Harmonisering van de statuten Arbeiders – Bedienden
L’harmonisation des statuts Ouvriers - Employés
Dinsdag – Mardi 9.07.2013 SQUARE-BRUSSELS MEETING CENTER
Pieter Timmermans, Gedelegeerd Bestuurder ~ Administrateur délégué VBO - FEB “Een compromis is een evenwicht, maar een evenwicht is niet noodzakelijk een compromis” ~
“ Un compromis est un équilibre, mais un équilibre n'est pas nécessairement un compromis ”
HISTORIEK ANTÉCÉDENTS
1993 8/7/11 8/7/13 .
OVERLEG CONCERTATION
Au finish Chaos vermijden Compromis : A/B, Wn/Wg en visie/standpunt
BESLISSING DÉCISION
Informatie uit 1ste hand Nog geen wettekst beschikbaar Après la scéance plénaire consultation individuelle
BIJSTAND SUPPORT
Une dizaine de spécialistes - répondre à vos questions - input/vragen verzamelen
Federaties lid van het VBO zijn er voor u !
Bart Buysse, Directeur generaal ~ Directeur général VBO - FEB Compromisvoorstel arbeiders-bedienden: alle elementen op een rijtje ~ La proposition de compromis: tous les éléments alignés
Employés-ouvriers Proposition de compromis --Compromisvoorstel Arbeiders-bedienden Bart Buysse – Directeur generaal
Structure A. B. C. D.
Licenciement Jour de carence Autres éléments Du travail sur la planche
10
A. Licenciement Principes de base:
Jusqu’au 1.1.2014: anciennes règles A partir du 1.1.2014: nouveau régime pour tous les travailleurs Correction/compensations pour adoucir les conséquences
11
1. Verleden
Opgebouwde rechten vastgeklikt (foto) Huidige arbeiders: correctie, trapsgewijs over 5 jaar en i.f.v. anciënniteit:
Min. 30 jaar anc
Vanaf publicatiedatum
Min 20 jaar anc.
1.1.2014
Min 15 jaar anc.
1.1.2015
Min.10 jaar anc.
1.1.2016
Andere
1.1.2017
Correctie: bijkomende bescherming i.f.v. de nieuwe regeling (zonder meerkost voor werkgevers) Zolang geen correctie: recht op RVA-ontslaguitkering
12
13
2. Nieuwe regeling Vanaf 1.1.2014 voor alle werknemers zonder onderscheid (arbeiders én bedienden, oude en nieuwe contracten)
2.1. Opbouw opzeg Geleidelijke
opbouw eerste 5 jaar (tot 3 jaar < lagere bedienden) Sterkere opbouw vanaf 5 jaar anciënniteit (+ 3 weken/jaar) Plafond 62 weken op 20 jaar anciënniteit (beperkte verhoging i.f.v. anciënniteit nadien: + 1 week/jaar) = interprofessioneel wettelijk maximum
14
15
2.2. Activering/inzetbaarheid
Veralgemening recht op outplacement vanaf 7 jaar anciënniteit + integratie in opzegregeling (niet on top of):
Opzegvergoeding: outplacement = - 4 weken opzeg Opzegtermijn: outplacement tijdens sollicitatieverlof
Splitsing: 2/3 opzegtermijn/vergoeding + 1/3 maatregelen inzetbaarheid
2/3 = min. 6 maanden Sectoren krijgen 5 jaar tijd voor invulling 1/3 Parafiscale maatregel zet werkgevers én werknemers aan tot keuze voor inzetbaarheid
16
2.3. Exceptions
Activités sur base des critères généraux (p.ex lieux de travail et chantiers mobiles ou temporaires) Pas soumis au régime général Régime spécifique: CCT 75 avec lissage cfr. nouveau régime (2 semaines, 4 semaines)
17
18
2.4. Compensaties Bijkomende compenserende maatregelen voor werkgevers: 1) 2) 3) 4)
Sectorale complementen aanrekenen op opzeg RVA-ontslaguitkering: vrijgekomen budget gericht inzetten Aanpassing werkgeversbijdragen interbedrijfsgeneeskundige diensten Bijdrage op ontslagbedrag werknemers jaarloon > loongrenzen Sluitingsfonds: vermindering bijdragevoet klassieke taken ondernemingen < 20 werknemers 44.508 Euro/jaar
1%
54.508 euro/jaar
2%
64.508 euro/jaar
3%
5) Regeling uitwerken sociaal passief ontslag
19
2.5. Motivation du licenciement
Nouveau régime -> bonne politique RH CCT du CNT (entrée en vigueur 1.1.2014) Règlement spécifique activités exemptées Art. 63 LCT (licenciement abusif ouvriers) supprimé
20
B. Carenzdag Afschaffing carenzdag Omkaderende regeling Maatregelen IPA-ontwerp 2011-2012: compensatie kost en ontradend effect
C. Autres éléments Vacances annuelles, salaire garanti, chômage temporaire, relations collectives,
Fixer agenda strict Contenu: actualisation projet d’AIP 2011-2012
21
D. Werk aan de winkel Compromisvoorstel Goedkeuring Kern 08.07.2013 Grote principes Verder uitwerken Bijkomend regelen : opzeg werknemer, start opzegtermijn, tegenopzegging, schorsing opzegtermijn,
Wordt vervolgd
22
Nadine Beaufils Avocate Associée ~ Advocate-vennoot TAQUET, CLESSE & VAN EECKHOUTE
Harmonisation des statuts ouvriers - employés: l’après 8 juillet 2013 ~ Harmonisering van de statuten arbeiders bedienden: na 8 juli 2013
N. Beaufils
Harmonisation des statuts ouvriers – employés : l’après 8 juillet 2013
9 juillet/juli 2013
Harmonisering van de statuten arbeiders – bedienden: na 8 juli 2013 24
1.
