Hertoets samenwerking Schakenbosch en Schakenbosch College Stap 2 van het stapsgewijs toezicht op basis van het Kwaliteitskader Gesloten Jeugdzorg Instellingsrapport
(verdana 18) Subtitel (verdana 11, cursief) Beide centreren, wit)
Utrecht, mei 2015 1 | Inspectie Jeugdzorg
Dit is een uitgave van:
Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Inspectie van het Onderwijs Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
De foto op de voorkant betreft geen personen in de jeugdhulp en is uitsluitend ter illustratie.
2 | Inspectie Jeugdzorg
Hertoets samenwerking Schakenbosch en Schakenbosch College Stap 2 van het stapsgewijs toezicht op basis van het Kwaliteitskader Gesloten Jeugdzorg
Samenvatting
De Inspectie Jeugdzorg heeft de afgelopen jaren samen met de Inspectie van het Onderwijs en de Inspectie voor de Gezondheidszorg ‘stapsgewijs onderzoek’ uitgevoerd bij alle instellingen voor jeugdzorgPLUS. Dit onderzoek vond plaats op basis van het Kwaliteitskader Gesloten Jeugdzorg. Eerste toets: entreetoets en stap 2 Schakenbosch is in januari 2013 gestart als instelling voor jeugdzorgPLUS en in maart 2014 voerden de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie van het Onderwijs de ‘entreetoets’ en stap 2 van het stapsgewijze toezicht uit. De Inspectie Jeugdzorg oordeelde positief over de rechtspositie van de jongeren, het toezicht op de jongeren, de omgang met incidenten en de kwaliteit van het leefklimaat. Ten aanzien van de samenwerking tussen de instelling en de school luidde het eindoordeel van de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie van het Onderwijs dat Schakenbosch en het Schakenbosch College onvoldoende samenwerken, waardoor een belangrijke voorwaarde voor een veilig en verantwoord leefklimaat voor de jongeren ontbreekt. Verbeterplan instelling en school Schakenbosch en het Schakenbosch College hebben een gezamenlijk verbeterplan opgesteld om de samenwerking te verbeteren en dit plan in september 2014 aan de inspecties gestuurd. In december 2014 en februari 2015 stuurden de instelling en de school een voortgangsrapportage aan de inspecties, waarin zij lieten weten wat de stand van zaken van de verbeteringen was. Hertoets stap 2, onderdeel samenwerking In maart 2015 hebben de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie van het Onderwijs een hertoets uitgevoerd bij Schakenbosch en het Schakenbosch College en daarbij de onderwerpen getoetst die bij de eerste toets niet voldoende waren. Het eindoordeel van de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie van het Onderwijs luidt dat Schakenbosch en het Schakenbosch College nu voldoende samenwerken. Vervolg Eind 2015 of begin 2016 voeren de inspecties opnieuw toezicht bij Schakenbosch en het Schakenbosch College uit. Hierbij gaat het om stap 3 van het stapsgewijze toezicht. Dit toezicht is gericht op het behandeltraject van de jongeren in de instelling en de school. Het toezicht vindt plaats op voorwaarde dat de kwaliteit van het onderwijs van het Schakenbosch College door de Inspectie van het Onderwijs vooraf is getoetst en als voldoende is beoordeeld.
