat u alle instellingen van Parts en kanalen hoeft te maken.
921
NOTE
Om storing en/of schade aan luidsprekers of andere apparatuur te voorkomen dient u altijd het volume laag te zetten en de stroom van alle apparaten uit te schakelen voordat u aansluitingen maakt.
fig.06 01e
MIDI IN
Druk op de [EDIT] knop zodat het lampje gaat branden. Het scherm ‘Edit Menu’ verschijnt.
2.
Druk op de [INC] knop om ‘Utility’ te selecteren en druk vervolgens op de [ENTER] knop.
3.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om de in te stellen parameter te selecteren en druk vervolgens op de [ENTER] knop.
MIDI OUT
MIDI Sequencer MIDI IN
1.
fig.disp
MIDI OUT
fig.disp
RD-300GX
1.
Voordat u de aansluitingsprocedure begint dient u ervoor te zorgen dat de stroom van alle apparatuur uitgeschakeld is.
4.
Gebruik de knoppen [DEC] en [INC] om de instelling naar ‘ON’ of ‘OFF’ te schakelen.
Parameter
2.
3.
4.
Sluit nadat u ‘De externe apparatuur op de RD 300GX aansluiten’ (pag. 17) heeft gelezen een audioapparaat/ systeem of een koptelefoon op de RD 300GX aan.
Rec Mode
Sluit de externe MIDI sequencer volgens bovenstaande illustratie met de MIDI kabel op de RD 300GX aan. Schakel de stroom van elk apparaat in zoals beschreven in ‘De stroom inschakelen’ (pag. 19).
Waarde
ON, OFF
Local Control
Omschrijving Normaalgesproken staat dit op ‘OFF’ ingesteld. Wanneer dit op ‘ON’ is ingesteld worden instellingen die geschikt zijn voor opname gebruikt voor de output van MIDI OUT, ongeacht de instellingen van de interne zone. Hiermee schakelt u de ‘Local Switch’ aan en uit. Hoewel die normaal op ‘ON’ staat moet deze bij opnamen op ‘OFF’ gezet worden. Zie de volgende paragraaf ‘De ‘Local’ schakelaar’ (pag. 79) voor meer informatie hierover.
U kunt naar stap 3 terugkeren door de [EXIT/SHIFT] knop in te drukken.
78
Externe MIDI apparaten aansluiten
5.
Druk wanneer u de realisatie van de instellingen voltooid heeft op de [EDIT] knop zodat het lampje uit gaat.
NOTE
Wanneer de ‘Rec Mode’ op ‘ON’ staat ingesteld kunt u de instellingen van de externe zone niet wijzigen (pag. 79). Wanneer ‘Rec Mode’ op ‘ON’ staat verschijnt het extern scherm niet wanneer u op de [EXTERNAL/INTERNAL] knop drukt.
De ‘Rec Mode’ verlaten Wanneer de ‘Rec Mode’ op ‘ON’ is ingesteld kunt u de externe instellingen niet veranderen. Wanneer u de opname van de uitvoering voltooid heeft, volgt u dan de in de vorige paragraaf ‘Instellingen voor opname’ beschreven procedure om ‘Rec Mode’ op ‘OFF’ te zetten. NOTE
De uitvoering opnemen Volg de hier volgende procedure wanneer u op een externe sequencer opneemt:
1.
Schakel de ‘Thru’ functie van de externe sequencer in. Zie de volgende paragraaf ‘De ‘Local’ schakelaar’ voor meer informatie hierover. Zie de handleiding van uw sequencer voor instructies voor de uitvoering van deze procedure.
2.
Selecteer de Setup voor de uitvoering die u gaat opnemen. Zie pag. 50 voor instructies voor het selecteren van de Setup.
De instellingen van ‘Rec Mode’ en ‘Local Control’ kunnen niet opgeslagen worden. Wanneer de stroom wordt ingeschakeld springen de instellingen automatisch op ‘Rec Mode: OFF, Local Control: ON’.
De ‘Local’ schakelaar De schakelaar die de MIDI verbinding tussen de bedienings sectie en de klankgenerator sectie van het keyboard (pag. 22) tot stand brengt en verbreekt wordt de ‘Local’ schakelaar genoemd. Omdat essentiële informatie die omschrijft wat er op het keyboard wordt gespeeld niet bij de klankgenerator kan komen indien de ‘Local’ schakelaar op ‘OFF’ staat, dient deze normaalgesproken op ‘ON’ te blijven staan. Indien u die uitvoeringsdata echter tijdens uw uitvoering als op te nemen MIDI boodschappen naar een externe sequencer wilt verzenden, speelt u dan met de extern aangesloten MIDI sequencer ingesteld op ‘MIDI Thru’ (waarbij data die worden ontvangen van de MIDI IN dan uit de MIDI OUT komen zonder dat er veranderingen aan de data zijn gedaan). fig.06 05e
3.
Stel de ‘Rec Mode’ en de ‘Local Control’ in. Volg de in de vorige paragraaf ‘Instellingen voor opname’ beschreven procedure om de volgende instellingen te maken. Rec Mode: ON
Opnemen
Sequencer
MIDI Thru: On(aan)
MIDI IN
MIDI OUT
MIDI OUT
MIDI IN
Local Control: OFF
4.
Begin de opname met de externe sequencer.
5.
Verzend de Setup per ‘Bulk Dump’. Verzend de inhoud van de geselecteerde Setup naar de externe sequencer met behulp van de gebruikersinstelling ‘Bulk Dump’ in de ‘Edit’ modus. Zie ‘De instellingen van de RD 300GX naar een extern MIDI apparaat overbrengen (Bulk Dump)’ op pag. 77 voor instructies voor de uitvoering van deze handeling.
6.
Speel op de RD 300GX.
7.
Stop wanneer de uitvoering ten einde is de opname met de externe sequencer. De opname is nu compleet. U kunt de opgenomen uitvoering nu beluisteren door deze op de externe sequencer af te spelen.
NOTE
Stel ‘Part Mode’ in de ‘Edit’ modus op ‘16PART’ in wanneer u de Multi effect instellingen gebruikt (pag. 66).
Local Switch: Off (uit)
Klankgeneratorsectie
Bedieningssectie van het keyboard
RD-300GX In dit geval worden de data die langs twee wegen worden gezonden (nl. de data die direct van de bedienings sectie van het keyboard worden verzonden en de data die van de bedienings sectie van het keyboard via de externe sequencer worden verzonden) uiteindelijk tegelijkertijd naar de klankgenerator sectie gezonden. Dus wanneer u bijvoorbeeld een ‘C’ toch maar één keer aanslaat, kan de noot ‘C’ niet goed klinken omdat de klank door de klankgenerator tweemaal gespeeld wordt.
79
Externe MIDI apparaten aansluiten
De interne klankgenerator van de RD 300GX vanaf een extern MIDI apparaat bespelen Probeert u de RD 300GX eens vanaf een extern MIDI apparaat te bespelen.
Aansluitingen maken
Vanaf een extern MIDI apparaat RD 300GX klanken selecteren Wanneer u vanaf het externe MIDI apparaat Bank Select (Controller Number 0, 32) en Program Change boodschappen naar de RD 300GX verzendt kunt u van Setup en van geluidssoort wisselen.
Van Setup wisselen
921
NOTE
Om storing en/of schade aan luidsprekers of andere apparatuur te voorkomen dient u altijd het volume laag te zetten en de stroom van alle apparaten uit te schakelen voordat u aansluitingen maakt.
De MIDI boodschappen die door het externe MIDI apparaat worden verzonden, worden door de RD 300GX ontvangen om Setups te selecteren zoals in de volgende tabel te zien is.
Setup Number
fig.06 06e
MIDI OUT
1–32
Bank Select MSB 85
LSB 0
Program Change Number 1–32
Wanneer u van Setup wisselt moet u het MIDI kanaal van het verzendende apparaat en het ‘Control’ (bedienings) kanaal van de RD 300GX op elkaar afstemmen (pag. 65). MIDI Sequencer MIDI IN
RD-300GX
1.
Voordat u de aansluitingsprocedure begint dient u ervoor te zorgen dat de stroom van alle apparatuur uitgeschakeld is.
2.
Sluit nadat u ‘De externe apparatuur op de RD 300GX aansluiten’ (pag. 17) heeft gelezen een audioapparaat/ systeem of een koptelefoon op de RD 300GX aan.
3.
Sluit het externe MIDI apparaat volgens bovenstaande illustratie met de MIDI kabel op de RD 300GX aan.
4.
Schakel de stroom van elk apparaat in zoals beschreven in ‘De stroom inschakelen’ (pag. 19).
80
Wanneer u in elke partij van geluidssoort wisselt, stem het MIDI kanaal van het verzendende apparaat dan op het ‘Receive’ (ontvangst) kanaal van de RD 300GX af. Indien het bedieningskanaal en het ontvangstkanaal echter op hetzelfde kanaal staan ingesteld krijgt het bedieningskanaal voorrang en wordt er van Setup gewisseld. De RD 300GX staat u niet toe om de MIDI kanalen van de Parts te veranderen. De Parts 1 16 staan vast ingesteld op de respectieve MIDI kanalen 1 16.
Aansluiting op uw computer Aansluiting op een computer via de USB MIDI aansluiting Indien u een USB kabel (in de handel verkrijgbaar) gebruikt om de USB MIDI aansluiting in het achterpaneel van de RD 300GX op de USB aansluiting van uw computer aan te sluiten kunt u de volgende dingen doen: • De RD 300GX gebruiken om SMF muziekbestanden af te spelen die afgespeeld worden door MIDI compatible software. • Door MIDI data tussen de RD 300GX en uw sequencer software heen en weer te sturen heeft u een groot aantal mogelijkheden tot muziekproductie en bewerking. Sluit de RD 300GX op uw computer aan zoals hieronder te zien is:
Geef aan welke USB driver u wilt gebruiken en installeer de driver vervolgens. Zie ‘De instellingen voor de USB driver maken (USB Driver)’ op pag. 65 voor meer informatie hierover. De juiste driver en de installatieprocedure hangen af van uw systeem en van de andere programma’s die u gebruikt. Zorg ervoor, dat u vóór de installatie het ‘Readme’ bestand op de CD ROM leest.
Wat is de USB MIDI driver? De USB MIDI driver is software die data doorgeeft tussen de RD 300GX en de applicatie (sequencer software enz.) die op de door middel van USB aangesloten computer draait. De USB MIDI driver verzendt data van de applicatie naar de RD 300GX en geeft data van de RD 300GX aan de applicatie door.
fig.cnct usb2.eps
USB-aansluiting Applicatie Computer
USB-aansluiting
USBdriver
USB-aansluiting
USB-kabel
Computer RD-300GX NOTE
NOTE
Zie de Roland website voor systeemvereisten. Roland website: http://www.roland.com/
USB-aansluiting
Afhankelijk van het type computer dat u gebruikt is het mogelijk dat dit niet goed werkt. Zie de Roland website voor meer informatie over ondersteunde bedieningssystemen. RD-300GX
Voorzichtig • Om het risico van storing en/of schade aan luidsprekers te vermijden dient u er altijd voor te zorgen dat u het volume laag zet en de stroom van alle apparaten uitschakelt voordat u aansluitingen tot stand brengt. • Via de USB kunnen alleen MIDI data worden verzonden en ontvangen. • Een USB kabel wordt niet bijgeleverd. Indien u er één wilt aanschaffen, vraag dan de dealer waar u de RD 300GX heeft gekocht om advies. • Schakel de stroom van de RD 300GX in voordat u de MIDI applicatie op uw computer start. Schakel de stroom van de RD 300GX niet uit, terwijl uw MIDI applicatie nog loopt.
81
Aansluiting op uw computer
Over V LINK Wanneer u de RD 300GX aansluit op een beeldapparaat dat compatible is met V LINK kunt u de beelden met de RD 300GX bedienen. NOTE
Om storing en/of schade aan luidsprekers of andere apparatuur te voorkomen dient u altijd het volume laag te zetten en de stroom van alle apparaten uit te schakelen voordat u apparatuur aansluit.
V LINK V LINK ( ) is een door Roland gepromote functionaliteit die gecombineerde uitvoering van muziek en visueel materiaal mogelijk maakt. Door videoapparatuur te gebruiken die compatible is met V LINK kunt u visuele effecten op eenvoudige wijze combineren met en onderdeel maken van de expressieve elementen van een uitvoering.
Hoe u de V LINK gebruikt 1.
Houd de [EXIT/SHIFT] knop ingedrukt en druk tegelijkertijd op de [SOUND CONTROL] knop. De rechter bovenhoek van de display geeft [ ] aan en de RD 300GX komt in de videobedieningsmodus. U kunt beelden bedienen door de twaalf toetsen aan de uiterste linkerkant van het keyboard te gebruiken.
fig.06 03
A0–A 1
NOTE
2.
Terwijl V LINK wordt ingeschakeld wordt er geen klank geproduceerd wanneer u één van de twaalf toetsen aan de uiterste linkerkant van het keyboard indrukt.
Houd de [EXIT/SHIFT] knop ingedrukt en druk weer tegelijkertijd op de [SOUND CONTROL] knop om de videobedieningsmodus te verlaten. De [ ] indicatie gaat uit en V LINK wordt uitgeschakeld.
NOTE
Afhankelijk van het scherm dat in beeld komt kan het gebeuren dat de [ ] indicatie niet verschijnt, terwijl V LINK toch ingeschakeld is.
82
Appendix
Storingen oplossen Indien de RD 300GX niet functioneert zoals u verwacht, controleer dan eerst de volgende punten. Indien hiermee het probleem niet opgelost wordt, raadpleeg dan uw dealer of een Roland Servicestation bij u in de buurt. * Indien er tijdens de bediening bepaalde boodschappen in de display verschijnen, zie dan ‘Foutmeldingen/overige meldingen’ op pag. 86.
Probleem
Apparaat gaat niet aan
Controleren/oplossing
pag.
Is het netsnoer op de juiste manier aangesloten?
p. 16
Is het volume van de RD 300GX of het erop aangesloten apparaat helemaal laag gezet?
p. 20
Zijn alle verbindingen op de juiste manier tot stand gebracht? • Wanneer u de RD 300GX als op zichzelf staand apparaat gebruikt, zorg er dan voor dat u het apparaat met audiokabels aansluit of gebruik een koptelefoon.
p. 17
Zijn klanken hoorbaar wanneer de koptelefoon op de RD 300GX is aangesloten? • Indien er door de koptelefoon wel klanken hoorbaar zijn kan dat betekenen dat er kortsluiting is in een audiokabel of dat er een probleem is met een versterker of mengpaneel. Controleer kabels en apparatuur nogmaals.
