herCAT Horen, zien en voelen Vrijdag 1 mei 2015 Werktabel met antwoorden Nr
Antw. Docent
1
a
m.wintzen
Bron leerstof Sillevis-Smitt H6
2
d
m.wintzen
Sillevis-Smitt H3
3
b
m.wintzen
Sillevis-Smitt H8
4
a
m.wintzen
Sillevis-Smitt H12
5
c
m.wintzen
Sillevis-Smitt H13
6
a
m.wintzen
Sillevis-Smitt H18
7
c
m.wintzen
Sillevis-Smitt H26, MTE
8
c
m.wintzen
9
b
m.wintzen
Sillevis-Smitt H3, PAK Sillevis-Smitt H9
10
a
m.wintzen
Sillevis-Smitt H9
11
a
12
b
Practicum en college efflorescentie-leer h.groenewegen Larsen’s Human Embryology, p. 601 kan de embryonale ontwikkeling van het oor globaal beschrijven en op basis hiervan enkele m.wintzen
Toelichting De huid toont geen erythema migrans en er is dus geen aanwijzing voor een Borrelia infectie. Pas als dit de komende paar weken alsnog ontstaat, moet dan gestart worden met doxycycline. Serologie is niet zinvol, zeker niet in deze vroege fase. Een type IV allergie uit zich iha als eczeem; urticaria kan wijzen op type I allergie Vettige gele schilfering met een matig scherp begrensd erytheem op één van de voorkeursplaatsen van seborroisch eczeem: een klassiek plaatje. Bij chronische urticaria wordt doorgaans geen specifieke oorzaak gevonden. Als wel, dan uiteenlopend van fysische urt. tot medicatie en diverse interne aandoeningen. Zwangerschap is één van de oorzaken van erythema nodosum, geen aanwijzingen voor streptokok. Therapie: (bed)rust, steunkous om mobiel te blijven, event. analgetica Ulcus aan mediale malleolus bij uitgebreide hyperpigmentatie en eczeem onderbenen, wijst op ulcus cruris venosum. !e keus therapie is ambulante compressie. een hydrocolloid kan ook gegeven worden maar is indien alleen gegeven niet effectief. Van bedrust gaat een wond ook dicht maar is er snel een recidief Simvastatine en ibuprofen: langer gebruikt, dus niet waarschijnlijk. Rash ca 12 dgn na start antibiotica, past bij sensibilisatie in de dagen ervoor Rash bij infectie is iha viraal, in elk geval niet tgv erysipelas
Foto toont ingedroogde crustae, erytheem en schilfering, beeld van (sub)acuut eczeem. Voor const.eczeem verder geen aanwijzingen, acrovesiculeus eczeem zit op zijkanten vingers en palmair, en tylotisch is eeltvormend of hyperkeratotisch met ragaden. Van de genoemde opties past dus eigenlijk alleen (allergisch) contacteczeem. Antw a. Strekzijde knieen en scalp zijn voorkeurslocalisaties van psoriasis Het enige onderscheid tussen bulla en vesikel is de grootte; 2cm is bulla.
aangeboren afwijkingen verklaren. h.groenewegen Larsen’s Human Embryology, p. 549 kan de embryonale ontwikkeling van de schedel en het gelaat globaal beschrijven en op basis hiervan enkele belangrijke aangeboren afwijkingen verklaren. .