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1
Inleiding .................................................................................................. 4
Hoofdstuk 2
De samenwerking tussen Schakenbosch en het Schakenbosch College .... 6
Hertoets ........................................................................................................................ 6 Hoofdstuk 3 3.1
Eindoordeel .............................................................................................. 8
Eindoordeel Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie van het Onderwijs over de samenwerking tussen school en instelling ............................................................... 8
3.2 Bijlage
Vervolg .............................................................................................................. 8 – Uitvoering van de hertoets bij Schakenbosch en het Schakenbosch College ... 9
Hoofdstuk 1 Inleiding
De Inspectie Jeugdzorg heeft de afgelopen jaren samen met de Inspectie van het Onderwijs en de Inspectie voor de Gezondheidszorg ‘stapsgewijs onderzoek’ uitgevoerd bij alle instellingen voor jeugdzorgPLUS. Dit onderzoek vond plaats op basis van het Kwaliteitskader Gesloten Jeugdzorg. Eerste toets: entreetoets en stap 2 Schakenbosch is in januari 2013 gestart als instelling voor jeugdzorgPLUS en in maart 2014 zijn de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie van het Onderwijs gestart met het stapsgewijze toezicht. Op dat moment zijn de ‘entreetoets’ en stap 2 van het stapsgewijze toezicht uitgevoerd. De entreetoets is het toezicht op basale onderwerpen die een belangrijke bijdrage leveren aan een veilig behandelklimaat. Deze moeten voldoende zijn gewaarborgd. Het gaat om de rechtspositie van jongeren, toezicht op de jongeren en het omgaan met incidenten. Stap 2 is toegespitst op het leefklimaat binnen de instelling, omdat een goed leefklimaat van de jongeren een randvoorwaarde voor hun behandeling is en omdat jongeren in de jeugdzorgPLUS tegen hun wil kunnen worden opgenomen. Het eindoordeel van de Inspectie Jeugdzorg in het rapport van april 2014 luidde dat Schakenbosch voldoende verantwoord omgaat met de rechtspositie van de jongeren, met het toezicht op de jongeren en met incidenten. Tevens beoordeelde de Inspectie Jeugdzorg de kwaliteit van het leefklimaat voor jongeren als voldoende. Ten aanzien van de samenwerking tussen de instelling en de school luidde het eindoordeel van de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie van het Onderwijs dat Schakenbosch en het Schakenbosch College onvoldoende samenwerken, waardoor een belangrijke voorwaarde voor een veilig en verantwoord leefklimaat voor de jongeren ontbreekt. Belangrijke zaken die in de samenwerking verbeterd moesten worden waren:
School en instelling werken onvoldoende samen bij de dagelijkse begeleiding van de jongeren.
School en instelling werken onvoldoende samen bij het behandelplan.
De inspecties hebben een plan van aanpak opgevraagd voor deze verbeterpunten. Verbeterplan instelling en school Schakenbosch en het Schakenbosch College hebben een gezamenlijk plan opgesteld om de samenwerking te verbeteren en dit plan in september 2014 aan de inspecties gestuurd. Na een reactie van de inspecties hebben de instelling en de school dit plan aangescherpt. Belangrijke punten in het plan zijn:
De instelling en de school stellen een zorgoverleg in. Dit is een wekelijks overleg tussen de schooldirecteur, een lid van de Commissie van Begeleiding en een leidinggevende en behandelcoördinator van de instelling. Doel van het overleg is het optimaliseren van de samenwerking tussen de school en de instelling.
4 | Inspectie Jeugdzorg
Er vindt afstemmingsoverleg plaats tussen de mentor van de school en de mentor van de groep. De basis voor het overleg vormt het perspectiefplan. De rapportage van het overleg vindt plaats in het gezamenlijke digitale registratiesysteem Care4.
De docenten zijn standaard op de groep aanwezig bij de weekopening op maandagochtend en de weekafsluiting op vrijdagmiddag.
De gedragswetenschapper van de school sluit aan bij het intakegesprek van een jongere.
De mentordocent van de school sluit een kwartier aan bij ieder behandeloverleg. Dit overleg vindt één keer per kwartaal plaats, met als deelnemers de jongere, de ouders en een leidinggevende en behandelcoördinator van de instelling.
De instelling en de school werken met gezamenlijke doelenkaarten voor de jongeren.