Geen geluid
—
Is het volume van een zone uitgezet met behulp van de ZONE LEVEL schuiven?
p. 31, p. 57
Staat de instelling van de partij op ‘OFF’ (uit)?
p. 71
Indien de klank van een aangeslagen toets niet wordt gespeeld, staat de ‘Local Control’ dan soms op ‘OFF’ (uit)? • Stel de ‘Local Control’ op ‘ON’ (aan) in. Zijn de effectinstellingen correct? • Controleer de ‘ON’/’OFF’ instellingen voor de [MULTI EFFECTS] knop, de MFX zone en de volume instellingen.
p. 78
p. 47, p. 68
Is het volume omlaag gezet door pedaalbediening of door MIDI boodschappen (volumeboodschappen of expressieboodschappen) die van een extern MIDI apparaat ontvangen zijn?
Geen geluid in bepaalde zone
Is het volume van de zone omlaag gezet? • Controleer de ZONE LEVEL schuiven. Is het apparaat ingesteld om MIDI boodschappen te verzenden? • Stel de [EXTERNAL/INTERNAL] knop in op ‘EXTERNAL’. Er kunnen geen MIDI boodschappen worden verzonden indien de [EXTERNAL/INTERNAL] knop op ‘INTERNAL’ is ingesteld.
Geen geluid uit het aangesloten MIDI apparaat
Is het MIDI verzendkanaal van de keyboard bedienings sectie van de RD 300GX afgestemd op het MIDI ontvangstkanaal van het op de RD 300GX aangesloten MIDI apparaat? • Realiseer de kanaalinstellingen.
—
p. 31, p. 57
p. 55
p. 55
Is de stroom van alle apparaten ingeschakeld?
—
Is de MIDI kabel aangesloten en op de juiste manier ingeplugd?
—
Geen geluid van de linkerkant
Is V LINK ingeschakeld? Wanneer V LINK ingeschakeld is worden de twaalf toetsen aan de uiterste linkerkant van het keyboard gebruikt om beelden te bedienen en worden er met deze toetsen geen klanken gespeeld.
Geen geluid in een bepaald bereik
Bij bepaalde geluidssoorten komt het voor dat bijv. ritmesets, basgeluidssoorten, Timpani (pauken) en andere geluidssoorten niet te horen zijn indien een deel van de geluidssoort buiten het aanbevolen bereik valt.
—
Niet alle klanken worden gespeeld
De RD 300GX heeft een maximale polyfonie van 128 tonen. Wanneer u samenspeelt met een song of ritme waarbij het demperpedaal veelvuldig gebruikt wordt kunnen de uitvoeringsdata het aantal beschikbare tonen overtreffen, waardoor sommige noten of geluiden die op het keyboard gespeeld worden wellicht niet te horen zijn.
—
p. 82
83
Storingen oplossen
Probleem
Geluidssoorten worden veranderd
Controleren/oplossing
pag.
Heeft u een Setup opgeroepen? • Wanneer er een Setup wordt opgeroepen worden de huidige geluidssoort, effect en andere instellingen ongedaan gemaakt en treedt de geselecteerde Setup in werking. Sla de gewenste instellingen op in een Setup.
p. 50, p. 51
Heeft u op de ONE TOUCH [PIANO] knop gedrukt? • Wanneer u op de ONE TOUCH [PIANO] knop drukt worden de huidige geluidssoort, effect en andere instellingen ongedaan gemaakt en treden de instellingen voor gebruik in piano uitvoeringen in werking. Sla de gewenste instellingen op in een Setup.
p. 26, p. 51
Wanneer er een mono verbinding wordt gebruikt kan de klankkwaliteit van sommige geluiden veranderen, afhankelijk van het type geluid en het register waarin dit wordt gebruikt. Om de beste kwaliteit te genieten wanneer u naar dergelijke geluiden luistert bevelen we een verbinding in stereo aan.
Er worden twee klanken geproduceerd wanneer het keyboard bespeeld wordt
Geluidssoort wordt niet gewisseld
Effecten worden niet toegepast/effecten klinken verkeerd
—
Staat de RE 300GX in ‘Dual Play’ (gelaagde uitvoering)?
p. 28
Wanneer de RD 300GX op een externe sequencer is aangesloten, stel hem dan op de ‘Local OFF’ modus in. In plaats daarvan kunt u ook ‘SOFT THRU’ op de sequencer op ‘OFF’ instellen.
p. 78
Staat de [EXTERNAL/INTERNAL] knop op ‘EXTERNAL’ ingesteld? • Wanneer de [EXTERNAL/INTERNAL] knop op ‘EXTERNAL’ ingesteld staat, wordt de externe klankgenerator bediend. Om op de RD 300GX van geluidssoort te wisselen dient u de [EXTERNAL/INTERNAL] knop op ‘INTERNAL’ in te stellen.
p. 55
Is de ZONE SELECT knop voor de zone die de door u gewenste geluidssoort bevat wel ingesteld op ‘ON’?
p. 31
Is de [MULTI EFFECTS] knop soms op ‘OFF’ ingesteld?
p. 47
Kan het zijn dat het ‘Effect Type’ op ‘0’ ingesteld staat?
p. 48
Kan het zijn dat het ‘Effect Level’ op ‘0’ ingesteld staat?
p. 47
Op de RD 300GX kan er maar één type multi effect tegelijk gebruikt worden. Daarom is er een ‘MFX Zone’ instelling die u de zone laat kiezen waarop het multi effect toegepast moet worden. Weest u zich ervan bewust dat indien u met meer dan één zone tegelijkertijd speelt, er een zone zal zijn waarop het multi effect niet wordt toegepast.
p. 68
Galm blijft te horen, ook na uitgeschakeld te zijn
Omdat de pianoklanken van de RD 300GX de diepte en ‘reverb’ (galm) van echte akoestische piano’s getrouw weergeven kan het zijn dat er nog steeds galm te horen is, zelfs nadat het reverb effect uit klanken is verwijderd.
—
Klank verandert plotseling bij toonhoogte in hogere octaven
Bij de akoestische piano instellingen worden klanken in het bovenste 1,5 octaaf tot het einde toe verlengd, ongeacht het gebruik van het demperpedaal. De geluidssoort is in dit bereik ook anders. Rolands piano’s geven de kwaliteiten van het geluid van akoestische piano’s getrouw weer. U kunt verder de instelling (Key Transpose) van het instrument om de toonhoogte te transponeren gebruiken om dat bereik te veranderen waarop het demperpedaal geen effect heeft.
—
Klanken komen van rechts of links (worden gepand), telkens wanneer er een toets wordt aangeslagen
Geluid wordt vervormd
84
Bij sommige geluidssoorten zijn de instellingen zodanig dat klanken telkens wanneer de toetsen worden aangeslagen willekeurig van links of van rechts klinken (gepand’ worden). Deze instellingen kunnen niet veranderd worden.
—
Klanken kunnen vervormd worden als gevolg van de instellingen van mastervolume, equalizer, multi effect en ‘Part Volume’ (volume van de partij). Stel dit bij met de ZONE LEVEL schuiven of de instelling ‘Master Volume’ (algeheel volume) in de ‘Edit’(bewerkings) modus.
p. 31, p. 57, p. 64
Wordt er een vervormingseffect op het geluid toegepast?
p. 48
Storingen oplossen
Probleem
Controleren/oplossing
pag.
Afhankelijk van de geselecteerde geluidssoort worden toonhoogten die in bepaalde registers worden gespeeld veranderd en op andere toonhoogten gespeeld. Heeft u ‘Transpose’ (transpositie) ingesteld?
Toonhoogte is vreemd
Is de RD 300GX ontstemd geraakt? • Controleer de ‘System Master Tune’ instellingen in de ‘Edit’(bewerkings) modus.
— p. 32, p. 70, p. 76 p. 64
Is de toonhoogte veranderd door pedaalbediening of door ‘Pitch Bend’ boodschappen die van een extern MIDI apparaat zijn ontvangen?
—
Geluid wordt afgebroken
Wanneer u probeert om meer dan de maximale 128 tonen tegelijk te spelen kunnen klanken die op dat moment worden gespeeld afgebroken worden.
—
Geluid blijft spelen wanneer er een toets wordt aangeslagen
Is de polariteit van het pedaal dat de klanken aanhoudt omgekeerd? • Controleer de ‘System Damper Pedal Polarity’ instellingen in de ‘Edit’(bewerkings) modus.
Staat de ‘Receive GM/GM2 System On’ schakelaar wel op ‘ON’ ingesteld? • Stel ‘System Rx GM System On’ of ‘System Rx GM2 System On’ in de ‘Edit’ modus op ‘ON’ in.
p. 65
p. 67
Speelt u songdata in GS formaat af? • Als de RD 300GX eenmaal een ‘GS Reset’ boodschap ontvangt kan hij GS formaat verwerken. Dit maakt het mogelijk om muziekbestanden die het ‘GS’ logo dragen (GS muziekbestanden) af te spelen. Het kan echter zo zijn dat data die exclusief voor de ‘Sound Canvas Series’ zijn gecreëerd op de RD 300GX niet goed afgespeeld worden.
Songdata worden niet correct afgespeeld
Heeft het audiobestand een formaat dat door de RD 300GX ondersteund wordt? • Audiobestanden met de volgende formaten kunnen worden afgespeeld:
WAV/AIFF • Samplingsnelheid: • Bitsnelheid: MP3 • Format: • Samplingsnelheid: • Bitsnelheid:
44.1 kHz 16 bit
Er wordt een hoog ‘gejengel’ geproduceerd
—
MPEG 1 audio layer 3 44.1 kHz 32/40/48/56/64/80/96/112/128/160/192/224/ 256/320 kbps, VBR (Variabele Bitsnelheid)
Is het pedaal wel goed aangesloten? Sluit het pedaal stevig op de PEDAL aansluiting aan.
Pedaal heeft geen effect of effect ‘blijft hangen’
—
p. 18
Gebruikt u een pedaal dat door een andere fabrikant is gemaakt? • Gebruik het bij de RD 300GX meegeleverde pedaal of een optioneel pedaal uit de DP serie of vergelijkbaar.
—
Het uit de aansluiting van de RD 300GX verwijderen van de pedaalkabel, terwijl de stroom nog is ingeschakeld kan tot gevolg hebben dat het pedaaleffect continu toegepast wordt. Zorg ervoor, dat u de stroom van het apparaat uitschakelt voordat u probeert om een pedaalkabel los te maken of aan te sluiten.
p. 19
Wanneer ‘Setup Pedal Shift’ op ‘ON’ staat en het pedaal als speciale Setup schakelaar wordt gebruikt kan het pedaal niet als bedieningspedaal gebruikt worden.
p. 64, p. 68
Wanneer u door een koptelefoon luistert: Sommige van de meer levendige en sprankelende pianogeluidssoorten bevatten een grote component met hoge frequentie, waardoor het kan lijken of er een metaalgalm op is toegepast. Dit geeft de karakteristieken van akoestische piano’s getrouw weer en duidt niet op een storing. Omdat deze galm vooral hoorbaar wordt wanneer er nog eens een zware galm aan toegevoegd wordt, kunt u het probleem wellicht verminderen door de hoeveelheid galm die op het geluid wordt toegepast te verkleinen. Wanneer u door luidsprekers luistert: Hier is waarschijnlijk iets anders de oorzaak (zoals door de RD 300GX veroorzaakte resonantie). Raadpleeg uw Roland dealer of het dichtstbijzijnde Roland Service Center.
—
85
Foutmeldingen/andere meldingen Foutmeldingen Indicatie
Situatie
Actie
Als gevolg van een overmatig aantal ontvangen MIDI boodschappen heeft de RD 300GX deze niet goed kunnen verwerken.
Beperk de hoeveelheid te verzenden MIDI boodschappen.
MIDI Buffer Full
MIDI Commu Error
Er is een probleem ontstaan met de aansluitingen van de MIDI kabels.
Controleer of de MIDI kabels niet kapot zijn of losgetrokken zijn.
File Error
Er kan een bestand niet gelezen worden. Of er kan een bestand kapot zijn.
Zorg ervoor, dat u Standard MIDI Files (MID’ wordt hierbij als extensie gebruikt) en Setup Files (RDS’ is hierbij de extensie) gebruikt.
System Error
Er kan een probleem met het systeem zijn.
Schakel de stroom nogmaals in en herhaal de procedure.
USB Over Current
De aansluiting van de USB stick heeft aan buitensporig hoge elektrische stroom blootgestaan.
Verzeker u ervan dat er geen probleem is met de USB stick en schakel vervolgens de stroom uit en weer in.
Andere meldingen Indicatie Unavailable Now, Rec Mode
Memory Full!
‘File name’ Overwrite OK?
Can not Save
Can not Delete Panel is Locked
86
Situatie
Actie
Dit komt in beeld wanneer de [EXTERNAL/ INTERNAL] knop wordt ingedrukt, terwijl de Rec Mode op ‘ON’ staat.
Wanneer de ‘Rec Mode’ (opnamemodus) op ‘ON’ staat kunt u de externe instellingen niet veranderen. Om veranderingen in de externe instellingen aan te brengen dient u de ‘Rec Mode’ op ‘OFF’ in te stellen (pag. 78).
Er is niet genoeg ruimte over in het gebruikersgeheugen.
Verwijder bestanden die in het geheugen van de RD 300GX staan.
Er bestaat al een bestand met deze zelfde naam.
Indien u de procedure uitvoert, zal het bestand worden overschreven. Indien u dit niet wilt, verander dan een bestandsnaam.
Het opslaan kon niet goed uitgevoerd worden.
De interne geheugencapaciteit van de RD 300GX kan vol zijn. Verwijder bestanden die in het geheugen van de RD 300GX staan.
De data kunnen niet worden gewist.
Selecteer het bestandstype ‘ALL’ in het verwijderscherm en herhaal de procedure.
Knoppen functioneren niet.
Druk op de [EXIT/SHIFT] knop om dit te annuleren.