Rappel
Cour constitutionnelle, 7 juillet 2011 (125/2011) (JTT, 2012, pp. 1 et suiv.) : « Les articles 52, § 1er , alinéa 2 à 4 et 59 de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail violent les articles 10 et 11 de la Constitution. Les effets de ces dispositions législatives sont maintenus jusqu’à ce que le législateur adopte de nouvelles dispositions, et au plus tard jusqu’au 8 juillet 2013 ».
1.
Ter herinnering
Grondwettelijk Hof, 7 juli 2011 (125/2011) (JTT, 2012, p. 1 e.v.): “De artikelen 52, §1, 2de tot 4de lid en 59 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. De gevolgen van die wetsbepalingen worden gehandhaafd totdat de wetgever 25 nieuwe bepalingen aanneemt en uiterlijk tot 8 juli 2013”.
Importance de cet arrêt : -
En droit constitutionnel : • Limitation dans le temps des effets d’un arrêt rendu sur question préjudicielle • Souci de sécurité juridique et de légitime confiance • Tendance perceptible dans toute l’Europe (CJUE)
Belang van dit arrest: -
In het grondwettelijk recht : • Beperking in de tijd van de gevolgen van een arrest geveld op prejudiciële vraag • Zorg voor rechtszekerheid en gewettigd vertrouwen • Tendens waarneembaar in gans Europa (HvJ) 26
-
En matière sociale : • Les différences de traitement entre ouvriers et employés en matière de durée de préavis et de jour de carence : contraires aux articles 10 et 11 de la Constitution
-
Op sociaal gebied: • De verschillen tussen arbeiders en bedienden op het vlak van de duur van de opzegging en de carensdag: in strijd met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet
27
• Le constat, non modulé, d’inconstitutionnalité entraînerait une insécurité juridique considérable et des difficultés financières graves pour un grand nombre d’employeurs • Si les questions préjudicielles appellent une réponse affirmative, leurs effets doivent être maintenus au plus tard jusqu’au 8 juillet 2013 • Een niet-gemoduleerde vaststelling van ongrondwettelijkheid: aanzienlijke rechtsonzekerheid en een groot aantal werkgevers in ernstige financiële moeilijkheden • De prejudiciële vragen dienen bevestigend te worden beantwoord, maar de gevolgen van de in het geding zijnde bepalingen dienen te worden gehandhaafd tot uiterlijk 8 juli 2013 28
Commentaires : • La Cour s’est inspirée de l’exemple allemand • Délai de 8 juillet n’est pas anodin • Nous sommes le 9 juillet 2013 et alors ?
Commentaren: • Het Hof vond inspiratie in het Duitse voorbeeld • Termijn van 8 juli is niet toevallig • We zijn 9 juli 2013, en dan?