In december 2014 en februari 2015 stuurden de instelling en de school een voortgangsrapportage aan de inspecties, waarin zij lieten weten wat de stand van zaken van de verbeteringen was. Hertoets stap 2, onderdeel samenwerking In maart 2015 hebben de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie van het Onderwijs een hertoets uitgevoerd bij Schakenbosch en het Schakenbosch College. Daarbij zijn de onderwerpen getoetst die bij de eerste toets niet voldoende waren. In dit rapport geven de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie van het Onderwijs antwoord op de vraag of de kwaliteit van de samenwerking van Schakenbosch en het Schakenbosch College nu voldoende is. Leeswijzer In hoofdstuk 2 staan de bevindingen van de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie van het Onderwijs bij de hertoets over de samenwerking tussen de instelling en de school. In hoofdstuk 3 staan de eindoordelen van de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie van het Onderwijs. In de bijlage staat hoe de hertoets bij de instelling en de school is vormgegeven.
5 | Inspectie Jeugdzorg
Hoofdstuk 2 De samenwerking tussen Schakenbosch en het Schakenbosch College
Hertoets Dit hoofdstuk is gewijd aan de bevindingen van de hertoets met betrekking tot de samenwerking tussen instelling en school. De bevindingen zijn weergegeven in een tabel. In de tabel staan de scores die de instelling en school in het eerste inspectieonderzoek en in de hertoets hebben behaald. Scores die bij de eerste toets voldoende waren en niet opnieuw zijn getoetst, zijn licht grijs (√ ). Scores die na de hertoets gewijzigd zijn, zijn als volgt aangegeven: -
de gewijzigde score van de hertoets staat geel gearceerd (√ );
-
de score van de eerste toets is doorgehaald (√ ).
Waar sprake is van wijziging in score, is dit onder de tabel onderbouwd en toegelicht.
Indicatoren Onderwijs is een essentieel onderdeel van de behandeling School en instelling werken voldoende samen bij de dagelijkse begeleiding van de jongeren School en instelling werken voldoende samen bij het behandelplan School en instelling werken voldoende samen bij incidenten
√ √ √ √
Niet operationeel
Criterium De instelling en de school zorgen voor een aandachtvolle omgeving voor de jongeren
Operationeel
Samenwerking instelling en school
√ √
Toelichting School en instelling werken voldoende samen bij de dagelijkse begeleiding van de jongeren Tijdens het eerste toezicht in maart 2014 beoordeelden de inspecties deze indicator als niet operationeel, omdat structureel inhoudelijk overleg tussen pedagogisch medewerkers en docenten ontbrak. Pedagogisch medewerkers en docenten hadden weliswaar dagelijks contact met elkaar, maar dit contact beperkte zich tot uitwisseling over praktische zaken. Verder sloten de registratiesystemen niet op elkaar aan. Bij de hertoets in maart 2015 hebben de inspecties vastgesteld dat dit inmiddels verbeterd is. Er vindt nu regelmatig inhoudelijk overleg plaats tussen de pedagogisch medewerkers en docenten. Iedere ochtend komt op elke groep in de instelling een vaste docent van de school. De docent krijgt dan informatie van de pedagogisch medewerkers over bijzonderheden die bij de jongeren
6 | Inspectie Jeugdzorg
spelen. Vervolgens brengen de pedagogisch medewerkers de jongeren naar school. Op school hebben de pedagogisch medewerkers gezamenlijk overleg met de leidinggevende van de instelling en een intern begeleider of de gedragswetenschapper van de school. Verder hebben de mentor van de school en de mentor van de zorg minimaal eens per twee weken een gesprek over de voortgang van de jongere. De bedoeling is dat de jongere ook bij het gesprek aanwezig is. Dit is echter nog niet bij alle jongeren het geval. Ten slotte registreren de docenten en pedagogisch medewerkers inmiddels in het zelfde registratiesysteem: Care4. Daardoor zijn instelling en school beter op de hoogte wat er op de groep en in de klas gebeurt. School in instelling werken voldoende samen bij het behandelplan Tijdens het eerste toezicht maart 2014 beoordeelden de inspecties deze indicator als niet operationeel, omdat er geen structureel overleg tussen de instelling en de school was over het verloop van de behandeling. De school was niet aanwezig bij de periodieke behandeloverleggen. Bij de hertoets in maart 2015 werd duidelijk dat bovenstaande punten inmiddels zijn verbeterd. De school zorgt voorafgaand aan ieder behandeloverleg voor een voortgangsrapportage over de doelen uit het onderwijsperspectiefplan van de jongere. Daarnaast neemt de mentor van school een kwartier deel aan ieder behandeloverleg van een jongere. Als deze docent onverhoopt niet aanwezig kan zijn, dan zorgt hij of zij voor telefonisch vooroverleg met de ouders. Ook zorgt de docent ervoor dat de jongere weet wat hij of zij gaat inbrengen. Verder sluit de gedragswetenschapper van school aan bij het intakegesprek dat een behandelcoördinator van de instelling voert met de jongere en ouders. Op deze wijze wordt erin voorzien dat ook de benodigde onderwijsgegevens compleet zijn. De gedragswetenschapper van school maakt op grond van het intakegesprek een onderwijsperspectiefplan, dat een onderdeel vormt van het totale perspectiefplan van een jongere.