Lijst van effecten Aangegeven nummer 00
MFX Type THRU
Overzicht
Naam van de effectparameter wanneer die veranderd wordt door de [MULTI EFFECTS] knop ingedrukt te houden en de [INC] of [DEC] knop in te drukken (pag. 29): Een overzicht hiervan (Waarde)
—
—
01
EQUALIZER
Versterkt het hoge en lage bereik voor een opmerkelijk treffende geluidssoort.
EQ Gain: Versterking van het lage en hoge bereik ( 15 dB – +15 dB)
02
MID CUT
Haalt het middenbereik eruit voor een zuivere, frisse geluidssoort.
Mid Gain: Versterking van het middenbereik ( 15 dB – +15 dB)
03
LOW CUT
Beperkt het volume van het lage bereik.
Low Gain: Versterking van het lage bereik ( 60 dB – +4 dB)
04
LOW BOOST
Versterkt het volume van het lage bereik, waardoor lage tonen krachtig klinken.
Boost Gain: Mate waarin het lagere bereik versterkt wordt (0 dB – +12 dB)
05
NOTCH FILTER
Dit filter haalt specifieke frequenties eruit.
Filter Cutoff: Ombuigingsfrequentie van het filter (0–127)
06
STEP FILTER
Dit filter verandert de ombuigingsfrequentie stapsgewijs.
Rate: Snelheid van modulatie (*1)
07
ENHANCER
Regelt de boventoonstructuur van de hoge frequenties, waardoor de klank levendig en strak wordt.
Sens: Gevoeligheid van de enhancer (0–127)
08
AUTO WAH
Regelt een filter op cyclische wijze om een cyclische verandering in timbre te creëren.
Manual: Regelt de centrumfrequentie waarop het effect wordt toegepast (0– 127)
09
HUMANIZER
Geeft het geluid een vocaal karakter, waardoor het op een menselijke stem lijkt.
Rate: Frequentie waarop de twee vocalen gewisseld worden (*1)
10
SPEAKER SIMULATOR
Klinkt als een grote drievoudige luidspreker.
Direct Level: Volume van het directe geluid (0–127) Rate: Frequentie van de modulatie (*1)
11
PHASER
Dit is een stereo phaser. Een phase verschuivend geluid wordt aan het oorspronkelijke geluid toegevoegd en wordt gemoduleerd.
12
STEP PHASER
Dit is een stereo phaser. Het phaser effect wordt geleidelijk aan gevarieerd.
Step Rate: Frequentie van de modulatie (*2)
13
MULTI PHASER
Extreem hoge instellingen van het phase verschil produceren een diep phaser effect.
Rate: Frequentie van de modulatie (*1)
14
INFINITE PHASER
Een phaser die de frequentie waarop de klank wordt gemoduleerd continu verhoogt/verlaagt.
Speed: Snelheid waarmee de frequentie waarop de klank wordt gemoduleerd verhoogd/verlaagd wordt ( 100 – +100)
15
RING MODULATOR
Dit is een effect dat amplitudemodulatie (AM) op het ingaande signaal toepast, waardoor er klokachtige klanken geproduceerd worden.
Frequency: Regelt de frequentie waarop modulatie wordt toegepast (0–127)
16
STEP RING MODULATOR
Een ‘ring modulator’ die de gemoduleerde frequenties cyclisch verandert.
Rate: Snelheid van modulatie (*1)
17
TREMOLO
Verandert het volume op cyclische wijze om het geluid een tremolo effect te geven.
Rate: Frequentie van de verandering (*1)
18
AUTO PAN
Moduleert de stereolocatie van het geluid op cyclische wijze.
Rate: Frequentie van de verandering (*1)
19
STEP PAN
Moduleert de stereolocatie van het geluid op cyclische wijze.
Rate: Frequentie van de verandering (*1) Rate: Frequentie van de verandering (*1)
20
SLICER
Door op elkaar volgende ‘cuts’ op het geluid toe te passen, verandert dit effect een conventioneel geluid in een geluid dat als een achtergrondfrase gespeeld lijkt te worden. Dit heeft vooral effect wanneer het wordt toegepast op aanhoudende geluiden.
21
ROTARY
Het ‘Rotary’ (roterende) effect simuleert het geluid van de roterende luidsprekers dat vroeger vaak bij elektronische orgels gebruikt werd.
Speed: Rotatiesnelheid van de roterende luidspreker (Slow/Fast = snel/ langzaam)
22
VK ROTARY
Dit type is het gewijzigde antwoord op de roterende luidspreker, waarbij het lage bereik verder versterkt wordt.
Speed: Rotatiesnelheid van de roterende luidspreker (Slow/Fast = snel/ langzaam)
23
CHORUS
Dit is een stereo chorus.
Depth: Diepte van de modulatie (0–127)
87
Lijst van effecten
Aangegeven nummer
88
MFX Type
Overzicht
Naam van de effectparameter wanneer die veranderd wordt door de [MULTI EFFECTS] knop ingedrukt te houden en de [INC] of [DEC] knop in te drukken (pag. 29): Een overzicht hiervan (Waarde)
24
FLANGER
Dit is een stereo flanger. Hij produceert een metaalachtige resonantie die omhoog of omlaag gaat zoals bij een straalvliegtuig dat opstijgt of landt.
Depth: Diepte van de modulatie (0–127)
25
STEP FLANGER
Dit is een flanger waarbij de flanger toonhoogte in stappen verandert.
Step rate: Snelheid van toonhoogteverandering (*2)
26
HEXA CHORUS
Maakt gebruik van een chorus in zes fasen om het geluid een vol, ruimtelijk effect te geven.
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het chorus geluid (D100:0W–D0:100W)
27
TREMOLO CHORUS
Dit is een chorus effect met toegevoegde Tremolo (cyclische modulatie van het volume).
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het tremolo chorus geluid (D100:0W–D0:100W) Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het chorus geluid (D100:0W–D0:100W)
28
SPACE D
Dit is een meervoudige chorus die tweefasen modulatie in stereo toepast. Het geeft niet de indruk van modulatie, maar geeft een transparant choruseffect.
29
3D CHORUS
Dit past een 3D effect op het chorus geluid toe. Het chorus geluid is 90 graden links en 90 graden rechts gepositioneerd.
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het chorus geluid (D100:0W–D0:100W)
30
3D FLANGER
Dit past een 3D effect op het flanger geluid toe. Het flanger geluid is 90 graden links en 90 graden rechts gepositioneerd.
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het flanger geluid (D100:0W–D0:100W)
31
3D STEP FLANGER
Dit past een 3D effect op het stepflanger geluid toe. Het stepflanger geluid is 90 graden links en 90 graden rechts gepositioneerd.
Step rate: Snelheid van toonhoogteverandering (*2)
32
2BAND CHORUS
Een chorus effect waarmee u onafhankelijk van elkaar een effect kunt toepassen op de laagfrequente en de hoogfrequente bereiken.
Balance: Volumebalans tussen het oorspronkelijke geluid en het chorus geluid (D100:0W–D0:100W)
33
2BAND FLANGER
Een flanger waarmee u onafhankelijk van elkaar een effect kunt toepassen op de laagfrequente en de hoogfrequente bereiken.
Balance: Volumebalans tussen het oorspronkelijke geluid en het flanger geluid (D100:0W–D0:100W)
34
2BAND STEP FLANGER
Een stepflanger waarmee u onafhankelijk van elkaar een effect kunt toepassen op de laagfrequente en de hoogfrequente bereiken.
Balance: Volumebalans tussen het oorspronkelijke geluid en het flanger geluid (D100:0W–D0:100W)
35
OVERDRIVE
Creëert een milde vervorming die lijkt op wat door vacuümbuisversterkers geproduceerd wordt.
Level: Niveau uitgaand volume (0–127)
36
DISTORTION
Produceert een intensere vervorming dan ‘Overdrive’.
Level: Niveau uitgaand volume (0–127)
37
VS OVERDRIVE
Dit is een overdrive die zware vervorming geeft.
Level: Niveau uitgaand volume (0–127)
38
VS DISTORTION
Dit is een distortion (vervorming) die zware vervorming geeft.
Level: Niveau uitgaand volume (0–127)
39
GUITAR AMP SIMULATOR
Dit is een effect dat het geluid van een gitaarversterker simuleert.
Input Volume: Niveau inkomend volume vóór versterker (0–127)
40
COMPRESSOR
Vlakt hoge volumen af en versterkt lage volumen, zodat volumefluctuaties genivelleerd worden.
Threshold: Regelt het volume waarbij compressie begint (0–127)
41
LIMITER
Comprimeert signalen die een aangegeven volumeniveau overschrijden, zodat er geen vervorming optreedt.
Threshold: Regelt het volume waarbij compressie begint (0–127) Threshold: Volumeniveau waarop de ‘Gate’ begint te sluiten (0–127)
42
GATE
Beperkt de vertraging van de galm al naar gelang het volume van het geluid dat naar het effect toe wordt gestuurd. Gebruik dit wanneer u een kunstmatig klinkende afname wilt horen in het wegsterven van de galm. Dit is een stereovertraging.
43
DELAY
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het vertragingsgeluid (D100:0W–D0:100W)
44
LONG DELAY
Een vertraging die voor een lange vertragingstijd zorgt.
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het vertragingsgeluid (D100:0W–D0:100W)
45
SERIAL DELAY
Deze vertraging verbindt twee vertragingsdelen in serie met elkaar.
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het vertragingsgeluid (D100:0W–D0:100W)
Lijst van effecten
Aangegeven nummer
MFX Type
Overzicht
Naam van de effectparameter wanneer die veranderd wordt door de [MULTI EFFECTS] knop ingedrukt te houden en de [INC] of [DEC] knop in te drukken (pag. 29): Een overzicht hiervan (Waarde)
Voegt modulatie toe aan het vertraagde geluid.
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het vertragingsgeluid (D100:0W–D0:100W)
Produceert drie vertragingsgeluiden: midden, links en rechts.
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het vertragingsgeluid (D100:0W–D0:100W)
Dit effect heeft vier vertragingen.
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het vertragingsgeluid (D100:0W–D0:100W)
Dit effect geeft vier vertragingen met feedback.
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het vertragingsgeluid (D100:0W–D0:100W)
REVERSE DELAY
Dit is een omgekeerde vertraging die een omgekeerd en vertraagd geluid aan het inkomende geluid toevoegt.
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het vertragingsgeluid (D100:0W–D0:100W)
51
SHUFFLE DELAY
Voegt een shuffle aan het vertragingsgeluid toe, waardoor het geluid een levendig vertragingseffect krijgt, met het gevoel van swingmuziek.
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het vertragingsgeluid (D100:0W–D0:100W)
52
3D DELAY
Dit geeft het vertragingsgeluid een 3D effect. Het vertragingsgeluid wordt 90 graden links en 90 graden rechts gepositioneerd.
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het vertragingsgeluid (D100:0W–D0:100W)
53
TIME CONTROL DELAY
Een stereovertraging waarbij de vertragingstijd vloeiend kan worden gevarieerd.
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het vertragingsgeluid (D100:0W–D0:100W)
54
LONG TIME CONTROL DELAY
Een stereovertraging waarbij de vertragingstijd vloeiend kan worden gevarieerd en waarbij er een langere vertraging kan worden geproduceerd.
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het vertragingsgeluid (D100:0W–D0:100W)
55
TAPE ECHO
Een virtuele bandecho die een realistisch bandvertragingsgeluid produceert.
Echo Level: Volume van het echogeluid (0–127)
56
LOFI NOISE
Dit effect voegt, in aanvulling op een LoFi effect, verschillende typen ruis zoals witte ruis en de ruis van een disk toe.
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het effectgeluid (D100:0W–D0:100W)
57
LOFI COMPRSSOR
Dit is een effect dat de geluidskwaliteit voor creatieve doelen bewust minder maakt.
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het effectgeluid (D100:0W–D0:100W)
58
LOFI RADIO
Dit effect genereert, in aanvulling op een LoFi effect, ook radioruis.
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het effectgeluid (D100:0W–D0:100W)
Dit zorgt voor een telefoonklank.
59
TELEPHONE
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het effectgeluid (D100:0W–D0:100W)
60
PHONOGRAPH
Een stereo ‘pitch shifter’ (verschuiver van de toonhoogte).
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het effectgeluid (D100:0W–D0:100W)
Verschuift de toonhoogte van het originele geluid. Deze tweestemmige pitch shifter heeft twee pitch shifters en kan twee geluiden die qua toonhoogte verschoven zijn aan het oorspronkelijke geluid toevoegen.
Fine: Regelt de toonhoogte van het in toonhoogte verschoven geluid ( 100 cent – +100 cent)
Deze pitch shifter verandert het volume van het qua toonhoogte verschoven geluid stapsgewijs.
Balance: Volumebalans tussen de geluiden van Pitch Shift 1 en Pitch Shift 2 (D100:0W–D0:100W)
46
MODULATION DELAY
47
3TAP PAN DELAY
48
4TAP PAN DELAY
49
MULTI TAP DELAY
50
61
PITCH SHIFTER
62
2VOICE PITCH SHIFTER
63
STEP PITCH SHIFTER
Produceert drie vertragingsgeluiden: midden, links en rechts.
Rate: Snelheid van de modulatie (*1)
64
REVERB
Voegt reverb aan het geluid toe, waardoor er een akoestische ruimte gesimuleerd wordt.
Time: Tijdslengte van de galm (0–127)
65
GATED REVERB
Dit is een speciaal type reverb waarbij de galmende klank afgekapt wordt voordat hij zijn natuurlijke lengte bereikt heeft.
Balance: Volumebalans tussen het directe geluid en het reverb geluid (D100:0W–D0:100W)
66
OVERDRIVE →CHORUS
Dit effect verbindt een overdrive en een chorus in serie.
Chorus Balance: Regelt de volumebalans tussen het geluid dat door de chorus wordt gestuurd en het geluid dat niet door de chorus wordt gestuurd (D100:0W–D0:100W)
89
Lijst van effecten
Aangegeven nummer
MFX Type
67
OVERDRIVE →FLANGER
68
OVERDRIVE →DELAY
69
DISTORTION →CHORUS
70
DISTORTION →FLANGER
71
DISTORTION →DELAY
72
ENHANCER →CHORUS
73
ENHANCER →FLANGER
74
ENHANCER →DELAY
75
CHORUS →DELAY
76
FLANGER →DELAY
77
CHORUS →FLANGER
78
Overzicht
SYMPATHETIC RESONANCE
Dit effect verbindt een overdrive en een flanger in serie.