13
e
14
b
15
a
16
d
17
c
h.groenewegen Larsen’s Human Embryology, p.604 kan de embryonale ontwikkeling van het oog globaal beschrijven en op basis hiervan enkele aangeboren afwijkingen verklaren h.groenewegen Larsen’s Human Embryology, p. 557-558 Tan, H12, p168, Bij een acuut glaucoom aanval is er geen sprake r.vannispen 173, 178 van ontstekingscellen in de voorste oogkamer; bij (meenken) een ulcus cornea met hypopion zal er sprake zijn van een aankleurende cornea; ook een intra-oculair corpus alienum zal aan de cornea een lesie laten. Dit is een klassiek beeld voor herpetische keratitis r.vannispen
18
d
R.vannispen
(van Rens) (Elferink)
Een emmetroop oog ziet zonder accommodatie een voorwerp in de verte scherp: de lichtstralen komen evenwijdig het oog binnen en het brandpunt ligt op de retina. De lenzen (dit zijn de cornea en lens) van het oog werken als positieve lens. Voor een voorwerp dichtbij zijn de lichtstralen divergent. Deze divergente lichtstralen moeten dus sterker afgebogen worden om het brandpunt op de retina te houden; daartoe moet de lens in het oog meer positief worden. De hoeveelheid dioptrie die de lens sterker moet worden hangt af van de afstand waarop het voorwerp gezien wordt. Je kunt afstand omrekenen naar dioptrie met de formule f=1/D. f (=afstand) is in deze casus is 0,5 meter. Dus D is 2 dioptrie. De patiënt moet dus 2 dioptrie accommoderen. (NB het aantal dioptrieën dat een patiënt moet accommoderen is dus onafhankelijk van de sterkte van de lens in het oog; zolang het oog zonder accommoderen een voorwerp in de verte scherp op de retina afbeeldt, is er 2 dioptrie nodig om een
19
d
r.vannispen (van Hecke)
20
d
r.vannispen (van Hecke)
21
a
r.vannispen (Hartong)
22
b
r.vannispen
voorwerp op 50cm afstand te zien) Risicofactoren voor een veneuze occlusie zijn diabetes en hypertensie; in alle 4 de kwadranten zijn afwijkingen beschreven, passend bij een centrale veneuze afsluiting Een lange diabetsduur en een slechte bloedsuikerregulatien zijn de belangrijkste risicofactoren, deze zijn in dit geval niet het belangrijkste. De RR is goed gereguleerd met medicatie, echter een verhoogd/ afwijkend lipidenspectrum zijn ook bekende risicofactoren Ectropion. Geen sprake van facialis parese want geen lagoftalmos (onvermogen om het oog te sluiten). Bij entropion zou de conjunctiva niet zichtbaar zijn. Tranen zijn in dit geval het gevolg van de afstaande traanpunt en overmatige blootstelling aan de buitenlucht met overmatige traanproductie door uitdroging van het hoornvlies. Parate kennis uit boek
(Meenken) 23
c
r.vannispen (Meenken)
24
b
r.vannispen (Meenken)
25
d
r.vannispen (vd Ven)
26 27
b a
r.vannispen r.vannispen (Meenken)
28
c
r.vannispen
29
c
y.voskes
30
d
y.voskes
Patiënten met een acuut of chronisch geslotenkamerhoekglaucoom zijn meestal hypermetroop; de ogen zijn bij hypermetropen korter en daardoor is er gemiddels minder ruimte in het voorsegment Bij openen van de ogen wordt het recente/ nieuwe epitheel meegenomen, doordat ’s-Nachts de traanproduktie is verminderd; zo gaat de erosie keer op keer weer open en geeft het gelijk pijn bij het ontwaken. Raambeeld staat temporaal op de cornea, dus staat het oog naar binnen. De afdektest bevestigt dit een minsterkte geeft geen witte pupil De visuele prognose is afhankelijk van het aanliggen van de macula; is deze (nog) niet betrokken bij de ablatio dan is er een spoedindicatie. Het aantal defecten en de grootte van een defect zijn van belang bij het bepalen van de soort operatie die verricht moet worden. Een visus van 2/60 past bij een afliggende macula TAC is resolutietest voor baby’s APK is voor kinderen tot 3 jaar Letters is voor volwassenen of kinderen die goed kunnen lezen Ruissen et al., Wilsbekwaamheid betekent oa dat een patiënt zich 2011; blz. 408/409. bewust is van de aard van zijn situatie, bv dat hij TenHave p.89 ernstig ziek is en hulp nodig heeft van een arts. Het betekent verder dat hij de informatie die een arts geeft, begrijpt en kan onthouden. Verder wordt een wilsbekwame patiënt geacht verschillende behandelingsopties te kunnen afwegen en redenen te kunnen geven waarom hij voor een bepaalde behandelingsoptie kiest. Als een patiënt aan een of meer criteria niet voldoet is er sprake van een verminderde wilsbekwaamheid. Ruissen et al., Zowel A, B als C zijn fout. Een patiënt kan niet 2011; blz. 407 vanwege zijn ziekte wilsonbekwaam zijn. Het gaat om de beoordeling van de besluitvorming en niet om
31
b
r.verbeek / j.tichelaar
NHG standaard M37 Eczeem
32
d
J.H.