7 | Inspectie Jeugdzorg
Hoofdstuk 3 Eindoordeel
In dit hoofdstuk oordelen de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie van het Onderwijs over de huidige kwaliteit van de samenwerking tussen school en instelling.
3.1 Eindoordeel Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie van het Onderwijs over de samenwerking tussen school en instelling Het eindoordeel van de inspecties luidt dat Schakenbosch en het Schakenbosch College voldoende samenwerken. De instelling en de school hebben gezamenlijk geïnvesteerd in het verbeteren van hun samenwerking. De pedagogisch medewerkers van de instelling en docenten van de school weten elkaar beter te vinden en stemmen nu inhoudelijk over de jongeren af. Ook is de school structureel aanwezig bij de periodieke behandeloverleggen en vindt er overleg plaats over het verloop van de behandeling van een jongere. Op alle vier de indicatoren scoren de instelling en de school nu operationeel.
3.2 Vervolg Eind 2015 of begin 2016 voeren de inspecties opnieuw toezicht uit bij Schakenbosch en het Schakenbosch College. Hierbij gaat het om stap 3 van het stapsgewijze toezicht. Dit toezicht is gericht op het behandeltraject van de jongeren in de instelling en de school. Het toezicht vindt plaats op voorwaarde dat de kwaliteit van het onderwijs van het Schakenbosch College door de Inspectie van het Onderwijs vooraf is getoetst en als voldoende is beoordeeld.
8 | Inspectie Jeugdzorg
Bijlage – Uitvoering van de hertoets bij Schakenbosch en het Schakenbosch College
De hertoets heeft plaatsgevonden op 24 maart 2015. De hertoets duurde een dag en is uitgevoerd door drie inspecteurs van de Inspectie Jeugdzorg en een inspecteur van de Inspectie van het Onderwijs. Dagprogramma hertoets Het programma in de instelling bestond uit: -
twee gesprekken met jongeren: een gesprek met twee jongeren en een gesprek met drie jongeren;
-
gesprek met twee groepsleiders van verschillende groepen;
-
gesprek met twee docenten;
-
gesprek met gedragswetenschapper en twee intern begeleiders van school met inzage in dossiers;
-
gesprek met twee gedragswetenschappers van de instelling;
-
nagesprek met het management van de instelling en de school.
De onverwachte elementen in dit toezicht bestonden uit het kiezen van de te interviewen docenten en groepsleiders. Deze inspecties hebben deze zelf willekeurig gekozen uit een lijst van beschikbare medewerkers.
9 | Inspectie Jeugdzorg
10 | Inspectie Jeugdzorg
11 | Inspectie Jeugdzorg
Inspectie Jeugdzorg Postbus 483 3500 AL Utrecht 088 - 370 02 30 www.inspectiejeugdzorg.nl
Inspectie van het Onderwijs Postbus 2730 3500 GS Utrecht 088 - 669 60 00 www.onderwijsinspectie.nl
12 | Inspectie Jeugdzorg