Help, straks zijn er geen archieven meer Toespraak Pol Van Den Driessche, Senator Colloquium “Archief en Democratie” op woensdag 25 november 2009
Voorzitter, Minister, Waarde collega’s, Dames en Heren,
De voorbije maanden dwaalde ik nu en dan door de zolders en in de keldergangen van dit indrukwekkende parlementsgebouw, waar de geschiedenis als het ware van de muren druipt. Ik ontdekte de wijnkelder en botste op een badkamer verscholen achter een bibliotheekkast. Plots vond ik er aanwijzingen voor de moord op een achtenswaardige senator. De gruwelijke misdaad bracht nog wel meer bizarre gebeurtenissen aan het licht. U leest het verhaal in een recent verschenen roman.
In mijn zoektocht naar de waarheid, ontving ik vanochtend van de archivaris van de Senaat een heel bijzondere sleutel. Vooral haar verhelderende woorden zetten me ook aan het nadenken. Het is immers de sleutel die past op het slot van de deur die toegang geeft tot "Het Archief". Ergens op een zolderverdieping hier boven ons. Wat denkt u te vinden als u die deur opendoet en de ruimte erachter betreedt? Op welke vragen krijgt u een antwoord, als u deze sleutel omdraait? Is Robert Langdon onder ons? Komaan, dan vertrekken we zeker op ontdekkingstocht.
Vindt u, verborgen achter de deur met deze sleutel, de reeds lang verloren gewaande pin- en pukcode van uw elektronische identiteitskaart? Of misschien de documenten rond een onverwachte heelkundige ingreep die u zeer ongaarne onderging? Of zou u blij zijn er de rekening van uw laatste supermarktbezoek terug te vinden, toen u ervan overtuigd was te veel te hebben betaald voor die kilo appelen? Als uw PC net is gecrasht, zult u wellicht verheugd zijn via deze sleutel de recentste back-up van uw harde schijf te kunnen recupereren.
Wat bewaart een mens? Of waarvoor slaat hij zich op het voorhoofd als hij het niet terugvindt?
In de Middeleeuwen werden de archieven van steden - zoals de Charters en Vrijheden en ook de stadsrekeningen - opgeborgen in een kist met verscheidene sloten. Op elk slot paste telkens slechts één sleutel. Elke sleutel werd bewaard door een andere persoon. De kist kon pas worden geopend, wanneer alle sleutelbewaarders, meestal hooggeplaatste en machtige lieden, sàmen aanwezig waren. Enkel de ingewijden hadden toegang.
Hoort u de term "secrèt" in ons woord "secretariaat"? Rond archieven hing gedurende eeuwen en eeuwen een aura van plechtigheid en geheimen. Zo belangrijk waren de archieven, dat ze heel goed beschermd werden tegen materiële beschadiging en tegen vijandige invallers of om te nieuwsgierige speurneuzen weg te houden. De benadering van het archief hield vooral ook verband met de waarde die men eraan hechtte.
Tot vandaag ligt een groot deel van de betekenis van een archief in het bewaren van het geheugen en in de kracht van de bewijswaarde. Die essentiële eigenschap van een archief is ‘altijd blijven bestaan’. Alle archiefhandelingen - alles wat men met een document doet, van de creatie tot en met het beheer - hebben tot doel het achterhalen en het leveren van het authentieke bewijs van bepaalde activiteiten en ervaringen van mensen op een bepaald ogenblik. Dat maakt van archieven tegelijk een potentieel machtsmiddel. Bepaalde archieven blijven overigens nog steeds gesloten, als een zeer bewuste actie van huidige of vroegere machthebbers.
Tegelijk benaderen we een archief vandaag helemaal anders dan vijfhonderd jaar geleden. In de plaats van het "secrèt" is er het streven naar openbaarheid gekomen, meestal dan toch. Zeker bij overheidsarchieven is of zou dat het geval moeten zijn: documenten moeten getuigen van democratie, goed bestuur en verantwoording.
Tegenover een kleine groep ingewijden staat nu de grote, vaak anonieme, groep burgers die we trachten bewust te maken van hun "recht" om het betrokken archief wel degelijk in te zien.
Bovenal is de gesloten kist van weleer vervangen door het Wereldwijde Web. Zegt de manier waarop wij het hedendaagse archief benaderen, iets over onze waardering ervan?
De technologische revolutie van de recente jaren dwingt ons om anders met documenten om te gaan. De razendsnelle ontwikkelingen op ICT-vlak hebben bij het publiek andere verwachtingen tegenover archiefdocumenten gecreëerd. We leven in een "tijdperk van onbeperkte toegang". Burgers verwachten vrije toegang tot authentieke informatie, 24 uur per dag, 7 dagen per week, waar zij ook zijn.
Willen we hieraan voldoen, dan worden we voor technische uitdagingen gesteld. Voeger volstond een stevige kist met een aantal sloten, om de bewijswaarde en de geheugenfunctie van een klein aantal documenten te vrijwaren. Maar digitale documenten beveiligen, zodat ze voor latere generaties beschikbaar blijven, is veel complexer.
Wanneer documenten makkelijk worden gedigitaliseerd, gedeeld via netwerken, gekopieerd en aangepast, is het niet zo evident om te allen tijde te garanderen dat een digitaal document het authentieke is. Dat is nochtans nodig om het bewijs te kunnen leveren en verantwoording te kunnen afleggen. Wijzigingen kunnen relatief makkelijk worden gecamoufleerd, denken we alleen nog maar aan de fenomenale mogelijkheden van “fotoshop”.