29
2. Proposition finale de compromis de la Ministre de l’Emploi Modification des dispositions législatives (préavis, jour de carence) au 1er janvier 2014 Dispositions de droit transitoire dans la loi ? 2. Finaal compromisvoorstel van de Minister van Werk Wijziging van de wettelijke bepalingen (opzegging, carensdag) op 1 januari 2014 Overgangsbepalingen in de wet? 30
Entre le 8 juillet 2013 et le 1er janvier 2014 : que faire ? - -
Continuer à appliquer les dispositions légales actuelles Risques limités :
•
Participation des syndicats à l’élaboration de la « solution »
Tussen 8 juli 2013 en 1 januari 2014: wat te doen? - -
De actuele wettelijke bepalingen blijven toepassen Beperkte risico’s:
•
Deelname van de vakbonden aan de uitwerking van de « oplossing »
31
•
Actions devant les juridictions du travail - pas de débats succincts calendrier judiciaire décisions des juridictions du travail postérieures à l’entrée en vigueur des dispositions
•
Vorderingen van de arbeidsrechtbanken - geen korte debatten gerechtelijk kalender beslissingen van de arbeidsgerechten na de invoegetreding van de wetsbepalingen 32
•
•
Décision du juge La « plus probable » : pas d’intervention car : • pas de « vide juridique » au sens strict, mais une différence de traitement • le juge ne peut se substituer au législateur (cf. dans ce sens not. C.T. Bruxelles, 17 janvier 2013, JTT, 2013, pp. 170 et suiv.) • principe de sécurité et de confiance légitime (Cass., 20 décembre 2007) Beslissing van de rechter De « meest waarschijnlijke »: geen tussenkomst omdat: • geen « juridische leemte » in strikte zin, maar een verschillende behandeling de rechter mag zich niet in de plaats stellen van de wetgever (cf. in • die zin Arbh. Brussel, 17.01.2013, JTT, 2013, pp 170 e.v.) principe van rechtszekerheid en gewettigd vertrouwen (Cass., 20 • 33 december 2007).
La « moins probable » compte tenu du contexte : Alignement vers le haut (levelling-up) ? « L’avantage dont bénéficie le groupe favorisé (les employés) doit être accordé au groupe défavorisé (les ouvriers) », solution consacrée par la CJUE en matière de discrimination fondée sur le sexe De « minst waarschijnlijke » rekening houdende met de kontekst: Gelijkschakeling naar boven (levelling-up)? « het voordeel waarvan de begunstigde groep (de bedienden) geniet moet worden toegekend aan de benadeelde groep (de arbeiders), oplossing bekrachtigd door het HvJ inzake discriminatie op grond van geslacht 34
•
Responsabilité de l’Etat : • Faute du législateur : il ne se serait pas comporté de manière prudente et diligente • Quid de l’importance du préjudice subi ?
•
Aansprakelijkheid van de Overheid: • Fout van de wetgever: die niet op voorzichtige en diligente wijze zou hebben gehandeld • Wat met de omvang van de geleden schade?
35
3.
Quid des autres aspects non encore réglés ? « Les partenaires sociaux règleront les autres éléments du dossier ouvriers/employés notamment à l’aide d’une actualisation du projet d’AIP 2011-2012 et ce, selon un agenda strict ». Il reste du « pain sur la planche ».
3.
Wat met de lopende geschillen? « De sociale partners zullen volgens een dwingend tijdskader de andere elementen van het dossier arbeiders/bedienden regelen en dit met name aan de hand van een actualisering van het ontwerp van IPA 2011-2012 ». Er blijft dus « werk aan de winkel ». 36
Droit individuel du travail -
-
Dispositions légales relatives notamment au chômage temporaire, au salaire garanti en cas de maladie, au pécule de vacances, aux modalités de paiement de la rémunération, etc. Dispositions résultant de CCT sectorielles, de CCT d’entreprise, de contrats de travail, etc. et relatives aux conditions de rémunération, aux assurances complémentaires, etc.
Individueel arbeidsrecht -
-
Wettelijk geregelde verschillen inzake tijdelijke werkloosheid, gewaarborgd loon bij ziekte, vakantiegeld, tijdstip van betaling van loon, enz. Sectoraal of op ondernemingsvlak geldende verschillen inzake, bv. loonsvoorwaarden, aanvullende verzekeringen, enz. 37
Droit collectif du travail La distinction « ouvriers – employés » est omniprésente : • composition et compétence des commissions paritaires • catégories de personnel lors des élections sociales • délégation syndicale, etc. Collectief arbeidsrecht Het bestaan van 2 categorieën werknemers is terug te vinden in tal van aangelegenheden, zoals: • bevoegdheid en samenstelling van paritaire comités • personeelscategorieën bij sociale verkiezingen • vakbondsafvaardiging, etc. 38
Conséquences de l’arrêt du 7 juillet 2011 -
Formellement, l’arrêt ne vise que la distinction « ouvriers – employés » en matière de délais de préavis et de jour de carence.
-
La décision de la Cour ne peut être appliquée telle quelle par analogie aux autres différences de traitement. Toute différence de traitement n’est pas nécessairement discriminatoire.
Impact van het arrest van 7 juli 2011 -
Het arrest doet enkel uitspraak over het verschil in behandeling inzake de opzeggingstermijn en de carensdag.
-
De beslissing van het Hof kan niet naar analogie worden toegepast op andere verschilpunten. Elke verschillende behandeling is niet noodzakelijk discriminatoir. 39
-
La Cour a souligné qu’ « il ne serait pas cohérent d’isoler la distinction dans la seule matière de la durée du préavis sans tenir compte des effets qu’elle a dans d’autres matières du droit du travail et de la sécurité sociale qui reposent sur la même distinction ».