Flanger Balance: Regelt de volumebalans tussen het geluid dat door de flanger wordt gestuurd en het geluid dat niet door de flanger wordt gestuurd (D100:0W–D0:100W)
Dit effect verbindt een overdrive en een delay in serie.
Delay Balance: Regelt de volumebalans tussen het geluid dat door de delay wordt gestuurd en het geluid dat niet door de delay wordt gestuurd (D100:0W–D0:100W)
Dit effect verbindt een distortion en een chorus in serie.
Chorus Balance: Regelt de volumebalans tussen het geluid dat door de chorus wordt gestuurd en het geluid dat niet door de chorus wordt gestuurd (D100:0W–D0:100W)
Dit effect verbindt een distortion en een flanger in serie.
Flanger Balance: Regelt de volumebalans tussen het geluid dat door de flanger wordt gestuurd en het geluid dat niet door de flanger wordt gestuurd (D100:0W–D0:100W)
Dit effect verbindt een distortion en een delay in serie.
Delay Balance: Regelt de volumebalans tussen het geluid dat door de delay wordt gestuurd en het geluid dat niet door de delay wordt gestuurd (D100:0W–D0:100W)
Dit effect verbindt een enhancer en een chorus in serie.
Chorus Balance: Regelt de volumebalans tussen het geluid dat door de chorus wordt gestuurd en het geluid dat niet door de chorus wordt gestuurd (D100:0W–D0:100W)
Dit effect verbindt een enhancer en een flanger in serie.
Flanger Balance: Regelt de volumebalans tussen het geluid dat door de flanger wordt gestuurd en het geluid dat niet door de flanger wordt gestuurd (D100:0W–D0:100W)
Dit effect verbindt een enhancer en een delay in serie.
Delay Balance: Regelt de volumebalans tussen het geluid dat door de delay wordt gestuurd en het geluid dat niet door de delay wordt gestuurd (D100:0W–D0:100W)
Dit effect verbindt een chorus en een delay in serie.
Delay Balance: Regelt de volumebalans tussen het geluid dat door de delay wordt gestuurd en het geluid dat niet door de delay wordt gestuurd (D100:0W–D0:100W)
Dit effect verbindt een flanger en een delay in serie.
Delay Balance: Regelt de volumebalans tussen het geluid dat door de delay wordt gestuurd en het geluid dat niet door de delay wordt gestuurd (D100:0W–D0:100W)
Dit effect verbindt een chorus en een flanger in serie.
Flanger Balance: Regelt de volumebalans tussen het geluid dat door de flanger wordt gestuurd en het geluid dat niet door de flanger wordt gestuurd (D100:0W–D0:100W)
Bij een akoestische piano zorgt het ingedrukt houden van het demperpedaal ervoor dat andere snaren kunnen ‘meezingen’ met de tonen die u speelt, waardoor volle en ruimtelijk klinkende resonantie ontstaat. Dit effect simuleert die meezingende resonantie.
Depth: Diepte van het effect ( 0–127)
note (1): (64ste triool),
(64ste noot),
(32ste noot),
(16e triool),
(Gepuncteerde 32ste noot),
(8ste triool),
(Gepuncteerde 16e noot),
(16e noot), (8ste noot), (Kwartnoot),
(Halve triool),
(Hele noot triool),
(Gepuncteerde 8ste noot),
(Gepuncteerde kwartnoot),
(Gepuncteerde halve noot),
(Dubbele noot triool),
90
(32ste triool),
(Kwartentriool),
Naam van de effectparameter wanneer die veranderd wordt door de [MULTI EFFECTS] knop ingedrukt te houden en de [INC] of [DEC] knop in te drukken (pag. 29): Een overzicht hiervan (Waarde)
(Gepuncteerde hele noot),
(Halve noot),
(Hele noot), (Dubbele noot)
Lijst van geluidssoorten MSB: Bank Select MSB (Control Number: 0) LSB: Bank Select LSB (Control Number: 32) PC: Program Change
PIANO
STRINGS/PAD
BRASS/WINDS
Nr.
Naam geluid
MSB LSB
PC
Nr.
Naam geluid
MSB LSB
PC
Nr.
Naam geluid
MSB LSB
PC
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Superior Grd Ultimate Pno Grand RD Pure Grand Mellow Piano Pure Mellow Superior Str Superior Pad Rock Piano Honky tonk SuperiorMono GrandRD Mono
87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87
64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Rich Strings Studio Sect. Staccato VS Warm Strings OrchestraPad Orch & Horns ChmbrStrings Pizzicato Machine Str JP Strings SynthStrings Soft Pad Silky Way Nu Epic Pad Strings Pad Side Band X Glass Organ StellarTreck Mash Pad InfinitePhsr Flange Dream
87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87
67 67 67 67 67 67 67 67 67 67 67 67 67 67 67 67 67 67 67 67 67
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
R&R Brass VoyagerBrass StackTp Sect FullSt Brass Wood Symphny Bigband Sax Soprano Sax Alto Sax Tenor Sax Flute Bend SynBrs Saw Brass Jump For KY Afro Horns
87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87
69 69 69 69 69 69 69 69 69 69 69 69 69 69
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
E. PIANO Nr.
Naam geluid
MSB LSB
PC
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
StageE.Piano Stage Phazer 60'sE.Piano1 60'sE.Piano2 FM E.Piano 70's E.Piano EP Belle D 50 E.Piano Vintage EP 1 Vintage EP 2 S.A.E.P. Funky D Clav Phase Clav WahWah Clav Natural Hps. Celesta Vibrations Marimba Morning Lite
87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87
65 65 65 65 65 65 65 65 65 65 65 65 65 65 65 65 65 65 65 65
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
ORGAN Nr.
Naam geluid
MSB LSB
PC
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Zepix Organ Perc Organ Rock Organ Gospel Spin Mellow Bars FullDraw Org 60's Organ Surf's Up! Purple Spin Massive Pipe Mid Pipe Org ParisRomance
87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
66 66 66 66 66 66 66 66 66 66 66 66
GUITAR/BASS Nr.
Naam geluid
MSB LSB
PC
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Dyna Nylon Steel Gtr Jz Gtr Hall JC Strat DistGt Mt Blusey OD Punker AcousticBass FingerMaster Pick Bass Slap Bass SX Fretnot Punch MG Garage Bass 101 Bass Synth Bass Vox Bass Bass+RideCym
87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
68 68 68 68 68 68 68 68 68 68 68 68 68 68 68 68 68 68
VOICE/SYNTH Nr.
Naam geluid
MSB LSB
PC
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Aerial Choir Jazz Scat Morning Star Choir Aahs Jazz Doos Female Aahs Gospel Oohs Galactic SX Synth Stack Saw Lead Square Lead SuperSawSlow Jupiter Lead
87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87 87
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70
91
Lijst van geluidssoorten RHY/GM2 Nr.
Naam geluid
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61
RD Pop Kit 86 RD Rock Kit 86 RD Jazz Kit 86 RD R&B Kit 86 RD House Kit 86 GM2 STANDARD 120 GM2 ROOM 120 GM2 POWER 120 GM2 ELECTRIC 120 GM2 ANALOG 120 GM2 JAZZ 120 GM2 BRUSH 120 GM2 ORCHESTRA120 GM2 SFX 120 Piano 1 121 Piano 1w 121 European Pf 121 Piano 2 121 Piano 2w 121 Piano 3 121 Piano 3w 121 Honky tonk 121 Honky tonk 2 121 E.Piano 1 121 St.Soft EP 121 FM+SA EP 121 60's E.Piano 121 E.Piano 2 121 Detuned EP 2 121 St.FM EP 121 EP Legend 121 EP Phase 121 Harpsichord 121 Coupled Hps. 121 Harpsi.w 121 Harpsi.o 121 Clav. 121 Pulse Clav 121 Celesta 121 Glockenspiel 121 Music Box 121 Vibraphone 121 Vibraphone w 121 Marimba 121 Marimba w 121 Xylophone 121 Tubular bell 121 Church Bell 121 Carillon 121 Santur 121 Organ 1 121 Trem. Organ 121 60's Organ 1 121 70's E.Organ 121 Organ 2 121 Chorus Or.2 121 Perc. Organ 121 Organ 3 121 Church Org.1 121 Church Org.2 121 Church Org.3 121
92
MSB LSB
64 64 64 64 64 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 2 0 1 0 1 0 1 0 1 2 3 0 1 2 3 4 0 1 2 3 0 1 0 0 0 0 1 0 1 0 0 1 2 0 0 1 2 3 0 1 2 0 0 1 2
PC
1 2 3 4 5 1 9 17 25 26 33 41 49 57 1 1 1 2 2 3 3 4 4 5 5 5 5 6 6 6 6 6 7 7 7 7 8 8 9 10 11 12 12 13 13 14 15 15 15 16 17 17 17 17 18 18 18 19 20 20 20
Nr.
Naam geluid
MSB LSB
PC
Nr.
Naam geluid
MSB LSB
PC
62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126
Reed Organ Puff Organ Accordion Fr Accordion It Harmonica Bandoneon Nylon str.Gt Ukulele Nylon Gt.o Nylon Gt.2 Steel str.Gt 12 str.Gt Mandolin Steel + Body Jazz Gt. Pedal Steel Clean Gt. Chorus Gt. Mid Tone GTR Muted Gt. Funk Pop Funk Gt.2 Jazz Man Overdrive Gt Guitar Pinch DistortionGt Feedback Gt. Dist Rtm GTR Gt.Harmonics Gt. Feedback Acoustic Bs. Fingered Bs. Finger Slap Picked Bass Fretless Bs. Slap Bass 1 Slap Bass 2 Synth Bass 1 SynthBass101 Acid Bass Clavi Bass Hammer Synth Bass 2 Beef FM Bass RubberBass 2 Attack Pulse Violin Slow Violin Viola Cello Contrabass Tremolo Str PizzicatoStr Harp Yang Qin Timpani Orche str Orchestra 60s Strings Slow Strings Syn.Strings1 Syn.Strings3 Syn.Strings2 Choir Aahs
121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121
21 21 22 22 23 24 25 25 25 25 26 26 26 26 27 27 28 28 28 29 29 29 29 30 30 31 31 31 32 32 33 34 34 35 36 37 38 39 39 39 39 39 40 40 40 40 41 41 42 43 44 45 46 47 47 48 49 49 49 50 51 51 52 53
127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 151 152 153 154 155 156 157 158 159 160 161 162 163 164 165 166 167 168 169 170 171 172 173 174 175 176 177 178 179 180 181 182 183 184 185 186 187 188 189 190
Chorus Aahs Voice Oohs Humming SynVox Analog Voice OrchestraHit Bass Hit 6th Hit Euro Hit Trumpet Dark Trumpet Trombone Trombone 2 Bright Tb Tuba MutedTrumpet MuteTrumpet2 French Horns Fr.Horn 2 Brass 1 Brass 2 Synth Brass1 Pro Brass Oct SynBrass Jump Brass Synth Brass2 SynBrass sfz Velo Brass 1 Soprano Sax Alto Sax Tenor Sax Baritone Sax Oboe English Horn Bassoon Clarinet Piccolo Flute Recorder Pan Flute Bottle Blow Shakuhachi Whistle Ocarina Square Wave MG Square 2600 Sine Saw Wave OB2 Saw Doctor Solo Natural Lead SequencedSaw Syn.Calliope Chiffer Lead Charang Wire Lead Solo Vox 5th Saw Wave Bass & Lead Delayed Lead Fantasia Warm Pad Sine Pad Polysynth
121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121
53 54 54 55 55 56 56 56 56 57 57 58 58 58 59 60 60 61 61 62 62 63 63 63 63 64 64 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 81 81 82 82 82 82 82 83 84 85 85 86 87 88 88 89 90 90 91
0 1 0 1 0 0 0 1 2 3 0 1 2 3 0 1 0 1 2 0 1 2 3 0 1 0 1 2 0 1 0 0 1 0 0 0 0 0 1 2 3 4 0 1 2 3 0 1 0 0 0 0 0 0 1 0 0 1 2 0 0 1 0 0
1 0 1 0 1 0 1 2 3 0 1 0 1 2 0 0 1 0 1 0 1 0 1 2 3 0 1 2 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 2 0 1 2 3 4 0 0 0 1 0 0 0 1 0 0 1 0
Lijst van geluidssoorten Nr.
Naam geluid
MSB LSB
191 192 193 194 195 196 197 198 199 200 201 202 203 204 205 206 207 208 209 210 211 212 213 214 215 216 217 218 219 220 221 222 223 224 225 226 227 228 229 230 231 232 233 234 235 236 237 238 239 240 241 242 243 244 245 246 247 248 249 250 251 252 253 254
Space Voice Itopia Bowed Glass Metal Pad Halo Pad Sweep Pad Ice Rain Soundtrack Crystal Syn Mallet Atmosphere Brightness Goblin Echo Drops Echo Bell Echo Pan Star Theme Sitar Sitar 2 Banjo Shamisen Koto Taisho Koto Kalimba Bagpipe Fiddle Shanai Tinkle Bell Agogo Steel Drums Woodblock Castanets Taiko Concert BD Melo. Tom 1 Melo. Tom 2 Synth Drum 808 Tom Elec Perc Reverse Cym. Gt.FretNoise Gt.Cut Noise String Slap Breath Noise Fl.Key Click Seashore Rain Thunder Wind Stream Bubble Bird Dog Horse Gallop Bird 2 Telephone 1 Telephone 2 DoorCreaking Door Scratch Wind Chimes Helicopter Car Engine Car Stop
121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121
0 1 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 2 0 0 1 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1 0 1 0 1 2 0 0 1 2 0 1 0 1 2 3 4 5 0 1 2 3 0 1 2 3 4 5 0 1 2
PC
92 92 93 94 95 96 97 98 99 99 100 101 102 103 103 103 104 105 105 106 107 108 108 109 110 111 112 113 114 115 116 116 117 117 118 118 119 119 119 120 121 121 121 122 122 123 123 123 123 123 123 124 124 124 124 125 125 125 125 125 125 126 126 126
Nr.