De authenticiteit moet evenwel gegarandeerd blijven in de toekomst. Straffer nog, een document moet zijn integriteit gedurende vele decennia kunnen bewaren. Maar zo'n termijnen zijn op informaticavlak haast onbespreekbaar. Van de software, waarmee men documenten leest, worden regelmatig vernieuwde versies uitgebracht. Ook hardware veroudert onvermijdelijk en zo snel dat het vaak na enkele jaren niet meer beschikbaar is. Het digitaal archief blijkt bijzonder fragiel.
Het is dus zaak om naar bestandsformaten te streven, waarbij de ontsluiting en de kwaliteit gedurende vele jaren kunnen worden gegarandeerd. In Nederland werd begin januari 2009 in de Brabantse gemeente Oss het startschot gegeven voor de digitale informatie archivering. Officiële stukken, waaronder bouwvergunningen, verslagen van vergaderingen enz. worden enkel nog digitaal gearchiveerd. Er zijn twee soorten bestandsformaten die zijn goedgekeurd om de digitale documenten in op te slaan. Hierbij is het van belang dat de documenten ook over tien of twintig jaar nog raadpleegbaar zijn. En liefst nog langer. Ik breek een lans om in België – en waarom niet in heel Europa? - vaste en geüniformeerde bestandsformaten op te leggen voor het digitaal archiveren.
Naast de toegankelijkheid van digitale archieven, stelt zich ook de problematiek van de enorme massa documenten die digitaal beschikbaar zullen zijn. Een verstandige selectie van wat we behouden, zal minstens even belangrijk zijn als de wijze waarop we het bewaren. In haar bijdrage aan het colloquium “90 jaar Archiefwet”, georganiseerd in maart 2008 door de Koninklijke Vereniging van Archivarissen in Nederland , stelde Judith Van Kranendonk, directeur generaal Cultuur en Medio van het ministerie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap : “De grootschalige digitaliseringen en de daarmee gepaard gaande enorme hoeveelheid achteraf niet meer goed te duiden informatie eist van ons om reeds in het kiemstadium van informatievorming te selecteren wàt we willen behouden en na te denken over de vraag hoe we daarover alle Nederlanders willen informeren. Dat zal ons dwingen om de belangen van de informatiehuishouding en die van het erfgoed, de cultuurhistorie te bundelen.”
Ik grijp terug naar het beeld van mijn sleutel. Stel dat u in Berlijn was in 1989, wat zou u dan verwachten als u de sleutel van het stadsarchief van de Russische zone omdraaide? Stel dat u rond die periode in Polen was, of in Hongarije of Tsjechië. Wat zou u dan met die sleutel aanvangen? Het valt overigens op dat landen die een overgang naar een democratisch regime meemaken, vandaag vaak bijzonder trots zijn op hun archief. (cfr. project "The Archives of Breaktrough" van het Poolse Senaatsarchief.) Zij bekijken het archief opnieuw in de oorspronkelijke functie als bewaring van het "Geheugen".
Nog boeiender wordt het natuurlijk wanneer mensen hun persoonlijke ervaringen confronteren met de documenten in archieven zoals de Britse historicus Garton Ash onnavolgbaar doet in zijn boek “The File”.
De Franse mediëvist Jean Favier stelt terecht: "L'homme garde ses archives par nécessité, par dignité aussi". Hoe zit dat bij ons, eigenlijk? Zitten de parlementaire/Belgische overheidsarchieven in de ruimte achter de sleutel die ik vanochtend aan de archivaris ontfutselde? Of zijn we de essentie en het belang van ons eigen archief toch een beetje vergeten? De geheugenfunctie tegenover de geschiedenis van België. De bewijswaarde dat bepaalde historische feiten effectief hebben plaatsgegrepen. En hoe dan wel.
De ICT-sneltrein vormt tegelijk een immense uitdaging in het archieflandschap. Sommigen gewagen daarbij van een bedreiging voor ons archief. Ook ik ben daar niet helemaal gerust op. Met zijn allen zijn we haast de hele dag aan het sms’en en mailen. Via de satelliet en langs kabels diep op de zeebodem flitsen dagelijks miljarden gewone documenten, droge mededelingen, verliefde boodschappen en vertrouwelijke nota’s naar even veel mensen. Vaak ook officiële documenten, zoals verslagen. Wat vroeger per brief ging, loopt nu via mail. En wie drukt er nu zijn mails af, behalve dan een onbetrouwbare rekel op het sp.asecretariaat? Of nog, hoe gaan historici straks bepaalde gebeurtenissen reconstrueren, eenmaal de eigenaar van de gsm-chip of de laptop er niet meer is? Wijlen professor Jean Stengers kon toch maar zijn magistrale boek over de Belgische vorsten schrijven omdat hij brieven onder ogen kreeg? Hoe zou hij dat vandaag aanpakken, want zelfs het Paleis is overgeschakeld naar mailverkeer en sms’en.
Help dus, dreigen er dan straks er geen archieven meer te zijn?
Anderen zien de moderne Informatie- en communicatietechnologieën vooral als een uitgelezen middel, een opportuniteit om onze gewijzigde benadering van archieven in de praktijk te brengen.
Een vlotte overgang van de traditionele manier om met archiefmateriaal om te gaan naar het nieuwe tijdperk van elektronische archieven, digitale kopieën en de snelle verspreiding van informatie hangt effectief mee af van onze eigen waardering van ons patrimonium waarvan archieven deel uitmaken.
Ik vraag dus een vernieuwde waardering voor onze archieven. Laat ons de archieven van dit land en zijn instellingen opnieuw een belangrijker plaats geven in het collectieve bewustzijn. Niet enkel de historici, ook de adepten van Dan Brown zullen ons dankbaar blijven. Want er valt nog wel een of meer Belgisch mysterie op te helderen.
Onder die voorwaarde krijgt u van mij de sleutel. Hoewel u misschien meer zou kunnen aanvangen met een paswoord of pincode.
Ik dank u.