-
Het Hof heeft benadrukt dat « het niet coherent zou zijn om het verschil inzake de opzeggingstermijnen te isoleren en geen rekening te houden met verschillen op andere terreinen in het arbeidsrecht en socialezekerheidsrecht »
40
Conséquences pratiques : Toute personne « discriminée » peut introduire une action devant les juridictions du travail A. Si la différence de traitement invoquée a un fondement légal Nouvelle question préjudicielle à la Cour constitutionnelle Praktische gevolgen: Elke persoon uit de « benadeelde » groep kan een vordering instellen voor de arbeidsgerechten A. Indien ongelijke behandeling steunt op een wettelijke grondslag Nieuwe prejudiciele vraag aan het Grondwettelijk Hof
41
•
risque important que la réponse soit similaire à l’arrêt du 7 juillet 2011
•
pourrait valider un délai pour adopter de nouvelles dispositions légales
•
belangrijk risico van hetzelfde antwoord als het arrest van 7 juli 2011
•
opnieuw een termijn voor de wetgever om nieuwe regeling uit te werken?
42
B. Si la différence de traitement invoquée découle d’une CCT, d’un contrat de travail, etc. La Cour constitutionnelle n’est pas compétente Juridictions sociales ? Risque qu’elles suivent la jurisprudence de la Cour constitutionnelle (pas de délai de mise en conformité, mais effet de « levelling-up » possible) B. Indien ongelijke behandeling niet steunt op een wettelijke bepaling, maar, bijvoorbeeld, op een cao of een arbeidsovereenkomst, enz. het Grondwettelijk Hof is niet bevoegd om toetsing te doen of de rechtbank de discriminerende bepaling terzijde kan/zal schuiven, is betwist (geen termijn voor gelijkschakeling, maar mogelijk « levelling43 up »)
Problèmes particuliers : Deux dispositions légales -
Art. 45, loi du 27 juin 1969 (loi ONSS) : Toute distinction entre travailleurs appartenant à une même catégorie est interdite.
Specifiek probleem inzake aanvullende socialezekerheidsvoordelen: Twee wettelijke bepalingen -
Art. 45 RZW-wet: Elk onderscheid tussen werknemers van dezelfde categorie is verboden. 44
-
Art. 14 de la loi sur les pensions complémentaires : Toute discrimination entre travailleurs est interdite. La discrimination est une distinction de traitement des personnes se trouvant dans une situation comparable qui ne repose pas sur un critère objectif et qui n’est pas raisonnablement justifiée.
-
Art. 14 Wet aanvullende Pensioenen: Elke discriminatie tussen werknemers is verboden. Discriminatie is verschil in behandeling dat niet berust op een objectief criterium en niet redelijk verantwoord is.
45
Situation après le 7 juillet 2011 : -
Ce que la Cour Constitutionnelle vise, c’est la distinction qui est fondée explicitement sur la nature du travail (principalement manuelle ou intellectuelle)
Situatie na 7 juli 2011: -
Grondwettelijk Hof veroordeelt in het algemeen het onderscheid dat louter gebaseerd is op aard van het werk (manuele t.o.v. iintellectuele arbeid 46
-
En matière de pension complémentaire : initiative législative récente : • Avant-projet de loi relative à la création d’un cadre légal pour la suppression progressive des différences de traitement qui reposent sur la distinction ouvriers et employés en matière de pension complémentaire avec une période transitoire jusque 2023/2025 • On ne peut plus faire de différences « ouvriers – employés » dans les nouveaux plans de pension
-
Pril wetgevend initiatief inzake aanvullend pensioen: • Wetsontwerp tot progressieve opheffing van de verschillen tussen arbeiders en bedienden in aanvullende pensioenregelingen met overgangsperiode tot 2023/2025 • Onmiddellijk verbod tot invoering van nieuwe plannen met onderscheid tussen arbeiders en bedienden
47
Conclusion : A situation exceptionnelle, réponse exceptionnelle dans les temps. Mais encore beaucoup de travail pour le législateur et de multiples questions pour les praticiens de droit social.
Besluit: Op een uitzonderlijke situatie is een uitzonderlijk antwoord nodig. Nog veel werk voor de wetgever en veelvuldige vragen voor de rechtspractici. 48
Dinsdag – Mardi 9.07.2013 SQUARE-BRUSSELS MEETING CENTER
(%$') $# $# , -
(%$')$% #% ,
" +,+#% $(#- -
" &!!%"#&,
(%$') ##$(% ,
* .
" #' !&,
* .
! !+ *
!% # *
" ! *
& %' ( !*
Dinsdag – Mardi 9.07.2013 SQUARE-BRUSSELS MEETING CENTER