Naam geluid
MSB LSB
255 256 257 258 259 260 261 262 263 264 265 266 267 268 269 270 271
Car Pass Car Crash Siren Train Jetplane Starship Burst Noise Applause Laughing Screaming Punch Heart Beat Footsteps Gun Shot Machine Gun Lasergun Explosion
121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121 121
3 4 5 6 7 8 9 0 1 2 3 4 5 0 1 2 3
PC
126 126 126 126 126 126 126 127 127 127 127 127 127 128 128 128 128
93
Lijst van ritmesets * [EXC]: klinkt niet tegelijkertijd met andere percussie instrumenten met hetzelfde nummer.
21 22 23 24 25 26 27 28 29
30
31 32 33 34 35 C2 36 37 38 39 40 41
42
43 44 45 46 47 C3 48 49 50 51 52 53
54
55 56 57 58 59 C4 60 61 62 63 64 65
66
67 68 69 70 71 C5 72 73 74 75 76 77
78
79 80 81 82 83 C6 84 85 86 87 88 89
90
91 92 93 94 95 C7 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 C8 108
94
RD Pop Kit
RD Rock Kit
RD Jazz Kit
RD R&B Kit
RD House Kit
Rock Kick Pop Kick Analog Kick 1 Hush Kick Pop CHH 1 [EXC1] Reg. Snare 1 Finger Snap 707 Claps Hand Clap 1 Hand Clap 2 Hand Clap 3 Pop PHH [EXC1] Hand Clap 4 Snare Roll Old Kick Hush Kick Reg.Stick Reg. Snare Reg. Snare Ghost Titan Snare Reg. Low Tom Flm Pop CHH 1 [EXC1] Reg. Low Tom Pop CHH 2 [EXC1] Reg.Mid Tom Flm Pop OHH [EXC1] Reg. Mid Tom Reg. High Tom Flm Pop Crash Cymbal 1 Reg. High Tom Pop RideCymbal 1 Pop Chinese Cymbal Pop Ride Bell Tambourine Pop Splash Cymbal Cha Cha Cowbell Pop Crash Cymbal 2 Vibraslap Pop RideCymbal 2 Bongo Hi Bongo Lo Conga Mute Conga Hi Conga Lo Timbale Hi Timbale Lo Agogo Bell Hi Agogo Bell Lo Shaker 2 Shaker 3 Whistle Short [EXC2] Whistle Long [EXC2] Guiro Short [EXC3] Guiro Long [EXC3] Claves Wood Block Hi Wood Block Lo Cuica Mute [EXC4] Cuica Open [EXC4] Triangle Mt [EXC5] Triangle Op [EXC5] Cabasa Jingle Bell Wind Chime Castanets Surdo Mute [EXC6] Surdo Open [EXC6] Cana Flamenco Timbale Hi Flamenco Timbale Lo Flamenco Timbale Flam Shaker 1 Shaker 2 Bongo Lo Mt Grit Snare Jungle Snare 1 Reg.Stick Titan Snare Old Kick Pop Kick Rock Kick Analog Kick 1 Rock Snare Dry Electric Snare Reg. Snare Ghost Slappy Wah Gtr Noise 1 Wah Gtr Noise 2
Old Kick Pop Kick Analog Kick 1 Rock Kick Rock CHH1 [EXC1] Rock Snare 1 Finger Snap 707 Claps Hand Clap 1 Hand Clap 2 Hand Clap 3 Pop PHH [EXC1] Hand Clap 4 Snare Roll Old Kick Rock Kick Rock Side Stick Rock Snare 1 Snare Ghost Rock Snare 2 Rock Low Tom Flm Rock CHH 1 [EXC1] Rock Low Tom Rock CHH 2 [EXC1] Rock Mid Tom Flm Rock OHH [EXC1] Rock Mid Tom Rock High Tom Flm Rock Crash Cymbal Rock HighTom Pop Ride Cymbal 2 Rock Chinese Cymbal Rock Ride Bell Tambourine Rock Splsh Cymbal Cha Cha Cowbell Rock Chinese Cymbal 2 Vibraslap Pop Ride Cymbal 1 Bongo Hi Bongo Lo Conga Mute Conga Hi Conga Lo Timbale Hi Timbale Lo Agogo Bell Hi Agogo Bell Lo Shaker 2 Shaker 3 Whistle Short [EXC2] Whistle Long [EXC2] Guiro Short [EXC3] Guiro Long [EXC3] Claves Wood Block Hi Wood Block Lo Cuica Mute [EXC4] Cuica Open [EXC4] Triangle Mt [EXC5] Triangle Op [EXC5] Cabasa Jingle Bell Wind Chime Castanets Surdo Mute [EXC6] Surdo Open [EXC6] Cana Flamenco Timbale Hi Flamenco Timbale Lo Flamenco Timbale Flam Shaker 1 Shaker 2 Bongo Lo Mt LoFi Snare Jungle Snare 1 Rock Side Stick Rock Snare 2 Old Kick Pop Kick Rock Kick Analog Kick 1 Rock Snare Dry Electric Snare Rock Snare Ghost Slappy Wah Gtr Noise 1 Wah Gtr Noise 2
Old Kick Jazz Kick 1 Analog Kick 1 Jazz Swish Jazz Tap 1 Jazz Tap 2 Finger Snap 707 Claps Hand Clap 1 Hand Clap 2 Hand Clap 3 Pop PHH [EXC1] Gospel Hand Clap Snare Roll Pop Kick Jazz Kick 2 Jazz Snare Swing Jazz Snare 1 Pop Snare Swing Jazz Snare 2 Jazz Low Tom Flm Pop CHH 1 [EXC1] Jazz Low Tom Pop CHH 2 [EXC1] Jazz Mid Tom Flm Pop OHH [EXC1] Jazz Mid Tom Jazz High Tom Flm Jazz Crash Cymbal Jazz HighTom Jazz Ride Cymbal 1 Jazz Chinese Cymbal Jazz Ride Cymbal 2 Tambourine Pop Splsh Cymbal Cha Cha Cowbell Jazz Crash Cymbal 2 Vibraslap Pop Ride Cymbal 1 Bongo Hi Bongo Lo Conga Mute Conga Hi Conga Lo Timbale Hi Timbale Lo Agogo Bell Hi Agogo Bell Lo Shaker 2 Shaker 3 Whistle Short [EXC2] Whistle Long [EXC2] Guiro Short [EXC3] Guiro Long [EXC3] Claves Wood Block Hi Wood Block Lo Cuica Mute [EXC4] Cuica Open [EXC4] Triangle Mt [EXC5] Triangle Op [EXC5] Cabasa Jingle Bell Wind Chime Castanets Surdo Mute [EXC6] Surdo Open [EXC6] Cana Flamenco Timbale Hi Flamenco Timbale Lo Flamenco Timbale Flam Shaker 1 Shaker 2 Bongo Lo Mt Jazz Snare 1 Jazz Snare 2 Jazz Snare Swing Jazz Swish Old Kick Jazz Kick 1 Jazz Kick 2 Analog Kick 1 Jazz Tap 1 Jazz Tap 2 Pop Snare Swing Slappy Wah Gtr Noise 1 Wah Gtr Noise 2
Analog Kick 2 TR909 Kick 1 TR909 Kick 2 R&B CHH 2 [EXC1] R&B CHH 3 [EXC1] R&B CHH 4 [EXC1] Finger Snap 707 Claps Hand Clap 1 Gospel Hand Clap 2 Hand Clap 2 R&B CHH 5 [EXC1] Gospel Hand Clap Lo-Bit CHH [EXC1] Analog Kick 1 R&B Kick R&B Side Stick 1 R&B Snare 1 R&B Snare 2 R&B Snare 3 Sharp Low Tom 6 R&B CHH 1 [EXC1] Sharp Low Tom 5 R&B CHH 1 [EXC1] Sharp Low Tom 4 R&B OHH [EXC1] Sharp High Tom 3 Sharp High Tom 2 R&B Crash Cymbal Sharp High Tom 1 Pop Ride Cymbal 1 R&B Chinese Cym R&B Ride Bell Tambourine TR909 Ride Cha Cha Cowbell House Crash Cymbal Vibraslap Pop Ride Cymbal 2 House Bongo Hi House Bongo Lo House Conga Hi House Conga Mt House Conga Lo Timbale Hi Timbale Lo Agogo Bell Hi Agogo Bell Lo Cabasa House Maracas Whistle Short [EXC2] Whistle Long [EXC2] Guiro Short [EXC3] Guiro Long [EXC3] House Claves Wood Block Hi Wood Block Lo Hoo Hi [EXC4] Hoo Lo [EXC4] Triangle Mt [EXC5] Triangle Op [EXC5] Shaker Jingle Bell Wind Chime Castanets Surdo Mute [EXC6] Surdo Open [EXC6] Tambourine Tambourine Cabasa Up Cabasa Down Shaker 1 Shaker 2 Bongo Lo Mt Grit Snare Jungle Snare 1 R&B Side Stick 2 Analog Snare HipHop Kick TR808 Kick 1 TR808 Kick 2 Techno Kick Rock Snare Dry Electric Snare Jungle Snare 2 Vinyl Noise Wah Gtr Noise 1 Wah Gtr Noise 2
Dance Kick Lo-Bit CHH [EXC1] Techno Kick 2 Concert Snare Snare Roll Finger Snap High-Q Slap Scratch Push Scratch Pull Sticks Square Click Metro Click Metro Bell House Kick 1 House Kick 2 R&B Side Stick 1 House Snare 1 House Snare 2 House Snare 3 House Low Tom 1 House CHH [EXC1] House Low Tom 2 House PHH [EXC1] House Mid Tom 1 House OHH [EXC1] House Mid Tom 2 House High Tom 1 House Crash Cymbal House High Tom 2 House Ride Cymbal Reverse Cymbal House Ride Bell ShakeTambourine House Splash Cymbal House Cowbell HouseCrash Cymbal Vibraslap Pop Ride Cymbal 2 House Bongo Hi House Bongo Lo House Conga Hi House Conga Mt House Conga Lo Timbale Hi Timbale Lo Agogo Bell Hi Agogo Bell Lo Cabasa House Maracas Whistle Short [EXC2] Whistle Long [EXC2] Guiro Short [EXC3] Guiro Long [EXC3] House Claves Wood Block Hi Wood Block Lo Hoo Hi [EXC4] Hoo Lo [EXC4] Electric Triangle Mt [EXC5] Electric Triangle Op [EXC5] Shaker Jingle Bell Wind Chime Castanets Surdo Mute [EXC6] Surdo Open [EXC6] Cana Flamenco Timbale Hi Flamenco Timbale Lo Flamenco Timbale Flam Shaker 1 Shaker 2 Bongo Lo Mt LoFi Snare Jungle Snare 1 R&B Side Stick 2 Analog Snare TR808 Kick 1 TR808 Kick 2 Jungle Kick Techno Kick Rock Snare Dry Electric Snare Jungle Snare 2 Slappy Wah Gtr Noise 1 Wah Gtr Noise 2
Lijst van ritmesets * : Geen geluid. * [EXC]: klinkt niet tegelijkertijd met andere percussie instrumenten met hetzelfde nummer.
21 22 23 24 25 26 27 28 29
30
31 32 33 34 35 C2 36 37 38 39 40 41
42
43 44 45 46 47 C3 48 49 50 51 52 53
54
55 56 57 58 59 C4 60 61 62 63 64 65
66
67 68 69 70 71 C5 72 73 74 75 76 77
78
79 80 81 82 83 C6 84 85 86 87 88
GM2 STANDARD
GM2 ROOM
GM2 POWER
GM2 ELECTRIC
------------------------High-Q Slap ScratchPush ScratchPull Sticks SquareClick Mtrnm.Click Mtrnm. Bell Jazz Kick 1 Mix Kick Side Stick Standard SN1 909 HandClap Elec Snare 3 Real Tom 6 Close HiHat2 Real Tom 6 Pedal HiHat2 Real Tom 4 Open HiHat2 Real Tom 4 Real Tom 1 Crash Cym.1 Real Tom 1 Ride Cymbal ChinaCymbal Ride Bell Tambourine Splash Cym. Cowbell Crash Cym.2 Vibraslap Ride Cymbal4 Bongo High Bongo Lo Mute H.Conga Conga Hi Opn Conga Lo Opn High Timbale Low Timbale Agogo Agogo Cabasa Maracas ShrtWhistle LongWhistle Short Guiro Long Guiro Claves Woodblock Woodblock Mute Cuica Open Cuica MuteTriangl OpenTriangl Shaker Jingle Bell Bell Tree Castanets Mute Surdo Open Surdo -----
------------------------High-Q Slap ScratchPush ScratchPull Sticks SquareClick Mtrnm.Click Mtrnm. Bell Mix Kick Standard KK1 Side Stick Standard SN2 909 HandClap Elec Snare 7 Room Tom 5 Close HiHat2 Room Tom 6 Pedal HiHat2 Room Tom 2 Open HiHat2 Room Tom 2 Rock Tom 1 Crash Cym.1 Rock Tom 1 Ride Cymbal ChinaCymbal Ride Bell Tambourine Splash Cym. Cowbell Crash Cym.2 Vibraslap Ride Cymbal4 Bongo High Bongo Lo Mute H.Conga Conga Hi Opn Conga Lo Opn High Timbale Low Timbale Agogo Agogo Cabasa Maracas ShrtWhistle LongWhistle Short Guiro Long Guiro Claves Woodblock Woodblock Mute Cuica Open Cuica MuteTriangl OpenTriangl Shaker Jingle Bell Bell Tree Castanets Mute Surdo Open Surdo -----
------------------------High-Q Slap ScratchPush ScratchPull Sticks SquareClick Mtrnm.Click Mtrnm. Bell Standard KK1 Power Kick1 Side Stick Dance Snare1 909 HandClap Elec Snare 4 Room Tom 5 Close HiHat2 Room Tom 6 Pedal HiHat2 Room Tom 2 Open HiHat2 Room Tom 2 Rock Tom 1 Crash Cym.1 Rock Tom 1 Ride Cymbal ChinaCymbal Ride Bell Tambourine Splash Cym. Cowbell Crash Cym.2 Vibraslap Ride Cymbal4 Bongo High Bongo Lo Mute H.Conga Conga Hi Opn Conga Lo Opn High Timbale Low Timbale Agogo Agogo Cabasa Maracas ShrtWhistle LongWhistle Short Guiro Long Guiro Claves Woodblock Woodblock Mute Cuica Open Cuica MuteTriangl OpenTriangl Shaker Jingle Bell Bell Tree Castanets Mute Surdo Open Surdo -----
------------------------High-Q Slap ScratchPush ScratchPull Sticks SquareClick Mtrnm.Click Mtrnm. Bell Power Kick1 Elec Kick 1 Side Stick Elec. Snare 909 HandClap Elec Snare 2 Synth Drum 2 Close HiHat2 Synth Drum 2 Pedal HiHat2 Synth Drum 2 Open HiHat2 Synth Drum 2 Synth Drum 2 Crash Cym.1 Synth Drum 2 Ride Cymbal ReverseCymbl Ride Bell Tambourine Splash Cym. Cowbell Crash Cym.2 Vibraslap Ride Cymbal4 Bongo High Bongo Lo Mute H.Conga Conga Hi Opn Conga Lo Opn High Timbale Low Timbale Agogo Agogo Cabasa Maracas ShrtWhistle LongWhistle Short Guiro Long Guiro Claves Woodblock Woodblock Mute Cuica Open Cuica MuteTriangl OpenTriangl Shaker Jingle Bell Bell Tree Castanets Mute Surdo Open Surdo -----
[EXC7] [EXC7]
[EXC1] [EXC1] [EXC1]
[EXC2] [EXC2] [EXC3] [EXC3]
[EXC4] [EXC4] [EXC5] [EXC5]
[EXC6] [EXC6]
[EXC7] [EXC7]
[EXC1] [EXC1] [EXC1]
[EXC2] [EXC2] [EXC3] [EXC3]
[EXC4] [EXC4] [EXC5] [EXC5]
[EXC6] [EXC6]
[EXC7] [EXC7]
[EXC1] [EXC1] [EXC1]
[EXC2] [EXC2] [EXC3] [EXC3]
[EXC4] [EXC4] [EXC5] [EXC5]
[EXC6] [EXC6]
[EXC7] [EXC7]
[EXC1] [EXC1] [EXC1]
[EXC2] [EXC2] [EXC3] [EXC3]
[EXC4] [EXC4] [EXC5] [EXC5]
[EXC6] [EXC6]
95
Lijst van ritmesets * : Geen geluid. * [EXC]: klinkt niet tegelijkertijd met andere percussie instrumenten met hetzelfde nummer.