College Speekselklieren
Bretschneider
33
a
J.H. Bretschneider
34
b
J.H.
35
c
J.H.
Bretschneider
College Pediatrische KNO
Practicum Anatomie
36
c
J.H. Bretschneider
Practicum Anatomie en College Meet the Expert SO 4 en Practicum Stem
37
b
J.H. Bretschneider
College Meet the Expert
38
b
J.H.
Probst, pag. 117
Bretschneider
Bretschneider 39
c
J.H.
College OSAS
Bretschneider
40
41
c
c
Bretschneider
Practicum Anatomie en College Spoedgevallen
J.H.
SC
J.H.
Bretschneider
42
a
J.H. Bretschneider
Practicum Fysiologie
43
d
KJ Nauta
Leerboek
het besluit zelf. Er is wel eens gesteld dat patiënten dus onverstandige beslissingen mogen nemen en dat dit geen wilsonbekwaamheid impliceert. Conform NHG standaard M37: Start klasse-1-corticosteroïd 2 maal daags en indifferent middel1 tot 2 maal daags; evalueer effect van (aanpassing van) behandeling na 1 tot 2 weken Een klasse 2 corticosteroid (triamcinolon) wordt niet 2dd in het gelaat gebruikt, zeker niet bij een kind. SC a) N V2 b) N IX c) N XII d) N VII, loopt door glandula parotis OS b) rhinorrhoe bdz c) minder vaak d) niet sinds 3 weken, maar sinds geborte bestaand PR Kennis-vraag PR, SC Eenduidig antwoord
SO4. PR Eenduidig antwoord, alleen stroboscopie. laryngoscopie beoordeelt het aspect, maar niet de functie zoals stroboscopie dat doet SC, eenduidige antwoord, radicale resectie is gedefineerd door meenemen van de structuren a, c en d Leerboek Eenduidig antwoord OS alleen polysomnographie bepaalt de obstructie over een langer interval, is daarmee superieur aan de andere onder-zoeken die meer momentopnames zijn SC, PR eenduidig antwoord a) coniotomie b) bereikt trachea niet d) hoger dan gebruikelijk de schildklier-isthmus loopt door het operatiegebied en kan bij het doornemen een bloeding veroorzaken a) ligt dieper b) liggen hoger d) ligt dieper PR b) geen klachten van regurgitatie, wel slikklachten c) geen verbinding met farynx, zwelling hals mediaan d) kan obstructie van de luchtweg veroorzaken, geen regurgitatie Een gestoord bewustzijn met een gestoorde
psychiatrie H8.1
44
c
KJ Nauta
Leerboek psychiatrie H8.1
45
b
KJ Nauta
46
a
KJ Nauta
47
a
KJ Nauta
48
a
P.Houben
49
b
W.Mooi
Leerboek psychiatrie H14.1 en college verslavingH8 Leerboek psychiatrie H14.1 en college verslaving Leerboek psychiatrie H18 College modellen integrale zorg en handboek multidisciplinaire zorg p.148-149 Kumar H22
50
a
W.Mooi
Kumar H22
aandacht is het kernsymptoom van een delier. Verwardheid en desoriëntatie zijn ook symptomen van een delier, maar geen kernsymptomen. Zij kunnen ook het gevolg zijn van de dementie. Koorts is een uitlokkende factor voor een delier. Angst, overgevoeligheid voor licht en tremoren zijn symptomen van een benzodiazepineonthoudingsdelier. Slapeloosheid is dit ook. Somberheid en psychomotore vertraging zijn geen symptomen van een benzodiazepineonthoudingsdelier. Cocaïne geeft geen onthoudingsdelierwel de zogeheten crash. De andere middelen kunnen bij acuut stoppen allemaal een onthoudingsdelier geven. Een intoxicatie met cannabis kan gepaard gaan met een volledig psychotisch beeld. De andere middelen geven bij intoxicatie vrijwel geen verhoogde kans op psychose. Delier is de meest voorkomende aandoening