1
OVED – Energiecongres 20/10/2009, Gent Toespraak minister Freya Van den Bossche http://www.vlaamsenergiecongres.be/
Als iemand 100 jaar of ouder wordt – en dat komt gelukkig steeds vaker voor – wordt vaak stilgestaan bij de rijk gevulde geschiedenis van de 20ste eeuw. Eeuwelingen zijn inderdaad getuige geweest van een aantal mijlpalen: de 1ste auto, telefoon, de 1ste televisie, centrale verwarming in huis, een wasmachine, een elektrisch strijkijzer, de 1ste man op de maan, een elektrische typemachine, fax, internet en gsm. Ze zagen de een na de andere uitvinding passeren. Een razendsnelle evolutie die steeds meer mogelijk maakt, maar die ook steeds meer energie opslorpt. Lange tijd was the sky the limit. De oliecrisis zorgde voor de eerste barsten in het rotsvaste geloof in de onbeperkte beschikbaarheid van fossiele energie. Tsjernobyl deed ons vragen stellen bij kernenergie. Meer en meer beseffen we dat het gebruik van fossiele brandstoffen ons klimaat onherstelbaar ontregelt. Argeloos omgaan met energie is nadelig voor ons leefmilieu. Egoïstisch omgaan met de grondstoffen zadelt de volgende generaties met grote problemen op. Dat zorgt soms voor onrust. Voor doemdenken zelfs. Het geeft de indruk dat we op een ramp afstevenen zonder dat iemand wil luisteren of een hefboom wil zoeken om iets te doen. Die onheilsboodschappen hebben vandaag steeds meer plaats gemaakt voor een voorzichtig optimisme. Vandaag beseffen we steeds meer dat investeren in hernieuwbare energie en het stimuleren van energiebesparing loont op meerdere vlakken. 1
2
We beseffen dat energiebewust denken en handelen een pak van voordelen biedt: het zorgt voor jobs, het maakt ons minder afhankelijk van de wisselvallige oliemarkt of van onstabiele regimes en het is beter voor onze gezondheid en het klimaat. Ik denk dan ook dat wij, en zeker onze kinderen en kleinkinderen, getuige zullen zijn van net zo’n grote evolutie als onze grootouders. Ons denken over en omgaan met energie zal radicaal duurzamer worden. We zullen materiaal- en energiekringlopen sluiten, om te zorgen dat ook de generaties na ons nog over alle kansen zullen beschikken. Misschien zullen onze klein- en achterkleinkinderen zelfs niet meer begrijpen waarom onze generatie in onze tijd energie gebruikte die niet hernieuwbaar was, en vooral, waarom we ze zo langs ramen en deuren buiten gooiden. Hernieuwbare energie en energie-efficiëntie is de toekomst. En als we de toekomst niet willen ondergaan, moeten we haar vandaag voorbereiden. Dat zal inderdaad de kaarten van de economie schudden. Het zal gevestigde belangen en gevestigde ideeën dooreen schudden. Maar dat kan en mag ons niet afschrikken. Want verandering schept ook kansen. En die moeten we met beide handen grijpen. Of laat het me zo stellen: de vraag is niet óf hernieuwbare energie zich zal ontwikkelen tot een concurrentiële oplossing op grote schaal. De vraag is of Vlaanderen koploper zal worden. Wat de Vlaamse regering betreft, is het antwoord op deze vraag een krachtig ja. Die ambitie is niet min. Investeren in milieu en hernieuwbare energie staat bovenaan de agenda. Investeringen in energie-efficiëntie bereiden de toekomst voor, stimuleren innovatie in onze economie, creëren duurzame jobs en zijn goed voor het leefmilieu. 2
3
Daarmee sluiten we aan bij de positieve evolutie die al een aantal jaren bezig is in Vlaanderen. Sinds de invoering van het systeem van groenestroomcertificaten in 2002 is de productie van groene stroom in Vlaanderen bijna vertienvoudigd. In Europa heeft Vlaanderen de hoogste energie-intensiteit. Vlaanderen produceert relatief veel energie-intensieve industriële producten. We hebben er dan ook alle belang bij om zo efficiënt mogelijk met energie om te springen. En we zetten ook stappen vooruit. Sinds 1998 is er een ontkoppeling tussen het Vlaams energiegebruik en de economische groei. We gebruiken dus minder energie om meer welvaart te creëren. Het energiegebruik in de industrie daalt sinds 2007, met in dat jaar een opmerkelijke daling van 5%. In 2008 daalde het industriële energiegebruik verder, en we verwachten voor 2009 nog een verdere