21 22 23 24 25 26 27 28 29
30
31 32 33 34 35 C2 36 37 38 39 40 41
42
43 44 45 46 47 C3 48 49 50 51 52 53
54
55 56 57 58 59 C4 60 61 62 63 64 65
66
67 68 69 70 71 C5 72 73 74 75 76 77
78
79 80 81 82 83 C6 84 85 86 87 88
96
GM2 ANALOG
GM2 JAZZ
GM2 BRUSH
GM2 ORCHSTRA
GM2 SFX
------------------------High-Q Slap ScratchPush ScratchPull Sticks SquareClick Mtrnm.Click Mtrnm. Bell TR-808 Kick2 TR-808 Kick 808 Rimshot 808 Snare 1 909 HandClap Elec Snare 6 808 Tom 2 TR-808 CHH 808 Tom 2 808__chh 808 Tom 2 TR-808 OHH 808 Tom 2 808 Tom 2 808 Crash 808 Tom 2 Ride Cymbal ChinaCymbal Ride Bell Tambourine Splash Cym. 808cowbe Crash Cym.2 Vibraslap Ride Cymbal4 Bongo High Bongo Lo 808 Conga 808 Conga 808 Conga High Timbale Low Timbale Agogo Agogo Cabasa 808marac ShrtWhistle LongWhistle Short Guiro Long Guiro 808clave Woodblock Woodblock Mute Cuica Open Cuica MuteTriangl OpenTriangl Shaker Jingle Bell Bell Tree Castanets Mute Surdo Open Surdo -----
------------------------High-Q Slap ScratchPush ScratchPull Sticks SquareClick Mtrnm.Click Mtrnm. Bell Jazz Kick 2 Jazz Kick 1 Side Stick Standard SN3 909 HandClap Elec Snare 5 Real Tom 6 Close HiHat2 Real Tom 6 Pedal HiHat2 Real Tom 4 Open HiHat2 Real Tom 4 Real Tom 1 Crash Cym.1 Real Tom 1 Ride Cymbal ChinaCymbal Ride Bell 3 Tambourine Splash Cym. Cowbell Crash Cym.2 Vibraslap Ride Cymbal4 Bongo High Bongo Lo Mute H.Conga Conga Hi Opn Conga Lo Opn High Timbale Low Timbale Agogo Agogo Cabasa Maracas ShrtWhistle LongWhistle Short Guiro Long Guiro Claves Woodblock Woodblock Mute Cuica Open Cuica MuteTriangl OpenTriangl Shaker Jingle Bell Bell Tree Castanets Mute Surdo Open Surdo -----
------------------------High-Q Slap ScratchPush ScratchPull Sticks SquareClick Mtrnm.Click Mtrnm. Bell Jazz Kick 2 Jazz Kick 1 Side Stick Brush Swirl Brush Slap1 Brush Swirl Brash Tom 2 Close HiHat3 Brash Tom 2 Pedal HiHat3 Brash Tom 2 Open HiHat3 Brash Tom 2 Brash Tom 2 Crash Cym.3 Brash Tom 2 Ride Cymbal2 ChinaCymbal Ride Bell 2 Tambourine Splash Cym. Cowbell Crash Cym.2 Vibraslap Ride Cymbal4 Bongo High Bongo Lo Mute H.Conga Conga Hi Opn Conga Lo Opn High Timbale Low Timbale Agogo Agogo Cabasa Maracas ShrtWhistle LongWhistle Short Guiro Long Guiro Claves Woodblock Woodblock Mute Cuica Open Cuica MuteTriangl OpenTriangl Shaker Jingle Bell Bell Tree Castanets Mute Surdo Open Surdo -----
------------------------Close HiHat2 Pedal HiHat2 Open HiHat2 Ride Cymbal3 Sticks SquareClick Mtrnm.Click Mtrnm. Bell Concert BD Mix Kick Side Stick Concert Snr Castanets Concert Snr Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Timpani Tambourine Splash Cym. Cowbell Con.Cymbal2 Vibraslap Concert Cym. Bongo High Bongo Lo Mute H.Conga Conga Hi Opn Conga Lo Opn High Timbale Low Timbale Agogo Agogo Cabasa Maracas ShrtWhistle LongWhistle Short Guiro Long Guiro Claves Woodblock Woodblock Mute Cuica Open Cuica MuteTriangl OpenTriangl Shaker Jingle Bell Bell Tree Castanets Mute Surdo Open Surdo Applause
------------------------------------------------------------------------High-Q Slap ScratchPush ScratchPull Sticks SquareClick Mtrnm.Click Mtrnm. Bell Gt.FretNoiz Gt.CutNoise Gt.CutNoise String Slap Fl.KeyClick Laughing Screaming Punch Heart Beat Footsteps Footsteps Applause Creaking Door Scratch Wind Chimes Car-Engine Car-Stop Car-Pass Car-Crash Siren Train Jetplane Helicopter Starship Gun Shot Machine Gun Lasergun Explosion Dog HorseGallop Bird Rain Thunder Wind Seashore Stream Bubble -----------------
[EXC7] [EXC7]
[EXC1] [EXC1] [EXC1]
[EXC2] [EXC2] [EXC3] [EXC3]
[EXC4] [EXC4] [EXC5] [EXC5]
[EXC6] [EXC6]
[EXC7] [EXC7]
[EXC1] [EXC1] [EXC1]
[EXC2] [EXC2] [EXC3] [EXC3]
[EXC4] [EXC4] [EXC5] [EXC5]
[EXC6] [EXC6]
[EXC7] [EXC7]
[EXC1] [EXC1] [EXC1]
[EXC2] [EXC2] [EXC3] [EXC3]
[EXC4] [EXC4] [EXC5] [EXC5]
[EXC6] [EXC6]
[EXC1] [EXC1] [EXC1]
[EXC2] [EXC2] [EXC3] [EXC3]
[EXC4] [EXC4] [EXC5] [EXC5]
[EXC6] [EXC6]
[EXC7] [EXC7]
Lijst van ritmepatronen Nr.
Ritmepatroon
Nr.
Ritmepatroon
Nr.
001 002 003 004 005 006 007 008 009 010 011 012 013 014 015 016 017 018 019 020 021 022 023 024 025 026 027 028 029 030 031 032 033 034 035 036 037 038 039 040 041 042 043 044 045 046 047 048 049 050 051 052 053 054 055 056 057 058 059 060 061 062 063 064 065 066 067
Piano R&B 1 Piano R&B 2 8 Beat Funk 16 BeatFunk 8 BtShuffle 16BtShuffle Latin Dance LatinFusion Fast Jazz Afro Cuban Pop Ballad Ballad 1 StraightRck PowerfulRck Slow Beat Back Beat 1 Hip'n'Hop ElecDance 1 Pop 1 Pop 2 Pop 3 Pop 4 8 Beat Pop1 8 Beat Pop2 8 Beat Pop3 8 BtFusion1 8 BtFusion2 Pop Funk 1 Pop Funk 2 Pop Funk 3 Pop Funk 4 Pop Funk 5 Pop Funk 6 Pop Funk 7 Pop Funk 8 16 BeatPop1 16 BeatPop2 16 BeatPop3 16BtFusion1 16BtFusion2 16BtFusion3 ShufflePop1 ShufflePop2 ShufflePop3 ShufflePop4 ShufflePop5 ShufflePop6 ShufflePop7 West Coast Motown R&B Pop 1 R&B Pop 2 R&B Pop 3 R&B Pop 4 R&B Pop 5 Back Beat 2 Back Beat 3 Back Beat 4 Back Beat 5 Back Beat 6 Back Beat 7 Back Beat 8 Back Beat 9 Back Beat10 R&B 1 R&B 2 R&B 3
068 069 070 071 072 073 074 075 076 077 078 079 080 081 082 083 084 085 086 087 088 089 090 091 092 093 094 095 096 097 098 099 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134
R&B 4 R&B 5 R&B 6 R&B 7 R&B 8 R&B 9 R&B 10 R&B 11 R&B 12 R&B 13 R&B 14 R&B 15 R&B 16 R&B 17 R&B 18 Funk 1 Funk 2 Funk 3 8 BeatRock1 8 BeatRock2 8 BeatRock3 16BeatRock1 16BeatRock2 Ballad 2 Ballad 3 PianoBallad Rockaballad Bluegrass Combo 1 Combo 2 FastSwing 1 FastSwing 2 Swing 1 Swing 2 Swing 3 JazzBrush 1 JazzBrush 2 Jazz Waltz Free Jazz Jazz 1 Jazz 2 Jazz 3 Jazz 4 Jazz 5 Jazz 6 Jazz 7 Jazz 8 Jazz 9 Jazz 10 Blues 1 Blues 2 Gospel 1 Gospel 2 Polka 1 Polka 2 Latin Pop 1 Latin Pop 2 Latin Pop 3 Latin Pop 4 Latin Pop 5 Latin Pop 6 Latin Pop 7 Latin Pop 8 Latin Pop 9 Latin Pop10 Latin Pop11 BossaNova 1
135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 151 152 153 154 155 156 157 158 159 160 161 162 163 164 165 166 167 168 169 170 171 172 173 174 175 176 177 178 179 180 181 182 183 184 185 186 187 188 189 190 191 192 193 194 195 196 197 198 199 200
Ritmepatroon BossaNova 2 BossaNova 3 Fast Bossa Pop Bossa Salsa 1 Salsa 2 Samba 1 Samba 2 Rumba Mambo 1 Mambo 2 Merengue PwrFusion 1 PwrFusion 2 Rock 1 Rock 2 Rock 3 Rock 4 Rock 5 Rock 6 Rock 7 Rock 8 Rock 9 Rock 10 Rock 11 Rock 12 Rock 13 Rock 14 Rock 15 Rock 16 Rock 17 Rock 18 Rock 19 Rock 20 Progressive ElecDance 2 ElecDance 3 ElecDance 4 ElecDance 5 ElecDance 6 ElecDance 7 ElecDance 8 ElecDance 9 ElecDance10 Acid Jazz Techno Hip Hop House Jungle Dance Pop Waltz 1 Pop Waltz 2 Pop Waltz 3 Pop Waltz 4 SimpleWltz1 SimpleWltz2 3/4 Brush 5/4 Fusion 5/4 Swing 5/8 Progres 6/4 Fusion 6/8 Progres 6/8 Swing 7/4 Fusion 7/4 Swing 7/8 Progres
97
Lijst van Setups → Opgeslagen instellingen selecteren ([SETUP] knop) (pag. 50) ‘R’:
Met deze Setups kunt u met plezier keyboard spelen, waarbij het spelen van een ritme het gevoel van een jamsessie geeft. Probeert u het eens! Zie ‘Ritmen spelen ([SONG/RHYTHM] knop)’ op pag. 37 voor meer informatie over ritmen.
[Piano] 01 02 03 04
Piano&Choir Piano&Winds R.Piano Pop R.Jazz Trio
[STRINGS/PAD]
[VOICE/SYNTH]
13 14 15 16
25 26 27 28
Strings Sect Mysterious R.Str Ballad R.DancingPad
Large Choir Dance Groove R.A Cappella R.Synth Jam
[E. PIANO]
[GUITAR/BASS]
[RHY/GM2]
05 06 07 08
17 18 19 20
29 30 31 32
E.Piano&Pad EP&Strings R.EP R&B R.ClavGroove
OD Guitar Fretless&Pad R.Cool Bossa R.Bass Solo
[ORGAN]
[BRASS/WINDS]
09 10 11 12
21 22 23 24
OD Organ Manual Bass R.Hot Gospel R.Jazz Funk
RD RD RD RD
SETUP SETUP SETUP SETUP
* Onder de Setups nr. 29 t/m 32 (RD SETUP) valt de ‘Basic Setup’ (Basis Setup). Gebruik deze wanneer u vanaf het begin Setups creëert.
Full Brass Sax Section R.Brass Funk R.Sax Ballad
Lijst van sneltoetsen U kunt de instellingen voor de volgende functies simpelweg veranderen door een aantal knoppen in combinatie met elkaar te gebruiken. * ‘[A] + [B]’ geeft aan dat u [A] ingedrukt moet houden en tegelijkertijd [B] moet indrukken.
Wat wilt u doen?
Handeling
Page
Het type geluidsbediening veranderen
[SOUND CONTROL] + [DEC] [INC]
p. 35
De reverb diepte veranderen
[REVERB] + [DEC] [INC]
p. 34
De reverb diepte voor elke geluidssoort veranderen
[REVERB] + ZONE LEVEL schuif
p. 34
De mate van toegepaste multi effecten veranderen
[MULTI EFFECTS] + [DEC] [INC]
p. 47
De mate van transpositie veranderen
[TRANSPOSE] + [DEC] [INC] [TRANSPOSE] + toets
p. 32
Het volumeniveau van het ritmepatroon veranderen
[SONG/RHYTHM] + ZONE LEVEL schuif *Kan worden bediend, terwijl er een ritme speelt*
p. 37
Het volume van de song veranderen (audiobestand)
[SONG/RHYTHM] + ZONE LEVEL schuif *Kan worden bediend, terwijl er een audiobestand speelt
p. 40
Het volume van de audiotoets functie veranderen (audiobestand)
[AUDIO KEY] + ZONE LEVEL schuif
p. 42
Het splitspunt veranderen
[SPLIT] + [DEC] [INC] [SPLIT] + toets
p. 29
V LINK in en uitschakelen
[EXIT/SHIFT] + [SOUND CONTROL]
p. 82
Van reverb type veranderen
[EXIT/SHIFT] + [REVERB]
p. 33
Van multi effecttype veranderen
[EXIT/SHIFT] + [MULTI EFFECTS]
p. 48
De frequentie van de equalizer veranderen
[EXIT/SHIFT] + draaiknop [LOW]/draaiknop [HIGH]
p. 36
98
MIDI Implementation Chart
DIGITAL PIANO
MIDI Implementatiekaart
Model RD-300GX
Verzonden
Functie...
Versie : 1.00
Herkend
Opmerkingen
Basic Channel
Default Changed
1 1—16
1—16 1—16
Mode
Default Messages Altered
Mode 3 x
Mode 3 Mode 3, 4(M=1)
Note Number :
True Voice
**************
0—127 0—127
Velocity
Note ON Note OFF
O O
O O
After Touch
Key s Ch s
x
O
O O
O
O
O O x x O O O O x O O x x x x x x x x x O O x x
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O (Reverb) O (Chorus) O O
Bank select Modulation Portamento time Data entry Volume Panpot Expression Hold 1 Portamento Sostenuto Soft Resonance Release time Attack time Cutoff Decay time Vibrato rate Vibrato depth Vibrato delay Portamento control Effect1 depth Effect3 depth NRPN LSB, MSB RPN LSB, MSB
0—127 **************
O 0—127
Program number 1—128
O
O
Pitch Bend 0, 32 1 5 6, 38 7 10 11 64 65 66 67 71 72 73 74 75 76 77 78 84 91 93 98, 99 100, 101
Control Change
Prog Change
: True Number
System Exclusive
0—127
System Common
: Song Pos : Song Sel : Tune
x x x
x x x
System Real Time
: Clock : Commands
x x
x x
Aux Message
: All sound off : Reset all controllers : Local Control : All Notes OFF : Active Sense : Reset
x x x x O x
O (120, 126, 127) O x O (123—125) O x
Notes
*1
**************
* 1 Recognized as M=1 even if M›1.
Mode 1 : OMNI ON, POLY
Mode 2 : OMNI ON, MONO
O : Ja
Mode 3 : OMNI OFF, POLY
Mode 4 : OMNI OFF, MONO
X : Nee
99
Belangrijkste specificaties RD 300GX: Digital Piano Keyboard sectie Keyboard
88 toetsen (PHA alpha II klavier)
Klankgenerator sectie Conform het General MIDI 2 systeem, stereo multi sampled pianoklank met 88 toetsen Part
16 Parts
Maximale polyfonie
128 klanken
Wave geheugen
128 MB (gelijkwaardig aan 16 bits lineair)
Geluidssoorten
Normale geluidssoorten: 110 General MIDI 2 geluidssoorten: 256 Ritmesets: 5 General MIDI 2 ritmesets: 9
Setups
32
Effecten
Multi effecten: 78 typen Reverb: 6 typen Geluidsregeling 2 bands digitale equalizer
SMF /audiobestandenspeler Bestandsformaat
Standaard MIDI bestand: formaat 0/1, Audiobestand: WAV, AIFF (44,1 kHz, 16 bits lineair), MP3 Audiobestand kan worden afgespeeld met audiotoets functie.
Aansluitingen
Aansluitingen
Output jacks (L/MONO, R): 1/4’ telefoontype Demperpedaal Bedieningspedaal MIDI aansluitingen (IN, UIT) USB aansluitingen (MIDI, USB stick) Koptelefoonaansluiting: stereo 1/4’ telefoontype DC IN jack
Afmetingen/gewicht Afmetingen
B x d x h = 1438 x 337 x 141 mm
Gewicht
16.4 kg / 36 lbs 3 oz
Overig Ritmepatronen
200 patronen
Display
16 karakters, 2 regels (LCD met achtergrondverlichting)
Bedieningsonderdelen
3 Zone Level schuiven 2 Equalizer draaiknoppen Pitch Bend/Modulation schakelaar Schakelaars waaraan functies kunnen worden toegekend (S1, S2)
Intern geheugen
1 M bytes
Voeding
9 Volt DC (adapter)
Opgenomen vermogen
11 W
Accessoires
Gebruikershandleiding CD ROMs (Audio Key Utility 2, SONAR LE) Demperpedaal (DP 8) Adapter, netsnoer
962a
* Vanuit het oogpunt van productverbetering kunnen de specificaties en/of het uiterlijk van dit instrument zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden.
100
Index A Aansluiting adapter .....................................................................16 Computer ..................................................................81 Externe apparatuur .....................................................17 MIDI..........................................................................54 MIDI sequencer ..........................................................78 Pedalen .....................................................................18 USB ..........................................................................54 USB stick ...................................................................21 Aardeklem .............................................................14, 16 adapter .......................................................................16 Afspelen Audiobestanden .........................................................40 Song .........................................................................40 Attack Time ..................................................................69 Audiobestand...............................................................45 Audio Key .................................................................42 Audio Key ...................................................................42 Volume......................................................................45 [AUDIO KEY] knop .................................................13, 42 Audio Volume ..............................................................67
B Bank Select LSB ............................................................56 Bank Select MSB ..........................................................56 Bend Range .................................................................70 Bender schakelaar ........................................................71 Bestand .......................................................................72 Bulk Dump ...................................................................77
C Center Cancel ..............................................................76 Ch (kanaal)..................................................................55 Cho (chorus) ................................................................58 Chorus Externe zone ..............................................................58 Coarse Tune ................................................................70 Common .....................................................................68 Control Channel ...........................................................65 CONTROL jack ............................................................18 Control Pedal Function ..................................................68 Control Pedal Switch .....................................................71 Control Polarity ............................................................65 Copy SETUP.................................................................74 Copy SONG................................................................74 Cutoff..........................................................................69
D DAMPER jack ...............................................................18 Damper Noise..............................................................60 Damper Pedal Switch ....................................................71 Damper Polarity............................................................65 DC IN jack ............................................................14, 16 [DEC] knop ..................................................................13 Decay Time..................................................................69 Delete SETUP ...............................................................73
Delete SONG .............................................................. 75 DEMO PLAY ................................................................ 25 [DISPLAY CONTRAST] draaiknop ............................. 14, 20 [DUAL] knop .......................................................... 12, 28 Duplex Scale................................................................ 61
E [EDIT] knop............................................................ 13, 63 Edit modus................................................................... 63 Effecten ................................................................. 47, 87 [ENTER] knop............................................................... 13 EQ modus ................................................................... 64 EQUALIZER draaiknoppen............................................. 36 [EXIT/SHIFT] knop ........................................................ 13 External (externe) zone............................................ 22, 53 [EXTERNAL/INTERNAL] knop................................... 12, 55
F Factory Reset ............................................................... 77 Fine Tune..................................................................... 70 Formaat ...................................................................... 76 Frequentie ................................................................... 36
G Geluidssoorten, lijst van ................................................ 91 Grondtoon................................................................... 66
H Hammer Noise............................................................. 61 [HIGH] draaiknop .................................................. 12, 36
I [INC] knop .................................................................. 13 Indicator Mode ............................................................ 65 Internal Zone ............................................................... 22
K Kabelhaak............................................................. 14, 16 Key Off Resonance ....................................................... 61 Key Range Externe zone.............................................................. 59 Key Touch ................................................................... 62 Key Touch (bewerkingsmodus) ....................................... 67 Key Touch modus ......................................................... 62 Key Touch Offset .......................................................... 62 KRL ............................................................................. 59 KRU ........................................................................... 59
L Layer .......................................................................... 28 Lid .............................................................................. 60 Load SETUP ................................................................. 72 Local Control ............................................................... 78 Local schakelaar........................................................... 79 [LOW] draaiknop ................................................... 12, 36 LOWER ....................................................................... 30
101
Master Tune .................................................................64 Master Volume .............................................................64 MFX (Multi effects) type .................................................87 MFX (Multi effects) zone ................................................68 MIDI............................................................................53 MIDI aansluitingen ..................................................14, 53 MIDI OUT kanaal .........................................................55 Modulatie ....................................................................34 Modulation schakelaar ..................................................71 MSB............................................................................56 Multi effecten .........................................................47, 68 Diepte .......................................................................47 Type .........................................................................48 [MULTI EFFECTS] knop ............................................12, 47
Reverb (galm) Diepte ....................................................................... 34 Externe zone.............................................................. 58 Interne zone ................................................................ 69 Piano Designer........................................................... 60 Type ......................................................................... 33 Reverb Amount............................................................. 69 [REVERB] knop ....................................................... 12, 33 Reverb Depth ............................................................... 60 RHY (ritme) .................................................................. 37 Rhythm (ritme) .............................................................. 37 Patroon ..................................................................... 38 Tempo....................................................................... 38 Volume...................................................................... 39 Ritmepatronen, lijst van ................................................. 97 Ritmesets, lijst van......................................................... 94 Rotary effect................................................................. 48 Rx. GM/GM2 System ON ............................................ 67 Rx. GS Reset ................................................................ 67
N
S
LOWER (externe zone) ..................................................55 Lower geluidssoort ........................................................29 LSB .............................................................................56
M
Netsnoer .....................................................................16
O ONE TOUCH [PIANO] knop....................................13, 60 Opnemen ....................................................................79 Opslaan Instellingen (Setup) ......................................................51 OUTPUT jacks ..............................................................14
P Pan Externe zone ..............................................................58 Interne zone ...............................................................70 Panel Lock ...................................................................49 Part.............................................................................22 Part modus...................................................................66 Part schakelaar.............................................................71 PC (Program Change) ...................................................56 Pedaal ........................................................................18 Pedaalfunctie ...............................................................68 PEDAL jacks .................................................................14 PHONES jack ..............................................................14 Piano Designer .............................................................60 Pitch............................................................................70 Pitch Bend....................................................................34 Pitch Bend/Modulation schakelaar ...........................12, 34 Play modus ..................................................................76 Playback Transpose ......................................................76 Polariteit ......................................................................65 [POWER] schakelaar ..............................................14, 19