daling. Dit is het gevolg van inspanningen die bedrijven leveren om efficiënter met energie om te springen, daartoe aangespoord door hoge energieprijzen, de CO2-emissiehandel en de energieconvenanten. Jammer genoeg is ook de economische crisis sinds eind 2008 een belangrijke factor in het dalend energiegebruik in de industrie. Deze legislatuur schakelen we daarom de groene groei nog een tandje hoger. Pact 2020 streeft naar een Vlaanderen dat tegen 2020 bij de topregio’s van Europa zal behoren op ecologisch en energetisch vlak. Tegen 2020 moet Vlaanderen dan ook nog een pak slimmer en zuiniger met energie omspringen. 3
4
Een pakket beleidsmaatregelen moet de uitvoering mogelijk maken, gefundeerd op een proces van lange termijn denken. Dat kan de Vlaamse regering niet alleen. Daarvoor is talent, kennis en ervaring nodig. Talent om te onderzoeken, kennis en ervaring om technologieën op punt te zetten. Vlaanderen heeft dat talent, die kennis en ervaring. Talent hebben we ook nodig om te innoveren. Om via onderzoek de bestaande energiezuinige technologieën en energieopwekking uit hernieuwbare bronnen nog rendabeler en efficiënter te maken. Combineer dat met een daadkrachtig en ondersteunend innovatiebeleid en regelgevend kader, met de creatie van een thuismarkt die de afzet van de nieuw ontwikkelde producten in de aanloopfase stimuleert, en met een opleidings- en vormingsbeleid gericht op het vergroten van de beschikbare energie-deskundigheid in de industrie. Op die manier kunnen de Vlaamse bedrijven voorlopers worden en in de rest van de wereld een rol te spelen op een niveau die onze grenzen ver overschrijdt. Wij zijn een kleine regio, de inspanningen die wij doen om minder broeikasgassen uit te stoten zijn daarom een klein onderdeel van de wereldwijde inspanning die nodig is. Maar een kleine en zeker een rijke regio kan een kraamkamer zijn voor nieuwe technologieën voor schone energieproductie die in andere delen van de wereld op grote schaal worden ingezet en op die manier een belangrijke bijdrage leveren aan de bescherming van ons klimaat. Er is nood aan een stevige voedingsbodem, een onderbouwd draagvlak.
4
5
Ik denk dat de gezinnen en de bedrijven in Vlaanderen klaar zijn om te kiezen voor hernieuwbare energie. En ten slotte hebben we bedrijven nodig die dúrven. Bedrijven die gaan voor winst op meerdere vlakken. Winst op de balans. Winst op maatschappelijk vlak. Winst op gebied van milieu. Wanneer talent, een stevig draagvlak en grensverleggende bedrijven samenwerken, kunnen we grootse resultaten boeken. Dames en heren De start van OVED als overlegplatform en vertegenwoordiger van de Vlaamse energiedeskundigen, is ongetwijfeld een stap voorwaarts in het Vlaamse energielandschap. Ik kijk er dan ook naar uit om de komende vijf jaar goed samen te werken. Want we hebben heel wat werk voor de boeg. Zoals we vandaag konden zien, leeft energiebesparing en productie van hernieuwbare energie niet alleen in de geesten van heel wat bedrijfsmensen, we hebben ook een waaier aan mogelijkheden en opportuniteiten om dit in de praktijk te brengen. Ik wil samen met mijn collega’s van Economie en Leefmilieu, de huidige convenanten verlengen. We willen daarvan gebruik maken om ze effectiever te maken, en ze in te schakelen in de 2020 doelstellingen inzake hernieuwbare energie en energiebesparing. Geen gemakkelijke vraag, want alvast voor de grote bedrijven ziet het landschap er na 2012 radicaal anders uit dan nu. De emissiehandel is vanaf 2012 Europees, met een Europese allocatie, en Europese benchmarks.
5
6
Ons Vlaams verhaal moet hier complementair aan zijn. Ook de kleinere bedrijven zullen we steunen en stimuleren om verder innovatief en zuinig met energie om te springen. Goed overleg en samenwerking met de verschillende betrokken actoren, de bedrijven en energiedeskundigen zal hier dan ook meer dan nuttig zijn. Op welke manier kunnen we meerwaarde creëren? Voor de toekomst, de economie en ons energiegebruik? Het is me dan ook een plezier om vandaag getuige te zijn van de energie in de energiesector, en ik kijk er naar uit de komende legislatuur keihard samen te werken.
6