R Rec Mode ....................................................................78 Release Time ................................................................69 Resonance ...................................................................69 Rev (reverb) .................................................................58
102
S1 schakelaar .............................................................. 71 S1/S2 functie .............................................................. 68 [S1] [S2] knoppen .................................................. 12, 68 S2 schakelaar .............................................................. 71 Save SETUP ................................................................. 51 Setup .............................................................. 50, 80, 98 Kopiëren ................................................................... 74 Laden........................................................................ 72 Opslaan.................................................................... 72 Terugzetten naar fabrieksinstellingen............................. 77 Verwijderen ................................................................. 75 Wegschrijven............................................................. 51 [SETUP] knop ......................................................... 13, 50 SETUP Control Channel ................................................. 65 SETUP Pedal Shift ......................................................... 64 SMF muziekbestand Afspelen.................................................................... 40 Sneltoetsen .................................................................. 98 Song........................................................................... 40 Kopiëren ................................................................... 74 Tempo....................................................................... 41 Terugspoelen ............................................................. 41 Versneld vooruitspoelen............................................... 41 Verwijderen ................................................................. 75 Songfunctie.................................................................. 76 Song Stop modus ......................................................... 67 [SONG/RHYTHM] knop ................................... 13, 37, 40 Sound Control.............................................................. 35 [SOUND CONTROL] knop ...................................... 12, 35 Split ............................................................................ 29 Split Point .................................................................... 30 [SPLIT] knop ........................................................... 12, 29 Standaard ................................................................... 15 Stemmen ..................................................................... 64 Stretch Tune ................................................................. 61 String Resonance.......................................................... 61 Stroom (aan/uit)........................................................... 19
System ........................................................................64
Z
T
Zone ........................................................................... 22 ZONE LEVEL schuiven ....................................... 12, 31, 57 Zone Parameter............................................................ 70 ZONE SELECT knop................................................ 13, 31 ZONE SELECT lampjes............................................ 13, 31
Temperament ...............................................................66 Temperament Key .........................................................66 Tempo Audiobestanden .........................................................41 Ritme.........................................................................38 Song .........................................................................41 Terugspoelen Song .........................................................................41 Tone .....................................................................22, 91 Tone parameter ............................................................69 TONE SELECT knoppen ...........................................13, 27 Transpose Externe zone ..............................................................58 Interne zone ..............................................................70 Keyboard ..................................................................32 Song .........................................................................76 [TRANSPOSE] knop ................................................12, 32 Trs (transponeren) .........................................................58
U UPPER 1 ................................................................28, 30 UPPER 1 (externe zone) .................................................55 UPPER 2 ................................................................28, 30 UPPER 2 (externe zone) .................................................55 Upper geluidssoort........................................................29 USB driver ...................................................................65 USB MEMORY aansluiting .............................................14 USB Memory modus......................................................65 USB MIDI aansluiting ........................................14, 53, 81 USB MIDI driver............................................................81 USB stick .....................................................................21 Utility ..........................................................................77
V Velocity .......................................................................62 Velocity Delay Sense.....................................................62 Versneld doorspoelen Song .........................................................................41 V LINK ........................................................................82 Vol (volume).................................................................58 Volume Audiobestand.............................................................67 audiotoets functie........................................................45 Externe zone .........................................................57 58 Interne zone ...............................................................31 Master.................................................................20, 64 Ritme.........................................................................39 VOLUME schuif ......................................................12, 20
W [WRITE] knop .........................................................13, 51
103
Informatie AFRICA EGYPT Al Fanny Trading Office 9, EBN Hagar Al Askalany Street, ARD E1 Golf, Heliopolis, Cairo 11341, EGYPT TEL: (022)-418-5531
REUNION Maison FO - YAM Marcel 25 Rue Jules Hermann, Chaudron - BP79 97 491 Ste Clotilde Cedex, REUNION ISLAND TEL: (0262) 218-429
SOUTH AFRICA T.O.M.S. Sound & Music (Pty)Ltd. 2 ASTRON ROAD DENVER JOHANNESBURG ZA 2195, SOUTH AFRICA TEL: (011)417 3400 Paul Bothner(PTY)Ltd. Royal Cape Park, Unit 24 Londonderry Road, Ottery 7800 Cape Town, SOUTH AFRICA TEL: (021) 799 4900
Als u een reparatiedienst nodig heeft, belt u het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of erkend Roland distributeur in uw land, zoals hieronder getoond. PHILIPPINES
CURACAO
URUGUAY
NORWAY
JORDAN
G.A. Yupangco & Co. Inc. 339 Gil J. Puyat Avenue Makati, Metro Manila 1200, PHILIPPINES TEL: (02) 899 9801
Zeelandia Music Center Inc. Orionweg 30 Curacao, Netherland Antilles TEL:(305)5926866
Todo Musica S.A. Francisco Acuna de Figueroa 1771 C.P.: 11.800 Montevideo, URUGUAY TEL: (02) 924-2335
Roland Scandinavia Avd. Kontor Norge Lilleakerveien 2 Postboks 95 Lilleaker N-0216 Oslo NORWAY TEL: 2273 0074
MUSIC HOUSE CO. LTD. FREDDY FOR MUSIC P. O. Box 922846 Amman 11192 JORDAN TEL: (06) 5692696
VENEZUELA
POLAND
Instrumentos Musicales Allegro,C.A. Av.las industrias edf.Guitar import #7 zona Industrial de Turumo Caracas, Venezuela TEL: (212) 244-1122
ROLAND POLSKA SP. Z O.O. UL. Gibraltarska 4. PL-03 664 Warszawa POLAND TEL: (022) 679 4419
EASA HUSAIN AL-YOUSIFI & SONS CO. Al-Yousifi Service Center P.O.Box 126 (Safat) 13002 KUWAIT TEL: 00 965 802929
PORTUGAL
LEBANON
Roland Iberia, S.L. Portugal Office Cais das Pedras, 8/9-1 Dto 4050-465, Porto, PORTUGAL TEL: 22 608 00 60
Chahine S.A.L. George Zeidan St., Chahine Bldg., Achrafieh, P.O.Box: 165857 Beirut, LEBANON TEL: (01) 20-1441
SINGAPORE SWEE LEE MUSIC COMPANY PTE. LTD. 150 Sims Drive, SINGAPORE 387381 TEL: 6846-3676
Instrumentos Fernando Giraldez Calle Proyecto Central No.3 Ens.La Esperilla Santo Domingo, Dominican Republic TEL:(809) 683 0305
TAIWAN
ECUADOR
ROLAND TAIWAN ENTERPRISE CO., LTD. Room 5, 9fl. No. 112 Chung Shan N.Road Sec.2, Taipei, TAIWAN, R.O.C. TEL: (02) 2561 3339
Mas Musika Rumichaca 822 y Zaruma Guayaquil - Ecuador TEL:(593-4)2302364
THAILAND Theera Music Co. , Ltd. 100-108 Soi Verng Nakornkasem, New Road,Sumpantawongse, Bangkok 10100 THAILAND TEL: (02) 224-8821
AUSTRALIA/ NEW ZEALAND
ASIA CHINA Roland Shanghai Electronics Co.,Ltd. 5F. No.1500 Pingliang Road Shanghai 200090, CHINA TEL: (021) 5580-0800 Roland Shanghai Electronics Co.,Ltd. (BEIJING OFFICE) 10F. No.18 3 Section Anhuaxili Chaoyang District Beijing 100011 CHINA TEL: (010) 6426-5050
HONG KONG Tom Lee Music Co., Ltd. Service Division 22-32 Pun Shan Street, Tsuen Wan, New Territories, HONG KONG TEL: 2415 0911 Parsons Music Ltd. 8th Floor, Railway Plaza, 39 Chatham Road South, T.S.T, Kowloon, HONG KONG TEL: 2333 1863
INDIA Rivera Digitec (India) Pvt. Ltd. 411, Nirman Kendra Mahalaxmi Flats Compound Off. Dr. Edwin Moses Road, Mumbai-400011, INDIA TEL: (022) 2493 9051
INDONESIA PT Citra IntiRama Jl. Cideng Timur No. 15J-15O Jakarta Pusat INDONESIA TEL: (021) 6324170
KOREA Cosmos Corporation 1461-9, Seocho-Dong, Seocho Ku, Seoul, KOREA TEL: (02) 3486-8855
MALAYSIA Roland Asia Pacific Sdn. Bhd. 45-1, Block C2, Jalan PJU 1/39, Dataran Prima, 47301 Petaling Jaya, Selangor, MALAYSIA TEL: (03) 7805-3263
VIET NAM Suoi Nhac Company, Ltd 370 Cach Mang Thang Tam St. Dist.3, Ho Chi Minh City, VIET NAM TEL: 9316540
104
DOMINICAN REPUBLIC
AUSTRALIA/ NEW ZEALAND Roland Corporation Australia Pty.,Ltd. 38 Campbell Avenue Dee Why West. NSW 2099 AUSTRALIA For Australia Tel: (02) 9982 8266 For New Zealand Tel: (09) 3098 715
CENTRAL/LATIN AMERICA
EL SALVADOR OMNI MUSIC 75 Avenida Norte y Final Alameda Juan Pablo II, Edificio No.4010 San Salvador, EL SALVADOR TEL: 262-0788
GUATEMALA Casa Instrumental Calzada Roosevelt 34-01,zona 11 Ciudad de Guatemala Guatemala TEL:(502) 599-2888
HONDURAS Almacen Pajaro Azul S.A. de C.V. BO.Paz Barahona 3 Ave.11 Calle S.O San Pedro Sula, Honduras TEL: (504) 553-2029
MARTINIQUE Musique & Son Z.I.Les Mangle 97232 Le Lamantin Martinique F.W.I. TEL: 596 596 426860 Gigamusic SARL 10 Rte De La Folie 97200 Fort De France Martinique F.W.I. TEL: 596 596 715222
ARGENTINA
MEXICO
Instrumentos Musicales S.A. Av.Santa Fe 2055 (1123) Buenos Aires ARGENTINA TEL: (011) 4508-2700
Casa Veerkamp, s.a. de c.v. Av. Toluca No. 323, Col. Olivar de los Padres 01780 Mexico D.F. MEXICO TEL: (55) 5668-6699
BARBADOS
NICARAGUA
A&B Music Supplies LTD 12 Webster Industrial Park Wildey, St.Michael, Barbados TEL: (246)430-1100
Bansbach Instrumentos Musicales Nicaragua Altamira D’Este Calle Principal de la Farmacia 5ta.Avenida 1 Cuadra al Lago.#503 Managua, Nicaragua TEL: (505)277-2557
BRAZIL Roland Brasil Ltda. Rua San Jose, 780 Sala B Parque Industrial San Jose Cotia - Sao Paulo - SP, BRAZIL TEL: (011) 4615 5666
CHILE Comercial Fancy II S.A. Rut.: 96.919.420-1 Nataniel Cox #739, 4th Floor Santiago - Centro, CHILE TEL: (02) 688-9540
COLOMBIA Centro Musical Ltda. Cra 43 B No 25 A 41 Bododega 9 Medellin, Colombia TEL: (574)3812529
COSTA RICA JUAN Bansbach Instrumentos Musicales Ave.1. Calle 11, Apartado 10237, San Jose, COSTA RICA TEL: 258-0211
PANAMA SUPRO MUNDIAL, S.A. Boulevard Andrews, Albrook, Panama City, REP. DE PANAMA TEL: 315-0101
PARAGUAY Distribuidora De Instrumentos Musicales J.E. Olear y ESQ. Manduvira Asuncion PARAGUAY TEL: (595) 21 492147
PERU Audionet Distribuciones Musicales SAC Juan Fanning 530 Miraflores Lima - Peru TEL: (511) 4461388
TRINIDAD AMR Ltd Ground Floor Maritime Plaza Barataria Trinidad W.I. TEL: (868) 638 6385
EUROPE AUSTRIA Roland Elektronische Musikinstrumente HmbH. Austrian Office Eduard-Bodem-Gasse 8, A-6020 Innsbruck, AUSTRIA TEL: (0512) 26 44 260
BELGIUM/FRANCE/ HOLLAND/ LUXEMBOURG Roland Central Europe N.V. Houtstraat 3, B-2260, Oevel (Westerlo) BELGIUM TEL: (014) 575811
CROATIA ART-CENTAR Degenova 3. HR - 10000 Zagreb TEL: (1) 466 8493
CZECH REP. CZECH REPUBLIC DISTRIBUTOR s.r.o Voct rova 247/16 CZ - 180 00 PRAHA 8, CZECH REP. TEL: (2) 830 20270
DENMARK Roland Scandinavia A/S Nordhavnsvej 7, Postbox 880, DK-2100 Copenhagen DENMARK TEL: 3916 6200
FINLAND Roland Scandinavia As, Filial Finland Elannontie 5 FIN-01510 Vantaa, FINLAND TEL: (0)9 68 24 020
GERMANY Roland Elektronische Musikinstrumente HmbH. Oststrasse 96, 22844 Norderstedt, GERMANY TEL: (040) 52 60090
GREECE/CYPRUS STOLLAS S.A. Music Sound Light 155, New National Road Patras 26442, GREECE TEL: 2610 435400
HUNGARY Roland East Europe Ltd. Warehouse Area DEPO Pf.83 H-2046 Torokbalint, HUNGARY TEL: (23) 511011
IRELAND Roland Ireland G2 Calmount Park, Calmount Avenue, Dublin 12 Republic of IRELAND TEL: (01) 4294444
ITALY Roland Italy S. p. A. Viale delle Industrie 8, 20020 Arese, Milano, ITALY TEL: (02) 937-78300
ROMANIA FBS LINES Piata Libertatii 1, 535500 Gheorgheni, ROMANIA TEL: (266) 364 609
RUSSIA MuTek Dorozhnaya ul.3,korp.6 117 545 Moscow, RUSSIA TEL: (095) 981-4967
SLOVAKIA DAN Acoustic s.r.o. Povazsk 18. SK - 940 01 Nov Z mky TEL: (035) 6424 330
SPAIN Roland Iberia, S.L. Paseo Garc a Faria, 33-35 08005 Barcelona SPAIN TEL: 93 493 91 00
SWEDEN Roland Scandinavia A/S SWEDISH SALES OFFICE Danvik Center 28, 2 tr. S-131 30 Nacka SWEDEN TEL: (0)8 702 00 20
SWITZERLAND Roland (Switzerland) AG Landstrasse 5, Postfach, CH-4452 Itingen, SWITZERLAND TEL: (061) 927-8383
UKRAINE EURHYTHMICS Ltd. P.O.Box: 37-a. Nedecey Str. 30 UA - 89600 Mukachevo, UKRAINE TEL: (03131) 414-40
UNITED KINGDOM Roland (U.K.) Ltd. Atlantic Close, Swansea Enterprise Park, SWANSEA SA7 9FJ, UNITED KINGDOM TEL: (01792) 702701
MIDDLE EAST BAHRAIN Moon Stores No.1231&1249 Rumaytha Building Road 3931, Manama 339 BAHRAIN TEL: 17 813 942
IRAN MOCO INC. No.41 Nike St., Dr.Shariyati Ave., Roberoye Cerahe Mirdamad Tehran, IRAN TEL: (021)-2285-4169
ISRAEL Halilit P. Greenspoon & Sons Ltd. 8 Retzif Ha’alia Hashnia St. Tel-Aviv-Yafo ISRAEL TEL: (03) 6823666
KUWAIT
OMAN TALENTZ CENTRE L.L.C. Malatan House No.1 Al Noor Street, Ruwi SULTANATE OF OMAN TEL: 2478 3443
QATAR Al Emadi Co. (Badie Studio & Stores) P.O. Box 62, Doha, QATAR TEL: 4423-554
SAUDI ARABIA aDawliah Universal Electronics APL Behind Pizza Inn Prince Turkey Street aDawliah Building, PO BOX 2154, Alkhobar 31952 SAUDI ARABIA TEL: (03) 8643601
SYRIA Technical Light & Sound Center Rawda, Abdul Qader Jazairi St. Bldg. No. 21, P.O.BOX 13520, Damascus, SYRIA TEL: (011) 223-5384
TURKEY ZUHAL DIS TICARET A.S. Galip Dede Cad. No.37 Beyoglu - Istanbul / TURKEY TEL: (0212) 249 85 10
U.A.E. Zak Electronics & Musical Instruments Co. L.L.C. Zabeel Road, Al Sherooq Bldg., No. 14, Ground Floor, Dubai, U.A.E. TEL: (04) 3360715
NORTH AMERICA CANADA Roland Canada Ltd. (Head Office) 5480 Parkwood Way Richmond B. C., V6V 2M4 CANADA TEL: (604) 270 6626 Roland Canada Ltd. (Toronto Office) 170 Admiral Boulevard Mississauga On L5T 2N6 CANADA TEL: (905) 362 9707
U. S. A. Roland Corporation U.S. 5100 S. Eastern Avenue Los Angeles, CA 90040-2938, U. S. A. TEL: (323) 890 3700
Voor EU-Landen
105
Voor EU-Landen Dit product voldoet aan de voorwaarden van de Europese richtlijnen 2004/108/EC.
106